Vlinders in hellingbossen - Vlindernet
Vlinders in hellingbossen - Vlindernet
Vlinders in hellingbossen - Vlindernet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Titel<br />
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> <strong>in</strong> Hell<strong>in</strong>gbossen<br />
Effecten van hakhoutbeheer
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> <strong>in</strong> hell<strong>in</strong>gbossen<br />
Effecten van hakhoutbeheer
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> <strong>in</strong> Hell<strong>in</strong>gbossen: effecten van hakhoutbeheer<br />
Tekst:<br />
Michiel Wallis de Vries<br />
Met medewerk<strong>in</strong>g van:<br />
Marcel Prick, Dick Groenendijk en Sicco Ens<br />
Rapportnummer:<br />
VS2009.037<br />
Projectnummer:<br />
2008.067<br />
Productie:<br />
De <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong>ticht<strong>in</strong>g<br />
Postbus 506<br />
6700 AM Wagen<strong>in</strong>gen<br />
telefoon: 0317 467346<br />
e-mail: <strong>in</strong>fo@vl<strong>in</strong>dersticht<strong>in</strong>g.nl<br />
homepage: www.vl<strong>in</strong>dersticht<strong>in</strong>g.nl<br />
Opdrachtgever:<br />
M<strong>in</strong>isterie van LNV, Directie Kennis, Ede<br />
Begeleid<strong>in</strong>g:<br />
OBN Deskundigenteam Heuvelland<br />
Deze publicatie kan worden geciteerd als:<br />
Wallis de Vries, M.F., M. Prick & D. Groenendijk (2009). <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> <strong>in</strong><br />
hell<strong>in</strong>gbossen: effecten van hakhoutbeheer. Rapport VS2009.037. De<br />
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong>ticht<strong>in</strong>g, Wagen<strong>in</strong>gen.<br />
Trefwoorden:<br />
Beheer, bossen, dagvl<strong>in</strong>ders, nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar<br />
gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere<br />
wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van De<br />
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong>ticht<strong>in</strong>g en de opdrachtgever.<br />
December 2009<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 1
Inhoud<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g ...................................................................................... 3<br />
Hoofdstuk 1 / Inleid<strong>in</strong>g ........................................................................ 5<br />
Dankwoord ...................................................................................... 5<br />
Hoofdstuk 2 / Methode ........................................................................ 7<br />
2.1 Studiegebied .............................................................................. 7<br />
2.2 Methode van onderzoek ............................................................ 10<br />
2.3 Gegevensverwerk<strong>in</strong>g ................................................................. 10<br />
Hoofdstuk 3 / Resultaten.................................................................... 12<br />
3.1 Nachtvl<strong>in</strong>ders ........................................................................... 12<br />
3.2 Dagvl<strong>in</strong>ders .............................................................................. 17<br />
3.3 Nectarbronnen en waardplanten voor aandachtsoorten ................ 17<br />
Hoofdstuk 4 / Discussie en conclusie ................................................... 19<br />
Literatuur ......................................................................................... 21<br />
Bijlage 1: Lijst van waargenomen soorten nachtvl<strong>in</strong>ders........................ 22<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 2
Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
In het OBN-Preadvies Hell<strong>in</strong>gbossen werd geconstateerd dat<br />
nader <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de effecten van hakhoutbeheer (met<br />
overstaanders) op de vl<strong>in</strong>derfauna wenselijk is. Dit onderzoek<br />
betreft een verkennende studie naar de nachtvl<strong>in</strong>derfauna en de<br />
dagvl<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> verschillende ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia van twee<br />
Limburgse hell<strong>in</strong>gbossen.<br />
In 2009 zijn <strong>in</strong> het Oombos en het Schaelsbergerbos onderzoekslocaties<br />
van verschillende leeftijd na kap uitgezocht:<br />
Jonge kapvlakte: kapjaar 2007/8<br />
Jonge kapvlakte met enige ‘verruig<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> de vorm van hergroei,<br />
ruigte (m.n. kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nekruid) en bosrank maar zonder<br />
dom<strong>in</strong>antie van bosrank: kapjaar 2006/7 <strong>in</strong> het Oombos en<br />
2004/5 <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos<br />
Stakenfase: kapjaar 1995/96 <strong>in</strong> het Oombos en 1996/97 <strong>in</strong> het<br />
Schaelsbergerbos<br />
Referentie: ongekapt s<strong>in</strong>ds ca. 60 jaar.<br />
Deze zijn bemonsterd op nachtvl<strong>in</strong>ders met behulp van blacklightvallen op<br />
7 data en dagvl<strong>in</strong>ders zijn op 4 data geteld <strong>in</strong> de periode mei t/m<br />
augustus.<br />
Er zijn 314 <strong>in</strong>dividuen van 96 soorten nachtvl<strong>in</strong>ders waargenomen,<br />
waarvan 20 Rode Lijst-soorten. Het aantal soorten was <strong>in</strong> het Oombos het<br />
hoogst op de jonge kapvlakte, maar <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos het hoogst <strong>in</strong><br />
de stakenfase.<br />
De waargenomen soortenrijkdom bedroeg slechts 22 % (11-30%) van de<br />
geschatte soortenrijkdom op basis van soortenaccumulatiecurves: deze<br />
varieerde tussen 47 en 275 soorten. Het aantal benodigde<br />
bemonster<strong>in</strong>gen om 50 % van de soorten te registreren bedroeg 29 (17-<br />
59). Opmerkelijk genoeg leveren de schatt<strong>in</strong>gen wel significante<br />
verschillen <strong>in</strong> soortenrijkdom op tussen terre<strong>in</strong>en en ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia:<br />
een hogere geschatte soortenrijkdom <strong>in</strong> het Oombos het hoogste aantal<br />
soorten <strong>in</strong> de stakenfase.<br />
Het grootste aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders is vooral <strong>in</strong> bosranden en open<br />
bossen te v<strong>in</strong>den. Echte bossoorten waren zeldzaam en vooral tot het<br />
Oombos beperkt Voor de soorten van bossen en bosranden waren er<br />
verder geen duidelijke verschillen tussen ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia na kap.<br />
Soorten van open vegetatie als graslanden waren echter m<strong>in</strong>der talrijk bij<br />
toenemende sluit<strong>in</strong>g van de kroonlaag en waren zelfs geheel afwezig <strong>in</strong> de<br />
ongekapte referenties.<br />
Er zijn 57 dagvl<strong>in</strong>ders van 10 verschillende soorten waargenomen, vooral<br />
soorten die als adult of pop overw<strong>in</strong>teren. Daaronder waren geen Rode<br />
Lijst-soorten, al is het Groot dikkopje (Ochlodes faunus) wel bij het<br />
Oombos <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g gezien. Ondanks de ger<strong>in</strong>ge aantallen was een<br />
duidelijke afname van de aantallen met de leeftijd na kappen te zien.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 3
In het Preadvies Hell<strong>in</strong>gbossen zijn 18 soorten dagvl<strong>in</strong>ders en 17 soorten<br />
nachtvl<strong>in</strong>der als aandachtsoort opgenomen. Alleen van de nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
zijn enkele aandachtsoorten waargenomen, namelijk degene die van<br />
bosrank afhankelijk zijn. Van de overige aandachtsoorten buiten de<br />
‘bosrankvl<strong>in</strong>ders’ zijn de waardplanten meestal wel aanwezig.<br />
Vermoedelijk zijn andere factoren dus beperkend, zoals de hoeveelheid<br />
waardplanten, de structuur van de vegetatie, het microklimaat en<br />
uite<strong>in</strong>delijk de oppervlakte met geschikte habitat.<br />
Het onderzoek heeft vooral voor de nachtvl<strong>in</strong>ders nieuwe <strong>in</strong>formatie<br />
opgeleverd. Nader vervolgonderzoek zou zich moeten richten op:<br />
Een <strong>in</strong>tensievere of uitgebreidere bemonster<strong>in</strong>g van de<br />
nachtvl<strong>in</strong>derfauna, bijvoorbeeld door met 2 of 3 vallen per<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsstadium en een iets hogere frequentie te<br />
bemonsteren;<br />
Vergrot<strong>in</strong>g van het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de optimale habitatcondities voor de<br />
aandachtsoorten. Vergelijkend onderzoek <strong>in</strong> referentiegebieden <strong>in</strong><br />
de regio (<strong>in</strong>clusief Eifel en Ardennen) is daarvoor wenselijk.<br />
Vooral voor dagvl<strong>in</strong>ders van de Rode Lijst als Keizersmantel<br />
(viooltjes!) en Boswitje (bosranden) kan aangepast beheer op<br />
basis van betere <strong>in</strong>zichten hun terugkeer respectievelijk<br />
uitbreid<strong>in</strong>g zeker bespoedigen!<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 4
Hoofdstuk 1 / Inleid<strong>in</strong>g<br />
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> vormen een van de <strong>in</strong>dicatorgroepen voor de<br />
biodiversiteit van hell<strong>in</strong>gbossen. Er is nog we<strong>in</strong>ig bekend over de<br />
<strong>in</strong>vloed van hakhoutbeheer op het voorkomen van vl<strong>in</strong>ders, <strong>in</strong><br />
het bijzonder nachtvl<strong>in</strong>ders, <strong>in</strong> hell<strong>in</strong>gbossen. Dit rapport geeft<br />
de resultaten van een verkennend onderzoek <strong>in</strong> twee Limburgse<br />
hell<strong>in</strong>gbossen.<br />
De Zuid-Limburgse hell<strong>in</strong>gbossen zijn van oudsher opvallend rijk aan<br />
bijzondere plant- en diersoorten en bij velen bekend om hun uitbundige<br />
voorjaarsflora. Naast kalkgraslanden behoren de kalkrijke hell<strong>in</strong>gbossen<br />
tot de belangrijkste hotspots van biodiversiteit <strong>in</strong> het heuvellandschap. Het<br />
gaat hier zowel om bossoorten als soorten van bosranden en kapvlakten.<br />
Ook <strong>in</strong> Europese context worden deze bossen als zeer waardevol<br />
beschouwd.<br />
De biodiversiteit van hell<strong>in</strong>gbossen is de laatste 50-60 jaar sterk achteruit<br />
gegaan. Tal van oorzaken spelen hierbij een rol, zoals het stoppen van<br />
hakhoutbeheer, strooiselaccumulatie, verhoogde isolatiegraad en<br />
veranderd landgebruik en daarmee geassocieerde vermest<strong>in</strong>g via toevoer<br />
uit bovengelegen akkers en atmosferische depositie van stikstof. In het<br />
recent opgestelde Pre-advies Hell<strong>in</strong>gbossen (Bobb<strong>in</strong>k et al., 2008) zijn de<br />
sleutelfactoren en –processen beschreven en is een overzicht gegeven van<br />
de kenmerkende natuurwaarden. Aantast<strong>in</strong>gen en bedreig<strong>in</strong>gen van de<br />
(nog aanwezige) natuurwaarden zijn geïdentificeerd. Tevens geeft het<br />
preadvies een evaluatie van beheer- en herstelmaatregelen, met speciale<br />
aandacht voor de her<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g, s<strong>in</strong>ds de jaren tachtig van de vorige eeuw,<br />
van hakhoutbeheersvormen. De synthese geeft aanbevel<strong>in</strong>gen voor<br />
noodzakelijk vervolgonderzoek. Een belangrijk onderdeel daarvan betreft<br />
het verwerven van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de effecten van hakhoutbeheer op<br />
habitatkwaliteit en populaties van kenmerkende diersoorten.<br />
<strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> vormen een van de soortgroepen die <strong>in</strong>dicatief zijn voor de<br />
biodiversiteit van de hell<strong>in</strong>gbossen. Er zijn <strong>in</strong> het preadvies 18 soorten<br />
dagvl<strong>in</strong>ders en 17 soorten nachtvl<strong>in</strong>ders als aandachtsoorten voor de<br />
hell<strong>in</strong>gbossen opgenomen. Voor dagvl<strong>in</strong>ders is er veel <strong>in</strong>formatie over<br />
ecologie en voorkomen, voor de nachtvl<strong>in</strong>ders is die <strong>in</strong>formatie veel<br />
m<strong>in</strong>der volledig. Voor beide soortgroepen geldt echter dat er onvoldoende<br />
<strong>in</strong>zicht is <strong>in</strong> het effect van hakhoutbeheer op de kwaliteit van hun<br />
leefgebied en de verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> vestig<strong>in</strong>gskansen en<br />
populatiedichtheden. Dit onderzoek behandelt de resultaten van een<br />
verkennend onderzoek naar voorkomen en aantallen van vl<strong>in</strong>dersoorten<br />
bij verschillende leeftijden na hakhoutbeheer <strong>in</strong> twee hell<strong>in</strong>gbossen.<br />
Dankwoord<br />
Onze dank gaat uit naar Verenig<strong>in</strong>g Natuurmonumenten voor de<br />
toestemm<strong>in</strong>g om het onderzoek <strong>in</strong> haar terre<strong>in</strong> te mogen uitvoeren en<br />
naar beheerder Leen Bakker voor de prettige medewerk<strong>in</strong>g. Willem Ellis<br />
was zo vriendelijk om aanvullende <strong>in</strong>formatie over de zeldzaamheid van de<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 5
Op verkenn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Oombos: v.l.n.r.<br />
op de voorgrond: Dick Groenendijk,<br />
Leen Bakker, Patrick Hommel en<br />
Marcel Prick (foto M. Wallis de Vries).<br />
soorten nachtvl<strong>in</strong>ders te verschaffen op basis van het Landelijk Bestand<br />
Nachtvl<strong>in</strong>ders (NOCTUA), <strong>in</strong> beheer bij de Werkgroep Vl<strong>in</strong>derfaunistiek van<br />
EIS-Nederland & De <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong>ticht<strong>in</strong>g.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 6
Hoofdstuk 2 / Methode<br />
Het onderzoek is uitgevoerd <strong>in</strong> twee hell<strong>in</strong>gbossen: het Oombos<br />
en het Schaelsbergerbos. Op beide locaties zijn <strong>in</strong> 2009 vier<br />
verschillende ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia onderzocht op voorkomen en<br />
aantallen dag- en nachtvl<strong>in</strong>ders.<br />
2.1 Studiegebied<br />
Als studiegebied zijn twee hell<strong>in</strong>gbossen gekozen waar al s<strong>in</strong>ds 1976<br />
hakhout- of middenbosbeheer wordt toegepast: het Oombos en het<br />
Schaelsbergerbos, nabij Sch<strong>in</strong> op Geul (Figuur 1). In beide bossen zijn al<br />
drie of meer kapcycli afgewerkt, maar zijn ook nog delen bos die s<strong>in</strong>ds de<br />
Tweede Wereldoorlog ongekapt zijn gebleven. Vegetatie en beheer zijn<br />
beschreven door Eichhorn & Eichhorn (2007).<br />
Het Oombos ligt <strong>in</strong> het Gerendal op een naar het Westen geëxponeerde<br />
hell<strong>in</strong>g. Het Schaelsbergerbos ligt benoorden de Geul en kent een<br />
zuidelijke expositie. In het Oombos zijn proefvlakken geselecteerd op de<br />
ondiepe kalk, <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos was het niet goed mogelijk om een<br />
vergelijkbare reeks proefvlakken op ondiepe kalk te selecteren. De<br />
gekozen proefvlakken lagen daar op plaatsen met een dikkere lösslaag<br />
boven de kalkrijke bodem. Plekken met dom<strong>in</strong>antie van bosrank zijn<br />
vermeden omdat deze niet over de hele ontwikkel<strong>in</strong>gsreeks beschikbaar<br />
waren. In beide bossen werden vier ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia voor nadere<br />
studie geselecteerd:<br />
Jonge kapvlakte: kapjaar 2007/8<br />
Jonge kapvlakte met enige ‘verruig<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> de vorm van hergroei,<br />
ruigte (m.n. kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nekruid) en bosrank maar zonder<br />
dom<strong>in</strong>antie van bosrank: kapjaar 2006/7 <strong>in</strong> het Oombos en<br />
2004/5 <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos<br />
Stakenfase: kapjaar 1995/96 <strong>in</strong> het Oombos en 1996/97 <strong>in</strong> het<br />
Schaelsbergerbos<br />
Referentie: ongekapt s<strong>in</strong>ds ca. 60 jaar.<br />
De ligg<strong>in</strong>g van de proefvlakken staat aangegeven <strong>in</strong> figuur 2 met een foto-<br />
Figuur 1: Ligg<strong>in</strong>g van de<br />
studiegebieden Schaelsbergerbos<br />
impressie <strong>in</strong> Figuren 3 en 4.<br />
(boven) en Oombos (onder).<br />
Figuur 2: Ligg<strong>in</strong>g van de proefvlakken<br />
<strong>in</strong> het Schaelsbergerbos (l<strong>in</strong>ks) en<br />
Oombos (rechts); satellietbeelden van<br />
Google Earth uit 2005.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 7
Figuur 3: Bemonster<strong>in</strong>gslocaties op de Schaelsberg: gekapt <strong>in</strong> 2007/8 (Sd), 2004/5 (Sb), 1996/7 (Sc), Referentie (Sa) (Foto’s 9 mei 2009)<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 8
Figuur 4: Bemonster<strong>in</strong>gslocaties <strong>in</strong> het Oombos: gekapt <strong>in</strong> 2007/8 (Oc), 2006/7 (Ob), 1995/6 (Od), Referentie (Oa) (Foto’s 9 mei 2009)<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 9
Figuur 5: Blacklight-val<br />
voor bemonster<strong>in</strong>g van<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders.<br />
2.2 Methode van onderzoek<br />
Nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
De grootste <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van het onderzoek heeft zich gericht op de<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders. Van deze soortengroep is immers nog het m<strong>in</strong>ste<br />
bekend, terwijl het een grote soortengroep betreft.<br />
De nachtvl<strong>in</strong>ders zijn bemonsterd op 7 data <strong>in</strong> 2009:<br />
30 april<br />
23 mei<br />
13 juni<br />
4 juli<br />
26 juli<br />
11 augustus<br />
31 augustus<br />
Op elke vangstronde werden alle 8 proefvlakken bemonsterd door<br />
het uitzetten van een blacklight-val (Figuur 5). Deze werd bij het<br />
<strong>in</strong>vallen van de avond uitgezet en de volgende ochtend weer<br />
opgehaald. De gevangen vl<strong>in</strong>ders werden zoveel mogelijk direct bij<br />
het leeghalen van de vallen op naam gebracht en gedeterm<strong>in</strong>eerd.<br />
Dagvl<strong>in</strong>ders<br />
Dagvl<strong>in</strong>ders werden op vier data geteld:<br />
9 mei<br />
1 juli<br />
29 juli<br />
12 augustus<br />
Bij elk bezoek werden gedurende 15 m<strong>in</strong>uten alle dagvl<strong>in</strong>ders geteld<br />
b<strong>in</strong>nen een straal van 20 m rond de nachtvl<strong>in</strong>dervallen.<br />
2.3 Gegevensverwerk<strong>in</strong>g<br />
De gegevens zijn geanalyseerd op soortenrijkdom en aantallen vl<strong>in</strong>ders.<br />
Voor de nachtvl<strong>in</strong>ders vooral op soortenrijkdom, omdat het aantal vl<strong>in</strong>ders<br />
per soort erg laag lag en voor dagvl<strong>in</strong>ders op aantal vl<strong>in</strong>ders omdat juist<br />
het aantal soorten ger<strong>in</strong>g was. Bij scheef verdeelde gegevens is een<br />
log 10(N+1) transformatie toegepast voor een betere benader<strong>in</strong>g van een<br />
normale verdel<strong>in</strong>g voor statistische toets<strong>in</strong>g.<br />
Bij de analyse is onderscheid gemaakt naar verschillende mogelijk<br />
relevante soorteigenschappen voor een verschillende respons op het<br />
hakhoutbeheer (<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g naar www.vl<strong>in</strong>dernet.nl):<br />
Habitat: drie typen zijn onderscheiden naar de mate van<br />
openheid van het landschap: a) bossen, b) bosranden en open<br />
plekken, c) open landschap<br />
Waardplant: omdat nachtvl<strong>in</strong>ders vaak generalisten zijn, zijn<br />
hierbij, met uitzonder<strong>in</strong>g van bosrank, brede groepen<br />
onderscheiden: a) houtigen, b) kruiden en grassen, c) bosrank,<br />
d) overig (waaronder: houtigen & kruiden, korstmossen & algen,<br />
oud blad)<br />
Rode Lijst-status<br />
Bij de statistische analyse zijn Terre<strong>in</strong> en Ontwikkel<strong>in</strong>gsstadium (Leeftijd<br />
na kap) van het bos als verklarende factoren meegenomen.<br />
Voor de nachtvl<strong>in</strong>ders werd <strong>in</strong> de analyse één vangstdatum (31-8) buiten<br />
beschouw<strong>in</strong>g gelaten bij de vergelijk<strong>in</strong>gen tussen locaties. Voor deze<br />
datum waren namelijk geen gegevens beschikbaar van plot Oa (Oombos<br />
referentie), vanwege een defecte batterij voor de lamp. Alle gegevens<br />
voor nachtvl<strong>in</strong>ders betreffen Macrolepidoptera; de aantallen<br />
Microlepidoptera waren zeer ger<strong>in</strong>g en onvoldoende voor nadere analyse.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 10
Omdat de aantallen soorten nachtvl<strong>in</strong>ders groot waren en elke<br />
vangstronde nieuwe soorten werden gevonden zijn soortenaccumulatiecurves<br />
gemaakt van aantallen soorten uitgezet tegen het aantal<br />
vangstonden. Daarbij zijn alle comb<strong>in</strong>aties van vangstonden <strong>in</strong> de<br />
bereken<strong>in</strong>g van de gemiddelde soortenaantallen bij een zeker aantal<br />
bemonster<strong>in</strong>gen meegenomen.<br />
Het maximaal aantal aanwezige soorten per proefvlak is geschat volgens<br />
de methode Chao 2 (Magurran, 2004) als:<br />
S Chao 2 = S waargenomen + Q 1 2 /(2Q2)<br />
Waarbij:<br />
Q 1= het aantal soorten dat slechts bij 1 bemonster<strong>in</strong>g is waargenomen<br />
Q 2= het aantal soorten dat tijdens 2 bemonster<strong>in</strong>gen is waargenomen.<br />
Het aantal soorten als functie van het aantal bemonster<strong>in</strong>gen wordt wel<br />
beschreven door de volgende formule (Magurran, 2004):<br />
S n = S maxn / (B + n)<br />
Waarbij:<br />
S max = het totaal aantal soorten op een locatie, hier geschat als S Chao 2<br />
n = het aantal bemonster<strong>in</strong>gen<br />
B = het aantal bemonster<strong>in</strong>gen waarbij 50% van de soorten is<br />
waargenomen<br />
Omdat de bemonster<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g bij dit onderzoek te beperkt was om<br />
een afvlakk<strong>in</strong>g van de soortenaccumulatie-curve te v<strong>in</strong>den, kon S max noch<br />
B met behulp van bovenstaande formule worden geschat. Aangezien een<br />
schatt<strong>in</strong>g van S max via S Chao 2 alsnog kon worden verkregen, kon ook B<br />
worden geschat door bovenstaande formule om te werken naar:<br />
B = n(S Chao 2 – S n) / S n<br />
Dit levert een <strong>in</strong>dicatie van de benodigde <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g om de helft van de<br />
soorten op een locatie waar te nemen.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 11
Aantal soorten<br />
50<br />
45<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Hoofdstuk 3 / Resultaten<br />
Er werd een groot aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders waargenomen,<br />
waaronder 11 Rode Lijst-soorten en 5 aandachtsoorten voor de<br />
hell<strong>in</strong>gbossen. Het geschatte aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders was<br />
het hoogst <strong>in</strong> de stakenfase. Dagvl<strong>in</strong>ders en nachtvl<strong>in</strong>ders van<br />
open plekken waren juist het meest talrijk <strong>in</strong> de jongste<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia.<br />
3.1 Nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
Figuur 6: Waargenomen aantal soorten<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders na 6 vangstrondes.<br />
Figuur 7: Cumulatieve soortenrijkdom<br />
van nachtvl<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> het Oombos<br />
(l<strong>in</strong>ks) en het Schaelsbergerbos<br />
(rechts) bij toenemend aantal<br />
bemonster<strong>in</strong>gen.<br />
Oombos<br />
0 2 4 6 8<br />
Aantal bemonster<strong>in</strong>gen<br />
Totaal aantal soorten<br />
Er zijn 314 <strong>in</strong>dividuen van 96 soorten nachtvl<strong>in</strong>ders waargenomen. De<br />
meeste soorten werden slechts op 1 datum gevangen en met we<strong>in</strong>ig<br />
exemplaren, waardoor er een sterke correlatie is tussen het aantal soorten<br />
en het aantal vl<strong>in</strong>ders (r=0,97 over de 8 locaties).<br />
Het aantal soorten was <strong>in</strong> het Oombos het hoogst op de jonge kapvlakte,<br />
maar <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos het hoogst <strong>in</strong> de stakenfase (Figuur 6). Dit<br />
wordt bevestigd door de accumulatiecurves van de soortenrijkdom (Figuur<br />
7). De verschillen tussen terre<strong>in</strong>en en ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia waren over het<br />
geheel echter niet significant.<br />
Jong-open<br />
Aantal soorten<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Jong - enige verruig<strong>in</strong>g<br />
Staken<br />
Referentie<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Aantal soorten<br />
50<br />
45<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Staken Referentie<br />
Schaelsbergerbos<br />
0 2 4 6 8<br />
Aantal bemonster<strong>in</strong>gen<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Jong-open<br />
Jong - enige verruig<strong>in</strong>g<br />
Staken<br />
Referentie<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 12
Aantal soorten<br />
Aantal soorten<br />
Aantal soorten<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
5<br />
0<br />
Figuur 8: Geschatte soortenrijkdom<br />
aan nachtvl<strong>in</strong>ders (SChao 2).<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Bos<br />
Staken Referentie<br />
Bosranden en open bos<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Staken Referentie<br />
Open landschap<br />
Staken Referentie<br />
Geschatte soortenrijkdom<br />
De waargenomen soortenrijkdom bedroeg slechts 22 % (11-30%) van de<br />
geschatte soortenrijkdom: deze varieerde tussen 47 en 275 soorten<br />
(Figuur 8). Het aantal benodigde bemonster<strong>in</strong>gen om 50 % van de<br />
soorten te registreren bedroeg 29 (17-59). Opmerkelijk genoeg leveren de<br />
schatt<strong>in</strong>gen wel significante verschillen <strong>in</strong> soortenrijkdom op tussen<br />
terre<strong>in</strong>en en ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia:<br />
Het Oombos heeft een hogere geschatte soortenrijkdom op dan<br />
het Schaelsbergerbos (192 vs. 81 soorten; P=0,0062);<br />
De geschatte soortenrijkdom varieert significant tussen<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia en is voor beide bossen het hoogst <strong>in</strong> de<br />
stakenfase (211 vs. 101-118 soorten; P=0,0449).<br />
Aantal soorten geschat<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Staken Referentie<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Verschillen naar habitattypen<br />
Het grootste aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders is vooral <strong>in</strong> bosranden en<br />
open bossen te v<strong>in</strong>den. Echte bossoorten waren zeldzaam en vooral<br />
tot het Oombos beperkt (verschil tussen terre<strong>in</strong>en P=0,0056). Voor de<br />
soorten van bossen en bosranden waren er verder geen duidelijke<br />
verschillen tussen ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia na kap. Soorten van open<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos vegetatie als graslanden waren echter m<strong>in</strong>der talrijk bij toenemende<br />
sluit<strong>in</strong>g van de kroonlaag en waren zelfs geheel afwezig <strong>in</strong> de<br />
ongekapte referenties (Figuur 9; P=0,0422 voor het leeftijdseffect<br />
voor soorten van open landschap).<br />
Typische soorten van kalkrijke bosranden waren <strong>in</strong> het Oombos<br />
beperkt tot de twee jonge bosstadia (Bru<strong>in</strong>e bosrankspanner, Egale<br />
bosrankspanner en Sporkehoutspanner). In het Schaelsbergerbos<br />
waren naast de twee soorten bosrankspanners ook de<br />
Wegedoornspanner en de Bosrankdwergpanner aanwezig en met drie<br />
Oombos soorten waren deze <strong>in</strong> de stakenfase het best vertegenwoordigd.<br />
Schaelsbergerbos<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Figuur 9: Waargenomen aantal soorten<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders per habitattype.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 13
Aantal soorten<br />
Aantal soorten<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Houtigen<br />
Staken Referentie<br />
Kruiden en Grassen<br />
Staken Referentie<br />
Egale bosrankspanner<br />
(Horisme tersata)<br />
Verschillen naar waardplanten<br />
De meeste waargenomen soorten nachtvl<strong>in</strong>ders (49 van de 96) zijn<br />
afhankelijk van bomen en struiken als waardplanten, 38 soorten leven als<br />
rups van kruiden en grassen en 4 soorten zijn uitsluitend of grotendeels<br />
op bosrank aangewezen. De overige 5 soorten leven van (korst)mossen<br />
en afgestorven bladeren.<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos Er waren geen grote verschillen tussen terre<strong>in</strong>en of ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia<br />
(Figuur 10). De bosranksoorten zijn, net als de bosrank zelf, vooral<br />
soorten van kalkrijke bosranden.<br />
Verschillen naar Rode Lijst-status<br />
Er zijn <strong>in</strong> totaal 20 Rode Lijst-soorten waargenomen. Degene met status<br />
kwetsbaar, bedreigd en ernstig bedreigd staan genoemd <strong>in</strong> Tabel 1,<br />
evenals de Zwartrandgrasuil, een soort zonder RL-status waarvan echter<br />
maar een paar waarnem<strong>in</strong>gen uit Nederland bekend zijn. Van de RLsoorten<br />
zijn er vier ook als aandachtsoort <strong>in</strong> het Preadvies Hell<strong>in</strong>gbossen<br />
opgenomen.<br />
De drie meest bedreigde soorten zijn alle afhankelijk van bosrank en<br />
kenmerkend voor het Heuvelland. Deze zijn vooral waargenomen <strong>in</strong> de<br />
stadia buiten de ongekapte referentie. Dit gaat ook op voor de<br />
Witvlekbosrandspanner die als status ‘kwetsbaar’ heeft.<br />
Het Wit spannertje is een mogelijke <strong>in</strong>dicator van oude bossen die <strong>in</strong> beide<br />
ongekapte referenties is gezien. De Zwartrandgrasuil is <strong>in</strong> beide bossen<br />
alleen op het jongste kapvlakten gevangen. De aandachtsoort Spaanse<br />
vlag (tevens HR II) werd eenmaal <strong>in</strong> de referentie van het<br />
Schaelsbergerbos gevangen, hoewel deze soort eerder kenmerkend is<br />
voor bosranden.<br />
Tabel 1: Waargenomen nachtvl<strong>in</strong>ders met Rode Lijst-status (kwetsbaar tot<br />
ernstig bedreigd).<br />
Naam Habitatgroep Waardplanten RL-status<br />
Bosrankdwergspanner<br />
(Eupithecia haworthiata)<br />
Bru<strong>in</strong>e bosrankspanner<br />
(Horisme vitalbata)<br />
Gewone dwergspanner<br />
(Eupithecia vulgata)<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Bosranden op kalk Bosrank en anemoon ernstig<br />
bedreigd<br />
Bosranden op kalk Bosrank en gekweekte<br />
clematissoorten<br />
bedreigd Groot 1<br />
Belang<br />
Heuvelland<br />
Terre<strong>in</strong> / Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Groot 1<br />
Oombos / Jong-open<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Jong - enige verruig<strong>in</strong>g +<br />
Stakenfase<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Jong-open<br />
Bosranden op kalk Bosrank bedreigd Groot 1 Oombos /<br />
Jong - enige verruig<strong>in</strong>g<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Stakenfase + Referentie<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Figuur 10: Waargenomen<br />
aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
<strong>in</strong> relatie tot<br />
belangrijke groepen<br />
waardplanten.<br />
Vooral kruidachtige<br />
planten, maar ook<br />
houtige planten en<br />
loofbomen<br />
Aantal soorten<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Bosrank<br />
Staken Referentie<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
kwetsbaar Kle<strong>in</strong> Oombos /<br />
Jong-open + Referentie<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Jong-open + Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 14
L<strong>in</strong>deherculesje<br />
(Selenia lunularia)<br />
Naam Habitatgroep Waardplanten RL-status<br />
Schermbloemdwergspanner<br />
(Eupithecia tripunctaria)<br />
Slawortelboorder<br />
(Korscheltellus lupul<strong>in</strong>us)<br />
Tweestip-orvl<strong>in</strong>der<br />
(Ochropacha duplaris)<br />
Wit spannertje<br />
(Asthena albulata)<br />
Witvlekbosrankspanner<br />
(Melanthia procellata)<br />
Zwarte-w-vl<strong>in</strong>der<br />
(Macaria wauaria)<br />
Zwartrandgrasuil<br />
(Apamea epomidion)<br />
Aantal soorten<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Belang<br />
Heuvelland<br />
Terre<strong>in</strong> / Ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Diverse loofbomen kwetsbaar Gemiddeld Schaelsbergerbos /<br />
Stakenfase<br />
Diverse schermbloemigen;<br />
rupsen van<br />
1 e generatie ook vlier<br />
Open landschap Diverse kruidachtige<br />
planten en grassen;<br />
soms een plaagsoort<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
kwetsbaar Groot Oombos / Stakenfase<br />
kwetsbaar Kle<strong>in</strong> Oombos /<br />
Jong-open + Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g + Stakenfase<br />
Els, berk en populier kwetsbaar Kle<strong>in</strong> Schaelsbergerbos /<br />
Referentie<br />
Oude Bossen Hazelaar en berk; soms<br />
haagbeuk<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Bosranden en open<br />
plekken<br />
Niet bedreigd<br />
Staken Referentie<br />
Figuur 11: Waargenomen aantal soorten<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders zonder of met Rode Lijst-status.<br />
kwetsbaar Groot Oombos / Referentie<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Jong-open + Referentie<br />
Bosrank kwetsbaar Groot 1 Oombos /<br />
Jong-open + Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g + Stakenfase<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Stakenfase<br />
Bessenstruiken; ook<br />
sierstruiken zoals rode<br />
ribes<br />
kwetsbaar Gemiddeld Oombos / Jong-open<br />
Diverse grassen,<br />
waaronder kropaar en<br />
ruwe smele<br />
niet<br />
beschouwd<br />
Kle<strong>in</strong> Oombos / Jong-open<br />
Schaelsbergerbos /<br />
Jong-open<br />
Er was geen duidelijke verschil tussen het voorkomen van Rode Lijstsoorten<br />
en niet bedreigde soorten nachtvl<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> de verschillende<br />
hakhoutstadia (Figuur 11). Maar wanneer alleen naar de categorieën<br />
‘kwetsbaar’ of zwaarder bedreigd wordt gekeken, dan is het hoogste<br />
aantal RL-soorten <strong>in</strong> het jongste stadium van het Oombos waargenomen<br />
(6 soorten); <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos werden zowel <strong>in</strong> het jongste stadium<br />
als <strong>in</strong> de stakenfase 4 soorten gevangen.<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Aantal soorten<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Rode Lijst<br />
Staken Referentie<br />
Oombos<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 15<br />
Schaelsbergerbos
Aantal vl<strong>in</strong>ders<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Afzonderlijke soorten<br />
Er zijn slechts twee soorten, waarvan voldoende exemplaren gevangen<br />
zijn om deze tussen de ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia te vergelijken: de<br />
Meriansborstel (Calliteara pudibunda) en de Piramidevl<strong>in</strong>der (Amphipyra<br />
pyramidea).<br />
De Meriansborstel is een algemene soorten van bossen, struwelen, parken<br />
en tu<strong>in</strong>en waarvan de rupsen vooral op sleedoorn, meidoorn, eik, berk en<br />
gecultiveerde fruitbomen leven. Ook de Piramidevl<strong>in</strong>der is een algemene<br />
soort van bossen, struwelen, parken en tu<strong>in</strong>en waarvan de rupsen diverse<br />
loofbomen en struiken, waaronder eik, sporkehout, berk, meidoorn,<br />
sleedoorn, kamperfoelie en liguster benutten. De Piramidevl<strong>in</strong>der komt af<br />
op zoete stoffen en wordt ook wel op bloemen waargenomen<br />
(bijvoorbeeld van de <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong>truik), maar van de Meriansborstel is dit niet<br />
bekend. Vermoedelijk is het nectaraanbod voor geen van beide soorten<br />
een beperkende factor. Beide soorten mogen gezien hun waardplanten<br />
eerder <strong>in</strong> de stakenfase dan <strong>in</strong> de jongere stadia worden verwacht,<br />
mogelijk zelfs <strong>in</strong> de ongekapte referentie, aangezien de waardplanten voor<br />
deze soorten ook daar nog volop aanwezig zijn.<br />
Meriansborstel<br />
Staken Referentie<br />
Figuur 12: Waargenomen aantallen van<br />
de Meriansborstel en de Piramidevl<strong>in</strong>der.<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
Aantal vl<strong>in</strong>ders<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Jong-open Jong - enige<br />
verruig<strong>in</strong>g<br />
Piramidevl<strong>in</strong>der<br />
Staken Referentie<br />
Oombos<br />
Schaelsbergerbos<br />
De waarnem<strong>in</strong>gen laten zien (zie Figuur 12) dat de aantallen van de<br />
Meriansborstel groter waren <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos (P=0,0079) en<br />
<strong>in</strong>derdaad toenamen met de leeftijd na kap (c.q. met log-Leeftijd;<br />
P=0,0082). De aantallen Piramidevl<strong>in</strong>ders waren vergelijkbaar tussen de<br />
terre<strong>in</strong>en maar waren eveneens volgens de verwacht<strong>in</strong>g hoger <strong>in</strong> de<br />
stakenfase en de referentie dan <strong>in</strong> de jongere stadia (P=0,0166).<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 16
Figuur 13: Waargenomen aantallen<br />
dagvl<strong>in</strong>ders.<br />
3.2 Dagvl<strong>in</strong>ders<br />
Er zijn 57 dagvl<strong>in</strong>ders van 10 verschillende soorten waargenomen.<br />
Daaronder waren geen Rode Lijst-soorten, al is het Groot dikkopje<br />
(Ochlodes faunus) wel bij het Oombos <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g gezien. Ondanks de<br />
ger<strong>in</strong>ge aantallen was een duidelijke afname van de aantallen met de<br />
leeftijd na kappen te zien (c.q. met log-Leeftijd; P=0,0095; Figuur 13).<br />
De aantallen dagvl<strong>in</strong>ders waren te kle<strong>in</strong> om verder naar habitatvoorkeur of<br />
waardplanten op te splitsen. Opvallend was echter wel dat het aantal<br />
soorten vooral overw<strong>in</strong>tert als pop (6 soorten) of vl<strong>in</strong>der (2 soorten). In<br />
vergelijk<strong>in</strong>g met de 53 soorten thans <strong>in</strong>heemse standvl<strong>in</strong>ders (dus<br />
exclusief de eveneens waargenomen distelvl<strong>in</strong>der als trekvl<strong>in</strong>der) zijn de<br />
waargenomen pop-vl<strong>in</strong>der overw<strong>in</strong>teraars zwaar oververtegenwoordigd<br />
ten opzichte van de ei-rups overw<strong>in</strong>teraars: 8 van de 9 soorten<br />
standvl<strong>in</strong>ders was pop-vl<strong>in</strong>deroverw<strong>in</strong>teraar ten opzichte van 16 van de 53<br />
soorten bij de Nederlandse standvl<strong>in</strong>ders (Fischer’s Exact test, P=0,0014)!<br />
3.3 Nectarbronnen en waardplanten voor aandachtsoorten<br />
In het Preadvies Hell<strong>in</strong>gbossen zijn 18 soorten dagvl<strong>in</strong>ders en 17 soorten<br />
nachtvl<strong>in</strong>der als aandachtsoort opgenomen. Alleen van de nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
zijn enkele aandachtsoorten waargenomen, namelijk degene die van<br />
bosrank afhankelijk zijn. Bosrank is ook met een behoorlijke bedekk<strong>in</strong>g<br />
aanwezig. Ook belangrijke nectarbronnen zijn beschikbaar, vooral <strong>in</strong> de<br />
jonge ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia (Tabel 2).<br />
Van de overige aandachtsoorten buiten de ‘bosrankvl<strong>in</strong>ders’ zijn de<br />
waardplanten meestal wel aanwezig; dit geldt ook voor 6 niet nader<br />
genoemde, meer generalistische aandachtsoorten onder de nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
(bonte beer, donkergroene korstmosuil, klaverwespvl<strong>in</strong>der, weegbreebeer<br />
en zwart weesk<strong>in</strong>d). Alleen voor de bosparelmoervl<strong>in</strong>der is dit nauwelijks<br />
het geval. Het ontbreken van deze aandachtsoorten heeft <strong>in</strong> de meeste<br />
gevallen ook niet zo zeer te maken met de afwezigheid van bronpopulaties<br />
b<strong>in</strong>nen het dispersiebereik: slechts van 4 soorten dagvl<strong>in</strong>ders mag<br />
spontane kolonisatie niet worden verwacht: bosparelmoervl<strong>in</strong>der,<br />
zilvervlek, tweekleurig hooibeestje en zilverstreephooibeestje.<br />
Vermoedelijk zijn andere factoren dus beperkend, zoals de hoeveelheid<br />
waardplanten, de structuur van de vegetatie, het microklimaat en<br />
uite<strong>in</strong>delijk de oppervlakte met geschikte habitat. De bedekk<strong>in</strong>g van<br />
waardplanten is <strong>in</strong>derdaad veelal m<strong>in</strong>der dan 1%. Alleen het aanbod aan<br />
viooltjes is behoorlijk groot.<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 17
Tabel 2: Voorkomen van plantensoorten (met gemiddelde bedekk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> % of voor<br />
zover niet <strong>in</strong> de opnamen aangeduid als aan- of afwezig met resp. + of -;<br />
naar gegevens van K. Eichhorn) met een functie als waard- of nectarplant<br />
voor de aandachtsoorten dag- en nachtvl<strong>in</strong>ders. Groene marker<strong>in</strong>g =<br />
waargenomen soorten, Oranje marker<strong>in</strong>g = niet waargenomen, maar<br />
spontane kolonisatie mogelijk, Rode marker<strong>in</strong>g = niet waargenomen en<br />
spontane kolonisatie onwaarschijnlijk.<br />
Functie Soort<br />
Oombos<br />
Zuid<br />
Schaelsberg<br />
West<br />
Belangrijke Nectarbronnen akkerdistel + 0,16<br />
Waardplant voor:<br />
braam 2,33 10,58<br />
dauwbraam 4,76 3,71<br />
kale jonker 0,13 0,51<br />
kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nekruid 4,64 2,76<br />
kruldistel 3,33 0,56<br />
liguster 0,27 0,40<br />
margriet 0,18 -<br />
marjole<strong>in</strong> 0,07 0,20<br />
speerdistel 1,96 0,13<br />
valeriaan 0,42 +<br />
Bont dikkopje, Geelsprietdikkopje boskortsteel 0,62 0,02<br />
witbol 0,04 +<br />
bosgierstgras - 0,20<br />
kropaar + 0,02<br />
Bosparelmoervl<strong>in</strong>der hengel - -<br />
Bosrankspanners div. spp. +<br />
Bosrankvl<strong>in</strong>der bosrank 18,16 8,96<br />
Boswitje, Kle<strong>in</strong>e St. Jansvl<strong>in</strong>der heggewikke - +<br />
veldlathyrus + +<br />
vogelwikke + +<br />
Bru<strong>in</strong>e eikenpage, Eiken-orvl<strong>in</strong>der,<br />
L<strong>in</strong>de-eenstaart eik 0,02 +<br />
Groentje braam 2,33 10,58<br />
brem + -<br />
sporkehout + -<br />
Groot geaderd witje lijsterbes 0,07 0,13<br />
meidoorn 0,29 +<br />
Groot geaderd witje, Grote vos,<br />
Rouwmantel<br />
Grote ijsvogelvl<strong>in</strong>der, Oranje<br />
zoete kers 0,11 0,02<br />
espenspanner<br />
Grote weerschijnvl<strong>in</strong>der, Grote vos,<br />
ratelpopulier + +<br />
Oranje espenspanner boswilg + +<br />
Iepenpage, Grote vos iep 0,07 0,07<br />
Keizersmantel, Zilvervlek bosviooltje 2,22 3,98<br />
maarts en ruig viooltje 0,02 0,33<br />
Kle<strong>in</strong>e ijsvogelvl<strong>in</strong>der kamperfoelie 0,09 0,42<br />
L<strong>in</strong>de-eenstaart w<strong>in</strong>terl<strong>in</strong>e - +<br />
Pluimsp<strong>in</strong>ner esdoorn 0,36 0,78<br />
Rouwmantel berk + 0,31<br />
Sleedoornpage sleedoorn + +<br />
Tweekleurig hooibeestje eenbloemig parelgras + -<br />
rood zwenkgras + +<br />
veldbeemdgras 0,11 +<br />
V<strong>in</strong>gerhoedskruiddwergspanner,<br />
Bosparelmoervl<strong>in</strong>der v<strong>in</strong>gerhoedskruid + -<br />
Zilverstreephooibeestje reuzenzwenkgras - +<br />
ruwe smele 0,04 0,07<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 18
Hoofdstuk 4 / Discussie en conclusie<br />
Het verkennende onderzoek naar vl<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> Limburgse<br />
hell<strong>in</strong>gbossen bevestigt de huidige armoede aan<br />
dagvl<strong>in</strong>dersoorten en de grotere rijkdom aan nachtvl<strong>in</strong>ders. De<br />
dagvl<strong>in</strong>ders zijn vooral aangewezen op de jonge stadia na kap.<br />
Voor de nachtvl<strong>in</strong>ders is de onderzoeks<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g te ger<strong>in</strong>g voor<br />
een compleet beeld van de soortensamenstell<strong>in</strong>g. Over het<br />
geheel lijken de nachtvl<strong>in</strong>ders m<strong>in</strong>der afhankelijk van jonge<br />
stadia, maar het hakhoutbeheer is duidelijk van belang is voor de<br />
bosrankafhankelijke soorten en voor de soorten van open<br />
plekken.<br />
Het huidige onderzoek had een verkennend karakter <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g op de<br />
aanbevel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Preadvies Hell<strong>in</strong>gbossen om de ongewervelde fauna <strong>in</strong><br />
hell<strong>in</strong>gbossen nader te onderzoeken.<br />
Voor de nachtvl<strong>in</strong>ders valt vooral op dat er veel soorten met we<strong>in</strong>ig<br />
<strong>in</strong>dividuen gevangen zijn. Dat betekent dat de huidige 7 vangstrondes te<br />
we<strong>in</strong>ig zijn voor een benader<strong>in</strong>g van de totale soortenrijkdom. Voor een<br />
goed beeld van 50% van de soortenrijkdom zouden naar schatt<strong>in</strong>g 30<br />
vangstrondes nodig zijn – of een groter aantal vallen per ronde. Daarbij is<br />
het waarschijnlijk dat ook het type val (met UV-blacklight) heeft gezorgd<br />
voor betrekkelijk lage aantallen vl<strong>in</strong>ders. Ervar<strong>in</strong>gen met fellere lampen<br />
geven doorgaans veel hogere aantallen te zien.<br />
Het voordeel van de gebruikte blacklight-val is echter wel dat de gevangen<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders veel beter de lokale omstandigheden weerspiegelen, omdat<br />
alleen de vl<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> de nabije omgev<strong>in</strong>g worden aangetrokken door het<br />
zwakke licht. De gevonden verschillen tussen de ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen<br />
b<strong>in</strong>nen één terre<strong>in</strong> kunnen daarom ook als betrouwbaar worden<br />
beschouwd, al zijn er geen kwantitatieve studies om dat met harde<br />
gegevens te onderbouwen.<br />
De verschillen tussen de twee bossen betroffen vooral een hoger geschat<br />
totaal aantal soorten en waargenomen aantal bossoorten <strong>in</strong> het Oombos<br />
en hogere aantallen van de Meriansborstel <strong>in</strong> het Schaelsbergerbos. Het is<br />
op basis van de verzamelde gegevens helaas niet mogelijk om de<br />
verschillen tussen beide terre<strong>in</strong>en te verklaren <strong>in</strong> relatie tot bijvoorbeeld<br />
expositie en diepte van de kalkbodem).<br />
In het algemeen was het aantal soorten nachtvl<strong>in</strong>ders vrij hoog <strong>in</strong> de<br />
stakenfase. Volgens de geschatte soortenrijkdom gold dat voor beide<br />
bossen. Dit valt goed te rijmen met het feit dat nachtvl<strong>in</strong>ders veelal<br />
m<strong>in</strong>der afhankelijk zijn van warme microklimaten en ook dat ze veel vaker<br />
bomen en struiken als waardplant benutten. Op soortniveau werd dit<br />
geïllustreerd door de landelijk algemene soorten Meriansborstel en<br />
Piramidevl<strong>in</strong>der die <strong>in</strong> aantal toenamen met de leeftijd na kappen.<br />
Aanvullend op deze algemene constater<strong>in</strong>g gold voor nachtvl<strong>in</strong>ders die<br />
bosrank als waardplant benutten dat deze voornamelijk buiten de<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 19
ongekapte referentie voorkomen, zowel <strong>in</strong> de jonge stadia als <strong>in</strong> de<br />
stakenfase. Het gaat hier om deels bedreigde soorten die kenmerkend zijn<br />
voor de kalkrijke bosranden <strong>in</strong> het Heuvelland.<br />
Nachtvl<strong>in</strong>ders van opener vegetatie, zoals graslanden waren wel<br />
voornamelijk aangewezen op de jonge ontwikkel<strong>in</strong>gsstadia, maar dit<br />
betrof overwegend algemene soorten.<br />
De dagvl<strong>in</strong>ders werden met we<strong>in</strong>ig soorten waargenomen. Net als de<br />
nachtvl<strong>in</strong>ders van open landschappen waren de dagvl<strong>in</strong>ders vooral <strong>in</strong> de<br />
jonge stadia na kap te v<strong>in</strong>den. Dit komt overeen met de verwacht<strong>in</strong>gen,<br />
aangezien dagvl<strong>in</strong>ders ten eerste veelal aangewezen zijn op een warm<br />
microklimaat voor hun larvale ontwikkel<strong>in</strong>g, ze ten tweede meer<br />
lichtm<strong>in</strong>nende kruiden benutten en ten derde bronpopulaties <strong>in</strong> de nabije<br />
omgev<strong>in</strong>g vaak kle<strong>in</strong> zijn of ontbreken.<br />
Het ontbreken van de meeste aandachtsoorten kan voor de nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
deels een kwestie van onderbemonster<strong>in</strong>g zijn, voor de dagvl<strong>in</strong>ders is dit<br />
niet het geval. Voor de meeste soorten zijn de waard- en nectarplanten<br />
wel aanwezig en mag spontane kolonisatie (op termijn) ook wel worden<br />
verwacht. Het ontbreken van deze soorten lijkt voor een belangrijk deel te<br />
wijten aan een onvoldoende aanbod van waardplanten onder de juiste<br />
condities. Het ontbreken van een mobiele soort als de keizersmantel – <strong>in</strong><br />
2009 wel waargenomen op de S<strong>in</strong>t Pietersberg, het Savelsbos en de<br />
Eyserbossen – bij een behoorlijke bedekk<strong>in</strong>g aan waardplanten (viooltjes),<br />
kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan een te beschaduwde groeiplaats van de<br />
viooltjes. Het microklimaat van bosranden en open plekken lijkt voor<br />
dagvl<strong>in</strong>ders een belangrijke voorwaarde te zijn voor een geschikte habitat.<br />
De optimale condities zijn echter niet goed genoeg bekend.<br />
Nader vervolgonderzoek zou zich moeten richten op:<br />
Een <strong>in</strong>tensievere of uitgebreidere bemonster<strong>in</strong>g van de<br />
nachtvl<strong>in</strong>derfauna, bijvoorbeeld door met 2 of 3 vallen per<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsstadium en een iets hogere frequentie te<br />
bemonsteren;<br />
Vergrot<strong>in</strong>g van het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de optimale habitatcondities voor de<br />
aandachtsoorten. Vergelijkend onderzoek <strong>in</strong> referentiegebieden <strong>in</strong><br />
de regio (<strong>in</strong>clusief Eifel en Ardennen) is daarvoor wenselijk.<br />
Vooral voor dagvl<strong>in</strong>ders van de Rode Lijst als Keizersmantel<br />
(viooltjes!) en Boswitje (bosranden) kan aangepast beheer op<br />
basis van betere <strong>in</strong>zichten hun terugkeer respectievelijk<br />
uitbreid<strong>in</strong>g zeker bespoedigen!<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 20
Literatuur<br />
Bobb<strong>in</strong>k, R., Bijlsma, R.-J., Brouwer, E., Eichhorn, K., Haveman, R.,<br />
Hommel, P., Noordwijk, T. van, Scham<strong>in</strong>ée, J., Verberk, W., Waal, R.<br />
de, Wallis de Vries, M. (2008). Preadvies hell<strong>in</strong>gbossen <strong>in</strong> Zuid-<br />
Limburg. Rapport DK nr. 2008/094-O - Directie Kennis - M<strong>in</strong>isterie van<br />
LNV, Ede.<br />
Eichhorn, K.A.O. & Eichhorn, L.S. (2007). Herstel van de soortenrijke flora<br />
<strong>in</strong> twee Zuid-Limburgse hell<strong>in</strong>gbossen. Natuurhist. Maandblad 96: 240-<br />
246.<br />
Magurran, A.E. (2004). Measur<strong>in</strong>g biological diversity. Blackwell<br />
Publish<strong>in</strong>g, Oxford.<br />
www.vl<strong>in</strong>dernet.nl<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 21
Bijlage 1: Lijst van waargenomen soorten nachtvl<strong>in</strong>ders<br />
Nederlandse naam Weteschappelijke naam Habitat groep Waardplant groep RL-status<br />
Aangebrande spanner Ligdia adustata Bosranden en open plekken Houtigen kard<strong>in</strong>aalsmuts TNB<br />
Appeltak Campaea margaritata Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich uitbreidend<br />
Beukeneenstaart Watsonalla cultraria Bossen beuk Houtigen beuk eik TNB<br />
Boogsnuituil Herm<strong>in</strong>ia grisealis Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Bosbesbru<strong>in</strong>tje Macaria brunneata Bossen berk den Houtigen zachthoutboomsoorten gevoelig<br />
Bosrankdwergspanner Eupithecia haworthiata Bosranden op kalk Bosrank bedreigd<br />
Braamvl<strong>in</strong>der Thyatira batis Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
Brandvlerkvl<strong>in</strong>der Pheosia tremula Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB<br />
Breedbandhuismoeder Noctua fimbriata Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB<br />
Bru<strong>in</strong>e bosrankspanner Horisme vitalbata Bosranden op kalk Bosrank bedreigd<br />
Bru<strong>in</strong>e grijsbandspanner Cabera exanthemata Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB, zich uitbreidend<br />
Bru<strong>in</strong>e snuituil Hypena proboscidalis Bosranden en open plekken Brandnetel TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Bru<strong>in</strong>e vierbandspanner Xanthorhoe spadicearia Bosranden en open plekken Kruiden gevoelig<br />
Driehoekuil Xestia triangulum Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB<br />
Eekhoorn Stauropus fagi Bossen Houtigen algemeen TNB<br />
Egale bosrankspanner Horisme tersata Bosranden op kalk Bosrank ernstig bedreigd<br />
Egale dwergspanner Eupithecia abs<strong>in</strong>thiata Bosranden en open plekken Kruiden TNB<br />
Essengouduil Atethmia centrago Bosranden en open plekken Houtigen es en andere TNB<br />
Gamma-uil Autographa gamma Overal Kruiden TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Geel beertje Eilema sororcula Bossen eik open (Korst)mossen en algen TNB<br />
Gele agaatspanner Gandaritis pyraliata Bosranden en open plekken Kruiden walstro TNB<br />
Gele tijger Spilosoma lutea Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB<br />
Gelobd halmuiltje Oligia strigilis Graslanden Grassen breedbladig TNB<br />
Gestippelde oogspanner Cyclophora punctaria Bossen eik open Houtigen algemeen TNB<br />
Gestreepte goudspanner Camptogramma bil<strong>in</strong>eata Bosranden en open plekken Kruiden TNB, zich uitbreidend<br />
Gevlekte zomervl<strong>in</strong>der Comibaena bajularia Bossen eik open Houtigen beuk eik TNB<br />
Gewone breedvleugeluil Diarsia rubi Bossen nat Kruiden gevoelig<br />
Gewone dwergspanner Eupithecia vulgata Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen kwetsbaar<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 22
Nederlandse naam Weteschappelijke naam Habitat groep Waardplant groep RL-status<br />
Gewone spikkelspanner Ectropis crepuscularia Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich uitbreidend<br />
Gewone stofuil Hoplodr<strong>in</strong>a octogenaria Bosranden en open plekken Kruiden TNB, zich uitbreidend<br />
Gewone worteluil Agrotis exclamationis Open landschap Kruiden TNB, zich uitbreidend<br />
Glad beertje Eilema griseola Moerassen (Korst)mossen en algen TNB<br />
Grijze stipspanner Idaea aversata Bosranden en open plekken Kruiden en oud blad TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Haarbos Ochropleura plecta Bosranden en open plekken Kruiden TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Hagendoornvl<strong>in</strong>der Opisthograptis luteolata Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Halmrupsvl<strong>in</strong>der Mesapamea secalis Graslanden Grassen breedbladig TNB, zich uitbreidend<br />
Halvemaanvl<strong>in</strong>der Selenia tetralunaria Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Herculesje Selenia dentaria Bosranden en open plekken Houtigen algemeen gevoelig<br />
Hopdwergspanner Eupithecia assimilata Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
Houtspaander Axylia putris Bosranden en open plekken Kruiden TNB, zich uitbreidend<br />
Huismoeder Noctua pronuba Overal Kruiden en Grassen TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Hyena Cosmia trapez<strong>in</strong>a Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich uitbreidend<br />
Klaverblaadje Macaria notata Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB, zich uitbreidend<br />
Kle<strong>in</strong>e beer Phragmatobia fulig<strong>in</strong>osa Open landschap Kruiden en houtigen TNB, zich uitbreidend<br />
Kle<strong>in</strong>e groenbandspanner Colostygia pect<strong>in</strong>ataria Graslanden Kruiden TNB<br />
Koperuil Diachrysia chrysitis Bosranden en open plekken Kruiden TNB, zich uitbreidend<br />
Kortzuiger Crocallis el<strong>in</strong>guaria Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Kroonvogeltje Ptilodon capuc<strong>in</strong>a Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Ligusterpijlstaart Sph<strong>in</strong>x ligustri Bosranden en open plekken Houtigen es en andere TNB<br />
Lijnsnuituil Zanclognatha tarsipennalis Bosranden en open plekken Oud blad TNB<br />
L<strong>in</strong>deherculesje Selenia lunularia Bosranden en open plekken Houtigen algemeen kwetsbaar<br />
Maantandvl<strong>in</strong>der Drymonia ruficornis Bossen eik open Houtigen beuk eik TNB<br />
Marmerspanner Ecliptopera silaceata Bosranden en open plekken Kruiden TNB<br />
Meriansborstel Calliteara pudibunda Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
Open-breedbandhuismoeder Noctua janthe Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB, zich uitbreidend<br />
Oranje iepentakvl<strong>in</strong>der Angerona prunaria Bossen oud Houtigen algemeen TNB<br />
Piramidevl<strong>in</strong>der Amphipyra pyramidea Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich uitbreidend<br />
Plakker Lymantria dispar Bosranden en open plekken Houtigen beuk eik TNB<br />
Plat beertje Eilema lurideola Bosranden en open plekken (Korst)mossen en algen TNB<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 23
Nederlandse naam Weteschappelijke naam Habitat groep Waardplant groep RL-status<br />
Populierenpijlstaart Laothoe populi Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB<br />
R<strong>in</strong>gspikkelspanner Hypomecis punct<strong>in</strong>alis Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Schaduwsnuituil Herm<strong>in</strong>ia tarsicr<strong>in</strong>alis Bosranden en open plekken Oud blad TNB<br />
Schedeldrager Craniophora ligustri Bosranden en open plekken Houtigen es en andere TNB<br />
Schermbloemdwergspanner Eupithecia tripunctaria Bosranden en open plekken Kruiden schermbloemigen kwetsbaar<br />
Schilddrager Acronicta megacephala Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB<br />
Schildstipspanner Idaea biselata Bosranden en open plekken Kruiden en oud blad TNB, zich uitbreidend<br />
Schimmelspanner Dysstroma truncata Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB<br />
Slawortelboorder Korscheltellus lupul<strong>in</strong>us Open landschap Kruiden en Grassen kwetsbaar<br />
Spaanse vlag Euplagia quadripunctaria Bosranden op kalk Kruiden TNB<br />
Sporkehoutspanner Philereme vetulata Bosranden op kalk Houtigen Rhamnus TNB<br />
Spurrie-uil Hadula trifolii Graslanden Kruiden gevoelig<br />
Stompvleugeluil Mythimna impura Graslanden Grassen breedbladig TNB<br />
Taxusspikkelspanner Peribatodes rhomboidaria Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Tweestip-orvl<strong>in</strong>der Ochropacha duplaris Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten kwetsbaar<br />
Tweestreepvoorjaarsuil Orthosia cerasi Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB, zich uitbreidend<br />
Variabele spikkelspanner Alcis repandata Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Variabele voorjaarsuil Orthosia <strong>in</strong>certa Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen gevoelig<br />
V-dwergspanner Chloroclystis v-ata Bosranden en open plekken Kruiden TNB<br />
Vliervl<strong>in</strong>der Ourapteryx sambucaria Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten gevoelig<br />
Voorjaarsdwergspanner Eupithecia abbreviata Bossen eik open Houtigen beuk eik TNB<br />
Vuursteenvl<strong>in</strong>der Habrosyne pyritoides Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
Wapendrager Phalera bucephala Bosranden en open plekken Houtigen algemeen TNB<br />
Wegedoornspanner Philereme transversata Bosranden op kalk Houtigen Rhamnus gevoelig<br />
Wilgenschorsvl<strong>in</strong>der Parastichtis ypsillon Bossen nat Houtigen zachthoutboomsoorten TNB<br />
Wit spannertje Asthena albulata Bossen oud Houtigen zachthoutboomsoorten kwetsbaar<br />
Witte grijsbandspanner Cabera pusaria Bosranden en open plekken Houtigen zachthoutboomsoorten TNB, zich uitbreidend<br />
Witte schaduwspanner Lomographa temerata Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
Witte tijger Spilosoma lubricipeda Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB, zich uitbreidend<br />
Witvlekbosrankspanner Melanthia procellata Bosranden en open plekken Bosrank kwetsbaar<br />
Wortelhoutspanner Eulithis prunata Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken TNB<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 24
Nederlandse naam Weteschappelijke naam Habitat groep Waardplant groep RL-status<br />
Zur<strong>in</strong>guil Acronicta rumicis Open landschap Kruiden en houtigen TNB<br />
Zwarte-w-vl<strong>in</strong>der Macaria wauaria Bosranden en open plekken Houtigen besstruiken kwetsbaar<br />
Zwartkamdwergspanner Gymnoscelis rufifasciata Bosranden en open plekken Kruiden en houtigen TNB, zich sterk uitbreidend<br />
Zwartrandgrasuil Apamea epomidion Bosranden en open plekken Grassen breedbladig niet beschouwd<br />
Zwartstipspanner Scopula nigropunctata Graslanden Houtigen zachthoutboomsoorten gevoelig<br />
Zwartvlekdwergspanner Eupithecia centaureata Bosranden en open plekken Kruiden TNB<br />
TNB = Thans Niet Bedreigd<br />
DE VLINDERSTICHTING 2009 | <strong>Vl<strong>in</strong>ders</strong> en beheer van hell<strong>in</strong>gbossen 25