05.09.2013 Views

IPA NL 01 2010.qxd - IPA Nederland

IPA NL 01 2010.qxd - IPA Nederland

IPA NL 01 2010.qxd - IPA Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De veteraan wordt in de regel thuis in zijn eigen<br />

omgeving geïnterviewd waarbij vele aspecten van zijn<br />

leven aan bod komen: de gezinssituatie, de opleiding, de<br />

intrede in de krijgsmacht, de voorbereiding op het<br />

conflict/de uitzending, de ervaring tijdens het conflict/de<br />

uitzending, de terugkeer en tot slot de overgang naar de<br />

burgermaatschappij en de invloed van de oorlog of<br />

uitzending op zijn verdere leven. De veteraan ontvangt,<br />

als dank voor zijn bijdrage een audio-kopie van zijn<br />

interview met een bedankbrief.<br />

WIE VERTELLEN EN WAAROM?<br />

De ambitie met dit project is om een collectie samen te<br />

stellen die representatief is voor de verscheidenheid aan<br />

missies, en binnen die missies, voor de diversiteit aan<br />

ervaringen. Maar wat wenselijk is, is niet altijd mogelijk.<br />

Ten eerste is er het probleem van gebrek aan bereidheid<br />

en/of beschikbaarheid van respondenten. De indruk tot<br />

nu toe is dat de motivatie voor een interview in de<br />

onderste lagen van de militaire hiërarchie groter is dan in<br />

de hogere. Dit terwijl het logisch zou zijn te beginnen met<br />

de groep die meer overzicht heeft op de gehele missie: de<br />

commandanten. Deze zijn echter tijdens en na hun<br />

militaire carrière zo vaak bevraagd over hun ervaringen<br />

dat de motivatie om nogmaals het verhaal te vertellen<br />

minder sterk is. Ook ondervinden ze veel meer steun en<br />

herkenning omdat ze als groep hun hele carrière lang<br />

onder elkaar verkeren. Hiertegenover staat de sterkere<br />

‘verteldrang’ van de lageren in rang, waarop nog geen<br />

beroep is gedaan en die in de burgermaatschappij in een<br />

andere functie minder de gelegenheid krijgen hun<br />

ervaringen met hun eigen groep te delen.<br />

Veel van de jongere veteranen hebben immers een<br />

tijdelijk contract als beroepskracht bij de krijgsmacht en<br />

beginnen daarna aan een nieuwe loopbaan, niet zelden bij<br />

de politie. Daar is immers hun expertise m.b.t. ordehandhaving<br />

en conflictbeheersing goed bruikbaar, al wordt<br />

dat niet altijd even goed onderkend. Collega’s weten vaak<br />

vrijwel niets over hun militaire achtergrond, wat soms<br />

ook problematisch is als er sprake is van onverwerkte<br />

gevoelens die invloed hebben op het functioneren. Wat<br />

soms ook meespeelt in de motivatie om deel te nemen<br />

aan het project is de behoefte een grief of zorg te uiten<br />

in de richting van Defensie. Een goed evenwicht bewaren<br />

tussen relatief ‘onbevangen’ terugblikken en sterk<br />

politieke of emotionele ‘verborgen agenda’s’ is van groot<br />

belang voor de representativiteit van de collectie. Naast<br />

dit verschil in motivatie speelt ook het probleem dat bij<br />

recentere missies het kader nog actief is in de krijgsmacht<br />

en het betrekken van ‘actieven’ bij onderzoek niet tot de<br />

competentie van het VI behoort. Geheimhoudingsplicht<br />

speelt daarbij een rol. Een ander punt is het verschil in<br />

karakter tussen een terugblik van een oudere persoon en<br />

het relaas van een ex-militair die weliswaar uit de<br />

krijgsmacht is gestapt, maar nog een heel leven voor zich<br />

heeft. Een laatste punt is de beperking van het bereik. De<br />

totale veteranengemeenschap bedraagt ongeveer 115.000<br />

personen en daarvan zijn ongeveer 70.000 ingeschreven<br />

bij het Veteranen Instituut (VI.) Deze mensen zijn dus te<br />

bereiken via een mailing of via een oproep in het<br />

maandblad Checkpoint. Een van de uitdagingen van het<br />

project is om ook veteranen te bereiken dat nog niet bij<br />

het VI zijn ingeschreven en andere referentiekaders<br />

hebben, zoals bijvoorbeeld een loopbaan bij de politie, de<br />

brandweer of de gezondheidszorg.<br />

HET ECHTE CONTACT<br />

Een beschrijving van dit project zonder een echt kijkje in<br />

de woonkamer van de veteraan onthoudt de lezer het<br />

meest wezenlijke element van dit project: het verband<br />

tussen aandacht, contact en informatie. Daarom tot slot<br />

twee interviewers aan het woord over bijzondere<br />

ervaringen van de afgelopen twee jaar:<br />

Inge van Zoelen: In november had ik een gesprek met<br />

een 90-jarige WOII-veteraan. Er zat een rasechte<br />

Rotterdammer tegenover me. Zijn verhaal was ondanks<br />

zijn ingrijpende ervaringen doorspekt met humor en<br />

levensvreugde. Hij vertelde me dat hij op 19-jarige leeftijd<br />

opgeroepen werd voor militaire dienst. Vanwege zijn<br />

vaarervaring, op een vissersboot, werd hij matroos bij de<br />

marine. Hij vond het heerlijk om te varen, zag het als één groot<br />

avontuur. Toen de oorlog uitbrak voer hij naar Engeland. Hij<br />

werd bij de onderzeedienst geplaatst. Op de onderzeeboot<br />

heerste een andere hiërarchie, men leefde veel meer onder<br />

elkaar. Later voer hij als matroos 1 met de Jan van Brakel in<br />

konvooi door het Caribisch gebied. Ondanks de oorlog en de<br />

gevaren genoot hij van het zeemansleven. Zodra hij vrij had<br />

ging hij aan wal om te passagieren. In zijn matrozen-outfit,<br />

korte broek en witte kousen, was hij populair bij de meisjes. In<br />

Amerika bezocht hij het variététheater. Hij zag optredens van<br />

zangers en zangeressen en bewaarde alle programmaboekjes.<br />

Om zijn verhaal kracht bij te zetten onderbrak hij het<br />

interview, stond op, liep naar zijn bureau en haalde uit de la<br />

de doos met programmaboekjes. Hij ging voor me staan. Zijn<br />

speciaal voor het interview aangetrokken nette driedelig pak<br />

schikte hij nog eens goed en begon te zingen. Het was een<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!