PThUnie februari 2013 - Protestantse Theologische Universiteit
PThUnie februari 2013 - Protestantse Theologische Universiteit
PThUnie februari 2013 - Protestantse Theologische Universiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />
1<br />
Jaargang 7<br />
maart <strong>2013</strong><br />
Kom mee naar<br />
buiten allemaal!<br />
Interview Pete Ward<br />
In Memoriam Gerrit de Kruijf
2 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 3<br />
inhoud<br />
Thema<br />
Kom mee naar<br />
buiten allemaal!<br />
7<br />
14 Van de redactie<br />
4<br />
7<br />
15<br />
In dit nummer<br />
Op 15 januari overleed Gerrit de Kruijf,<br />
hoogleraar ethiek aan de PThU. Zijn collega Jan<br />
Muis herdenkt hem.<br />
De dynamische of vloeibare kerk bestaat nog<br />
niet, maar is wel onderweg. Dat zegt de Britse<br />
hoogleraar Pete Ward in een gesprek met Henk<br />
de Roest.<br />
‘Als je in Hong Kong langs die gigantische<br />
flatgebouwen loopt, zie je af en toe een<br />
verlicht kruis op een balkon. Daar zit dan een<br />
klein kerkje. Ik vond het fascinerend om de<br />
wereldkerk zo te zien’, vertelt rector Gerrit<br />
Immink in een terugblik op een internationale<br />
conferentie die de PThU in Hong Kong<br />
organiseerde.<br />
en verder<br />
10<br />
12<br />
18<br />
21<br />
Exposure<br />
Nieuws<br />
Boeken<br />
Promotie<br />
Foto voorpagina:<br />
De eerste promotie aan de ‘nieuwe’ PThU vond plaats in<br />
Groningen. Pieter Dronkers verdedigde er op 25 oktober zijn<br />
dissertatie over burgertrouw en religieuze verbondenheid.<br />
Kom mee naar buiten allemaal!<br />
Er was de laatste jaren veel te doen over de locaties van de PThU. Inmiddels<br />
begint het overal door te dringen dat we te vinden zijn in Amsterdam en<br />
Groningen. Wat de studenten en docenten betreft kan men zelfs al wel<br />
stellen dat ze zich er zich thuis voelen. Dat wil echter niet zeggen dat men<br />
zich daar gaat verschansen en evenmin dat studenten er worden opgeleid<br />
tot studeerkamergeleerde. De beweging is juist omgekeerd. De blikrichting<br />
is naar buiten en dat wordt zichtbaar in hoe studenten en docenten de<br />
wereld in trekken.<br />
Deze nieuwe uitgave van <strong>PThUnie</strong> illustreert dat. U kunt lezen hoe studen-<br />
ten worden geconfronteerd met het leven op straat in een oude stadswijk<br />
in Rotterdam. Verder wordt er bericht over hoe het noorden en oosten van<br />
Nederland tot onderzoeksveld worden in een project waarin lokale kerken<br />
met elkaar in verbinding worden gebracht. Medewerkers van de PThU trek-<br />
ken de wijde wereld in en reiken zelfs tot China. Ze hopen er buitenlandse<br />
studenten te interesseren voor Nederland, maar ook Nederlandse studen-<br />
ten te stimuleren het buiten de vertrouwde eigen omgeving te zoeken.<br />
Buitenlandse expertise wordt ook naar binnen gehaald. Men laat zich inspi-<br />
reren door best practices elders, zoals blijkt uit het gesprek met Pete Ward.<br />
Ook wie het overzicht van de publicaties van de hand van medewerkers van<br />
de PThU ziet, zal beseffen dat Amsterdam en Groningen weliswaar theolo-<br />
gische concentraties in het Nederlandse academische landschap zijn, maar<br />
vooral ook vertrekpunt.
4 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 5<br />
door Jan Muis<br />
In memoriam prof.dr. Gerrit de Kruijf<br />
Gerrit Gijsbert de Kruijf werd op 1 augustus 1952 geboren<br />
in Gouda en hij werd daar gedoopt in dezelfde<br />
kerk waar zeer velen op 21 januari jongstleden zijn<br />
uitvaartdienst meemaakten: de St. Janskerk.<br />
Hij groeide op in Woerden met drie jongere zusjes<br />
en bezocht het Christelijke Lyceum in Gouda, waar<br />
hij Jany de Heer ontmoette, met wie hij later in het<br />
huwelijk zou treden. Als achttienjarige begon hij<br />
met de theologiestudie in Utrecht, waar hij aan de<br />
Gildstraat woonde, samen met Bob Becking, Jan<br />
Henk Hamoen en Wim Koerselman. Hij was actief<br />
op het theologisch dispuut Excelsior Deo Iuvante en<br />
in de Studentengemeente. Hij werkte enige jaren<br />
als student-assistent bij Bronkhorst. 29 augustus<br />
1975 werd zijn huwelijk met Jany ingezegend in de<br />
Pauluskerk in Gouda. Twee jaar later werd hij predikant<br />
van de Hervormde Gemeente in Rijnsaterwoude.<br />
In 1981 promoveerde hij bij Hasselaar en werd hij<br />
predikant in Rotterdam Kralingen. In 1985 werd hij<br />
daarnaast parttime hoogleraar dogmatiek en ethiek<br />
in Brussel. Vier jaar later werd hij onderzoeker in<br />
Leiden en verhuisden Gerrit en Jany naar Alphen<br />
aan den Rijn. In 1992 werd hij kerkelijk hoogleraar<br />
christelijke ethiek in Leiden naast Van de Beek en<br />
Den Dulk. In de daarop volgende jaren zette hij<br />
zich ook in als voorzitter van het Interuniversitair<br />
Instituut voor Missiologie en Oecumenica, als lid<br />
van de Werkgroep Kerkorde en van de Commissie<br />
voor Kerkordelijke Aangelegenheden van de<br />
Nederlandse Hervormde Kerk, en als voorzitter van<br />
de Generale Raad van Advies van de <strong>Protestantse</strong><br />
Kerk in Nederland. Ook was hij bestuurlijk actief in<br />
het onderwijs en de gezondheidszorg. Hij preekte in<br />
vele kerken en sprak op vele plaatsen totdat in fe-<br />
bruari van het vorig jaar een hersentumor werd geconstateerd<br />
en hij zijn werk moest neerleggen. Wat<br />
hij tijdens zijn ziekte beleefde verwerkte hij door<br />
het schrijven van de bundel De dood van dichterbij.<br />
Op 10 januari jongstleden sprak hij bij de aanbieding<br />
van de vriendenbundel Verlegen om een goed<br />
woord in Amsterdam vele vrienden en collega’s toe,<br />
waarbij hij het met kracht opnam voor de prediking.<br />
Vijf dagen later, op 15 januari, overleed hij, zestig<br />
jaar oud. 21 januari werd hij in Gouda begraven.<br />
Gerrit de Kruijf heeft zijn grote gaven van hoofd<br />
en hart ten volle ingezet voor de verkondiging van<br />
het evangelie, voor de opbouw van de kerk en voor<br />
een rechtvaardige samenleving, waarin minderheden<br />
vreedzaam kunnen samenleven met verschil.<br />
Conflicten probeerde hij te voorkomen en als dat<br />
niet kon, zocht hij behoedzaam een uitweg die aan<br />
ieder recht deed en waarbij niemand werd uitgesloten<br />
of afgeschreven. Door zijn open en verzoenende<br />
houding wist hij mensen te verenigen. Zo bracht hij<br />
de systematici van de <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> van<br />
de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen<br />
en van het Hervormd Theologisch Wetenschappelijk<br />
Instituut samen in de onderzoeksgroep Beliefs van<br />
de nieuw gevormde <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong><br />
<strong>Universiteit</strong>.<br />
Enthousiasme<br />
Gerrit de Kruijf had oprechte belangstelling voor<br />
mensen. In de omgang was hij toegankelijk en vrijmoedig,<br />
zorgzaam en attent. Hij sprak en werkte<br />
met een aanstekelijk enthousiasme. Hij was altijd<br />
bezig met de toekomst. De toekomst van de kerk.<br />
De toekomst van de predikant. De toekomst van<br />
de PThU. De toekomst van Nederland na Fortuyn<br />
en Wilders. Leven zonder toekomst was voor hem<br />
geen optie. De verkondiging van het evangelie was<br />
zijn eigenlijke roeping en zijn passie. Zijn vertolking<br />
van het evangelie werd steeds gedragen door persoonlijke<br />
omgang met de schrifttekst en was gericht<br />
op ons geloven en handelen in het leven van<br />
alledag.<br />
Hij kon genieten van de goede dingen van het le-<br />
ven. Tegelijk wist hij dat deze wereld vol bitter leed<br />
is en het eigenlijke niet kan zijn; dat wij zelf schuldig<br />
deelhebben aan het onrecht dat plaatsvindt; en dat<br />
God ons leven oordeelt. Daarom was hij zo zielsblij<br />
met Jezus Christus, die Gods koninkrijk nabij heeft<br />
gebracht, die voor ons de dood is ingegaan en die is<br />
opgewekt uit de doden.<br />
Goede woorden<br />
Gerrit de Kruijf zocht altijd naar goede woorden die<br />
hij in zijn hart kon sluiten. Hij koesterde die woorden<br />
en gaf ze dan, als eigen woorden, graag aan<br />
anderen door. Een van zijn liefste woorden staat<br />
aan het slot van Augustinus’ De stad van God.<br />
‘Het einde (van deze wereldtijd) zal niet een avond<br />
zijn.’ Het einde is de dag van Christus, de dag van<br />
de Opgestane, het eeuwig nieuwe begin. Die dag<br />
heeft het hart en het leven van Gerrit de Kruijf vervuld<br />
met hoop, tot het einde toe. Wij zijn dankbaar<br />
dat hij in ons midden een getuige van die hoop is<br />
geweest.<br />
Jan Muis is hoogleraar dogmatiek aan de PThU<br />
Amsterdam.
6 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 7<br />
Gratis ontmoetingsweekend voor<br />
bachelorstudenten:<br />
‘Mijn passie -<br />
en de anderen’<br />
Passie is een belangrijk ingrediënt voor een prettig en succesvol leven.<br />
Maar wat worden anderen er wijzer van? Het jaarlijkse Weekend<br />
van de Theologie van de PThU, op 5 en 6 april in Hydepark, Doorn,<br />
gaat over het verbinden van passie met compassie.<br />
‘Bij passie draait het om jou en je ambities. Compassie wil zeggen<br />
dat je het goede voor de ander wilt’, aldus de organisatie van het<br />
weekend. Een overzichtelijke indeling dus: de egoïsten gaan voor<br />
passie, de softies voor compassie. Of ligt het niet zo simpel? Volgens<br />
de econoom Herman Wijffels is compassie een logische volgende<br />
stap in een proces van individualisering. Op emancipatie, zegt hij,<br />
volgt een verbinding met het geheel. Het gaat in deze tijd ‘om het<br />
verbinden van individualiteit met verantwoordelijkheid nemen voor<br />
het geheel’. Zo lijdt passie tot compassie.<br />
Het Weekend van de Theologie, dat voor de vierde keer plaatsvindt,<br />
is een – gratis – ontmoetingsweekend voor theologiestudenten.<br />
Alle bachelorstudenten Theologie (en aanverwante studies als<br />
Religiewetenschappen en Godsdienstwetenschappen) uit Nederland<br />
en België zijn welkom. Het programma bestaat uit workshops, lezingen<br />
en een bijzondere meet & greet. Maar vooral is er tijdens dit<br />
weekend volop ruimte voor onderlinge ontmoeting.<br />
Meer informatie is te vinden op www.pthu.nl/weekendvandetheologie.<br />
Ontmoetingsweekend<br />
voor alle bachelorstudenten<br />
theologie in Nederland en België<br />
Doorn, 5 en 6 april <strong>2013</strong><br />
Volg je hart, zeggen ze. Dat is pas<br />
leven. Maar wat levert jouw passie<br />
de ander op? Hoe combineer jij<br />
passie met compassie?<br />
weekend van de<br />
theologie<br />
Meer weten of aanmelden:<br />
www.pthu.nl/weekendvandetheologie<br />
GRATIS TOEGANG INCLUSIEF OVERNACHTING.<br />
Het aantal plaatsen is beperkt, dus meld je snel aan.<br />
5758 PThU WvdT<strong>2013</strong> Poster.indd 1 22-01-13 13:42<br />
Pete Ward:<br />
‘Een meer mystieke<br />
theologie kan helpen’<br />
De dynamische of vloeibare kerk bestaat nog niet,<br />
stelt Pete Ward, hoogleraar aan het beroemde King’s<br />
College in Londen, in diverse van zijn boeken. Maar zij<br />
is bezig te ontstaan. <strong>PThUnie</strong> sprak met een spraakmakende<br />
en creatieve theoloog.<br />
De dynamische kerk ontstaat daar waar zij zich in<br />
haar verschillende dimensies (diaconaal, liturgisch,<br />
sociaal) open stelt voor haar sociale en culturele context.<br />
Ward rekent het bijvoorbeeld tot een kenmerk<br />
van de statische kerk, dat zij weigert om de samenkomst<br />
op zondagmorgen, de eredienst, ter discussie<br />
te stellen. In een statische kerk wordt de mate<br />
van betrokkenheid van de leden wordt afgemeten<br />
naar het aantal kerkgangers. Het denken in aantallen,<br />
de kwantitatieve benadering, is daarbij bij uitstek<br />
kenmerkend voor een statische kerkopvatting.<br />
Bovendien geldt de ene vorm als maatgevend voor<br />
alle leden. De gemeente dient mensen in deze optiek<br />
dan ook te motiveren om zich bij de ‘club’ te voegen.<br />
Daarmee isoleert de kerk zich echter in een cultuur,<br />
waarin ‘flexibiliteit’ en ‘differentiatie’ de kernwoorden<br />
zijn. Hoe anders kan het er aan toegaan in de<br />
vloeibare kerk. De gelovigen weten zich allereerst in<br />
Christus gebonden, niet door de kerk. Vormen van<br />
geloofscommunicatie worden gezien als ‘gelegenheden’,<br />
waarbij we hopen dat God geopenbaard zal<br />
worden.<br />
Samen met Alister McGrath geeft u bij King’s een collegereeks<br />
die jullie ‘Theologie en praktijk’ hebben<br />
genoemd. Wat ziet u als de doelstellingen van deze<br />
colleges en hoe zijn deze verbonden met de huidige<br />
situatie van de lokale geloofsgemeenschap?<br />
‘Ik denk dat we in de kerk staan voor een uitdaging.<br />
Aan de ene kant zijn we ons er sterk van bewust dat<br />
steden en dorpen, evenals de samenleving als geheel,<br />
worden gekenmerkt door snelle veranderingen.<br />
Deze veranderingen hebben een grote impact op de<br />
lokale kerk. Sommigen kiezen ervoor zich voor veranderingen<br />
af te sluiten in traditionele vormen, anderen<br />
omhelzen de veranderingen. Beide strategieën<br />
zijn echter teweeggebracht door de cultuur waarin<br />
wij ademen. Onze cultuur doordringt alle issues van<br />
de hedendaagse kerk. Maar het is ook omgekeerd:<br />
het veranderen van een kerkelijke praktijk betekent<br />
ook een aanpassing in een cultuur teweegbrengen.<br />
Door een aspect van de hedendaagse communicatie,<br />
bijvoorbeeld bepaalde muziekvormen, over te<br />
nemen vindt interactie met de cultuur plaats. Het is<br />
deze interactie tussen kerkelijke praktijken en de cultuur<br />
waarin wij leven, die vraagt om een hernieuwde<br />
nadruk op theologisch debat en creativiteit. Onze<br />
module “theologie en praktijk”, probeert studenten<br />
te helpen om te komen tot een scherpere en gedifferentieerde<br />
waarneming van de cultuur om hen voor<br />
door Henk de Roest
8 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 9<br />
die taak toe te rusten. Hoe je naar de cultuur kijkt is<br />
verbonden met theologische perspectieven.’<br />
Als expert op het terrein van ‘Youth Ministry’, wat<br />
beschouwt u als de voornaamste uitdagingen voor<br />
empirisch onderzoek?<br />
‘In de praktijk zelf werken mensen vaak intuïtief of<br />
probeert men na te doen wat elders succesvol is gebleken.<br />
Ik denk dat we de werkelijke issues echter<br />
alleen door empirisch onderzoek kunnen ontdekken,<br />
waarbij we leren om met gerichte aandacht<br />
zowel de praktijk waar te nemen en te beschrijven<br />
als de theologische vragen te stellen. Youth Ministry<br />
is daarbij nog altijd het allerbelangrijkste aspect van<br />
het kerk-zijn, naar mijn mening. De reden hiervoor<br />
is dat het telkens weer de plek vormt waar nieuwe<br />
praktijken en nieuwe manieren om kerk te zijn “geboren”<br />
worden. Het begint altijd met jonge mensen.<br />
Daarna verspreidt het zich in de breedte van de kerk.<br />
Youth Ministry vormt in deze zin de oorsprong van<br />
de hedendaagse kerk. Neem de moderne songs die<br />
gebruikt worden bij worship, bij allerlei nieuwe soorten<br />
vieringen. Ze zijn allemaal ontwikkeld door jonge<br />
mensen. Dus ja, als plek voor theologische reflectie<br />
kunnen er strategieën worden bedacht en is Youth<br />
Ministry heel erg nodig voor de kerk.’<br />
Volgens de recensenten van uw boek en uw artikelen<br />
over de liquid church helpt u praktijkmensen om<br />
ingewikkeld missionair werk te doen in een ingewikkelde<br />
cultuur… Wat ziet u als taken van de praktische<br />
theologie?<br />
‘Praktische theologie zou wat mij betreft veel sterker<br />
dan tot nu toe (opnieuw) een theologisch karakter<br />
mogen hebben. De reflectie op ‘theologie in de praktijk’<br />
helpt bij de vernieuwing van de kerk. Hoe we<br />
deze reflectie beoefenen kan verschillen. We moeten<br />
echter culturele veranderingen en kerkelijke veranderingen<br />
op elkaar betrekken. Dat zie ik als dé dynamiek<br />
in het grote gesprek dat momenteel gevoerd<br />
wordt over de toekomstige vormen van de kerk. In<br />
deze theologische benadering heb ik zelf op verschillende<br />
manieren gewerkt met de gedachte van de<br />
unio cum Christo, de gemeenschap met Christus. Een<br />
meer mystieke theologie kan een grote bijdrage leveren.<br />
Tegelijk ben ik geïnteresseerd in de verschillende<br />
manieren waarop de bemiddeling of overdracht van<br />
geloof plaatsvindt. Deze manieren zijn eerder communicatief<br />
dan institutioneel. Ze horen bij een pneumatologie,<br />
een spreken en denken over de Geest,<br />
welke verbonden is met het inzicht dat Christus de<br />
oorsprong en voltooiing is van alle dingen.’<br />
Henk de Roest is hoogleraar praktische theologie aan<br />
de PThU Groningen.<br />
Prof. Pete Ward is Professor of Theology and Ministry, King’s College London. Tot zijn publicaties behoren<br />
Liquid Church (Paternoster 2002), vertaald in het Nederlands als Kerk als water. Pleidooi voor een<br />
vloeibare kerk (Kampen: Kok 2003) en meer recent, Participation and Mediation (SCM Press 2008).<br />
Momenteel werkt hij aan een boek dat gaat over de relatie tussen theologie en praktijk in de hedendaagse<br />
kerk. Hij is tevens coördinator van het wereldwijde onderzoeksnetwerk voor ecclesiologie en<br />
ethnografie (zie: http://ecclesiologyandethnography.wordpress.com/).
10 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 11<br />
door Erwin van der Poel<br />
Blootgesteld<br />
Het blijft altijd de vraag hoe een nieuw studieonderdeel<br />
uit de verf komt. Zo stond er voor zowel de<br />
docenten als voor de deeltijders die de zaterdagopleiding<br />
Predikantschap in Amsterdam doen, een spannend<br />
weekend gepland in november. Ter voorbereiding<br />
van de cursus ‘Kerk in de wereld’ werd de hele<br />
groep gedropt in het centrum van Rotterdam voor een<br />
heus exposure weekend.<br />
Op die koude novemberdag vertrokken vijf mensen<br />
vanuit wijkcentrum ‘De Put’ in Rotterdam Zuid voor<br />
een verkenning in én van de stad. Vanuit het trainingscentrum<br />
Cor Schippers (www.korschippers.nl)<br />
was de enige opdracht die de studenten mee kregen:<br />
‘Laat je ontvangen door de stad.’ En zo liepen<br />
studenten en docenten – individueel – door de grote<br />
stad met hun oren en ogen wijd open om zo te smaken<br />
en te proeven wat de stad te bieden heeft. Het<br />
was opvallend hoeveel verschillende reacties en ervaringen<br />
er achteraf in één van de reflectierondes met<br />
elkaar gedeeld werden. Van hele enthousiaste verhalen<br />
over kansen en mogelijkheden tot meer sombere<br />
verhalen over armoede en verpaupering.<br />
Treffend was de ontmoeting die ik met een mevrouw<br />
had, midden in een compleet verpauperde wijk. De<br />
dame in kwestie stond in de deuropening van een<br />
pand recht onder een spandoek met de tekst: ‘Zoekt<br />
en gij zult vinden.’ Ze nodigde de mensen uit om<br />
binnen te komen bij de wekelijkse rommelmarkt en<br />
om daar een kopje koffie te drinken. ‘En als het lukt,<br />
vertellen we ook iets over de Here Jezus, maar dat is<br />
soms lastig om over te beginnen’, was de derde zin<br />
die ze tegen me sprak: ‘Met deze rommelmarkt helpen<br />
we mensen goedkoop aan spullen en het levert<br />
nog iets op.’ Op mijn vraag wat er met de opbrengst<br />
ging gebeuren, antwoordde ze: ‘Die gaat naar arme<br />
mensen in het Oostblok.’ Waarschijnlijk ‘las’ ze mijn<br />
blik toen ik om me heen keek en alle armoede zag.<br />
‘Geloof me, die mensen hebben het echt meer nodig<br />
dan wij’, was haar antwoord dat mij aan het denken<br />
zette over de manier waarop we met onze medemens<br />
(zouden) moeten delen.<br />
Voor de nacht waren er gastadressen geregeld. Na<br />
de ontmoeting ’s middags met de ‘hele’ stad, was er<br />
nu tijd was voor individuele gesprekken. Waar de ene<br />
student werd vertroeteld met allerhande lekkernijen,<br />
sliep de ander op een matje op een koude vloer onder<br />
zijn eigen jas. Waar ’s middags de stad ons een<br />
kijkje tot aan de voordeur bood, gaven deze ontmoetingen<br />
niet alleen een kijkje achter de voordeur, maar<br />
ging ook vaak de ‘deur’ van het hart open. Zo bleek<br />
dat achter de massaliteit van de stad wel degelijk een<br />
individu zit, met een eigen levensverhaal. Een verhaal<br />
waarin de gebrokenheid van de schepping – in de<br />
meest uiteenlopende beelden – werd getekend.<br />
Boodschap<br />
Op de zondagmorgen namen de studenten deel aan<br />
verschillende (kerk)diensten her en der verspreid over<br />
de stad. Afsluitend kwamen alle studenten weer samen<br />
in wijkcentrum ‘De Put’ om met elkaar te delen<br />
wat een ieder ontvangen had gedurende de avond,<br />
nacht en ochtend.<br />
Toen kwamen de nodige discussies over de rol van de<br />
kerk in een (stadse) samenleving op gang. Hoe dient<br />
de kerk zich te verhouden met de maatschappij? Hoe<br />
onderscheidt een christen in de hulp aan zijn of haar<br />
medemens zich van een humanist? Hebben we naast<br />
het bieden van zorg voor vandaag ook een boodschap<br />
aan de mensen voor morgen? Getuigt het<br />
van respect als je als christen alleen reageert op de<br />
hulpvraag van je medemens of getuigt het juist van<br />
respect als je hem of haar het antwoord geeft op de<br />
vraag die niet meer gesteld wordt, namelijk de vraag<br />
naar God? Gezien de uiteenlopende reacties op deze<br />
vragen, zowel van binnen als van buiten de groep, is<br />
één conclusie zeer zeker gerechtvaardigd. Het hele<br />
exposure weekend heeft ervoor gezorgd dat het bij<br />
menigeen flinke ‘schuurde’. En is juist dit schuren niet<br />
een onmisbaar onderdeel voordat er iets goed uit de<br />
verf komt?<br />
Erwin van der Poel is masterstudent (deeltijd) aan de<br />
PThU Amsterdam
12 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 13<br />
Nieuws<br />
Nieuw onderzoeksplatform PThU:<br />
‘Connecting Churches and Cultures’<br />
De verbinding tussen lokale kerken en culturen bevorderen. Dat is het doel van het nieuwe onderzoeksplatform<br />
Connecting Churches and Cultures van de PThU Groningen. Dit platform wil graag verbonden zijn met alle<br />
lokale (wijk-)gemeenten van Noord en Oost Nederland. Coördinator van het Onderzoeksplatform is prof. dr.<br />
Henk de Roest.<br />
De Roest: ‘Waar kunnen nieuwe verbindingen ontstaan met bepaalde groepen mensen? Waar kunnen ver-<br />
bindingen worden versterkt, bijvoorbeeld met nieuwe generaties of met de lokale samenleving? De toekomst<br />
van kerk en de boodschap van het evangelie gaat ons aan het hart en daar willen we ons door middel van dit<br />
platform voor inzetten. Het is voor ons van groot belang dat het onderzoek van de PThU en de lokale gemeenten<br />
niet los staan van elkaar, maar op elkaar betrokken zullen zijn, om wederzijds van elkaar te kunnen leren.’<br />
In de zomer van 2012 zijn vanuit het platform gesprekken gevoerd met de gemeenteadviseurs, verbonden aan<br />
het landelijk dienstencentrum van de PKN: ‘Samen met hen hebben we een begin gemaakt met het verkennen<br />
van uitdagingen waar gemeenten voor staan. Het platform kan daar met haar onderzoek bij aansluiten.<br />
Een voorbeeld van een uitdaging voor een groot aantal gemeenten is het ontbreken van de “middengeneratie”<br />
in kerkdiensten. Een ander voorbeeld van een uitdaging is hoe een gemeente missionair en diaconaal<br />
aanwezig kan zijn in de wijk of het dorp.’<br />
Inmiddels hebben zich 150 gemeenten aangemeld, die via een nieuwsbrief op de hoogte worden gehouden.<br />
Gemeenten kunnen zich aanmelden via www.pthu.nl/ccc. Hier is ook verdere informatie te vinden.<br />
Permanente Educatie<br />
In mei presenteert de PThU haar cursusaanbod voor het komende seizoen. Maar ook de komende maanden zijn<br />
er nog cursussen waarvoor nog enkele plekken beschikbaar zijn.<br />
Dichter bij de kerk – over het gebruik van poëzie<br />
in de kerk<br />
Met Els Deenen, Peter van de Peppel en<br />
Renée van Riessen<br />
Doorn, 23-24 april (aanmelden voor 8 maart)<br />
De wereld op de stoep – een update missie<br />
en diaconaat<br />
Met Mechteld Jansen, Herman Noordegraaf en<br />
Joep de Hart<br />
Amsterdam, 7 en 28 mei (aanmelden voor 22 maart)<br />
Toekomst voor een ‘overbodig’ beroep –<br />
hoe wil ik de komende jaren predikant zijn?<br />
Met Rein Brouwer<br />
Doorn, 22 en 24 mei (aanmelden voor 5 april)<br />
Chevetogne – een onderdompeling in de ándere spiritualiteit van de oosterse orthodoxie.<br />
Met Jurjen Beumer<br />
Klooster Chevetonge, 13-17 juni (aanmelden voor 16 april)<br />
De PThU is aanwezig bij de informatiebijeenkomsten van de PKN over de PE op:<br />
• 7 maart, Breda<br />
• 12 maart, Ruurlo<br />
• 20 maart, Voorburg<br />
• 9 april, Assen<br />
• 22 april, Ede<br />
• 21 mei, Alphen a/d Rijn<br />
• 27 mei, Emmen<br />
• 29 mei, Meppel
14 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 15<br />
Dies<br />
Voor het eerst vond dit jaar de dies (jaardag) van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> in Amsterdam<br />
plaats. Op 6 december kwamen studenten, staf en gasten in de Thomaskerk bijeen om te luisteren naar<br />
prof.dr. Mechteld Jansen, hoogleraar missiologie aan de vestiging Amsterdam, die de diesrede hield. De<br />
rede had als titel: Missie op de grens tussen ‘volk’ en ‘elite’. Het Vocaal Theologen Ensemble verzorgde<br />
een muzikaal intermezzo.<br />
Imput vanuit de<br />
wereldkerk<br />
Een twintigtal theologen uit Indonesië, Zuid-Korea,<br />
China, de Verenigde Staten en Nederland bezocht<br />
afgelopen november Hong Kong om te praten over<br />
‘Church life in an urban, secular and multi religious<br />
context’. De conferentie was georganiseerd door de<br />
<strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong>, samen met<br />
haar lokale partners, de Lutheran Theological Seminary<br />
(LTS) en de China Graduate School of Theology (CGST).<br />
Ook Nederlandse partners van de PThU namen aan<br />
de conferentie deel: Kerk in Actie, de Rijksuniversiteit<br />
Groningen en de Vrije <strong>Universiteit</strong> Amsterdam. Drie<br />
deelnemers van de PThU, prof.dr. Gerrit Immink, prof.<br />
dr. Riemer Roukema en dr. Petruschka Schaafsma, blikken<br />
op deze conferentie terug.<br />
‘Als je in Hong Kong langs die gigantische flatgebouwen<br />
loopt, zie je af en toe een verlicht kruis op een<br />
balkon. Daar zit dan een klein kerkje. Ik vond het fascinerend<br />
om de wereldkerk zo te zien’, vertelt rector<br />
Gerrit Immink. Samen met zeven collega’s was hij van<br />
15 tot 18 november in Hong Kong. Hij was, zegt hij,<br />
‘onder de indruk van de vitaliteit waarmee mensen<br />
geloven.’ Petruschka Schaafsma voegt daar aan toe:<br />
‘Interessant is ook dat wij als Nederlanders daar medelijden<br />
opwerkten. In ons geseculariseerde deel van<br />
de wereld is het allemaal krimp terwijl daar de kerken<br />
groeien als kool. Zij wilden ons daarom soms echt<br />
een hart onder de riem steken.’ Hong Kong geldt als<br />
de toegangspoort tot China. ‘De stad is een intermediair<br />
tussen de westerse kerk en China. Bijna alle<br />
contacten lopen via Hong Kong. Deze conferentie<br />
was een eerste stap om als PThU academisch-theologische<br />
contacten met China op te bouwen’, aldus<br />
Immink. Vandaar ook het brede thema: ‘Het ging ons<br />
niet om de specialismen, het was een werkconferentie,<br />
op het terrein waar we als PThU goed in zijn:<br />
we zijn academie, maar met perspectief op kerk en<br />
samenleving.’ Schaafsma: ‘Het was duidelijk anders<br />
dan een conferentie met vakgenoten. Maar het is<br />
heel goed om met vertegenwoordigers van de verschillende<br />
subdisciplines van de theologie in gesprek<br />
te gaan. Dan praat je over de core-business. Hoe<br />
kun je kerk zijn in deze tijd? Wat zijn kernthema’s?<br />
Wat wordt vergeten? Dat soort vragen.’ Hoogleraar<br />
Nieuwe Testament Riemer Roukema: ‘De conferentie<br />
was vooral een kennismaking en als zodanig belangrijk.<br />
Je leert over en weer gezichten kennen. Als er<br />
een keer een student van het Luthers seminarie daar<br />
een master Nieuwe Testament aan de PThU wil doen,<br />
dan weet hij bij wie hij terecht kan.’<br />
Offerritueel<br />
Roukema gaf tijdens de conferentie een key note<br />
speech over een thema uit Paulus’ eerste brief aan<br />
de Korintiërs: ‘De tekst gaat over het deelnemen van<br />
christenen aan offerrituelen van heidenen. Mag je het<br />
offervlees voor andere goden eten? Veel exegeten<br />
hebben geconcludeerd dat Paulus daar genuanceerd<br />
mee omgaat, omdat hij pas aan het eind van zijn betoog<br />
zegt: “Doe het niet.” Maar voor mij is dat eerder<br />
een kwestie van retorische opbouw: hij wil het niet<br />
hebben, maar hij zegt dat op een beleefde manier.<br />
door Caspar Dullemond
16 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 17<br />
Ik heb betoogd dat het voor Paulus wel degelijk een<br />
belangrijk punt was. Als er in de gemeente bekeerlingen<br />
zijn, dan kunnen ze door een dergelijk ritueel<br />
terugvallen in hun oude geloof. Ik heb hierbij ook over<br />
mijn eigen ervaringen verteld. Toen ik predikant was<br />
in de Pijp, ben ik bij alle geloofsgemeenschappen in<br />
de wijk langsgegaan. Ik heb in dat verband eens een<br />
eredienst van de Sikhs bijgewoond en na afloop met<br />
hen meegegeten. Dat voedsel was waarschijnlijk aan<br />
hun God geofferd. Paulus zou dat denk ik niet goed<br />
gevonden hebben’. Roukema merkte dat de conferentiedeelnemers<br />
juist dat persoonlijke aspect heel<br />
interessant vonden: ‘Het is dan ook een verhaal dat<br />
aansluit bij de situatie waarin veel christenen in deze<br />
regio zitten. Het gaat vaak om nieuwe bekeerlingen.<br />
En ze zijn omringd door allerlei andere geloven.’<br />
Broeders en zusters<br />
Ook universitair docent Ethiek Petruschka Schaafsma<br />
hield een inleiding over een voor de deelnemers relevant<br />
onderwerp. ‘Mijn bijdrage ging over de vraag<br />
hoe thema’s rond familie en gezin in de ethiek ter<br />
sprake kunnen komen. Dat bleek nogal actueel daar.<br />
In diverse bijdragen klonk door dat familieverbanden<br />
in onze tijd zouden worden bedreigd’, vertelt ze:<br />
‘Terwijl het voor mij juist een vraag is hoe het er met<br />
de familie precies voor staat en waarom juist de kerk<br />
voor familieverbanden zou moeten pleiten. Je hebt<br />
tenslotte ook binnen de kerk je broeders en zusters.<br />
Voor mij als ethicus is het promoten van de familie,<br />
als oplossing voor alles, te eenvoudig. Ik zou daar<br />
een open gesprek over willen. Wat is de betekenis<br />
van familie en gezin in onze tijd? Soms lijkt biologische<br />
verwantschap daarvoor bepalend, op andere<br />
momenten krijg je de indruk dat wie er maar voor de<br />
ander zorgt als familie mag gelden. De kerk vindt het<br />
gesprek hierover lastig, omdat de uitkomst niet vastligt.<br />
Als kerk zijn we dat onderlinge morele gesprek<br />
verleerd. We bezinnen ons onvoldoende op onze<br />
eigen bronnen en tradities, en gaan niet in gesprek<br />
met de verschillende stemmen die klinken binnen de<br />
kerk. Ook als je pluraal bent en gefragmenteerd, kun<br />
je nog wel met elkaar in gesprek. Sterker nog: juist<br />
dan moet het.’<br />
De onderlinge verschillen waren ook tijdens de conferentie<br />
soms groot. ‘Er waren een paar wat oudere<br />
sprekers, die zich kritisch uitlieten over het gebrek<br />
aan aandacht voor maatschappelijke vragen, zoals de<br />
kloof tussen arm en rijk’, aldus Schaafsma: ‘De kerken<br />
daar zijn, juist door hun enorme groei, soms behoorlijk<br />
met zichzelf bezig, waarbij ze de kern van het<br />
evangelie wel eens vergeten. Zo ongeveer was de kritiek.<br />
Interessant vond ik dat. Zo werd het hele juichende<br />
verhaal – “We zijn als christenen aan de winnende<br />
hand” - een beetje gerelativeerd.’ Indrukwekkend<br />
vond ze een gezamenlijke viering: ‘Toen ging het<br />
niet meer om alle verschillen, maar over wat we gezamenlijk<br />
hebben. Toen waren we samen gelovigen<br />
- meer persoonlijk, minder academisch.’<br />
Je best doen<br />
Er is een begin gemaakt, zeggen ze alle drie. Maar<br />
hoe gaat het nu verder? ‘Dit contact is voor ons heel<br />
belangrijk. Het geeft ons input vanuit de wereldkerk’,<br />
zegt Immink: ‘Maar als je daar een ingang wilt hebben,<br />
dan moet je wel je best doen. Ze zitten niet per<br />
se op ons te wachten. Iedereen wil wel contacten met<br />
de Chinese kerken.’ Zijn oplossing: ‘De beste manier<br />
is één op één. Onze docenten en studenten moeten<br />
daar heen. De docenten moeten bereid zijn om er les<br />
te geven. Voor onze studenten kan het ook heel interessant<br />
zijn om daar drie maanden te zitten. En hun<br />
docenten en studenten moeten naar Nederland komen.<br />
Een volgende conferentie zou dan aanvullend<br />
moeten zijn op die één op één contacten.’<br />
‘Het echte gesprek komt bij een volgende conferentie<br />
wel’, zegt Schaafsma: ‘Het belangrijkste winstpunt<br />
vind ik dat we een heel klein beetje zicht hebben<br />
gekregen op wat in China gebeurt; veel meer dan<br />
wanneer je er een tijdschriftartikel over leest. Dat we<br />
er zijn geweest, is al het beginpunt van een heel stel<br />
theologische vragen. Wat is een kerk? Kun je een<br />
kerk beginnen, zomaar, met alleen een bijbel? Welke<br />
theologische scholing is nodig? Waarom worden<br />
mensen daar christen? En wat zegt groei eigenlijk?’<br />
Caspar Dullemond is freelance tekstschrijver.
18 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 19<br />
Boeken<br />
Gijsbert van den Brink en Cees van<br />
der Kooi, Christelijke Dogmatiek. Een<br />
inleiding. Zoetermeer: Boekencentrum<br />
2012, 722 pp.<br />
Op 18 oktober 2012 verscheen de langverwachte<br />
Christelijke Dogmatiek van den Brink en van der<br />
Kooi. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in de<br />
PThU-vestiging Amsterdam werd het eerste exemplaar<br />
uitgereikt aan oud-minister en vice-voorzitter<br />
van de Raad van State mr. J.P.H. Donner. De eerste<br />
druk van het boek (2000 ex.) was binnen een week<br />
uitverkocht, zodat meteen een tweede druk aangemaakt<br />
moest worden. Kernachtig en met overtuiging<br />
beschrijven de auteurs voor een nieuwe generatie<br />
studenten de inhoud van de christelijke leer,<br />
in gesprek met Bijbel, traditie en tal van stemmen<br />
uit de eigen tijd. Ze richten zich daarbij behalve op<br />
studenten ook op anderen die geïnteresseerd zijn in<br />
het christelijk geloof, inclusief zoekers, sceptici en<br />
critici. Duidelijk wordt dat dogmatische bezinning<br />
niets te maken heeft met luchtfietserij maar ingebed<br />
ligt in het gewone leven en met duizend draden<br />
verbonden is aan concrete geloofspraktijken. Eén<br />
van de rode draden door dit boek is bijvoorbeeld<br />
het Onze Vader, als concrete gebedspraktijk waarin<br />
het geloof tot uitdrukking komt. De overkoepelende<br />
structuur van het boek wordt aangereikt door de<br />
drie-eenheidsleer. Dit helder geschreven werk werd<br />
meteen al in brede kring goed ontvangen en vormt<br />
een rijke bron van informatie en inspiratie.<br />
Herman Noordegraaf, Kerk en Wmo.<br />
De eerste vijf jaren (2007-2010). Een<br />
onderzoek naar (kritische) participatie<br />
van kerken in de Wmo. Groningen:<br />
Stichting Rotterdam 2012, 146 pp.<br />
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)<br />
brengt belangrijke veranderingen met zich op<br />
het terrein van zorg en welzijn omdat de burgerlijke<br />
gemeenten daarvoor nu in steeds meer<br />
de verantwoordelijkheid krijgen. Dat stelt kerken<br />
voor de vraag of zij in hun burgerlijke gemeente<br />
mee zullen doen aan de Wmo en zo ja hoe. Om<br />
zicht te krijgen op de tot nu toe opgedane ervaringen<br />
deed Herman Noordegraaf onderzoek<br />
over de periode 2007-2011 in zeven gemeenten,<br />
te weten Bellingwedde, Niedorp, Amsterdam/<br />
Amsterdam Zuidoost, Den Haag, Boskoop, Ede<br />
en Sittard. Hij analyseerde daartoe onder meer<br />
gemeentelijke beleidsnota’s en interviewde kerkelijke<br />
sleutelpersonen in het kader van de Wmo.<br />
Het onderzoek wijst uit dat vanuit het perspectief<br />
van het gemeentebestuur gezien de kerken<br />
één van de vele organisaties op het terrein van<br />
zorg en welzijn vormen, naast professionele organisaties<br />
en organisaties van mensen met een<br />
handicap, ouderen, chronisch zieken, psychische<br />
aandoeningen en nog anderen. De kennis van<br />
kerken is vaak beperkt. Het is geen vanzelfsprekendheid<br />
dat kerken bij de Wmo betrokken worden.<br />
Kerken blijken interessant te zijn vanwege<br />
de maatschappelijke betekenis van hun activiteiten<br />
en de kwaliteit van hun werk, de groepen<br />
die zij bereiken en de vrijwilligers en, in mindere<br />
mate, de gebouwen waarover zij beschikken.<br />
Wat de kerken betreft blijkt dat de Wmo deze<br />
heeft bepaald bij de vraag hoe zij kerk in de lokale<br />
samenleving willen zijn, dat de interkerkelijke<br />
samenwerking op diaconaal vlak is bevorderd en<br />
dat in een aantal gevallen nieuwe initiatieven zijn<br />
genomen.<br />
Søren Kierkegaard, Een idee om voor te<br />
leven en te sterven, en negen essays door<br />
Redactieraad Kierkegaard Werken, Budel:<br />
Damon 2012, € 14,90.<br />
‘Het gaat erom een waarheid te vinden die voor<br />
mij waarheid is, de idee te vinden waarvoor ik<br />
wil leven en sterven.’ Met deze woorden schreef<br />
de jonge Søren Kierkegaard (1813-1855) zich de<br />
onsterfelijkheid in. Het zijn woorden die het hart<br />
van zijn denken raken. Ter gelegenheid van het<br />
200ste geboortejaar <strong>2013</strong> verscheen een nieuwe<br />
Nederlandse vertaling van het fragment uit de<br />
dagboeken. Het fragment gaat in deze uitgave<br />
vergezeld van negen essays van leden van de redactieraad<br />
van de serie Kierkegaard Werken (www.<br />
kierkegaard.be), onder andere van PThU-docenten<br />
Pieter Vos en Onno Zijlstra.<br />
Günter Thomas, Rinse H. Reeling<br />
Brouwer, Bruce L. MacCormack<br />
(eds.), Dogmatics after Barth. Facing<br />
Challenges in Church, Society and the<br />
Academy. CreateSpace Independent<br />
Publishing Platform, 2012.<br />
Markus Wildi, bibliothecaris bij de Kantonsbibliothek<br />
van Aarau (Zwitserland), verrichtte in<br />
de jaren tot 1992 een reuzenwerk door naast<br />
de geschriften van Karl Barth, hun lotgevallen<br />
en vertalingen, ook tienduizenden titels aangaande<br />
Barth in kaart te brengen. In het digitale<br />
tijdperk slaan we dergelijke gegevens op<br />
in een database. In een samenwerkingsproject<br />
tussen de PThU (Gerrit Neven, nu Rinse Reeling<br />
Brouwer) en Princeton Theological Seminary<br />
(Bruce McCormack) is in vele jaren noeste arbeid<br />
de bedoelde digitalisering tot stand gekomen.<br />
Het was daarbij ook zaak recente publicaties bij<br />
te houden. Met steun van de Nederlandse organisatie<br />
voor Wetenschappelijk Onderzoek NWO is<br />
daarom een wereldwijd netwerk opgebouwd met<br />
correspondenten in o.a. Stellenbosch, Debrecen,<br />
Louvain-la-Neuve en Kopenhagen. In maart 2011<br />
vond een consultatie plaats op Hydepark waar onderzoekers<br />
in dit netwerk hun visie gaven op de<br />
actualiteit van Barth. Deze bundel, verzorgd door<br />
Günter Thomas van de Ruhruniversität Bochum,<br />
laat stemmen horen uit genoemde oorden, maar<br />
ook uit Zuid-Korea, Australië en Schotland.
20 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 21<br />
Boeken<br />
Rien Rouw, Pieter Vos & Johan Roeland,<br />
Op rancuneuze gronden. Onbehagen<br />
en populisme in de Lage Landen.<br />
Amsterdam: Buiten & Schipperheijn 2012,<br />
€ 9,90.<br />
Ruim tien jaar geleden ontdekte Nederland dat<br />
onder de bevolking een groot onbehagen leefde.<br />
In de voorgaande tijd van voorspoed had niemand<br />
het nog waargenomen. Toen kwam Pim Fortuyn,<br />
die sprak van de ‘puinhopen van Paars’ en een ‘verweesde<br />
samenleving’. Hij benoemde het onbehagen<br />
en wist een grote groep kiezers eaan zich te<br />
binden. Sindsdien heeft het onbehagen ons niet<br />
meer verlaten en wordt het aan alle kanten onder<br />
de loep genomen.<br />
In deze bundel gebeurt dat onder de noemer van<br />
rancune, een begrip dat in de laatste jaren een<br />
comeback heeft gemaakt om het maatschappelijke<br />
onbehagen te duiden. Met bijdragen van Paul<br />
Dekker, Jonathan Soeharno, Theo Boer, Gerrit de<br />
Kruijf en Frans Vosman.<br />
Rinse Reeling Brouwer, De man en zijn<br />
karwei. Over Frans Breukelman (1916-<br />
1993). Narratio 2012.<br />
Frans Breukelman was een schriftgeleerde, een<br />
kluizenaar. ‘Maar plots’, zo schreef K.H. Miskotte<br />
bij zijn vijftigste verjaardag, ‘ziet men de kluizenaar<br />
zijn pij verwisselen voor een zwart leren jas en een<br />
witte valhelm; men ziet hem een geducht motorrad<br />
bestijgen, nauwelijks stevig genoeg om dit<br />
Enakskind te torsen – om dan voort te stuiven over<br />
dijken en snelwegen naar dorp en stad, om wat hij<br />
in grammata geconcentreerd vond in stromen van<br />
welsprekendheid uit te gieten over een schare van<br />
jonge predikanten, in studievergadering bijeen<br />
en bereid om zich in te spannen om het nieuwe<br />
dat Breukelman daar staat te ontvouwen, zich toe<br />
te eigenen, te verwerken en zelf vroeg of laat te<br />
gebruiken.’<br />
Zo gemakkelijk als deze man sprak, zo moeilijk<br />
kreeg hij zijn vondsten op papier. Van de tien banden<br />
Bijbelse Theologie die zijn publicabele werk<br />
bevatten, is er dan ook maar liefst een zevental<br />
door leerlingen postuum verzorgd. De laatste band<br />
verscheen in juni 2012. En meteen al enkele maanden<br />
nadien ligt hier nu een kleine introductie voor<br />
breed publiek in leven en werk van Breukelman,<br />
van de hand van Rinse Reeling Brouwer, de kersverse<br />
bijzonder hoogleraar op de naar Miskotte<br />
en Breukelman genoemde leerstoel. Na een aantal<br />
hoofdstukjes waarin hij de man karakteriseert,<br />
met zijn vele hoekige en markante kanten, loopt<br />
hij alle tien de banden na, die wel niet als systematiek<br />
bedoeld zijn maar na elkaar gelezen toch een<br />
duidelijk herkenbaar verhaal vertellen.<br />
Onno Zijlstra, Kierkegaard in discussie,<br />
Damon 2012, € 17,90.<br />
Søren Kierkegaard valt na het eerste decennium<br />
van de 21ste eeuw te typeren als een christelijk religieuze<br />
eenheidsdenker die zich vanuit cultureel-historisch<br />
oogpunt op het breukvlak van modernisme<br />
en postmodernisme bevindt. Twee hoofdvragen,<br />
die bij Kierkegaard voortvloeien uit de hang naar<br />
eenheid, zijn op welke wijze hij zichzelf uit de diaspora<br />
verzamelt tot een coherent zelf en hoe hij<br />
zijn poëtische talent kan verenigen met de hoge eis<br />
van het nieuwtestamentische christendom vrijwillig<br />
voor een lijdensrol te kiezen. In het in oktober 2012<br />
verschenen boek Kierkegaard in discussie verdedigt<br />
Onno Zijlstra de these dat de latere Kierkegaard<br />
die eenheid ‘vindt’ door in zijn schrijverschap cumulatief<br />
de stem van getuige te vertolken. Pluralis<br />
wordt singularis. Zijlstra ondersteunt zijn these<br />
door veranderingen in de aard van Kierkegaards<br />
schrijverschap en zelfverhouding te laten zien aan<br />
de hand van diens sleutelpublicaties. Zijlstra brengt<br />
Kierkegaard in dialoog met latere filosofen en literaire<br />
figuren die of de implicaties van vergelijkbare<br />
Kierkegaardiaanse problemata doordenken en daar<br />
conclusies aan verbinden die Kierkegaard zelf niet<br />
aandurft, of die in de eigen tijd tot andere analyses<br />
komen. Tekst en beeld lopen in het boek samen op.<br />
Heleen Zorgdrager, Michiel Driebergen<br />
en Diederik Prak, De Joden van<br />
Lemberg. Een reis naar lege plekken,<br />
Barneveld: De Hondsrug Pers /<br />
Uitgeverij Boekenbent 2012.<br />
Honderd jaar geleden genoot Lemberg, als grensstad<br />
van het Habsburgse rijk, ook in het Westen<br />
roem vanwege haar pracht en het rijke culturele<br />
leven, waarmee zij haar zusterstad Kraków evenaarde.<br />
Na het neerlaten van het IJzeren Gordijn<br />
werd de stad in het Westen echter goeddeels vergeten.<br />
Dit boek gaat over Lemberik, zoals de joden<br />
hun stad noemden. De joden hebben in Lemberg<br />
en Lwów, zoals het heette tijdens het Poolse bewind<br />
van 1919 tot 1939, eeuwenlang een grote<br />
bijdrage geleverd aan de cultuur, de economie en<br />
het sociale leven van de stad. De Duitse bezetters<br />
hebben er niet slechts de joden uitgeroeid, zij hebben<br />
ook zoveel mogelijk van hun sporen uitgewist.<br />
De geschiedenis van de joden van Lemberg is een<br />
reis naar lege plekken. Toch is er in Lviv, zoals de<br />
stad heet sinds zij deel uitmaakt van Oekraïne, nog<br />
veel te vinden van het vroegere joodse leven, in de<br />
vorm van gebouwen, woonwijken, opschriften en<br />
monumenten. Dit boek neemt ons mee door een<br />
prachtige Midden-Europese stad, die alleszins de<br />
moeite waard is om te bezoeken en te verblijven.<br />
Heleen Zorgdrager, docente systematische theologie<br />
en genderstudies aan de PThU, vestiging<br />
Amsterdam, heeft haar hart verpand aan Lviv. Ze<br />
is sinds 2005 in dienst van Kerk in Actie part-time<br />
verbonden aan de Ukrainian Catholic University en<br />
doceert oecumenische theologie op de grens van<br />
oost en west.
22 Magazine van de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong> Nummer 1 - maart <strong>2013</strong> 23<br />
Promotie<br />
Dissertatie Dronkers over burgertrouw en religieuze verbondenheid:<br />
‘Belangrijker dát mensen meedoen in<br />
de maatschappij, dan hoe ze meedoen’<br />
Zijn gelovigen betrouwbare burgers? Over die vraag<br />
gaat het in Faithful Citizens: Civic Allegiance and<br />
Religious Loyalty in a Globalised Society; A Dutch<br />
Case Study van Pieter Dronkers, waarop hij op 25<br />
oktober promoveerde aan de vestiging Groningen<br />
van de PThU. Promotoren waren prof.dr. F. de Lange,<br />
hoogleraar ethiek aan de PThU, en prof.dr. R.W.<br />
Boomkens, hoogleraar sociale en cultuurfilosofie aan<br />
de Rijksuniversiteit Groningen.<br />
Pieter Dronkers doet in zijn proefschrift verslag van<br />
literatuuronderzoek onder politiek filosofen en politieke<br />
theologen. Ook analyseerde hij als case study<br />
de discussies in de Tweede Kamer over onverdoofd<br />
ritueel slachten en de naturalisatieceremonie voor<br />
nieuwkomers. Dronkers omschrijft burgertrouw als<br />
‘publiek engagement’ of ‘engagement met de samenleving’.<br />
Dat betekent ‘laten zien dat je wilt meedoen<br />
in de samenleving, die je beschouwt als jouw<br />
samenleving.’ Hij stelt dat meedoen aan het publieke<br />
debat op zich belangrijker is dan de precieze<br />
inbreng daaraan. Deze opvatting dankt hij aan de<br />
Amerikaanse godsdienstsocioloog Jeffrey Stout.<br />
Dronkers heeft ook onderzocht wat politieke theologen<br />
over burgertrouw beweren. Op de achtergrond<br />
van het thema ‘burgertrouw’ speelt namelijk de discussie<br />
over de rol van religie in het publieke domein.<br />
Volgens de liberalen is er in de publieke ruimte geen<br />
plek voor religie. Publieke theologen benadrukken<br />
dat religieuze tradities een belangrijke bijdrage kunnen<br />
leveren aan het publieke debat over wat een<br />
goede manier van samenleven is. De theologen Erik<br />
Borgman (rooms-katholiek) en Mechteld Jansen (protestants)<br />
behoren tot deze stroming. Tot slot zijn er<br />
ook theologen die benadrukken dat de christelijke<br />
identiteit niet te verenigen is met trouw aan de samenleving.<br />
Een vertegenwoordiger van deze stroming<br />
is de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas,<br />
die zelfs vindt dat christenen in een kolonie moeten<br />
leven in een voor hen vreemde samenleving. Dronkers<br />
sluit zich aan bij de publieke theologen en vindt dat<br />
er ruimte moet zijn voor de inbreng van religieuze<br />
tradities in het publieke debat.<br />
Pieter Dronkers (1979) studeerde theologie in Kampen<br />
en Parijs. Hij was van 2007 tot begin dit jaar als aio<br />
verbonden aan de PThU. Van 2001 tot 2002 was<br />
hij bestuurslid van de Landelijke Studentenvakbond<br />
(LSVb), en van 2006-2007 beleidsmedewerker onderwijs<br />
van de Commissie Gelijke Behandeling.<br />
Sinds anderhalf jaar is hij verbonden aan Nieuwwij,<br />
een project van het Dominicaans Studiecentrum in<br />
Amsterdam, onder leiding van de theologe Manuela<br />
Kalsky. Sinds 1 mei is Dronkers manager van het dialoogcentrum<br />
van Nes Ammim, een internationale<br />
werk- en leefgemeenschap in Israël.<br />
Het proefschrift Faithful Citizens: Civic Allegiance<br />
and Religious Loyality in a Globalised Society; A<br />
Dutch Case Study (inclusief Nederlandse samenvatting)<br />
is verkrijgbaar bij de promovendus (pdronkers@<br />
hotmail.com). Het zal later als handelseditie worden<br />
uitgegeven.
PThU Amsterdam<br />
Bezoekadres<br />
Boelelaan 1105<br />
1081 HV Amsterdam<br />
Postadres<br />
Postbus 7161<br />
1007 MC Amsterdam<br />
Bestuurssecretariaat 088 3371 861<br />
Studentenadministratie Amsterdam 088 3371 864<br />
Studentenadministratie Groningen 088 3371 865<br />
Personeelszaken 088 3371 867<br />
Communicatie 088 3371 866<br />
Financiële zaken 088 3371 863<br />
Bibliotheek 088 3371 862<br />
Internationalisering 088 3371 669<br />
Bezoekadres<br />
Ouwe Ebbingestraat 25<br />
9712 HA Groningen<br />
Postadres<br />
Postbus 11069<br />
9700 CB Groningen<br />
www.pthu.nl | www.facebook.com/PThUnl | http://twitter.com/#!/PThU_NL<br />
Colofon<br />
<strong>PThUnie</strong> is een magazine dat drie keer per jaar verschijnt. Het blad is met name bedoeld voor predikanten in de PKN en wordt ook toegezonden aan<br />
studenten, medewerkers en relaties van de PThU. Het magazine wordt uitgegeven door de <strong>Protestantse</strong> <strong>Theologische</strong> <strong>Universiteit</strong>.<br />
Redactie<br />
Jodien van Ark<br />
Theo Boer<br />
Henk de Roest<br />
Klaas Spronk, hoofdredacteur<br />
Redactieadres<br />
De Boelelaan 1105<br />
1081 HV Amsterdam<br />
088 33 71 866<br />
Vormgeving<br />
Borrias, Kampen<br />
www.borrias.nl<br />
Eindredactie<br />
Markt en Missie, Zwolle<br />
PThU Groningen<br />
Foto’s<br />
Gerard Helt, Eelco Hofstra,<br />
Sarah-Jane Fotografie,<br />
Linda Heller Fotografie.<br />
ISSN nummer<br />
1876-9233