SABBAT BIJBEL LESSEN - Seventh Day Adventist Reform Movement

DINSDAG 3 november
3 DE BRANDENDE ZON
A Beschrijf de vierde plaag en het gevolg voor de mens en de natuur.
Openbaring 16:8-9. Als God Zijn toorn terug zou houden van de
mensen, zouden zij Gods rechtvaardigheid dan erkennen? Jesaja
26:10.
“Bij de volgende plaag worden de mensen door de zon verschroeid. ‘En
de mensen werden verzengd door de grote hitte’ (verzen 8 en 9). De profeten
beschrijven de toestand van de aarde in die verschrikkelijke tijd met de volgende
woorden: ‘Verwoest is het veld; de aardbodem treurt … want de oogst van het
veld is verloren gegaan … alle bomen des velds zijn verdord. Voorwaar, de
blijdschap is beschaamd van de mensenkinderen weggevlucht.’ ‘Verschrompeld
zijn de zaadkorrels onder haar aardkluiten; verwoest zijn de voorraadschuren …
Hoe kreunt het vee! De runderkudden dolen rond, want er is voor hen geen
weide… de waterbeken zijn uitgedroogd en een vuur heeft de weiden der
woestijn verteerd’ (Joël 1:10-12, 17-20; Amos 8:3).” –De Grote Strijd, blz. 580.
“Zij (de grote schare) krijgen geen tweede kans om de fouten uit het vorig
leven te herstellen. Het zou toch niets baten. Zij zijn tijdens hun zondig leven
geen betere mensen geworden. Zij zouden hun tweede kans dan ook op dezelfde
manier gebruiken als de eerste; zij zouden Gods geboden wéér overtreden en
wéér tegen Hem in opstand komen.” –De Grote Strijd, blz. 611.
B Wat zal er gebeuren met Gods volk in de tijd, als de zon de
goddelozen teistert met grote hitte? Psalm 91:3-8. Wat is er vereist om
beschermd te zijn in de tijd der benauwdheid? Psalm 91:14; 15:1-5.
“Gods volk zal ook moeten lijden, maar hoewel zij worden vervolgd en
verdrukt, ontbering en honger lijden, zal God hen niet laten omkomen. De God,
die voor Elia zorgde, zal geen van Zijn offervaardige kinderen in de steek laten.
Hij, die de haren op hun hoofd telt, zal voor hen zorgen en zij zullen ondanks de
hongersnood genoeg te eten hebben. Terwijl de ongelovigen van honger
omkomen en door epidemieën sterven, zullen engelen de rechtvaardigen
beschermen en ook in hun behoeften voorzien. De belofte aan degenen, die ‘in
gerechtigheid wandelen’ luidt: ‘Zijn brood is zeker, zijn water verzekerd.’ ‘De
ellendigen en de armen zoeken naar water, maar het is er niet, hun tong
verdroogt van dorst; Ik, de Here, zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hen
niet verlaten’ (Jesaja 33:15-16; 41:17).” –De Grote Strijd, blz. 581.
“Zij, die het zegel van de levende God ontvangen en beschermd zullen
worden in de tijd der benauwdheid, moeten het beeld van Jezus volkomen
weerspiegelen.” –Eerste Geschriften, blz. 76.
33
Sabbat Bijbel Lessen, oktober – december 2009