Gebruiksvoorwaarden Fietsenstallingen - Gemeente Breda

Gebruiksvoorwaarden Gemeentelijke Fietsenstallingen
Artikel 1.
De onderhavige voorwaarden zijn van toepassing op het stallen van de in artikel 2 genoemde
vervoermiddelen bij de door de gemeente Breda (hierna te noemen: “de exploitant”) te
exploiteren fietsenstallingen Haven, Oude Vest, Nieuwstraat, Het Turfschip, Concordiastraat
en Achter de Lange Stallen.
Artikel 2.
Met vervoermiddelen worden in ieder geval ongemotoriseerde vervoermiddelen zoals fietsen,
ligfietsen, tandems en andere gelijksoortige rijwielen bedoeld, mits deze in de aanwezige
fietsenrekken of daartoe bestemde ruimtes kunnen worden geplaatst en deze geen hinder voor
de overige klanten veroorzaken.
Bromfietsen, snorfietsen en scooters kunnen in de stallingen Haven, Oude Vest, Nieuwstraat
en Concordiastraat gestald worden, mits deze in de daartoe bestemde ruimtes kunnen worden
geplaatst en deze geen hinder voor de overige klanten veroorzaken.
Fietsenstalling Het Turfschip en Achter de Lange Stallen zijn praktisch niet toegankelijk voor
bromfietsen, snorfietsen en scooters.
Artikel 3.
Het stallen van vervoermiddelen en het in bewaring geven van helmen geschiedt tegen de
door de exploitant bij de ingang van de stalling aangegeven tarieven. Het in bewaring geven
van helmen is alleen mogelijk voor klanten die hun vervoermiddel stallen in de Haven, Oude
Vest, Nieuwstraat en Concordiastraat.
Artikel 4.
Het gebruik van de stalling is slechts toegestaan tijdens de openingsuren van de stalling, bij
sluitingstijd mogen er geen fietsen blijven staan. Voor het laten staan van het vervoermiddel
wordt er een boete gerekend per nacht maal het aantal gestalde nachten. De boete wordt
vermeld bij de door de exploitant bij de ingang van de stalling aangegeven tarieven.
Het gebruik van de stalling is slechts toegestaan na ontvangst van het stallingbewijs (2-delig).
Eén deel van het stallingbewijs dient aan het vervoermiddel bevestigd te zijn.
Artikel 5.
Gebruikers dienen voor de ingang van de stalling af te stappen en, indien van toepassing, de
motor uit te schakelen en met het vervoermiddel aan de hand de stalling binnen te gaan. De
gebruiker dient zijn vervoermiddel zelf in de stalling in de daarvoor bestemde rekken te
plaatsen en af te halen. Plaatsing dient zonodig te geschieden op een door de beheerder aan te
wijzen plaats.
Artikel 6.
Een te stallen vervoermiddel dient slotvast te worden afgesloten.
Artikel 7.
Het afhalen en meenemen van vervoermiddelen is slechts toegestaan na vertoon van het
daarvoor uitgegeven stallingbewijs (2-delig). Ingeval van het ontbreken van een van beide
delen van het stallingbewijs of bij het niet overeenkomen van de beide delen van het
stallingbewijs, zal het vervoermiddel worden vrijgegeven uitsluitend na het betalen van het

vastgestelde tarief, tonen van een geldig legitimatiebewijs, het tonen van de bij het
vervoermiddel behorende 2 sleutels, het invullen van een ontvangstverklaring en het, indien
mogelijk, tonen van het bij het vervoermiddel behorende verzekeringsbewijs.
Artikel 8.
Wordt een vervoermiddel en/of een in bewaring gegeven helm niet op dezelfde dag afgehaald,
dan dient de gebruiker bij het afhalen de vastgestelde boete maal het aantal gestalde nachten
te vergoeden. Ingeval van weigering te betalen heeft de exploitant het retentierecht, dat wil
zeggen de bevoegdheid het vervoermiddel cq helm onder zich te houden totdat de vordering is
voldaan.
In geval vervoermiddelen en helmen na 3 maanden niet zijn afgehaald, gaat het eigendom
over op de exploitant. De exploitant heeft het recht om de vervoermiddelen en/of helmen na 3
maanden vanaf eerste stallingmoment, te verwijderen en om niet weg te geven.
Artikel 9.
Het is uitdrukkelijk niet toegestaan in de stalling te verblijven indien dit verblijf naar het
oordeel van de beheerder niet nodig is voor het stallen of afhalen van vervoermiddelen.
Personen die zich in strijd met deze bepaling gedragen, dienen de stalling op eerste verzoek
van de beheerder te verlaten.
Artikel 10.
De exploitant is uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor:
- vermissing en diefstal van vervoermiddelen;
- beschadiging van vervoermiddelen;
- vermissing, diefstal c.q. schade aan in bewaring gegeven helmen;
- vermissing, diefstal c.q. schade aan, op of aan vervoermiddelen achtergelaten helmen,
manden, tassen, fietscomputers, fietspompen, bagage en/of andere, al dan niet bij het
vervoermiddel behorende accessoires en voorwerpen;
tenzij de claimende aantoont, dat de schade of vermissing aan handelen of nalaten van de
exploitant te wijten is en hij ter ondersteuning het volgende overlegt:
- twee originele sleutels ten bewijze dat het vervoermiddel slotvast was afgesloten;
- een verklaring van de beheerder dat hij binnen 1 uur na constatering van diefstal of
vermissing een melding heeft gedaan bij de beheerder;
- een bewijs van aangifte bij de politie binnen 24 uur na vermissing of diefstal;
- verzekeringspapieren om voor de exploitant na te gaan of de schade reeds is gedekt.
Artikel 11.
Deze gebruiksvoorwaarden treden in werking op 1 januari 2010
Het College van Burgemeester en Wethouders van Breda,
Namens deze,
Directeur Stadsbedrijven
Mw E. Groen
Datum: