Bijlagen - Gemeente Breda

2.9 Fietsvoorzieningen, m.u.v. solitaire fietspaden, dienen uitgevoerd te worden in een rode kleur.
2.10 Bij kruisingen met wegen waarbij voorrangssituatie voor de fiets geldt, dient de verharding
van het fietspad ter plaatse van de kruising door te lopen.
Op de kruising het fietspad verhoogd aanleggen t.o.v. de naastliggende verharding
(drempelconstructie). Bij veelvuldig gebruik van de weg van lagere orde door bussen of
vrachtverkeer dient, afhankelijk van de situatie, de drempelconstructie voor dit gebruik te
worden aangepast of te worden weggelaten.
2.11 Bij vrijliggende fietspaden en aanwezige langsparkeerstroken een uitstapstrook aanbrengen
tussen langsparkeervak en fietspad.
2.12 Bij aanliggende fietsstroken bij voorkeur geen gestoken parkeervakken aanleggen.
2.13 Bij oversteekvoorzieningen de gootconstructie van de kruisende weg onderbreken.
2.14 Op fietspaden voor twee richtingen fietsverkeer een asmarkering 0,30-2,70 en breed 0,10 m
aanbrengen. Bij gebruik van tegels is de breedte 0,15 m (halve tegel).
2.15 Fietsvoorzieningen moeten zijn voorzien van een goede verlichting.
2.16 Bij bomen langs fietspaden wortelopdruk voorkomen (keuze soort bomen of goede constructie
fietspad)
2.17 Voor verdere richtlijnen wordt verwezen naar de geldende ASVV.
Fietsnota
58