Archeologie - Maasvlakte 2

Gebruik protocollen
Als er aanwijzingen zijn voor Categorie I objecten op de zandwinlocaties zal dit ter
plaatse worden onderzocht met behulp van sleepnetten (CERPOLEX methode). Voor
Categorie III waarden in de actieve laag op deze zandwinlocaties zijn twee
mogelijkheden te onderscheiden. Het grootste deel van de objecten zal vooraf ontdekt
worden met een aanvullende survey. Hierbij worden de objecten die een obstakel
vormen voor de baggerwerkzaamheden geïdentificeerd, en eventueel geruimd. De
objecten die historische waarde hebben, zullen in situ worden bewaard (vermijden bij
baggerwerkzaamheden). Voor objecten die tijdens de zandwinning (op de Noordzee
met sleephopperzuiger) ontdekt worden is het protocol “BOEM” ontwikkeld (zie
paragraaf 9.3).
Voor toevallige vondsten in het ruim van de Sleephopperzuiger, dan wel een vondst op
de stort in Maasvlakte 2 is eveneens een protocol ontwikkeld. Ook hierbij gaat het om
vondsten in de Categorieën I en III (zie paragraaf 9.4).
Bij het graven van de nieuwe havenbekkens van Maasvlakte 2 is aantasting van
waarden in de drie categorieën mogelijk. Voor de laag van Velsen zal geen aanvullend
onderzoek gedaan worden naar meer artefacten. Dit heeft, gezien eerdere vondsten,
geen prioriteit 0. Wel wordt een open oog gehouden voor de vondsten op de stort. Ook
voor de omgang met deze vondsten is een protocol ontwikkeld (zie paragraaf 9.5).
De vondsten uit Categorie II zullen worden ontdekt tijdens de uitvoering. Hiervoor is een
protocol ontwikkeld (zie paragraaf 9.3). Categorie III vondsten zullen bekend zijn vòòr de
uitvoering. Hiervoor wordt een ruimingsplan gemaakt.
Tenslotte zijn er voor de doorsteek van de Yangtzehaven nog aanvullende maatregelen
voorgesteld. Allereerst is er het aanvullend onderzoek in de vorm van specifieke,
gerichte acties voor analyse van het prehistorische landschap. Tevens is er een kans
dat Categorie II waarden ontdekt worden tijdens de uitvoering (zie paragraaf 9.6). De
doorsteek van de Yangtzehaven ligt overigens buiten het gebied met de hoogste
verwachtingswaarde, waardoor de kans hier relatief klein is. Categorie III waarden
worden op deze locatie niet verwacht.
Deelprotocollen zijn dus ontwikkeld voor:
A. Toevallige vondst Categorie II en III, BOEM.
B. Categorie I & III Toevallige vondst (Sleephopperzuiger).
C. Categorie I & III Toevallige vondst op Stort.
D. Categorie II vondst Havenbekken/Doorsteek.
In de navolgende paragrafen worden de maatregelen die onderdeel uitmaken van de
verschillende protocollen toegelicht. De beschrijving vormt de basis voor een
gedetailleerde uitwerking van maatregelen in de contractvormingsfase of voor eventuele
concrete gevallen.
MER Aanleg - Bijlage Archeologie 9P7008.A5/Archeologie/R005/RPL/Nijm
- 44 - 5 april 2007