De presentiebenadering - Deviant
De presentiebenadering - Deviant
De presentiebenadering - Deviant
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verwacht wordt dat zij hun cliënten<br />
respectvol behandelen, terwijl henzelf<br />
weinig vertrouwen wordt geschonken.<br />
Annelies van Heijst (Universiteit<br />
van Tilburg en auteur van o.a.<br />
‘Menslievende zorg’) die een workshop<br />
leidde waarin de positie van hulpverleners<br />
centraal stond, waarschuwt dat<br />
zorgverleners daardoor geweld en leed<br />
toevoegen in hun poging hulp te bieden.<br />
“Onverbiddelijke procedures, onontwijkbare<br />
regels, onoverschrijdbare<br />
grenzen en niet antwoordende apparaten<br />
en rekenbladen (...) het geweld zit<br />
ingebakken in de regels van het spel en<br />
minder in de spelers zelf.” schrijft Baart<br />
in Tweespraak. Toch verbaast het hem<br />
dat maar weinig werkers zich van de regels<br />
kunnen of durven te distantiëren.<br />
Ze wekken de indruk in te stemmen<br />
met de regels en geven de hardheid van<br />
de institutie dus mededogenloos door.<br />
Helaas was de genoemde workshop zo<br />
druk bezocht dat er in plaats van een<br />
gedachtewisseling over deze zaken gekozen<br />
werd voor een vrij strakke presentatie,<br />
waarin deze problemen maar<br />
zijdelings aan bod kwamen.<br />
In ‘Tweespraak’ omschrijft Baart<br />
zich als onderzoeker die zich radicaal<br />
naar de praktijk wendt en deze<br />
minutieus uitpluist. Zulk onderzoek<br />
is schaars: het is een tijdrovende aangelegenheid<br />
- monnikenwerk noemt<br />
Baart het - en het vereist enerzijds een<br />
open, zelfs nederige houding en anderzijds<br />
de discipline om te voldoen aan<br />
de strenge eisen van kwalitatief onderzoek.<br />
Bovendien valt er wetenschappelijk<br />
gezien weinig eer aan te behalen.<br />
In academische kring, maar ook<br />
bij beleidsmakers en managers scoort<br />
onderzoek dat uitmondt in ‘harde cijfers’<br />
en stoere uitspraken nu eenmaal<br />
hoger. Toch wilde Harry Kunneman<br />
(Universiteit voor Humanistiek), die<br />
het debat rond wetenschap en opleiding<br />
leidde, niet focussen op wat er<br />
vanuit het presentieperspectief allemaal<br />
niet deugt aan gangbaar onderzoek. We<br />
zouden daarmee blijven steken in een<br />
defensieve strategie, waarin de pleitbezorgers<br />
van de presentie op grond van<br />
morele argumenten de strijd aanbinden<br />
met ‘evidence based’ -benaderingen en<br />
daarop gebaseerde managementmodellen,<br />
en ongewild de indruk wekken<br />
dat presentie en aandacht voor menselijke<br />
waarden enerzijds en doeltreffendheid<br />
en efficiëntie anderzijds elkaar<br />
uitsluiten. In plaats daarvan kunnen<br />
we beter, net als Japanse worstelaars, de<br />
kracht van de tegenstander gebruiken<br />
voor de eigen doelen. Onderzoek dat<br />
de <strong>presentiebenadering</strong> ondersteunt<br />
richt de aandacht op impliciete kennis<br />
van zorg- en hulpverleners, op de leefwereld<br />
en ervaringskennis van cliënten.<br />
<strong>De</strong> kennis die daarbij opgedaan wordt<br />
kan een belangrijke rol spelen bij het<br />
vergroten van de efficiëntie en de doeltreffendheid.<br />
Maar ze vormt ook een<br />
onderbouwing voor kritiek op onmenselijke,<br />
onrechtvaardige en ondoelmatige<br />
praktijken. Niet in het streven naar<br />
efficiëntie staat haaks op wat de <strong>presentiebenadering</strong><br />
wil bereiken, maar het<br />
Zonder onbevangenheid,<br />
zonder beschikbaarheid<br />
kan er geen plaats zijn voor<br />
conceptie oftewel inspiratie en<br />
zonder betrokkenheid, dienst-<br />
baarheid en toewijding zal<br />
het concept geen vorm krijgen.<br />
veronachtzamen van de werkelijkheid<br />
waarin hulpverleners en cliënten zich<br />
bevinden. Praktijken die daarop stoelen<br />
schieten niet alleen in moreel opzicht,<br />
maar ook wat de doelmatigheid<br />
betreft te kort.<br />
Impliciete kennis en verborgen<br />
weten vormde een fascinerende rode<br />
draad tijdens het hele congres. Zo werd<br />
er in een van de workshops verteld over<br />
het vreemde gegeven dat de meeste verpleegkundigen<br />
in opleiding zelf ervaringen<br />
hebben als patiënt of mantelzorger,<br />
maar dat daar in de opleiding<br />
niets mee gedaan wordt. In tegendeel:<br />
het lijkt erop dat zij geacht worden<br />
deze ervaringen zo snel mogelijk te vergeten.<br />
Baart schreef al in ‘Tweespraak’:<br />
de hartstochtelijke motivatie waarmee<br />
toekomstige beroepsbeoefenaren binnenkomen,<br />
wordt met een ‘professionaliseringsimpuls<br />
om zeep gebracht,<br />
en studenten worden afgericht tot methodiektoepassers.<br />
Harry Kunneman<br />
gebruikte tijdens het debat in de ochtend<br />
de metafoor van de frietsnijder<br />
om duidelijk te maken wat er gebeurt<br />
bij het standaardiseren van de competenties<br />
van hulpverleners in onderzoek,<br />
opleiding en training. Wat niet in de<br />
frietsnijder past dreigt als ‘afval’ behandeld<br />
te worden, terwijl hierin doorgaans<br />
juist de inspiratie, de creativiteit,<br />
de betrokkenheid en het vermogen tot<br />
presentie huizen.<br />
Ed van Hoorn (IGPB), een van de<br />
gesprekspartners van Kunneman, vergeleek<br />
de manier waarop met ervaringskennis<br />
van cliënten omgegaan wordt,<br />
met de wijze waarop omgegaan werd<br />
met de cultuur van overheerste volken<br />
zoals de Aboriginals: delen van hun<br />
kennis, die voor de overheersers bruikbaar<br />
en nuttig waren werden gekoesterd,<br />
andere, die gevaarlijk zou kunnen<br />
zijn, vernietigd. Op vergelijkbare wijze<br />
wordt sommige ervaringskennis, bijvoorbeeld<br />
alles wat tot ‘ziekte-inzicht’<br />
kan worden gerekend, gehonoreerd,<br />
terwijl andere kennis, zoals de redenen<br />
die cliënten hebben om hun medicijnen<br />
door het toilet te spoelen, genegeerd<br />
wordt.<br />
En Geert van der Laan (Universiteit<br />
voor Humanistiek en Fontys Hogescholen<br />
te Eindhoven) vertelde tijdens<br />
het slotdebat over een maatschappelijk<br />
werkster, die in werktijd een<br />
wandelingetje over de markt maakte,<br />
omdat ze wist dat ze daar een aantal<br />
cliënten, met wie ze moest spreken,<br />
tegen zou komen. Efficiënt, maar volstrekt<br />
illegaal binnen de logica van haar<br />
organisatie. Van der Laan, die van huis<br />
uit arbeids- en organisatiepsycholoog<br />
is, merkte daarbij op dat het onterecht<br />
is, dat zulke rigide organisaties zich beroepen<br />
op de bedrijfskunde: daar heeft<br />
men al lang ontdekt dat de verborgen<br />
kennis van de medewerkers hun kracht<br />
vormt en gekoesterd moet worden.<br />
Dit verborgen weten van hulpverleners<br />
en cliënten is onarticuleerbaar<br />
binnen reguliere opvattingen over zorg<br />
en hulpverlening en ontoepasbaar in<br />
praktijken die bepaald worden door<br />
methodieken, stappenplannen en tijdschrijven.<br />
Het laat zich niet afbeelden<br />
in cijfers, maar vraagt om verhalen die<br />
verteld willen worden. En zowel tijdens<br />
de workshop over management en organisatie<br />
als tijdens het slotdebat bleek<br />
dat het niet ondenkbaar is dat deze verhalen<br />
bij managers, zorgverzekeraars en<br />
politiek een luisterend oor vinden.<br />
Michi Almer<br />
D E V I A N T DECEMBER 2006 NR. 51 27