Programmeerhandleiding ATS1-2-3-4000 - Steunpunt
Programmeerhandleiding ATS1-2-3-4000 - Steunpunt
Programmeerhandleiding ATS1-2-3-4000 - Steunpunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
!<br />
gegenereerd bij verstoring van de ingang terwijl de gebiedstatus (in- of uitgeschakeld)<br />
voldoet aan de eisen van het ingangstype.<br />
De functie van de ingang hangt af van het ingangstype dat bij de programmering<br />
geselecteerd is.<br />
Gemeenschappelijk gebied<br />
Gemeenschappelijke gebieden hebben ingangen waar een alarm alleen kan optreden<br />
wanneer alle gebieden ingeschakeld zijn. Bijvoorbeeld: de voordeur in een gebouw biedt<br />
toegang tot 2 gebieden, dus de voordeur dient toteen gemeenschappelijk gebied te behoren.<br />
Er zijn twee manieren voor het creëren van ingangen in een gemeenschappelijk gebied.<br />
De eerste manier is meer dan één gebied aan een ingang toewijzen. Aldus kan de ingang<br />
alleen een alarm genereren indien alle gebieden de juiste status hebben (in- of uitgeschakeld).<br />
De ingang is uitgeschakeld als er één gebied is uitgeschakeld. Bij deze optie<br />
worden de langste inloop- en uitlooptijd gebruikt.<br />
De andere manier om een gemeenschappelijk gebied te creëren is gebruik maken van<br />
een koppelgebied. (zie Koppel gebieden, pagina 117) Het gemeenschappelijk gebied is<br />
hier een extra gebied dat automatisch ingeschakeld wordt zodra de koppelgebieden<br />
worden ingeschakeld. Het gemeenschappelijke gebied kan afzonderlijk uitgeschakeld<br />
worden en heeft zijn eigen inloop- en uitlooptijden.<br />
Er MOET tenminste één gebied aan een ingang worden toegewezen. Het is onmogelijk<br />
een alarm te herstellen van een ingang waaraan geen gebieden zijn toegewezen.<br />
Alarmgroep:<br />
Alarmgroepen worden toegewezen aan ingangen welke een alarmcontrole uitvoeren.<br />
Dit is alleen mogelijk bij ingangstypes 6, 31, 34 en 35.<br />
De functie van de alarmgroep hangt af van het ingangstype dat bij de programmering<br />
geselecteerd is. Deze ingangstypes worden gebruikt voor sleutelschakelaars en<br />
dergelijke, voor het in- en uitschakelen van gebieden (d.w.z. hierdoor gaat de ingang<br />
optreden als een gebruiker welke een alarmcontrolecode invoert).<br />
Voordat alarmgroepen kunnen worden toegewezen, dienen ze te zijn<br />
geprogrammeerd in Alarmgroepen, (pagina 56).<br />
1.1.14. Testoptie<br />
1: 0, Geen test<br />
Testmethode:<br />
Gebruik dit record voor het kiezen van de automatische testprocedures van elke ingang.<br />
De ingangstest bestaat uit de uitschakeltest en de inschakeltest. De ingangen kunnen<br />
echter ook ‘handmatig’ getest worden.<br />
Er zijn vijf opties voor testprocedures, welke elk geïdentificeerd worden door een referentienummer.<br />
Dit referentienummer wordt gebruikt voor het programmeren van een testprocedure.<br />
Zie<br />
32 ATS2000/3000/<strong>4000</strong>/4500 programmeerhandleiding