R08 Gerechterlijk Recht : Rutten - Quickprinter
R08 Gerechterlijk Recht : Rutten - Quickprinter
R08 Gerechterlijk Recht : Rutten - Quickprinter
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>R08</strong><br />
1ste bach <strong>Recht</strong>en<br />
<strong>Gerechterlijk</strong> <strong>Recht</strong><br />
<strong>Rutten</strong> - Smvt Slides<br />
Q uickprinter<br />
Koningstraat 13<br />
2000 Antwerpen<br />
www.quickprinter.be<br />
7.20 EUR
1<br />
<br />
CURSUSGERECHTELIJKRECHT:1 STE BACHELORRECHTEN<br />
<br />
Inhoudstabel<br />
DeelI.Algemenebeginselen<br />
1. Wezenenfunctievanhetrecht<br />
1.1.Begripsomschrijving<br />
1.2.Bronnen<br />
1.2.1. Grondwet<br />
1.2.2. VerdragsrechtenhetrechtvandeEU<br />
1.2.3. Gerechtelijkwetboek<br />
1.2.4. Bijzonderewetteksten<br />
1.2.5. <strong>Recht</strong>spraak<br />
1.2.6. rechtsleer<br />
1.3.Toepassingsgebied<br />
1.3.1. Rationetemporis<br />
1.3.2. Rationeloci<br />
1.3.3. Rationepersonae<br />
1.3.4. Rationemateriae<br />
1.4.Karaktertrekkenvanhetgerechtelijkrecht<br />
1.4.1. Nationaalrecht<br />
1.4.2. Gemengdkarakter<br />
1.4.3. Dynamischkarakter<br />
1.4.4. Formalistischkarakter<br />
1.4.5. Dwingendkarakter?<br />
1.4.6. Diendefunctie<br />
1.4.7. Autonoomrecht<br />
1.5.Basisbeginselenvanhetgerechtelijkrecht<br />
1.5.1. Inleiding<br />
1.5.2. Hetrechtopeeneerlijkprocesiseenfundamenteelrecht<br />
A. Inleiding<br />
B. Toepassingsgebied<br />
C. Structureleaspecten<br />
C1.<strong>Recht</strong>opeenrechtbankmetvollerechtsmachtenopnakomingavnrechterlijkebeslissingen<br />
<strong>Recht</strong>opeenrechterlijkeinstantie<br />
<strong>Recht</strong>opeenrechtermetvollerechtsmacht<br />
<strong>Recht</strong>opnakomingvanrechterlijkebeslissingen<br />
C2.<strong>Recht</strong>optoegangtoteenrechter<br />
C3.Onafhankelijkheidenonpartijdigheid<br />
D. <strong>Recht</strong>opeenopenbaarprocesbinneneenredelijketermijn<br />
D1.<strong>Recht</strong>openbaarheidvanhetproces<br />
Openbaarheidvandedebatten
Openbaarheidvandeuitspraak<br />
D2.<strong>Recht</strong>opafdoeningvanhetprocesbinneneenredelijketermijn<br />
E. <strong>Recht</strong>opeeneerlijkproces:eerlijkeengelijkebehandeling<br />
E1.<strong>Recht</strong>omtewordengehoord<br />
E2.Debatoptegenspraak<br />
E3.Bewijsregeling<br />
E4.Toegangtotstukken<br />
E5.Motiveringvanrechterlijkebeslissingen<br />
<br />
2. Basisbegrippen<br />
2.1.<strong>Recht</strong>svordering<br />
2.1.1. Begrip<br />
2.1.2. Kenmerken<br />
A. Facultatief<br />
B. Openbareorde<br />
C. Doelgebondenbevoegdheid<br />
2.1.3. Aanverwantebegrippen<br />
A. Verhoudingmaterieelrecht–rechtsvordering<br />
B. Verhoudingrechtsvordering–eis/verweer<br />
2.1.4. Toelaatbaarheidsvereisten<br />
2.1.5. Algemenetoelaatbaarheidsvereisten<br />
A. Partijbekwaamheid<br />
a) Natuurlijkepersonen<br />
b) <strong>Recht</strong>spersonen<br />
c) Feitelijkeverenigingen<br />
B. Belgischenationaliteit<br />
C. Procesbekwaamheid<br />
D. Hoedanigheid<br />
E. Belang<br />
a. Actueel<br />
Reedsverkregenendadelijk<br />
Geenactioadfuturum<br />
<strong>Recht</strong>sgeschil<br />
b. <strong>Recht</strong>streeksenpersoonlijk<br />
Geenactiopopularis<br />
Geenclassactions<br />
c. <strong>Recht</strong>matig<br />
d. Beschermenswaardig<br />
<br />
2.2.Eisenverweer<br />
2.2.1. Eis<br />
A. Begrip<br />
B. Soorten<br />
2
a. Hoofdeis<br />
b. Accessoireeis<br />
c. Subsidiaireeis<br />
d. Provisioneleeis<br />
e. Provisoireeis<br />
f. Incidenteleeis<br />
g. Nieuweeis<br />
h. Tussenkomst<br />
i. Wijzinghoofdeis<br />
j. Tegeneis<br />
C. Bestanddelen<br />
a. Voorwerp<br />
b. Oorzaak<br />
D. Gevolgen<br />
a. T.o.v.partijen<br />
b. T.o.v.rechter<br />
2.2.2. Verweer<br />
A. Begrip<br />
B. Verweertengronde<br />
C. Verweerbijwijzevanexceptie<br />
D. Verweerbijwijzevantegeneis<br />
2.3.Hetgeschil<br />
2.3.1. Begrip<br />
A.Geschil<br />
B.Geschiloplossing<br />
C.Geschilbeslechting<br />
2.3.2. Aard<br />
2.3.3. Soorten<br />
A.<strong>Recht</strong>sgeschillen<br />
B.Belangengeschillen<br />
2.3.4. Beëindigingvanhetgeschil<br />
A. Buitengerechtelijkegeschiloplossingzondergeding<br />
a. Overeenkomsttussenpartijen<br />
b. Eenzijdigerechtshandeling<br />
c. Vrijwillige/buitengerechtelijkebemiddeling<br />
B. Buitengerechtelijkegeschiloplossingmetgeding<br />
a. Arbitrage<br />
b. Ingevolgewettelijkereglementering<br />
C. Gerechtelijkegeschiloplossingzondergeding<br />
Verzoening<br />
Akkoordvonnis<br />
D. Gerechtelijkegeschiloplossingmetgeding<br />
2.4.Hetgeding<br />
2.4.1. Definitie<br />
3
2.4.2. Begrippen<br />
A. Procespartij<br />
B. Procesverhouding<br />
C. proceshandeling<br />
2.4.3. Basisbeginselen<br />
2.4.4. Basiskenmerken<br />
A. Geenverplichteprocesvertegenwoordiging<br />
B. Schriftelijk<br />
C. Proceseconomie<br />
2.4.5. Soortengedingen<br />
A. Eenzijdigeentegensprekelijke<br />
B. Mondelingeenschriftelijke<br />
C. Zeerkortedebatten,kortedebattenenlangeduur<br />
2.4.6. Processuelesancties<br />
A. Watzijnvormvereisten<br />
B. Voorbeelden<br />
C. Werking<br />
a. Positief<br />
b. Negatief<br />
D. Nietigheden<br />
a. Geennietigheidzonderwettekst<br />
b. Nietigheidmetwettekstenkelnabelangenschade<br />
c. Geennietigheidbijbereikennormdoel<br />
d. Geennietigheidnadekking<br />
2.4.7. Termijnen<br />
A. Soortentermijnenalgemeen<br />
B. Soortenprocestermijnen<br />
a. Wachttermijnen<br />
b. Vervaltermijnen<br />
C. Berekening<br />
D. Sancties<br />
a. Opstraffevannietigheid:vnl.wachttermijnen<br />
b. Opstraffevanverval:vnl.vervaltermijnen<br />
c. Zonderspecifiekesanctie<br />
2.5.<strong>Recht</strong>sprekendehandeling<br />
2.5.1. Begrip<br />
2.5.2. Kenmerken<br />
2.5.3. Terminologie<br />
2.5.4. Taakvanderechter<br />
2.5.5. Gevolgenvanhetvonnis<br />
A. Uitputtingvanderechtsmacht<br />
B. Gezagvangewijsde<br />
C. Uitvoerbaarheid<br />
D. Bewijskrachtenbewijswaarde<br />
4
E. Tegenwerpelijkheid<br />
<br />
3. <strong>Recht</strong>erlijkeorganisatie<br />
3.1.Staatsmacht<br />
A. Scheidingdermachten<br />
B. Interferentie<br />
3.2.Hogeraadvoorjustitiee.a.<br />
A. HRJ<br />
B. Adviesraadmagistratuur<br />
C. Commissiemodernisering<br />
D. Instituutvoordegerechtelijkeopleiding<br />
3.3.Ledenvanderechterlijkmacht<br />
A. Hetonderscheidtussenzittendeenstaandemagistratuur<br />
a. <strong>Recht</strong>ers<br />
Effectievemagistraten<br />
Toegevoegderechters<br />
Plaatsvervangenderechters<br />
Geassumeerderechters<br />
lekenrechters<br />
b. OM<br />
B. Benoemingvandemagistraten<br />
a. Situering<br />
b. Drietoegangswegentotdemagistratuur<br />
Examenberoepsbekwaamheid<br />
Gerechtelijkestage<br />
Praktijkervaring<br />
c. Benoemingsprocedure<br />
FODjustitie<br />
BAC<br />
Koning<br />
C. Benoemingvoorhetleven<br />
D. Onafzetbaarheid<br />
E. Bezoldigingencumulatievanambten<br />
3.4.Gerechtelijkeorganisatie<br />
3.4.1. Vredegerecht<br />
3.4.2. Politierechtbank<br />
3.4.3. <strong>Recht</strong>bankvaneersteaanleg<br />
3.4.4. Arbeidsrechtbank<br />
3.4.5. <strong>Recht</strong>bankvankoophandel<br />
3.4.6. Arrondissementsrechtbank<br />
3.4.7. Hofvanberoep<br />
3.4.8. Arbeidshof<br />
3.4.9. Hofvanassisen<br />
3.4.10. HofvanCassatie<br />
5
3.5.Medewerkersvanhetgerecht<br />
3.5.1. Griffiers<br />
3.5.2. Gerechtsdeurwaarders<br />
3.5.3. Advocaten<br />
3.5.4. AdvocatenbijHofvanCassatie<br />
DeelII.Bevoegdheid<br />
1. Debegripsomschrijving<br />
1.1.Algemenebeginselen<br />
A. <strong>Recht</strong>smacht<br />
B. Bevoegdheid<br />
1.2.Materiëlebevoegdheid<br />
1.2.1. Begripensoorten<br />
A. Algemeen<br />
B. Bijzondere,nietexclusief<br />
C. Bijzondere,exclusief<br />
1.2.2. <strong>Recht</strong>skarakter<br />
1.2.3. Componenten<br />
A. Voorwerpvandeeis<br />
B. Dewaardevandeeis<br />
a. Eisingelduitgedrukt<br />
b. Eisnietingelduitgedruktmaarwelingeldwaardeerbaar<br />
c. Eisnietingeldwaardeerbaar<br />
C. Urgentie<br />
D. Hoedanigheidvandepartijen<br />
1.2.4. toetsingsogenblik<br />
1.3.Territorialebevoegdheid<br />
1.3.1. <strong>Recht</strong>skarakter<br />
A. Aanvullende<br />
B. Dwingendrecht<br />
C. Openbareorde<br />
1.3.2. Bevoegdheidsovereenkomst<br />
1.3.3. Verstekvandeverweerder<br />
<br />
2. Debevoegdheidsregeling<br />
2.1.Materiëlebevoegdheid<br />
2.1.1. Hoofdvordering<br />
A. Vredegerecht<br />
a. Algemene<br />
b. Bijzondere<br />
c. Exclusieve<br />
d. bestuur<br />
B. politierechtbank<br />
6
a. algemene<br />
b. schadevergoeding<br />
C. rechtbankvaneersteaanleg<br />
(voorwaardelijkevolheid,uitsluitende,hogerberoep,gerechtelijkbestuur)<br />
a. jeugdrechtbank<br />
b. beslagrechter<br />
c. voorzitter<br />
kortgeding<br />
opeenzijdigverzoekschrift<br />
zoalsinkortgeding<br />
verdelingsincidenten<br />
D. arbeidsrechtbank<br />
a. bijzondere<br />
E. rechtbankvankoophandel<br />
a. algemene<br />
b. bijzondere<br />
c. exclusieve<br />
d. hogerberoep<br />
e. voorzitter<br />
F. arrondissementsrechtbank<br />
G. hofvanberoep<br />
H. arbeidshof<br />
I. HofvanCassatie<br />
2.1.2. Tussenvordering<br />
A. Tussengeschillenm.b.t.dehoofdeis<br />
a. Uitbreidingofverminderingvandeeis<br />
b. Nieuweeis<br />
c. Bijkomendeensubsidiaireeis<br />
B. Tussengeschillenm.b.t.hetverweer<br />
a. Verweertengronde<br />
b. Verweerbijwijzevanexceptie<br />
c. Verweerbijwijzevantegeneis<br />
C. Eistottussenkomst<br />
D. Samenhang<br />
E. Aanhangigheid<br />
2.2.Territorialebevoegdheid<br />
A. Algemeneregelen<br />
B. Bijzondereregelen<br />
a. prorogatievanterritorialebevoegdheid<br />
b. bepalingenvandwingendrecht<br />
c. bepalingenvanopenbareorde<br />
<br />
3. Debevoegdheidsincidenten<br />
3.1.Ineersteaanleg<br />
7
A. Verweerderwerptdeexceptievanonbevoegdheidop<br />
B. <strong>Recht</strong>erwerptmiddelvanonbevoegdheidop<br />
C. Beslechtingvanhetbevoegdheidsincident<br />
3.2.Inhogerberoep<br />
3.3.Binnenhetzelfderechtscollege<br />
3.4.Samenhangenaanhangigheid<br />
DeelIII.<strong>Recht</strong>spleging<br />
1. Procesverloop<br />
1.1.<strong>Recht</strong>shulpenrechtsbijstand<br />
A. Kosteloosheidvanderechtspleging<br />
B. <strong>Recht</strong>shulpofjuridischebijstand<br />
a. eerstelijnsjuridischebijstand<br />
b. tweedelijnsjuridischebijstand<br />
C. <strong>Recht</strong>sbijstand<br />
1.2.Dagvaarding<br />
A. <strong>Recht</strong>singangdoor“dagvaarding”<br />
uitzonderingarbeidsrechtbank<br />
B. Dagvaardingsexploot<br />
a. Begrip<br />
b. Inhoudenvormvereisten<br />
c. Betekening<br />
Aandepersoon<br />
Woonplaats<br />
Achterlatingvanafschrift<br />
Parket<br />
buitenland<br />
d. Tijdstip<br />
e. Dagvaardingstermijn<br />
C. Vrijwilligeverschijning<br />
D. Verzoekschriftoptegenspraak<br />
1.3.Rolstelling<br />
1.4.Inleidendezitting<br />
A. Verschijning<br />
B. Behandelingterinleidendezitting–Kortedebatten<br />
1.5.Instaatstelling<br />
A. gewoneprocedure<br />
a. minnelijkeroute<br />
b. rechterlijkeroute<br />
c. vrije<br />
B. Bepalingrechtsdag<br />
1.6.Behandelingvandezaakoptegenspraak<br />
A. Mededelingvanstukken<br />
8
B. Conclusie<br />
Conclusieinhoud<br />
C. Neerleggingdossier<br />
1.7.<strong>Recht</strong>sdagenpleitzitting<br />
1.8.Sluitenvandedebatten<br />
1.9.MededelingaanOM<br />
1.10. Beraadslaging<br />
1.11. Heropenenvandedebatten<br />
1.12. Uitspraak<br />
1.13. Gerechtskosten<br />
A. Wat?<br />
B. Verwijzingtotdekosten<br />
C. Honorariaadvocaat<br />
1.14. Behandelingbijverstek<br />
A. Begrip<br />
B. Toepassingsgevallen<br />
C. Verstekvonnis<br />
D. Taakvanderechterbijverstek<br />
E. Vervalverstekvonnis<br />
1.15. Eenzijdigverzoekschrift<br />
1.16. Summiererechtsplegingombetalingtebevelen<br />
<br />
2. Incidenten<br />
2.1.Watzijnincidenten?<br />
2.2.Incidentenm.b.t.deeis<br />
A. Nieuweeis<br />
B. Wijziginghoofdeis<br />
C. Aanvullendeeis<br />
D. Tegeneis<br />
E. Afstandvaneis<br />
F. Doorhalingenweglatingvanderol<br />
2.3.Incidentenm.b.t.departijen<br />
A. Tussenkomst<br />
B. Hervatting<br />
2.4.Incidentenm.b.t.deprocesactoren<br />
A. Wraking<br />
B. Onttrekking<br />
C. Ontkentenis<br />
2.5.Incidentenm.b.t.deloopvanhetgeding<br />
A. Excepties<br />
B. Opschortingvanhetgeding<br />
C. Samenstellingvandezetel<br />
a. hoeveelmagistraten?<br />
Rb.eersteaanleg<br />
9
Hofvanberoep<br />
b. wie?<br />
<br />
3. Bewijsrecht<br />
3.1.Problematiekvanhetbewijs<br />
3.1.1. Zinvanhetbewijsrecht<br />
3.1.2. Bindingmetmaterieelrecht<br />
3.1.3. Bewijsrechtsysteem<br />
3.2.Bewijslast<br />
3.2.1. Begrip<br />
3.2.2. Subjectievebewijslast<br />
3.2.3. Objectievebewijslast<br />
3.3.Bewijsmiddelen<br />
3.3.1. Begrip<br />
3.3.2. Bewijssysteem<br />
A. Inburgerlijkezaken<br />
a. Afdoende<br />
b. Wettelijke<br />
c. Vrijebewijswaarde<br />
B. Inhandelszaken<br />
3.3.3. Catalogus<br />
A. Schriftelijkeakte<br />
onderhandseakte<br />
authentiekeakte<br />
handtekening<br />
B. Getuigenbewijs<br />
C. Vermoedens<br />
wettelijkevermoedens<br />
rechterlijkevermoedens<br />
D. Bekentenis<br />
gerechtelijkebekentenis<br />
buitengerechtelijkebekentenis<br />
E. Eed<br />
gedingbeslissendeeed<br />
aanvullendeeed<br />
ramingseed<br />
F. Alleanderemiddelennaarrecht<br />
3.4.Bewijsprocedure<br />
3.4.1. Overleggingvanstukken<br />
3.4.2. Schriftonderzoek<br />
3.4.3. Valsheidsprocedure<br />
3.4.4. Deskundigenonderzoek<br />
3.4.5. Getuigenverhoor<br />
3.4.6. Verhoorvanpartijen<br />
10
3.4.7. Eedaflegging<br />
3.4.8. Plaatsopname<br />
3.4.9. Vaststellingvanoverspeldoordegerechtsdeurwaarder<br />
<br />
4. <strong>Recht</strong>smiddelen<br />
4.1. Algemenebeginselen<br />
4.1.1. Begrip“rechtsmiddel”<br />
4.1.2. Gewoneenbuitengewonerechtsmiddelen<br />
4.1.3. Termijnen<br />
4.1.4. <strong>Recht</strong>spleging<br />
4.1.5. Tegenwelkevonnissen?<br />
4.1.6. Samenloopvanrechtsmiddelen<br />
4.1.7. Kwalificatieuitspraak<br />
4.2. Verzet<br />
4.2.1. Begrip<br />
4.2.2. Procedure<br />
4.2.3. Gevolgen<br />
4.3. Hogerberoep<br />
4.3.1. Begrip<br />
4.3.2. Procedure<br />
A. Toelaatbaarheid<br />
B. Appellabiliteit<br />
C. Hoofdberoep/incidenteel<br />
D. Termijn<br />
E. Aktevanhogerberoep<br />
F. Procesverloopinhogerberoep<br />
4.3.3. Gevolgen<br />
A. Devolutieve<br />
B. Schorsende<br />
4.3.4. Misbruik<br />
4.4. Cassatie<br />
4.4.1. Begrip<br />
4.4.2. Procedure<br />
A. Tegenwelkebeslissingen<br />
B. Wie?<br />
C. Termijn<br />
D. <strong>Recht</strong>spleging<br />
4.4.3. Gevolgen<br />
4.5. Derdenverzet<br />
4.5.1. Begrip<br />
4.5.2. Procedure<br />
4.5.3. Gevolgen<br />
4.6. Herroepingvangewijsde<br />
4.6.1. Begrip<br />
11
4.6.2. Procedure<br />
4.6.3. Termijn<br />
4.6.4. Gevolgen<br />
4.7. Verhaalopderechter<br />
4.7.1. Begrip<br />
4.7.2. Procedure<br />
4.7.3. Termijn<br />
4.7.4. Gevolgen<br />
4.8. Intrekking<br />
4.8.1. Begrip<br />
4.8.2. Procedure<br />
4.8.3. Gevolgen<br />
<br />
5. Beslagenexecutie<br />
5.1. Kernbegrippen<br />
5.1.1. Watisuitvoeren<br />
5.1.2. Beslagbaregoederen<br />
onbeslagbaregoederen<br />
overheidsgoederen<br />
5.1.3. Dwangsom<br />
5.1.4. Beslagrechter<br />
5.2. Hetbewarendbeslag<br />
5.2.1. Begrip<br />
5.2.2. Gevolgen<br />
5.2.3. Voorwaarden<br />
5.2.4. Soorten<br />
5.3. Degedwongenexecutie<br />
5.3.1. Begrip,soortenenvoorwaarden<br />
5.3.2. Uitvoerbaarheidrechterlijkeuitspraak<br />
A. Definitieveuitvoering<br />
B. Nietdefinitieveuitvoering<br />
C. Uitvoerbaaheidbijvoorraad<br />
5.3.3. Kantonnement<br />
<br />
12
Deel I. Algemene beginselen<br />
Titel I. Wezen en functie van het gerechtelijk recht<br />
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving<br />
- Gerechtelijk recht = “het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de effectuering van de<br />
materieelrechtelijke aanspraken van de rechtssubjecten ”<br />
hoe materieel recht uitoefenen?<br />
Vb.: je verkoopt je auto aan je buurman voor 10.000 euro. Je levert de auto al zonder dat de<br />
buurman het geld heeft betaald. Gelukkig heb je wel al een onderhandse akte opgesteld met zijn<br />
handtekening erop (zie B.W.: tussen een niet-handelaren of een niet-handelaar als eiser mag men<br />
vorderingen boven de 375euro niet met een getuigenbewijs staven). Er bestaat een verbod van<br />
eigenrichting wat betekent dat je naar de rechtbank moet. De regels die hierop van toepassing zijn<br />
vind je dan in het gerechtelijk recht (aanspraken effectueren).<br />
- > proces; ook rechtsvordering van de rechtssubjecten, de rechtsmacht en de bevoegdheid van de<br />
rechtbanken en hoven, het geschil en het geding<br />
( buitenrechtelijk: arbitrage, bemiddeling, verzoening,…)<br />
wat zijn de materiële en territoriale bevoegdheden van een rechtbank?<br />
- > gerechtelijk privaatrecht (of ook burgerlijk procesrecht genaamd); ook strafprocesrecht<br />
gerechtelijk privaatrecht is het ‘gemeen recht’ van het gerechtelijk recht (art 2 Ger.W.)<br />
- nauwe band met materieel recht<br />
Hoofdstuk 2. Bronnen<br />
2.1 Grondwet<br />
Art. 13 G.W. (toegang tot de rechter),<br />
Art. 23 G.W. (sociale grondrechten, zoals juridische bijstand vb: deskundige, gerechtsdeurwaarder<br />
of een advocaat (pro deo)), 2°,<br />
Art. 40 G.W. (koning zelf kan niet gedagvaard worden, maar er bestaat wel een civiele lijst voor de<br />
verdeling van het vermogen van de koning bij juridische geschillen),<br />
Artt. 144-159 G.W. (bevoegdheden en procesregels (vb. motivatieverplichting),<br />
ook nog art 148 (zie ev. Art 6 EVRM) (terechtzitting moet openbaar gebeuren en nog andere<br />
algemene beginselen)<br />
2.2 Verdragsrecht en recht van de Europese Unie<br />
- Europees Verdrag <strong>Recht</strong>en van de Mens<br />
13
- Verordening nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke<br />
bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en<br />
handelszaken<br />
internationale rechtsmacht van rechtscolleges<br />
Welk recht is van toepassing bij conflicten tussen rechtsonderhorigen uit verschillende Europese<br />
landen?<br />
Vb.: er wordt een ton graan verscheept vanuit Frankrijk door een Britse verkoper naar een<br />
Belgische koper. In de loods in Frankrijk ontstaat een lek waardoor het graan beschimmeld raakt en<br />
niet meer verkocht kan worden. De koopprijs is al betaald zonder dat er geleverd werd. Waar moet<br />
nu de procedure gevoerd worden en welk recht moet er dan toegepast worden? Stel dat in dit geval<br />
de Franse rechtbank bevoegd is, de Belg via een vonnis gelijk krijgt, en de Brit nu een<br />
schadevergoeding moet betalen. Kan de Belg zijn vonnis dan laten uitvoeren?<br />
- Verordening nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de<br />
gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken<br />
zie het vorige voorbeeld: indien de Britse en niet de Franse rechtbank bevoegd is, hoe moet dan<br />
het bewijsmateriaal (loods en graan in Frankrijk) onderzocht worden? (waarschijnlijk door een<br />
afgevaardigde.)<br />
- Verordening nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de<br />
kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in<br />
handelszaken<br />
Zie vorige voorbeeld: Belgische koper heeft een vonnis tegen de Brit. De kennisgeving en de<br />
betekening gebeurt door een gerechtsdeurwaarder. De Belgische gerechtsdeurwaarder moet zich<br />
dan wenden tot een bepaalde instantie in G.B.<br />
- Verdrag van den Haag 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het<br />
buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken<br />
2.3 Gerechtelijk Wetboek<br />
- Wet 10 oktober 1967, in werking 1 november 1970 (de meeste Ger.W. in andere landen zijn veel<br />
recenter<br />
- Ontwerp van Charles van Reepinghen, Koninklijke commissaris voor de gerechtelijke hervorming<br />
(opgevolgd door Ernest Krings)<br />
minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtsbedeling<br />
- Betrachtingen:<br />
modernisering van een drie eeuwen oud procesrecht (Ordonnance Civile 1667; Code de<br />
procedure civile 1806; Wet <strong>Recht</strong>erlijke Organisatie 1869; Wet Bevoegdheid 1876)<br />
eenheid van rechtsmacht cfr. nu eenheidsloket of centrale inleidingskamer (gepromoot door<br />
minister van Justitie)<br />
Bedoeling om één grote rechtbank op te richten, eventueel met gespecialiseerde kamers<br />
14
Zie systeem in Nederland: enkel een arrondissementrechtbank (doet de meeste zaken in<br />
eerste aanleg) en een kantonrechtbank (soort vrederechter)<br />
systeem kon in België niet doorgevoerd worden want men wilde de arbeidsrechtbanken niet<br />
laten vallen (waarborg van lekenrechters). Tijdens het zogenaamd “atomium-akkoord”<br />
(bespreking tussen meerdere partijen) kwamen deze klassieke gevoeligheden weer naar boven<br />
(behalve de arbeidsrechtbanken wilde men ook de rechtbanken van koophandel behouden<br />
omdat men de economie niet wilde schaden door vertraging.<br />
eenheid van rechtspleging<br />
juristen zijn niet ontvankelijk voor nieuwe wetgeving en alle rechtbanken hebben een eigen<br />
interpretatie van regels over rechtbanken.<br />
Vb.: griffie van Brussel t.o.v. die van Antwerpen (een van de belangrijke gerechtelijke<br />
hervormingen was die over de conclusiekalender: partijen maken afspraken aan het begin van<br />
het proces over de te volgen procedure).<br />
In die van Brussel vraagt de griffier aan het begin van het proces om een formulier in te vullen<br />
(staat niet in het Ger.W. maar is enorm tijdsbesparend)<br />
Normaal gezien moet de griffier kennis geven aan de partijen over de beschikking over de<br />
geldigheid van de conclusiekalender. In het formulier staat nochtans dat men geen kennis moet<br />
geven aan de partijen. Dit is dus een enorm verschil met de griffie van Antwerpen.<br />
vereenvoudiging en versnelling van rechtspleging (tegen de gerechtelijke achterstand)<br />
vb.: in Brussel duurt het minstens 5 jaar vooraleer men in hoger beroep kan gaan (In het Hof<br />
van Beroep van Antwerpen mag er maximaal een jaar tussen de aanvraag voor beroep en de<br />
uitspraak)<br />
er zullen altijd veel zaken aanhangig zijn in rechtbanken (een beter woord zou dan “voorraad”<br />
zijn, dat schrikt minder af)<br />
Bijv:<br />
- afschaffing van verplichte procesvertegenwoordiging (geen advocaat);<br />
- minder formalisme (vb.;in akte van hoger beroep moet altijd het beroep van de tegenpartij<br />
vermeld zijn volgens het Ger.W.) ;<br />
- kennisgeving bij gerechtsbrief (kostenbesparend want geen gerechtsdeurwaarder);<br />
- wijziging van eis (vb. achterstallige huur van april en mei vorderen maar later ontdek je dat er<br />
ook nog een deel van maart moest betaald worden. Aangezien het niet in de dagvaarding<br />
staat, moet je een apart proces voeren. Met de versoepeling omtrent de wijziging van de eis<br />
kan dit wel toegevoegd worden); - -- beslagprocedure;<br />
- verdwijnen pleitbezorgers (Verschil tussen 2 types van advocaten afgeschaft. Enerzijds waren<br />
er advocaten (doen het werk) en anderzijds de pleiter (dagelijks rechtbankwerk)<br />
- Amendering in het parlement (o.m. arr. rb.)<br />
- Latere aanvullingen:<br />
Arbitragewet 4 juli 1972 (Deel VI)<br />
Nieuwe wet op de bemiddeling 25 februari 2005 (Deel VII)<br />
- Verwaarlozing 1970 – 1995<br />
Wet van 3 augustus 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek (waaronder nieuwe<br />
statuten voor magistraten)<br />
15
- Recent talrijke wetswijzigingen (socialisering van het gerechtelijk recht)<br />
Octupuswetgeving met HRJ – 7 december 1998 (benoeming en bevordering van magistraten:<br />
de helft van de externen worden nog steeds aangeduid door het parlement wat nog steeds een<br />
zekere politisering inhoudt en internen (magistraten) worden aangeduid door mede-magistraten)<br />
Adviesraad magistratuur – 8 maart 1999<br />
Derde weg magistratuur – 7 april 2005 (overstap van advocaat naar een ander beroep d.m.v.<br />
een mondeling examen<br />
Coll. schuldenregeling – 13 december 2005 (soort ‘faillissement’ voor natuurlijke personen:<br />
beschermingsstatuut tegen schuldeisers d.m.v. een afbetalingsplan)<br />
<strong>Recht</strong>sbijstand – 1 juli 2006<br />
Commissie modernisering – 20 juli 2006<br />
Phenix – 2005-2006 (informatisering van justitie: men wilde tegen 31 dec. 2009 oa het<br />
elektronisch indienen van de dagvaarding invoeren. Ondertussen is het al uitgesteld tot 2011)<br />
Evaluatie korpschefs – 18 december 2006 (het was daarvoor de gewoonte dat de oudste<br />
rechter voorzitter werd tenzij hij hiervan afstand deed. Nu worden kandidaten vergeleken en<br />
moeten ze een plan indienen)<br />
gerechtelijke opleiding – 31 januari 2007<br />
- Voorlopig orgelpunt:<br />
Wet 21 april 2007 verhaalbaarheid erelonen advocaat (kosten voor advocaten terugkrijgen van<br />
de tegenpartij omdat de meeste mensen geen proces willen voeren wanneer de kosten van een<br />
advocaat hoger zijn dan de eigenlijke vordering) + KB 26 oktober 2007<br />
Wet 26 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van<br />
de gerechtelijke achterstand<br />
Wet 15 mei 2007 deskundigenonderzoek<br />
- Knelpunten waren/blijven:<br />
behoudsgezinde mentaliteit van rechtspractici<br />
vb.: hoger beroep laten instellen door verzoekschrift i.p.v. een dagvaarding heeft 25 jaar<br />
geduurd (gewoonte wil men niet afschaffen)<br />
inertie van de rechtspractici bij de receptie van nieuwe wetteksten inzake gerechtelijk recht<br />
geen moderne infrastructuur<br />
vb.: archaïsche werkwijze van griffiers<br />
2.4 Bijzondere wetteksten<br />
- Bijv. B.W., W. Kh., talrijke bijzondere wetten (Wet 15 juni 1935 gebruik der talen in gerechtszaken)<br />
en decreten<br />
vb.: verzoek voor echtscheiding bij onderlinge toestemming via verzoekschrift indienen.<br />
- Gevolg: geen eenheid van rechtspleging<br />
2.5 <strong>Recht</strong>spraak<br />
- Feitelijk gezag van de cassatierechtspraak; zie nochtans art. 6 Ger. W. (geen precedentenrecht)<br />
de rechter moet rechtspraak van cassatie niet volgen tenzij bij dubbel cassatie, dan is de tweede<br />
16
verwijzingsrechter wel gebonden<br />
bij de motivering mag de rechter dus ook geen precedentswaarde aan andere rechterlijke<br />
uitspraken geven (zowel aan die van andere rechters en rechtbanken als de eigen reeds gedane<br />
uitspraken)<br />
- Erkennen van algemene rechtsbeginselen<br />
algemeen rechtsbeginsel volgens hetwelk de partijen verplicht zijn mee te werken aan de<br />
bewijsvoering<br />
autonomie van de procespartijen (beschikkingsbeginsel)<br />
verbod van eigenrichting<br />
onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter<br />
2.6 <strong>Recht</strong>sleer<br />
- Ger. W. stimulans voor nieuw wetenschappelijk onderzoek inzake gerechtelijk recht<br />
bijv. taak van de rechter, massaclaims (vb. vliegramp bij de airshow in Oostende of fortis)<br />
- <strong>Recht</strong>svergelijking met Nederland<br />
kort geding, dwangsom, contradictoir verzoekschrift, betekening van exploten, alternatieve<br />
geschiloplossing, overheidsaansprakelijkheid,..<br />
Hoofdstuk 3. Karaktertrekken van het gerechtelijk recht<br />
3.1 Nationaal recht<br />
- Historisch te verklaren: plaatselijke costuymen<br />
- Internationalisering van de rechtsbetrekkingen (grensoverschrijdend rechtsverkeer)<br />
- Europees procesrecht<br />
bijv. EEX, Europese Verordeningen<br />
verdragsautonome interpretatie Hof van Justitie te Luxemburg: bijv. “gewoon rechtsmiddel”<br />
- Benelux procesrecht<br />
bijv. dwangsom<br />
het Hof van Cassatie had geoordeeld dat men enkel een verzoek tot dwangsom mag indienen<br />
bij een hoofdveroordeling.<br />
verdragsautonome interpretatie: “hoofdveroordeling”<br />
tellen onderzoekmaatregelen ook als hoofdveroordeling?<br />
Vb.: vaststellen vaderschap: recht om te weigeren want persoonlijke integriteit<br />
Vb.: stukken neerleggen ter griffie<br />
3.2 Gemengd karakter<br />
- Deels publiek- en deels privaatrecht<br />
publiek: rechterlijke organisatie (inrichting en werking)<br />
17
privaat: conflictoplossing / effectuering van materiële belangen private personen<br />
3.3 Dynamisch karakter<br />
- Invloed van de evolutie van het materieel recht (bijv. echtscheiding)<br />
- Invloed van maatschappelijke evolutie (vb.: evaluatie van de korpschefs: men vindt het logisch dat<br />
men geselecteerd wordt op basis van kwaliteiten)<br />
- Omgekeerd: het gerechtelijk recht kan ook het maatschappelijk gedrag beïnvloeden<br />
vb.: i.v.m. de rechtsplegingsvergoeding (ereloon van de advocaten) werd een enquête gehouden.<br />
Kan men een verandering in gedrag van de partijen vaststellen? Advocaten antwoordden hierop dat<br />
mensen inderdaad niet procederen om ze mogelijk de advocaat en de tegenpartij moeten betalen<br />
3.4 Formalistisch karakter<br />
- Proceshandelingen zijn slechts geldig mits het naleven van de door de wet opgelegde<br />
vormvereisten – meestal op straffe van nietigheid (handtekening, datum, bepaalde vermeldingen<br />
(vb.: welk rechtscollege), aantal exemplaren)<br />
Wanneer de sanctie bij de niet-naleving van één van die vormen quasi automatisch<br />
de nietigheid tot gevolg heeft, spreekt men van formalisme<br />
- Positief: rechtszekerheid; indien de vorm wordt nageleefd, heeft men de zekerheid dat de<br />
proceshandeling gevolgen teweegbrengt zonder nog andere voorwaarden te moeten nakijken<br />
- Negatief: wanneer bij het niet-naleven van één van de vormen de proceshandeling geen gevolgen<br />
teweegbrengt – zelfs als het doel, waarvoor de vorm is ingevoerd werd bereikt (er zijn nuances<br />
nodig: rekening houden met de achterliggende bedoeling van het vormvereiste => bedoeling blijkt<br />
uit de proceshandeling<br />
- Deformalisering door gebruik normdoel<br />
vb.: termijn tussen dagvaarding betekenen en de inleidende rechtszitting bedraagt 8 dagen. Blind<br />
formalisme zou dan inhouden dat de dagvaarding nietig is indien er maar 7 dagen tussen de twee<br />
zou zitten. Het normdoel is nochtans voldaan aangezien de tegenpartij op de hoogte is, deze een<br />
advocaat tijdig heeft kunnen inschakelen en de advocaat het verweer heeft kunnen voorbereiden.<br />
Sancties kunnen zijn: de ontoelaatbaarheid van de eis of de nietigheid indien niet aan de<br />
vormvereiste is voldaan.<br />
3.5 Dwingend karakter?<br />
- Bepalingen van aanvullend-, dwingend recht en openbare orde (OO: art. 6 B.W.)<br />
Openbare orde: rechter moet strikte naleving van de regel ambtshalve controleren en, zo nodig,<br />
remediërend of sanctionerend optreden<br />
Dwingend recht: welbepaalde private belangen worden beschermd (beperking van de<br />
wilsautonomie<br />
Aanvullend recht: regel geldt enkel indien partijen geen andere regeling hebben getroffen<br />
18
- Finaliteit van de regel (bescherming privaat belang, algemeen belang of de partijen kunnen er<br />
gewoon vanaf wijken)<br />
- openbare orde:<br />
rechterlijke organisatie (art. 58-555quater Ger. W.)<br />
materiële bevoegdheid (art. 9 Ger. W.)<br />
3 bepalingen inzake territoriale bevoegdheid (art. 631-633 Ger. W.) (meestal niet van openbare<br />
orde)<br />
bepaalde proceshandelingen (art. 862 Ger. W.) (temperen door normdoel)<br />
bepaalde termijnen (art. 862 Ger. W.) (termijn van hoger beroep kan niet getemperd worden)<br />
kwaliteitseisen (art. 148 en 149 G.W. en 6 E.V.R.M.)<br />
…<br />
3.6 Dienende functie<br />
- Humane oplossing van individuele conflictsituaties<br />
- Probleem<br />
eerste fase: bij elk materieel recht staat vermeld hoe dat recht kan worden gerealiseerd<br />
De dienende functie – bekomen van materieel recht – ligt voor de hand<br />
tweede fase: alle bepalingen van procesrechtelijke aard worden samengebracht tot één groot<br />
procesrechtelijk geheel<br />
De dienende functie – bekomen van materieel recht – ligt niet meer voor de hand<br />
Een wetboek kent zijn eigen dynamiek<br />
laatste fase: het gerechtelijk recht verwerft een eigen betekenis, waarde en ontwikkeling<br />
begrippen worden verzelfstandigd (autonomie van de rechtstak)<br />
Het wetboek wordt toegepast in alle gevallen, waarbij men geconfronteerd wordt met gevallen<br />
die men eigenlijk niet wil<br />
De dienende functie – bekomen van materieel recht – is teloor gegaan door de<br />
verzelfstandiging van het begrippenarsenaal<br />
Oplossing: komen tot een onderscheid tussen het procesvoorschrift (een vormelijke<br />
verplichting) en het eigenlijke doel van het procesrecht, nl. het bekomen van materieel recht<br />
De functie van elke procesregel moet ten dienste staan van een normdoel – de realisering van<br />
het materieel recht. De toepassing van een procesregel mag er m.a.w. niet op gericht zijn dat<br />
men zijn doel – het bekomen van het materieel recht – verliest<br />
(soms is het gerechtelijk recht niet op maat van het materieel recht. Vb.: verzoekschrift bij<br />
echtscheiding want indien de partijen het eens zijn is er geen tegenpartij die gedagvaard moet<br />
worden.<br />
Art 1035 bis Ger.W.: tegensprekelijk verzoekschrift (uniforme regeling))<br />
19
3.7 Autonoom recht<br />
- Het is geen louter accessorium van het materieel recht (Gerechtelijk recht is een autonome<br />
rechtstak)<br />
bijv. ontoelaatbaarheid van de eis of wegens nietigheid van de akte<br />
- De regels uit het materieel recht worden niet toegepast<br />
rechtsgeldigheid proceshandeling (art 1109 BW)<br />
- T.a.v. het gerechtelijk recht gelden de algemene regels van de interpretatietechniek<br />
voorkeur teleologische interpretatie<br />
Hoofdstuk 4. Basisbeginselen<br />
(Gastcollege prof. B. Van Lerberghe)<br />
I. Inleiding<br />
Wat is het gerechtelijk recht?<br />
- Wie zijn rechten wil afdwingen moet noodgedwongen naar de rechter (verbod van eigenrichting)<br />
er moet een rechter zijn<br />
er moet een rechtspleging zijn (partijen moeten hun stelling kunnen verdedigen)<br />
- Gerechtelijk recht is het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de effectuering van de<br />
materieelrechtelijke aanspraken van de rechtssubjecten<br />
rechterlijke organisatie<br />
toegang tot de rechter<br />
procesrecht (o.a. ook hoe ver de macht van de rechter reikt)<br />
executierecht (hoe een vonnis ten uitvoer leggen)<br />
- Het gerechtelijk recht is een formeel recht en heeft een dienende functie<br />
Wat is het belang ervan?<br />
- Louter irriterende opeenvolging van rechtsregels?<br />
monster van de procedurefouten (cfr. strafzaken)<br />
- onvoldoende gemotiveerd huiszoekingsbevel<br />
- gebrek aan motivering<br />
vb.: Fortis-zaak in Cassatieberoep (vernietiging wegens motiveringsgebrek van alle<br />
middelen.)<br />
de rechter wordt zo gedwongen alle middelen te onderzoeken<br />
- nietige dagvaarding<br />
vb.: betekening aan verkeerde adres<br />
- niet-naleven van de conclusietermijnen<br />
20
- onmogelijkheid om belangrijk overtuigingsstuk nog in te dienen<br />
- …<br />
Formele regels die inhoudelijk enorm belangrijk zijn voor het proces<br />
- Gerechtelijk recht is onmisbaar in een rechtsstaat<br />
<strong>Recht</strong> is geen positieve wetensschap<br />
beoordeling is de appreciatie van de rechter op basis van de feiten. De uitkomst van het<br />
proces is niet zeker.<br />
Vaak zal een rechter anders beslissen dat partijen verwachten : veel hangt af van de<br />
interpretatie van de rechter, van zijn persoonlijke overtuiging<br />
Dit is maar aanvaardbaar gelijke kansen krijgen om de rechter te overtuigen en dus over een<br />
eerlijk proces beschikken<br />
Ger.r. heeft tot doel om een eerlijk proces te waarborgen<br />
II. Het recht op een eerlijk proces is een fundamenteel recht<br />
- Gewaarborgd door art. 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en<br />
de fundamentele vrijheden<br />
- en door art. 14 Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten<br />
- deze verdragen leggen fundamentele rechten vast<br />
recht op leven (art. 2 EVRM)<br />
verbod van foltering (art. 3 EVRM)<br />
verbod van slavernij (art. 4 EVRM)<br />
recht op vrijheid en veiligheid – verbod onrechtmatige vrijheidsberoving (art. 5 EVRM)<br />
recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)<br />
geen straf zonder wet (art. 7 EVRM)<br />
recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven (art. 8 EVRM)<br />
vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (art. 9 EVRM)<br />
vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM)<br />
vrijheid van vergadering en vereniging (art. 11 EVRM)<br />
recht op te huwen (art. 12 EVRM)<br />
recht op daadwerkelijk rechtsmiddel (art. 13 EVRM)<br />
verbod van discriminatie (art. 14 EVRM)<br />
III. <strong>Recht</strong> op een eerlijk proces<br />
A. Inleiding<br />
- Waarom heeft men van het recht op een eerlijk proces een fundamenteel recht gemaakt?<br />
geschiedenis heeft belang van een eerlijk proces aangetoond :<br />
- geheime processen gaven aanleiding tot willekeur (is/was ook het geval in tuchtzaken)<br />
- partijen werden niet op gelijke voet behandeld<br />
- beïnvloeding van buitenaf<br />
- corruptie<br />
21
ook vandaag blijven de beginselen actueel<br />
Art. 6 EVRM<br />
1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een<br />
tegen hem ingestelde strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn<br />
zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet<br />
is ingesteld. Het vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de<br />
pers en het publiek worden ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang van de<br />
goede zeden, van de openbare orde of 's lands veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de<br />
belangen van minderjarigen of de bescherming van het privé leven van partijen bij het proces dit eisen of, in die<br />
mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer<br />
openbaarmaking de belangen van de rechtspraak zou schaden.<br />
2. Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens<br />
de wet bewezen wordt.<br />
3. Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft ten minste de volgende rechten :<br />
a) onverwijld, in een taal welke hij verstaat, en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de<br />
aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;<br />
b) te beschikken over voldoende tijd en faciliteiten welke nodig zijn voor de voorbereiding van zijn<br />
verdediging;<br />
c) zichzelf te verdedigen of de bijstand te hebben van een raadsman naar zijn keuze, of, indien hij niet over<br />
voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat<br />
te kunnen worden bijgestaan, indien het belang van de rechtspraak dit eist;<br />
d) de getuigen à charge te ondervragen of doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van<br />
getuigen à décharge te doen geschieden op dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à<br />
charge;<br />
e) zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal welke ter zitting wordt gebezigd niet<br />
verstaat of niet spreekt.<br />
- eerste lid is van toepassing op burgerlijke zaken en op strafzaken<br />
eerste lid is volledig onderscheiden van lid 2 en 3<br />
- tweede en derde lid zijn enkel van toepassing op strafzaken (vermoeden van onschuld)<br />
fundamenteel onderscheid<br />
1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen<br />
hem ingestelde strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen<br />
een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. Het<br />
vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek<br />
worden ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de<br />
openbare orde of 's lands veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of<br />
de bescherming van het privé leven van partijen bij het proces dit eisen of, in die mate als door de rechter onder<br />
bepaalde omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de belangen van de<br />
rechtspraak zou schaden.<br />
- recht op een eerlijke behandeling<br />
- recht op een openbare behandeling en uitspraak<br />
- binnen een redelijke termijn<br />
22
- voor een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie die bij de wet is ingesteld<br />
B. Toepassingsgebied<br />
- Het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen<br />
dit is niet altijd eenvoudig “burgerlijke rechten en verplichtingen<br />
= autonoom begrip: eigen inhoud staat los van de inhoud die elke verdragssaat hieraan geeft<br />
- Art. 6 is niet van toepassing op geschillen betreffende klassieke politieke rechten, zoals<br />
actief en passief kiesrecht<br />
militaire dienstplicht<br />
…<br />
- Art. 6 is wel van toepassing op geschillen met betrekking tot klassieke burgerlijke rechten<br />
gezinsrechtelijke conflicten (vb. echtscheiding)<br />
conflicten tussen privépersonen over vermogensrechten<br />
…<br />
- grijze zone :<br />
fiscale geschillen<br />
betwistingen inzake sociale verzekeringen<br />
ambtenarenrecht<br />
tuchtrecht<br />
…<br />
hangt in feite af van het oogpunt van waaruit men de zaak bekijkt<br />
- Criteria (wanneer valt een recht onder art. 6 lid 1) :<br />
betwisting omtrent een recht dat een verdedigbare basis heeft in het interne recht<br />
- bijv. recht op schadeloosstelling voor het slachtoffer van een ongeval<br />
- recht op sluiting van een kerncentrale?<br />
- recht om bekwaam te worden bevonden in examen beroepsbekwaamheid?<br />
het proces moet bepalend zijn voor het betwiste recht<br />
bijv. doel van het proces is om vergoeding te krijgen van de schade geleden door het ongeval<br />
- niet : vreemdeling vecht uitzetting aan om arbeidsovereenkomst te kunnen uitvoeren<br />
- recht moet van burgerlijke aard zijn : autonoom begrip art. 144 G.W.<br />
recht van persoonlijke aard<br />
- huwelijk,<br />
- echtscheiding,<br />
- jeugdbescherming en jeugdzorg …<br />
recht van patrimionale aard of met ernstige patrimoniale gevolgen<br />
- bijv. betwistingen met betrekking tot eigendomsrecht (onteigening, vergunningen met<br />
betrekking tot gebruik onroerend goed, aantasting waarde eigendom door vergunning aan<br />
derden, …<br />
23
- betwistingen met betrekking tot de uitoefening van een economische activiteit<br />
- betwistingen met betrekking tot toegang tot en uitoefening van een beroep<br />
- betwistingen inzake sociale zekerheid<br />
- betwistingen met betrekking tot loopbaan en gelijke rechten van personen in openbare<br />
dienst<br />
- vorderingen tot schadeloosstelling wegens een fout van de overheid<br />
maar niet :<br />
- fiscale geschillen, tenzij het gaat om terugvordering van onwettig geïnde belastingen<br />
- toegang, verblijf, vestigen en verwijdering van vreemdelingen en vluchtelingen<br />
- beroepen tot vernietiging van reglementaire besluiten<br />
- beperking van de toelagen aan een onderwijsinstelling (betwistbaar)<br />
- betwistingen omtrent geldelijke sancties wegens onwettige verkiezingsuitgaven<br />
- Conclusie<br />
waarborgen van artikel 6 E.V.R.M. zijn op bijna alle geschillen van toepassing<br />
wat indien de waarborgen niet van toepassing zijn? Een aantal waarborgen zijn in de Grondwet<br />
vervat of maken algemene rechtsbeginselen uit die toch op alle procedures van toepassing zijn<br />
- recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter<br />
- eerbiediging van het recht van verdediging<br />
C. Structurele aspecten<br />
verschillende typen van inhoudelijke waarborgen, in eerste instantie de structurele aspecten<br />
1. <strong>Recht</strong> op een rechtbank met volle rechtsmacht en op nakoming van rechterlijke beslissingen<br />
1.1. <strong>Recht</strong> op een rechterlijke instantie<br />
- De overheid heeft de verplichting om een behoorlijke justitie uit te bouwen<br />
deel II van het Gerechtelijk Wetboek : “<strong>Recht</strong>erlijke organisatie” (58 – 555quater Ger.W.)<br />
welke rechtbanken en hoven bestaan er? Specialisatie<br />
wie maakt er deel uit van die hoven en rechtbanken?<br />
professionele rechters, lekenrechters, griffiers, gerechtspersoneel<br />
wie zijn de medewerkers van het gerecht<br />
1.2. <strong>Recht</strong> op een rechter met volle rechtsmacht<br />
- De rechter moet uitspraak kunnen doen over alle punten van het geschil<br />
zowel over feitelijke aangelegenheden<br />
vb.: bij aanrijding van een fietser door een auto<br />
hoe snel reed de auto<br />
hoe ver was het fietspad van de weg<br />
als over betwistingen van juridische aard<br />
wie heeft zich niet gehouden aan de wegcode<br />
wie heeft zich niet gedragen als een zorgvuldig burger<br />
24