Artikel 3: september 2009 (pdf-document) - Agentschap voor Natuur ...
Artikel 3: september 2009 (pdf-document) - Agentschap voor Natuur ...
Artikel 3: september 2009 (pdf-document) - Agentschap voor Natuur ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
anb vaste planten<br />
22<br />
Groenhabitat open ruimte<br />
(Hermannshof, Weinheim)<br />
[4] 35 | <strong>2009</strong> groencontact<br />
Open plaatsen/weiden/<br />
steppen/prairie<br />
Open plaatsen worden gekenmerkt door<br />
de afwezigheid van bomen en hoge<br />
heesters. Hierdoor is er volop zon en<br />
bevat de minerale bodem weinig humus.<br />
Begroeiingen van open ruimtes hebben<br />
meestal een relatief open karakter. De<br />
hoofdbloei is in de zomer en de nazomer.<br />
Op recent en vaak verstoorde bodems<br />
groeien eenjarigen zoals korenbloemen,<br />
klaprozen en kamille. Ze vormen een<br />
uitgebreide persistente zaadbank die bij<br />
elke verstoring opnieuw de soorten laat<br />
regenereren. Op niet verstoorde bodems<br />
groeien grassen en doorlevende planten.<br />
Op drogere standplaatsen zijn de planten<br />
aangepast aan de droogte door een<br />
grijs-viltige beharing (vb. gewone salie,<br />
ezelsoren), diepe wortels (vb. Echinacea)<br />
of reserveorganen <strong>voor</strong> wateropslag (bij<br />
succulenten zoals muurpeper of tripmadam).<br />
Hier horen o.a. de volgende planten thuis:<br />
knoopkruid, marjolein, veel soorten salie<br />
en andere aromatische lipbloemigen,<br />
bolgewassen zoals uien en naald van<br />
Cleopatra, halfheesters zoals lavendel en<br />
Perovskia, hoge grassen, prairieplanten<br />
zoals asters en zonnebloemen.<br />
In openbaar groen wordt het overgrote<br />
deel van de open ruimte ingenomen door<br />
gazon. Gazons zijn gemakkelijk in onderhoud<br />
(maar wel arbeidsintensief). Ze zijn<br />
betreedbaar en daardoor zeer geschikt <strong>voor</strong><br />
heel wat recreatieve doeleinden. Soms<br />
hebben ze een sterk architecturale werking.<br />
Toch zijn er heel wat situaties waarin<br />
hooilanden of bloemenweiden of (in meer<br />
stedelijke omgevingen) prairies, steppen<br />
en borders met vaste planten een betere<br />
keuze zouden zijn. Ze brengen variatie en<br />
kleur in de openbare ruimte en vormen<br />
een belangrijke nectarbron <strong>voor</strong> vlinders en<br />
andere insecten. Halfnatuurlijke hooilanden<br />
en bloemenweiden zijn, mits de juiste<br />
uitgangssituatie, niet zo moeilijk te realiseren<br />
en te beheren. Een arbeidsextensieve<br />
beplanting met een cultuurlijke uitstraling<br />
vergt meer deskundigheid. De beplanting<br />
moet immers zo samengesteld zijn dat ze<br />
globaal beheerd kan worden. Dit impliceert<br />
dat er rekening gehouden wordt met heel<br />
wat verschillende factoren zoals standplaatseigenschappen,<br />
concurrentiekracht,<br />
uitbreidingsstrategie, wintersilhouet….<br />
Veel kleine groenelementen zijn afgeleiden<br />
van het groenhabitat ‘open ruimte’: perken<br />
en plantsoenen, verkeersgroen (rotondes,<br />
verkeersgeleiders, bermen, scheidingen<br />
tussen rijbaan en fietspad), bloembakken,...<br />
Elk van de groenelementen heeft een<br />
verschillende functie en de plantenkeuze<br />
moet hieraan aangepast zijn. Zo moeten<br />
planten in bloembakken in de eerste plaats<br />
een grote sierwaarde hebben. Ze moeten<br />
liefst ook droogtetolerant, compact en<br />
stevig zijn. Planten in verkeersbegeleidend<br />
groen moeten al naargelang de standplaats<br />
zouttolerant zijn en/of windbestendig (ze<br />
mogen niet over de rijweg gaan hangen).<br />
Op plaatsen waar occasioneel betreding<br />
plaatsvindt, is het belangrijk dat snel en<br />
goed regenerende planten gebruikt worden.<br />
Moerasbeplanting, oever en<br />
open water<br />
Water heeft een grote aantrekkingskracht<br />
<strong>voor</strong> zowel dieren als mensen. Op natte<br />
standplaatsen groeien meestal weelderige<br />
planten met relatief grote bladeren. Al<br />
naargelang de waterdiepte en de al dan<br />
niet permanent natte bodem, komen andere<br />
planten <strong>voor</strong>. Veel inheemse moeras- en<br />
waterplanten hebben een grote sierwaarde<br />
en zijn uitermate geschikt <strong>voor</strong> toepassingen<br />
in openbaar groen (gele lis, zegges,<br />
wateraardbei, waterdrieblad, grote waterweegbree,<br />
zwanebloem, moerasspirea, …).<br />
Voedselarme water- of moerasvegetaties<br />
komen in stedelijke of verstedelijkte omgeving<br />
bijna niet <strong>voor</strong> door de te sterke<br />
aanrijking met nutriënten.<br />
Waterplanten kunnen zich gemakkelijk<br />
massaal uitbreiden via waterlopen of via<br />
plantmateriaal dat aan poten en veren van<br />
watervogels blijft hangen. Daarom is het<br />
aangeraden extreem <strong>voor</strong>zichtig te zijn<br />
met het gebruik van uitheemse soorten.<br />
Verschillende uitheemse soorten hebben<br />
ecologisch en economisch rampzalige<br />
gevolgen (vb. waterteunisbloem, grote<br />
waternavel, waterhyacinth,<br />
parelvederkruid, …).<br />
In openbaar groen komt open water<br />
meestal <strong>voor</strong> als vijvers in parken.