Programmeerhandleiding ATS1-2-3-4000 - Steunpunt

2.1.7. Actievlag verstoord gebied
Gebied 1 Inlooptijd geen actievlag
Actievlag:
Gebied 1 verstoord geen actievlg
Actievlag:
Wordt gebruikt om aan te geven of er een ingang in het gebied verstoord is, met
uitzondering van ingangen welke gebruikt kunnen worden voor het wijzigen van een
gebiedsstatus, voor camera’s of voor ongebruikte gebieden.
2.1.8. Actievlag voor overbrugging
Een ingang bij dit gebied is overbrugd.
2.1.9. Actievlag voor alarm in ingeschakeld
gebied
Gebied 1 overbrugd geen actievlg
Actievlag:
Gebied 1 alarm als IN geen actievlg
Actievlag:
Wordt geactiveerd bij een alarm wanneer het gebied is ingeschakeld.
2.1.10. Actievlag voor alarm in uitgeschakeld
gebied
Gebied 1 alarm als UIT geen actievlg
Actievlag:
Wordt geactiveerd bij een alarm wanneer het gebied is uitgeschakeld.
2.1.11. Actievlag voor lokaal alarm
Gebied 1 lokaal alarm geen actievlg
Actievlag:
Wordt geactiveerd bij lokale alarmen afkomstig van branddeuren en ingangstypen voor
24-uurs lokale storingen in het gebied.
Wordt geactiveerd bij ingangstypes 15, 16, 18, 21, 30, 41, 42, 44 en 56, Zie
Ingangen database
2.1.12. Actievlag uitlooptijd
Wordt geactiveerd wanneer de uitlooptijd voor het gebied actief is.
2.1.13. Actievlag inlooptimer
Wordt geactiveerd wanneer er een inlooptijd voor het actief is.
2.1.14. Actievlag waarschuwingstijd
Wordt geactiveerd om aan te geven dat:
Gebied 1 uitlooptijd geen actievlag
Actievlag:
Gebied 1 waarschuwtijd geen actievlg
Actievlag:
- er een alarmgroeprestrictietijd loopt en dat het gebied weer ingeschakeld gaat
worden.
- er een test bezig is welke spoedig beëindigd zal zijn.
42 ATS2000/3000/4000/4500 programmeerhandleiding