Nr. 6-7 - Anpv

Vrij vertaald
Pensioen in verandering deel 2
– inleg, langlopende rente en opbrengst –
In de maand april van dit jaar sloot een aantal
politieke partijen een stabiliteitspact. Daarin
zijn afspraken opgenomen die direct invloed
hebben op het deel van uw arbeidsvoorwaarden
die gaan over uw pensioen. De uitwerking
hiervan wordt langzaam duidelijk. Als lid van de
werkgroep pensioenen van het ambtenarencentrum
verken ik samen met anderen de mogelijkheden
voor de pensioenkamer. Ondertussen
kijken banken en verzekeraars begerig naar
de miljarden opgepot pensioengeld en zijn er
critici, met veelal onbekende motieven, die op
het podium springen en populistisch misbruik
maken van het logische gebrek aan pensioenkennis
bij de gemiddelde Nederlander. In de
komende artikelen neem ik u mee naar de uitgangspunten
van ons pensioenstelsel en probeer
u in drie delen uit te leggen waarom wij het
beste pensioenstelsel tot nu toe hebben.
Deel 1 gaat over langer sparen (vorig nummer)
Deel 2 gaat over inleg, langlopende rente en
opbrengst (vandaag)
Deel 3 gaat over de fiscale kant van pensioenen
(rond Prinsjesdag)
Inleg
Pensioenen komen niet uit de lucht. De AOW
komt uit de algemene belastingen. Het is niet
gespaard maar komt recht uit de staatskas die
weer gevuld wordt met de AOW premies, de
BTW, accijnzen, loonheffingen andere belastingen.
Uw aanvullende ABP pensioen is wel opgebouwd.
De inkomsten bestaan uit premies
én het rendement op de gespaarde premies
en eerder behaald rendement. Zodra u een
euro pensioen ontvangt is daarvan ongeveer
20 cent premie, 40 procent rendement voor je
pensioendatum en 40 procent rendement na je
pensioendatum. Het zijn uiteraard wel gemiddelden.
Want we zorgen met die collectieve
premie ook nog voor de nabestaanden waaronder
minderjarigen en gebruiken het geld van de
collega’s die eerder dood gaan voor verbetering
van ons pensioen. Dat heet dan collectief en is
solidair. Jaarlijks komt er ook maar 3% aan premie
binnen vergeleken met het totale vermogen.
Dus een premiestijging van 1% betekent
dat er 3,01% premie binnenkomt. Niet echt een
verschil om over naar huis te schrijven.
Langlopende rente:
Sommige jongelui kunnen zich bijna niet voorstellen
dat je vroeger hoge rentes kreeg op
spaargeld. Dat motiveerde natuurlijk. Nu er
zelfs sprake is van negatieve staatsrente, dat wil
zeggen je legt er geld op toe. Begin juli was er
sprake van -0,006 % op een 2 jarige staatslening.
Dus voor iedere 100 euro krijg je na twee jaar
99 euro en 99,4 eurocent terug. De langlopende
rente is een graadmeter van verwachting/vertrouwen
maar ook van overschot of gebrek aan
geld op de markt. Hoe betrouwbaarder de verlener
of ontvanger hoe lager de rente. Iemand
die bijvoorbeeld niet meer kan lenen bij een gewone
bank gaat naar een woekeraar en betaald
daar veel meer geld. Iedereen weet inmiddels
wel dat pensioenfondsen last hebben van een
lage rekenrente. Of ze werkelijk slecht presteren
of jaar in, jaar uit hoge rendementen halen is
niet belangrijk. De wettelijke afspraken zijn gebaseerd
op de huidige renteafspraak en alleen
die telt. Het is frustrerend dat verzekeraars die
wel met een winstoogmerk pensioenpolissen
verstrekken ondanks hun hogere kosten met
4% mogen rekenen. Op het vlak van de glazen
bol zal minister Kamp enige ruimte bieden maar
zolang hij dat niet doet dwingt hij pensioenfondsen
tot medewerking voor de uitvoering
van kabinetsplannen met de verhogingen tot
67 jaar. Voordeel daarvan is 2 jaar extra rendement.
Pensioenfondsen verdienen ook aan lage rente.
Door hun unieke langetermijnpositie en behoefte
aan stabiele rente kunnen ze door middel
van swaps (ruilafspraken) met anderen die
een kortetermijnpositie hebben zekerheid stellen.
Ik ga dat niet uitleggen maar vertrouw mij
maar dat pensioenfondsen en zeker het ABP het
heel veilig doen. Niet het hoogste maar vooral
het zekerste rendement is daar een doel. Terwijl
de markten heen en weer springen kabbelt uw
pensioenbootje niet snel maar koersvast door
de golven. De desperado’s of directeuren van
menige woningbouwcoöperatie heeft zich daar
in verslikt simpelweg omdat ze het vermogen
misten.
Opbrengst:
Al het gedoe over rentes, dekkingsgraden en
beleggingsmixen hebben weinig te maken met
wat wij willen. Zo’n hoog mogelijke opbrengst
en tegenwoordig ook een zekere opbrengst.
Die laatste twee zaken zijn in de financiële wereld
handel. Immers zekerheid kost geld. Een 2
jarige Nederlandse staatsobligatie begin juli is
zelfs zo zeker dat er geld op toe wordt gelegd.
Maar zo groeit uw pensioen natuurlijk niet. Bij
de Grieken en Spanjaarden zijn de rendementen
hoog maar is de zekerheid minder. Daarom
wordt er intensief gehandeld en belegd met
allerlei mogelijkheden om in te grijpen. Bepaalde
gebeurtenissen, crashen, genoemd naar
enorme koersdalingen op beurzen, brengen uw
fondsbestuurders samen om desnoods binnen
uren in te grijpen. Allemaal met maar 1 doel. De
opbrengst op uw pensioen zo hoog mogelijk te
laten zijn.
Juist omdat voor 2008 de opbrengsten lekker
liepen vergat iedereen dat er een keerzijde kon
zijn. De huidige consternatie lijkt wat overdreven
maar gaat uiteindelijk om de centrale taak
van een pensioenfonds. Zorgen dat met minimale
inleg en een zeker percentage de opbrengst
zo hoog is dat we tevreden kunnen zijn
met wat we krijgen. Lekker veel voor een financieel
comfortabele oude dag.
Peter van der Spoel
Is lid van de deelnemersraad van het ABP namens
de ambtenarencentrale (AC) waarbij de politievakbond
ANPV is aangesloten.
Actuele dekkingsgraad: De dekkingsgraad op 30
mei was 92%. Bij het ter perse gaan van dit artikel
was het percentage van 30 juni nog niet bekend.
Deze is medio juli te zien op de
Samen sterk werkt beter
23