7 - Training Registration System

1
DIAGNOSE 7
Storingstabellen SB 120
Mogelijke oorzaak
Bandenspanning van de bestuurbare wielen te
laag.
Stuuroliepeil te laag.
Lucht in het systeem.
Eindbegrenzingsventielen niet correct afgesteld.
Fuseelagering draait zwaar.
Kruiskoppelingen van de stuurkolom staan niet in
lijn.
Inwendige lekkage van het stuurhuis naar één
zijde te groot.
Stuuroliepeil te laag.
Lucht in het systeem.
Mogelijke oorzaak
Leiding tijdelijk geknikt of bekneld.
De aanzuigopening in het reservoir tijdelijk geblokkeerd.
Stuurpomp levert te weinig opbrengst door klem
men van het stroombegrenzingsventiel.
Stuurpomp levert in “koude toestand” en bij een
laag toerental te weinig opbrengst, doordat de
schotten in de rotor klemmen.
Inwendige lekkage van het stuurhuis bij lagere
drukken te groot.
KLACHT: ZWAAR STUREN, NAAR EEN KANT
PRELIMINARY
Maatregel
Controleer de bandenspanning. Breng de bandenspanning
op de voorgeschreven waarde.
Controleer het stuuroliepeil.
Vul olie bij en ontlucht het systeem.
Controleer systeem op lekkage.
Ontlucht het systeem.
Controleer de stuurolie op schuimvorming.
Controleer de afstelling van de
eindbegrenzingsventielen.
Controleer de bestuurbare as(sen).
Controleer/corrigeer de positie van de kruiskoppelingen
ten opzichte van elkaar.
KLACHT: ZWAAR STUREN TREEDT AF TOE OP
Controleer de inwendige lekkage van het stuurhuis.
Maatregel
Controleer het stuuroliepeil.
Vul olie bij en ontlucht het systeem.
Systeem op lekkage controleren.
Ontlucht het systeem.
Controleer de stuurolie op schuimvorming.
Controleer de ligging van de leidingen.
Controleer het reservoir op ongerechtigheden.
Controleer de gangbaarheid van het
stroombegrenzingsventiel.
Controleer de pompopbrengst bij een “koude”
stuurpomp.
Vernieuw de stuurpomp.
Controleer de inwendige lekkage van het stuurhuis
bij een ingestelde druk van 15 - 30 bar.
1-2 0015