TNO werkt voor het MKB: Samen werken aan kennis maken

organisaties en andere samenwerkingsverbanden tussen bedrijven’. Dat levert rendement
op: de bedrijven geven aan dat ze er baat bij hebben. Dat resultaat verklaart ook de
gemiddelde klanttevredenheid van 4,2 op een schaal van 5.
EXPLOITEREN VAN KENNIS
Behalve opdrachtnemer is TNO ook opdrachtgever voor het MKB. Wanneer TNO het
ontwerp- en rekenwerk voor een opdracht uitvoert, is het vaak een MKB-bedrijf dat de
bouw van een product verzorgt.
En wanneer activiteiten van TNO te dicht bij de markt komen, zodat valse concurrentie
dreigt, stoot TNO de activiteiten af naar TNO Bedrijven BV. Dan wordt een stukje TNO
zélf MKB. Enkele van die bedrijven houden zich bezig met testen en keuren. Zo komen
bovenop de drieduizend MKB-opdrachtgevers nog eens duizend MKB-opdrachtgevers met
twintig à dertig miljoen aan omzet.
Een bijzondere vorm van kennisoverdracht is het verlenen van licenties op patenten.
Daartoe is TNO speciaal voor het MKB begonnen met innovatieveilingen.
DYNAMISCH SPEELVELD
‘We bewegen ons op een dynamisch speelveld met steeds complexer en specialistischer
technologieën’, geeft Louwe aan. ‘Een TNO-instituut als “one stop shop” voor een
branche is verleden tijd. Branches hebben veel technologieën naast elkaar nodig, wat
de klassieke sectorindeling ondergraaft. Traditionele producten raken in veel sectoren
verknoopt met embedded systemen. En neem een kunstheup. Is de maker een kunststofproducent
of een metaalbedrijf? Of behoort het tot de medische industrie? Door nieuwe
interne samenwerkingsverbanden kan TNO in die nieuwe situatie de gewenste kennis
bieden of organiseren.’
Toch duurt het even voordat alle 75.000 MKB-bedrijven van de doelgroep weten waar
TNO voor staat en wat ze met TNO kunnen. Louwe: ‘We doen er alles aan om dat te
verduidelijken. Dankzij alle formele en informele contacten, inclusief lezingen, beurzen
en voordrachten bereiken we in vier jaar de hele doelgroep.’
Er zit brood in samenwerking tussen bakkerijsector en TNO
EXCHANGE CELL:
KLEINSCHALIG, PRAKTISCH,
LAAGDREMPELIG ONDERZOEK
De exchange cell-voorziening in het
TNO MKB-programma brengt kleinschalige
onderzoeksprojecten binnen
het bereik van bijvoorbeeld biotechnologie
start-ups. Het juiste initiatief
in het juiste ontwikkelingsstadium
van een bedrijf kan de aanzet zijn
tot meer, stellen directeur Victor
Schut van ProteoNic en senior
research scientist Jan Verheijen van
TNO Kwaliteit van Leven in Leiden.
Kleine, laagdrempelige projecten met een looptijd van twee tot drie maanden. Praktische
kennisoverdracht en wederzijdse detachering, daar gaat het vooral om bij de exchange
cell. De maximale TNO-bijdrage bedraagt 7.000 euro; het bedrijf zelf voegt daar afhankelijk
van de omvang van het project een bedrag aan toe. Papierwerk is er nauwelijks
voordat de onderzoekers de handen uit de mouwen kunnen steken.
TNO heeft de voorziening binnen het MKB-programma vooral voor klein Nederlands
MKB bedacht. Deze categorie bedrijven krijgt zo de gelegenheid kennis te maken met
TNO. ‘Bij beginnende technologiebedrijven bewijst de exchange cell dat een “project” niet
altijd groot en kostbaar hoeft te zijn’, vertelt business developer Rolf-Jan Rutten van TNO
Pharma in Leiden.
HOGERE EIWITPRODUCTIE
Directeur Victor Schut van ProteoNic in Voorburg onderschrijft dit. De spin-out van de
Radboud Universiteit Nijmegen richt zich met vijf medewerkers op serviceverlening voor
biotechnologische bedrijven. Schut legt uit wat ProteoNic doet: ‘Onze UNic TM expressietechnologie
kan bij de productie van eiwitten zorgen voor een hoger productievolume
uit dezelfde opstelling. Daar waar de eiwitexpressie bepalend is voor productiekosten of
productkwaliteit kan dat tot belangrijke kostenbesparingen leiden.’
ProteoNic ontleende haar technologie aan de tabaksplant. Schut: ‘Het is voor ons belangrijk
om aan te tonen dat het in andere systemen een vergelijkbare werking heeft. Neem
bijvoorbeeld Chinese Hamster Ovary (CHO) cellen, een belangrijk productieplatform voor
complexe eiwitten voor de (bio)farmaceutische industrie.
6 7