04.09.2013 Views

Rivierenhof - Blaasveldbroek - Antwerpen (7Mb - pdf) - Agentschap ...

Rivierenhof - Blaasveldbroek - Antwerpen (7Mb - pdf) - Agentschap ...

Rivierenhof - Blaasveldbroek - Antwerpen (7Mb - pdf) - Agentschap ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande<br />

viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Rapportnummer: 20110605/002<br />

Status rapport: Definitief<br />

Datum rapport: 3 april 2012<br />

Auteur: J. Hop<br />

Gecontroleerd: J. Kampen<br />

Opdrachtgever: <strong>Agentschap</strong> voor Natuur en Bos<br />

Koning Albert II-Laan 20 bus 8<br />

1000 Brussel<br />

Contactpersoon: dhr. K. Vlietinck<br />

Dit rapport is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud van de rapportage is aantoonbaar<br />

gecontroleerd en vrijgegeven.


SAMENVATTING<br />

In het Vlaamse Gewest bevinden zich in elke provincie diverse stilstaande wateren waarop de<br />

riviervisserijwetgeving van toepassing is. Deze stilstaande wateren hebben een belangrijke functie<br />

voor de openbare visserij. Het <strong>Agentschap</strong> voor Natuur en Bos (ANB) is verantwoordelijk voor het<br />

visstandbeheer in deze wateren. Een lacune in de kennis van de visstand in deze wateren is het<br />

ontbreken van cijfers over de totale visbiomassa. Het ANB heeft AquaTerra-KuiperBurger B.V. (ATKB)<br />

opdracht gegeven voor het uitvoeren van het visstandonderzoek op de Vijvers in het domein<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en te <strong>Blaasveldbroek</strong>.<br />

Tot de vijvers op het domein <strong>Rivierenhof</strong> behoren ondermeer de Grote hengelvijver en de Bootjes<br />

vijver. De Grote hengelvijver heeft een oppervlak van 4,0 hectare. De waterdiepte op deze vijver<br />

bedraagt iets meer dan 1,5 meter, waarbij de zichtdiepte ten tijde van de bemonstering was beperkt<br />

tot circa 0,4 meter. De oevers van de Grote hengelvijver zijn grotendeels beschoeid met stortsteen en<br />

schanskorven. Plaatselijk is er begroeiing aanwezig in de vorm van kleine lisdodde.<br />

De Bootjes vijver heeft een oppervlakte van 2,2 hectare (exclusief eilandjes) en een vrij beperkte<br />

waterdiepte (tot 0,5 meter). Op de bodem ligt een vrij dikke sliblaag van circa 0,4 meter. De<br />

waterbodem van deze vijver is voor een groot deel (60-100%) bedekt met submerse vegetatie (grof<br />

hoornblad en draadwier). De vijver is grotendeels beschoeid met houten damwand. Emerse vegetatie<br />

is vrijwel niet aanwezig.<br />

Van de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn in totaal 5 vijvers bemonsterd (vijvers A t/m E). Al deze vijvers<br />

bevinden zich binnen het natuurgebied wat ontstaan is door turfwinning. Het <strong>Blaasveldbroek</strong> kan<br />

getypeerd worden als een nat en vochtig gebied, waarbij de oude legakkers nog aanwezig zijn, veelal<br />

begroeid met wilgen. De bemonsterde vijvers variëren in oppervlakte van 0,4 tot 2,0 hectare en staan<br />

door middel van kleine slootjes met elkaar in verbinding. In de zomermaanden zijn de vijvers<br />

grotendeels begroeid met sumberse vegetatie en drijfblad.<br />

De bemonstering van de vijvers op het domein <strong>Rivierenhof</strong> heeft plaatsgevonden in week 43 (26-28<br />

oktober 2011). De bevissingen op de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> hebben de daarop volgende week<br />

plaatsgevonden (week 44), van 2 tot en met 4 november. De visstand is bemonsterd door middel van<br />

visserij met het elektrovisapparaat, schietfuiken en een zegen. De bemonstering met zegen- en<br />

elektrovisapparaat heeft overdag plaatsgevonden. Het zetten en lichten van de fuiken heeft eveneens<br />

overdag plaatsgevonden. Over het algemeen kon de bemonstering voorspoedig uitgevoerd worden.<br />

Het visbestand in de Grote hengelvijver is geschat op 441,6 kg/ha en 5.472 stuks/ha. De fuikvangsten<br />

hebben een omvang van 8,4 kg en 143 stuks per fuiknacht. In totaal zijn er 11 vissoorten gevangen in<br />

de Grote hengelvijver (paling, baars, blankvoorn, brasem, giebel, karper, kolblei, pos, snoekbaars,<br />

zeelt en winde). De soorten met het grootste aandeel in de biomassa zijn brasem (26%), blankvoorn<br />

(22%), karper (18%) en zeelt (16%). De meest voorkomende visoorten zijn baars (41%) en blankvoorn<br />

(28%). Met uitzondering van de soorten baars, pos en in mindere mate brasem, zijn er geen<br />

broedbestanden aangetroffen.<br />

Op basis van de aangetroffen visstand kan de Grote hengelvijver het best getypeerd worden als een<br />

blankvoorn-brasemviswatertype. Dit viswatertype is kenmerkend voor stadsvijvers, meren en plassen<br />

en komt vooral voor in wateren waar een dichte begroeiing met waterplanten niet goed tot stand kan<br />

komen (ref. 10). Plantminnende soorten zijn dan ook niet abundant aanwezig (enkel de zeelt is in de<br />

Grote hengelvijver gevangen).<br />

Het visbestand in de Bootjesvijver is geschat op 348,9 kg/ha en 1.475 stuks/ha. De fuikvangsten in<br />

deze vijver hebben een omvang van bijna 3 kg en slechts 12 exemplaren per fuiknacht. In totaal zijn<br />

er 7 vissoorten gevangen in de Bootjesvijver (paling, baars, blankvoorn, brasem, karper, rietvoorn en<br />

snoek). Op basis van biomassa wordt het visbestand gedomineerd door karper (75%). De meest<br />

voorkomende vissoorten zijn rietvoorn (41%), blankvoorn (31%), baars (12%) en snoek (7%). Van de<br />

soorten baars, blankvoorn, brasem en rietvoorn is broed aangetroffen, waarbij vooral het<br />

broedbestand van rietvoorn relatief omvangrijk is. Ook van snoek is broed aangetroffen, het<br />

merendeel heeft echter een beperkte lengte tot 17 cm.


Op basis van de aangetroffen visstand is het viswater van de Bootjesvijver lastig te typeren. De<br />

biomassa in dit water bestaat grotendeels uit karper, op basis van aantallen komt de rietvoorn het<br />

vaakst voor. Gezien de dichte begroeiing met waterplanten en de vrij hoge relatieve abundantie<br />

(aantallen) van rietvoorn en snoek kan het water enigszins getypeerd worden als een rietvoornsnoekviswatertype,<br />

al zijn er ook overeenkomsten met het snoek-blankvoornviswatertype (ref. 10). Het<br />

meest opvallende aan de visstand is het lage aantal plantminnende soorten (alleen snoek en<br />

rietvoorn).<br />

Het visbestand te <strong>Blaasveldbroek</strong> is geschat op 281,6 kg/ha en 27.020 stuks/ha. De fuikvangsten<br />

variëren per vijver van 1 tot 7,3 kg en van 14 tot 75 exemplaren per fuiknacht. In totaal zijn 14<br />

vissoorten aangetroffen in de wateren te <strong>Blaasveldbroek</strong> (baars, brasem, blankvoorn, karper, kolblei,<br />

paling, pos, snoek, bittervoorn, rietvoorn, vetje, zeelt, blauwband en zonnebaars). Op basis van<br />

biomassa bestaat 33% van het visbestand uit blankvoorn. Andere soorten met een relatief grote<br />

biomassa zijn paling (18%), brasem (11%), zeelt (10%) en snoek (10%). Op basis van aantallen<br />

domineert blankvoorn de bestandschatting met een aandeel van 55%. Voor de meeste vissoorten in<br />

de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn er exemplaren over een brede lengterange aanwezig. Dit is ook<br />

zichtbaar bij de klein blijvende soorten als vetje. Deze populatieopbouw duidt op een vrij constante<br />

rekrutering en goede doorgroeimogelijkheden naar grotere lengteklassen.<br />

Op basis van het aanwezige visbestand kan het water te <strong>Blaasveldbroek</strong> getypeerd worden als een<br />

snoek-blankvoornviswatertype (ref. 10). Naast de kenmerkende soorten snoek, blankvoorn en baars,<br />

komen ook plantminnende soorten uit het rietvoorn-snoekviswatertype vrij abundant voor. Deze<br />

begeleidende vissoorten, zoals bittervoorn, rietvoorn en zeelt, zijn kenmerkend voor de begroeide<br />

(oever)gedeelten van de wateren (ref. 10). De open delen van het water worden bevolkt door soorten<br />

die niet of minder van waterplanten afhankelijk zijn (ref. 10).Dit zijn bijvoorbeeld soorten als brasem,<br />

paling en pos.


INHOUDSOPGAVE<br />

1 INLEIDING ........................................................................................................................................... 1<br />

1.1 Aanleiding ..................................................................................................................................... 1<br />

1.2 Doel ............................................................................................................................................... 1<br />

1.3 Leeswijzer ..................................................................................................................................... 1<br />

2 MATERIAAL EN METHODE ............................................................................................................... 2<br />

2.1 Onderzoeksgebied ....................................................................................................................... 2<br />

2.2 Bemonsteringsperiode ................................................................................................................ 3<br />

2.3 Vangtuigen en wijze van bemonsteren...................................................................................... 3<br />

2.4 Verwerking van veldgegevens ................................................................................................... 4<br />

2.4.1 Berekening omvang visbestand ............................................................................................... 4<br />

2.4.2 Lengte-gewicht relatie en conditie ............................................................................................ 5<br />

2.4.3 Predator-Prooi verhouding ....................................................................................................... 5<br />

2.4.4 Presentatie gegevens............................................................................................................... 5<br />

3 RESULTATEN RIVIERENHOF ............................................................................................................ 6<br />

3.1 Algemene opmerkingen .............................................................................................................. 6<br />

3.2 Soortensamenstelling ................................................................................................................. 6<br />

3.3 Elektro- en fuikenvisserij ............................................................................................................ 6<br />

3.4 Bestandschattingen ..................................................................................................................... 7<br />

3.5 Lengtesamenstelling ................................................................................................................... 8<br />

3.6 Lengtegewicht relatie en conditie .............................................................................................. 9<br />

3.7 Predator-prooi verhouding ......................................................................................................... 9<br />

4 RESULTATEN BLAASVELDBROEK ............................................................................................... 10<br />

4.1 Algemene opmerkingen ............................................................................................................ 10<br />

4.2 Soortensamenstelling ............................................................................................................... 10<br />

4.3 Elektro- en fuikenvisserij .......................................................................................................... 11<br />

4.4 Bestandschattingen ................................................................................................................... 12<br />

4.5 Lengtesamenstelling ................................................................................................................. 13<br />

4.6 Lengtegewicht relatie en conditie ............................................................................................ 14<br />

4.7 Predator-prooi verhouding ....................................................................................................... 14<br />

5 DISCUSSIE ........................................................................................................................................ 15<br />

5.1 Uitvoering bemonstering .......................................................................................................... 15<br />

5.2 Soortensamenstelling ............................................................................................................... 15<br />

5.3 Omvang van het visbestand ..................................................................................................... 16<br />

5.4 Viswatertypering ........................................................................................................................ 18<br />

5.5 Predatie, onttrekking en herbepotingen .................................................................................. 19<br />

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .............................................................................................. 20<br />

6.1 Conclusies .................................................................................................................................. 20<br />

6.2 Aanbevelingen ........................................................................................................................... 21<br />

7 LITERATUUR ..................................................................................................................................... 23<br />

BIJLAGEN<br />

BIJLAGE 1 SOORTENLIJST ZOETE WATEREN EN INDELING (FAME)<br />

BIJLAGE 2 COÖRDINATEN BEMONSTERDE TRAJECTEN<br />

BIJLAGE 3 LIGGING BEMONSTERDE TRAJECTEN<br />

BIJLAGE 4 BESTANDSCHATTINGEN DEELGEBIEDEN<br />

BIJLAGE 5 LENGTEFREQUENTIEVERDELINGEN<br />

BIJLAGE 6 CONDITIEDIAGRAMMEN<br />

BIJLAGE 7 LENGTEGEWICHT RELATIE<br />

BIJLAGE 8 RUWE VANGSTGEGEVENS


1 INLEIDING<br />

1.1 Aanleiding<br />

In het Vlaamse Gewest bevinden zich in elke provincie diverse stilstaande wateren waarop de<br />

riviervisserijwetgeving van toepassing is. Deze stilstaande wateren hebben een belangrijke functie<br />

voor de openbare visserij. Het <strong>Agentschap</strong> voor Natuur en Bos (ANB) is verantwoordelijk voor het<br />

visstandbeheer in deze wateren. Een lacune in de kennis van de visstand in deze wateren is het<br />

ontbreken van cijfers over de totale visbiomassa. In het kader van het visstandbeheer wenst het ANB<br />

door middel van een visstandonderzoek een beter inzicht te krijgen in de visstand in deze wateren. Op<br />

basis van het aanwezige visbestand kunnen streefbeelden en prioriteiten opgesteld worden en<br />

kunnen eventuele aanbevelingen gegeven worden naar het te voeren visstandbeheer.<br />

Het ANB heeft AquaTerra-KuiperBurger B.V. (ATKB) opdracht gegeven voor het uitvoeren van het<br />

visstandonderzoek op de locaties <strong>Rivierenhof</strong> en <strong>Blaasveldbroek</strong><br />

1.2 Doel<br />

Het doel van het onderzoek is drieledig en bestaat uit;<br />

a) Schatting maken van de vissoortensamenstelling en van de visbiomassa.<br />

b) Bepaling van het viswatertype op basis van de aanwezige visstand.<br />

c) Aanbevelingen naar het beheer, de inrichting en de visuitzettingen.<br />

1.3 Leeswijzer<br />

Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de toegepaste materialen en methoden gepresenteerd. In<br />

hoofdstuk 3 volgen de resultaten van het onderzoek, die in hoofdstuk 4 besproken worden. Hoofdstuk<br />

5 geeft de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek weer, gevolgd door de literatuurlijst. Het<br />

rapport sluit af met de bijlagen, behorende bij hoofdstuk 3.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 1 van 23


2 MATERIAAL EN METHODE<br />

2.1 Onderzoeksgebied<br />

Tot de vijvers op het domein <strong>Rivierenhof</strong> behoren ondermeer de Grote hengelvijver en de Bootjes<br />

vijver. De Grote hengelvijver heeft een oppervlak van 4,0 hectare. De waterdiepte op deze vijver<br />

bedraagt iets meer dan 1,5 meter, waarbij de zichtdiepte ten tijde van de bemonstering was beperkt<br />

tot circa 0,4 meter. De oevers van de Grote hengelvijver zijn grotendeels beschoeid met stortsteen en<br />

schanskorven. Plaatselijk is er begroeiing aanwezig in de vorm van kleine lisdodde.<br />

De Bootjes vijver heeft een oppervlakte van 2,2 hectare (exclusief eilandjes). Er is sprake van een vrij<br />

beperkte waterdiepte (tot 0,5 meter). Op de bodem ligt een vrij dikke sliblaag van circa 0,4 meter. De<br />

waterbodem van deze vijver is voor een groot deel (60-100%) bedekt met submerse vegetatie (grof<br />

hoornblad en draadwier). De vijver is grotendeels beschoeid met houten damwand. Emerse vegetatie<br />

is vrijwel niet aanwezig.<br />

Van de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn in totaal 5 vijvers bemonsterd (vijvers A t/m E). Al deze vijvers<br />

bevinden zich binnen het natuurgebied wat ontstaan is door turfwinning. Het <strong>Blaasveldbroek</strong> kan<br />

getypeerd worden als een nat en vochtig gebied, waarbij de oude legakkers nog aanwezig zijn, veelal<br />

begroeid met wilgen. De bemonsterde vijvers variëren in oppervlakte van 0,4 tot 2,0 hectare en staan<br />

door middel van kleine slootjes met elkaar in verbinding. In de zomermaanden zijn de vijvers<br />

grotendeels begroeid met sumberse vegetatie en drijfblad.<br />

Afbeelding 2.1 Een impressie het onderzoeksgebied <strong>Rivierenhof</strong> (boven) en <strong>Blaasveldbroek</strong> (onder)<br />

Blz. 2 van 23<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


2.2 Bemonsteringsperiode<br />

De bemonstering van de vijvers op het domein <strong>Rivierenhof</strong> heeft plaatsgevonden in week 43 (26-28<br />

oktober 2011). De bevissingen op de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> hebben de daarop volgende week<br />

plaatsgevonden (week 44), van 2 tot en met 4 november. De bemonsteringen met zegen- en<br />

elektrovisapparaat zijn overdag uitgevoerd. De fuiken zijn overdag gezet en gehaald.<br />

2.3 Vangtuigen en wijze van bemonsteren<br />

Tijdens het huidige onderzoek zijn de vangtuigen fuik, elektrovisapparaat en zegen ingezet. De eerste<br />

twee vangtuigen zijn ingezet volgens de richtlijnen uit het bestek en dienen een overzicht te geven van<br />

de vangsten per eenheid van inspanning. De zegen is ingezet conform de richtlijnen uit het Handboek<br />

Hydrobiologie (ref. 1) en dient in het bijzonder inzicht te geven in de biomassa van het visbestand. De<br />

uitvoering is hierbij gebaseerd op de Bevist-Oppervlak-Methode (BOM). Deze methode houdt in dat<br />

een bepaald oppervlak op gestandaardiseerde wijze wordt bevist met een vangtuig waarvan het<br />

vangstrendement bekend is. Aan de hand van de vangst, het beviste oppervlak en het<br />

vangstrendment wordt een schatting gemaakt van de omvang en samenstelling van de visstand. De<br />

vangstgegevens van de zegen worden met die van de elektrovisserij gecombineerd tot een<br />

bestandschatting van het gehele water. In navolgende tekst wordt ingegaan op de verschillende<br />

toegepaste vangtuigen en methoden.<br />

Fuikenvisserij<br />

Fuiken zijn cilindervormige, taps toelopende netten met steeds kleiner wordende doorzwemopeningen<br />

en maaswijdten. Fuiken hebben één of meerdere kelen, waardoor een vis die eenmaal de fuik is<br />

ingezwommen er vrijwel niet meer uit kan en steeds verder achterin de fuik terecht komt. Fuiken zijn<br />

passieve vistuigen. De vangst is hierbij afhankelijk van de activiteit van de vis. Het minimumformaat<br />

van de gevangen vis wordt bepaald door de toegepaste maaswijdte. Met passieve vistuigen kan wel<br />

een beeld worden verkregen van de aanwezige soorten, maar niet van de hoeveelheid vis (omvang<br />

visbestand) en is daardoor niet geschikt voor een bestandsopname. Tijdens dit onderzoek zijn op elk<br />

van de bemonsterde vijvers twee stellen schietfuiken toegepast. Eén stel bestaat uit 2 fuiken met<br />

geleidingsnet. De lengte van een individuele fuik is 7 meter met tussen de fuiken een geleidingsnet<br />

van 11 meter. De fuiken hebben een maaswijdte van 24 mm afnemend tot 18 mm (gestrekte maas).<br />

De fuiken hebben 2x24 uur gestaan.<br />

Elektrovisserij<br />

Tijdens elektrovisserij wordt met een aggregaat een stroomveld in het water aangebracht. Een<br />

elektrisch schepnet fungeert hierbij als positieve pool (anode), een kabel als negatieve pool (kathode).<br />

De vis in de omgeving van de positieve pool wordt verdoofd en opgeschept.<br />

In diepe bredere wateren en wateren waarvan de oeverzone bemonsterd wordt (als aanvulling op<br />

zegenvisserij), wordt normaal gesproken vanuit een boot met een 5 kW (generator gevoed)<br />

elektrovisapparaat gevist. Bij het bemonsteren van enkel de oeverzone is het rendement volgens het<br />

STOWA-handboek vastgesteld op 30% voor snoek en 20% voor de overige soorten. Op elk van de<br />

bemonsterde vijvers zijn indien mogelijk twee trajecten van 200 meter bemonsterd.<br />

Zegenvisserij<br />

De zegen is een staand net dat bestaat uit een grote zak met aan beide zijden een lange vleugel.<br />

Meervormige wateren kunnen met de zegen bemonsterd worden door middel van het rondvissen van<br />

de zegen. De zegen wordt hierbij vanaf de oever met een boot uitgevaren en in een hele of halve<br />

cirkel uitgevaren (afhankelijk of zegen op de kant of in boot wordt binnengehaald). Vervolgens wordt<br />

de zegen naar de oever of boot toe binnengehaald. De vis wordt bij het binnenhalen van de zegen<br />

omsloten en naar de zak van de zegen geleidt. Het rendement voor deze manier van vissen is<br />

vastgesteld op 80% voor alle vissoorten en lengteklassen.<br />

In meervormige wateren worden langere (en indien nodig dieper vissende) zegens toegepast<br />

(minimaal 75 meter, tot meer dan 400 meter), met een vissende diepte van 2,5 tot 7 meter. Indien bij<br />

het rondvissen een zegen kleiner dan 75 meter wordt toegepast wordt de kans op het ontsnappen van<br />

grotere vissen aanzienlijk. De maaswijdte van de zegens is 40 mm gestrekte maas in de vleugels,<br />

afnemend tot 12 mm in de zak. Tijdens het huidige onderzoek zijn zegens van 150 tot 175 meter<br />

toegepast met een vissende diepte van 2,5 meter. De zegen werd hierbij handmatig binnengehaald.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 3 van 23


Het bevist oppervlak is bij het rondvissen van de zegen bepaald door tijdens het uitvaren van de<br />

zegen met de GPS een ‘tracklog’ op te nemen. Deze ‘tracklogs’ zijn op kantoor vervolgens ingelezen<br />

in GIS waarna het bevist oppervlak en locatie nauwkeurig bepaald is.<br />

Afbeelding 2.2 Het rondvissen van de 175 meter zegen op de Grote hengelvijver (<strong>Rivierenhof</strong>).<br />

2.4 Verwerking van veldgegevens<br />

De gevangen vissen zijn gesorteerd in soort- en lengtegroepen, gemeten (cm totaallengte met een<br />

nauwkeurigheid van ± 0,5 cm) en geteld. Grote vangsten zijn eerst in functionele soort- en<br />

lengtegroepen gesorteerd, waarna op basis van gewicht een monster is genomen. De bemonsterde<br />

vissen zijn vervolgens gesorteerd, gemeten en geteld. Tijdens de sortering en bemonstering van de<br />

vangst is er gelet op eventuele bijzondere of zeldzame vissen. Van maximaal 40 vissen per soort is<br />

het individuele gewicht vastgesteld voor het bepalen van de lengtegewichtrelatie en de conditie. Na de<br />

verwerking van de vangst zijn de vissen zo snel mogelijk teruggezet op de vangstlocatie.<br />

Blz. 4 van 23<br />

2.4.1 Berekening omvang visbestand<br />

De vangsten zijn ingevoerd in het databeerprogramma Piscaria. Piscaria is een programma<br />

ontwikkeld voor het beheer en de opslag van gegevens van visstandbemonsteringen. Piscaria bevat<br />

standaard lengtegewicht relaties van alle vissoorten voor het omrekenen van aantallen vissen naar<br />

biomassa. Bij een minimum aantal gewogen vissoorten van 40 individuele vissen per soort is echter<br />

gerekend met de specifieke lengtegewicht relatie van de <strong>Rivierenhof</strong>, dan wel Blaasveld Broek. De<br />

bestanden zijn conform de beschrijving in het Handboek Hydrobiologie op de volgende wijze<br />

berekend;<br />

1. de vangst van de afzonderlijke trajecten is gedeeld door het rendement van het vangtuig en<br />

de toegepaste methode;<br />

2. de voor het rendement gecorrigeerde vangst van alle trajecten is gesommeerd;<br />

3. deze som is gedeeld door het beviste oppervlak, resulterend in een bestandschatting voor een<br />

afgebakend gebied. Door middel van een naar oppervlakte gewogen gemiddelde van de<br />

deelgebieden wordt een bestandschatting van het gehele water verkregen.<br />

De fuikvangsten zijn niet meegenomen in de berekening van de omvang van het visbestand. De<br />

vangstresultaten van dit vangtuig zijn, evenals die van de elektrovisserij, gepresenteerd in eenheid<br />

van inspanning.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


2.4.2 Lengte-gewicht relatie en conditie<br />

Met de individuele stuks gewichten is per soort een lengte-gewicht relatie opgesteld. Daarnaast zijn de<br />

individuele gewichten gebruikt voor een vergelijking met het standaardgewicht voor de specifieke<br />

soort (ref. 5). Op deze wijze is een indicatie van de conditie van de vis verkregen. Een conditie van<br />

0,9-1,1 wordt als normaal beschouwd. Een afwijking van 0,1-0,2 geeft een matige (0,8-0,9) of goede<br />

(1,1-1,2) conditie aan. Een afwijking van meer dan 0,2 geeft een slechte (< 0,8) of een zeer goede<br />

(>1,2) conditie aan.<br />

2.4.3 Predator-Prooi verhouding<br />

Op basis van de verkregen bestandschatting is de verhouding roofvis/witvis berekend (predator-prooi<br />

verhouding). In een water met een evenwichtig opgebouwde visstand is de productie van planktivore<br />

vissen en de consumptie hiervan door roofvissen in evenwicht. De predator-prooi verhouding (op<br />

gewichtbasis) geeft aan over er sprake is van een evenwicht. Het blijkt dat er slechts sprake is van<br />

een evenwicht bij een predator-prooi verhouding van 1:1 tot 1:2,5 (gebaseerd op de biomassa van de<br />

totale bestanden) (ref. 3). Voor een realistische inschatting van de predatie van prooivis wordt gebruik<br />

gemaakt van de predator-prooivis (< 15cm) verhouding.<br />

2.4.4 Presentatie gegevens<br />

Voor de presentatie van de bestandschattingen zijn de gevangen vissoorten ingedeeld in<br />

verschillende stromingsgilden (zie bijlage 1). Deze indeling is afgeleid van het Fish-based Assessment<br />

Method for the Ecological status of European rivers (FAME) concept. Voor een uitgebreide toelichting<br />

op deze indeling wordt verwezen naar ref. 2.<br />

Naast de verschillende stromingsgilden zijn de vangsten eveneens gesommeerd in ecologische<br />

lengteklassen. Deze indeling is voornamelijk gebaseerd op voedselvoorkeur. Alle eurytope vis tot 15<br />

cm wordt verondersteld planktivoor te zijn. Pos is facultatief planktivoor. In de periode april-mei (circa<br />

1/3 deel van het groeiseizoen) blijkt pos op zoöplankton te foerageren (ref. 4). Voor snoek is de<br />

indeling gebaseerd op de voorkeur voor een bepaald habitat. Snoek met een lengte tot 45 cm heeft<br />

een sterke voorkeur voor een schuilplaats tussen (oever)vegetatie. Vanaf een lengte van 55 cm<br />

verkiest de snoek het ruimere water als habitat. De snoeken in de lengteklasse van 45 tot 55 cm<br />

bevinden zich in de overgangsfase tussen beide type habitat.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 5 van 23


3 RESULTATEN RIVIERENHOF<br />

3.1 Algemene opmerkingen<br />

Tijdens de bemonstering van de <strong>Rivierenhof</strong> werd er in de Bootjesvijver tijdens de zegenvisserij vrij<br />

veel hinder ondervonden van de hoge bedekking met<br />

grof hoornblad en draadwier. Als gevolg hiervan wisten<br />

een aantal karpers zichtbaar te ontsnappen uit de<br />

zegen. Deze zijn wel meegenomen in de<br />

bestandschatting, aangenomen mag worden dat er<br />

eveneens karpers waren die niet zichtbaar ontsnapt<br />

zijn uit de zegen. Tijdens de fuikenvisserij op de<br />

Bootjesvijver zijn enkele fuiken ontvreemd tijdens de<br />

bemonstering. De bemonstering van de Grote<br />

hengelvijver kon zonder noemenswaardige problemen<br />

uitgevoerd worden. In de oeverzone was er sprake van<br />

clustering van vis (winterconcentraties).<br />

Blz. 6 van 23<br />

Afbeelding 3.1 Grote hoeveelheden grof hoornblad en draadwier in de zegen op de Bootjesvijver.<br />

3.2 Soortensamenstelling<br />

In de vijvers op het domein <strong>Rivierenhof</strong> zijn in totaal 13 vissoorten aangetroffen, exclusief hybride (een<br />

kruising tussen twee karperachtigen). Van de aangetroffen soorten behoort het merendeel tot het<br />

eurytope stromingsgilde. Dit zijn de soorten baars, brasem, blankvoorn, giebel, karper, kolblei, paling,<br />

pos, snoekbaars en snoek. Daarnaast zijn er 2 limnofiele soorten gevangen (rietvoorn en zeelt). De<br />

winde is de enige rheofiele soort.<br />

3.3 Elektro- en fuikenvisserij<br />

In tabel 3.1 worden de vangsten van de elektro- en fuikenvisserij op de <strong>Rivierenhof</strong> weergegeven in<br />

biomassa en aantallen per eenheid van inspanning.<br />

Tabel 3.1. Vangstgegevens elektrovisserij en fuikenvisserij <strong>Rivierenhof</strong>.<br />

Fuikenvisserij (vangst per fuiknacht) Elektrovisserij (vangst per 100 meter)<br />

Grote hengelvijver Bootjesvijver Grote hengelvijver Bootjesvijver<br />

Vissoort kg aantal kg aantal kg aantal kg aantal<br />

Aal/Paling 5,51 11,88 0,75 1,00 2,48 14,00 0,18 1,60<br />

Baars 1,13 49,71 0,00 1,00 1,70 134,85 0,04 2,80<br />

Blankvoorn 0,63 13,09 0,15 4,50 5,86 92,34 0,02 1,00<br />

Brasem 0,61 45,38 - - 0,28 27,38 0,00 0,20<br />

Giebel 0,06 0,50 - - 0,02 1,15 - -<br />

Karper - - 1,35 0,50 4,88 0,60 3,24 0,40<br />

Kolblei 0,03 0,13 - - 0,20 1,20 - -<br />

Pos 0,11 21,42 - - 0,22 38,56 - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn - - 0,10 4,50 - - 0,04 4,80<br />

Snoek - - 0,60 0,50 - - 0,36 3,60<br />

Snoekbaars 0,00 0,60 - - - - - -<br />

Winde 0,01 0,60 - - - - - -<br />

Zeelt 0,31 0,25 - - 4,18 2,80 - -<br />

Totaal 8,40 143,13 2,95 12,00 19,82 312,00 3,88 14,40<br />

De fuikvangsten op de Grote hengelvijver hebben een omvang van 8,4 kg en 143 exemplaren per<br />

fuiknacht. In de Bootjesvijver is beduidend minder vis gevangen, slechts 3 kg en 12 exemplaren per<br />

fuiknacht. In de Grote hengelvijver bestaan de fuikvangsten op basis van biomassa voornamelijk uit<br />

paling (66%).<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


De soorten die het vaakst werden aangetroffen in de fuiken van de Grote hengelvijver zijn baars<br />

(35%), brasem (32%) en pos (15%). In de Bootjesvijver zijn dit de soorten blankvoorn (38%) en<br />

rietvoorn (38%).<br />

Ook tijdens de elektrovisserij werd meer vis gevangen in de Grote hengelvijver. De vangsten in deze<br />

vijver hebben een omvang van bijna 20 kg en 312 exemplaren per 100 meter oeverlengte. De<br />

biomassa bestaat grotendeels uit blankvoorn (30%), karper (25%) en zeelt (21%). In aantallen hebben<br />

de soorten baars (43%) en blankvoorn (30%) een groot aandeel in de totale vangst.<br />

In de Bootjesvijver hebben de vangsten van de elektrovisserij slechts een omvang van 3,9 kg en 14,4<br />

exemplaren per 100 meter oeverlengte. De biomassa bestaat voor 84% uit karper. De soorten die het<br />

vaakst zijn aangetroffen zijn in de oeverzone zijn de roofvissen snoek (33%) en snoekbaars (25%).<br />

3.4 Bestandschattingen<br />

In tabel 3.2 en tabel 3.3 worden de bestandschattingen van de Grote Hengelvijver weergegeven op<br />

basis van biomassa en aantallen per hectare.<br />

Tabel 3.2. Bestandschatting Grote hengelvijver 2011(kg/ha).<br />

Gilde Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 40,9 - 0,0 0,6 3,9 36,4<br />

Baars 28,7 9,7 17,5 0,7 0,8 -<br />

Blankvoorn 98,0 - - 95,9 2,0 -<br />

Brasem 115,6 0,7 3,6 0,9 106,2 4,1<br />

Giebel 0,3 - 0,3 - - -<br />

Hybride 1,6 - - - 1,6 -<br />

Karper 79,9 - - - - 79,9<br />

Kolblei 4,2 - - 2,5 1,7 -<br />

Pos 3,9 3,0 0,8 - - -<br />

Limnofiel Zeelt 68,5 - - - 4,3 64,2<br />

Totaal 441,6 13,4 22,2 100,6 120,5 184,6<br />

0,0 = 0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 229 -<br />

10 43 79 98<br />

Baars 2.253 1.476 769 4 3 -<br />

Blankvoorn 1.520 - - 1.514 6 -<br />

Brasem 673 122 334 7 205 5<br />

Giebel 19 -<br />

19 - - -<br />

Hybride 4 - - -<br />

4 -<br />

Karper 10 - - - -<br />

10<br />

Kolblei 22 - -<br />

16 6 -<br />

Pos 696 601 95 - - -<br />

Limnofiel Zeelt 46 - - -<br />

7 39<br />

Totaal 5.472 2.199 1.227 1.584 310 152<br />

0 =


In tabel 3.4 en tabel 3.5 worden de bestandschattingen van de Bootjesvijver weergegeven op basis<br />

van biomassa en aantallen per hectare.<br />

Tabel 3.4. Bestandschatting Bootjesvijver 2011 (kg/ha).<br />

Gilde Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 6,8 - - 0,2 1,6 5,1<br />

Baars 4,0 0,2 2,7 1,1 - -<br />

Blankvoorn 9,8 0,3 7,0 2,5 - -<br />

Brasem 28,8 0,0 0,4 0,5 - -<br />

Karper 260,3 - - - - 260,3<br />

Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 3,6 0,6 1,9 1,2 - -<br />

Subtotaal 313,3 1,1 12,0 5,5 1,6 265,4<br />

ecologische indeling voor snoek<br />

Totaal 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Eurytoop Snoek 35,6 0,8 1,3 5,4 3,7 24,4<br />

Totaal 348,9<br />

0,0 = 0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 61 - -<br />

15 23 23<br />

Baars 170 29 126 14 - -<br />

Blankvoorn 458 125 303 30 - -<br />

Brasem 48 11 13 10 - -<br />

Karper 32 - - - -<br />

32<br />

Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 599 487 98 14 - -<br />

Subtotaal 1.368 652 540 83 23 55<br />

ecologische indeling voor snoek<br />

Totaal 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Eurytoop Snoek 107 45 37 13 5 6<br />

Totaal 1.475<br />

0 =


Van de soorten snoek en paling zijn exemplaren over de gehele lengterange aangetroffen. De<br />

eenzomerige snoeken hebben lengtes bereikt tot 17 cm. Dit is niet bijzonder groot, daar snoeken<br />

tijdens de eerste zomer vaak lengtes van meer dan 30 cm bereiken.<br />

3.6 Lengtegewicht relatie en conditie<br />

In bijlage 6 worden de conditiediagrammen van de gevangen vissoorten gepresenteerd. In bijlage 7<br />

worden de bijbehorende lengtegewicht relaties weergegeven.<br />

Grote hengelvijver<br />

De conditie van vrijwel alle soorten in de Grote hengelvijver kunnen als normaal beschouwd worden.<br />

Wel valt op dat de conditie van blankvoorn en pos richting matig gaat. Bij brasem is dit juist andersom,<br />

waar de conditie bijna goed te noemen is. Ook de palingen hebben een normale conditie, al is de<br />

spreiding bij deze soort vrij groot (dit is een normaal beeld).<br />

Bootjesvijver<br />

De soorten baars, brasem en snoek verkeren allen in een normale conditie. Opvallend aan de conditie<br />

van de soorten blankvoorn en rietvoorn is de goede tot zeer goede conditie van het broed en de<br />

normale conditie van de oudere jaarklassen.<br />

3.7 Predator-prooi verhouding<br />

De enige aangetroffen roofvissen in de Grote hengelvijver zijn de baars en snoekbaars. De<br />

snoekbaars is enkel tijdens de fuikenvisserij gevangen. Op basis van het baarsbestand (exemplaren ><br />

15 cm) en het totale planktivore prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi<br />

verhouding berekend op 1:24. Op basis van deze verhouding is er vrijwel geen regulerend effect van<br />

roofvis op het planktivore bestand te verwachten.<br />

In de Bootjesvijver is een redelijk omvangrijk snoekbestand aanwezig en zijn daarnaast enkele grotere<br />

baarzen gevangen. Op basis van de biomassa van deze soorten (exemplaren > 15 cm) en het totale<br />

planktivore prooivisbestand (exemplaren < 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1:0,4.<br />

Op basis van deze verhouding is een regulerend effect van roofvis op het planktivore bestand<br />

aannemelijk. Of het geringe bestand aan jonge vis geheel te wijten is aan predatie is daarmee nog<br />

niet met zekerheid te zeggen. Een negatieve terugkoppeling van het zware bestand aan karper kan<br />

ook een rol spelen.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Afbeelding 3.2 Lederkarper (vrijwel geen schubben).<br />

Blz. 9 van 23


4 RESULTATEN BLAASVELDBROEK<br />

4.1 Algemene opmerkingen<br />

De bemonstering van de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> is voorspoedig verlopen. De bevissingen met alle<br />

vangtuigen konden goed uitgevoerd worden. De kleinere lengteklassen van diverse vissoorten lagen<br />

tijdens de bemonstering reeds geclusterd in de oeverzone.<br />

4.2 Soortensamenstelling<br />

In totaal zijn er tijdens het onderzoek 14 vissoorten aangetroffen, exclusief hybride (een kruising<br />

tussen twee karperachtigen). Van deze soorten behoren er 8 tot het eurytope stromingsgilde (baars,<br />

brasem, blankvoorn, karper, kolblei, paling, pos en snoek). Daarnaast zijn 4 limnofiele soorten<br />

gevangen (bittervoorn, rietvoorn, vetje en zeelt) en 2 exoten (blauwband en zonnebaars).<br />

Afbeelding 4.2 Brasem, één van de aangetroffen vissoorten.<br />

Blz. 10 van 23<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


4.3 Elektro- en fuikenvisserij<br />

In tabel 4.1 en tabel 4.2 worden de vangsten van de elektro- en fuikenvisserij te <strong>Blaasveldbroek</strong><br />

weergegeven in biomassa en aantallen per eenheid van inspanning.<br />

Tabel 4.1. Vangst fuikenvisserij <strong>Blaasveldbroek</strong>.<br />

Blaasveld A Blaasveld B<br />

Fuikenvisserij (vangst per fuiknacht)<br />

Blaasveld C<br />

Blaasveld D Blaasveld E<br />

Vissoort kg aantal kg aantal kg aantal kg aantal kg aantal<br />

Aal/Paling 0,28 0,63 0,33 2,25 4,24 12,63 5,84 16,00 0,31 1,63<br />

Baars 0,08 12,90 0,18 16,03 - - 0,01 1,38 - -<br />

Bittervoorn 0,00 1,19 - - 0,00 1,60 - - - -<br />

Blankvoorn 0,08 4,08 0,21 10,38 0,33 27,44 0,13 8,13 - -<br />

Blauwband - - - - - - - - 0,00 0,13<br />

Brasem 0,05 0,13 0,08 4,06 0,09 19,23 1,26 12,00 - -<br />

Kolblei - - - - 0,03 1,85 0,01 0,25 - -<br />

Pos - - 0,06 5,34 0,08 10,42 0,04 4,13 - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,09 22,31 0,10 12,59 - - 0,03 0,25 0,09 2,75<br />

Snoek 0,48 0,38 - - - - - - - -<br />

Vetje - - - - - - - - 0,00 2,25<br />

Zeelt 0,18 0,13 0,31 0,25 - - - - 0,58 7,63<br />

Zonnebaars - - 0,04 1,91 0,03 2,65 0,03 1,00 - -<br />

Totaal 1,21 41,50 1,30 52,50 4,78 75,38 7,34 43,13 0,98 14,38<br />

De fuikvangsten in de verschillende deelgebieden variëren in omvang van circa 1,0 tot 7,3 kg per<br />

fuiknacht, waarbij 14 tot 75 exemplaren per fuiknacht werden gevangen. Op basis van biomassa<br />

bestaan de vangsten vooral uit soorten als paling, snoek, brasem, blankvoorn en zeelt. De<br />

vangstaantallen bestaan grotendeels uit de kleinere vissoorten baars, rietvoorn, blankvoorn, pos en in<br />

een enkel geval brasem, paling en zeelt.<br />

Tabel 4.2. Vangst elektrovisserij <strong>Blaasveldbroek</strong>.<br />

Elektrovisserij (vangst per 100 meter)<br />

Blaasveld A Blaasveld B Blaasveld C<br />

Blaasveld D Blaasveld E<br />

Vissoort kg aantal kg aantal kg aantal kg aantal kg aantal<br />

Aal/Paling 0,27 0,67 0,47 4,00 1,60 8,00 5,41 19,75 0,00 0,25<br />

Baars 1,07 185,95 0,87 77,37 0,45 44,30 0,77 88,63 - -<br />

Bittervoorn 0,10 37,12 0,07 30,02 0,00 0,50 0,02 14,79 - -<br />

Blankvoorn 0,93 68,95 6,13 401,34 6,55 1211,23 6,72 1141,72 - -<br />

Blauwband - - - - - - - - 0,00 0,75<br />

Brasem - - 0,97 3,33 2,30 487,25 1,01 177,36 - -<br />

Hybride - - 0,10 3,15 0,05 14,77 - - - -<br />

Karper - - 4,93 1,00 - - 0,12 22,74 - -<br />

Kolblei - - - - 0,05 14,77 - - - -<br />

Pos 0,03 2,32 0,00 0,67 0,25 14,77 0,15 12,36 - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,10 16,91 1,10 155,18 - - 0,17 114,04 0,03 0,50<br />

Snoek 1,90 3,33 2,60 3,00 0,95 1,50 0,37 0,74 - -<br />

Vetje 0,10 118,32 0,03 26,90 0,40 428,19 0,05 50,80 0,00 0,25<br />

Zeelt 2,67 22,88 0,60 0,67 0,05 1,00 0,02 0,25 1,30 30,25<br />

Zonnebaars 0,50 37,12 0,47 30,05 0,30 15,27 1,06 71,33 0,00 0,25<br />

Totaal 7,67 491,67 18,33 736,0 12,95 2240 15,88 1711,11 1,33 32,25<br />

De vangsten in de oeverzone variëren in omvang van 1,3 tot 18,3 kg en tussen de 32 en meer dan<br />

1.700 exemplaren per 100 meter oeverlengte. De vangsten in de oeverzone zijn zo groot doordat er<br />

reeds clustering van vis werd aangetroffen. In vijver E valt op dat er betrekkelijke weinig soorten zijn<br />

aangetroffen, waarbij relatief veel zeelt werd gevangen.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 11 van 23


4.4 Bestandschattingen<br />

In tabel 3.2 en tabel 3.3 worden de bestandschattingen van te <strong>Blaasveldbroek</strong> weergegeven op basis<br />

van biomassa en aantallen per hectare.<br />

Tabel 4.3. Bestandschatting <strong>Blaasveldbroek</strong> 2011(kg/ha).<br />

Gilde Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 51,8 - 0,0 0,2 2,0 49,6<br />

Baars 15,3 5,2 7,6 2,5 - -<br />

Blankvoorn 93,1 24,9 64,3 3,8 - -<br />

Brasem 31,5 5,9 12,3 0,6 1,1 11,6<br />

Hybride 0,4 - 0,4 0,0 - -<br />

Karper 5,3 - - - - 5,3<br />

Kolblei 1,0 0,3 0,7 - - -<br />

Pos 3,4 0,5 2,9 - - -<br />

Limnofiel Bittervoorn 0,8 - 0,8 - - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 4,2 1,2 1,9 1,0 - -<br />

Vetje 2,9 0,0 2,9 - - -<br />

Zeelt 29,5 - 7,3 2,9 - 19,4<br />

Exoot Blauwband 0,0 - 0,0 - - -<br />

Zonnebaars 13,0 0,2 12,4 0,4 - -<br />

Subtotaal 252,2 38,2 113,5 11,4 3,1 85,9<br />

ecologische indeling voor snoek<br />

Totaal 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Eurytoop Snoek 29,4 - 1,5 3,8 8,6 15,4<br />

Totaal 281,6<br />

0,0 = 0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Eurytoop Aal/Paling 201 -<br />

4 14 31 153<br />

Baars 2.072 1.513 528 31 - -<br />

Blankvoorn 14.934 9.458 5.415 61 - -<br />

Brasem 3.484 2.677 785 13 3 5<br />

Hybride 64 -<br />

63 1 - -<br />

Karper 1 - - - -<br />

1<br />

Kolblei 243 182 62 - - -<br />

Pos 317 130 187 - - -<br />

Limnofiel Bittervoorn 346 - 346 - - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 1.181 938 231 12 - -<br />

Vetje 2.961 13 2.947 - - -<br />

Zeelt 311 - 267 32 -<br />

11<br />

Exoot Blauwband 5 -<br />

5 - - -<br />

Zonnebaars 865 216 647 2 - -<br />

Subtotaal 26.985 15.127 11.487 166 34 170<br />

ecologische indeling voor snoek<br />

Totaal 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Eurytoop Snoek 35 -<br />

7 9 11 7<br />

Totaal 27.020<br />

0 =


Van de meeste van deze soorten is relatief veel broed gevangen, waarbij een goede doorgroei naar<br />

de volgende jaarklasse zichtbaar is. De afmetingen van het broed van een soort als het vetje is<br />

dermate klein dat het vangstrendement lager is, waardoor dit bestand onderschat is.<br />

In tabel 4.5 wordt het overzicht gegeven van de bestandschattingen per vijver.<br />

Tabel 4.5. Bestandschattingen deelgebieden <strong>Blaasveldbroek</strong> 2011 (kg en aantal/ha).<br />

Vijver > A B C D E<br />

Gilde Vissoort kg/ha n/ha kg/ha n/ha kg/ha n/ha kg/ha n/ha kg/ha n/ha<br />

Eurytoop Aal/Paling 13,2 35 23,8 209 65,8 333 82,8 302 0,1 8<br />

Baars 62,3 11.012 45,8 4.078 18,7 1.851 12,2 1.401 - -<br />

Blankvoorn 53,8 3.964 319,9 20.984 272,8 50.473 103,9 17.496 - -<br />

Brasem 8,5 31 164,7 254 95,0 20.312 17,8 2.845 - -<br />

Hybride 0,5 6 4,7 164 2,8 615 - - - -<br />

Karper - - 257,8 52 - - - - - -<br />

Kolblei - - - - 1,0 615 1,7 348 - -<br />

Pos 2,1 121 0,7 60 11,2 700 4,0 444 - -<br />

Snoek 90,0 165 98,2 109 52,8 68 24,5 18 - -<br />

Limnofiel Bittervoorn 4,5 1.985 3,5 1.567 0,0 21 0,5 226 - -<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 5,8 881 58,2 8.100 - - 3,2 1.748 4,1 51<br />

Vetje 5,6 6.163 2,0 1.404 16,2 17.841 0,8 778 1,9 1.069<br />

Zeelt 185,7 1.222 31,7 35 1,3 42 5,3 6 43,9 1.014<br />

Exoot Blauwband - - - - - - - - 0,2 25<br />

Zonnebaars 26,6 1.985 25,2 1.574 12,7 636 16,3 1.094 0,4 8<br />

Totaal 458,6 27.570 1.036,2 38.590 550,3 93.507 273,0 26.706 50,6 2.175<br />

0,0 =


4.6 Lengtegewicht relatie en conditie<br />

In bijlage 6 worden de conditiediagrammen van de gevangen vissoorten gepresenteerd. In bijlage 7<br />

worden de bijbehorende lengtegewicht relaties weergegeven.<br />

Over het algemeen geldt dat vrijwel alle aangetroffen vissoorten te <strong>Blaasveldbroek</strong> een conditie<br />

hebben die als normaal beschouwd kan worden. Met uitzondering van de paling is bij de overige<br />

soorten de spreiding van de conditie beperkt. Bij paling geldt dat er een hoge mate van variatie is in<br />

de aangetroffen conditie, maar dat deze gemiddeld normaal is.<br />

De klein blijvende soorten bittervoorn en vetje zijn de enige vissoorten met een conditie die beter is<br />

dan normaal (zeer goed). De conditie van de aangetroffen exoot blauwband is over het algemeen<br />

slecht, waarschijnlijk is de referentiewaarde van deze soort te hoog.<br />

4.7 Predator-prooi verhouding<br />

De belangrijkste roofvissen in de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn de snoek en in mindere mate baars.<br />

Op basis van de biomassa van deze soorten (> 15 cm) en het totale prooivisbestand (< 15 cm) is de<br />

predator-prooi verhouding berekend op 1:4,8. Uit deze verhouding is het niet waarschijnlijk dat het<br />

planktivore bestand gereguleerd wordt door het roofvisbestand, de regulatie zal eerder voortkomen uit<br />

het beschikbare voedselaanbod. Op basis van de verhouding tussen roofvis en prooivis lijkt er ruimte<br />

aanwezig voor de aanwezige populatie roofvis om zich verder te ontwikkelen.<br />

Blz. 14 van 23<br />

Afbeelding 4.2 Snoek.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


5 DISCUSSIE<br />

5.1 Uitvoering bemonstering<br />

De bevissingen op het domein <strong>Rivierenhof</strong> hebben plaatsgevonden in de laatste week van oktober, de<br />

bemonstering te Blaasveld Broek is in de eerste week van november uitgevoerd. Tijdens de<br />

bemonstering was al duidelijk clustering van kleine vis waarneembaar, voornamelijk in de oeverzone.<br />

Wanneer vis niet homogeen over het water verspreidt is kan dit leiden tot minder nauwkeurige<br />

bestandschattingen. Door een ruime bemonsteringsinspanning is dit grotendeels ondervangen. In de<br />

Grote hengelvijver is 26% van het open water bemonsterd met de zegen en 38% van de oeverzone<br />

met het elektrovisapparaat. In de Bootjesvijver is 73% van het open water bevist met de zegen en<br />

30% van de oeverlengte met het elektrovisapparaat. In de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> is de inspanning<br />

het hoogst, op deze vijvers is in totaal 86% van de oeverzone bevist en 57% van het open water.<br />

Bij de bemonstering van de bootjesvijver werd tijdens de zegenvisserij vrij veel hinder ondervonden<br />

van de aanwezige submerse vegetatie. De vangsten zijn hierdoor mogelijk lager uitgevallen. Bij karper<br />

is dit ondervangen door de duidelijk zichtbaar ontsnappende exemplaren wel mee te nemen in de<br />

bestandschatting. Aangenomen mag worden dat er ook karpers buiten het zicht veld van de<br />

bemonsteraars zijn ontsnapt.<br />

Op de andere vijvers kon de bemonstering zonder problemen uitgevoerd worden en verliep deze<br />

voorspoedig. Wel dient opgemerkt te worden dat de dimensies van de wateren beperkt zijn en<br />

daarmee de beviste oppervlakten ook. De vangst van enkele exemplaren van bijvoorbeeld een grote<br />

vissoort als karper kan hierdoor leiden tot grote visbestanden (uitgedrukt in biomassa per hectare).<br />

5.2 Soortensamenstelling<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Met 13 vissoorten is de soortenrijkdom van de vissamenstelling in het domein <strong>Rivierenhof</strong> niet<br />

bijzonder groot, maar wel passend bij de geïsoleerde ligging en de kleine dimensies van de wateren.<br />

Het merendeel van de aangetroffen soorten behoren tot het eurytope stromingsgilde en zijn<br />

kernmerkend voor dit type wateren. De aanwezigheid van de stroomminende soort winde in<br />

geïsoleerde vijvers is vaak het gevolg van bepotingen. Deze vissoort is in de grote hengelvijver<br />

aangetroffen. In stilstaande wateren kan deze soort zich goed handhaven en uitgroeien tot grote<br />

afmetingen maar de voortplanting lukt vaak niet. Ondanks de plaatselijk zeer hoge bedekking met<br />

submerse vegetatie zijn slechts enkele plantminnende soorten aangetroffen (zeelt, rietvoorn en<br />

juveniele snoek). Zeelt bevond zich enkel in de Grote hengelvijver en de soorten snoek en rietvoorn<br />

werden alleen in de Bootjesvijver gevangen. In de Grote hengelvijver is er sprake van vrij weinig<br />

vegetatie, wat een verklaring kan zijn voor het lage aantal plantminnende soorten. In de Bootjesvijver<br />

is er wel sprake van veel submerse vegetatie. Desondanks is het aantal plantminnende soorten<br />

beperkt. De oorzaak hiervan is niet eenduidig. In de het najaar en gedurende de winter sterft de<br />

submerse vegetatie waarschijnlijk grotendeels af, waardoor enkel de aanwezige emerse vegetatie<br />

overblijft als plantenrijk habitat. Emerse vegetatie is slechts beperkt aanwezig in de vijver.<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

De bemonsterde vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong>, die door middel van kleine slootjes met elkaar in<br />

verbinding staan, omvatten een visbestand bestaande uit 14 soorten. Naast algemene eurytope<br />

soorten zijn eveneens verschillende plantminnende soorten aangetroffen die karakteristiek zijn voor<br />

de plantenrijke omstandigheden. Dit zijn de soorten bittervoorn, rietvoorn, vetje, zeelt en juveniele<br />

snoek. De aanwezigheid van bittervoorn duidt eveneens op de aanwezigheid van zoetwatermossels,<br />

noodzakelijk voor de voortplanting.<br />

De soorten met de grootste spreiding over de verschillende vijvers zijn paling, vetje, zeelt en<br />

zonnebaars. De exoot zonnebaars lijkt hiermee volledig ingeburgerd in het systeem. Bij de andere<br />

exoot, de blauwband, is dit nog niet het geval. Deze vissoort werd alleen in vijver E gevangen. In deze<br />

vijver was de soortenrijkdom met vijf soorten bijzonder gering. Andere soorten met een grote spreiding<br />

zijn baars, blankvoorn, brasem, pos, snoek, bittervoorn en rietvoorn.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 15 van 23


5.3 Omvang van het visbestand<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Met bestanden van 441,6 kg/ha / 5.472 stuks/ha en 348,9 kg/ha / 1.475 stuks/ha hebben de<br />

visbestanden van respectievelijk de Grote hengelvijver en Bootjesvijver een aanzienlijke omvang (op<br />

basis van biomassa).<br />

Wanneer de opbouw van het visbestand van de Grote hengelvijver nader bekeken wordt, dan valt op<br />

dat er slechts weinig soorten zijn met een evenwichtig opgebouwde visstand. Met uitzondering van de<br />

soorten baars, pos en in mindere mate brasem, zijn er geen broedbestanden aangetroffen. Zelfs bij<br />

een veel voorkomende soort als blankvoorn zijn alleen exemplaren groter dan 15 cm aangetroffen. De<br />

afwezigheid van broed kan veroorzaakt worden door de afwezigheid van paai- en opgroeiplaatsen. De<br />

oevers van de vijver zijn grotendeels beschoeid met stenen en stortsteen, plaatselijk is emerse<br />

vegetatie aanwezig in de vorm van kleine lisdodde. Lisdodde is een weinig geliefd habitat. Baars en<br />

pos zijn soorten die minder kieskeurig zijn met betrekking tot paaisubstraat dan soorten als blankvoorn<br />

of brasem. Deze soorten paaien makkelijk af op steenachtig substraat of ingevallen takken. In<br />

hoeverre aalscholvers effect hebben op het aanwezige visbestand is niet met zekerheid vast te stellen<br />

maar is zeker niet uit te sluiten. Op het eilandje in de Grote Hengelvijver zitten al enkele jaren<br />

aalscholvers. Hun aantal varieert met de seizoenen, maar ze jagen actief in de hengelvijver (mond.<br />

med. R. Yseboodt, ANB). Zoals vermeld zijn er slechts weinig soorten met een evenwichtig<br />

opgebouwde visstand. Dat bij blankvoorn enkel exemplaren groter dan 15 cm zijn aangetroffen is<br />

opmerkelijk. Deze lengteklasse van 15 tot 20 cm is echter nog steeds kwetsbaar voor predatie door<br />

aalscholvers. Met betrekking tot de hengelvangsten in de vijvers valt op dat tijdens een korte periode<br />

in de ochtend- en avondschemering vis gevangen kan worden (mond. med. R. Yseboodt, ANB). Dit<br />

lijkt er op te wijzen dat de vis zich overdag schuil houdt. Mogelijk weten de oudere jaarklassen zich<br />

beter schuil te houden dan de eenzomerige exemplaren.<br />

Opvallend aan de lengteopbouw van de paling is de aanwezigheid van alle lengteklassen in de range<br />

van 10 tot 90 cm. Van deze soort is de afgelopen jaren elk voorjaar een kilogram glasaal uitgezet<br />

waarvan het resultaat zeer duidelijk zichtbaar is in een brede lengteopbouw en een fors bestand.<br />

Bij het brasembestand valt op dat de vissen niet groter worden dan 30 tot 40 cm. Normaal heeft de<br />

grootste lengteklasse van brasem vaak een lengte van 40 tot 60 cm. Het is goed mogelijk dat de<br />

aangetroffen brasems afkomstig zijn van herbepotingen. In 2009 werd nog 300 kg brasem uitgezet in<br />

de wateren op het domein <strong>Rivierenhof</strong>. Deze vissen hadden een lengte van 20 tot 40 cm. Natuurlijke<br />

rekrutering is beperkt zoals boven reeds gememoreerd.<br />

Het visbestand in de Bootjesvijver onderscheidt zich van het bestand in de Grote hengelvijver door<br />

een relatief hoge abundantie van de plantminnende soort rietvoorn en een goed ontwikkeld<br />

snoekbestand. De hoge bedekking met submerse vegetatie lijkt hieraan ten grondslag te liggen. De<br />

voortplantingsmogelijkheden op deze vijver lijken beter te zijn dan op de Grote hengelvijver. Van de<br />

soorten baars, blankvoorn, brasem en rietvoorn is broed aangetroffen, waarbij vooral het<br />

broedbestand van rietvoorn relatief omvangrijk is. Ook van snoek is broed aangetroffen, het<br />

merendeel heeft echter een beperkte lengte tot 17 cm. Dit is niet bijzonder groot. Dat kan het gevolg<br />

zijn van beperkt voedselaanbo,d maar ook van een beperkt habitat in combinatie met aanwezigheid<br />

van oudere snoek in dat zelfde habitat. De kleinste snoekjes leiden dan een teruggetrokken leven en<br />

moeten genoegen nemen met minder efficiënt voedsel bestaande uit macrofauna. Gezien de omvang<br />

van het snoekbestand is een regulerende werking op het planktivore visbestand aannemelijk. Op<br />

basis van de goede conditie van het planktivore broedbestand lijkt er geen sprake te zijn van te weinig<br />

voedsel wat het vermoeden van een externe regulering versterkt.<br />

In tabel 5.1 worden bestandschattingen weergegeven van enigszins gelijkaardige wateren als de<br />

Grote hengelvijver en de Bootjesvijver (stadswateren/vijvers).<br />

Blz. 16 van 23<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


Tabel 5.1. Bestandschattingen gelijkaardige wateren (Nederland).<br />

Water<br />

Omvang visbestand<br />

kg/ha aantal/ha<br />

Abundante vissoorten*<br />

biomassa aantallen<br />

Stadsgracht Elburg (2010, ref.7) 149,6 10.091 br, sk, bv bv, ve, ba<br />

Vijvers Baarn (2009, ref. 8) 817,7 10.644 ka, bv bv<br />

Vijver Barneveld (2011, ref. 9) 794 104.085 bv bv, ve<br />

* ba = baars, bv = blankvoorn, br = brasem, ka = karper, ve = vetje<br />

Stedelijke wateren, zoals stadsvijvers, worden vaak gekenmerkt door beperkte dimensies, waarbij de<br />

omstandigheden sterk kunnen verschillen tussen op het oog gelijkaardige wateren. In bovenstaande<br />

tabel is te zien dat de biomassa gedomineerd kan worden door verschillende soorten, maar dat in alle<br />

drie de wateren de blankvoorn ruim vertegenwoordigd is. Dit geldt ook voor de bestandschattingen op<br />

basis van biomassa. In de Grote hengelvijver heeft de blankvoorn een aanzienlijk aandeel in<br />

biomassa en aantallen. In de Bootjesvijver is dit niet het geval. Door de plantenrijke omstandigheden<br />

in dit water is het de rietvoorn die relatief veel wordt aangetroffen. De omvang van beide visbestanden<br />

lijkt, in relatie tot de gelijkaardige wateren, in orde.<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Het visbestand te <strong>Blaasveldbroek</strong> is geschat op 281,6 kg/ha en 27.020 stuks/ha. Het visbestand in de<br />

vijvers van <strong>Blaasveldbroek</strong> is op basis van biomassa redelijk verdeeld over de soorten blankvoorn,<br />

paling, zeelt en snoek. De blankvoorns lagen tijdens de bemonstering al vrij geclusterd in de<br />

oeverzone. De aanwezige vegetatie en de holle oevers met boomwortels bieden voldoende<br />

schuilmogelijkheden alwaar deze vissen zich bevonden. Ook zijn er voldoende schuilmogelijkheden in<br />

de vorm van ingevallen bomen. Deze schuilgelegenheden lijken noodzakelijk in verband met<br />

aalscholvers die zich in het natuurgebied <strong>Blaasveldbroek</strong> bevinden.<br />

Hoewel de bestandschatting al een vrij omvangrijk palingbestand laat zien (51,8 kg/ha) is er reden te<br />

veronderstellen dat het bestand onderschat is. Doordat paling met de zegen vrijwel niet gevangen is,<br />

zijn dit met name palingen uit de oeverzone (gevangen tijdens elektrovisserij). Het is aannemelijk dat<br />

het werkelijke bestand van paling hoger is dan het aangetroffen bestand. De hoge fuikvangsten van<br />

paling in vooral vijver C en D (tot 5 kg/fuiknacht) tonen dit ook aan. Hetzelfde geldt in beperkte mate<br />

voor brasem. In vijver “D” werden er van deze vissoort enkele grote exemplaren in de fuiken<br />

gevangen, die tijdens de zegenvisserij niet zijn aangetroffen.<br />

Opvallend aan de lengtefrequentieverdelingen en populatieopbouw van de meeste vissoorten in de<br />

vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> is de aanwezigheid van exemplaren over een brede lengterange. Dit is ook<br />

zichtbaar bij de klein blijvende soorten als vetje. Deze populatieopbouw duidt op een vrij constante<br />

rekrutering en goede doorgroeimogelijkheden naar grotere lengteklassen. Voor de soorten baars,<br />

blankvoorn, kolblei en rietvoorn geldt dat de meeste exemplaren kleiner zijn dan 25 cm. Dit is echter<br />

een beeld dat in veel wateren wordt waargenomen en wat niet direct het gevolg hoeft te zijn van<br />

aalscholver predatie. Een soort als blankvoorn groeit bijvoorbeeld beter door naar grotere lengtes (tot<br />

40 cm) indien er driehoeksmossels ofwel slakken aanwezig zijn als voedselbron. Predatie door<br />

aalscholvers is echter niet uit te sluiten.<br />

Het palingbestand in de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> bestaat uit vissen verspreidt over een grote<br />

lengterange. In 2008 en 2010 werd in beide jaren 2 kg glasaal uitgezet in de vijvers. Dit is duidelijk<br />

terug te zien in de lengteverdeling. In 2008 werden nog 300 juveniele snoekjes uitgezet in de vijvers.<br />

Ondanks dat er een omvangrijk snoekbestand aanwezig is op de vijvers, is het niet waarschijnlijk dat<br />

deze het planktivore bestand sterk reguleert.<br />

Wanneer de visbestanden van de verschillende vijvers met elkaar worden vergeleken dan valt op dat<br />

het visbestand van vijver “E” afwijkt van de overige bestanden. In deze vijver word het visbestand<br />

gedomineerd door de soorten zeelt en vetje en zijn de algemene soorten als brasem en blankvoorn<br />

afwezig. Het vetje is een vissoort waarvan de bestanden zich explosief kunnen ontwikkelen in<br />

pioniersituaties (ref. 6). De zeelt is een vissoort die goed bestand is tegen lage zuurstofconcentraties<br />

in het water. Mogelijk is de visstand in deze vijver in het verleden sterk gedecimeerd, bijvoorbeeld als<br />

gevolg van zuurstofloosheid. Dat de visstand in deze vijver afwijkt van de overige vijvers kan<br />

betekenen dat de verbinding (en daarmee migratiemogelijkheden) tussen deze en de overige vijvers<br />

niet optimaal is.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 17 van 23


Anderzijds kan het ook betekenen dat het nog steeds slecht gesteld is met de zuurstofgehalten in<br />

deze vijver (deze vijver ligt in het bos, leidend tot<br />

minder lichtinval en bladval in het water). Tenslotte is<br />

het ook mogelijk dat de verschillende vijvers te<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong> (afhankelijke van de verbinding met<br />

de andere vijvers) autonoom functioneren.<br />

In tabel 5.2 worden bestandschattingen weergegeven<br />

van enigszins gelijkaardige wateren als het water te<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong> (gebieden waar turf gewonnen is, met<br />

de karakteristieke legakkers).<br />

Blz. 18 van 23<br />

Afbeelding 5.1 Zeelt uit vijver E (<strong>Blaasveldbroek</strong>).<br />

Tabel 5.2. Bestandschattingen gelijkaardige wateren (Nederland).<br />

Water<br />

Omvang visbestand<br />

kg/ha aantal/ha<br />

Abundante vissoorten*<br />

biomassa aantallen<br />

Terra Nova (2008, ref. 14) 92,3 1.995 br, ze, sk ba, br, po<br />

Kortenhoefse plas (2010, ref. 15) 146,9 5.625 br, bv, sk ba, bv, br<br />

* ba = baars, bv = blankvoorn, br = brasem, sk = snoek, po = pos, ze = zeelt<br />

Ten opzichte van gelijkaardige wateren lijkt het visbestand te <strong>Blaasveldbroek</strong> aanzienlijk omvangrijker,<br />

zowel op basis van biomassa als op basis van aantallen. De soorten brasem, blankvoorn, zeelt en<br />

snoek vormen ook in de gelijkaardige wateren een aanzienlijk deel van de totale biomassa. Te<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong> heeft daarnaast de paling een aanzienlijk aandeel (voortkomend uit de<br />

herbepotingen). Op basis van aantallen zijn het vooral de soorten baars, brasem en blankvoorn die<br />

vaak worden aangetroffen. Dit komt overeen met het visbestand te <strong>Blaasveldbroek</strong>, waarbij eveneens<br />

de kenmerkende soorten vetje en rietvoorn relatief vaak zijn aangetroffen.<br />

5.4 Viswatertypering<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Op basis van de aangetroffen visstand kan de Grote hengelvijver het best getypeerd worden als een<br />

blankvoorn-brasemviswatertype. Dit viswatertype is kenmerkend voor stadsvijvers, meren en plassen<br />

en komt vooral voor in wateren waar een dichte begroeiing met waterplanten niet goed tot stand kan<br />

komen (ref. 10). Plantminnende soorten zijn dan ook niet abundant aanwezig (enkel de zeelt is in de<br />

Grote hengelvijver gevangen).<br />

Afbeelding 5.2 Bittervoorn.<br />

Op basis van de aangetroffen visstand is het<br />

viswater van de Bootjesvijver lastig te typeren.<br />

De biomassa in dit water bestaat grotendeels uit<br />

karper, op basis van aantallen komt de rietvoorn<br />

het vaakst voor. Gezien de dichte begroeiing met<br />

waterplanten en de vrij hoge relatieve<br />

abundantie (aantallen) van rietvoorn en snoek<br />

kan het water enigszins getypeerd worden als<br />

een rietvoorn-snoekviswatertype, al zijn er ook<br />

overeenkomsten met het snoekblankvoornviswatertype<br />

(ref. 10). Het meest<br />

opvallende aan de visstand is het lage aantal<br />

plantminnende soorten (alleen snoek en<br />

rietvoorn). Soorten als zeelt, bittervoorn en vetje<br />

ontbreken. De oorzaak hiervan is niet bekend.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Op basis van het aanwezige visbestand kan het water te <strong>Blaasveldbroek</strong> getypeerd worden als een<br />

snoek-blankvoornviswatertype (ref. 10). Naast de kenmerkende soorten snoek, blankvoorn en baars,<br />

komen ook plantminnende soorten uit het rietvoorn-snoekviswatertype vrij abundant voor. Deze<br />

begeleidende vissoorten, zoals bittervoorn, rietvoorn en zeelt, zijn kenmerkend voor de begroeide<br />

(oever)gedeelten van de wateren (ref. 10). De open delen van het water worden bevolkt door soorten<br />

die niet of minder van waterplanten afhankelijk zijn (ref. 10).Dit zijn bijvoorbeeld soorten als brasem,<br />

paling en pos.<br />

5.5 Predatie, onttrekking en herbepotingen<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Op basis van de huidige predator-prooi verhouding in de Grote hengelvijver is er vrijwel geen<br />

regulerend effect van roofvis op het planktivore visbestand te verwachten. De predators in dit water<br />

zijn de soorten baars en snoekbaars. In de Bootjesvijver is wel een regulerend effect van roofvis op<br />

het planktivore bestand te verwachten, dit als gevolg van het aanwezige snoekbestand.<br />

In de wateren op het domein <strong>Rivierenhof</strong> wordt vrij regelmatig vis uitgezet. De laatste jaren zijn onder<br />

andere brasem, giebel, rietvoorn, paling, karper, snoekbaars, graskarper (éénmalig in de kasteelvijver)<br />

en zeelt uitgezet. Met uitzondering van graskarper zijn al deze vissoorten tijdens het huidige<br />

onderzoek aangetroffen. In de bestandschattingen zijn vooral de herbepotingen van paling goed<br />

zichtbaar. Elk jaar wordt een kilo glasaal uitgezet in de vijvers. Ook de herbepotingen van brasem<br />

lijken enigszins zichtbaar, al is het aangetroffen bestand een fractie van de hoeveelheden die sinds<br />

2005 zijn uitgezet (elk jaar 250 tot 400 kg brasem). De recente uitzettingen van zeelt (10-20 cm)<br />

komen niet duidelijk naar voren in de bestandschattingen. In 2010 was het Koi Herpesvirus in de<br />

<strong>Rivierenhof</strong> aanwezig (ref. 11). Als gevolg van dit virus stierven in de kasteelvijver tot wel 50 karpers<br />

per dag (ref. 11). Dit virus was niet in de Grote hengelvijver en Bootjesvijver aanwezig, of heeft er<br />

alleszins niet tot noemenswaardige sterfte geleid (mond. med. R. Yseboodt, ANB). Voor zover bekend<br />

zijn de laatste jaren geen blankvoorns uitgezet. Deze vissoort komt echter wel veel voor in de Grote<br />

hengelvijver, dit ondanks de slechte rekrutering van deze vissoort.<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Op basis van het aangetroffen visbestand is het niet waarschijnlijk het dat planktivore bestand<br />

gereguleerd wordt door het roofvisbestand. De populatieopbouw van de meeste soorten duidt op een<br />

vrij constante rekrutering en goede doorgroeimogelijkheden naar grotere lengteklassen. In hoeverre er<br />

predatie door aalscholvers plaatsvindt is niet bekend.<br />

De herbepotingen te<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong> zijn de laatste jaren<br />

beperkt tot paling (glasaal) en<br />

snoek. Vooral bij paling komen<br />

deze herbepotingen duidelijk naar<br />

voren in de bestandschatting,<br />

doordat exemplaren van over de<br />

gehele lengterange zijn<br />

aangetroffen. In hoeverre de<br />

redelijke snoekstand het gevolg is<br />

van bepotingen is niet te zeggen. In<br />

het algemeen wordt een<br />

snoekstand beperkt door de<br />

schuilmogelijkheden tussen de<br />

emerse vegetatie. Toevoegen van<br />

jonge snoek heeft daaroor niet veel<br />

zin tenzij er absoluut geen<br />

paaimogelijkheid is voor snoek.<br />

Afbeelding 5.3 Kleine paling aangetroffen te <strong>Blaasveldbroek</strong>.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 19 van 23


6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN<br />

6.1 Conclusies<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

- Het visbestand in de Grote hengelvijver is geschat op 441,6 kg/ha en 5.472 stuks/ha. De<br />

fuikvangsten hebben een omvang van 8,4 kg en 143 stuks per fuiknacht. In totaal zijn er 11<br />

vissoorten gevangen in de Grote hengelvijver (paling, baars, blankvoorn, brasem, giebel,<br />

karper, kolblei, pos, snoekbaars, zeelt en winde). De soorten met het grootste aandeel in de<br />

biomassa zijn brasem (26%), blankvoorn (22%), karper (18%) en zeelt (16%). De meest<br />

voorkomende visoorten zijn baars (41%) en blankvoorn (28%). Met uitzondering van de<br />

soorten baars, pos en in mindere mate brasem, zijn er geen broedbestanden aangetroffen.<br />

Blz. 20 van 23<br />

Op basis van de aangetroffen visstand kan de Grote hengelvijver het best getypeerd worden<br />

als een blankvoorn-brasemviswatertype. Dit viswatertype is kenmerkend voor stadsvijvers,<br />

meren en plassen en komt vooral voor in wateren waar een dichte begroeiing met<br />

waterplanten niet goed tot stand kan komen (ref. 10). Plantminnende soorten zijn dan ook niet<br />

abundant aanwezig (enkel de zeelt is in de Grote hengelvijver gevangen).<br />

- Het visbestand in de Bootjesvijver is geschat op 348,9 kg/ha en 1.475 stuks/ha. De<br />

fuikvangsten in deze vijver hebben een omvang van bijna 3 kg en slechts 12 exemplaren per<br />

fuiknacht. In totaal zijn er 7 vissoorten gevangen in de Bootjesvijver (paling, baars,<br />

blankvoorn, brasem, karper, rietvoorn en snoek). Op basis van biomassa wordt het visbestand<br />

gedomineerd door karper (75%). De meest voorkomende vissoorten zijn rietvoorn (41%),<br />

blankvoorn (31%), baars (12%) en snoek (7%). Van de soorten baars, blankvoorn, brasem en<br />

rietvoorn is broed aangetroffen, waarbij vooral het broedbestand van rietvoorn relatief<br />

omvangrijk is. Ook van snoek is broed aangetroffen, het merendeel heeft echter een beperkte<br />

lengte tot 17 cm.<br />

Op basis van de aangetroffen visstand is het viswater van de Bootjesvijver lastig te typeren.<br />

De biomassa in dit water bestaat grotendeels uit karper, op basis van aantallen komt de<br />

rietvoorn het vaakst voor. Gezien de dichte begroeiing met waterplanten en de vrij hoge<br />

relatieve abundantie (aantallen) van rietvoorn en snoek kan het water enigszins getypeerd<br />

worden als een rietvoorn-snoekviswatertype, al zijn er ook overeenkomsten met het snoekblankvoornviswatertype<br />

(ref. 10). Het meest opvallende aan de visstand is het lage aantal<br />

plantminnende soorten (alleen snoek en rietvoorn, welke overigens wel in redelijke aantallen<br />

voorkomen). De meest typerende ontbrekende soort is de zeelt.<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

- Het visbestand te <strong>Blaasveldbroek</strong> is geschat op 281,6 kg/ha en 27.020 stuks/ha. De<br />

fuikvangsten variëren per vijver van 1 tot 7,3 kg en van 14 tot 75 exemplaren per fuiknacht. In<br />

totaal zijn 14 vissoorten aangetroffen in de wateren te <strong>Blaasveldbroek</strong> (baars, brasem,<br />

blankvoorn, karper, kolblei, paling, pos, snoek, bittervoorn, rietvoorn, vetje, zeelt, blauwband<br />

en zonnebaars). Op basis van biomassa bestaat 33% van het visbestand uit blankvoorn.<br />

Andere soorten met een relatief grote biomassa zijn paling (18%), brasem (11%), zeelt (10%)<br />

en snoek (10%). Op basis van aantallen domineert blankvoorn de bestandschatting met een<br />

aandeel van 55%. Voor de meeste vissoorten in de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn er<br />

exemplaren over een brede lengterange aanwezig. Dit is ook zichtbaar bij de klein blijvende<br />

soorten als vetje. Deze populatieopbouw duidt op een vrij constante rekrutering en goede<br />

doorgroeimogelijkheden naar grotere lengteklassen.<br />

Op basis van het aanwezige visbestand kan het water te <strong>Blaasveldbroek</strong> getypeerd worden<br />

als een snoek-blankvoornviswatertype (ref. 10). Naast de kenmerkende soorten snoek,<br />

blankvoorn en baars, komen ook plantminnende soorten uit het rietvoorn-snoekviswatertype<br />

vrij abundant voor. Deze begeleidende vissoorten, zoals bittervoorn, rietvoorn en zeelt, zijn<br />

kenmerkend voor de begroeide (oever)gedeelten van de wateren (ref. 10).<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


De open delen van het water worden bevolkt door soorten die niet of minder van waterplanten<br />

afhankelijk zijn (ref. 10).Dit zijn bijvoorbeeld soorten als brasem, paling en pos.<br />

6.2 Aanbevelingen<br />

Algemeen<br />

- Voor zover bekend zijn de huidige visstandonderzoeken de eerste die in de wateren te<br />

Rivierenhoef en <strong>Blaasveldbroek</strong> zijn uitgevoerd. Het is aan te bevelen het huidige<br />

visstandonderzoek eens in de drie tot zes jaar te herhalen om zodoende trends te kunnen<br />

vaststellen.<br />

Grote hengelvijver<br />

- In de Grote hengelvijver lijkt sprake te zijn van een matige tot slechte rekrutering van jonge<br />

vis, waarbij bijna geen eenzomerige vis is aangetroffen (enkel van baars zijn grotere aantallen<br />

broed aangetroffen). Verder valt op dat een soort als snoek niet is aangetroffen tijdens de<br />

bemonstering. Vooral bij een soort als snoek geldt dat de ontwikkeling van populaties sterk<br />

afhankelijk is van het aanwezige habitat (ref. 12). Op basis van deze waarnemingen kan er<br />

enerzijds sprake zijn van een weinig succesvolle paai, of anderzijds van beperkte<br />

opgroeimogelijkheden. Op dit moment lijken visuitzettingen in de Grote hengelvijver<br />

noodzakelijk om het visbestand op het huidige peil te houden (slechte rekrutering). In het<br />

kader van duurzaamheid is het echter gewenst om te komen tot een natuurlijke rekrutering<br />

van vis, waarbij uitzettingen overbodig worden. Vanwege de grotendeels beschoeide oevers<br />

(stenen/stortsteen e.d.) lijken er mogelijkheden voor verbetering van de oeverzone te liggen,<br />

waarbij er gestreefd kan worden naar een groter areaal emerse vegetatie (riet). Deze<br />

vegetatie kan dienen als paai- en opgroeihabitat, maar eveneens als schuilplaats (tijdens<br />

bijvoorbeeld winterperiode).<br />

- Een beter ontwikkelde oevervegetatie kan eveneens schuilplaatsen bieden tegen eventuele<br />

aalscholverpredatie. Op het eilandje in de Grote hengelvijver zitten al enkele jaren<br />

aalscholvers. Het aantal varieert met de seizoenen, maar er is sprake van predatie op het<br />

visbestand in de vijver (mond. med. R. Yseboodt, ANB).<br />

Bootjesvijver<br />

- In de Bootjesvijver lijken er, gezien de hoge bedekking met submerse vegetatie,<br />

mogelijkheden om te komen tot een snoek-rietvoornvisgemeenschap. Op dit moment zijn er al<br />

grote overeenkomsten. Een kenmerkende vissoort die nog ontbreekt is de zeelt. In principe<br />

geldt dat de omvang van populaties van deze sterk biotoopgebonden soort meer afhankelijk is<br />

van de inrichting van het water (geschikt habitat) dan van uitzettingen (ref. 12). Gezien de<br />

bestanden van rietvoorn en (juveniele) snoek, zou ook de zeelt in deze vijver verwacht mogen<br />

worden. Indien de zeelt daadwerkelijk niet voorkomt in deze vijver, kan overgegaan worden tot<br />

herbepotingen. De maximale uitzettingsdichtheid van zeelt voor een periode van vier jaar is 5<br />

kg/ha/jaar (ref. 12). Daarna dient de populatie zichzelf in stand te houden.<br />

- Hoewel er in de Bootjesvijver sprake is van een hoge bedekking met submerse vegetatie, is er<br />

vrijwel geen emerse vegetatie aanwezig. Gedurende de zomermaanden kan de submerse<br />

vegetatie schuilgelegeheid bieden aan diverse vissoorten. Wanneer deze vegetatie in de<br />

wintermaanden echter (grotendeels) afsterft verdwijnen deze schuilmogelijkheden<br />

grotendeels. Aanbevolen wordt de oeverzone (eventueel pleksgewijs) dusdanig in te richten<br />

dat emerse vegetatie zich kan ontwikkelen.<br />

- In de Bootjesvijver is sprake van ondiep water (tot circa 0,5 meter) met op de waterbodem een<br />

vrij dikke sliblaag (tot circa 0,4 meter). Tijdens winters met ijsbedekking kunnen deze factoren<br />

leiden tot zuurstofgebrek en daaruit volgend vissterfte. Op enkele kleinere vijvers hebben al<br />

grote wintersterftes van vis plaatsgevonden. Om wintersterfte te beperken wordt aanbevolen<br />

de baggerlaag te verwijderen en daarbij enkele diepe plekken aan te brengen (circa 1 meter<br />

dieper dan omgeving). Aanbevolen wordt minimaal 10% van het wateroppervlak dieper te<br />

maken dan 1,5 meter (ref. 12).<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 21 van 23


<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

- In de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> is er sprake van een vrij evenwichtige visstand, waarbij<br />

natuurlijke rekrutering is vastgesteld bij een groot aantal soorten. Het uitzetten van vis op deze<br />

vijver lijkt daarom niet noodzakelijk. De aanwezige vegetatie biedt paai- en<br />

opgroeimogelijkheden en vormt samen met de plaatselijk holle oevers met boomwortels en<br />

ingevallen bomen voldoende schuilmogelijkheden.<br />

- In één van de vijvers (vijver E) werd een visstand aangetroffen die afweek van de andere<br />

vijvers. In principe staan de vijvers met elkaar in verbinding, waardoor er<br />

migratiemogelijkheden zijn tussen de verschillende vijvers. Verlanding van het aanwezige<br />

slotenstelsel kan deze migratiemogelijkheden belemmeren. Op basis van de huidige<br />

resultaten is niet vast te stellen of er sprake is van belemmeringen in de<br />

migratiemogelijkheden, er kan ook sprake zijn van andere omstandigheden in vijver E, leidend<br />

tot een ander visbestand. Dit laatste is zeer aannemelijk, gezien de ligging in het bos.<br />

- In de vijvers te <strong>Blaasveldbroek</strong> worden de laatste jaren uitzettingen verricht van paling<br />

(glasaal). In het kader van soortherstel zijn deze uitzettingen alleen zinvol indien paairijpe<br />

exemplaren (schieralen) de vijvers kunnen verlaten en naar de paaigronden (Sargassozee)<br />

kunnen trekken.<br />

Blz. 22 van 23<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012


7 LITERATUUR<br />

1. Bijkerk, R. (red), 2010. Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologische<br />

beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Rapport 2010-28,<br />

Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort.<br />

2. Noble, R. & Cowx, I., 2002. FAME Work Package 1 – Development of a River-type<br />

classification system (D1) & Compilation and harmonisation of fish species classification (D2).<br />

Final report. University of Hull, United Kingdom.<br />

3. Grimm, M.P., Jagtman, E., Klinge, M., 1992. Fosfaatgehalten en haalbaarheid van Actief<br />

Biologisch Beheer. Een visbiologisch perspectief. H2O 25: 424-431.<br />

4. Mooij, W. & Vink, B., 1993. Voedselsamenstelling en conditie van de meest voorkomende<br />

vissoorten in het Wolderwijd in de zomer van 1992. NIOO, centrum voor limnologie, intern<br />

verslag 1993-1. Nieuwersluis.<br />

5. Klinge, M., Hensens, G., Brenninkmeijer, A., Nagelkerke, L., 2003. Handboek<br />

Visstandbemonstering. Voorbereiding, bemonstering, beoordeling. STOWA, Utrecht.<br />

6. www.ravon.nl<br />

7. Hop, J., 2011. KRW visstandonderzoek Veluwe 2010. Rapportnr. 20100710/001. ATKB<br />

Geldermalsen. I.o.v. Waterschap Veluwe<br />

8. Hop, J., 2009. Visstandbemonstering Baarn. Rapportnr. 20090603. ATKB Geldermalsen. I.o.v.<br />

Waterschap Vallei en Eem.<br />

9. Kampen, J., (in prep.). Visstandonderzoek KRW-waterlichamen 2011. ATKB Geldermalsen.<br />

I.o.v. Waterschap Vallei en Eem.<br />

10. Zoetemeyer, R.B. & Lucas, B.J., 2001. Basisboek Visstandbeheer. ISBN: 978-90-810295-3-7.<br />

Uitgave Sportvisserij Nederland.<br />

11. www.gva.be<br />

12. Beekman, J. & Beers, M., 2003. Herbepotingsstrategie Openbare Hengelwateren <strong>Antwerpen</strong>.<br />

Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. I.o.v. Proviniciale<br />

Visserijcommissie <strong>Antwerpen</strong>.<br />

13. Leemans, S. & Vercauteren, T., 2008. Onderzoek van de viswaterkwaliteit van de vijvers in<br />

het Porvinciaal Groendomein <strong>Rivierenhof</strong> te Deurne op 13 en 20 maart 2008. Provinciaal<br />

Instituut voor Hygiëne, <strong>Antwerpen</strong>.<br />

14. Hop, J., 2009. Monitoring visstand Terra Nova najaar 2008. Projectnr. 20081189. ATKB,<br />

Geldermalsen. I.o.v. Waternet.<br />

15. Rutjes, P., 2011. Visstandonderzoek AGV/Waternet 2010. Rapportnr. 20100302/001. ATKB<br />

Geldermalsen. I.o.v. Stichting Waterproef.<br />

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest<br />

<strong>Rivierenhof</strong> en Blaasveld Broek<br />

Kenmerk: 20110605/002, definitief, 3 april 2012<br />

Blz. 23 van 23


BIJLAGE 1


Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden<br />

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde<br />

Aal Anguilla anguilla EURY<br />

Alver Alburnus alburnus EURY<br />

Baars Perca fluviatilis EURY<br />

Barbeel Barbus barbus RH<br />

Beekforel Salmo trutta fario RH<br />

Beekprik Lampetra planeri RH<br />

Bermpje Barbatula barbatula RH<br />

Bittervoorn Rhodeus sericeus LI<br />

Blankvoorn Rutilus rutilus EURY<br />

Bot Platichthys flesus LI<br />

Brasem Abramis brama EURY<br />

Driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus EURY<br />

Elft Alosa alosa RH<br />

Elrits Phoxinus phoxinus RH<br />

Fint Alosa fallax RH<br />

Gestippelde alver Alburnoides bipunctatus RH<br />

Giebel Carassius gibelio EURY<br />

Grote marene Coregonus lavaretus EURY<br />

Grote modderkruiper Misgurnus fossilis LI<br />

Houting Coregonus oxyrinchus LI<br />

Karper Cyprinus carpio EURY<br />

Kleine modderkruiper Cobitis taenia EURY<br />

Kolblei Blicca bjoerkna EURY<br />

Kopvoorn Leuciscus cephalus RH<br />

Kroeskarper Carassius carassius LI<br />

Kwabaal Lota lota EURY<br />

Meerval Silurus glanis EURY<br />

Pos Gymnocephalus cernuus EURY<br />

Rivierdonderpad Cottus gobio RH<br />

Riviergrondel Gobio gobio RH<br />

Rivierprik Lampetra fluviatilis RH<br />

Roofblei (exoot) Aspius aspius EURY<br />

Rietvoorn Scardinius erythrophthalmus LI<br />

Serpeling Leuciscus leuciscus RH<br />

Sneep Chondrostoma nasus RH<br />

Snoek Esox lucius EURY<br />

Snoekbaars Sander lucioperca EURY<br />

Spiering Osmerus eperlanus LI<br />

Steur Acipenser sturio RH<br />

Tiendoornige stekelbaars Pungitius pungitius LI<br />

Vetje Leucaspius delineatus LI<br />

Vlagzalm Thymallus thymallus RH<br />

Winde Leuciscus idus RH<br />

Zalm Salmo salar RH<br />

Zeeforel Salmo trutta trutta RH<br />

Zeelt Tinca tinca LI<br />

Zeeprik Petromyzon marinus RH


Toelichting bij de tabel<br />

De bovenstaande indeling is afgeleid voor het FAME-project. De afkorting FAME staat voor Fishbased<br />

Assessment Method for the Ecological status of European rivers. De soorten in de tabel zijn<br />

voor stagnante en stromende Nederlandse zoete wateren geselecteerde soorten uit de totale FAMElijst.<br />

Alleen de indeling naar stromingsgilde is voor het onderhavige project relevant en is daarom in de<br />

tabel opgenomen. Onderstaand worden de gilden kort toegelicht. Voor de volledige indeling en een<br />

uitgebreide toelichting wordt verwezen naar ref. 2.<br />

Stromingsgilde<br />

LI Limnofiel; voorkeur voor stilstaand water<br />

RH Rheofiel; voorkeur voor stromend water<br />

EURY Eurytoop; zonder voorkeur voor stilstaand of stromend water


BIJLAGE 2


Coördinaten bemonsterde trajecten<br />

In onderstaande tabel worden de coördinaten (Lambert) weergegeven van de locaties waar de<br />

bemonsteringen hebben plaatsgevonden.<br />

Coördinaten<br />

Water Deelgebied Traject X begin Y begin X eind Y eind<br />

<strong>Rivierenhof</strong> Grote hengelvijver ZE3 157162 211470 - -<br />

ZE4 157016 211463 - -<br />

ZE5 157007 211324 - -<br />

EL3 157199 211467 157207 211473<br />

EL4 156848 211358 156935 211358<br />

Schietfuiken 157251 211479 157321 211504<br />

Bootjesvijver ZE1 157624 211662 - -<br />

ZE2 157451 211659 - -<br />

EL1 157573 211693 157507 211643<br />

EL2 157375 211665 157404 211656<br />

Schietfuiken 157325 211658 157387 211652<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver A ZE6 150997 194440 - -<br />

EL9 150977 194434 150993 194437<br />

Schietfuiken 150985 194403 151049 194416<br />

Vijver B ZE1 151100 194292 - -<br />

EL1 151079 194317 151102 194351<br />

EL2 151102 194351 151092 194292<br />

Schietfuiken 151085 194321 151123 194355<br />

Vijver C ZE5 151745 193977 - -<br />

EL6 151799 193968 151743 193940<br />

Schietfuiken 151809 193965 151747 193946<br />

Vijver D ZE2 151924 194020 - -<br />

ZE3 152013 194011 - -<br />

ZE4 152012 193962 - -<br />

EL3 151882 193912 151930 193878<br />

EL4 151996 193928 151996 194036<br />

EL5 151984 194036 151879 193962<br />

Schietfuiken 151891 193971 151906 193912<br />

Vijver E ZE7 152547 194252 - -<br />

EL7 152512 194308 152531 194200<br />

EL8 152555 194271 152512 194308<br />

Schietfuiken 152522 194206 152510 194271


BIJLAGE 3


EL4<br />

Zegenrondgooi<br />

Elektrotrajecten<br />

Schietfuiken<br />

ZE5<br />

ZE4<br />

ZE3<br />

±<br />

EL2<br />

EL3<br />

Grote Hengelvijver<br />

Bootjesvijver<br />

Topografische kaart 1/50.000, raster, NGI, © Nationaal Geografisch Instituut<br />

0 0,05 0,1 0,2<br />

Km<br />

Bemonsterde trajecten<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Grote hengelvijver


EL2<br />

Grote Hengelvijver<br />

Zegenrondgooi<br />

Elektrotrajecten<br />

Schietfuiken<br />

EL3<br />

Bootjesvijver<br />

ZE2<br />

EL1<br />

EL1<br />

±<br />

ZE1<br />

Topografische kaart 1/50.000, raster, NGI, © Nationaal Geografisch Instituut<br />

0 0,05 0,1 0,2<br />

Km<br />

Bemonsterde trajecten<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Bootjesvijver


EL9<br />

Zegenrondgooi<br />

Elektrotrajecten<br />

Schietfuiken<br />

A<br />

ZE5<br />

EL2<br />

B<br />

ZE1<br />

±<br />

EL1<br />

Topografische kaart 1/50.000, raster, NGI, © Nationaal Geografisch Instituut<br />

0 0,025 0,05 0,1<br />

Km<br />

Bemonsterde trajecten<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Vijver A en B


ZE5<br />

Zegenrondgooi<br />

Elektrotrajecten<br />

Schietfuiken<br />

C<br />

EL6<br />

EL5<br />

D<br />

EL3<br />

ZE2<br />

±<br />

ZE3<br />

ZE4<br />

EL4<br />

Topografische kaart 1/50.000, raster, NGI, © Nationaal Geografisch Instituut<br />

0 0,025 0,05 0,1<br />

Km<br />

Bemonsterde trajecten<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Vijver C en D


Zegenrondgooi<br />

Elektrotrajecten<br />

Schietfuiken<br />

E<br />

ZE6<br />

EL7<br />

EL8<br />

Topografische kaart 1/50.000, raster, NGI, © Nationaal Geografisch Instituut<br />

0 0,02 0,04 0,08<br />

Km<br />

±<br />

Bemonsterde trajecten<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Vijver E


BIJLAGE 4


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij<br />

<strong>Rivierenhof</strong> Grote hengelvijver<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Grote Hengelvijver Schietfuiken Grote Hengelvijver Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 9,0 0,3 8,3 0,1 0,3 Baars 398 57 339 1 1<br />

Brasem 4,9 0,4 3,4 0,5 0,6 Brasem 363 73 284 4 2<br />

Blankvoorn 5,0 0,3 4,7 Blankvoorn 105 29 76<br />

Giebel 0,5 0,1 0,4 Giebel 4 3 1<br />

Kolblei 0,2 0,2 Kolblei 1 1<br />

Aal/Paling 44,1 0,6 43,4 Aal/Paling 95 7 88<br />

Pos 0,9 0,8 0,1 Pos 171 154 17<br />

Snoekbaars 0,0 0,0 Snoekbaars 5 5<br />

Winde 0,1 0,1 Winde 5 5<br />

Zeelt 2,5 0,6 1,9 Zeelt 2 1 1<br />

Totaal 67,2 Totaal 1145<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Grote Hengelvijver Schietfuiken Grote Hengelvijver Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 1,1 0,0 1,0 0,0 0,0 Baars 49,7 7,1 42,4 0,1 0,1<br />

Brasem 0,6 0,1 0,4 0,1 0,1 Brasem 45,4 9,1 35,5 0,5 0,3<br />

Blankvoorn 0,6 0,0 0,6 Blankvoorn 13,1 3,6 9,5<br />

Giebel 0,1 0,0 0,1 Giebel 0,5 0,4 0,1<br />

Kolblei 0,0 0,0 Kolblei 0,1 0,1<br />

Aal/Paling 5,5 0,1 5,4 Aal/Paling 11,9 0,9 11,0<br />

Pos 0,1 0,1 0,0 Pos 21,4 19,3 2,1<br />

Snoekbaars 0,0 0,0 Snoekbaars 0,6 0,6<br />

Winde 0,0 0,0 Winde 0,6 0,6<br />

Zeelt 0,3 0,1 0,2 Zeelt 0,3 0,1 0,1<br />

Totaal 8,4 Totaal 143,1<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Grote hengelvijver Grote hengelvijver<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 8,5 2,9 5,2 0,2 0,2 Baars 674,26 445 227 1 1<br />

Brasem 1,4 0,2 1,1 0,1 Brasem 136,9 36 100 1<br />

Blankvoorn 29,3 29,3 Blankvoorn 461,72 462<br />

Giebel 0,1 0,1 Giebel 5,76 6<br />

Karper 24,4 24,4 Karper 3 3<br />

Kolblei 1 0,8 0,3 Kolblei 6 5 1<br />

Aal/Paling 12,4 0 0,2 1,2 11,1 Aal/Paling 70 3 13 24 30<br />

Pos 1,1 0,9 0,2 Pos 192,79 165 27<br />

Zeelt 20,9 1,3 19,6 Zeelt 14 2 12<br />

Totaal 99,1 Totaal 1560<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Grote hengelvijver Grote hengelvijver<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 1,7 0,6 1,0 0,0 0,0 0,0 Baars 134,9 89,0 45,4 0,2 0,2 0,0<br />

Brasem 0,3 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 Brasem 27,4 7,2 20,0 0,2 0,0 0,0<br />

Blankvoorn 5,9 5,9 Blankvoorn 92,3 92,4<br />

Giebel 0,0 0,0 Giebel 1,2 1,2<br />

Karper 4,9 4,9 Karper 0,6 0,6<br />

Kolblei 0,2 0,2 0,1 Kolblei 1,2 1,0 0,2<br />

Aal/Paling 2,5 0,0 0,0 0,0 0,2 2,2 Aal/Paling 14,0 0,0 0,6 2,6 4,8 6,0<br />

Pos 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Pos 38,6 33,0 5,4 0,0 0,0 0,0<br />

Zeelt 4,2 0,0 0,0 0,0 0,3 3,9 Zeelt 2,8 0,0 0,0 0,0 0,4 2,4<br />

Totaal 19,82 Totaal 312,0


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

<strong>Rivierenhof</strong> Bootjesvijver<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Bootjesvijver Schietfuiken Bootjesvijver Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,0 0,0 Baars 2 2<br />

Blankvoorn 0,3 0,0 0,0 0,2 Blankvoorn 9 6 1 2<br />

Karper 2,7 2,7 Karper 1 1<br />

Aal/Paling 1,5 1,5 Aal/Paling 2 2<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,2 0,0 0,0 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 9 5 2 2<br />

Subtotaal 4,7 Subtotaal 23<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,2 1,2 Snoek 1 1<br />

Totaal 5,9 Totaal 24<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Bootjesvijver Schietfuiken Bootjesvijver Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,0 0,0 Baars 1,0 1,0<br />

Blankvoorn 0,2 0,0 0,0 0,1 Blankvoorn 4,5 3,0 0,5 1,0<br />

Karper 1,4 1,4 Karper 0,5 0,5<br />

Aal/Paling 0,8 0,8 Aal/Paling 1,0 1,0<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,0 0,0 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 4,5 2,5 1,0 1,0<br />

Subtotaal 2,4 Subtotaal 11,5<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 0,6 0,6 Snoek 0,5 0,5<br />

Totaal 3,0 Totaal 12,0<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Bootjeshover Bootjeshover<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,2 0,0 0,2 0,0 Baars 14 3 10 1<br />

Brasem 0,0 0,0 Brasem 1 1<br />

Blankvoorn 0,1 0,0 0,1 Blankvoorn 5 1 4<br />

Karper 16,2 16,2 Karper 2 2<br />

Aal/Paling 0,9 0,0 0,2 0,6 Aal/Paling 8 2 3 3<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,2 0,0 0,1 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 24 15 8 1<br />

Subtotaal 17,6 Subtotaal 54<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,8 0,2 0,1 0,7 0,7 Snoek 18 9 6 2 1<br />

Totaal 19,4 Totaal 72<br />

<strong>Rivierenhof</strong> <strong>Rivierenhof</strong><br />

Bootjeshover Bootjeshover<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Baars 2,8 0,6 2 0,2 0 0<br />

Brasem 0,0 0,0 Brasem 0,2 0,2<br />

Blankvoorn 0,0 0,0 0,0 Blankvoorn 1 0,2 0,8<br />

Karper 3,2 3,2 Karper 0,4 0,4<br />

Aal/Paling 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 Aal/Paling 1,6 0 0 0,4 0,6 0,6<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 4,8 3 1,6 0,2 0 0<br />

Subtotaal 3,5 Subtotaal 10,8<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 0,4 0,0 0,0 0,1 0,1 Snoek 3,6 1,8 1,2 0,4 0,2<br />

Totaal 3,9 Totaal 14,4


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

Vijvers <strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver A<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver A Schietfuiken Vijver A Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,6 0,2 0,4 Baars 103 81 22<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 10 10<br />

Brasem 0,4 0,4 Brasem 1 1<br />

Blankvoorn 0,6 0,4 0,2 Blankvoorn 33 30 3<br />

Aal/Paling 2,2 2,2 Aal/Paling 5 5<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,7 0,3 0,4 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 178 114 63 1<br />

Zeelt 1,4 1,4 Zeelt 1 1<br />

Subtotaal 5,9 Subtotaal 331<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 3,8 0,5 0,6 2,6 Snoek 3 1 1 1<br />

Totaal 9,7 Totaal 332<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver A Schietfuiken Vijver A Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,1 0,0 0,1 Baars 12,9 10,1 2,8<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 1,2 1,3<br />

Brasem 0,1 0,1 Brasem 0,1 0,1<br />

Blankvoorn 0,1 0,1 0,0 Blankvoorn 4,1 3,8 0,4<br />

Aal/Paling 0,3 0,3 Aal/Paling 0,6 0,6<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,0 0,1 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 22,3 14,3 7,9 0,1<br />

Zeelt 0,2 0,2 Zeelt 0,1 0,1<br />

Subtotaal 0,7375 Subtotaal 41<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 0,5 0,1 0,1 0,3 Snoek 0,4 0,1 0,1 0,1<br />

Totaal 1,2 Totaal 41,5<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver A Vijver A<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 3,2 1,3 1,4 0,5 Baars 558 466 85 7<br />

Bittervoorn 0,3 0,3 Bittervoorn 111 111<br />

Blankvoorn 2,8 0,0 2,4 0,4 Blankvoorn 207 14 188 5<br />

Aal/Paling 0,8 0,8 Aal/Paling 2 2<br />

Pos 0,1 0,1 Pos 7 7<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,3 0,1 0,1 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 51 28 21 2<br />

Vetje 0,3 0,3 Vetje 355 355<br />

Zonnebaars 1,5 0,0 1,5 Zonnebaars 111 7 104<br />

Zeelt 8,0 1,0 0,1 6,9 Zeelt 69 64 1 4<br />

Subtotaal 17,3 Subtotaal 1470,68<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 5,7 0,5 1,4 1,4 2,4 Snoek 10 3 4 2 1<br />

Totaal 23 Totaal 1475<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver A Vijver A<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 1,1 0,4 0,5 0,2 Baars 185,9 155,3 28,3 2,3<br />

Bittervoorn 0,1 0,1 Bittervoorn 37,1 37,0<br />

Blankvoorn 0,9 0,0 0,8 0,1 Blankvoorn 68,9 4,7 62,7 1,7<br />

Aal/Paling 0,3 0,3 Aal/Paling 0,7 0,7<br />

Pos 0,0 0,0 Pos 2,3 2,3<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,0 0,0 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 16,9 9,3 7,0 0,7<br />

Vetje 0,1 0,1 Vetje 118,3 118,3<br />

Zonnebaars 0,5 0,0 0,5 Zonnebaars 37,1 2,3 34,7<br />

Zeelt 2,7 0,3 0,0 2,3 Zeelt 22,9 21,3 0,3 1,3<br />

Subtotaal 5,8 Subtotaal 490,2<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,9 0,2 0,5 0,5 0,8 Snoek 3,3 1,0 1,3 0,7 0,3<br />

Totaal 7,7 Totaal 491,7


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

Vijvers <strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver B<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver B Schietfuiken Vijver B Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 1,4 1,4 Baars 128 128<br />

Brasem 0,6 0,0 0,4 0,2 Brasem 33 10 19 4<br />

Blankvoorn 1,7 0,1 1,1 0,5 Blankvoorn 83 19 53 11<br />

Aal/Paling 2,6 0,5 2,1 Aal/Paling 18 8 10<br />

Pos 0,5 0,1 0,4 Pos 43 19 24<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,8 0,0 0,8 Rietvoorn/Ruisvoorn 101 5 96<br />

Zonnebaars 0,3 0,3 Zonnebaars 15 15<br />

Zeelt 2,5 0,8 1,7 Zeelt 2 1 1<br />

Totaal 10,4 Totaal 420<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver B Schietfuiken Vijver B Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,2 0,2 Baars 16,0 16,0<br />

Brasem 0,1 0,0 0,1 0,0 Brasem 4,1 1,3 2,4 0,5<br />

Blankvoorn 0,2 0,0 0,1 0,1 Blankvoorn 10,4 2,4 6,6 1,4<br />

Aal/Paling 0,3 0,1 0,3 Aal/Paling 2,3 1,0 1,3<br />

Pos 0,1 0,0 0,1 Pos 5,3 2,4 3,0<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,0 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 12,6 0,6 12,0<br />

Zonnebaars 0,0 0,0 Zonnebaars 1,9 1,9<br />

Zeelt 0,3 0,1 0,2 Zeelt 0,3 0,1 0,1<br />

Totaal 1,3 Totaal 52,5<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver B Vijver B<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 2,6 0,0 2,5 0,1 Baars 232 9 222 1<br />

Bittervoorn 0,2 0,2 Bittervoorn 90 90<br />

Brasem 2,9 0,0 0,2 0,8 1,9 Brasem 10 2 4 3 1<br />

Blankvoorn 18,4 1,4 13,2 3,7 Blankvoorn 1204 479 655 70<br />

Hybride 0,3 0,3 Hybride 9 9<br />

Karper 14,8 14,8 Karper 3 3<br />

Aal/Paling 1,4 0,6 0,7 Aal/Paling 12 8 4<br />

Pos 0,0 0,0 0,0 Pos 2 1 1<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 3,3 0,4 2,9 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 466 160 304 1<br />

Vetje 0,1 0,1 Vetje 81 81<br />

Zonnebaars 1,4 0,0 1,3 0,1 Zonnebaars 90 13 76 1<br />

Zeelt 1,8 0,0 1,8 Zeelt 2 1 1<br />

Subtotaal 47,2 Subtotaal 2201,01<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 7,8 0,5 0,9 6,4 Snoek 9 3 2 4<br />

Totaal 55,0 Totaal 2208<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver B Vijver B<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,9 0,0 0,8 0,0 Baars 77,4 3,0 74,0 0,3<br />

Bittervoorn 0,1 0,1 Bittervoorn 30,0 30,0<br />

Brasem 1,0 0,0 0,1 0,3 0,6 Brasem 3,3 0,7 1,3 1,0 0,3<br />

Blankvoorn 6,1 0,5 4,4 1,2 Blankvoorn 401,3 159,7 218,3 23,3<br />

Hybride 0,1 0,1 Hybride 3,2 3,0<br />

Karper 4,9 4,9 Karper 1,0 1,0<br />

Aal/Paling 0,5 0,2 0,2 Aal/Paling 4,0 2,7 1,3<br />

Pos 0,0 0,0 0,0 Pos 0,7 0,3 0,3<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 1,1 0,1 1,0 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 155,2 53,3 101,3 0,3<br />

Vetje 0,0 0,0 Vetje 26,9 27,0<br />

Zonnebaars 0,5 0,0 0,4 0,0 Zonnebaars 30,1 4,3 25,3 0,3<br />

Zeelt 0,6 0,0 0,6 Zeelt 0,7 0,3 0,3<br />

Subtotaal 15,73333 Subtotaal 733,7<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 2,6 0,2 0,3 2,1 Snoek 3,0 1,0 0,7 1,3<br />

Totaal 18,33333 Totaal 736,0


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

Vijvers <strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver C<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver C Schietfuiken Vijver C Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 13 13<br />

Brasem 0,7 0,3 0,3 Brasem 154 135 19<br />

Blankvoorn 2,6 0,2 2,1 0,3 Blankvoorn 220 51 163 5<br />

Kolblei 0,2 0,0 0,2 0,0 Kolblei 15 6 7 1<br />

Aal/Paling 33,9 1,7 32,2 Aal/Paling 101 19 82<br />

Pos 0,6 0,2 0,4 Pos 83 45 38<br />

Zonnebaars 0,2 0,0 0,2 Zonnebaars 21 13 8<br />

Totaal 38,2 Totaal 603<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver C Schietfuiken Vijver C Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 1,6 1,6<br />

Brasem 0,1 0,0 0,0 Brasem 19,2 16,9 2,4<br />

Blankvoorn 0,3 0,0 0,3 0,0 Blankvoorn 27,4 6,4 20,4 0,6<br />

Kolblei 0,0 0,0 0,0 0,0 Kolblei 1,9 0,8 0,9 0,1<br />

Aal/Paling 4,2 0,2 4,0 Aal/Paling 12,6 2,4 10,3<br />

Pos 0,1 0,0 0,1 Pos 10,4 5,6 4,8<br />

Zonnebaars 0,0 0,0 0,0 Zonnebaars 2,7 1,6 1,0<br />

Totaal 4,8 Totaal 75,4<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver C Vijver C<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,9 0,1 0,8 Baars 88,59 30 59<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 1 1<br />

Brasem 4,6 1,6 2,9 Brasem 974,49 797 177<br />

Blankvoorn 13,1 4,4 8,6 0,0 Blankvoorn 2422,46 1683 738 1<br />

Hybride 0,1 0,1 Hybride 29,53 30<br />

Kolblei 0,1 0,1 Kolblei 29,53 30<br />

Aal/Paling 3,2 0,0 0,3 2,8 Aal/Paling 16 2 4 10<br />

Pos 0,5 0,5 Pos 29,53 30<br />

Vetje 0,8 0,8 Vetje 856,37 856<br />

Zonnebaars 0,6 0,6 Zonnebaars 30,53 31<br />

Zeelt 0,1 0,1 Zeelt 2 2<br />

Subtotaal 24 Subtotaal 4480,03<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,9 0,2 1,7 Snoek 3 1 2<br />

Totaal 25,9 Totaal 4483,03<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver C Vijver C<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,5 0,1 0,4 Baars 44,3 15,0 29,5<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 0,5 0,5<br />

Brasem 2,3 0,8 1,5 Brasem 487,2 398,5 88,5<br />

Blankvoorn 6,6 2,2 4,3 0,0 Blankvoorn 1211,2 841,5 369,0 0,5<br />

Hybride 0,1 0,1 Hybride 14,8 15,0<br />

Kolblei 0,1 0,1 Kolblei 14,8 15,0<br />

Aal/Paling 1,6 0,0 0,2 1,4 Aal/Paling 8,0 1,0 2,0 5,0<br />

Pos 0,3 0,3 Pos 14,8 15,0<br />

Vetje 0,4 0,4 Vetje 428,2 428,0<br />

Zonnebaars 0,3 0,3 Zonnebaars 15,3 15,5<br />

Zeelt 0,1 0,1 Zeelt 1,0 1,0<br />

Subtotaal 12,0 Subtotaal 2240<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,0 0,1 0,9 Snoek 1,5 0,5 1,0<br />

Totaal 13,0 Totaal 2242


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

Vijvers <strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver D<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver D Schietfuiken Vijver D Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,1 0,0 0,1 Baars 11 6 5<br />

Brasem 10,1 0,1 1,3 0,3 8,4 Brasem 96 22 64 6 4<br />

Blankvoorn 1,0 0,0 0,6 0,3 Blankvoorn 65 15 44 6<br />

Kolblei 0,1 0,1 Kolblei 2 2<br />

Aal/Paling 46,7 1,0 45,7 Aal/Paling 128 13 115<br />

Pos 0,3 0,0 0,3 Pos 33 10 23<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,2 0,0 0,2 Rietvoorn/Ruisvoorn 2 1 1<br />

Zonnebaars 0,2 0,2 Zonnebaars 8 8<br />

Totaal 58,7 Totaal 345<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver D Schietfuiken Vijver D Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,0 0,0 0,0 Baars 1,4 0,8 0,6<br />

Brasem 1,3 0,0 0,2 0,0 1,1 Brasem 12,0 2,8 8,0 0,8 0,5<br />

Blankvoorn 0,1 0,0 0,1 0,0 Blankvoorn 8,1 1,9 5,5 0,8<br />

Kolblei 0,0 0,0 Kolblei 0,3 0,3<br />

Aal/Paling 5,8 0,1 5,7 Aal/Paling 16,0 1,6 14,4<br />

Pos 0,0 0,0 0,0 Pos 4,1 1,3 2,9<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,0 0,0 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 0,3 0,1 0,1<br />

Zonnebaars 0,0 0,0 Zonnebaars 1,0 1,0<br />

Totaal 7,3 Totaal 43,1<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver D Vijver D<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 3,1 1,1 1,2 0,8 Baars 358,94 266 84 9<br />

Bittervoorn 0,1 0,1 Bittervoorn 59,88 60<br />

Brasem 4,1 1,2 3,0 Brasem 718,31 519 201<br />

Blankvoorn 27,2 7,7 18,9 0,6 Blankvoorn 4623,96 2940 1674 10<br />

Kolblei 0,5 0,1 0,4 Kolblei 92,08 62 31<br />

Aal/Paling 21,9 0,0 0,0 0,6 21,2 Aal/Paling 80 2 4 10 64<br />

Pos 0,6 0,1 0,5 Pos 50,07 15 35<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,7 0,4 0,3 Rietvoorn/Ruisvoorn 461,85 418 43<br />

Vetje 0,2 0,0 0,2 Vetje 205,74 7 199<br />

Zonnebaars 4,3 0,1 4,0 0,2 Zonnebaars 288,89 99 190 1<br />

Zeelt 0,1 0,1 Zeelt 1 1<br />

Subtotaal 62,8 Subtotaal 6940,72<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 1,5 0,2 0,5 0,9 Snoek 3 1 1 1<br />

Totaal 64,3 Totaal 6930<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver D Vijver D<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Baars 0,8 0,3 0,3 0,2 Baars 88,6 65,7 20,7 2,2<br />

Bittervoorn 0,0 0,0 Bittervoorn 14,8 14,8<br />

Brasem 1,0 0,3 0,7 Brasem 177,4 128,1 49,6<br />

Blankvoorn 6,7 1,9 4,7 0,1 Blankvoorn 1141,7 725,9 413,3 2,5<br />

Kolblei 0,1 0,0 0,1 Kolblei 22,7 15,3 7,7<br />

Aal/Paling 5,4 0,0 0,0 0,1 5,2 Aal/Paling 19,8 0,5 1,0 2,5 15,8<br />

Pos 0,1 0,0 0,1 Pos 12,4 3,7 8,6<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,2 0,1 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 114,0 103,2 10,6<br />

Vetje 0,0 0,0 0,0 Vetje 50,8 1,7 49,1<br />

Zonnebaars 1,1 0,0 1,0 0,0 Zonnebaars 71,3 24,4 46,9 0,2<br />

Zeelt 0,0 0,0 Zeelt 0,2 0,2<br />

Subtotaal 15,5 Subtotaal 1713,758<br />

0-15 16-35 36-44 45-54 >54 0-15 16-35 36-44 45-54 >54<br />

Snoek 0,4 0,0 0,1 0,2 Snoek 0,7 0,2 0,2 0,2<br />

Totaal 15,87654 Totaal 1711,1


Vangstgegevens schietfuiken en elektrovisserij (vervolg)<br />

Vijvers <strong>Blaasveldbroek</strong> Vijver E<br />

Schietfuiken<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de schietfuiken weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (fuiknachten). Een waarde van 0,0 betekent een vangst van<br />

minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver E Schietfuiken Vijver E Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg) Totale vangst (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Blauwband 0,0 0,0 Blauwband 1 1<br />

Aal/Paling 2,5 0,2 2,3 Aal/Paling 13 4 9<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,7 0,6 0,2 Rietvoorn/Ruisvoorn 22 19 3<br />

Vetje 0,0 0,0 Vetje 18 18<br />

Zeelt 4,6 1,1 3,5 Zeelt 61 27 34<br />

Totaal 7,8 Totaal 115<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver E Schietfuiken Vijver E Schietfuiken<br />

Totale vangst (kg/fuiknacht) Totale vangst (aantal/fuiknacht)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Blauwband 0,0 0,0 Blauwband 0,1 0,1<br />

Aal/Paling 0,3 0,0 0,3 Aal/Paling 1,6 0,5 1,1<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,1 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 2,8 2,4 0,4<br />

Vetje 0,0 0,0 Vetje 2,3 2,3<br />

Zeelt 0,6 0,1 0,4 Zeelt 7,6 3,4 4,3<br />

Totaal 1,0 Totaal 14,4<br />

Elektrovisserij<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens van de elektrovisserij weergegeven en de<br />

vangsten per eenheid van inspanning (100 meter oeverlengte). Een waarde van 0,0 betekent een<br />

vangst van minder dan 0,05 kg.<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver E Vijver E<br />

Totaal elektrovisserij (kg) Totaal elektrovisserij (aantal)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Blauwband 0,0 0,0 Blauwband 3 3<br />

Aal/Paling 0,0 0,0 Aal/Paling 1 1<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,1 0,0 0,1 Rietvoorn/Ruisvoorn 2 1 1<br />

Vetje 0,0 0,0 Vetje 1 1<br />

Zonnebaars 0,0 0,0 Zonnebaars 1 1<br />

Zeelt 5,2 3,7 1,7 Zeelt 121 102 19<br />

Totaal 5,3 Totaal 129<br />

Blaasveld Broek Blaasveld Broek<br />

Vijver E Vijver E<br />

Totaal elektrovisserij (kg/100m) Totaal elektrovisserij (aantal/100m)<br />

Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40 Vissoort Totaal 0+ >0+-15 16-25 26-40 >40<br />

Blauwband 0,0 0,0 Blauwband 0,8 0,8<br />

Aal/Paling 0,0 0,0 Aal/Paling 0,3 0,3<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 0,0 0,0 0,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 0,5 0,3 0,3<br />

Vetje 0,0 0,0 Vetje 0,3 0,3<br />

Zonnebaars 0,0 0,0 Zonnebaars 0,3 0,3<br />

Zeelt 1,3 0,0 0,9 0,4 0,0 0,0 Zeelt 30,3 0,0 25,5 4,8 0,0 0,0<br />

Totaal 1,3 Totaal 32,3


BIJLAGE 5


Lengtefrequentieverdeling Grote hengelvijver<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Baars<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55<br />

Lengte (cm)<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

50<br />

Blankvoorn<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25<br />

Lengte (cm)<br />

30 35 40 45 50<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Hybride<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45<br />

Lengte (cm)<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Kolblei<br />

Pos<br />

0<br />

0 2 4 6 8 10<br />

Lengte (cm)<br />

12 14 16 18 20<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

200<br />

175<br />

150<br />

125<br />

100<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

75<br />

50<br />

25<br />

Brasem<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70<br />

Lengte (cm)<br />

Giebel<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25<br />

Lengte (cm)<br />

30 35 40 45 50<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Karper<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Lengte (cm)<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

Aal/paling<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Lengte (cm)<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Snoekbaars<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Lengte (cm)


Lengtefrequentieverdeling Grote hengelvijver<br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Zeelt<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70<br />

Lengte (cm)


Lengtefrequentieverdeling Bootjesvijver<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

Baars<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55<br />

Lengte (cm)<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

Blankvoorn<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25<br />

Lengte (cm)<br />

30 35 40 45 50<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Lengte (cm)<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Karper<br />

Rietvoorn/ruisvoorn<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45<br />

Lengte (cm)<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Brasem<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70<br />

Lengte (cm)<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Hybride<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Aal/paling<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50<br />

Lengte (cm)<br />

60 70 80 90 100<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Snoek<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Lengte (cm)


Lengtefrequentieverdeling Vijvers Blaasveld<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

Baars<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

125<br />

100<br />

75<br />

50<br />

25<br />

Bittervoorn<br />

0<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15<br />

Lengte (cm)<br />

3500<br />

3000<br />

2500<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

500<br />

Blankvoorn<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50<br />

Lengte (cm)<br />

60 70 80 90 100<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

Karper<br />

Aal/paling<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50<br />

Lengte (cm)<br />

60 70 80 90 100<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Blauwband<br />

0<br />

0 1 2 3 4 5<br />

Lengte (cm)<br />

6 7 8 9 10<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

Brasem<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65<br />

Lengte (cm)<br />

5<br />

Hybride<br />

0<br />

0 2 4 6 8 10<br />

Lengte (cm)<br />

12 14 16 18 20<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Kolblei<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

Pos<br />

0<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15<br />

Lengte (cm)


Lengtefrequentieverdeling Vijvers Blaasveld<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

Rietvoorn/ruisvoorn<br />

0<br />

0 5 10 15 20<br />

Lengte (cm)<br />

25 30 35 40<br />

900<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

Vetje<br />

0<br />

0 1 2 3 4 5<br />

Lengte (cm)<br />

6 7 8 9 10<br />

5<br />

Zeelt<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60<br />

Lengte (cm)<br />

Aantallen<br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Snoek<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50<br />

Lengte (cm)<br />

60 70 80 90 100<br />

150<br />

125<br />

100<br />

75<br />

50<br />

25<br />

Zonnebaars<br />

0<br />

0 2 4 6 8 10<br />

Lengte (cm)<br />

12 14 16 18 20


BIJLAGE 6


conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagrammen Grote hengelvijver<br />

Baars<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Brasem<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Hybride<br />

totaallengte cm<br />

Kolblei<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

totaallengte cm<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Blankvoorn<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Giebel<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Karper<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Paling<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

totaallengte cm


conditie<br />

1,5<br />

1<br />

vervolg conditiediagrammen Grote hengelvijver<br />

Pos<br />

0,5<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Winde<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

totaallengte cm<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Snoekbaars<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Zeelt<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

totaallengte cm


conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagrammen Bootjesvijver<br />

Baars<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Brasem<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Paling<br />

totaallengte cm<br />

Ruisvoorn<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

totaallengte cm<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Blankvoorn<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Karper<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Snoek<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

totaallengte cm


conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagrammen <strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Baars<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Blankvoorn<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Brasem<br />

totaallengte cm<br />

Kolblei<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

totaallengte cm<br />

conditie<br />

2<br />

1,5<br />

Bittervoorn<br />

1<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Blauwband<br />

0,5<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Karper<br />

0,5<br />

0 20 40 60 80 100 120 140<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Paling<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

totaallengte cm


conditie<br />

1,5<br />

1<br />

vervolg conditiediagrammen <strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Pos<br />

0,5<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Snoek<br />

totaallengte cm<br />

Zeelt<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

totaallengte cm<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

Ruisvoorn<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Vetje<br />

0,5<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

conditie<br />

1,5<br />

1<br />

totaallengte cm<br />

Zonnebaars<br />

0,5<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20<br />

totaallengte cm


BIJLAGE 7


Lengtegewicht relatie<br />

Onderstaande tabel geeft de formule en de specifieke lengtegewicht relatie (a en b) van de<br />

aangetroffen vissoorten in de vijvers te Battenbroek.<br />

Formule G = a*(TL^b)<br />

G Gewicht<br />

TL Totaallengte<br />

Grote hengelvijver<br />

Vissoort N A B Rkwadr.<br />

Baars 42 0,00810 3,12395 0,993<br />

Blankvoorn 41 0,00392 3,34876 0,989<br />

Brasem 49 0,00582 3,18824 0,998<br />

Giebel 6 0,00955 3,24773 0,997<br />

Hybride 3 - - -<br />

Karper 3 - - -<br />

Kolblei 9 0,02039 2,86123 0,946<br />

Paling 41 0,00079 3,20412 0,990<br />

Pos 41 0,01430 2,90284 0,913<br />

Snoekbaars 1 - - -<br />

Winde 1 - - -<br />

Zeelt 16 0,01420 3,01808 0,977<br />

Bootjesvijver<br />

Vissoort N A B Rkwadr.<br />

Baars 40 0,00751 3,16338 0,990<br />

Blankvoorn 42 0,00772 3,10710 0,996<br />

Brasem 13 0,00491 3,23214 0,999<br />

Karper 5 0,01932 3,00375 0,989<br />

Paling 10 0,00232 2,89420 0,984<br />

Snoek 23 0,00312 3,19161 0,998<br />

Ruisvoorn 41 0,01048 3,01684 0,985<br />

<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Vissoort N A B Rkwadr.<br />

Baars 42 0,00736 3,18872 0,992<br />

Bittervoorn 33 0,00847 3,20406 0,980<br />

Blankvoorn 41 0,00532 3,25514 0,997<br />

Blauwband 4 - - -<br />

Brasem 50 0,00489 3,23294 0,999<br />

Karper 3 - - -<br />

Kolblei 7 0,00895 3,05252 0,992<br />

Paling 48 0,00037 3,40996 0,984<br />

Pos 40 0,02179 2,77010 0,987<br />

Ruisvoorn 37 0,00520 3,28290 0,997<br />

Snoek 37 0,00242 3,24987 0,992<br />

Vetje 40 0,00236 3,63380 0,958<br />

Zeelt 24 0,00892 3,16284 0,997<br />

Zonnebaars 41 0,00948 3,30401 0,996


BIJLAGE 8


Ruwe vangstgegevens<br />

In navolgende tabellen worden de ruwe vangstgegevens weergegeven van alle vangtuigen.<br />

<strong>Rivierenhof</strong><br />

Visoort / traject EL1 EL2 EL3 EL4 Schietfuiken ZE1 ZE2 ZE3 ZE4 ZE5 Totaal<br />

Aal/Paling 7 1 54 16 97 175<br />

Baars 10 4 354 320 400 18 1 31 5 1143<br />

Blankvoorn 5 462 114 27 98 4 2 711<br />

Brasem 1 136 1 363 12 91 97 1 702<br />

Giebel 6 4 10<br />

Hybride 2 1 3<br />

Karper 2 3 1 4 1 11<br />

Kolblei 6 1 1 1 9<br />

Pos 140 52 171 29 8 17 418<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 16 8 9 12 112 157<br />

Snoek 16 2 1 2 3 24<br />

Snoekbaars 5 5<br />

Winde 5 5<br />

Zeelt 12 2 2 16<br />

Totaal 49 23 697 868 1172 63 227 158 109 23 3389


<strong>Blaasveldbroek</strong><br />

Vissoort/traject EL1 EL2 EL3 EL4 EL5 EL6 EL7 EL8 EL9 Schietfuiken ZE1 ZE2 ZE3 ZE4 ZE5 ZE6 ZE7 Totaal<br />

Aal/Paling 11 1 17 49 14 16 1 2 265 376<br />

Baars 62 170 60 152 147 89 558 242 8 27 7 1 216 1739<br />

Bittervoorn 5 85 60 1 111 22 8 293<br />

Blankvoorn 46 1158 3340 852 431 2422 207 400 7 5 5 1 61 8936<br />

Blauwband 3 1 4<br />

Brasem 4 6 210 342 167 974 283 16 11 58 31 2 5 2109<br />

Hybride 9 30 1 40<br />

Karper 1 2 3<br />

Kolblei 31 15 47 30 17 138<br />

Pos 2 15 22 13 30 7 159 5 5 90 102 16 466<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 96 370 45 290 127 2 51 303 1 6 1290<br />

Snoek 1 8 3 3 10 3 1 3 2 3 5 8 50<br />

Vetje 24 57 152 53 856 1 355 18 183 1700<br />

Zeelt 1 1 1 2 34 87 69 64 2 5 1 267<br />

Zonnebaars 21 69 168 39 82 31 1 111 44 1 1 8 577<br />

Totaal 274 1936 3945 1915 1083 4483 34 95 1481 1823 38 20 183 150 25 313 190 17988

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!