Handleiding - Miller Electric
Handleiding - Miller Electric
Handleiding - Miller Electric
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
www.<strong>Miller</strong>Welds.com<br />
OM-216 869V/dut<br />
2010−11<br />
Processen<br />
TIG-lassen (GTAW)<br />
Beklede elektrodelassen<br />
(SMAW)<br />
Beschrijving<br />
208/575 Volt Modelllen mit Auto-Line<br />
38/575 Volt Driefasen mit Auto-Line<br />
(CE)<br />
Lasstroombron<br />
Dynasty<br />
<br />
350, 700<br />
Maxstar<br />
<br />
350, 700<br />
Inclusief optionele onderwagen en<br />
koelunit<br />
CE en niet CE modellen<br />
HANDLEIDING
Van <strong>Miller</strong> voor u<br />
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor <strong>Miller</strong> hebt gekozen. Nu kunt u aan de<br />
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders<br />
dan meteen goed te doen.<br />
Om die reden zorgde Niels <strong>Miller</strong>, toen hij in 1929 voor het eerst met het<br />
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten<br />
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden<br />
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten<br />
van <strong>Miller</strong> moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het<br />
allerbeste zijn dat er te koop was.<br />
Tegenwoordig zetten de mensen die <strong>Miller</strong>-producten bouwen en verkopen<br />
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te<br />
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in<br />
1929 zijn vastgelegd.<br />
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te<br />
kunnen laten maken van uw <strong>Miller</strong>-producten. Neem even de tijd om de<br />
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen<br />
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u<br />
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij <strong>Miller</strong> kunt u rekenen<br />
op jarenlange betrouwbare service en goed<br />
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat<br />
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd,<br />
dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &<br />
Storingen precies nagaan wat het probleem is.<br />
<strong>Miller</strong> was de allereerste<br />
fabrikant van lasapparatuur in<br />
de VS die het ISO 9001<br />
kwaliteitscertificaat behaalde.<br />
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen<br />
welk onderdeel u precies nodig hebt om het<br />
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie<br />
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke<br />
model bijgesloten.<br />
<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> maakt een complete lijn<br />
lasapparaten en aanverwante<br />
lasproducten. Wilt u meer informatie<br />
over de andere kwaliteitsproducten van <strong>Miller</strong>, neem dan contact op met uw<br />
<strong>Miller</strong>-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke<br />
productleaflets voor u.<br />
Elke krachtbron van <strong>Miller</strong><br />
gaat vergezeld de meest<br />
probleemloze garantie in<br />
onze bedrijfstak − u werkt er<br />
hard genoeg voor.
INHOUDSOPGAVE<br />
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK .................... 1<br />
1-1. De betekenis van de symbolen ......................................................... 1<br />
1-2. De risico’s van het booglassen ......................................................... 1<br />
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud ............................. 3<br />
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen .................................................. 4<br />
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften ................................................... 5<br />
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) ......................... 5<br />
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES (CE−modellen) ................................................. 7<br />
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels .................................................. 7<br />
2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) .................................... 9<br />
2-3. Symbolen en definities ................................................................ 10<br />
HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE .............................................................. 11<br />
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) ................. 11<br />
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens .............................. 12<br />
3-3. Technische gegevens ................................................................. 12<br />
3-4. Inschakelduur en oververhitting ........................................................ 14<br />
3-5. Stroom-spanning grafieklijnen .......................................................... 16<br />
3-6. Keuze van de locatie ................................................................. 18<br />
3-7. Waarschuwingen voor omvallen ........................................................ 18<br />
3-8. Afmetingen, gewichten en plaatsen voor de bevestiging van de gaten voor het onderstel ......... 19<br />
3-9. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud ............................................... 20<br />
3-10. Het aansluiten van de netvoeding bij het 350 model ........................................ 24<br />
3-11. Het aansluiten van de netvoeding bij het 700 model ........................................ 26<br />
3-12. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen ............................. 29<br />
3-13. Informatie over de 14-pens contrastekker (gebruikt zonder aansluiting op automatisering) ........ 30<br />
3-14. Aansluiting voor automatisering (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) ................. 30<br />
3-15. Ingangen voor afstandsbediende geheugenkeuze (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) . 31<br />
3-16. Automatiseringsselecties (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig) ..................... 32<br />
3-17. Typische toepassing voor automatisering ................................................ 32<br />
3-18. 115 Volt AC duplex contrastekker, aanvullende beschermer CB1 en stroomschakelaar .......... 33<br />
3-19. Beschermgasaansluiting .............................................................. 33<br />
3-20. TIG HF puls/ Lift-Arc aansluitingen .................................................... 34<br />
3-21. Aansluitingen koeler .................................................................. 35<br />
3-22. Dynasty Stick (beklede elektrode) aansluitingen ........................................... 36<br />
3-23. Maxstar Stick (beklede elektrode) aansluitingen ........................................... 36<br />
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING ............................................................... 37<br />
4-1. Bedieningsfuncties ................................................................... 37<br />
4-2. Instelknop .......................................................................... 38<br />
4-3. Stroomsterkteregeling ................................................................ 38<br />
4-4. Ampèremeter en parameter display ..................................................... 38<br />
4-5. Display van voltmeter en geselecteerde parameters ....................................... 39<br />
4-6. Polariteitsregeling (alleen op Dynasty-modellen) ........................................ 39<br />
4-7. Procesregelknoppen ................................................................. 40<br />
4-8. Lift-Arc- en HF TIG-startprocedures ................................................... 40<br />
4-9. Regeling uitgang ..................................................................... 41<br />
4-10. Pulsregeling ......................................................................... 42<br />
4-11. Sequencerregelknoppen .............................................................. 43<br />
4-12. Gas/DIG-regelknoppen (voorgas, nagas, boogregeling, doorblazen) .......................... 44<br />
4-13. AC golfvorm (alleen Dynasty-modellen) .................................................. 45<br />
4-14. Geheugen (locaties 1-9 voor programmaopslag) .......................................... 46<br />
4-15. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen ...................... 47<br />
4-16. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 700-modellen ......................<br />
48
INHOUDSOPGAVE<br />
4-17. Het systeem terugzetten op de fabrieksinstellingen. ........................................ 50<br />
4-18. Het software- en versienummer bekijken ................................................. 50<br />
4-19. Timer / Lascyclus-teller ............................................................... 51<br />
HOOFDSTUK 5 − GEAVANCEERDE FUNCTIES ................................................ 52<br />
5-1. Toegang tot de geavanceerde functies ................................................... 52<br />
5-2. Programmeerbare TIG-startparameters .................................................. 53<br />
5-3. Output-regeling en toortsschakelaarfuncties .............................................. 58<br />
5-4. AC golfvormkeuze (alleen Dynasty-modellen) ............................................. 63<br />
5-5. Onafhankelijke amplitudeselectie ....................................................... 64<br />
5-6. Puntlassen ingeschakeld .............................................................. 64<br />
5-7. Selectie openspanning (OCV) beklede elektrodelassen .................................... 64<br />
5-8. Selectie ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’ ....................................... 65<br />
5-9. Beperkingsniveaus ................................................................... 66<br />
5-10. Het systeem zo instellen dat er niets op de meters staat tijdens pulserend lassen ............... 68<br />
5-11. DC-meter kalibratie ................................................................... 68<br />
HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN ................................. 69<br />
6-1. Routineonderhoud ................................................................... 69<br />
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen ........................................... 70<br />
6-3. Onderhoud van de koelvloeistof ........................................................ 70<br />
6-4. Storingen ........................................................................... 71<br />
HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA ..................................................... 74<br />
HOOFDSTUK 8 − HOGE FREQUENTIE ....................................................... 87<br />
8-1. Lasprocessen waarvoor hoge frequentie nodig is .......................................... 87<br />
8-2. Installatie waarbij mogelijke bronnen van HF-storing zijn aangegeven ......................... 87<br />
8-3. Aanbevolen installatie om HF-storing te verminderen ....................................... 88<br />
HOOFDSTUK 9 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN VOOR (GTAW) TIG LASSEN ............. 89<br />
9-1. Voorbeelden van TIG-opstellingen ...................................................... 89<br />
HOOFDSTUK 10 − EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET<br />
EEN LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM ................................ 91<br />
10-1. Een wolfraam elektrode kiezen<br />
(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen) .............. 91<br />
10-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode negatief (DCEN) of<br />
wisselstroom bij gebruik van een lasinverter .............................................. 91<br />
HOOFDSTUK 11 − RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN .......................................... 92<br />
11-1. Positie van de lastoorts ............................................................... 92<br />
11-2. Toortsbeweging tijdens het lassen ...................................................... 93<br />
11-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen ......................................... 93<br />
HOOFDSTUK 12 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN VOOR (SMAW) BEKLEDE ELEKTRODE<br />
LASSEN (STICK) ........................................................................... 94<br />
12-1. Display uitlezing voor DCEP (electrode positief) ........................................... 94<br />
HOOFDSTUK 13 − RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE LASSEN ............................. 95<br />
13-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las ................................ 98<br />
13-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen ................................................. 98<br />
13-13. Problemen oplossen − Porositeit ..................................................... 100<br />
HOOFDSTUK 14 − ONDERDELENLIJST VOOR 350 MODELLEN ................................. 102<br />
HOOFDSTUK 15 − ONDERDELENLIJST VOOR 700 MODELLEN ................................. 112<br />
HOOFDSTUK 16 − ONDERDELENLIJST VOOR DE KOELUNIT .................................. 122<br />
HOOFDSTUK 17 − ONDERDELENLIJST VOOR DE ONDERWAGEN ..............................<br />
GARANTIE<br />
124
DECLARATION OF CONFORMITY<br />
for European Community (CE marked) products.<br />
MILLER <strong>Electric</strong> Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the<br />
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of<br />
the stated Council Directive(s) and Standard(s).<br />
Product/Apparatus Identification:<br />
Council Directives:<br />
Product Stock Number<br />
Dynasty 350 907204021<br />
Maxstar 350 907334021<br />
Dynasty 700 907101021<br />
Maxstar 700 907103021<br />
• 2006/95/EC Low Voltage<br />
• 2004/108/EC Electromagnetic Compatibility<br />
Standards:<br />
• IEC 609741: 2005 Arc Welding Equipment – Welding Power Sources<br />
• IEC 609743: 2007 Arc Welding Equipment – Arc Striking and Stabilizing Devices<br />
• IEC 6097410: 2007 Arc Welding Equipment – Electromagnetic Compatibility Requirements<br />
• EN 50445 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc welding<br />
and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields (0 Hz<br />
– 300Hz) BS EN 50445:2008.<br />
US Signatory:<br />
November 30, 2010<br />
_____________________________________ ____________________________________<br />
David A. Werba Date of Declaration<br />
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE<br />
241512E
7<br />
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR<br />
GEBRUIK<br />
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.<br />
1-1. De betekenis van de symbolen<br />
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet<br />
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of<br />
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond<br />
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden<br />
omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk<br />
letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met<br />
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.<br />
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd<br />
aan persoonlijk letsel.<br />
1-2. De risico’s van het booglassen<br />
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt<br />
om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s<br />
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig<br />
en volg de bijbehorende instructies op om problemen<br />
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts<br />
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie<br />
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.<br />
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,<br />
bedienen, onderhouden en repareren.<br />
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens<br />
het gebruik van dit apparaat.<br />
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk<br />
zijn<br />
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen<br />
kan fatale schokken en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan<br />
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het<br />
voedingsgedeelte en de interne circuits van de<br />
machine staan eveneens onder stroom als het<br />
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch<br />
draadlassen staat het draad, de spoel, de<br />
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt<br />
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met<br />
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde<br />
of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren<br />
opleveren.<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan<br />
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming<br />
zonder gaten<br />
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes<br />
of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met<br />
de grond of het werkstuk te voorkomen<br />
Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving,<br />
als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar<br />
bestaat dat u kunt vallen<br />
Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het lasproces<br />
dit vereist.<br />
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening<br />
als die op het apparaat aanwezig is.<br />
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende<br />
elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op<br />
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies<br />
zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte<br />
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het<br />
Aanduiding voor speciale instructies.<br />
dut_som_2010−03<br />
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/<br />
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-<br />
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende<br />
instructies om deze risico’s te vermijden.<br />
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de<br />
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende<br />
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch<br />
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een<br />
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wisselstroom<br />
lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In<br />
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat<br />
met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!<br />
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening<br />
als die op het apparaat aanwezig is.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie<br />
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR<br />
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)<br />
Installeer en aard deze installatie volgens de <strong>Handleiding</strong> voor gebruikers<br />
en nationale of locale codes.<br />
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van<br />
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten<br />
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de<br />
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.<br />
Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aardingsgeleider<br />
en controleer de aansluitingen grondig.<br />
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen<br />
heet metaal en vonken.<br />
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende<br />
bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze<br />
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.<br />
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.<br />
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden<br />
kabels.<br />
Draag de kabels niet op uw lichaam.<br />
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte<br />
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.<br />
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,<br />
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.<br />
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang<br />
beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het<br />
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.<br />
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt<br />
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.<br />
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact<br />
op het werkstuk of werktafel.<br />
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het<br />
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen<br />
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele<br />
lasbron.<br />
OM-216 869 Pagina 1
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning<br />
nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING<br />
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen.<br />
Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker<br />
los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de<br />
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel<br />
aanraakt.<br />
OM-216 869 Pagina 2<br />
Door HETE ONDERDELEN kunnen<br />
brandwonden ontstaan.<br />
Hete onderdelen niet met blote handen aanraken<br />
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.<br />
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te<br />
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en<br />
−kleding om brandwonden te voorkomen.<br />
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk<br />
zijn.<br />
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het<br />
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw<br />
gezondheid.<br />
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.<br />
Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook<br />
en gassen afgezogen worden.<br />
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker.<br />
Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies<br />
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,<br />
schoonmaakmiddelen en ontvetters.<br />
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd<br />
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat<br />
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen<br />
lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat<br />
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.<br />
Zorg voor veilige ademlucht.<br />
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of<br />
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren<br />
met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en<br />
irriterende gassen vormen<br />
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of<br />
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van<br />
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd<br />
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen<br />
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen<br />
produceren als ze gelast worden.<br />
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen<br />
ogen en huid verbranden<br />
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare<br />
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die<br />
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het<br />
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.<br />
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm<br />
voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en<br />
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI<br />
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).<br />
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder<br />
uw helm<br />
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen<br />
flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw<br />
anderen om niet in de boog te kijken.<br />
Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwerend<br />
materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel<br />
LASSEN kan brand of explosies veroorzaken<br />
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,<br />
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden<br />
Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De<br />
rondvliegende vonken, de temperatuur van het<br />
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden<br />
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen<br />
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken.<br />
Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.<br />
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van<br />
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende<br />
materialen.<br />
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal<br />
kunnen raken.<br />
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet<br />
metaal.<br />
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk<br />
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes<br />
kunnen vliegen.<br />
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt<br />
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden<br />
of tussenschotten brand kan ontstaan aan de<br />
tegenovergestelde zijde<br />
Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij<br />
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheidsvoorschriften)<br />
Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,<br />
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.<br />
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte<br />
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden<br />
kunnen worden<br />
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.<br />
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan<br />
de contactbuis als niet gelast wordt.<br />
Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen<br />
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.<br />
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of<br />
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.<br />
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker<br />
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.<br />
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen<br />
zwaardere nemen of deze doorverbinden.<br />
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor<br />
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig<br />
is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.<br />
RONDVLIEGEND METAAL of STOF<br />
kan de ogen verwonden.<br />
Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels<br />
en slijpen kunnen vonken en rodvliegende<br />
metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen<br />
afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen.<br />
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs<br />
onder uw lashelm.<br />
GASVORMING kan schadelijk voor<br />
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn<br />
Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas<br />
gebruikt.<br />
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik<br />
goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN<br />
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde<br />
medische apparatuur.<br />
Mensen die een pacemaker of een ander<br />
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />
moeten uit de buurt blijven.<br />
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,<br />
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen<br />
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden<br />
met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />
of inductieverwarmen.<br />
LAWAAI kan het gehoor aantasten<br />
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur<br />
kan uw gehoor aantasten<br />
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als<br />
het geluidsniveau te hoog is<br />
GASFLESSEN kunnen exploderen<br />
als ze beschadigd worden<br />
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas<br />
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,<br />
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal<br />
gesproken een onderdeel uitmaken van het<br />
van het lasproces moet u er voorzichtig mee<br />
omgaan.<br />
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische<br />
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.<br />
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet<br />
kunnen vallen of omkantelen.<br />
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen<br />
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.<br />
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.<br />
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg<br />
zijn.<br />
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en<br />
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing;<br />
onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.<br />
Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het reduceerventiel.<br />
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten<br />
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.<br />
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,<br />
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften<br />
staat.<br />
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud<br />
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR<br />
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven<br />
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.<br />
Het apparaat niet in de buurt van brandbare<br />
stoffen installeren.<br />
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het<br />
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat<br />
aan kan.<br />
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden<br />
tot OVERVERHITTING.<br />
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan<br />
de nominale inschakelduur.<br />
Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur<br />
voordat u opnieuw begint met lassen.<br />
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.<br />
VALLENDE APPARATUUR kan letsel<br />
veroorzaken.<br />
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op<br />
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere<br />
accessoires.<br />
Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit<br />
om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.<br />
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er<br />
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder<br />
het apparaat uitsteken.<br />
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet<br />
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.<br />
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur<br />
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for<br />
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).<br />
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN<br />
kunnen letsel veroorzaken.<br />
Draag gezichtsbescherming om de ogen en<br />
het gezicht te beschermen.<br />
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is<br />
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij<br />
de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.<br />
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de<br />
buurt houden.<br />
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten<br />
beschadigen<br />
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u<br />
printplaten of onderdelen aanraakt.<br />
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen<br />
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren<br />
van PC-printplaten.<br />
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />
letsel veroorzaken.<br />
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen<br />
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen.<br />
OM-216 869 Pagina 3
OM-216 869 Pagina 4<br />
LASDRAAD kan letsel veroorzaken<br />
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing<br />
krijgt om dat te doen.<br />
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere<br />
mensen of op enig materiaal als de draad<br />
wordt ingevoerd.<br />
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen<br />
letsel veroorzaken<br />
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals<br />
ventilatoren.<br />
Laat deuren, panelen, deksels en<br />
beschermplaten alleen verwijderen door<br />
bevoegd personeel indien nodig voor<br />
onderhoud en storingzoeken.<br />
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen<br />
door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud<br />
en storingzoeken.<br />
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer<br />
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding<br />
weer aan.<br />
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN<br />
kunnen letsel veroorzaken.<br />
Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht<br />
te beschermen.<br />
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is<br />
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.<br />
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.<br />
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de<br />
buurt houden.<br />
LEES DE INSTRUCTIES.<br />
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en<br />
alle waarschuwingslabels, voordat u de<br />
machine installeert, gebruikt of er onderhoud<br />
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.<br />
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin<br />
van de handleiding en in elk hoofdstuk.<br />
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant.<br />
Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de <strong>Handleiding</strong>en,<br />
de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende<br />
regelgeving.<br />
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen<br />
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën<br />
bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is<br />
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker<br />
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5<br />
en volgend.)<br />
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten<br />
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat<br />
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of<br />
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw handen<br />
na aanraking.<br />
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het<br />
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen<br />
of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was<br />
na gebruik uw handen.<br />
H.F. STRALING kan storingen veroorzaken<br />
Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken<br />
bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,<br />
computers en communicatie-apparatuur.<br />
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische<br />
apparatuur deze installatie uitvoeren.<br />
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door<br />
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de<br />
installatie<br />
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan<br />
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.<br />
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.<br />
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,<br />
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding<br />
en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een<br />
minimum te beperken.<br />
BOOGLASSEN kan interferentie<br />
veroorzaken.<br />
Elektromagnetische energie kan interferentie<br />
veroorzaken bij gevoelige elektronische<br />
apparatuur zoals computers en<br />
computergestuurde apparatuur zoals robots.<br />
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch<br />
compatibel is.<br />
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo<br />
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de<br />
vloer.<br />
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van<br />
gevoelige elektronische apparatuur.<br />
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze<br />
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.<br />
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker<br />
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het<br />
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van<br />
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.<br />
Benzinemotoren:<br />
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan<br />
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen<br />
of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.<br />
Dieselmotoren:<br />
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestanddelen<br />
ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,<br />
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen<br />
veroorzaken.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften<br />
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,<br />
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />
www.global.ihs.com).<br />
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding<br />
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global<br />
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:<br />
www.global.ihs.com).<br />
National <strong>Electric</strong>al Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection<br />
Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:<br />
www.nfpa.org and www. sparky.org).<br />
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,<br />
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,<br />
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).<br />
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard<br />
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060<br />
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:<br />
800-463-6727, website: www.csa-international.org).<br />
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection,<br />
ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,<br />
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website:<br />
www.ansi.org).<br />
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot<br />
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,<br />
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.<br />
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry,<br />
Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,<br />
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent<br />
of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954<br />
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—<br />
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:<br />
www.osha.gov).<br />
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West<br />
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:<br />
www.cpsc.gov).<br />
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National<br />
Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600<br />
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:<br />
www.cdc.gov/NIOSH).<br />
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)<br />
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk<br />
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een<br />
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.<br />
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij<br />
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die<br />
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen<br />
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een<br />
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de<br />
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan<br />
elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te<br />
beperken:<br />
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te<br />
plakken of gebruik kabelbescherming.<br />
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan<br />
één kant en weg van de gebruiker.<br />
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.<br />
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de<br />
apparatuur in de lasstroomkring.<br />
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de<br />
las.<br />
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten<br />
en er niet op leunen.<br />
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het<br />
draadaanvoersysteem draagt.<br />
Over geïmplanteerde medische apparatuur:<br />
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun<br />
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt<br />
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden<br />
of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts<br />
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.<br />
OM-216 869 Pagina 5
OM-216 869 Pagina 6
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES (CE−modellen)<br />
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels<br />
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />
(zie de symbolen).<br />
1 Een elektrische schok van een<br />
laselektrode of de bedrading kan<br />
dodelijk zijn.<br />
1.1 Draag droge, geïsoleerde<br />
handschoenen. De elektrode niet met<br />
de blote hand aanraken. Geen natte of<br />
kapotte handschoenen dragen.<br />
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische<br />
schokken door uzelf te isoleren van<br />
het werk en de aarde.<br />
1.3 Haal de stekker van de machine uit<br />
het stopcontact of uit de machine,<br />
voordat u aan de machine gaat<br />
werken.<br />
2 Het inademen van lasdampen kan<br />
1 1.1 1.2 1.3<br />
2 2.1 2.2 2.3<br />
3 3.1 3.2 3.3<br />
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.<br />
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.<br />
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een<br />
afvoersysteem om de dampen van de<br />
werkplek af te voeren.<br />
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen<br />
af te voeren.<br />
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of<br />
brand veroorzaken.<br />
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt<br />
van het laswerk. Niet lassen vlakbij<br />
brandbare stoffen.<br />
3.2 Lasvonken kunnen brand<br />
veroorzaken. Zorg dat er een<br />
brandblusapparaat in de buurt is en<br />
4 4.1<br />
5<br />
6<br />
zorg dat er een toezichthouder is die<br />
klaarstaat om dit gebruiken.<br />
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.<br />
lassen.<br />
4 De stralen uit de boog kunnen ogen<br />
en huid verbranden.<br />
4.1 Draag een hoofddeksel en een<br />
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en<br />
knoop de kraag van uw overhemd<br />
dicht. Gebruik een lashelm met de<br />
juiste filtersterkte. Draag bescherming<br />
voor uw hele lichaam.<br />
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de<br />
aanwijzingen, voordat u aan de<br />
machine gaat werken of gaat lassen.<br />
6 Verwijder het label niet; verf het ook<br />
niet over en dek het niet af.<br />
179 310A<br />
2 1 3<br />
4<br />
1 Waarschuwing! Pas op! Kans<br />
op gevaar (zie de symbolen).<br />
2 Een elektrische schok van de<br />
bedrading kan dodelijk zijn.<br />
3 Lees de handleiding voordat u<br />
aan de machine gaat werken.<br />
5<br />
4 Haal de stekker van de<br />
machine uit het stopcontact<br />
of uit de machine, voordat u<br />
aan de machine gaat werken.<br />
5 Begin uw opleiding door de<br />
handleiding door te lezen<br />
vooraleer het werk aan te<br />
vatten of voor het lassen.<br />
OM−216 869 Pagina 7
OM−216 869 Pagina 8<br />
1 2 3 4 5<br />
6 7 8 9<br />
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />
(zie de symbolen).<br />
1 Een elektrische schok van de<br />
bedrading kan dodelijk zijn.<br />
2 Haal de stekker van de machine uit<br />
het stopcontact of uit de machine,<br />
voordat u aan de machine gaat<br />
werken.<br />
3 Op de ingangscondensator blijft<br />
gevaarlijk onder spanning staan, ook<br />
als de machine is uitgeschakeld.<br />
Raak volledig opgeladen<br />
condensatoren nooit aan.<br />
4 Wacht altijd 5 minuten na het<br />
uitschakelen van de stroom voordat u<br />
aan het systeem gaat werken, OF<br />
5 controleer de spanning van de<br />
ingangscondensator en zorg dat u er<br />
zeker van bent dat deze bijna 0 is,<br />
voordat u enig onderdeel aanraakt.<br />
6 Als er stroom komt te staan op defecte<br />
onderdelen, kunnen deze exploderen<br />
of andere onderdelen laten<br />
exploderen.<br />
7 Rondvliegende stukken van<br />
onderdelen kunnen letsel<br />
veroorzaken. Draag altijd<br />
een gezichtsscherm als u onderhoud<br />
pleegt aan een apparaat.<br />
8 Draag altijd lange mouwen en knoop<br />
uw kraag dicht, als u onderhoud<br />
pleegt aan een apparaat.<br />
9 Nadat u de nodige<br />
voorzorgsmaatregelen hebt<br />
genomen, kunt u de eenheid<br />
aansluiten op de stroomvoorziening.<br />
1 2 3 4 5<br />
6 7 8 9<br />
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />
(zie de symbolen).<br />
2 Een elektrische schok van de bedrading<br />
kan dodelijk zijn.<br />
3 Haal de stekker van de machine uit het<br />
stopcontact of uit de machine, voordat u<br />
aan de machine gaat werken.<br />
4 Bewegende onderdelen, zoals<br />
ventilatoren, kunnen verwondingen<br />
veroorzaken aan vingers en handen. Uit<br />
de buurt blijven van bewegende delen.<br />
5 Draag een veiligheidsbril met<br />
6<br />
zijbescherming.<br />
Lees de handleiding voordat u aan<br />
de machine gaat werken.<br />
S-180 663<br />
7 Lees ten behoeve van de veiligheid bij het<br />
lassen de labels op de stroombron voor de<br />
lasstroom, de draadaanvoer en andere<br />
belangrijke apparatuur.<br />
8 Recycle koelvloeistof of voer ze op<br />
milieuveilige wijze af.<br />
9 Verwijder het label niet; verf het ook niet<br />
over en dek het niet af.
4<br />
5<br />
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar<br />
(zie de symbolen).<br />
2 Haal de stekker van de machine uit het<br />
stopcontact of uit de machine, voordat u<br />
aan de machine gaat werken.<br />
3 Draag een veiligheidsbril met<br />
zijbescherming.<br />
4 Een verstopte filter of verstopte slangen<br />
=<br />
1 2<br />
3<br />
kunnen oververhitting en schade<br />
veroorzaken.<br />
5 Lees de handleiding voor de eigenaar.<br />
6 Controleer en reinig de filter om de<br />
100 uur; kijk ook de staat van de<br />
slangen na.<br />
7 Gebruik voor het lassen met hoge<br />
frequentie of gas/wolfraam-booglassen<br />
100 h. std.<br />
043 810 (HF)<br />
043 809 (AL)<br />
2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)<br />
S-178 910<br />
de laaggeleidende koelvloeistof nr.<br />
043 810. Gebruik de aluminiumbeschermende<br />
koelvloeistof nr. 043 809<br />
wanneer de koelvloeistof in contact<br />
komt met aluminium onderdelen of voor<br />
gas/metaal-booglassen en bij<br />
toepassingen waar niet met hoge<br />
frequentie wordt gelast.<br />
Voer dit product niet af met het normale<br />
afval.<br />
Bezorg elektrisch en elektronisch<br />
(WEEE) afval, bij een recycle depot.<br />
Neem contact op met een recyclebedrijf<br />
of distributeur voor meer informatie<br />
6<br />
7<br />
OM−216 869 Pagina 9
2-3. Symbolen en definities<br />
A Ampère Uitgangsspanning TIG−lassen<br />
V Volt Ingangsspanning<br />
OM−216 869 Pagina 10<br />
Uitgangsspanning<br />
Beschermende<br />
aarde (massa)<br />
Aanvullende<br />
beschermer<br />
Beklede elektrode−<br />
lassen<br />
3-fasen statische frequentie-<br />
omzetter-transformator-gelijkrichter<br />
Van op afstand Hefboog (TIG)<br />
Nagastijd Voorgastijd S Seconden<br />
Aan Uit Positief Negatief<br />
Wisselstroom Gasinvoer Gasuitvoer I 2<br />
X Inschakelduur Gelijkstroom Lijnverbinding U 2<br />
Primaire spanning U1 IP Beschermings-<br />
Maximale nominale<br />
graad I voedingsstroom<br />
1max I1eff U 0<br />
Nominale<br />
openspanning<br />
(gemiddeld)<br />
Afstandsbediening<br />
standaard<br />
Hz Hertz<br />
Stroomvorm Startstroomsterkte<br />
Afstandsbediend<br />
2T met houdfunctie<br />
Terughalen<br />
uit geheugen<br />
Uitkratertijd Eindstroom<br />
ACgolfvormregeling<br />
Nominale<br />
lasstroom<br />
Conventionele<br />
belastingsspanning<br />
Maximale<br />
effectieve<br />
voedingsstroom<br />
Toename/afname<br />
kwantiteit<br />
Gas/DIG-regeling Percent<br />
Boogsterkte (DIG) HF−start<br />
Pulspercentage<br />
in tijd<br />
Up−slope tijd<br />
Pulseren EP-spanning Pulsfrequentie<br />
Werkstuk Elektrode EN-spanning<br />
Lasbron kan<br />
gebruikt worden<br />
in omgeving met<br />
verhoogd risico<br />
Volgorde<br />
Proces<br />
Achtergrondspanning<br />
f AC-frequentie
HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE<br />
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)<br />
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)<br />
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek<br />
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.<br />
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang<br />
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die<br />
hiertoe is opgeleid.<br />
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel<br />
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de<br />
lasstroomkring voor meer informatie over EMV−blootstelling.<br />
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.<br />
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV−blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.<br />
De beoordeling van de blootstelling aan de laskabel in een beroepsmatige omgeving werd uitgevoerd precies midden in de straal van een<br />
gebogen laskabel onder de slechtst mogelijke omstandigheden.<br />
De volgende speciale voorwaarden zijn van toepassing voor de bediening van deze apparatuur:<br />
AC− of pulserende DC lasprocessen met lasstromen boven 350 A dienen te geschieden door gemechaniseerde lasinstallaties.<br />
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 350)<br />
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 4,141,791 op het punt waar<br />
de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />
apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />
op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 4,141,791.<br />
ce-emc 1 2010-10<br />
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Maxstar 350)<br />
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 1,340,274 op het punt waar<br />
de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />
apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />
op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 1,340,274.<br />
ce-emc 1 2010-10<br />
D. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Dynasty 700)<br />
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 9,394,172 op het punt waar<br />
de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />
apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />
op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 9,394,172.<br />
ce-emc 1 2010-10<br />
E. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) (Maxstar 700)<br />
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig<br />
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen<br />
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.<br />
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 3,259,047 op het punt waar<br />
de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de<br />
apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten<br />
op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 3,259.047.<br />
ce-emc 1 2010-10<br />
OM−216 869 Pagina 11
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens<br />
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het<br />
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van<br />
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.<br />
3-3. Technische gegevens<br />
A. Dynasty 350<br />
Ingangsvermogen<br />
Nominale<br />
uitgangsspanning<br />
OM−216 869 Pagina 12<br />
IP<br />
graad<br />
Bereik<br />
lasstroom<br />
Max.<br />
open lasspanning<br />
(Uo)<br />
Gemiddelde<br />
start<br />
piekspanning<br />
(Up)<br />
Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />
50/60 Hz<br />
208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />
Driefasen<br />
250 A bij 30 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
300 A bij 32 Volt,<br />
23 5−350<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
29 26 16 15 13 10 10.3<br />
60% inschakelduur 36 32 19 18 16 13 12.7<br />
15 KV**<br />
Monofase<br />
180 A bij 27.2 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
225 A bij 29 Volt,<br />
23 5−350<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
35 32 −− −− 15 12 7.4<br />
60% inschakelduur 47 43 −− −− 21 16 9.8<br />
*In stationaire toestand<br />
**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />
♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />
omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />
het gehele bereik.<br />
B. Maxstar 350<br />
Ingangsvermogen<br />
Nominale<br />
uitgangsspanning<br />
IP<br />
graad<br />
Bereik<br />
lasstroom<br />
Max.<br />
open lasspanning<br />
(Uo)<br />
Gemiddelde<br />
start<br />
piekspanning<br />
(Up)<br />
Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />
50/60 Hz<br />
9.9<br />
*(.06)<br />
12.1<br />
*(.06)<br />
6.8<br />
*(.06)<br />
9.1<br />
*(.06)<br />
208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />
Driefasen<br />
250 A bij 30 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
300 A bij 32 Volt,<br />
23 5−350<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
27 24 15 14 12 9 9.7<br />
60% inschakelduur 33 30 18 17 15 12 12<br />
15 KV**<br />
Monofase<br />
180 A bij 27.2 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
225 A bij 29 Volt,<br />
23 5−350<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
32 29 −− −− 14 11 6.4<br />
60% inschakelduur 43 39 −− −− 19 14 8.6<br />
*In stationaire toestand<br />
**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />
♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />
omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />
het gehele bereik.<br />
9.3<br />
*(.06)<br />
11.5<br />
*(.06)<br />
6<br />
*(.06)<br />
8.2<br />
*(.06)
C. Dynasty 700<br />
Ingangsvermogen<br />
Driefasen<br />
Monofase<br />
Nominale<br />
uitgangsspanning<br />
IP<br />
graad<br />
Bereik<br />
lasstroom<br />
Max.<br />
open lasspanning<br />
(Uo)<br />
Gemiddelde<br />
start<br />
piekspanning<br />
(Up)<br />
Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />
50/60 Hz<br />
208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />
500 A bij 40 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
600 A bij 44 Volt,<br />
23 5−700<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
75 68 41 39 34 27 27<br />
60% inschakelduur 98 88 53 51 43 33 35<br />
360 A bij 34 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
450 A bij 38 Volt<br />
DC,<br />
60% inschakelduur<br />
23 5−700<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
15 KV**<br />
82 74 −− −− 37 30 17<br />
119 105 −− −− 50 38 24<br />
*In stationaire toestand<br />
**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />
♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />
omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />
het gehele bereik.<br />
D. Maxstar 700<br />
Ingangsvermogen<br />
Driefasen<br />
Monofase<br />
Nominale<br />
uitgangsspanning<br />
IP<br />
graad<br />
Bereik<br />
lasstroom<br />
Max.<br />
open lasspanning<br />
(Uo)<br />
Gemiddelde<br />
start<br />
piekspanning<br />
(Up)<br />
Stroomverbruik bij een nominale uitgangsbelasting<br />
50/60 Hz<br />
26<br />
*(.08)<br />
34<br />
*(.08)<br />
16<br />
*(.08)<br />
22<br />
*(.08)<br />
208 V 230 V 380 V 400 V 460 V 575 V KVA KW<br />
500 A bij 40 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
600 A bij 44 Volt,<br />
23 5−700<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
67 60 36 35 30 24 24<br />
60% inschakelduur 89 80 49 46 40 31 32<br />
360 A bij 34 Volt,<br />
100% inschakelduur<br />
450 A bij 38 Volt<br />
DC,<br />
60% inschakelduur<br />
23 5−700<br />
75∇<br />
10−15♦<br />
15 KV**<br />
77 70 −− −− 35 28 16<br />
108 95 −− −− 45 35 22<br />
*In stationaire toestand<br />
**Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.<br />
♦Lage openspanning in TIG Lift-Arc (TIG hefbooglassen) of tijdens beklede elektrodelassen met lage openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
∇Normale openspanning (75 volt) aanwezig tijdens beklede elektrodelassen met normale openspanning als keuzestand<br />
(zie hoofdstuk 5-7).<br />
Dit systeem is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line is een intern stroomomzettercircuit voor de stroombron dat automatisch de stroombron<br />
omzet naar elke primaire ingaande spanning van 190 tot 625 volt, monofase of driefasen, 50 of 60 Hz. Het stelt ook spanningspieken bij binnen<br />
het gehele bereik.<br />
23<br />
*(.08)<br />
31<br />
*(.08)<br />
15<br />
*(.08)<br />
21<br />
*(.08)<br />
OM−216 869 Pagina 13
3-4. Inschakelduur en oververhitting<br />
Uitgangsstroom<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
700 3 Phase<br />
700 1 Phase<br />
350 3 Phase<br />
350 1 Phase<br />
0<br />
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
Oververhitting<br />
OM−216 869 Pagina 14<br />
Inschakelduur<br />
0<br />
Minuten<br />
15<br />
De inschakelduur is het percentage<br />
van 10 minuten dat het systeem<br />
kan lassen met de nominale<br />
belasting zonder te oververhitten.<br />
Als het apparaat oververhit raakt, is<br />
er geen uitgangsspanning meer,<br />
verschijnt er een Help-melding (zie<br />
hoofdstuk 6-4) en gaat de<br />
koelventilator draaien. Wacht<br />
vijftien minuten om het apparaat te<br />
laten afkoelen. Verlaag de<br />
stroomsterkte, de spanning of de<br />
inschakelduur voor u gaat lassen.<br />
OPGELET − Door overschrijding<br />
van de inschakelduur kan het apparaat<br />
beschadigen en daarmee komt<br />
de garantie te vervallen.<br />
A of V<br />
OF<br />
Verlaag de inschakelduur<br />
sduty1 5/95 / 213 343-B
Aantekeningen<br />
OM−216 869 Pagina 15
3-5. Stroom-spanning grafieklijnen<br />
DC Volt<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
TIG minimaal<br />
OM−216 869 Pagina 16<br />
TIG Min<br />
Dynasty 350 DC<br />
TIG maximaal<br />
Beklede elektrode<br />
maximaal DIG minimaal<br />
Beklede Elektrode<br />
minimaal DIG maximaal<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
AC Volt<br />
Maxstar 350 DC<br />
0<br />
0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Dynasty 350 AC<br />
0<br />
0<br />
0 50 100 150 200 250 300 350 400 0 50 100 150 200 250 300 350 400<br />
DC Amperes<br />
AC Amperes<br />
Beklede elektrode minimaal<br />
DIG minimaal<br />
TIG minimaal<br />
TIG minimaal<br />
Beklede Elektrode<br />
minimaal<br />
TIG maximaal<br />
Beklede elektrode maximaal<br />
DIG maximaal<br />
TIG maximaal<br />
Beklede Elektrode<br />
maximaal<br />
215 138-A / 215 139-A<br />
224 527-A
DC Volts<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
Dynasty 700 DC<br />
40<br />
30<br />
20<br />
Beklede elektrode minimaal<br />
DIG maximaal<br />
Beklede elektrode maximaal<br />
DIG maximaal<br />
TIG minimaal<br />
10<br />
0<br />
0<br />
TIG maximaal<br />
100 200 300 400 500 600 700 800 900<br />
DC Amperes<br />
DC Volts<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
AC Volts<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Maxstar 700 DC<br />
Beklede elektrode minimaal<br />
DIG maximaal<br />
TIG minimaal<br />
TIG minimaal<br />
Beklede elektrode<br />
minimaal<br />
Dynasty 700 AC<br />
0<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800<br />
AC Amperes<br />
TIG maximaal<br />
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900<br />
DC Amperes<br />
De stroom−spanning grafieklijnen<br />
geven de minimaal en de maximaal<br />
mogelijke uitgangsspanning<br />
en -stroom aan van de voedingsbron<br />
voor het lasapparaat. De grafieklijnen<br />
van de andere instellingen<br />
vallen tussen de aangegeven<br />
krommen.<br />
TIG maximaal<br />
Beklede elektrode maximaal<br />
DIG maximaal<br />
Beklede elektrode<br />
maximaal<br />
213 342-A / 213 344-A<br />
215 126-A<br />
OM−216 869 Pagina 17
3-6. Keuze van de locatie<br />
Verplaatsing<br />
Locatie en luchtstroom<br />
1<br />
460 mm (18 inch)<br />
OM−216 869 Pagina 18<br />
1<br />
OF<br />
3<br />
460 mm<br />
(18 inch)<br />
3-7. Waarschuwingen voor omvallen<br />
2<br />
! Een vallend apparaat kan letsel veroorzaken.<br />
Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit<br />
om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.<br />
1 Hefoog<br />
2 Hefvorken<br />
Gebruik hefvorken of het liftoog om het<br />
apparaat te verplaatsen.<br />
Gebruik het alleen het hijsoog om het<br />
apparaat op te tillen, en NIET de laskar,<br />
gasflessen of andere accessoires.<br />
Indien hefvorken gebruikt worden, gebruik<br />
hefvorken om het apparaat te verplaatsen.<br />
3 Ljnscheidingsmechanisme<br />
Plaats het apparaat in de buurt van een<br />
stroombron die de juiste voeding biedt.<br />
! Mogelijk is een speciale installatie nodig,<br />
wanneer er benzine of vluchtige<br />
vloeistoffen aanwezig zijn − zie NEC<br />
artikel 511 of CEC hoofdstuk 20.<br />
Ref. 117 264-C / 803 900-B / 223 259-A / 223 275-A<br />
! Verplaats het apparaat niet naar<br />
en gebruik het niet op plaatsen<br />
waar het kan omvallen.
3-8. Afmetingen, gewichten en plaatsen voor de bevestiging van de gaten voor het<br />
onderstel<br />
De totaalafmetingen (A, B en C) zijn inclusief het hefoog, de handvatten, het bevestigingsmateriaal, enz.<br />
A. Lasstroombron<br />
A<br />
B<br />
803 914-A<br />
C<br />
G<br />
B. Lasstroombron met wagen en koeler<br />
A<br />
B<br />
804 642-B<br />
C<br />
F<br />
D<br />
E<br />
C<br />
A<br />
A<br />
Afmetingen<br />
24-3/4 inch (654 mm)<br />
− 350A modellen<br />
B 13-3/4 inch (349 mm)<br />
C 22 inch (559 mm)<br />
D 20-1/2 inch (521 mm)<br />
E 1 inch (25 mm)<br />
F 11-3/4 inch (298 mm)<br />
34-5/8 inch (879 mm)<br />
− 700A modellen<br />
G Diameter 1/2 inch (13 mm) 4 gaten<br />
Gewicht Gewicht<br />
135,5 kg (61,5 lb) 198 kg (89,8 lb)<br />
Afmetingen<br />
350 modellen<br />
45-1/8 inch (1146 mm)<br />
B 23-1/8 inch (587 mm)<br />
C 41-3/4 inch (1060 mm)<br />
Gewicht<br />
voor 350 modellen<br />
700 modellen<br />
55-1/8 inch (1400 mm)<br />
Gewicht<br />
voor 700 modellen<br />
268.5 lbs (121,8 kg) 331 lbs (150 kg)<br />
OM−216 869 Pagina 19
3-9. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud<br />
A. Dynasty 350 modellen<br />
De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />
en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />
kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />
OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van<br />
de nominale ingaande spanning.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
OM−216 869 Pagina 20<br />
Driefasen<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 300 A bij 32 volt (A) 36 32 19 18 16 13<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 40 35 20 20 20 15<br />
Normaal 3 50 45 30 25 25 20<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 6 6 4 2.5 2.5 2.5<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 27 33 54 39 51 80<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 4 2.5 2.5 2.5<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Monofase<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 225 A bij 29 volt (A) 47 43 21 16<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 50 50 25 20<br />
Normaal 3 70 60 30 25<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 10 10 4 2.5<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 27 33 52 53<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 10 6 4 2.5<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
B. Maxstar 350 modellen<br />
De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />
en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />
kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />
OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10%<br />
van de nominale ingaande spanning.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Driefasen<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 300 A bij 32 volt (A) 33 30 18 17 15 12<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 40 35 20 20 15 15<br />
Normaal 3 50 45 25 25 20 20<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 6 6 2.5 2.5 2.5 2.5<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 28 35 37 41 54 84<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 2.5 2.5 2.5 2.5<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Monofase<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 225 A bij 29 volt (A) 43 39 19 14<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 50 45 20 15<br />
Normaal 3 60 60 30 20<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 10 6 2.5 2.5<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 30 24 38 59<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 6 6 2.5 2.5<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
OM−216 869 Pagina 21
C. Dynasty 700 modellen<br />
De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />
en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />
kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />
OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10%<br />
van de nominale ingaande spanning.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
OM−216 869 Pagina 22<br />
Driefasen<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 600 A bij 44 volt (A) 98 88 53 51 44 33<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 110 100 60 60 50 40<br />
Normaal 3 150 125 80 80 70 50<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 25 10 10 10 6<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 36 44 49 54 72 73<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 10 10 6<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Monofase<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 450 A bij 38 volt (A) 119 105 50 38<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 125 125 60 50<br />
Normaal 3 175 150 80 60<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 27.3 25 10 10<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 33 33 54 85<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 6<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
D. Maxstar 700 modellen<br />
De werkelijke voedingsspanning (ingaande spanning) mag niet 10% lager zijn dan de minimum invoerspanning (5% bij 380 volt CE modellen)<br />
en/of 10% hoger dan de maximum voedingsspanning zoals aangegeven in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is,<br />
kan er mogelijk geen uitgaande spanning zijn.<br />
OPGELET − ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van<br />
de nominale ingaande spanning.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Driefasen<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 380 400 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 600 A bij 44 volt (A) 89 80 49 46 40 31<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 110 100 60 50 50 40<br />
Normaal 3 125 125 70 70 60 50<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 16 10 10 10 6<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 39 31 53 59 78 80<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 10 6 6<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn<br />
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.<br />
Monofase<br />
Ingaande spanning (V) 208 230 460 575<br />
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning - 450 A bij 38 volt (A) 108 95 45 35<br />
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères 1<br />
Traag 2 125 110 50 45<br />
Normaal 3 150 150 70 60<br />
Min. afmeting invoerconductor in mm 2, 4 25 25 10 6<br />
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 29 35 58 59<br />
Min. afmeting aardingsconductor in mm 2 , 4 16 16 10 6<br />
Referentie: Amerikaanse National <strong>Electric</strong>al Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)<br />
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme<br />
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.<br />
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.<br />
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).<br />
4 De geleidergegevens in deze hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur<br />
conform NEC-tabel 310,16. Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie NEC-tabel<br />
400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.<br />
OM−216 869 Pagina 23
3-10. Het aansluiten van de netvoeding bij het 350 model<br />
A. Driefasen ingangsvermogen aansluiten<br />
3<br />
OM−216 869 Pagina 24<br />
6<br />
4<br />
1<br />
3<br />
7<br />
= GND/PE aarding<br />
2<br />
L1<br />
L2<br />
L3<br />
5<br />
! De installatie moet voldoen aan alle<br />
nationale en lokale regels en voorschriften<br />
− alleen daartoe bevoegde<br />
personen mogen deze installatie<br />
uitvoeren.<br />
! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />
voordat u de ingaande<br />
geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />
! Sluit altijd eerst de groene of<br />
groengele stroomgeleider aan op<br />
een voedingsmassaklem en nooit<br />
op een lijnklem.<br />
Het automatische-lijncircuit in dit<br />
systeem past de voedingsbron<br />
automatisch aan aan de primaire<br />
spanning die wordt toegepast.<br />
Controleer de ingangsspanning die<br />
op de werkplek voorhanden is. Dit<br />
systeem kan aangesloten worden op<br />
elke bron tussen 208 en 575 V/AC<br />
zonder dat de kap hoeft te worden<br />
verwijderd om de voedingsbron<br />
opnieuw te koppelen.<br />
Voor driefasen:<br />
1 Voedingskabel.<br />
2 Ontkoppel het apparaat (de<br />
3<br />
schakelaar staat afgebeeld in de<br />
OFF-stand)<br />
Groene of groengele aardegeleider<br />
4 Ontkoppel de aardingsklem van het<br />
apparaat<br />
5 Ingaande geleiders (L1, L2 en L3)<br />
6 Ontkoppel de lijnklemmen van het<br />
apparaat<br />
Sluit eerst de groene of groengele<br />
aardstroomgeleider aan op de<br />
ontkoppelde<br />
apparaat.<br />
aardingsklem van het<br />
Sluit de ingaande geleiders L1, L2 en L3<br />
aan op de ontkoppelde lijnklemmen van<br />
het apparaat.<br />
7 Overbelastingsbeveiliging<br />
Bepaal het type en de maat van de<br />
overbelastingsbeveiliging aan de hand<br />
van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />
ontkoppelingsschakelaar).<br />
Sluit de toegangsdeur van het<br />
scheidingsmechanisme en sluit hem<br />
stevig af. Verwijder de blokkering en zet<br />
de schakelaar in de ON-stand.<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
Ref. 804 746-B
B. Monofase ingaande voeding aansluiten<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
8<br />
3<br />
6<br />
1<br />
7<br />
L1<br />
L2<br />
10<br />
9<br />
1<br />
= GND/PE aarding<br />
3<br />
6<br />
5<br />
1<br />
2<br />
4<br />
! De installatie moet voldoen aan alle<br />
nationale en lokale regels en voorschriften<br />
− alleen daartoe bevoegde<br />
personen mogen deze installatie<br />
uitvoeren.<br />
! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />
voordat u de ingaande<br />
geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />
! Sluit altijd eerst de groene of<br />
groengele stroomgeleider aan op<br />
een voedingsmassaklem en nooit<br />
op een lijnklem.<br />
Het automatische-lijncircuit in dit<br />
systeem past de voedingsbron<br />
automatisch aan aan de primaire<br />
spanning die wordt toegepast.<br />
1<br />
Controleer de ingangsspanning die<br />
op de werkplek voorhanden is. Dit<br />
systeem kan aangesloten worden op<br />
elke bron tussen 208 en 575 V/AC<br />
zonder dat de kap hoeft te worden<br />
verwijderd om de voedingsbron<br />
opnieuw te koppelen.<br />
Zwart-witte ingaande draad (L1 en L2)<br />
2 Rode ingaande draad<br />
3 Groene of groengele aardegeleider<br />
4 Isolatiemantel<br />
5 Isolatietape<br />
Isoleer de rode draad zoals afgebeeld.<br />
6 Voedingskabel.<br />
7 Ontkoppel het apparaat<br />
(de schakelaar staat afgebeeld<br />
in de OFF-stand)<br />
8 Ontkoppel de aardingsklem<br />
van het apparaat<br />
9 Ontkoppel de lijnklemmen<br />
van het apparaat<br />
Sluit eerst de groene of groengele aardstroomgeleider<br />
aan op de ontkoppelde<br />
aardingsklem van het apparaat.<br />
Sluit de ingaande draden L1 en L2 aan<br />
op de klemmen van schakelkast.<br />
10 Overbelastingsbeveiliging<br />
Bepaal het type en de maat van de<br />
overbelastingsbeveiliging aan de hand<br />
van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />
ontkoppelingsschakelaar).<br />
Sluit de toegangsdeur van het<br />
scheidingsmechanisme en sluit hem<br />
stevig af. Verwijder de blokkering en zet<br />
de schakelaar in de ON-stand.<br />
Ref. 804 746-B / 803 766-A<br />
OM−216 869 Pagina 25
3-11. Het aansluiten van de netvoeding bij het 700 model<br />
A. Aansluiten van de driefasen netvoeding voor Maxstar 700<br />
8<br />
4<br />
3<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
OM−216 869 Pagina 26<br />
1<br />
2<br />
4<br />
3<br />
6<br />
10<br />
7<br />
9<br />
6<br />
5<br />
= GND/PE aarding<br />
803 927-B<br />
! De installatie moet voldoen aan alle nationale<br />
en lokale regels en voorschriften − alleen daartoe<br />
bevoegde personen mogen deze installatie<br />
uitvoeren.<br />
! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />
voordat u de ingaande geleiders vanaf het systeem<br />
aansluit.<br />
! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />
naar de lasstroombron.<br />
! Sluit altijd eerst de groene of groengele conductor<br />
aan op een voedingsmassaklem en nooit op<br />
een lijnklem.<br />
Zie het label met de technische gegevens op het<br />
systeem en controleer de beschikbare invoerspanning<br />
op de werkplek (zie hoofdstuk 3-6).<br />
1 Ingaande stroomgeleiders (snoer geleverd door<br />
klant)<br />
Bepaal de afmeting en de lengte van de geleiders aan<br />
de hand van hoofdstuk 3-9. De geleiders moeten<br />
voldoen aan de nationale en lokale regels en<br />
voorschriften met betrekking tot elektriciteit. Gebruik<br />
indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />
stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />
Ingaande stroomaansluitingen van lasstroombron<br />
2 Spanningsontlasting<br />
De kabel door de spanningsontlasting leiden en de<br />
schroef aandraaien.<br />
3 Aardingsklem van de machine<br />
4 Groene of groengele aardegeleider<br />
Sluit eerst de groene of groengele aardegeleider aan op<br />
de aardingsklem van de lasstroombron.<br />
5 Lijnklemmen lasstroombron (schakelaar S1)<br />
6 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W) aan<br />
op de lijnklemmen voor de lasstroombron.<br />
7 Kabelbinder (alleen CE)<br />
Maak de draden vast met de meegeleverde<br />
kabelbinder.<br />
Breng de kap aan.<br />
Ontkoppel de aansluitpunten voor de ingaande<br />
stroom op het apparaat<br />
8 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar staat<br />
afgebeeld in de OFF-stand)<br />
9 Ontkoppel de aardingsklem (voeding) van het<br />
apparaat<br />
Sluit eerst de groene of groengele aardstroomgeleider<br />
aan op de ontkoppelde aardingsklem van het apparaat.<br />
10 Ontkoppel de lijnklemmen van het apparaat<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W) aan<br />
op de lijnklemmen van het ontkoppelingsapparaat.<br />
11 Overbelastingsbeveiliging<br />
Kies het type en het formaat van de overbelastingsbeveiliging<br />
aan de hand van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />
stroomonderbreker)<br />
Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidingsmechanisme<br />
en vergrendel hem. Verwijder de blokkering en zet<br />
de schakelaar in de ON-stand.
B. Aansluiten van de driefasen netvoeding voor Dynasty 700<br />
10<br />
4<br />
3<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
1<br />
4<br />
2<br />
5<br />
3<br />
6<br />
12<br />
9<br />
11<br />
8<br />
7<br />
6<br />
= GND/PE aarding<br />
805 470-B<br />
! De installatie moet voldoen aan alle nationale<br />
en lokale regels en voorschriften − alleen<br />
daartoe bevoegde personen mogen<br />
deze installatie uitvoeren.<br />
! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />
voordat u de ingaande geleiders<br />
vanaf het systeem aansluit.<br />
! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />
naar de lasstroombron.<br />
! Sluit altijd eerst de groene of groengele<br />
conductor aan op een voedingsmassaklem<br />
en nooit op een lijnklem.<br />
Zie het label met de technische gegevens op het<br />
systeem en controleer de beschikbare<br />
invoerspanning op de werkplek (zie hoofdstuk<br />
3-6).<br />
1 Ingaande stroomgeleiders (snoer geleverd<br />
door klant)<br />
Bepaal de afmeting en de lengte van de geleiders<br />
aan de hand van hoofdstuk 3-9. De geleiders<br />
moeten voldoen aan de nationale en lokale regels<br />
en voorschriften met betrekking tot elektriciteit.<br />
Gebruik indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />
stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />
Ingaande stroomaansluitingen van lasstroombron<br />
2 Spanningsontlasting<br />
De kabel door de spanningsontlasting leiden en de<br />
schroef aandraaien.<br />
3 Aardingsklem van de machine<br />
4 Groene of groengele aardegeleider<br />
Sluit eerst de groene of groengele aardegeleider<br />
aan op de aardingsklem van de lasstroombron.<br />
5 Ferrietkern F9 (alleen CE)<br />
Wikkel bij de Dynasty modellen de groen/gele<br />
aarddraad 4 maal door de meegeleverde<br />
ferrietkern F9, zoals in de afbeelding.<br />
6 Lijnklemmen lasstroombron (schakelaar S1)<br />
7 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />
aan op de lijnklemmen voor de lasstroombron.<br />
8 Kabelbinder (alleen CE)<br />
Maak de draden vast met de meegeleverde<br />
kabelbinder.<br />
Breng de kap aan.<br />
Ontkoppel de aansluitpunten voor de ingaande<br />
stroom op het apparaat<br />
9 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar staat<br />
afgebeeld in de OFF-stand)<br />
10 Ontkoppel de aardingsklem (voeding) van<br />
het apparaat<br />
Sluit eerst de groene of groengele<br />
aardstroomgeleider aan op de ontkoppelde<br />
aardingsklem van het apparaat.<br />
11 Ontkoppel de lijnklemmen van het apparaat<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en L3 (W)<br />
aan op de lijnklemmen van het<br />
ontkoppelingsapparaat.<br />
12 Overbelastingsbeveiliging<br />
Kies het type en het formaat van de overbelastingsbeveiliging<br />
aan de hand van hoofdstuk 3-9 (afgebeeld:<br />
gezekerde stroomonderbreker)<br />
Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidingsmechanisme<br />
en vergrendel hem. Verwijder de<br />
blokkering en zet de schakelaar in de ON-stand.<br />
OM−216 869 Pagina 27
C. Monofase ingaande voeding aansluiten<br />
8<br />
4<br />
OM−216 869 Pagina 28<br />
1<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
Ref. 803 927-B<br />
1<br />
2<br />
4<br />
10<br />
9<br />
6<br />
7<br />
3<br />
2<br />
6<br />
5<br />
= GND/PE aarding<br />
! De installatie moet voldoen aan alle<br />
nationale en lokale regels en voorschriften<br />
− alleen daartoe bevoegde<br />
personen mogen deze installatie<br />
uitvoeren.<br />
! Ontkoppel en blokkeer de stroomvoorziening<br />
voordat u de ingaande<br />
geleiders vanaf het systeem aansluit.<br />
! Maak eerst de ingaande stroomverbindingen<br />
naar de lasstroombron.<br />
! Sluit altijd eerst de groene of groengele<br />
conductor aan op een voedingsmassaklem<br />
en nooit op een<br />
lijnklem.<br />
Zie het label met de technische gegevens<br />
op het systeem en controleer de<br />
beschikbare invoerspanning op de<br />
werkplek (zie hoofdstuk 3-6).<br />
1 Ingaande stroomgeleiders (snoer<br />
geleverd door klant)<br />
Bepaal de afmeting en de lengte van de<br />
geleiders aan de hand van hoofdstuk 3-9.<br />
De geleiders moeten voldoen aan de<br />
nationale en lokale regels en voorschriften<br />
met betrekking tot elektriciteit. Gebruik<br />
indien nodig aansluitpunten met het juiste<br />
stroomvermogen en de juiste gatafmetingen.<br />
Ingaande stroomaansluitingen van<br />
lasstroombron<br />
2 Spanningsontlasting<br />
De kabel door de spanningsontlasting leiden<br />
en de schroef aandraaien.<br />
3 Aardingsklem van de machine<br />
4 Groene of groengele aardegeleider<br />
Sluit eerst de groene of groengele<br />
aardegeleider aan op de aardingsklem van<br />
de lasstroombron.<br />
5 Lijnklemmen lasstroombron<br />
(schakelaar S1)<br />
6 Ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />
aan op de lijnklemmen van de lasstroombron.<br />
Breng de kap aan.<br />
Ontkoppel de aansluitpunten voor de<br />
ingaande stroom op het apparaat<br />
7 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar<br />
staat afgebeeld in de OFF-stand)<br />
8 Ontkoppel de aardingsklem (voeding)<br />
van het apparaat<br />
Sluit eerst de groene of groengele<br />
aardstroomgeleider aan op de ontkoppelde<br />
aardingsklem van het apparaat.<br />
9 Ontkoppel de lijnklemmen van het<br />
apparaat<br />
Sluit de ingaande geleiders L1 (U) en L2 (V)<br />
aan op de lijnklemmen van het<br />
ontkoppelingsapparaat.<br />
10 Overbelastingsbeveiliging<br />
Kies het type en het formaat van de<br />
overbelastingsbeveiliging aan de hand van<br />
hoofdstuk 3-9 (afgebeeld: gezekerde<br />
stroomonderbreker)<br />
Sluit de toegangsdeur van het<br />
lijnscheidingsmechanisme en vergrendel<br />
hem. Verwijder de blokkering en zet de<br />
schakelaar in de ON-stand.
3-12. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen*<br />
OPGELET − De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de<br />
stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m−kolom<br />
voor het bepalen van de kabelafmetingen.<br />
Aansluitklemmen<br />
van lasuitgangsspanning<br />
! Schakel de voeding uit<br />
voor u de aansluiting<br />
naar de aansluitklemmen<br />
voor de laskabel<br />
maakt.<br />
! Gebruik geen versleten,<br />
beschadigde, te<br />
korte of slecht verbonden<br />
kabels.<br />
Elektrode<br />
Werkstuk<br />
Lasstroom***<br />
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de<br />
lasstroomkring net groter dan<br />
10 − 60% inschakelduur<br />
AWG (mm2 )<br />
30 m of minder**** 45 m 60 m<br />
60 − 100% inschakelduur<br />
AWG (mm2 )<br />
10 − 100% inschakelduur<br />
AWG (mm 2 )<br />
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30)<br />
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50)<br />
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60)<br />
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70)<br />
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)<br />
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)<br />
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70)<br />
600 3/0 (95) 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95)<br />
700 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120)<br />
800 4/0 (120) 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120)<br />
900 2 ea. 2/0 (2x70) 2 ea. 3/0 (2x95) 2 ea. 4/0 (2x120) 3 ea. 3/0 (3x95)<br />
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel<br />
die één maat groter is.<br />
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A .<br />
( ) = mm2 ***Kies het laskabelformaat voor een pulserende toepassing op de waarde van de piekspanning.<br />
****Gebruik alleen de gelijkstroomuitgang (DC) bij afstanden van meer dan 30 m tot 60 m. Neem voor afstanden die groter zijn dan in de deze<br />
gids aangegeven lengtes, contact op met <strong>Miller</strong> (+1− 920−735−4505) of Hobart (+1−800−332−3281).<br />
Ref. S-0007-G 2010−08 (TIG)<br />
Ga verder bij hoofdstuk 3-13 voor nadere installatie−instructies. Er staat een afbeelding van de Dynasty 700 in hoofdstuks 3-13 t/m 6-4. De locaties<br />
van de bedieningsfuncties en componenten is gelijk voor alle modellen die in deze handleiding worden besproken.<br />
OM−216 869 Pagina 29
3-13. Informatie over de 14-pens contrastekker (gebruikt zonder aansluiting op<br />
automatisering)<br />
A<br />
B<br />
K<br />
J<br />
I<br />
C L N H<br />
D M G<br />
E F<br />
OM−216 869 Pagina 30<br />
803 900-A / 218 716-A<br />
Contactdoosinformatie<br />
15 VOLTS DC<br />
REMOTE<br />
OUTPUT<br />
CONTROL<br />
A/V<br />
STROOMSTERKTE<br />
(AMPERAGE)<br />
SPANNING<br />
(VOLTAGE)<br />
Contactdoos*<br />
Contactdoosinformatie<br />
A Contactschakelaarregeling 15 V/DC.<br />
B Het sluiten van het contact naar A maakt<br />
het 15 V/DC contactorstuurcircuit en zorgt<br />
dat er uitgangsspanning aanwezig is.<br />
C +10 volts DC.<br />
D Gemeenschappelijke van het<br />
afstandsbedieningscircuit.<br />
E 0 tot +10 V/DC ingaand stuursignaal vanaf<br />
de afstandsbediening.<br />
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per<br />
100 ampère.<br />
H Terugkoppeling spanning; +1V DC per 10 V<br />
uitgangsspanning van de contrastekker.<br />
CHASSIS K Gemeenschappelijk chassis.<br />
GND G +15 volt DC (A) gemeenschappelijk.<br />
*De overige contactdozen worden niet gebruikt.<br />
Als een handafstandsbediening zoals de RHC-14 wordt aangesloten op de 14-pens contrastekker, dan moet een stroomwaarde boven het<br />
minimum worden ingesteld op de afstandsbediening voordat het paneel of de schakelaar op de afstandbediening wordt in geschakeld. Als u<br />
dit nalaat, wordt de stroomsterkte geregeld door de paneelregeling en functioneert de handbediende afstandsbediening niet.
3-14. Aansluiting voor automatisering (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig)<br />
14<br />
20<br />
8<br />
3 2 1<br />
7 6 5<br />
13 12 11 10<br />
19 18 17 16<br />
25<br />
28<br />
24 23 22<br />
27<br />
26<br />
4<br />
9<br />
21<br />
15<br />
Pen Peninformatie voor 28-pens contrastekker RC28<br />
803 900-A / 218 716-A<br />
1 Start/stop − Het sluiten op pen 8 start de lascyclus. Het openen van de sluiting stopt de lascyclus. Tijdens 2T-lassen start en stopt<br />
een kortstondig sluiting (langer dan 100 msec maar korter dan 3/4 seconde) de lasuitgangsspanning.<br />
2 Uitgangsspanning ingeschakeld − werkt alleen in geautomatiseerde functies − Het sluiten op pen 8 moet te allen tijde worden<br />
aangehouden. Als de sluiting tussen pen 2 en 8 wordt verbroken, schakelt de uitgangsspanning uit, gaat het nagas op time-out<br />
en verschijnt de tekst HELP 13 op de meters.<br />
3 Gas − Sluiting op pen 8 schakelt het gas in. Deze input heft het nagas op, maar als er een voorgastijd wordt ingevoerd, gaat de<br />
voorgascyclus op time-out voordat er een boog wordt gevormd.<br />
4 Goede boog, collector - De uitgangsspanning is ingeschakeld en er is minder dan 50 volt belasting (zie hoofdstuk 3-17).<br />
5 Spanningsterugkoppeling - +1 volt DC per 10 volt met betrekking tot pen 11.<br />
6 Stroomterugkoppeling - +1 volt DC per 100 ampères met betrekking tot pen 11.<br />
7 Niet gebruikt<br />
8 Gemeenschappelijke IGND isolatie<br />
9 Goede boog, emitter - De uitgangsspanning is ingeschakeld en er is minder dan 50 volt belasting (zie hoofdstuk 3-17).<br />
10 Geheugen ingeschakeld - Zie hoofdstuk 3-15.<br />
11 Gemeenschappelijk afstandsbedieningscircuit.<br />
12 Gemeenschappelijk chassis.<br />
13 Pulsblokkering, collector - De uitgangsspanning is ingeschakeld uitgangsspanning ingeschakeld tijdens de startstroom, de up-slope-tijd,<br />
de uitkratertijd, de eindstroom, tijdens de pulserende achtergrondtijd als de pulsfrequentie lager is dan 10 Hz (zie hoofdstuk 3-17).<br />
14 Pulsblokkering, emitter - De uitgangsspanning is ingeschakeld uitgangsspanning ingeschakeld tijdens de startstroom, de up-slope-tijd,<br />
de uitkratertijd, de eindstroom, tijdens de pulserende achtergrondtijd als de pulsfrequentie lager is dan 10 Hz (zie hoofdstuk 3-17).<br />
15 Geheugenkeuze 0 - Zie hoofdstuk 3-15.<br />
16 Geheugenkeuze 1 - Zie hoofdstuk 3-15.<br />
17 Invoersignaal van afstandsbediening - 0 tot +10 volt DC invoerspanning.<br />
18 +10 volts DC.<br />
19 HF uitgeschakeld − Schakel hoge frequentie uit wanneer aangesloten op pen 8.<br />
20 Automatisering ingeschakeld 1 - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
21 Spanning EN gemeenschappelijk - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
22 Spanning EN signaal - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
23 Uitkratertijd, collector - Uitgangsspanning ingeschakeld in uitkratertijdfunctie (zie hoofdstuk 3-17).<br />
24 Uitkratertijd, emitter - Uitgangsspanning ingeschakeld in uitkratertijdfunctie (zie hoofdstuk 3-17).<br />
25 Automatisering ingeschakeld 2 - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
26 Spanning EP signaal (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
27 Spanning EP gemeenschappelijk (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
28 Polariteit (alleen Dynasty-modellen) - Zie hoofdstuk 3-16.<br />
OM−216 869 Pagina 31
3-15. Ingangen voor afstandsbediende geheugenkeuze (voor 28-pens contrastekker,<br />
indien aanwezig)<br />
14<br />
20<br />
25<br />
28<br />
OM−216 869 Pagina 32<br />
8<br />
3<br />
1<br />
26<br />
4<br />
9<br />
15<br />
21<br />
28-pens contrastekker RC28<br />
Toegewezen aan contact: 0 = niet aangesloten / 1 = aangesloten op massa (pen 8)<br />
Functie 15 16 10<br />
Uit 0 0 0<br />
Geheugenfunctietoets 1 1 0 0<br />
Geheugenfunctietoets 2 0 1 0<br />
Geheugenfunctietoets 3 1 1 0<br />
Geheugenfunctietoets 4 0 0 1<br />
Geheugenfunctietoets 5 1 0 1<br />
Geheugenfunctietoets 6 0 1 1<br />
Geheugenfunctietoets 7 1 1 1<br />
3-16. Automatiseringsselecties (voor 28-pens contrastekker, indien aanwezig)<br />
14<br />
20<br />
8<br />
25<br />
28<br />
Aangesloten<br />
op pen 8 (EP)<br />
Open (EN)<br />
3<br />
1<br />
26<br />
Pen 28<br />
4<br />
9<br />
15<br />
21<br />
28-pens contrastekker RC28<br />
Toegewezen aan contact 0 = niet aangesloten / 1 = aangesloten op massa<br />
(pen 8)<br />
X= maakt niet uit<br />
Pen<br />
Functie 20 21<br />
Geen automatiseringsfuncties geselecteerd 0 0<br />
Automatiseringsfunctie 1<br />
Schakelt de functie van pen 2 in, Sequencer en lastimers<br />
Automatiseringsfunctie 2<br />
Schakelt de functies van pen 2 in<br />
Pen 22 naar pen 21 - 0 tot +10 volt DC EN amplitude<br />
Pen 26 naar pen 27 - 0 tot +10 volt DC EP amplitude<br />
Pen 28 naar pen 8 - EP polariteit (frequentie en evenwicht)<br />
Pen 28 niet aangesloten op pen 8 - EN polariteit<br />
(frequentie en evenwicht)<br />
1 0<br />
X 1
3-17. Typische toepassing voor automatisering<br />
Voorbeeld 28-pens<br />
uitgangsspanning<br />
Collector<br />
Emitter<br />
CR1<br />
R<br />
Spoelweerstand R<br />
moet worden gekozen<br />
om de stroom te beperken<br />
tot 75 mA<br />
+<br />
−<br />
Stroom geleverd door gebruiker<br />
tot een piekspanning van maximaal<br />
27 volt DC<br />
CR1 Naar apparatuur gebruiker<br />
3-18. 115 Volt AC duplex contrastekker, aanvullende beschermer CB1 en stroomschakelaar<br />
3<br />
1<br />
2<br />
1 AC duplex contrastekker<br />
Contrastekker RC2 levert 115 V 10 A<br />
monofase vermogen.<br />
2 Aanvullende beschermer CB1<br />
CB1 beschermt de duplex contrastekker<br />
tegen overbelasting. Als de automatische<br />
zekering open gaat, werkt<br />
de contrastekker niet. Druk op de knop<br />
om de beschermer te resetten.<br />
3 Hoofdschakelaar voeding<br />
803 901-A<br />
OM−216 869 Pagina 33
3-19. Beschermgasaansluiting<br />
3-20. TIG HF puls/ Lift-Arc aansluitingen<br />
OM−216 869 Pagina 34<br />
4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
1<br />
4<br />
3 2<br />
5<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
11/16 inch (21 mm voor CE systemen)<br />
1 Gasinvoeraansluiting<br />
Aansluiting heeft een 5/8−18<br />
rechtse draad.<br />
2 Gasflesventiel<br />
De gasfles lichtjes openen om vuil<br />
van het mondstuk weg te blazen.<br />
Terug dichtdraaien.<br />
3 Gasontspanner<br />
4 Debietregeling<br />
Een typische waarde is 10 L/min.<br />
De door de klant geleverde gasleiding<br />
tussen de gasontspanner en de<br />
gasinvoeraansluiting bevestigen.<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
5/8, 1-1/8 in<br />
803 901-A<br />
! Schakel de stroom uit voordat<br />
u de aansluitingen<br />
1<br />
maakt.<br />
Elektrodeklem voor de<br />
lasuitgangsspanning<br />
Sluit de TIG-toorts aan op de<br />
elektrodeklem voor de lasuitgangsspanning.<br />
2 Aansluiting gasuitvoer<br />
Sluit de gasslang voor de toorts aan<br />
op de gasuitvoeraansluiting.<br />
3 Werkklem<br />
lasuitgangsspanning<br />
Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />
voor de lasuitgangsspanning.<br />
4 14-pens contrastekker voor<br />
afstandsbediening<br />
Indien gewenst,de afstandsbediening<br />
aansluiten op de afstandsbediende<br />
14-pens schakelaar<br />
(zie hoofdstuk 3-13).<br />
5 Aansluiting gasinvoer<br />
Sluit de gasslang van de gastoevoer<br />
aan op de gasinvoerfitting (zie<br />
hoofdstuk 3-19).<br />
803 915-B
3-21. Aansluitingen koeler<br />
2<br />
1<br />
Toepassing<br />
3-1/2<br />
Gallons<br />
Koelvloeistof<br />
7<br />
6<br />
4<br />
5<br />
3<br />
TIG of bij gebruik van HF*<br />
Laag geleidende koelvloeistof<br />
Nr. 300 355**; gedestilleerd<br />
of gedeïoniseerd water OK<br />
boven 32° F (0° C)<br />
*HF: Hoogfrequente stroom<br />
**Koelvloeistof 300 355, een 50/50 oplossing, beschermt tot -37° F (-38°C) en gaat algengroei tegen.<br />
OPGELET − Als u een andere koelvloeistof gebruikt dan de middelen die in de tabel staan, vervalt de garantie<br />
op alle onderdelen die in contact komen met de koelvloeistof (pomp, radiator, enz.).<br />
De wagen en de koeler zijn opties.<br />
1 AC duplex contrastekker<br />
2 115 VAC snoer<br />
Levert 115 VAC voeding voor de<br />
koeler.<br />
3 Elektrodeklem voor de<br />
lasuitgangsspanning (−klem<br />
voor lasuitgangsspanning op<br />
Maxstar-modellen)<br />
Sluit de TIG-toorts aan op de elektrodeklem<br />
voor de lasuitgangsspanning.<br />
4 Aansluiting gasuitvoer<br />
Sluit de gasslang van de TIG-toorts<br />
aan op de gasfitting voor uitgaand<br />
gas.<br />
5 Werkklem lasuitgangsspanning<br />
(+klem voor lasuitgangsspanning<br />
op Maxstar-modellen)<br />
Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />
voor de lasuitgangsspanning.<br />
6 Water Uit-aansluiting<br />
(naar toorts)<br />
Sluit de Water In-slang (blauw) aan<br />
op de Water Uit-aansluiting van de<br />
lasstroomvoeding.<br />
7 Water In-aansluiting<br />
(vanaf toorts)<br />
Sluit de Water Uit-slang (rood) aan<br />
op de Water In-aansluiting van de<br />
lasstroomvoeding.<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
11/16 inch (21 mm voor CE systemen)<br />
804 753-B<br />
OM−216 869 Pagina 35
3-22. Dynasty Stick (beklede elektrode) aansluitingen<br />
OM−216 869 Pagina 36<br />
2<br />
1<br />
3<br />
3-23. Maxstar Stick (beklede elektrode) aansluitingen<br />
2<br />
1<br />
3<br />
! Schakel de stroom uit voordat<br />
u de aansluitingen maakt.<br />
De afgebeelde aansluitingen zijn<br />
voor Dynasty-modellen.<br />
1 Werkklem lasuitgangsspanning<br />
Sluit de werkkabel aan op de werkklem<br />
voor de lasuitgangsspanning.<br />
2 Elektrodeklem voor de<br />
lasuitgangsspanning<br />
Sluit de elektrodehouder aan op<br />
de elektrodeklem voor de lasuitgangsspanning.<br />
3 14-pens contrastekker voor<br />
afstandsbediening<br />
Indien gewenst,de afstandsbediening<br />
aansluiten op de afstandsbediende<br />
14-pens schakelaar (zie hoofdstuk<br />
3-13).<br />
803 916-C<br />
! Schakel de stroom uit voordat u<br />
de aansluitingen maakt.<br />
De afgebeelde aansluitingen zijn<br />
voor Maxstar-modellen.<br />
1 + klem lasuitgangsspanning<br />
Sluit de elektrodedraad aan op de<br />
positieve (+) lasuitgang.<br />
2 − klem lasuitgangsspanning<br />
Sluit de werkstukdraad aan op de<br />
negatieve (-) lasuitgang.<br />
3 14-pens contrastekker voor<br />
afstandsbediening<br />
Indien gewenst,de afstandsbediening<br />
aansluiten op de afstandsbediende<br />
14-pens schakelaar (zie hoofdstuk 3-13).<br />
803 916-C
4-1. Bedieningsfuncties<br />
13<br />
12<br />
3<br />
4 5<br />
Voor alle bedieningsfuncties op het<br />
schakelbord op het voorpaneel geldt:<br />
druk op de drukschakelaar om het licht<br />
in te schakelen en de normale functie<br />
in te schakelen.<br />
Groen op een aanduidingsplaatje duidt<br />
op een TIG-functie. Grijs duidt op een<br />
normale beklede elektrodefunctie.<br />
1 Instelknop<br />
2 Ampèremeter en parameter display<br />
Zie hoofdstuk 4-4.<br />
3 Display van voltmeter<br />
en geselecteerde parameters<br />
Zie hoofdstuk 4-5.<br />
4 Polariteitsregeling (alleen op de Dynasty)<br />
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING<br />
6 7<br />
Regelknoppen voor de polariteit<br />
en de wisselstroomgolfvorm zijn alleen<br />
beschikbaar op Dynasty-modellen.<br />
14<br />
8<br />
Zie hoofdstuk 4-6.<br />
5 Procesregelknoppen<br />
Zie hoofdstuk 4-7.<br />
6 Regelknoppen voor de uitgangsspanning<br />
(Output)<br />
Zie hoofdstuk 4-9.<br />
7 Pulseerregelknoppen<br />
Zie hoofdstuk 4-10.<br />
8 Sequencerregelknoppen<br />
Zie hoofdstuk 4-11.<br />
9 Gas/DIG-regelknoppen<br />
Zie hoofdstuk 4-12.<br />
10 AC golfvorm (alleen op de Dynasty)<br />
2<br />
9 10<br />
1<br />
11<br />
Achterpaneel<br />
226 868-B / ref. 803 901-A<br />
Zie hoofdstuk 4-13.<br />
11 Stroomsterkteregeling<br />
en puntlastimerregeling<br />
Zie hoofdstuk 4-3<br />
voor de stroomsterkteregeling.<br />
Zie hoofdstuk 5-6 voor de<br />
puntlastimerregeling.<br />
12 Geheugenfunctietoetsen<br />
Zie hoofdstuk 4-14.<br />
13 Geheugendisplay<br />
Toont de actieve geheugenfunctie.<br />
14 Aan/uit schakelaar<br />
Gebruik deze schakelaar om het apparaat<br />
aan en uit te zetten.<br />
OM−216 869 Pagina 37
4-2. Instelknop<br />
4-3. Stroomsterkteregeling<br />
4-4. Ampèremeter en parameter display<br />
OM−216 869 Pagina 38<br />
1<br />
3<br />
1<br />
1<br />
2<br />
1 Instelknop<br />
Zet de waarden voor een bepaalde<br />
functie met behulp van de<br />
regelknop in combinatie met de<br />
betreffende drukschakelaar op het<br />
voorpaneel.<br />
1 A (stroomsterkteregeling)<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Zie hoofdstuk 4-15 voor het bereik<br />
van de stroomsterkteregeling<br />
Druk op de drukschakelaar voor de<br />
spanning en draai de instelknop om<br />
de lasstroom in te stellen of de<br />
piekstroom als de pulseringsfunctie<br />
actief is (zie hoofdstuk 4-10).<br />
Zie hoofdstuk 4-13 voor de AC<br />
functies.<br />
1 Ampèremeter<br />
De ampèremeter toont de werkelijke<br />
spanning tijdens het lassen. Hij toont<br />
ook de instelbare parameters voor<br />
alle functies
4-5. Display van voltmeter en geselecteerde parameters<br />
4-6. Polariteitsregeling (alleen op Dynasty-modellen)<br />
1<br />
1<br />
1 Voltmeter<br />
Toont lasspanning of open spanning.<br />
Hij toont ook de woordafkortingen<br />
voor geselecteerde parameters.<br />
1 Stroomvorm<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
LED brandt.<br />
DC − Kies DC voor DC-lassen.<br />
De elektrode-uitvoer van de machine<br />
is DCEN voor TIG-lassen en DCEP<br />
voor lassen met beklede elektrode.<br />
AC - Kies AC voor AC-lassen.<br />
OM−216 869 Pagina 39
4-7. Procesregelknoppen<br />
4-8. Lift-Arc- en HF TIG-startprocedures<br />
Startmethode waarbij<br />
de boog ontstaat door<br />
contact te maken met<br />
werkstuk.<br />
OM−216 869 Pagina 40<br />
1<br />
“Aanraken”<br />
1<br />
1 - 2<br />
Seconden<br />
GEEN lucifers aansteken!<br />
2<br />
1 Procesregelknoppen<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
proces-LED brandt:<br />
TIG HF pulserend lassen - is een<br />
pulserende HF (zie hoofdstuk 4-8)<br />
boogstartmethode die zowel bij AC als<br />
DC TIG-lassen kan worden gebruikt.<br />
Maak de aansluitingen zoals staat<br />
aangegeven in hoofdstuk 3-20.<br />
TIG Lift-Arc (booglassen) - is een<br />
boogstartmethode waarbij de elektrode<br />
contact moet maken met het werkobject<br />
(zie hoofdstuk 4-8). Deze methode kan<br />
zowel bij AC als DC TIG-lassen worden<br />
gebruikt. Maak de aansluitingen zoals<br />
staat aangegeven in hoofdstuk 3-20.<br />
Beklede-elektrodelassen (SMAW<br />
of vuldraadlassen) - Deze methode<br />
kan zowel bij AC als DC<br />
Beklede-elektrodelassen worden<br />
gebruikt. Maak de aansluitingen zoals<br />
staat aangegeven in hoofdstuk 3-22.<br />
Lift Arc ontstekingsmethode<br />
Wanneer het lampje bij de Lift-Arc-knop<br />
brandt, start u de boog als volgt:<br />
1 TIG-elektrode<br />
2 Lasobject<br />
Raak met de wolfraam elektrode het<br />
werkstuk aan bij het beginpunt en zorg met<br />
de toortsschakelaar, de voetbediening of<br />
de handbediening dat er uitgangsspanning<br />
en beschermgas is. Houd de elektrode<br />
1 à 2 seconden tegen het werkstuk aan<br />
en til de elektrode langzaam op. Wanneer<br />
de elektrode wordt opgetild, vormt zich een<br />
boog.<br />
Normale openspanning is niet aanwezig<br />
voordat de wolfraam elektrode het te<br />
bewerken object raakt; er is slechts een<br />
lage voelspanning aanwezig tussen de<br />
elektrode het object. De halfgeleidende<br />
uitgangscontactor komt pas onder<br />
spanning te staan als de elektrode het<br />
object raakt. Hierdoor kan de elektrode het<br />
object raken zonder oververhitting, zonder<br />
vast te komen zitten of vervuild te raken.<br />
Toepassing:<br />
Lift Arc wordt gebruikt voor het DC met<br />
elektrode negatief of AC TIG-lassen indien<br />
de HF-startmethode niet toegestaan of<br />
niet wenselijk is, of om de strijkmethode te<br />
vervangen.<br />
HF Start<br />
Wanneer het lampje van de HF-startknop<br />
brandt, start dan de boog als volgt:<br />
De hoge frequentie wordt ingeschakeld<br />
zodra er uitgangsspanning is om de boog<br />
te starten. Wanneer de boog start, wordt<br />
de hoge frequentie weer uitgeschakeld;<br />
telkens als de boog wordt verbroken,<br />
wordt hij weer ingeschakeld om te helpen<br />
bij het herstarten van de boog.<br />
Toepassing:<br />
HF-start wordt gebruikt voor het<br />
TIG-proces als er een boogstartmethode<br />
vereist is waarbij geen contact mag<br />
worden gemaakt.
4-9. Regeling uitgang<br />
2<br />
1 Regeling uitgang<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
parameter-LED oplicht.<br />
RMT STD (Remote Standard =<br />
afstandsbediening standaard)<br />
Toepassing: Gebruik de afstandsbediende<br />
toortsschakelaar (standaard) met een<br />
voetpedaal of een handbediende<br />
stroomsterkteregeling<br />
5-3A).<br />
(zie hoofdstuk<br />
Als er een voet- of handbediende<br />
afstandsbediening voor de stroom<br />
wordt aangesloten op de<br />
lassstroombron, worden de<br />
startstroom-, up-slope-, uitkratertijden<br />
eindstroomfunctie geregeld door<br />
1<br />
de afstandsbediening.<br />
Als een aan/uit-schakelaar wordt<br />
gebruikt, moet dit een aangehouden<br />
contactschakelaar zijn. Alle<br />
sequencerfuncties worden dan actief<br />
en moeten worden ingesteld door de<br />
operator.<br />
RMT 2T HOLD (afstandbediende<br />
2-taktfunctie met houdfunctie)<br />
Toepassing: Gebruik de 2−taktfunctie<br />
met houdfunctie (2T) als er lange lassen<br />
moeten worden gelegd.<br />
Als er een voet- of handbediende<br />
afstandsbediening voor de stroom is<br />
aangesloten op de lasstroombron, dan is<br />
alleen de aan/uit-functie te gebruiken<br />
(zie hoofdstuk 5-3B).<br />
Deze schakelfunctie kan opnieuw<br />
worden geconfigureerd voor 3T, 4T,<br />
4T Kortstondig, Mini Logic of puntlassen<br />
(zie hoofdstuk 5-3C, D, E en F).<br />
AAN<br />
Twee seconden na de selectie komt er<br />
stroom op de uitgang te staan.<br />
Toepassing: Gebruik de uitgang voor<br />
beklede-elektrodelassen of voor booglassen<br />
zonder gebruik van een afstandsbediening<br />
(zie hoofdstuk 5-3G).<br />
2 Aan LED<br />
Het blauwe Aan LED brandt altijd als er<br />
uitgangsspanning is.<br />
OM−216 869 Pagina 41
4-10. Pulsregeling<br />
Instelling percentage<br />
(%) piektijd<br />
Piek 50%/Achtergrond 50%<br />
In evenwicht (50%)<br />
Langere tijdsduur<br />
van de piekspanning<br />
Langer tijdsduur<br />
van de grondstroom<br />
OM−216 869 Pagina 42<br />
(80%)<br />
(20%)<br />
Piekstroom<br />
3<br />
4<br />
1<br />
Golfvormen van de pulserende<br />
uitgangsspanning<br />
Grondstroom<br />
PPS<br />
2<br />
1 Pulsregeling<br />
Pulseren is beschikbaar tijdens het TIG-proces. De<br />
regelknoppen kunnen tijdens het lassen worden bijgesteld.<br />
Druk op de drukschakelaar om de pulseerfunctie<br />
in te schakelen.<br />
AAN - Als deze LED brandt, is de puls functie ingeschakeld.<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
parameter-LED oplicht.<br />
Om de puls functie uit te schakelen moet u op<br />
de drukschakelaar drukken en deze pas loslaten<br />
als de Aan-LED uitgaat.<br />
2 Instelknop (waarde instellen)<br />
3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />
Zie hoofdstuk 4-15 voor alle parameterwaarden van de<br />
puls functie.<br />
PPS − Pulsfrequentie of pulsen per seconde is het aantal<br />
pulsslagen per seconde. Pulsfrequentie helpt de invoer van<br />
warmte te verminderen, het help vervorming voorkomen<br />
en zorgt mede voor een fraaiere lasnaad. Hoe hoger de<br />
PPS-instelling, des te gladder het rimpeleffect, des te<br />
smaller de lasnaad en des te meer koeling u krijgt. Als u de<br />
PPS in het lager bereik zet, is de puls trager en wordt de<br />
lasnaad breder. Dit trage pulseren helpt bij het in beweging<br />
brengen van het lasbad zodat gas dat in het laswerkstuk<br />
is opgesloten, kan vrijkomen, Ook helpt het de poreusheid<br />
te verminderen (zeer handig bij het lassen van aluminium).<br />
Sommige beginners gebruiken een langzamere<br />
pulssnelheid (2-4 pps) om hen te helpen bij hun timing bij<br />
het toevoegen van vulmateriaal. Een ervaren lasser kan<br />
de PPS-instelling veel hoger zetten, afhankelijk van de<br />
persoonlijke voorkeur en van wat ze proberen te bereiken.<br />
PEAK t (piektijd) − De piektijd (PEAK t) is het percentage<br />
tijd van elke pulscyclus op piekstroomniveau (hoofdstroom).<br />
De piekspanning wordt ingesteld met de spanningsregeling<br />
(zie hoofdstuk 4-3). Als er één puls per seconde wordt<br />
gebruikt en de piektijd is ingesteld op 50%, dan is er een<br />
halve seconde piekstroom en de andere 50%, ofwel een<br />
halve seconde, is er achtergrondstroom. Het verhogen<br />
van de piektijd verhoogt de tijd dat er sprake is van<br />
piekstroom, wat ook de warmte-invoer in het werkstuk<br />
verhoogt. Een goed startpunt voor piektijd is ongeveer<br />
50-60%. Om een goede verhouding te vinden moet u wat<br />
experimenteren; waar het uiteindelijk om draait is dat u<br />
de warmte-invoer in het werkstuk vermindert en de<br />
lasnaad een fraaier uiterlijk geeft.<br />
BKGND A - (achtergrondstroom) wordt ingesteld als<br />
percentage van de piekstroom. Als de piekstroom wordt<br />
ingesteld op 200 en de achtergrondstroom op 50%, dan<br />
is de achtergrondstroom 100 A als de machine pulseert<br />
aan de achterzijde van de pulsslag. De lagere<br />
achtergrondstroom helpt bij het verminderen van de<br />
warmte-invoer. Het verhogen of verlagen van de<br />
achtergrondstroom verhoogt of verlaagt de gemiddelde<br />
spanning, waarmee u mede kunt bepalen hoe het lasbad<br />
is aan de achterzijde van de pulsslag. Algemeen gesproken<br />
wilt u dat uw lasbad tot ongeveer de helft kleiner wordt maar<br />
toch vloeibaar blijft. Stel allereerst de achtergrondstroom<br />
in op ongeveer 20-30% voor roestvrij staal en koolstofstaal<br />
of op ongeveer 35-50% voor aluminium legeringen.<br />
4 Golfvormen van de pulserende uitgangsspanning<br />
Het voorbeeld laat zien wat het effect is op de pulserende<br />
golfvorm als de piektijd wordt veranderd.<br />
Toepassing:<br />
Pulseren is het afwisselend verhogen en verlagen van de<br />
lasuitgangsspanning met een bepaalde snelheid. De<br />
verhoogde gedeelten van de lasuitgangsspanning<br />
worden geregeld in breedte, hoogte en frequentie<br />
waardoor pulsering in de lasuitgangsspanning ontstaat.<br />
Deze pulsen en het lagere stroomsterkteniveau ertussen<br />
(ook wel achtergrondstroom genoemd), verhitten en<br />
koelen afwisselend het smeltbad. Dit gecombineerde<br />
effect zorgt voor een betere controle van de inbranding,<br />
de breedte van het bad, de bolling, de lasondersnijding<br />
en de warmtetoevoer. De regeling kan tijdens het lassen<br />
worden bijgesteld.<br />
Pulseren kan ook worden gebruikt voor het trainen met<br />
toevoegmateriaal.<br />
De functie is ingeschakeld als de LED brandt.
4-11. Sequencerregelknoppen<br />
4<br />
3<br />
1<br />
1 Sequence-regeling<br />
Sequence-regeling is beschikbaar tijdens<br />
het TIG-proces, maar wordt uitgeschakeld<br />
als er afstandbediende stroomregeling<br />
(hand of voet) wordt aangesloten op<br />
de contrastekker van de afstandsbediening<br />
in de standaard afstandsbediening (RMT<br />
2<br />
STD).<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
parameter-LED oplicht.<br />
2 Instelknop (waarde instellen)<br />
Draai de knop om de waarden in te stellen<br />
5 voor de sequence-parameters.<br />
3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />
Zie hoofdstuk 4-15 voor alle parameterwaarden<br />
van de sequence-regeling.<br />
4 Voltmeter<br />
Toont de woordafkortingen van de<br />
geselecteerde parameters.<br />
INITIAL A (startstroom) [INTL] - Kies een<br />
startstroomsterkte met de regelknop<br />
welke anders is dan de lasstroom.<br />
Toepassing:<br />
De startstroom kan worden gebruikt<br />
als hulp om het koude materiaal voor<br />
te verwarmen voordat er toevoegmetaal<br />
wordt aangebracht of om te zorgen<br />
voor een zachte start.<br />
INITIAL t (starttijd) [INTL] (alleen<br />
op de geautomatiseerde optie) - Druk<br />
nogmaals op de regelaar en draai<br />
de instelknop om de tijd in te stellen die nodig<br />
is aan het begin van de las.<br />
INITIAL SLOPE t (up-slope-tijd) [ISLP]<br />
Stel met behulp van de regelknop<br />
de hoeveelheid tijd in die nodig is om van<br />
de startstroom naar de lasstroom te gaan.<br />
Zet de knop op 0 om deze functie<br />
uit te schakelen.<br />
5 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
Lastijd (alleen op de geautomatiseerde<br />
optie) - Druk tweemaal op de<br />
drukschakelaar voor de stroomsterkte.<br />
Stel de gewenste lastijd in.<br />
Puntlastijd − Druk tweemaal op de<br />
drukschakelaar voor de stroomsterkte.<br />
Stel de gewenste puntlastijd in.<br />
FINAL SLOPE t (uitkratertijd) [FSLP] - Stel<br />
met behulp van de knop de hoeveelheid tijd<br />
in die nodig is om van de lasstroom<br />
omhoog of omlaag naar de te startstroom<br />
gaan. Zet de knop op 0 om deze functie<br />
uit te schakelen.<br />
Toepassing:<br />
Uitkrateren moet worden gebruikt bij het<br />
lassen van materialen die gevoelig zijn<br />
voor barsten en/of wanneer er geen krater<br />
op het einde van de las zichtbaar mag zijn.<br />
FINAL A (eindstroom) [FNL] - Draai de<br />
instelknop om de eindstroom in te stellen<br />
voor de lasstroom.<br />
FINAL t (eindtijd) [FNL] (alleen op de<br />
geautomatiseerde optie) - Druk nogmaals<br />
op de regelknop en draai de instelknop om<br />
de eindtijd voor de eindstroom in te stellen.<br />
OM−216 869 Pagina 43
4-12. Gas/DIG-regelknoppen (voorgas, nagas, boogregeling, doorblazen)<br />
OM−216 869 Pagina 44<br />
4<br />
3<br />
1<br />
2<br />
1 Gas/DIG-regelknoppen<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
functie-LED brandt.<br />
2 Instelknop (waarde instellen)<br />
3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />
Zie hoofdstuk 4-15 voor alle<br />
parameterwaarden van de Instelling.<br />
4 Voltmeter<br />
Toont de woordafkortingen<br />
van de geselecteerde parameters.<br />
VOORGAS [PRE] - Als het TIG HF-proces<br />
is geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7) en het<br />
regelpaneel toont “Preflow” (voorgas),<br />
stel dan met de regelknop de tijd in dat<br />
er gas moet stromen voor het ontsteken<br />
van de boog.<br />
Toepassing: Voorgas wordt gebruikt om<br />
de ruimte rond het lasgebied door te blazen<br />
en helpt ook bij het starten van consistente<br />
bogen.<br />
NAGAS [POST] - Als het TIG-proces is<br />
geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7), gebruik<br />
dan de regelknop om de tijd in te stellen<br />
dat er gas moet stromen nadat het lassen<br />
is gestopt.<br />
AUTOMATISCH NAGAS - Zorgt voor<br />
nagas die is ingeschaald op 1 seconde per<br />
10A van de pieklasspanning voor een<br />
gegeven lascyclus. Automatisch nagas<br />
is beperkt tot minimaal 8 seconden of tot<br />
de maximale vooringestelde voorgastijd.<br />
Toepassing:<br />
Nagas is nodig om de wolfraam en het<br />
smeltbad te koelen en oxidevorming te<br />
voorkomen. Verhoog de nagastijd indien<br />
de wolfraampunt of de las een donkere<br />
kleur heeft.<br />
DIG - Als het beklede elektrode proces is<br />
geactiveerd (zie hoofdstuk 4-7), gebruik<br />
dan de regelknop om de hoeveelheid DIG<br />
in te stellen. Bij instelling op 0 is de<br />
kortsluitstroom bij lage boogspanning<br />
gelijk aan de normale lasstroom.<br />
Wanneer de instelling hoger wordt gezet,<br />
dan wordt de kortsluitstroomsterkte<br />
verhoogd bij lage boogspanning.<br />
Toepassing:<br />
De regelknop helpt bij het starten<br />
van de boog of bij het verticaal of boven<br />
het hoofd lassen, door het verhogen<br />
van de stroomsterkte bij lage boogspannning<br />
en het vermindert de kans op plakken<br />
tijdens het lassen<br />
DOORBLAZEN [PURG] - om de gasklep<br />
te activeren en de doorblaasfunctie<br />
te starten moet u de Gas/<br />
DIG-drukschakelaar indrukken en<br />
vasthouden voor de gewenste tijd. Voor het<br />
instellen van 1 tot 50 seconden doorblaastijd<br />
moet u de Gas/DIG-knop ingedrukt blijven<br />
houden en daarbij de instelknop draaien.<br />
De standaard instelling is 0.<br />
Wanneer Doorblazen actief is, staat<br />
er [PURG] op het linker scherm; op<br />
het rechter scherm staat de doorblaastijd.<br />
Als u op een van de drukschakelaars drukt,<br />
verdwijnt de doorblaastijdaanduiding, maar<br />
er blijft gas stromen tot de vooringestelde<br />
tijd verstreken is.<br />
Toepassing: Doorblazen wordt gebruikt<br />
om de gasleidingen te reinigen.
4-13. AC golfvorm (alleen Dynasty-modellen)<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
5<br />
f<br />
1 AC golfvormregeling<br />
Druk op de drukschakelaar tot de gewenste<br />
functie-LED brandt.<br />
2 Instelknop (waarde instellen)<br />
3 Ampèremeter (geeft de waarde weer)<br />
Zie hoofdstuk 4-15 voor alle bereiken van AC golfvormen.<br />
EN stroomsterkte [EN] - Stel de negatieve<br />
stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze<br />
knop (alleen bij AC TIG).<br />
EP stroomsterkte [EP] - Stel de positieve<br />
stroomsterktewaarde van de elektrode in met deze<br />
knop (alleen bij AC TIG).<br />
Zie hoofdstuk 5-1 voor het instellen van dezelfde<br />
amplituderegeling [ENEP].<br />
Met EN stroomsterkte en EP stroomsterkte kan de<br />
lasser de stroomsterkte onafhankelijk van elkaar<br />
instellen in de negatieve en de positieve halve cycli.<br />
Een EN:EP verhouding van 1,5 op 1 is een goed<br />
uitgangspunt. Dit zorgt voor een reinigingsactie maar<br />
stuurt meer energie naar het werkobject en zorgt voor<br />
snellere lassnelheden en diepere penetratie.<br />
4 Stroomsterkteregeling<br />
Gemiddelde stroomsterkteregeling: Door het<br />
instellen van de waarden voor de EN stroomsterkte, de<br />
EP stroomsterkte, het evenwicht en de frequentie<br />
ontstaat een gemiddelde stroomsterkte. De lasser kan<br />
de waarde voor de gemiddelde stroomsterkte wijzigen<br />
met handhaving van dezelfde verhouding EN<br />
stroomsterkte, EP stroomsterkte, evenwicht<br />
en frequentie. Druk op de drukschakelaar voor<br />
de stroomsterkte en verdraai de instelknop<br />
om de gemiddelde stroomsterkte te wijzigen.<br />
De veranderende waarde voor de gemiddelde<br />
stroomsterkte is te zien op de ampèremeter.<br />
Een voorbeeld: als de EN stroomsterkte 300 is, de EP<br />
stroomsterkte 150, het evenwicht 60% en de frequentie<br />
120, dan is de gemiddelde stroomsterkte 240 A. Als u<br />
de stroomsterkteknop indrukt en de instelknop verdraait<br />
tot er 480 A te zien is, dan is de EN stroomsterkte nu 600<br />
en de EP stroomsterkte 300. Het evenwicht blijft 60% en<br />
de frequentie is nog steeds 120. Ook de 2 op 1<br />
verhouding EN-stroomsterkte − EP-stroomsterkte blijft<br />
gehandhaafd.<br />
Balans [BAL] - AC Balansregeling is alleen mogelijk in<br />
het AC TIG proces om het tijdpercentage in te stellen<br />
dat de polariteit EN is. Stel de regelknop in op ongeveer<br />
75% en stel vanaf dat punt alles nauwkeuriger in.<br />
5 Voltmeter<br />
Toont de woordafkortingen van de geselecteerde<br />
parameters.<br />
Toepassing:<br />
Voor het lassen van oxidevormende metalen zoals<br />
aluminium en magnesium is overdreven reiniging<br />
overbodig. Voor een goede las is een reinigingszone<br />
van 0,10 inch (2,5 mm) aan beide kanten<br />
van de lasrups voldoende.<br />
Regel de lasrupsbreedte met de AC balansregeling.<br />
De lasvoeg, opstelling en andere lasprocesvariabelen<br />
kunnen de Instelling beïnvloeden.<br />
AC frequentie [FREQ] - Stel de AC frequentie in met<br />
de regelknop (cycli per seconde).<br />
Toepassing:<br />
De AC frequentie regelt de boogbreedte en de<br />
richtbaarheid. Naarmate de frequentie lager wordt,<br />
wordt de boog breder en minder gericht, waardoor hij<br />
minder richtbaar wordt. Naarmate de frequentie hoger<br />
wordt, wordt de boog smaller en gerichter, waardoor hij<br />
beter richtbaar wordt. Met hogere frequentie kan de<br />
lassnelheid worden verhoogd.<br />
OM−216 869 Pagina 45
4-14. Geheugen (locaties 1-9 voor programmaopslag)<br />
2<br />
1<br />
2e<br />
1e<br />
OM−216 869 Pagina 46<br />
3e<br />
3<br />
Regelknoppen voor de polariteit en de wisselstroomgolfvorm<br />
zijn alleen beschikbaar op Dynasty-modellen.<br />
Geheugenlocaties<br />
1−9<br />
Wisselstroom<br />
(AC)<br />
Gelijkstroom<br />
(DC)<br />
TIG (HF of Lift)<br />
Stick (vuldraad)<br />
TIG (HF of Lift)<br />
Stick (vuldraad)<br />
Bij Dynasty-modellen kan elke geheugenlocatie (1 t/m 9) parameters opslaan<br />
voor beide polariteiten (AC en DC) en elke polariteit kan parameters opslaan<br />
voor beide processen (TIG of beklede elektrode) voor in totaal 36 programma’s.<br />
Geheugenlocaties<br />
1−9<br />
en<br />
Gelijkstroom<br />
(DC)<br />
en<br />
en<br />
TIG (HF of Lift)<br />
Stick (vuldraad)<br />
Bij Maxstar-modellen kan elke geheugenlocatie (1 t/m 9) kan parameters opslaan<br />
voor beide processen (TIG of beklede elektrode) voor in totaal 18 programma’s.<br />
en<br />
1 Drukschakelaar<br />
voor geheugen (locaties 1-9<br />
voor programmaopslag)<br />
2 Drukschakelaar voor de<br />
polariteit (alleen bij de Dynasty)<br />
3 Proces-schakelaar<br />
Ga als volgt te werk om een<br />
lasparameterprogramma te creëren,<br />
te wijzigen of op te roepen:<br />
Druk eerst op de Memory-schakelaar<br />
(geheugen) tot het gewenste<br />
programma (1-9) wordt getoond.<br />
Druk vervolgens op de<br />
Polariteit-schakelaar tot de LED van<br />
de gewenste polariteit, AC of DC,<br />
brandt.<br />
Druk als derde stap op de<br />
Proces-schakelaar tot de LED van<br />
het gewenste proces, TIG HF Impuls,<br />
TIG Lift Arc of Beklede elektrode,<br />
brandt.<br />
Het gekozen programma met de<br />
gewenste polariteit en het gewenste<br />
proces is nu het actieve programma.<br />
Ten vierde: wijzig de gewenste<br />
parameters (zie hoofdstuk 4-15<br />
voor de parameters).
4-15. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen<br />
Parameter Standaard Bereik en resolutie<br />
GEHEUGENFUNCTIETOETSEN 1 1−9<br />
(ALLEEN DYNASTY) POLARITEIT Wisselstroom (AC) AC / DC<br />
PROCES TIG HF-impuls TIG HF-impuls / TIG lift / beklede elektrode<br />
UITGANGSSPANNING<br />
**RMT 2T<br />
A HOOFD / PIEK<br />
(ALLEEN DYNASTY) AC TIG<br />
(ALLEEN DYNASTY) AC BEKLEDE ELEKTRODE<br />
DC TIG<br />
DC BEKLEDE ELEKTRODE<br />
*Puntlassen<br />
*Puntlastijd<br />
**Lastijd<br />
PULSEREN<br />
PPS<br />
PIEKTIJD<br />
GRONDSTROOM<br />
SEQUENCER<br />
STARTSTROOM<br />
**Starttijd<br />
UP-SLOPE-TIJD<br />
UITKRATERTIJD<br />
EINDSTROOM<br />
**Eindtijd<br />
INSTELLEN<br />
VOORGAS<br />
NAGAS<br />
DIG<br />
(ALLEEN DYNASTY) AC GOLFVORM<br />
*Golfvorm<br />
EN Amp<br />
EP Amp<br />
BALANS<br />
FREQUENTIE<br />
EN/EP<br />
RMT STD<br />
2T<br />
150 A<br />
110 A<br />
150 A<br />
110 A<br />
UIT<br />
0 T<br />
0T<br />
Uit<br />
100 Hz<br />
40%<br />
25%<br />
20 A<br />
0 T<br />
0 T<br />
0 T<br />
5 A<br />
0 T<br />
0,2 T<br />
Automatisch<br />
30%<br />
Zachte blokgolf<br />
150A<br />
150A<br />
75%<br />
120 Hz<br />
Onafhankelijk<br />
RMT STD / RMT 2T / AAN<br />
RMT 2T kan opnieuw worden geconfigureerd voor: 2T /<br />
3T / 4T / Mini Logic / 4T Kortstondig (zie hoofdstuk 5-3)<br />
5 − 350 Amp<br />
5 − 350 Amp<br />
5 − 350 Amp<br />
5 − 350 Amp<br />
AAN/UIT<br />
0 − 999 seconden<br />
0 − 999 seconden<br />
AAN / UIT<br />
DC: 0,1 - 5000 PPS<br />
AC: 0,1 − 500 PPS<br />
5 − 95 Percent<br />
5 − 95 Percent<br />
5 − 350 Amp<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
0,0 − 50,0 seconden<br />
0,0 − 50,0 seconden<br />
5 − 350 Amp<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
Automatisch 1 − 50 seconden<br />
0 − 100 percent<br />
Zachte blokgolf, geavanceerd blokgolf, sinus, driehoek<br />
5 - 350 Amp<br />
5 - 350 Amp<br />
30 − 99 percent<br />
20 − 400 Hertz<br />
Gelijk/onafhankelijk<br />
OM−216 869 Pagina 47
Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 350-modellen (vervolg)<br />
*TIG Start parameters voor elk programma (1-9)<br />
DC:<br />
*Wolfraam<br />
***Polariteit (alleen Dynasty-modellen)<br />
***Stroomsterkte<br />
***Tijd<br />
***Start−oplooptijd<br />
***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
AC: (DYNASTY ONLY)<br />
*Wolfraam<br />
***Polariteit<br />
***Stroomsterkte<br />
***Tijd<br />
***Start−oplooptijd<br />
***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
OM−216 869 Pagina 48<br />
.094<br />
EN<br />
60 A<br />
25 ms<br />
7 ms<br />
5 A<br />
.094<br />
EP<br />
130 A<br />
20 ms<br />
2 ms<br />
5 A<br />
* Parameter alleen met behulp van de configuratie van een geavanceerde functie aangepast (zie hoofdstuk 5).<br />
** Parameter alleen gebruikt bij geautomatiseerde optie<br />
*** Parameteraanpassing alleen met GEN (zie hoofdstuk 5-2).<br />
GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />
EP / EN<br />
5 − 200 Amps<br />
1 − 200 Milliseconden<br />
0 − 250 Milliseconden<br />
5 − 25 Amps<br />
GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />
EP / EN<br />
5 − 200 Amps<br />
1 − 200 Milliseconds<br />
0 − 250 Milliseconds<br />
5 − 25 Amps<br />
4-16. Standaard fabrieksinstellingen en bereik en resolutie voor 700-modellen<br />
Parameter Standaard Bereik en resolutie<br />
GEHEUGENFUNCTIETOETSEN 1 1−9<br />
(ALLEEN DYNASTY) POLARITEIT Wisselstroom (AC) AC / DC<br />
PROCES TIG HF-impuls TIG HF-impuls / TIG lift / beklede elektrode<br />
UITGANGSSPANNING<br />
RMT STD<br />
RMT STD / RMT 2T / AAN<br />
**RMT 2T<br />
A HOOFD / PIEK<br />
2T<br />
RMT 2T kan opnieuw worden geconfigureerd voor: 2T /<br />
3T / 4T / Mini Logic / 4T Kortstondig (zie hoofdstuk 5-3)<br />
(ALLEEN DYNASTY) AC TIG<br />
150 A<br />
5 − 350 Amp<br />
(ALLEEN DYNASTY) AC BEKLEDE ELEKTRODE<br />
110 A<br />
5 − 350 Amp<br />
DC TIG<br />
150 A<br />
5 − 350 Amp<br />
DC BEKLEDE ELEKTRODE<br />
110 A<br />
5 − 350 Amp<br />
*Puntlassen<br />
UIT<br />
AAN/UIT<br />
*Puntlastijd<br />
0 T<br />
0 − 999 seconden<br />
**Lastijd<br />
0T<br />
0 − 999 seconden<br />
PULSEREN<br />
Uit<br />
AAN / UIT<br />
PPS<br />
100 Hz<br />
DC: 0,1 - 5000 PPS<br />
AC: 0,1 − 500 PPS<br />
PIEKTIJD<br />
GRONDSTROOM<br />
SEQUENCER<br />
STARTSTROOM<br />
**Starttijd<br />
UP-SLOPE-TIJD<br />
UITKRATERTIJD<br />
EINDSTROOM<br />
**Eindtijd<br />
INSTELLEN<br />
VOORGAS<br />
NAGAS<br />
DIG<br />
40%<br />
25%<br />
20 A<br />
0 T<br />
0 T<br />
0 T<br />
5 A<br />
0 T<br />
0,2 T<br />
Automatisch<br />
30%<br />
5 − 95 Percent<br />
5 − 95 Percent<br />
5 − 700 Amp<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
0,0 − 50,0 seconden<br />
0,0 − 50,0 seconden<br />
5 − 700 Amp<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
0,0 − 25,0 seconden<br />
0,0 − 50,0 seconden in stappen van 1 seconde<br />
0 − 100 percent
(ALLEEN DYNASTY) AC GOLFVORM<br />
*Golfvorm<br />
EN Amp<br />
EP Amp<br />
BALANS<br />
FREQUENTIE<br />
*EN/EP<br />
*TIG Start parameters voor elk programma (1-9)<br />
DC:<br />
*Wolfraam<br />
***Polariteit (alleen Dynasty-modellen)<br />
***Stroomsterkte<br />
***Tijd<br />
***Start−oplooptijd<br />
***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
AC: (DYNASTY ONLY)<br />
*Wolfraam<br />
***Polariteit<br />
***Stroomsterkte<br />
***Tijd<br />
***Start−oplooptijd<br />
***Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
Zachte blokgolf<br />
500A<br />
500A<br />
75%<br />
120 Hz<br />
Onafhankelijk<br />
.094<br />
EN<br />
60 A<br />
25 ms<br />
7 ms<br />
5 A<br />
.094<br />
EP<br />
130 A<br />
20 ms<br />
2 ms<br />
5 A<br />
* Parameter alleen met behulp van de configuratie van een geavanceerde functie aangepast (zie hoofdstuk 5).<br />
** Parameter alleen gebruikt bij geautomatiseerde optie<br />
*** Parameteraanpassing alleen met GEN (zie hoofdstuk 5-2).<br />
Zachte blokgolf, geavanceerd blokgolf, sinus, driehoek<br />
5 - 700 Amp<br />
5 - 700 Amp<br />
30 − 99 percent<br />
20 − 400 Hertz<br />
Gelijk/onafhankelijk<br />
GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />
EP / EN<br />
5 − 200 Amps<br />
1 − 200 Milliseconden<br />
0 − 250 Milliseconden<br />
5 − 25 Amps<br />
GEN, .020, .040, .062, .094, .125, .156, .187<br />
EP / EN<br />
5 − 200 Amps<br />
1 − 200 Milliseconden<br />
0 − 250 Milliseconden<br />
5 − 25 Amps<br />
OM−216 869 Pagina 49
4-17. Het systeem terugzetten op de fabrieksinstellingen.<br />
OM−216 869 Pagina 50<br />
1 2<br />
4-18. Het software- en versienummer bekijken<br />
3<br />
1 Proces-schakelaar<br />
2 Output-schakelaar<br />
3 Gas/DIG-drukschakelaar<br />
4 Aan/uit schakelaar<br />
Om het actieve geheugen, de polariteit<br />
en het proces weer op de oorspronkelijk<br />
fabrieksinstellingen te zetten, moet<br />
de beperkingsfunctie uitgeschakeld zijn<br />
(zie hoofdstuk 5-9). Zet het apparaat<br />
weer aan en druk op de Proces-, de<br />
Output- en Gas/DIG-drukschakelaars<br />
vóórdat de machinenaam de meters<br />
wist.<br />
V<br />
4<br />
Achterpaneel<br />
1 Aan/uit schakelaar<br />
2 Proces-schakelaar<br />
Om bij het software- en versienummer<br />
te komen, moet u het apparaat inschakelen<br />
en vervolgens op de Proces-drukschakelaar<br />
ingedrukt houden tot de machinenaam<br />
verdwijnt. Eerst verschijnt twee seconden<br />
lang [SOFT][NUM] en daarna vijf seconden<br />
het softwarenummer.<br />
2 Achterpaneel<br />
V<br />
1
4-19. Timer / Lascyclus-teller<br />
1 Output- en<br />
stroomsterkte-regelknoppen<br />
2 Aan/uit schakelaar<br />
Zo is de timer/lascyclusteller te zien:<br />
zet de aan/uit-schakelaar op aan;<br />
druk vervolgens op de Stroomsterkteen<br />
Output-schakelaar en houd ze ingedrukt<br />
totdat de machinenaam de meters wist.<br />
1<br />
3/4<br />
1234 uur<br />
en<br />
3 Boogtimer<br />
De boogtijd verschijnt gedurende 5 seconden<br />
als [0-9999][uren] en vervolgens [0-59]<br />
[minuten].<br />
V<br />
2<br />
Achterpaneel<br />
1<br />
4 Lascyclusteller<br />
Na 5 seconden verschijnt de lascyclusteller<br />
gedurende de volgende 5 seconden<br />
als [0cy] tot [9999][99cy].<br />
f<br />
OM−216 869 Pagina 51
OM−216 869 Pagina 52<br />
HOOFDSTUK 5 − GEAVANCEERDE FUNCTIES<br />
5-1. Toegang tot de geavanceerde functies<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Gas/Dig<br />
3 Instelknop<br />
Voor toegang tot de geavanceerde functies<br />
moet u de Stroomsterkte (A)-schakelaar<br />
indrukken en ingedrukt houden en dan op<br />
de Gas/Dig-schakelaar drukken. Om door<br />
de geavanceerde functies te bladeren,<br />
moet u de Gas/Dig-schakelaar indrukken<br />
en loslaten. Met de regelknop kunt u de<br />
parameters voor elke functie wijzigen.<br />
Geavanceerde functies:<br />
• Programmeerbare TIG-startparameters<br />
(zie hoofdstuk 5-2) − Hiermee kunt u de<br />
stroomsterkte, tijd en polariteit instellen<br />
om boogstarts voor verschillende<br />
soorten wolfraam op maat in te stellen.<br />
• Afstandsbediende houd- en<br />
toortsschakelaarfuncties (zie hoofdstuk<br />
5-3) − voor opnieuw configureren van<br />
RMT 2T Hold voor 3T, 4T kortstondig of<br />
Mini Logic<br />
• AC golfvormkeuze, alleen<br />
2<br />
bij Dynasty-modellen (zie hoofdstuk 5-4)<br />
− Hiermee kunt u een zachte, sinus-,<br />
driehoeks- of geavanceerde AC golfvorm<br />
instellen voor elke geheugenlocatie,<br />
indien gewenst.<br />
• Onafhankelijke amplitudekeuze, alleen<br />
bij Dynasty-modellen (zie hoofdstuk 5-5)<br />
− Hiermee kunt u de amplitude van de AC<br />
golfvorm instellen op gelijk voor zowel de<br />
positieve als de negatieve helft van de<br />
lascyclus, of kiezen voor onafhankelijke<br />
instellingen.<br />
• Puntlassen mogelijk (zie hoofdstuk 5-6)<br />
− Hiermee kunt u de puntlasfunctie<br />
inschakelen zodat die voor<br />
alle programma’s beschikbaar is.<br />
• Selectie open spanning (OCV) beklede<br />
elektrodelassen (zie hoofdstuk 5-7) −<br />
Hiermee kunt u lage of normale open<br />
spanning (open circuit voltage) kiezen.<br />
• Selectie ‘Vastvries-controle voor<br />
beklede elektroden’ (zie hoofdstuk 5-9) −<br />
Als deze functie is ingeschakeld en de<br />
f<br />
laselektrode zit vast, dan wordt de<br />
lasuitgangsspanning uitgeschakeld<br />
teneinde te proberen de elektrode te<br />
behouden voor hergebruik.<br />
• Beperkingsfuncties (zie hoofdstuk 5-9) −<br />
Hiermee kunt u de beperking aan en uit<br />
schakelen en de beperkingsniveaus<br />
afstellen.<br />
• Instellingen meterweergave (zie hoofdstuk<br />
5-10) – Hiermee kunt u de meters instellen<br />
om de lasspanning en de<br />
stroomsterkte te tonen, of een leeg<br />
scherm tijdens pulserend lassen. U kunt<br />
ook kiezen tussen vooringestelde piek−<br />
of gemiddelde stroom bij pulserend DC−<br />
TIG lassen.<br />
• DC-meter kalibratie (zie hoofdstuk 5-11)<br />
− Hiermee kunt u de spanning en stroom<br />
van de gelijkstroommeter kalibreren.<br />
Om de geavanceerde functies te verlaten<br />
moet u de Stroomsterkte (A)-schakelaar<br />
indrukken en ingedrukt houden en dan<br />
op de Gas/Dig-schakelaar drukken.<br />
1<br />
3
5-2. Programmeerbare TIG-startparameters<br />
Elke geheugen- en elke polariteitskeuze heeft zijn eigen programmeerbare parameters.<br />
A. Wolfraamkeuze<br />
Stroom (A)<br />
Starttijd<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Voorinstelling TIG-startparameters<br />
Kies met de instelknop om de wolfraamdiameter<br />
uit de volgende mogelijkheden:<br />
0,020 (0,5mm), 0,040 (1mm), 0,062 (1/16<br />
inch of 1,6mm), 0,094 (3/32 inch of 2,4mm),<br />
TUNG .094<br />
Startstroomsterkte<br />
Start<br />
oplooptijd<br />
of 0,125 (1/8 inch of 3,2 mm) 0,156 (5/32<br />
inch), 0,187 (3/16 inch.), [.250 (1/4 inch) alleen<br />
700−modellen], (0,094 is de<br />
standaardinstelling). Wanneer een van de<br />
aangegeven wolfraamdiameters wordt gekozen,<br />
worden de volgende TIG-startparameters<br />
vooringesteld: stroomsterkte,<br />
starttijd, start−oplooptijd en de vooringestelde<br />
minimum stroomsterkte. Er is een<br />
3<br />
Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
2<br />
aparte groep parameters voor gelijkstroom<br />
en wisselstroom (zie hoofdstuk C voor<br />
het kiezen van de polariteit).<br />
Als het noodzakelijk of gewenst is om<br />
de TIG−startparameters handmatig<br />
in te stellen, verdraai dan de instelknop tot<br />
er GEN op de ampèremeter staat (zie hoofdstuk<br />
B).<br />
1<br />
OM−216 869 Pagina 53
B. De keuze van GEN<br />
TUNG GEN<br />
Stroom (A)<br />
Stroom (A)<br />
Starttijd<br />
Starttijd<br />
OM−216 869 Pagina 54<br />
120 Amp<br />
60 Amp<br />
Startstroomsterkte<br />
20 ms<br />
Startstroomsterkte<br />
1 ms<br />
2<br />
GEN GEN standaard standaard AC AC TIG−startparameterverhoudingen<br />
TIG−startparameterverhoudingen<br />
Start−oplooptijd<br />
10 mS<br />
GEN standaard DC TIG−startparameterverhoudingen<br />
Start−oplooptijd<br />
40 ms<br />
1<br />
3<br />
Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
5 Amp<br />
Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
5 Amp<br />
1 Instelknop<br />
2 Ampèremeter<br />
3 Drukschakelaar voor<br />
stroomsterkte<br />
Als [GEn] wordt gekozen en wordt<br />
weergegeven op de ampèremeter,<br />
dan zijn de TIG−startparameters<br />
voor 0,094 (2,4mm) wolfraam<br />
de standaard parameters. Deze<br />
zijn als volgt voor AC: startpolariteit<br />
= EP, startstroomsterkte = 120 A,<br />
starttijd = 20 ms, start−oplooptijd<br />
= 10 ms, vooringestelde minimum<br />
stroomsterkte = 5 A. Voor DC<br />
polariteit zijn ze: startpolariteit<br />
= EN, startstroomsterkte = 60 A,<br />
starttijd = 1 ms, start−slopetijd<br />
= 40 ms, vooringestelde minimum<br />
stroomsterkte = 5 A. Deze<br />
parameters kunnen handmatig<br />
worden gewijzigd door op de<br />
stroomsterkteschakelaar te drukken<br />
en alle instelbare parameters<br />
te doorlopen. Zie hoofdstuks C, D,<br />
E, F, en G voor het wijzigen van<br />
parameters.
C. De programmeerbare TIG-startpolariteit wijzigen<br />
Stroom (A)<br />
Start<br />
polariteit<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Ga als volgt te werk om de<br />
TIG−startpolariteit af te stellen:<br />
POL En<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />
De LED van de schakelaar gaat branden<br />
evenals de percentage−LED van de meter.<br />
De startpolariteit van de stroom, (SEL] [E−]<br />
of [SEL] [EP] wordt op de meters getoond<br />
en kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk<br />
4-15) door de regelknop te verdraaien.<br />
D. De programmeerbare TIG-startstroomsterkte wijzigen<br />
Stroom (A)<br />
Start<br />
stroomsterkte<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Ga als volgt te werk om de<br />
TIG−startstroomsterkte af te stellen:<br />
STRT 20A<br />
3<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />
De LED van de schakelaar gaat branden<br />
evenals de A−LED van de meter.<br />
De huidige startstroom is op de<br />
ampèremeter te zien en kan worden<br />
bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15) door de<br />
regelknop te verdraaien.<br />
3<br />
2<br />
Ga verder bij hoofdstuk D voor het wijzigen<br />
van de startstroom.<br />
2<br />
1<br />
Ga verder bij hoofdstuk E voor het wijzigen<br />
van de starttijd.<br />
1<br />
OM−216 869 Pagina 55
E. De programmeerbare starttijd wijzigen<br />
Stroom (A)<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
OM−216 869 Pagina 56<br />
Starttijd<br />
TIME 10m<br />
F. De start-oplooptijd wijzigen<br />
Stroom (A)<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Ga als volgt te werk om de start−oplooptijd<br />
bij te stellen:<br />
SSLP 20m<br />
Start−oplooptijd<br />
3<br />
Ga als volgt te werk om de<br />
programmeerbare starttijd af te stellen:<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />
De S−LED van de schakelaar gaat<br />
branden. De huidige starttijd is op de<br />
3<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />
De LED van de schakelaar gaat branden<br />
evenals de S−LED van de meter.<br />
De huidige startstroom is op de<br />
ampèremeter te zien in milliseconden en<br />
1<br />
2<br />
ampèremeter in milliseconden te zien en<br />
kan worden bijgesteld door de instelknop te<br />
verdraaien (zie hoofdstuk 4-15).<br />
Ga verder bij hoofdstuk F voor het wijzigen<br />
van de start−oplooptijd.<br />
2<br />
1<br />
kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15)<br />
door de instelknop te verdraaien.<br />
Ga verder bij hoofdstuk G voor het wijzigen<br />
van de vooringestelde minimum<br />
stroomsterkte.
G. De vooringestelde minimum stroomsterkte wijzigen<br />
Stroom (A)<br />
1 Drukschakelaar voor stroomsterkte<br />
2 Instelknop<br />
3 Ampèremeter<br />
Ga als volgt te werk om de vooringestelde<br />
minimum stroomsterkte bij te stellen:<br />
PMIN 5A<br />
3<br />
Vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar.<br />
De LED van de schakelaar gaat branden<br />
evenals de A−LED van de meter.<br />
De huidige startstroom is op de<br />
ampèremeter te zien in milliseconden en<br />
kan worden bijgesteld (zie hoofdstuk 4-15)<br />
door de instelknop te verdraaien.<br />
De vooringestelde minimum stroomsterkte<br />
kan afzonderlijk worden ingesteld voor AC<br />
en DC.<br />
2<br />
1<br />
De stroomsterkte die als<br />
vooringestelde minimum<br />
stroomsterkte wordt gekozen word de<br />
minimum stroomsterkte die de<br />
machine zal leveren als wissel−<br />
of gelijkstroom.<br />
OM−216 869 Pagina 57
5-3. Output-regeling en toortsschakelaarfuncties<br />
A. Afstandsbediende (standaard) toortsbediening<br />
Stroom (A)<br />
Voorgas<br />
P/H<br />
OM−216 869 Pagina 58<br />
Startstroom<br />
P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden<br />
R = De toortsschakelaar loslaten.<br />
Hoofdstroom<br />
Up−slope tijd Uitkratertijd<br />
R<br />
Schakelaar<br />
(constant in)<br />
Eindstroom<br />
Nagas<br />
R<br />
Voet of hand<br />
Afstandsbediening<br />
Als er een afstandsbediening voor de stroomsterkte (voet- of handbediening) is aangesloten op lasstroombron, worden de<br />
startstroom-, up-slope-, uitkratertijd- en eindstroomfunctie geregeld door de afstandsbediening.<br />
B. Afstandsbediende 2−takt toortsbediening<br />
Stroom (A)<br />
Voorgas<br />
P/R<br />
Startstroom<br />
Hoofdstroom<br />
Up−slope tijd Uitkratertijd<br />
P&R = De toortsschakelaar indrukken en loslaten.<br />
Als de toortsschakelaar langer dan 3 seconden wordt ingedrukt,<br />
schakelt de bediening over naar de RMT STD (afstandsbediening standaard) functie.<br />
P/R<br />
Eindstroom<br />
Nagas
C. 3-takt met houdfunctie<br />
Stroom (A)<br />
1 3T (specifieke toortsschakelaarbediening)<br />
Sequence is nodig voor herconfiguratie naar 3T.<br />
3T vereist een specifiek type<br />
afstandsbediening met twee onafhankelijke<br />
kortstondig-contactschakelaars. De ene<br />
wordt aangewezen als de startschakelaar en<br />
moet worden aangesloten tussen pennen A<br />
en B van de 14-pens contrastekker. De tweede<br />
wordt aangewezen als de eindschakelaar<br />
en moet worden aangesloten tussen pennen<br />
D en E van de 14-pens contrastekker.<br />
2 Instelknop<br />
Draai de regelknop om 3T te selecteren.<br />
Definities:<br />
Up-slope-snelheid is de snelheid<br />
van de stroomsterkteverandering zoals<br />
bepaald door de startstroom, de up-slope-tijd<br />
en de hoofdstroom.<br />
Uitkratersnelheid is de snelheid<br />
van de stroomsterkteverandering zoals<br />
bepaald door de hoofdstroom, de uitkratertijd<br />
en de eindstroom.<br />
*<br />
RMT 3T<br />
(afstandsbediend)<br />
*<br />
Bediening met toortsschakelaar<br />
*<br />
*<br />
A B C D E<br />
Voorgas Startstroom/Up−slope tijd Hoofdstroom Uitkratertijd/Eindstroom Nagas<br />
* De boog kan op elk moment worden gedoofd door de start- en de eindschakelaar tegelijk in te drukken of door de toorts<br />
op te tillen en de boog af te breken.<br />
Bediening:<br />
A. Druk op de startschakelaar en laat hem<br />
binnen 3/4 seconde los om gasstroom<br />
te krijgen. Druk op de eindschakelaar<br />
en laat hem los om de voorgassequence<br />
te stoppen voordat de voorgastijd is<br />
verstreken (25 seconden). De voorgastimer<br />
wordt gereset en de lassequence kan<br />
weer worden gestart.<br />
Als de startschakelaar niet opnieuw wordt<br />
gesloten voor het einde van het voorgas,<br />
stopt de gasstroom, wordt de timer gereset<br />
en is het nodig om de startschakelaar<br />
in te drukken en weer los te laten<br />
om de lassequentie weer te starten.<br />
B. Druk op de startschakelaar om een boog<br />
te starten op de startstroomsterkte. Als de<br />
schakelaar wordt vastgehouden verandert<br />
de stroomsterkte met de snelheid van de<br />
up-slope (laat de schakelaar los om te<br />
lassen op het gewenste ampèreniveau).<br />
*<br />
1<br />
*<br />
*<br />
2<br />
C. Wanneer het hoofdampèreniveau wordt<br />
bereikt, kan de ontstekingsschakelaar<br />
worden losgelaten.<br />
D. Druk op de eindschakelaar en houd hem<br />
vast om de stroomsterkte te verlagen op het<br />
uitkraterniveau (laat de schakelaar los om<br />
te lassen op het gewenste ampèreniveau).<br />
E. Wanneer het eindampèreniveau wordt<br />
bereikt, dooft de boog en stroomt<br />
er beschermgas gedurende de tijd die is<br />
ingesteld met de nagasregeling.<br />
Toepassing:<br />
= 3T<br />
Door het gebruik van twee schakelaars<br />
in plaats van potmeters biedt 3T de operator<br />
de mogelijkheid om de stroomsterkte<br />
oneindig te verhogen en te verlagen<br />
of te pauzeren en de stroomsterkte binnen<br />
het bereik te houden dat is bepaald<br />
door begin-, hoofd- en eindstroomsterkte.<br />
OM−216 869 Pagina 59
D. 4T met houdfunctie<br />
RMT 4T = 4T<br />
(afstandsbediend)<br />
Stroom (A)<br />
Voorgas<br />
Startstroom<br />
OM−216 869 Pagina 60<br />
Hoofdstroom<br />
Up−slope tijd<br />
1<br />
Toortsbediening 4-takt<br />
1 4T Specifieke toortsschakelaarbediening<br />
2 Instelknop<br />
Draai de regelknop om 4T te selecteren.<br />
De toortsbediening verloopt als geïllustreerd.<br />
Met 4T kan de lasser kan omschakelen tussen de lasstroom en<br />
de eindstroom<br />
Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />
lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />
afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door de<br />
lasbron geregeld.<br />
Toepassing:<br />
Deze functie gebruiken als een afstandsbediening wenselijk is,<br />
maar er alleen een aan/uit-toortsschakelaar voorhanden is.<br />
Uitkratertijd<br />
Eindstroom<br />
P/H R P/R<br />
P/R P/H R<br />
P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = De toortsschakelaar loslaten;<br />
P&R = De toortsschakelaar indrukken en binnen 3/4 seconde loslaten<br />
E. Mini Logic functie<br />
RMT 4TL Mini Logic<br />
(afstandsbediend)<br />
Voorgas<br />
Up−slope tijd<br />
Startstroom<br />
*<br />
2<br />
Nagas<br />
1 2<br />
1 Mini Logic-scherm<br />
2 Instelknop<br />
=<br />
Draai de regelknop om Mini Logic te selecteren.<br />
De toortsbediening verloopt als geïllustreerd.<br />
In Mini Logic kan de lasser schakelen tussen de up-slope<br />
of de hoofdstroom en de startstroom,. De eindstroomfunctie<br />
is niet beschikbaar. De uitkraterfunctie daalt altijd<br />
tot de minimum stroomsterkte en beëindigt de cyclus.<br />
Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />
lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />
afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door<br />
de lasbron geregeld.<br />
Toepassing: Deze functie gebruiken indien een<br />
Toortsbediening 4-takt afstandsbediening wenselijk is, maar enkel een aan/uit<br />
toortsschakelaar voorhanden is.<br />
*<br />
Hoofdstroom<br />
*<br />
*<br />
Uitkratertijd<br />
P/H R P/R P/R P/R P/R P/R P/H<br />
P&H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = De toortsschakelaar loslaten;<br />
P&R = De toortsschakelaar indrukken en binnen 3/4 seconde loslaten<br />
* = De boog kan op elk moment worden gedoofd bij de uitkratersnelheid door op de toortsschakelaar te drukken en hem ingedrukt te houden<br />
Nagas
F. Werking 4T Kortstondig<br />
RMT 4TE 4T Kortstondig<br />
(afstandsbediend)<br />
Stroom (A)<br />
Voorgas<br />
Startstroom<br />
1<br />
2<br />
=<br />
hoofdstroom<br />
Hoofdstroom<br />
Up−slope tijd Uitkratertijd<br />
1 Meterscherm 4T Kortstondig<br />
2 Instelknop<br />
Draai de regelknop om 4T Kortstondig te selecteren.<br />
De toortsbediening bij 4T Kortstondig verloopt zoals wordt<br />
aangegeven.<br />
Als er een afstandsbediening aangesloten is op de<br />
lasstroombron, regel de lascyclus dan met de<br />
afstandsbedieningsschakelaar. De stroom wordt door<br />
de lasbron geregeld.<br />
Toepassing:<br />
Gebruik de 4T Kortstondig-functie wanneer de functies<br />
van een afstandsbediening wenselijk zijn, maar er alleen<br />
een afstandsbediende aan/uit-schakelaar voorhanden is.<br />
P&R = De toortsschakelaar indrukken en loslaten; * = Als hij wordt ingedrukt en losgelaten tijdens de uitkratertijd,<br />
wordt de boog onderbroken en gaat het nagas in<br />
Wanneer de toortsschakelaar voor het eerst wordt ingedrukt en losgelaten: Als de toortsschakelaar<br />
meer dan 3 seconden wordt vastgehouden, eindigt de cyclus van de toortsschakelaar.<br />
Eindstroom<br />
P/R P/R P/R P/R<br />
P/R<br />
*<br />
Nagas<br />
OM−216 869 Pagina 61
G. Toortsschakelbediening aan<br />
Spanning (V)<br />
Stroom (A)<br />
Stroom (A)<br />
OM−216 869 Pagina 62<br />
Aanraakvuldraad<br />
Elektrode<br />
Contactstroom<br />
Contact maken<br />
met wolfraam<br />
2 sec.<br />
Startstroomsterkte Up−slope tijd<br />
Het wolfraam optillen<br />
een stukje<br />
*Wordt actief als de puntlastijd is ingeschakeld.<br />
AAN<br />
Stick (vuldraad)<br />
Optillen<br />
Hoofdstroom<br />
Hefvuldraad<br />
Elektrode<br />
*Uitkratertijd<br />
Het wolfraam optillen<br />
*Eindstroom
5-4. AC golfvormkeuze (alleen Dynasty-modellen)<br />
1<br />
1<br />
Wisselstroom<br />
(AC)<br />
1 Memory-schakelaar<br />
Elke geheugenlocatie kan een van de vier<br />
golfvormen selecteren.<br />
2 Instelknop<br />
Selecteer met behulp van de instelknop op<br />
een van de negen geheugenlocaties tussen<br />
geavanceerde blokgolf [ADVS], zachte<br />
blokgolf [SOFT] (standaardinstelling),<br />
sinusgolf [Sine] of driehoeksgolf [TRI].<br />
= geavanceerde blokgolf<br />
Zacht<br />
Tijdens normaal bedrijf, als EN of EP<br />
stroomsterkte is geselecteerd, toont<br />
het linker parameterscherm de actieve<br />
golfvorm [ADVS],, [Soft], [Sine] of [TRI]<br />
en de onafhankelijke amplitudeselectie<br />
(zie hoofdstuk 5-5) als geheugensteuntje.<br />
Toepassing: Gebruik de geavanceerde<br />
blokgolf als u een gerichtere boog nodig<br />
= zachte blokgolf<br />
= sinusgolf = driehoeksgolf<br />
hebt voor betere richtbaarheid. Gebruik de<br />
zachte blokgolf als u een zachtere boog en<br />
een vloeibaarder lasbad wilt hebben. Gebruik<br />
de sinusgolf om een conventionele<br />
stroombron te simuleren. Gebruik<br />
de driehoeksgolf wanneer u de effecten<br />
van piekstroom met een lagere totaal<br />
warmtetoevoer wilt hebben om te helpen om<br />
vervorming bij dunne materialen<br />
te beheersen.<br />
2<br />
OM−216 869 Pagina 63
5-5. Onafhankelijke amplitudeselectie<br />
ENEP Dezelfde<br />
5-6. Puntlassen ingeschakeld<br />
Puntlassen Uit<br />
5-7. Selectie openspanning (OCV) beklede elektrodelassen<br />
1 Instelknop<br />
2 Meterscherm<br />
Draai de instelknop om te wisselen Lage<br />
OCV en Normale OCV. De actieve selectie<br />
wordt getoond op de meters.<br />
OM−216 869 Pagina 64<br />
OCV<br />
2<br />
2<br />
LAAG<br />
Wanneer beklede elektrode met lage OCV<br />
wordt geselecteerd, dan is de openspanning<br />
tussen 9 en 14 volt. Wanneer beklede<br />
elektrode met normale OCV wordt<br />
geselecteerd, dan is de openspanning<br />
circa 72 volt.<br />
2<br />
1<br />
3<br />
1 Instelknop<br />
2 Parameterselectie op ampèremeter<br />
Draai de instelknop om te wisselen tussen<br />
dezelfde [Same] en onafhankelijke [INDP]<br />
amplitudeafstelling.<br />
1<br />
Toepassing: Gebruik ‘dezelfde’ als u<br />
dezelfde stroomsterkte wilt hebben voor<br />
zowel de elektrode negatief (EN) als de<br />
elektrode positief (EP) helft van de cyclus.<br />
Gebruik ‘onafhankelijk’ als u verschillende<br />
stroomsterktes wilt instellen voor beide<br />
helften van de lascyclus voor meer<br />
controle over de reinigingshandeling en<br />
een langere levensduur van het wolfraam<br />
(zie hoofdstuk 4-13).<br />
1 Instelknop<br />
2 Parameterselectie<br />
op ampèremeter<br />
3 Drukschakelaar<br />
voor stroomsterkte<br />
Draai de instelknop om Puntlassen<br />
aan en uit te schakelen. Als hij aan is,<br />
ga dan uit de instelfunctie en druk<br />
tweemaal op de Stroomsterkteschakelaar<br />
en draai de regelknop<br />
om de puntlastijd in te stellen. De<br />
fabrieksinstelling voor de puntlastijd<br />
is nul voor beide programma’s.<br />
Puntlassen aan werkt alleen in RMT<br />
STD en RMT 2T Hold. Wanneer er<br />
een voetregeling is aangesloten,<br />
wordt de stroomsterkte bij de<br />
machine geregeld niet door een<br />
afstandbediening.<br />
Toepassing: Wordt gebruikt voor<br />
hechtlassen en het lassen van dun<br />
plaatmateriaal<br />
Toepassing: Gebruik een lage<br />
openspanning voor de meeste bekledeelektrodetoepassingen.<br />
Gebruik normale<br />
openspanning voor lastig te onsteken<br />
beklede elektrodes of, indien nodig, voor<br />
uw specifieke toepassing.<br />
1
5-8. Selectie ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’<br />
1 Instelknop<br />
2 Display voor de keuze van de<br />
parameters van de ampèremeter<br />
Verdraai de instelknop om op het display<br />
te kiezen tussen ‘Vastvries-controle voor<br />
beklede elektroden’ [AAN] of [UIT].<br />
Als ‘Vastvries-controle voor beklede elektroden’<br />
is ingeschakeld en de laselektrode<br />
STUC<br />
ON<br />
2<br />
zit vast, dan wordt de lasuitgangsspanning<br />
uitgeschakeld.<br />
Toepassing: Bij de meeste beklede<br />
elektroden-toepassingen moet u deze<br />
functie uitzetten. Als de ‘Vastvries-controle’ is<br />
ingeschakeld en de laselektrode zit vast,<br />
dan wordt de lasuitgangsspanning<br />
uitgeschakeld teneinde te proberen de<br />
elektrode te behouden voor hergebruik. Dit<br />
geeft de lasser de gelegenheid om de<br />
1<br />
elektrode los te maken of uit de elektrodetang<br />
te halen zonder dat er een lasboog<br />
ontstaat. Schakel ‘Vastvries-controle’<br />
in als deze functie gewenst is.<br />
Bij sommige toepassingen moet<br />
de ‘Vastvries-controle’-functie<br />
uitgeschakeld zijn, bijvoorbeeld bij<br />
grote beklede-elektroden die op hoge<br />
stroomsterkten werken.<br />
OM−216 869 Pagina 65
5-9. Beperkingsniveaus<br />
A. Instellen van de beperkingsniveaus<br />
OM−216 869 Pagina 66<br />
1<br />
2<br />
Vergrendelen<br />
Code<br />
Zie hoofdstuk 4-1 om de verklaring van de bedieningsfuncties<br />
vermeld in deze hoofdstuk 5-9.<br />
Er zijn vier (1−4) verschillende beperkingsniveaus. Elk volgend niveau<br />
geeft de lasser minder flexibiliteit.<br />
Zorg ervoor dat voor het instellen van de beperkingsniveaus de<br />
juiste instellingen van de parameters en de juiste procedures<br />
gevolgd worden. Het instellen van de parameters is beperkt<br />
wanneer de beperkingsniveaus geselecteerd zijn.<br />
Ga als volgt te werk om het beperkingsniveau in te schakelen:<br />
1 Instelknop<br />
2 Stroomsterkteschakelaar (A)<br />
Druk op de Stroomsterkteschakelaar (A) om te wisselen tussen<br />
de vergrendeling en de codeweergaves. Blijf doorgaan tot de code<br />
wordt getoond.<br />
Draai de regelknop om een beperkingscodenummer te selecteren.<br />
Het codenummer verschijnt op de ampèremeter. Kies een getal<br />
Schakelaar<br />
Schakelaar<br />
UIT<br />
UIT<br />
Selecteer het beperkingsniveau<br />
1, 2, 3 of 4<br />
Selecteer het codenummer<br />
1 t/m 999<br />
van [1] t/m [999]. BELANGRIJK: onthoud dit codenummer; u hebt<br />
het nodig om de beperking weer uit te schakelen.<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar (A) tot de beperking wordt<br />
getoond op het scherm. U kunt nu een beperkingsniveau selecteren.<br />
U kunt kiezen uit vier beperkingsniveaus. Verdraai de regelknop<br />
om een beperkingsniveau te selecteren (zie hoofdstuk 5-9B voor<br />
de beschrijvingen van het beperkingsniveau).<br />
Als de gewenste drie cijfers zijn ingevoerd en er is een<br />
beperkingsniveau geselecteerd, verlaat dan Geavanceerde functies<br />
(zie hoofdstuk 5-1).<br />
Ga als volgt te werk om het beperkingsniveau weer uit te<br />
schakelen:<br />
Voer met de instelknop hetzelfde codenummer in te voeren dat was<br />
gebruikt om de beperking in te schakelen.<br />
Druk op de stroomsterkteschakelaar (A). Het scherm<br />
op de ampèremeter (rechts) verandert in [OFF]. De beperking is<br />
nu uitgeschakeld.
B. Beperkingsniveaus<br />
L2<br />
L2 L2 L1 L3<br />
A<br />
B<br />
K<br />
J<br />
I<br />
C L N H<br />
D M G<br />
E F<br />
Zorg ervoor dat voor het instellen van de<br />
beperkingsniveaus de juiste instellingen<br />
van de parameters en de juiste<br />
procedures gevolgd worden. Het<br />
instellen van de parameters is beperkt<br />
wanneer de beperkingsniveaus<br />
geselecteerd zijn.<br />
Niveau 1<br />
De afstandsbediening van de<br />
lasstroom is niet mogelijk in niveau 1.<br />
TIG-uitgang selectie<br />
Als het TIG HF-puls- of het TIG Lift<br />
Arc-proces (zie hoofdstuk 4-7) actief was<br />
op het moment dat beperkingsniveau 1 werd<br />
geactiveerd, kan de operator kiezen tussen<br />
RMT STD (afstandsbediend standaard)<br />
en RMT 2T HOLD (afstandsbediend 2T<br />
met houdfunctie) (zie hoofdstuk 4-9). De<br />
Aan-functie is ook beschikbaar als TIG Lift<br />
Arc actief was.<br />
De uitgangsselectie van beklede elektrode<br />
Als beklede elektrode actief was op<br />
het moment dat beperkingsniveau 1 werd<br />
geactiveerd, kan de operator kiezen tussen<br />
RMT STD en Aan.<br />
Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />
beperkt door beperkingsniveau 1, is [LOCK]<br />
Niveaus 1, 2 en 3<br />
Niveau 4<br />
L3<br />
[LEV1] te zien op het scherm als<br />
geheugensteuntje.<br />
Niveau 2<br />
De afstandsbediening van de<br />
lasstroom is niet mogelijk in niveau 2.<br />
Omvat alle functies van niveau 1 plus<br />
de Memory-, polariteits- en proceskeuze<br />
(zie hoofdstuks 4-6 en 4-7).<br />
Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />
beperkt door beperkingsniveau 2, is [LOCK]<br />
[LEV2] te zien op het scherm als<br />
geheugensteuntje.<br />
Niveau 3<br />
De afstandsbediening van de<br />
lasstroom is niet mogelijk in niveau 3.<br />
Dit niveau heeft dezelfde functies als<br />
niveaus 1 en 2, plus de volgende extra<br />
functies:<br />
De lasstroom kan bijgeregeld worden<br />
binnen +/− 10 % van de vooringestelde<br />
TIG- of beklede<br />
elektrode-lasstroomwaarde.<br />
Kies het gewenste proces, TIG of beklede<br />
elektrode en stel met de regelknop<br />
de stroomsterkte in op +/− 10% van de<br />
Stel de stroomsterke met de instelknop in op<br />
+/− 10 % van de vooringestelde waarde.<br />
Geeft aan welke functies beschikbaar zijn<br />
voor het bijbehorende beperkingsniveau.<br />
vooringestelde waarde tot de limiet van de<br />
machine. Als de lasser buiten de +/− 10%<br />
probeert te gaan, is [LOCK][LEV3] te zien<br />
op het scherm van de ampèremeter<br />
(rechts) als geheugensteuntje.<br />
Pulseren aan/uit<br />
Geeft de lasser de mogelijkheid te pulseren<br />
of niet.<br />
Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />
beperkt door beperkingsniveau 3, is [LOCK]<br />
[LEV3] te zien op het scherm als<br />
geheugensteuntje.<br />
Niveau 4<br />
Niveau 4 heeft dezelfde functies als niveau<br />
3, plus de volgende extra functie:<br />
Afstandsbediening van de lasstroom<br />
Geeft de mogelijkheid een afstandsbediening<br />
te gebruiken. De afstandsbediening regelt<br />
van de minimum waarde van de stroombron<br />
tot de vooringestelde waarde op het<br />
frontpaneel. De afstandsbediening aansluiten<br />
volgens hoofdstuk 3-13.<br />
Als de parameterwijziging of -keuze wordt<br />
beperkt door beperkingsniveau 4, is [LOCK]<br />
[LEV4] te zien op het scherm als<br />
geheugensteuntje.<br />
OM−216 869 Pagina 67
5-10. Het systeem zo instellen dat er niets op de meters staat tijdens pulserend lassen<br />
1 Instelknop<br />
2 Keuzedisplay voor de parameters<br />
op de ampèremeter<br />
Draai de regelknop om te wisselen tussen<br />
spanning/stroomsterkte [V/A] en [OFF]<br />
op de meter.<br />
[V/A]<br />
De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />
piekstroom voor zowel de DC als de AC−<br />
TIG pulserend. Tijdens pulserend lassen<br />
op één puls per seconde en daarboven in<br />
DC− TIG, tonen de meters de gemiddelde<br />
5-11. DC-meter kalibratie<br />
1 Instelknop<br />
2 Display voor de keuze van de<br />
parameters van de ampèremeter<br />
De stroomsterkte kalibreren:<br />
Het kalibratiebereik voor de stroomsterkte<br />
is ±10 A.<br />
Om de ampèremeter van de machine te<br />
kalibreren met een ampèremeter van een<br />
belastingskast, moet u het ampèreverschil<br />
tussen de ampèremeter van de machine en die<br />
van de belastingskast erbij optellen of aftrekken.<br />
OM−216 869 Pagina 68<br />
METR<br />
MCAL<br />
V/A<br />
spanning en stroomsterkte. Tijdens pulserend<br />
lassen op AC−TIG is de meter mogelijk<br />
niet stabiel en moet u de waarden alleen<br />
beschouwen als “bij benadering”.<br />
[OFF]<br />
De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />
piekstroom voor zowel AC als de DC−<br />
TIG−pulserend. De meters tonen [PULS]<br />
[WELD] tijdens pulserend lassen. De<br />
houdfunctie van de meter wordt uitgeschakeld.<br />
In een niet−pulserende<br />
lasstand wordt de lasspanning en de<br />
OA<br />
MCAL OV<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Machine− Belastings− Instellen<br />
meter kast meter op MCAL<br />
Ampère<br />
100 A 105 A +5 A<br />
100 A 95 A −5 A<br />
3 Druktoets voor stroomsterkte<br />
4 Display voor de keuze van de<br />
spannings-parameters<br />
De spanning kalibreren:<br />
Het kalibratiebereik voor de spanning is<br />
±9,9 volts.<br />
2<br />
2<br />
4<br />
1<br />
stroomsterkte getoond en heeft geen invloed<br />
op de houdfunctie van de meter.<br />
[AVG]<br />
De vooringestelde stroomsterkte toont de<br />
gemiddelde stroom voor DC−TIG pulserend<br />
en de piekstroom voor de AC− TIG−<br />
pulsered. Tijdens pulserend lassen op één<br />
puls per seconde en daarboven in DC−TIG<br />
tonen de meters de gemiddelde spanning<br />
en stroomsterkte. Tijdens pulserend<br />
lassen in AC− TIG is de meter mogelijk niet<br />
stabiel en moet u de waarden alleen<br />
beschouwen als “bij benadering”<br />
Druk om de spanning te kalibreren op de<br />
spanningstoets. Op het display verschijnt<br />
[MCAL] [OV] .<br />
Om de spanningsmeter van de machine te kalibreren<br />
met een spanningsmeter van een belastingskast,<br />
moet u het spanningsverschil<br />
tussen de spanningsmeter van de machine en<br />
die van de belastingskast erbij optellen of ervan<br />
aftrekken. Bijvoorbeeld:<br />
Machine− Belastings− Instellen<br />
meter kastmeter op MCAL<br />
Volt<br />
10,0 V 10,5 V +0,5 V<br />
10,0 V 9,5 V −0,5 V<br />
3<br />
1
HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD EN STORINGEN<br />
VERHELPEN<br />
6-1. Routineonderhoud<br />
A. Lasstroombron<br />
Elke drie<br />
maanden<br />
Elke drie<br />
maanden<br />
Elke zes<br />
maanden<br />
B. Koeler<br />
Elke 3<br />
maanden<br />
Elke 6<br />
maanden<br />
Elke 12<br />
maanden<br />
! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.<br />
= Controleren = Verversen = Reinigen Δ = Repareren = Vervangen<br />
* Moet worden verricht door een door de fabriek geautoriseerd servicebedrijf<br />
Labels Gasslangen<br />
Δ Kabels en snoeren<br />
Lasklemmen<br />
0,010<br />
(0,254 mm)<br />
:Maandelijks reinigen bij zwaar gebruik. * De elektrodeafstand bijstellen of reinigen<br />
= Controleren = Verversen = Reinigen Δ = Repareren = Vervangen<br />
* Moet worden verricht door een door de fabriek geautoriseerd servicebedrijf<br />
Slangen<br />
Ververs de koelvloeistof.<br />
Koelvloeistoffilter, vaker<br />
reinigen bij intensief gebruik.<br />
Labels<br />
Blaas de koelribben<br />
van de warmtewisselaar uit<br />
Controleer het koelvloeistofpeil. Bijvullen<br />
met gedistilleerd of gedeïoniseerd water indien nodig.<br />
OM−216 869 Pagina 69
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen<br />
6-3. Onderhoud van de koelvloeistof<br />
1<br />
OM−216 869 Pagina 70<br />
! De kast niet verwijderen<br />
als u de binnenzijde van<br />
het apparaat schoonblaast.<br />
Om het apparaat schoon te blazen<br />
moet u de luchtstroom<br />
op de afgebeelde wijze door<br />
het ventilatiekanaal blazen.<br />
m30 kruiskop<br />
803 900-B<br />
! Haal het apparaat van de voeding<br />
vóór begin van het onderhoud.<br />
1 Filter voor koelvloeistof<br />
Schroef de filterhouder los om de filter<br />
te reinigen.<br />
Koelvloeistof verversen: tap de<br />
koelvloeistof af door het systeem naar<br />
achteren te kantelen of gebruik een<br />
zuigpomp. Vullen met schoon water en<br />
10 minuten laten draaien. Weer<br />
aftappen en vullen met koelvloeistof<br />
(zie hoofdstuk 3-21).<br />
Als u slangen vervangt, gebruik<br />
dan slangen die compatibel zijn<br />
met ethyleenglycol, bijv. Buna-n,<br />
Neoprene of Hypalon. LET OP:<br />
Oxy-acetyleen slangen zijn niet<br />
compatibel met producten die<br />
ethyleenglycol bevatten.<br />
Benodigde gereedschappen:<br />
804 649-A / Ref. 801 194
6-4. Storingen<br />
A. Helpschermen voltmeter/ampèremeter en koeler<br />
1<br />
Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde<br />
van het apparaat. Alle schakelingen<br />
waarnaar wordt verwezen bevinden<br />
zich in het apparaat.<br />
1 Typisch voorbeeld van getallen op<br />
het hulpscherm van de voltmeter/<br />
ampèremeter − de getallen in de “30”<br />
zijn voor 350 modellen of voor de<br />
bovenste motor van 700 modellen.<br />
De getallen in de “40” zijn voor de<br />
onderste motor van 700 modellen.<br />
Hulpscherm 30<br />
Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />
verbinding is in het thermische<br />
beveiligingscircuit in de invoerinductor van<br />
het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />
dan contact op met een door de fabrikant<br />
erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 31<br />
V<br />
HELP 30<br />
Geeft een storing aan in de primaire<br />
stroomkring die is veroorzaakt door een te<br />
sterke stroom in het primaire IGBT-circuit.<br />
Als dit scherm te zien is, neem dan contact<br />
op met een door de fabrikant erkende<br />
service-agent.<br />
2 Typisch voorbeeld van tekstberichten<br />
op het hulpscherm van de voltmeter/<br />
ampèremeter. Er staat [TOP] (boven)<br />
of [BOT] (onder) achter het bericht<br />
om aan te geven welke motor het<br />
betreft op 700 modellen.<br />
[Over][Temp]<br />
Twee seconden aan, dan knippert er:<br />
[Sec] − Geeft aan dat de linkerkant van<br />
het apparaat oververhit is. Het apparaat<br />
heeft zichzelf uitgeschakeld om de ventilator<br />
de kans te geven het apparaat te koelen<br />
(zie hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />
afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />
[PRI] − Geeft aan dat de rechterkant<br />
van het apparaat oververhit is. Het apparaat<br />
heeft zichzelf uitgeschakeld om de ventilator<br />
de kans te geven het apparaat te koelen<br />
(zie hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />
afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />
[InD] − Geeft aan dat de invoerinductor<br />
oververhit is. Het apparaat heeft zichzelf<br />
uitgeschakeld om de ventilator de kans te<br />
geven het apparaat te koelen (zie<br />
hoofdstuk 3-4). Als het apparaat is<br />
afgekoeld, kunt u doorgaan met werken.<br />
[LOW][LINE]<br />
Geeft aan dat de ingangsspanning te laag<br />
is en dat het apparaat automatisch is<br />
uitgeschakeld. U kunt verder werken als de<br />
A<br />
Hulpscherm 32<br />
Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />
verbinding is in het thermische<br />
beveiligingscircuit aan de linkerzijde van<br />
het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />
dan contact op met een door de fabrikant<br />
erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 34<br />
Geeft aan dat er kortsluiting of een open<br />
verbinding is in het thermische<br />
beveiligingscircuit aan de rechterzijde van<br />
het systeem. Als dit scherm te zien is, neem<br />
dan contact op met een door de fabrikant<br />
erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 8<br />
Geeft een storing aan in de secundaire<br />
stroomkring van het apparaat. Er is sprake<br />
van een hoge nullast. Als dit scherm te zien<br />
is, neem dan contact op met een door de<br />
fabrikant erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 14<br />
Systeem niet gereed. Bus voor de primaire<br />
stroomkring niet volledig opgeladen.<br />
Hulpscherm 16<br />
Spanning op de secundaire klem te hoog.<br />
De laskabels rechttrekken of inkorten. Als<br />
dit het probleem niet verhelpt, neem dan<br />
contact op met een door de fabrikant<br />
erkende service-agent.<br />
spanning binnen het bedrijfsbereik is (±10%).<br />
Als dit scherm te zien is, laat een elektricien<br />
dan de ingangsspanning controleren.<br />
[HIGH][LINE]<br />
Geeft aan dat de ingangsspanning te hoog<br />
is en dat het apparaat automatisch is<br />
uitgeschakeld. U kunt verder werken als de<br />
spanning binnen het bedrijfsbereik is (±10%).<br />
Als dit scherm te zien is, laat een elektricien<br />
dan de ingangsspanning controleren.<br />
[REL][RMT]<br />
Geeft aan dat de trekker van de toorts<br />
ingedrukt is. Laat de trekker los om verder<br />
te gaan.<br />
[not][VALD]<br />
Duidt op een niet toegestane instelling<br />
op het voorpaneel.<br />
[AUTO][STop]<br />
Uitschakeling van de uitgangsspanning<br />
staat open, waardoor de lasspanning<br />
wegvalt maar het gas blijft stromen.<br />
[Out][LIMT]<br />
Duidt op een te sterke stroom in de primaire<br />
stroomkring. De uitgangsstroom wordt<br />
verlaagd om het trekken van de primaire<br />
stroom te verminderen. Druk een willekeurige<br />
drukknop in en verdraai de instelknop of<br />
start een boog om de laatste helptoestand<br />
op te heffen.<br />
Hulpscherm 20<br />
Geeft aan dat de stroomtoevoer voor de<br />
primaire aandrijvingen defect is. Als dit<br />
scherm te zien is, neem dan contact op met<br />
een door de fabrikant erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 21<br />
Geeft aan dat er een spannings- of<br />
stroomterugkoppeling is gedetecteerd met<br />
de contactschakelaar uitgeschakeld. Als dit<br />
scherm te zien is, neem dan contact op met<br />
een door de fabrikant erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 22<br />
Er is geen spanning of stroom met de<br />
contactschakelaar ingeschakeld. Als dit<br />
scherm te zien is, neem dan contact op met<br />
een door de fabrikant erkende service-agent.<br />
Hulpscherm 24<br />
Geeft aan dat er een probleem is met de<br />
voeding naar de besturings- en interfacekaart<br />
PC6. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door<br />
kortsluiting in pen A of pen B van de<br />
afstandsbediening.<br />
[ADV][AUTO]<br />
Duidt op een niet toegestane instelling<br />
op het voorste paneel omdat er een<br />
geavanceerde automatiseringskeuze actief is<br />
(zie hoofdstuk 5).<br />
[LOCK][LEV 1] 2, 3, or 4<br />
Duidt op een niet toegestane instelling<br />
op het voorste paneel omdat er<br />
een stroombeperkingskeuze actief is<br />
(zie hoofdstuk 5-9).<br />
[ERR][GND]<br />
Schakel de ingangsspanning uit en laat een<br />
gekwalificeerde monteur het apparaat<br />
nakijken. Om de fout te wissen moet u het<br />
apparaat uitschakelen en weer inschakelen.<br />
De foutcode wordt alleen getoond als<br />
de optie geïnstalleerd is en de fout zich<br />
voordoet.<br />
Err GND geeft aan dat er stroom staat op de<br />
groene of de groengele aardingsgeleider.<br />
Hierdoor wordt de lasuitgangsspanning<br />
van de machine uitgeschakeld.<br />
ERR GND kan worden veroorzaakt door<br />
een geleider die onder stroom staat<br />
en contact maakt met het chassis.<br />
ERR GND kan worden veroorzaakt doordat<br />
een werkklem niet is aangesloten op het<br />
werkstuk.<br />
OM−216 869 Pagina 71
B. Problemen oplossen, overzicht<br />
OM−216 869 Pagina 72<br />
Probleem Oplossing<br />
Geen uitgangsspanning voor het lassen;<br />
het apparaat werkt totaal niet.<br />
Geen uitgangsspanning om te lassen;<br />
de meter staat op ON.<br />
Onregelmatige of onjuiste<br />
lasuitgangsspanning.<br />
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de<br />
duplex contrastekker.<br />
De ventilator werkt niet. Opmerking: de<br />
ventilator draait alleen als afkoeling nodig<br />
is.<br />
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie hoofdstuk 3-10).<br />
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer<br />
in (zie hoofdstuk 3-10).<br />
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie hoofdstuk 3-10).<br />
Als er een afstandsbediening wordt gebruikt, zorg er dan voor dat het juiste proces wordt ingeschakeld om<br />
de uitgangsspanning te kunnen regelen bij de 14-pin contrastekker (indien van toepassing, zie hoofdstuk<br />
4-1 en 3-13).<br />
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie hoofdstuk 3-9).<br />
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.<br />
Het apparaat is oververhit en op het scherm staat [Over][Temp]. Laat het apparaat afkoelen met de<br />
ventilator aan (zie hoofdstuk 3-4).<br />
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie hoofdstuk 3-12).<br />
Reinig alle lasaansluitingen en zet ze vast.<br />
Stel de zekering CB1 opnieuw in (zie hoofdstuk 3-18).<br />
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.<br />
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.<br />
Dwalende boog Gebruik het juiste formaat wolfraam (zie hoofdstuk NO TAG).<br />
De wolfraam elektrode oxideert en blijft<br />
niet helder na het voltooien van de las.<br />
Gebruik goed voorbereid wolfraam (zie hoofdstuk 10-2).<br />
Verlaag de gastoevoer.<br />
Scherm het lasgebied af tegen tocht.<br />
Verhoog de nagastijd (zie hoofdstuk 4-12).<br />
Kijk alle gasfittingen na en draai ze aan.<br />
Water in de toorts. Zie handleiding van de toorts.
Aantekeningen<br />
OM-216 869 Pagina 73
OM-216 869 Pagina 74<br />
HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA<br />
Figuur 7-1. Stroomkringschema voor Dynasty 350 modellen
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
243 217-C<br />
OM-216 869 Pagina 75
OM-216 869 Pagina 76<br />
Figuur 7-2. Stroomkringschema voor Maxstar 350 modellen
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
OM-216 869 Pagina 77
OM-216 869 Pagina 78<br />
Figuur 7-3. Stroomkringschema voor Dynasty 700 modellen (Deel 1 van 2)
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
243 218-C<br />
OM-216 869 Pagina 79
OM-216 869 Pagina 80<br />
Figuur 7-4. Stroomkringschema voor Dynasty 700 modellen (Deel 2 van 2)
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
243 218-C<br />
OM-216 869 Pagina 81
OM-216 869 Pagina 82<br />
Figuur 7-5. Stroomkringschema voor Maxstar 700 modellen (Deel 1 van 2)
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
243 216-B<br />
OM-216 869 Pagina 83
OM-216 869 Pagina 84<br />
Figuur 7-6. Stroomkringschema voor Maxstar 700 modellen (Deel 2 van 2)
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
243 216-B<br />
OM-216 869 Pagina 85
OM-216 869 Pagina 86<br />
Waarschuwing<br />
Gevaar voor<br />
electrische schok<br />
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.<br />
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u<br />
deze installatie installeert of nakijkt.<br />
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.<br />
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik<br />
en het onderhoud laten doen.<br />
Figuur 7-7. Stroomschema voor koeling<br />
228 525-B
HOOFDSTUK 8 − HOGE FREQUENTIE<br />
8-1. Lasprocessen waarvoor hoge frequentie nodig is<br />
8-2. Installatie waarbij mogelijke bronnen van HF-storing zijn aangegeven<br />
13<br />
Bronnen die directe hoogfrequente<br />
straling afgeven<br />
1 Bron van de hoge frequentie<br />
(lasstroombron met ingebouwd of<br />
los HF-apparaat)<br />
2 Laskabels<br />
3 Toorts<br />
4 Werkklem<br />
5 Lasobject<br />
6 Werkbank<br />
50 ft<br />
(15 m)<br />
1<br />
9<br />
8<br />
7<br />
10<br />
2<br />
11, 12<br />
Werk<br />
TIG<br />
Laszone<br />
3<br />
4 5 6<br />
1<br />
Slechte toepassing<br />
niet gebruiken<br />
HF-geleidingsbronnen<br />
7 Ingaande stroomkabel<br />
8 Lijnscheidingsmechanisme<br />
9 Ingaande voedingskabels<br />
1 HF-spanning<br />
TIG − helpt de boog om de luchtspleet<br />
te overbruggen tussen de<br />
toorts en het lasobject en/of om de<br />
boog te stabiliseren.<br />
14<br />
high_freq1_05_10dut − S-0693<br />
HF-terugstralingsbronnen<br />
10 Ongeaarde metalen objecten<br />
11 Verlichting<br />
12 Bedrading<br />
13 Waterbuizen en fittingen<br />
14 Externe telefoon- en stroomdraden<br />
S-0694<br />
OM-216 869 Page 87
8-3. Aanbevolen installatie om HF-storing te verminderen<br />
6<br />
8<br />
OM-216 869 Page 88<br />
3 50 ft<br />
(15 m)<br />
Aard alle metalen objecten en<br />
alle bedrading in de laszone.<br />
Geen<br />
metaalbouw<br />
1 Bron van de hoge frequentie<br />
(lasstroombron met ingebouwd of los<br />
HF-apparaat)<br />
Geaarde metalen machinekast (verwijder<br />
verf rondom opening in machinekast en<br />
gebruik bout van machinekast), werkuitgangsklem,<br />
lijnscheidingsmechanisme, ingaande<br />
voeding en werkbank.<br />
2 Middelpunt van laszone<br />
Middelpunt tussen HF-bron en lastoorts.<br />
3 Laszone<br />
Een cirkel van 15m in alle richtingen vanaf<br />
het middelpunt.<br />
4 Uitgaande lasspanningskabels<br />
Houd de kabels kort en dicht bij elkaar.<br />
1<br />
Laszone<br />
4<br />
Aard het lasobject<br />
als de voorschriften<br />
dit vereisen.<br />
2<br />
Beste toepassing<br />
11<br />
8<br />
50 ft<br />
(15 m)<br />
8<br />
5<br />
10<br />
5 Buisverbindingen en aarding<br />
Verbind alle buisstukken elektrisch met<br />
behulp van koperstrippen of omvlochten<br />
draad. Zorg om de 15 m voor aarding van<br />
de buis.<br />
6 Waterbuizen en fittingen<br />
Zorg om de 15 m voor aarding van de<br />
waterbuizen.<br />
7 Externe stroom- of telefoonkabels<br />
Plaat de HF-bron op minimaal 15 m<br />
afstand van stroom- en telefoonkabels.<br />
8 Aardingsstang<br />
Raadpleeg de geldende landelijke richtlijnen<br />
voor de specificaties.<br />
Metaalbouw<br />
Vereisten voor metaalbouw<br />
7<br />
8<br />
9<br />
9 Hechtmethoden voor<br />
metaalbouwpanelen<br />
Ref. S-0695 / Ref. S-0695<br />
Las bouwpanelen aan elkaar of verbind ze<br />
met bouten, breng koperen verbindingsplaatjes<br />
of omvlochten draad aan over de<br />
naden heen en aard het frame.<br />
10 Ramen en deuren<br />
Dek alle ramen en deuren af met geaard<br />
koper gaas met een maasgrootte van niet<br />
meer dan 6,4 mm.<br />
11 Gedeelte boven de deur<br />
Aard dit gedeelte.
HOOFDSTUK 9 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN<br />
VOOR (GTAW) TIG LASSEN<br />
9-1. Voorbeelden van TIG-opstellingen<br />
A. Opstelling voor AC − TIG 1/8 inch aluminium (alleen Dynasty-modellen)<br />
Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor aluminium lassen.<br />
Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine (afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />
• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />
• Druk op de Polariteitschakelaar tot de LED voor AC brandt<br />
• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor TIG HF-impuls brandt<br />
• Druk op de Outputschakelaar tot de LED voor RMT STD brandt<br />
• Druk op de GAS/DIG-schakelaar tot de LED voor nagas brandt<br />
• Draai de regelknop om 15 seconden nagastijd te verkrijgen<br />
• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED van balance brandt<br />
• Draai de regelknop om de gewenste balance te verkrijgen (65 - 80%)<br />
• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED voor AC Frequentie brandt<br />
• Draai de regelknop om de gewenste AC frequentie te verkrijgen (100 - 150 Hz)<br />
• Druk op de AC golfvorm-schakelaar tot de LED van EN stroomsterkte of EP stroomsterkte brandt.<br />
• Draai de regelknop om de gewenste verhouding te verkrijgen: meestal zit dit in ergens tussen (75A EP / 100A EN) en (50A EP / 100A EN).<br />
• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />
• Verdraai de regelknop om de gewenste stroomsterkte te verkrijgen (125 - 160 Hz)<br />
• Pulseerregeling (indien van toepassing; zie sectie 4-10).<br />
226 868-B<br />
De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn: stroomsterkte, tijd, percentage of frequentie.<br />
De bijbehorende LED die recht onder de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont ook de werkelijke stroomsterkte<br />
tijdens het lassen.<br />
OM−216 869 Pagina 89
B. Opstelling voor DC - GTAW zachtstaal* #16 en roestvrij staal<br />
OM−216 869 Pagina 90<br />
Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor het lassen van roestvrij of zachtstaal lassen.<br />
Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine (afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />
• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />
• Druk op de Polariteitsschakelaar tot de LED voor DC brandt (alleen Dynasty-modellen)<br />
• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor TIG HF-impuls brandt<br />
• Druk op de Outputschakelaar tot de LED voor RMT STD brandt<br />
• Druk op de GAS/DIG-schakelaar tot de LED voor nagas brandt<br />
• Draai de regelknop om 8 seconden nagastijd te verkrijgen<br />
• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />
• Draai de regelknop om de gewenste stroomsterkte te verkrijgen (50 - 80 A voor roestvrij staal) of (55 tot 88 A voor zachtstaal*).<br />
• Pulseerregeling (indien van toepassing; zie sectie 4-10).<br />
De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn: stroomsterkte, tijd, percentage<br />
of frequentie. De bijbehorende LED die recht onder de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont<br />
ook de werkelijke stroomsterkte tijdens het lassen.<br />
226 868-B
HOOFDSTUK 10 − EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN<br />
EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET EEN<br />
LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM<br />
! Gebruik waar dit mogelijk en praktisch is, gelijkstroom in plaats van wisselstroom.<br />
10-1. Een wolfraam elektrode kiezen<br />
(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen)<br />
Elektrodediameter (DCEN) − Argon<br />
Gelijkstroom, elektrode negatief<br />
(voor gebruik met zachtstaal of roestvast staal)<br />
Stroomgamma − Type gas♦ − Polariteit<br />
gtaw_Inverter_2010−04dut<br />
AC − Argon<br />
Balansregeling op 65% elektrode negatief<br />
(voor gebruik met aluminium)<br />
Wolfraamlegeringen met 2% cerium (oranje band), 1,5% lanthanum (grijze band) of 2% thorium (rode band)<br />
0,010” (1 mm) Tot 25 Tot 20<br />
0,020” (1 mm) 15-40 15-35<br />
0,040” (1 mm) 25-85 20-80<br />
1/16” (1,6 mm) 50-160 50-150<br />
3/32” (2,4 mm) 130-250 135-235<br />
1/8” (3,2 mm) 250-400 225-360<br />
5/32” (4,0 mm) 400-500 300-450<br />
3/16” (4,8 mm) 500-750 400-500<br />
1/4” (6,4 mm) 750-1000 600-800<br />
♦Typisch gasbeschermingsdebiet ligt tussen 11 tot 35 cfh (311 tot 991 liter/uur).<br />
Waarden hierboven vermeld dienen als richtlijn en zijn aanbevelingen van de American Welding Society (AWS) en van de elektrodefabrikanten.<br />
10-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode<br />
negatief (DCEN) of wisselstroom bij gebruik van een lasinverter<br />
Radiaal slijpen<br />
veroorzaakt<br />
een verlopende<br />
vlamboog<br />
Onjuiste<br />
wolfraamvoorbereiding<br />
! Het slijpen van de wolfraamelektroden veroorzaakt stof en vonken die verwonding en brand kunnen veroorzaken.<br />
Voorzie voldoende ventilatie (afzuiging) van de slijpmachine of draag een goedgekeurd zuurstofmasker.<br />
Lees het veligheidsblad voor veiligheidsinformatie. Cerium- of lanthaangelegeerde wolfraamelektroden in<br />
overweging nemen in plaats van gethorieerd wolfraam. Thorium gelegeerde elektroden bevatten licht radioactieve<br />
stoffen. Het slijpstof op een milieuvriendelijke manier verwerken. Draag de nodige gezichts-, handen<br />
lichaamsbescherming. Hou brandbare stoffen uit de buurt.<br />
2<br />
2-1/2 maal de<br />
elektrodediameter<br />
4<br />
Ideale wolfraamvoorbereiding −<br />
stabiele vlamboog<br />
3<br />
1<br />
1 Slijpschijf<br />
De elektrode slijpen met behulp van een hard<br />
abrasieve slijpschijf alvorens te lassen.<br />
Geen slijpmachine gebruiken die reeds<br />
gebruikt wordt voor ander werk; zoniet kan<br />
de elektrode besmet worden en een mindere<br />
laskwaliteit veroorzaken.<br />
2 Wolraamelektrode<br />
Een 2% ceriumgelegeerde wolfraam elektrode<br />
wordt aanbevolen.<br />
3 Afvlakking<br />
De afvlakking bepaalt de stroomcapaciteit.<br />
4 Lengterichting<br />
Slijp in de lengterichting, niet radiaal.<br />
OM-216 869 Pagina 91
HOOFDSTUK 11 − RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN<br />
11-1. Positie van de lastoorts<br />
10−25°<br />
4<br />
OM-216 869 Pagina 92<br />
1<br />
2<br />
10−15°<br />
3/16 in<br />
90°<br />
5<br />
Onderaanzicht<br />
6<br />
3<br />
5<br />
6<br />
1/16 in<br />
4<br />
! Het slijpen van de wolfraam<br />
electroden veroorzaakt stof<br />
en vonken die verwonding<br />
en brand kunnen veroorzaken.<br />
Voorzie voldoende ventilatie<br />
(afzuiging) van de<br />
slijpmachine of draag een<br />
goedgekeurd zuurstofmasker.<br />
Cerium of Lanthaan gelegeerde<br />
wolfraam electroden<br />
in overweging nemen in<br />
plaats van gethorieerd wolfraam.<br />
Thorium gelegeerde<br />
electroden bevatten licht radioaktieve<br />
stoffen. Het slijpstof<br />
op een milieuvriendelijke<br />
manier verwerken. Draag<br />
de nodige gezichts−, hand−<br />
en lichaamsbescherming.<br />
Hou brandbare stoffen uit de<br />
buurt.<br />
1 Werkstuk<br />
Het werkstuk zuiver maken vooraleer<br />
te lassen.<br />
2 Massaklem<br />
Zo dicht mogelijk bij de las plaatsen.<br />
3 Toorts<br />
4 Toevoegdraad<br />
5 Gasbuis<br />
6 Wolraamelectrode<br />
De Wolraamelectrode kiezen en<br />
aanslijpen volgens Sectie 10.<br />
Richtlijnen:<br />
De binnendiameter van de gasbuis<br />
moet minstens driemaal groter zijn<br />
dan de electrodediameter om voldoende<br />
gasbescherming te geven.<br />
De Wolfraamelectrode mag niet<br />
meer uitsteken in lengte dan de<br />
grootte van de binnendiameter van<br />
de gasbuis.<br />
De booglengte is de afstand tussen<br />
de electrode en het werkstuk.<br />
Ref. ST-161 892
11-2. Toortsbeweging tijdens het lassen<br />
Zonder toevoegmetaal<br />
Lasrichting<br />
Met toevoegmetaal<br />
Lasrichting<br />
Lasbad vormen Toorts kantelen Naar het voorste deel van het smeltbad<br />
bewegen. Herhaal het proces.<br />
Lasbad vormen Toorts kantelen<br />
Toevoegdraad terugtrekken<br />
11-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen<br />
90°<br />
20-40°<br />
30°<br />
20°<br />
15°<br />
Stompe las<br />
Overlapnaad<br />
70°<br />
75°<br />
75°<br />
75°<br />
15°<br />
Metaaldraad toevoegen<br />
Naar het voorste deel van het smeltbad<br />
bewegen. Herhaal het proces.<br />
90°<br />
20°<br />
10°<br />
15°<br />
15°<br />
Buitenhoeklas<br />
Hoeklas<br />
75°<br />
ST-162 002-B<br />
75°<br />
ST-162 003 / S-0792<br />
OM-216 869 Pagina 93
HOOFDSTUK 12 − RICHTLIJNEN VOOR HET INSTELLEN<br />
VOOR (SMAW) BEKLEDE ELEKTRODE LASSEN (STICK)<br />
12-1. Display uitlezing voor DCEP (electrode positief)<br />
OM-216 869 pagina 94<br />
Bepaalde regelfuncties die hierboven zijn afgebeeld zitten mogelijk niet op uw machine<br />
(afgebeeld is de Dynasty 350/700).<br />
Grijs op een naamplaatje duidt op een functie voor beklede elektrode (zie sectie 4-1<br />
voor de beschrijving van de regelfuncties).<br />
Dit symbool geeft aan welke functies actief moeten zijn voor DCEP (gelijkstroom elektrode positief)<br />
beklede elektrode lassen.<br />
• Zet de machine aan (de schakelaar bevindt zich op het achterpaneel)<br />
• Druk op de Polariteitsschakelaar tot de LED voor DC brandt (alleen Dynasty-modellen)<br />
• Druk op de Processchakelaar tot de LED voor beklede elektrode brandt<br />
• Druk op de Outputschakelaar tot de LED bij ON brandt<br />
• Druk op de stroomsterkteschakelaar A tot de LED brandt<br />
• Draai de regelknop om de gewenste stroomsterkte in te stellen.<br />
De ampèremeter toont de parameters voor de volgende meeteenheden als ze actief zijn:<br />
stroomsterkte, tijd, percentage of frequentie. De bijbehorende LED die recht onder<br />
de ampèremeter zit, gaat ook branden. De ampèremeter toont ook de werkelijke<br />
stroomsterkte tijdens het lassen.<br />
216 869-B
HOOFDSTUK 13 − RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE<br />
LASSEN<br />
13-1. Lasprocedure met beklede elektroden<br />
Benodigde<br />
gereedschappen:<br />
1<br />
2<br />
7<br />
4<br />
5<br />
6<br />
3<br />
! De lasstroom start als de<br />
elektrode het werkstuk raakt.<br />
! Lasstroom kan elektronische<br />
onderdelen in voertuigen<br />
beschadigen. Ontkoppel<br />
beide accukabels<br />
voordat u aan een voertuig<br />
gaat lassen. Plaats de massaklem<br />
zo dicht mogelijk bij<br />
de las.<br />
Draag altijd geschikte beschermende<br />
kleding<br />
1 Lasobject<br />
Zorg dat het lasobject schoon is<br />
voor u begint te lassen.<br />
2 Massaklem<br />
3 Elektrode<br />
Een elektrode met een kleine diameter<br />
heeft minder stroom nodig<br />
dan een grote. Volg de instructies<br />
van de fabrikant van de elektrode<br />
als u de lasstroom instelt (zie sectie<br />
13-2).<br />
4 Geïsoleerde elektrodehouder<br />
5 Stand elektrodehouder<br />
6 Booglengte<br />
De booglengte is de afstand van de<br />
elektrode tot het werkstuk. Een korte<br />
boog met de juiste stroomsterkte<br />
geeft een scherp krakend geluid af.<br />
7 Slak<br />
Verwijder slak met een bikhamer<br />
en een staalborstel. Verwijder slak<br />
en controleer het lasbad voor u<br />
weer verder gaat met lassen.<br />
stick 2010−02 − ST-151 593<br />
OM-216 869 Pagina 95
13-2. Overzicht elektrode- en stroomsterktetabel<br />
ELECTRODE<br />
6010<br />
&<br />
6011<br />
6013<br />
7014<br />
7018<br />
7024<br />
Ni-Cl<br />
308L<br />
DIAMETER<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
7/32<br />
1/4<br />
1/16<br />
5/64<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
7/32<br />
1/4<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
7/32<br />
1/4<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
7/32<br />
1/4<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
7/32<br />
1/4<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
3/16<br />
3/32<br />
1/8<br />
5/32<br />
OM-216 869 Pagina 96<br />
50<br />
100<br />
13-3. Een boog creëren<br />
150<br />
200<br />
AMPERAGE<br />
RANGE<br />
250<br />
300<br />
350<br />
1<br />
1<br />
400<br />
3<br />
3<br />
450<br />
2<br />
2<br />
ELECTRODE<br />
DC*<br />
AC<br />
POSITION<br />
6010<br />
6011<br />
EP<br />
EP<br />
ALL<br />
ALL<br />
DEEP<br />
DEEP<br />
MIN. PREP, ROUGH<br />
HIGH SPATTER<br />
6013 EP,EN ALL LOW GENERAL<br />
7014 EP,EN ALL MED<br />
SMOOTH, EASY,<br />
FAST<br />
7018 EP ALL LOW<br />
LOW HYDROGEN,<br />
STRONG<br />
7024 EP,EN<br />
FLAT<br />
HORIZ<br />
FILLET<br />
LOW SMOOTH, EASY,<br />
FASTER<br />
NI-CL EP ALL LOW CAST IRON<br />
308L EP ALL LOW STAINLESS<br />
*EP = ELECTRODE POSITIVE (REVERSE POLARITY)<br />
EN = ELECTRODE NEGATIVE (STRAIGHT POLARITY)<br />
PENETRATION<br />
USAGE<br />
Ref. S-087 985-A<br />
1 Elektrode<br />
2 Lasobject<br />
3 Boog<br />
De aanstrijk techniek<br />
Sleep de elektrode over het werkstuk<br />
alsof u een lucifer aansteekt.<br />
Til de elektrode een klein stukje op<br />
nadat u het werkstuk heeft aangeraakt.<br />
Als de boog dooft, dan is de<br />
elektrode te hoog opgetild. Als de<br />
elektrode aan het lasobject blijft<br />
plakken, maak hem dan met een<br />
snelle draai los.<br />
De techniek d.m.v. aanslaan<br />
Laat de elektrode recht op het<br />
werkstuk zakken en til hem dan<br />
een klein stukje op om de boog te<br />
starten. Als de boog dooft, dan is<br />
de elektrode te hoog opgetild. Als<br />
de elektrode aan het werkstuk blijft<br />
plakken, maak hem dan met een<br />
snelle draai los.<br />
S-0049 / S-0050
13-4. De elektrodehouder positioneren<br />
1<br />
1<br />
45°<br />
90° 90°<br />
45°<br />
GROEFLASSEN<br />
VULLASSEN<br />
13-5. Slechte lasnaad karakteristieken<br />
13-6. Goede lasnaad karakteristieken<br />
1<br />
1<br />
10°-30°<br />
10°-30°<br />
2 3<br />
2 3 4<br />
4<br />
2<br />
2<br />
5<br />
5<br />
1 Eindaanzicht van werkhoek<br />
2 Zijaanzicht van elektrodehoek<br />
S-0060<br />
1 Grote lasspatten<br />
2 Ruwe ongelijke las<br />
3 Kleine krater tijdens het lassen<br />
4 Slechte overlapping<br />
5 Slechte inbranding<br />
S-0053-A<br />
1 Fijne spatjes<br />
2 Gelijkmatige las<br />
3 Middelmatige krater tijdens het<br />
lassen<br />
Leg een nieuwe las of laag voor elke<br />
1/8 inch (3,2 mm) dikte van het te lassen<br />
basismetaal.<br />
4 Geen overlapping<br />
5 Goede inbranding in basis<br />
metaal<br />
S-0052-B<br />
OM-216 869 Pagina 97
13-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las<br />
ELEKTRODEHOEK<br />
BOOGLENGTE<br />
VOORLOOPSNELHEID<br />
OM-216 869 Pagina 98<br />
Hoek te klein Juiste hoek<br />
Hoek te groot<br />
10° - 30°<br />
Trekken<br />
Te kort Normaal Te lang<br />
Langzaam Normaal Snel<br />
13-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen<br />
1 2<br />
3<br />
Spatten<br />
De vorm van de las wordt<br />
beïnvloed door de elektrodehoek,<br />
de booglengte, voorloop<br />
snelheid en de dikte van het te<br />
lassen basismetaal.<br />
S-0061<br />
Normaal gesproken is één getrokken<br />
las voldoende voor de<br />
meeste lassen met een smalle<br />
groef; bij lassen met een brede<br />
groef of bij het overbruggen van<br />
spleten werken zwaailassen of<br />
meerdere getrokken lassen echter<br />
beter.<br />
1 Getrokken las − regelmatige<br />
beweging langs de naad<br />
2 Zwaailas − beweging van de<br />
ene naar de ander kant langs de<br />
las<br />
3 Zwaaipatronen<br />
Gebruik zwaaipatronen om een breed<br />
gebied te bedekken met één elektrodebeweging.<br />
De zwaaibreedte mag<br />
niet groter zijn dan 2-1/2 maal de diameter<br />
van de elektrode.<br />
S-0054-A
13-9. Gegroefde lasnaden<br />
13-10. Overlapnaad<br />
1<br />
3<br />
30°<br />
1/16 in.<br />
(1,6 mm)<br />
30°<br />
of minder<br />
2 3<br />
13-11. T-verbinding<br />
2<br />
1<br />
45°<br />
of<br />
minder<br />
2<br />
4<br />
30°<br />
of minder<br />
1 1<br />
2<br />
3<br />
1 Hechtlassen<br />
Voorkom bij het hechtlassen dat er verbindingsranden<br />
ontstaan door samentrekken<br />
van materialen voordat men gaat<br />
aflassen.<br />
2 Vierkante groeflas<br />
Goed voor materialen tot 3/16 inch (5<br />
mm) dikte.<br />
3 Enkele V-groeflas<br />
Goed voor materialen van 3/16 − 3/8 inch<br />
(5-9 mm) dikte. Schuin snijden met zuurstof<br />
en acetyleen of plasmasnijdapparatuur.<br />
Verwijder de schilfers van het materiaal<br />
na het snijden. Er kan een ook slijpmachine<br />
worden gebruikt om de schuine randen<br />
voor te bereiden.<br />
Maak een schuine hoek van 30 graden<br />
op het materiaal bij V-groeflassen.<br />
4 Dubbel V-groeflassen<br />
Goed voor materialen die dikker zijn dan<br />
3/8 inch (9 mm).<br />
S-0062<br />
1 Elektrode<br />
2 Eenlaags hoeklas<br />
Beweeg de elektrode in een cirkelbeweging.<br />
3 Meerlaags hoeklas<br />
Las een tweede laag als een zwaardere<br />
hoeklas nodig is. Verwijder de slak voordat<br />
u een nieuwe las maakt. Las beide zijden<br />
van de verbinding voor maximale sterkte.<br />
1<br />
S-0063 / S-0064<br />
1 Elektrode<br />
2 Hoeklas<br />
Houd de boog kort en beweeg met een<br />
vaste snelheid. Houd de elektrode<br />
zoals is afgebeeld om te zorgen voor<br />
samensmelting tot in de hoek. Vierkante<br />
rand van het lasoppervlak.<br />
Las beide zijden van het staande profiel<br />
voor maximale sterkte.<br />
3 Neersmelt van meerdere lagen<br />
Las een tweede laag als er een zwaardere<br />
hoeklas nodig is. Gebruik hiervoor<br />
een van de zwaaipatronen die staan<br />
afgebeeld in sectie 13-8. Verwijder<br />
schilfers voor u een nieuwe lasbeweging<br />
maakt.<br />
S-0060 / S-0058-A / S-0061<br />
OM-216 869 Pagina 99
13-12. Lastest<br />
2 à 3 inch<br />
(51-76 mm)<br />
1/4 inch<br />
(6.4 mm)<br />
13-13. Problemen oplossen − Porositeit<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
OM-216 869 Pagina 100<br />
3<br />
2<br />
1<br />
2 à 3 inch<br />
(51-76 mm)<br />
2<br />
Booglengte te lang. Verlaag de booglengte.<br />
Vochtige elektrode. Gebruik een droge elektrode.<br />
3<br />
1<br />
1 Bankschroef<br />
2 Lasverbinding<br />
3 Hamer<br />
Sla in de aangegeven richting op<br />
de lasverbinding. Een goede las<br />
buigt door maar breekt niet.<br />
Porositeit − kleine holtes of gaten die het gevolg zijn van gasinsluiting in het lasmetaal.<br />
S-0057-B<br />
Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak voor u<br />
gaat lassen.<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
De stroomsterkte is te hoog<br />
voor de elektrode.<br />
Uitzonderlijk spatten − het spatten van gesmolten metalen deeltjes die afkoelen en hard worden<br />
vlakbij de las.<br />
Verlaag de stroomsterkte of neem een grotere elektrode.<br />
Booglengte te lang of spanning te hoog. Verlaag de booglengte of de spanning.<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Onvolledige neersmelt − het lasmetaal versmelt niet volledig met het basismetaal of<br />
met een eerdere lasverbinding.<br />
Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.<br />
Onjuiste lastechniek. Breng een draadlas aan op de juiste locatie(s) van de verbinding.<br />
Pas de werkhoek aan of maak de groef breder om bij de onderkant te komen tijdens het lassen.<br />
Houd de boog even kort op de zijwanden van de groef als u een zwaaitechniek gebruikt.<br />
Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.<br />
Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak<br />
voor u gaat lassen.
Onvoldoende inbranding<br />
Goede inbranding<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Onvoldoende inbranding − versmelting tussen lasmetaal en basismetaal niet<br />
diep genoeg.<br />
Verbinding niet goed voorbereid. Materiaal te dik. De voorbereiding van de verbinding en de vorm moeten toegang verschaffen<br />
tot de onderzijde van de groef.<br />
Onjuiste lastechniek. Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.<br />
Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.<br />
Te sterke inbranding<br />
Goede inbranding<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Verminder de voorloopsnelheid.<br />
Te sterke inbranding − het lasmetaal smelt door het basismetaal<br />
heen en hangt onder aan de las.<br />
Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.<br />
Doorbranden − het lasmetaal smelt volledig door het basismetaal heen hetgeen gaten veroorzaakt<br />
waar geen metaal meer is.<br />
Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.<br />
Zwaaiende lasverbinding − het lasmetaal loopt niet parallel en dekt de naad niet af van het basismetaal.<br />
Geen vaste hand. Gebruik twee handen. Oefen de techniek.<br />
Vervorming − samentrekken van lasmetaal tijdens het lassen waardoor er krachten komen op het basismetaal<br />
waardoor het beweegt.<br />
Het basismetaal beweegt<br />
in de richting van de las.<br />
Mogelijke oorzaken Herstellen<br />
Te hoge warmte inbreng. Houd het basismetaal op zijn plaats met een hulpmiddel (klem).<br />
Breng hechtlassen aan op de naad voordat u met het eigenlijke lassen begint.<br />
Kies een lagere stroomsterkte voor de elektrode.<br />
Verhoog de voorloopsnelheid.<br />
Las in kleine segmenten en laat de materialen tussen het lassen door afkoelen.<br />
OM-216 869 Pagina 101
HOOFDSTUK 14 − ONDERDELENLIJST VOOR 350<br />
MODELLEN<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
OM-216 869 Pagina 102<br />
2<br />
4<br />
5<br />
33<br />
Dynasty<br />
Only<br />
23<br />
6<br />
27<br />
26<br />
25<br />
24<br />
21<br />
7<br />
28<br />
19<br />
29<br />
22<br />
30<br />
31<br />
20<br />
19<br />
32<br />
Afgebeeld is de Dynasty 350<br />
9<br />
18<br />
Figuur 14-1. Hoofdmontage<br />
34<br />
17<br />
8<br />
10<br />
33<br />
Maxstar Qty 2<br />
Dynasty Qty 1<br />
12<br />
1<br />
3<br />
16<br />
13<br />
15<br />
805 471-B<br />
14
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
Description<br />
Figuur 14-1. Hoofdmontage<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 224 519 .. LABEL, SIDE DYNASTY 350 ......................................... 2<br />
... 1 .......... 224 525 .. LABEL, SIDE MAXSTAR 350 ......................................... 2<br />
... 2 .......... 224 516 .. INSULATOR, SIDE .................................................. 2<br />
... 3 .......... 216 878 .. PANEL, SIDE ...................................................... 2<br />
... 4 ......... +213 056 .. WRAPPER, TOP ................................................... 1<br />
... 5 .......... 203 990 .. LABEL, WARNING GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS ......... 1<br />
... 5 .......... 179 310 .. LABEL, WARNING GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS, (CE) ..... 1<br />
... 6 .......... 213 073 .. SEAL, LIFT EYE .................................................... 1<br />
... 7 .......... 213 058 .. LIFT EYE, ......................................................... 1<br />
... 8 .... T2 .. 226 917 .. XFMR, 665 115/24 18/18 220 ......................................... 1<br />
... 9 .......... 155 436 .. LABEL, GROUND/PROTECTIVE EARTH .............................. 1<br />
... 10 .......... 218 170 .. HOSE, NPRN BRD NO 1 X .250 ID X 25.000 ........................... 1<br />
... 12 ....... Figuur 14-3 .. PANEL, REAR W/COMPONENTS .................................... 1<br />
... 13 .......... 222 760 .. BRACKET, FILTER BOARD .......................................... 1<br />
... 14 .. PC19 . 233 152 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (CE) ................................. 1<br />
... 15 ....... Figuur 14-5 .. HEAT SINK, PRIMARY ASSY ........................................ 1<br />
... 16 ....... Figuur 14-4 .. WINDTUNNEL, RIGHT HAND W/COMPONENTS ...................... 1<br />
... 17 ....... Figuur 14-7 .. HEAT SINK, SECONDARY − DYNASTY 350 ........................... 1<br />
... 17 ....... Figuur 14-8 .. HEAT SINK, SECONDARY − MAXSTAR 350 ........................... 1<br />
... 18 ... PC7 .. 235 476 .. CIRCUIT CARD ASSY, HF .......................................... 1<br />
........ PLG39 115 092 .... HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) ............................ 2<br />
... 19 .......... 080 509 .. GROMMET, SCR NO 8/10 PANEL HOLE .312 SQ .375 HIGH ............ 9<br />
... 20 .......... 213 074 .. CABLE, LEM 23 IN ................................................. 1<br />
... 21 ... HD1 .. 182 918 .. TRANSDUCER,CURRENT 400A MODULE SUPPLY V +/− 15V ......... 1<br />
... 22 .......... 213 055 .. BASE, ............................................................. 1<br />
... 23 ....... Figuur 14-2 .. PANEL, FRONT W/CMPNTS ......................................... 1<br />
................ 215 120 .. CONNECTION KIT, DINSE .......................................... 1<br />
... 24 .. C6,C7 . 222 752 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />
... 25 ....... Figuur 14-6 .. WINDTUNNEL, LEFT HAND W/COMPONENTS ........................ 1<br />
... 26 .......... 057 357 .. BUSHING,SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 1<br />
... 27 .......... 215 402 .. PANEL, TOP WINDTUNNEL ......................................... 1<br />
... 28 ... PC8 .. 233 142 .. CIRCUIT CARD ASSY, CLAMP (DYNASTY ONLY) ..................... 1<br />
........ PLG24 163 467 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG33 201 665 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG34 148 439 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ........................ 1<br />
... 29 ... PC5 .. 247 125 .. CIRCUIT CARD ASSY, AUX POWER W/PROGRAM .................... 1<br />
........ PLG19 131 052 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG21 115 091 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG22 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG23 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
... 30 .......... 226 878 .. BRACKET, HARNESS SUPPORT (MAXSTAR 700) ..................... 1<br />
... 31 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD W/GNDRNG STL PLD ............ 2<br />
... 32 .......... 213 248 .. LUG, UNIV W/SCREW 2/0−14 WIRE .266STD ......................... 1<br />
... 33 .. F8, F9 131 447 .. CORE, TOROIDAL 1.332 ID X 1.932 OD X .625 THK ................... 2<br />
... 34 .......... 235496 .. CABLE TIE, 0.06−2.000 BUNDLE DIA TREE STYLE PUSH MOUNT<br />
........................... MTG HOLE DIA .246−.276 ........................................... 1<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 103
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze<br />
op de lijst staan.<br />
12 13<br />
2<br />
5<br />
Item<br />
No.<br />
3<br />
OM-216 869 Pagina 104<br />
4<br />
1<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
6 7<br />
Part<br />
No.<br />
213 339<br />
8<br />
9<br />
10<br />
Figuur 14-2. Panel, Front w/Components<br />
Description<br />
Figuur 14-2. Panel, Front w/Components<br />
11<br />
18 1716<br />
14<br />
15<br />
19<br />
20<br />
804 758-B<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 213 053 .. PANEL, LOUVER COVER (ORDER SERIAL NO. CARD ALSO) .......... 1<br />
... 2 .......... 202 553 .. RECEPTACLE,TWIST LOCK BRASS POWER (FEMALE) ............... 2<br />
... 3 .......... 186 228 .. O−RING, 0.739 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />
... 4 .......... 185 712 .. INSULATOR, BULKHEAD FRONT .................................... 2<br />
... 5 .......... 231 279 .. FITTING, GAS−CLIP MOUNT ....................................... 1<br />
... 6 .......... 213 051 .. PANEL, FRONT TOP ............................................... 1<br />
... 7 .......... 233 115 .. PLATE, INDICATOR FRONT − DYNASTY 350 ......................... 1<br />
... 7 .......... 233 116 .. PLATE, INDICATOR FRONT − MAXSTAR 350 ......................... 1<br />
... 8 .......... 228 546 .. KNOB, POINTER 1.250 DIA X 6MM ID W/SPRING CLIP− 4.5MM FLAT ... 1<br />
... 9 .......... 242 388 .. BUSHING, FLG 375−32X.511 ........................................ 1<br />
... 10 .......... 233 114 .. PANEL, FRONT .................................................... 1<br />
... 11 .......... 226 868 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, DYNASTY 350/700 STH/FF ........ 1<br />
... 11 .......... 226 869 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, MAXSTAR 350/700 STH/FF ........ 1<br />
... 12 ... PC6 .. 241 061 .. CIRCUIT CARD ASSY, CONTROL&INTERFACE W/PROGRAM ......... 1<br />
........ PLG2 . 203 800 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG4 . 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG6 . 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG7 . 115 094 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (Dynasty 350) ................. 1<br />
... 13 ... RC1 .. 213 327 .. RECEPTACLE, W/LEADS & PLUG 14PIN ............................. 1<br />
... 14 .......... 185 717 .. NUT, M20−1.5 1.00HEX .19H BRS LOCKING .......................... 2<br />
... 15 .......... 178 548 .. TERMINAL, CONNECTOR FRICTION ................................ 1<br />
... 16 .......... 229 338 .. WASHER, DOMED LOAD .812 ID X 1.450 OD X .070 THK .............. 2<br />
... 17 .......... 185 713 .. INSULATOR, BULKHEAD REAR ..................................... 2<br />
... 18 .......... 185 718 .. O−RING, 0.989 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />
... 19 .......... 230 155 .. BRACKET, VALVE MTG ............................................ 1<br />
... 20 ... FMT . 213 072 .. FAN, MUFFIN ...................................................... 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
2<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
Item<br />
No.<br />
1<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
215 128<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
Figuur 14-3. Panel, Rear w/Components<br />
Description<br />
Figuur 14-3. Panel, Rear w/Components<br />
11<br />
13<br />
804 759-A<br />
12<br />
Quantity<br />
... 1 ......... +215 129 .. PANEL, REAR ...................................................... 1<br />
... 2 .......... 216 880 .. CABLE, POWER ................................................... 1<br />
... 2 .......... 246 180 .. CABLE, POWER (CE) .............................................. 1<br />
... 3 .......... 182 445 .. NUT .............................................................. 1<br />
... 4 ... GS1 .. 238 805 .. VALVE, 24VDC 2WAY,125 PSI CUSTOM PORT.054 ORF W/FR .......... 1<br />
... 5 ... CB1 .. 183 492 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, MAN RESET 1P 10A 250V FRIC ..... 1<br />
... 6 ... RC2 .. 189 033 .. RCPT, STR DX GND 2P3W 15A 125V (GRAY) ......................... 1<br />
... 7 .......... 115 516 .. RIVET, AL .187 DIA X .063−.125 GRIP BLK BLIND DOME ............... 1<br />
... 8 .......... 215 980 .. BUSHING,STRAIN RELIEF .709/.984 ID X1.375 MTG HOLE ............ 1<br />
... 9 .......... 137 761 .. NUT, 750 NPT 1.31HEX .27H NYL BLK ................................ 1<br />
... 10 .......... 215 117 .. NAMEPLATE, IDENT REAR ......................................... 1<br />
... 11 .......... 217 297 .. COVER, RECEPTACLE WEATHERPROOF DUPLEX RCPT ............. 1<br />
... 12 .......... 217 480 .. LABEL, WARNING CORRECT CONNECTIONS ....................... 1<br />
... 12 .......... 219 842 .. LABEL, WARNING INPUT CONNECTIONS/ELECTRIC SHOCK (CE) .... 1<br />
... 13 .... S1 .. 244 920 .. SWITCH, TGL 3PST 40A 600VAC SCR TERM WIDE TGL .............. 1<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 105
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
14<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
OM-216 869 Pagina 106<br />
13<br />
Part<br />
No.<br />
231 262<br />
2<br />
15<br />
12<br />
1<br />
Figuur 14-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />
Description<br />
Figuur 14-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />
11<br />
5<br />
3<br />
10<br />
4<br />
9<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
804 134-B<br />
Quantity<br />
... 1 .... L1 .. 231 244 .. INDUCTOR, INPUT ................................................. 1<br />
... 2 .... T3 .. 242 782 .. XFMR, HF COUPLING .............................................. 1<br />
... 3 ......... +212 489 .. PANEL, RIGHT WINDTUNNEL ....................................... 1<br />
... 4 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD WGNDRNG STL PLD ............. 3<br />
... 5 .......... 216 861 .. STAND−OFF, CAPACITOR .......................................... 2<br />
... 6 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />
... 7 .......... 216 860 .. GROMMET, CAPACITOR ............................................ 2<br />
... 8 .. C4,C20 217 941 .. CAPACITOR, ELCTLT 1800 UF 500 VDC CAN 2.52 DIA ................. 2<br />
... 9 .......... 207 418 .. SCREW, K40X 20 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />
... 10 .... C3 .. 216 700 .. CAPACITOR, POLYP MET FILM 16. UF 400 VAC 10% .................. 1<br />
... 11 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />
... 11 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />
... 12 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 1<br />
... 13 .......... 218 566 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING .................................... 1<br />
... 14 .... L2 .. 213 348 .. COIL, INDUCTOR (PRE−REGULATOR) ............................... 1<br />
... 15 .......... 138 253 .. SCREW, 250−20X .37 HEXWHD.52D STL PLD LKG SERR .............. 2<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
219 344<br />
1<br />
2<br />
Figuur 14-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />
Description<br />
Figuur 14-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
804 135-C<br />
OM-216 869 Pagina 107<br />
8<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 213 346 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 2 ... RM1 . 205 751 .. MODULE, POWER RESISTOR W/PLUG .............................. 1<br />
... 3 .......... 207 451 .. SCREW, 008−32X .50 PAN HD−PHL STL PLD SEMS ................... 3<br />
... 4 ... RT1 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 5 . MOD1,2 217 625 .. KIT, INPUT/PRE−REGULATOR AND INVERTER MODULE .............. 1<br />
... 6 ... PC1 .. 233 146 .. CIRCUIT CARD ASSY, POWER INTERCONNECT ..................... 1<br />
........ PLG11 . 201 665 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG13 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG15 164 899 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ........................ 1<br />
... 8 .......... 200 565 .. SCREW, M 5− .8X 35 PAN HD−PHL STL PLD SEMS .................... 4<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
9<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
12<br />
Item<br />
No.<br />
10<br />
OM-216 869 Pagina 108<br />
2<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
213 354<br />
3<br />
1<br />
4<br />
Figuur 14-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />
Description<br />
8<br />
Figuur 14-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />
5<br />
6<br />
11<br />
804 136-C<br />
7<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />
... 2 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />
... 2 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />
... 3 ... CR1 .. 206 258 .. RELAY, ENCL 24VDC SPST 30A/240VAC 4PIN FLANGE MTG ........... 1<br />
... 4 .......... 145 217 .. SCREW, K40X 12 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />
... 5 ......... +212 488 .. PANEL, LEFT WINDTUNNEL ........................................ 1<br />
... 6 .... T1 .. 213 361 .. XFMR, HF LITZ/LITZ W/BOOST ...................................... 1<br />
... 7 .... Z4 .. 213 513 .. COIL, INDUCTOR (BOOST) ......................................... 1<br />
... 8 .... Z1 .. 213 356 .. OUTPUT INDUCTOR ASSY, ......................................... 1<br />
... 9 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />
... 10 .......... 010 381 .. CONNECTOR, RECTIFIER .......................................... 1<br />
... 11 .......... 227 746 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING E55 FERRITE CORE ............... 1<br />
... 12 .......... 057 357 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 2<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
7<br />
Item<br />
No.<br />
1<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
2<br />
Part<br />
No.<br />
219 345<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Figuur 14-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 350<br />
Description<br />
Figuur 14-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 350<br />
9<br />
10<br />
804 137-A<br />
OM-216 869 Pagina 109<br />
8<br />
Quantity<br />
... 1 ... PC3 .. 233 157 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />
........ PLG37 131 204 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG38 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
... 2 .......... 213 517 .. BUS BAR, OUTPUT ................................................ 2<br />
... 3 .......... 216 867 .. BUS BAR, POSITIVE ............................................... 1<br />
... 4 . PM1 − 6 213 522 .. KIT, IGBT (CONSISTS OF 3 IGBT’S) .................................. 2<br />
... 5 .. D1,D2 . 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />
... 6 ... RT2 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 7 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 8 ... SR1 .. 201 530 .. KIT, DIODE FAST RECOVERY BRIDGE ............................... 1<br />
... 9 .......... 216 868 .. BUS BAR, NEGATIVE ............................................... 1<br />
... 10 ... PC9 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSEMBLY, DIODE SNUBBER ........................ 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar 1 en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
2<br />
OM-216 869 Pagina 110<br />
Part<br />
No.<br />
221 730<br />
3<br />
6<br />
4<br />
5<br />
Figuur 14-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 350<br />
Description<br />
Figuur 14-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 350<br />
7<br />
804 177-B<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 2 .. D1, D2 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />
... 3 ... SR1 .. 201 531 .. KIT, DIODE POWER MODULE ....................................... 1<br />
... 4 ... RT2 .. 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 5 ... PC3 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSY, DIODE SNUBBER ............................. 1<br />
... 6 .......... 213 519 .. BUS BAR .......................................................... 1<br />
... 7 ... C12 .. 233 133 .. CAPACITOR ASSY (CE ONLY) ....................................... 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Aantekeningen<br />
OM-216 869 Pagina 111
HOOFDSTUK 15 − ONDERDELENLIJST VOOR 700<br />
MODELLEN<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
1<br />
32<br />
2<br />
4<br />
3<br />
OM-216 869 Pagina 112<br />
5<br />
6<br />
22<br />
26<br />
27<br />
37<br />
28<br />
30<br />
29<br />
31<br />
37<br />
28<br />
7<br />
21<br />
8<br />
25 35<br />
8<br />
36<br />
9<br />
10<br />
11<br />
24Dynasty<br />
Only<br />
22<br />
21<br />
23<br />
Afgebeeld is de Dynasty 700<br />
Figuur 15-1. Hoofdmontage<br />
13<br />
Maxstar<br />
37<br />
19<br />
18<br />
20 8<br />
18<br />
19<br />
8<br />
12<br />
13Dynasty<br />
15<br />
39<br />
14<br />
37<br />
16<br />
33<br />
34<br />
24<br />
Maxstar<br />
Only<br />
38<br />
17<br />
1<br />
38<br />
17<br />
3<br />
805 472-B
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
Description<br />
Figuur 15-1. Hoofdmontage<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 223 785 .. LABEL, SIDE DYNASTY 700 ......................................... 2<br />
... 1 .......... 223 784 .. LABEL, SIDE MAXSTAR 700 ......................................... 2<br />
... 2 .......... 213 071 .. INSULATOR, SIDE .................................................. 2<br />
... 3 .......... 213 057 .. PANEL, SIDE ...................................................... 2<br />
... 4 ......... +213 056 .. WRAPPER, TOP ................................................... 1<br />
... 5 .......... 203 990 .. LABEL, GENERAL PRECAUTIONARY STATIC ......................... 1<br />
... 5 .......... 179 310 .. LABEL, GENERAL PRECAUTIONARY WORDLESS EMF (CE) ........... 1<br />
... 6 .......... 213 073 .. SEAL, LIFT EYE .................................................... 1<br />
... 7 PC8,PC18 233 142 .. CIRCUIT CARD ASSY, CLAMP (DYNASTY 700 MODELS ONLY) ........... 2<br />
.... PLG24/PLG44 163 467 ... HOUSING PLUG+SKTS,(SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />
.... PLG33/PLG43 201 665 ... HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />
.... PLG34/PLG45 148 439 ... HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY)1<br />
... 8 .......... 080 509 .. GROMMET, SCR NO 8/10 PANEL HOLE .312 SQ .375 HIGH ............ 9<br />
... 9 .......... 221 708 .. BRACKET, MTG PC BOARD (DYNASTY 700 MODELS ONLY) ........... 1<br />
... 10 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />
... 11 .......... 213 058 .. LIFT EYE, ......................................................... 1<br />
... 12 .... T2 .. 213 059 .. XFMR, 665 115/24 18/18 220 ......................................... 1<br />
... 13 .......... 155 436 .. LABEL, GROUND/PROTECTIVE EARTH .............................. 1<br />
... 14 .......... 218 170 .. HOSE, NPRN BRD NO 1 X .250 ID X 25.000 ........................... 1<br />
... 15 .......... 089 120 .. CLAMP, HOSE .375 − .450 CLP DIA SLFTTNG GREEN ................. 2<br />
... 16 ....... Figuur 15-3 .. PANEL, REAR W/COMPONENTS .................................... 1<br />
... 17 ....... Figuur 15-5 .. HEAT SINK, PRIMARY ASSY ........................................ 2<br />
... 18 ....... Figuur 15-4 .. WINDTUNNEL, RIGHT HAND W/COMPONENTS ...................... 2<br />
... 19 ... PC7 .. 235 476 .. CIRCUIT CARD ASSY, HF .......................................... 1<br />
........ PLG39 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS,(SERVICE KIT) .............................. 1<br />
... 20 .......... 213 055 .. BASE, ............................................................. 1<br />
... 21 .......... 213 074 .. CABLE, LEM 23 IN ................................................. 2<br />
... 22 ... HD1 .. 182 918 .. TRANSDUCER,CURRENT 400A MODULE SUPPLY V +/− 15V ......... 2<br />
... 23 ....... Figuur 15-7 .. HEAT SINK, SECONDARY − DYNASTY 700 ........................... 2<br />
... 23 ....... Figuur 15-8 .. HEAT SINK, SECONDARY − MAXSTAR 700 ........................... 2<br />
... 24 .......... 213 248 .. LUG, UNIV W/SCREW 2/0−14 WIRE .266STD ......................... 1<br />
... 25 ... PC5 .. 247 125 .. CIRCUIT CARD ASSY, AUX POWER W/PROGRAM ................... 1<br />
........ PLG19 131 052 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG21 115 091 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG22 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG23 115 093 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG41 131 054 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
... 26 .......... 215 402 .. PANEL, TOP WINDTUNNEL ......................................... 1<br />
... 27 .......... 057 357 .. BUSHING,SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 1<br />
... 28 ....... Figuur 15-6 .. WINDTUNNEL, LEFT HAND W/COMPONENTS ........................ 2<br />
... 29 .. C6,C7 . 222 752 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />
... 30 .......... 221 721 .. PANEL, WINDTUNNEL SEPARATOR ................................. 1<br />
... 31 .... C8 .. 221 707 .. CAPACITOR ASSY, ................................................. 1<br />
... 32 ....... Figuur 15-2 .. PANEL, FRONT W/CMPNTS ......................................... 1<br />
................ 215 120 .. CONNECTION KIT, DINSE .......................................... 1<br />
... 33 .. PC19 . 233 152 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (DYNASTY 700 ONLY) (CE) ............ 1<br />
... 33 .. PC19 . 246 265 .. CIRCUIT CARD ASSY, FILTER (MAXSTAR 700 ONLY) (CE) ............ 1<br />
... 34 .......... 222 760 .. BRACKET, FILTER BOARD ......................................... 1<br />
... 35 .......... 226 878 .. BRACKET, HARNESS SUPPORT (MAXSTAR 700 ONLY) ............... 1<br />
... 36 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD W/GNDRNG STL PLD ............ 2<br />
... 37 .. F8, F9 131 447 .. CORE, TOROIDAL 1.332 ID X 1.932 OD X .625 THK<br />
...... F10, F11 ........... (DYNASTY 700 ONLY) (CE) ......................................... 4<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 113
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen<br />
als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
5<br />
2<br />
3<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
4<br />
OM-216 869 Pagina 114<br />
1<br />
1<br />
6<br />
Part<br />
No.<br />
221 408<br />
8<br />
7<br />
9<br />
10 11<br />
13 14<br />
Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />
Description<br />
Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />
12<br />
18 1917<br />
15<br />
16<br />
20<br />
21<br />
804 138-B<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 213 053 .. PANEL, LOUVER COVER (ORDER SERIAL NO. CARD ALSO) .......... 2<br />
... 2 .......... 214 826 .. RECEPTACLE, THREAD LOCK ...................................... 2<br />
... 3 .......... 186 228 .. O−RING, 0.739 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />
... 4 .......... 185 712 .. INSULATOR, BULKHEAD FRONT .................................... 2<br />
... 5 .......... 231 279 .. FITTING,GAS−CLIP MOUNT ........................................ 1<br />
... 6 .......... 213 051 .. PANEL, FRONT TOP ............................................... 1<br />
... 7 .......... 216 859 .. PLATE, FRONT PANEL ............................................. 1<br />
... 8 .......... 233 115 .. PLATE, INDICATOR FRONT − DYNASTY 700 ......................... 1<br />
... 8 .......... 233 116 .. PLATE, INDICATOR FRONT − MAXSTAR 700 ......................... 1<br />
... 9 .......... 228 546 .. KNOB, POINTER 1.250 DIA X 6MM ID W/SPRING CLIP− 4.5MM FLAT .. 1<br />
... 10 .......... 242 388 .. BUSHING, FLG 375−32X.511 ........................................ 1<br />
... 11 .......... 233 113 .. PANEL, FRONT .................................................... 1<br />
... 12 .......... 226 868 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, DYNASTY 350/700 STH/FF ........ 1<br />
... 12 .......... 226 869 .. NAMEPLATE/SWITCH MEMBRANE, MAXSTAR 350/700 STH/FF ........ 1<br />
... 13 ... PC6 .. 241 061 .. CIRCUIT CARD ASSY, CONTROL&INTERFACE W/PROGRAM ............ 1<br />
........ PLG2 . 203 800 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG4 . 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG5 . 162 382 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG6 . 115 092 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG7 . 115 094 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (Dynasty 700 Models Only) .....<br />
1
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
221 408<br />
Description<br />
Figuur 15-2. Panel, Front w/Components<br />
Quantity<br />
... 14 ... RC1 .. 213 327 .. RECEPTACLE, W/LEADS & PLUG 14PIN ............................. 1<br />
... 15 .......... 185 717 .. NUT, M20−1.5 1.00HEX .19H BRS LOCKING .......................... 2<br />
... 16 .......... 178 548 .. TERMINAL, CONNECTOR FRICTION ................................ 1<br />
... 17 .......... 229 338 .. WASHER, DOMED LOAD .812 ID X 1.450 OD X .070 THK .............. 2<br />
... 18 .......... 185 718 .. O−RING, 0.989 ID X 0.070 H ........................................ 2<br />
... 19 .......... 185 713 .. INSULATOR, BULKHEAD REAR ..................................... 2<br />
... 20 .......... 230 155 .. BRACKET, VALVE MTG ............................................. 1<br />
... 21 FMB,FMT 213 072 .. FAN, MUFFIN ...................................................... 2<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 115
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
4<br />
3<br />
2<br />
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
OM-216 869 Pagina 116<br />
1<br />
Part<br />
No.<br />
221 409<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
Figuur 15-3. Panel, Rear w/Components<br />
Description<br />
Figuur 15-3. Panel, Rear w/Components<br />
9<br />
11<br />
10<br />
804 139-A<br />
Quantity<br />
... 1 ......... +213 054 .. PANEL, REAR ...................................................... 1<br />
... 2 ... GS1 .. 238805 .. VALVE, 24VDC 2WAY,125 PSI CUSTOM PORT.054 ORF W/FR .......... 1<br />
... 3 ... CB1 .. 183 492 .. SUPPLEMENTARY PROTECTOR, MAN RESET 1P 10A 250V FRIC ..... 1<br />
... 4 ... RC2 .. 189 033 .. RCPT, STR DX GND 2P3W 15A 125V (GRAY) ......................... 1<br />
... 5 .......... 115 516 .. RIVET, AL .187 DIA X .063−.125 GRIP BLK BLIND DOME ............... 1<br />
... 6 .......... 010 467 .. CONN, CLAMP CABLE 1.250 ........................................ 1<br />
... 7 .......... 137 761 .. NUT, 750 NPT 1.31HEX .27H NYL BLK ................................ 1<br />
... 8 .......... 215 117 .. NAMEPLATE, IDENT REAR ......................................... 1<br />
... 9 .......... 217 297 .. COVER, RECEPTACLE WEATHERPROOF DUPLEX RCPT ............. 1<br />
... 10 .......... 221 164 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/INPUT POWER CONNECT ...... 1<br />
... 10 .......... 219 842 .. LABEL, WARNING INPUT CONNECTIONS/ELECTRIC SHOCK (CE) .... 1<br />
... 11 .... S1 .. 246 846 .. SWITCH, TGL ASSY (INCLUDES) .................................... 1<br />
................ 246 840 .... SWITCH, TGL 3 PST 85A 600VAC SCR TERM WIDE TGL ............ 1<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
14<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
13<br />
Part<br />
No.<br />
213 345<br />
2<br />
15<br />
12<br />
1<br />
Figuur 15-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />
Description<br />
Figuur 15-4. Wind Tunnel, Right Hand w/Components<br />
11<br />
5<br />
3<br />
10<br />
4<br />
9<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
804 134-B<br />
Quantity<br />
... 1 .... L1 .. 231 244 .. INDUCTOR, INPUT ................................................. 1<br />
... 2 .. T3, T4 . 242 782 .. XFMR, COUPLING (TOP) ........................................... 1<br />
... 3 ......... +212 489 .. PANEL, RIGHT WINDTUNNEL ....................................... 1<br />
... 4 .......... 195 666 .. SCREW, 010−32X .50 TORX PANHD WGNDRNG STL PLD ............. 3<br />
... 5 .......... 216 861 .. STAND−OFF, CAPACITOR .......................................... 2<br />
... 6 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />
... 7 .......... 216 860 .. GROMMET, CAPACITOR ............................................ 2<br />
... 8 .. C4,C20 217 941 .. CAPACITOR, ELCTLT 1800 UF 500 VDC CAN 2.52 DIA ................. 2<br />
... 9 .......... 207 418 .. SCREW, K40X 20 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />
... 10 .... C3 .. 216 700 .. CAPACITOR, POLYP MET FILM 16. UF 400 VAC 10% .................. 1<br />
... 11 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />
... 11 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS−WDLES (CE) 1<br />
... 12 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 1<br />
... 13 .......... 218 566 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING .................................... 1<br />
... 14 .... L2 .. 213 348 .. COIL, INDUCTOR (PRE−REGULATOR) ............................... 1<br />
... 15 .......... 138 253 .. SCREW, 250−20X .37 HEXWHD.52D STL PLD LKG SERR .............. 2<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 117
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
OM-216 869 Pagina 118<br />
Part<br />
No.<br />
219 344<br />
1<br />
2<br />
Figuur 15-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />
Description<br />
Figuur 15-5. Heat Sink, Primary Assembly<br />
3<br />
4<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar<br />
en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
5<br />
6<br />
804 135-C<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 213 346 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 2 ... RM1 . 205 751 .. MODULE, POWER RESISTOR W/PLUG .............................. 1<br />
... 3 .......... 207 451 .. SCREW, 008−32X .50 PAN HD−PHL STL PLD SEMS ................... 3<br />
... 4 . RT1,RT3 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 5 . MOD1,2 217 625 .. KIT, INPUT/PRE−REGULATOR AND INVERTER MODULE .............. 1<br />
... 6 . PC1,PC2 233 146 .. CIRCUIT CARD ASSY, POWER INTERCONNECT ..................... 1<br />
........ PLG11 . 210 050 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG13 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG15 164 899 .. HOUSING PLUG PINS+SKTS, (SERVICE KIT) ......................... 1<br />
........ PLG26 158 719 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG27 131 056 .. HOUSING RCPT+SKTS, (SERVICE KIT) .............................. 1<br />
........ PLG46 210 050 .. HOUSING PLUG+SKTS, (SERVICE KIT) (DYNASTY 700 MODELS ONLY) 1<br />
... 8 .......... 200 565 .. SCREW, M 5− .8X 35 PAN HD−PHL STL PLD SEMS .................... 4<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
8
9<br />
12<br />
Item<br />
No.<br />
2<br />
10<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
213 354<br />
3<br />
1<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
4<br />
Figuur 15-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />
Description<br />
8<br />
Figuur 15-6. Wind Tunnel, Left Hand w/Components<br />
5<br />
6<br />
11<br />
804 136-C<br />
7<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 170 647 .. BUSHING, SNAP−IN NYL 1.312 ID X 1.500 MTG HOLE ................. 1<br />
... 2 .......... 218 004 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS ............ 1<br />
... 2 .......... 219 844 .. LABEL, WARNING ELECTRIC SHOCK/EXPLODING PARTS (CE) ........ 1<br />
... 3 ... CR1 .. 206 258 .. RELAY, ENCL 24VDC SPST 30A/240VAC 4PIN FLANGE MTG ........... 1<br />
... 4 .......... 145 217 .. SCREW, K40X 12 PAN HD−PHL STL PLD PT THREAD FORMING ....... 2<br />
... 5 ......... +212 488 .. PANEL, LEFT WINDTUNNEL ........................................ 1<br />
... 6 .... T1 .. 213 361 .. XFMR, HF LITZ/LITZ W/BOOST ...................................... 1<br />
... 7 .... Z4 .. 213 513 .. COIL, INDUCTOR (BOOST) ......................................... 1<br />
... 8 .... Z1 .. 213 356 .. OUTPUT INDUCTOR ASSY, ......................................... 1<br />
... 9 .......... 010 493 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .625 ID X .875 MTG HOLE ................... 2<br />
... 10 .......... 010 381 .. CONNECTOR, RECTIFIER .......................................... 1<br />
... 11 .......... 227 746 .. GASKET, INDUCTOR MOUNTING E55 FERRITE CORE ............... 1<br />
... 12 .......... 057 357 .. BUSHING, SNAP−IN NYL .937 ID X 1.125 MTG HOLE .................. 2<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 119
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en<br />
alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
1<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
OM-216 869 Pagina 120<br />
2<br />
Part<br />
No.<br />
219 345<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Figuur 15-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 700<br />
Description<br />
Figuur 15-7. Heat Sink, Secondary − Dynasty 700<br />
7<br />
9<br />
10<br />
8<br />
804 137-A<br />
Quantity<br />
... 1 . PC3,PC4 233 157 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL .................... 2<br />
..... PLG32/PLG38115 093 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />
..... PLG31/PLG37131 024 .. CIRCUIT CARD ASSY, COMMUTATOR CONTROL ..................... 1<br />
... 2 .......... 213 517 .. BUS BAR, OUTPUT ................................................ 2<br />
... 3 .......... 216 867 .. BUS BAR, POSITIVE ............................................... 1<br />
... 4 . PM1 − 6 213 522 .. KIT, IGBT (CONSISTS OF 3 IGBT’S) .................................. 2<br />
... 5 .. D1,D2 . 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />
... 6 . RT2,RT4 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 7 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 8 ... SR1 .. 201 530 .. KIT, DIODE FAST RECOVERY BRIDGE ............................... 1<br />
... 9 .......... 216 868 .. BUS BAR, NEGATIVE ............................................... 1<br />
... 10 ... PC9 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSEMBLY, DIODE SNUBBER ....................... 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
221 730<br />
Figuur 15-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 700<br />
Description<br />
Figuur 15-8. Heat Sink, Secondary − Maxstar 700<br />
804 177-A<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 224 470 .. HEAT SINK, POWER MODULE ...................................... 1<br />
... 2 .. D1, D2 213 521 .. KIT, ULTRA FAST DIODE ............................................ 2<br />
... 3 ... SR1 .. 201 531 .. KIT, DIODE POWER MODULE ....................................... 1<br />
... 4 . RT2, RT4 213 353 .. THERMISTOR, NTC 30K OHM @ 25 DEG C 8IN LEAD ................. 1<br />
... 5 ... PC3 .. 241 542 .. CIRCUIT CARD ASSY, DIODE SNUBBER ............................ 1<br />
... 6 .......... 213 519 .. BUS BAR .......................................................... 1<br />
... 7 . C9, C10 221 707 .. CAPACITOR ASSY (CE ONLY) ....................................... 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 121
HOOFDSTUK 16 − ONDERDELENLIJST VOOR DE<br />
KOELUNIT<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
31<br />
32<br />
33<br />
29<br />
30<br />
OM-216 869 Pagina 122<br />
2<br />
1<br />
34<br />
28<br />
35<br />
27<br />
26<br />
3<br />
4<br />
25<br />
5<br />
24<br />
12<br />
23<br />
13<br />
6<br />
8<br />
7<br />
9<br />
14<br />
Figuur 16-1. Hoofdmontage<br />
14<br />
15<br />
22<br />
21<br />
14<br />
10<br />
11<br />
16<br />
20<br />
19<br />
17<br />
18<br />
804 813-B
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
Part<br />
No.<br />
Description<br />
Figuur 16-1. Hoofdmontage<br />
Quantity<br />
... 1 .......... 228 551 .. Plug, W/Leads Fan .................................................. 1<br />
... 2 .......... 219 178 .. Label, Caution Incorrect Coolant ...................................... 1<br />
... 3 ......... +226 965 .. Panel, Side RH ..................................................... 1<br />
... 4 .......... 228 519 .. Hose, nprn brd no 1 X .250 ID X .455 OD X 9.000 ...................... 1<br />
... 5 .......... 228 508 .. Pump, Coolant W/Fittings (Includes) ................................... 1<br />
... 6 ............. 5523 .... Ftg, Hose Brs Barbed Elbow M 3/8 TBG X 3/8 NPT ................... 2<br />
... 7 .......... 173 999 .... Pump, Coolant 100 GPH W/V-Band CW Rotation ..................... 1<br />
... 8 .......... 134 795 .... Coupler, Drive Pump .............................................. 1<br />
... 9 .......... 196 990 .... Ftg, Brs Barbed .................................................. 1<br />
... 10 .......... 173 263 .. Motor, 1/4hp 115vac 50/60 Hz 1425/1725 RPM Dual ..................... 1<br />
... 11 .......... 226 966 .. Bracket, Motor Mount ............................................... 1<br />
... 12 .......... 166 608 .. Cap, Tank Screw−on W/Vent ......................................... 1<br />
... 13 .......... 226 932 .. Tank, Coolant (Includes) ............................................. 1<br />
................ 231 286 .... Ftg, Hose Brs Elbow Barbed M 3/8 TBG X M 3/8 TBG ................ 2<br />
................ 231 284 .... Bushing, Tank Coolant ............................................. 2<br />
................ 228 518 .... Tubing, PVC .375 ID X .500 OD X 6.125 Blk Angle ................... 1<br />
................ 231 285 .... Tubing, PVC .375 ID X .500 OD X 1.000 Blk ........................ 1<br />
... 14 .......... 228 529 .. Hose, .375 ID X .650 OD X 19.500 ................................... 3<br />
... 15 .......... 155 436 .. Label, Ground/Protective Earth ....................................... 1<br />
... 16 .......... 163 562 .. Light, Ind Wht Lens 125VAC Snap−in Neon Non−relampa ................ 1<br />
... 17 .......... 213 053 .. Panel, Louver Cover ................................................ 1<br />
... 18 .......... 230 151 .. Plate, Indicator Front Cooler .......................................... 1<br />
... 19 .......... 226 940 .. Valve, Check Bidirectional Assy ....................................... 2<br />
... 20 .......... 230 155 .. Backet, Valve Mounting .............................................. 2<br />
... 21 .......... 226 964 .. Panel, Side Lh ...................................................... 1<br />
... 22 .......... 226 931 .. Base, Cooler ....................................................... 1<br />
... 23 .......... 232 424 .. Radiator, Heat Exchanger ............................................ 1<br />
... 24 .......... 231 341 .. Plenum, Air ........................................................ 1<br />
... 25 .......... 213 072 .. Fan, Muffin ......................................................... 1<br />
... 26 .......... 204 369 .. Cable, Power 5 Ft 16ga 3c ........................................... 1<br />
... 27 .......... 228 498 .. Panel, Rear ........................................................ 1<br />
... 28 .......... 196 312 .. Guard, Fan ........................................................ 1<br />
... 29 .......... 228 520 .. Filter, Assy W/Fittings (Includes) ...................................... 1<br />
... 30 .......... 215 667 .... Filter ............................................................ 1<br />
... 31 .......... 228 532 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 1.415 .................................. 2<br />
... 32 .......... 231 286 .... Ftg, Hose Brs Elbow Barbed M 3/8 TBG X M 3/8 TBG ................. 2<br />
... 33 .......... 226 967 .... Bracket, Mtg Filter ................................................. 1<br />
... 34 .......... 236 084 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 10.500 ................................. 1<br />
... 35 .......... 228 530 .... Hose, .375 ID X .650 OD X 8.375 .................................. 1<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
OM-216 869 Pagina 123
OM-216 869 Page 124<br />
HOOFDSTUK 17 − ONDERDELENLIJST VOOR DE<br />
ONDERWAGEN<br />
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.<br />
Item<br />
No.<br />
Dia.<br />
Mkgs.<br />
17<br />
Part<br />
No.<br />
1<br />
230 157<br />
18<br />
2<br />
16<br />
Description<br />
9<br />
8<br />
15 14<br />
Figuur 17-1. Hoofdmontage<br />
Figuur 17-1 Hoofdmontage<br />
3<br />
5<br />
6<br />
7<br />
10<br />
4<br />
11 12<br />
11<br />
13<br />
804 812-A<br />
Quantity<br />
... 1 ............. 226 927 .... Handle, Cart .................................................. 1<br />
... 2 ............ +226 929 .... Panel, Side Rail LH ............................................ 1<br />
... 3 ............. 210 224 .... Chain, Straight Link 1/0 X 27 Bright Zinc Pld ..................... 1<br />
... 4 ............. 226 926 .... Support, Bottle ................................................ 1<br />
... 5 ............. 192 236 .... Label, Caution Over Turning Can Cause Injury ..................... 2<br />
... 6 ............ +226 930 .... Panel, Side Rail RH ............................................ 1<br />
... 7 ............. 199 403 .... Holder, Foot Control ........................................... 1<br />
... 8 ............. 191 875 .... Hanger, Cable/Torch ......................................... 3<br />
... 9 ............. 226 919 .... Base, Cart .................................................... 1<br />
... 10 ............. 226 920 .... Tray, Bottle Assy .............................................. 1<br />
... 11 ............. 602 250 .... Washer, Flat .812 ID x 1.469 OD x .134t Stl Pld Ansi .750 .......... 8<br />
... 12 ............. 209 869 .... Wheel, Poly−olefin 10 In Diax 2.000 wide x .750 ................... 2<br />
... 13 ............. 121 614 .... Ring, Rtng Ext .750 Shaft X .085 Thk E Style Pld .................. 2<br />
... 14 ............. 226 925 .... Support, Base Drawer Slides .................................... 1<br />
... 15 ............. 226 923 .... Caster, Swvl 4.00 In Polyolefin .................................. 2<br />
... 16 ............. 216 594 .... Slide, Drawer Full Extension .................................... 2<br />
... 17 ............. 191 884 .... Drawer, ...................................................... 1<br />
... 18 ............. 228 585 .... Base, Front Panel ............................................. 1<br />
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested<br />
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.<br />
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
Geldig vanaf 1 januari 2010<br />
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MA” of nieuwer)<br />
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige <strong>Miller</strong> garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete<br />
waarborgen of garanties.<br />
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen<br />
en voorwaarden garandeert <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co., Appleton,<br />
Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe <strong>Miller</strong> installaties<br />
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie<br />
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE<br />
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-<br />
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN<br />
GESCHIKTHEID.<br />
Binnen de onderstaande garantieperioden zal <strong>Miller</strong> alle onderdelen<br />
of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage-<br />
en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.<br />
<strong>Miller</strong> moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden<br />
gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop <strong>Miller</strong> instructies<br />
zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop<br />
volgt.<br />
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode<br />
zal <strong>Miller</strong> garantieclaims toestaan op installaties met garantie die<br />
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag<br />
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of achttien<br />
maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur<br />
gezonden is.<br />
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon<br />
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristoren<br />
(SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichtermodules<br />
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon<br />
* Lasaggregaten met aandrijfmotor<br />
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte<br />
garantie, bij de fabrikant van de motor.)<br />
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)<br />
* Stroombronnen plasmasnijders<br />
* Procesbeheersingsapparatuur<br />
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereenheden<br />
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie (geen<br />
arbeidsloon)<br />
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen<br />
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)<br />
3. 2 jaar — op onderdelen<br />
* Automatisch verduisterende helmlenzen<br />
(geen arbeidsloon)<br />
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders<br />
aangegeven<br />
* Automatisch bewegende apparatuur<br />
* CoolBelt− en CoolBand−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />
* Externe controleapparatuur en −sensoren<br />
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd<br />
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn ingebouwd<br />
zijn gedekt voor de resterende garantieperiode<br />
van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of voor een<br />
minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de<br />
twee het langste duurt.)<br />
* Flowregelaars− en Flowmeters (geen arbeidsloon)<br />
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS−RJ45)<br />
* Rookgasafzuigers<br />
* HF Units<br />
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)<br />
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en<br />
elektronische regelapparatuur/recorders<br />
* Elektrische belastingsbanken<br />
* Motoraangedreven laspistolen<br />
(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)<br />
* PAPR−ventilatorunit (geen arbeidsloon)<br />
* Positionerings− en regelapparatuur<br />
* Rekken<br />
* Laskarren/trailers<br />
* Puntlasapparaten<br />
* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen<br />
* Waterkoelsystemen (niet−geïntegreerd)<br />
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)<br />
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)<br />
5. 6 maanden — op onderdelen<br />
* Accu’s<br />
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)<br />
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)<br />
6. 90 dagen — op onderdelen<br />
* Toebehoren (sets)<br />
* Beschermzeilen<br />
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet<br />
elektronische regelapparatuur<br />
* M−pistolen<br />
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen<br />
* Afstandsbedieningen en RFCS−RJ45<br />
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)<br />
* Roughneck−pistolen<br />
* Spoolmate pistolen<br />
<strong>Miller</strong>s True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:<br />
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,<br />
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen<br />
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen<br />
die niet meer goed werken als gevolg van normale<br />
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt<br />
bij alle motoraangedreven producten.)<br />
2. Onderdelen geleverd door <strong>Miller</strong> maar geproduceerd door anderen,<br />
zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen<br />
vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.<br />
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere<br />
partijen dan <strong>Miller</strong>, of installaties die onjuist geïnstalleerd of<br />
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties<br />
die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad,<br />
of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de<br />
aangegeven toepassingen voor de installatie.<br />
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN<br />
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-<br />
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING<br />
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-<br />
STALLATIES.<br />
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,<br />
zullen de exclusieve <strong>Miller</strong>-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)<br />
vervangen; of, als dit schriftelijk door <strong>Miller</strong> is toegestaan in<br />
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of<br />
vervangen bij een goedgekeurd <strong>Miller</strong> onderhoudsbedrijf; of (4)<br />
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke<br />
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het<br />
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.<br />
<strong>Miller</strong>’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met<br />
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in<br />
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door <strong>Miller</strong> goedgekeurd<br />
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door <strong>Miller</strong>. Daarom zal er geen<br />
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden<br />
toegestaan.<br />
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-<br />
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE<br />
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-<br />
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,<br />
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-<br />
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-<br />
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).<br />
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP<br />
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE<br />
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,<br />
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING<br />
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN<br />
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE<br />
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,<br />
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE<br />
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE<br />
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU<br />
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE<br />
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE<br />
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF<br />
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.<br />
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking<br />
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende<br />
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus<br />
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn<br />
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen<br />
eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen<br />
echter per staat verschillen.<br />
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra<br />
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin<br />
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen<br />
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden<br />
afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke<br />
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen<br />
echter per provincie verschillen.<br />
miller warr_dut 2010−01
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.<br />
Naam van het model Serie-/typenumber<br />
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)<br />
Leverancier<br />
Adres<br />
Plaats<br />
Staat Postcode<br />
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer<br />
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden<br />
Neem contact op met het<br />
vervoersbedrijf:<br />
Papieren van de eigenaar<br />
Service<br />
Contacteer een verdeler of een service bureau<br />
Neem contact op met de transportafdeling van uw<br />
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur<br />
voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims.<br />
Optionele apparatuur en accessoires<br />
Persoonlijke beschermingsmiddelen<br />
Service en reparaties<br />
Vervangende onderdelen<br />
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,<br />
boeken)<br />
Technische handboeken (onderhoudsinformatie<br />
en onderdelen)<br />
Stroomkringschema’s<br />
Handboeken over lasprocessen<br />
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of<br />
beschadiging tijdens verscheping,<br />
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2010 <strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co 2010-01<br />
<strong>Miller</strong> <strong>Electric</strong> Mfg. Co.<br />
An Illinois Tool Works Company<br />
1635 West Spencer Street<br />
Appleton, WI 54914 USA<br />
International Headquarters−USA<br />
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended<br />
USA & Canada FAX: 920-735-4134<br />
International FAX: 920-735-4125<br />
Voor internationale vestigingen bezoek<br />
website: www.<strong>Miller</strong>Welds.com