Interview BN’er dEnnis wEEning Presentator Hij presenteerde Beatstad, Lowlands en Parkpop, en ook in de televisiewereld is hij niet meer weg te denken. Wij hebben het hier over de enige echte Dennis Weening, über-Hagenees in hart en nieren. Deze 36-jarige presentator mist geen wedstrijd van ADO, houdt van een biertje op z’n tijd en is vaak te vinden op de Grote Markt. Wij spraken af met deze bekende Hagenees, op een van zijn favoriete plekken in Den Haag, de Boterwaag. Door Jochem Jordaan en Zoë Kisoen Dennis Weening werd geboren in Den Haag; hij was de een na jongste uit een reeks van vier kinderen in de familie Weening. Hij groeide op in hartje Den Haag, wat hem – naar eigen zeggen – een echte Hagenees maakt. ‘Ik vind een Hagenees iemand die geboren en getogen is in Den Haag, een Hagenaar is iemand die in Den Haag is komen wonen.’ Zijn middelbareschooltijd beleefde Dennis op het Dalton in Den Haag, waar hij zijn mavo- en havodiploma haalde. In de tussentijd was hij druk bezig met zijn eerste bandje, waarin hij als gitarist op het podium stond. Dat in het hart van deze ruige gitarist ook een liefde voor dieren schuilt, bleek uit het feit dat Dennis in zijn tienerjaren aan paardrijden heeft gedaan. ‘Ik zat tot de eerste klas op paardrijden, in die tijd was dat echt ‘not done’ en was je een mietje als je aan die sport deed. Achteraf kan ik er wel om lachen!’ Omdat Dennis geen duidelijk beroep voor ogen had, maar eerder gelukkig en rijk wilde worden besloot hij, na het halen van zijn havodiploma, voor de richting banken en verzekeringen te kiezen. ‘Ik maakte die tijd met mijn huidige bandje vooral rockmuziek, maar om daar brood op het plankje mee te verdienen werd erg lastig. Daarom besloot ik om bij een verzekeringsmaatschappij in het telefonisch serviceteam te gaan werken. Ik moest mensen telefonisch advies geven over hun polissen, maar ik snapte er zelf geen zak van, ik ben toen zelfverzonnen verhaaltjes gaan ophangen en werd uiteindelijk na twee maanden ontslagen.’ Dat de verzekeringswereld niet echt in Dennis’ straatje lag, werd hem na dit ontslag duidelijk, hij wilde namelijk eerder creatievere dingen gaan doen dan mensen mooie aanbiedingen aansmeren. Hij besloot bij TV West op de reclameafdeling te gaan werken, waar hij het erg naar zijn zin had. Zijn eerste tv-promotie maakte Dennis al na tweeënhalf jaar als gevolg van iets te veel biertjes op een personeelsfeestje. ‘Na een aantal biertjes ben ik spontaan op het podium gesprongen en een nummer gaan zingen. TV West zocht op dat moment een presentator voor het nieuwe programma Westpop. Ze vroegen of ik een screentest wilde doen naar aanleiding van dat optreden. Zo is het allemaal begonnen. Na TV West ben ik voor Veronica gaan werken.’ Dennis startte zijn succesvolle televisiecarrière uiteindelijk bij de net opkomende tv-zender Veronica, waar hij als het nieuwe gezicht van Veronica werd gepromoot. Hij begon ondertussen ook met het opzetten van zijn eigen productiebedrijf Stennis Producties, waarmee hij programma’s ontwikkelde voor TV West en op tour ging met o.a. Within Temptation en Di-rect. Tijdens een van deze tours ontmoette hij zelfs de baas van MTV, die ook uit Den Haag kwam en toevallig op zoek was naar een presentator die zelf concepten in elkaar kon zetten. Dennis kwam als het ware uit de lucht vallen, en ruilde een paar maanden later Veronica in voor MTV. Bij MTV kreeg hij de kans zich flink uit te leven op de grote popfestivals van Europa tijdens de Summer of MTV en het live muziekprogramma Brand New Live. Hij mocht de grote sterren uit Amerika en omstreken interviewen en zelfs zijn grote idool Iggy Pop ontmoeten. Toch besloot Dennis om na leuke tijden MTV te verlaten, en hij tekende een contract bij de succesvolle televisiezender RTL5 waar hij de kijkcijferhits So You Think You Can Dance en Wipeout zou gaan presenteren. Hij werd ook gestrikt voor het razend populaire programma Wie is de Mol?, waarbij hij een seizoen lang alle kandidaten voor de gek hield en zelf de Mol bleek te zijn. ‘Wie is de Mol? is wel echt een tof programma, en het was echt heel leuk om de mol te zijn. Het was soms best moeilijk om niet mijn mond voorbij te praten, zeker omdat ik lekker open
“ik zAT ToT dE EERsTE kLAs oP PAARdRijdEn”