11.09.2013 Views

R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter

R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter

R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>R18</strong><br />

2de bach Rechten<br />

<strong>Strafrecht</strong><br />

<strong>Rozie</strong> - smvt boek + oef<br />

Q uickprinter<br />

Koningstraat 13<br />

2000 Antwerpen<br />

www.quickprinter.be<br />

7.2 EUR


Samenvatting <strong>Strafrecht</strong> 2010-2011<br />

Praktische informatie<br />

Cursusmateriaal:<br />

Syllabus (! Niet alles wat gedoceerd wordt staat in de cursus + de bijlage met Franse<br />

woorden moet je ook kennen!)<br />

Strafwetboek dat je iedere les moet meebrengen.<br />

Examen:<br />

Mondeling met een schriftelijke voorbereiding van 30 minuten.<br />

Bestaat uit:<br />

2 theorievragen, elk op 5 punten.<br />

1 casus waarop je de beginselen moet kunnen toepassen op 10 punten.<br />

Bijvragen kunnen gesteld worden.<br />

Wetboek meebrengen (niet geanoteerd)!<br />

Hoe studeren?<br />

Aan de hand van je wetboek.<br />

Actuele persberichten situeren in de cursus en kijken of de gebruikte termen kloppen<br />

is een goede oefening.<br />

Verbanden tussen de hoofdstukken kunnen leggen.<br />

1


Nederlands – Frans punitief lexicon<br />

Nederlands Frans<br />

Aangifte aan de overheid Dénonciation à l’autorité<br />

Aanzetting Provocation<br />

Aflopend misdrijf Infraction instantanée<br />

afzetting Déstitution<br />

Algemeen opzet Dol général<br />

amnestie Amnistie<br />

Begin van uitvoering Commencement d’exécution<br />

beklaagde prévenu<br />

Bescherming van de maatschappij Défense sociale<br />

bestanddelen Eléments constitutifs<br />

beschuldigde Accusé<br />

beveiligingsmaatregelen Mesures de sûreté<br />

Bevel van de overheid Commandement de l’autorité<br />

Bijkomende straf Peine accessoire<br />

Bijzonder opzet Dol spécial<br />

Bijzondere wet Loi spéciale<br />

bloedverwantschap Parenté<br />

Collectief misdrijf Infraction collective<br />

Correctionele straf Peine correctionnelle<br />

Criminele straf Peine criminelle<br />

dader Auteur<br />

deelneming Participation<br />

doodstraf Peine de mort<br />

drukpersmisdrijf Infraction de presse<br />

dwaling Erreur<br />

dwang Contrainte<br />

Eenheid van opzet Unité d’intention<br />

Eendaadse samenloop Concours idéal<br />

Eigen misdrijf Infraction propre<br />

Elektronisch toezicht Surveillance électronique<br />

Feitelijke dwaling Erreur de fait<br />

Gebod van de wet Ordre de la loi<br />

geestesstoornis Déséquilibre mental<br />

geldboete Amende<br />

genade Grâce<br />

gerechtskosten Frais de justice<br />

gevangenisstraf Emprisonnement<br />

gewoontemisdrijf Infraction d’habitude<br />

Goede trouw Bonne foi<br />

Grond van niet-toerekeningsvatbaarheid Cause de non-imputabilité<br />

handelingsmisdrijf Infraction de commission<br />

hechtenis Détention<br />

herhaling Récidive<br />

herroeping Révocation<br />

herstel Réparation<br />

Herstel in eer en rechten Réhabilitation<br />

herziening Révision<br />

hoofdstraf Peine principale<br />

<br />

2


immuniteit Immunité<br />

internering internement<br />

inverdenkinggestelde Inculpé<br />

inverdenkingstelling Inculpation<br />

jeugdbescherming Protection de la jeunesse<br />

Kracht van gewijsde Force de chose jugée<br />

legaliteitsbeginsel Principe de la légalité<br />

Maatschappelijke enquête Enquête sociale<br />

Materieel bestanddeel Elément matériel<br />

mededader Co-auteur<br />

medeplichtige Complice<br />

Meerdaadse samenloop Concours matériel<br />

Mildere wet Loi plus douce<br />

Minderjarigheid Minorité<br />

Misdaad Crime<br />

Misdrijf Infraction<br />

Misdrijf op heterdaad Infraction flagrant<br />

Moreel bestanddeel Elément moral<br />

Niet-retro-activiteit Non-rétroactivité<br />

Noodtoestand Etat de nécessité<br />

Ogenblikkelijk misdrijf Infraction instantanée<br />

Onachtzaamheid Imprudence<br />

Onderwerping aan de overheid Soumission à l’ autorité<br />

Onopzettelijk misdrijf Infraction non-intentionnelle<br />

Onoverkomelijke dwaling Erreur invincible<br />

Onschendbaarheid Inviolabilité<br />

Onthoudingsmisdrijf Infraction d’omission<br />

Ontzetting Interdiction<br />

Opdeciemen Décimes additionnels<br />

Opheffing van de strafwet Abrogation de la loi pénale<br />

Opschorting Suspension<br />

Opsluiting Réclusion<br />

Opslorping Absorption<br />

Opzet Dol<br />

Overmacht Force majeure<br />

Overtreding Contravention<br />

Penitentiair verlof Congé pénitentiaire<br />

Poging Tentative<br />

Politiek misdrijf Infraction politique<br />

Politiestraf Peine de police<br />

Probatie Probation<br />

Probatiecommissie Commission de probation<br />

Probatieopschorting Suspension probatoire<br />

Probatieuitstel Sursis probatoire<br />

Proeftermijn Délai d’épreuve<br />

Rechtsdwaling Erreur de droit<br />

Rechtspersoon Personne morale<br />

Rechtvaardigingsgrond Cause de justification<br />

Samenloop Concours<br />

Schorsing van de verjaring Suspension de la prescription<br />

Schuld Faute, culpabilité<br />

<br />

3


Schuldigverklaring Déclaration de culpabilité<br />

Schuldontheffingsgrond Cause d’ exemption de culpabilité<br />

Slachtoffer Victime<br />

Straf Peine<br />

Strafdoelen Objectifs de la peine<br />

Strafinrichting Etablissement pénitentiaire<br />

Strafmaat Degré de la peine<br />

<strong>Strafrecht</strong> Droit pénal<br />

<strong>Strafrecht</strong>sbedeling Administration de la justice pénale<br />

Strafregister Casier judiciaire<br />

Straftoemeting Fixation de la peine<br />

Strafuitsluitende verschoningsgrond Cause d’excuse absolutoire<br />

Strafuitvoeringsrechtbank Tribunal de l’application des peines<br />

Strafuitvoeringsrechter Juge de l’application des peines<br />

Strafverminderende verschoningsgrond Cause d’excuse atténuante<br />

Strafwet Loi pénale<br />

Strafwetboek Code pénale<br />

Stuiting van de verjaring Interruption de la prescription<br />

Tenietgaan van straffen en veroordelingen Extinction des peines et des condamnations<br />

Tenuitvoerlegging Exécution<br />

Ter beschikkingstelling van de regering Mise à la disposition du gouvernement<br />

Teruggave Restitution<br />

Terugwerkende kracht Effet rétroactif<br />

Uitlokking Provocation<br />

Uitstel Sursis<br />

Uitwissing van veroordeling Effacement<br />

Verbeurdverklaring Confiscation<br />

Verdachte Inculpé<br />

Verjaring van de straf Prescription de la peine<br />

Veroordeelde Condamné<br />

Verschoningsgrond Cause d’ excuse<br />

Verval Déchéance<br />

Vervangende gevangenisstraf Emprisonnement subsidiaire<br />

Verzachtende omstandigheden Circonstances atténuantes<br />

Verzwarende omstandigheden Circonstances aggravantes<br />

Voltooid misdrijf Infraction consommée<br />

Voorbedachtheid Préméditation<br />

Voorbereidende handeling Acte préparatoire<br />

Voorlopige invrijheidstelling Libération provisoire<br />

Voortdurend misdrijf Infraction continue<br />

Voortgezet misdrijf Infraction continuée<br />

Voorwaardelijke invrijheidstelling Libération conditionnelle<br />

Vrijheidsstraf Peine privative de liberté<br />

Wanbedrijf Délit<br />

Wederrechtelijkheid Antijuridicité<br />

Werking van de strafwet in de tijd Empire de la loi pénale dans le temps<br />

Werking van de strafwet naar de plaats Empire de la loi pénale dans l’espace<br />

Werkstraf Peine de travail<br />

Wettige verdediging Légitime défense<br />

<br />

4


Situering van enkele persberichten<br />

1. Els clottemans heeft zich vanmiddag aangemeld bij de gevangenis in hasselt waar ze<br />

zal worden opgesloten tijdens het proces over de parachutemoord dat vrijdag stelt.<br />

moord levenslange opsluiting want = zwaarste straf. Maar er kunnen ook verzachtende<br />

omstandigheden zijn mogelijkheid van 3jaar gevangenisstraf – levenslange opsluiting.<br />

2. De Brusselse politie heeft dinsdagnamiddag 2 minderjarige meisjes opgepakt die kort<br />

voordien een vrouw hadden beroofd van haar bankkaart. De twee stonden al bekend<br />

voor dertig gelijkaardige misdrijven en werden gezocht voor nog drie andere<br />

gauwdiefstallen. Omdat een vd twee meisjes hoogzwanger was, werd ze naar het<br />

ziekenhuis gebracht. Daar bleek dat ze dringend opgenomen moest worden wegens<br />

complicaties. Dat meldt het Brusselse parket.<br />

daders zijn minderjarig gronden van niet toerekeningsvatbaarheid waartoe<br />

minderjarigheid behoort. Minderjarige daders die een MOF hebben gepleegd moeten in<br />

principe voor de jeugdrechter belanden. De jeugdrechter kan geen straf opleggen enkel<br />

maatregelen. Maar soms kan een minderjarige uit handen worden gegeven en als een<br />

volwassene worden berecht<br />

samenloop want verschillende feiten met eenheid van opzet<br />

3. Een bende dieven hebben in de Franse supermarktketen Monoprix al meermaals een<br />

grote slag kunnen slaan. Met een krachtige stofzuiger gaan ze aan de haal met grote<br />

hoeveelheden geld. Vd daders ontbreekt nog elk spoor.<br />

feiten niet in België maar op Frans grondgebied: maar t kan zijn dat België bevoegd is als<br />

aan bepaalde voorwaarden is voldaan (extraterritorialiteitsprincipe).<br />

bende dieven = pluraliteit van daders hoofdstuk vd deelneming<br />

4. Maandagochtend is op de Hoedemakerssquare in de Brusselse gemeente Evere een<br />

Axa-bankkantoor overvallend. Dat meldt de lokale politie. De gerant die het kantoor<br />

rond 8u.30 kwam openen, werd verrast door een aantal gewapende daders. Die<br />

overmeesterden hem en bonden hem vast, waarna ze ervandoor gingen met het<br />

aanwezige geld, zo’n 25000€.<br />

kwalificatie (=de naam vd misdrijf op de feiten zetten):gewapende overval = diefstal met<br />

verzwarende omstandigheden die maken dat de strafmaat moet worden aangepast (wapens, 2<br />

daders).<br />

<br />

5


INLEIDING<br />

I. BEGRIPSBEPALING<br />

1. Sleutelbegrippen<br />

Definitie strafrecht:<br />

Het (positief) strafrecht is (datgene dat vandaag de dag bestaat): “het geheel van rechtsregels<br />

die bepaalde gedragingen strafbaar stellen en sancties bepalen die op de daders van<br />

toepassing zijn.”<br />

Er zijn 3 sleutelbegrippen:<br />

1. Misdrijf<br />

= de gedraging waarop de wet een sanctie stelt. Het is een overkoepelende term die:<br />

overtredingen<br />

wanbedrijven<br />

misdaden<br />

omvat. Een gedraging kan enkel strafbaar zijn als er een wettelijke basis voor is.<br />

2. <strong>Strafrecht</strong>elijke sanctie<br />

= door de wet vastgestelde reacties op de schending vd strafrechtelijke normen. Het is de<br />

overkoepelende term voor:<br />

straf = de oplegging van leed als sanctie voor een gepleegd misdrijf.<br />

maatregelen<br />

Beiden kunnen aan een misdrijf gekoppeld worden.<br />

Het begrip sanctie is moeilijk te definiëren omdat de rechtscolleges hierover niet op 1 lijn<br />

zitten.<br />

<br />

Het EHRM beoordeeld sancties op hun wezenlijke punitiviteit. De internrechtelijke<br />

kwalificatie is geen doorslaggevende indicator. Er moet gekeken worden naar de aard<br />

en zwaarte v/dstraf om uit te maken of het een criminal charge in de zin van art. 6<br />

EVRM is. Dit kan tot gevolg hebben dat een initieel bestempelde bestuurlijke sanctie<br />

of maatregel uiteindelijk toch als strafrechtelijke sanctie moet worden beschouwd.<br />

Voor Cass. is straf = vergelding<br />

Sinds de 19 de eeuw heeft het strafrechtelijk sanctie-arsenaal een opmerkelijke evolutie gekend<br />

door:<br />

1. Het invoeren van beveiligingsmaatregelen<br />

2. Het stelselmatig invoeren van nieuwe straffen die beter zijn aangepast aan de ten laste<br />

gelegde feiten. Bv. de werkstraf, elektronisch toezicht,...<br />

3. Dader<br />

Dit begrip is verbonden met het begrip misdrijf. Misdrijven kunnen enkel door personen<br />

worden begaan.<br />

6


Als er geen dader is kan het strafrechtelijke handhavingsmechanisme wel van start gaan maar<br />

als de identificatie v/d dader uitblijft zal er geen sanctie opgelegd kunnen worden en mondt<br />

het uit in:<br />

een seponeringsbeslissing door het OM<br />

of een beschikking tot ontlasting van het onderzoek door de raadkamer als het om een<br />

gerechtelijk onderzoek gaat.<br />

Dit komt omdat men er in België vanuit gaat dat men niet strafrechtelijk verantwoordelijk<br />

gesteld kan worden voor andermans daad.<br />

De persoon v/d dader krijgt sinds de 19de eeuw meer aandacht:<br />

meer geïndividualiseerde sancties<br />

Sinds mei 1999 kunnen ook rechtspersonen strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld<br />

worden voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de<br />

verwezenlijking van hun doel of de waarneming van hun belangen of die voor hun<br />

rekening gepleegd werden.<br />

Misdrijven kunnen enkel door natuurlijke personen worden gepleegd.<br />

Een dier kan dat nieteigenaar/bewaker van het dier = aansprakelijk. (vroeger kon dit<br />

wel en waren er dierenprocessen).<br />

2. Kenmerken van het strafrecht<br />

A. <strong>Strafrecht</strong> = sanctierecht<br />

Het strafrecht beteugelt inbreuken op de gestelde normen. Naast het strafrecht kent men in<br />

België ook nog andere sanctiemechanismen zoals het bestuurlijk handhavingsapparaat.<br />

B. <strong>Strafrecht</strong> = legaal recht<br />

De wetgever moet optreden om een gedrag strafbaar te kunnen stellen = het<br />

legaliteitsprincipe: enkel wat als misdrijf is voorzien bij wet, kan worden bestraft.<br />

C. <strong>Strafrecht</strong> = publiek recht<br />

De staat heeft het monopolie tot bestraffen wanneer de openbare orde wordt aangetast. Bv.<br />

Diefstal = het bedrieglijk wegnemen van andermans goed = inbreuk op het eigendomsrecht.<br />

Het strafrecht treed niet op omdat privaatrecht werd gekrenkt maar omdat de OO werd<br />

aangetast.<br />

Met uitzondering vh klachtrecht (bij stalking, laster en eerroof, belaging) is het slachtoffer<br />

irrelevant. Het OM vertegenwoordigt de gemeenschap, niet het slachtoffer.<br />

<strong>Strafrecht</strong> is publiek recht en dus dwingend recht. Strafwetten zijn van openbare orde<br />

Er kan geen afbreuk aan worden gedaan:<br />

Er kunnen geen overeenkomsten over de strafwet worden gesloten.<br />

De toestemming van het slachtoffer zorgt er niet voor dat een misdrijf geen misdrijf<br />

meer is. ook hierop bestaan enkele uitzonderingen.<br />

<br />

7


De staat is geen noodzakelijk element van het strafrecht. Het initiatief voor vervolging ligt<br />

voornamelijk in handen van het OM, een overheidsorgaan dat de belangen v/d gemeenschap<br />

vertegenwoordigt (en niet de Belgische staat).<br />

D. <strong>Strafrecht</strong> = een autonome rechtstak<br />

Het strafrecht bepaalt eigen begrippen en is niet gebonden aan de invulling die door andere<br />

rechtstakken aan begrippen wordt gegeven. Aan de termen die voorkomen in de wetteksten<br />

moet een algemene gangbare betekenis worden gegeven = het beginsel v/d conceptuele<br />

autonomie van het strafrecht.<br />

Bv.:<br />

<br />

Volgens het strafrecht is 1 jaar gevangenisstraf niet hetzelfde als 12 maanden<br />

gevangenisstraf. 1 jaar is een zwaardere straf want het strafwetboek stelt 1 maand<br />

gelijk aan 30 dagen 12 maanden is dus korter.<br />

Nacht wordt op een bijzondere manier door het strafrecht gedefinieerd. Stel dat je een<br />

diefstal met geweld pleegde bij nacht dan betekent dat de diefstal tussen meer dan 1<br />

uur na zonsondergang en meer dan een uur voor zonsopgang is gepleegd. Vermits<br />

nacht een verzwarende omstandigheid is wordt eenzelfde diefstal die in de zomer om<br />

20 u wordt gepleegd minder hard bestraft dan een diefstal om hetzelfde uur in de<br />

winter.<br />

Onroerend goed: in het burgerlijk recht kan een goed onroerend zijn door ficties, het<br />

strafrecht volgt die ficties niet bv. men steekt een verankerd kunstwerk in brand dan<br />

moet dit volgens het strafrecht dit beschouwd worden als een roerend goed.<br />

II. HISTORISCH OVERZICHT EN THEORIEËN VAN HET STRAFRECHT<br />

In het begin werd het strafrecht beschouwd als iets privaatrechtelijks: oog om oog tand om<br />

tand.<br />

Een belangrijk figuur i.v.m. de evolutie van het strafrecht is<br />

Cesare Beccaria (18 de eeuw = tijdens de humanitaire periode)<br />

Zijn boek: “Over misdaden en straffen” uit 1764 is een protest tegen de wrede, inhumane en<br />

willekeurige straftoepassing van zijn tijd.<br />

Goede en heldere wetgeving die een maximaal welzijn voor een maximaal aantal mensen zou<br />

realiseren, stond centraal in zijn visie. Rechtszekerheid stond voorop, vandaar het<br />

legaliteitsbeginsel. (Geen willekeur meer). De straf moest snel op het misdrijf volgen, maar de<br />

beklaagde moest tijd hebben om zijn zaak voor te bereiden.<br />

Bestraffing moest noodzakelijk zijn en de doodstraf was uit den boze.<br />

Toch was Beccaria een kind van zijn tijd:<br />

Hij was lid vd adel en omschreef de massa als dom volk dat geneigd is om aan de<br />

leiband te lopen.<br />

Sprak niet van bestraffing met het oog op sociale wederaanpassing en rehabilitatie. De<br />

enige rechtvaardiging v/d straf is de afschrikkende werking ervan.<br />

Typerend is dat hij de eeuwige slavernij als zwaarste straf aanbeveelt.<br />

8


De opvattingen van Beccaria kregen een wettelijke gedaante in het recht dat uit de FR<br />

groeide. Onder andere in:<br />

<br />

Le Déclaration des droits l’homme et du citoyen<br />

De wet van januari 1790 die gelijke straffen oplegde, ongeacht de sociale rang<br />

schuldige<br />

Het huidig strafrecht<br />

De leer die ons strafrecht beheerst is de klassieke leer. Deze gaat uit van het postulaat vd vrije<br />

wil: elke persoon kan kiezen tussen goed en kwaad. Als hij kiest voor het kwade dan moet hij<br />

daarvoor gestraft worden. het schuldbegrip staat centraal. Vergelding en het voorkomen<br />

van recidive staat voorop. Deze leer laat sporen na in ons strafwetboek. Bv. Zo zijn de straffen<br />

zwaarder bij recidive. Omdat het schuldbegrip centraal staat gaat men er vanuit dat er voor<br />

personen die omwille van hun toestand (minderjarigen en geesteszieken) niet kunnen kiezen<br />

tussen het goede en het kwade geen strafrechtelijk circuit gevolgd kan worden.<br />

Opm. In de loop vd geschiedenis zijn er verschillende temperingen aangebracht aan de<br />

klassieke leer door o.a. de posivistische leer, de neoklassieke leer, de bisociologische school.<br />

veranderingen zoals het ontstaan van maatregelen i.p.v. straf voor geestesgestoorden en<br />

minderjarigen.<br />

III. INDELING VAN HET STRAFRECHT<br />

1. Algemeen en bijzonder deel<br />

Het materieel strafrecht strafprocesrecht = het formele strafrecht (procedures ten<br />

gevolge van het strafrecht).<br />

Het materieel strafrecht bestaat uit 2 delen:<br />

Algemeen deel (Boek I= art. 1-99 Sw + de complementaire wetten): met de regels die<br />

in principe op alle misdrijven van toepassing zijn/dat de algemene beginselen omvat.<br />

Het bevat 10 hoofdstukken.<br />

Bijzonder deel (Boek II = art. 101-566 Sw + de bijzondere strafwetten): Geeft<br />

misdrijven en hun bestraffing. Dit boek heeft 10 titels waarvan de laatste betrekking<br />

heeft op overtredingen en de andere op misdaden en wanbedrijven. Titel X<br />

(overtredingen)werd opgeheven door de art. 4 vd Wet van 17 juni 2004de<br />

overtredingen werden uit het Sw. gedepenaliseerd gemeenten kunnen deze feiten<br />

wel beteugelen met bestuurlijke sancties en hun reglementen en verordeningen. Door<br />

de wet van 20 juli 2005 werden enkele van deze overtredingen opnieuw in het Sw.<br />

ingevoerd.<br />

De gewoonte en het gebruik kunnen geen bron zijn van het materieel strafrecht omdat dat<br />

strijdig zou zijn met het legaliteitsprincipe.<br />

De belangrijkste bronnen van het Belgisch materieel strafrecht zijn:<br />

De strafwet<br />

Complementaire strafwetten<br />

9


Bijzondere strafwetten<br />

Een aantal bepalingen uit de GW<br />

Art. 14: Legaliteitsprincipe<br />

Art. 17 en 18: verbod van een algemene verbeurdverklaring en burgerlijke<br />

dood.<br />

Art. 110: de mogelijkheid voor de koning om genade te verlenen.<br />

Art. 88. onschendbaarheid vd koning.<br />

Art. 58, 59, 103, 120, 125: de onschendbaarheid en voorwaarden voor de<br />

opheffing vd strafrechtelijke immuniteit van federale/regionale<br />

parlementsleden en ministers.<br />

2. Het strafwetboek<br />

Toen België in 1830 onafhankelijk werd was de Franse Code Pénal van toepassing. In de<br />

periode 1815-1830 probeerde koning Willem I een eigen reeks nationale wetboeken in te<br />

voeren maar dat is mislukt (veel kritiek op want wilde opnieuw de doodstraf, ophanging,…<br />

invoeren). Wel werden er temperingen aangebracht in het Napoleontisch strafwetboek door de<br />

Hollandse periode. Bv. de invoer vd mogelijkheid om straffen te verminderen wegens<br />

verzachtende omstandigheden.<br />

Het Sw. kwam in 1867 tot stand nadat minister de Haussy in 1848 een commissie had<br />

opgesteld die het strafrecht moest herzien en een nieuw strafwetboek moest opstellen. Haus<br />

en Nypels speelden hierbij een cruciale rol.<br />

Het Sw. is doordrongen met principes vd klassieke school en kreeg kracht van wet in oktober<br />

1867. De officiële Nederlandse versie kwam tot stand bij wet van 10 juli 1964. in de loop der<br />

jaren werd het gewijzigd en aangevuld.<br />

3. Complementaire wetten<br />

Complementaire straffen horen strikt genomen niet tot het strafwetboek maar wel tot het<br />

materieel strafrecht. Ze hebben een algemene draagwijdte.<br />

De belangrijkste zijn:<br />

Wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden<br />

Wet van 9 april 1930 topt bescherming vd maatschappij tegen abnormalen,<br />

gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten<br />

Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.<br />

Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming<br />

Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie vd veroordeelden tot een<br />

vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam vd<br />

strafuivoeringsmodaliteiten.<br />

4. Bijzondere strafwetten<br />

Hebben betrekking op bijzondere materies of bepaalde categorieën van personen. hebben<br />

geen algemene draagwijdte.<br />

10


Sommige vormen een bijzonder strafrechtelijk systeem en hebben de gedaante van wetboeken<br />

aangenomen. bv. Het Militair Strafwetboek.<br />

Ze kunnen grotendeels of uitsluitend van strafrechtelijke aard zijn.<br />

In vele sociale, economische, fiscale en milieuwetten zijn strafbepalingen opgenomen. Deze<br />

worden ook gerekend tot bijzondere wetten.<br />

5. Art. 100 Sw.<br />

Art. 100 Sw.: “Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en<br />

verordeningen, worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de<br />

misdrijven die bij die wetten of verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van<br />

hoofdstuk VII en artikel 85”.<br />

Dit is een geïsoleerd artikel dat niet behoort tot boek I of II. Het is een scharnierartikel. Het<br />

heeft betrekking op de toepasselijkheid van het strafrecht van gemeen recht op de bijzondere<br />

wetten.<br />

De beginselen van het gemeen strafrecht zijn van toepassing op:<br />

het bijzondere strafrecht van boek II<br />

op de bijzondere strafwetten behoudens:<br />

afwijkingen voorzien in de bijzondere strafwetten (lex specialis derogat lex<br />

generalis)<br />

de regels inzake de strafbare deelneming (Hfdst. VII Sw.) en inzake de<br />

toepassing vd verzachtende omstandigheden m.b.t. wanbedrijven (art. 85 Sw.)<br />

Tenzij de bijzondere strafwet die 2 zaken expliciet wel van toepassing verklaart (is<br />

heel vaak het geval).<br />

HOOFDSTUK 1. DE STRAFWET<br />

I. HET LEGALITEITSPRINCIPE<br />

1. Begripsbepaling<br />

Het legaliteitsprincipe ligt ten grondslag vh strafrecht (<strong>Strafrecht</strong> = legaal recht) en impliceert<br />

dat:<br />

Geen gedrag mag als misdrijf worden benoemd, zolang de wetgever het niet zo heeft<br />

genoemd. Een gewoonte/gebruik kan geen misdrijf zijn.<br />

Op een misdrijf mag enkel de straf die bij wet is voorzien worden opgelegd.<br />

De burger moet inzicht hebben in welke gedragingen strafbar zijn Een straf kan enkel<br />

worden ingevoerd krachtens de wet + er is een verbod van terugwerkende kracht: de bepaling<br />

moet aan de strafbare handeling voorafgaan, er is wel een uitzondering opgenomen voor de<br />

mildere strafwet.<br />

Het legaliteitsprincipe vindt zijn oorsprong in de 18 de eeuw als reactie tegen de vorstelijke en<br />

rechterlijke willekeur. Beccaria en Von Feuerebach zijn de geestelijke vaders. Von Feuerbach<br />

formuleerde de regel in 1801 voor het eerst in het Latijn:<br />

<br />

11


“Nullum crimen sine lege & Nulla poena sine lege.”<br />

(Geen misdrijf zonder wet & Geen straf zonder wet)<br />

Het legalitetisprincipe is opgenomen in:<br />

De GW:<br />

Art. 14 GW<br />

Art. 12 lid 2<br />

Internationale verdragen:<br />

Art. 7 E.V.R.M. + Art. 14 I.V.B.P.R. : niemand kan worden veroordeeld voor<br />

een handelen/nalaten dat geen strafbaar feit was naar nationaal of<br />

internationaal recht tijdens de handeling/het nalaten.<br />

Sw.:<br />

Art. 2 lid 1 SW: geen misdrijf kan worden gestraft et straffen die bij wet niet<br />

waren ingesteld voordat het misdrijf werd gepleegd.<br />

2. Gevolgen<br />

1. De vereiste van een wettekst<br />

Hieronder vallen:<br />

Akten vd wetgevende macht<br />

Ordonnanties en decreten (vd gemeenschappen en de gewesten) kunnen zelf in<br />

straffen voorzien voor zover het gaat over hun bevoegdheid. Ze kunnen voor<br />

bijzondere inbreuken vd automatische toepassing van Boek I afwijken maar niet op<br />

algemene wijze. Het eensluidende advies vd federale Ministerraad is wel vereist voor<br />

iedere beraadslaging in de gemeenschaps- of gewestregering over een voorontwerp<br />

van decreet/ordonnantie waarin een straf/strafbaarstelling is opgenomen waarin Boek I<br />

Sw. niet in voorziet.<br />

Een decretale bepaling die als straf een geldboete met een progressief karakter<br />

voorziet, doordat het bedrag stijgt naarmate dat de inbreuk ernstiger is, vereist geen<br />

advies vd ministerraad want is al voorzien in Boek I Sw. Een verplichte tijdelijke of<br />

definitieve stopzetting van vergunningspichtige activiteiten is wel te beschouwen als<br />

een nieuwe straf. Onder nieuwe strafbaarstelling moet o.m. worden begrepen het<br />

leggen vd strafrechtelijke verantwoordelijkheid bij een andere persoon dan diegene die<br />

is veroordeeld.<br />

Uit art. 14 GW volgt dat geen straf kan worden ingevoerd dan krachtens een wet ook de<br />

uitvoerende macht heeft een reglementaire bevoegdheid. Binnen bepaalde perken kan zij<br />

feiten strafbaar stellen en sancties bepalen. Bv. er is een algemene federale drugswet maar er<br />

bestaan ook KB’s over.<br />

De gemeenten hebben sinds de inwerkingtreding v/d wetten van 7 mei en 17 juni 2004<br />

(gewijzigd door de reparatiewet van juli 2005) ruimere bevoegdheden gekregen. De<br />

gemeenteraad kan straffen en bestuurlijke sancties bepalen voor de overtreding van zijn<br />

reglementen of verordeningen. !De straffen mogen de politiestraffen niet te boven gaan.<br />

Mogelijke bestuurlijke sancties zijn:<br />

Een bestuurlijke geldboete tot 250€<br />

De schorsing of intrekking v/e vergunning<br />

12


De tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting<br />

!In principe mag de gemeenteraad niet zelf in straffen/bestuurlijke sancties voorzien voor<br />

overtredingen die reeds bij wet, decreet of ordonnantie worden bestraft. UITZ. Art. 119 bis §2<br />

Nieuwe Gemeentewet waarin gemeenten in bestuurlijke sancties kunnen voorzien voor een<br />

aantal strafbare feiten die al door het Sw. Strafbaar worden gesteld. Er bestaat een procedure<br />

om te vermijden dat er zowel op bestuursrechtelijk als op strafrechtelijk vlak een sanctie zou<br />

worden opgelegd.<br />

Tot op heden waren de Europese rechtsregels een onrechtstreekse bron voor het strafrecht<br />

voor wat de invoering vd strafbaarstelling betreft. Omzetting in nationale wetgeving is in<br />

principe steeds nodig. De greep vd EU op het strafrechtelijk beleid vd lidstaten groeit echter<br />

aanzienlijk. De Europese regelgever gebruikt graag het kaderbesluit. Deze worden met<br />

unanimiteit aangenomen door de Raad v/d EU, op voorstel v/d Commissie, met een geringe<br />

Europese parlementaire inbreng (m.a.w. de uitvoerende macht als wetgever). In het arrest<br />

Advocaten voor de wereld van 3 mei 2007 bestempelde het HvJ het gebruik van<br />

kaderbesluiten in het strafrecht als geldig. Zo strekken een reeds kaderbesluiten ertoe om<br />

nieuwe misdrijven te creëren of bestaande delicten en sancties te harmoniseren in de Europese<br />

rechtsruimte. Uit het arrest van 16 juni 2005 inzake Pupino volgde al dat de kaderbesluiten<br />

v/d raad v/d EU kunnen doorwerken in het strafrecht en dat rechters binnen bepaalde<br />

voorwaarden gehouden zijn tot kaderbesluitsconforme interpretatie, zelfs als deze nog niet<br />

werden omgezet in de interne rechtsorde. Uit een ander arrest van het HvJ van 13 september<br />

2005 volgt impliciet maar zeker dat de Europese Commissie de bevoegdheid heeft in<br />

richtlijnen strafrechtelijke sancties te introduceren die nodig zijn voor de handhaving v/d<br />

Europese wetgeving.<br />

De vereiste van een formele wettekst wordt afgezwakt in:<br />

Art. 7 lid 2 E.V.R.M.<br />

Art. 15, lid 2 I.V.B.P.R.<br />

Een gedraging die een misdrijf uitmaakt overeenkomstig “de algemene rechtsbeginselen<br />

erkend door de beschaafde volkeren” worden vervolgd en bestraft. Dit wordt ook wel de<br />

Nurenbergclausule van het legaliteitsprincipe genoemd.<br />

B. Verbod van terugwerkende kracht<br />

De wettelijke strafbepaling moet de strafbare gedraging voorafgaan.<br />

Uitzondering: de terugwerkende kracht vd mildere strafwet.<br />

C. Lex certa principe<br />

De rechtszekerheid is gebaat met een nauwkeurige omschrijving v/d strafbare feiten en op te<br />

leggen straffen. De wetgever moet vage strafbepalingen vermijden.<br />

Het GWH heeft al meermaals geoordeeld dat te vage wetsbepalingen strijdig zijn met het<br />

legaliteitsprincipe. Ook heeft het zich bevoegd verklaard om zich uit te spreken over de vraag<br />

of het verschil in strafmaat tussen 2 strafbaarstellingen verenigbaar is met het<br />

gelijkheidsbeginsel.<br />

D. Verbod van analogie!!!!!<br />

<br />

13


Alleen een gedraging die aan een wettelijke omschrijving beantwoordt kan aanleiding geven<br />

tot bestraffing. Een analogische toepassing (= toepassing vd strafwet op vergelijkbare<br />

gevallen) van strafbepalingen is verboden de wettekst krijgt de interpretatie die hem z’n<br />

doel niet doet missen. Hiervoor zijn verschillende methoden:<br />

Uitlegging door wetgever (authentieke interpretatie)<br />

Door rechtsleer (doctrinale interpretatie)<br />

Door rechtspraak (jurisprudentiële interpretatie)<br />

Tussen de beperkte taalkundige en verboden analogische interpretatie is er nog ruimte voor<br />

<br />

een toegelaten extensieve of verruimde interpretatie. Dit is moeilijk want waar ligt de<br />

grens? Er zijn 2 voorwaarden: feit onder wettelijke definitie + zekerheid v/d wil<br />

wetgever.<br />

Vb. Valsheid in geschriften. De RP heeft aangegeven dat vervalsen van een<br />

nummerplaat moet vervolgd worden als valsheid in geschriften. = toegelaten vorm van<br />

verruimde interpretatie<br />

en een evolutieve of progressieve (feiten niet voorzien door de wetgever) interpretatie.<br />

Vb.<br />

Diefstal van elektriciteit. Kan dit vervolgd worden onder het basisartikel van<br />

diefstal? De RP oordeelde van wel.<br />

Het stelen ve bankkaart en kraken vd code om zo geld af te halen werd door de<br />

RP vervolgd als diefstal met valse sleutels, sinds 2002 valt dit onder het<br />

misdrijf van informaticabedrog.<br />

Problemen kunnen rijzen als de wettekst zelf klaar en duidelijk is, maar niet in<br />

overeenstemming is met de ratio legis Cass. De parlementaire voorbereidingen van een<br />

wet kunnen niet worden aangevoerd tegen de klare en duidelijke tekst ervan.<br />

Verdeeldheid in de RL omtrent de uitlegging v/e wetsbepaling kan nooit tot gevolg hebben<br />

dat zij voor de strafrechter, die deze wetsbepaling toepast, een twijfel doet ontstaan welke de<br />

beklaagde ten goede moet komen. Het adagium in dubio pro reo heeft geen betrekking op de<br />

toepasselijkheid v/e strafbepaling en evenmin op de regelmatigheid v/d strafvervolging,<br />

aangezien de strafrechter de plicht heeft zich hierover uit te spreken.<br />

Opm.:<br />

1. Verdachte: Dit is de algemene term: de persoon tegen wie een strafrechtelijk<br />

onderzoek loopt omdat men hem ervan verdenkt een misdrijf te hebben gepleegd . Dit<br />

kan zowel een opsporingsonderzoek als een gerechtelijk onderzoek zijn.<br />

2. Inverdenkinggestelde: idem maar dan in het kader van gerechtelijk onderzoek<br />

3. Inbeschuldiginggestelde: eenmaal iemand in beschuldiging gesteld is betekent het dat<br />

hij voor assisen berecht zal worden.<br />

4. Beschuldigde = iemand die voor assisen staat.<br />

5. Beklaagde: deze wordt naar de politie of correctionele rechtbank verwezen.<br />

6. Veroordeelde: pas vanaf iemand tot een straf is veroordeeld<br />

.II. TOEPASSING VAN DE STRAFWET RATIONE TEMPORIS<br />

14


Het strafrecht evolueert, de wetten worden gewijzigd.<br />

1. Geldingsduur van de strafwet<br />

De strafbepaling moet bestaan op het moment vh plegen van een misdrijf. Dit is een<br />

uitvleoisel van het legaliteitsprincipe.<br />

De geldingsduur van strafwetten start vanaf de inwerkingtreding en duurt tot de<br />

opheffing/vernietiging.<br />

De strafwet moet overeenkomstig de publiekrechtelijke bepalingen (BS) bekend gemaakt<br />

worden en er moet een bepaalde periode verstreken zijn na de bekendmaking (10 dagen na<br />

bekendmaking tenzij anders bepaald wordt).<br />

Er geldt een onweerlegbaar vermoeden dat iedereen geacht wordt de wet te kennen (iuris et de<br />

iure). Slechts in uitzonderlijke gevallen kan beroep worden gedaan op de<br />

schuldontheffingsgrond vd onoverwinnelijke rechtsdwaling.<br />

Strafwetten hebben bindende kracht zolang ze niet zijn opgeheven. De opheffing kan<br />

uitdrukkelijk of stilzwijgend (bv. als de nieuwe strafwet de oude onmogelijk maakt) en geheel<br />

of slechts gedeeltelijk zijn. Dat een wet in onbruik is geraakt, wil niet zeggen dat ze is<br />

opgeheven.<br />

2. Werking van de strafwet in de tijd<br />

Het (straf)recht evolueert strafwetten worden aangevuld en gewijzigdontstaan van<br />

nieuwe misdrijven, verzwaring/verzachting van straffen,…<br />

A. De niet-terugwerkende kracht van de strafwet<br />

= de niet-retroactiviteit vd strafwet.<br />

Het uitgangspunt staat in art. 2, lid 2 Sw. art 7 EVRM en art. 15 IVBPR: “Geen misdrijf kan<br />

worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het misdrijf werd<br />

gepleegd.”<br />

Om uit te maken of een feit strafbaar is moet men kijken naar het tijdstip waarop de handeling<br />

is gepleegd. Als er op dat moment een wetsbepaling was die de handeling strafbaar stelde is<br />

het feit strafbaar en is de straf diegene die op dat moment was gesteld.<br />

Het principe van niet-terugwerkende kracht geldt alleen voor straffen en niet voor:<br />

(beveiligings)maatregelen en bestuurlijke sancties.<br />

Wetten betreffende de bevoegdheid en de rechtspleging (bv. wetten die een<br />

verjaringstermijn verlengen)<br />

Interpretatieve wetten<br />

Goedkeuringswetten van uitleveringsverdragen (een uitleveringsverdrag verruimt<br />

enkel de gevallen van internationale rechtshulp).<br />

<br />

15


B. De terugwerkende kracht van de mildere strafwet (lex mitior)<br />

Opm. Mogelijke examenvraag: Wat is de lex mitior?<br />

Dit principe vind je terug in art. 2 lid 2 Sw. ( “Indien de straf ten tijde van het vonnis bepaald,<br />

verschilt met die die ten tijde van het misdrijf was bepaald wordt de minst zware straf<br />

toegepast.”) en geldt alleen als er nog geen definitieve uitspraak is (als een uitspraak nog<br />

geen Kracht van gewijsde heeft) over de feiten.<br />

Bv. Het misdrijf van overspel werd opgeheven bij Wet van 20 mei 1987. Iemand die de feiten<br />

van overspel gepleegd had op 1 april 1987 maar voor de correctionele rechtbank verscheen op<br />

1 juni 1987 kon niet meer gestraft worden.<br />

Stel dat de wet voor een beklaagde gunstiger is geworden na een vonnis vd correctionele<br />

rechtbank, dan zal de lex mitior door het hof van beroep moeten worden toegepast. Als het<br />

vonnis definitief was (= als de uitspraak niet meer vatbaar is voor hoger beroep, cassatie of<br />

verzet binnen de gewone termijn) kan de beklaagde zich niet beroepen op de lex mitior. Wel<br />

kan hij zich beroepen op het genaderecht v/d koning om de straf kwijt te schelden/<br />

verminderen.<br />

Ook wetten die voor de beklaagde/verdachte een gunstige uitwerking hebben, hebben<br />

terugwerkende kracht. Bv. de afschaffing van een verzwarende omstandigheid, de invoering<br />

van een nieuwe rechtvaardigingsgrond, schuldontheffingsgrond of verschoningsgrond, de<br />

verzachting vh bestraffingsysteem vd herhaling.<br />

Als de nieuwe wet voor bepaalde aspecten strenger is, maar in andere opzichten milder moet<br />

een combinatie worden gemaakt. Bv. als de strafmaat is verlaagd maar de strafbaarstelling<br />

strenger is geworden). De rechter zal dan de strafbaarstelling van ervoor moeten gebruiken en<br />

de mildere straf vd nieuwe wet moeten opleggen.<br />

Bepalen welke straf het zwaarst is, is niet altijd even makkelijk. Het bepalen vd zwaarste straf<br />

kadert niet alleen in het hoofdstuk vd toepassing vd strafwet in de tijd maar is ook relevant<br />

voor:<br />

De straftoemeting in het kader vd samenloop. Bij eendaadse samenloop van<br />

misdrijven mag enkel de zwaarste straf worden uitgesproken (art. 65, lid 1Sw.).<br />

In geval ve laattijdig voortgezet of collectief misdrijf mag het geheel vd uitgesproken<br />

straffen het maximum vd zwaarste straf niet te boven gaan (art. 65,lid 2 Sw.).<br />

Ook op het vlak vd strafprocedure speelt de zwaarte vd straf een rol. Bij verzet of<br />

hoger beroep mag de rechter de toestand vd beklaagde niet verzwaren. Ook mag het<br />

strafgerecht in hoger beroep de in eerste aanleg uitgesproken straffen krachtens art<br />

211bis Sv. slechts verzwaren met eenparigheid van stemmen.<br />

<br />

16


Uit de RP van Cass kunnen de volgende regels afgeleid worden:<br />

Opm:<br />

Er bestaan 2 soorten criminele straffen: opsluiting en hechtenis. Hechtenis is minder<br />

zwaar want is een politieke straf.<br />

Een gevangenisstraf is zwaarder dan een geldboete/werkstraf<br />

Een geldboete is minder zwaar dan een werkstraf<br />

De supperboete is zwaarder dan een geldboete<br />

Als de ene wet in een gevangenisstraf als hoofdstraf en een geldboete als mogelijke<br />

bijkomende straf voorziet en de andere niet in een gevangenisstraf als hoofdstraf voorziet is<br />

de laatste wet milder. Zelfs al was de gevangenisstraf facultatief onder de 1 ste wet en voorziet<br />

de 2 de wet in een hogere geldboete als hoofdstraf en een rijverbod als bijkomende straf dan<br />

nog is de 2 de wet milder.<br />

De strengheid van 2 wetten wordt beoordeeld in abstracto en niet volgens de in concreto door<br />

de rechter meestal gemaakte keuze.<br />

Het uitgangspunt bij de vergelijking van straffen met een verschillende natuur = de<br />

gevangenisstraf moet als een zwaardere straf worden beschouwd dan de geldboete en dat de<br />

werkstraf zich situeert tussen de gevangenisstraf en de geldboete.<br />

De hanteerbaarheid van deze regels staat soms ter discussie. In het kader vd nieuwe<br />

wegreglementering waarbij de gevangenisstraffen werden afgeschaft en geldboeten werden<br />

opgewaardeerd tot superboetes en het verval van het recht tot sturen in veel gevallen een<br />

verplichte bijkomende straf werd oordeelde het GWH dat de nieuwe wet = de zwaarste straf<br />

omdat de ratio legis een strengere verkeerswet te maken omdat de gevangenisstraf in de<br />

praktijk amper werd uitgesproken. afbreuk aan het principe dat de gevangenisstraf zwaarder<br />

is dan de geldboete ongeacht het bedrag. Cass wijzigde zijn RP in navolging vd RP van het<br />

GWH maar enkel m.b.t. deze artikelen vd wegverkeerswet.<br />

<br />

17


De werkstraf wordt door de RP aanvaard als minder zwaar dan de gevangenisstraf omdat de<br />

weerslag op de individuele vrijheid geringer is. Om dezelfde reden is de werkstraf zwaarder<br />

dan de geldboete. Het lijkt of het arbitragehof aan dit uitgangspunt heeft geraakt in 2007 door<br />

te oordelen dat de wet van 2002 tot invoering vd werkstraf als autonome straf in correctionele<br />

en politiezaken art 10 en 11 GW schendt in zoverre de beklaagde bij verstek is veroordeeld tot<br />

een geldboete niet toestaat op verzet te vragen dat een werkstraf wordt uitgesproken. GWH<br />

volgt deze redenering min of meer in het kader vd toepassing v art 211bis Sv. de subjectieve<br />

beoordeling vd straf wint terrein ook bij Cass. In een arrest van juni 2007 oordeelde dat het<br />

relatieve gevolg v verzet niet wordt miskend door alleen op het rechtsmiddel vd beklaagde<br />

een geldboete te vervangen door een werkstraf.<br />

Uitzonderingen op de terugwerkende kracht van mildere strafwet zijn:<br />

<br />

Gelegenheidswetten: worden ingevoerd voor uitzonderlijke omstandigheden en<br />

worden opgeheven als de uitzonderlijke omstandigheden genormaliseerd zijn.<br />

Opm. Stel dat. x wordt vervolgd voor iets wat strafbaar was door een gelegenheidswet<br />

maar dat tijdens de procedure de gelegenheidswet wordt opgeheven dan zal hij toch<br />

nog vervolgd worden. Wel kan men ermee rekening houden als verzachtende<br />

omstandigheid.<br />

tijdelijke wetten: gelegenheidswetten waarin de geldingsduur uitdrukkelijk is<br />

opgenomen. De feiten die in deze wetten = strafbare gedragingen zijn enkel strafbaar<br />

als ze gepleegd worden binnen de door de wet bepaalde periode. Nadien niet meer.<br />

Uitvoeringsreglementering: als de wet enkel een algemeen kader formuleert en de<br />

uitwerking vd strafbepalingen aan de koning wordt overgelaten = blanco-strafwetten.<br />

Als een wijziging wordt aangebracht aan de uitvoeringsreglementen zonder dat de<br />

blanco-strafwet wordt gewijzigd is art 2 lid 2 Sw niet van toepassing.<br />

Dit wordt bevestigd door Cass: art 2 lid 2 Sw. is niet van toepassing als een vroeger besluit<br />

wordt vervangen door een late zonder dat de wet zelf wordt gewijzigd. De feiten die door het<br />

vroegere besluit strafbaar waren ten tijde waarop ze werden gepleegd blijven strafbaar. Zelfs<br />

als ze ingevolge het latere besluit, genomen ter uitvoering van dezelfde wet die niet werd<br />

gewijzigd, ten tijde vd uitspraak geen strafbaar feit meer opleveren.<br />

Oefening m.b.t. de zwaarste straf<br />

Opsluiting 20-30j > opsluiting 10-15j<br />

Opsluiting 5-10j > gevangenisstraf 10j<br />

de correctionele straf is het zwaarste<br />

Opsluiting 5-10j > hechtenis 5-10j<br />

2 criminele straffen de politieke straf is minder zwaar<br />

Gevangenisstraf 8dagen-1maand > geldboete 100.000euro<br />

beide correctionele straffen en dan val je onder de principiële vuistregel<br />

18


Natuur : gevangenisstraf = zwaarder dan geldboete MAAR bij verkeerswetgeving<br />

nuancering<br />

Gevangenisstraf 1maand-1j > gevangenisstraf 8dagen-1j<br />

beiden correctionele straffen jurisprudentiële regels. Je kijkt naar het max. vd<br />

hoofdstraf = hier hetzelfde. Nu kijken naar min vd hoofdstraf 1 maand is meer dan<br />

8 dagen.<br />

Gevangenisstraf 8d -6m. en/of geldboete 26-500euro > gevangenisstraf 1m-6m<br />

en/of = strafrechter kan kiezen<br />

kijken naar max hoofdstraf<br />

kijken naar max bijkomende straf 1 ste misdrijf kent als enige bijkomende<br />

strafzwaarder<br />

het heeft geen belang dat de bijkomende straf slechts facultatief is. van zodra de<br />

mogelijkheid er is om een bijkomende straf op te leggen gelden de klassieke regels.<br />

Oefening:<br />

1) Het principe vd autonomie van het strafrecht:<br />

a) is een uitvloeisel van het lex certa-principe in strafzaken;<br />

neen het is een gevolg vh legaliteitsprincipe, de wetgever moet duidelijke<br />

teksten maken. Het heeft niets te maken met autonomie<br />

b) heeft tot gevolg dat een delictsomschrijving ruim mag worden geïnterpreteerd;<br />

heeft niets met autonomie te maken. De interpretatie = gevolg v<br />

legaliteitsprincipe. Onder bepaalde voorwaarden mag de strafwet verruimd<br />

geïnterpreteerd w : evolutieve interpretatie en verruimde interpretatie naar de ratio<br />

legis.<br />

c) heeft tot gevolg dat bij onduidelijkheid vd gebruikte bewoordingen vd<br />

delictsomschrijving voorrang moet worden gegeven aan de verantwoording<br />

gegeven in de parlementaire voorbereidingen boven de dagdagelijkse betekenis vd<br />

woorden;<br />

fout<br />

d) geen der sub a), b) en c) geformuleerde antwoorden is het juiste.<br />

1. Bij opeenvolgende wetten in de tijd is het correct te stellen dat<br />

a) een wet die een gevangenisstraf van minimum 6 maanden en maximum 3 jaar<br />

vervangt door een gevangenisstraf van minimum 6 maanden en maximum 5 jaar<br />

milder is?<br />

= beiden correctionele straf max hoofdstraf nieuwe wet is zwaarder.<br />

b) een wet die een gevangenisstraf van minimum 1 dag en maximum 7 dagen vervangt<br />

door een geldboete van minimum 26 euro en maximum 50 euro milder is?<br />

gevangenisstraf= politiestraf w vervangen door geldboete = correctionele strafis<br />

zwaarder dan politiestraf dus fout antwoord<br />

c) een wet die een gevangenisstraf van minimum 1 maand en maximum 3 jaar én<br />

geldboete van minimum 26 euro en maximum 100 euro vervangt door een<br />

gevangenisstraf van minimum 6 maand en maximum 3 jaar én geldboete van<br />

minimum 30 euro en maximum 50 euro milder is?<br />

19


2 correctionele straffen die beiden hoofdstraf en bijkomende straffen hebben<br />

kijken naar max hoofdstraf en dan naar bijkomende 50€ is milder antwoord c is<br />

het juiste antwoord<br />

d) Geen der sub a), b) en c) geformuleerde antwoorden is het juiste.<br />

III. TOEPASSING VAN DE STRAFWET RATIONE LOCI<br />

Opdat een gedraging strafbaar zou zijn is ook vereist dat de staat rechtsmacht heeft m.b.t. de<br />

plaats waar de strafbaar gestelde gedraging plaatsvond.<br />

1. Grondbeginselen<br />

Worden geformuleerd in:<br />

Artikel 3 Sw.: “Het misdrijf op het grondgebied van het rijk door Belgen of door<br />

vreemdelingen gepleegd wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen vd Belgische<br />

wetten.<br />

gaat over het territorialiteitsprincipe. De strafwet geldt enkel op het nationale<br />

grondgebied, maar is op iedereen toepasselijk (op enkele uitzonderingen na).<br />

Artikel 4 Sw.: “Het misdrijf buiten het grondgebied van het rijk door Belgen of door<br />

vreemdelingen gepleegd wordt in België niet gestraft dan in de gevallen bij wet<br />

bepaald.”<br />

benadrukt het extraterritorialiteitsbeginsel, het breidt de werkingssfeer vd Belgische<br />

strafwetten uit tot de misdrijven gepleegd in het buitenland. (uitzonderingsregime.)<br />

De uitzonderingen kennen allemaal een wettelijke grondslag. Je moet steunen op het<br />

wetboek van strafvordering waarin je al deze uitzonderingen terugvindt in de<br />

voorafgaande tittel art. 6 tem 14.<br />

De plaats waar het misdrijf wordt gepleegd, noemt men de locus delicti.<br />

2. Afbakening van het Belgisch grondgebied<br />

Het grondgebied ve staat = de oppervlakte vd aarde waarop hij zijn soevereintiteitsrechten<br />

uitoefent. Men onderscheidt:<br />

Het reëel grondgebied omvat het gebied binnen de landsgrenzen zoals zij aangewezen<br />

zijn bij wetten en verdragen.<br />

Het fictief grondgebied omvat o.m. de schepen die varen onder Belgische vlag en de<br />

Belgische staats- of particuliere luchtvaartuigen.<br />

Belgische schepen worden geacht Belgisch grondgebied te zijn ongeacht de<br />

plaatst en aard vh misdrijf..<br />

Opm. Misdrijven die binnen de territoriale wateren zijn gepleegd vallen<br />

ongeacht de vlaggenstaat onder de Belgische strafwet.<br />

Op Belgische koopvaardijschepen en vissersvaartuigen is de BE<br />

strafwet van toepassing op de aan boord gepleegde misdrijven ongeacht<br />

waar het schip zich bevindt. het kan dat naast de BE strafwet ook<br />

een vreemde strafwet van toepassing is.<br />

20


Vreemde oorlogsschepen in Belgische wateren zijn onschendbaar en<br />

vallen onder de jurisdictie vd vreemde staat. Maar als de<br />

bemanningsleden aan land misdrijven van gemeenrecht plegen kan BE<br />

er wel kennis van nemen.<br />

Vreemde koopvaardijschepen en vissersvaartuigen in Belgische<br />

territoriale wateren vallen onder de BE strafwet.<br />

Door volkenrechtelijke bepalingen treedt de BE strafwet niet op tenzij:<br />

Het misdrijf op BE grondgebeid gevolgen heeft<br />

Het de OO verstoort op BE grondgebied of in de BE territoriale<br />

wateren.<br />

Door de kapitein/consul de hulp vd plaatselijke autoriteiten is<br />

ingeroepen<br />

Het misdrijf verband houdt met de onrechtmatige handel in<br />

verdovende middelen.<br />

Vreemde luchtvaartuigen worden met vreemd grondgebied gelijkgesteld tenzij<br />

de dader of het slachtoffer vd misdaad de Belgische nationaliteit heeft of het<br />

vliegtuig na een misdaad in België landt.<br />

Naast het fictief en reëel grondgebied geldt er een specifieke regeling voor buitenlandse<br />

zendingen en internationale instellingen. Strikt genomen behoren ambassades, consultaten en<br />

intra of supranationale gebouwen tot het grondgebied plaatselijke wet v toepassing MAAR<br />

in praktijk hebben deze gebouwen een zekere onschendbaarheid (functionele theorie).<br />

3. De locus delicti<br />

Een gewapende man bevindt zich op Belgisch grondgebied. Hij schiet een man neer die op<br />

Nederlands grondgebied verblijft. Het slachtoffer overlijdt een paar uur later in een Duits<br />

ziekenhuis.<br />

De strafbare feiten kunnen niet altijd uitsluitend gelinkt worden aan één plaats. Het Sw.<br />

kent geen bepaling die bepaalt onder welke voorwaarden België de locus delictie oplevert. Er<br />

werden de volgende theorieën over ontwikkeld in de RP en RL:<br />

Leer vd lichamelijke gedraging: het misdrijf moet gelokaliseerd worden op de plaats<br />

van lichamelijk gedraging<br />

De gedraging moet in België hebben plaatsgevonden ook al treedt het gevolg in het<br />

buitenland in.<br />

In het vb. is België de locus delicti<br />

Leer van het gevolg: waar de door de strafwet beschermde belangen zijn geschonden<br />

in het vb. is dat Duitsland (hier treedt het gevolg vd fysieke handeling in).<br />

Leer van het instrument: waar het instrument zijn ‘werk’ doet<br />

In het vb. Nederland<br />

Ubiquiteitstheorie (ubiquitas =overal): = combinatie vd vorige theorieën. Niet langer<br />

één land levert de locus delicti op, maar ieder land waar één vd constitutieve<br />

elementen van het misdrijf hebben plaatsgevonden kan het locus delicti zijn<br />

in het vb. Duitsland, België en Nederland<br />

21


!!Een ver verwijderd gevolg volstaat niet om het misdrijf in België te kunnen lokaliseren. Bv.<br />

(zie casus bovenaan) Als de echtgenote vh slachtoffer in Spanje zit en een hartstilstand krijgt<br />

na het horen vh nieuws is het in Spanje optredend gevolg geen constitutief element vh<br />

misdrijf. Determinerend is de manier waarop het misdrijf gedefinieerd wordt in de wet en vd<br />

constitutieve elementen die in deze definitie zijn opgenomen.<br />

België volgt de laatste theorie, bovendien wordt ook de theorie vd ondeelbaarheid gevolgd.<br />

Op grond hiervan mag de Belgische rechter kennis nemen van alle elementen van het misdrijf<br />

die een ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf dat op Belgisch grondgebied is<br />

voorgevallen.als het hoofdfeit in België wordt gepleegd worden de in het buitenland<br />

uitgevoerde daden van deelneming geacht in België te zijn gebeurd. De leer vd<br />

ondeelbaarheid kan ook een uitwerking hebben op de voortdurende, voortgezetten of<br />

collectieve misdrijven.<br />

4. Territorialiteitsprincipe (art. 3 Sw.)<br />

Hierdoor zijn de Belgische strafwetten van toepassing op alle strafbare feiten die op het<br />

grondgebied vh rijk werden begaan, ongeacht de nationaliteit vd dader(s).<br />

5. Extraterritorialiteitsprincipe (art. 4 Sw.)<br />

Onze strafwetten kunnen ook van toepassing zijn op BUITEN het Belgisch grondgebied<br />

gepleegde misdrijven, dit moet echter beperkt blijven tot de gevallen die door de wet<br />

uitdrukkelijk zijn bepaalt. De uitzonderingen worden hoofdzakelijk aangegeven in de<br />

artikelen 6-14 vd voorafgaande titel van het wetboek van Strafvordering. Grosso modo kan je<br />

de art. 6-14 onderbrengen in 4 grote principes:<br />

<br />

1. Het actief nationaliteits- of personaliteitsbeginsel: het uitgangspunt is de nationaliteit<br />

vd dader. Belgische strafwet van toepassing op Belgen die zich in het buitenland<br />

schuldig maken aan bepaalde misdaden of wanbedrijven Soms wordt ook het<br />

domiciliecriterium gebruikt.<br />

Bv. art. 7 §1. Er zijn voorwaarden aan verbonden dubbele incriminatie, in §2 staan<br />

ook nog andere voorwaarden bv als het slachtoffer een vreemdeling is dan moeten er<br />

ook nog een aantal voorwaarden zijn voldaan.<br />

2. Passief nationaliteit- of beschermingsbeginsel: uitgangspunt is de nationaliteit vh<br />

slachtoffer. Belgische strafwet van toepassing op vreemdelingen die in het<br />

buitenland misdrijven/wanbedrijven op een Belgisch onderdaan hebben gepleegd.<br />

Bv art 10 ten 5 de een vreemdeling behoudens deze genoemd in art . 6 en 7 kan in BE<br />

vervolgd worden.<br />

3. Staatsbeschermingsbeginsel: wanneer er zwaarwichtige nationale belangen op het spel<br />

staan (bv. de staatsveiligheid), kan de BE strafwet op buiten het grondgebied<br />

gepleegde misdrijven toegepast worden.<br />

4. Universaliteitsbeginsel: De Belgische strafwet kan worden toegepast op buiten het<br />

grondgebied gepleegde misdrijven ongeacht de nationaliteit vd dader of het<br />

slachtoffer, tot beteugeling van bepaalde misdrijven die internationale repercussies<br />

hebben of die binnen de internationale gemeenschap als strijdig worden beschouwd.<br />

bv. bij mensenhandel, verkrachting van een minderjarige zelfs als de feiten in het<br />

22


Oefening:<br />

<br />

buitenland zijn gepleegd, noch de dader of het slachtoffer de BE nationaliteit hebben<br />

maar er moet wel voldaan zijn aan een aantal voorwaarden bv. art. 12 Sv. BE enkel<br />

macht als de dader op BE grondgebied w gevonden.<br />

1) Op de Eurostar (traject Brussel-Zuid – Londen) doet ter hoogte van Rijsel een<br />

Belgisch passagier plots heel eigenaardig. Hij slaagt erin zich met een smoes te begeven<br />

naar de eerste klasse wagon. Hij begint zich aldaar te ontkleden; een gebaar waarmee de<br />

meeste medepassagiers niet opgezet zijn. Heeft België rechtsmacht indien de feiten<br />

zouden kunnen worden gekwalificeerd als openbare schennis vd goede zeden?<br />

Art. 385 Sw.: hierop staat een gevangenisstraf + geldboete = correctionele strafopenbare<br />

zedenschennis<br />

1. Stap 1:kan het in België gelokaliseerd worden?<br />

Het doet zich voor ter hoogte vd RijselBelgië niet bevoegd want misdrijf is op<br />

Frans grondgebied<br />

2. Stap 2:kan België zich dan bevoegd maken d.m.v. het extrateritorialiteitsprincipe<br />

principe:<br />

Is dader Belgja je moet kijken naar art. 7 van het wetboek van strafvorderingen<br />

en dan lees je =>België zou bevoegd zijn als openbare zedenschennis ook in Frankrijk<br />

ook strafbaar is, dat is zo=>België zou zich bevoegd kunnen verklaren.<br />

2) Op een particulier Belgisch luchtvaartuig van Brussel naar Madrid lokt de<br />

Duitser A.B. een Zwitserse medepassagier naar de toiletten. Hij slaagt erin haar in het<br />

Franse luchtruim te verkrachten. Heeft België rechtsmacht?<br />

niet op Belgisch grondgebied maar het criterium vd vlagenstaat geldt want het is een<br />

Belgisch vliegtuig=>België heeft rechtsmacht conform het territorialiteitsprincipe.<br />

3) Onder Panamese vlag bevaart een cruiseschip de haven van Antwerpen. Als<br />

voor het begin vd cruise het schip nog in de haven van Antwerpen ligt, verorbert een<br />

Frans passagier een lekkere maaltijd in het scheepsrestaurant. Op het einde vd maaltijd<br />

deelt de man laconiek mee de maaltijd niet te kunnen betalen en verlaat het restaurant.<br />

Heeft België rechtsmacht?<br />

Dit wordt in België strafbaar gesteld als flessentrekkerij. Het misdrijf kan in België<br />

gelokaliseerd worden dus is België bevoegd.<br />

4) XY een lid vd Columbiaanse drugsmaffia, heeft in Parijs een moord gepleegd op<br />

een Amerikaanse ambtenaar vd Drugs Enforcement Agency. De Columbiaan vlucht<br />

naar Brussel. Heeft België rechtsmacht?<br />

Hierbij ubiquiteitstheorie toepassen Frankrijk is bevoegd want de Colombiaan vlucht<br />

naar België. Dit is slechts een ver verwijderd gevolg waardoor België niet bevoegd is.<br />

23


Oefening:<br />

2 Spanjaarden (Marco D, Madrid 23.11.1993 en Carlos P, Barcelona 17. 9.1990) die in<br />

het verleden nog nooit in aanraking zijn gekomen met het gerecht hebben op 1<br />

december 2009 te 12.00 een gewone diefstal gepleegd in een computerwinkel in het<br />

Noord-Franse Rijsel. De buit bedroeg 2 laptops ter waarde van 4000€<br />

Marco en Carlos pleegden nog geen 5 uur later een gewapende overval in een<br />

supermarkt te Kortrijk. Onder bedreiging van een revolver hadden ze de kassierster<br />

ertoe verplicht de kassa leeg te maken. De kassierster ledigde de kassa en gaf de<br />

opbrengst van 5200€ aan Marco. Marco en Carlos hadden evenwel niet opgemerkt dat<br />

een klant intussen de politie had verwittigd. Toen de politie aankwam lieten Marco en<br />

Carlos de buit in de winkel achter en vluchtten ze weg. Ze gebruikten hiertoe en audi A6<br />

die op 29 november 2009 door Carlos was gestolen te Moeskroen. Het plegen vd<br />

autodiefstal was een gemakkelijke klus geweest want de eigenaar, Dhr. Fred B, had zijn<br />

auto – die op de oprit geparkeerd stond- vergeten op slot te doen.<br />

Op 2 december 2009 werden Marco en Carlos staande gehouden door de Antwerpse<br />

politie. De 2 laptops bevonden zich in de kofferruimte vd audi. De politie merkte op dat<br />

de schermen v beide laptops ernstig waren beschadigd: ook vertoonde de lederen<br />

binnenkleding vd audi een aantal scheuren. Zowel de auto als de laptops werden in<br />

beslag genomen.<br />

<br />

1) Heeft BE rechtsmacht? Zo ja voor welke feiten?<br />

je moet achterhalen hoeveel misdrijven er zijn en bij elk strafbaar feit je afvragen<br />

hoeveel misdrijven er zijn.<br />

uitgangspunt 2 daders die nt de BE nationaliteit hebben<br />

3misdrijven:<br />

1. 3x diefstal:<br />

diefstal in computerwinkel te Rijsel geen aanknopingspunt met BE<br />

BE in deze paragraaf geen rechtsmacht Nu FR bevoegd<br />

Gewapende overval: =specifieke vorm v diefstal, gepaard gaande met<br />

verzwarende omstandigheden. BE bevoegd op basis v<br />

territorialiteitsprincipe. De BE strafwetten zijn op iedereen (Belg of<br />

vreemdeling) van toepassing voor misdrijf gepleegd op BE<br />

grondgebied.<br />

Autodiefstal: BE rechtsmacht op basis v territorialiteitsprincipe<br />

krachtens de leer vd ondeelbaarheid kan BE kennis nemen vd 3 misdrijven<br />

ook van hetgeen op FR grondgebied.<br />

tussen de feiten is er eenheid van opzet.<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!