IPA NL 01 2010.qxd - IPA Nederland

ALGEMEEN LEDENADMINISTRATEUR
T.J.A.M. Smeulders
tel: 013-5470025 (IPA)
E-mail: enrolment@ipa-nderland.nl
UITGAVE
Internationale Police Association (IPA)
Nederlandse afdeling
IPA lidmaatschap € 30,00 p.j.
REDACTIE-ADRES IPA ACTIEF
Evert van Luik
De Keerkring 6
7325 EA Apeldoorn
tel.: +31 (0)55 366 11 70
tel.: +31 (0)6 44 60 69 05
e-mail: redactie@ipa-nederland.nl
VOORZITTER REDACTIECOMMISSIE
Henk Meester
EINDREDACTEUR
Evert van Luik
REDACTIETEAM
Kees Arends
Evert van Luik
Henk Meester
Rien Rijk
WEBSITE
www.ipa-nederland.nl
WEBREDACTIE
Toon Denkers
tel.: 31 (0)6 51 00 92 46
e-mail: webredacteur@ipa-nederland.nl
WEBSUPPORT
Ed van der Vlies
tel.: +31 (0)223 72 00 61
tel.: +31 (0)6 41 61 03 67
websupport@ipa-nederland.nl
HOST
Xs4ALL
COÖRDINATIE EN REALISATIE
Ter Hoeve Uitgevers
Kerkallee 43c
6882 AM Velp
Telefoon: 026-3615959
Fax: 026-3882312
Email: info@terhoeveuitgevers.nl
Internet: www.terhoeveuitgevers.nl
Bladmanager: Paul Clappers (Ter Hoeve Uitgevers)
Advertentie: Melanie Peters - 026 - 3615959
Vormgeving: Lukas Tweehuysen (Ter Hoeve Uitgevers)
Fotografie: Ter Hoeve Uitgevers
De advertentie rechten liggen bij de uitgever.
Colofon
VAN DE REDACTIE
Van de redactie.
Onze voorzitter van het landelijk bestuur, Kees Sal, is voor de
komende 3 jaar benoemd als lid van de International Professional
Commission. Een felicitatie op deze plaats is dat zeker waard.
In 2007 werd door het landelijk bestuur en de districten gewerkt
aan een nieuw communicatieplan met als resultaat vanuit het
landelijk bestuur, een landelijk bulletin “IPA-Actief”, een
maandelijkse nieuwsbrief en een nationaal vernieuwde website.
Via deze drie informatiestromen werd en wordt getracht de leden
te voorzien van nationale en internationale ontwikkelingen binnen
de IPA.
Met IPA-Actief nummer 317 werd een nieuwe periode van
informatieverstrekking ingeluid.
Nu 4 jaar later kunnen we stellen dat hierop positief gereageerd
wordt. Het is een reden voor de communicatiecommissie om
alert te blijven maar laten we duidelijk zijn, steun en inbreng
vanuit de districten is hiervoor wel een vereiste.
In deze ‘vernieuwde’ informatievoorziening was ook besloten om
organisaties die deel uitmaken van de IPA, bekend te maken en
een inzicht te geven in hun taken en bevoegdheden. Met een
ruim aantal van deze organisaties heeft u al kennis kunnen
maken. Deze keer geven we in twee aflevering een beeld van de
“Douane” weer. In deel 1 gaan we naar de historie en het
ontstaan van de Douane en in deel 2 een overzicht van de huidige
organisatie, haar werkzaamheden en de te verwachten
toekomstige ontwikkelingen.
Verder maakt u kennis met Nederlandse veteranen en hun
uitzendervaringen, met daarbij een oproep om deel te nemen aan
het Interviewproject Nederlandse Veteranen.
Een IPA-lid beklimt als lid van het Team Oosterhout zes keer per
fiets de Alpe d’Huez in het kader van de kankerbestrijding.
Het KLPD heeft binnen het Nederlandse politiebestel opdracht
om een aantal bijzondere taken uit te voeren. Onder de kop
“Nieuwe luchtvloot voor de KLPD” leest u hier meer over.
Onze webshop treft u aan onder IPA-ONLINE en zeker de moeite
waard.
Ik wens u veel leesplezier
Eindredacteur
Evert van Luik
• I P A N E D E R L A N D •

• I P A N E D E R L A N D •
O.A. IN DIT NUMMER
06
DE DOUANE
NIEUWE LUCHTVLOOT VAN KLPD BIEDT MEER
PERSPECTIEF
00
00
ZES KEER BEKLIMMING
ALPE D'HUEZ
07

• I P A N E D E R L A N D •
Beste vrienden,
Onlangs heeft het Permanent Executive Bureau (PEB) in Hong
Kong besloten dat de Nederlandse Sectie de komende 3 jaar
een vertegenwoordiger heeft in de International Professional
Commission.
Ik was verrast maar tegelijkertijd ook verheugd daar ik slechts
1 jaar als landelijk voorzitter van IPA Nederland actief ben.
Weliswaar was mijn kandidaatstelling ingediend maar het is
altijd afwachten of men het ook met jou ziet zitten. Immers het
PEB benoemd de leden van de diverse commissies na een
keuze uit de voordracht en motivatie.
Al gedurende mijn periode als voorzitter van NHNoord en vanaf
2007 als 2e algemeen voorzitter roep ik regelmatig dat we de
“jeugd” binnen moeten gaan halen. Ik zal geen enkele
gelegenheid laten lopen waar ik deze boodschap ook nog kan
omzetten in een breder concept dan alleen binnen onze
grenzen.
Ons beroep en vakmanschap is iets waar we met elkaar nog
steeds trots op zijn en van waaruit wij steeds weer onze
motivatie en loyaliteit uit tevoorschijn toveren om ons vak zo
goed mogelijk uit te voeren. Met name in tijden en periodes dat
het werk ons wat minder bevalt zijn we telkens weer in staat om
de schouders eronder te zetten en door te gaan.
Onze professie zal niet veel afwijken van onze collega’s die, net
als wij in een wereld van snelle veranderingen steeds sneller
mee moeten. Daarom kunnen wij veel bereiken door
bijeenkomsten te stimuleren waar we elkaar kunnen vertellen
wat ons bezig houd, welke specifieke problemen we zien en of
kunnen leren van anderen die daar al vanuit “best-practice”
goede ervaringen in hebben opgedaan door hun specifieke
aanpak.
Deze gedachten zal o.m. mijn insteek hebben in deze
commissie. Maar ook om de dingen die wij in Nederland voor de
IPA reeds hebben bereikt te delen met onze collega’s.
Wat zou het geweldig zijn als we internationaal een snelle
databank kunnen opzetten om jonge collega’s die dat graag
willen in de gelegenheid te stellen via onze vereniging in contact
te komen met collega’s elders in de wereld om een specifieke
studieopdracht te kunnen uitvoeren.
Dagelijks zitten we gemiddeld 3 uur op het internet. Zo vind ik
dat deze databank voor leden continu beschikbaar moet komen
waarbij ze rechtstreeks informatie kunnen opdoen en vragen
kunnen stellen.
Het zou ook goed zijn als er betere faciliteiten beschikbaar
komen voor jonge collega’s en met name in de lagere rangen.
Het valt mij op dat we daar een verbeterslag in kunnen maken.
Ik zal in ieder geval mijn best gaan doen om de Nederlandse
inbreng vanuit ons vakmanschap goed neer te zetten. In de
Professional Commission zitten ook:
Demetris Demetriou Cyprus
Wolfgang Gabrutsch Oostenrijk
Mirco Ciccarese Italië
Pierre Angibaud Monaco.
Voorzitter is de Assistant International Secretary General (AISG),
Stephen Crockard.
Heeft u belangstelling voor de andere commissions en hun
leden dan kunt U die vinden op de international website van het
PEB.
Kees Sal
Algemeen voorzitter
IPA Nederland.
09

Tekst: Rien Rijk
foto's Henk Meester.
Gelet op die samenwerking is het goed kennis te nemen
van de organisaties, de taken en de daaruit voortvloeiende
werkzaamheden.Voor een goed inzicht in een organisatie
is het ook belangrijk iets te weten over de historie en
ontwikkelingen en tenslotte hoe de mensen op de
werkvloer hun dagelijkse bezigheden ervaren.
In dit artikel wil ik beginnen met een kort overzicht over
organisatie en taken van de douane en vervolgens
een kort historisch overzicht geven van de wet- en
regelgeving zoals zich die in de afgelopen eeuwen heeft
ontwikkeld. Vanuit die regelgeving zijn taken voor de
douane voortgevloeid. De uitvoering van die taken is in de
loop van de afgelopen eeuwen voortdurend verandert en
de daarmee verbonden werkzaamheden moesten telkens
worden aangepast. Wat bij de bestrijding van smokkel
gebleven is, is de inventiviteit en creativiteit van de douane
om te kunnen ontdekken op welke wijze smokkelmethoden
veranderen.
In het 2e deel treft u dan een overzicht aan van de huidige
organisatie, de werkzaamheden van heden en de te
verwachten toekomstige ontwikkelingen.
1
ALGEMEEN ORGANISATIE EN TAKEN.
In Nederland is de douane een onderdeel van de
Rijksbelastingdienst en valt dus onder het Ministerie
van Financiën. De taak kan worden omschreven als “de
uitvoering van de wetgeving en internationale verdragen
en regelingen betreffende de in-, uit- en doorvoer van
goederen; de wetgeving inzake de accijnzen en grensbewaking.”
DE DOUANE DEEL
In de afgelopen jaren zien we steeds meer samenwerking
tussen verschillende opsporingsdiensten
ontstaan. Het samen optrekken; zij aan zij staan bij
grote controles;- heeft meer begrip gebracht voor
elkaars werkzaamheden en problemen. Ook de
douane maakt deel uit van de opsporingsketen en
mede daarom zijn douane-ambtenaren sinds een paar
jaar van harte welkom als IPA-lid.
Tabakshond
HISTORISCHE ONTWIKKELINGEN.
Het woord douane is volgens sommige bronnen afgeleid
van het Oriëntaalse woord Divan hetgeen zoiets betekent
als “controle op de in- en uitvoer”.Volgens Van Dale betekent
het woord “Dienst belast met het heffen van de in- en
uitvoerrechten”. In de loop van de eeuwen is er steeds
sprake geweest van controle op de in- door- en uitvoer
van goederen. Dat gebeurde niet alleen voor het heffen
van accijnzen maar ook ter bescherming van
handelsbelangen of het voorkomen dat strategische
goederen voor handel of oorlogsvoering bij de vijand
terecht kwamen. In de loop van de eeuwen hebben
mensen met een scala van uiteenlopende motieven
geprobeerd al deze controle maatregelen te omzeilen en
werd het smokkelen, soms met inzet van eigen leven,
soms als sport, uitgevoerd. In al die jaren was het een
douanedienst die de controles diende uit te voeren. Door
de voortdurende veranderingen in wet- en regelgeving op
dit vlak vergt het van de individuele douanebeambte niet
alleen veel aanpassing maar ook een grote mate van
inventiviteit om de steeds veranderende smokkelmethoden
door te krijgen.
Containerhaven
11

Eén van de eerste voorbeelden van smokkel, in dit geval
mensensmokkel komt uit de Griekse mythologie, waar
mensen in een hol paard, de stad Troje werden binnen
gesmokkeld met het gevolg dat de stad kon worden
ingenomen. Een ander voorbeeld komt uit het Verre
Oosten waar in 552 n. Chr. monniken met inzet van
hun leven de eieren van de zijdevlinder in bamboewandelstokken
naar Byzantium, de hoofdstad van het
toenmalige Oost-Romeinse rijk, hebben gesmokkeld. Het
begrip smokkelen is ons het meest bekend in de
betekenis van een economisch delict.Als zodanig is het al
eeuwen oud en gaat terug naar de tijden waarin steden en
staten vorm kregen. Deze ontwikkeling ging gepaard met
het ontstaan van allerlei belastingen (accijnzen, tollen),
opgelegd door de diverse overheden op alcoholische
dranken en producten die de mens nodig heeft als
levensmiddelen, vlees, zout en textiel. Door de eeuwen
heen zijn dat de meest geliefde smokkelwaren geweest.
Later in tijden van meer welvaart komen daar luxe
goederen en verboden goederen als wapens en drugs bij.
ONTWIKKELING VAN WETGEVING OP HET
VLAK VAN IN- DOOR EN UITVOER.
In de vroege middeleeuwen was er sprake van het
begeleiden door oorlogsschepen van handelsschepen
tegen aanvallen van zeerovers.Voor deze begeleiding het
zogenaamde konvooieren diende konvooigeld te worden
betaald. Dit ontwikkelde zich tot een belasting die werd
geheven. Na het uitbreken van de opstand tegen Spanje in
1572 namen de gewesten Holland en Zeeland de leiding
van de konvooien in handen en droegen die over aan
Willem de Zwijger, de leider van de vrijheidsstrijd. Ter
dekking van de kosten voortvloeiende uit deze oorlog
werd een belasting ingevoerd op de goederenhandel met
de vijand. Dit werd licentrecht genoemd. Na 1576, het jaar
waarin de Pacificatie van Gent tot stand kwam is er
sprake van het formeren van een korps staatsambtenaren
dat belast was met het heffen van belastingen en het
controleren daarvan. Dit waren in de Nederlanden de
Controle internationaal vrachtverkeer
eerste “douaneambtenaren”. De uitvoering van de
regelingen werd opgedragen aan 5 gewestelijke
admiraliteiten. De admiraliteiten besloten over de op te
leggen in- en uitvoerrechten aan de hand van een door de
overheid vastgestelde tarieflijst. In 1597 nam de
Generaliteit het bestuur en beheer van de licenten en
konvooien geheel over en is er sprake van een centraal
geleid belastingstelsel.
In het Generaal-Plakkaat van 1725 kwam een
samenvatting tot stand van de vele geldende en daardoor
onoverzichtelijke plakkaten en regelingen voor de
heffingen van licenten en konvooien. Dit plakkaat heeft
met uitzondering van de jaren 1811-1813 toen het Franse
douanestelsel gold, stand gehouden tot 1816 toen het
vervangen werd door een nieuwe wetgeving op de in- en
uitvoerrechten dat overigens wel weer was gebaseerd op
het Franse stelsel. De oudste admiraliteit is die van
Rotterdam (Admiraliteit op de Maze) die al in 1586 werd
opgericht en in 1986 zijn 400 jarig bestaan vierde. Het district
was aanzienlijk groter dan het huidige gebied van de
Rijnmond. Het strekte zich uit van Beverwijk tot Zeeland
en omvatte ook het gebied van Noord-Brabant en delen
van Limburg. Na de komst van de Bataafse republiek werden
in 1795 de vijf Admiraliteitencolleges ontbonden en
opgevolgd door het Comité tot de zaken van Marine. In
1798 kwamen de konvooien en licenten onder de Agent
van Financiën welke naam in 1806 werd gewijzigd in
Minister van Financiën.
In 1810 na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij
Frankrijk werd het Franse belastingstelsel ingevoerd
waaronder ook het Franse-Douanestelsel viel. (Legisation
de Douanes de l ‘empire francais). De invoering van het
Franse douanestelsel had ook de nodige gevolgen voor de
burgerbevolking. Zo werd de handel met Engeland
stilgelegd hetgeen een gigantische schadepost was voor
de handelsbelangen.
Het Franse systeem had zowel voor- als nadelen en toen
13

men in 1822 een nieuwe Algemene Wet opstelde werden
de voordelen van beide systemen daarin dan ook
verwerkt. Onder de Franse bezetting waren de
douanemensen niet erg populair. Zij werkten voor de
“bezetters” en de accijnzen en belastingen waren
dusdanig zwaar dat de bevolking daar onder leed. Door
het stilliggende handelsverkeer met Engeland, de gestegen
prijzen en de grote werkeloosheid was er al geen
opgewekte stemming en de schuld van deze toestand
werd sterk bij de bezetter en degenen die daarvoor
werkten, gelegd. De douanemensen werden “schelmen”
genoemd. Bij besluit van 7 december 1813 werd het
principe der Fransche Douanes afgeschaft en werd de
heffing der konvooien en licenten opnieuw in werking
gesteld. Om praktische redenen werd aan die regeling
overigens in 1816 en nu voorgoed een einde gemaakt.
In 1819 werden de wetten over de heffing der rechten
van in- en uitvoer en accijnzen samengevoegd in de wet
“in en uitgaande rechten en accijnzen”. In 1822 kwam de
Algemene Wet tot stand. De toepassing van deze wet
heeft in de loop van de 19e eeuw steeds problemen
opgeleverd omdat de inhoud daarvan niet was afgesteld
op de snelle ontwikkeling van de industrialisatie en het
stoomwezen. Ook de komst van het treinverkeer na 1839
noopte tot aanpassingen. Door het steeds wijzigen en
aanpassen van de wet, het toevoegen van allerlei
regelingen, was een lappendeken aan regelingen ontstaan
die lastig waren en dat heeft uiteindelijk na een eeuw
worstelen geleid tot het ontwerpen van een nieuwe
Algemene Wet betreffende de heffing van invoerrechten
en accijnzen. Tengevolge van de 2e Wereldoorlog en
daarna door het tot stand komen van de Benelux en later
de EEG duurde het nog tot 1962 voor de Algemene wet
inzake de douane en accijnzen tot stand kwam.
Millieubewust
(Bron; Belastingmuseum artikel De Douane Toen en Nu)
DE WERKZAAMHEDEN:
(Bronnen:”De Douane overal actief ” en “Smokkelen langs de
grens”)
In de loop van de eeuwen zijn de werkzaamheden van de
douane uiteraard steeds aan veranderingen onderhevig
geweest, doch de algemene trend is gebleven. “Waar in het
internationale handelsverkeer (of dat nu legaal of
illegaal is) “iets” met goederen gebeurt is de douane die
controleert of dit gebeurt volgens de geldende wet- en
regelgeving en met betaling van de daarvoor geldende
tarieven.
Veel van de taken liggen op administratief terrein maar
vooral de fysieke controle aan de grenzen van ons land zal
toch het meest bekend zijn. Toen de grenzen nog niet
open waren kwam men bij nagenoeg elke overgang de
mannen en vrouwen in het groen tegen en menigmaal
werd de vraag gesteld “Nog iets aan te geven”?
Hoewel smokkelen vaak geassocieerd wordt met avontuur,
spanning, bravoure en romantiek is er ook de andere kant;
armoede, criminaliteit, ontbering en grote risico's.
In de loop van de eeuwen zijn er vooral bij de grensbewoners
altijd mogelijkheden geweest om het karige
inkomen aan te vullen met inkomsten uit de smokkel van
allerlei goederen waar aan de andere kant van de grens
behoefte was of die daar veel goedkoper waren. De
Douane had hierbij te maken met vele individuele
smokkelaars maar ook met goed georganiseerde groepen
die soms strak werden geleid. Uit die tijd zijn fraaie en
lezenswaardige verhalen overgebleven zoals ook worden
vermeld in het boek “smokkelen langs de Nederlandse
15

Ladingcontrole
grens” van J.E.Vrouwenfelder (ISBN: 90-72367-01-4) De
strijd tussen de douane en de smokkelaars werd nog
gevoerd in een tijd dat er over en weer respect was. Een
tijd waarin individuele smokkelaars maar ook groepen
met een rugzakje de smokkelwaar over de grens
brachten. Dit werd “pungelen” genoemd. De douanemensen
die werkzaam waren in de zogenaamd Velddienst
hadden het vaak ook niet gemakkelijk. Het urenlang onder
alle weersomstandigheden verscholen zitten ergens in de
vrije natuur, wachtend op eventuele smokkelaars vergde
veel geduld en uithoudingsvermogen. Op die manier
werden veel smokkelaars betrapt, maar soms werkte men
in groepen en werden voorlopers gebruikt. Als die
werden gecontroleerd waarbij zij natuurlijk geen
smokkelwaar vervoerden, waren de anderen die kort
achter hen liepen gewaarschuwd en namen zij de benen,
vaak met achterlating van de smokkelwaar.
Er was bij de douanemensen bewondering voor de wijze
waarop de smokkelaars hen soms te slim af waren en
anderzijds was er respect bij de smokkelaars voor de
douaniers die hen hadden betrapt.Verlies werd zonder al
te veel morren genomen en de daarvoor geldende straf
aanvaard. Uit die periode zijn nog talrijke smeuïge
verhalen overgeleverd. Zo was er eens een vrouw die in
de winter met een flinke partij roomboter onder haar
kleding, door de douane werd aangehouden. Omdat er
geen vrouw was om haar te visiteren in de douanepost
werd zij vlak bij een warme kachel neergezet en u
begrijpt het al, al spoedig liep een stroompje gesmolten
boter langs haar benen naar beneden.
Toen groepen smokkelaars zich bezig gingen houden met
het op grote schaal smokkelen van sigaretten en later met
smokkel van drugs verhardde de strijd zich. De gigantische
winsten die werden gemaakt maakten het voor de
smokkelgroepen mogelijk om zeer geavanceerde
middelen in te zetten en daarmee werd een overheidsdienst
met een wat bescheidener budget op achterstand
gezet. Ook de opkomst van het vervoer met containers
leverde aanvankelijk veel problemen op voor de douane.
Het controleren van een grote volgeladen container is
tijdrovend en met de enorme aantallen die ons land
binnenkomen was het welhaast onmogelijk die op een
goede wijze fysiek te controleren. In eerste instantie
werd de controle dan ook verplaatst naar een controle en
analyse van de ladingpapieren en controle op reeds
bekende smokkelantecedenten van vervoerders of
opdrachtgevers. Ook werd gekeken naar vreemde of
onlogische zendingen of vervoerstrajecten. Bijvoorbeeld
zendingen waarbij het opviel dat de vervoerskosten hoger
waren dan de waarde van de goederen in de container.
Hiermee werden soms erg goede resultaten geboekt.
Later verkreeg men de mogelijkheid om hele containers
te scannen. Door de zich verder ontwikkelende techniek
zijn daar nu zeer geavanceerde scanners voor
beschikbaar. Door allerlei verdergaande regelgevingen
op het gebied van milieu, dierenwelzijn en handelsbescherming
werd het aantal aandachtsgebieden steeds
breder. Controle van ingevoerde goederen zowel per
schip, over de weg als door de lucht vergt een
voortdurende en wisselende aandacht van de douane.
Omdat de inventiviteit van smokkelaars nauwelijks
grenzen kent blijft het voor elke douaneambtenaar een
uitdaging daarmee gelijke tred te houden.
Dieselcontrole
17

INTERVIEWPROJECT
NEDERLANDSE VETERANEN
EEN ARCHIEF MET VERHALEN VAN VETERANEN OVER HUN
UITZENDERVARINGEN
Door Stef Scagliola
Coördinator van het Interviewproject Nederlandse
Veteranen van het Veteraneninstituut.
DE KLOOF TUSSEN EIGEN ERVARING EN
BEELDVORMING
Met een eenduidige opdracht vanuit Nederland
uitgezonden worden naar conflictgebieden waar andere
normen heersen over goed en kwaad vergt veel aanpassingsvermogen
en flexibiliteit. Ontwikkelingswerkers,
militairen en uitgezonden politie-ambtenaren kennen het
verschijnsel: wat vanuit Nederlands perspectief volkomen
fout lijkt kan ter plekke het enige effectieve middel zijn
om iets voor elkaar te krijgen. Mensen die ervaring
hebben met verschillende perspectieven op de sociale
werkelijkheid beschikken over informatie die waardevol
is om de wereld om ons heen te kunnen begrijpen. Een
verhaal over individuele ervaringen is immers meer
invoelbaar dan een reportage in de krant of op tv. Dit
geldt in het bijzonder voor getuigenissen van Nederlandse
militairen die hun werk doen ver verwijderd van de
dagelijkse werkelijkheid van de Nederlandse burger. De
kloof tussen de eigen ervaring en het publieke beeld van
een militaire uitzending was voor het Veteraneninstituut
(VI) in Doorn de aanleiding om in 2007 een interviewproject
te starten gericht op het verzamelen van
ervaringen van veteranen. Het doel was om in vier jaar
tijd een geluidsarchief te vormen met 1000 interviews
gehouden met een representatieve groep veteranen
van alle conflicten en missies waar Nederland aan
heeft deelgenomen. Inmiddels zijn nu 660 interviews
met verschillende generaties veteranen verzameld.
Dit oral history archief moet in de toekomst op
een publieksvriendelijke plaats toegankelijk zijn
voor belangstellenden. De verwachting is dat
vooral onderzoekers, beleidsmakers, journalisten en
onderwijzers hiervan regelmatig gebruik zullen maken.
De interviews en de bijbehorende data zijn volledig
gedigitaliseerd en zullen op uiteenlopende wijzen
doorzoekbaar zijn.
VAN DE GREBBEBERG TOT DE
CHORA-VALLEI
Het project drijft op het principe van een productieve
ruil: tegenover de persoonlijke aandacht en erkenning die
de veteranen ontvangen van degene die luistert staat
waardevolle historische informatie die veelal niet in
schriftelijke bronnen is terug te vinden. Deze vorm van
kennis is essentieel om invulling te kunnen geven aan een
van de kerntaken van het Kennis- en onderzoekscentrum
van het Veteraneninstituut: het uitvoeren en entameren
van wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de
zorg en maatschappelijke erkenning van Nederlandse
veteranen.
De eerste jaren zijn vooral verhalen verzameld van
WOII-veteranen, Indië- en Nieuw Guinea-gangers en de
eerste generatie vredesmissie naar Libanon van 1979 tot
1985. Dit laatste jaar krijgen de recentere ex-Joegoslavië,
Irak, Afghanistan-missies en onbekende kleinere missies,
aandacht. De organisatie van het project is in handen van
een coördinator en een assistent op het Veteranen-
instituut. Zij zorgen voor de werving van de kandidaten,
voor de koppeling tussen hen en één van de ruim vijftien
interviewers en voor de logistiek van de data. Van de
interviewers, is het merendeel freelancer met een
academische of journalistieke achtergrond.
19

De veteraan wordt in de regel thuis in zijn eigen
omgeving geïnterviewd waarbij vele aspecten van zijn
leven aan bod komen: de gezinssituatie, de opleiding, de
intrede in de krijgsmacht, de voorbereiding op het
conflict/de uitzending, de ervaring tijdens het conflict/de
uitzending, de terugkeer en tot slot de overgang naar de
burgermaatschappij en de invloed van de oorlog of
uitzending op zijn verdere leven. De veteraan ontvangt,
als dank voor zijn bijdrage een audio-kopie van zijn
interview met een bedankbrief.
WIE VERTELLEN EN WAAROM?
De ambitie met dit project is om een collectie samen te
stellen die representatief is voor de verscheidenheid aan
missies, en binnen die missies, voor de diversiteit aan
ervaringen. Maar wat wenselijk is, is niet altijd mogelijk.
Ten eerste is er het probleem van gebrek aan bereidheid
en/of beschikbaarheid van respondenten. De indruk tot
nu toe is dat de motivatie voor een interview in de
onderste lagen van de militaire hiërarchie groter is dan in
de hogere. Dit terwijl het logisch zou zijn te beginnen met
de groep die meer overzicht heeft op de gehele missie: de
commandanten. Deze zijn echter tijdens en na hun
militaire carrière zo vaak bevraagd over hun ervaringen
dat de motivatie om nogmaals het verhaal te vertellen
minder sterk is. Ook ondervinden ze veel meer steun en
herkenning omdat ze als groep hun hele carrière lang
onder elkaar verkeren. Hiertegenover staat de sterkere
‘verteldrang’ van de lageren in rang, waarop nog geen
beroep is gedaan en die in de burgermaatschappij in een
andere functie minder de gelegenheid krijgen hun
ervaringen met hun eigen groep te delen.
Veel van de jongere veteranen hebben immers een
tijdelijk contract als beroepskracht bij de krijgsmacht en
beginnen daarna aan een nieuwe loopbaan, niet zelden bij
de politie. Daar is immers hun expertise m.b.t. ordehandhaving
en conflictbeheersing goed bruikbaar, al wordt
dat niet altijd even goed onderkend. Collega’s weten vaak
vrijwel niets over hun militaire achtergrond, wat soms
ook problematisch is als er sprake is van onverwerkte
gevoelens die invloed hebben op het functioneren. Wat
soms ook meespeelt in de motivatie om deel te nemen
aan het project is de behoefte een grief of zorg te uiten
in de richting van Defensie. Een goed evenwicht bewaren
tussen relatief ‘onbevangen’ terugblikken en sterk
politieke of emotionele ‘verborgen agenda’s’ is van groot
belang voor de representativiteit van de collectie. Naast
dit verschil in motivatie speelt ook het probleem dat bij
recentere missies het kader nog actief is in de krijgsmacht
en het betrekken van ‘actieven’ bij onderzoek niet tot de
competentie van het VI behoort. Geheimhoudingsplicht
speelt daarbij een rol. Een ander punt is het verschil in
karakter tussen een terugblik van een oudere persoon en
het relaas van een ex-militair die weliswaar uit de
krijgsmacht is gestapt, maar nog een heel leven voor zich
heeft. Een laatste punt is de beperking van het bereik. De
totale veteranengemeenschap bedraagt ongeveer 115.000
personen en daarvan zijn ongeveer 70.000 ingeschreven
bij het Veteranen Instituut (VI.) Deze mensen zijn dus te
bereiken via een mailing of via een oproep in het
maandblad Checkpoint. Een van de uitdagingen van het
project is om ook veteranen te bereiken dat nog niet bij
het VI zijn ingeschreven en andere referentiekaders
hebben, zoals bijvoorbeeld een loopbaan bij de politie, de
brandweer of de gezondheidszorg.
HET ECHTE CONTACT
Een beschrijving van dit project zonder een echt kijkje in
de woonkamer van de veteraan onthoudt de lezer het
meest wezenlijke element van dit project: het verband
tussen aandacht, contact en informatie. Daarom tot slot
twee interviewers aan het woord over bijzondere
ervaringen van de afgelopen twee jaar:
Inge van Zoelen: In november had ik een gesprek met
een 90-jarige WOII-veteraan. Er zat een rasechte
Rotterdammer tegenover me. Zijn verhaal was ondanks
zijn ingrijpende ervaringen doorspekt met humor en
levensvreugde. Hij vertelde me dat hij op 19-jarige leeftijd
opgeroepen werd voor militaire dienst. Vanwege zijn
vaarervaring, op een vissersboot, werd hij matroos bij de
marine. Hij vond het heerlijk om te varen, zag het als één groot
avontuur. Toen de oorlog uitbrak voer hij naar Engeland. Hij
werd bij de onderzeedienst geplaatst. Op de onderzeeboot
heerste een andere hiërarchie, men leefde veel meer onder
elkaar. Later voer hij als matroos 1 met de Jan van Brakel in
konvooi door het Caribisch gebied. Ondanks de oorlog en de
gevaren genoot hij van het zeemansleven. Zodra hij vrij had
ging hij aan wal om te passagieren. In zijn matrozen-outfit,
korte broek en witte kousen, was hij populair bij de meisjes. In
Amerika bezocht hij het variététheater. Hij zag optredens van
zangers en zangeressen en bewaarde alle programmaboekjes.
Om zijn verhaal kracht bij te zetten onderbrak hij het
interview, stond op, liep naar zijn bureau en haalde uit de la
de doos met programmaboekjes. Hij ging voor me staan. Zijn
speciaal voor het interview aangetrokken nette driedelig pak
schikte hij nog eens goed en begon te zingen. Het was een
21

Engelstalig lied uit de variété. Hij zong vol overgave en hij
ontroerde mij. Na afloop van het interview bedankte hij me,
liep naar de koelkast en ontkurkte een fles witte wijn. Uit de
kast pakte hij zijn mooiste wijnglazen en schonk in.“Proost” zei
hij “Op het leven! “Het was toen twee uur ’s middags….”
Ageeth van Veen: Terwijl de mariniers - stoere mannen
onder elkaar – in Cambodja hun eigen sanitair in elkaar staan
te sleutelen, liggen honderd meter verderop de mensen van het
helikopterdetachement met kekke zonnebrillen aan de
blusvijver, die ze als zwembad gebruiken. Het is leuk dat
verhaal van twee kanten te horen. De mariniers schilderden de
oude Cambodjaanse tank op het Klu-deel van het kamp
babyroze, waarop de luchtmachtmensen een net vol met
water gevulde condooms op de appèlplaats van de mariniers
dropten. Maar tijdens die interviews hoor je ook hoe de
helikoptertechnicus nog vaak denkt aan de zwaargewonde
marinier, die ze naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis vlogen. En
hoe de mariniers er altijd voor zorgden dat de helikopter op
een mijnenvrij veld kon landen. De verhalen geven een inkijkje
in hoe het geweest moet zijn. Je kunt het zien, ruiken en
voelen als iemand uit eigen herinnering vertelt. Bij een
Indië-veteraan ging het over de laatste rit met zijn truck, na de
soevereiniteitsoverdracht: in konvooi over Java, zijn vrachtwagen
vol met opgegraven lichamen van jongens die gesneuveld
waren. Hij reed ze naar Semarang, waar ze herbegraven
zouden worden op een ereveld. Bij het luisteren naar zo’n
herinnering voel je de hitte in de cabine, de frustratie over de
afloop, de pijn om zo’n vrachtwagen vol ontbindende resten
van kameraden, die niet mee terug zullen gaan op de boot.
Dat kan alleen iemand je vertellen die na drie jaar gevaar en
ellende als chauffeur die laatste rit gereden heeft. De verhalen
leren mij wat een uitzending voor mensen betekent, waarom
het zo belangrijk is dat deze ervaringen niet vergeten worden.
Door Defensie als organisatie niet, maar ook door de
maatschappij niet die al deze mensen heeft uitgezonden. Hoe
professioneel het er ook aan toegaat: elke veteraan komt met
een eigen verhaal terug.
WILT U DEELNEMEN AAN HET
INTERVIEWPROJECT NEDERLANDSE
VETERANEN?
Het Veteraneninstituut is op zoek naar veteranen van
nieuwe generatie vredesmissies (vanaf missies in
ex-Joegoslavië begin jaren negentig) die geïnterviewd
willen worden in het kader van het Interviewproject
Nederlandse Veteranen (IPNV). Voor meer informatie
bezoekt u de website interview.veteraneninstituut.nl. Via
deze site kunt u zich persoonlijk aanmelden. Dit kan
tevens per brief via onderstaande contactgegevens. U
krijgt hierna zo spoedig mogelijk bericht of u geselecteerd
bent voor een interview.
Voor vragen kunt u contact opnemen met mevrouw Stef
Scagliola (coördinator IPNV) of Gerrie Koops (assistent
IPNV) via het telefoonnummer 0343-474259 of per
email: ipnv@veteraneninstituut en bij Ron de Vos,
hoofdinspecteur van het politiekorps Kennemerland -
[Ronald.de.Vos@kennemerland.politie.nl]
Kennis- en onderzoekscentrum Veteraneninsituut
t.a.v. mevrouw dr. S. Scagliola
Willem van Lanschotplein 2
Postbus 125 3940 AC Doorn
23

INFO ACTIEF
Onrust over reorganisaties.
De politiebonden verwachten niet dat de ingrijpende bezuinigings en reorganisaties na de val van het kabinet van tafel
verdwijnen. De onrust onder het politiepersoneel neemt daardoor toe.
Samensteller Henk Meester
De politievakbonden willen duidelijkheid van het
demissionaire kabinet over de wijziging van de Politiewet
en over het terugbrengen van het aantal politieregio's.
Ook het centraliseren van ondersteunende diensten
vraagt duidelijkheid.Volgens ACP-voorzitter Gerrit van de
Kamp leiden de voorgestelde wijzigingen en de daarmee
gepaard gaande ingrijpende bezuinigingen, tot veel
onduidelijkheid. Volgens van de Kamp zijn er met de
Kamer harde afspraken gemaakt over o.a. operationele
sterkte van de politie en de instroom van aspiranten.
Volgens ANPV-voorzitter Walter Welting worden de
plannen over meerdere jaren uitgesmeerd maar dat
neemt de spanning onder het politiepersoneel niet weg.
De vermindering van het aantal Politieregio's van 25
naar 20 baart de ANPV ook zorgen. “Mensen zonder
opleiding in politietaken raken mogelijk hun baan kwijt.”
RISICO ROLLENBANKTEST
Gisterenmiddag is collega Marcel Boers van het
Verkeershandhavingsteam regio Noord-Holland-Noord
gewond geraakt bij een rollenbanktest. Bij de test van een
opgevoerde brommer spatte de koppeling uiteen, waarbij
Marcel hard werd geraakt op zijn kaak. Hij liep daardoor
een gecompliceerde kaakbreuk op. Het ongeval vond
plaats bij een bromfietscontrole in Heerhugowaard,
waarvoor Marcel gevraagd was om te assisteren. Een
zwaar opgevoerde brommer werd op toeren gebracht,
waarna de koppeling uiteenspatte. Een onderdeel raakte
Marcel vol op de kaak. Marcel is direct naar het Medisch
Centrum Alkmaar gebracht, waar hij die middag nog is
geopereerd. Dat verliep gelukkig goed.Wel zal het zes tot
acht weken duren voordat Marcel volledig is hersteld.
AANVULLENDE TECHNISCHE INFORMATIE
Tegenwoordig zijn er constructiesnelheden aan
bromfietsen meetbaar van ver boven de 100 km per uur.
Niet altijd zijn de aandrijvende onderdelen van een
bromfiets daarop berekend, wat hier ook het geval was.
Toch is deze situatie uitzonderlijk, want slachtoffers waren
er tot nu toe nooit. Het advies met betrekking tot deze
metingen is om de meting niet verder te voeren dan 74
km per uur (bruto) of 66 km per uur (netto).Verder is het
raadzaam om geen extreem hoge toeren te draaien. Bij
twijfel is het beste om de meting te laten uitvoeren door
medewerkers van Verkeersondersteuning. Andere
politiekorpsen zullen worden geïnformeerd over dit
voorval. Heb je vragen, bel dan met de afdeling
Verkeersondersteuning, op 072 - 576 98 50.
25

IPA OLDENBURG (DLD.) EN IPA
GRONINGEN INTENSIVEREN
SAMENWERKING!
IPA Oldenburg en IPA Groningen willen hun contacten en samenwerking nog meer versterken dan tot nu toe het geval
is geweest. Niet dat het niet goed gaat tussen deze twee partnerafdelingen van de IPA, dat zeer zeker niet! Het zoeken
naar mogelijkheden om de leden van de onderhavige afdelingen nog meer te betrekken bij de diverse activiteiten, is
en wordt in de toekomst een hot issue.
Tekst: Jacob Nijborg
Foto:Arnold Wolthuis
Op donderdag 27 augustus jl. kwamen de beide
IPA-afdelingen in de eerste plenaire vergadering in Bad
Nieuweschans bijeen. Beide afdelingen hadden
voorafgaande aan deze samenkomst een agenda
opgesteld, waarin een aantal doelstellingen waren
geformuleerd en op welke wijze daaraan handen en
voeten konden worden gegeven. De beide besturen
waren unaniem van mening, dat dit soort trajecten
kleinschalig en stap voor stap ontwikkeld moeten
worden. Eerst laag inzetten, goede plannen maken en de
leden voor je ideeën proberen te winnen, die uiteindelijk
moeten leiden tot enthousiaste reacties, waarmee je je
idealen kunt realiseren. Maak iets aantrekkelijk, laat de
leden zelf meedenken en laat hun eigen plannen maken.
Het is immers hun IPA. Een IPA waar we met elkaar toch
trots op zijn?
VOORBEREIDINGSGROEP ACTIVITEITEN
Zowel IPA Oldenburg als IPA Groningen waren van
mening, dat de uitwisseling tussen de beide afdelingen
voor wat betreft de leeftijdsopbouw in de nabije
toekomst wat breder getrokken moet worden. Dat
betekent, dat je de activiteiten met elkaar zorgvuldig moet
uitkiezen in relatie tot de doelgroep, die je wilt bereiken.
Met elkaar betekent dan, dat je de jongeren onder de
leden ook dient te benaderen om een goede inkleuring
aan dat soort activiteiten te geven. Betrek ze erbij, ga ze
benaderen en ga ze motiveren. Sla op de trom en laat je
horen. Ga actief aan de slag, maar maak tegelijkertijd ook
afspraken als besturen tot hoever je met die ontwikkeling
bent gekomen en….. spreek elkaar daar op aan, wetende
dat dit geen gemakkelijke taak zal worden! Een voorbereidingsgroep,
bestaande uit twee Duitse IPA-vrienden
en twee Groninger IPA-leden, t.w. Rieks Spijk en Arnold
Woldhuis, is samengesteld, die binnen de door de beide
besturen aangereikte kaders het eerste onderwerp
‘Uitwisseling IPA-leden Oldenburg en Groningen voor alle
leeftijden’ in concept uitwerkt. De besturen zullen in een
gezamenlijke vergadering na presentatie en eventuele
aanpassing van de inhoud het uitgewerkte onderwerp
goedkeuren en tot uitvoering daarvan overgaan. Het
bestuur IPA Groningen is blij met de toezegging van Rieks
Spijk om deel uit te willen maken van de voorbereidingsgroep;
dit gezien zijn grote ervaring als
organisator van diverse evenementen en…..de meer dan
goede contacten die hij met onze IPA-leden van
Oldenburg en omstreken heeft.
27

PRIJSVRAAG
Een Britt Franken detective
Van: Scoobydoo
Aan: Noa_1993
Hey blonde schone! Huiswerk al af? Of moet je nog beginnen??
Veel plezier op de verjaardag strakkies he? Mooie foto van je
trouwens. Sexy hoor;-) Kussss Scoobie
PS Mag ik je wat vragen? Iets persoonlijks?
Blond.Vijftien. Dood.
Rechercheur Britt Franken is geschokt door de aanblik van het jonge,
levenloze meisje in het Vondelpark. Het slachtoffer is op brute wijze
vermoord. Gescalpeerd. Britt is vastbesloten de moordenaar te
vinden, maar haar onderzoek wordt bemoeilijkt door de media, die er
vanaf het begin bovenop zitten. Toch komt de echte tegenstand uit
een onverwachte hoek...
Blond 15 is een snelle, eigentijdse misdaadthriller die actuele thema’s
raakt, zoals de rol van de media in een misdaadzaak en het gevaar dat
kan schuilen in het gebruik van socialenetwerksites.
Ter Hoeve Uitgevers stelt samen met Verbum Uitgevers 15 gesigneerde boeken ter beschikking voor de lezers van
de IPA-Actief.
Beantwoord de volgende vragen en maak kans op deze prijs!
Vraag 1: Waar wordt het eerste slachtoffer uit het boek gevonden?
Vraag 2: Hoe heet de dochter van Britt Franken?
Vraag 3: Wat is de prijs van het boek Blond 15?
De antwoorden op deze vragen zijn te achterhalen op de site www.verbumcrime.nl.
Stuur uw antwoorden naar Ter Hoeve Uitgevers, Postbus154, 6880 AD in Velp
of mail ze naar willian@terhoeveuitgevers.nl
W. Barzilay
www.wbafotografie.nl
Heleen van der Kemp (1974) is communicatieadviseur en schrijft ook korte verhalen.
Met Blond 15 heeft ze een snelle detective afgeleverd die helemaal past in deze tijd.
Lees haar korte verhalen op haar hyves http://www.heleenvanderkemp.hyves.nl/
"Heleen is de koningin van de verhalen over valse vrouwen. Een schrijfster met allure, een
vertelster die spanning weet op te bouwen tot je op je lip bijt en per se wilt weten hoe het
afloopt, een dame die weet hoe je een goed verhaal vertelt.Waar ze het allemaal vandaan haalt,
die lange verhalen, al die wisselende vertellerposities, de complexiteit? Waarschijnlijk een
gevalletje van grenzeloze fantasie en eindeloze inspiratie."
(Fragment uit introductie voor verzamelbundel Punt. Copyright @ La texts)
29

DE BLAUWE DIENDER.
Kroniek van een politieleven.
Jacques Smeets (58) uit Elsloo-Stein beschrijft in dit boek de persoonlijke ontwikkeling en beleving van het
politieberoep dat hij ruim 40 jaar uitoefende.
Je zou het een roeping kunnen noemen. Op 17 jarige
leeftijd plotseling geraakt door een wervingscampagne
voor jonge politiemensen, op de 4e klas van de MULO.
Tijdens zijn jeugdjaren, opgroeiend in een gezin van 11
kinderen in een dorpse omgeving, strak in het gareel
gehouden door ouders, school en kerk, was het bijna
vanzelfsprekend dat hij een beroep voor het leven zou
kiezen, waarin inkomen en pensioen bij aanvang waren
verzekerd. De keuze voor het politievak was snel
gemaakt, er volgde een sollicitatie en op 1 oktober 1969
stapte de auteur het instituut te Heerlen binnen om daar
te beginnen aan de opleiding. Er volgde een psychologisch
gevecht met zijn vader, die niet veel ophad met gezag en
autoriteit. Doorzettingsvermogen was er voldoende en
Jacques liet zich niet meer van de wijs brengen.
Na het internaat startte zijn lange loopbaan in Maastricht,
bij de gemeentepolitie. Omdat wonen en werken binnen
de standplaats zeer wenselijk was, kwam hij terecht in een
kosthuis. Een andere reden hiervoor was dat hij het
gevecht met zijn vader zodoende kon ontwijken. Na drie
jaar in dat kosthuis te zijn opgevangen als een zoon ging
hij een nieuwe verbintenis aan. Nu met zijn vrouw Mariet,
waarmee hij nog steeds gelukkig samenleeft.
Die verbintenissen en zijn latere vaderschap hebben zijn
(politie)leven beïnvloed.
Als jonge politieman regen de indrukwekkende
gebeurtenissen zich aaneen. Dood en ellende, agressie en
geweld, bureaucratie en nieuwe ontwikkelingen waren in
het leven van de schrijver normaal geworden net zoals
bedreigingen en beledigingen tijdens de uitoefening van
zijn beroep. Angst, woede, verdriet, blijdschap en euforie
zijn de krenten in de pap, die Jacques soms met weerzin
en dan met heel veel smaak verorbert. Zo leefde en
werkte hij verder, als het ware op de automatische piloot,
ruim drie decennia lang. Het uniform was en is hem altijd
heilig gebleven, in tegenstelling tot Fluitsma & Van Tijn die
het uniform al in 1996 verwezen naar de prullenmand
door in het lied 15 Miljoen mensen te roepen dat in
Nederland geen uniform meer heilig was.
In 1998 wordt Jacques opeens ziek, verliest de zingeving
in zijn werk en raakt min of meer in een burnout. Hij
worstelt zich er doorheen door vragen te stellen en zich
te verdiepen in psychologische aspecten van het beroep,
hij wordt gezond en vindt nieuwe, andere zingeving in zijn
werk. Hij gaat erover schrijven en in 2007 leidt dat tot zijn
eerste boek. Intussen is hij veranderd, als mens en als
politieman, net zoals de samenleving en het politievak
continue veranderde gedurende al die jaren. De auteur
kijkt in de kroniek uit naar het naderende pensioen en
waagt het zelfs over die grens heen te kijken. De blauwe
diender is een weerslag van ervaringen, geen thriller of
politieroman, het is honderd procent autobiografisch en af
en toe lijkt het een soort spiegel die mensen wordt
voorgehouden, niet om te beleren maar om een
handreiking te doen om er bewust van te worden van
hetgeen waar men dagelijks mee bezig is. Thema’s als
presteren, de allochtoon, wonen en werken in de wijk,
plezier in het werk en de beroepseer komen in de
kroniek uitgebreid aan bod. Het is daarom ook niet
uitsluitend bestemd voor politiemensen maar net zo goed
van toepassing op brandweerlui, ambulancepersoneel,
artsen, geestelijken etc. De schrijver stelt zich kwetsbaar
op door zich te uiten over de machocultuur die er binnen
de politiewereld nog altijd is. Het boek vertoont ook
humoristische trekjes wanneer er verhaald wordt over
de geboorte op straat, een dag raften met een groep
rechercheurs en zijn manier van het beschrijven van de
foto’s die het boek illustreert.
31

IN MEMORIAM
Oosterhout, A. van GELDROP 83-jaar
IPA-lid vanaf 01-03-1986; Lid van Verdienste sinds 2004.Overleden
op 5 maart 2010. Ad was jarenlang adjudant recherche
bij de gemeentepolitie Geldrop. Daarnaast vervulde hij
verschillende functies binnen de International Police
Association. Binnen deze organisatie was Ad, op grond van zijn
inbreng in de IPA, benoemd tot lid van verdienste.
Dierckx M.A.P. HOOGERHEIDE 09-03-1945
Huisman de Goede J.M. ‘S-GRAVENHAGE 24-10-1917
Jacobs J.C.M. JK OOTMARSUM 09-01-1946
Jong G. de BG LELYSTAD 26-02-1933
Klaij C. 'S-GRAVENDEEL 20-01-1943
Koster K. PURMEREND 17-02-1921
Mennen P.M.A. GELDROP 04-10-1925
Verveld L.G. BERGSCHENHOEK 02-12-1939
Vervoort R.P. UDEN 31-08-1947
Vre C.G. de ALMERE 26-02-1927
Vuuren T. van ROERMOND 13-10-1925
Wit G.H.M.A. de DE RIJP 28-02-1952
Gorter, F.J. LEEUWARDEN 14-04-1942
Jonkman, K. MILDAM 21-04-1944
Munzebrock, J.E ONNEN 21-10-1945
Overbosch, D. APELDOORN 09-11-1934
Sandburg, K.R. HAULERWIJK 06-07-1931
Sinnige, B.B.G.G BUSSUM 14-09-1954
Vries, G.J. de AMSTERDAM 08-07-1926
Overleden leden in de periode van 1 november 2009 – 5 maart 2010.
33

CONCEPT-PROGRAMMA
Nederlandstalig seminar 2010
International Police Association
Nederlandse afdeling
Betreft: Concept-programma Nederlandstalig seminar
2010
Banden met de jeugd – de jeugd aan banden?
Plaats: IBZ Schloss Gimborn,
Marienheide-Gimborn(D)
Periode: Maandag 17 tot vrijdag 21 mei 2010
MAANDAG 17 MEI 2010:
11.00 uur:Welkom en introductie van de deelnemers en
de verwachtingen van het seminar.
Theo Vrösch erelid IPA-Nederland en Seminarleider
namens IPA Nederland
12.30 uur: Middagmaaltijd
14.00 uur: Algemene inleiding over ontwikkeling van
jeugdigen, probleemgedrag en politie-interventie Ieta
Polman Politieacademie – Landelijk
Programmamanager Jeugd
18.00 uur:Avondmaaltijd
DINSDAG 18 MEI 2010:
09.00 uur: Communicatie van en met jeugdigen: Generatie
2.0
Bernhard Mediavoorlichter
Jens Regiopolitie Utrecht
12.30 uur: Middagmaaltijd
14.00 uur: Jeugd, politie en internet
Boudewijn Mayeur (regiopolitie Limburg Zuid) en Bram
van Moolenbroek (Regiopolitie Zeeland) Expertgroep
Digikids/jeugd en alcohol
18.00 uur:Avondmaaltijd
WOENSDAG 19 MEI 2010:
09.00 uur: Praktische ervaringen met het thema jeugd en
alcoholmisbruik
Paul Giessen Inleiding en discussie Andries de Regiopolitie
Brabant Zuid Oost Vries
12.30 uur: Middagmaaltijd
14.00 uur: Ketensamenwerking bij jeugdproblematiek:
over de grenzen van eigen organisatie heenkijken Esther
Deursen, programmadirecteur en Corrie Gorissen,
teamleider I, Inspectie Jeugdzorg Utrecht
18.00 uur: Avondmaaltijd
DONDERDAG 20 MEI 2010:
09.00 uur:Aanpak van veelplegers
Mieke Hoofd bureau veelplegers en huiselijk geweld
Regiopolitie Zuid-Holland Zuid Pistorius +Theo Wor
12.30 uur: Middagmaaltijd
13.15 uur:Vertrek naar politie Keulen
18.00 uur:Avondmaaltijd
VRIJDAG 21 MEI 2010:
09:00 uur: Uitwerken van de discussies in de werk
groepen en presentatie van de uitkomsten
11.00 uur: Evaluatie en afsluiting van het seminar
Theo Vrösch
12.15 uur: Middagmaaltijd
13.00 uur:Vertrek van de deelnemers
VOORWAARDEN TOT DEELNEMING:
Alle belangstellenden vanaf 17 jaar kunnen aan de IPA-Seminars
deelnemen. Aanmeldingen kunnen met vermelding van naam en
voornaam, volledig adres, telefoonnummer en evt. e-mail-adres en
IPA-lidnummer via het district of via de algemeen secretaris van
IPA-Nederland schriftelijk worden ingediend bij het IBZ te Gimborn.
De aanmelding is bindend. Aanmeldingen worden in volgorde van
binnenkomst ingeschreven en behandeld. Personen, die niet aan het
volledige programma willen deelnemen, kunnen niet worden
toegelaten. Het seminar kan alleen plaats vinden bij voldoende
deelnemers. Bij aanmelding voor een seminar verklaart de deelnemer
geen bezwaar te hebben dat zijn gegevens geregistreerd worden voor
interne doeleinden. Met de uitnodiging tot deelname, die ongeveer 8
weken voor het betreffende Seminar wordt verzonden,
ontvangen de deelnemers het programma en een routebeschrijving.
De kosten voor deelneming aan IPA-Seminars bedragen voor IPAleden
€ 205,-. (IPA-Seminar 01 en 18 € 265,- IPA-Seminar 11 € 165,-
35

NIEUWE LUCHTVLOOT VAN
KLPD BIEDT MEER PERSPECTIEF
Binnen het Nederlandse politiebestel heeft het KLPD
opdracht om een aantal bijzondere landelijke taken uit te
voeren. Hiertoe behoren o.a. het bestrijden en opsporen
van zware en georganiseerde criminaliteit en terrorisme,
de opsporing en het toezicht op de verschillende
verkeerstromen (land, lucht, spoor en water) en het
bewaken en beveiligen van personen. Bij de
uitvoering van deze taken is het onder alle
omstandigheden tijdig beschikken over de juiste
informatie van cruciaal belang.
Voor het informatiegestuurd
en genetwerkt optreden zijn
zoveel gegevens nodig dat de
traditionele observatiemethoden
niet langer voldoende zijn
en de inzet van geavanceerdere
technologische observatiemiddelen
een absolute nood-zaak
is. Het KLPD zet bij de uitvoering
van de eerder-genoemde
taken technische observatiesystemen
in waarvoor
specialistische deskundigheid
en/of bijzondere technische
middelen nodig zijn. Deze
specialistische compe-tenties
worden ook ingezet voor de
ondersteuning van de taken
van andere politie-korpsen in
Nederland. Observatie vanuit
de lucht is één van die
specialistische competenties
die door het KLPD worden
uitgevoerd. Met behulp van de
vernieuwde en uitgebreide
luchtvloot is de flexibiliteit van
de inzet van het KLPD aanzienlijk
toegenomen. In het steeds voller wordend Nederland
zal luchtwaarneming immers een steeds belangrijkere rol
gaan spelen bij opsporing en handhaving, voor bijzondere
zoekacties, het krijgen van overzicht ten behoeve van de
commandovoering in verschillende situaties zoals bij
ongelukken en rampen, maar ook bij terreurbestrijdingsacties.
Vanuit de lucht kunnen verschillende typen
gegevens worden verzameld, zoals beelden (foto's en
video), en gegevens over chemische stoffen. Die gegevens
kunnen wel of niet realtime, heimelijk of openlijk worden
verzameld. Maar de luchtvloot kan natuurlijk ook worden
ingezet voor andere doeleinden zoals spoedeisend transport
en veilig personenvervoer.
Het tempo waarmee de maatschappelijke en technologische
ontwikkelingen zich afspelen en dus ook de
ontwikkeling van criminaliteit en terrorisme, noodzaakt
tot een voortdurend heroverwegen van benodigde
competenties bij de politie en de technologische
middelen die daarbij kunnen worden ingezet. De analyse
van in de toekomst benodigde competenties op het
gebied van luchtwaarneming en - transport vraagt
om bijzondere expertise. In Nederland beschikt
het Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium
(NLR) over deze expertise en is
in staat om, op verzoek van het
KLPD, de genoemde analyse uit
te voeren.
Het KLPD heeft op 13 januari
2010 officieel de nieuwe
helikoptervloot in gebruik
genomen. De nieuwe vloot
bestaat uit 2 grote helikopters
van het type AW 139 en 6
kleinere helikopters van het
type EC 135. Hiermee worden
de oude BO 105's vervangen.
Het NLR is in 2005 in deze fase
van het aanschaftraject ingeschakeld
om het KLPD te
ondersteunen met het
evalueren van de van fabrikanten
ontvangen informatie
op operationeeltechnisch en
logistiek gebied. De AW 139 is
speciaal aangeschaft voor het
afdekken van landelijke taken
zoals de Standby (leveren van
snelle luchtondersteuning vanaf
Schip-hol als er een calamiteit of 112 waardige melding
zich aandient) of vluchten t.b.v. de Kustwacht danwel DSI.
De kleinere EC 135 is bedoeld voor het leveren van
lokale luchtsteun, uiteindelijk op 5 plekken in het land,
ingebed in de lokale politiezorg, om de reactietijd zo kort
mogelijk te houden. De helikopters zijn uitgerust met
geavanceerde dag- en nachtzichtcamera's. De intentie is
over afzienbare tijd te komen tot een landelijk dekkend
netwerk, waarbij een airborne data link is aangesloten
op een landsdekkend grondnetwerk, zodat niet alleen
spraakcommunicatie mogelijk is, maar tevens
sensorbeelden “live” aan de meldkamers doorgezet
kunnen worden.
37

De gegevens die met behulp van de menselijke en
technische observatiemiddelen in de luchtvloot worden
verzameld, moeten onder alle omstandigheden op de
juiste tijd bij de juiste mensen beschikbaar zijn, ongeacht
de locatie waarop die mensen zich bevinden. Soms zal dat
real-time zijn, in andere gevallen na analyse en combinatie
met andere gegevens. Deze uitgangspunten zijn onderdeel
van het beleid om de competenties waarover de
politie beschikt “genetwerkt” te kunnen ontplooien
(network enabled capabilities: NEC).Voor deze wijze van
het uitvoeren van operaties is een technische
datacommunicatie infrastructuur nodig, die nu nog in
onvoldoende mate beschikbaar is. De inzet van de
moderne technische observatiemiddelen waarover de
nieuwe en uitgebreide luchtvloot van het KLPD beschikt,
is mede aanleiding geweest
om de inspanningen op dit
gebied te intensiveren en te
combineren. In samenwerking
met een aantal regiokorpsen
ontwikkelt het KLPD een
eerste versie van een landelijk
operationeel sensornetwerk.
Hiermee worden zowel de
observatiedata vanuit de
helikopters als de gegevens die
met behulp van andere
observatiemiddelen zijn verkregen
landelijk “genetwerkt”
beschikbaar gesteld.
Door het groeiend belang van
luchtwaarneming kijkt het
KLPD naar de benodigde mix
van middelen. Denk hierbij aan
helikopters en vast-vleugelige
toestellen, zowel bemand als
onbemand vliegend, maar ook
inzet van nieuwe sensoren en
data verbindingen voor
informatie-gestuurd optreden.
Het NLR kijkt voor opdrachtgevers
naar de beste wijze van inzet van hun luchtvloot.
De inzet moet passen bij de vraag, waarbij de mogelijk
heden en middelen maximaal worden benut. Door
toepassing van een gestructureerd proces van
behoeftestelling, kandidaat-selectie en -evaluatie, verwerving,
gereedstelling, opleiding en training kan een onderbouwde
keuze gemaakt worden voor de best passende
mix van middelen.
KLPD en NLR werken sinds 2007 samen op het gebied
van onbemande vliegtuigen (UAVs). Momenteel loopt een
project waarin verschillende typen UAVs vergeleken
worden op inzetbaarheid in verschillende scenario's. In
een ander project waarin luchtwaarneming wordt
gekoppeld aan de commandovoeringsystemen van een
veiligheidsregio is het DSRT betrokken als adviseur.
De combinatie van 1) kennis van technologie en operationele
processen, 2) het hebben van ondersteunende
analyse- en simulatie-tools, en 3) het hebben van een
onafhankelijke positie als niet-commercieel kenniscentrum
voor lucht- en ruimtevaart maakt het NLR een
gewaardeerd adviseur en partner. Het NLR heeft ruime
ervaring in ondersteuning van defensie in materieelkeuze
projecten. Overheidsdiensten, zoals bijvoorbeeld het
KLPD, kunnen putten uit deze kennis en ervaring.
Het NLR vervult niet alleen een adviserende rol, maar ze
ontwikkelt tevens, samen met de industrie, nieuwe
technologieën en producten.
Veelal betreft dat structuurdelen
of vliegtuigelektronica,
bijvoorbeeld voor “upgrades”.
Om aan de hoge veiligheidseisen
van de luchtvaart te
voldoen gelden er strenge
ontwerpnormen. Het NLR is
hiermee goed bekend en kan
certificatie veelal zelf uitvoeren.
Het NLR beschikt over diverse
vliegtuigen en simulatoren
welke ingezet worden voor
technologieontwikkeling en
“concept development &
experimentation”: projecten
waarin nieuwe technologieën
en/of innovatieve operationele
processen in een gesimuleerde
dan wel echte omgeving
worden getoetst op effectiviteit
en inzetbaarheid. Daarnaast
worden de vliegtuigen en
simulatoren o.a. ingezet voor
opleiding, training en oefeningen.
Een sprekend voorbeeld
hiervan is de inzet van het NLR
Metro vliegtuig tijdens de militaire oefening Purple Nectar
in juni 2009. De Metro was uitgerust met daglicht en
infrarood videocamera en data link. Dit systeem leverde
“live” beelden aan de commandopost en eenheden in het
veld.
Foto’s copyright NLR, Texelairport, Danny
Buitendijk
39

ZES KEER BEKLIMMING
Robert de Gronkel
Hij is IPA lid (L/09209/BVB) sinds 01-11-1994.
Hij woont in Oosterhout (NB) en is werkzaam als
professional bij de CIE, bij de Nationale Recherche op het
onderwerp Contra Terrorisme en Activisme (CTA).
IK BEN VAN PLAN DE VOLGENDE
PRESTATIE TE VERRICHTEN: 'EINDELIJK IS
HET ZOVER!!!!
Er zijn geen medailles te verdelen. Er is geen eeuwige
roem te behalen. Het draait niet om winnen of verliezen
en iedereen is favoriet. Team Oosterhout gaat op 3 juni
2010 met 56 fietsers in 7 teams meedoen met het
grootste evenement voor Kwf.
TOTO BERG Alpe d’Huez
Startdatum 13-11-2009
Datum prestatie 3-6-2010
Streefbedrag € 2.800,00
ALPE D'HUEZ
WIJ STOPPEN NIET VOORDAT KANKER EEN CHRONISCHE ZIEKTE IS!
Op 3 juni 2010 doe ik samen met 56 andere enthousiaste
mannen en vrouwen mee aan de beklimming van de Alpe
D'huez, in het kader van de strijd tegen kanker. Het doel
is om 6 keer de Alpe op te fietsen met de gedachte daarbij
zoveel mogelijk geld op de halen voor onderzoek.Toen
ik eind juni een stukje las in een plaatselijke krant
hierover, over de tocht, de verhalen, het verdriet en ook
de dankbaarheid besloot ik onmiddellijk om mee te doen.
Daarbij is het voor mij ook nog een stuk afsluiting van het
overlijden van mijn (onze) oma. Na al die jaren bleek ik er
toch nog moeite mee te hebben en had het nog steeds
geen plekje kunnen geven. Als lid van Team Oosterhout
www.teamoosterhout.nl hebben wij als doel gesteld het
ophalen van een minimaal bedrag van € 100.000. Dit is
een teamdoelstelling. Daarnaast heb ik een persoonlijke
doelstelling gemaakt om €2800 bij elkaar te krijgen. Hoe
kunnen jullie mij helpen of ondersteunen? Door de
landelijke organisatie is een website gemaakt waar elke
deelnemer een persoonlijke pagina heeft. Op deze pagina
staat waarom ik meedoe, voor wie we fietsen en wat er
met elke euro gebeurt die binnenkomt. Ik nodig jullie van
harte uit daar eens een kijkje te nemen om er bv een
reactie achter te laten of om mij te sponsoren
natuurlijk. Mijn persoonlijke pagina is te vinden op
http://deelnemers.alpe-dhuzes.nl/acties/team24/team.
Hartstikke leuk als je mij en het hele team volgt en
steunt!
Hartverwarmende groet
Robert.
(http://deelnemers.alpedhuzes.nl/acties/team24/team/acti
e.aspx)
43

IPA ONLINE
eFlare is ontwikkeld in
Australie in samenwerking en
in opdracht van de politie en
overheid. De eflare 300 is
een doorontwikkeling voor
particulieren. Door LED flash
techniek heeft de EF300 een
licht bereik, bij heldere nacht,
van 1000 meter. De EF 300 is
spatwaterdicht. Eenvoudig en
snel aan kleding of voertuigen
te bevestigen.
IPA kledinglijn wat dacht u van
de IPA-cap. Een donkerblauwe
cap met beige bies en een
geborduurd IPA-logo. Samen
met het fleece jack en de polo
is de kledinglijn van de IPA (op
dit moment) compleet. Maar
wie weet wilt u wel een
stropdas of een overhemd met
IPA-logo. Of wellicht een
lederen riem met IPA-gesp?
Deze laatste zaken zijn door
ons nog niet leverbaar maar
indien er voldoende animo is,
is het altijd de moeite waard
om naar eventuele mogelijkheden
te zoeken.
Lederen legitimatiemap.
Lederen lidmaatschapsetui
voor creditcards voorzien van
metalen penning, gegraveerd
met uw unieke IPA lidmaatschap
nummer en boven de
metalenpenning ruimte voor
uw IPA- lidmaatschapkaart of
het politielegi-timatiebewijs.
Aan de buitenzijde van het
mapje zijn de letters IPA
ingestanst.
www.ipa-nederland.nl
SHOPPEN IN DE IPA-WEBSHOP!
Extra opvouwbare gevarendriehoek
VDS-A1.Door een slimme
aanpassing kan deze driehoek
extra opgevouwen worden
Waardoor de lengte wordt
gehalveerd maar het gewicht
toch hoog blijft. Opgevouwen
slechts 21 cm x 9,5 cm x 3,8
cm. Dus heel compact. Door
de compactheid ook geschikt
voor motoren. VDS-A1 driehoek
volgens RDW norm E9-
27RO32738 RDW
ResQMe: Dit is een geheel
nieuw artikel. Speciaal voor u
ingekocht. de ResQMe is een
lifehammer in het formaat
sleutelhanger. Een zeer
intelligent ontwerp voor
verbrijzeling van autoruiten.
Door de ResQme aan je
sleutelbos van de auto te hangen
is deze altijd terug te
vinden als je bijvoorbeeld met
de auto te water raakt. Op de
site staat een link naar een
filmpje waarin de werking van
de ResQMe gedemonstreerd
wordt. In vele kleuren
leverbaar.
IPA Wapenschild: we hebben
nieuwe schilden ingekocht. En
geheel nieuw model waarbij de
mogelijkheid bestaat om er een
grafeerplaatje met de districtsnaam
onder te bestellen.
IPA-Presse papier: een prachtige
kristallen wereldbol met
gravure, voor bijvoorbeeld een
mooi relatie geschenk.
45

NU: 6 X voor € 14,95
Anniko van Santen
Peter R. de Vries
Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoonnummer:
E-mail:
ALLROUND BLAUW
H E T A N D E R E N I E U W S
Teun Visscher Frans Heeres Alberto Stegeman
U?
Bent u onze volgende lezer?
?
Ja ik wil graag een abonnement op de Allround Blauw voor de introductieprijs van €14,95 voor 6 nummers:
Handtekening:
DEZE BON KUNT U ONGEFRANKEERD STUREN NAAR ANTWOORDNUMMER 175, 6880 VB VELP (GLD)