05.09.2013 Views

Kompas,deel 3 achtergrondinfo

Kompas,deel 3 achtergrondinfo

Kompas,deel 3 achtergrondinfo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 5<br />

Achtergrondinformatie inzake<br />

mondiale thema’s<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

311


K<br />

Inhoud van dit hoofdstuk<br />

Kinderen<br />

Burgerschap<br />

Democratie<br />

Discriminatie en xenofobie 327<br />

Onderwijs<br />

Milieu<br />

Gendergelijkheid<br />

Mondialisering<br />

Gezondheid<br />

Menselijke veiligheid 363<br />

Media<br />

Vrede en geweld<br />

Armoede<br />

Sociale rechten<br />

Sport<br />

Eindnoten<br />

312 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

313<br />

318<br />

322<br />

341<br />

346<br />

350<br />

354<br />

358<br />

368<br />

372<br />

378<br />

382<br />

387<br />

392


Kinderen<br />

Ruw geschat zijn er vandaag 2000 miljoen kinderen in de wereld. 79 miljoen daarvan<br />

leven in de Europese Unie en 25 miljoen in de kandidaat-lidstaten.<br />

In 1989 namen de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Rechten van het Kind aan.<br />

Dat werd door alle landen geratifi ceerd, behalve door de Verenigde Staten en Somalië.<br />

Dit verdrag is een mijlpaal in de geschiedenis van de rechten van kinderen, want het is<br />

het eerste bindende internationale instrument dat in deze materie werd aangenomen.<br />

Waarom is het kinderrechtenverdrag zo belangrijk?<br />

Het verdrag heeft heel wat veranderingen teweeggebracht op het vlak van de bescherming<br />

van de rechten van kinderen.<br />

1. Het is het meest geratifi ceerde mensenrechteninstrument.<br />

2. Het verdrag bevordert de “3p’s”.<br />

In eerste instantie bevordert het de <strong>deel</strong>name (“participation”) van kinderen<br />

– naargelang hun leeftijd, toestand en rijpheid – aan zaken die hun lot<br />

aanbelangen, zoals rechtszaken of adoptiezaken, aan familiezaken en aan<br />

zaken betreffende de samenleving als geheel.<br />

Het defi nieert het recht op bescherming (“protection”) tegen alle vormen van<br />

misbuik, geweld en andere praktijken die hun rechten kunnen schenden.<br />

Ten slotte voorziet het (“provision”), zoals elk verdrag, in rechten die bedoeld<br />

zijn als bescherming tegen potentiële schendingen.<br />

3. Het beschouwt de kinderen als rechtssubject in plaats van rechtsobject.<br />

Traditioneel werd de grote meerderheid van volwassenen geleerd om<br />

kinderen te zien als voorwerpen die onvoorwaardelijk aan volwassenen<br />

moeten gehoorzamen, aan leraars, priesters, ouders, dokters, enz. In de<br />

plaats hiervan bevordert het verdrag het idee van kinderen als personen met<br />

rechten, rechten die moeten worden gerespecteerd door volwassen, door de<br />

samenleving en door alle instanties die te maken hebben met kinderzaken.<br />

Kinderen hebben het recht om te worden gerespecteerd en te worden<br />

behandeld met waardigheid omdat zij mensen zijn, ongeacht hun leeftijd.<br />

4. Alle beslissingen (juridisch, administratief,…) waarbij een kind is betrokken,<br />

zouden moeten worden genomen in het hoogste belang van het kind. “Het<br />

hoogste belang van het kind” is een moeilijk te defi niëren concept en er bestaat<br />

heel wat controverse over de exacte betekenis. In de praktijk impliceert het<br />

bijvoorbeeld dat een rechter die moet beslissen over het hoederecht over<br />

een kind, verscheidene aspecten van het leven van het kind en de betrokken<br />

volwassenen moet onderzoeken. In elk geval is het hoogste belang van het<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Je kinderen zijn je<br />

kinderen niet. Ze zijn de<br />

zonen en dochters van het<br />

verlangen van het Leven<br />

naar zichzelf…Je kan hun<br />

lichaam huisvesten maar<br />

niet hun ziel, omdat hun<br />

ziel verblijft in het huis van<br />

morgen, een huis dat je niet<br />

kan bezoeken, zelfs niet in je<br />

dromen.”<br />

Kahlil Gilbran<br />

Verwante<br />

activititeiten<br />

• Beeld het uit, pagina 82.<br />

• Ashique’s verhaal,<br />

pagina 87.<br />

• Kinderrechten, pagina 99.<br />

• Kan het anders?,<br />

pagina 107.<br />

• Laat ieders stem gehoord<br />

worden, pagina 149.<br />

• Onze toekomstvisies,<br />

pagina 178.<br />

• Rechten bingo!, pagina 202.<br />

313


K<br />

Kinderparticipatie<br />

1. “Participatie is essentieel<br />

om het VN Verdrag inzake<br />

de Rechten van het Kind tot<br />

leven te brengen.<br />

2. [het] is een beslissende<br />

factor voor het verzekeren<br />

van sociale cohesie en voor<br />

het leven in democratie.<br />

3. [het] is een noodzakelijk<br />

proces in de ontwikkeling van<br />

het kind…” 1<br />

Wat is 'een kind’?<br />

Zoals gedefi nieerd door art.1<br />

van het verdrag, is een kind<br />

“ieder mens jonger dan 18<br />

jaar, tenzij, volgens het op<br />

het kind toepasselijk zijnde<br />

recht, de meerderjarigheid<br />

eerder wordt bereikt.” Dit<br />

betekent dat elk persoon<br />

onder de 18 jaar, ook<br />

adolescenten, onder het<br />

verdrag valt.<br />

kind belangrijker dan het hoogste belang van de ouders.<br />

5. Het Kinderrechtenverdrag verwijst naar een uitgebreid aantal materies<br />

(administratieve, juridische, wettelijke, onderwijsmateries, enz.) waar de<br />

rechten van kinderen moeten worden gerespecteerd. Bij wijze van voorbeeld<br />

kunnen we aanhalen dat een kind dat niet correct werd geregistreerd bij de<br />

geboorte, in de ogen van de wet niet bestaat. Dit kind bestaat dus ook niet<br />

voor de schoolautoriteiten, die hen zullen weigeren als leerling. Het kind<br />

kan bijgevolg niet naar school gaan. Het gaat hier om een wijdverbreid<br />

probleem dat duizenden kinderen in vele landen treft. De weigering<br />

van de schoolautoriteiten het kind als leerling te aanvaarden omdat het<br />

“administratief en wettelijk niet bestaat” schendt duidelijk het recht van het<br />

kind op onderwijs.<br />

Het verdrag heeft de praktijk in veel landen beïnvloed. Door de ratifi catie van het Kinderrechtenverdrag<br />

waren zij verplicht om een <strong>deel</strong> van hun bestaande wetgeving te<br />

amenderen en/of te wijzigen.<br />

? Moeten kinderen altijd onvoorwaardelijk voor hun eigen welzijn<br />

de volwassenen gehoorzamen?<br />

De toestand van kinderen: feiten en cijfers<br />

Ook al is het verdrag een immense stap in het voor<strong>deel</strong> van kinderen, de feiten bewijzen<br />

toch dat de rechten van de kinderen in de meeste delen van de wereld worden<br />

geschonden.<br />

Kinderen in Europa…<br />

Kinderen<br />

• Er is een opvallende stijging van de handel in vrouwen en kinderen.<br />

Schattingen doen vermoeden dat elk jaar tot 120.000 vrouwen en kinderen<br />

slachtoffer zijn van een handel van Centraal- en Oost-Europese landen naar<br />

West-Europa.<br />

• Bepaalde rapporten stellen dat in Bulgarije prostitutie één van de belangrijkste<br />

bronnen van inkomsten is geworden voor een aanzienlijk aantal 14- tot<br />

18-jarige meisjes en dat deze erg vaak <strong>deel</strong> uitmaken van een georganiseerd<br />

netwerk. De groei van het aantal mannelijke prostituees is eveneens<br />

zorgwekkend.<br />

• In Estland werd vastgesteld dat prostitutie, waarbij erg jonge meisjes worden<br />

ingezet, in de bredere context van een groeiende buitenlandse markt voor<br />

sekstoerisme kadert. Ook in Litouwen werden erg jonge meisjes (niet ouder<br />

dan 8 à 10 jaar) gesignaleerd als prostituees.<br />

• Onderzoek geeft aan dat er in het VK vele duizenden straatkinderen zijn,<br />

vooral, maar niet alleen, in de grote steden. Het aantal mannelijke en<br />

vrouwelijke straatkinderen is gelijk. Men schat dat elk jaar ongeveer 40000<br />

kinderen van huis weglopen.<br />

• In Frankrijk is het fenomeen van de straatkinderen sinds de jaren ’80 een<br />

aanzienlijk probleem geworden. Sommige autoriteiten menen dat er zo’n<br />

10000 straatkinderen zijn, hoewel anderen het aantal veel lager inschatten.<br />

• In het algemeen leven er in Centraal- en Oost-Europa steeds meer jonge<br />

mensen op straat. In Boekarest alleen al zijn er ongeveer 1500 kinderen en<br />

jonge mensen die hun leven op straat slijten.<br />

• In Polen en Hongarije leeft meer dan een derde van de kinderen jonger dan<br />

vijftien in armoede. Een recente studie in Polen (UNDP,1999) toont dat 60%<br />

van de kinderen lijdt aan een of andere vorm van ondervoeding; 10% hiervan<br />

is permanent ondervoed. In de Russische Federatie steeg het aantal kinderen<br />

jonger dan twee met een gestoorde groei van 9.4% in 1992 tot 15.2% in<br />

1994.<br />

314 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Kinderen in de wereld…<br />

Kinderen<br />

Kinderarmoedecijfers voor Europa Europa2 • Jaarlijks sterven nog steeds meer dan 10 miljoen kinderen onder de vijf jaar<br />

aan oorzaken die te voorkomen waren.<br />

• Nog steeds gaan meer dan 100 miljoen kinderen niet naar de lagere school.<br />

Het meren<strong>deel</strong> hiervan zijn meisjes.<br />

• Er zijn naar schatting zo’n 300 000 kinderen betrokken bij gevechten.<br />

• 149 miljoen kinderen zijn ondervoed, twee derde hiervan leven in Azië.<br />

• Vorig jaar alleen al raakten zo’n 31 miljoen vluchtelingen en ontheemden<br />

– meestal vrouwen en kinderen – betrokken in oorlogsconfl icten en werden<br />

zo gedwongen hun huizen te verlaten en vluchteling te worden.<br />

Europese kwesties met betrekking tot kinderen en<br />

adolescenten<br />

Er zijn specifi eke kwesties met betrekking tot de rechten van de kinderen die uiterst<br />

relevant zijn, zowel voor de Europese instanties als voor de Europese regeringen. De wil<br />

is dan ook duidelijk aanwezig om maatregelen te bevorderen die tot doel hebben kinderen<br />

te beschermen tegen praktijken en fenomenen die duidelijk hun rechten schenden.<br />

In het licht van de hierboven geciteerde statistieken over seksuele handel, prostitutie en<br />

pornografi e in Europa zijn de Raad van Europa en zijn leden steeds meer verontrust over<br />

de materie. Ze hebben dan ook verschillende aanbevelingen aangenomen, waaronder:<br />

• Aanbeveling 1065 (1987) inzake de handel in kinderen en andere vormen<br />

van kinderuitbuiting;<br />

• Aanbeveling R (91) 11 inzake de seksuele uitbuiting, de pornografi e, de<br />

prostitutie alsmede de handel in kinderen en jonge volwassenen;<br />

• Resolutie 1099 (1996) betreffende de seksuele uitbuiting van kinderen.<br />

Zodra deze aanbevelingen zijn aangenomen, moeten de staten alle praktische maatregelen<br />

nemen om de naleving ervan te verzekeren. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn 3 :<br />

1. Op initiatief van de Belgische Minister van Binnenlandse Zaken werd, op 23<br />

november 1992, binnen het 'Centraal kantoor voor Vermiste personen' van de<br />

Rijkswacht een eenheid gecreëerd gespecialiseerd in het tegengaan van zulke<br />

handel. Op 11 september 1995 beval de Minister van Justitie de creatie binnen<br />

dezelfde dienst van een Eenheid voor Vermiste Kinderen. Deze eenheid is<br />

verantwoordelijk voor de coördinatie en het verlenen van steun en expertise<br />

inzake onrustwekkende verdwijningen van minderjarigen in onrustwekkende<br />

omstandigheden.<br />

2. In Luxemburg werd binnen de politiemacht een speciale jeugdbeschermingsectie<br />

gevormd. Het politiehoofdkantoor in Luxemburg Stad heeft in zijn<br />

opsporingsafdeling een jeugdbeschermingsectie. Er is een hulplijn voor<br />

kinderen (KannerJugendtelefon).<br />

? Waarom is het moeilijk om dit soort handel uit te roeien?<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

4 juni<br />

Internationale Dag van de<br />

Kinderen die het Slachtoffer<br />

zijn van Agressie<br />

12 augustus<br />

Internationale Jeugddag<br />

20 november<br />

Internationale Dag van het<br />

Kind<br />

“Bij kinderen zijn heelt de<br />

ziel.”<br />

Fjodor Dostojewski<br />

315


K<br />

Kinderarbeid is…<br />

De wereldtop voor kinderen<br />

Internet en pornografi e<br />

Kinderen<br />

… werk dat voltijds wordt uitgevoerd door kinderen onder de 15<br />

… werk dat kinderen verhindert om naar school te gaan<br />

… werk dat gevaarlijk is voor kinderen en hun fysieke, mentale of emotionele gezondheid bedreigt.<br />

De onderliggende redenen voor kinderarbeid zijn soms erg complex en gaan van culturele praktijken tot situaties van<br />

armoede waarin de ouders en familie de lonen aangebracht door hun kinderen nodig hebben.<br />

Bovenop het feit dat de kinderen geen gepaste opleiding krijgen en hun fysieke en mentale ontwikkeling wordt bedreigd,<br />

kan kinderarbeid leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals skelet- of spiermisvorming, chemische vergiftiging,<br />

sneden en andere lichaamsverwondingen, ademhalingsaandoeningen, ernstige verbrandingen, enz.<br />

Voorbeelden van goederen gemaakt door kinderen zijn o.m. tapijten, bakstenen, lucifers, suiker, kledij, schoenen, sigaretten,<br />

vuurwerk, huizen en andere gebouwen, pennen, lederwaren. Ze worden ook tewerkgesteld in fabrieken, helpen bij de<br />

oogst, dragen zware lasten, vissen en verlenen eenvoudige huishoudelijke diensten.<br />

Kinderen worden als ze het internet gebruiken blootgesteld aan een brede waaier van<br />

risico’s. Het gaat onder meer om blootstelling aan ongepast materiaal (gewelddadige<br />

foto’s, racistische en xenofobische propaganda, enz.), kwelling en pedofi ele activiteiten.<br />

Er is groeiend bewijsmateriaal dat er netwerken bestaan die gewijd zijn aan<br />

de uitwisseling van informatie (namen, foto’s, enz.) inzake kinderpornografi e. De laatste<br />

jaren werden in Europa en andere continenten personen gearresteerd wegens betrokkenheid<br />

bij en/of bevordering van dit soort illegale en immorele activiteiten.<br />

Mogelijke oplossingen die werden voorgesteld aan ouders, sociale werkers, leraars,<br />

psychologen, enz. zijn:<br />

• Individuele acties ondernemen zoals rapporteren, klacht indienen of vragen<br />

stellen wanneer ze een kind opmerken dat blootgesteld is aan dergelijke<br />

risico’s of wanneer ze illegaal of gevaarlijk internetmateriaal ontdekken;<br />

• Kinderen weerbaarder maken door hen te informeren en de kwestie met hen<br />

te bespreken;<br />

• Ouders sterker maken, die zich immers bewust moeten worden van de gevaren<br />

van het gebruik van het internet en zich verder moeten informeren over het<br />

onderwerp.<br />

In september 1990 nam de Wereldtop voor Kinderen de Verklaring voor de Overleving, Bescherming en Ontwikkeling van<br />

Kinderen aan, evenals een Wereldactieplan ter uitvoering van de Verklaring. Een reeks doelstellingen m.b.t. kindersterfte,<br />

ondervoeding, de wereldwijde toegang van kinderen tot basisonderwijs, enzovoort, werd vooropgesteld. Deze doelstellingen<br />

moesten bereikt zijn tegen het jaar 2000.<br />

? Geen van de doelstellingen is bereikt, maar betekent dit dat deze top nutteloos was?<br />

Veel ngo’s hebben een netwerk van geëngageerde mensen die websites die illegaal<br />

materiaal bevatten opsporen en rapporteren 4 .<br />

Het Verdrag van de Raad van Europa inzake Cybercriminaliteit werd aangenomen<br />

op 8 november 2001. Wanneer het van kracht wordt, zal dit verdrag het eerste<br />

internationale verdrag zijn over misdaden gepleegd via het internet en andere<br />

computernetwerken. Het verdrag handelt in het bijzonder over computer- en<br />

internetgerelateerde misdaden, inclusief kinderporno. De belangrijkste doelstelling<br />

van het verdrag is het volgen van een gemeenschappelijk misdaadbeleid gericht<br />

op de bescherming van de samenleving tegen cybermisdaad, vooral door het<br />

aannemen van een passende wetgeving en het bevorderen van internationale<br />

samenwerking. Artikel 9 van het verdrag is gewijd aan het bestrijden van pedofi lie<br />

en kinderporno op het internet.<br />

316 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


? Kunnen we maatregelen nemen om het gebruik van het<br />

internet bij kinderen te controleren zonder hun vrijheid om<br />

informatie en ideeën te vergaren, te ontvangen en door te<br />

geven, te schenden? (art.13 Kinderrechtenverdrag)<br />

De ombudsman voor kinderen<br />

Het woord ‘ombudsman’ komt van het Scandinavische woord ‘ombud’, dat ambassadeur,<br />

gedelegeerde of boodschapper betekent. Nu duidt het een persoon aan die<br />

klachten behandelt van een welomschreven groep (in dit geval kinderen), diein naam<br />

van deze groep spreekt en die de toestand van zowel individuen als van de groep als<br />

geheel tracht te verbeteren.<br />

In Noorwegen werd in 1981 de eerste ombudsman voor kinderen aangesteld. De<br />

ombudsman is een onafhankelijke agent, woordvoerder of scheidsrechter, die verzekert<br />

dat o.m. de ministeries hun wettelijke verplichtingen nakomen. Daartoe stelt hij,<br />

in kwesties die kinderen betreffen, verbeteringen voor. De ombudsman beschermt de<br />

behoeften, rechten en belangen van minderjarigen, werkt voor de toepassing van het<br />

Kinderrechtenverdrag en ondersteunt de verspreiding van dit verdrag. De ombudsman<br />

heeft de bevoegdheid om te onderzoeken, te bekritiseren en te publiceren maar hij<br />

heeft niet de bevoegdheid om een administratieve actie ongedaan te maken of om<br />

administratieve beslissingen te herroepen. De ombudsman komt, los van wettelijke<br />

vertegenwoordigers, ouders of voogden, tussen om de rechten van het kind in alle<br />

soorten burgerlijke- of strafzaken waar kinderen direct of indirect bij betrokken zijn, te<br />

vertegenwoordigen.<br />

In sommige landen is de ombudsman verantwoordelijk voor het invoeren van beoordelingsmethoden,<br />

zoals de ‘kinderimpactbeoordeling’, die alle mogelijke gevolgen<br />

van wettelijke voorstellen, reguleringen en andere maatregelen voor kinderen<br />

evalueren en identifi ceren. Volgens de Zweedse ngo Radda Barnen hebben tot nu toe<br />

twintig landen de ombudsman voor kinderen ingevoerd.<br />

Internationale en regionale instrumenten voor kinderen<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

In Europa werd in 1997<br />

het Europese Netwerk<br />

van Ombudsmannen<br />

voor Kinderen opricht. Dit<br />

bevat vertegenwoordigers<br />

van België, Denemarken,<br />

Finland, Frankrijk, Hongarije,<br />

IJsland, de voormalige<br />

Joegoslavische Republiek<br />

van Macedonië, Litouwen,<br />

Noorwegen, Oostenrijk,<br />

Portugal, de Russische<br />

Federatie, Spanje, Wales en<br />

Zweden.<br />

Het Russische Ministerie<br />

van Arbeid en Sociale<br />

Ontwikkeling is een<br />

pilootproject begonnen, dat<br />

in 5 staten Commissarissen<br />

voor Kinderen invoert. De<br />

Commissarissen zijn allemaal<br />

benoemd bij decreet en<br />

hebben het mandaat om de<br />

bescherming en bevordering<br />

van kinderrechten te<br />

verbeteren.<br />

1. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989)<br />

2. De Verklaring voor de Overleving, Bescherming en Ontwikkeling van Kinderen<br />

3. Het Wereldactieplan ter uitvoering van de Verklaring (1990)<br />

4. De Aanbeveling 1460 (2000) van de Parlementaire Vergadering over de Instelling van een Europese Ombudsman voor Kinderen,<br />

Raad van Europa, Straatsburg (2001)<br />

5. Aanbeveling 1286 (1996) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa over een Europese Strategie voor<br />

Kinderen<br />

6. Het Europees Verdrag over de Uitoefening van de Rechten van Kinderen, Raad van Europa, Straatsburg (1996)<br />

Bronnen<br />

Kinderen<br />

• Asquith, S., Juvenile Justice and Juvenile Delinquency in Central and<br />

Eastern Europe - A Review - Centre for the Child and Society, University<br />

of Glasgow. http://eurochild.gla.ac.uk (niet meer beschikbaar)<br />

• Final report of the study group on street children, Council of Europe,<br />

Strasbourg, April 1994.<br />

• Flekkoy, M., A Voice for Children – Speaking as their Ombudsman,<br />

UNICEF, 1991.<br />

• The Global Movement for Children, www.gmfc.org<br />

www.gmfc.org.<br />

• Human Rights Education Newsletter, No.29, Centre for Global Education,<br />

University of York, UK, 2001.<br />

• Setting up a European Ombudsman for Children, doc.8552, Council of<br />

Europe Parliamentary Assembly, 1999.<br />

• The State of the World’s Children, UNICEF, 2000.<br />

• “Traffi cking in women, a comprehensive European strategy”, information<br />

sheets, European Commission.<br />

317


K<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Een verhaal over twee<br />

steden, pagina 67.<br />

• Beeld het uit, pagina 82.<br />

• Let op, we kijken toe,<br />

pagina 91.<br />

• 'Teken-het-woord' spel,<br />

pagina 116.<br />

• Onderwijs voor iedereen?,<br />

pagina 118.<br />

• De werking van de democratie,<br />

pagina 123.<br />

• Strijders voor mensenrechten,<br />

pagina 126.<br />

• Een tuin in één nacht,<br />

pagina 135.<br />

• Helden en heldinnen,<br />

pagina 138.<br />

• Laat ieders stem gehoord<br />

worden, pagina 149.<br />

• Verbanden leggen,<br />

pagina 169.<br />

• Elektriciteitscentrale,<br />

pagina 194.<br />

• Gaan stemmen, of niet<br />

gaan stemmen?<br />

pagina 234.<br />

• Vakbondsvergadering,<br />

pagina 240.<br />

• Waar sta jij?,<br />

pagina 250.<br />

• Wie zijn ik?,<br />

pagina 253.<br />

Eenvoudige gedachte...<br />

Burgerschap<br />

De meeste mensen in de wereld zijn wettelijke burgers van een of andere natiestaat, en<br />

dit geeft hen bepaalde rechten en privileges. Burger zijn brengt ook bepaalde plichten<br />

met zich mee, m.n. de verwachtingen van de staat t.a.v. de personen die onder zijn jurisdictie<br />

vallen. Burgers vervullen dus bepaalde verplichtingen voor hun staat en mogen<br />

op hun beurt bescherming van hun vitale belangen verwachten. Tenminste, zo zou het<br />

toch moeten zijn.<br />

De verwikkelingen…<br />

Er zijn twee hoofdvragen die dit simpel evenwicht verstoren:<br />

1. Welke rechten zijn staten verplicht te garanderen aan hun burgers en onder<br />

welke voorwaarden?<br />

2. Wat gebeurt er met die burgers die niet, om welke reden dan ook, de<br />

bescherming genieten van het land waar ze verblijven?<br />

Om de eerste vraag te beantwoorden, moeten we een duidelijker beeld hebben van<br />

wat het werkelijk betekent om burger te zijn of wat burgerschap echt betekent. Dat<br />

zullen we hieronder toelichten. Om de tweede vraag te beantwoorden, zouden we<br />

moeten nagaan waarom sommige mensen niet het burgerschap bezitten van de<br />

staat waar ze verblijven en wat hieraan kan worden gedaan. Dit debat is echter net<br />

begonnen en in deze sectie zullen we slechts enkele van de vragen opwerpen.<br />

Wat is burgerschap?<br />

Reeds duizenden jaren discussieert men over de idee van burgerschap. Tot vandaag<br />

is er geen absolute overeenstemming over wat het begrip precies inhoudt. Het concept<br />

van wettelijk burgerschap is relatief eenvoudig: het is verbonden aan een natie-<br />

staat en is gedefi nieerd volgens de wetten van die natie. Het is misschien daarom<br />

dat, voor veel mensen, de idee van burgerschap onmiddellijk verbonden is met<br />

de idee van patriottisme: een ‘goede burger’ wordt vaak verward met een ‘goede<br />

patriot’.<br />

Het concept ‘burgerschap’ heeft echter veel meer betekenislagen dan zuiver<br />

patriottisme. De historische oorsprong van de idee, die wordt geschetst in het<br />

volgende onder<strong>deel</strong>, toont dit ook aan. Een nuttig onderscheid dat men niet uit het<br />

oog mag verliezen is dat tussen een burger en een onderdaan.<br />

? Moeten burgers altijd de wet gehoorzamen?<br />

318 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Historische opvattingen over burgerschap<br />

Het is nuttig om enkele van de belangrijkste ontwikkelingen in de idee van burgerschap<br />

te bekijken. Dit helpt om de verschillende stromingen te schetsen die vandaag<br />

worden bediscussieerd.<br />

• De oorsprong van het burgerschap kan worden teruggebracht tot het Oude<br />

Griekenland waar ‘burgers’ degenen waren die het wettelijke recht bezaten om<br />

<strong>deel</strong> te nemen aan de staatszaken. Maar het was in geen geval zo dat iedereen<br />

burger was: slaven en vrouwen waren louter onderdanen. Voor hen die wel<br />

het geprivilegieerde statuut van burger hadden, was de idee van ‘burgerlijke<br />

deugd’ of ‘een goed burger zijn’ een belangrijk onder<strong>deel</strong> van het concept.<br />

Deze traditie leidde tot de nadruk op de plichten die burgers verondersteld<br />

werden na te komen.<br />

• De associatie van burgerschap met nationale identiteit ontsproot natuurlijkerwijze<br />

uit het feit dat de wettelijke status van een ‘burger’ altijd gebonden was<br />

aan een natiestaat; vandaar de link tussen burgerschap en patriottisme.<br />

• De liberale kijk op burgerschap, die werd ontwikkeld in de negentiende eeuw,<br />

legde de nadruk op het belang van rechten voor alle burgers. Van zodra het<br />

stemrecht gestaag werd uitgebreid, werden rechtvaardigheid en politieke<br />

rechten werkelijkheid voor een steeds groter <strong>deel</strong> van de bevolking.<br />

• In de twintigste eeuw gingen de aanhangers van “sociaal burgerschap” nog<br />

verder, door te erkennen dat burgerlijke en politieke rechten slechts een <strong>deel</strong><br />

zijn van wat burgers van de staat mogen verwachten. De opkomst van de<br />

welvaartstaat in de vorige eeuw was te danken aan denkers/fi losofen die<br />

stelden dat de rechten van burgers betrekking moesten hebben op hun eigen<br />

levens- en werkomstandigheden, eerder dan enkel op hun <strong>deel</strong>name aan<br />

‘hoge’ politiek.<br />

• Het concept ‘meervoudig burgerschap’ bestaat al een tijdje en laat toe<br />

dat individuen gelijktijdig burger kunnen zijn van meer dan één staat<br />

of organiserend lichaam. Met de ontwikkeling van de Europese Unie<br />

bijvoorbeeld, hebben burgers van de lidstaten steeds meer rechten in en<br />

plichten ten overstaan van de Unie als geheel en niet alleen van hun eigen<br />

natiestaat.<br />

• Een laatste stroming betreffende het concept ‘burgerschap’, die steeds<br />

meer aan belang wint, houdt de idee van opvoeding in. Als burgerschap in<br />

de traditionele zin genot van rechten en uitvoeren van plichten inhoudt, dan<br />

worden ‘burgers’ gecreëerd en niet geboren. Loyaliteit en verantwoordelijkheid<br />

bijvoorbeeld zijn kwaliteiten die moeten worden aangeleerd en gecultiveerd.<br />

Als die kwaliteiten essentieel zijn om een burger te zijn in de volle betekenis<br />

van het woord, dan moeten ‘echte’ burgers worden opgevoed in de ruimste<br />

betekenis van het woord.<br />

• Vandaag zal de opvatting van de meeste mensen over burgerschap – in<br />

mindere of meerdere mate – elk van deze zes concepten bevatten. Sommige<br />

mensen zullen de nadruk leggen op de ‘plichten’, terwijl anderen meer belang<br />

zullen hechten aan ‘rechten’ of aan ‘patriottisme’, of aan de kwaliteiten die<br />

‘echte’ burgers zouden moeten bezitten.<br />

De link met mensenrechten<br />

Burgerschap<br />

We kunnen zien dat vanaf het begin rechten en verantwoordelijkheden een belangrijke<br />

component waren van het begrip burgerschap: burgers worden verondersteld bepaalde<br />

fundamentele rechten te bezitten, en ze moeten ook enkele plichten vervullen. Het<br />

zijn deze plichten of verantwoordelijkheden die mensen in gedachten hebben wanneer<br />

ze spreken over hoe burgers moeten zijn of hoe ze zich moeten gedragen.<br />

Als deze opvatting storend overkomt wegens te dirigerend of te beperkend voor de<br />

inherente vrijheid en waardigheid van elke burger, dan is het belangrijk eraan te<br />

herinneren dat deze grenzen een direct gevolg zijn van de mensenrechtentheorie. Het<br />

verlangen om een gemeenschap te bouwen die de mensenrechten van alle burgers<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Burgerschap is<br />

een complexe en<br />

multidimensionale realiteit,<br />

die in zijn politieke en<br />

historische context moet<br />

worden gezien. Men kan<br />

niet geïsoleerd spreken van<br />

burgerschap, aangezien de<br />

idee enkel betekenis heeft<br />

in relatie tot de werkelijke<br />

noden van de samenleving<br />

of een politiek systeem.<br />

Democratisch burgerschap,<br />

meer specifi ek, verwijst<br />

naar de actieve <strong>deel</strong>name<br />

van individuen aan het<br />

systeem van rechten en<br />

verantwoordelijkheden.” 5<br />

“Iedereen is zoals God hem<br />

heeft geschapen en vaak een<br />

heel stuk erger.”<br />

Miguel de Cervantes<br />

319


K<br />

“Simpel gezegd, een<br />

onderdaan gehoorzaamt de<br />

wetten en een burger speelt<br />

een rol in het maken en het<br />

veranderen van die wetten.”<br />

B. Crick<br />

respecteert, legt ons allemaal, als burgers, verantwoordelijkheden op.<br />

Er bestaan twee directe verbanden tussen de verantwoordelijkheden die het burgerschap<br />

meebrengt en de mensenrechtentheorie:<br />

1. Het feit dat elk individu over bepaalde grondrechten beschikt, laat niet toe dat<br />

iedereen zich zomaar gedraagt zoals hij wenst. Het laat dit enkel toe voor zover<br />

dit gedrag geen inbreuk maakt op de mensenrechten van andere mensen. We<br />

kunnen dus zeker zeggen over goed burgerschap dat het burgers noodzaakt<br />

respect te hebben voor de mensenrechten van anderen.<br />

2. Het tweede verband met de rechten van de mens betreft de manier waarop<br />

het begrip burgerschap in essentie wordt verbonden aan lidschap van een<br />

gemeenschap. We spreken bijvoorbeeld niet van burgers van verlaten<br />

eilanden, omdat een burger veel meer is dan gewoon een inwoner van een<br />

bepaald land of regio. Een burger is in essentie een lid van de gemeenschap<br />

die een regio bewoont; als we samenlevingen willen opbouwen die respect<br />

hebben voor de rechten van de mens, legt dit een andere beperking op aan<br />

de manier waarop de mensen die in die samenlevingen wonen, zich moeten<br />

gedragen.<br />

Wat we dus nog kunnen zeggen over goed burgerschap is dat het oproept tot het type<br />

van gedrag dat de samenleving zou brengen tot meer respect voor de rechten van de<br />

mens.<br />

? Wat moet de burger doen als de samenleving de rechten van<br />

bepaalde delen van de gemeenschap niet respecteert?<br />

Problemen met burgerschap<br />

Burgerschap<br />

Het grootste <strong>deel</strong> van het hedendaagse debat over burgerschap gaat over hoe<br />

betrokkenheid en <strong>deel</strong>name van burgers aan het democratische proces kan<br />

verhoogd worden. Het komt meer en meer voor dat verkiezingen om de zoveel jaar<br />

niet volstaan, zowel wat betreft de verantwoording van de regeerders tussen de<br />

verkiezingen in als wat betreft het bevorderen van gevoelens van macht bij gewone<br />

burgers. Bovendien toont het stemgedrag aan dat de politieke apathie onder de<br />

bevolking zo hoog is, dat het effectieve functioneren van de democratie ernstig<br />

wordt ondermijnd. Met dergelijke problemen in gedachten werden programma’s<br />

opgezet zoals ‘Education for Democratic Citizenship’ van de Raad van Europa.<br />

? Welke andere vormen van betrokkenheid of participatie zijn<br />

mogelijk voor gewone burgers?<br />

Het tweede probleem dat, hoewel het tot op heden minder aandacht kreeg, steeds<br />

belangrijker wordt, betreft die mensen die, om een of andere reden, niet alle voordelen<br />

van het burgerschap genieten. Dit is ten dele het resultaat van voortdurende<br />

patronen van discriminatie binnen samenlevingen: minderheidsgroepen mogen dan<br />

wel vaak formeel burger zijn van het land waar ze leven, ze kunnen nog steeds<br />

afgehouden worden van een volledige <strong>deel</strong>name aan die samenleving.<br />

Een tweede oorzaak van het probleem is de toenemende globalisering, met nieuwe<br />

werk- en migratiepatronen die ertoe leiden dat een groot aantal mensen over de hele<br />

wereld wel in het buitenland werken, maar er het formeel burgerschap niet kunnen<br />

aanvragen. Tot die mensen behoren o.m. gastarbeiders/migranten, vluchtelingen, zij<br />

die tijdelijk in een ander land verblijven of zelfs zij die besloten hebben er zich defi nitief<br />

te vestigen.<br />

? Wat zouden de criteria voor burgerschap moeten zijn in een<br />

steeds meer multiculturele wereld? Moeten gastarbeiders/<br />

migranten recht hebben op sommige van de voordelen van<br />

burgerschap, of zelfs op formeel burgerschap?<br />

320 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Opvoeding tot democratische burgerzin: De Raad van Europa<br />

en Jeugd<br />

Het programma van de Raad van Europa heeft geprobeerd in een Europees kader<br />

te voorzien voor het versterken van de opvoeding tot democratisch burgerschap.<br />

De Raad van Europa roept lidstaten op om zulke programma’s op te nemen in hun<br />

educatieve activiteiten, trainingen en culturele en jongerenpolitiek en heeft zelf hard<br />

gewerkt om nieuwe strategieën en benaderingen op te sporen en te verspreiden.<br />

De Ontwerpverklaring en het Programma m.b.t. Opvoeding tot Democratisch Burgerschap<br />

(April 1999) gaf de volgende essentiële kenmerken aan:<br />

Opvoeding tot democratisch burgerschap:<br />

• is een ervaring in levenslag leren en een participerend proces ontwikkeld in<br />

verschillende contexten;<br />

• voorziet mannen en vrouwen van het nodige om een actieve rol te spelen in<br />

het publieke leven en op een verantwoordelijke wijze hun eigen lot en dat van<br />

hun gemeenschap vorm te geven;<br />

• heeft als doel een ‘mensenrechtencultuur’ te installeren, die het volle<br />

respect van deze rechten zal verzekeren evenals het begrip van de<br />

verantwoordelijkheden die eruit voortvloeien;<br />

• bereidt mensen voor op het leven in een multiculturele samenleving en op het<br />

omgaan met verschillen op een gevoelige, tolerante en ethische manier;<br />

• versterkt sociale cohesie, wederzijds begrip en solidariteit;<br />

• moet alle leeftijdsgroepen en sectoren van de samenleving omvatten.<br />

Een belangrijk aspect van het programma van Opvoeding tot Democratisch<br />

Burgerschap is dat het gericht is op de ondersteuning van verscheidene<br />

jeugdnetwerken, samenwerkingsverbanden, modelinitiatieven, enz. met de<br />

bedoeling jonge mensen aan te moedigen <strong>deel</strong> te nemen aan de burgersamenleving.<br />

Jonge mensen vormen een belangrijk <strong>deel</strong> van de doelgroep.<br />

Bronnen<br />

Burgerschap<br />

• Crick, B., Essays on citizenship, Continuum, 2000.<br />

• Education for Democratic Citizenship (Council of Europe) www.coe.int/edc<br />

• Journal of Citizenship Studies, www.tandf.co.uk/journals/titles/13621025.asp<br />

• Kennedy, K. (Ed), Citizenship education and the modern state, Falmer Press, 1997.<br />

• Oliver, D., Heater, D., The foundations of citizenship, Harvester Wheatsheaf, 1994.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Ik ben onder de indruk<br />

van het hoge aantal jonge<br />

mensenrechtenactivisten<br />

die hier aanwezig zijn.<br />

Hun kennis en ervaring<br />

geeft me het vertrouwen<br />

ons programma voor<br />

mensenrechteneducatie met<br />

scholen verder te zetten en<br />

tevens meer buitenschoolse<br />

activiteiten te organiseren om<br />

burgerschap te stimuleren.<br />

Mevr. Marina Kovinena,<br />

Youth Human Rights<br />

Education Forum, 2000.<br />

321


K<br />

“Niemand wordt als een<br />

goed burger geboren,<br />

geen enkele natie wordt<br />

als democratie geboren.<br />

Beiden zijn eerder processen<br />

die zich levenslang verder<br />

ontwikkelen. Jonge mensen<br />

moeten er vanaf de geboorte<br />

aan <strong>deel</strong>nemen .”<br />

Kofi Annan<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• De werking van de democratie,<br />

pagina 123.<br />

• Verbanden leggen,<br />

pagina 169.<br />

• Gaan stemmen, of niet<br />

gaan stemmen?<br />

pagina 234.<br />

• Vakbondsvergadering<br />

pagina 240.<br />

Democratie beschrijft een systeem van het maken van regels voor groepen. Het komt van<br />

de Griekse woorden demos – wat ‘mensen’ betekent – en kratos wat ‘macht’ betekent.<br />

Democratie wordt dan ook vaak gedefi nieerd als “de heerschappij van het volk”: een<br />

systeem waarbij de mensen hun eigen regels opstellen.<br />

Kan zo’n systeem bestaan en kan het een goede manier zijn om beslissingen te nemen?<br />

Waarom is zo’n idee ontstaan en waarom wordt het vandaag door de meeste mensen<br />

en de meeste landen beschouwd als het enige systeem dat onze aandacht verdient?<br />

Is het echt zinvol om iedereen te laten besturen?<br />

Waarom democratie?<br />

Democratie<br />

Er zijn twee fundamentele principes die aan de basis liggen van de idee van democratie<br />

en die haar aantrekkingskracht helpen verklaren:<br />

1. Het principe van individuele autonomie: niemand moet onderworpen zijn aan<br />

regels die worden opgelegd door anderen.<br />

2. Het principe van gelijkheid: iedereen moet evenveel gelegenheid krijgen om<br />

de beslissingen te beïnvloeden die mensen in de samenleving raken.<br />

Beide principes trekken intuïtief iedereen aan en een democratisch regeersysteem<br />

is het enige dat, ten minste in theorie, beide als fundamenteel aanvaardt. Andere<br />

systemen, zoals oligarchie, plutocratie of dictatuur, schenden normaal gezien beide<br />

principes: ze geven macht aan een bepaald (vast) <strong>deel</strong> van de samenleving en deze<br />

mensen nemen dan beslissingen voor de rest van de bevolking. In zulke gevallen<br />

worden noch de gelijkheid, noch de individuele autonomie gerespecteerd.<br />

De twee bovenstaande principes vormen de morele rechtvaardiging voor democratie,<br />

en we kunnen opmerken dat beide in feite sleutelprincipes van de rechten van de<br />

mens zijn. Er zijn ook pragmatische redenen die vaak als rechtvaardiging worden aangehaald<br />

voor een democratisch systeem van regeren, eerder dan elk ander systeem.<br />

1. Er wordt vaak beweerd dat een democratisch systeem een meer effi ciënte<br />

vorm van regeren oplevert, omdat de genomen beslissingen vaker zullen<br />

worden gerespecteerd door het volk. Mensen breken niet vaak hun “eigen”<br />

regels.<br />

2. Beslissingen zullen waarschijnlijk beter aanvaard worden omdat ze werden<br />

genomen nadat een consensus werd bereikt tussen verschillende fracties; de<br />

regels zouden niet realistisch zijn als ze onaanvaardbaar waren voor brede<br />

lagen van de bevolking. Er is dus een vorm van interne controle op de soorten<br />

wetten die een democratische regering zou moeten overwegen.<br />

322 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


3. Een democratisch systeem wordt ook verondersteld het initiatief te koesteren<br />

en daardoor beter te reageren op wijzigende omstandigheden, volgens het<br />

“twee weten meer dan één”-principe.<br />

? Heb je het gevoel dat de regels in jouw land ‘de jouwe’ zijn?<br />

Wat kunnen de redenen hiervoor zijn?<br />

Een goede theorie…<br />

Democratie<br />

In de praktijk is het natuurlijk niet redelijk om van iedereen in de samenleving te<br />

verwachten dat hij meewerkt aan het regelgevingproces. En niet iedereen wil dit.<br />

Vele landen gebruiken dan ook een systeem waarbij burgers vertegenwoordigers<br />

aanduiden om voor hen beslissingen te nemen: d.i. een representatieve in plaats van<br />

directe democratie. In theorie heeft elke burger evenveel mogelijkheid om die persoon<br />

te kiezen van wie hij denkt dat die het beste zijn belangen zal vertegenwoordigen. Op<br />

deze manier is het principe van gelijkheid gerespecteerd.<br />

Dit was niet altijd het geval: bij het ontstaan van de democratie, in het Oude Griekenland,<br />

konden vrouwen, slaven en uiteraard ook kinderen niet stemmen,. Vandaag<br />

hebben vrouwen in de meeste landen stemrecht, maar deze strijd werd pas relatief<br />

recent gewonnen.<br />

Er zijn andere lagen van de samenleving, waartoe gewoonlijk migranten, gevangenen<br />

en kinderen behoren, die niet het recht hebben te stemmen, hoewel ze verplicht zijn<br />

de wetten van het land na te leven.<br />

? Is het te rechtvaardigen dat bepaalde groepen uit de<br />

samenleving niet mogen <strong>deel</strong>nemen aan het democratische<br />

proces?<br />

Controle over het proces van regelgeving<br />

Het gelijkheidsprincipe mag dan vandaag de dag wel min of meer gerespecteerd<br />

worden, ten minste wat het stemmen betreft, maar hoe doet het principe van<br />

autonomie het in de bestaande democratieën?. In welke mate hebben individuen<br />

in deze samenlevingen het gevoel dat de wetten die door hun vertegenwoordigers<br />

gemaakt worden ‘van hen zijn’? Het antwoord hier is heel wat minder bemoedigend.<br />

Inderdaad, de meeste mensen, in de meeste democratieën van de wereld, beweren<br />

dat de wetten van het land hen ‘opgelegd’ worden door regelgevers die hun belangen<br />

niet echt vertegenwoordigen. Is het eerste principe dan op een dwaalspoor geraakt?<br />

? Kunnen mensen in een representatieve democratie echt<br />

macht hebben over de beslissingen die in hun naam worden<br />

genomen?<br />

Volgens bepaalde opvattingen kan worden gezegd dat mensen enige controle hebben<br />

over het proces van regelgeving in een representatieve democratie. Opnieuw moeten<br />

we het ideale model in beschouwing nemen, ook al geeft het de politieke situatie in<br />

vele landen niet accuraat weer. Het helpt ons op zijn minst de probleemgebieden aan<br />

te duiden en hiervoor oplossingen te zoeken.<br />

1. Burgers beïnvloeden het proces van regelgeving, omdat ze mensen selecteren<br />

die de wetten zullen maken: theoretisch kiezen de burgers bij verkiezingen<br />

tussen verschillende mogelijke vertegenwoordigers van hun belangen. Ze<br />

kunnen dus de persoon kiezen die het platform aanbiedt dat het dichtste<br />

aansluit bij hun eigen voorkeuren.<br />

2. Politici worden niet voor het leven verkozen. In de periode tussen twee<br />

verkiezingen zullen wetgevers er zich van bewust zijn dat ze bij de volgende<br />

verkiezing zullen worden beoor<strong>deel</strong>d op wat ze presteerden en dat ze daarom<br />

beter geen wetten aannemen die duidelijk onaanvaardbaar zullen zijn voor<br />

de bevolking. Dit is een vorm van stilzwijgende controle.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Een stembriefje is sterker<br />

dan de kogel.”<br />

Abraham Lincoln<br />

“Twee hoera’s voor<br />

democratie: één omdat ze<br />

verscheidenheid toestaat en<br />

twee omdat ze kritiek toelaat.<br />

Twee hoera’s zijn meer dan<br />

genoeg: er is geen kans om<br />

er drie te geven.”<br />

E.M. Forster<br />

323


K<br />

“De wil van het volk zal de<br />

grondslag zijn van het gezag<br />

van de regering; deze wil zal<br />

tot uiting komen in periodieke<br />

en eerlijke verkiezingen, die<br />

gehouden zullen worden<br />

krachtens algemeen en<br />

gelijkwaardig kiesrecht en<br />

bij geheime stemmingen of<br />

volgens een procedure, die<br />

evenzeer de vrijheid van de<br />

stemmen verzekert.”<br />

Art.21,§iii, Universele<br />

Verklaring van de Rechten<br />

van de Mens<br />

Verkiezingen en onverschilligheid<br />

Democratie<br />

3. Er zijn, in principe, ruime mogelijkheden voor burgers om actief hun ongenoegen<br />

te uiten over een bepaald beleid of bepaalde wetten en zo een boodschap<br />

van bezorgdheid over te brengen aan hun vertegenwoordigers.<br />

4. Theoretisch hebben burgers ook de mogelijkheid om een positievere<br />

invloed te hebben op het wetgevende proces door via NGO’s of via andere<br />

drukkingsgroepen en adviesorganen adviezen te geven aan politieke<br />

vertegenwoordigers.<br />

5. Ten slotte is elk individu vrij om bij de verkiezingen op te komen als hij<br />

het gevoel heeft dat geen van de andere kandidaten zijn belangen kan<br />

behartigen.<br />

Vrije en eerlijke verkiezingen – een middel voor een doel<br />

Verkiezingen zijn een methode om controle uit te oefenen op de wetgevers. Deze<br />

controle vloeit voort, tenminste in theorie, uit het verlangen of de nood van politici<br />

om bij alles wat ze doen aan hun kiezers te denken. Zo’n methode vereist duidelijk<br />

dat verkiezingen vrij en eerlijk zijn, maar het vereist ook iets fundamenteler: dat politici<br />

geloven dat ze de rekening zullen gepresenteerd krijgen door het electoraat als ze falen<br />

om hun belangen te verdedigen. Geen enkele politicus heeft de behoefte belangen<br />

te verdedigen die verschillen van de zijne/hare, tenzij hij/zij de afstraffi ng door het<br />

electoraat vreest. De effi ciëntie van het systeem hangt daar van af, m.a.w. van het<br />

feit dat de kiezers bereid zijn (of ten minste bereid lijken) om indien nodig deze<br />

sanctie toe te passen.<br />

‘Verkiezingen’ kunnen dus vrij gemakkelijk in een politiek systeem geïntroduceerd<br />

worden zonder dat ze daarom dat systeem helemaal democratisch maken. Structurele<br />

verkiezingen dragen enkel bij tot een democratisch systeem als het electoraat<br />

ze gebruikt om de vertegenwoordigers tot de orde te roepen. Een hoge graad van<br />

onverschilligheid bij de kiezers in de meeste democratische landen bedreigt bij het<br />

begin van de 21 ste eeuw de effi ciëntie van dit controlesysteem. Die apathie stelt ook de<br />

legitimiteit van zogenaamd democratisch verkozen regeringen in vraag: in sommige<br />

gevallen zijn ze eigenlijk verkozen door een minderheid van het totale kiezerskorps.<br />

“Stockholm, 17 mei (IPS) – De onverschilligheid van de kiezers dempte de feestvreugde na de eerste verkiezing ooit van<br />

het Zweedse inheemse volk van rendierherders, de Saami, in een nationaal parlement …de opkomst voor de inaugurale<br />

verkiezing van zondag was laag: minder dan 50% van de 12 000 kiesgerechtigden ging stemmen.” InterPress Third World<br />

News Agency (IPS), 1993<br />

“De verkiezingen voor de stadsdoema van Vladiovostok, voorzien op 17 december, hebben al te maken met ernstige<br />

tegenslagen, daar 12 kandidaten vanwege de afwezigheid van kiezers bij de verkiezingen hun aanstelling introkken.”<br />

Vladivostok Daily, 29 November 2000<br />

“Hoewel de verkiezingsresultaten een zwaai naar links vertonen, is de lage stemopkomst meer indicatief voor de politieke<br />

sfeer in Roemenië. De opkomst was een historisch dieptepunt: slechts 44,5% van de kiesgerechtigden nam <strong>deel</strong> aan de<br />

verkiezing, tegenover 56,4% in 1996.” Central Europe Review, 12 juni 2000<br />

“De opkomst voor de algemene verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk kende haar laagste cijfer in 80 jaar: slechts<br />

60% van het kieskorps vond het de moeite zijn stem uit te brengen. De laagste cijfers werden genoteerd in Liverpool<br />

Riverside, waar slechts 34,1% van de kiezers opdaagde. Polluitslagen lijken aan te tonen dat over heel het land de<br />

onverschilligheid bij de 18 tot 25-jarigen het grootst was.” BBC, 9 juni 2001<br />

“Terwijl de opkomst bij de Sloveense parlementsverkiezingen van 1994 meer dan 70% bedroeg, wordt geschat dat de<br />

opkomst van kiezers tussen 18 en 25 jaar niet meer dan 20% bedroeg.” Rock volieb, 1998<br />

324 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Democratie in de echte wereld<br />

Er zijn even veel verschillende vormen van democratie als er democratische naties<br />

zijn in de wereld. Geen twee systemen zijn gelijk en geen enkel systeem kan als ‘model’<br />

van democratie naar voren worden geschoven. Er zijn presidentiële en parlementaire<br />

democratieën; democratieën die federaal, confederaal of unitair zijn; democratieën die<br />

constant gebruik maken van referenda; democratieën die veel of weinig beroep doen op<br />

externe organisaties; democratieën die een proportioneel kiessysteem gebruiken en<br />

anderen die een meerderheidssysteem gebruiken – of die de twee combineren; enz.<br />

Elk van deze systemen kan aanspraak maken op het label ‘democratisch’ door het<br />

feit dat ze, in naam althans, gebaseerd zijn op een bepaalde mate van persoonlijke<br />

autonomie. Het is duidelijk niet realistisch om te denken dat ‘autonomie’ betekent dat<br />

elk individu kan doen wat hij of zij wil. Het systeem erkent daarentegen, door het<br />

toekennen van een gelijkwaardige stem aan alle burgers, dat elk individu in staat is om<br />

onafhankelijke keuzes te maken en er recht op heeft dat er rekening gehouden wordt<br />

met die keuze. Een groot <strong>deel</strong> is zo dus afhankelijk van de individuele burgers.<br />

Hoewel bijna elke natie ter wereld zichzelf ‘democratisch’ noemt, lijdt het geen twijfel dat<br />

elk democratisch systeem dat heden ten dage bestaat, in staat is nog democratischer te<br />

zijn; iets waar elk systeem nood aan heeft.<br />

Problemen met democratie<br />

Democratie<br />

Er bestaat wereldwijde bezorgdheid over de staat van de democratie aan het begin<br />

van de eenentwintigste eeuw. Die bezorgdheid is in grote mate gebaseerd op de lage<br />

<strong>deel</strong>name van burgers aan verkiezingen, die een gebrek aan interesse en betrokkenheid<br />

vanwege de burgers lijkt aan te tonen en die het democratische proces ondermijnt,<br />

zoals hierboven beschreven.<br />

Hoewel dit ontegensprekelijk een probleem is, zijn er studies die aantonen dat andere<br />

vormen van inspraak in de lift zitten – bv. drukkingsgroepen, burgerlijke initiatieven,<br />

adviesorganen, enzovoort. Deze vormen van participatie zijn even essentieel voor<br />

het effectief functioneren van democratie als de stemopkomst bij verkiezingen, zoniet<br />

essentiëler. Verkiezingen zijn al bij al een ruwe manier om te verzekeren dat de belangen<br />

van de mensen accuraat vertegenwoordigd worden. Vier of vijf jaar, de normale tijdsspanne<br />

tussen verkiezingen, is ook een lange tijd om te wachten om de regering ter<br />

verantwoording te roepen. Mensen hebben een kort geheugen!<br />

Er zijn nog twee andere problemen die meer intrinsiek verbonden zijn met het begrip<br />

van representatieve democratie. Deze betreffen de belangen van minderheidsgroepen.<br />

Het eerste probleem is dat de belangen van minderheden vaak door<br />

het kiessysteem niet worden vertegenwoordigd. Dit kan gebeuren als hun aantal te<br />

gering is om het minimumniveau te bereiken dat nodig is voor vertegenwoordiging,<br />

of, wat frekwenter voorkomt, omdat het kiessysteem een “alles-voor-de-winnaar”-<br />

“alles-voor-de-winnaar”<br />

systeem gebruikt. Het tweede probleem is dat zelfs wanneer ze vertegenwoordigd zijn<br />

in de wetgevende organen, hun vertegenwoordigers een minderheid zullen zijn<br />

waardoor zij misschien niet in staat zijn om de nodige stemmen te vergaren<br />

om de vertegenwoordigers van de meerderheid te verslaan. Om deze redenen<br />

wordt democratie vaak aangeduid als ‘de heerschappij van de meerderheid’.<br />

Men kan niet rekenen op de democratie zelf om het tweede probleem op te lossen.<br />

Het is perfect denkbaar – en het is ook een ontelbaar aantal keren gebeurd – dat de<br />

meerderheid beslissingen neemt die schadelijk zijn voor de minderheid. Dat het de ‘wil van het<br />

volk’ is, is geen rechtvaardiging voor zulke beslissingen. De fundamentele belangen van<br />

minderheden zowel als van meerderheden kunnen enkel veilig gesteld worden door het<br />

aanhangen van de principes van de rechten van de mens, versterkt door een effi ciënt<br />

wettelijk mechanisme – wat de wil van de meerderheid ook moge zijn.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke datum<br />

10 december<br />

Mensenrechtendag<br />

“In Noord-Ierland spreken<br />

we over een nieuwe Bill of<br />

Rights. Ik wil het verband<br />

leggen tussen de rechten in<br />

deze verklaring en het leven<br />

van de jongeren in onze<br />

jeugdclub.”<br />

Tara Kinney, Noord-Iers<br />

Jeugdforum, <strong>deel</strong>nemer<br />

aan het Forum van<br />

Mensenrechteneducatie,<br />

2000<br />

“Democratie is de theorie<br />

dat de gewone mensen<br />

weten wat ze willen en het<br />

verdienen om te krijgen wat<br />

ze vragen.”<br />

H.L. Mencken<br />

325


K<br />

We vechten voor:<br />

Bronnen<br />

• Beetham, D., Democracy and human rights, Polity Press, 1999.<br />

• International Institute for Democracy, www.iidemocracy.coe.int/<br />

www.iidemocracy.coe.int/.<br />

www.iidemocracy.coe.int/<br />

• Inter-Parliamentary Union, www.ipu.org/<br />

www.ipu.org/.<br />

www.ipu.org/<br />

Democratie<br />

vrijheid en mensenrechten, zodat elk individu, vrouw en man, volledige politieke rechten kan hebben zonder<br />

gediscrimineerd te worden op basis van klasse, kaste, sekse, religie of ras.<br />

gelijkheid, en tegen elke vorm van discriminatie tussen individuen; voor sociale rechtvaardigheid; voor<br />

gelijkheid tussen de seksen; voor gelijke kansen en gelijke toegang tot kennis.<br />

democratie, gebaseerd op de principes van vrijheid en gelijkheid; en tegen autoritarisme, populisme en dictatuur;<br />

voor het recht op zelfbeschikking, op vrijheid en op vrijheid van meningsuiting voor alle mensen.<br />

wereldwijde solidariteit, omdat we geloven in de mogelijkheid van collectieve actie voor de bevrijding van<br />

individuen.<br />

politieke oplossingen voor problemen, omdat we geloven dat mensen de mogelijkheid hebben om de wereld<br />

te veranderen.<br />

• Lijphart, A., Patterns of democracy, Yale University Press, 1999.<br />

• Politeia Network for Citizenship and Democracy in Europe, www.politeia.net<br />

www.politeia.net.<br />

• Rock Volieb, Slovakia, www.icm.sk/zipcem/volby2002.html<br />

www.icm.sk/zipcem/volby2002.html.<br />

326 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Wat is discriminatie?<br />

Discriminatie en<br />

xenofobie<br />

Noch de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, noch andere internationale<br />

verdragen bevatten een algemene defi nitie van ‘discriminatie’, hoewel ze er verschillende<br />

keren naar verwijzen. Internationale en regionale mensenrechtenverdragen die met specifi<br />

eke vormen van discriminatie omgaan, hanteren verschillende defi nities, afhankelijk<br />

van het type discriminatie.<br />

‘Rassendiscriminatie’ is door het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van Alle<br />

Vormen van Rassendiscriminatie gedefi nieerd als “elke onderscheiding, uitsluiting,<br />

beperking, of voorkeur gebaseerd op ras, kleur, afkomst, of nationale of etnische<br />

origine die tot doel of als gevolg heeft dat afbreuk wordt gedaan aan de erkenning, het<br />

plezier of de uitoefening, op gelijke basis, van mensenrechten en fundamentele<br />

vrijheden op het politieke, economische, sociale, culturele of op elk ander gebied<br />

van het publieke leven.<br />

‘Discriminatie van vrouwen’ is gedefi nieerd door het Verdrag over de Uitbanning van Alle<br />

Vormen van Discriminatie van Vrouwen (CEDAW) als “elke onderscheiding, uitsluiting of<br />

beperking op basis van de sekse die tot gevolg of doel heeft voor vrouwen dat afbreuk<br />

wordt gedaan aan de erkenning, het plezier en de uitoefening van mensenrechten en<br />

fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel, burgerlijk of elk<br />

ander gebied.”<br />

In beide defi nities zien we volgende elementen:<br />

Er is een motief, b.v. gebaseerd op het ‘ras’, het geslacht, de etnische origine,…<br />

(ze is zwart, ze is een vrouw, hij is een Roma,…) van de persoon of groep die wordt gediscrimineerd.<br />

De persoon of groep die discrimineert ervaart namelijk deze kenmerken<br />

als een probleem. Er zijn handelingen die worden beschouwd als discriminatie; afwijzing<br />

(een zwarte niet als vriend willen hebben), beperking (homofi ele personen de toegang<br />

tot een discotheek weigeren), uitsluiting van een persoon of een groep mensen (geen<br />

vrouwen tewerkstellen), enzovoort. Er zijn gevolgen die tevens het doel zijn van de<br />

discriminerende daad. Dit alles kan het slachtoffer verhinderen zijn mensenrechten en<br />

fundamentele vrijheden uit te oefenen en/of ervan te genieten.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“De beschaving zou<br />

moeten worden beoor<strong>deel</strong>d<br />

op zijn behandeling van<br />

minderheden.”<br />

Mahatma Ghandi<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Toegang tot geneesmiddelen,<br />

pagina 76.<br />

• Beeld het uit, pagina 82.<br />

• Allemaal gelijk - allemaal<br />

anders, pagina 84.<br />

• Mag ik binnen?, pagina 94.<br />

• Loon naar werk?, pagina 103.<br />

• Kan het anders?, pagina 107.<br />

• Helden en heldinnen,<br />

pagina 138.<br />

• Laten we het over seks<br />

hebben!, pagina 152.<br />

• De weg naar het Land van<br />

Gelijkheid, pagina 181.<br />

• Spelletjes met beeldmateriaal,<br />

pagina 184.<br />

• Een antwoord geven op<br />

racisme, pagina 197.<br />

• Zie wat we wel kunnen!,<br />

pagina 205.<br />

• Sport voor allen, pagina 210.<br />

• Zet een stap voorwaarts,<br />

pagina 213.<br />

• De taalbarrière, pagina 224.<br />

• Wie zijn ik?, pagina 253.<br />

• Werk en kindjes, pagina 256.<br />

327


K<br />

“Mijn hele leven heb<br />

ik me ingezet voor het<br />

Afrikaanse volk en hun<br />

strijd. Ik heb gevochten<br />

tegen blanke overheersing,<br />

en ik heb gevochten tegen<br />

zwarte overheersing. Ik<br />

koester het ideaal van<br />

een democratische en<br />

vrije maatschappij waarin<br />

alle mensen harmonieus<br />

samenleven en gelijke<br />

kansen hebben. Het is een<br />

idee, waarvoor ik leef en dat<br />

ik hoop te realiseren. Maar<br />

als het nodig is, ben ik bereid<br />

voor dit ideaal te sterven.”<br />

Nelson Mandela<br />

Discriminatie op de werkvloer<br />

Discriminatie kan op directe of op indirecte manier gebeuren. Bij directe discriminatie is<br />

er het voornemen om een persoon of groep te discrimineren, zoals een bedrijf dat een<br />

Roma sollicitant weigert of een verhuurkantoor dat niet wil verhuren aan immigranten.<br />

“Directe discriminatie gebeurt wanneer een persoon slechter wordt behandeld dan<br />

een ander persoon in een vergelijkbare situatie wordt, werd of zou worden behandeld,<br />

omwille van raciale of etnische redenen.”<br />

Indirecte discriminatie focust op het resultaat van een beleid of een maatregel. Het<br />

gebeurt wanneer een ogenschijnlijk neutraal voorschrift, criterium of gebruik een<br />

persoon of personen van een bepaalde minderheid feitelijk bena<strong>deel</strong>t ten opzichte van<br />

anderen. Voorbeelden gaan van een verplichte minimumlengte voor brandweer-lieden<br />

(die mogelijk meer vrouwelijke kandidaten uitsluit dan mannelijke), over een winkel die<br />

geen personen in dienst wil nemen die een lange rok dragen, tot de overheidsdienst<br />

of het schoolreglement dat de toegang ontzegt aan mensen met hoofddeksel. Deze<br />

regels, op het eerste zicht neutraal met betrekking tot etniciteit of godsdienst, kunnen<br />

toch leden van een bepaalde minderheid of religieuze groepen die lange rokken en<br />

hoofddoeken dragen benadelen.<br />

? Ben jij ooit gediscrimineerd geweest?<br />

Discriminatie van personen en groepen op grond van ras, godsdienst, geslacht, etnische<br />

afkomst, afstamming, nationaliteit of seksuele oriëntatie is door vele internationale<br />

mensenrechtenverdragen en door de meeste nationale wetten verboden.<br />

Nochtans worden minderheden dikwijls gediscrimineerd, ongeacht of het gaat om<br />

nationale, religieuze, culturele, etnische of sociale minderheden.<br />

De negatieve gevolgen van wijdverspreide vormen van openlijke of verscholen vormen<br />

van discriminatie hebben ertoe geleid dat sommige maatschappijen praktijken van<br />

positieve discriminatie hebben aangenomen. Positieve discriminatie, ook gekend als<br />

affi rmatieve actie, bevoor<strong>deel</strong>t bewust een bepaalde groep of groepen zoals vrouwen,<br />

personen met een handicap of bepaalde etnische groepen. Het belangrijkste doel van<br />

zo’n beleid is structurele vormen van discriminatie te overwinnen die anders specifi eke<br />

sociale groepen zouden treffen, meestal minderheden, en de balans van de vertegenwoordiging<br />

te herstellen.<br />

Non-discriminatie in het ECHR<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

“Een stafl id van de Franse afdeling van Ikea, een meubelbedrijf, is veroor<strong>deel</strong>d tot een geldboete van 4.572 EURO voor het<br />

geven van richtlijnen aan de managers van het bedrijf om geen ‘gekleurde mensen’ aan te nemen. Zowel de veroor<strong>deel</strong>de<br />

vrouw als Ikea Frankrijk moeten ter compensatie in totaal 15.240 EURO betalen, als gevolg van een klacht die door vier<br />

vakbonden samen met “SOS Racisme” en de “Beweging tegen Racisme en voor Vriendschap tussen de Volken” werd<br />

ingediend. De werkneemster had een e-mail geschreven en verstuurd waarin ze beval geen ‘gekleurde mensen’ aan te<br />

nemen voor het superviseren van de correcte verspreiding van de catalogi.” EFE Press release, april 2001<br />

De aanvaarding in juni 2000, door het Comité van Ministers van de Raad van<br />

Europa, van protocol nr. 12 bij het Europese Verdrag inzake de Rechten van de<br />

Mens vergrootte het bereik van het Verdrag met betrekking tot discriminatie. Momenteel<br />

wordt discriminatie vermeld in artikel 14, dat discriminatie enkel verbiedt in het kader<br />

van de rechten die al vervat zitten in het verdrag. Protocol 12 is een belangrijke<br />

ontwikkeling omdat het als een algemene non-discriminatie clausule kansen creëert<br />

voor verhoogde actie op het gebied van racisme en discriminatie. Dit protocol wordt<br />

van kracht nadat tien staten het hebben geratifi ceerd.<br />

328 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Xenofobie<br />

Het Oxford woordenboek defi nieert xenofobie als “een ziekelijke angst voor buitenlanders<br />

en buitenlandse landen”. Met andere woorden, het betekent een aversie tegenover<br />

vreemdelingen en buitenlanders.<br />

Xenofobie is een gevoel of een waarneming gebaseerd op sociaal geconstrueerde<br />

beelden en ideeën en niet op rationele of objectieve feiten.<br />

Een xenofobische waarneming van de wereld reduceert complexe sociale en culturele<br />

fenomenen tot simplistische goed- of slechtscenario’s.<br />

“Wij” Wij” Wij (de lokale mensen) = het model, de goede en normale mensen, de referentie<br />

waaraan iedereen zich moet spiegelen in uiterlijk, gevoelen en gedachten - versus “Zij” Zij” Zij<br />

(de vreemdelingen) = de delinquenten, de bedreiging, de verstoring, de zwerver, de<br />

gewelddadiger, de dieven, de indringers, etc. “Wij” Wij” Wij (de lokale mensen) zijn de goeden<br />

versus “Zij” Zij” Zij (de anderen), de slechten. Vanzelfsprekend hechten we waarde aan het<br />

beeld dat we hebben van anderen en van onszelf, zoals<br />

“Wij” = positief en “Zij” = negatief<br />

Onze identiteit opbouwen als individu en als lid van een groep, een etnische groep,<br />

een natie, etc. impliceert dat we ons bewust worden van de diversiteit van een<br />

gemeenschap en van onze verschillen ten opzichte van anderen, wat op zich niet<br />

negatief is zolang de diversiteit niet wordt ervaren als bedreigend en de herkenning<br />

van deze verschillen niet gebruikt wordt voor politieke manipulatie. De ander moet in<br />

de eerste plaats worden gezien als een broer of zus, als een medemens, niet als een<br />

vreemdeling, vijand of rivaal.<br />

Het dient gezegd dat terwijl in Oost-Europa de belangrijkste doelwitten van<br />

xenofobie voornamelijk leden van minderheden zijn, in veel West-Europese landen<br />

vooral immigranten en vluchtelingen het doelwit vormen, inclusief zij die uit Oost-<br />

Europese landen komen.<br />

? Ken je recente voorbeelden van xenofobie in je land?<br />

Hoewel de angst voor buitenlanders - xenofobie - moreel niet aanvaard wordt<br />

en ingaat tegen wat een cultuur van mensenrechten vormt, druist niet in tegen<br />

de wet en kan ze bijgevolg niet wettelijk worden bestraft. Als een gevolg daarvan<br />

zijn het enkel de manifestaties van xenofobie (die kan voortkomen uit xenofobische<br />

waarnemingen en gewelddadige vormen kan aannemen, zoals racistische aanvallen,<br />

discriminatie op het werk, verbale aanvallen of beledigingen, etnische zuiveringen,<br />

genocide, etc.) die kunnen worden gesanctioneerd in zoverre er wetten zijn die deze<br />

acties als misdaden kwalifi ceren.<br />

Racisme<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

Racisme kan op vele manieren worden gedefi nieerd. Eén defi nitie beschouwt racisme<br />

als een bewust of onbewust geloof in de inherente superioriteit van het ene ras<br />

tegenover het andere. Daaruit volgt in de eerste plaats dat het ‘superieure’ ras<br />

het recht heeft om macht uit te oefenen over diegenen die als ‘inferieur’ worden<br />

beschouwd, en om hen te domineren; in de tweede plaats dat racisme zowel de<br />

houdingen als het gedrag van individuen en groepen bepaalt. Er stelt zich echter een<br />

probleem omdat de term ‘racisme’ het bestaan van verschillende ‘rassen’ veronderstelt.<br />

Recent is men tot de conclusie gekomen dat ‘ras’ eigenlijk een sociale<br />

constructie is en dat het onmogelijk is om mensen te classifi ceren in een andere<br />

categorie dan die van ‘mens’. Daarom bestaat racisme wel en ‘ras’ niet.<br />

Europa heeft een lange traditie van racisme. In het verleden werd de discussie<br />

over het bestaan van ‘superieur’ en ‘inferieur’ gevoerd op grond van biologische<br />

verschillen. Darwiniaanse evolutietheorieën werden toegepast op mensen om hen te<br />

classifi ceren volgens ‘ras’. Het kolonialisme, wanneer Europese naties andere aan<br />

uitbuiting onderwierpen, was mogelijk dankzij de wijdverspreide aanvaarding van het<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Discriminatie, xenofobie en<br />

racisme komen overal ter<br />

wereld voor: in India zijn<br />

er ongeveer 160 miljoen<br />

‘Dalits’ (onaanraakbaren).<br />

Uit Amerikaans onderzoek<br />

is gebleken dat ras een<br />

beslissende factor is bij het<br />

bepalen wie de doodstraf<br />

krijgt. In Rwanda werden in<br />

1994 op drie maanden tijd<br />

bijna één miljoen mensen<br />

vermoord, voornamelijk<br />

Tutsi’s.<br />

329


K<br />

Belangrijke datum<br />

23 augustus<br />

Internationale dag ter<br />

herinnering aan de<br />

slavenhandel en de<br />

afschaffi ng ervan<br />

Naar schatting werden<br />

in Noord-Amerika tussen<br />

1600 en 1850 bijna 12<br />

miljoen Indianen uitgeroeid.<br />

Vermoedelijk stierven tussen<br />

10 en 20 miljoen zwarte<br />

Afrikanen tijdens de 200<br />

jaar durende internationale<br />

slavenhandel.<br />

sociale Darwinisme en andere gelijkaardige ‘racistische’ theorieën. De “white man’s<br />

burden” (de taak van de blanke man) bestond erin dat het de ‘plicht’ was van de<br />

koloniale Europeanen om andere volken te ‘beschaven’. Slavernij, tot de negentiende<br />

eeuw een gangbare praktijk onder Europese ondernemers en regeringen, was ook<br />

gebaseerd op het geloof dat slaven tot ‘inferieure rassen’ behoorden.<br />

Tegenwoordig leggen racisten eerder de nadruk op culturele verschillen<br />

dan op biologische inferioriteit. Cultureel racisme is gebaseerd op het geloof<br />

dat er een hiërarchie is van culturen of dat bepaalde culturen, tradities, gewoonten,<br />

en historische achtergronden niet verenigbaar zijn. De uitsluiting en discriminatie<br />

van buitenlanders of minderheden wordt gerechtvaardigd onder het mom van<br />

zogenaamde ‘onverenigbare culturen’, religies of ‘beschavingen’.<br />

Macht, en het gebruik en misbruik ervan, zijn zwaar verweven met racisme. Racisme<br />

wordt gedefi nieerd door hen die macht hebben, en defi nieert tegelijk machtsrelaties<br />

tussen daders en slachtoffers. De slachtoffers van racisme zitten in een<br />

machteloze positie. Vooroor<strong>deel</strong>, of het negatieve oor<strong>deel</strong> van andere personen of<br />

groepen (zonder betekenisvolle kennis of ervaring van die personen of groepen), is<br />

ook verweven met racisme. Vandaar kan racisme worden begrepen als de praktische<br />

vertaling van vooroordelen in acties of vormen van bedreiging van anderen door<br />

diegene die de macht hebben en zich aldus in een positie bevinden om de acties te<br />

voltrekken.<br />

Racisme kan bestaan op verschillende niveaus<br />

• een persoonlijk niveau: dit verwijst naar persoonlijke houdingen, waarden<br />

en overtuigingen ten opzichte van de superioriteit van iemands ‘ras’ en de<br />

inferioriteit van andere ‘rassen’.<br />

• een interpersoonlijk niveau: dit verwijst naar het gedrag naar anderen toe dat<br />

het geloof in de superioriteit van iemands ‘ras’ weerspiegelt.<br />

• een institutioneel niveau: dit verwijst naar de gevestigde wetten, gewoonten,<br />

tradities en gebruiken die systematisch resulteren in raciale ongelijkheden en<br />

discriminatie in een maatschappij, organisaties of instituties.<br />

• een cultureel niveau: dit verwijst naar de waarden en normen van het sociale<br />

gedrag dat iemands autochtone culturele gebruiken als norm en standaard<br />

promoten en andere culturele praktijken als inferieur bestempelen.<br />

De verschillende niveaus waarop racisme zich manifesteert zijn onderling verbonden<br />

en voeden elkaar actief. Racisme manifesteert zich ook op openlijke en op verscholen<br />

manieren. In zijn meest subtiele en verscholen vorm is racisme even schadelijk als in<br />

zijn openlijke vormen.<br />

De gevolgen van racisme, zowel historisch als hedendaags, zijn verwoestend voor<br />

zowel de slachtoffers als voor de samenlevingen waar dit onrecht is binnengedrongen.<br />

Racisme stond aan de oorsprong van massa-executie, genocide en verdrukking. Het<br />

verzekerde de onderwerping van meerderheden aan de grillen van kleine minderheden die<br />

rijkdom en macht in hun wurggreep hebben. Terwijl veel vooruitgang is geboekt om<br />

deze onrechtvaardigheden recht te zetten, bestaan vandaag nog steeds verborgen<br />

en minder clandestiene vormen van isolatie, discriminatie en apartheid en worden<br />

ze nog steeds beoefend. Wie wordt gezien als ‘verschillend’ of ‘buitenlands’ krijgt<br />

te maken met beperkingen in zijn bewegingsvrijheid, met regelrechte agressie,<br />

vernedering of sociale uitsluiting.<br />

Racisme en jongerengeweld<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

Jongerengeweld gemotiveerd door rassenhaat is een realiteit in de meeste Europese<br />

landen. Er zijn verschillende gevallen bekend van jongeren en/of volwassenen die<br />

werden aangevallen, in elkaar geslagen, bedreigd, en, in de meest extreme gevallen,<br />

gedood, omwille van hun nationaliteit, uiterlijk, godsdienst, huidskleur, hun haar of<br />

zelfs hun baard.<br />

Racistisch geweld uit zich ook op andere subtiele, maar meer diffuse manieren.<br />

Het omvat verschillende manieren om een zondebok aan te duiden, segregatie en<br />

330 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Discriminatie en xenofobie<br />

discriminatie. Er uitgepikt worden voor (politie)controles omdat men er anders uitziet<br />

– een donkerder huid of haarkleur - is ook een vorm van onderdrukking.<br />

De VN Wereldconferentie tegen Racisme, Rassendiscriminatie,<br />

Xenofobie en verwante vormen van Intolerantie (WCAR)<br />

De derde WCAR ging tussen 31 augustus en 7 september 2001 door in Durban, Zuid-<br />

Afrika. Deze conferentie bracht een heel belangrijke internationale beweging voort en<br />

creëerde veel verwachtingen. Bijna 160 staten en meer dan 1500 ngo-<strong>deel</strong>nemers<br />

namen eraan <strong>deel</strong>. De conferentie werd door twee onderwerpen gedomineerd: de<br />

situatie van de Palestijnen (inclusief pogingen om Zionisme opnieuw te bestempelen<br />

als racistische praktijk) en de erkenning van slavenhandel als een misdaad tegen<br />

de menselijkheid, inclusief het recht op compensatie. De uiteindelijke tekst<br />

omschreef de twee problemen uiteindelijk op een manier die voor iedereen<br />

aanvaardbaar was:<br />

“We zijn bekommerd over de situatie van de Palestijnen onder buitenlandse<br />

bezetting. We erkennen het onvervreemdbare recht van het Palestijnse<br />

volk op zelfbeschikking en de stichting van een onafhankelijke staat. We<br />

erkennen ook het recht op veiligheid voor alle staten in de regio, inclusief<br />

Israël, en vragen dat alle staten het vredesproces steunen en tot een snel<br />

einde brengen.”<br />

Een verontschuldiging voor de slavernij werd opgenomen hoewel de tekst niet zo<br />

ver ging om enige compensatie aan te bieden. De erkenning van slavenhandel en<br />

slavernij als misdaden tegen de menselijkheid was voor velen een historisch ogenblik<br />

in het eerherstel van een groot <strong>deel</strong> van de mensheid.<br />

? Vind je dat de regeringen van landen die vroeger baat hadden<br />

bij slavernij nu een schadevergoeding moeten betalen?<br />

Aanvullend bij de offi ciële conferentie werden in de dagen voorafgaand aan de WCAR<br />

een ngo-forum en een internationaal jongerenforum gehouden. Jongerenorganisaties,<br />

vertegenwoordigers en jongerenafgevaardigden van regeringsdelegaties waren<br />

uit-genodigd om <strong>deel</strong> te nemen. Zo’n 200 jonge volwassenen afkomstig uit alle<br />

geografi sche regio’s kwamen bijeen om de belangrijkste zaken in de strijd tegen<br />

racisme en xenofobie te bespreken.<br />

? Waarom moet racistische propaganda op het internet<br />

gecontroleerd of verboden worden?<br />

Immigranten, vluchtelingen en asielzoekers<br />

In het Europa van vandaag worden veel immigranten, asielzoekers en vluchtelingen<br />

geconfronteerd met heel moeilijke situaties. Hun basisrechten en waardigheid worden<br />

dagelijks geschonden. In veel gevallen werden vluchtelingen en asielzoekers verplicht<br />

om hun huis, land en familie te verlaten, om zichzelf te beschermen tegen oorlog,<br />

vervolging of een totaal gebrek aan veiligheid. Al zoekt de overgrote meerderheid<br />

van de vluchtelingen in de wereld geen asiel in Europa, sommige mensen en groepen<br />

doen dat wel. De groeiende of hardnekkige nationalistische en xenofobe gevoelens,<br />

of simpelweg de bezorgdheden van xenofobe politici, hebben ertoe geleid dat vele<br />

regeringen heel strenge maatregelen namen tegenover asielzoekers, vooral met<br />

het doel ervoor te zorgen dat ze hun gebied niet betreden.<br />

Asielzoekers en vluchtelingen vormen een bijzonder kwetsbare groep, wiens status<br />

gedefi nieerd en beschermd is door de Vluchtelingenconventie van Genève (1951). De meeste<br />

Europese landen hebben nu een wetgeving die toestaat dat ze kunnen worden vastgehouden<br />

op luchthavens en grenspolitiestations, vaak zonder hun rechten in acht te nemen. Deportatie<br />

van illegale immigranten of asielzoekers wiens asielaanvraag werd geweigerd, is een<br />

alledaags gebruik en soms een vorm van vernederende behandeling.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke datum<br />

21 maart<br />

Internationale dag<br />

voor de uitbanning van<br />

rassendiscriminatie<br />

In Frankfort a/d Oder, aan de<br />

Pools-Duitse grens, is er een<br />

groep jonge Duitse skinheads<br />

die regelmatig buitenlandse<br />

universiteitsstudenten en<br />

arbeiders bedreigen en<br />

aanvallen. Aan Poolse<br />

zijde, in de buitenwijken<br />

van Frankfort a/d Oder,<br />

is er het stadje Slubice<br />

waar een andere groep<br />

jonge neo-nazi’s jacht<br />

maakt op buitenlanders.<br />

Er is een incident bekend<br />

waar zij een student waren<br />

beginnen afranselen, maar<br />

zich verontschuldigden<br />

toen zij beseften dat hij<br />

Spaanjaard was. Zij hadden<br />

verondersteld dat hij Duitser<br />

was. 9<br />

331


K<br />

Belangrijke data<br />

20 juni<br />

Wereld vluchtelingendag<br />

18 december<br />

Internationale dag<br />

van de migranten<br />

“De waarde van menselijke<br />

waardigheid staat centraal<br />

in mijn werk met migranten.<br />

Wij moedigen die jonge<br />

migranten die naar ons<br />

komen aan om hun verhaal<br />

te delen met hun lotgenoten.”<br />

Mevrouw Giulia Sanolla,<br />

Italiaanse vrijwilligster bij Sud<br />

? Wat gebeurt er wanneer een vluchteling asiel zoekt in jouw<br />

land? Weet jij wat zij moeten doen?<br />

De Schengenakkoorden (1990) voorzien voor iedereen vrije doorgang en onbeperkt<br />

transport tussen de grenzen van 14 lidstaten van de Europese Unie. Ondanks de<br />

afschaffi ng van de voormalige interne grenzen, bouwde de EU echter een sterkere<br />

“grens” om het Europese gebied te beschermen.<br />

De ontwikkeling van een gezamenlijk Europees beleid tegenover vluchtelingen en<br />

migranten wordt vaak omschreven als een beleid van een “fort Europa”, <strong>deel</strong>s omwille<br />

van haar nadruk op uitsluiting en uitwijzing van vluchtelingen, anderzijds omdat het<br />

een voorbeeld is van hoe de angst voor economische migratie de ogen doet sluiten<br />

voor de realiteit en de noden van asielzoekers.<br />

? Waar komen de vluchtelingen in jouw land vandaan? Waarom<br />

zijn ze gevlucht?<br />

Het beperkende en xenofobe beleid van vele Europese landen dwingt veel<br />

immigranten ertoe illegale manieren te gebruiken om Europa binnen te geraken.<br />

Vaak vallen ze in de handen van georganiseerde mensenhandelaars. De meesten<br />

van hen bereiken Europa nooit. Sommigen sterven tijdens de reis: op zee en aan de<br />

kusten van Spanje, in afgedankte schepen en boten op de Middellandse zee of in<br />

treinen en vrachtwagens waarin ze verstikken.<br />

Illegale immigratie betekent ook goedkope werkkrachten voor vele industrieën<br />

en ondernemers. Armoede in landen zoals Moldavië en Oekraïne had tot gevolg dat<br />

veel mannen werk kwamen zoeken in de West-Europese landen. Omdat ze ‘illegaal’<br />

zijn worden ze verplicht te werken in heel slechte omstandigheden en voor heel lage<br />

salarissen. Ze worden vaak afgeperst doordat hun paspoort wordt achtergehouden of<br />

er wordt gedreigd hen aan te geven bij de politie. Jonge vrouwen komen vaak in<br />

gelijkaardige situaties terecht waarin ze worden gedwongen als huishoudster of<br />

prostituee aan de slag te gaan.<br />

In de meeste landen bestaat er een utilitaristische visie op de immigrant. De<br />

immigrant wordt niet verwelkomd voor zijn intrinsieke waarde als persoon die kan<br />

bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving, maar wordt veeleer geaccepteerd<br />

in zoverre zijn arbeidspotentieel nodig is.<br />

? Vind je dat enkel mensen met geld zouden mogen worden<br />

toegelaten in jouw land?<br />

Veel jonge mensen met een immigratieachtergrond of afkomst, de zogenaamde<br />

tweede of derde generatie immigranten, ondervinden dagelijks verschillende<br />

vormen van discriminatie die soms resulteren in geweld, sociale uitsluiting en<br />

criminalisering. Eén van de meest voorkomende uitingen van bedekte racistische<br />

discriminatie is deze jonge mensen te vragen om ‘een keuze te maken’ tussen de<br />

‘cultuur’ van hun ouders en die van hun ‘gastland’. Hetzelfde soort wantrouwen<br />

betreffende identiteit, trouw en patriottisme bestaat tegenover andere sociale en<br />

etnische minderheden.<br />

Antisemitisme en Romafobie<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

In heel Europa zijn de Joden en de Romas doorheen de geschiedenis de<br />

twee minderheden geweest die het meest hebben geleden onder discriminatie op<br />

grond van hun veronderstelde ‘inferioriteit en de daaruit voortkomende negatieve<br />

stereotypering die hoort bij hun zogenaamde inferioriteitsstatus.<br />

Beide minderheden komen oorspronkelijk van buiten Europa. De Joden uit de<br />

regio die nu Israël en Palestina vormt en uit de zuidelijke kusten van de Zwarte<br />

Zee, en de Romas vanuit India. Beiden immigreerden als gevolg van vervolging,<br />

leden eeuwenlang onder de heerschappij van de meerderheden in Europa en<br />

332 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


werden als inferieur beschouwd. Een groot <strong>deel</strong> van beide groepen werd tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s uitgeroeid. Beiden hebben geleden onder<br />

de communistische regimes in Europa en zijn vandaag nog steeds het slachtoffer<br />

van discriminatie, haat en vooroordelen, ook al zijn hun sociale situaties heel<br />

verschillend.<br />

? Wat gebeurde er tijdens de tweede wereldoorlog met de Joden<br />

in jouw land?<br />

Antisemitisme<br />

Antisemitisme kan gedefi nieerd worden als “vijandigheid tegenover Joden als een<br />

religieuze of minderheidsgroep, vaak gepaard gaand met sociale, economische, en<br />

politieke discriminatie”, en dit was in de Europese geschiedenis wijdverspreid, tot op<br />

de dag van vandaag. Antisemieten verzonnen verhalen over joodse samenzweringen<br />

en voedden zo de antisemitische houding van niet-joden. De beruchtste zijn de<br />

“Protocollen van de wijze mannen van Zion” (een fi ctief lasterlijk document dat geweld<br />

tegen de Joden opwekte en tot vandaag nog steeds circuleert in sommige Europese<br />

landen).<br />

Tegen het einde van de negentiende eeuw werden joodse gemeenschappen in<br />

Rusland geregeld het slachtoffer van pogroms (een Russisch woord dat verwoesting<br />

betekent), georganiseerde systematische discriminerende gewelddaden tegen<br />

joodse gemeenschappen, gepleegd door de lokale bevolking, vaak met de<br />

passieve toestemming of actieve <strong>deel</strong>name van de politie, en aangemoedigd door<br />

het antisemitische beleid van de regering. Aanvallen op joodse gemeenschappen<br />

waren ook gemeengoed in andere Europese landen zoals bijvoorbeeld Frankrijk en<br />

Oostenrijk.<br />

De opkomst van het fascisme in de eerste helft van de 20 e eeuw bracht nog meer<br />

ontbering voor vele joden in Europa aangezien antisemitisme een <strong>deel</strong> werd van de<br />

ideologie die aan de macht was. Fascistische regimes en partijen collaboreerden<br />

direct of indirect met het Duitse nazi-regime tijdens de holocaust.<br />

Tijdens de holocaust, ook gekend als de Shoa (een Hebreeuws woord voor<br />

bedroefdheid), werden door Nazi-Duitsland en zijn bondgenoten zo’n zes miljoen<br />

joden systematisch uitgeroeid alleen maar omdat ze joden waren. De holocaust was<br />

het hoogtepunt van het racistische en antisemitische beleid van de regering van Hitler,<br />

wiens wreedheden begonnen met de “Kristallnacht”, een enorme pogrom doorheen<br />

Duitsland op 9 november 1938.<br />

Met het succes van de Bolsjevieke Revolutie hielden de pogroms in de Sovjetunie<br />

op, maar het antisemitisme ging verder in verschillende vormen, zoals gedwongen<br />

verplaatsing, verbeurdverklaring van eigendom en nepprocessen. Onder<br />

communistische regimes ging antisemitisme vaak schuil achter het offi ciële<br />

antizionistische beleid.<br />

Vandaag bestaat antisemitisme als vanouds, al is het vaak op een verdoken manier.<br />

Groeperingen die beweren superieur te zijn ontheiligen joodse begraafplaatsen.<br />

Netwerken van neonazigroeperingen, waarvan vaak jongeren <strong>deel</strong> uitmaken, zeggen<br />

openlijk antisemitisch te zijn, en er circuleren veel websites en literatuur die nazipropaganda<br />

verheerlijken.<br />

Romafobie<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

Roma (verkeerdelijk zigeuners genoemd, inclusief de Sinti), zijn altijd als anders<br />

beschouwd door andere Europeanen. Tijdens het grootste ge<strong>deel</strong>te van de<br />

geschiedenis waren ze nomaden die van de ene plaats naar de andere trokken, als<br />

ketellappers, handarbeiders, musici en handelaars. Doorheen hun geschiedenis waren<br />

ze onderworpen aan gedwongen assimilatie. In sommige landen werd de Romataal<br />

verboden en werden kinderen met geweld bij hun ouders weggenomen. In vele landen<br />

waren Roma slaven. Roemenië was het laatste land waar dit zich voordeed, tot hun<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

9 november<br />

Kristallnacht -<br />

Internationale dag tegen<br />

fascisme en antisemitisme<br />

30 april<br />

Holocaust herdenkingsdag<br />

(Yom ha Shoah)<br />

333


K<br />

Belangrijike datum<br />

8 april<br />

Wereld Romadag<br />

“Zigeuners moeten<br />

nagejaagd worden met vuur<br />

en zwaard.”<br />

Spaanse wet in de<br />

achttiende eeuw<br />

“Personen met een<br />

handicap hebben recht op<br />

onafhankelijkheid, sociale<br />

integratie en <strong>deel</strong>name<br />

aan het leven in de<br />

gemeenschap.”<br />

Artikel 15 van het herziene<br />

Europees Sociaal Handvest<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

slavernij er in 1856 werd afgeschaft. De Roma hebben nooit een staat gehad en ze<br />

hebben nooit oorlogen uitgevochten tegen andere mensen. Tijdens de twintigste<br />

eeuw werden ze nog steeds als zwervers aanzien en in veel landen werden wetten<br />

goedgekeurd om hen te dwingen zich te vestigen.<br />

Vandaag worden Roma gemeenschappen in alle Europese landen nog steeds direct<br />

en indirect gediscrimineerd en vervolgd, en zijn ze nog steeds ongewenst.<br />

? Hoe groot is de Roma gemeenschap in jouw land?<br />

Porajmos verwijst naar de genocide van Europese Roma en Sinti door Duitse nazi’s<br />

en hun bondgenoten tussen 1933 en 1945. Het geschatte aantal slachtoffers varieert<br />

volgens verschillende bronnen tussen 500.000 en 2.000.000. Als een gevolg van<br />

Porajmos, werd de populatie van de Roma in Europa met 70% gereduceerd.<br />

De communistische regimes in Oost-Europa braken, onder het mom van “de<br />

emancipatie van de Roma”, de traditionele Roma levenswijze af. De Romafamilie<br />

viel nog verder uiteen met de opkomst van het kapitalisme - de Roma zijn over het<br />

algemeen niet gekwalifi ceerd voor high-tech werk en zijn dus veroor<strong>deel</strong>d tot<br />

handenarbeid, werkloosheid en sociale uitsluiting.<br />

Vandaag telt de Romapopulatie in Europa zo’n acht tot twaalf miljoen mensen,<br />

over werkelijk alle Europese staten. De overgrote meerderheid is sedentair, maar<br />

in sommige Westerse landen leiden ze nog steeds een nomadenbestaan, geheel<br />

of ge<strong>deel</strong>telijk. Terwijl de Roma in Spanje en Portugal hun zigeunerstaal zo goed<br />

als verloren hebben (omdat het verboden en onderdrukt was), is de Romataal bij<br />

de Romagemeenschappen in de meeste andere landen nog wel een eenmakende<br />

culturele factor.<br />

Romafobie, d.w.z. discriminatie en vijandigheid tegenover Roma mensen, vormt een<br />

wijd verspreide dagelijkse realiteit in heel Europa. De Roma zijn steeds bij de eerste<br />

slachtoffers van gewapende confl icten, zoals in de oorlogen in voormalig Joegoslavië<br />

waar de benarde toestand van de Roma, die net in de vuurlinie zaten, veelal genegeerd<br />

werd. Andere recente voorbeelden: het eigendomsrecht van Romafamilies wordt hen<br />

de facto op illegale wijze ontzegd op grond van ‘misdaadbestrijding’ (Portugal). Er is<br />

discriminatie inzake de toegang tot onderwijs voor Romakinderen en tot elementaire<br />

gemeenschapsdiensten (voor reizende gemeenschappen is dat o.m. in het Verenigd<br />

Koninkrijk en in Frankrijk het geval). Ook gebeurt het dat hun erkende rechten niet<br />

worden gerespecteerd. In veel landen werden Roma het slachtoffer van gewelddadige<br />

fascistische en racistische groeperingen, soms eindigend in moord. Romakinderen<br />

worden soms in dezelfde school geplaatst als mentaal gehandicapte kinderen. Roma<br />

dorpen worden vaak afgezonderd en geïsoleerd.<br />

? Wat zegt je lokale berichtgeving over de Romagemeenschap?<br />

Veel jongeren en kinderen van de Romagemeenschap groeien op in vijandige sociale<br />

omgevingen, waar de enige steun en erkenning van hun eigen gemeenschap of<br />

familie komt. Veel basisrechten worden hen ofwel ontzegd ofwel hebben ze er een<br />

beperkte toegang toe, zoals tot onderwijs en gezondheid.<br />

Langzaam groeit het bewustzijn en de bezorgdheid over de Roma. Op internationaal<br />

niveau is de Internationale Unie van Roma de meest representatieve politieke<br />

Romaorganisatie, met raadgevend statuut in verschillende organen van de Verenigde<br />

Naties. Het Europese Centrum voor Rechten van Roma, dat gevestigd is in Boedapest,<br />

is de belangrijkste internationale organisatie voor mensenrechten van de Roma<br />

,en werkt actief aan de sensibilisering, de controle en de bescherming van de<br />

mensenrechten van de Roma.<br />

Invaliden en mensen met een handicap<br />

Invaliditeit is een toestand die als gevolg van ziekte, verwonding of fysische handicap<br />

invalide maakt; de uitdrukking wordt ook gebruikt om een wettelijke diskwalifi catie of<br />

onbekwaamheid aan te duiden.<br />

334 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Discriminatie en xenofobie<br />

De term ‘invaliditeit’ invaliditeit’ omvat een groot aantal verschillende functionele beperkingen die<br />

bij elke bevolking in eender welk land voorkomen. Mensen kunnen gehandicapt zijn<br />

door fysische, intellectuele of zintuiglijke problemen, medische condities of mentale<br />

ziekte. Zulke problemen, condities of ziektes kunnen blijvend zijn of tijdelijk.<br />

De term ‘handicap’ betekent het verlies of de beperking van mogelijkheden om<br />

op eenzelfde niveau als andere mensen <strong>deel</strong> te nemen aan het leven van de<br />

gemeenschap. Het beschrijft het raakvlak tussen de mindervalide persoon en de<br />

omgeving. Beide termen betekenen eigenlijk hetzelfde maar leggen een licht maar<br />

signifi cant verschillende klemtoon.<br />

? Hoe kunnen mindervalide mensen <strong>deel</strong>nemen aan activiteiten<br />

in jouw organisatie?<br />

Naar schatting heeft ongeveer 10% van de wereldbevolking een handicap. Dat<br />

betekent dat er van de bijna 800 miljoen inwoners van de 43 lidstaten van de Raad van<br />

Europa zo’n 80 miljoen mindervalide zijn. Ondanks de vooruitgang die de laatste jaren<br />

op verschillende domeinen is geboekt, worden veel mindervalide mensen in Europa<br />

vandaag nog steeds geconfronteerd met grenzen aan gelijke kansen en volledige<br />

participatie in het gemeenschapsleven, zoals het lage onderwijsniveau en niveau van<br />

beroepsopleiding, hoge werkloosheidscijfers, lage inkomens, belemmeringen in de<br />

fysieke omgeving, sociale uitsluiting, intolerantie, clichés en stereotypes, directe of<br />

indirecte discriminatie, geweld, slechte behandeling en misbruik. Uit een onderzoek<br />

van Eurobarometer in 2001 is gebleken dat 97% van de ondervraagden vindt dat iets<br />

moet worden gedaan om de integratie van mindervalide mensen in de maatschappij<br />

vlotter te laten verlopen.<br />

Wat willen mindervalide mensen?<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

10 oktober<br />

Werelddag van geestelijke<br />

gezondheid<br />

3 december<br />

Internationale dag van<br />

mindervaliden<br />

In de Europese Unie maken<br />

de meeste organisaties<br />

die actief zijn in het<br />

promoten van de rechten<br />

van gehandicapten <strong>deel</strong><br />

uit van het European<br />

Disability Forum (EDF).<br />

Binnen de Raad van Europa<br />

worden beleid en acties<br />

gecoördineerd door het<br />

Directoraat Generaal voor<br />

Sociale Zaken.<br />

“Niets speciaals, niets ongewoons. We willen naar de school in de buurt kunnen gaan, de openbare bibliotheek kunnen<br />

gebruiken, naar de bioscoop kunnen gaan, op een bus kunnen stappen om in de stad te gaan winkelen of om vrienden<br />

en familie in de stad of ergens anders een bezoek te brengen. We willen in het plaatselijk stembureau terecht kunnen om<br />

zoals iedereen op de verkiezingsdag te gaan stemmen. We willen kunnen trouwen. We willen kunnen werken. We willen<br />

voor onze kinderen kunnen zorgen. We willen kwaliteitsvolle en betaalbare medische zorg. We willen gezien worden als<br />

echte mensen, als <strong>deel</strong> van de maatschappij, niet als iets dat wordt weggestopt, waarmee je medelijden moet hebben<br />

of dat liefdadigheid nodig heeft.“<br />

Adrienne Rubin Barhydt, 10 april 1996<br />

Bron: www.disrights.org (niet meer beschikbaar)<br />

Homofobie of discriminatie omwille van seksuele oriëntatie<br />

Homofobie kan gedefi nieerd worden als aversie of haat tegenover homoseksuele<br />

mensen, hun levenswijze of cultuur, of in het algemeen tegenover mensen met een<br />

andere seksuele geaardheid.<br />

De Europese Unie heeft<br />

2003 uitgeroepen tot het<br />

Europees Jaar van de<br />

Persoon met een Handicap.<br />

335


K<br />

Belangrijke datum<br />

7 augustus<br />

Internationale<br />

transgenderrechtendag<br />

In een rapport over seksuele<br />

discriminatie in Polen dat in<br />

juni 2001 aan het Europees<br />

Parlement werd voorgesteld<br />

verklaarde 22% van de<br />

ondervraagde LGBT-ers<br />

(Lesbian, Gay, Bisexual and<br />

Transgenders) dat zij fysiek<br />

misbruikt waren geweest.<br />

77% van hen heeft deze<br />

incidenten nooit gemeld aan<br />

de politie, uit angst voor de<br />

reacties van hun familie en<br />

van de politie. 14<br />

De roze driehoek<br />

Tienduizenden homoseksuelen stierven in de nazi-concentratiekampen. De roze driehoek en de roze kleur worden<br />

over het algemeen geassocieerd met homoseksuele bewegingen en de homocultuur, afgeleid van de roze badge die<br />

homoseksuelen in de nazi-concentratiekampen vanwege hun ‘seksuele afwijking’ moesten dragen.<br />

“In het geval van homo’s<br />

leert de geschiedenis en<br />

de ervaring ons dat de<br />

schade niet veroorzaakt<br />

worden door armoede of<br />

machteloosheid, maar<br />

door de onzichtbaarheid.<br />

Het is het aantasten van<br />

het verlangen, het feit dat<br />

spontane lichamelijke affectie<br />

wordt afgedaan als pervers<br />

en schandelijk, het verbod<br />

om openlijk gevoelens van<br />

liefde te tonen, het is de<br />

ontkenning van het totale<br />

morele burgerschap in de<br />

maatschappij omdat je bent<br />

wie je bent (…).”<br />

Justice Albie Sachs,<br />

Constitutioneel Gerechtshof,<br />

Zuid-Afrika, 199815 Discriminatie en xenofobie<br />

In veel werelddelen worden mensen die een verschillende seksuele geaardheid<br />

hebben (verschillend van de meerderheid) gediscrimineerd, gaande van beledigingen<br />

tot moord. In veel landen is homoseksualiteit nog steeds een misdaad. In sommige<br />

landen staat er zelfs de doodstraf op. Hoewel er in Europa vooruitgang is geboekt en<br />

wetten zijn veranderd, zien veel mensen homoseksualiteit nog steeds als een ziekte,<br />

een psychologische afwijking of onnatuurlijk gedrag.<br />

Homoseksualiteit betekent voor verschillende mensen iets verschillends. Enkele<br />

defi nities:<br />

• Biseksueel verwijst naar iemand die wordt aangetrokken door personen van<br />

hetzelfde en van het andere geslacht.<br />

• Homo is een term die wordt gebruikt voor homoseksuele mannen. In sommige<br />

kringen behelst het ook homoseksuele vrouwen (lesbiennes).<br />

• Homoseksueel verwijst naar een persoon die enkel wordt aangetrokken door<br />

personen van hetzelfde geslacht.<br />

• Heteroseksueel verwijst naar personen die enkel worden aangetrokken door<br />

personen van het andere geslacht.<br />

• Lesbisch wordt gebruikt om naar vrouwelijke homoseksuelen te verwijzen,<br />

vrouwen die worden aangetrokken door andere vrouwen.<br />

• Transgender verwijst naar personen die een ander geslacht hebben dan<br />

wat hun biologisch geslacht aanwijst (een man in een vrouwelijk lichaam of<br />

omgekeerd).<br />

• Holebi is een term waarmee alle lesbiënnes, homo's, biseksuelen en<br />

transgender worden bedoeld. (De Engelse term hiervoor is LGBT: Lesbian,<br />

Gay, Bisexual & Transgender.)<br />

Leven als een holebi-persoon varieert in Europa vandaag van heel gemakkelijk (in<br />

de grote steden in West-Europa, met een goed ontwikkelde subcultuur, bars, clubs<br />

en organisaties) over relatief moeilijk (in kleine steden in West-Europa en grote delen<br />

van Centraal Europa waar meningen over homoseksualiteit langzaamaan veranderen)<br />

tot gewoonweg gevaarlijk (pesterijen zowel door de politie als door ‘gewone’ mensen,<br />

discriminerende wetten en haatmisdaden zijn dagelijkse kost in sommige Oost-Europese<br />

landen, zoals bijvoorbeeld Bulgarije, Albanië, Roemenië¨en Moldavië).<br />

Lesbiennes en homo’s over heel Europa zijn ook slachtoffer van wettelijke<br />

discriminatie, bijvoorbeeld wat het recht op huwen betreft, om een gezin te stichten<br />

of om kinderen te adopteren (in andere woorden, ze genieten niet dezelfde status als<br />

heteroseksuele koppels).<br />

? Ken je een bekende homo of lesbische uit jouw land?<br />

De grootste problemen waar holebi-jongeren mee worden geconfronteerd zijn<br />

aan de ene kant de discriminatie door derden, waarmee wordt bedoeld het geweld,<br />

de pesterijen en het weigeren van bediening (uit een restaurant gegooid worden<br />

komt regelmatig voor). Aan de andere kant zijn er vaak problemen met de familie en<br />

vrienden wanneer iemand voor zijn geaardheid uitkomt. Voor veel mensen zijn dit<br />

serieuze problemen en heel veel holebi-jongeren stellen hun coming-out vanwege hun<br />

angst voor afwijzing uit. Op school kan de druk van de omgeving en vrienden heel<br />

zwaar wegen en het leven van holebi-studenten moeilijk maken.<br />

? Moeten holebikoppels het recht krijgen om te trouwen?<br />

Jonge mensen zijn ook heel kwetsbare doelwitten van homofoob geweld en<br />

336 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


discriminatie. Vaak moeten ze omgaan met schuldgevoelens en diepe<br />

vragen over hun sexuele identiteit en vrezen ze afgewezen of verkeerd begrepen te<br />

worden. De negatieve ‘feedback’ die ze ontvangen verzuurt de relatie tussen henzelf<br />

en de samenleving. Daarenboven zorgen geweld en misbruik ervoor dat velen<br />

depressief worden en soms ook zelfmoord plegen.<br />

Religieuze discriminatie<br />

Diversiteit in Europa is vaak het meest zichtbaar als religieuze diversiteit. De<br />

meerderheid van de Europeanen is christen, zelfs al beoefenen ze hun religie niet.<br />

Achter deze meerderheid gaat echter vaak nogal wat diversiteit schuil. Europa werd<br />

diep verscheurd door oorlogen tussen katholieken en protestanten, zoals dat eerder<br />

gebeurde werd tussen katholieken en oosterse orthodoxe christenen. Achter elke<br />

denominatie schuilen nog verschillende takken met verschillen die de leek vaak niet<br />

kan onderscheiden maar die cruciaal zijn voor diegenen die erin geloven.<br />

Hoewel christelijke religieuze minderheden in heel Europa bestaan, werden ze<br />

doorheen de geschiedenis (en in sommige landen nog steeds) gediscrimineerd. Hun<br />

religie of kerk wordt niet ‘erkend’ of geniet niet hetzelfde aanzien of dezelfde rechten<br />

(bijvoorbeeld wat onderwijs betreft) als de ‘offi ciële’ of dominante kerk.<br />

Ge<strong>deel</strong>telijk door het proces van de Europese integratie en samenwerking zijn<br />

verschillen tussen christelijke denominaties op socio-politiek niveau minder belangrijk<br />

geworden. Voor sommige denkers en politici moet het christendom de basis zijn van<br />

de Europese identiteit, een gevaarlijke beweging die de miljoenen Europeanen<br />

negeert die niet religieus zijn en natuurlijk ook diegene die niet christelijk zijn.<br />

? Welke minderheidsreligies zijn er in jouw dorp of<br />

gemeenschap? Waar houden ze hun eredienst?<br />

Onder de niet-christelijke religies is het jodendom misschien degene die doorheen de<br />

geschiedenis over het hele continent het meest is gediscrimineerd. Na de uitdrijvingen<br />

uit Spanje en Portugal in de 15 e eeuw, bijvoorbeeld, werden de overblijvers met<br />

geweld bekeerd of werden ze verplicht hun godsdienst in het geheim te belijden, met<br />

gevaar voor hun leven. Vooroordelen en misvattingen over het joodse geloof hebben<br />

zeker bijgedragen tot het voeden van antisemitische houdingen. Ze zijn doorheen de<br />

geschiedenis ook gebruikt om discriminatie en segregatie van joden te rechtvaardigen<br />

en hebben in sommige, voornamelijk christelijke, gemeenschappen waarschijnlijk<br />

bijgedragen tot het passief gedogen van de holocaust.<br />

Islamofobie<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

Onder de niet-christelijke godsdiensten is de Islam in Europa de meest populaire.<br />

Het is de meerderheidsreligie in sommige landen en regio’s in de balkan en in de<br />

Kaukasus, en de tweede grootste religie in Frankrijk, Duitsland en vele andere landen,<br />

zowel westerse als oosterse.<br />

De schijnwerpers, die in de nasleep van de verschrikkelijke aanslagen op de<br />

Verenigde Staten in 2001, op de moslims over de hele wereld werden gericht, tonen<br />

hoe breekbaar de relaties tussen gemeenschappen en onze tolerantie eigenlijk zijn.<br />

Moslims die in het westen leven waren verrast door mensen waarvan ze dachten dat<br />

het vrienden, buren en medeburgers waren, die zich plotseling tegen hen keerden<br />

en hen de schuld gaven voor de aanslagen op het World Trade Center, en zelfs<br />

wraakacties ondernamen op onschuldige mannen, vrouwen en jonge kinderen. Het<br />

is vooral schrikwekkend dat in de Verenigde Staten en in Europa een aantal vrouwen<br />

aangevallen werden die een hoofddoek droegen.<br />

? Welk beeld heb je van de islam?<br />

Islamofobie (letterlijk: angst voor de islam, voor moslims en voor zaken die betrekking<br />

hebben tot hen) is geen nieuw fenomeen. Het is eigenlijk een oud vooroor<strong>deel</strong> dat<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Tijdens de Tweede<br />

Wereldoorlog werde de<br />

Getuigen van Jehova<br />

naar concentratiekampen<br />

gestuurd omdat zij weigerden<br />

te dienen in het Duitse leger.<br />

“Een ieder heeft recht op<br />

vrijheid van gedachte,<br />

geweten en godsdienst;<br />

dit recht omvat tevens de<br />

vrijheid om van godsdienst<br />

of overtuiging te veranderen,<br />

alsmede de vrijheid hetzij<br />

alleen, hetzij met anderen,<br />

zowel in het openbaar als<br />

privé; zijn godsdienst te<br />

belijden of overtuiging tot<br />

uitdrukking te brengen in<br />

erediensten, in onderricht, in<br />

praktische toepassing ervan<br />

en in het onderhouden van<br />

geboden en voorschriften.”<br />

Europees Verdrag van de<br />

Mensenrechten, artikel 9.1.<br />

337


K<br />

recent een actueel onderwerp is geworden, door het verwoestende gevolg dat het<br />

heeft op het leven van moslims, in het bijzonder van die moslims die in minderheidsgroepen<br />

wonen.<br />

De huidige situatie wordt gevoed door een sterk en diepgeworteld vooroor<strong>deel</strong> over<br />

de islam dat in de meeste Europese samenlevingen leeft. Enkele van de meest<br />

voorkomende vormen zijn het gebrek aan officiële erkenning als godsdienst,<br />

het niet verlenen van toestemming om moskeeën te bouwen of het niet<br />

voorzien van faciliteiten of ondersteuning aan religieuze moslimgroeperingen of<br />

gemeenschappen.<br />

Onwetendheid over de islam is de belangrijkste reden voor islamofobie. De islam<br />

wordt vaak enkel geassocieerd met terrorisme en extremisme. Eigenlijk is de islam een<br />

godsdienst die tolerantie, solidariteit en naastenliefde predikt, zoals veel godsdiensten<br />

dat doen.<br />

? Wat kan jouw organisatie of school doen om de kennis en het<br />

begrip van andere godsdiensten te verhogen?<br />

Een van de meest voorkomende vooroordelen over de islam is de zogenaamde<br />

‘onverenigbaarheid’ ervan met mensenrechten. Dit vooroor<strong>deel</strong> komt vaak voort uit<br />

de realiteit van de landen waar de islam de overheersende godsdienst is, vooral de<br />

Arabische landen. Het gebrek aan democratie en de wijdverspreide schendingen van<br />

mensenrechten worden vaak als voorbeelden gegeven van deze ‘onverenigbaarheid’.<br />

Het vooroor<strong>deel</strong> bestaat erin dat de islam wordt beschouwd als de enige factor die<br />

bijdraagt tot deze situaties, terwijl de meeste van de regimes in kwestie eigenlijk<br />

gewoon ondemocratisch zijn. Toegepast op christelijke landen, zou het dus hetzelfde<br />

zijn als we de christelijke godsdiensten verantwoordelijk stelden voor de voormalige<br />

dictaturen in Portugal, Spanje of Griekenland bijvoorbeeld, en dan te besluiten dat het<br />

christendom niet verenigbaar is met mensenrechten en democratie.<br />

Jongeren worden vaak lastig gevallen omdat ze hun trouw aan de islam demonstreren.<br />

In sommige landen is het voor moslimmeisjes verboden om met een<br />

hoofddoek naar school te gaan.<br />

Wettelijk kader<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

Verschillende internationale en regionale instrumenten verwijzen naar discriminatie<br />

in het algemeen, of handelen over specifi eke vormen van discriminatie. Enkele<br />

voorbeelden op het niveau van de Verenigde Naties:<br />

• De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948)<br />

• Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van<br />

Rassendiscriminatie (1965)<br />

• Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen<br />

(1979)<br />

• De Verklaring inzake de Rechten van Personen met een Handicap (1975)<br />

• De ILO-Conventie (nr. 169) over Inheemse Volken en Stammen in Onafhankelijke<br />

Landen (1989)<br />

In de Raad van Europa, bovenop het Europese Verdrag inzake Mensenrechten, zijn<br />

de afgelopen jaren belangrijke successen geboekt, vooral door:<br />

• Het Europees Handvest voor Minderheidstalen (1992)<br />

• Het Verdrag over de Participatie van Buitenlanders in het Openbare Leven<br />

op Lokaal Niveau (1992)<br />

• Kaderverdrag voor de Bescherming van Minderheden (1995)<br />

338 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Verdere informatie<br />

Over racisme en discriminatie<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

ß De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van<br />

Europa: www.coe.int/ecri<br />

ß Het Internationale Verbond tegen Racisme en Anti-semitisme (LICRA),<br />

Frankrijk: www.licra.org<br />

ß SOS Racisme (Frankrijk): www.sos-racisme.org<br />

ß UNITED voor Interculturele Actie - het Europese netwerk tegen nationalisme,<br />

racisme, fascisme en ter ondersteuning van migranten en vluchtelingen:<br />

www.xs4all.nl/~united<br />

ß Het Europese netwerk tegen racisme: www.enar-eu.org/<br />

ß Het Internet Antiracisme Centrum in Europa: www.icare.to/<br />

ß Het Europese Controlecentrum van racisme en Xenofobie (EUMC):<br />

www.eumc.eu.int<br />

ß Jonge Vrouwen van Minderheden (WFM): www.wfmonline.org<br />

Over Roma<br />

ß Het Europese Centrum voor Rechten van Roma (ERRC): www.errc.org<br />

ß De Internationale Romani Unie: www.romaniunion.org (niet meer<br />

beschikbaar)<br />

ß Union Romani (Spanje): www.unionromanni.org<br />

ß Patrin Web Journal: www.geocities.com/Paris/5121/patrin.htm<br />

Over mensen met een handicap<br />

ß Het Wereldinstituut over Invaliditeit (WID): www.wid.org<br />

ß Het Europese Forum over Invaliditeit: www.edf-feph.org<br />

Over immigranten en vluchtelingen<br />

ß VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten: www.unhcr.org<br />

ß Het portaal voor de promotie en bescherming van de rechten van migranten:<br />

www.december18.net<br />

ß Vereniging van Maghreb-arbeiders in Frankrijk: www.atmf.org<br />

ß SOLIDAR: www.solidar.org<br />

ß De Europese Raad voor Vluchtelingen en Bannelingen: www.ecre.org<br />

Over godsdienst<br />

ß Het United Religions Initiative: www.uri.org<br />

ß Bahá’í Geloof (site van de Bahá’í Wereld): www.bahai.org<br />

ß Over de islam - site van het Islam 21 Project: www.islam21.net<br />

ß Het Forum tegen Islamofobie en Racisme (VK): www.fairuk.org<br />

ß De homepagina van het Sikhisme: www.sikhs.org<br />

ß Hindu Resources on line: www.hindu.org<br />

ß De Wereldraad van kerken: www.wcc-coe.org<br />

ß Katholieke kerk - De Heilige Stoel website: www.vatican.va<br />

ß Oosterse Orthodoxe Kerken: www.orthodoxinfo.com<br />

ß Russische Orthodoxe Kerk: www.russian-orthodox-church.org.ru<br />

ß Shamash: Jewish Network informatie en discussie op het internet:<br />

http://shamash.org/about.shtml<br />

Over antisemitisme<br />

ß Antisemitism and Xenophobia Today: www.axt.org.uk<br />

ß De Anti-Defamation League: www.adl.org<br />

ß Het Joodse Wereldcongres: www.wjc.org.il<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

339


K<br />

Over lesbische en homozaken<br />

Discriminatie en xenofobie<br />

ß De Internationale Vereniging van Lesbo’s en Homo’s: www.ilga.org<br />

ß Het Instituut voor Lesbische en Homoseksuele Strategische Studies:<br />

www.iglss.org<br />

ß “Feiten over seksuele oriëntatie en seksuele vooroordelen”:<br />

http://psychology.ucdavis.edu/rainbow<br />

ß De Internationale Lesbische en Homoseksuele Jongerenorganisatie (Iglyo):<br />

www.iglyo.net<br />

Bronnen<br />

• Alaux, J.P., Bach, J., Benot, Y., et Al., Égalité sans frontière:les immigrés ne sont pas une marchandise,<br />

Les notes de la Fondation Copernic, Haut Conseil de la Coopération Internationale, Éditions Syllepses,<br />

Paris, 2001.<br />

• Brander, P., Cardenas, C., Gomes, R., Vicente Abad, J, Taylor, M., Education pack “all different – all<br />

equal”, Council of Europe European Youth Centre Strasbourg, 1995.<br />

• Crimes of Hate, Conspiracy of silence, Amnesty International, London 2001.<br />

• Liégeois, J-P, Roma, Gypsies, travellers, Council of Europe Press, Strasbourg, 1994.<br />

• Ohana, Y., Participation and citizenship – Training for minority youth projects in Europe, (ed.), Council<br />

of Europe Publishing, 1998.<br />

• Patrin Web Journal (www.geocities.com/Paris/5121/).<br />

• Symonides, J., Ed., “The struggle against discrimination”, A collection of international instruments<br />

adopted by the United Nations System, Unesco, Paris, 1996.<br />

• Taguieff, P.-A., La force du préjugé, Gallimard, Paris, 1987.<br />

• “Xenophobia in a European context”, Mind and human interaction, Vol. 9, No.1, University of Virginia,<br />

2001.<br />

340 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Onderwijs<br />

Het recht op onderwijs als mensenrecht<br />

In een zaak voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens werd het recht op<br />

onderwijs gedefi nieerd als “een recht op toegang tot onderwijsinstellingen ‘die op een<br />

gegeven moment bestaan’, en het recht uit het ontvangen onderwijs voor<strong>deel</strong> te halen,<br />

wat wil zeggen het recht offi ciële erkenning te krijgen voor de voltooide studies.” 16<br />

Onderwijs<br />

“… is zowel een mensenrecht op zich als een onontbeerlijk middel om andere mensenrechten te realiseren. Als een<br />

hefboomrecht is onderwijs immers het voornaamste hulpmiddel dat economisch en sociaal gemarginaliseerde volwassenen<br />

en kinderen in staat stelt om zichzelf uit de armoede te halen en de middelen te verwerven om ten volle <strong>deel</strong> te nemen aan<br />

het leven van hun gemeenschap. Onderwijs is essentieel om vrouwen in staat te stellen voor zichzelf op te komen, kinderen<br />

te beschermen tegen uitbuiting, gevaarlijk werk en seksuele uitbuiting, mensenrechten en democratie te bevorderen, het<br />

milieu te beschermen en de bevolkingsaangroei onder controle te houden. Meer en meer wordt onderwijs erkend als een<br />

van de beste investeringen die een overheid kan doen. Maar het belang van onderwijs ligt niet enkel op praktisch vlak:<br />

een goed opgeleide, verlichte en actieve geest, in staat vrij en op vele gebieden rond te dwalen, is een van de vreugden<br />

en beloningen van het menselijk bestaan.” 17<br />

In de volgende mensenrechtendocumenten wordt naar het recht op onderwijs verwezen:<br />

• De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 26)<br />

• Het Europees Verdrag voor de bescherming van de mensenrechten en van<br />

de fundamentele vrijheden (art. 2 van protocol nr. 1)<br />

• Het Verdrag voor de uitbanning van alle vormen van discriminatie van de<br />

vrouw (art. 10)<br />

• het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (art. 28 en 29)<br />

• Het Afrikaans Handvest over mensen- en volkerenrechten (art. 17)<br />

• Het Protocol van San Salvador bij het Amerikaanse Verdrag over de<br />

Mensenrechten (art. 13)<br />

• Het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele Rechten<br />

(art. 13 en 14). Merk op dat artikel 13 de langste bepaling van het verdrag is<br />

en het meest omvangrijke en uitvoerige artikel over het recht op onderwijs in<br />

de internationale wetgeving over mensenrechten.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Onderwijs is niet enkel<br />

een middel om in je<br />

levensonderhoud te voorzien<br />

of een instrument voor het<br />

vergaren van rijkdom. Het<br />

is een initiatie in het leven<br />

van de geest, een oefening<br />

van de menselijke ziel in het<br />

zoeken van de waarheid<br />

en het beoefenen van de<br />

deugd.”<br />

Vijaya Lakshmi Pandit<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Globalisering: een woordenlijst,<br />

pagina 65.<br />

• Kinderrechten, pagina 99.<br />

• Onderwijs voor iedereen,<br />

pagina 118.<br />

• Laat ieders stem gehoord<br />

worden, pagina 149.<br />

• De weg naar het Land van<br />

Gelijkheid, pagina 181.<br />

• Een antwoord geven op<br />

racisme, pagina 197.<br />

• De taalbarrière, pagina 224.<br />

341


K<br />

Belangrijke data<br />

8 september<br />

Internationale dag<br />

van alfabetisering<br />

5 oktober<br />

Wereld leerkrachtendag<br />

“Als je meent dat onderwijs<br />

duur is, probeer het dan eens<br />

met onwetendheid.”<br />

Anoniem<br />

Onderwijs<br />

Wat zijn op dit ogenblik de belangrijkste uitdagingen voor het<br />

onderwijs?<br />

In 1996 heeft een commissie van de Unesco een overzicht gegeven van de zeven<br />

belangrijkste spanningsvelden op mondiaal gebied waar het onderwijs mee te maken<br />

heeft:<br />

1. de spanning tussen het mondiale en het lokale;<br />

2. de spanning tussen het universele en het individuele;<br />

3. de spanning tussen traditie en vernieuwing;<br />

4. de spanning tussen het spirituele en het materiële;<br />

5. de spanning tussen lange- en korte termijn overwegingen;<br />

6. de spanning tussen wedijver en gelijkheid van kansen;<br />

7. de spanning tussen de buitengewone uitbreiding van kennis en het menselijk<br />

vermogen deze te assimileren.<br />

De Unesco heeft wat zij noemt de vier ‘pijlers’ van het leren onder de aandacht<br />

gebracht, als een strategie die nuttig kan zijn in het omgaan met deze uitdagingen:<br />

1. Leren samenleven: meer bepaald wordt hiermee bedoeld dat onderwijs<br />

de vaardigheden moet bevorderen die leerlingen nodig hebben om hun<br />

onderlinge afhankelijkelijkheid van anderen te accepteren; om met anderen<br />

te werken aan gemeenschappelijke doelen en een gemeenschappelijke<br />

toekomst; om pluralisme en diversiteit te respecteren (bijvoorbeeld wat<br />

betreft gender, etniciteit, religie en cultuur); om actief <strong>deel</strong> te nemen aan het<br />

gemeenschapsleven.<br />

2. Leren weten: dit wil zeggen dat onderwijs de leerlingen zou moeten helpen<br />

om kennis te verwerven: de belangrijkste leermiddelen voor communicatie<br />

en mondelinge expressie, geletterdheid, het kunnen omgaan met getallen<br />

en het oplossen van problemen; om zowel een brede algemene kennis<br />

te verwerven als diepgaande kennis op enkele gebieden; om rechten en<br />

verantwoordelijkheden te begrijpen; en het belangrijkste: om te leren leren.<br />

3. Leren doen: onderwijs zou leerlingen moeten helpen om beroepsvaardigheden<br />

te ontwikkelen alsook sociale en psychologische vaardigheden die hen<br />

in staat stellen intelligente beslissingen te nemen in diverse levenssituaties,<br />

om in sociale in professionele relaties te functioneren, om <strong>deel</strong> te nemen aan<br />

de mondiale en lokale markten, om technologische hulpmiddelen te gebruiken,<br />

om te voorzien in hun basisbehoeften en om de kwaliteit van hun eigen leven<br />

en dat van anderen te verbeteren;<br />

4. Leren zijn: onderwijs zou moeten bijdragen tot de ontwikkeling van de<br />

persoonlijkheid en zou mensen in staat moeten stellen zelfstandiger, met<br />

meer inzicht, kritischer en verantwoordelijker te handelen. Het zou erop gericht<br />

moeten zijn alle soorten potentieel te ontwikkelen, bijvoorbeeld geheugen,<br />

redeneren, gevoel voor schoonheid, spirituele waarden, fysieke capaciteiten<br />

en communicatievaardigheden; een gezonde levensstijl en plezier in sport<br />

en recreatie; waardering voor de eigen cultuur; het bezitten van een ethische<br />

en morele code; de mogelijkheid op te komen voor zichzelf en zichzelf te<br />

verdedigen; veerkracht.<br />

De complementaire rol van onderwijs en buitenschoolse<br />

vorming<br />

Twee sleutelbegrippen worden in het Europese onderwijs-beleid stilaan geïntegreerd:<br />

de idee van levenslang leren in een lerende maatschappij. Het is de idee van een<br />

samenleving waar mensen in de loop van hun leven verschillende mogelijkheden<br />

krijgen om hun bekwaamheden te ontwikkelen. Het is belangrijk op te merken dat er<br />

een toenemende erkenning is, niet enkel van de rol van de het onderwijs maar ook van<br />

de mogelijkheden die worden geboden door buitenschoolse vorming, dit wil zeggen<br />

programma’s buiten het onderwijs. Zulke programma’s worden vaak opgezet<br />

342 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Onderwijs<br />

door niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van jongerenorganisaties.<br />

Zij kunnen zich bezighouden met een uitgebreid gamma van onderwerpen<br />

en verschillende methodologieën, gebruik makend van een soepele aanpak, en ze<br />

zouden manieren kunnen uitwerken om kinderen en volwassen die geen toegang<br />

hebben tot onderwijs, of functionele analfabeten zijn, te alfabetiseren en andere<br />

vaardigheden aan te leren.<br />

? Ken je voorbeelden van niet-formele onderwijsprogramma’s in<br />

je eigen omgeving?<br />

In de twintigste eeuw zijn in Europa openbare of staatsscholen de belangrijkste onderwijsinstellingen<br />

voor de massa geworden en is onderwijs wijd verspreid.<br />

In de voorbije decennia resulteerde deze tendens in verhoogde budgetten voor basisonderwijs,<br />

in leerplicht en in een uitgebreide mediabelangstelling voor thema’s die te<br />

maken hebben met onderwijs en ontwikkeling.<br />

Onderwijsexperts spreken over het belang van ‘grensoverschrijding’ tussen het gewone<br />

onderwijs en buitenschoolse vorming, en pleiten voor het bevorderen van communicatie<br />

en samenwerking om onderwijsactiviteiten en leeromgevingen op elkaar af te stemmen<br />

met de bedoeling lerenden een samenhangend geheel van mogelijkheden te bieden.<br />

De rol van de Europese jeugdbewegingen<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“…als een van de<br />

belangrijkste beschikbare<br />

middelen om een dieper en<br />

meer harmonische vorm<br />

van menselijke ontwikkeling<br />

mogelijk te maken en<br />

tegelijkertijd armoede,<br />

uitsluiting, onwetendheid,<br />

onderdrukking en oorlog<br />

terug te dringen. 18 ”<br />

Jeugdbewegingen zijn er op Europees niveau in geslaagd gehoord te worden over onderwijskwesties. Zo ook<br />

studentenorganisaties zoals de Europese studentenorganisatie (ESIB) en het Organising Bureau of European School<br />

Student Unions (OBESSU), het grootste Europees platform van nationale scholierenorganisaties dat actief is in het<br />

algemeen secundair en het secundair beroepsonderwijs. Deze organisaties spannen zich in om het uitwisselen van<br />

informatie, ervaring en kennis tussen nationale scholierenorganisaties te vergemakkelijken en spelen een vruchtbare rol<br />

in het bevorderen van de discussie over nieuwe trends in de Europese onderwijssystemen.<br />

? In welke mate kunnen onderwijssystemen over het algemeen<br />

een antwoord bieden op de huidige uitdagingen?<br />

Naarmate de wereld complexer werd, zijn onderwijssystemen uitgebreid zowel wat<br />

betreft omvang als complexiteit. Het totaal aantal kinderen in deze systemen is wellicht<br />

zelfs sneller aangegroeid dan de bevolking: het totaal aantal inschrijvingen voor het<br />

basisonderwijs in de ontwikkelingslanden is gestegen van 50% in 1970 tot 76% in<br />

1990 en 82% in 1995. De meeste systemen hebben zich verruimd om systematischer<br />

dan voordien kleuters, adolescenten en volwassenen op te nemen.<br />

De alfabetiseringsgraad in ontwikkelingslanden is eveneens toegenomen – van 43%<br />

in 1970 tot 65% in 1990 en meer dan 70% in 1995. Deze toename is groten<strong>deel</strong>s<br />

het gevolg van verbeteringen van de kwaliteit van het onderwijs, grotere aandacht<br />

van regeringen en de internationale gemeenschap voor scholing en de waarde<br />

die gezinnen blijven hechten aan scholing. Onderwijs wordt gewaardeerd omwille<br />

van zichzelf en wordt ook beschouwd als een algemene oplossing voor de dagelijkse<br />

uitdagingen van deze families.<br />

Desondanks kan men het bewijs van het tegen<strong>deel</strong> zien in het stagneren van de<br />

inschrijvingen in een aantal landen. Sommige experts hebben er op gewezen dat in<br />

de voorbije twintig jaar<br />

“het aantal leerlingen in het basis-, secundair en voortgezet onderwijs<br />

in de meeste landengroepen trager aangegroeid is. Ook het percentage<br />

van het bruto binnenlands product (BBP) bestemd voor onderwijs groeide<br />

trager in alle landen” 19<br />

Dit heeft vooral negatieve gevolgen gehad voor de verwezenlijkingen van het onderwijs,<br />

ook wat betreft de alfabetiseringsgraad, in landen die de voorbije twintig jaar een tragere<br />

verbetering hebben gekend, vergeleken met die in de twee vorige decennia.<br />

343


K<br />

Mondialisering<br />

Sleutelelementen van de mondialisering, zoals de liberalisering van het handelsverkeer, de mogelijkheden die bedrijven<br />

hebben om hun activiteiten te verplaatsen naar waar ook ter wereld en belastingontduiking vormen op lange termijn een<br />

bedreiging voor de fi nanciering van het onderwijs. Belastingproblemen hebben de overheidsfi nanciering van het onderwijs<br />

aangetast. In Ghana kan de overheid door belastingen 12% van het bruto nationaal product (BNP) innen. Indien ze slechts<br />

10% van de belastinginkomsten - d.w.z.1,2% van het BNP - zou verliezen, zou dit het equivalent zijn van ongeveer de<br />

helft van het budget voor basisonderwijs. Het beschermen van de mogelijkheid om rijksmiddelen te vergaren, is daarom<br />

van levensbelang om vooruitgang te kunnen boeken wat betreft de doelstelling van universeel basisonderwijs 20 .<br />

“De wortels van onderwijs<br />

zijn bitter, maar de vrucht is<br />

zoet.”<br />

Aristoteles<br />

Onderwijs<br />

In vele Centraal- en Oosteuropese landen is het herstel van de economie nog steeds<br />

geen realiteit. Wat zijn de gevolgen hiervan voor het onderwijs?<br />

“De decentralisering van de sociale uitgaven heeft belangrijke gevolgen<br />

gehad voor de beschikbare middelen voor het onderwijs (Polen, 1999;<br />

Russische Federatie, 1999; Roemenië 1999). Verscheidene Centraal-<br />

Europese landen hebben reeds voor 1990 een grote decentralisering<br />

van onderwijsfi nanciering en –bestuur doorgevoerd, maar in de rest van<br />

de regio werden nieuwe inspanningen gedaan om verantwoordelijkheden<br />

over te hevelen van de centrale regering naar lagere niveaus.<br />

Zo kregen lokale bestuursorganen een steeds grotere verantwoordelijkheid<br />

voor het verschaffen van onderwijs, van voorschools tot secundair onderwijs.<br />

In veel gevallen kregen de scholen zelf een grote verantwoordelijkheid<br />

toegewezen. In termen van bestedingsverantwoordelijkheid zijn de regio’s<br />

vaak verantwoordelijk voor het grootste <strong>deel</strong> van de onderwijsuitgaven. In<br />

sommige landen worden de ongelijkheden tussen de verschillende regio’s<br />

wat betreft de mogelijkheden om onderwijsprogrammas te fi nancieren<br />

steeds groter (Polen, 1999).<br />

In bepaalde gevallen, in het bijzonder in landelijke gebieden, krijgt de lokale<br />

overheid niet de fi nanciële middelen om deze nieuwe verantwoordelijkheden<br />

te dragen. Ze kan ook weinig aanvullende gelden inzamelen.<br />

Vaak zijn de lonen van de leraars (goed voor het grootste <strong>deel</strong> van het<br />

onderwijsbudget) vastgelegd door de centrale overheid, waardoor scholen<br />

maar weinig autonomie hebben in budgettaire beslissingen.<br />

Hoe dan ook, het ge<strong>deel</strong>te van de middelen bestemd voor onderwijs,<br />

komt uit een openbaar budget dat veel kleiner is geworden. Door een<br />

grote vermindering van het nationaal inkomen en door verminderde<br />

belastinginkomsten is de overheidssteun voor onderwijs in reële termen<br />

fel achteruit gegaan.<br />

Niettegenstaande de moeilijkheden die samenhangen met de overgang,<br />

hebben landen veel concrete stappen ondernomen om het onderwijs<br />

te hervormen. Deze hervormingen richten zich op de gebieden van<br />

onderwijswetgeving, democratisering van curricula en decentralisering<br />

van bestuur en fi nanciering. Maar in sommige landen verliep de eigenlijke<br />

invoering van deze hervormingen traag en vaak moeilijk” 21<br />

invoering van deze hervormingen traag en vaak moeilijk” 21<br />

invoering van deze hervormingen traag en vaak moeilijk” .<br />

Helaas tonen de beschikbare indicatoren over de toestand van het onderwijs op<br />

wereldvlak aan dat er veel te weinig middelen in deze sector worden geïnvesteerd. In<br />

een wereld die gekenmerkt wordt door steeds snellere veranderingen stellen ouders<br />

en jongeren de relevantie van wat scholen onderwijzen in vraag. Bovendien<br />

hebben al te veel scholen over heel de wereld te kampen met een hoog absenteïsme<br />

van het onderwijzend personeel, gebrekkig gebruik van de tijd die beschikbaar is voor<br />

het lesgeven en een verwaarloosbare aandacht voor de belangen en de mogelijkheden<br />

van individuele leerlingen. Het is dan ook niet te verwonderen dat in zulke scholen, waar<br />

kinderen weinig bruikbare kennis oppikken en waar veel van hun tijd besteed wordt aan het uit<br />

het hoofd leren, veel kinderen verwerpen wat het onderwijssysteem te bieden heeft. Van de<br />

leerlingen die wel school blijven lopen, verwerven velen niet de basisvaardigheden om<br />

hun schoolkennis toe te passen in belangrijke levenstaken. Experten van de Raad van<br />

344 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Onderwijs<br />

Europa hebben drie belangrijke groepen jongeren naar voren geschoven die bijzonder<br />

kwetsbaar zijn in onderwijssystemen:<br />

1. jongeren uit economisch zwakkere families<br />

2. jongeren met laag opgeleide ouders<br />

3. etnische minderheden, migranten en rondtrekkenden<br />

? Ken jij nog andere groepen die niet in deze lijst voorkomen, die<br />

bijzonder kwetsbaar zijn in jouw gemeenschap?<br />

In grote delen van de wereld is er een toenemend scepticisme wat betreft uniforme<br />

onderwijssystemen. Men ziet toenemende ongelijkheden en kloven (in kosten, kwaliteit,<br />

prestaties en behalen van diploma’s) en dit heeft in grote delen van de wereld geleid<br />

tot een ‘vertrouwenscrisis’ tegenover het openbare onderwijs.<br />

Indien alle kinderen in de schoolleeftijd gedurende minstens vier jaar goed basisonderwijs<br />

zouden krijgen, zou het probleem van analfabetisme in een generatie zijn opgelost.<br />

Toch:<br />

1. ... zitten 125 miljoen kinderen van de lagere schoolleeftijd niet op de<br />

schoolbanken; de meeste van hen zijn meisjes.<br />

2. ... zijn er nog eens 150 miljoen kinderen die aan de basisschool beginnen<br />

maar wegblijven voor ze vier jaar onderwijs voltooid hebben. De meerderheid<br />

vertrekt voor ze basisvaardigheden in lezen en schrijven verworven heeft.<br />

3. In grote delen van Afrika beneden de Sahara en in Zuid-Azië kunnen kinderen<br />

zo’n 4 tot 7 jaar onderwijs verwachten. In de geïndustrialiseerde landen is dat<br />

15 tot 17 jaar.<br />

4. Vandaag zijn er 870 miljoen analfabeten; 70% hiervan zijn vrouwen.<br />

? Kan jij redenen bedenken waarom zo’n hoog percentage van<br />

de analfabeten vrouwen zijn?<br />

Vijftig jaar geleden kondigde de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens<br />

gratis en verplicht onderwijs af als een mensenrecht. In 1990 herbevestigde het Verdrag<br />

inzake de Rechten van het Kind, dat ondertekend is door alle regeringen ter wereld<br />

behalve twee, dat dit recht een wettelijk bindende verplichting is.<br />

Sindsdien zijn er internationaal op hoog niveau verscheidene verbintenissen geformuleerd<br />

om dit recht na te leven.<br />

Ontwikkelde landen hebben zichzelf herhaaldelijk verbonden tot meer ontwikkelingssamenwerking,<br />

om de doelstellingen te kunnen halen die in de jaren ‘90<br />

op internationale topconferenties werden vastgelegd. Regeringsleiders uit heel de<br />

wereld kwamen in 1990 in Jomtien, Thailand, bijeen voor de Wereldconferentie over<br />

Onderwijs voor Eenieder. Hier stelden ze als doel binnen het decennium alle kinderen<br />

ter wereld de kansen te geven om hun capaciteiten ten volle te ontwikkelen. Dit<br />

engagement behelsde universele toegang tot basisonderwijs van goede kwaliteit en<br />

het einde van de ongelijkheid tussen de geslachten.<br />

De meest recente verbintenis van staten en regeringsleiders met betrekking tot algemeen<br />

basisonderwijs wil dit bereiken tegen 2015. Aan het huidige ritme zal zelfs dit<br />

minder ambitieuze doel onbereikbaar zijn. Als de regeringen nu niet handelen, zullen<br />

in 2015 75 miljoen kinderen verstoken zijn van basisonderwijs.<br />

Toch benadrukte de meest recente wereldtop over onderwijs (Dakar, 2000) dat<br />

“onderwijs een fundamenteel mensenrecht is. Het is de sleutel tot duurzame<br />

ontwikkeling en vrede en stabiliteit in en tussen landen, en bijgevolg een<br />

onontbeerlijk middel tot effectieve <strong>deel</strong>name in de samenlevingen en<br />

economieën van de eenentwintigste eeuw.”<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“We worden zwak geboren<br />

en we hebben kracht nodig.<br />

Hulpeloos en we hebben<br />

hulp nodig. Dwaas en we<br />

hebben verstand nodig.<br />

Alles waaraan het ons bij de<br />

geboorte ontbreekt, alles wat<br />

we nodig hebben om mens te<br />

worden, is het geschenk van<br />

opvoeding.”<br />

Jean-Jacques Rousseau<br />

“Onderwijs is een betere<br />

waarborg voor vrijheid dan<br />

een paraat leger.”<br />

Edward Everett<br />

Bronnen<br />

• Building Bridges for<br />

Learning, Youth Forum,<br />

Brussels, 1999. Education for<br />

All – country reports, 2000.<br />

www.unesco.org<br />

• Education Now Campaign,<br />

Oxfam www.caa.org.au/<br />

oxfam/advocacy/education<br />

• European Youth Trends<br />

2000,<br />

Council of Europe, 2001<br />

• Learning: The treasure<br />

within, Unesco, Paris, 1996.<br />

• World Education Report<br />

www.unesco.org<br />

345


K<br />

“Als de woestijn zich<br />

uitbreidt, wouden verdwijnen,<br />

ondervoeding toeneemt<br />

en mensen in stedelijke<br />

gebieden in erbarmelijke<br />

omstandigheden leven, komt<br />

dit niet door een gebrek<br />

aan middelen maar door<br />

het beleid dat door onze<br />

leiders wordt gevoerd, door<br />

een elitegroep. Mensen<br />

hun rechten ontzeggen<br />

en weigeren rekening te<br />

houden met hun belangen,<br />

leidt tot een situatie waar<br />

alleen armoede nog een<br />

voorspoedige toekomst<br />

heeft in Afrika… Enkel vrije<br />

mensen, mensen die rechten<br />

hebben, zijn volwassen en<br />

verantwoordelijke burgers<br />

die hun steentje kunnen<br />

bijdragen aan de ontwikkeling<br />

en de bescherming<br />

van het milieu.”<br />

Spreker uit de zaal, WECD<br />

publieke hoorzitting, Nairobi,<br />

23 september 1986.<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Een verhaal over twee<br />

steden, pagina 67.<br />

• Voorpagina, pagina 131.<br />

• Een tuin in één nacht,<br />

pagina 135.<br />

• In een perfecte wereld<br />

leven, pagina 156.<br />

• Makah walvisvangst,<br />

pagina 162.<br />

• Onze toekomstvisies,<br />

pagina 178.<br />

• Het web van het leven,<br />

pagina 231.<br />

Milieu<br />

Het is onmogelijk om het milieu - woestijnen, wouden of uitdijende steden - los te zien<br />

van mensen en mensenrechtenkwesties, in het bijzonder inzake sociale rechtvaardigheid<br />

en ontwikkeling. Dit geldt niet enkel in Afrika maar overal, ook in Europa.<br />

Milieu en mens hebben een wederzijdse relatie: alle menselijke activiteit werkt in op<br />

het milieu en het milieu heeft invloed op het leven van de mens. Een voorbeeld is het<br />

“broeikaseffect”. Het 300-jarig gebruik van olie, steenkool en gas als brandstof voor<br />

de industriële ontwikkeling overal ter wereld heeft bijgedragen tot een signifi cante<br />

opwarming van de aarde. De hieruit voortvloeiende catastrofale gebeurtenissen waar<br />

we de voorbije vier jaar getuige van waren, treffen mensen overal ter wereld. Hoe dan<br />

ook, de mensen van de rijke landen in het Noorden, die groten<strong>deel</strong>s verantwoordelijk<br />

zijn voor de koolstofdioxide-uitstoot, kunnen zichzelf beter beschermen tegen<br />

‘natuurrampen’ dan degenen die in de ontwikkelingslanden in het Zuiden leven. Dit is<br />

een kwestie van rechtvaardigheid en bijgevolg een mensenrechtenkwestie.<br />

Enkele andere voorbeelden van het verband tussen milieu en mensenrechten zijn:<br />

• Landbouwgrond die tijdens oorlogen bezaaid is met landmijnen. Deze<br />

landmijnen bedreigen de menselijke veiligheid.<br />

• Mensen die door armoede gedwongen worden weinig rendabele grond te<br />

bebouwen, wat leidt tot woestijnvorming en nog grotere armoede.<br />

• De ramp bij Baia Mare waarbij grote hoeveelheden cyanide de rivier de<br />

Szamos vervuilden, vervolgens de Tisza en tenslotte de Donau.<br />

Onze wortels in het milieu<br />

We gebruiken het milieu om ons te voorzien van grondstoffen voor onze ontwikkeling<br />

en we gebruiken het ook als stort voor ons afval. Tegelijkertijd moet het ons, om<br />

het leven in stand te houden, voorzien van stabiele temperaturen, zuurstof in de<br />

lucht en zuiver water. We leven op een begrensde wereldbol waar alles met alles<br />

verbonden is, bijvoorbeeld door voedselkringlopen en de kringlopen van water en<br />

rotsen. Er is een natuurlijke veerkracht, maar een ernstige verstoring van deze cycli<br />

door bijvoorbeeld vervuiling, ongeschikte landbouwpraktijken, irrigatieprojecten of<br />

overbevissing, destabiliseert het natuurlijk evenwicht. Het ongeluk in Tsjernobyl in<br />

Oekraïne, het afsterven van de bomen in het Zwarte Woud in Duitsland, woestijnvorming<br />

in Zuid-Spanje, gekkekoeienziekte in Groot-Brittanië, het opdrogen van het<br />

Aralmeer in Oezbekistan en de geplande waterkrachtdam in het Turkse Ilisu zijn<br />

allemaal voorbeelden van de manier waarop mensen in de loop van de ontwikkeling<br />

het milieu schaden, de basis voor alle economische activiteit en voor het leven zelf.<br />

346 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Milieu<br />

? Kan je plaatselijke voorbeelden geven? Bijvoorbeeld, wat voor<br />

invloed op de omgeving waar jij leeft hebben wegenaanleg,<br />

mijnontginning of andere ontwikkelingen?<br />

De idee van duurzame ontwikkeling<br />

In 1989 propageerde de VN Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling (WCED),<br />

in wat het Brundtlandrapport genoemd wordt, het principe van “duurzame<br />

ontwikkeling”. Dit wordt gedefi nieerd als “ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden<br />

van vandaag zonder de mogelijkheid van de toekomstige generaties om in hun<br />

behoeften te voorzien in het gedrang te brengen”. Dit werd in 1992 gevolgd door de<br />

Verklaring van Rio die stelde dat “mensen centraal staan in de zorg voor duurzame<br />

ontwikkeling. Ze hebben recht op een gezond en productief leven in harmonie met de<br />

natuur.”<br />

Het echte en dringende probleem is hoe je mensenrechtenkwesties als armoede,<br />

globalisering en het recht op ontwikkeling kan aanpakken zonder de omgeving die in<br />

onze behoeften voorziet te vernielen.<br />

Eén manier om dit aan te pakken, is door internationale afspraken over specifi eke<br />

kwesties. Op de klimaatconferentie van de VN in Kyoto (1997) bijvoorbeeld hebben<br />

de industrielanden specifi eke afspraken gemaakt om hun uitstoot van broeikasgassen<br />

te verminderen. Er werd veel onderhandeld over uitzonderingen voor ontwikkelingslanden<br />

en er waren veel kritische opmerkingen zowel over de uiteindelijke doeltreffendheid<br />

als de rechtvaardigheid van het defi nitieve akkoord.<br />

Een alternatieve aanpak is uitgaan van mensenrechten, wat zou garanderen dat<br />

de principes van rechtvaardigheid en gelijkheid in alle akkoorden centraal staan.<br />

Sommigen argumenteren dat milieukwesties reeds voldoende aan bod komen in<br />

de bestaande wetgeving over mensenrechten, bijvoorbeeld het recht op eigendom,<br />

gezondheid en leven. Anderen spreken op uiteenlopende wijzen over nieuwe of<br />

opkomende milieurechten.<br />

Eén idee is dat er een milieu-mensenrecht zou moeten toegevoegd worden aan de<br />

lijst van bestaande mensenrechten. In 1994 bijvoorbeeld stelt de ontwerpverklaring<br />

over de principes van mensenrechten en milieu: “Elke persoon heeft het recht op een<br />

veilige, gezonde en ecologisch stabiele omgeving. Dit recht en andere mensenrechten,<br />

met inbegrip van burgerlijke, culturele, economische, politieke en sociale rechten zijn<br />

universeel, onderling afhankelijk en on<strong>deel</strong>baar”.<br />

Sommigen, vooral ecologisten, hebben kritiek op een dergelijke vraag naar een<br />

milieu-mensenrecht. Zij vrezen dat als menselijk leven en gezondheid het doel zijn van<br />

milieubescherming het milieu enkel beschermd zal worden in de mate die nodig is voor<br />

het menselijk welzijn. In plaats daarvan pleiten ze voor een meer holistische aanpak<br />

van mensenrechten. Ze zeggen dat mensen <strong>deel</strong> uitmaken van de biosfeer (het<br />

levensweb op aarde) en dat bijgevolg hun plicht tegenover de mensheid niet losstaat<br />

van hun plicht om het milieu te beschermen. In een breder kader zouden aanspraken<br />

op mensenrechten zowel rekening moeten houden met intrinsieke waarden en de<br />

noden van de toekomstige generaties als met de tegenstrijdige belangen van staten<br />

en volkeren.<br />

Sommigen zijn van mening dat andere diersoorten “dierenrechten” zouden moeten<br />

hebben, zoals mensen mensenrechten hebben.<br />

In de wetgeving hebben dieren als zodanig geen rechten. Toch worden ze vaak door<br />

de wet beschermd. In de meeste Europese landen bijvoorbeeld zijn er wetten om het<br />

welzijn en de levensomstandigheden van boerderijdieren te waarborgen.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Wereldrampen 22<br />

Rampen 1996 2000<br />

Orkanen 62 99<br />

Overstromingen<br />

“De milieubeweging<br />

kan enkel overleven als<br />

ze een beweging voor<br />

rechtvaardigheid wordt. Als<br />

zuivere milieubeweging zal<br />

ze ofwel uitsterven ofwel<br />

overleven als collectieve<br />

“groenwasserij”. Geen enkele<br />

eerlijke milieuactivist kan<br />

genoegen nemen met deze<br />

rol. Maar als ecologische<br />

beweging en tegelijkertijd<br />

een beweging voor meer<br />

rechtvaardigheid heeft ze<br />

onbeperkte mogelijkheden.”<br />

Vandana Shiva<br />

347<br />

69 153<br />

Droogte 9 46


K<br />

Ecologische mensenrechten<br />

Ecologische mensenrechten kunnen beschouwd worden als een antwoord op de milieusituatie van de wereld. Ze zijn<br />

een product van onze tijd, zoals burgerlijke en politieke rechten een product waren van de historische gebeurtenissen<br />

in vroeger tijden.<br />

De Goldmanprijs voor het milieu<br />

Milieu<br />

Een andere mogelijke stap voorwaarts die door sommigen besproken wordt, is<br />

het concept van ecologische mensenrechten. Deze benadering tracht de fi losofi e<br />

van mensenrechten te verzoenen met ecologische principes. Mensenrechten<br />

(zoals menselijke waardigheid, vrijheid, bezit en ontwikkeling) dienen rekening te<br />

houden met het feit dat individuen niet enkel werkzaam zijn in een politieke en sociale<br />

omgeving maar ook in een natuurlijke omgeving. Net zoals elk individu de intrinsieke<br />

waarde van zijn medemens mens moet respecteren, moet hij ook de intrinsieke waarde van<br />

andere wezens (dier, planten en ecosystemen) respecteren.<br />

Een van de grootste uitdagingen waarmee leraren en jeugdwerkers vandaag de<br />

dag geconfronteerd worden, is het opvoeden van jongeren zodat ze het tweevoudig<br />

concept van respect voor de menselijke waardigheid en voor de intrinsieke waarde van<br />

het leven begrijpen en ernaar leven. Met andere woorden, “mondiaal denken en<br />

lokaal handelen”, en nieuwe levensstijlen vinden die ook houdbaar zijn in de toekomst.<br />

Deelname van jongeren en jeugdorganisaties<br />

Scholen, niet-gouvernementele milieuorganisaties en andere instellingen geven jongeren<br />

in elk land kansen om actief betrokken te worden bij milieuvraagstukken. Op<br />

plaatselijk niveau kunnen ze hun thuis, school en jeugdgroep milieuvriendelijker<br />

maken en kunnen ze <strong>deel</strong>nemen aan de plaatselijke besluitvorming. Op regionaal<br />

en nationaal niveau kunnen ze invloed uitoefenen op het publiek en politiek debat,<br />

door bijvoorbeeld brieven te schrijven, toneelstukken op te voeren en (vreedzaam)<br />

te demonstreren over kwesties die hen aanbelangen. Op internationaal en mondiaal<br />

niveau kunnen ze invloed hebben door verklaringen zoals het Handvest voor de Aarde<br />

en door internationale campagnevoerende organisaties als Greenpeace.<br />

Op alle niveaus kunnen jongeren <strong>deel</strong>nemen door correspondentie via het internet, door<br />

campagnes en door mondiale vieringen zoals de Werelddag voor het Milieu en<br />

de Dag van de Aarde. De Werelddag voor het Milieu, 5 juni, werd in 1972 door<br />

de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ingesteld. Hij kan op veel<br />

manieren gevierd worden, met inbegrip van straatdemonstraties, fi etsoptochten,<br />

groene concerten, opstel- en affi chewedstrijden in scholen, het planten van bomen,<br />

inspanningen om te recycleren en opruimacties. Ieder jaar is er een thema waarop<br />

men zich kan richten.<br />

Voorbeelden van vroegere thema’s zijn onder andere “Voor het leven op aarde – Red<br />

onze zeeën”, “Armoede en het milieu – Doorbreek de vicieuze cirkel” en “Kinderen<br />

en het milieu” (www.unep.org<br />

www.unep.org). De Dag van de Aarde, 22 april, wordt gecoördineerd<br />

door het Earth Day Network, dat samenwerkt met andere milieu- en mensenrechtenorganisaties,<br />

bijvoorbeeld de Sierra Club en Amnesty International, om publiek actie<br />

te voeren door vieringen en door protestacties tegen schendingen van mensenrechten<br />

en milieuschandalen. www.earthday.net/events/events-europe.stm<br />

De Goldmanprijs voor het milieu is ’s werelds belangrijkste prijsprogramma om het werk van basis-ecologisten te honoreren.<br />

In 2000 won Oral Atanniyazova de prijs voor haar werk in de Oezbeekse gemeenschappen die waren getroffen door de<br />

ramp van het Aralmeer. Zij concentreerde zich op educatie, medische vraagstukken en familiaal welzijn, en de rechten<br />

van vrouwen en kinderen.<br />

In 2001 werd de prijs gewonnen door Myrsini Malakou en Giorgios Catsadorakis die zich inspanden om de bedreigde<br />

moerasecologie van Préspa in het Noordwesten van Griekenland te redden. Een van hun verwezenlijkingen was de<br />

ondertekening van een akkoord tussen Albanië, de vroegere Joegoslavische republiek Macedonië en Griekenland om het<br />

eerste grensoverschrijdend beschermd gebied van de Balkan te vestigen, een voorbeeld van vreedzame samenwerking<br />

tussen deze landen.<br />

348 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Het werk van de Raad van Europa<br />

De Raad van Europa lanceerde zijn milieuprogramma in 1961. Zij concentreert<br />

haar activiteiten op dit gebied vooral op het behoud van natuur en landschappen. Het<br />

programma maakt nu <strong>deel</strong> uit van het Departement Cultuur en Cultureel en Natuurlijk<br />

Erfgoed van de Raad van Europa. De drie belangrijkste richtingen zijn: de Paneuropese<br />

strategie voor biologische en landschapsdiversiteit, het verdrag inzake het behoud van<br />

wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu (het Verdrag van Bern, 1979) en<br />

het bevorderen van het bewustzijn van biologische en landschapsdiversiteit.<br />

De publicaties van de Raad van Europa zorgen voor informatie en bewustzijn over<br />

de bescherming van het milieu. Zijn netwerk van nationale instellingen draagt ook bij<br />

tot het bevorderen van het behoud van biologische en landschapsdiversiteit.<br />

Internationale documenten en verklaringen<br />

Een greep uit de talrijke verdragen en andere documenten die handelen over zowel<br />

milieu als mensenrechten en die nuttig kunnen zijn:<br />

1. Het Europees Handvest over milieu en gezondheid (1989)<br />

2. De VN Verklaring inzake milieu en ontwikkeling (1992)<br />

3. De ontwerpverklaring van principes inzake mensenrechten en milieu (1994)<br />

4. De Verklaring van Bizkaia over het recht op milieu (1999)<br />

5. Het Handvest van de Aarde (2000)<br />

Bronnen<br />

• Boyle, A., Anderson, M.R., Human rights approaches to environmental protection: An overview,<br />

Clarendon Press, Oxford, 1996.<br />

• Bosselmann, K., Human rights and the environment: redefining fundamental principles,<br />

www.arbld.unimelb.edu.au/envjust/papers/allpapers/bosselmann/home.htm<br />

• Caring for the Earth, The World Conservation Union (IUCN), United Nations Environment Programme<br />

(UNEP), World Wide Fund for Nature (WWF-UK), www.ciesin.org/IC/iucn<br />

www.ciesin.org/IC/iucn/CaringDS.html<br />

• Het Raad van Europa milieu programma, www.nature.coe.int<br />

• De 1994 ontwerp Princiepsverklaring over mensenrechten en het milieu: www1.umn.edu/humanrts/<br />

instree/1994-dec.htm<br />

• Het Handvest van de Aarde initiatief, www.earthcharter.org<br />

• Worldwatch, www.worldwatch.org<br />

Milieu<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

5 juni<br />

Werelddag voor het Milieu<br />

22 april<br />

Dag van de Aarde<br />

“De redding van de<br />

wereld ligt in het menselijk<br />

hart, in het menselijk<br />

vermogen tot refl ectie, in<br />

de zachtmoedigheid van<br />

de mens en de menselijke<br />

verantwoordelijkheid.<br />

We worden nog steeds<br />

geregeerd door het<br />

destructieve en ijdele geloof<br />

dat de mens de kroon op<br />

de schepping is en niet<br />

enkel een <strong>deel</strong> ervan, en dat<br />

bijgevolg alles toegelaten<br />

is. We zijn nog altijd niet in<br />

staat om moraal voorrang<br />

te geven op politiek,<br />

wetenschap en economie.<br />

We zijn nog steeds niet in<br />

staat om in te zien dat de<br />

enige echte ruggengraat<br />

van ons handelen –als<br />

het handelen moreel moet<br />

zijn- verantwoordelijkheid is.<br />

Verantwoordelijkheid gaat<br />

boven mijn familie, mijn<br />

land, mijn onderneming, mijn<br />

succes. Verantwoordelijkheid<br />

tegenover het Zijn, waar<br />

ze juist zullen beoor<strong>deel</strong>d<br />

worden, en enkel daar.”<br />

Vaclav Havel<br />

349


K<br />

“Het zou een mooie<br />

levensfase moeten zijn: jong<br />

zijn en een leven voor je<br />

hebben dat je kan plannen<br />

en waarvan je kan dromen.<br />

Het zou bovendien even<br />

mooi moeten zijn of je nu<br />

een jonge vrouw bent of een<br />

jonge man. In werkelijkheid<br />

echter wordt aan veel<br />

jongeren het recht ontzegd<br />

om plannen te maken en<br />

dromen te koesteren, alsook<br />

hun recht op veiligheid en<br />

waardigheid. In werkelijkheid<br />

maakt het een groot verschil<br />

of je als jongen of als meisje<br />

geboren bent. Vrouwen<br />

lopen een veel groter risico<br />

dat hun fundamentele<br />

mensenrechten geschonden<br />

worden.” 23<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Loon naar werk?,<br />

pagina 103.<br />

• Binnen vier muren,<br />

pagina 110.<br />

• Helden en heldinnen,<br />

pagina 138.<br />

• Laten we het over seks<br />

hebben, pagina 152.<br />

• De weg naar het Land van<br />

Gelijkheid, pagina 181.<br />

• Wie zijn ik?, pagina 253.<br />

• Werk en kindjes,<br />

pagina 256.<br />

Gendergelijkheid<br />

Enkele basisbegrippen<br />

Terwijl in de jaren 1970 en 1980 vrouwenrechtenactivisten praatten over het “integreren<br />

van de vrouw in het proces van ontwikkeling”, lag in de jaren 1990 de nadruk op de<br />

integratie van genderkwesties in ontwikkelingsbeleid en planning.<br />

Vandaag spreekt men zowel van “vrouwenrechten” als van “de gelijkheid tussen man<br />

en vrouw”. Wat wordt met deze termen bedoeld en wat is het verschil ertussen? De<br />

uitdrukking “mensenrechten van de vrouw” wordt gebruikt om te benadrukken dat<br />

vrouwenrechten mensenrechten zijn, rechten waarop vrouwen zich kunnen beroepen<br />

gewoon op grond van hun menszijn. Dit idee integreert het thema van de vrouw in de<br />

mensenrechtenbeweging en integreert tegelijkertijd principes van mensenrechten<br />

in de vrouwenbeweging.<br />

Gelijkheid tussen man en vrouw wil zeggen een gelijke mate van macht, <strong>deel</strong>name<br />

en zichtbaarheid van beide seksen in alle domeinen van het openbaar en privé-leven.<br />

Gelijkheid van man en vrouw moet niet worden begrepen als het tegen<strong>deel</strong> van<br />

verschillen tussen man en vrouw maar als het tegen<strong>deel</strong> van ongelijkheid tussen man<br />

en vrouw. Het wil de volledige <strong>deel</strong>name van vrouwen en mannen in de samenleving<br />

bevorderen. Gelijkheid van man en vrouw moet, zoals mensenrechten, voortdurend<br />

bevochten, beschermd en aangemoedigd worden.<br />

De term ‘gender’ verwijst naar de sociale rollen van man en vrouw die hen worden<br />

toegeschreven op basis van hun geslacht. Deze rolpatronen hangen daarom af<br />

van de specifi eke socio-economische, politieke en culturele context en worden<br />

beïnvloed door andere factoren met inbegrip van ras, etnische groep, klasse, seksuele<br />

geaardheid en leeftijd. Rolpatronen zijn aangeleerd en variëren sterk in en<br />

tussen culturen. In tegenstelling tot het biologisch geslacht van een persoon,<br />

kunnen rolpatronen veranderen.<br />

“De discussie over socialisering en stereotypen toonde aan dat de ‘oude’ vormen van<br />

socialisering ruimte creëerden voor nieuwe vormen van identiteit en individualiteit.<br />

‘Nieuwe’ vormen van socialisering komen in de plaats, maar het is mogelijk dat<br />

ze gelijkaardige stereotype verwachtingen kopiëren en gelijkaardige gevolgen<br />

voortbrengen als voorheen. De invloed van familie, school en werkplaats is misschien<br />

niet meer zo sterk, maar nieuwe informatietechnologieën en prille culturele praktijken<br />

(in muziek, media en televisie) komen misschien te hulp om de sociale macht van<br />

mannen te versterken en de ondergeschikte positie van vrouwen te behouden.” 34<br />

? Hoe makkelijk is het voor mannen om zich aan te passen aan<br />

de veranderingen die het gevolg zijn van de erkenning van de<br />

rechten van de vrouw?<br />

350 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Voorbeelden van schendingen van de rechten van vrouwen<br />

Huiselijk geweld<br />

De meest voorkomende vorm van geweld tegen vrouwen is huiselijk geweld. Huiselijk<br />

geweld werd jarenlang beschouwd als een privé-zaak, waar de staat en het gerechtelijk<br />

systeem zich niet mee te moeien had. Toch is huiselijk geweld niet enkel een<br />

schending van het fysieke en psychologische welzijn van de betrokken vrouwen, en<br />

bijgevolg een directe aanslag op hun mensenrechten; het is ook een misdrijf.<br />

Statistieken tonen aan dat een vrouw meer kans heeft om geslagen, aangevallen en<br />

zelfs gedood te worden door haar partner of ex-partner dan door enig ander persoon.<br />

• Afhankelijk van het Europese land in kwestie zijn tussen 20% en 50% van de<br />

vrouwen het slachtoffer van huiselijk geweld.<br />

• Huiselijk geweld komt voor in alle lagen van de bevolking en in alle<br />

leeftijdsgroepen.<br />

• Huiselijk geweld neemt vele vormen aan: fysiek, seksueel, psychologisch en<br />

structureel.<br />

• Eén vrouw op vijf wordt ooit in haar leven het slachtoffer van seksuele aanranding.<br />

De leeftijd van de slachtoffers gaat van twee maanden tot 90 jaar.<br />

• 98% van de agressors is mannelijk, en 50% is getrouwd of leeft in een de<br />

facto huwelijk of als koppel.<br />

• 70% van de verkrachtingen gebeurt met voorbedachten rade en slechts 3%<br />

van de agressors is mentaal onevenwichtig.<br />

• Het fenomeen van groepsverkrachting neemt toe.<br />

• Cijfers tonen een toenemend aantal gevallen van aanranding van zeer jonge<br />

meisjes.<br />

“De statistieken zijn beroerd, naar welk <strong>deel</strong> van de wereld je ook kijkt… Geen enkel<br />

land of regio is vrij van huiselijk misbruik”. Dit staat te lezen in een rapport van Unicef<br />

over huiselijk geweld tegen vrouwen en meisjes dat in 2000 gepubliceerd werd in een<br />

eerste poging om de wereldwijde omvang van dit fenomeen vast te stellen.<br />

Trafi ek van vrouwen en meisjes<br />

Gendergelijkheid<br />

Elk jaar worden miljoenen mannen, vrouwen en kinderen het slachtoffer van de<br />

wereldwijde mensenhandel in omstandigheden die gelijk staan met slavernij. Vele<br />

duizenden van hen zijn jonge vrouwen en meisjes die werden gelokt, ontvoerd of<br />

verkocht voor gedwongen prostitutie of andere vormen van seksuele dwangarbeid.<br />

Globalisering en moderne technologieën hebben deze ontwikkeling vergemakkelijkt.<br />

De onderliggende oorzaken van deze mensenhandel zijn o.m. armoede, werkloosheid<br />

en een gebrek aan onderwijs, factoren die elk op zich mensen dwingen risico’s te<br />

nemen om de kwaliteit van hun leven te verbeteren. Een onrustwekkende trend in de<br />

industrie-landen is “het gebruik van goedkope en niet aangegeven arbeidskrachten<br />

alsook het uitbuiten van vrouwen en kinderen in de prostitutie en de pornografi e.” 25<br />

Mensenhandel is zeker geen nieuw fenomeen, maar het verkopen van naïeve en wanhopige<br />

jonge vrouwen voor seksuele slavernij is een van de snelst groeiende criminele<br />

activiteiten geworden in de mondiale economie. “De handelsstroom tussen bepaalde<br />

ontwikkelingslanden (Noord- en Centraal-Afrika, Latijns-Amerika en Azië) en westerse<br />

landen van bestemming houdt aan. Maar het meest opmerkelijke element… is de<br />

toename van het aantal vrouwen en kinderen die vanuit Centraal- en Oosteuropese<br />

landen de Europese Unie binnengesmokkeld worden. Schattingen gaan tot 120.000<br />

vrouwen en kinderen die jaarlijks naar West-Europa worden gebracht.” 26 De handel in<br />

vrouwen en kinderen - en mensenhandel in het algemeen - is sinds enkele jaren een<br />

prioriteit op de agenda van de Raad van Europa.<br />

Genitale verminking van vrouwen ('vrouwenbesnijdenis')<br />

Genitale verminking van vrouwen (female genital mutilation, FGM) treft naar schatting<br />

ongeveer 130 miljoen meisjes en vrouwen en komt het meest voor in Afrika. FGM is<br />

een cultureel gebruik dat schadelijk is voor vrouwen en het recht van de vrouw op<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

8 maart<br />

Wereldvrouwendag<br />

25 november<br />

Internationale dag inzake<br />

geweld tegen vrouwen<br />

Ieder jaar worden er in de<br />

wereld twee miljoen jonge<br />

meisjes op deze manier<br />

besneden en dit bovenop de<br />

130 miljoen reeds besneden<br />

vrouwen. 27<br />

351


K<br />

leven, lichamelijke integriteit, gezondheid en seksualiteit schendt. Omdat het vooral<br />

wordt toegepast bij jonge meisjes, roept genitale verminking van vrouwen ook ernstige<br />

vragen op over de rechten van het kind.<br />

In confl ictzones...<br />

In de afgelopen jaren werden voorvallen van geweld tegen vrouwen gemeld in Bosnië,<br />

Cambodja, Tsjetsjenië, Haïti, Peru, Somalië, Sierra Leone, Oost- en West-Timor en<br />

in brandhaarden elders ter wereld. De internationale gemeenschap heeft nood<br />

aan een alternatief voor de enkele ad hoc internationale rechtbanken - zoals die voor<br />

ex-Joegoslavië en Rwanda. Hoewel deze nuttig en noodzakelijk zijn, zijn ze duidelijk<br />

inadequaat en onvoldoende in het beschermen van de rechten van vrouwen.<br />

De parlementaire vergadering van de Raad van Europa<br />

“betreurt dat, niettegenstaande het feit dat verkrachting erkend is als oorlogsmisdaad, het nog steeds, ook in recente<br />

confl icten (Kosovo en Tsjetsjenië), systematisch aangewend wordt als oorlogswapen dat niet enkel psychologisch trauma<br />

toebrengt maar ook gedwongen zwangerschap.” 28<br />

“Ongelijkheid en<br />

ongelijkwaardigheid tussen<br />

man en vrouw op het<br />

gebied van mensenrechten<br />

is onverenigbaar met<br />

de principes van echte<br />

democratie.”<br />

Parlementaire vergadering<br />

van de Raad van Europa,<br />

Resolutie 1216 (2000)<br />

Gendergelijkheid<br />

? Wat kan er gedaan worden om een einde te maken aan het<br />

geweld tegen vrouwen en meisjes?<br />

Bestaande internationale mensenrechtendocumenten<br />

Sinds de Verenigde Naties hun eerste wereldconferentie over vrouwen hielden<br />

(Mexico City, Mexico, 1975) is er grote vooruitgang geboekt met betrekking tot<br />

het bereiken van gelijkheid tussen man en vrouw. Het VN Ontwikkelingsfonds voor<br />

de Vrouw (UNIFEM) werd in 1976 opgericht om vernieuwing en verandering in dit<br />

domein te fi nancieren. Sedert die tijd heeft het talrijke projecten en initiatieven overal<br />

in de ontwikkelingslanden gesteund en zo vrouwen aangemoedigd om op politiek,<br />

economisch en sociaal vlak voor zichzelf op te komen.<br />

Het eerste wettelijk bindend internationaal document dat discriminatie van vrouwen<br />

verbood en regeringen verplichtte stappen te ondernemen voor de gelijkberechtiging<br />

van de vrouw is het Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie<br />

van Vrouwen (“Vrouwenrechtenverdrag” of CEDAW). Dit werd in 1979 goedgekeurd<br />

en werd in 1981 van kracht.<br />

Het doel van het verdrag is om alle vormen van vrouwendiscriminatie uit te bannen. In<br />

artikel 1 wordt dit gedefi nieerd als “elke vorm van onderscheid, uitsluiting of beperking<br />

op grond van het geslacht, die tot gevolg of tot doel heeft de erkenning, het genot<br />

of de uitoefening door vrouwen - onafhankelijk van hun huwelijkse staat, en op voet<br />

van gelijkheid tussen mannen en vrouwen - van de rechten van de mens en de<br />

fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel vlak, als burger<br />

of op welk ander vlak dan ook aan te tasten of teniet te doen.” Staten zijn verplicht<br />

periodiek rapporten in te dienen over de naleving van het verdrag.<br />

In de loop van het laatste decennium is een wereldwijde beweging ontstaan om de<br />

beperkende idee dat de rechten van de vrouw zouden ondergeschikt zijn ten opzichte<br />

van andere mensenrechtenvraagstukken te betwisten.<br />

In 1999 voegde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een facultatief<br />

protocol toe aan CEDAW; dit was uitgewerkt door het VN Comité voor de<br />

uitbanning van vrouwendiscriminatie. Dit facultatieve protocol werd van kracht<br />

in 2000. Het betekende een belangrijke stap in de bescherming van de rechten<br />

van vrouwen, doordat het individuele vrouwen of vrouwengroepen toelaat klachten<br />

wegens mensenrechtenschendingen direct bij het Comité voor de uitbanning van<br />

vrouwendiscriminatie in te dienen. Het geeft het Comité ook de mogelijkheid om<br />

onderzoeken te starten naar gevallen van zware of systematische schendingen van<br />

de rechten van vrouwen overal ter wereld. Toch is de macht van het protocol beperkt,<br />

omdat de staten die het ratifi ceerden een verzoek van het Comité, om schendingen<br />

352 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


van vrouwenrechten op hun territorium te onderzoeken, kunnen weigeren.<br />

Binnen de Raad van Europa wordt de kwestie van gelijkheid van man en vrouw beschouwd<br />

als een fundamenteel mensenrecht en valt het onder de bevoegdheid van<br />

Stuurgroep voor Gelijkheid tussen Vrouw en Man (CDEG). Dit is een intergouvernementeel<br />

orgaan binnen de Raad, dat analyses, studies en evaluaties uitvoert,<br />

strategieën en politieke maatregelen defi nieert en, waar nodig, beslissingen neemt<br />

over de gepaste wettelijke middelen.<br />

De vierde Wereldvrouwenconferentie van 1995 in Beijing, China, bracht bijna 47.000<br />

vrouwen en mannen bijeen, en was tot op heden de grootste VN-bijeenkomst van<br />

vertegenwoordigers van regeringen en ngo’s. Ter gelegenheid van deze historische<br />

gebeurtenis keurden 189 landen unaniem de Verklaring van Peking en het actieplatform<br />

goed. Nationale regeringen hebben er zich toe verbonden de gelijkheid van mannen<br />

en vrouwen te bevorderen in het formuleren van elk regeringsbeleid of programma. Ze<br />

wezen de volgende twaalf knelpunten aan: armoede, onderwijs en opleiding, gezond-heid,<br />

geweld tegen vrouwen, gewapende confl icten, economie, macht en besluit-vorming,<br />

institutionele mechanismen voor gelijkheid van mannen en vrouwen, mensenrechten,<br />

media, het leefmilieu en jonge meisjes.<br />

Onderwijs… de oplossing<br />

Het zou een belangrijke stap zijn om van de erkenning van rechten te evolueren naar<br />

het effectief afdwingen van rechten. Wie aan mensenrechteneducatie doet moet<br />

de gevoelige aard van de mensenrechtenvisie naar waarde schatten, en moet<br />

rekening houden met de verschillen in noden en reacties van individuele vrouwen.<br />

Zonder deze gevoeligheid zou mensenrechteneducatie gewoon een andere vorm<br />

van manipulatie of onderdrukking van vrouwen worden. Onderwijs is een belangrijk<br />

terrein voor het realiseren van gelijkheid tussen mannen en vrouwen omdat het een<br />

instrument is waarmee samenlevingen normen, kennis en vaardigheden overdragen.<br />

“Het bestrijden van geweld op basis van het geslacht en het bevorderen van gelijkheid<br />

tussen mannen en vrouwen vereist vorming en actieve betrokkenheid van alle<br />

sectoren van de samenleving, in het bijzonder van jonge vrouwen en mannen en van<br />

leden van minderheidsgroepen, van bij het begin.” 30<br />

? Geef jij, als opvoeder of jeugdleider, aandacht aan gendervraagstukken<br />

als je met jonge mensen werkt?<br />

Bronnen<br />

• Connell, R.W., Gender and power, Stanford University Press.<br />

• Mertus J., Flowers N., Dutt M., Local action, global change, UNIFEM and the Center for Women’s<br />

Global Leadership, 1999.<br />

• Williams S. and others, The Oxfam gender training manual, Oxfam Publication, 1994.<br />

• Ramberg I. Violence against young women in Europe, seminar report, Council of Europe, 2001.<br />

Enkele nuttige websites over vrouwenkwesties<br />

• OECD-DAC Gender, www.oecd.org/dac/gender<br />

• United Nations Educational, Scientifi c and Cultural Organisation (Unesco), http://portal.unesco.org/<br />

en/ev.php-URL_ID=3160&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html<br />

• United Nations Statistics Division Gender Statistics, www.un.org/depts/unsd/gender<br />

• United Nations Development Fund for Women (UNIFEM), www.undp.org/unifem<br />

• Women Watch, www.un.org/womenwatch<br />

Gendergelijkheid<br />

• European Women’s Lobby (EWL), www.womenlobby.org<br />

• Women against Violence Europe (Wave Network): www.wave-network.org<br />

• Men against Violence Against Women (MAVAW), http://menagainstviolence.tripod.com<br />

• Young Women from Minorities (WFM), www.wfmonline.org<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Het belangrijkste probleem<br />

is dat de defi nitie van<br />

gelijkheid die gehanteerd<br />

wordt een zeer enge<br />

defi nitie is van gelijkheid<br />

de jure, die niet altijd tegen<br />

discriminatie beschermt.<br />

Een tweede probleem ligt<br />

in het feit dat vrouwen<br />

traditioneel deze kwesties<br />

hebben moeten aanpakken<br />

buiten de heersende<br />

maatschappelijke stroming.<br />

Een derde probleem is dat<br />

vrouwen in de meeste landen<br />

een zwakke positie innemen<br />

in de besluitvormingsstructuren.<br />

29<br />

353


K<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Globalisering: een<br />

woordenlijst, pagina 65.<br />

• Toegang tot geneesmiddelen,<br />

pagina 76.<br />

• Allemaal gelijk – allemaal<br />

anders, pagina 84.<br />

• Ashique’s verhaal,<br />

pagina 87.<br />

• Let op, we kijken toe!,<br />

pagina 91.<br />

• Onderwijs voor iedereen?,<br />

pagina 118.<br />

• Voorpagina, pagina 131.<br />

• Horoscoop van de<br />

armoede, pagina 141.<br />

• In één minuut, pagina 146.<br />

• Makah walvisvangst,<br />

pagina 162.<br />

• De impact van het internet,<br />

pagina 218.<br />

• Het gevecht om geld en<br />

macht, pagina 227.<br />

• Het web van het leven,<br />

pagina 231.<br />

Globalisering<br />

Onze wereld wordt hoe langer hoe meer één grote markt. Sommigen hebben zelfs al<br />

gezegd dat de wereld een dorp geworden is.<br />

We hebben allemaal de mond vol van globalisering, maar<br />

weten we ook wat het precies is?<br />

Globalisering verwijst naar een proces dat wordt gekenmerkt door:<br />

1. de groei van telecommunicatie- en informatietechnologieën;<br />

2. het wegvallen van nationale grenzen voor handel en investeringen;<br />

3. toenemende kapitaalstromen en de onderlinge afhankelijkheid van fi nanciële<br />

markten.<br />

Globalisering bevordert ontegenzeggelijk een toenemende mobiliteit van mensen,<br />

hoewel de controle op de migratie groter is dan ooit (luchtverkeer is nooit in de geschiedenis<br />

zo belangrijk geweest). Internationale allianties tussen bedrijven komen meer en<br />

meer voor (denk bijvoorbeeld aan de telecommunicatie- en de voedselindustrie) en het<br />

is mogelijk om door middel van computers te chatten met mensen uit praktisch elk land<br />

ter wereld. Tot slot hebben de recente fi nanciële debacles in Azië en Latijns-Amerika<br />

de toenemende fi nanciële en economische onderlinge afhankelijkheid aangetoond.<br />

En wat zijn de belangrijkste uitdagingen van de globalisering?<br />

Er heerst grote controverse over de huidige en potentiële gevolgen van de mondialisering.<br />

We kunnen vele netelige vraagstukken hiermee in verband brengen en in<br />

veel gevallen bestaan er geen duidelijke antwoorden. Talloze sectoren en individuen<br />

zoals mensenrechtenactivisten, geleerden, economisten, onderzoekers en sociologen<br />

die zich zorgen maken over de negatieve gevolgen hebben enkele van de volgende<br />

kwesties aangewezen als belangrijke uitdagingen:<br />

1. Vermindering van de staatssoevereiniteit: waar regeringen steeds minder<br />

controle hebben over belangrijke beslissingen die hun economie en bijgevolg<br />

het welzijn van hun volk kunnen beïnvloeden, hebben de machtigste<br />

transnationale bedrijven, intergouvernementele organisaties en private<br />

fi nanciële instellingen een toenemende invloed en zijn ze geneigd op te<br />

treden als regeringen. Dit is de reden waarom gezegd wordt dat de staatssoevereiniteit<br />

vermindert. Hun traditionele rol wordt opnieuw gedefi nieerd.<br />

2. “Gericht op de economie”: economische overwegingen komen in de plaats in<br />

van politieke en sociale overwegingen. Vermits privé-bedrijven en nationale<br />

en regionale intergouvernementele organisaties in toenemende mate een<br />

354 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Globalisering<br />

overheersende rol gaan spelen in staten en op wereldvlak, bestaat het risico<br />

dat economische en fi nanciële aspecten als enige bekommernissen van deze<br />

instellingen de overhand zullen krijgen en andere fundamentele kwesties<br />

met betrekking tot sociale, gezondheids- of milieuaspecten genegeerd zullen<br />

worden.<br />

3. Gebrek aan transparantie en verantwoordelijkheid: regeringen, openbare<br />

instellingen, deskundigen van de nationale bank enz… aan wie van oudsher<br />

beslissingen over de toekomst van hun land en volk werden toevertrouwd,<br />

hebben in sommige gevallen meegemaakt dat deze verantwoordelijkheid hen<br />

geleidelijk werd ontnomen. Vermits zij het volk verantwoording verschuldigd<br />

zijn, worden vele van hun handelingen en beslissingen gecontroleerd, doch<br />

dit is niet het geval voor transnationale ondernemingen of internationale en<br />

regionale instellingen. In het geval van schendingen van de mensenrechten<br />

bijvoorbeeld, is het bijna onmogelijk om hen verantwoordelijk te stellen<br />

en hun handelen te controleren. Bovendien is in veel van deze gevallen<br />

bezorgdheid uitgesproken over het gebrek aan transparantie van de bestaande<br />

besluitvormingsmechanismen. In de Wereldhandelsorganisatie bijvoorbeeld<br />

worden sommige besluiten achter gesloten deuren genomen, na ingewikkelde<br />

informele of formele multilaterale onderhandelingen.<br />

4. “Wedren naar beneden toe”: een specifi ek kenmerk van de liberalisering van<br />

de handel is dat transnationale bedrijven geneigd zijn te verhuizen naar landen<br />

die verhoudingsgewijs betere voordelen bieden, wat concreet wil zeggen:<br />

lagere lonen voor werknemers, minder strikte arbeidswetgeving, soepelere<br />

arbeidsvoorwaarden, onbestaande of niet-toegepaste milieuwetgeving, lagere<br />

belastingen en vermindering van sociale uitgaven zoals werkloosheidsverzekering,<br />

gezondheidszorg enz… In deze omstandigheden komt men<br />

gemakkelijk tot de conclusie dat mensenrechten sterk beïnvloed worden<br />

door zulke praktijken, in het bijzonder maar niet uitsluitend wat betreft de<br />

economische en sociale rechten van de werknemers in de gastlanden, die<br />

worden geconfronteerd met moeilijke sociale en economische omstandigheden<br />

en nood hebben aan buitenlandse investeringen om hun reeds<br />

kwetsbare economie nieuw leven te helpen inblazen.<br />

5. Homogenisering: Sommigen stellen dat de dreiging om in één enkele<br />

geïntegreerde maatschappij met gestandaardiseerde sociale en culturele<br />

gedragspatronen te leven, ons zou conditioneren om hetzelfde voedsel te eten,<br />

naar dezelfde muziek te luisteren of naar dezelfde fi lms te kijken, waar we ook<br />

leven of welke nationaliteit we ook hebben. Dit zou de eigenheid van elk land<br />

ontkennen en ons het recht ontzeggen van onze eigen cultuur te genieten.<br />

In dit verband zijn boycots van consumenten om onethische en onwettelijke<br />

handelspraktijken recht te zetten soms succesvol geweest. Daarenboven<br />

proberen sommige ondernemingen en organisaties strategieën te ontwikkelen<br />

die de problemen van de globalisering zouden overstijgen.<br />

Wat nu meer specifi ek de liberalisering van de handel betreft, zijn enkele van de<br />

belangrijkste intergouvernementele internationale en regionale instellingen die hiertoe<br />

hebben bijgedragen:<br />

• De Wereldhandelsorganisatie<br />

• Het Internationaal Monetair Fonds<br />

• De Wereldbank<br />

• Het Wereld Economisch Forum. Dit is een private organisatie die de 2000<br />

machtigste bedrijven ter wereld samenbrengt. Ze komt elk jaar samen in<br />

Davos, Zwitserland.<br />

• Regionale handelsblokken zoals de Europese Unie, Het Noord-Amerikaans<br />

Vrijhandelsverdrag (NAFTA) en de Economische Samenwerking in het<br />

Aziatisch-Stille Zuidzeegebied (APEC)<br />

? Weet jij waar de kleren die je draagt en het voedsel dat je eet<br />

vandaan komen?<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

De Fair Trade Movement<br />

is van plan goederen en<br />

producten die geproduceerd<br />

worden in overeenstemming<br />

met sociale geplogenheden<br />

en de rechten van de<br />

mens van een keurmerk<br />

te voorzien. Op die manier<br />

kunnen de consumenten die<br />

zich bewust zijn van deze<br />

kwesties een verschil maken<br />

door macht als consument te<br />

gebruiken.<br />

355


K<br />

“De Subcommissie voor<br />

bevordering en bescherming<br />

van de mensenrechten…<br />

verzoekt alle regeringen en<br />

alle fora voor economisch<br />

beleid in de formulering<br />

van het internationale<br />

economisch beleid terdege<br />

rekening te houden met<br />

internationale verplichtingen<br />

en principes met betrekking<br />

tot de mensenrechten. 22 ”<br />

Globalisering<br />

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationale Verdrag<br />

over Economische, Sociale en Culturele Rechten en het herziene Europees Sociaal<br />

Handvest, het Gemeenschapshandvest van de Sociale Grondrechten van de Werkenden<br />

en het EU Handvest over de Fundamentele Rechten (hoewel dit laatste nog niet<br />

wettelijk bindend is) zijn enkele van de meest relevante internationale en regionale<br />

documenten over de globalisering. Eveneens het vermelden waard is dat zowel de<br />

Subcommissie voor bevordering en bescherming van de mensenrechten van de<br />

Verenigde Naties als de Subcommissie preventie van discriminatie en bescherming van<br />

minderheden allebei resoluties over mensenrechten hebben goedgekeurd, de eerste<br />

over de liberalisering van de handel en de gevolgen hiervan voor de mensenrechten<br />

(Resolutie 1999/30) en de tweede over mensenrechten als eerste doelstelling van handel,<br />

investeringen en fi nancieel beleid (Resolutie 1998/12).<br />

Enkele van de verondersteld positieve kanten van globalisering<br />

1. Het herdefi niëren van burgerschap: burgerschap krijgt een nieuwe dimensie,<br />

die wereldburgerschap wordt genoemd. Het is te combineren met het<br />

traditionele concept van burgerschap, dat verbonden is met het uitoefenen<br />

van politieke en wettelijke rechten en plichten, zoals stemmen. Wereldburger<br />

zijn vandaag betekent inderdaad kritischer zijn over wat we verbruiken en in<br />

welke omstandigheden producten geproduceerd werden en meer bewust<br />

zijn van mondiale kwesties zoals de armoede in de wereld, milieuproblemen of<br />

geweld. Bovendien stellen sommigen dat sociale en culturele globalisering<br />

het tegen<strong>deel</strong> van homogeniteit betekent; dat integen<strong>deel</strong> nieuwe gebruiken<br />

en identiteiten ontstaan als resultaat van het interactieproces.<br />

2. Toenemende mobiliteit en snellere communicatie: Ondanks de duidelijk<br />

groeiende technologische kloof tussen de bezitters en de bezitlozen die<br />

een van de belangrijkste nadelen van deze trend is, is een van de positieve<br />

gevolgen van het openstellen van grenzen en de ontwikkeling van internet<br />

en andere technologieën dat het steeds makkelijker geworden is van het ene<br />

naar het andere land te reizen en contacten te onderhouden met mensen<br />

over de hele wereld. Dit geeft ons de gelegenheid te delen en van elkaar en<br />

andere culturen te leren; hopelijk door te leren meer tolerant en respectvol te<br />

zijn.<br />

3. Het geleidelijk openstellen van grenzen: Globalisering zou de ontwikkeling<br />

en implementatie van transnationale en regionale juridische systemen ter<br />

bescherming van de mensenrechten, die mensenrechtenschendingen kunnen<br />

rechtzetten, moeten vergemakkelijken. Het Europees Hof voor de Rechten<br />

van de Mens is een voorbeeld van een zeer effi ciënt regionaal systeem voor<br />

het beschermen van de mensenrechten.<br />

De anti-globalistische beweging<br />

Als antwoord op de financiële en economische globalisering zijn belangrijke<br />

sectoren van de maatschappij, verontrust door de negatieve gevolgen, begonnen<br />

met het organiseren van een wereldbeweging voor de promotie van wat zij een<br />

vermenselijking van de globalisering noemen. Deze internationale beweging,<br />

gewoonlijk anders-globalistische beweging genoemd, verenigt vakbonden, nietgouvernementele<br />

milieuorganisaties, politici, mensenrechtenactivisten, geleerden,<br />

vrouweninstellingen, enz… kortom, een brede waaier van instellingen en individuen die<br />

belang stellen in het opbouwen van een rechtvaardiger wereld die volgens hen niet<br />

kan bestaan zolang neoliberalisme, deregularisering en privatisering de belangrijkste<br />

motoren van de economische globalisering zijn. Ze pleiten voor globalisering met een<br />

menselijk gezicht. Sommige van deze groepen hebben hun ongenoegen willen tonen<br />

door <strong>deel</strong> te nemen aan grote protestacties tijdens vergaderingen georganiseerd door<br />

de G7+1 en andere instellingen die zulke fenomenen bevorderen. Jammer genoeg<br />

waren de gewelddadige incidenten die veel materiële schade hebben veroorzaakt het<br />

meest zichtbare aspect bij zulke gebeurtenissen.<br />

Deze beweging is zichzelf ook geleidelijk aan het organiseren. Het Wereld Sociaal Forum<br />

356 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


kwam samen in Porto Alegre, in Brazilië, “parallel” met de vergadering van het Wereld<br />

Economisch Forum in Davos, Zwitserland en gaf aan duizenden afgevaardigden<br />

van organisaties uit het maatschappelijk middenveld de gelegenheid om kwesties te<br />

analyseren die verband houden met globalisering en zijn gevolgen, en om alternatieven<br />

te bestuderen. Onder de slogan “Een andere wereld is mogelijk” waren als één van de vele<br />

kwesties besproken: de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie, het verdedigen<br />

van mensenrechten (in het bijzonder economische, sociale en milieurechten) en de<br />

vermindering van schuld voor de Derde Wereld.<br />

Als besluit kunnen we Xavier Godinot van ATD Quart Monde citeren: “Globalisering<br />

is zowel een collectieve uitdaging als een uitnodiging voor elk van ons om nieuwe<br />

manieren uit te vinden om wereldburger te zijn.”<br />

Enkele ngo’s en instellingen die zich bezighouden met globalisering:<br />

Oxfam, www.oxfam.org<br />

Fédération Internationale des Droits de l’Homme, www.fi dh.org<br />

International Forum on Globalisation, www.ifg.org<br />

Third World Network, www.twnside.org.sg<br />

L’Observatoire de la Mondialisation, http://terresacree.org/obsmondi.htm<br />

ATTAC, www.attac.org<br />

World Social Forum, www.forumsocialmundial.org.br<br />

? Ken je nog andere instellingen of individuen van je eigen land<br />

die aan deze lijst kunnen worden toegevoegd?<br />

Bronnen<br />

Globalisering<br />

• Bîrzéa, C., Education for democratic citizenship: A lifelong learning perspective, Council for Cultural<br />

Co-operation, Strasbourg, June 2000, pp. 8-11.<br />

• Leary, V., “Globalisation and human rights”, Human Rights, New Dimensions and Challenges, Unesco,<br />

Paris, 1998, pp. 265-276.<br />

• “Mondialisation et droits de l’homme”, La Lettre, No. 28, Fédération Internationale des Droits de<br />

l’Homme, Paris, 1999.<br />

• “ Mondialisation et pauvreté“, Revue QUART MONDE, No. 175, Editions Quart Monde, Paris, 2000.<br />

• Oloka-Onyango, J., Udagama, D., “ Human rights as the primary objective of international trade,<br />

investment and fi nance policy and practice. Working paper submitted in accordance with Sub-<br />

Commission resolution 1998/12”. United Nations, E/CN, 4/Sub.2/1999/11, 1999.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Solidariteit is de tederheid<br />

van volkeren.”<br />

Ernesto Cardenal<br />

357


K<br />

“Gezondheid is een staat van<br />

compleet fysiek, mentaal en<br />

sociaal welzijn en niet enkel<br />

de afwezigheid van ziekte.”<br />

Heave<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Toegang tot geneesmiddelen,<br />

pagina 76.<br />

• Binnen vier muren,<br />

pagina 110.<br />

• Een tuin in één nacht,<br />

pagina 135.<br />

• Laten we het over seks<br />

hebben!, pagina 152.<br />

• In een perfecte wereld<br />

leven, pagina 156.<br />

• Sport voor allen,<br />

pagina 210.<br />

Gezondheid<br />

Gezondheid is niet enkel een sociale, economische en politieke kwestie, maar<br />

heeft evenzeer betrekking op mensenrechten. Ongelijkheid en armoede liggen aan de<br />

basis van een slechte gezondheid, en van de dood van arme en gemarginaliseerde<br />

mensen. Het Wereldgezondheidsrapport (World Health Report) heeft ziektes en<br />

doodsoorzaken geklasseerd en genummerd. De belangrijkste doodsoorzaak ter<br />

wereld, volgens dit rapport, draagt het nummer 259.5: extreme armoede. Het is<br />

een vicieuze cirkel geworden: armoede veroorzaakt ziekte, wat op zijn beurt tot nog<br />

grotere armoede leidt.<br />

De voorbije decennia hebben wereldwijde economische veranderingen de gezondheid<br />

van mensen en hun toegang tot gezondheidszorg en sociale voorzieningen sterk<br />

beïnvloed. De rijkdommen van de wereld raken meer en meer geconcentreerd in de<br />

handen van een kleine groep economische spelers, die er naar streven hun private<br />

winst zo groot mogelijk te maken. Het economisch en fi nancieel beleid wordt meer en<br />

meer bepaald door een klein aantal regeringen en internationale organen, zoals de<br />

Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldhandelorganisatie. Het<br />

beleid van deze organisaties en de activiteiten van multinationale ondernemingen,<br />

hebben ernstige gevolgen voor het leven, de levensomstandigheden, de gezondheid<br />

en het welzijn van mensen, zowel in het noordelijk als in het zuidelijk halfrond.<br />

Als nooit tevoren leggen de cijfers met betrekking tot armoede en sterfte ongelijkheid en<br />

onrecht bloot: 75% van de wereldbevolking leeft in ontwikkelingslanden doch vertegenwoordigt<br />

slechts 8% van de farmaceutische markt. Een derde van de wereldbevolking<br />

heeft zelfs geen enkele toegang tot noodzakelijke basismedicatie.<br />

Aids en mensenrechten<br />

Een sprekend voorbeeld hiervan is aids. In rijke landen leven mensen met HIV/aids<br />

beter en langer dankzij anti-retrovirale medicatie, die door sommige staten gratis of<br />

tegen redelijke prijzen verschaft wordt, terwijl in zuidelijke landen mensen die besmet<br />

zijn met HIV sterven omdat ze geen toegang hebben tot medicatie. In de meeste<br />

gevallen komen de jaarlijkse uitgaven voor gezondheid neer op ongeveer 10$ per<br />

persoon.<br />

De Commissie Mensenrechten van de Verenigde Naties (VN) heeft, in een rapport over<br />

aids en mensenrechten, onder andere de volgende mensenrechten geïdentifi ceerd als<br />

sterk verbonden met de verspreiding van aids over de wereld 31 :<br />

358 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Gezondheid<br />

• Het recht om te trouwen en een familie te stichten. Een rapport van de<br />

VN Commissie Mensenrechten stelt dat “het duidelijk is dat het recht van<br />

mensen met HIV/aids geschonden worden door voorhuwelijkse testen en/of<br />

de vereiste van ‘aids-vrije certifi caten’ als een voorwaarde voor het verkrijgen<br />

van de toelating om te trouwen voor de wet. Ten tweede gaan gedwongen<br />

abortus of sterilisatie van vrouwen die besmet zijn met HIV in tegen het recht<br />

om een familie te stichten, evenals het recht op vrijheid en integriteit van de<br />

persoon.”<br />

• De mensenrechten van kinderen en jongeren zouden ook bedreigd kunnen<br />

worden. “Vele van deze rechten, zoals de bescherming tegen mensenhandel,<br />

prostitutie, seksuele uitbuiting en seksueel misbruik, zijn relevant voor de<br />

aidspreventie, verzorging en ondersteuning van kinderen. Seksueel geweld<br />

tegen kinderen verhoogt immers hun kwetsbaarheid voor HIV/aids. De vrijheid<br />

om informatie en allerhande ideeën op te zoeken, te ontvangen en door te<br />

geven en het recht op onderwijs, zorgen er beiden voor dat kinderen alle<br />

HIV-gerelateerde informatie kunnen ontvangen en doorgeven. Zo kunnen ze<br />

infectie beter vermijden, en indien ze toch worden besmet kunnen ze daar<br />

beter mee omgaan.”<br />

• "Het recht op privacy omvat verplichtingen om de fysieke privacy te respecteren,<br />

waaronder de verplichting iemands toestemming te vragen voor een HIV-test,<br />

en ook de privacy van informatie, zoals de noodzaak tot het vertrouwelijk<br />

behandelen van alle informatie mbt iemands HIV status. Het belang van<br />

het individu bij zijn/haar privacy is van uitzonderlijk belang in de context van<br />

HIV/aids, ten eerste omwille van het indringende karakter van een verplichte<br />

HIV-test, en ten tweede wegens het stigma en de discriminatie verbonden<br />

met het verlies van privacy en vertrouwelijkheid bij bekendmaking van de<br />

HIV status. De gemeenschap heeft er belang bij de privacy van mensen te<br />

respecteren, zodat ze zich veilig voelen in het gebruik van publieke gezondheidsvoorzieningen."<br />

• Het recht op onderwijs. Dit recht bevat drie uitgebreide componenten die<br />

in de context van HIV/aids van toepassing zijn. Ten eerste hebben zowel<br />

kinderen als volwassen recht op educatie over HIV/aids, in het bijzonder inzake<br />

preventie en verzorging. Toegang tot educatie over HIV/aids is een essentiele<br />

levensreddende component van doeltreffende preventie- en zorgprogramma’s.<br />

Het is de plicht van de staat om er voor te zorgen dat in elke culturele en<br />

religieuze traditie de gepaste middelen gevonden worden om informatie over<br />

HIV/aids, zowel binnen als buiten scholen, in educatieve programma`s te<br />

kunnen opnemen. Ten tweede, staten zouden moeten kunnen verzekeren dat<br />

zowel kinderen als volwassen met HIV/aids niet gediscrimineerd worden inzake<br />

toegang tot onderwijs, zoals toegang tot scholen, universiteiten, beurzen en<br />

internationale educatie, of aan geen enkele beperking onderworpen worden<br />

omwille van hun HIV-status. De openbare gezondheid verschaft geen grond<br />

voor dergelijke maatregelen, aangezien er geen risico is dat HIV in een<br />

educatieve omgeving overgedragen wordt. Ten derde zouden staten door<br />

educatie, begrip, respect, tolerantie en non-discriminatie ten aanzien van<br />

mensen met HIV/aids moeten promoten.<br />

• Het recht op werk omvat het recht van elke persoon om toegang te hebben tot<br />

een job zonder enige voorwaarde behalve de nodige beroepskwalifi caties. Dit<br />

recht wordt geschonden wanneer een sollicitant of werknemer een verplichte<br />

HIV-test moet ondergaan en op basis van een positief resultaat geweigerd of<br />

ontslagen wordt.<br />

? Op welke wijze worden in jouw land mensen die lijden aan<br />

aids of die met het HIV-virus besmet zijn, in hun rechten<br />

geschonden? Hoe kan dit worden vermeden?<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

1 december<br />

Wereldaidsdag<br />

7 april<br />

Wereldgezondheidsdag<br />

359


K<br />

Gezondheid en leefmilieu in Europa<br />

Gezondheid en jongeren<br />

Gezondheid<br />

Sommige gezondheidskwesties zijn gelinkt aan milieuproblemen. In oktober 2001 werd een conferentie georganiseerd om<br />

de gevolgen van de klimaatsveranderingen en de aantasting van ded ozonlaag op de gezondheid te analyseren. Experts<br />

geloven dat “de potentieel schadelijke impact van de interactie tussen klimaatsverandering en ozonaantasting zeer duidelijk<br />

zijn” en dat “dringende actie vereist is om zowel de milieuschade als de impact op de gezondheid in te dammen”.<br />

De laatste jaren werd in de Europese lidstaten een zorgwekkende trend waargenomen.<br />

De consumptie van alcohol onder jongeren is sterk toegenomen; en dat<br />

op steeds jongere leeftijd. De schade die zij als gevolg daarvan ondervinden<br />

is aanzienlijk. Een vergelijkende risicoanalyse toont bijvoorbeeld aan dat één<br />

op vier sterfgevallen bij mannen tussen 15 en 29 jaar in de Europese regio aan<br />

alcohol te wijten is. Deze overwegingen leidden tot de beslissing om van ‘Jongeren en<br />

alcohol’ het thema te maken van de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie<br />

(Stockholm, 19-21 februari 2001). Het algemene doel van de conferentie<br />

was de uitvoering van het Europese Alcohol Actie Plan.<br />

De conferentie nam een verklaring aan die de volgende hoofdzaken bevatte:<br />

1. de identifi catie van alcohol als een belangrijk punt in de gezondheid van<br />

jongeren;<br />

2. de bevestiging van de noodzaak een publiek gezondheids-/alcoholbeleid te<br />

ontwikkelen, zonder enige tussenkomst van commerciële of economische<br />

belangen;<br />

3. het scheppen van de gelegenheid om jongeren in dit beleidsproces te<br />

betrekken;<br />

4. de noodzaak om doelen vast te leggen, zowel op nationaal als op lokaal niveau,<br />

om de impact van alcohol op de gezondheid van jongeren te verminderen.<br />

Verschillende stappen werden door het Regionaal Comité voor Europa van de Wereld<br />

gezondheidsorganisatie voor goedkeuring aanbevolen. Deze bevatten:<br />

• het versterken van internationale partnerschappen, in het bijzonder met de<br />

Europese Commissie, de Raad van Europa, het Kinderfonds van de Verenigde<br />

Naties, het Europees Forum voor Medische Bijstand en de Wereldgezondheidsorganisatie;<br />

• het onderhouden van contact met jongeren en hun organisaties doorheen de<br />

regio;<br />

• het tot stand brengen van een systeem dat toezicht houdt op de promotie van<br />

alcoholische dranken bij jongeren<br />

? Kan je een lijst maken van concrete en praktische acties die<br />

ontwikkeld kunnen worden om deze aanbevelingen in jouw<br />

gemeenschap of land tot uitvoering te brengen?<br />

Zoals hierboven benadrukt werd, kunnen en moeten jongeren strategische partners<br />

worden in activiteiten en programma`s die, door preventie of interventie, ingaan op<br />

gezondheidsproblemen. Er zijn reeds jongerenorganisaties actief op dit gebied, zoals<br />

de Internationale Federatie van het Rode Kruis en Red Crescent Societies, die over de<br />

hele wereld jongerenafdelingen hebben. De Wereldhandelsorganisatie, de Europese<br />

Commissie en de Raad van Europa hebben gezamelijk een project gelanceerd:<br />

het Europees Netwerk voor Gezondheidsbevorderende Scholen. Dit project legt de<br />

nadruk op het belang van gezondheidspromotie in het opvoedingsysteem, door middel<br />

360 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


van samenwerking tussen gezondheids- en opvoedingsdeskundigen en mensen uit<br />

de samenleving.<br />

Het recht op gezondheid<br />

Gezondheid<br />

In vele internationale mensenrechtenverklaringen wordt het recht op gezondheid<br />

vermeld. Dit is onder meer het geval in artikel 12 van het Internationale Verdrag inzake<br />

Economische, Sociale en Culturele Rechten, en artikel 24 van het Internationaal<br />

Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Wat Europa betreft, verwijst artikel 13 van<br />

het Europees Sociaal Handvest uitgebreid naar dit recht:<br />

“Met het oog op het verzekeren van de uitoefening van het recht op sociale en medische<br />

bijstand, ondernemen de <strong>deel</strong>nemende partijen het volgende:<br />

1. Te verzekeren dat een persoon, die niet beschikt over de nodige middelen<br />

en niet in staat is deze middelen door eigen inspanningen of via andere<br />

bronnen te verwerven, in het bijzonder door steun vanwege het sociale<br />

zekerheidssysteem, voorzien wordt van de nodige bijstand en, in geval van<br />

ziekte, van de vereiste hulp;<br />

2. Te verzekeren dat een persoon die zulke verzorging ontvangt om die reden<br />

niet moet inboeten op zijn of haar politieke of sociale rechten;<br />

3. Er in te voorzien dat elke persoon de gepaste publieke of private diensten,<br />

zoals advies en persoonlijke hulp, ter preventie, verwijdering of verlichting<br />

van persoonlijke of familiale noden mag ontvangen;<br />

4. De verplichting de voorzieningen waarnaar in paragrafen 1, 2 en 3 van dit<br />

artikel gerefereerd wordt op het eigen grondgebied zonder onderscheid<br />

toe te passen op zowel de eigen burgers als de burgers van de andere<br />

ondertekenende partijen, dit in overeenstemming met hun verplichtingen onder<br />

de Europese Conventie over Sociale en Medische Bijstand, op 11 december<br />

1953 te Parijs ondertekend.<br />

Het Wereldgezondheidsrapport van 1999 heeft de volgende vier uitdagingen voor<br />

de nationale regeringen, de internationale gemeenschap en de civiele samenleving<br />

geïdentifi ceerd:<br />

1. Gezondheidssystemen zo sturen dat ze met een minimum aan interventies de<br />

grootste impact hebben in het verminderen van de last van ziektes bij arme<br />

mensen. Dit brengt met zich mee: een hernieuwd engagement om malaria<br />

onder controle te houden, meer inspanningen om tuberculose onder controle<br />

te houden, een focus op gezondheid en voeding van moeder en kind en de<br />

revitalisering en betere dekkingsgraad van inentingsprogramma’s.<br />

2. Gezondheidssystemen in staat stellen potentiële bedreigingen voor de<br />

gezondheid resulterend uit economische crises, ongezonde omgeving en<br />

risicogedrag pro-actief aan te pakken. Eén van de belangrijkste bedreigingen<br />

is tabaksverslaving. Een wereldwijd engagement om tabak te controleren zou<br />

miljoenen mensen van een vroegtijdige dood sparen. Andere prioriteiten zijn<br />

het bestrijden van de groeiende resistentie tegen antimicrobiële middelen en<br />

een effectief antwoord geven op de bedreiging van opkomende ziektes. Andere<br />

kritieke punten zijn polio en de promotie van een gezonde levensstijl (propere<br />

lucht en water, adequaat sanitair, gezonde voeding en veilig transport).<br />

3. Gezondheidssystemen creëren die voorzien in een algemene kosteloze (of<br />

goedkope) toegang tot gezondheidszorgen. Dit vereist publieke fi nanciering<br />

of sociale verzekering onde controle van de regering, of beide. Het wordt<br />

echter erkend dat wanneer diensten voor iedereen moeten worden voorzien,<br />

in dat geval niet alle mogelijkheden kunnen aangeboden worden. De meest<br />

kosteffectieve middelen moeten eerst aangeboden worden. Zelfs de rijkste<br />

landen kunnen niet hun hele bevolking voorzien van alle behandelingen<br />

waarvan de medische waarde het risico overtreft.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

361


K<br />

4. Gezondheidssystemen aanmoedigen om te investeren in de uitbreiding van<br />

kennis die de 20 ste eeuwse revolutie in gezondheid mogelijk heeft gemaakt<br />

en die in de 21 ste eeuw voor nog meer voordelen zal zorgen. Meest kritisch<br />

is de nood aan onderzoek en ontwikkeling inzake infectieziektes die een<br />

disproportioneel effect hebben op de armen, en de ontwikkeling van een<br />

informatiebasis die landen moet helpen hun eigen gezondheidssysteem te<br />

ontwikkelen.<br />

Bronnen<br />

Gezondheid<br />

The World Health Report, World Health Organisation, www.who.int/whr/.<br />

362 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Menselijke veiligheid<br />

Het concept van menselijke veiligheid kwam pas op het einde van de 20 ste eeuw<br />

opzetten. Tijdens de periode van 300 jaar voordien was het concept van veiligheid<br />

van de staat gebruikelijk en aanvaard. Staten hadden het recht, en werden effectief<br />

verwacht, hun territoriale integriteit te beschermen tegen externe bedreigingen,<br />

waarbij zelfs speciale maatregelen konden worden aanvaard. De notie van veiligheid<br />

echter, ten minste op internationaal niveau, stopte aan de landsgrenzen.<br />

Het discours omtrent veiligheid veranderde in de jaren ’90. De internationale gemeenschap<br />

begon het belang te aanvaarden van speciale maatregelen om niet alleen<br />

staten, maar ook mensen te beschermen tegen bedreigingen voor hun veiligheid,<br />

zelfs wanneer dit ingaat tegen de wensen van de betrokken regering. Voorheen werd<br />

het woord ‘veiligheid’ ook wel gebruikt met betrekking tot mensen, maar de radicale<br />

verandering in de jaren `90 lag in het internationale discours: voor de eerste maal<br />

werd de bescherming van een volk, wat voorheen werd beschouwd als de soevereine<br />

zaak van de afzonderlijke natiestaten, potentieel de zaak van de internationale<br />

gemeenschap.<br />

De woorden veranderden, en zo ook de daden<br />

Collectieve veiligheidsacties, die een coalitie van staten onder leiding van de VN<br />

betrekken, werden niet enkel ondernomen om de veiligheid van staten te vrijwaren,<br />

maar in de eerste plaats in naam van de veiligheid van mensen en volkeren. Gebeurtenissen<br />

waar eerder slechts naar verwezen werd als humanitaire rampen, werden nu<br />

herbenoemd in termen van veiligheid en vrede. Dit werd gebruikt om internationale<br />

handhavingsmaatregelen te rechtvaardigen. Eén van de eerste voorbeelden daarvan<br />

was het humanitaire interventieprogramma in Somalië (1992-1193), waar de VN<br />

stelde dat<br />

“de omvang van de menselijke tragedie … een bedreiging vormt voor de<br />

internationale vrede en veiligheid.”<br />

De Operatie van de VN in Somalië (UNOSOM) werd in 1992 tot stand gebracht om<br />

toezicht te houden op het staakt-het-vuren in Mogadishu en om humanitaire konvooien<br />

en ver<strong>deel</strong>centra doorheen Somalië te beschermen.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“De betekenis van menselijke<br />

veiligheid is synoniem met<br />

deze van ‘de veiligheid van<br />

de mensen’… Het objectief<br />

van menselijke veiligheid is<br />

de veiligheid en overleving<br />

van alle mensen.”<br />

Dr. Sverre Lodgaard<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Mag ik binnen?, pagina 94.<br />

• Geld om te besteden,<br />

pagina 173.<br />

• Rechten bingo!, pagina 202.<br />

• De taalbarrière, pagina 224.<br />

• Het gevecht om geld en<br />

macht, pagina 227.<br />

• Geweld in mijn leven,<br />

pagina 244.<br />

• Als morgen komt,<br />

pagina 246.<br />

363


K<br />

"De Veiligheidsraad,<br />

Twee aspecten van verandering:<br />

Het bovenstaande stukje uit de VN resolutie over Kosovo illustreert de twee<br />

fundamentele veranderingen in de classifi catie van zaken die een bedreiging vormen<br />

voor de internationale veiligheid.<br />

1. De soorten gebeurtenissen die als bedreigend voor de veiligheid gezien<br />

worden;<br />

2. De uitbreiding van veiligheidsconcerns zodat die binnenstaatse gebeurtenissen<br />

alsook confl icten tussen staten betreffen.<br />

Wat heeft tot deze verandering geleid?<br />

Er zijn een heel aantal invloeden die deze verschuiving van de definitie van<br />

veiligheid die focust op de staat naar een die focust op hebben beïnvloed. Eén<br />

ervan was ongetwijfeld het einde van de Koude Oorlog, dat er voor zorgde dat de<br />

belangen van overheden en mensen die voorheen verborgen waren, nu het daglicht<br />

zagen. Een resultaat ervan was een uitbarsting van complexe en scherpe confl icten,<br />

dikwijls binnen staten, waarvan het verlies aan mensenlevens een nieuw soort<br />

antwoord vereiste.<br />

Toch was er misschien een belangrijkere invloed dan vooral het besef dat de bescherming<br />

van de mensen soms een internationale respons vereiste. Dit besef bestond<br />

eigenlijk al langer, doch het was de interventie in wat gezien werd als interne confl icten<br />

die als onmogelijk of onaanvaardbaar werd beschouwd. Nu heeft echter het pprofi el<br />

van mensenrechtenbezorgdheden in de wereld geleid tot een rechtvaardiging die,<br />

indien niet universeel, dan toch wijd verspreid aanvaardbaar was: mensenrechten<br />

bekommeren zich immers om mensen, eerder dan om staten, en alle landen zeggen<br />

het tenminste in principe met deze normen eens te zijn.<br />

? In hoeverre zou het binnenlands beleid van staten onderworpen<br />

moeten zijn aan het toezicht van de internationale<br />

gemeenschap?<br />

Individueel of staatsbelang?<br />

Menselijke veiligheid<br />

In gedachten houdend, de doelen en principes van het Handvest van de Verenigde Naties, en de primaire verantwoordelijkheid<br />

van de Veiligheidsraad voor het behoud van de internationale vrede en veiligheid,<br />

Vastbesloten de ernstige humanitaire situatie in Kosovo, Voormalige Republiek Joegoslavië, op te lossen en in een veilige<br />

en vrije terugkeer van alle vluchtelingen en verplaatste personen naar hun huis te voorzien,<br />

Vaststellend dat de situatie in de regio een bedreiging blijft vormen voor de internationale vrede en veiligheid … en<br />

handelend voor deze doelen onder Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties,<br />

“… beslist dat de verantwoordelijkheden van de internationale veiligheidsmacht die zaal ontplooid worden en actief zijn<br />

in Kosovo zullen omvatten:<br />

1. Het ontmoedigen van hernieuwde vijandigheden … ;<br />

2. De demilitarisering van het Kosovaars Bevrijdingsleger (KLA) … ;<br />

3. Het tot stand brengen van een veilige omgeving waarin vluchtelingen en verplaatste personen terug naar huis kunnen<br />

keren … en waarin humanitaire hulp geleverd kan worden;<br />

Publieke veiligheid en orde verzekerend…”<br />

Uittreksels van Resolutie 1244 (1999). Aangenomen door de Veiligheidsraad van de VN op haar 4011de bijeenkomst, op<br />

10 juni 1999.<br />

Het centrale idee achter mensenrechten is dat er een bepaald niveau van menselijke<br />

waardigheid bestaat, waaraan door geen enkele regering of individu geraakt kan<br />

worden. Een onvermijdelijk gevolg van het omarmen van mensenrechten omarmen,<br />

beperken ze automatisch is dus dat staten een <strong>deel</strong> van hun soevereiniteit, in de oude<br />

betekenis van die term, inleveren. Door mensenrechtenverdragen te ondertekenen,<br />

gaan ze ermee akkoord het individu op de voorgrond van al hun acties te plaatsen,<br />

waarmee ze de mogelijkheid verliezen om eender wat te doen in naam van de staat.<br />

364 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Menselijke veiligheid<br />

Dit idee heeft de laatste tien jaar terrein gewonnen op het vlak van de internationale<br />

relaties. Het resultaat daarvan was niet enkel een toegenomen aantal operaties<br />

van de Verenigde Naties met een breder mandaat dan voorheen, maar ook de<br />

toegenomen druk om een permanent internationaal strafhof op te richten, waar<br />

overtreders van mensenrechten buiten de grenzen van een bepaalde staat vervolgd<br />

kunnen worden.<br />

The International Criminal Court<br />

Voortdurende debatten: vrij zijn van ‘noden’<br />

De oorsprong van de nieuwe focus op menselijke veiligheid wordt vaak gezocht<br />

in de publicatie, in 1992, van een “Agenda voor Vrede” door de VN Secretaris-<br />

Generaal Boutros Boutros-Ghali. Dit document stelde dat bedreigingen voor de<br />

veiligheid niet enkel van militaire aard zijn:<br />

“Een poreuze ozonlaag kan een grotere bedreiging vormen voor de<br />

blootgestelde bevolking dan een vijandig leger. Droogte en ziekte kunnen<br />

een bevolking even genadeloos decimeren als oorlogswapens.”<br />

Er werd gesteld dat stabiliteit van het leefmilieu, armoede, hongersnood en<br />

onderdrukking niet enkel op zich kritische veiligheidskwesties waren, maar dat zij<br />

evenzeer oorzaak en gevolg waren van confl icten.<br />

Het Human Development Report van 1994, van het VN Ontwikkelingsprogramma,<br />

gin g verder op het idee van een bredere interpretatie van het concept veiligheid.<br />

Het stelde dat het concept van menselijke veiligheid opgesplitst kon worden in twee<br />

factoren:<br />

1. “bescherming tegen plotselinge en pijnlijke ontwrichtingen van het dagelijks<br />

leven” (vrij zijn van angst)<br />

2. “veiligheid voor de constante bedreigingen van honger, ziekte, misdaad en<br />

onderdrukking” (vrij zijn van noden).<br />

Het rapport werkte deze concepten verder uit en identifi ceerde zeven aparte<br />

componenten van menselijke veiligheid:<br />

ß economische veiligheid (een verzekerd basisinkomen)<br />

ß voedselveiligheid (fysische en economische toegang tot voedsel)<br />

ß gezondheidsveiligheid (relatieve bescherming tegen ziekte en infectie)<br />

ß milieuveiligheid (toegang tot sanitaire watervoorzieningen, zuivere lucht en<br />

een niet aangetaste bodem)<br />

ß persoonlijke veiligheid (veilig voor fysisch geweld en bedreigingen)<br />

ß gemeenschapsveiligheid (behoud van culturele identiteit)<br />

ß politieke veiligheid (bescherming van de basisrechten en vrijheden)<br />

Niettemin werd deze brede opvatting van menselijke veiligheid bekritiseerd. Velen<br />

geloofden dat hoe meer elementen je in het concept betrekt, hoe minder bruikbaar<br />

het wordt voor de beleidspraktijk. Eén van de stichters van het internationale ‘Human<br />

Security Partnership’, het Canadese departement voor Buitenlandse Zaken en<br />

Internationale Handel (DFAIT), stelt een veel beperktere defi nitie voor: “Menselijke<br />

veiligheid betekent vrijwaring van zowel gewelddadige als niet-gewelddadige<br />

bedreigingen. Het is een conditie of toestand gekarakteriseerd door het vrij zijn van<br />

hardnekkige bedreigingen voor de rechten van mensen, hun veiligheid, of zelfs hun<br />

leven … De manier om te bepalen of het nuttig is een zaak in termen van menselijke<br />

veiligheid te stellen is de graad waarin de veiligheid van mensen op het spel staat.”<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Veiligheid is een voorwaarde<br />

die andere zaken mogelijk<br />

maakt.”<br />

Emma Rothschild<br />

Tussen 15 en 17 juli 1998 hield de internationale gemeenschap in Rome een bijeenkomst. Daar werd een statuut opgesteld<br />

dat, toen het goedgekeurd werd door 60 landen, een Internationaal Strafhof tot stand bracht. Het is een permanent hof om<br />

individuen te berechten die beschuldigd worden van genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.<br />

365


K<br />

Jongeren en menselijke<br />

veiligheid<br />

Van jongerenorganisaties<br />

die in programma’s werken<br />

die bijvoorbeeld vrede,<br />

mensenrechteneducatie,<br />

milieukwesties en<br />

hongerbestrijding promoten,<br />

kan men zeggen dat ze<br />

allemaal ijveren voor een<br />

grotere menselijke veiligheid:<br />

ze proberen condities te<br />

ontwikkelen waarin mensen<br />

vrijer zijn van angst en van<br />

noden.<br />

“… redelijke mensen<br />

kunnen gewoon niet blijven<br />

toekijken op systematische<br />

bloedbaden die door de staat<br />

worden geleid. Fatsoenlijke<br />

mensen kunnen dit<br />

simpelweg niet tolereren en<br />

kunnen niet nalaten te hulp te<br />

komen als een reddingsactie<br />

binnen hun mogelijkheden<br />

ligt.”<br />

Vaclav Havel<br />

? Wat zijn de voor- en nadelen van de uitbreiding van het<br />

concept menselijke veiligheid zodat het zowel het vrij zijn van<br />

behoefte als het vrij zijn van nood inhoudt?<br />

De Human Security Agenda<br />

Menselijke veiligheid<br />

Ondanks de verschillende interpretaties, defi nities en klemtonen, hebben de verscheidene<br />

concepten van menselijke veiligheid een aantal gemeenschappelijke<br />

componenten. De volgende karakteristieken doen hun opmars als centrale elementen<br />

op de agenda van de menselijke veiligheid.<br />

• Er is een verschuiving van de nadruk van veiligheid van staten naar veiligheid<br />

van mensen. Dit wordt als één van de belangrijkste bijdragen van het concept<br />

van menselijke veiligheid beschouwd. Zoals reeds eerder vermeld, werd<br />

veiligheid eeuwenlang gezien als nationale veiligheid of veiligheid van de<br />

staat. De notie van mensenlijke veiligheid geeft mensen een grotere plaats<br />

in internationale discussies en brengd bezorgdheden over de beveiliging en<br />

veiligheid van mensen met zich mee, niet enkel van staten.<br />

• Dit brengt voor staten de verplichting met zich mee om de veiligheid van hun<br />

burgers te garanderen, en legt er opnieuw de klemtoon op.<br />

• Het erkent de verbondenheid van mensen en het feit dat vele kwesties<br />

grensoverschrijdend zijn. Een invalshoek van menselijke veiligheid<br />

beklemtoont de wederzijds afhankelijke aard van mensen in de hedendaagse<br />

wereld. Het herinnert ons eraan dat vele problemen geen nationaliteit hebben<br />

en niet aan politieke grenzen stoppen. Zo staan vrouwen en mannen in<br />

geïndustrialiseerde landen niet helemaal los van de problemen van armoede in<br />

ontwikkelingslanden. Ze worden ermee geconfronteerd in de migratiepatronen<br />

en ziektes die niet stoppen aan de grens. En mensen in ontwikkelingslanden<br />

worden bedreigd door industriële vervuiling geproduceerd in het noorden.<br />

• Het erkent het belang van niet-statelijke actoren. De internationale campagne<br />

tegen landmijnen is een veel geciteerd voorbeeld van een effectief initiatief<br />

waarvan niet-gouvernementele organisaties het speerpunt waren.<br />

"Organisaties uit de civiele samenleving zoeken meer mogelijkheden en een<br />

grotere verantwoordelijkheid om menselijke veiligheid te promoten. In vele<br />

gevallen zijn niet-gouvernementele organisaties hierin zeer effectieve partners<br />

gebleken." 33<br />

• Het vereist dat zij die verantwoordelijk zijn voor schendingen van mensenrechten<br />

en van humanitair recht ter verantwoording geroepen worden. De oprichting<br />

van een Internationaal Strafhof, evenals de internationale Straftribunalen voor<br />

ex-Joegoslavië en Rwanda, worden gezien als grote stappen vooruit in het<br />

nastreven van een agenda voor menselijke veiligheid.<br />

• Het beklemtoont de complexiteit van veiligheidskwesties en versterkt de nood<br />

aan genuanceerde antwoorden. Ondanks de verschillen in gebruik van de<br />

term 'menselijke veiligheid' is men het erover eens dat er door de gelaagdheid<br />

van het concept nood is aan coördinatie van en samenwerking tussen een<br />

hele reeks actoren. Eerder dan op militaire macht moet er gefocust worden<br />

op zachte macht ("beter krachtige ideeën dan krachtige wapens"). 34<br />

Persoonlijke veiligheid en de ECHR<br />

Het recht op vrijheid en veiligheid van een persoon wordt gegarandeerd door artikel<br />

5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) Het belang van<br />

dit artikel werd al snel duidelijk in enkele van de eerste zaken die behandeld werden<br />

in Straatsburg. Van de eerste 10.000 zaken bestond bijna een derde uit zaken van<br />

individuen die van hun vrijheid beroofd waren.<br />

366 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Het artikel handelt over de bescherming van fysische vrijheid en in het bijzonder<br />

over het vrij zijn van willekeurige arrestatie of vasthouding. Het garandeert een aantal<br />

procedurele basisrechten zoals het recht onmiddellijk geïnformeerd te worden over de<br />

reden van arrestatie, het recht om snel voor een rechter gebracht te worden en het<br />

recht om stappen te zetten waarbij over de rechtmatigheid van de detentie of van de<br />

voortdurende detentie snel door een rechtbank mag beslist worden.<br />

Voorbeelden van zaken die voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens<br />

gebracht werden, zijn:<br />

1. Bozano versus Frankrijk, 1986<br />

Het Hof vond dat de omstandigheden van de arrestatie en deportatie van de<br />

aanklager van Frankrijk naar Zwitserland noch wettelijk waren noch compatibel<br />

met het recht op veiligheid van een persoon.<br />

2. Brogan en anderen versus het Verenigd Koninkrijk, 1988<br />

Het Hof vond dat de vasthouding van de aanklagers onder een preventieve<br />

antiterrorismewet voor een periode van langer dan vier dagen, zonder dat<br />

beslist werd over de legitimiteit van hun vasthouding, een schending vormde<br />

van het recht om snel voor een rechter gebracht te worden.<br />

3. De Wilde, Ooms en Versyp versus België, 1970-1971<br />

Bronnen<br />

Het Hof stelde dat de voor de aanklagers beschikbare procedures om de<br />

wettelijkheid van hun vasthouding onder de landloperswetgeving aan te klagen<br />

hen niet voldoende toegang gaf tot een verweer dat hen de noodzakelijke<br />

garanties gaf om de lange vrijheidsberoving, van zeven maanden tot een jaar<br />

en negen maanden, aan te vechten.<br />

• Annan, K., “Two concepts of sovereignty”, The Economist, 18 September 1999.<br />

• Charter of the United Nations, www.un.org/peace<br />

• www.humansecuritynetwork.org<br />

• Lodgaard, S., “Human security: concept and operationalization”, Norwegian Institute of International<br />

Affairs, unpublished, 2000.<br />

• Rothschild, E., “What is security?”, DAEDALUS, the Journal of the American Academy of Arts and<br />

Sciences, Vol. 124, No. 3, Summer 1995.<br />

• Human Development Report 1994, United Nations Development Programme, www.undp.org.<br />

• The Canadian Department for Foreign Affairs and International Trade (DFAIT), www.dfait-maeci.gc.ca/<br />

foreignp/humansecurity<br />

Menselijke veiligheid<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

367


K<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• ‘Teken-het-woord’ spel,<br />

pagina 116.<br />

• Strijders voor mensenrechten,<br />

pagina 126.<br />

• Voorpagina, pagina 131.<br />

• Spelletjes met beeldmateriaal,<br />

pagina 184.<br />

• De impact van het internet,<br />

pagina 218.<br />

• Als morgen komt,<br />

pagina 246.<br />

Media<br />

In zijn autobiografi e vertelt president Mandela over een gesprek dat hij had met een<br />

groep jonge Inuit uit Goose Bay, ten noorden van de arctische cirkel:<br />

“… door te praten met deze slimme, jonge mensen, ondervond ik dat zij<br />

mijn bevrijding op de televisie hadden gezien en op de hoogte waren van<br />

de gebeurtenissen in Zuid-Afrika. ‘Leve het ANC!’ zei één van hen. De<br />

Inuit zijn aboriginals die vroeger mishandeld zijn geworden door de blanke<br />

kolonisten. Er waren parallellen terug te vinden tussen de zwarte Zuid-<br />

Afrikanen en de Inuit. Wat ik zo sterk besefte was hoe klein de planeet<br />

geworden was tijdens mijn verblijf in de gevangenis. Het was voor mij<br />

verbazingwekkend dat een Inuit, op het dak van de wereld, de bevrijding<br />

van een politieke gevangene in het zuiden van Afrika kon volgen. Televisie<br />

heeft de wereld doen krimpen en is zo een sterk wapen geworden om<br />

onwetendheid te verbannen en democratie te promoten.”<br />

Het proces dat hier door president Mandela treffend met één enkel beeld wordt<br />

beschreven is dat van een exponentiële versnelling in de verspreiding van de<br />

verschillende media. Iets meer dan een eeuw geleden, in 1895, verzond Marconi de<br />

eerste draadloze boodschap. Twintig jaar later ontdekte Edison de fonograaf. In de<br />

voorbije decennia hebben we, na de uitvinding van radio en televisie en de start<br />

van de uitzendingen in beide media, de technische vooruitgang zien versnellen.<br />

Hoe deze uitzendingen tegenwoordig plaatsgrijpen kon men moeilijk voorzien toen in<br />

1957 Sovjet wetenschappers de Spoetnik lanceerden, het eerste ruimtetuig dat in een<br />

baan rond de aarde werd gebracht, een metalen globe van zo'n 60 cm diameter die<br />

gemaakt was om de dichtheid van de buitenste atmosfeer van de aarde te bepalen. In<br />

dit geval werd de gebeurtenis via de radio uitgezonden, en de satelliet cirkelde slechts<br />

drie maanden rond de aarde. Twaalf jaar later zonden de VS op de televisie beelden<br />

uit van onze planeet en van de eerste man die voet zette op de maan.<br />

Vandaag staat het idee van één wereld en van communicatie via satellieten centraal<br />

in het aanpakken van mondiale en plaatselijke zaken. De eerste internationale<br />

satelliet, de Intelsat, werd in 1965 gestationeerd. Sindsdien zijn in het ruimtetijdperk<br />

telecommunicatie, informatietechnologie en optische elektronica versmolten met wat<br />

traditioneel als 'massamedia' worden beschouwd. De mensen kregen hierdoor een<br />

hele reeks middelen ter beschikking, van de mobiele telefoon tot het internet, om<br />

hun gezichtsveld uit te breiden, hun meningen te uiten, om met anderen in contact te<br />

komen en om verandering te begrijpen en erop te reageren.<br />

In de wereld van de media wijzigt de perceptie van verandering radicaal. De radio had<br />

38 jaar nodig om 50 miljoen mensen te bereiken, de televisie 13 jaar en PC's 16. Het<br />

world wide web (dé manier om internet te gebruiken) deed er slechts 4 jaar over.<br />

368 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Uitdagingen voor een mediarijke wereld<br />

UNESCO heeft een commissie die helpt bij het analyseren van de moderne communicatietrends<br />

en van de centrale rol van de Westerse cultuur in het globaliseringsproces.<br />

Deze stelt dat nieuwe technologieën nooit geziene mogelijkheden bieden voor de<br />

media. Traditionele vormen van censuur worden steeds moeilijker. De media<br />

kunnen een gevoel van mondiale solidariteit versterken en multimediatechnologieën<br />

creëren nieuwe artistieke en intellectuele uitdagingen. Het gemak van reproductie<br />

en verspreiding maken het voor elke regering moeilijker informatie te controleren,<br />

laat staan te censureren, welke informatie wordt uitgezonden of ontvangen. De<br />

hedendaagse media ondersteunen bewegingen van mensen en zorgen ervoor dat<br />

de burger beter geïnformeerd is. Ze versterken ook een gevoel van wereldwijde<br />

solidariteit, zonder dewelke geen wereldwijde ethiek zich kon beginnen vormen. “Door<br />

bij te dragen tot inspanningen voor hulpverlening en door uitleg en actie te vragen<br />

van regeringen, hebben beelden van menselijk lijden mensen gemotiveerd hun<br />

bezorgdheid over en solidariteit met mensen in verre landen uit te drukken.”<br />

Maar er zijn ook negatieve effecten. Het is waarschijnlijk een onderschatting te zeggen<br />

dat op dit ogenblik in meer dan 20 landen meer dan 100 journalisten gevangen<br />

gehouden worden voor het uitoefenen van hun onweerlegbaar gegarandeerd recht<br />

op vrijheid van meningsuiting, om nog maar te zwijgen van degenen die hun leven<br />

gaven tijdens het uitoefenen van hun beroep.<br />

Een ander probleem dat benadrukt moet worden, is de beschikbaarheid van middelen.<br />

Hoe kan de communicatierevolutie miljarden mensen bereiken, wanneer honderdduizenden<br />

menselijke nederzettingen in de ontwikkelingslanden niet over elektriciteit<br />

beschikken? Zij zijn nog steeds de 'have-nots' van deze informatierevolutie. De<br />

'haves' vormen een minderheid. Het zijn voornamelijk burgers uit ontwikkelde<br />

landen en stedelingen over de hele wereld die de kans krijgen gebruik te maken van<br />

satelliettelevisie en van internationale informatienetwerken.<br />

Wist je dat…<br />

Media<br />

Welk effect hebben deze snelle ontwikkelingen op onze<br />

perceptie van gebeurtenissen in de wereld?<br />

Drie cruciale dimensies in de veranderende natuur van de media kunnen benadrukt<br />

worden:<br />

1. De snelle ontwikkeling van de telecommunicatie en de mediatechnologieën<br />

heeft de aard van de media veranderd. In termen van zowel tijd als ruimte<br />

worden ze een integraal <strong>deel</strong> van de gebeurtenissen. Live verslaggeving is<br />

een gebeurtenis op zich geworden. Voorbeelden hiervan zijn de landing van<br />

de marine van de VS in Somalië en Haïti, en de aanval op de Beli Dom en<br />

het Ostankino televisiestation in Moskou.<br />

2. Politici hebben een machtige en cruciale invloed op de media in ondemocratische<br />

landen en niet-erkende democratieën. In democratische landen<br />

proberen de politici de media te beïnvloeden door ‘spin-doctoring’. Aan de<br />

andere kant zijn de media zelf in toenemende mate in staat een beslissende<br />

invloed uit te oefenen op het gedrag en de beslissingen van de politici.<br />

3. Commercialisering brengt de diversiteit van programma’s onder druk,<br />

evenals de programma’s met betrekking tot minderheden, alternatieve<br />

culturen en subculturen. De jacht op hogere kijkcijfers wordt weerspiegeld in<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Belangrijke data<br />

21 november<br />

Wereldtelevisiedag<br />

17 mei<br />

Wereldtelecommunicatiedag<br />

Voor ontwikkelingslanden is de zwakke schakel in de ketting van de infrastructuur vaak “the last mile” van lokale uitwisseling<br />

naar het huishouden. Sommige Afrikaanse landen zijn inderdaad zo beperkt in telecommunicatie dat er minder dan één<br />

enkele telefoonlijn per 1000 mensen is. Of, om het nog duidelijker te maken: er zijn meer telefoons in Tokyo of Manhattan<br />

dan in heel Afrika. Het Human Development Report van 1999 geeft een wereldwijde vergelijking van de beschikbaarheid<br />

van telefoonlijnen, tv-toestellen, faxen, PC’s en Internet. Ontwikkelde landen hebben een gemiddelde van 502 telefoonlijnen,<br />

595 tv-toestellen, 45 faxen, 204 Pc’s en 35 internetaansluitingen per 1000 inwoners. Armere landen moeten het doen met 4<br />

telefoonlijnen, 36 TV’s, 0.2 faxen en geen signifi cant aantal PC’s of internetaansluitingen per 1000 inwoners. Vandaag<br />

de dag blijft de radio het enige medium dat voldoende verspreid is over de wereld en dat ook beantwoordt aan de noden<br />

van de mondelinge culturen.<br />

369


K<br />

“Iedereen heeft recht op<br />

vrijheid van mening en<br />

meningsuiting; dit recht<br />

omvat de vrijheid om zonder<br />

inmenging een mening te<br />

koesteren en ongeacht<br />

grenzen inlichtingen en<br />

denkbeelden op te sporen, te<br />

ontvangen en door te geven.”<br />

Artikel 19, Universele<br />

Verklaring van de Rechten<br />

van de Mens<br />

de verslaggeving van het nieuws. De nieuwspresentatie en de selectie van<br />

uittreksels uit de werkelijkheid die de media aan hun publiek presenteren,<br />

wordt nu gekarakteriseerd door het triviale, het bizarre en het schandalige.<br />

Een gevolg hiervan is dat echt nieuws nu minder plaats inneemt in de media.<br />

Er is minder bereidheid om de kosten van publieke zenders te dragen, zodat<br />

deze tot commercialisering gedwongen worden. In dit proces heeft het publiek<br />

het meeste te verliezen, namelijk zijn informatiebronnen.<br />

Nood aan alternatieven<br />

Media<br />

Artikel 11 van het Europees charter voor regionale en minderheidstalen (1992) over de media<br />

De partijen ondernemen, voor de gebruikers van regionale en minderheidstalen binnen de territoria waarin deze talen<br />

gesproken worden, overeenkomstig de situatie van elke taal, in zoverre publieke autoriteiten rechtstreeks of onrechtstreeks<br />

bevoegdheid hebben, macht hebben of een rol spelen in dit veld, en de principes respecterend van de onafhankelijkheid<br />

en autonomie van de media:<br />

A. in zoverre radio en televisie een missie van publieke dienst uitvoeren:<br />

i. de totstandkoming te verzekeren van tenminste één radiostation en één televisiekanaal in de regionale of<br />

minderheidstalen; of<br />

ii. de totstandkoming van ten minste één radiostation en één televisiekanaal in de regionale of minderheidstalen aan<br />

te moedigen en/of in de hand te werken; of<br />

iii. adequate voorzieningen te treffen zodat zenders programma’s aanbieden in de regionale of minderheidstalen.<br />

Vooral in tijden van spanning en gewelddadige confl icten, zoals bijvoorbeeld in<br />

de Balkan, “zouden nieuwe kanalen van vrije informatiestroom kunnen en moeten<br />

bijdragen aan pluralisme, economische en sociale ontwikkeling, democratie en vrede<br />

… Trainingsprogramma’s over journalistieke ethiek zouden journalisten gevoelig<br />

moeten maken voor vooroordelen en discriminatie.” 37<br />

Eén van de belangrijkste internetsites met informatie over mensenrechten, One World<br />

(www.oneworld.net), heeft de vier belangrijkste uitdagingen voor de democratie in de<br />

media opgesomd:<br />

1. Vrijheid van meningsuiting. Traditioneel hebben veel discussies over<br />

democratie in de media zich gericht op vrijheid van meningsuiting. In het<br />

bijzonder tijdens de jaren van de Koude Oorlog legden de westerse overheden<br />

sterk de nadruk op de staatscensuur in het Sovjetblok, in contrast met de<br />

zogezegde vrijheid van de eigen pers. Hoewel vrijheid van meningsuiting door<br />

vele instanties in de wereld nog steeds niet wordt verzekerd, toch heeft het<br />

zich exclusief richten op dit aspect andere meer fundamentele zaken van de<br />

mediademocratie doen vergeten.<br />

2. Stemprojectie. In de media is democratie meer dan enkel ‘in de mogelijkheid<br />

zijn te zeggen wat je wilt’. Mediademocratie draait om stemprojectie - jezelf<br />

laten horen. Hoewel de technologie het gemakkelijker dan ooit heeft gemaakt<br />

om je eigen tijdschrift te publiceren (of je eigen videonieuws op te nemen), is<br />

het heel moeilijk geworden om er zelfs maar een kleine groep mensen mee<br />

te bereiken. Zelfs wanneer je een verdeler kan vinden die het materiaal kan<br />

verspreiden over het kleine aantal nog onafhankelijke winkels die bereid zijn<br />

het in voorraad te nemen, betekent het feit dat je geen miljoenen kan uitgeven<br />

aan promotie dat maar een zeer klein aantal doorzetters er ooit toegang toe<br />

zal vinden.<br />

3. Concentratie van eigenaarschap. In zijn meer gesofi sticeerde vorm kan<br />

censuur, in plaats van door wettelijke repressie, door kapitalistische instellingen<br />

gepleegd worden, die samenwerken om een hegemonie van hun overtuigingen<br />

in stand te houden. De controle over de krachtige nieuwe mediamiddelen is<br />

nog steeds in handen van een klein aantal mensen (nationaal of internationaal),<br />

370 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


in privé-eigenaarschap of onder regeringsmonopolie. Dit betekent dat de<br />

meerderheid van de media in handen is van een kleine groep industriële<br />

reuzen. Of het nu in individuele landen is of - meer en meer - op mondiaal<br />

niveau, deze kartels oefenen effectieve controle uit over de beelden en<br />

verhalen doorheen dewelke wij de wereld begrijpen. In plaats van een echte<br />

democratische diversiteit, worden ons eindeloze versies van hetzelfde product<br />

aangeboden (steeds lichtjes anders verpakt).<br />

4. Hou het veilig. Dit gebrek aan variëteit heeft ernstige gevolgen. Het wordt<br />

steeds moeilijker in de doorsnee media alternatieven aan bod te laten komen.<br />

Hoeveel aandacht werd besteed aan de honderdduizenden mensen in Noord-<br />

Amerika en West Europa die tijdens de Golfoorlog campagne voerden tegen<br />

de aanvallen op Irak? Beperkte mediademocratie leidt tot beperkte politieke<br />

democratie. Alternatieve ideeën worden met opzet van de publieke aandacht<br />

weggehouden (in het bijzonder wanneer ze de adverteerders zouden kunnen<br />

beledigen).<br />

Concentratie van eigenaarschap<br />

“Twee bedrijven die kerncentrales bouwen bezitten twee van Amerika’s nationale TV-netwerken - General Electrics bezit<br />

NBC en Westinghouse bezit CBS. Het andere netwerk is eigendom van een cartoonbedrijf: Disney bezit ABC.” Dit bracht<br />

Ralph Nader, kandidaat voor het VS presidentsschap, onder de aandacht. Eén groep adverteerders heeft controle over<br />

40% van de markt. De concentratie van macht, zoals zichtbaar werd met de fusie van Amerika On Line (AOL), Time<br />

Warner en de Turner-groep, doet het spook opdoemen van culturele hegemonie.<br />

? We worden voortdurend via de massamedia blootgesteld aan<br />

commerciële propaganda. Denk je dat dit onze mogelijkheid<br />

beperkt om vrij keuzes te maken?<br />

? Denk je dat blootstelling van jongeren aan ongepaste<br />

materialen, met gewelddadige en racistische inhoud, op<br />

televisie bijvoorbeeld, hun denken en houding beïnvloedt?<br />

NGO’s en media<br />

Bronnen<br />

Media<br />

• Human Development Report 1999, United Nations Development Programme, www.undp.org<br />

• Human Development Report 2001, United Nations Development Programme, www.undp.org<br />

• www.coe.int/media<br />

• Our creative diversity, verslag van de World Commission on Culture and Development, Unesco,<br />

1995<br />

• World Communication and Information Report, Unesco publishing, 1999<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

Vrijheid van mening – nog<br />

veel werk voor de boeg<br />

“Vele journalisten overal ter<br />

wereld, inclusief Europa,<br />

worden nog steeds lastig<br />

gevallen, vervolgd en soms<br />

zelfs vermoord als zij verslag<br />

proberen uit te brengen over<br />

zaken van openbaar belang,<br />

aldus Secretaris Generaal<br />

van de Raad van Europa,<br />

Walter Schwimmer, in een<br />

verklaring naar aanleiding<br />

van de Werelddag van de<br />

Persvrijheid (3 mei 2001).” 38<br />

1. Het Baltische Mediacentrum is een onafhankelijke non-profi torganisaite die democratie, sociale ontwikkeling en<br />

internationale samenwerking promoot door een actieve inschakeling van de media: www.bmc.dk.<br />

2. AIM (Alternativena Informativna Mre.a / Alternative Information Network) is een netwerk van onafhankelijke journalisten<br />

in ex-Joegoslavië en de zuidelijke Balkan, die als dienstverlening diepgaande informatie verschaft, in de lokale talen<br />

en in het Engels: www.aimpress.<br />

www.aimpress.ch/.<br />

3. Reporters zonder Grenzen is een organisatie die informatie verspreidt over journalisten wereldwijd die vrijuit schreven<br />

en nu in ballingschap zijn. Ze organiseren petities en schrijfacties ter verdediging van bedreigde journalisten, zie<br />

www.rsf.fr.<br />

371


K<br />

“Brood in vredestijd is beter<br />

dan cake in oorlogstijd.”<br />

(Slovaaks spreekwoord)<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Mag ik binnen?, pagina 94.<br />

• Kan het anders?,<br />

pagina 107.<br />

• Binnen vier muren,<br />

pagina 110.<br />

• In een perfecte wereld<br />

leven, pagina 156.<br />

• Geld om te besteden,<br />

pagina 173.<br />

• Speel het spel!, pagina 190<br />

• Elektriciteitscentrale,<br />

pagina 194.<br />

• Geweld in mijn leven,<br />

pagina 244.<br />

• Als morgen komt,<br />

pagina, 246.<br />

Vrede en geweld<br />

Wat is de verhouding tussen vrede en mensenrechten? Is<br />

vrede een mensenrecht?<br />

De massale schendingen van mensenrechten tijdens de tweede wereldoorlog, en het<br />

gewenst en noodzakelijk zijn van vrede lagen aan de oorsprong van de Raad van<br />

Europa.<br />

Een cultuur van mensenrechten is een allereerste voorwaarde om tot een situatie van<br />

vrede te komen in om het even welk land van de wereld. Het recht op vrede behoort tot<br />

de mensenrechten van de derde generatie of de zogenaamde solidariteitsrechten.<br />

UNESCO, de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur, is de toonaangevende<br />

instelling die actief voor dit recht is opgekomen. Federico Mayor, de directeurgeneraal<br />

van UNESCO, lanceerde in 1994 een internationale oproep om een recht<br />

op vrede in te stellen. In 1997 werd een voorstel tot een verklaring, waarin vrede als<br />

een mensenrecht werd voorgesteld, voorgelegd aan de Algemene Vergadering van<br />

UNESCO. Het voorstel werd verworpen, maar het recht op vrede staat nog steeds op<br />

de agenda van de Verenigde Naties. De Commissie voor Mensenrechten keurde in<br />

het begin van 2001 een Resolutie goed ter Bevordering van het Recht van Volkeren<br />

op Vrede.<br />

? Ben je van oor<strong>deel</strong> dat er een specifi ek recht op vrede zou<br />

moeten bestaan, of is dit reeds vervat in de bestaande<br />

mensenrechten?<br />

Wat is vrede dan?<br />

Het begrip vrede heeft een belangrijke culturele dimensie. In de oosterse culturen<br />

wordt vrede traditioneel meer in verband gebracht met innerlijke vrede (vrede in onze<br />

geesten en harten), terwijl men in het westen vrede meer beschouwt als buiten het<br />

individu (afwezigheid van oorlog of gewelddadig confl ict). Zo betekent het Indische<br />

woord voor vrede “shanti” een volmaakte orde van de geest of gemoedsrust.<br />

Gandhi baseerde zijn fi losofi e en strategie op een concept dat Ahimsa genoemd<br />

wordt, en dat algemeen betekent zich onthouden van alles wat schaadt. Hij zei:<br />

“Letterlijk betekent Ahimsa geweldloosheid. Maar voor mij heeft het een veel hogere,<br />

een oneindig hogere betekenis. Het wil zeggen dat je niemand mag beledigen, je<br />

mag geen onbarmhartige gedachten koesteren, zelfs in verband met hen die je als<br />

372 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


je vijanden beschouwt. Iemand die deze leer volgt kent geen vijanden”. In de Mayatraditie<br />

verwijst vrede naar een concept van welzijn. Het is verbonden met de idee van<br />

een volmaakt evenwicht tussen de verschillende aspecten van ons leven.<br />

Er zijn vele defi nities voor vrede. Eén ervan, die een stevige invloed had, was het<br />

onderscheid tussen positieve en negatieve vrede dat werd uitgedacht door Johan<br />

Galtung, een internationaal bekende Noorse geleerde en vorser in dit gebied.<br />

Negatieve vrede betekent dat er geen oorlog is, geen gewelddadig confl ict tussen<br />

staten of binnen staten zoals de oorlogen in de Balkan.<br />

Positieve vrede daarentegen betekent een afwezigheid van oorlog of gewelddadig<br />

confl ict, die samengaat met een situatie van gelijkheid, rechtvaardigheid en<br />

ontwikkeling.<br />

We zouden deze twee begrippen als volgt kunnen samenvatten:<br />

Geen oorlog = negatieve vrede<br />

Geen oorlog + sociale rechtvaardigheid en ontwikkeling = positieve vrede<br />

Een positieve vrede wordt dus gekenmerkt door een hoge graad van sociale rechtvaardigheid<br />

en een minimale aanwezigheid van geweld.<br />

Terwijl sommigen menen dat alle problemen bij het beëindigen van een oorlog opgelost<br />

zijn, blijft er in werkelijkheid een groot <strong>deel</strong> van het werk te doen, namelijk de<br />

heropbouw van het land en de uitbouw van structuren die zullen leiden tot meer sociale<br />

rechtvaardigheid en tot ontwikkeling voor alle mensen in de betrokken landen.<br />

We kunnen dus stellen dat vrede niet alleen een kwestie is van ontwapening maar ook<br />

van de wijze waarop de mensen leven.<br />

? Wie zou er verantwoordelijk moeten zijn om strategieën in<br />

werking te stellen die om het even welke vorm van geweld in<br />

je eigen samenleving voorkomen?<br />

Vredesconferentie<br />

Maar kunnen we spreken over vrede zonder te spreken over<br />

geweld?<br />

Er zijn vele defi nities van geweld, o.a.de volgende: geweld is het gebruik van kracht<br />

– openlijk of verborgen – met als doel van een persoon of een groep iets te verkrijgen<br />

waarmee zij niet vrijelijk akkoord gaan.<br />

Er zijn verschillende soorten geweld. We kunnen een onderscheid maken tussen direct<br />

en indirect (of structureel) geweld:<br />

• Direct geweld = fysiek geweld<br />

• Indirect of structureel geweld = armoede, uitbuiting, sociale onrechtvaardigheid,<br />

geen democratie, enz.<br />

Er is daarom slechts vrede wanneer er geen direct en geen indirect geweld is.<br />

Wat is de prijs van geweld?<br />

Vrede en geweld<br />

In mei 1999 kwamen 10.000 vredesactivisten van alle leeftijden samen in Den Haag, om nieuwe strategieën te ontwikkelen<br />

voor een vredevolle 21° eeuw. Onder de <strong>deel</strong>nemers aan deze historische conferentie “Oproep van Den Haag” bevonden<br />

zich 1.500 jongeren uit 100 verschillende landen. Bij het slot van deze conferentie werd de Agenda van Den Haag voor<br />

Vrede en Rechtvaardigheid voor de 21° Eeuw voorgelegd aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi<br />

Annan. Het is nu een offi cieel VN-document, met een 50-punten plan voor wereldwijde actie voor regeringen en de<br />

civiele maatschappij.<br />

In een situatie van niet-vrede zien de partijen die in het confl ict betrokken zijn hun<br />

economische en sociale rechten geschonden (de economie van het land wordt<br />

ver-stoord, er ontstaat een zwarte markt, verlies van job of huis, enz.) en ook hun<br />

burgerlijke en politieke rechten (het recht op leven is bedreigd, naast het recht om<br />

niet gemarteld te worden, of het recht op fysieke integriteit, enz.). De korte- en langetermijngevolgen<br />

van een gewelddadig confl ict zijn vernietigend op het gebied van<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

373


K<br />

Belangrijke datum<br />

21 september<br />

Internationale dag<br />

van de vrede<br />

De Internationale Campagne<br />

voor een Verbod op Landmijnen<br />

is co-laureaat voor<br />

de Nobelprijs voor vrede in<br />

1997. www.icbl.org<br />

mensenrechten en zij laten diepe sporen na in de samenleving.<br />

De statistieken en informatie hierna lichten de kosten van geweld toe, in menselijke<br />

en fi nanciële termen.<br />

Direct geweld<br />

1. In Bosnië-Herzegovina zijn er, ondanks de General Framework Peace<br />

Agreement (1995), nog steeds tussen 850.000 en 1.200.000 intern verplaatste<br />

personen of ontheemden; zo ‘n 17.000 personen zijn nog steeds opgegeven<br />

als vermist.<br />

2. In 3 maanden tijd stierven 800.000 personen tijdens de oorlog in Rwanda in<br />

1994.<br />

3. Het totaal aantal mensen die stierven gedurende de eerste wereldoorlog<br />

bedroeg 8.538.315.<br />

4. In de jaren ‘90 van de vorige eeuw zijn wereldwijd 5.000.000 mensen<br />

omgekomen in burgeroorlogen.<br />

5. Er circuleren 500 miljoen lichte wapens in de wereld.<br />

6. In de jaren 1990 moesten 50 miljoen mensen hun huizen ontvluchten wegens<br />

oorlogen en binnenlandse confl icten.<br />

7. Anti-persoonsmijnen (landmijnen) veroorzaken 800 doden per maand.<br />

8. In 1995 werden 53 miljoen mensen (1 per 115 aardbewoners) uit hun huis<br />

verjaagd: ze werden ofwel vluchtelingen ofwel intern ontheemden.<br />

Indirect geweld:<br />

Vrede en geweld<br />

1. Jaarlijks sterven ongeveer 17 miljoen mensen door gebrek aan medicijnen.<br />

2. Ongeveer 24.000 mensen sterven dagelijks van de honger. Dat is 1 persoon<br />

per 3,5 seconde.<br />

3. Meer dan 30.000 kinderen sterven dagelijks aan voornamelijk voorkombare<br />

ziekten.<br />

Geweld laat in het algemeen niet enkel fysische maar ook emotionele sporen na bij<br />

ieder die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is geweest bij confl ictsituaties zoals<br />

oorlogen of gevallen van geweld tussen personen, bv. binnen een familie. Deze sporen<br />

kunnen langdurige trauma’s veroorzaken die niet zichtbaar zijn. Het is onmogelijk om<br />

hun fi nanciële kostprijs te schatten, maar de menselijke kost is enorm.<br />

? Denk je dat er regels zouden moeten zijn die de graad van<br />

geweld in tv-programma’s beperken?<br />

Prioriteiten in Openbare Uitgaven (in % van het BNP) 40<br />

Land Openbare Uitgaven<br />

voor Onderwijs<br />

1995 - 1997<br />

Openbare Uitgaven<br />

voor Gezondheidszorg<br />

1998<br />

Militaire Uitgaven<br />

1999<br />

Angola 6,2 (1985-1987) 5,8 23,5<br />

Costa Rica 5,4 5,2 ...<br />

Eritrea 1,8 ... 22,9<br />

Ethiopië 4,0 1,7 9,0<br />

Noorwegen 7,7 7,4 2,2<br />

Russische Federatie 3,5 2,5 (1990) 3,8<br />

Saoedi-Arabië 7,5 12,8 13,2<br />

Turkije 2,2 2,2 (1990) 5,0<br />

Oekraïne 5,6 3,6 3,1<br />

Verenigd Koninkrijk 5,3 5,9 2,5<br />

374 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


De 6 landen met de hoogste militaire uitgaven (in miljard US Dollar)<br />

Militaire uitgaven op wereldschaal en hun alternatieven 41<br />

Bedrag noodzakelijk om…<br />

A) de bevolkingsaangroei te stabiliseren:<br />

10,5 miljard $ (US dollar)<br />

B) de ontbossing te stoppen: 7 miljard $<br />

C) de opwarming van de aarde te<br />

voorkomen: 8 miljard $<br />

D) zure regen te voorkomen: 8 miljard $<br />

E) gezondheidszorg te verstrekken:<br />

15 miljard $<br />

F) honger en ondervoeding uit te roeien:<br />

19 miljard $<br />

G) de vermindering van de ozonlaag te<br />

stoppen: 5 miljard $<br />

H) bodemerosie te voorkomen: 24 miljard $<br />

I) zuivere en veilige energie te voorzien:<br />

voor hernieuwbare energie: 17 miljard $<br />

voor energie-effi ciëntie: 33 miljard $<br />

J) om analfabetisme uit te roeien:<br />

5 miljard $<br />

Vrede en geweld<br />

Rangorde 2000 (1999) Land 2000 Aan<strong>deel</strong> in militaire uitgaven op wereldvlak (%)<br />

1 (1) VS 280,6 37<br />

2 (7) RUSLAND 43,9 6<br />

3 (3) FRANKRIJK 40,4 5<br />

4 (2) JAPAN 37,8 5<br />

5 (5) VK 36,3 5<br />

6 (4) DUITSLAND 33 4<br />

De totale tabel = de totale jaarlijkse militaire uitgaven<br />

De uitgaven in 2001 bedragen 756 miljard $ (1 vakje = 1 miljard $)<br />

K) om de schulden van ontwikkelingslanden<br />

kwijt te schelden: 30 miljard $<br />

L) om huisvesting te voorzien: 21 miljard $<br />

M) om veilig zuiver water te voorzien:<br />

58 miljard $<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

375


K<br />

Belangrijke datum<br />

25 november<br />

Internationale dag van de<br />

uitbanning van geweld tegen<br />

vrouwen<br />

“Net zoals ‘oorlog begint in<br />

de geesten van mensen’<br />

begint ook vrede in<br />

onze geesten. Dezelfde<br />

diersoort die de oorlog heeft<br />

uitgevonden is bekwaam om<br />

de vrede uit te vinden. De<br />

verantwoordelijkheid ligt bij<br />

elk van ons.”<br />

De verklaring van Sevilla<br />

over Geweld<br />

Is geweld natuurlijk?<br />

Vrede en geweld<br />

Vele mensen zijn ervan overtuigd dat menselijke wezens van nature uit gewelddadig<br />

zijn en dat we daarom oorlogen, confl icten en ander geweld in ons leven en onze<br />

samenleving niet kunnen vermijden. Andere experts op dit terrein beweren dat we<br />

gewelddadig denken, voelen en handelen kunnen vermijden. De Verklaring van Sevilla<br />

over geweld, opgesteld in 1986 door een groep geleerden en wetenschappers uit vele<br />

landen, van alle windstreken, bevestigt dit als volgt :<br />

1. “Het is wetenschappelijk niet correct te zeggen dat we een neiging om oorlog<br />

te voeren van onze dierlijke voorvaderen hebben geërfd… Oorlog voeren is<br />

een uitsluitend menselijk fenomeen en komt niet voor bij andere dieren…<br />

2. Er zijn culturen die gedurende eeuwen geen oorlog hebben gevoerd en er<br />

zijn culturen die in bepaalde periodes regelmatig oorlog hebben gevoerd en<br />

in andere geen…<br />

3. Het is wetenschappelijk fout te zeggen dat oorlog of om het even welk<br />

ander gewelddadig gedrag genetisch geprogrammeerd is in de menselijke<br />

natuur…<br />

4. Het is wetenschappelijk fout om te zeggen dat mensen een “gewelddadig<br />

brein” hebben… hoe we ons gedragen wordt bepaald door hoe we werden<br />

geconditioneerd en gesocialiseerd...”.<br />

De meeste onder ons zijn door hun omgeving geconditioneerd om agressief en<br />

gewelddadig te reageren. Wij leren om agressief en in sommige gevallen gewelddadig<br />

te denken, te voelen en te handelen. Waar we ook leven, we zijn onderworpen<br />

aan een sociale en culturele druk die ons ertoe brengt om bijna constant over geweld<br />

te lezen, naar geweld te kijken en over geweld te horen. Tv-programma’s, publiciteit,<br />

kranten, videospelletjes en de muziek- en fi lmindustrie dragen ruim bij tot deze situatie.<br />

Vooraleer een kind de puberteit bereikt, heeft het duizenden moorden en gewelddaden<br />

gezien, enkel door tv te kijken. Onze moderne samenlevingen verdedigen,<br />

bewust of onbewust, geweld. Geweld wordt als een positieve waarde beschouwd. In<br />

de meeste culturen worden het afwijzen van geweld en het ontwijken van fysiek<br />

geweld en confrontatie als een teken van zwakte beschouwd, in het bijzonder voor<br />

mannen, die van kindsbeen af een zware druk voelen van hun leeftijdsgenoten.<br />

? Ben je het eens met de stelling dat geweld nooit<br />

gerechtvaardigd is, zelfs niet tegenover de meest<br />

gewelddadige personen?<br />

Pesten is een vorm van persoonlijk geweld tussen jongeren en het illustreert hoe<br />

geweld wordt gebruikt als een middel om je sterker te voelen door anderen schade te<br />

berokkenen. In een onderzoek in 2001 bij een aantal Spaanse middelbare scholen gaf<br />

bijna de helft van de geïnterviewde studenten toe dat ze gevallen kenden van medestudenten<br />

die geïntimideerd werden door andere studenten.<br />

Naast pesten zijn er vele vormen van geweld tussen personen: geweld dat veband houdt<br />

met alcohol- en druggebruik, geweld van bendes, gedwongen prostitutie, slavernij,<br />

geweld in scholen en geweld gekoppeld aan racisme zijn elk op zich uitingen van geweld<br />

tussen personen, die ons leven of dat van vele anderen beïnvloeden. Enkele van deze<br />

vormen beïnvloeden meer specifi ek jongeren – b.v. geweld van bendes, geweld op<br />

school en racistisch geweld.<br />

? Ben je het eens met het idee dat een “echte man” niet bang<br />

zou mogen zijn van geweld?<br />

Seksueel misbruik en seksueel geweld tegenover kinderen of vrouwen (of zelfs<br />

mannen) zijn wijdverspreide fenomenen in onze samenlevingen. In tegenstelling tot<br />

wat dikwijls wordt verondersteld, vinden de meeste gevallen van geweld thuis en in<br />

private ruimten plaats, en niet op straat. De daders zijn meestal gekend door hun<br />

slachtoffers, en ze misbruiken het vertrouwen dat zij genieten om hun misdaden te<br />

begaan. De meeste slachtoffers geven de misdaad niet aan of wachten vele jaren<br />

376 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


alvorens dat te doen. Daarvoor bestaan vele redenen, die meestal met elkaar<br />

verband houden, alsook met de situatie, de identiteit van de dader, de aard van het<br />

misdrijf (duurtijd en frequentie), de persoonlijkheid van het slachtoffer, enz. Het kan<br />

gebeuren dat het slachtoffer te jong is en pas veel later begrijpt wat er gebeurde.<br />

Het gebeurt ook dat ze hulp nodig hebben en niemand hebben op wie ze kunnen<br />

vertrouwen. Of dat ze het gebeurde aan iemand vertellen die het niet wil geloven, (dit<br />

komt vaak voor, vooral bij kinderen) . Of dat ze zich te beschaamd voelen, schuldig<br />

en verraden, of bedreigd en gemanipuleerd door de dader. In de meerderheid van de<br />

gevallen is de dader een familielid.<br />

Bronnen<br />

Vrede en geweld<br />

• Declaration on the Rights of Peoples to Peace, A/RES/39/11, United Nations General Assembly, 12<br />

November 1984.<br />

• Human Development Report 2000, United Nations Development Programme, Oxford University Press,<br />

USA, 2000.<br />

• Report 2000, Amnesty International, Amnesty International Publications, UK, 2000.<br />

• The Seville Statement on Violence, www.unesco.org/human_rights/hrfv.htm , Spain, 1986.<br />

• Tyler, J., Berry A. (Comp.), Time to abolish war, a youth agenda for peace and justice, Hague Appeal<br />

for Peace, European Youth Foundation, 2001.<br />

• United Nations Commission on Human Rights, Resolution on the Promotion of the Right of Peoples<br />

to Peace, E/CN.4/RES/2001/69, 25 April 2001.<br />

• Fisas, V., Introducción al estudio de la paz y del confl icto, Lerna, Barcelona, 1987.<br />

• Voices of youth explore children and war, www.unicef.org/voy/meeting/war/war-exp2.html<br />

www.unicef.org/voy/meeting/war/war-exp2.html, www.unicef.org/voy/meeting/war/war-exp2.html Unicef.<br />

• World Report 2001, Human Rights Watch, USA, 2000.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

377


K<br />

“We mogen aan de<br />

toekomstige generaties<br />

geen egoïstisch Europa<br />

doorgeven, dat doof en blind<br />

is voor de behoeften van<br />

anderen.”<br />

Vaclav Havel<br />

Armoede<br />

Armoede is een wereldwijd probleem dat nog toeneemt. Wij hebben de neiging om<br />

armoede in verband te brengen met gebieden als Sub-Saharaans Afrika, Azië en<br />

Latijns-Amerika. Maar ook in Europa worden miljoenen mensen ermee geconfronteerd.<br />

Van de 400 miljoen inwoners van de EU leven er 60 miljoen onder de armoedegrens<br />

(die is vastgelegd op 50 % van het gemiddelde inkomen in een land) en zijn er 2,7<br />

miljoen dakloos. In Spanje leeft 20 % van de bevolking onder de relatieve armoedegrens<br />

en 4,5 % van de bevolking leeft in extreme armoede. In het Verenigd Koninkrijk<br />

groeit een derde van de kinderen op in armoede.<br />

Armoede tijdens de periode van overgang<br />

“… bijna alle voormalige socialistische landen werden tijdens de periode van overgang geconfronteerd met een belangrijke<br />

toename van de armoede. Desalniettemin is armoede er geen absoluut nieuw fenomeen en is ze niet alleen aan het<br />

overgangsproces te wijten. Armoede bestond al eerder in de Sovjet Unie en de regio, alhoewel het wegens politieke en<br />

ideologische redenen niet erkend werd. Een sociale groep die vroeger geen armoede kende zijn de werknemers in de<br />

openbare sector, die hun salarissen en levensstandaard dramatisch hebben zien verminderen. Werkloosheid is een van<br />

de belangrijkste redenen van armoede in de regio.” UNDP, 2001.<br />

Armoede in de wereld<br />

“In de rijke landen haalt minder dan 1 kind op 100 zijn vijfde verjaardag niet, terwijl in de armste landen 1 kind op 5 sterft<br />

voor het 5 jaar oud is. Terwijl in de rijke landen minder dan 5 % van alle kinderen onder de vijf jaar ondervoed zijn, geldt<br />

dat voor de helft van de kinderen in de arme landen.” De Wereldbank, 2000.<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Horoscoop van de<br />

armoede, pagina 141.<br />

• Zet een stap voorwaarts,<br />

pagina 213.<br />

• Het gevecht om geld en<br />

macht, pagina 227.<br />

• Waar sta jij? pagina 250.<br />

De defi nities van armoede<br />

Absolute armoede wordt gemeten met wat beschouwd wordt als het minimum om te<br />

overleven. Door deze defi nitie wordt er van uit gegaan dat er minimum standaarden<br />

zijn en dat mensen die daaronder blijven beschouwd kunnen worden als ‘arm’. Een<br />

van de meest gebruikte maatstaven is het inkomensniveau: wanneer het inkomen van<br />

een persoon of een gezin onder een bepaald niveau blijft dat als een minimum wordt<br />

gesteld om een redelijke levensstandaard te hebben, dan wordt die persoon of dat<br />

gezin als arm beschouwd.<br />

Bij relatieve armoede wordt de status van een specifi eke groep bepaald en gemeten<br />

in verhouding tot anderen in dezelfde leefomgeving, gemeenschap of hetzelfde<br />

land. Bijgevolg kan iemand die in een ontwikkeld land als arm beschouwd wordt<br />

378 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


een hoger inkomen hebben dan iemand die in een minder ontwikkeld land als<br />

bemiddeld wordt beschouwd. De betekenis van armoede hangt af van de gewoontes,<br />

de standaarden en de waarden van elk land en elke regio. In deze zin is er ook een<br />

culturele dimensie in de perceptie van wat armoede is.<br />

In deze tijd erkennen velen dat armoede niet noodzakelijk vermindert door de<br />

economische groei van een land. In landen met een economische groei is de armoede<br />

niet verdwenen. Zo kent bv. Polen in economisch opzicht een aanzienlijk succes,<br />

maar de armoede is er nog toegenomen. Het wordt in brede kringen aangenomen<br />

dat “armoede een multi-dimensioneel fenomeen is dat bestaat uit mentale, politieke,<br />

maatschappelijke en andere aspecten”, samen met een materiële dimensie (normaal<br />

uitgedrukt als fi nanciële waarde). De onderliggende factoren kunnen economisch,<br />

sociaal, politiek of ecologisch zijn. Armoede heeft vele gezichten: zij kan ruraal of<br />

stedelijk zijn, een permanente of tijdelijke situatie. Sommigen kunnen hun hele leven<br />

arm zijn, terwijl anderen in armoede terechtkomen en er terug uit los geraken. Het is<br />

geen statische toestand.<br />

Nog een belangrijke dimensie van armoede betreft wat vaak de “vervrouwelijking<br />

van armoede” wordt genoemd. Dit betekent dat er een overwicht van vrouwen bij<br />

de armen is, wat gekoppeld wordt aan, naast andere oorzaken, de naar geslacht<br />

scheefgetrokken gevolgen van armoede.<br />

Armoede en mensenrechten<br />

Armoede<br />

De Verklaring van Wenen en het Actieprogramma dat werd goedgekeurd gedurende<br />

de Wereldconferentie Mensenrechten in Wenen, in juni 1993, stellen dat “het bestaan<br />

van alom verspreide extreme armoede het volledige en effectieve genot van mensenrechten<br />

belet... vooral de economische, sociale en culturele rechten.” (artikel 14)<br />

Het is belangrijk om te beseffen dat het ontzeggen van doeltreffende gezondheidszorg,<br />

onderwijs, gelijkheid, onderdak enzovoort (wat enkele van de gevolgen zijn<br />

van armoede en sociale uitsluiting), de toegang verhindert tot burgerlijke en politieke<br />

rechten, wat op zijn beurt mensen belet om hun economische, sociale en culturele<br />

rechten op te eisen. Dat is een duidelijk voorbeeld van de on<strong>deel</strong>baarheid en de<br />

onderlinge afhankelijkheid van de mensenrechten.<br />

Amnesty International en economische, sociale en culturele rechten<br />

De Verklaring over het Recht op Ontwikkeling, die op 4 december 1986 door de<br />

Algemene Vergadering van de VN aanvaard werd, is het eerste internationale instrument<br />

dat exclusief verwijst naar het recht op ontwikkeling. Het is nauw verbonden met de<br />

tweede generatie van mensenrechten, zoals die beschreven zijn in het Internationaal<br />

Verdrag over Economische, Sociale en Culturele Rechten. Ontwikkeling is in artikel<br />

1 omschreven als “een globaal economisch, sociaal, cultureel en politiek proces dat<br />

streeft naar verbetering van het welzijn van alle mensen en personen, gebaseerd op<br />

hun vrije, actieve en betekenisvolle <strong>deel</strong>name aan de ontwikkeling en aan de eerlijke<br />

verdeling die er het gevolg van is.” Artikel 2 van dezelfde verklaring benadrukt dat “de<br />

menselijke persoon het belangrijkste onderwerp van ontwikkeling is en dat hij/zij een<br />

actieve <strong>deel</strong>nemer aan, en genieter van, het recht op ontwikkeling zou moeten zijn.”<br />

? Denk je dat alle teksten die door regeringen zijn goedgekeurd<br />

een verschil kunnen maken in de strijd tegen wereldwijde<br />

armoede?<br />

Op de Wereldtop voor Sociale Ontwikkeling in 1995, bekend als de Top van Kopen-<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Economische groei vergroot<br />

de materiële basis voor de<br />

voldoening van de menselijke<br />

behoeften, maar de mate<br />

waarin aan deze behoeften<br />

wordt voldaan hangt af van<br />

de verdeling van de middelen<br />

tussen de mensen en de<br />

verdeling en aanwending van<br />

de kansen, vooral de kansen<br />

op de arbeidsmarkt”<br />

Moreira<br />

De Vierde Wereld Jongeren<br />

Beweging<br />

Is een <strong>deel</strong> van de Vierde<br />

Wereld Beweging, een<br />

organisatie die de strijd tegen<br />

de armoede als doelstelling<br />

heeft.<br />

www.atd-fourthworld.org<br />

De Internationale Algemene Vergadering van Amnesty International, die in augustus 2001 plaatsvond, keurde de uitbreiding<br />

van het mandaat van de organisatie goed, ten einde haar toe te laten om voor een brede waaier van mensenrechten te<br />

werken. Vanaf nu zal de organisatie niet alleen strijden tegen marteling of voor gewetensgevangenen, maar ook tegen<br />

alle vormen van discriminatie, of ze nu burgerlijke en politieke rechten beperken, of economische, sociale en culturele<br />

rechten.<br />

379


K<br />

Belangrijke data<br />

17 oktober<br />

Internationale dag voor de<br />

eliminatie van armoede<br />

5 december<br />

Internationale vrijwilligersdag<br />

voor economische en sociale<br />

ontwikkeling<br />

Het Europees Sociaal Handvest<br />

In de Millennium Verklaring<br />

(september 2000), verbond<br />

de wereldgemeenschap zich<br />

ertoe om de armoede uit<br />

te roeien, met als concreet<br />

streven het aantal mensen<br />

met een inkomen van minder<br />

dan 1 USD per dag tegen<br />

2015 te halveren.<br />

hagen, verbonden 185 landen zich ertoe, bij monde van hun afgevaardigden, om<br />

de absolute armoede uit te roeien. Daartoe aanvaardden ze concrete plannen en<br />

voorstellen. De staatshoofden en regeringsleiders namen een verklaring aan en een<br />

actieplan, bekend als “Kopenhagen + 6”, maar in September 2001 werd geen enkel<br />

van de gestelde doelen volledig bereikt.<br />

Het bestaande internationaal en regionaal instrumentarium heeft een beperkte invloed<br />

gehad op de strijd tegen armoede. Een reden daarvoor is dat vele van deze instrumenten<br />

geen mechanismen bevatten om die rechten af te dwingen. Een andere reden<br />

is dat, alhoewel er gedurende de laatste 50 jaren vooruitgang is geboekt wat betreft de<br />

ontwikkeling van een raamwerk voor mensenrechten, en alhoewel de internationale<br />

gemeenschap aanvaard heeft dat duurzame menselijke ontwikkeling onmogelijk is<br />

zonder respect voor mensenrechten, er nog altijd geen uitdrukkelijk verband wordt<br />

gelegd tussen armoede en mensenrechten. De Universele Verklaring van de Rechten<br />

van de Mens en de twee internationale mensenrechtenverdragen verwijzen in hun<br />

inleiding wel naar het vrij zijn van gebrek, en de mensenrechtenverdragen voorzien<br />

wel degelijk in het recht op een adequate levensstandaard die voldoende voeding,<br />

kledij en wooncomfort inhoudt.<br />

Slotbeschouwingen<br />

Armoede<br />

Met het oog op het verzekeren van een daadwerkelijke uitoefening van het recht op bescherming tegen armoede en<br />

sociale uitsluiting, verbinden de Partijen zich om :<br />

a) maatregelen te nemen, in het kader van een alomvattende en gecoördineerde aanpak, om aan personen en families,<br />

die in een situatie van sociale uitsluiting of armoede leven of dat risico lopen, de toegang te bevorderen tot werkgelegenheid,<br />

huisvesting, opleiding, opvoeding, cultuur en sociale en medische bijstand.<br />

b) deze maatregelen te herzien en ze zo nodig aan te passen.<br />

Het herziene Europees Sociaal Handvest, artikel 30.<br />

Een van de meest algemene vooroordelen over armen is dat ze zich in die situatie<br />

bevinden omdat ze dat willen of omdat ze niet hard genoeg werken – wat inhoudt dat<br />

ze lui en onverantwoordelijk zijn. Dat is een manier om de armen met de volledige<br />

verantwoordelijkheid voor hun situatie op te zadelen. Het laat vermoeden dat de<br />

maatschappij niet verantwoordelijk voor hen zou zijn en dat ze niets voor hen kan<br />

doen. Deze aanpak gaat niet samen met een cultuur van mensenrechten, omdat het<br />

de mensen die zichzelf uitgesloten zien de kans ontneemt om waardig te leven en<br />

hun rechten uit te oefenen. Zij haalt bovendien de gevolgen van armoede (veranderd<br />

gedragspatroon, drugsmisbruik, de weigering om te werken, alcoholgebruik enz.)<br />

dooreen met de ingewikkelde grondoorzaken.<br />

Om de armoede uit te roeien moeten we haar wortels aanpakken, niet alleen de onmiddellijke<br />

noden, en dat vereist een belangrijke politieke inspanning van staten en<br />

internationale organisaties: armoede heeft dus een sterke politieke dimensie.<br />

“De strijd tegen armoede is een door en door politiek onderwerp. In de<br />

meeste samenlevingen heeft armoede te maken met de ongelijkheden in<br />

de verdeling van macht, rijkdom en kansen.” UNDP 2001<br />

? Ben je het eens met deze stelling?<br />

380 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Bronnen<br />

Armoede<br />

Voorbeelden van sociale indicatoren die verband houden met armoede: werkloosheid<br />

en jongeren in Oost-Europa<br />

Zoals in het Westen hebben jongeren te lijden van hogere werkloosheidscijfers dan andere volwassenen. In 1999 waren<br />

er in Centraal en Oost Europa en in de Gemeenschap van Onafhankelijke Staten (in het totaal 27 landen) 65 miljoen<br />

jongeren tussen 15 tot 24 jaar. Van de totale jeugdige bevolking was 27% (18 miljoen) niet in het onderwijs ingeschakeld<br />

noch tewerkgesteld. De gemiddelde jongerenwerkloosheidsgraad voor 18 van deze landen bedroeg 30 %, dit is het<br />

dubbele van de algemene werkloosheidsgraad. Jongerenwerkloosheid is bijzonder hoog in Zuid-Oost Europa (71 % in<br />

de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 61 % in voormalig Joegoslavië, 35 % in Bulgarije), in de Kaukasus<br />

(46 % in Azerbeidzjan, 27 % in Georgië), en in Centraal Azië (37 % in Kirgizië, 33 % in Tadzjikistan). 42<br />

Voorbeeld van een nationaal plan voor armoedebestrijding<br />

De situatie van de kinderen in Moldavië is verontrustend. Voor vele families is de bescheiden kinderbijslag de belangrijkste<br />

inkomstenbron. De laatste jaren werd een achteruitgang van de voedingsstandaarden bij kinderen uit arme families<br />

vastgesteld, met nadelige gevolgen voor hun gezondheid en hun verstandelijke ontwikkeling. Tengevolge daarvan heeft de<br />

regering beslist om een speciaal programma ter bestrijding van kinderarmoede te ontwikkelen, als <strong>deel</strong> van het nationaal<br />

korte termijn programma ter beperking van de armoede. Dit initiatief stelt een brede waaier van maatregelen in om een<br />

systeem van sociale zorg in te stellen voor wezen, mindervalide kinderen en kinderen van arme families. 43<br />

• Bilan économique et social 2000, le Monde, France, Édition 2001.<br />

• Choices for the poor, United Nations Development Programme, New York, 2001.<br />

• Human Development Report 2001, United Nations Development Programme, New York, 2001.<br />

• Moreira, C, Eradication of poverty in the world: an assessment on the threshold of the year 2000,<br />

Social Watch, www.socwatch.org.uy/<br />

www.socwatch.org.uy/, www.socwatch.org.uy/ Uruguay, 2000.<br />

• Pettiti, L, Meyer-Bisch, P., “Human rights and extreme poverty”, Human Rights, New Dimensions and<br />

Challenges, Ed. J. Symonides, Unesco, Paris, 1998, pp. 157-176.<br />

• Report of the expert seminar on human rights and extreme poverty, 7-10 February 2001, E/CN.4/2001/<br />

54/Add.1, United Nations Commission on Human Rights, Geneva, March 2001.<br />

• The dimensions of poverty, Social Watch, www.socwatch.org.uy/<br />

www.socwatch.org.uy/, www.socwatch.org.uy/ Uruguay, 1997.<br />

• “Young people in changing societies”, Regional Monitoring Reports, No 7, Florence: Unicef Innocenti<br />

Research Center, 2000.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

381


K<br />

“Als ik aan werk denk, dan<br />

betekent dat vooral controle<br />

hebben over je toekomst, in<br />

tegenstelling tot overgeleverd<br />

zijn aan de genade van de<br />

buitenwereld.”<br />

Gary Sinise<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• Globalisering: een<br />

woordenlijst, pagina 65.<br />

• Een verhaal over twee<br />

steden, pagina 67.<br />

• Ashique’s verhaal,<br />

pagina 87.<br />

• Let op, we kijken toe!<br />

pagina 91.<br />

• Loon naar werk?,<br />

pagina 103.<br />

• Horoscoop van de<br />

armoede, pagina 141.<br />

• Zie wat we wel kunnen!,<br />

pagina 205.<br />

• Vakbondsvergadering,<br />

pagina 240.<br />

• Werk en kindjes,<br />

pagina 256.<br />

Sociale rechten<br />

Een blik op het Europees Sociaal Handvest<br />

Terwijl het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens de burgerlijke en politieke<br />

rechten waarborgt, verzekert het Europees Sociaal Handvest de economische en<br />

sociale rechten van de burgers van de betrokken staten.<br />

Het Sociaal Handvest werd in 1961 door de Raad van Europa aangenomen. In<br />

1988, 1991 en 1995 werden er 3 protocollen aan toegevoegd. Het Handvest en het<br />

Protocol van 1988 waarborgen een reeks rechten die we in 2 categorieën kunnen<br />

onderbrengen :<br />

• Arbeidsvoorwaarden: verbod op dwangarbeid, niet-discriminatie in de<br />

werkomgeving, vakbondsrechten, verbod op kinderarbeid onder de leeftijd<br />

van 15 en bescherming van 15- tot 18-jarige werknemers, gelijke behandeling<br />

van migrantenwerkers, enzovoort.<br />

• Sociale cohesie: het recht op gezondheid, sociale zekerheid, medische<br />

bijstand, het recht van ouderen om beschermd te worden, enzovoort.<br />

Het herziene Sociaal Handvest werd in 1996 aangenomen. Het werd op 1 juli 1999<br />

van kracht en zal geleidelijk het Handvest van 1961 vervangen. Dit nieuw document<br />

waarborgt: gelijkheid tussen man en vrouw, bescherming in geval van ontslag,<br />

waardigheid van de werknemers in de werkplaats, bescherming tegen armoede<br />

en sociale uitsluiting, het recht op huisvesting, de uitbreiding van het recht om niet<br />

gediscrimineerd te worden, enzovoort.<br />

Het Handvest heeft een controlemechanisme dat gebaseerd is op de overhandiging<br />

van nationale verslagen door de lidstaten (het 1991 Protocol), alsook een systeem<br />

van collectieve klacht (het 1995 Protocol) dat onder meer toelaat dat vakbonden en<br />

NGO’s collectieve klachten indienen.<br />

? Denk je dat sociale zekerheid privaat of openbaar zou moeten<br />

zijn?<br />

Het recht op werk<br />

Het recht op werk is, als een van de sociale en economische rechten, gewaarborgd<br />

door internationale instrumenten zoals de Universele Verklaring van de Rechten van<br />

de Mens (UVRM) (artikel 23), het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale<br />

en Culturele Rechten (artikel 6), en het herziene Europees Sociaal Handvest (ESH).<br />

Een staat die het recht op werk erkent, verbindt zich niet om tewerkstelling te<br />

verzekeren voor iedereen die dat wil; zo ’n verplichting zou in de praktijk ‘onwerkbaar’<br />

382 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Sociale rechten<br />

kunnen zijn. Het recht op werk houdt eerder in dat de staat de verplichting heeft om<br />

een economische en sociale situatie te ontwikkelen waarin jobs kunnen gecreëerd<br />

worden.<br />

Het recht op werk is belangrijk op zich, maar ook in zover het een voorwaarde is om<br />

menselijke waardigheid te verzekeren. Als niet eerst het recht op werk is gewaarborgd,<br />

zal de uitoefening van vele andere rechten in de praktijk ondenkbaar zijn.<br />

Uit het recht op werk vloeit het recht voort op rechtvaardige (of redelijke) werkomstandigheden.<br />

Dit recht bevat de waarborg om niet gediscrimineerd te worden, om een billijk<br />

loon en betaald verlof te krijgen alsook om redelijke werkuren en een veilige en<br />

gezonde werkplek die het fysieke en geestelijke welzijn van de werknemer vrijwaart.<br />

Deze waarborgen hebben de bedoeling te verzekeren dat de werknemers hun<br />

arbeidsloopbaan in behoorlijke omstandigheden beginnen en verder zetten. Werk<br />

zou geen onhoudbare last mogen worden, of een doel op zich; het zou een middel<br />

moeten zijn om te verzekeren dat minstens de basisbehoeften zoals voeding, kledij,<br />

huisvesting en onderwijs worden bevredigd.<br />

? Vind je dat werklozen steun van de staat zouden moeten krijgen?<br />

Tewerkstelling vanuit een jongerenperspectief<br />

Een job hebben betekent meer dan de middelen hebben om zichzelf te kunnen<br />

behelpen. Het is ook een manier om levenservaring op te doen. Door tewerkgesteld<br />

te zijn ontwikkelen individuen (en zeker jongeren) vele vaardigheden, variërend van<br />

technische tot persoonlijke vaardigheden.<br />

Werkloosheid en slechte werkomstandigheden zijn een <strong>deel</strong> van de complexe<br />

en onderling verbonden kwesties die de volledige ontplooiing van een persoon<br />

belemmeren en zijn/haar inherente waardigheid in het gedrang brengen. Enkele<br />

voorbeelden van deze gevolgen zijn: het onvermogen van de werklozen om voor<br />

zichzelf en de zijnen een bevredigende levensstandaard te veroorloven, het kunnen<br />

tot stand komen van een groot aantal jobs op de zwarte markt (wat de zekerheid van<br />

de werknemers en hun mogelijkheden om hun rechten te verdedigen vermindert en<br />

de noodzaak aantoont om een uitgebreid systeem van sociale zekerheid uit te bouwen<br />

om de werklozen steun te verlenen).<br />

De overgang van school naar werk is voor de jongeren een cruciale fase in hun<br />

persoonlijke en professionele ontwikkeling gedurende hun leven als volwassene.<br />

De gevolgen van jeugdwerkloosheid kunnen ernstig zijn. Jeugdwerkloosheid hangt<br />

dikwijls samen met sociale problemen zoals geweld, misdaad, zelfmoord en alcohol-<br />

en drugsmisbruik.<br />

De percentages voor jeugdwerkloosheid zijn vaak hoger dan die voor volwassenen.<br />

Dit verschil kan groot of klein zijn, afhankelijk van de specifi eke situatie in het land.<br />

Werkloosheidscijfers in enkele Europese landen 44<br />

Land Jeugdwerkloosheid (%) Gemiddelde werkloosheid (%)<br />

Kroatië 31,4 9,9<br />

Duitsland 10,7 9,9<br />

Letland 25,5 13,8<br />

Rusland 26,8 13,3<br />

Slovakije 20,4 11,1<br />

Spanje 39,2 20,9<br />

Zweden 11,2 5,3<br />

Nederland 5,1 3,8<br />

Verenigd Koninkrijk 13,6 7,1<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“De arbeiders hebben hierbij<br />

niets te verliezen tenzij hun<br />

ketens. Ze hebben de wereld<br />

te winnen.”<br />

Karl Marx<br />

383


K<br />

“Niemand kan slagen door<br />

talent alleen. God geeft<br />

talent; werken zet talent om<br />

in genie.”<br />

Anna Pavlova<br />

Dag van de Arbeid: 1 mei<br />

Vele factoren verklaren de hoge cijfers voor jeugdwerkloosheid: de segmentering van<br />

de arbeidsmarkt, technische en organisatorische veranderingen die een vraag naar<br />

hogere kwalifi caties hebben gecreëerd en de crisis op de arbeidsmarkt, die de situatie<br />

voor werklozen moeilijker heeft gemaakt.<br />

Vakbonden, werken voor de werkers<br />

De geschiedenis van de vakbonden gaat tot zeer ver terug. De rechten van de werknemers<br />

zijn ongetwijfeld verbeterd, zelfs al gebeurde dit slechts geleidelijk, en de vakbonden<br />

hebben in dit proces een cruciale rol gespeeld.<br />

Vakverenigingen zijn organisaties van werknemers (er zijn ook organisaties van<br />

werkgevers). Hun belangrijkste doel is de belangen van de werknemers t.o.v. de<br />

werkgevers te vertegenwoordigen. Het recht om een vakbond op te richten en er<br />

zich bij aan te sluiten is een fundamenteel mensenrecht. Een goed functionerende<br />

en gerespecteerde beweging van vakbonden is vaak een goede indicator van<br />

democratie en mensenrechtenstandaarden.<br />

Naast hun rol in de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden speelden de vakverenigingen<br />

een sleutelrol (en die spelen ze nog) in de opbouw van sociale bewegingen<br />

en in het in gang zetten van sociale veranderingen. De rol van de vakbonden in de<br />

verschillende landen van Europa is zeer verschillend geweest. In enkele landen, waar<br />

fascistische en communistische regimes het bewind voerden, werden vakbonden<br />

overgenomen of opgericht door de overheid en de politieke elite, en werden ze een<br />

werktuig voor hun onderdrukkend regime. Als gevolg van deze historische realiteit zijn<br />

vele mensen sceptisch over de rol die vakbonden kunnen spelen. Zeer recent zijn de<br />

werknemers van deze landen begonnen om de positieve rol ervan in de strijd voor hun<br />

rechten te erkennen. Er bestaan in Europa ook andere verschillen, vooral i.v.m. de rol<br />

en de organisatie van de vakverenigingen. In de meeste landen zijn vakverenigingen<br />

georganiseerd in confederaties.<br />

Jeugd en lidmaatschap van vakbonden<br />

Sociale rechten<br />

1 mei: Internationale Dag van de Arbeid, herdenkt de historische strijd van de arbeiders wereldwijd.<br />

1 mei ontstond in de strijd om de achturendag. Terwijl de werknemers gedwongen werden om 10, 12 of 14 uren per<br />

dag te werken, groeide de steun voor de achturendag snel. De eerste dagen van mei 1886 werden gekenmerkt door<br />

stakingen en betogingen in de Verenigde Staten. Over het hele land nam een half miljoen werknemers <strong>deel</strong> aan de 1 mei<br />

betogingen. In Chicago bv. namen zo ‘n 90.000 mensen <strong>deel</strong> aan een mars.<br />

1 mei werd vlug een jaarlijks gebeuren. In meer en meer landen over de hele wereld vierden de arbeiders de Dag van<br />

de Arbeid op 1 mei. 1 mei werd in 1891 voor de eerste maal gevierd in Rusland, Brazilië en Ierland.<br />

Solidarnosc (Solidariteit) was een nieuwe nationale vakbond die in de jaren 1980 in Polen furore maakte.<br />

De beweging startte op 31 augustus 1980 offi cieel met het ondertekenen van de Akkoorden van Gdansk, die o.a. pleitten<br />

voor het recht om onafhankelijke vakbonden op te richten en het recht om te staken. In realiteit startte Solidarnosc toen<br />

de arbeiders van de scheepsbouwindustrie besloten om op 14 december 1970 te protesteren, met een mars van de<br />

scheepswerven naar het centrum van Gdansk, die brutaal door de politie werd uiteengeslagen. Vele stakingen in de zomer<br />

van 1980 bewezen dat de beweging Solidarnosc als een factor van sociale en democratische verandering wortel had<br />

geschoten. Het ledenaantal van de beweging groeide tot meer dan 9 miljoen. De repressieve politiek van de communistische<br />

regering werd duidelijk toen ze Solidarnosc verbood, waardoor de vakbeweging vele jaren noodgedwongen ondergronds<br />

werkte.<br />

In recente jaren werden de vakbonden in vele landen geconfronteerd met een<br />

terugloop van leden onder de jongeren. Vele vakbonden hebben slechts traag<br />

gereageerd op de veranderingen die jongeren hebben ervaren, en ze hebben soms<br />

gefaald om een agenda op te stellen die de jongeren in voldoende mate aantrekt om<br />

het verlies op het terrein van het klassieke lidmaatschap te compenseren. Bijgevolg<br />

zijn vele vakbonden nu een werking aan het uitstippelen die rekening houdt met de<br />

384 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


noden en de realiteit van jonge werknemers en ook aangepaste structuren om met<br />

deze sector om te gaan. Enkele ervan hebben jeugdcomités opgericht, wat het geval<br />

is voor het EVV (Europees Vakverbond) en het IVVV (de Internationale Vereniging van<br />

Vrije Vakverenigingen).<br />

? Ben jij lid van een vakvereniging? Ben je het ooit geweest?<br />

Kinderarbeid<br />

Sociale rechten<br />

Het onderwerp kinderarbeid krijgt tegenwoordig veel aandacht. Kinderen worden<br />

ingezet in velerlei soorten werk, van huishoudelijk werk tot zware industriële productie.<br />

Het aantal kinderen dat erbij betrokken is, is alarmerend hoog.<br />

Het is moeilijk om statistisch materiaal over kinderarbeid te verzamelen, gezien het<br />

meestal illegale karakter ervan. Het aantal kinderen tussen 5 en 14 jaar die werken<br />

wordt op 250 miljoen geraamd: 120 miljoen voltijds en 130 miljoen <strong>deel</strong>tijds.<br />

Zo ‘n 61 % van dit totaal (bijna 153 miljoen) is in Azië te vinden, 32 % (80 miljoen) in<br />

Afrika, en 7 % (17,5 miljoen) in Latijns Amerika.<br />

Kinderarbeid komt ook voor in vele geïndustrialiseerde landen, en in Oost-Europese<br />

landen neemt het toe.<br />

In vergelijking met de waarborgen die gegeven waren in het Handvest van 1961<br />

heeft het herziene Europees Sociaal Handvest de waarborg voor de bescherming<br />

van kinderen en jongeren op de werkvloer versterkt. Artikel 7(1) voorziet dat “met<br />

het oog op de verzekering van het effectieve recht op bescherming voor kinderen en<br />

jongeren, nemen de Partijen het op zich om: de minimumleeftijd om toegelaten te<br />

worden tot de arbeidsmarkt vast te stellen op 15 jaar, behoudens uitzonderingen voor<br />

kinderen die worden tewerkgesteld in voorgeschreven licht werk zonder gevaar voor<br />

hun gezondheid, hun zeden en hun opvoeding.”<br />

De Internationale Arbeidsorganisatie (International Labour Organisation, ILO),<br />

de belangrijkste organisatie voor het bepalen van arbeidsnormen, heeft lange<br />

tijd haar activiteiten toegespitst op de uitroeiing van kinderarbeid. Daartoe heeft<br />

zij aanbevelingen gedaan en afspraken vastgelegd. Twee belangrijke verdragen<br />

behandelen specifi ek kinderarbeid.<br />

1. Het ILO-verdrag over de Ergste Vormen van Kinderarbeid (1999) werd in 2000<br />

van kracht. Vorige pogingen om komaf te maken met kinderarbeid mislukten<br />

en de algemene situatie voor werkende kinderen blijft verslechteren. Daarom<br />

besliste de internationale gemeenschap, vanuit de idee één stap per keer<br />

te zetten, om de ergste vormen van kinderarbeid volledig te verbieden. In<br />

november 2001 hadden reeds 108 landen het verdrag bekrachtigd.<br />

2. Het ILO-verdrag over de Minimumleeftijd (1973) is een ander voorbeeld.<br />

Artikel 1 verklaart “elk Lid (…) neemt het op zich om een nationaal beleid toe<br />

te passen dat gericht is op de daadwerkelijke afschaffi ng van kinderarbeid en<br />

op het progressief verhogen van de minimumleeftijd om toegelaten te worden<br />

tot de arbeidsmarkt tot een niveau dat overeenkomt met de meest volledige<br />

fysieke en mentale ontwikkeling van de jongeren.”<br />

Een van de belangrijke ILO-programma’s om kinderarbeid uit te roeien is het Internationaal<br />

Programma voor de Eliminatie van Kinderarbeid. Het Verdrag inzake de<br />

Rechten van het Kind voorziet in artikel 32 (1) dat “de betrokken staten het recht van<br />

het kind erkennen om beschermd te worden tegen economische uitbuiting en tegen<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Het werk zal je leren hoe je<br />

het moet doen.”<br />

Gezegde uit Estland<br />

• Tussen 1988 en 1997 verloren de vakverenigingen die verbonden zijn aan de Deutscher Gewerkschaftsbund<br />

(DGB) niet minder dan 609.407 jonge leden, of 55,2 % van het totaal aantal jonge leden.<br />

• Tussen 1987 en 1999 slonk het percentage jongeren (van 16 tot 24 jaar) aangesloten bij een vakbond<br />

van 62,7 % naar 46,7 %.<br />

• In Griekenland verklaarde 70,1 % van de jongeren dat ze geen vertrouwen stelden in de vakverenigingen,<br />

dit terwijl slechts 22,9 % het leger en 40,6 het gerecht niet vertrouwden. 45<br />

De Internationale<br />

ArbeidsOrganisatie (ILO)<br />

Heeft een belangrijke<br />

rol gespeeld in de<br />

ontwikkeling van en de<br />

strijd voor het respect van<br />

werknemersrechten en<br />

heeft bijgedragen tot de<br />

vorming en promotie van<br />

gepaste structuren om<br />

de werknemersrechten te<br />

bevorderen. www.ilo.org<br />

385


K<br />

De percentages kinderen<br />

tussen de leeftijd van 10 en<br />

14 jaar, die werken, zijn:<br />

30,1 % in Bangladesh, 11,6<br />

% in China, 14,4 % in India,<br />

17,7 % in Pakistan, 24 % in<br />

Turkije, 20,5 % in Ivoorkust,<br />

11,2 % in Egypte, 41,3 %<br />

in Kenia, 25,8 % in Nigeria,<br />

31,4 % in Senegal, 4,5 % in<br />

Argentinië, 16,1 % in Brazilië,<br />

6,7 % in Mexico, 0,4 % in<br />

Italië en 1,8 % in Portugal.<br />

Sociale rechten<br />

elk soort werk dat gevaarlijk kan zijn of de opvoeding van het kind kan hinderen, of<br />

schadelijk kan zijn voor de gezondheid van het kind of zijn fysieke, mentale, geestelijke,<br />

morele of sociale ontwikkeling.”<br />

De globalisering is zwaar op de sociale rechten beginnen wegen. Dit proces bevordert<br />

inderdaad praktijken die de sociale waarborgen tarten die algemeen beschouwd<br />

worden als minimale waarborgen voor elementaire werkvoorwaarden. Met de uitbouw<br />

van de vrijemarkteconomie beschouwen vele ondernemingen het gebrek aan sociale<br />

bescherming als een ‘uitnodigend’ element voor investeringen en voor productie van<br />

goederen aan lage kostprijs. De hervestiging van industrieën vanuit landen waar arbeidswaarborgen<br />

verplicht zijn naar andere landen die zulke zekerheden aan hun<br />

werknemers niet bieden, wordt beschouwd als een haalbare optie voor winstgevende<br />

doeleinden.<br />

In een context waar de prioriteit van de meeste ondernemingen het verhogen van de<br />

winst is, zelfs ten koste van de sociale en arbeidsrechten van hun werknemers, zijn de<br />

internationale en regionale mensenrechteninstrumenten die sociale en economische<br />

rechten verschaffen fundamenteel voor de bescherming van de rechten van de werknemers.<br />

Bronnen<br />

• La Charte, ses protocoles, la Charte revisée, Editions du Conseil de l´Europe, 1998.<br />

• Conditions of employment in the European Social Charter. Study compiled on the basis of the case<br />

law of the European Committee of Social Rights, Council of Europe Publishing, 2000.<br />

• Pascual, S., Waddington, J., Young people: the labour market and trade unions. A report prepared for the<br />

Youth Committee of the European Trade Union Confederation, European Trade Union Confederation<br />

Publication, May 2000.<br />

• Solidarnosc, www.solidarnosc.org.pl<br />

• Taking steps; young people and social protection in the European Union, European Youth Forum.<br />

• Unicef (2000), “Young people in changing societies”, Regional Monitoring Reports, No 7, Florence<br />

Innocenti Research Centre.<br />

• United Nations, World Bank, ILO Policy, A global alliance for youth employment: recommendations<br />

of the High Level Panel of the United Nations Secretary-General’s Youth Employment Network,<br />

www.ilo.org/public/english/employment/strat/yen/publ/recomm.htm<br />

386 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Sport<br />

Is sport een mensenrecht? Strikt gezien is het antwoord nee. Geen van de mensenrechtenverklaringen<br />

of -verdragen bevat specifi eke bepalingen die het mensenrecht<br />

op de beoefening van of de toegang tot sport beschrijven. Sport kan echter wel gezien<br />

worden als een essentieel onder<strong>deel</strong> van het recht op onderwijs en cultuur.<br />

Het recht op onderwijs staat in artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten<br />

van de Mens en in artikel 13 van het Internationale Verdrag over Economische,<br />

Sociale en Culturele Rechten. Het luidt: “… dat het onderwijs gericht dient te zijn<br />

op de volledige ontplooiing van de menselijke persoonlijkheid en van het besef van<br />

De Paralympische Spelen<br />

haar waardigheid en dat het dient bij te dragen tot de eerbied voor de rechten van de<br />

mens en de fundamentele vrijheden”. Via sport ontwikkelen mensen zich fysiek en<br />

intellectueel. Deelname in sport verhoogt het zelfvertrouwen, het schept kansen tot<br />

zelfverwezenlijking en tot respect vanwege anderen. Dat geldt in het bijzonder voor<br />

personen met een handicap via evenementen zoals de paralympics.<br />

Wat kinderen betreft, het Verdrag inzake de Rechten van het Kind onderstreept dat het<br />

onderwijs van het kind gericht moet zijn op “…de zo volledig mogelijke ontplooiing van<br />

de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind”<br />

en artikel 31 verwijst naar het recht op rust en ontspanning, op <strong>deel</strong>name aan spel en<br />

recreatieve activiteiten aangepast aan de leeftijd van het kind.<br />

Ieders recht om <strong>deel</strong> te nemen aan het culturele leven staat beschreven in artikel<br />

27 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en in artikel<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

“Het beoefenen van een<br />

sport is een mensenrecht.<br />

Elk individu moet, in<br />

overeenstemming met zijn<br />

of haar noden, over de<br />

mogelijkheid beschikken een<br />

sport te beoefenen.”<br />

Aanverwante<br />

activiteiten<br />

• In één minuut, pagina 146.<br />

• Speel het spel!, pagina 190.<br />

• Zie wat we wel kunnen!,<br />

pagina 205.<br />

• Sport voor allen, pagina<br />

210.<br />

387<br />

Het Olympisch Handvest,<br />

Principe 8<br />

De Paralympische Spelen zijn een atletiekwedstrijd voor personen met een handicap, waaronder mensen met amputaties,<br />

met een visuele handicap, met verlammingen aan de onderste ledematen of de hersenen. “De eerste Paralympische<br />

Spelen vonden plaats in 1948 in het Stoke Mandeville ziekenhuis te Aylesbury, Engeland (...). Vanaf 1952 werden de<br />

Paralympics georganiseerd in de Olympische jaren. De eerste Winter Paralympics werden in 1976 gehouden. Bij de<br />

spelen van 1992 in Barcelona namen 3500 atleten uit 82 landen <strong>deel</strong> aan de Zomer Paralympics. Bij de spelen van 1988<br />

in Seoel, Zuid Korea, liepen de Olympische en Paralympische Spelen voor het eerst werkelijk parallel: de atleten hadden<br />

een paralympisch dorp en gebruikten de Olympische sites voor de competitie. (...) De Paralympics worden erkend en<br />

gesteund door het Internationaal Olympisch Comité en worden bestuurd door het Internationaal Paralympisch Comité.”


K<br />

Open Fun Voetbal Scholen<br />

15 van het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele Rechten<br />

(ICESCR). Alle soorten sport worden overal ter wereld beoefend – voetbal, zwemmen,<br />

darts, schaak, speerwerpen, worstelen, rugby – wat dan ook! Sport is ongewijfeld<br />

een belangrijk <strong>deel</strong> van het culturele leven in alle landen, en er kan dus worden<br />

geargumenteerd dat iedereen het recht heeft om van sport te genieten, als toeschouwer,<br />

mededinger of speler.<br />

Hoewel sport over het algemeen niet wordt erkend als een mensenrecht, hebben sport<br />

en de manier waarop ze wordt ondersteund toch gevolgen voor de mensenrechten. In<br />

verschillende omstandigheden kan het als middel worden gebruikt zowel om mensenrechten<br />

te promoten als om ze te misbruiken.<br />

Sport promoot mensenrechten<br />

Sport<br />

Deelname aan sport zorgt voor ge<strong>deel</strong>de interesses en waarden, en leert sociale vaardigheden<br />

aan die nodig zijn voor een democratisch burgerschap 48 . Sport geeft een<br />

meerwaarde aan het sociale en culturele leven, door individuen en gemeenschappen<br />

samen te brengen. Lokale of nationale teams zijn vaak multinationaal of multi-religieus,<br />

en ook de toeschouwers hebben verschillende achtergronden. Zo helpt de sport<br />

verschillen te overwinnen, stimuleert het de dialoog en helpt zo vooroordelen,<br />

stereotypen, culturele verschillen, onwetendheid, intolerantie en discriminatie te ontkrachten.<br />

Open Fun Voetbal Scholen is een humanitair en non-profi t consortium dat gefi nancierd wordt door twee Deense<br />

NGO’s, de Cross Cultures Project Association (CCPA) en de Deense Raad voor Vluchtelingen (DRC). De context is<br />

een publieke sportcultuur die gekenmerkt wordt door een sterke lokale focus, democratische principes, vrijwilligerswerk,<br />

ondersteuning door de ouders, en het basisprincipe van “sport voor allen”. De bedoeling is om de sportclubs te versterken<br />

door sportuitrustingen onder alle <strong>deel</strong>nemende voetbalclubs te verdelen. Het is ook een stimulans voor de scholen om<br />

hun clubs open te stellen voor alle kinderen en jongeren, ongeacht hun capaciteiten, hun geslacht, etniciteit of sociale<br />

achtergrond.<br />

Gedurende de voorbije twee jaren heeft Open Fun Voetbal Scholen 15 “open straat” evenementen georganiseerd. Dit<br />

zijn kleine sport-en-spel festivalletjes die open staan voor alle kinderen. Zulke festivalletjes duren drie tot vijf uur, en<br />

worden gebruikt als smaakmakers in moeilijker omgevingen. Zo vestigde het Street Sports programma in Kosovo in 1999<br />

een netwerk van 140 zogenaamde straatmeesters – jongeren tussen 14 en 18 jaar – die van dag tot dag straatsport<br />

organiseren voor de kinderen uit hun wijk. Er wordt geschat dat ongeveer 6000 kinderen van alle leeftijden participeerden<br />

in dit programma, de meeste daarvan dagelijks. 49<br />

In verband met discriminatie van vrouwen bevordert het feit zelf dat vrouwen ook<br />

zogenaamde ‘mannensporten’ zoals voetbal en gewichtheffen kunnen beoefenen<br />

het wegwerken van een aantal stereotypen over vrouwelijke rolpatronen en verschillen<br />

tussen mannen en vrouwen.<br />

Sportberoemdheden worden vaak verkozen tot ‘goodwill ambassadeurs’ om via<br />

informele educatie humanitair werk te promoten. De Braziliaanse voetbalster Ronaldo<br />

bijvoorbeeld, is een speciale afgezant van “Kracht voor Verandering: Wereld Aidscampagne<br />

met Jonge Mensen”.<br />

Mensenrechten kunnen ook via sport worden misbruikt<br />

Het gebruik van prestatieverhogende middelen is waarschijnlijk het best gekende<br />

misbruik van menselijke waardigheid en gezondheid. Er zijn ook controversiële zaken<br />

als hormonenbehandeling en seksetesten op vrouwelijke atleten, die te maken<br />

hebben met respect, menselijke waardigheid en het recht op privacy.<br />

Sponsors kunnen sportmannen en –vrouwen uitbuiten, en ambitieuze ouders kunnen<br />

kinderen uitbuiten die een jong talent lijken te hebben. Intensieve training en de druk<br />

om te winnen kan leiden tot sportkwetsuren en kunnen het mentale welzijn bedreigen.<br />

Iedereen heeft het recht om te weten welke risico’s en welke voordelen het bereiken<br />

van hoge prestatieniveaus met zich meebrengt.<br />

388 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


Mogelijkheden om te sporten zijn niet altijd inclusief en wat betreft de toegang tot<br />

sportfaciliteiten kunnen er vormen van discriminatie bestaan tegen religieuze of<br />

culturele minderheden. Commerciële druk en belangen kunnen verband houden<br />

met misbruiken van mensenrechten die de waardigheid en het respect voor anderen<br />

ondermijnen. Sommige spelers laten zich bijvoorbeeld omkopen om ‘professionele<br />

fouten’ te maken in het voetbal, of om de cricketwedstrijd te ‘regelen’. Er zijn ook<br />

andere gevallen van misbruik van mensenrechten die in verband kunnen worden<br />

gebracht met de globalisering van de sportartikelenindustrie. In veel landen<br />

hebben zowel nationale als lokale sportverenigingen een beleid ontwikkeld over de<br />

arbeidsomstandigheden die worden geëist van de producenten van het materiaal<br />

en de kleding die ze gebruiken. Er zijn campagnes, bijvoorbeeld de Schone Kleren<br />

Campagne in Europa, die de fabrikanten ervan proberen te overtuigen respect op te<br />

brengen voor de mensenrechten van hun arbeiders. De Sportschoenen Campagne in<br />

Noord-Amerika voert onder meer campagne opdat mensen als Tiger Woods en André<br />

Agassi stoppen met het promoten van producten die gemaakt zijn door uitgebuite<br />

arbeid 51 .<br />

Sport en politiek<br />

Sport<br />

“Gymnastiek: een sport als alle andere of kindermishandeling?”<br />

Tot voor kort was Alexandra Huci, 12, gewoon een van de vele getalenteerde jonge meisjes die hun leven doorbrengen<br />

in trainingskampen en die dromen ooit wereldkampioen te worden. Op een dag stortte ze tijdens de training onverwacht<br />

in, geraakte in een coma, en stierf vijf dagen later. Haar kleine lijfje kon het simpelweg niet meer aan.<br />

Diëten en fysieke inspanning veroorzaken bij de jonge gymnasten veelal meer lijden dan plezier. “Pijn is een <strong>deel</strong> van<br />

mijn leven geweest sinds ik met de training begon”, vertelt de 10-jarige Wang Shuo in een recent interview voor CNN in<br />

het trainingskamp te Beijing, waar kinderen op de leeftijd van drie jaar hun carrière starten. Maria Pardo, een Spaanse<br />

turnster, woog 43 kilogram en was 170 cm lang.<br />

Sport werd lange jaren gebruikt als een vreedzaam politiek actiemiddel tegen<br />

onrechtvaardigheid. Tijdens de Olympische Spelen van 1968 in Mexico Stad brachten<br />

John Carlos en Tommie Smith tijdens een overwinningsceremonie de Black Panther<br />

groet om te protesteren tegen de discriminatie van zwarten in de VS. Tijdens het<br />

tijdperk van de apartheid weigerden vele landen sportrelaties te onderhouden met<br />

Zuid-Afrika, wat enorm heeft bijgedragen aan de politieke verandering in dat land.<br />

‘Capoeira’<br />

Tijdens de 16° eeuw onderhielden de Angolese slaven in Brazilië hun traditionele dansen en rituelen, en ontwikkelden<br />

ze tot ‘capoeira’, een zelfverdedigingsport. De slavendrijvers verboden enige vorm van gevechtskunst, maar de slaven<br />

konden hun training voortzetten onder de vermomming van een onschuldig ogende recreatieve dans. Tijdens de 17°<br />

eeuw werd de kunst van de ‘capoeira’ verder geperfectioneerd en vervolgens gebruikt in de decenniumlange vrijheidsstrijd<br />

tegen de koloniale onderdrukker.<br />

Sport kan ook worden misbruikt voor nationalistische of politieke doeleinden. Op de<br />

Olympische Spelen van 1972 in München bijvoorbeeld vielen 8 Arabische terroristen<br />

het Israëlische hoofdkwartier binnen en doodden twee mensen. 9 andere gijzelaars<br />

werden vermoord na een mislukte reddingspoging van de Duitse politie.<br />

De Olympische spelen worden sinds lang door naties gebruikt om politieke statements<br />

te maken. De Verenigde Staten van Amerika bijvoorbeeld boycotten samen met 65<br />

andere niet-communistische naties de spelen van 1980 in Moskou omwille van de<br />

Sovjetinvasie in Afghanistan. De Sovjetunie en 15 bondgenoten boycotten vervolgens<br />

de volgende spelen in Los Angeles in 1984 om veiligheidsredenen en uit angst dat<br />

politiek asiel zou worden gevraagd en gegeven.<br />

? Mogen sport en politiek worden vermengd?<br />

Er kan worden gediscussieerd over het feit of het al dan niet correct was om China<br />

te verkiezen tot gastland van de Olympische spelen van 2008. China wordt al lang<br />

bekritiseerd voor haar gebrek aan democratie en wegens schendingen van de<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

389


K<br />

Gerapporteerde incidenten<br />

mensenrechten. Sommige van de argumenten die werden gegeven om toch voor<br />

Beijing te kiezen waren dat de behandeling van dissidenten en andere schendingen<br />

van mensenrechten in China hoe dan ook in fora zoals de jaarlijkse bijeenkomst van<br />

de VN Commissie Mensenrechten verder zouden worden bekritiseerd. China zou als<br />

gastland misschien zelfs meer inzitten met een veroordeling.<br />

Sport en racisme<br />

Racisme in de sport is geen fenomeen dat zich beperkt tot het voetbalveld, noch tot<br />

spelers met een andere huidskleur. Het kan zich manifesteren in alle sporten en op<br />

alle niveaus: in amateursport, op institutionele en internationale niveaus, zowel als<br />

in de media. In het bijzonder, maar niet exclusief, kan het zich op plaatselijk niveau<br />

voordoen in de interactie (om echte of ingebeelde redenen van kleur, godsdienst,<br />

nationaliteit of etnische afkomst) tussen of tegenover spelers, teams, trainers en<br />

toeschouwers, en ook tegen scheidsrechters. Het kan ook de slechte behandeling van<br />

teams of zelfs hele groepen inhouden.<br />

Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om racisme in de sport te bestrijden, van<br />

publieke autoriteiten (de wetgevende autoriteit, de rechtbanken, de politie, regeringsorganen<br />

verantwoordelijk voor sport en lokale autoriteiten) tot niet-gouvernementele<br />

organisaties (nationale sportverenigingen in de beroepssport of amateursport, clubs,<br />

plaatselijke sportverenigingen, supportersclubs, spelersorganisaties, antiracistische<br />

organisaties, enz.).<br />

? Wat kan jij in je school of club doen opdat de sport die je<br />

beoefent sociaal toegankelijk is en mensenrechten promoot?<br />

Racistisch gedrag tijdens voetbalwedstrijden is een uitstekend thema voor een debat<br />

over de dilemma’s die gepaard gaan met het toepassen van de mensenrechten.<br />

? Moet het iemand die van hooliganisme verdacht wordt<br />

verboden worden om naar een ander land te reizen om er een<br />

wedstrijd bij te wonen? Is dit een inbreuk op het recht op<br />

vrijheid van verplaatsing?<br />

Jeugd en sport<br />

Sport<br />

21 september 2001. SK Rapid Wenen spits Gaston Taument onderging voortdurend racistisch scanderen tijdens de<br />

UEFA-beker wedstrijd gisteren tegen FK Partizan in Belgrado. Gaston Taument, die al 15 keer geselecteerd werd voor<br />

het Nederlandse efl tal, zei eerder in een interview: “Als racistische incidenten zich voordoen..., is het verkeerd om te<br />

zwijgen over racisme”. 52<br />

‘Voetbal tegen Racisme in Europa’ (FARE) is een voorbeeld van hoe jonge mensen<br />

voor mensenrechten ijveren. FARE bestrijdt via voetbal alle vormen van discriminatie<br />

in het voetbal: in het stadion, op het veld, in de kleedkamer, op kantoor en in het klaslokaal;<br />

bij fans, spelers, trainers, administratieve krachten en instructeurs.<br />

In verband met de Sportschoenen Campagne die eerder werd genoemd, gooien<br />

studentengroepen uit de Verenigde Staten van Amerika de sportsponsoring<br />

ondersteboven en eisen ze dat bedrijven zich houden aan een gedragscode op straffe<br />

van het verlies van hun contract om de sportploegen van hun school te bevoorraden.<br />

Het werk van de Raad van Europa<br />

Het Directoraat van Jeugd en Sport is een <strong>deel</strong> van het Algemene Directoraat van<br />

Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport en Milieu. Het werkt richtlijnen, programma’s<br />

en wettelijke instrumenten uit voor de ontwikkeling van een coherent en effi ciënt<br />

jeugdbeleid op plaatselijk, nationaal en Europees niveau. Het zorgt voor fondsen en<br />

educatieve ondersteuning voor internationale jeugdactiviteiten die zich richten op de<br />

390 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


promotie van het jongerenburgerschap, de jongerenmobiliteit, en van de waarde van<br />

mensenrechten, democratie en cultureel pluralisme.<br />

Het Comité voor de Ontwikkeling van de Sport van De Raad van Europa heeft<br />

verschillende activiteiten ontplooid die gezonde levenswijzen en sportbeoefening<br />

promoten, zoals bijvoorbeeld EUROFIT (persoonlijke fi tnesstests voor kinderen en<br />

volwassenen). Er is het Anti-Doping Verdrag van 1989 en de ‘Schone Sportgids’, een<br />

educatief informatiepakket voor scholen en sportorganisaties, dat in samenwerking<br />

met de Europese Unie werd gemaakt. In 1986 werd het Europees Verdrag over<br />

Toeschouwergeweld en Wangedrag op Sportevenementen op punt gesteld.<br />

Internationale instrumenten en internationale dagen die<br />

verband houden met sport<br />

1. Het Europese Handvest van Sport voor Allen (1975). Artikel 1 kondigt voor<br />

iedereen het recht af om aan sport te doen.<br />

2. Het Europese Handvest voor de Sport en de Ethische Code (1975) zorgt<br />

ervoor dat de toegang tot sportaccomodaties en sportactiviteiten verzekerd<br />

wordt zonder discriminatie.<br />

3. Het Internationale Handvest voor Lichamelijke Opvoeding en Sport (1978),<br />

Artikel 1: “Ieder mens heeft een fundamenteel recht op toegang tot lichamelijke<br />

opvoeding en sport, die essentieel zijn voor de volle ontwikkeling van hun<br />

persoonlijkheid.“<br />

4. Het VN Verdrag voor de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie jegens<br />

Vrouwen. Het belang van niet-discriminatie van vrouwen in sport wordt sterk<br />

beklemtoond. Staten zijn verplicht om het recht van vrouwen op <strong>deel</strong>name<br />

aan vrijetijdsactiviteiten, sport en alle aspecten van het culturele leven te<br />

verzekeren.<br />

5. Het Internationaal Verdrag tegen Apartheid in de Sport (1985).<br />

Bronnen<br />

Sport<br />

• De Raad van Europa, Directoraat Jeugd en Sport, www.coe.int/youth<br />

www.coe.int/youth.<br />

• How you play the game: the contribution of sport to the promotion of human rights. Conference in Sydney<br />

1 to 3 September 1999, http://members.ozemail.com.au/~hrca/Sport_and_human_rights.htm<br />

http://members.ozemail.com.au/~hrca/Sport_and_human_rights.htm.<br />

• Symonides, J., Sport in the service of human rights, World Conference on Education and Sports for a<br />

Culture of Peace, Unesco, Paris, France, 5 to 7 July 1999.<br />

• Sports Shoes Campaign, www.heartland-cafe.com/aup/aup.html (niet meer beschikbaar)<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

391<br />

Belangrijke data<br />

7 april<br />

Wereldgezondheidsdag<br />

31 mei<br />

Wereld Anti-Tabaksdag<br />

3 december<br />

Internationale Dag van de<br />

Personen met een Handicap


K<br />

Eindnoten<br />

1 Aanbeveling No.8 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten, goedgekeurd<br />

op 18 september 1998.<br />

2 De EU cijfers hebben in het algemeen betrekking op de vroege jaren 1990. De cijfers die worden<br />

getoond zijn het percentage kinderen dat in gezinnen woont met een inkomen dat lager is dan 50%<br />

van het gemiddelde. Bron: Bradbury and Jäntti (1999, Table 3.3) in Micklewright, J., Stewart, K., Child<br />

Well-Being in the EU and Enlargement to the East, Working Papers, UNICEF, Innocenti Centre,<br />

2000.<br />

3 Implementatie van Aanbeveling No. R (91) 11 over Seksuele Uitbuiting, pornogrfi e en prostitutie en<br />

handel in kinderen en jong-volwassenen; Straatsburg, 8 april 1998.<br />

4 Bilson, A., Child safety on the Internet, a child rights approach, Centre for Europe’s Child, http:<br />

//eurochild.gla.ac.uk (niet meer beschikbaar)<br />

5 Consultatiebijeenkomst voor het Education for Democratic Citizenship programma van de Raad van<br />

Europa, 1996.<br />

6 Marina Kovinena, Centre for Civic and Legal Education, Rostov-on-Don, Russische Federatie, Youth<br />

Human Rights Education Forum, Budapest, 2000.<br />

7 Annan, K., Eerste Wereld Conferentie van Ministers van Jeugd, Lissabon, Portugal, 1998.<br />

8 Europese Unie, Richtlijn van de Raad 2000/43/EC van 29 Juni 2000 die het principe van gelijke<br />

behandeling van personen onafgezien van hun raciale of etnische oorsprong toepast.<br />

9 El País digital, 5 november 2000.<br />

10 Webster’s Third New International Dictionary<br />

11 Raad van Europa, Directoraat Sociale Zaken.<br />

12 Eurobarometer verslag (54.2/2001) gebaseerd op interviews van meer dan 16000 burgers tussen 2<br />

januari en 6 februari 2001.<br />

13 www.disrights.org (niet meer beschikbaar)<br />

14 Biedron, R., Situation of sexual minorities in Poland, Campaign against homophobia, Riga, August<br />

2001.<br />

15 Amnesty International, Crimes of hate, conspiracy of silence, 2001.<br />

16 Belgische Taalkwestie Case, met betrekking tot bepaalde aspecten van de wetten over het taalgebruik in<br />

het onderwijs in België. Vonnis van het Europees Hof voor de Mensenrechten, 23 juli 1968, Publicaties<br />

van het Hof, Reeks A, vol. 6, p. 31.<br />

17 Het recht op onderwijs (art.13), 08/12/99. E/C.12/1999/10, CESCR.<br />

18 Learning: The treasure within, Unesco, Paris, 1996.<br />

19 Weisbrot, M., Baker, D., Kraev, E., and Chen, J., The scorecard on globalisation 1980-2000: twenty<br />

years of diminished progress, Centre for Economic and Policy Research, www.cepr.net/<br />

www.cepr.net/.<br />

www.cepr.net/<br />

20 Watkins, K., Education now - Break the cycle of poverty, Oxfam International, 2000.<br />

21 Uittreksels uit Motivans, A., Education for all, central and eastern Europe - Synthesis report, Unesco<br />

Institute for Statistics, UNICEF Innocenti Research Centre, februari 2000.<br />

22 World Disasters Report 2001, International Federation of Red Cross and Red Crescent Society.<br />

23 Ingrid Ramberg, in ”Violence against young women in Europe”, Raad van Europa, 2001.<br />

24 Radicova I., “Human Rights of girls and young women in Europe: questions and challenges for the<br />

21st Century”, Algemene Besluiten, Raad van Europa, Straatsburg, 1994.<br />

25 Uittreksel uit “Traffi cking in women, a comprehensive European strategy”, informatiebladen, Europese<br />

Commissie<br />

26 Ibidem<br />

27 Lori, H., German, A., Pitanguy, J., Violence against women: the hidden health burden, the World Bank,<br />

Washington, D.C, 1994.<br />

28 Resolutie 1212 (2000), Parlementaire Assemblee, Raad van Europa<br />

29 Gender mainstreaming conceptual framework, methodology and presentation of good practices. Final<br />

report of activities of the group of specialists on mainstreaming (EG-S-MS), Straatsburg, mei 1998.<br />

30 Publieke verklaring vanwege de <strong>deel</strong>nemers aan het seminarie “Violence against young women in<br />

Europe”, European Youth Centre Budapest, 2001.<br />

31 Resolution of the Sub-Commission on the Promotion and Protection of Human Rights. E/CN.4/SUB.2/<br />

RES/1999/30.<br />

32 Second international consultation on HIV/Aids and human rights. E/CN.4/1997/37, United Nations<br />

Commission on Human Rights, 20/01/97.<br />

33 Conferentie georganiseerd door het WHO’s European Centre for Environment and Health, in<br />

samenwerking met het Italiaans Ministerie voor het Leefmilieu en het European Environment<br />

Agency, Orvieto, Italy, op 5–6 oktober 2001. Persbericht EURO 12/2001, www.who.dk/mediacentre/<br />

PressBackgrounders/2001/20011130_3<br />

PressBackgrounders/2001/20011130_3.<br />

34 Canadian Department for Foreign Affairs and International Trade (DFAIT), www.humansecurity.gc.ca/<br />

392 Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa


foreignp/humansecurity<br />

foreignp/humansecurity.<br />

foreignp/humansecurity<br />

35 Hay, R., Peace building during peace support operations: a survey and analysis of recent missions,<br />

1999.<br />

36 Mandela, N., Long Walk to Freedom, Little Brown and Company, London, 1994.<br />

37 Veran Matic, Chairman of the Association of Independent Electronic Media (ANEM).<br />

38 Standpunt ingenomen op 13 september 1997 in de Verklaring van Sofi a (later goedgekeurd als Resolutie<br />

35 door de Algemene Conferentie van de Unesco op haar XXIXe sessie in november 1997).<br />

39 Voor meer informatie, zie www.coe.int/media<br />

40 Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI), www.sipri.se<br />

41 Human Development Report 2001, UNDP.<br />

42 Instituto del Tercer Mundo (1992), Third World Guide, Uruguay.<br />

43 Uit Unicef, “Young people in changing societies”, Regional Monitoring Reports, No7, Florence: Innocenti<br />

Research Centre, 2000.<br />

44 Choices for the poor, UNDP, March 2001.<br />

Eindnoten<br />

45 Uittreksel uit Pascual, S., Waddington, J., Young people: the labour market and trade unions. A report<br />

prepared for the Youth Committee of the European Trade Union Confederation, European Trade Union<br />

Confederation Publication, mei 2000 en Unicef (2000), “Young people in changing societies”, Regional<br />

Monitoring Reports, No 7, Florence Innocenti Research Centre.<br />

46 Uittreksels uit Young people: the labour market and trade unions. Report for the Youth Committee of<br />

the European Trade Union Confederation, May 2000.<br />

47 Zie de <strong>achtergrondinfo</strong>rmatie over globalisering (pagina 354).<br />

48 Uittreksel uit www.encarta.msn.com. Voor meer informatie, zie het Internationaal Paralympisch Comité,<br />

www.paralympic.org/<br />

www.paralympic.org/.<br />

www.paralympic.org/<br />

49 Voor meer detals, zie de <strong>achtergrondinfo</strong>rmatie over burgerschap (pagina 318).<br />

50 www.openfunfootballschools.org.mk/status.htm<br />

www.openfunfootballschools.org.mk/status.htm.<br />

51 Uittreksel uit Tomek, L., Lidové Noviny, 23 August 2001. Vertaald door Jana Ondrackova.<br />

52 Voor meer informatie, zie New Internationalist 330, December 2000, www.newint.org/issue330/<br />

factfi le.htm. Zie ook de <strong>achtergrondinfo</strong>rmatie over globalisering (pagina 354).<br />

53 Football against Racism in Europe, www.farenet.org<br />

54 Voor meer informatie, zie http://www.coe.int/T/E/cultural_co-operation/Sport/Resources/list_texts_<br />

sport_for_all.asp<br />

sport_for_all.asp.<br />

Handleiding voor mensenrechteneducatie met jongeren – Raad van Europa<br />

K<br />

393

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!