01.09.2013 Views

HISTORIE van de HERVORMDE KERK te ZEVENAAR

HISTORIE van de HERVORMDE KERK te ZEVENAAR

HISTORIE van de HERVORMDE KERK te ZEVENAAR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Leen <strong>de</strong>n Bes<strong>te</strong>n<br />

<strong>HISTORIE</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> ONTMOETINGS<strong>KERK</strong> <strong>te</strong> <strong>ZEVENAAR</strong><br />

De stad Zevenaar<br />

Zevenaar behoor<strong>de</strong> eeuwenlang tot het Duitse rijk. De keizer gaf in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen stukken land <strong>te</strong><br />

leen aan e<strong>de</strong>len. In 1049 schonk keizer Hendrik III aan een zekere Anselm een landgoed <strong>te</strong> Zevenaar.<br />

Johan II, hertog <strong>van</strong> Kleef, verleen<strong>de</strong> op 24 januari 1487 aan <strong>de</strong> plat<strong>te</strong>lands ‘vrijheid’ Zevenaar<br />

stadsrech<strong>te</strong>n: aan <strong>de</strong> grens met het Gel<strong>de</strong>rse gebied dien<strong>de</strong> Zevenaar een stra<strong>te</strong>gisch s<strong>te</strong>unpunt <strong>te</strong><br />

vormen. De burcht Sevenaer met zijn omringen<strong>de</strong> bebouwing (die nu eens in Gel<strong>de</strong>rse dan weer in<br />

Kleefse han<strong>de</strong>n was geweest) vorm<strong>de</strong> <strong>van</strong> nu aan een tussenstation en een uitvalsbasis voor <strong>de</strong> hertogen<br />

<strong>van</strong> Kleef. Zevenaar werd niet ‘omwald’, maar ‘omgracht’ en kreeg vier poor<strong>te</strong>n. De stadsrech<strong>te</strong>n<br />

had<strong>de</strong>n enkele voor<strong>de</strong>len. Ten opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> omgeving verwierf Zevenaar het monopolie op mark<strong>te</strong>n<br />

en op <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> brood en bier. Ook concentreer<strong>de</strong> er <strong>de</strong> rechtspraak.<br />

Detail <strong>van</strong> een kaart <strong>van</strong> Jan Ruysch, 1577. Rechts <strong>de</strong> toren <strong>van</strong> <strong>de</strong> St. Andreaskerk, links die <strong>van</strong> het slot<br />

Sevenaer. De wering is in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> hou<strong>te</strong>n pos<strong>te</strong>n.<br />

Het stadje in <strong>de</strong> Liemers dat nog geen 500 inwoners <strong>te</strong>l<strong>de</strong>, was bepaald niet welvarend. Plun<strong>de</strong>ringen<br />

<strong>van</strong> s<strong>te</strong>eds wisselen<strong>de</strong> legers zorg<strong>de</strong>n ervoor dat in financieel opzicht weinig kon wor<strong>de</strong>n opgebouwd.<br />

Natuurlijke rijkdommen waren niet voorhan<strong>de</strong>n. Wat men met hard werken verdien<strong>de</strong>, was nodig voor<br />

primaire levensbehoef<strong>te</strong>n. Besmet<strong>te</strong>lijke ziek<strong>te</strong>n lie<strong>te</strong>n regelmatig diepe sporen na. In het Kleefse<br />

gebied bekleed<strong>de</strong> Zevenaar een perifere positie.<br />

In <strong>de</strong> 17 e eeuw kwam er enige opleving. Tot enige welstand gekomen grondbezit<strong>te</strong>rs - oorspronkelijk<br />

bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> havenza<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> Liemers die hun bedrijf had<strong>de</strong>n verpacht of verkocht - koch<strong>te</strong>n een<br />

huis in <strong>de</strong> stad of lie<strong>te</strong>n dit bouwen. De stad bood ook huisvesting aan amb<strong>te</strong>naren die nodig waren voor<br />

het bestuur. Voor <strong>de</strong> rest woon<strong>de</strong>n er wat ambachtlie<strong>de</strong>n en mensen uit verzorgen<strong>de</strong> beroepen, een<br />

groot aantal landarbei<strong>de</strong>rs en veel dagloners met en zon<strong>de</strong>r werk. Omstreeks 1850 lag het stadje er<br />

ongeveer net zo bij als in 1650: het aantal huizen schommel<strong>de</strong> tussen 180 en 190, het aantal inwoners<br />

lag rond <strong>de</strong> 900. In het laats<strong>te</strong> kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19 e zet<strong>te</strong> <strong>de</strong> groei. In 1900 <strong>te</strong>l<strong>de</strong> Zevenaar ruim 4400<br />

inwoners, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> mees<strong>te</strong>n een karig bestaan von<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> landbouwsector. In 1936 overschreed het<br />

inwonersaantal <strong>de</strong> 7000. De stad presen<strong>te</strong>er<strong>de</strong> zich in toenemen<strong>de</strong> ma<strong>te</strong> als regionaal centrum met <strong>de</strong><br />

nodige infrastructuur aan mid<strong>de</strong>nstandsbedrijven, ziekenhuis, scholen voor voortgezet on<strong>de</strong>rwijs,<br />

industriële bedrijvigheid en een ziekenhuis.


Stichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk<br />

De verspreiding <strong>van</strong> het chris<strong>te</strong>lijk geloof begon in <strong>de</strong> Liemers<br />

omstreeks 800. Vanuit Engeland was Willibrord (658-739) naar<br />

Utrecht gekomen. Zijn me<strong>de</strong>werker, <strong>de</strong> Ierse monnik Werenfried<br />

(gestorven op 14 augustus 760 <strong>te</strong> Wes<strong>te</strong>rvoort) kreeg <strong>de</strong> leiding<br />

<strong>van</strong> een regio met Elst als centrum. Tot die regio behoor<strong>de</strong> o.a.<br />

Wes<strong>te</strong>rvoort. Willibrord nam <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> Liemers <strong>van</strong>uit<br />

Emmerich on<strong>de</strong>r zijn hoe<strong>de</strong>. Hij had een groot respect voor <strong>de</strong><br />

Frankische heilige Maar<strong>te</strong>n. De kerken in Utrecht en Emmerich<br />

wer<strong>de</strong>n door hem naar <strong>de</strong>ze heilige genoemd. Opvallend is dat<br />

veel kerken en/of parochies in <strong>de</strong> Liemers <strong>de</strong> naam St. Maar<strong>te</strong>n<br />

of St. Martinus dragen, nl. die <strong>van</strong> Doesburg, Angerlo, Oud-<br />

Zevenaar, Didam, Herwen, Aerdt en Panner<strong>de</strong>n. De Reformatie<br />

aan het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 16<br />

Willibrord<br />

e eeuw voltrok zich in <strong>de</strong> Liemers heel<br />

gelei<strong>de</strong>lijk en op kleine schaal. Toen in 1609 <strong>de</strong> hertog <strong>van</strong> Kleef<br />

stierf en geen opvolgers had, werd het land <strong>van</strong> Kleef in 1614<br />

toegewezen aan <strong>de</strong> Margraaf <strong>van</strong> Bran<strong>de</strong>nburg. Deze was <strong>de</strong><br />

pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n welgezind. On<strong>de</strong>r zijn bescherming kreeg het<br />

pro<strong>te</strong>stantisme (het lutheranisme en het calvinisme) gelegenheid<br />

tot verbreiding.<br />

Op 14 juli 1609 was in het Kleefse gebied godsdienstvrijheid afgekondigd. Kort daarop, in 1611,<br />

probeer<strong>de</strong>n pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n in Zevenaar een samenkomst <strong>te</strong> beleggen, maar wer<strong>de</strong>n daartoe door een<br />

volksoproer verhin<strong>de</strong>rd. Dit kwam <strong>de</strong> burgemees<strong>te</strong>r, Gerhart <strong>van</strong> Leeuwen, <strong>van</strong> katholieke huize, op<br />

ontslag <strong>te</strong> staan. Hij werd ver<strong>van</strong>gen door Johan <strong>van</strong> Romswinckel, <strong>van</strong> pro<strong>te</strong>stantse huize. De<br />

voornaams<strong>te</strong> bestuursfuncties kwamen vervolgens in pro<strong>te</strong>stantse han<strong>de</strong>n. Zo werd Al<strong>te</strong>r Knippick drost<br />

(<strong>de</strong> hoogs<strong>te</strong> ver<strong>te</strong>genwoordiger <strong>van</strong> <strong>de</strong> hertog in zijn gebied)en ging wonen op <strong>de</strong> burcht. Hij bood daar<br />

<strong>de</strong> pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n on<strong>de</strong>rdak voor hun bijeenkoms<strong>te</strong>n. Een kleine gemeen<strong>te</strong> ontstond. Deze kreeg s<strong>te</strong>un<br />

<strong>van</strong> a<strong>de</strong>llijke families uit <strong>de</strong> omgeving: <strong>de</strong> familie Cloeck zum Beren-Clau on<strong>de</strong>r Groessen, <strong>de</strong> familie<br />

Van Ells, wonen<strong>de</strong> op ‘Halsaf’ in Babberich en <strong>van</strong> <strong>de</strong> dijkgraaf Heinrich Wilhelm von und zu <strong>de</strong>r Hoeve,<br />

<strong>van</strong> Huize Poelwijk. Ook werd ze geholpen door le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> classis Zutphen. De Didamse predikant<br />

leid<strong>de</strong> een keer per maand een kerkdienst. Al gauw wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> een eigen dominee. De familie<br />

Cloeck sticht<strong>te</strong> een fonds waaruit <strong>de</strong>ze bekostigd kon wor<strong>de</strong>n.<br />

In 1617 kon <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> predikant wor<strong>de</strong>n beroepen: Leonardus Artopeaus, een geleerd man die zijn<br />

preken doorspek<strong>te</strong> met Latijnse cita<strong>te</strong>n. De kerkgangers had<strong>de</strong>n al gauw moei<strong>te</strong> met hem. Op <strong>de</strong> inhoud<br />

<strong>van</strong> zijn preken had<strong>de</strong>n ze niets aan <strong>te</strong> merken, maar ze kon<strong>de</strong>n zijn Duits moeilijk volgen: plat-Duits<br />

kon of wil<strong>de</strong> hij niet spreken en het Liemers was hem vreemd.<br />

Al gauw zag <strong>de</strong> kerkenraad uit naar een nieuwe predikant. Ze liet het oog vallen op Henricus<br />

Schuurhovius (een voormalig monnik uit het Minorie<strong>te</strong>nkloos<strong>te</strong>r <strong>te</strong> Keulen) die <strong>de</strong> jeugd ca<strong>te</strong>chese gaf en<br />

ook machtiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> classis Kleef had om op <strong>te</strong> tre<strong>de</strong>n als hulpprediker. In 1619 <strong>de</strong>ed ds. Artopeaus<br />

<strong>te</strong>n guns<strong>te</strong> <strong>van</strong> Schuurhovius afstand <strong>van</strong> zijn functie. De laats<strong>te</strong> ontving evenwel geen beroep. Johannes<br />

Carolus Heusius, predikant <strong>te</strong> Monschau, werd in 1621 beroepen. Deze kwam en werk<strong>te</strong> aan <strong>de</strong> opbouw<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong>.<br />

Over Heusius wordt verhaald dat hij zich in 1631 verdiens<strong>te</strong>lijk maak<strong>te</strong> door met toes<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> <strong>de</strong> drost<br />

en <strong>de</strong> burgerij naar Emmerich <strong>te</strong> gaan om daar bij graaf Herman Otto <strong>van</strong> Stirum voor <strong>de</strong> inwoners met hun<br />

vee en koren een vrije doortocht <strong>te</strong> verkrijgen. Ver<strong>de</strong>r lezen we dat hij een jaar la<strong>te</strong>r <strong>de</strong> stadssecretaris<br />

naar Loo begeleid<strong>de</strong> om daar over verplich<strong>te</strong> leveranties aan het leger <strong>te</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. De volgen<strong>de</strong> dag<br />

bracht Lambert Noey hen met zijn wagen opnieuw naar Loo om een schaap en bo<strong>te</strong>r af <strong>te</strong> leveren.<br />

Vervolgens gingen <strong>de</strong> heren naar Groessen. Ze troffen <strong>de</strong> legercommandant met zijn officieren aan in <strong>de</strong><br />

kerk en spraken met hen. Als blijk <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> verstandhouding wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanwezige militairen op koeken<br />

getrak<strong>te</strong>erd. Op 22 sep<strong>te</strong>mber 1633 dronk het stadsbestuur in <strong>de</strong> herberg <strong>van</strong> Gerrit Boom zes kannen wijn<br />

omdat <strong>de</strong> dominee voorgoed in Zevenaar kwam wonen.


Het kerkgebouw<br />

An<strong>de</strong>rs dan in <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> an<strong>de</strong>re s<strong>te</strong><strong>de</strong>n en dorpen in <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, kwam na <strong>de</strong><br />

reformatie <strong>de</strong> rooms-katholieke kerk <strong>van</strong> Zevenaar niet <strong>van</strong>zelfsprekend in pro<strong>te</strong>stantse han<strong>de</strong>n. De<br />

re<strong>de</strong>n daar<strong>van</strong> was, dat Zevenaar tot het hertogdom Kleef behoor<strong>de</strong>, waar een an<strong>de</strong>re<br />

godsdienstpolitiek gevoerd werd dan in <strong>de</strong> Republiek <strong>de</strong>r Zeven Verenig<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n (Zevenaar werd<br />

pas na <strong>de</strong> woelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse tijd op 1 juli 1816 toegevoegd aan het Koninkrijk <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n).<br />

In het Gel<strong>de</strong>rse <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Liemers wer<strong>de</strong>n rond 1600 alle pastoors ver<strong>van</strong>gen door dominees en<br />

kwamen <strong>de</strong> kerken in han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> calvinis<strong>te</strong>n (Doesburg 1585, Wes<strong>te</strong>rvoort 1609, Angerlo 1609,<br />

Lathum 1614, Herwen en Aerdt 1627). De kerken in Duiven, Groessen, Loo, Oud-Zevenaar, Zevenaar en<br />

Wehl bleven in han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> katholieken.<br />

Wat <strong>de</strong> Zevenaarse kerk betreft: De in omstreeks 1522 gebouw<strong>de</strong> en in <strong>de</strong> 17 e eeuw hers<strong>te</strong>l<strong>de</strong> St.<br />

Andreaskerk was on<strong>de</strong>rgeschikt aan <strong>de</strong> kerk <strong>te</strong> Oud-Zevenaar en bezat me<strong>de</strong> daardoor nog geen toren. In <strong>de</strong><br />

la<strong>te</strong> 19 e eeuw werd <strong>de</strong>ze kerk in neogotische stijl uitgebreid en kreeg alsnog (in 1884) een toren.<br />

In het Kleefse gebied heers<strong>te</strong> vrijheid <strong>van</strong> godsdienst. In dit gebied vestig<strong>de</strong>n zich verschei<strong>de</strong>ne<br />

pro<strong>te</strong>stantse a<strong>de</strong>llijke families die bestuurlijke functies bekleed<strong>de</strong>n. Met s<strong>te</strong>un <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze families werd<br />

in Zevenaar <strong>de</strong> 'Reformeer<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong>' opgericht. Vanaf 1611 kwam <strong>de</strong>ze gemeen<strong>te</strong> bijeen in een<br />

bouwhuis <strong>van</strong> <strong>de</strong> nu verdwenen burcht <strong>van</strong> Zevenaar, waar <strong>de</strong> Ambtman <strong>van</strong> <strong>de</strong> Liemers ze<strong>te</strong>l<strong>de</strong>. (Deze<br />

burcht lag ach<strong>te</strong>r <strong>de</strong> huidige kerk). Erg soli<strong>de</strong> was het on<strong>de</strong>rkomen niet. Ook werd het al gauw <strong>te</strong> klein.<br />

Daarom on<strong>de</strong>rnamen <strong>de</strong> ‘e<strong>van</strong>gelischen’ in 1619 pogingen om tot <strong>de</strong> stichting <strong>van</strong> een eigen kerkgebouw<br />

<strong>te</strong> komen. Pas in 1657 kregen <strong>de</strong> plannen hiervoor een meer <strong>de</strong>finitief karak<strong>te</strong>r. In dat jaar kreeg <strong>de</strong><br />

‘Reformeer<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong>’ toes<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> <strong>de</strong> Provinciale Kleefse Syno<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Classis Kleef om met <strong>de</strong><br />

bouw <strong>te</strong> beginnen.<br />

Gemeen<strong>te</strong>le<strong>de</strong>n brach<strong>te</strong>n zoveel mogelijk geld bijeen. Ook beken<strong>de</strong> personen, zoals <strong>de</strong> keurvorst <strong>van</strong><br />

Bran<strong>de</strong>nburg en Johan Maurits <strong>van</strong> Nassau <strong>de</strong><strong>de</strong>n een flinke duit in het zakje. Een Zevenaarse ijzersmid<br />

schonk niet alleen veel geld, maar gaf ook het slot voor <strong>de</strong> kerk<strong>de</strong>ur en het ijzerwerk voor <strong>de</strong> preekstoel.<br />

Een s<strong>te</strong>enhouwer schonk twee basemen<strong>te</strong>n, twee kapi<strong>te</strong>len en een sluitstuk in <strong>de</strong> boog, met <strong>de</strong> ‘haecks<strong>te</strong>en’<br />

die daartoe behoor<strong>de</strong>, dus waarschijnlijk <strong>de</strong> ophanging voor <strong>de</strong> kerken<strong>de</strong>ur.<br />

Nadat een tweetal ou<strong>de</strong> huizen aan <strong>de</strong> Markt was aangekocht en vervolgens afgebroken, verrees in 1658<br />

op die plaats het kerkgebouw naar bes<strong>te</strong>k<strong>te</strong>keningen <strong>van</strong> Bastiaan Verhoeven. In <strong>de</strong> voorgevel vin<strong>de</strong>n we<br />

nog <strong>de</strong> muurankers met dat jaartal. De kerk werd op 1 mei 1660 plechtig ingewijd. Op één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

trekbalken stond: ‘Hendrik Kuijs Anno 1658 heeft <strong>de</strong>se kerk getimert’.<br />

Van het kerkgebouw uit 1660 is het muurwerk (met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> enkele hers<strong>te</strong>llingen) nog geheel<br />

bewaard gebleven, alsook nagenoeg <strong>de</strong> comple<strong>te</strong> eikenhou<strong>te</strong>n kapconstructie en een behoorlijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

eiken houtconstructie <strong>van</strong> <strong>de</strong> dakrui<strong>te</strong>r. Wat betreft het bouwtype (zaalkerk met hou<strong>te</strong>n daktoren), <strong>de</strong><br />

plat<strong>te</strong>grond (éénbeukige ruim<strong>te</strong> met driezijdige sluiting), ma<strong>te</strong>riaalgebruik (baks<strong>te</strong>en met spaarzaam<br />

gebruik <strong>van</strong> natuurs<strong>te</strong>en, hou<strong>te</strong>n kap met leibe<strong>de</strong>kking) en afmetingen vertoont <strong>de</strong> kerk veel overeenkomst<br />

met <strong>de</strong> Pro<strong>te</strong>stantse kerk <strong>te</strong> Lobith uit 1661.<br />

De kerk staat met haar koor gericht naar het noor<strong>de</strong>n met een as-afwijking in oos<strong>te</strong>lijke richting. In <strong>de</strong><br />

oorspronkelijk als voorgevel functioneren<strong>de</strong> zuidgevel bevindt zich nog een door een rondboog<br />

afgeslo<strong>te</strong>n doorgang met uitspringen<strong>de</strong> zands<strong>te</strong>nen geboor<strong>te</strong>s<strong>te</strong>nen en een zands<strong>te</strong>nen sluits<strong>te</strong>en.


Tekening <strong>van</strong> Jan <strong>de</strong> Beijer, Stadsgezicht 1745. Rechts <strong>de</strong> St Andreaskerk, links daar<strong>van</strong> <strong>de</strong> Reformeer<strong>de</strong><br />

kerk. De poort aan het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> weg is <strong>de</strong> ‘Bleckse Poort’<br />

De markt in Seven<strong>te</strong>r in 1745; gravure naar een <strong>te</strong>kening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bekends<strong>te</strong> topografische <strong>te</strong>kenaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18 e<br />

eeuw, Jan <strong>de</strong> Beijer (1703-1780). Links <strong>de</strong> St. Andreaskerk, rechts <strong>de</strong> Reformeer<strong>de</strong> kerk.<br />

Naam


De naam <strong>van</strong> het kerkgebouw was lange tijd: Reformeer<strong>de</strong> kerk. Nadat in 1834 en 1886 door<br />

meningsverschillen over met name theologische kwesties <strong>de</strong> calvinis<strong>te</strong>n in Ne<strong>de</strong>rland ui<strong>te</strong>engegaan<br />

waren, werd <strong>de</strong> aanduiding ‘Hervorm<strong>de</strong> kerk’ gebruikelijk. Vanaf 13 mei 2001 draagt het gebouw <strong>de</strong><br />

naam ‘Ontmoetingskerk’ en wordt het gebruikt door <strong>de</strong> Pro<strong>te</strong>stantse gemeen<strong>te</strong>.<br />

Preekstoel (kansel)<br />

Blijkens een kwitantie, geda<strong>te</strong>erd op 8 maart 1660, ontving <strong>de</strong> Arnhemse beeldhouwer Henrick Wijtvelt<br />

(of Witvelt) 400 Hollandse gul<strong>de</strong>ns en een 'rosenobel' voor <strong>de</strong> door hem vervaardig<strong>de</strong> zeshoekige<br />

'Predikstoell'. In 1658 had Wijtvelt al een achthoekige preekstoel en twee koorbanken gemaakt voor <strong>de</strong><br />

Zevenaarse Sint Andreaskerk en daarmee dus kennelijk naam gemaakt.<br />

De 'sokkel' waarop <strong>de</strong> kuip rust, vertoont <strong>de</strong><br />

kop <strong>van</strong> een mons<strong>te</strong>rachtig dier met<br />

klauwen. An<strong>de</strong>re mons<strong>te</strong>rs zit<strong>te</strong>n aan <strong>de</strong><br />

ui<strong>te</strong>in<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bogen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kuip met<br />

daarboven vrien<strong>de</strong>lijk kijken<strong>de</strong> kopjes. Op<br />

<strong>de</strong> kuipvel<strong>de</strong>n zien we een langgerek<strong>te</strong><br />

kwabvormige <strong>de</strong>coratie in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een<br />

gro<strong>te</strong>sk masker. Het masker (kwabmascaron<br />

genaamd) heeft een opengesper<strong>de</strong> muil en<br />

holle ogen. Het lege gebol<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstuk<br />

lijkt op zichzelf ook een opengesper<strong>de</strong> muil,<br />

maar heeft in fei<strong>te</strong> <strong>de</strong> functie <strong>van</strong><br />

schilddrager (cartouche) voor bv. een<br />

familiewapen. Van boven is het gesierd met<br />

een gevleugeld engelenkopje. De<br />

ach<strong>te</strong>rwand <strong>van</strong> <strong>de</strong> kansel draagt eenzelf<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>coratie.<br />

(De opengesper<strong>de</strong> muil is in <strong>de</strong> kunst <strong>van</strong>af<br />

<strong>de</strong> 11e eeuw gebruikt als symbool <strong>van</strong><br />

hellemond en hellepoort. Engelen verwijzen<br />

veelal naar het hemelrijk).<br />

Sokkel <strong>van</strong> <strong>de</strong> preekstoel


Preekstoel in <strong>de</strong> Sint Andreaskerk, 1657. In <strong>de</strong><br />

boogvel<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> ionische kolommen staan<br />

e<strong>van</strong>gelis<strong>te</strong>n en heiligen afgebeeld en op het voors<strong>te</strong><br />

veld moe<strong>de</strong>r Maria met haar kind.<br />

Preekstoel in <strong>de</strong> Ontmoetingskerk, 1659. Hier is het<br />

boogveld opgevuld met een cherubijn en een<br />

siercartouche (een fraai omlijst sierschild dat<br />

nietszeggend is en kennelijk bedoeld om een leeg vlak<br />

<strong>te</strong> vermij<strong>de</strong>n.<br />

Het verschijnsel preekstoel da<strong>te</strong>ert uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Voordien werd er niet <strong>van</strong>af een apart<br />

daarvoor vervaardig<strong>de</strong> verhoging gepreekt. In <strong>de</strong> vroeg-chris<strong>te</strong>lijke kerk sprak een bisschop <strong>de</strong><br />

gemeen<strong>te</strong> toe, zit<strong>te</strong>nd op een cathedra (bisschopsstoel) of <strong>van</strong>af een ambo (een verhoging die<br />

aangebracht was tussen schip en koor en die bes<strong>te</strong>md was voor <strong>de</strong> liturgische lezingen). Een<br />

pries<strong>te</strong>r die gemeen<strong>te</strong>le<strong>de</strong>n wil<strong>de</strong> toespreken, ging staan bij <strong>de</strong> cancelli (een lage borstwering die<br />

als afscheiding dien<strong>de</strong> tussen het kerkschip en het enige tre<strong>de</strong>n verhoog<strong>de</strong> pries<strong>te</strong>rkoor).<br />

De eers<strong>te</strong> preekstoelen (ook wel sermoenstoelen genoemd) waren losse meubels die verplaatst<br />

kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. In hun eenvoudigs<strong>te</strong> vorm waren ze een klein platvorm, met enkele tre<strong>de</strong>n <strong>te</strong><br />

bestijgen en voorzien <strong>van</strong> een borstwering. Al gauw wer<strong>de</strong>n ze tot vast attribuut.<br />

In pro<strong>te</strong>stantse kerken kreeg <strong>de</strong> preekstoel een centrale plaats. Hij was meer dan een nuttig en<br />

mooi gebruiksvoorwerp. Hij gold als <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong> verkondiging <strong>van</strong> Gods red<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gena<strong>de</strong><br />

plaatsvindt. Hij werd symbool <strong>van</strong> het Woord <strong>van</strong> God. Dit werd nog eens on<strong>de</strong>rstreept doordat hij<br />

werd voorzien <strong>van</strong> een lezenaar met daarop een opengeslagen bijbel.<br />

In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen treffen we vaak boven <strong>de</strong> preekstoelkuip een baldakijn of overhuiving aan (ook<br />

wel ‘hemel’ genoemd). Het was een <strong>te</strong>ken <strong>van</strong> waardigheid dat we ook boven an<strong>de</strong>re voorwerpen<br />

werd toegepast. In <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> reformatie ontstond er behoef<strong>te</strong> aan een klankbord boven <strong>de</strong><br />

kuip <strong>van</strong> <strong>de</strong> preekstoel. Een baldakijn vol<strong>de</strong>ed daar maar <strong>te</strong>n <strong>de</strong>le aan. Het werd daarom op diverse<br />

plaatsen aangevuld met een klankplaat.


Lezenaar op <strong>de</strong> kansel<br />

Van <strong>de</strong> koperen lezenaar, in <strong>de</strong> 18e eeuw op <strong>de</strong> kansel<br />

aangebracht, rust het rechthoekige blad op een gekrul<strong>de</strong> arm,<br />

eindigend in een dolfijnenkop. Het blad heeft in het mid<strong>de</strong>n<br />

een boom ('<strong>de</strong> boom <strong>van</strong> kennis <strong>van</strong> goed en kwaad')<br />

waaromheen krullen<strong>de</strong> lauwertakken met bla<strong>de</strong>ren.<br />

In <strong>de</strong> chris<strong>te</strong>lijke iconografie is <strong>de</strong> boom symbool <strong>van</strong> het<br />

door God gewil<strong>de</strong> leven. Het doorlopen <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaarlijkse<br />

cyclus wijst op leven, dood en verrijzenis; <strong>de</strong> onvruchtbare<br />

of afgestorven boom daaren<strong>te</strong>gen op <strong>de</strong> zondaar. Uit het<br />

hout <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'boom <strong>de</strong>r kennis' (die in het paradijs stond, zie<br />

Genesis 3), zou la<strong>te</strong>r het kruis <strong>van</strong> Christus zijn getimmerd,<br />

dat voor <strong>de</strong> gelovigen voortaan tot 'boom <strong>de</strong>s levens' werd.<br />

In het vroege chris<strong>te</strong>ndom waren laurierbla<strong>de</strong>ren, <strong>van</strong>wege<br />

hun eeuwig groene aanblik, symbool <strong>van</strong> het eeuwige<br />

leven, respectievelijk <strong>van</strong> het nieuwe leven door het<br />

verlossingswerk <strong>van</strong> Christus.<br />

Wat <strong>de</strong> dolfijnenkop betreft: in <strong>de</strong> grafkunst <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Etrusken brengen dolfijnen <strong>de</strong> zielen <strong>van</strong> <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n naar '<strong>de</strong><br />

eilan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r gelukzaligen.'


Tekening: Mirjam La<strong>te</strong>veer, 1987.<br />

‘Hazewinkelbank’, in 1783 in bezit gekomen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> familie Von Weiler.<br />

Banken<br />

Vrijwel zeker da<strong>te</strong>ren <strong>de</strong> gebeeldhouw<strong>de</strong><br />

eikenhou<strong>te</strong>n banken uit <strong>de</strong> stichtingsjaren. Het<br />

waren zogenaam<strong>de</strong> eigenbanken, die, met<br />

uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> magistraats- of<br />

regeringsbank (rechtsvoor, bij <strong>de</strong> preekstoel)<br />

bij een aantal haveza<strong>te</strong>n of belangrijke huizen<br />

hoor<strong>de</strong>n.<br />

De eers<strong>te</strong> bank (linksach<strong>te</strong>r) hoor<strong>de</strong> tot het<br />

Huis De Doelen, dat schuin <strong>te</strong>genover <strong>de</strong> kerk<br />

stond. In <strong>de</strong> zestiger jaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19 e eeuw was dat huis in het bezit <strong>van</strong> Johan Adolph Baron <strong>van</strong><br />

Har<strong>de</strong>nbroek. Hij moet het geweest zijn die zijn familiewapen en het <strong>de</strong>vies 'Semper i<strong>de</strong>m' (s<strong>te</strong>eds<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>) op <strong>de</strong> bank liet aanbrengen.<br />

Op het wapen zien we in rood vier golven<strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n dwarsbalken, een Brabantse baronnenmuts,<br />

schildhou<strong>de</strong>rs met twee omzien<strong>de</strong> leeuwen <strong>van</strong> natuurlijke kleur, rood getongd.<br />

De bank daarnaast (met baldakijn) is versierd met het wapen <strong>van</strong> <strong>de</strong> familie Von Weiler. Oorspronkelijk<br />

moet <strong>de</strong>ze bank tot het verdwenen kas<strong>te</strong>el Gronds<strong>te</strong>in hebben behoord. In 1783 kwam <strong>de</strong> bank in<br />

han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> familie Von Weiler, die kas<strong>te</strong>el Poelwijk bewoon<strong>de</strong>.<br />

Het wapen vertoont een ro<strong>de</strong> dwarsbalk bela<strong>de</strong>n met twee zilveren ringen waarboven een ro<strong>de</strong> s<strong>te</strong>r en<br />

bene<strong>de</strong>n twee overhangen<strong>de</strong> blauwe druiventrossen. Een omgewen<strong>de</strong> traliehelm, waaraan een gou<strong>de</strong>n<br />

medaillon met rood hart, gekroond met een gou<strong>de</strong>n kroon met drie bla<strong>de</strong>ren en twee parels. Het<br />

helm<strong>te</strong>ken: een naar rechts gewend uitkomend zilveren paard.<br />

De twee banken naast <strong>de</strong> regeringsbank moe<strong>te</strong>n hebben toebehoord aan <strong>de</strong> huizen Bereclau <strong>te</strong><br />

Groessen en Mathena, even bui<strong>te</strong>n Zevenaar.<br />

Banken langs <strong>de</strong> zijwan<strong>de</strong>n hebben vaak een luifel. Daarmee bie<strong>de</strong>n ze beschutting <strong>te</strong>gen tocht en<br />

langs <strong>de</strong> muren komend vuil. De banken hebben een hoog ruggeschot, dat <strong>de</strong> functie heeft <strong>van</strong><br />

lambrisering en dat maakt dat vochtplekken aan <strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nrand <strong>van</strong> <strong>de</strong> muur bui<strong>te</strong>n het zicht<br />

blijven. Het zijn meestal geslo<strong>te</strong>n gestoel<strong>te</strong>n, geplaatst op een hou<strong>te</strong>n vlon<strong>de</strong>r, een banktype dat<br />

maximaal beschutting biedt <strong>te</strong>gen kou.<br />

De wandbanken functioneer<strong>de</strong>n vaak als eregestoel<strong>te</strong>n voor voorname lie<strong>de</strong>n. In verschei<strong>de</strong>ne<br />

pro<strong>te</strong>stantse kerkgebouwen wil<strong>de</strong>n vooraanstaan<strong>de</strong> families over een eigen, ‘comfortabele’ en<br />

<strong>de</strong>ftige bank beschikken en kregen vergunning er een <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n maken. In sommige dorpen waren het<br />

bepaal<strong>de</strong> geslach<strong>te</strong>n die <strong>de</strong> eeuwen door een bovenlaag in <strong>de</strong> dorpssamenleving vorm<strong>de</strong>n. El<strong>de</strong>rs<br />

waren het bezit<strong>te</strong>rs <strong>van</strong> bui<strong>te</strong>nplaatsen in <strong>de</strong> omtrek <strong>van</strong> het dorp.<br />

Het bezit<strong>te</strong>n <strong>van</strong> een bank in <strong>de</strong> kerk viel in veel gevallen samen met het bezit <strong>van</strong> ‘heerlijke’<br />

rech<strong>te</strong>n <strong>te</strong>r plaatse. De bank heet<strong>te</strong> dan <strong>de</strong> ‘herenbank’. Ging het om een erfelijke positie, dan was<br />

<strong>de</strong> bank een ‘familiebank’. Eventueel was een ‘hoge’ bank gecombineerd met een lage ervoor. Deze<br />

was voor <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>n.<br />

Het hebben <strong>van</strong> een eigen bank was een privilege dat al in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen voorkwam. Er moest<br />

overigens wel voor betaald wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> 17 e eeuw ontstond voor s<strong>te</strong>eds meer personen <strong>de</strong><br />

mogelijkheid om op een eigen bank of stoel in <strong>de</strong> kerk beslag <strong>te</strong> leggen. De kerkmees<strong>te</strong>rs s<strong>te</strong>l<strong>de</strong>n<br />

hiervoor namens <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> regels vast. In sommige plaatsen wer<strong>de</strong>n alle zitplaatsen verhuurd,<br />

verpacht of verkocht. Dit veroorzaak<strong>te</strong> een s<strong>te</strong>eds gro<strong>te</strong>re beperking <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid om zon<strong>de</strong>r<br />

betaling <strong>van</strong> plaatsengeld een kerkdienst bij <strong>te</strong> wonen.<br />

Kanselbijbel<br />

Op <strong>de</strong> lezenaar lag – tot <strong>de</strong>ze in 2002 werd gestolen een in leer gebon<strong>de</strong>n en <strong>van</strong> koperen slo<strong>te</strong>n<br />

voorziene 'Keur-bijbel'. Deze bijbel, met <strong>de</strong> Sta<strong>te</strong>nvertaling <strong>van</strong> 1637, was ‘gedrukt <strong>te</strong> Dordrecht bij<br />

Hendrick en Jacob Keur en <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam bij Marcus Doorninck in Compagnie Anno 1688’.


De bekends<strong>te</strong> en beroemds<strong>te</strong> sta<strong>te</strong>nbijbels die in <strong>de</strong> 17 e en 18 e eeuw verschenen, zijn uitgaven <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

familie Keur. De bekendheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘Keur-bijbels’ heeft vooral <strong>te</strong> maken met het groot aantal drukken (<strong>van</strong><br />

1666 tot 1732 verschenen er 60 uitgaven) en <strong>de</strong> gedach<strong>te</strong> dat men <strong>te</strong> maken had met een speciale bijbel,<br />

die gekeurd en dus foutloos zou zijn.<br />

Nu ligt er opnieuw een in leer gebon<strong>de</strong>n en <strong>van</strong> koperen slo<strong>te</strong>n voorziene bijbel in <strong>de</strong> Sta<strong>te</strong>nvertaling.<br />

Deze bijbel heeft in De Hoeks<strong>te</strong>en, het kerkgebouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> Gereformeer<strong>de</strong> Kerk <strong>te</strong> Zevenaar <strong>van</strong> 25<br />

november 1966 tot 13 mei 2001, als kanselbijbel gefunctioneerd. De bijbel is uitgegeven ‘Bij <strong>de</strong> Weduwe<br />

en<strong>de</strong> Erfgenamen <strong>van</strong> wijlen Hil<strong>de</strong>brandt Jacobsz <strong>van</strong> Wouw.’<br />

De Sta<strong>te</strong>nvertaling is een vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> bijbel uit <strong>de</strong> ‘grondtalen’, <strong>de</strong> talen waarin <strong>de</strong> bijbel<br />

oorspronkelijk geschreven is: Hebreeuws (ou<strong>de</strong> <strong>te</strong>stament) en Grieks (nieuwe <strong>te</strong>stament). De<br />

vertaling kwam tot stand op initiatief <strong>van</strong> <strong>de</strong> syno<strong>de</strong> (kerkverga<strong>de</strong>ring) <strong>van</strong> Dordrecht (1618-1619) en<br />

werd bekostigd door <strong>de</strong> Sta<strong>te</strong>n Generaal (<strong>de</strong> burgerlijke overheid). In 1636 waren <strong>de</strong> vertalers klaar<br />

met hun werk. De burgemees<strong>te</strong>rs <strong>van</strong> Lei<strong>de</strong>n, die graag wil<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> bijbel in Lei<strong>de</strong>n zou wor<strong>de</strong>n<br />

gedrukt, vroegen hen hun rech<strong>te</strong>n af <strong>te</strong> staan. De vertalers gingen op het voors<strong>te</strong>l in. De<br />

burgemees<strong>te</strong>rs droegen <strong>de</strong> rech<strong>te</strong>n over aan <strong>de</strong> weduwe en <strong>de</strong> erfgenamen <strong>van</strong> Hil<strong>de</strong>brandt Jacobsz<br />

<strong>van</strong> Wouw <strong>te</strong> Den Haag. De weduwe en haar erfgenamen kregen hiermee het octrooi <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sta<strong>te</strong>n-<br />

Generaal om, met uitsluiting <strong>van</strong> alle an<strong>de</strong>ren, voor <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong> 15 jaar <strong>de</strong> nieuwe bijbel uit <strong>te</strong><br />

geven. In <strong>de</strong> vroege drukken <strong>van</strong> <strong>de</strong> Weduwe <strong>van</strong> Wouw komt op het ti<strong>te</strong>lblad geen jaartal voor.<br />

Sta<strong>te</strong>nbijbels<br />

Slot <strong>van</strong> bijbel<br />

Doopvont<br />

In <strong>de</strong> gebeeldhouw<strong>de</strong> banken voor in <strong>de</strong> kerk ligt<br />

een viertal Sta<strong>te</strong>nbijbels, in leer gebon<strong>de</strong>n, met<br />

koperen slo<strong>te</strong>n en voorzien <strong>van</strong> het opschrift:<br />

'Zevenaarse Kerk anno 1770. De bijbels zijn<br />

gedrukt <strong>te</strong> Ams<strong>te</strong>rdam in 1768 bij <strong>de</strong> firma<br />

Brandt.<br />

Het doopvont da<strong>te</strong>ert uit 1911 en is vervaardigd door Th.Bod<strong>de</strong> uit Zevenaar. De<br />

stijl is aangepast aan <strong>de</strong> banken en <strong>de</strong> kansel. Het doopbekken <strong>van</strong> tin is gemaakt<br />

door <strong>de</strong> Rot<strong>te</strong>rdamse tinnengie<strong>te</strong>r Johannes Adrianus Druy.<br />

De gewone wijze <strong>van</strong> dopen is sinds <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen die door besprenging,<br />

d.w.z. door het sprenkelen <strong>van</strong> wat wa<strong>te</strong>r op het voorhoofd of <strong>de</strong> kruin <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

dopeling. De dominee schept het doopwa<strong>te</strong>r met <strong>de</strong> hand uit een vont of<br />

bekken. Bij veel pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n is dit een eenvoudig voorwerp. Vaak doet een<br />

koperen schaaltje dienst. Als het nodig is wordt het wa<strong>te</strong>r op <strong>te</strong>mperatuur<br />

gebracht. Het dopen vindt plaats aan <strong>de</strong> voet <strong>van</strong> <strong>de</strong> preekstoel. Dit hangt<br />

samen met <strong>de</strong> samenhang tussen doop en Woordverkondiging. De<br />

on<strong>de</strong>rgeschik<strong>te</strong> plaats <strong>van</strong> het sacrament <strong>van</strong> <strong>de</strong> doop <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het<br />

Woord <strong>van</strong> God wordt ermee gesymboliseerd.<br />

Avondmaalstafel<br />

Doopvont, <strong>te</strong>kening<br />

<strong>van</strong> Mirjam<br />

La<strong>te</strong>veer, 1987.<br />

De avondmaalstafel is mogelijk ou<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> kerk. Het is een eenvoudige eikenhou<strong>te</strong>n bolpoottafel in<br />

een stijl die in <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> 17e eeuw gebruikelijk was. Wellicht was <strong>de</strong> tafel een schenking bij<br />

<strong>de</strong> ingebruikname <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk. De tafel werd in 1996 gerestaureerd door Ernest Sparenburg.


Bij pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n had het avondmaal <strong>de</strong> be<strong>te</strong>kenis <strong>van</strong> een herinneringsmaaltijd (‘gedach<strong>te</strong>nismaal’).<br />

Het had maar één vormvereis<strong>te</strong>: alles moet zo eenvoudig mogelijk gaan en een navolging zijn <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> maaltijd die Jezus met zijn leerlingen hield op <strong>de</strong> avond voor zijn kruisiging. Het stond <strong>de</strong><br />

plaatselijke kerkenraad vrij over <strong>de</strong> wijze <strong>van</strong> viering <strong>te</strong> beschikken. Vaak koos <strong>de</strong>ze voor een<br />

‘zit<strong>te</strong>n<strong>de</strong> communie’. Er was een tafel ge<strong>de</strong>kt en om beur<strong>te</strong>n namen <strong>de</strong> belij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeen<strong>te</strong> daaraan plaats: eerst <strong>de</strong> mannen, vervolgens <strong>de</strong> vrouwen. Soms waren er nog ver<strong>de</strong>re<br />

regels <strong>van</strong> voorrang voor kerkelijke ambtsdragers of overheidspersonen. Op welke wijze het<br />

avondmaal ook werd gehou<strong>de</strong>n, een tafel werd er altijd bij gebruikt. Dat was een hou<strong>te</strong>n tafel. Een<br />

gewone tafel, soms in een mooie uitvoering, maar niet kostbaar<strong>de</strong>r dan één uit het rijke<br />

burgermilieu.<br />

Avondmaalss<strong>te</strong>l<br />

Oud avondmaalss<strong>te</strong>l<br />

De Hervorm<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong> bezit een oud tinnen avondmaalss<strong>te</strong>l. Dit is in bruikleen afgestaan aan het<br />

Liemers Museum. De schaal <strong>van</strong> het huidige avondmaalss<strong>te</strong>l heeft een fraai geornamen<strong>te</strong>er<strong>de</strong> rand; <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rkant draagt <strong>de</strong> inscriptie 'Sevenaer 1792'. De beker is min<strong>de</strong>r rijk versierd, maar zeer fraai <strong>van</strong><br />

vorm.<br />

Bij <strong>de</strong> pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n was niet alleen <strong>de</strong> avondmaalstafel eenvoudig, maar wat er op lag of stond ook.<br />

Een voorschrift uit 1566 voor <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> <strong>te</strong> Lon<strong>de</strong>n spreekt <strong>van</strong> een tafellaken, drie tinnen<br />

scho<strong>te</strong>ls (waar<strong>van</strong> een gro<strong>te</strong> om het in repen gesne<strong>de</strong>n brood op <strong>te</strong> leggen) en twee kleine (om het<br />

brood rond <strong>te</strong> <strong>de</strong>len) en vier glazen. Een kan om <strong>de</strong> wijn uit <strong>te</strong> schenken werd niet genoemd. Die is<br />

wel een vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el gewor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wat wel nu ‘het avondmaalss<strong>te</strong>l’ genoemd wordt: <strong>de</strong><br />

voorwerpen voor <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>k<strong>te</strong> avondmaalstafel. Tin en glas waren <strong>de</strong>stijds gebruikelijke ma<strong>te</strong>rialen<br />

voor huiselijk gebruik. Vandaar <strong>de</strong> voorkeur voor <strong>de</strong>ze ma<strong>te</strong>rialen. Sommige gemeen<strong>te</strong>n waren<br />

min<strong>de</strong>r puri<strong>te</strong>ins en schaf<strong>te</strong>n (of kregen) een zilveren avondmaalss<strong>te</strong>l.<br />

Huidig avondmaalss<strong>te</strong>l<br />

De zilveren beker werd eind 17eeuw vervaardigd.<br />

In het lichaam <strong>van</strong> <strong>de</strong> kelkvormige beker is een<br />

schild gegraveerd met daarboven een<br />

keizerskroon. In het schild een gekroon<strong>de</strong><br />

scep<strong>te</strong>r. De beker is <strong>van</strong> binnen verguld.<br />

De zilveren schaal is ovaalvormig met een<br />

golven<strong>de</strong> rand. In die rand vier ovalen waarop<br />

een vaas met lint in een lauwerkrans. Op <strong>de</strong><br />

ach<strong>te</strong>rzij<strong>de</strong> is gegraveerd binnen een krullen<strong>de</strong><br />

rand: ‘Sevenaer 1792’.<br />

De zilveren schenkkan da<strong>te</strong>ert uit 1876. Ver<strong>de</strong>r is<br />

er nog een avondmaalsscho<strong>te</strong>l uit 1911 en een<br />

avondmaalsbord uit 1966.


Staan<strong>de</strong> lezenaar, lessenaar op avondmaalstafel en kaarsenstandaard<br />

De staan<strong>de</strong> lezenaar, <strong>de</strong> lessenaar op <strong>de</strong> avondmaalstafel en <strong>de</strong> standaard voor <strong>de</strong> paaskaars wer<strong>de</strong>n<br />

vervaardigd door Ernest Sparenburg uit Zevenaar in respectievelijk 1985, 1992 en 1995.<br />

In veel pro<strong>te</strong>stantse kerken treffen we <strong>van</strong>af <strong>de</strong> 16 e eeuw aan <strong>de</strong> voet <strong>van</strong> <strong>de</strong> kansel een lezenaar aan.<br />

Vanaf <strong>de</strong> lezenaar las een ou<strong>de</strong>rling, een diaken of een an<strong>de</strong>r gemeen<strong>te</strong>lid dat er <strong>de</strong> bekwaamheid toe<br />

bezat voor uit <strong>de</strong> bijbel en/of zong <strong>de</strong> door <strong>de</strong> dominee opgegeven psalmen (en eventueel gezangen)<br />

voor.(De functie <strong>van</strong> voorlezer en <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> voorzanger waren meestal in één persoon verenigd).<br />

Alles wat <strong>de</strong> preekstoel bijzon<strong>de</strong>r maak<strong>te</strong> (het hoog verheven zijn, het over<strong>de</strong>kt zijn met een<br />

‘hemel’, <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re vormgeving en <strong>de</strong> rijke versiering), ontbrak bij <strong>de</strong> lezenaar.<br />

Psalm- en gezangenbord<br />

Het psalmbord vormt in het pro<strong>te</strong>stantse kerkin<strong>te</strong>rieur een vast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. (In gemeen<strong>te</strong>n waar naast<br />

psalmen ook lie<strong>de</strong>ren of gezangen gezongen wor<strong>de</strong>n heet het liedbord of psalm- en gezangenbord). Voor<br />

elke dienst schuift <strong>de</strong> kos<strong>te</strong>r hou<strong>te</strong>n plankjes met daarop let<strong>te</strong>rs en cijfers tussen <strong>de</strong> richels <strong>van</strong> het<br />

liedbord. De let<strong>te</strong>rs geven aan of het om een psalm of gezang gaat, <strong>de</strong> cijfers om welke psalm of gezang<br />

en om welke verzen (couplet<strong>te</strong>n).<br />

Offerblok<br />

Bij <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerkzaal staat een voorwerp, dat <strong>de</strong> 'armenstock' of '<strong>de</strong>n Armen Bosch' wordt<br />

genoemd. Waarschijnlijk is dit offerblok nog afkomstig uit het eers<strong>te</strong> on<strong>de</strong>rkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> op<br />

<strong>de</strong> burcht <strong>van</strong> Zevenaar.<br />

De inzameling <strong>van</strong> geld vond in pro<strong>te</strong>stantse kerken op verschillen<strong>de</strong> manieren plaats. In <strong>de</strong> kerk stond<br />

veelal een offerblok, bes<strong>te</strong>md voor speciale gif<strong>te</strong>n. Bij het avondmaal stond er op <strong>de</strong> tafel een schaal voor<br />

een bijzon<strong>de</strong>re gift. En tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> dienst gingen <strong>de</strong> diakenen rond met collec<strong>te</strong>zakken, bevestigd aan lange<br />

stokken.


Orgel<br />

In 1697 lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> toen 25-jarige orgelbouwer Conrad Ruprecht waarschijnlijk zijn eers<strong>te</strong> orgel af. Van<br />

dit orgel bestaat alleen nog <strong>de</strong> fraai gesne<strong>de</strong>n kas met het opschrift: CON-<br />

RADVS.RVPRECHT.ME.FECIT.A.H.ANNO.1697 (Conradus Ruprecht maak<strong>te</strong> mij. A.H. in het jaar 1697),<br />

rus<strong>te</strong>nd op twee hou<strong>te</strong>n Toscaansdorische zuilen. Gezien <strong>de</strong> Latijnse <strong>te</strong>kst is <strong>de</strong> meest waarschijnlijke<br />

verklaring, dat <strong>de</strong> let<strong>te</strong>rs A en H staan voor Arti Honor (<strong>de</strong> kunst zij eer). Min<strong>de</strong>r aannemelijk is, dat het<br />

<strong>de</strong> voorlet<strong>te</strong>rs zijn <strong>van</strong> Ruprechts zwager Anton Heijmerink, <strong>de</strong> mogelijke maker <strong>van</strong> <strong>de</strong> orgelkast, of<br />

<strong>van</strong> Anholt, <strong>de</strong> geboor<strong>te</strong>plaats <strong>van</strong> Ruprecht.


Het orgelfront is ver<strong>de</strong>eld in een mid<strong>de</strong>ntoren, twee zijtorens en tussenvel<strong>de</strong>n. De drie torens staan in<br />

driehoeksvorm, maar springen min<strong>de</strong>r naar voren dan in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse orgelbouw gebruikelijk was. Op <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>ntoren staat het beeld <strong>van</strong> een pelikaan die haar<br />

jongen voedt met haar eigen bloed (Het feit dat nes<strong>te</strong>len<strong>de</strong><br />

pelikanen hun snavel naar <strong>de</strong> borst buigen om hun jongen<br />

met in hun keelzak meegebrach<strong>te</strong> vissen <strong>te</strong> voe<strong>de</strong>n, leid<strong>de</strong><br />

tot <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> waarneming dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs zich <strong>de</strong> borst<br />

openre<strong>te</strong>n om <strong>de</strong> jongen met hun bloed <strong>te</strong> voe<strong>de</strong>n. De ro<strong>de</strong><br />

vlek op krop en keelzak <strong>van</strong> <strong>de</strong> kroeskoppelikaan, die<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> broedtijd op een bloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wond lijkt, heeft<br />

hiertoe zeker bijgedragen. Daarmee werd <strong>de</strong> pelikaan tot<br />

symbool voor <strong>de</strong> offerdood <strong>van</strong> Christus en ook voor<br />

opofferen<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlief<strong>de</strong>).<br />

Nadat het orgel was hers<strong>te</strong>ld (1836), verbouwd (1889) en<br />

ver<strong>van</strong>gen (1924), werd in 1968 ach<strong>te</strong>r het monumentale<br />

front een orgel <strong>van</strong> D.A. Flentrop <strong>te</strong> Zaandam geplaatst met<br />

<strong>de</strong> dispositie uit 1697. Het orgel staat in een<br />

baroks<strong>te</strong>mming.<br />

De dispositie is:<br />

manuaal (klavier) C-D-E-c’’’ met aangehangen pedaal<br />

prestant 4 voet (in het front)<br />

holpijp 8 voet<br />

quinta<strong>de</strong>na 8 voet<br />

fluit 4 voet<br />

octaaf 2 voet<br />

quint 1 1/3 voet<br />

cornet III s<strong>te</strong>rk discant<br />

mixtuur III s<strong>te</strong>rk<br />

trompet 8 voet<br />

Vanaf <strong>de</strong> reformatie in <strong>de</strong> 16 e eeuw tot diep in <strong>de</strong> 18 e eeuw bestond er verschil <strong>van</strong> mening bij <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n of een orgel al dan niet in een kerk thuishoor<strong>de</strong>. De mees<strong>te</strong> lutheranen en<br />

calvinis<strong>te</strong>n wil<strong>de</strong>n het orgel niet uitbannen, maar het verkeer<strong>de</strong> gebruik er<strong>van</strong> bestrij<strong>de</strong>n. De<br />

<strong>te</strong>genstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> het orgel in <strong>de</strong> kerk voer<strong>de</strong>n aan dat het orgel een nieuwigheid was en onbekend<br />

in <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> chris<strong>te</strong>lijke gemeen<strong>te</strong>n. Ze waren <strong>van</strong> mening dat zingen als emotionele uiting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeen<strong>te</strong> (lofverheffing, gebed of belij<strong>de</strong>nis) het bes<strong>te</strong> tot haar recht kwam zon<strong>de</strong>r muzikale<br />

begeleiding.<br />

Kroonverlichting<br />

Ter gelegenheid <strong>van</strong> het 300-jarige bestaan <strong>van</strong> het kerkgebouw op 1 mei 1960, wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

Hervorm<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong> twee kronen naar klassiek mo<strong>de</strong>l geschonken. In bei<strong>de</strong> kronen is <strong>de</strong> <strong>te</strong>kst<br />

gegraveerd uit 1 Petrus 2:5 'Zo wordt gij ook zelf als leven<strong>de</strong> s<strong>te</strong>nen gebouwd tot een gees<strong>te</strong>lijk huis.'<br />

Deze <strong>te</strong>kst gebruik<strong>te</strong> ds. Johannes Petrus <strong>van</strong> Sin<strong>de</strong>ren op 1 mei 1660 bij <strong>de</strong> ingebruikname <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk. Een<br />

voor die gelegenheid gedrukt exemplaar <strong>van</strong> <strong>de</strong> preek wordt nog in het archief bewaard.


Ramen<br />

Nog in het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18 e eeuw kon men in <strong>de</strong> kerk een drietal gebrandschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ramen bewon<strong>de</strong>ren,<br />

met daarin een kleine hon<strong>de</strong>rd familiewapens. Wat er nog <strong>van</strong> over was na <strong>de</strong> Franse Revolutie,<br />

verdween bij <strong>de</strong> restauratie in 1838. Getuige een <strong>te</strong>kening uit 1745 was het glas-in-lood gevat in s<strong>te</strong>nen<br />

traceringen. Hiervoor in <strong>de</strong> plaats wer<strong>de</strong>n in 1838 <strong>de</strong> nu nog aanwezige<br />

gietijzeren ramen aangebracht.<br />

De ramen vormen een vroeg voorbeeld <strong>van</strong> gietijzeren kerkramen en zijn<br />

alleen daarom al monumentaal <strong>te</strong> noemen.<br />

In 1946 werd, uit dankbaarheid voor het behoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, in <strong>de</strong> ramen naast <strong>de</strong> preekstoel gebrandschil<strong>de</strong>rd<br />

glas aangebracht, vervaardigd door Johan Mekkink (1904-1991) uit Arnhem.<br />

Mekkink, geboren op 27 augustus 1904 <strong>te</strong> Velp en overle<strong>de</strong>n op 30 oktober 1991 <strong>te</strong> Oos<strong>te</strong>rbeek, was<br />

kunstschil<strong>de</strong>r, graficus en glasschil<strong>de</strong>r, alsook <strong>van</strong>af 1966 direc<strong>te</strong>ur <strong>van</strong> het Gemeen<strong>te</strong>museum <strong>te</strong><br />

Arnhem. Hij was een groot bewon<strong>de</strong>raar en vriend <strong>van</strong> <strong>de</strong> Dirk Hendrik (Dick) Ket (1902-1940), een<br />

toonaangeven<strong>de</strong> kuns<strong>te</strong>naar uit <strong>de</strong> neo-realistische stroming (omstreeks 1925-1950). Mekkink die<br />

beïnvloed werd door <strong>de</strong> stijl <strong>van</strong> Ket, werd wel ‘<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het stilgeleg<strong>de</strong> leven’ genoemd. Hij<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> vooral portret<strong>te</strong>n, landschappen en stillevens. De glasschil<strong>de</strong>rkunst leer<strong>de</strong> hij <strong>van</strong><br />

Johannes Hendrik Eduard (Henk) Schilling (1893-1942) <strong>te</strong> Arnhem. Mekkink maak<strong>te</strong> glas-in-lood<br />

ramen voor kerken <strong>te</strong> Arnhem, Velp en Nijmegen. Ook ontwierp hij veel ex-librissen, <strong>de</strong>coraties in<br />

gebouwen en schepen.<br />

Het rech<strong>te</strong>rraam (rechts <strong>van</strong> <strong>de</strong> kansel) heeft als on<strong>de</strong>rschrift: Exodus III vers XV.<br />

We lezen daar: Ook zei hij <strong>te</strong>gen Mozes: ‘Zeg <strong>te</strong>gen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, <strong>de</strong> God <strong>van</strong> uw<br />

voorou<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> God <strong>van</strong> Abraham, <strong>de</strong> God <strong>van</strong> Isaak en <strong>de</strong> God <strong>van</strong> Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik<br />

voor altijd he<strong>te</strong>n, met die naam wil ik wor<strong>de</strong>n aangeroepen door alle komen<strong>de</strong> generaties.’”.<br />

On<strong>de</strong>raan in het raam zien we een slang en een staf. Dit verwijst naar het verhaal<strong>de</strong> in Exodus 4:2-5.<br />

Mozes die voor farao, <strong>de</strong> koning <strong>van</strong> Egyp<strong>te</strong> stond om <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> zijn volk <strong>te</strong> beplei<strong>te</strong>n, moest <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Eeuwige zijn staf op <strong>de</strong> grond gooien. De staf veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in een slang. Toen hij <strong>de</strong> slang bij <strong>de</strong> staart<br />

greep, veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze weer in een staf.<br />

De slang werd in archaïsche culturen als symbool <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld en het do<strong>de</strong>nrijk opgevat,<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk omdat hij in het verborgene leeft en in holletjes wegkruipt, maar ook wegens zijn<br />

vermogen zich door vervelling schijnbaar <strong>te</strong> verjongen. De slang beweegt zich zon<strong>de</strong>r po<strong>te</strong>n voort,<br />

kruipt als een vogel uit het ei en heeft dikwijls een do<strong>de</strong>lijke giftige beet. Dood en leven zijn in dit<br />

dier op zo’n unieke wijze symbolisch verenigd, dat er nauwelijks culturen bestaan die geen<br />

aandacht aan <strong>de</strong> slang hebben geschonken.<br />

Boven <strong>de</strong> slang zijn <strong>de</strong> twee s<strong>te</strong>nen pla<strong>te</strong>n (‘tafelen’) afgebeeld waarin <strong>de</strong> tien woor<strong>de</strong>n (tien<br />

leefregels, tien gebo<strong>de</strong>n zie Exodus 20:1-17 en Deu<strong>te</strong>ronomium 5:6-21) zijn gegrift, of zoals Exodus<br />

31:18 zegt: ‘door Gods vinger beschreven’. Boven <strong>de</strong> staf zijn twee wagenwielen afgebeeld. Mogelijk<br />

verwijzen <strong>de</strong>ze naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rdrukking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Israëlie<strong>te</strong>n in Egyp<strong>te</strong>. In het mid<strong>de</strong>n zien we een<br />

brandofferaltaar. Dit stond centraal in <strong>de</strong> eredienst <strong>van</strong> Israël (vgl. Exodus 27:1-8). De vlammen rond<br />

het altaar roepen herinnering op aan Exodus 3:2 waar ver<strong>te</strong>ld wordt dat bij <strong>de</strong> berg Horeb, <strong>de</strong> berg <strong>van</strong><br />

God, <strong>de</strong> engel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Eeuwige verscheen aan Mozes in een vuur dat uit een doornstruik opvlam<strong>de</strong>.<br />

Helemaal bovenin zien we een zespuntige Davids<strong>te</strong>r, gevormd uit twee elkaar kruisen<strong>de</strong> driehoeken. Ze<br />

gold als magisch zegel <strong>van</strong> koning Salomo en als Davidsschild. Ze werd symbool voor jo<strong>de</strong>n.<br />

De zespuntige s<strong>te</strong>r (hexagram) was in <strong>de</strong> culturen <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudheid een wijdverbreid symbool. De<br />

traditionele uitleg ziet er <strong>de</strong> combinatie in <strong>van</strong> een ‘wa<strong>te</strong>rige’ (vrouwelijke, op <strong>de</strong> punt staan<strong>de</strong>) en<br />

een ‘vurige’ (mannelijke, naar boven wijzen<strong>de</strong>) driehoek, die samen een harmonisch geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

geslo<strong>te</strong>n dualistisch s<strong>te</strong>lsel ver<strong>te</strong>genwoordigen. Met het hexagram zou koning Salomo, zoon <strong>van</strong> David<br />

en Bathseba, tot zijn dood (omstreeks 930 v.Chr.) <strong>de</strong>monen hebben bezworen en engelen geroepen,<br />

waarbij overigens volgens <strong>de</strong> mees<strong>te</strong> overleveringen het <strong>te</strong>tragrammaton JHWH (<strong>de</strong> vierlet<strong>te</strong>rige<br />

naam <strong>van</strong> God) <strong>de</strong> doorslag gaf.


Het linkerraam (links <strong>van</strong> <strong>de</strong> kansel)<br />

heeft als on<strong>de</strong>rschrift 1 Corinthe XIII<br />

vers XIII: Ons res<strong>te</strong>n geloof, hoop en<br />

lief<strong>de</strong>, <strong>de</strong>ze drie, maar <strong>de</strong> groots<strong>te</strong><br />

daar<strong>van</strong> is <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>. De symbolen<br />

<strong>van</strong> geloof, hoop en lief<strong>de</strong><br />

(respectievelijk het kruis, het anker –<br />

dui<strong>de</strong>lijk met het kruis verbon<strong>de</strong>n -<br />

en het hart sieren het mid<strong>de</strong>nveld.<br />

De bloemen rondom het hart geven<br />

misschien <strong>de</strong> schepping weer. De duif<br />

boven in het raam symboliseert <strong>de</strong><br />

Heilige Geest (Johannes 1:32).<br />

Het kruis is het meest universele<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eenvoudige symbolische<br />

<strong>te</strong>kens. De gangbare chris<strong>te</strong>lijke<br />

kruissymboliek heeft betrekking<br />

op het werktuig dat werd gebruikt<br />

bij <strong>de</strong> <strong>te</strong>rechts<strong>te</strong>lling <strong>van</strong> Jezus,<br />

een ui<strong>te</strong>rst gruwelijk instrument,<br />

dat ech<strong>te</strong>r door <strong>de</strong> opstanding tot<br />

symbool <strong>van</strong> eeuwig leven werd.<br />

Vanwege <strong>de</strong> sma<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze manier <strong>van</strong> <strong>te</strong>rechts<strong>te</strong>llen<br />

werd het kruis in Europa<br />

aan<strong>van</strong>kelijk slechts aarzelend<br />

geaccep<strong>te</strong>erd (gevoelsmatig was<br />

het <strong>te</strong> vergelijken met <strong>de</strong> la<strong>te</strong>re<br />

galg) en pas in <strong>de</strong> Romaanse tijd<br />

werd het erkend als symbool <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> triomf over <strong>de</strong> dood.Gelei<strong>de</strong>lijk<br />

aan werd het kruis <strong>te</strong>ken <strong>van</strong> het<br />

chris<strong>te</strong>ndom, <strong>de</strong> kerk en het<br />

chris<strong>te</strong>lijk geloof.<br />

Het hart is <strong>de</strong> ze<strong>te</strong>l <strong>van</strong> lichamelijke levenskracht en innerlijke aandoeningen. Het is symbool <strong>van</strong><br />

het e<strong>de</strong>ls<strong>te</strong> en dieps<strong>te</strong> wat een mens <strong>te</strong> bie<strong>de</strong>n heeft. Sinds het hoogtij <strong>van</strong> <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

wordt het hart in <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>slyriek geromantiseerd, in <strong>de</strong> kunst al gauw gestileerd, met een<br />

boezemvormige bovenrand uitgebeeld en zowel met aardse als met mystiek hemelse lief<strong>de</strong> in<br />

verband gebracht.<br />

De duif heeft <strong>van</strong> oudsher een gro<strong>te</strong> symbolische be<strong>te</strong>kenis. De vreedzame en <strong>te</strong>re aard die <strong>de</strong><br />

vogel (<strong>te</strong>n onrech<strong>te</strong>) wordt toegeschreven, maak<strong>te</strong> hem tot zinnebeeld <strong>van</strong> zachtmoedigheid en<br />

lief<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> bijbel is <strong>de</strong> duif het symbool <strong>van</strong> het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> zondvloed als hij met een olijftak<br />

bij Noach in <strong>de</strong> ark <strong>te</strong>rugkomt (Genesis 8:8-13). Bij <strong>de</strong> doop <strong>van</strong> Jezus daalt <strong>de</strong> geest <strong>van</strong> God als<br />

een duif op hem neer (Mattheüs 3:16). De Heilige Geest wordt bijna altijd als duif voorges<strong>te</strong>ld.<br />

Een anker beloof<strong>de</strong> houvast en veiligheid en werd daarom tot symbool <strong>van</strong> hoop en vertrouwen. In<br />

Hebreeën 6:19 wordt <strong>de</strong> hoop een betrouwbaar anker voor <strong>de</strong> ziel genoemd. Door zijn kruisvorm<br />

werd het anker in <strong>de</strong> vroegchris<strong>te</strong>lijke tijd een verkapt symbool <strong>van</strong> <strong>de</strong> verlossing. De dwarsbalk<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ring <strong>van</strong> het anker wek<strong>te</strong> <strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> een kruis, dat door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rs<strong>te</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het<br />

anker verhuld werd. In <strong>de</strong> chris<strong>te</strong>lijke grafsculptuur werd het anker vaak door vissen of dolfijnen<br />

geflankeerd. Een anker met twee vissen wijst op een standvastig geloof.


Grafs<strong>te</strong>nen<br />

De calvinis<strong>te</strong>n begroeven hun geloofsgeno<strong>te</strong>n over het algemeen op het ‘paapse’(= rooms-katholieke)<br />

kerkhof bij <strong>de</strong> Sint Andreaskerk en <strong>van</strong>af omstreeks 1684 op hun eigen kerkhof bij <strong>de</strong> kerk. De<br />

kerkenraad bepaal<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> verbon<strong>de</strong>n dominee eventueel in <strong>de</strong> kerk begraven mocht<br />

wor<strong>de</strong>n, net als aanzienlijke en welges<strong>te</strong>l<strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong>le<strong>de</strong>n, als <strong>de</strong> laats<strong>te</strong>n daar <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong> een<br />

behoorlijk bedrag voor neer<strong>te</strong>l<strong>de</strong>n. Aan <strong>de</strong>ze afspraak werd niet <strong>te</strong> strak gehou<strong>de</strong>n, want ook mensen<br />

zon<strong>de</strong>r geld kregen een graf in <strong>de</strong> kerk. Op 25 januari 1730 besloot <strong>de</strong> kerkenraad nadat <strong>de</strong> kos<strong>te</strong>r<br />

zon<strong>de</strong>r overleg zijn overle<strong>de</strong>n vrouw in <strong>de</strong> kerk had la<strong>te</strong>n begraven <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> opdracht <strong>te</strong> geven dat<br />

voortaan niemand meer zon<strong>de</strong>r toes<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> <strong>de</strong> predikant in <strong>de</strong> kerk begraven mocht wor<strong>de</strong>n. Het<br />

begraven in <strong>de</strong> kerk bracht groot ongerief met zich mee: <strong>de</strong> banken ston<strong>de</strong>n los om bij <strong>de</strong> graven <strong>te</strong><br />

kunnen komen, grafs<strong>te</strong>nen verzak<strong>te</strong>n of scheur<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> graven raak<strong>te</strong>n overvol en <strong>de</strong> geur in <strong>de</strong> kerk was<br />

ook niet altijd even aangenaam. De discussie kwam op gang of begraven in een kerk niet erg<br />

onhygiënisch was. In 1799 vond <strong>de</strong> laats<strong>te</strong> begrafenis in <strong>de</strong> kerk plaats. In 1810 verbood <strong>de</strong> burgerlijke<br />

overheid het aanleggen <strong>van</strong> begraafplaatsen binnen 35 me<strong>te</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouw<strong>de</strong> kom. Het duur<strong>de</strong> tot<br />

1879 voordat <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> een eigen begraafplaats inricht<strong>te</strong> aan <strong>de</strong> Babberichseweg.<br />

Portaal<strong>de</strong>ur<br />

De fraaie eiken dubbel opgeklamp<strong>te</strong> portaal<strong>de</strong>ur met een oud smeedijzeren slot en schuifgren<strong>de</strong>l stamt<br />

waarschijnlijk uit <strong>de</strong> 17 e eeuw.<br />

Consistoriekamer<br />

Een vroegere consistoriekamer (kerkenkamer) was volgens een <strong>te</strong>kening uit 1745 op het zuidoos<strong>te</strong>n. De<br />

huidige consistoriekamer <strong>te</strong>n noordoos<strong>te</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk is <strong>van</strong> 1873. Deze is gebouwd door ‘mees<strong>te</strong>r<br />

metselaar’ J.C. Lamers. De eclectische bouwstijl <strong>van</strong> <strong>de</strong> consistorie – een eenvoudige zaalbouw met<br />

za<strong>de</strong>ldak en een topgevel – werd in die tijd veel toegepast. Hierbij wer<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> elemen<strong>te</strong>n uit<br />

historische bouwstijlen (romaans, gotiek, renaissance, classicisme) vermengd binnen één perio<strong>de</strong>.<br />

Het woord consistorie (<strong>van</strong> het Latijnse consistorium of consortium) was bij pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n in gebruik voor <strong>de</strong><br />

'regering' <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk (het consistorie) en ook voor <strong>de</strong> plaats waar die samenkwam (<strong>de</strong> consistorie). In <strong>de</strong><br />

consistorie kwam <strong>de</strong> kerkenraad bijeen, en er wer<strong>de</strong>n allerlei kerkelijke verga<strong>de</strong>ringen gehou<strong>de</strong>n. Dat was<br />

wel <strong>de</strong> voornaams<strong>te</strong>, maar niet <strong>de</strong> enige bes<strong>te</strong>mming. Het vertrek dien<strong>de</strong> ook als bewaarplaats. Het<br />

avondmaalszilver, (een ge<strong>de</strong>el<strong>te</strong> <strong>van</strong>) het kerkelijk archief en doop-, belij<strong>de</strong>nis- en huwelijksboeken<br />

wor<strong>de</strong>n er in een kluis bewaard.<br />

In <strong>de</strong> consistorie hangt een bord, met daarop <strong>de</strong> namen <strong>van</strong> <strong>de</strong> predikan<strong>te</strong>n die <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong><br />

gediend hebben. Het is geschonken door ds. Adriaan Johannes War<strong>te</strong>na bij zijn afscheid op 13<br />

sep<strong>te</strong>mber 1936.<br />

Klokken<br />

In 1670 goot <strong>de</strong> klokkengie<strong>te</strong>r Pe<strong>te</strong>r <strong>van</strong> Trier <strong>te</strong> Huissen een tweetal klokken voor <strong>de</strong> kerk. In <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog wer<strong>de</strong>n ze door <strong>de</strong> bezet<strong>te</strong>r gevor<strong>de</strong>rd. Alleen <strong>de</strong> groots<strong>te</strong>, die 220 kg. weegt,<br />

keer<strong>de</strong> na <strong>de</strong> bevrijding <strong>te</strong>rug. Nu beschikt <strong>de</strong> kerk weer over twee klokken.<br />

De groots<strong>te</strong> klok draagt als opschrift<br />

Petrus A Trier me Fecit Anno Domine 1670<br />

joc sigismi bibe Barone (familiewapen) De Willich et<br />

Lottum et Goet. Sapatra<br />

Sig.civ (zegel burgerlijke gemeen<strong>te</strong>) Zevenaria<br />

Cons. Herm. Heckinck<br />

De kleine klok droeg als opschrift<br />

Petrus A Trier me fecit Anno Domine 1670<br />

Sig.eccl. Reform. (familiwapen) Savenar<br />

Hil<strong>de</strong>b <strong>van</strong> V<strong>de</strong>sheim. Pet. Bieben Senioribus.<br />

Nicol Heinen. Timen Ke<strong>te</strong>l. Henr. Boeseken.<br />

Diaconis Henr. <strong>te</strong>r Stall eccl. Hilger.<br />

Wvn<strong>de</strong>r. IVD.


Haan<br />

De toren wordt gesierd door een haan. De waakzame haan, die <strong>de</strong><br />

na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> dag aankondigt, is <strong>van</strong>ouds een lichtsymbool en een<br />

symbool <strong>van</strong> het uitzien naar <strong>de</strong> <strong>te</strong>rugkeer (‘we<strong>de</strong>rkomst’) <strong>van</strong><br />

Christus. Ook is ze symbool <strong>van</strong> <strong>de</strong> getrouwe en ijverige prediker <strong>van</strong><br />

het e<strong>van</strong>gelie.<br />

Bouwma<strong>te</strong>rialen<br />

Bij <strong>de</strong> kerkbouw wer<strong>de</strong>n bouws<strong>te</strong>nen gebruikt die enkele eeuwen ou<strong>de</strong>r zijn dan het gebouw is, wellicht<br />

drie of zelfs vier eeuwen ou<strong>de</strong>r. De dik<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerkmuren zon<strong>de</strong>r spouw bedraagt ongeveer 63 cm. De<br />

bui<strong>te</strong>nzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> muren bestaat uit baks<strong>te</strong>nen, <strong>de</strong> binnenzij<strong>de</strong> uit kloos<strong>te</strong>rmoppen<br />

Hekwerk<br />

Een 'kloos<strong>te</strong>rmop' is een mid<strong>de</strong>leeuwse baks<strong>te</strong>en <strong>van</strong> 27 à 28 cm lang, ca. 14 cm breed en 6 à 7 cm hoog. De<br />

ma<strong>te</strong>n zijn globaal, omdat het handvorms<strong>te</strong>nen betreft. In vergelijking tot <strong>de</strong> baks<strong>te</strong>en <strong>van</strong> ons Waalformaat<br />

(21x10x5 cm) is <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse voorganger een stuk zwaar<strong>de</strong>r en min<strong>de</strong>r han<strong>te</strong>erbaar.<br />

De <strong>te</strong>chniek <strong>van</strong> het s<strong>te</strong>nen bakken zal hier al wel in <strong>de</strong> 11 e eeuw bekend zijn geweest. In kerk- en<br />

kas<strong>te</strong>lenbouw wordt baks<strong>te</strong>en pas in <strong>de</strong> 12 e eeuw grootschalig toegepast <strong>te</strong>r ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> tufs<strong>te</strong>en. Het<br />

formaat baks<strong>te</strong>en in 1658 gebruikt voor <strong>de</strong> bui<strong>te</strong>nmuren <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk, bedraagt ca. 23,5x11x4,5 cm en komt<br />

daarmee re<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> onze huidige gestandaardiseer<strong>de</strong> forma<strong>te</strong>n (Vechtformaat: 21x10x4 cm).<br />

Aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marktstraat (oostzij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk) wordt het <strong>te</strong>rrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk afgeslo<strong>te</strong>n met<br />

een uit 1845 da<strong>te</strong>rend sober vormgegeven smeedijzeren hekwerk en een dubbel poorthek aan <strong>de</strong><br />

zuidzij<strong>de</strong>. Van het twee<strong>de</strong> poorthek, rechts <strong>van</strong> <strong>de</strong> consistorie, waren lange tijd alleen nog <strong>de</strong><br />

achthoekige ijzeren hekpos<strong>te</strong>n aanwezig. In 1999 is een nieuw poorthek geplaatst.


Restauraties in 1838, 1928 en 1999; verbouwing in 2002<br />

Net als veel an<strong>de</strong>re kerken verkeer<strong>de</strong> het kerkgebouw aan eind 18 e en in begin 19 e eeuw in een niet al<br />

<strong>te</strong> bes<strong>te</strong> staat. Door <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> <strong>te</strong>n gevolge <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rmeer ziek<strong>te</strong>n en misoogs<strong>te</strong>n kon men<br />

weinig aan on<strong>de</strong>rhoud doen. In november 1836 veroorzaak<strong>te</strong> een forse storm nogal wat scha<strong>de</strong> aan het<br />

dak en <strong>de</strong> ramen. In 1838 nam Gerrit Massop (‘Mees<strong>te</strong>r Metselaars Baas’) <strong>de</strong> hers<strong>te</strong>loperatie en<br />

kerkvernieuwing op zich. Omdat <strong>de</strong> zware trekbalken (waarop <strong>de</strong> eiken jukken <strong>van</strong> <strong>de</strong> dakconstructie<br />

rust<strong>te</strong>n) en het in <strong>de</strong> dakconstructie opgenomen hou<strong>te</strong>n tongewelf in slech<strong>te</strong> staat waren, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r het gewelf in het zicht liggen<strong>de</strong> trekbalken ver<strong>van</strong>gen door ijzeren trekstangen en het tongewelf<br />

door een stucplafond. Het meubilair werd verschoven, zodat een mid<strong>de</strong>npad <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur naar <strong>de</strong><br />

preekstoel in <strong>de</strong> koorsluiting ontstond. De hards<strong>te</strong>nen traceringen (vens<strong>te</strong>rharnassen) <strong>van</strong> <strong>de</strong> vens<strong>te</strong>rs<br />

wer<strong>de</strong>n ver<strong>van</strong>gen gietijzeren ramen. Het schooltje dat tussen <strong>de</strong> kerk en <strong>de</strong> Markt stond werd<br />

afgebroken om plaats <strong>te</strong> maken voor een portaal. De ingang aan <strong>de</strong> markt ongeveer on<strong>de</strong>r het eers<strong>te</strong><br />

raam, kon vervallen en ook het ach<strong>te</strong>rliggen<strong>de</strong> portaal in <strong>de</strong> kerkruim<strong>te</strong>, waarin zich een spiltrap naar<br />

<strong>de</strong> orgelgalerij bevond. De spiltrap werd ver<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> huidige s<strong>te</strong>ektrap met bovenkwart. De<br />

nieuwe ingang werd een met een driehoekig front ge<strong>de</strong>kt bouwsel, met daarach<strong>te</strong>r een portaalruim<strong>te</strong> en<br />

een <strong>de</strong>ur naar <strong>de</strong> kerkruim<strong>te</strong>. De ou<strong>de</strong> 17 e eeuwse toegangs<strong>de</strong>uren wer<strong>de</strong>n opnieuw gebruikt. De <strong>de</strong>ur<br />

met het <strong>de</strong>gelijke hang- en sluitwerk kwam tussen het portaal en <strong>de</strong> kerkruim<strong>te</strong>, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, ook<br />

wel koor<strong>de</strong>ur genoemd, kreeg een plek waar nu <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> consistoriekamer naar <strong>de</strong> kerk is.<br />

Omstreeks 1873 wer<strong>de</strong>n twee kachels in <strong>de</strong> kerk geplaatst met forse rookkanalen die zich een weg<br />

baan<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> houtconstructie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kap.<br />

In <strong>de</strong> jaren twintig <strong>van</strong> <strong>de</strong> 20 e eeuw ontstond er onvre<strong>de</strong> over <strong>de</strong> kerkvernieuwing <strong>van</strong> 1838-1840. Vooral<br />

het aangebrach<strong>te</strong> plafond en <strong>de</strong> ops<strong>te</strong>lling <strong>van</strong> <strong>de</strong> banken waren velen een doorn in het oog. Op voors<strong>te</strong>l<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Utrechtse ingenieur D. Jansen en diens compagnon, archi<strong>te</strong>ct Querré, werd in 1928 weer een<br />

hou<strong>te</strong>n kap (een donkerbruin gebeitst tongewelf) aangebracht. In het mid<strong>de</strong>nschip wer<strong>de</strong>n nieuwe eiken<br />

banken (met plaats voor 84 kerkgangers) geplaatst en on<strong>de</strong>r het orgel 43 zitplaatsen gecreëerd, en wel<br />

zo, dat <strong>de</strong> eiken pilaren die het orgel dragen, geheel tot hun recht kon<strong>de</strong>n komen. De trap naar <strong>de</strong>


orgelzol<strong>de</strong>r werd ach<strong>te</strong>r een muur <strong>van</strong> drijfs<strong>te</strong>en aan het oog onttrokken. De preekstoel werd ontdaan<br />

<strong>van</strong> zijn groene bekleding. Nieuwe, paarse gordijnen wer<strong>de</strong>n opgehangen. Het dak werd door<br />

lei<strong>de</strong>kkersbedrijf Van Wely opnieuw ge<strong>de</strong>kt met Angersleien in Maas<strong>de</strong>kking.<br />

Uitgangspunt bij <strong>de</strong> restauratie in 1999 was een conserveren<strong>de</strong> aanpak met een minimum aan verlies <strong>van</strong><br />

historisch ma<strong>te</strong>riaal en constructies. De restauratie - uitgevoerd door bouwbedrijf G. Heijneman en<br />

schil<strong>de</strong>rsbedrijf J. Keultjes uit Zevenaar en lei<strong>de</strong>kkersbedrijf J. <strong>van</strong> Wely uit Groessen - omvat<strong>te</strong><br />

on<strong>de</strong>rmeer het opnieuw verankeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> kapconstructie aan <strong>de</strong> muren, het slopen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

schoors<strong>te</strong>enkanalen in <strong>de</strong> kap, het hers<strong>te</strong>llen <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleis<strong>te</strong>rwerken <strong>van</strong> kerk en consistorie, het<br />

hers<strong>te</strong>llen <strong>van</strong> het hekwerk en <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdingang, het renoveren <strong>van</strong> klokkentoren, torenkruis, bol en<br />

haan en het plaatsen <strong>van</strong> voorzetramen (noodzakelijk om voortduren<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan het glas door<br />

<strong>van</strong>dalisme <strong>te</strong>gen <strong>te</strong> gaan). Ook wer<strong>de</strong>n een brandmeldinstallatie aangebracht en in <strong>de</strong> kap diverse<br />

lichtpun<strong>te</strong>n geplaatst en <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> pilas<strong>te</strong>rs <strong>van</strong> het portaal twee bui<strong>te</strong>nlantaarns bevestigd, afkomstig<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse collectie ‘Roger Pradier Eclairage’.<br />

In 2002 werd het podium voor in <strong>de</strong> kerk vergroot; <strong>de</strong> twee voors<strong>te</strong> banken wer<strong>de</strong>n ach<strong>te</strong>rin on<strong>de</strong>r het<br />

orgel geplaatst bij <strong>de</strong> nieuwe ingang naar Ons Huis. Het halletje bij <strong>de</strong> hoofdingang werd in ou<strong>de</strong> staat<br />

hers<strong>te</strong>ld en <strong>de</strong> gang tussen <strong>de</strong> kerk en <strong>de</strong> naburige winkel gemaakt tot een ruim<strong>te</strong> voor <strong>de</strong><br />

verwarmingsinstallatie. De verlichting werd verbe<strong>te</strong>rd (schijnwerpers aan een <strong>van</strong> <strong>de</strong> trekbalken<br />

bevestigd) en een luchtcirculatiesys<strong>te</strong>em aangebracht.<br />

Ons Huis<br />

In 1840 werd waar nu Ons Huis staat on<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> Gerrit Massop een ‘nieuwen, schonen, doelmatig<br />

ingerig<strong>te</strong>’ school gebouwd. In 1905 werd <strong>de</strong>ze afgebroken en op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats een nieuwe gebouwd.<br />

De ‘Hervorm<strong>de</strong> school’ bood aan 80-100 leerlingen een plaats. Omdat <strong>de</strong> school op een gegeven moment<br />

niet meer aan <strong>de</strong> eisen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd vol<strong>de</strong>ed, besloot <strong>de</strong> kerkenraad in <strong>de</strong> Molenstraat een nieuw gebouw<br />

neer <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. De nieuwe school, geopend 30 augustus 1932, kreeg <strong>de</strong> naam ‘School met <strong>de</strong>n Bijbel’ en<br />

la<strong>te</strong>r ‘Ds. War<strong>te</strong>naschool’. Het ou<strong>de</strong> schoolgebouw naast <strong>de</strong> kerk werd kerkelijk verenigingsgebouw.<br />

Voortaan heet<strong>te</strong> het ‘Ons Huis’. In 2003 werd Ons Huis volledig gerenoveerd.<br />

© L. <strong>de</strong>n Bes<strong>te</strong>n, Zevenaar 31 mei 2006.


Li<strong>te</strong>ratuur<br />

A.J.M. Akkermans, M.A.M. <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Heuvel, G.J.H. Krosenbrink, red., Zevenaar Stad in <strong>de</strong> Liemers,<br />

Zutphen 1986.<br />

Hans Bie<strong>de</strong>rmann, Historisch-culturele symbolen <strong>van</strong> A tot Z verklaard, Utrecht 1991.<br />

Theo J.G.Goossen, Als onze levensweg <strong>te</strong>n ein<strong>de</strong> loopt. Begraafplaatsen en begrafenissen in <strong>de</strong><br />

Gemeen<strong>te</strong> Zevenaar, Zevenaar 2001.<br />

Isfridus <strong>de</strong> Groot, Ord. Praem., Wat <strong>de</strong> oorlog bracht over Zevenaar 1940-1945, Zevenaar 1947.<br />

F.A.C. Haans, ‘De restauratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands Hervorm<strong>de</strong> kerk <strong>te</strong> Zevenaar, <strong>de</strong>el 1’, in: Old Sen<strong>de</strong>rs<br />

Ni-js. Periodiek voor Babberich, Ooy, Oud-Zevenaar en Zevenaar, 2002 nr. 3, p. 123-133.<br />

F.A.C. Haans, ‘De restauratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands Hervorm<strong>de</strong> kerk <strong>te</strong> Zevenaar, <strong>de</strong>el 2’, in: Old Sen<strong>de</strong>rs<br />

Ni-js. Periodiek voor Babberich, Ooy, Oud-Zevenaar en Zevenaar, 2002 nr. 4, p. 137-147.<br />

Ab Hendriks, Zevenaar. Toen <strong>de</strong> weg nog over <strong>de</strong> knotwilgen ging, Zevenaar 1976.<br />

Ab Hendriks, red., Oud-Zevenaar en Ooy. Dubbel–kerk dubbel-dorp, Zevenaar 1982<br />

Josef Schrijvershof, ‘Spiegel <strong>de</strong>r Historie. De gemeen<strong>te</strong> en haar “tij<strong>de</strong>lijke” predikers’, in 38<br />

afleveringen, in: Kerkleven 1987 - 11jan. 1990.<br />

Josef Schrijvershof, Monument. Pro<strong>te</strong>stants leven in Zevenaar sinds 1577, Zevenaar 1990.<br />

C.A. <strong>van</strong> Swigchem, T. Brouwer & W. <strong>van</strong> Os, Een huis voor het Woord. Het Pro<strong>te</strong>stantse kerkin<strong>te</strong>rieur<br />

in Ne<strong>de</strong>rland tot 1900, ’s-Gravenhage 1984.<br />

W. Zon<strong>de</strong>r<strong>van</strong>, ’Grepen uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Pro<strong>te</strong>stan<strong>te</strong>n <strong>te</strong> Zevenaar in <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> helft <strong>de</strong>r<br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw’, in: De zelf<strong>de</strong> roeping na 300 jaar, Zevenaar 1960.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!