Mensenrechteneducatie in geschiedenis - Vormen vzw
Mensenrechteneducatie in geschiedenis - Vormen vzw
Mensenrechteneducatie in geschiedenis - Vormen vzw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Mensenrechteneducatie</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>geschiedenis</strong><br />
Leerlijn:<br />
Ongelijke onderwijskansen
<strong>Mensenrechteneducatie</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>geschiedenis</strong><br />
Leerlijn<br />
Ongelijke onderwijskansen<br />
1. Wat?<br />
Onderwijs is behalve een mensenrecht dat we terugv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de Universele Verklar<strong>in</strong>g<br />
van de Rechten van de Mens (art. 26) ook een belangrijk middel om de toepass<strong>in</strong>g van<br />
de andere mensenrechten te realiseren.<br />
Via onderwijs leer je om samen te leven, leerl<strong>in</strong>gen leren om met anderen te werken aan<br />
gemeenschappelijke doelen, ze leren verscheidenheid respecteren. Tegelijkertijd<br />
vergaren leerl<strong>in</strong>gen kennis: lezen en schrijven, omgaan met getallen,<br />
probleemoplossende vaardigheden, begrijpen van rechten en verantwoordelijkheden,<br />
leren leren…<br />
Onderwijs helpt leerl<strong>in</strong>gen verder ook om vaardigheden te ontwikkelen. Die vaardigheden<br />
kunnen zich situeren op het sociale of psychologische vlak, maar ook op professioneel<br />
vlak. Dan gaat het om vaardigheden die ze nodig hebben om een bepaald beroep<br />
optimaal te kunnen uitoefenen.<br />
Tot slot is het ook zo dat onderwijs bijdraagt tot de ontwikkel<strong>in</strong>g van iemands<br />
persoonlijkheid. De leerl<strong>in</strong>gen worden zelfstandiger, kritischer, creatiever, meer<br />
verantwoordelijk en ontwikkelen bovendien z<strong>in</strong> voor <strong>in</strong>itiatief.<br />
Samengevat kunnen we stellen dat onderwijs mensen <strong>in</strong> staat stelt om de kwaliteit van<br />
hun eigen leven en dat van anderen te verbeteren. 1<br />
Toch kan niet iedereen ten volle genieten van al deze positieve aspecten die het<br />
onderwijs te bieden heeft. Daar willen wij met ons project de leerl<strong>in</strong>gen over <strong>in</strong>formeren<br />
en hen eventueel aanzetten om zelf actie te ondernemen.<br />
2. Hoe?<br />
Voor elk jaar werkten wij een methodiek uit die perfect aansluit bij de respectievelijke<br />
historische <strong>in</strong>houden. Per methodiek worden volgden onderdelen toegelicht:<br />
a. Sluit aan bij..: bij welke historische <strong>in</strong>houden sluit de methodiek aan<br />
b. Mensenrechten: welke mensenrechten komen aan bod<br />
c. Doel: algemeen doel<br />
d. Niveau: <strong>in</strong> welk jaar te gebruiken<br />
e. Type: <strong>in</strong>leefspel, debat, stell<strong>in</strong>genspel, audio-visueel materiaal<br />
f. Duur: per fase wordt de nodige tijd aangegeven<br />
g. Materiaal: wat heb je nodig<br />
h. Voorbereid<strong>in</strong>g: welke voorbereid<strong>in</strong>gen moet je treffen<br />
i. Doelstell<strong>in</strong>gen: concrete doelstell<strong>in</strong>gen<br />
j. Vakgebonden e<strong>in</strong>dtermen<br />
k. Vakoverschrijdende e<strong>in</strong>dtermen: welke VOET worden gerealiseerd?<br />
l. Lesverloop:<br />
a. Instructies<br />
b. Starter/gespreksfase<br />
c. Verwerk<strong>in</strong>g<br />
1 VORMEN VZW, Kompas: onderwijs, <strong>in</strong>ternet, 02-06-2010, (http://www.vormen.org/Kompas/Onderwijs.html)
d. Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
Informatiefiche: historische achtergrond<strong>in</strong>formatie<br />
3│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
3. Overzicht methodieken<br />
(On)gelijke onderwijskansen<br />
Niveau Historische <strong>in</strong>houden Actualiser<strong>in</strong>g Type p.<br />
1 ste jaar Onderwijs <strong>in</strong> het oude<br />
Egypte<br />
2 de jaar Onderwijs <strong>in</strong> het oude<br />
Rome<br />
3 de jaar Onderwijs <strong>in</strong> de<br />
Middeleeuwen<br />
Ongelijke<br />
onderwijskansen <strong>in</strong> ons<br />
hedendaags onderwijs<br />
Hedendaags onderwijs<br />
bij ons en <strong>in</strong> Kenia<br />
Welke factoren<br />
beïnvloeden ongelijke<br />
onderwijskansen<br />
4 de jaar Onderwijs <strong>in</strong> de Nieuwe Tijd Ongelijke<br />
onderwijskansen bij ons<br />
5 de jaar Onderwijs tijdens de 1 ste<br />
schoolstrijd<br />
6 de jaar Onderwijs <strong>in</strong> de Eigen Tijd:<br />
Schoolpact van 1958<br />
4│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen<br />
Inleefmoment<br />
Bra<strong>in</strong>storm<br />
Groepswerk<br />
Onderwijsleergesprek: onderwijs <strong>in</strong> het oude<br />
Rome<br />
Beeldfragment: onderwijs <strong>in</strong> Kenia<br />
Groepswerk: welke rechten via onderwijs<br />
Onderwijsleergesprek: onderwijs <strong>in</strong> de ME<br />
Geheugenspel: beïnvloedende factoren<br />
voor onderwijs+ besprek<strong>in</strong>g<br />
Groepsdiscussie verslaggev<strong>in</strong>g<br />
Inleefmoment<br />
Onderwijsleergesprek: onderwijs <strong>in</strong> de NT<br />
Beeldfragment: ongelijkheid op onze<br />
scholen<br />
/ Interpretatie cijfers<br />
Groepswerk: spotprenten over schoolstrijd<br />
Ongelijkheid <strong>in</strong> het<br />
hedendaagse onderwijs<br />
Onderwijswetten bespreken + situatie nu<br />
3<br />
11<br />
18<br />
28<br />
39<br />
Spotprenten vrij en officieel onderwijs<br />
Rollenspel: directie- nieuwe leerl<strong>in</strong>gen 61
THEMA<br />
ONDERWIJS IN HET OUDE EGYPTE<br />
Sluit aan bij Deze les kan aan bod komen als uitbreid<strong>in</strong>g bij de les over de<br />
verschillende Egyptische standen. Iemand die onderwijs volgde,<br />
werd meestal schrijver, ambtenaar of priester.<br />
Mensenrechten - recht op onderwijs<br />
- iedereen gelijke rechten<br />
- het recht op de volledige ontwikkel<strong>in</strong>g van de persoonlijkheid<br />
Doel De leerl<strong>in</strong>gen kunnen stilstaan bij het belang van en het recht op<br />
onderwijs en bij de factoren die ervoor zorgen dat niet iedereen naar<br />
behoren dit recht kan genieten.<br />
Niveau 1 e jaar<br />
Type Inleefmoment, bra<strong>in</strong>storm, gesprek<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>uten<br />
Materiaal - Twee soorten contracten (elke leerl<strong>in</strong>g krijgt één contract, de helft<br />
contract één, de helft contract twee)<br />
- Zes steekkaartjes per groepje van vier<br />
- Informatiefiche<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g - Kopieer de contracten<br />
- Kopieer de steekkaartjes<br />
- Neem de <strong>in</strong>formatiefiche door<br />
- Lees de vereenvoudigde versie van de Universele Verklar<strong>in</strong>g van de<br />
Rechten van de Mens en de vereenvoudigde versie van het<br />
Internationaal Verdrag voor de Rechten van het K<strong>in</strong>d door, zodat je je<br />
een beeld kan vormen van de verschillende mensenrechten. (zie<br />
bijlagen)<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen De leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
- de evolutie van het onderwijssysteem <strong>in</strong> het oude Egypte schetsen<br />
- vertellen wie er onderwijs volgde <strong>in</strong> het oude Egypte en kunnen dit<br />
verklaren<br />
- een vergelijk<strong>in</strong>g maken tussen ons hedendaagse onderwijs en dat van<br />
het oude Egypte<br />
- het belang van onderwijs verklaren<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
De leerl<strong>in</strong>gen willen:<br />
- reflecteren over het belang van onderwijs<br />
- <strong>in</strong>zien dat onderwijs een recht is<br />
- begrijpen dat niet iedereen ten volle van dit recht kan genieten<br />
1.2 CRITERIA IN VERBAND MET DE BESTUDEERDE SAMENLEVINGEN.<br />
1.2.5 Benader<strong>in</strong>gswijze<br />
23 De studie getuigt van een probleem- en actualiteitsgerichte<br />
benader<strong>in</strong>g.<br />
24 De bestudeerde problematiek dient voor de leerl<strong>in</strong>g herkenbaar en<br />
verstaanbaar te zijn.<br />
1.3 CRITERIA IN VERBAND MET DE INTEGRATIE TUSSEN HET<br />
HISTORISCH REFERENTIEKADER EN DE BESTUDEERDE<br />
SAMENLEVINGEN<br />
1.3.4 Socialiteit<br />
30 De klemtoon wordt gelegd op het zoeken naar analogieën en<br />
verschillen met vroegere en latere samenlev<strong>in</strong>gen, en vooral met de<br />
hedendaagse.<br />
2.1 KENNIS EN INZICHT<br />
2.1.2 Kennis en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> verband met de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen<br />
7 verduidelijken belangrijke kenmerken van onderscheiden<br />
maatschappelijke dome<strong>in</strong>en.<br />
5│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
8 tonen aan dat er onderl<strong>in</strong>ge verbanden en wisselwerk<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen en<br />
tussen die dome<strong>in</strong>en bestaan.<br />
16 vergelijken de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen met elkaar en met<br />
probleemstell<strong>in</strong>gen van de hedendaagse samenlev<strong>in</strong>g.<br />
VOET Gemeenschappelijke stam<br />
open en constructieve houd<strong>in</strong>g<br />
16 houden reken<strong>in</strong>g met ontwikkel<strong>in</strong>gen bij zichzelf<br />
en bij anderen, <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g en wereld;<br />
respect<br />
18 gedragen zich respectvol;<br />
samenwerken<br />
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke<br />
doelen;<br />
zorgzaamheid<br />
26 gaan om met verscheidenheid;<br />
27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en<br />
de ander;<br />
Instructies<br />
Starter/gespreksfase<br />
Context 5<br />
Politiek-juridische samenlev<strong>in</strong>g<br />
3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van<br />
mensen- en k<strong>in</strong>derrechten;<br />
5 tonen aan dat het samenleven <strong>in</strong> een democratische<br />
rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten<br />
die gelden voor burgers, organisaties en overheid;<br />
1. Beg<strong>in</strong> met een gesprekje over ons onderwijs. Je kan hierbij volgende vragen stellen:<br />
- Hoe ziet een schooldag er bij ons uit?<br />
- Welke vakken krijg je? Wat leer je?<br />
- Wie gaat er bij ons naar school?<br />
- Is onderwijs een recht of een plicht? Waarom?<br />
2. Leg nu de l<strong>in</strong>k met het oude Egypte. Mogelijke vragen hierbij zijn:<br />
- Zou het onderwijs <strong>in</strong> het oude Egypte er hetzelfde hebben uitgezien? Waarom<br />
wel/niet?<br />
- Moest <strong>in</strong> Egypte ook iedereen onderwijs volgen, denk je? Waarom?<br />
- Als we de standen bekijken, welke beroepscategorieën hebben dan onderwijs<br />
gekregen?<br />
- Wat zouden ze daar geleerd hebben? Waarom?<br />
- G<strong>in</strong>gen ze daar dan ook naar school denk je? Hoe werd er dan onderwezen volgens<br />
jullie?<br />
(zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
3. Laat leerl<strong>in</strong>gen steeds de vragen <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie beantwoorden vanuit hun eigen<br />
redener<strong>in</strong>gen. Daarna kan je zelf stap voor stap uitleggen hoe het onderwijs er <strong>in</strong> het<br />
oude Egypte uitzag. Benadruk hierbij duidelijk dat wij onderwijs nu als vanzelfsprekend<br />
beschouwen, maar dat het dit <strong>in</strong> het oude Egypte zeker niet was. Op enkele<br />
beroepscategorieën na (bv. schrijvers) was het gewoon nutteloos om te kunnen lezen<br />
of schrijven. Nu v<strong>in</strong>den wij onderwijs wel belangrijk, omdat onderwijs <strong>in</strong> onze<br />
maatschappij een noodzaak is. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
Verwerk<strong>in</strong>g<br />
1. Geef elke leerl<strong>in</strong>g een contract voor het verdere verloop van de les. Zorg ervoor dat<br />
de helft van de leerl<strong>in</strong>gen contract één heeft, de helft contract twee. Zeg hen dat er<br />
enkele belangrijke zaken gezegd zullen worden over hun privé- leven en dat daarover<br />
duidelijke afspraken gemaakt moeten worden. Benadruk dat het belangrijk is dat ze het<br />
6│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
contract goed lezen vooraleer het te tekenen. De leerl<strong>in</strong>gen moeten absoluut stil zijn en<br />
mogen hun contract aan niemand anders tonen.<br />
2. Bij vragen van de leerl<strong>in</strong>gen help je hen niet. Je herhaalt gewoon dat ze het contract<br />
goed moeten lezen en het dan moeten tekenen. Ook als je ziet dat de leerl<strong>in</strong>gen niets<br />
<strong>in</strong>vullen, moet je hen aansporen om het contract verder <strong>in</strong> te vullen en te tekenen.<br />
3. Haal na ongeveer drie m<strong>in</strong>uten de contracten op. Stel dan de volgende vragen aan<br />
de leerl<strong>in</strong>gen:<br />
- Heeft iedereen het contract kunnen <strong>in</strong>vullen? Welke problemen waren er?<br />
- Hoe voelde het om het contract niet te kunnen <strong>in</strong>vullen? Hoe voelde het toen ik bleef<br />
aandr<strong>in</strong>gen om het te lezen en <strong>in</strong> te vullen? En toen je zag dat andere leerl<strong>in</strong>gen het<br />
wel konden <strong>in</strong>vullen?<br />
- Hoe komt het dat sommigen het contract wel konden <strong>in</strong>vullen?<br />
- Wat was de bedoel<strong>in</strong>g van deze opdracht? 2<br />
Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
Groeps-/ klasgesprek<br />
Deel 1<br />
1. Noteer op het bord ‘belang van onderwijs’ en omcirkel het.<br />
2. Laat de leerl<strong>in</strong>gen dit per vier ook doen op een blad.<br />
3. Laat de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> groep opnoemen waarom onderwijs nog belangrijk is, buiten<br />
dat je er leert lezen zoals ze net zelf konden onderv<strong>in</strong>den.<br />
4. Doe nu de bra<strong>in</strong>storm klassikaal over. Zorg ervoor dat leerl<strong>in</strong>gen steeds kunnen<br />
verklaren wat ze zeggen. Hieruit zal blijken dat we via onderwijs niet enkel leren lezen<br />
en schrijven, maar ook nog veel meer bereiken. Bekijk hiervoor de<br />
achtergrond<strong>in</strong>formatie.<br />
5. Noteer steeds een of enkele kernwoorden op het bord.<br />
6. Vertel aan de leerl<strong>in</strong>gen dat iedereen recht heeft op onderwijs. Onderwijs is m.a.w.<br />
een mensenrecht. Daarnaast helpt het ook andere mensenrechten te verwezenlijken.<br />
Dit kan je aanduiden door te verwijzen naar de kernwoorden op het bord. Daarvan zal<br />
je zeker enkele kunnen koppelen aan bepaalde mensenrechten.<br />
7. Vertel de leerl<strong>in</strong>gen dat ondanks het recht op onderwijs, niet iedereen even goed van<br />
dat recht kan genieten.<br />
Deel 2<br />
Deel de steekkaartjes uit.<br />
8. Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen om per vier te overleggen en twee personages uit te kiezen.<br />
Een personage dat volgens hen ten volle zal kunnen genieten van het recht op<br />
onderwijs en een personage dat dit niet zal kunnen.<br />
9. Bespreek klassikaal de keuzes van de leerl<strong>in</strong>gen. Bouw op het bord een overzicht op<br />
van de kwetsbare onderwijsgroepen. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
10. Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen wat je nu <strong>in</strong> zijn geheel kan besluiten. (Dat onderwijs een<br />
recht is voor iedereen, ook <strong>in</strong> België. Toch zijn er ook jongeren die kwetsbaar zijn en<br />
m<strong>in</strong>der kansen krijgen om onderwijs te volgen. Nochtans is onderwijs belangrijk voor<br />
de persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g en als middel om de rechten van de mens na te streven.)<br />
2 VORMEN VZW (red.), Kompas: De taalbarrière, <strong>in</strong>ternet, 01-06-2010, (http://vormen.org/Kompas/Taalbarriere.html)<br />
7│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche: onderwijs <strong>in</strong> Egypte<br />
Historische <strong>in</strong>formatie<br />
In eerste <strong>in</strong>stantie werd er lesgegeven aan het hof om de kon<strong>in</strong>gszoon klaar te stomen<br />
voor het kon<strong>in</strong>gschap. Zo moest de opvolger van de kon<strong>in</strong>g kunnen lezen, schrijven en<br />
het leger leiden. Als sport leerde hij bijvoorbeeld boogschieten, omdat hij oorlog moest<br />
kunnen voeren. Een beambte leerde de kon<strong>in</strong>gszoon op. Die beambte was van opleid<strong>in</strong>g<br />
geen onderwijzer, maar deed dit naast zijn eigen job.<br />
Ook k<strong>in</strong>deren uit de elite werden naar de hofschool gestuurd. Zo g<strong>in</strong>g het beroep van<br />
schrijver of beambte niet verloren en kon de opvoed<strong>in</strong>g van de kon<strong>in</strong>gszonen<br />
ondersteund worden. Een oudere beambte adopteerde <strong>in</strong> dat geval één k<strong>in</strong>d waaraan hij<br />
zijn kennis kon overdragen. De beambte werd dan beschouwd als de nieuwe vader van<br />
het k<strong>in</strong>d. Het k<strong>in</strong>d kwam bij de beambte wonen en zorgde <strong>in</strong> ruil voor het huishouden.<br />
Dit systeem veranderde rond 2000 v.Chr. Er werd voor het eerst gebruik gemaakt van<br />
een schoolboek, het ‘Kemit’ genoemd. Hier<strong>in</strong> stonden teksten en grammaticale<br />
oefen<strong>in</strong>gen. Armere k<strong>in</strong>deren konden <strong>in</strong> deze periode ook aangemeld worden en er<br />
werden ook meer k<strong>in</strong>deren geadopteerd per beambte. Toch moeten we nuanceren, want<br />
het was zeker niet zo dat plots alle arme k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> deze periode onderwijs kregen. Het<br />
onderwijs voor armere k<strong>in</strong>deren was eerder de uitzonder<strong>in</strong>g die de regel bevestigde.<br />
Of er schoolgebouwen bestonden, blijft onduidelijk. Wellicht werd er les gegeven <strong>in</strong> de<br />
open lucht. De leerl<strong>in</strong>gen leerden er naast meetkunde ook schrijven, lezen en rekenen.<br />
Uit het schoolboek, het Kemit, schreven ze de tekst over op potscherven. Hierdoor<br />
leerden ze woordjes en z<strong>in</strong>nen en zo konden ze al snel zelf teksten lezen en navertellen<br />
uit het hoofd. De schrijflessen waren <strong>in</strong> het schrift voor het dagelijks leven, het<br />
hiëratisch, en dus niet <strong>in</strong> hiërogliefen.<br />
In het Nieuwe Rijk bleef je als leerl<strong>in</strong>g eerder bij je ouders wonen. De leerl<strong>in</strong>gen lazen<br />
dan samen met de onderwijzer de teksten hardop voor en schreven ze daarna uit. De<br />
oefen<strong>in</strong>gen werden gemaakt op houten schrijfpaletten en potscherven met een rieten<br />
penseel en zwarte of rode <strong>in</strong>kt. De onderwijzer deed het dan soms eerst voor, zodat de<br />
leerl<strong>in</strong>g het kon overschrijven. Wanneer je als leerl<strong>in</strong>g iets fout deed, kon je, eventueel<br />
samen met de hele klas, een pak rammel krijgen.<br />
Een universiteit of hogeschool zoals nu, bestond toen niet. Na hun opleid<strong>in</strong>g, tot<br />
ongeveer 16 jaar, kregen de leerl<strong>in</strong>gen de titel schrijver. Daarmee kon hij aan de slag als<br />
schrijver, priester of beambte aan het hof.<br />
Naast deze scholen, waren er ook scholen waar k<strong>in</strong>deren les kregen <strong>in</strong> ambacht en<br />
kunstnijverheid. Zo’n school was er bijvoorbeeld <strong>in</strong> Deir el-Med<strong>in</strong>a, een arbeidersdorp<br />
dichtbij de Vallei der Kon<strong>in</strong>gen. De leerl<strong>in</strong>gen die hier les kregen, moesten later<br />
afbeeld<strong>in</strong>gen kunnen schilderen en tekenen <strong>in</strong> de graven van de kon<strong>in</strong>gen. Daarop<br />
moesten ook teksten aangebracht worden, dus het schrift was ook hier een belangrijk<br />
onderdeel van het onderwijs.<br />
Zoals vaak het geval was, waren ook hier de leerl<strong>in</strong>gen op school voornamelijk jongens.<br />
Er zijn wel afbeeld<strong>in</strong>gen bekend waarop meisjes <strong>in</strong> groep leerden dansen en z<strong>in</strong>gen van<br />
een onderwijzeres. Daarnaast zijn er ook teksten teruggevonden van vrouwen aan<br />
andere vrouwen. Dat wijst erop dat sommige meisjes ook konden lezen en schrijven. Ook<br />
hier kunnen we wel stellen dat het eerder uitzonder<strong>in</strong>gen waren die de regel<br />
bevestigden. 3<br />
Onderwijs als recht<br />
3<br />
RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN (red.), Museumkennis, Onderwijs <strong>in</strong> faraonisch Egypte, <strong>in</strong>ternet, 01-06-2010,<br />
(http://www.museumkennis.nl/lp.rmo/museumkennis/i000583.html)<br />
8│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Bij ons is onderwijs zowel een recht als een plicht. We hebben <strong>in</strong> België geen<br />
schoolplicht, maar wel een leerplicht. Dit houdt <strong>in</strong> dat je niet naar school hoeft te gaan en<br />
ook thuis les kan volgen.<br />
Onderwijs is ook een mensenrecht dat we terugv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de Universele Verklar<strong>in</strong>g van de<br />
Rechten van de Mens (art. 26). Het is daarnaast een middel om de toepass<strong>in</strong>g van de<br />
andere mensenrechten na te streven.<br />
Via onderwijs leer je bijvoorbeeld om samen te leven. Leerl<strong>in</strong>gen leren om met anderen<br />
te werken aan gemeenschappelijke doelen. Zo leren ze ook verscheidenheid te<br />
respecteren. Daarnaast vergaren leerl<strong>in</strong>gen kennis. Het gaat hierbij om een breed<br />
spectrum: lezen en schrijven, omgaan met getallen, probleemoplossende vaardigheden,<br />
begrijpen van rechten en verantwoordelijkheden, leren leren…<br />
Onderwijs helpt leerl<strong>in</strong>gen ook om vaardigheden te ontwikkelen. Die vaardigheden<br />
kunnen zich situeren op het sociale of psychologische vlak, maar ook op professioneel<br />
vlak. Dan gaat het om vaardigheden die ze nodig hebben om een bepaald beroep<br />
optimaal te kunnen uitoefenen.<br />
Tot slot is het ook zo dat onderwijs bijdraagt tot de ontwikkel<strong>in</strong>g van iemands<br />
persoonlijkheid. De leerl<strong>in</strong>gen worden zelfstandiger, kritischer, creatiever,<br />
verantwoordelijker en ontwikkelen bovendien z<strong>in</strong> voor <strong>in</strong>itiatief.<br />
Kortom kunnen mensen met behulp van onderwijs de kwaliteit van hun eigen leven en<br />
dat van anderen verbeteren. 4<br />
Toch kan niet iedereen ten volle genieten van al deze positieve aspecten die het<br />
onderwijs te bieden heeft. Zo kampen heel wat jongeren met een leerachterstand als<br />
gevolg van allerlei problemen. Het kan gaan om problemen zoals een langdurige ziekte,<br />
maar ook om gedragsproblemen of om psychische problemen. Ook sociaal- emotionele<br />
problemen zoals faalangst, een laag zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld, verdriet,<br />
pesten… staan de optimale ontwikkel<strong>in</strong>g van jongeren <strong>in</strong> de weg.<br />
Door deze problemen blijven jongeren weg van school wat dan weer kan leiden tot een<br />
ongekwalificeerde uitstroom van jongeren uit het onderwijs. Veel van die jongeren met<br />
een leerachterstand blijken daarenboven uit kansarme gez<strong>in</strong>nen te komen. Andere<br />
kwetsbare risicogroepen <strong>in</strong> ons onderwijssysteem zijn jongeren met laag opgeleide<br />
ouders of etnische m<strong>in</strong>derheden, migranten en rondtrekkenden.<br />
Ook <strong>in</strong> armere landen kan niet iedereen genieten van zijn recht op onderwijs. Daar kan<br />
niet iedereen naar school. Dit kan te maken hebben met allerlei factoren. Zo kan er een<br />
tekort zijn aan scholen. Leerl<strong>in</strong>gen moeten dan heel ver stappen om op school te geraken<br />
of blijven weg omdat er teveel k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> één klas zitten, waardoor ze niet veel kunnen<br />
bijleren. Daarnaast kan er ook een tekort aan lesmateriaal zijn of als het materiaal er<br />
dan wel is, is het vaak verouderd.<br />
Andere mogelijke oorzaken kunnen te maken hebben met het f<strong>in</strong>anciële aspect. De<br />
ouders kunnen de onderwijskosten bijvoorbeeld niet betalen of de k<strong>in</strong>deren kunnen niet<br />
naar school omdat ze thuis moeten helpen. Zonder hun hulp ligt het <strong>in</strong>komen van het<br />
gez<strong>in</strong> misschien niet hoog genoeg zodat niet voor iedereen eten kan worden voorzien.<br />
Een oploss<strong>in</strong>g voor het eerste probleem kan zijn dat k<strong>in</strong>deren zelf gaan werken om hun<br />
onderwijskosten te betalen, maar die comb<strong>in</strong>atie tussen school en werk is moeilijk. Zo<br />
sluiten de schooluren en de werkuren meestal niet op elkaar aan. 5<br />
4<br />
5 VORMEN VZW (red.), Kompas: onderwijs, <strong>in</strong>ternet, 02-06-2010,<br />
(http://www.vormen.org/Kompas/Onderwijs.html);<br />
FONDS IVENS-BOONS (red.), Recht op onderwijs voor alle jongeren!, <strong>in</strong>ternet, 01-06-2010,<br />
(http://www.voka.be/mechelen/media/ebrieven/Documents/Fonds%20Ivens%20Boons.pdf);<br />
ERIK, CMO, Onderwijs wereldwijd, <strong>in</strong>ternet, 04-06-2010, (http://www.cmo.nl/sw/<strong>in</strong>dex.php?<br />
option=com_content&task=view&id=52&Itemid=160)<br />
9│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Contracten<br />
Door dit contract te tekenen beloof ik dat ik niets van wat er verteld wordt <strong>in</strong> deze les zal<br />
verder zeggen. Dit contract zal goed bijgehouden worden door de leerkracht. Wanneer<br />
achteraf blijkt dat ik toch iets vertel over deze les, zal er een zware straf volgen. Die straf<br />
kan gaan van een strafstudie tot een schors<strong>in</strong>g.<br />
Mijn gegevens<br />
Naam: ................................................................................................................<br />
Adres: ................................................................................................................<br />
Telefoonnummer: ................................................................................................<br />
e-mailadres: .......................................................................................................<br />
Handteken<strong>in</strong>g leerkracht Handteken<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>g<br />
Door dit contract te tekenen beloof ik dat ik niets van wat er verteld wordt <strong>in</strong> deze les zal<br />
verder zeggen. Dit contract zal goed bijgehouden worden door de leerkracht. Wanneer<br />
achteraf blijkt dat ik toch iets vertel over deze les, zal er een zware straf volgen. Die straf<br />
kan gaan van een strafstudie tot een schors<strong>in</strong>g.<br />
Mijn gegevens<br />
Naam: ................................................................................................................<br />
Adres: ................................................................................................................<br />
Telefoonnummer: ................................................................................................<br />
e-mailadres: .......................................................................................................<br />
Handteken<strong>in</strong>g leerkracht Handteken<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>g<br />
Door dit contract te tekenen beloof ik dat ik niets van wat er verteld wordt <strong>in</strong> deze les zal<br />
verder zeggen. Dit contract zal goed bijgehouden worden door de leerkracht. Wanneer<br />
achteraf blijkt dat ik toch iets vertel over deze les, zal er een zware straf volgen. Die straf<br />
kan gaan van een strafstudie tot een schors<strong>in</strong>g.<br />
Mijn gegevens<br />
Naam: ................................................................................................................<br />
Adres: ................................................................................................................<br />
Telefoonnummer: ................................................................................................<br />
e-mailadres: .......................................................................................................<br />
Handteken<strong>in</strong>g leerkracht Handteken<strong>in</strong>g leerl<strong>in</strong>g<br />
10│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Xjiejm hopihe kdjdfiqhmijfu idhqhs hsduhfiz. djiekrjdksjdmo dkfhuhêi ammdh djfiezhd<br />
hihezupfhkd dkjsiqh, idhueiid eiapi fdkmslj fq idhfprijf gid kdfdoiqhf fdushidoqj. qpofsihe<br />
hfrpiqejf ihdfphqeifupdihfi qhf ihdphfqh dshfp arr aprhap pahra!thbnv pahvdbd ahuaiph<br />
djfpshgse mqjeifhp qpidohf.<br />
qijef midqiejpmj:<br />
fqpejfp: ..............................................................................................................<br />
iiezup: ................................................................................................................<br />
vihfpqpa: ............................................................................................................<br />
eipurnvkcpi: ........................................................................................................<br />
dsifqenkcnloupn qufhedkf fpqhpueqn pdfhuzenqvp<br />
Xjiejm hopihe kdjdfiqhmijfu idhqhs hsduhfiz. djiekrjdksjdmo dkfhuhêi ammdh djfiezhd<br />
hihezupfhkd dkjsiqh, idhueiid eiapi fdkmslj fq idhfprijf gid kdfdoiqhf fdushidoqj. qpofsihe<br />
hfrpiqejf ihdfphqeifupdihfi qhf ihdphfqh dshfp arr aprhap pahra!thbnv pahvdbd ahuaiph<br />
djfpshgse mqjeifhp qpidohf.<br />
qijef midqiejpmj:<br />
fqpejfp: ..............................................................................................................<br />
iiezup: ................................................................................................................<br />
vihfpqpa: ............................................................................................................<br />
eipurnvkcpi: ........................................................................................................<br />
dsifqenkcnloupn qufhedkf fpqhpueqn pdfhuzenqvp<br />
Xjiejm hopihe kdjdfiqhmijfu idhqhs hsduhfiz. djiekrjdksjdmo dkfhuhêi ammdh djfiezhd<br />
hihezupfhkd dkjsiqh, idhueiid eiapi fdkmslj fq idhfprijf gid kdfdoiqhf fdushidoqj. qpofsihe<br />
hfrpiqejf ihdfphqeifupdihfi qhf ihdphfqh dshfp arr aprhap pahra!thbnv pahvdbd ahuaiph<br />
djfpshgse mqjeifhp qpidohf.<br />
qijef midqiejpmj:<br />
fqpejfp: ..............................................................................................................<br />
iiezup: ................................................................................................................<br />
vihfpqpa: ............................................................................................................<br />
eipurnvkcpi: ........................................................................................................<br />
dsifqenkcnloupn qufhedkf fpqhpueqn pdfhuzenqvp<br />
11│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Steekkaartjes<br />
Fadi uit Indonesië is 3 jaar naar school geweest, altijd naar hetzelfde jaar. Hij is dus<br />
twee keer blijven zitten. Hij heeft op school leren lezen en schrijven, maar heel beperkt.<br />
Hij kon de les meestal niet zo goed volgen, want hij begreep vaak niet waar de<br />
leerkracht het over had. Toen Fadi van school werd gestuurd, kreeg hij niet de kans om<br />
naar een nieuwe school te gaan. Hij moest vanaf dan mee gaan werken met zijn vader<br />
op het land. Zo kon hij er mee voor zorgen dat zijn broers en zussen te eten hebben.<br />
Yao uit Burk<strong>in</strong>a Faso vertrekt ’s morgens naar school. Na een uurtje moet hij al<br />
vertrekken, want dan moet hij gaan werken. Hij helpt bij een landbouwer die een uurtje<br />
verderop woont. Hij helpt hem zodat hij zelf een centje kan bijverdienen. Op die manier<br />
kan hij naar school gaan, want zijn ouders kunnen die kosten niet betalen. Doordat hij<br />
vaak moet werken tijdens de schooluren, kan hij meestal maar even naar school. Soms<br />
kan hij zelfs niet naar school. Maar hij heeft geen keuze, want ander werk is er niet. Hij<br />
leert daardoor dus m<strong>in</strong>der bij dan de k<strong>in</strong>deren die elke dag naar school kunnen en dat<br />
ontmoedigt hem om verder naar school te gaan.<br />
Akua is een Ghanees meisje dat graag naar school zou willen gaan. Ze heeft van andere<br />
k<strong>in</strong>deren al gehoord dat je op school leert lezen en schrijven. Sommige k<strong>in</strong>deren kunnen<br />
hun eigen naam schrijven! Akua zou dat ook graag leren, maar <strong>in</strong> haar dorp is er geen<br />
schooltje. Daarvoor moet ze wel vier uur stappen. Sommige k<strong>in</strong>deren stappen wel eens<br />
twee uur om naar school te gaan, maar vier uur is echt wel te ver. Dan hebben haar<br />
ouders liever dat ze thuis meehelpt werken. Zo gaat ze bijvoorbeeld samen met haar<br />
moeder water halen.<br />
Cristi heeft morgen een grote toets van biologie. Hij wil hiervoor hard studeren, maar<br />
begrijpt niet goed wat er <strong>in</strong> zijn handboek staat. Cristi is nog maar een jaar <strong>in</strong> België en<br />
is de Nederlandse taal nog niet goed machtig. Hij wil aan zijn ouders hulp vragen, maar<br />
zij spreken helemaal geen Nederlands. Zij kunnen hem dus niet helpen. Aan het<br />
resultaat van zijn toets is dit te merken, want Cristi heeft alweer een onvoldoende. Zijn<br />
moed om te studeren zakt volledig weg.<br />
Jens komt thuis na school en ploft zich <strong>in</strong> de zetel. Hij wil de TV aanzetten, maar zijn<br />
moeder roept, zoal gewoonlijk: “Je weet het Jens, eerst je huiswerk.” Jens zet zich<br />
achter zijn bureau en maakt zijn huiswerk. Als moeder een kijkje komt nemen, vraagt ze<br />
meteen ook of ze hem kan ondervragen voor de toets van morgen. Dat lijkt Jens een<br />
goed idee, want dat helpt meestal wel. Na de ondervrag<strong>in</strong>g lijkt Jens er helemaal klaar<br />
voor en mag hij nog even ontspannen voor TV.<br />
Als Anke thuiskomt, zet ze haar tas snel weg. Daarna loopt ze naar de garage, waar ze<br />
haar fiets neemt. Ze gaat er als een sneltre<strong>in</strong> vandoor, want over 5 m<strong>in</strong>uten moet ze al<br />
bij de bakker zijn. Ze werkt daar elke dag na schooltijd nog enkele uurtjes, zodat ze ook<br />
wat mooiere kleren kan kopen. Thuis is er geen geld om naar mooie w<strong>in</strong>kels te gaan,<br />
zeker niet nu er ook de kosten voor haar pasgeboren broertje nog bij zijn gekomen. Als<br />
Anke thuiskomt, moet ze nog op haar kle<strong>in</strong>e broertjes passen. Haar ouders gaan dan op<br />
café. Ondertussen probeert Anke ook nog te studeren. Anke doet altijd heel erg haar<br />
best, maar tussen huilende broertjes is dat geen gemakkelijke opgave.<br />
12│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
THEMA ONDERWIJS IN HET OUDE ROME<br />
Sluit aan bij Deze les sluit aan bij de behandel<strong>in</strong>g van het gez<strong>in</strong> en de opvoed<strong>in</strong>g<br />
bij de Rome<strong>in</strong>en, waar het Rome<strong>in</strong>se onderwijs aan bod komt.<br />
Mensenrechten - recht op onderwijs<br />
- iedereen gelijke rechten<br />
- het recht op de volledige ontwikkel<strong>in</strong>g van de persoonlijkheid<br />
Doel De leerl<strong>in</strong>gen kunnen de problemen die het recht op onderwijs <strong>in</strong> de<br />
weg staan schetsen en nadenken over mogelijke te ondernemen<br />
acties.<br />
Niveau 2 e jaar<br />
Type Bra<strong>in</strong>storm, filmfragmenten, groepswerkje<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>uten<br />
Materiaal - 30 artikelen van Universele Verklar<strong>in</strong>g van Rechten van de Mens<br />
- Fragment ‘Naar school <strong>in</strong> Kenia’<br />
(http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051101_kenia01) 6<br />
- Fragment ‘Mobile School, visie’<br />
(http://www.mobileschool.org/text.php?text=4&lang=NL) 7<br />
- <strong>in</strong>formatiefiche<br />
- Afbeeld<strong>in</strong>g ‘Schoolscène uit Neumagen’<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g - Kopieer de 30 artikelen voor elk groepje en knip ze uit<br />
- Zet de afbeeld<strong>in</strong>g ‘Schoolscène uit Neumagen’ op transparant of <strong>in</strong><br />
een powerpo<strong>in</strong>t<br />
- Lees de vereenvoudigde versie van het Internationale Verdrag van<br />
de Rechten van het k<strong>in</strong>d zodat je een duidelijk beeld hebt van de<br />
k<strong>in</strong>derrechten. (zie bijlagen)<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen De leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
- de toegang tot onderwijs bij ons en <strong>in</strong> het oude Rome vergelijken<br />
- het doel van ons onderwijs en van dat <strong>in</strong> het oude Rome vergelijken<br />
- hun eigen schoolloopbaan vergelijken met die van leerl<strong>in</strong>gen uit het<br />
oude Rome<br />
- uitleggen hoe onderwijs kan bijdragen tot het naleven van de<br />
mensenrechten<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
De leerl<strong>in</strong>gen willen:<br />
- kritisch nadenken over de problemen rond de toegang tot het<br />
onderwijs voor iedereen<br />
- zich <strong>in</strong>zetten om onderwijs toegankelijk te maken voor iedereen<br />
- <strong>in</strong>zien dat de visie van de Rome<strong>in</strong>en op onderwijs anders was dan hoe<br />
wij onderwijs benaderen<br />
1.2 CRITERIA IN VERBAND MET DE BESTUDEERDE SAMENLEVINGEN.<br />
1.2.5 Benader<strong>in</strong>gswijze<br />
23 De studie getuigt van een probleem- en actualiteitsgerichte<br />
benader<strong>in</strong>g.<br />
24 De bestudeerde problematiek dient voor de leerl<strong>in</strong>g herkenbaar en<br />
verstaanbaar te zijn.<br />
1.3 CRITERIA IN VERBAND MET DE INTEGRATIE TUSSEN HET<br />
HISTORISCH REFERENTIEKADER EN DE BESTUDEERDE<br />
SAMENLEVINGEN<br />
1.3.4 Socialiteit<br />
30 De klemtoon wordt gelegd op het zoeken naar analogieën en<br />
6 SCHOOLTV, Naar school <strong>in</strong> Kenia, <strong>in</strong>ternet, 30-06-2010, (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051101_kenia01)<br />
7 MOBILE SCHOOL VZW (red.), Mobile School Visie, <strong>in</strong>ternet, 04-06-2010,<br />
(http://www.mobileschool.org/text.php?text=4&lang=NL)<br />
13│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
verschillen met vroegere en latere samenlev<strong>in</strong>gen, en vooral met de<br />
hedendaagse.<br />
2.1.2 Kennis en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> verband met de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen<br />
De leerl<strong>in</strong>gen<br />
7 verduidelijken belangrijke kenmerken van onderscheiden<br />
maatschappelijke dome<strong>in</strong>en.<br />
16 vergelijken de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen met elkaar en met<br />
probleemstell<strong>in</strong>gen van de hedendaagse samenlev<strong>in</strong>g.<br />
2.3 ATTITUDES<br />
26 leren belangstell<strong>in</strong>g aan de dag leggen voor de problemen van een<br />
samenlev<strong>in</strong>g.<br />
VOET Gemeenschappelijke stam<br />
creativiteit<br />
2 kunnen orig<strong>in</strong>ele ideeën en oploss<strong>in</strong>gen ontwikkelen<br />
en uitvoeren;<br />
empathie<br />
5 houden reken<strong>in</strong>g met de situatie, opvatt<strong>in</strong>gen<br />
en emoties van anderen;<br />
<strong>in</strong>itiatief<br />
10 engageren zich spontaan;<br />
kritisch denken<br />
11 kunnen gegevens, handelwijzen en redener<strong>in</strong>gen<br />
ter discussie stellen a.d.h.v. relevante<br />
criteria;<br />
12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen<br />
en een bewuste keuze te maken;<br />
13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>valshoeken;<br />
open en constructieve houd<strong>in</strong>g<br />
16 houden reken<strong>in</strong>g met ontwikkel<strong>in</strong>gen bij zichzelf<br />
en bij anderen, <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g en wereld;<br />
respect<br />
18 gedragen zich respectvol;<br />
samenwerken<br />
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke<br />
doelen;<br />
zorgvuldigheid<br />
25 stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en<br />
aan dat van anderen;<br />
zorgzaamheid<br />
26 gaan om met verscheidenheid;<br />
27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en<br />
de ander;<br />
Context 2<br />
Mentale gezondheid<br />
3 erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren<br />
en bieden hulp;<br />
4 zetten zich actief en opbouwend <strong>in</strong> voor de eigen<br />
rechten en die van anderen;<br />
Context 5<br />
Politiek-juridische samenlev<strong>in</strong>g<br />
3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van<br />
mensen- en k<strong>in</strong>derrechten;<br />
5 tonen aan dat het samenleven <strong>in</strong> een democratische<br />
rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten<br />
die gelden voor burgers, organisaties en overheid;<br />
Context 6<br />
14│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Instructies<br />
Starter/gespreksfase<br />
Socio-economische samenlev<strong>in</strong>g<br />
3 zetten zich <strong>in</strong> voor de verbeter<strong>in</strong>g van het welzijn<br />
en de welvaart <strong>in</strong> de wereld;<br />
1. Laat alle leerl<strong>in</strong>gen rechtstaan en noteer de volgende stell<strong>in</strong>g op het bord:<br />
“Onderwijs is een recht, geen plicht”<br />
Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen om een kant van de klas te kiezen. Als je aan de ene kant van<br />
de klas gaat staan, v<strong>in</strong>d je onderwijs een recht. Ga je aan de andere kant staan, v<strong>in</strong>d je<br />
het een plicht.<br />
2. Vraag van beide kanten (als die er zijn) hun keuze te argumenteren. Geef <strong>in</strong>dien<br />
mogelijk de leerl<strong>in</strong>gen van de ene kant de kans om de leerl<strong>in</strong>gen van de andere kant te<br />
overtuigen van hun opvatt<strong>in</strong>g. Als leerkracht leid je deze discussie zodat het op een<br />
respectvolle manier gebeurt. Laat vervolgens de leerl<strong>in</strong>gen opnieuw een kant kiezen,<br />
zodat leerl<strong>in</strong>gen die dit wensen kunnen overstappen naar de andere kant. Vraag hierna<br />
aan alle leerl<strong>in</strong>gen om terug te gaan zitten.<br />
3. Stel de leerl<strong>in</strong>gen de volgende vragen:<br />
- Heeft iedereen het recht op onderwijs? Waarom?<br />
- Kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe iedereen bij ons naar school gaan? Hoe komt dit?<br />
4. Toon op transparant (of via powerpo<strong>in</strong>t) de afbeeld<strong>in</strong>g van het reliëf ‘schoolscène uit<br />
Neumagen’ en vraag de leerl<strong>in</strong>gen welk tafereel er zich afspeelt. Vraag hen ook wie er<br />
volgens dit reliëf onderwezen werd en wie er dus zoal onderwijs kreeg. (zie<br />
<strong>in</strong>formatiefiche)<br />
5. Leg uit dat niet iedereen de kans kreeg om naar school te gaan, zoals bijvoorbeeld<br />
de meisjes en k<strong>in</strong>deren uit armere gez<strong>in</strong>nen. Dit had bijvoorbeeld te maken met de<br />
schoolkosten. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
6. Leg ook uit wat de leerl<strong>in</strong>gen leerden (vb. lezen, rekenen, schrijven) en schets hun<br />
schoolcarrière (basisschool – eventueel grammaticus of vervolgschool – eventueel<br />
hogere school). (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
7. Stel de leerl<strong>in</strong>gen de volgende vragen:<br />
- Wat was het doel van onderwijs <strong>in</strong> het oude Rome?<br />
- Wat is het doel van onderwijs bij ons?<br />
Benadruk <strong>in</strong>dien nodig zelf dat via onderwijs ook het naleven van andere<br />
mensenrechten bereikt kan worden, maar dat dit een hedendaagse visie is. Leg uit dat<br />
onderwijs bij de Rome<strong>in</strong>en m<strong>in</strong>der belangrijk geacht werd en dat jongens en meisjes<br />
vooral werden voorbereid om respectievelijk een goed burger te zijn of een goede<br />
vrouw. Vertel de leerl<strong>in</strong>gen ook duidelijk dat we de Rome<strong>in</strong>en niet kunnen beoordelen<br />
vanuit onze visie op onderwijs, omdat deze visie heel recent is.<br />
Verwerk<strong>in</strong>g<br />
1. Verdeel de klas <strong>in</strong> groepjes van vier en geef elk groepje een kopie van de Universele<br />
Verklar<strong>in</strong>g van de Rechten van de Mens en benadruk dat dit een recente verklar<strong>in</strong>g is<br />
(1948) die onze huidige visie weergeeft.<br />
2. Geef aan elk groepje de opdracht om die artikelen eruit te halen, die via goed<br />
onderwijs voor iedereen beter bereikt zouden worden.<br />
3. Overloop de artikelen en laat de leerl<strong>in</strong>gen verklaren waarom ze die artikelen<br />
gekozen hebben.<br />
4. Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen waarom nog niet al die rechten worden nageleefd, terwijl<br />
iedereen toch recht heeft op onderwijs.<br />
5. Toon het fragment ‘Naar school <strong>in</strong> Kenia’. Vraag de leerl<strong>in</strong>gen om tijdens het<br />
fragment te noteren waarom onderwijs niet voor elk k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> Kenia vanzelfsprekend is.<br />
6. Noteer op het bord ‘recht op onderwijs: voor iedereen?’ en omcirkel het.<br />
7. Laat de leerl<strong>in</strong>gen bra<strong>in</strong>stormen over de problemen waarmee jongeren<br />
geconfronteerd worden i.v.m. onderwijs. M.a.w., waarom kunnen niet alle jongeren<br />
15│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
naar school? Hier kunnen de notities uit het fragment ‘Naar school <strong>in</strong> Kenia’ bij<br />
betrokken worden.<br />
Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
In de nabesprek<strong>in</strong>g laten we de leerl<strong>in</strong>gen nadenken over oploss<strong>in</strong>gen voor enkele van<br />
die problemen.<br />
1. Toon het fragment ‘Mobile School’<br />
2. Vraag de leerl<strong>in</strong>gen hoe datgene wat ze net gezien hebben, tegemoet komt aan de<br />
problemen die ze eerder besproken hadden.<br />
3. Verdeel de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> groepjes van vier. Laat elk groepje nadenken over een<br />
oploss<strong>in</strong>g voor één van de besproken problemen. Het is niet noodzakelijk dat elke<br />
oploss<strong>in</strong>g voor de leerl<strong>in</strong>gen zelf toepasbaar is. Het belangrijkste is dat de leerl<strong>in</strong>gen<br />
zelf nadenken over de problemen en eventuele oploss<strong>in</strong>gen.<br />
4. Overloop de oploss<strong>in</strong>gen van de leerl<strong>in</strong>gen. Het is best mogelijk dat er ideeën<br />
tussenzitten waaraan de klas of de school zelf kan meewerken. Probeer dan eens na te<br />
gaan of hier effectief iets mee kan worden gedaan, zodat de leerl<strong>in</strong>gen hun ideeën <strong>in</strong><br />
werkelijkheid kunnen omzetten. Bijvoorbeeld via een bepaalde actie van de leerl<strong>in</strong>gen<br />
kunnen ze geld <strong>in</strong>zamelen voor mobiele scholen.<br />
16│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche<br />
Historische <strong>in</strong>formatie<br />
In de beg<strong>in</strong>tijd van de republiek werden de meeste k<strong>in</strong>deren thuis onderwezen door hun<br />
ouders. Tot hun zeven jaar bleven de k<strong>in</strong>deren bij hun moeder. Daarna hielpen de<br />
meisjes de moeder <strong>in</strong> het huishouden. Op die manier werden ze voorbereid op hun<br />
huishoudelijke taken <strong>in</strong> het huwelijk. De jongens g<strong>in</strong>gen dan weer bij hun vader <strong>in</strong> de<br />
leer. Ze leerden er alles wat ze moesten weten over het dagelijks leven <strong>in</strong> de Rome<strong>in</strong>se<br />
samenlev<strong>in</strong>g. Het was zelfs mogelijk dat een zoon als oefen<strong>in</strong>g voor de tijd dat hij zelf<br />
patroon zou zijn, samen met zijn vader cliënten ontv<strong>in</strong>g.<br />
Het grootste deel van de Rome<strong>in</strong>se k<strong>in</strong>deren g<strong>in</strong>g dus niet naar school, omdat het<br />
schoolgeld door de ouders betaald moest worden. Daarom waren er ook niet veel<br />
scholen, die bovendien ook bijna altijd <strong>in</strong> een stad lagen. Meisjes en jongens van armere<br />
ouders leerden dus nooit lezen of schrijven.<br />
Sommige ouders spaarden om hun k<strong>in</strong>d toch naar school te kunnen sturen. Op die<br />
manier konden ze opklimmen <strong>in</strong> de maatschappij door bijvoorbeeld advocaat, ambtenaar<br />
of legerofficier te worden. De verover<strong>in</strong>g van Griekenland beïnvloedde het onderwijs;<br />
k<strong>in</strong>deren werden naar school gestuurd voor hun theoretische ontwikkel<strong>in</strong>g. Tussen hun<br />
zevende en hun twaalfde g<strong>in</strong>gen ze dan naar een soort basisschool waar ze les kregen<br />
van een Griekse leraar (meestal een slaaf). Ze leerden er lezen, rekenen en schrijven.<br />
Voor die tijd kende Rome een tamelijke hoge graad van geletterdheid, wat erop wijst dat<br />
een belangrijk deel van de bevolk<strong>in</strong>g toch enige vorm van onderwijs genoot. De klassen<br />
werden vermoedelijk groot gehouden, om zo de kosten te drukken. Zo konden ook de<br />
gewone Rome<strong>in</strong>en onderwijs betalen. Dit moeten we echter relativeren en beseffen dat<br />
het voornamelijk een privilege voor de rijken was: het analfabetisme bleef naar huidige<br />
normen zeer groot.<br />
Toch stuurden de echt rijkere families hun k<strong>in</strong>deren ook liever niet naar school. Zij lieten<br />
dan vaak een onderwijzer (paedagogus) aan huis komen. Dit was meestal een Griekse<br />
slaaf die dan aan de familie verbonden was en net als alle andere slaven deel uitmaakte<br />
van het huishouden.<br />
De gewone Rome<strong>in</strong>se k<strong>in</strong>deren die naar school mochten, g<strong>in</strong>gen op hun twaalfde werken.<br />
De jongens uit rijkere families konden zich verder ontwikkelen op een grammaticus of<br />
vervolgschool. Hier werden lessen Latijn en Grieks gegeven. Het werk van verschillende<br />
klassieken (vb. Homerus en Vergilius) werd bestudeerd door de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Na deze opleid<strong>in</strong>g hadden enkele erg rijke jongens het geluk dat ze verder konden<br />
studeren aan een nog hogere school. Het gaat hier om een heel kle<strong>in</strong> aantal. Op die<br />
school leerden ze spreken <strong>in</strong> het openbaar (retoriek) en konden ze oefenen voor een<br />
politieke of juridische carrière. 8<br />
Onderwijs als recht<br />
Bij ons is onderwijs zowel een recht als een plicht. We hebben <strong>in</strong> België geen<br />
schoolplicht, maar wel een leerplicht. Dit houdt <strong>in</strong> dat je niet naar school hoeft te gaan en<br />
ook thuis les kan volgen. Om jongeren de kans te geven van dit recht te genieten, wordt<br />
<strong>in</strong> België onderwijs gratis aangeboden door de overheid. Al is dat natuurlijk relatief met<br />
de extra kosten voor schoolmateriaal, vervoer, extra schoolactiviteiten…<br />
Onderwijs is ook een mensenrecht dat we terugv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de Universele Verklar<strong>in</strong>g van de<br />
Rechten van de Mens (art. 26). Het is daarnaast een middel om de toepass<strong>in</strong>g van de<br />
andere mensenrechten na te streven.<br />
Via onderwijs leren jongeren bijvoorbeeld om samen te leven en verscheidenheid te<br />
respecteren. Ook vergaren ze kennis, wat heel ruim kan worden opgevat. Zo leren ze<br />
8 HILL, D., Rome, Een wereldrijk uit oude dagen, Parragon, Bath, 2008, p. 177-178;<br />
GORIS, G., DE VOLDER, P., e.a., Storia 2, leerboek, Van In, Wommelgem, 2005, p. 154-155<br />
17│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
ijvoorbeeld lezen en schrijven. Onderwijs helpt leerl<strong>in</strong>gen ook om vaardigheden te<br />
ontwikkelen. Die vaardigheden kunnen zich situeren op het sociale of psychologische<br />
vlak, maar ook op professioneel vlak. Dan gaat het om vaardigheden die ze nodig hebben<br />
om een bepaald beroep optimaal te kunnen uitoefenen. Tot slot draagt onderwijs ook bij<br />
tot de ontwikkel<strong>in</strong>g van iemands persoonlijkheid. De leerl<strong>in</strong>gen worden zelfstandiger,<br />
kritischer, creatiever, verantwoordelijker en ontwikkelen bovendien z<strong>in</strong> voor <strong>in</strong>itiatief.<br />
Kortom kunnen mensen met behulp van onderwijs de kwaliteit van hun eigen leven en<br />
dat van anderen verbeteren.<br />
Toch kan niet iedereen ten volle genieten van al deze positieve aspecten die het<br />
onderwijs te bieden heeft. Dit is ook bij ons het geval, maar daar wordt hier niet verder<br />
op <strong>in</strong>gegaan. Wel wordt hier besproken met welke problemen het onderwijs <strong>in</strong> armere<br />
landen geconfronteerd wordt. Daar kan niet iedereen naar school, ondanks het recht op<br />
onderwijs. Dit kan te maken hebben met allerlei factoren. Zo kan er een tekort zijn aan<br />
scholen. Leerl<strong>in</strong>gen moeten dan heel ver stappen om op school te geraken of blijven weg<br />
omdat er teveel k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> één klas zitten, waardoor ze niet veel kunnen bijleren.<br />
Daarnaast kan er ook een tekort aan lesmateriaal zijn of als het materiaal er dan wel is,<br />
is het vaak verouderd.<br />
Andere mogelijke oorzaken kunnen te maken hebben met het f<strong>in</strong>anciële aspect. De<br />
ouders kunnen de onderwijskosten bijvoorbeeld niet betalen of de k<strong>in</strong>deren kunnen niet<br />
naar school omdat ze thuis moeten helpen. Zonder hun hulp ligt het <strong>in</strong>komen van het<br />
gez<strong>in</strong> misschien niet hoog genoeg zodat niet voor iedereen eten kan worden voorzien.<br />
Een oploss<strong>in</strong>g voor het eerste probleem kan zijn dat k<strong>in</strong>deren zelf gaan werken om hun<br />
onderwijskosten te betalen, maar die comb<strong>in</strong>atie tussen school en werk is moeilijk. Zo<br />
sluiten de schooluren en de werkuren meestal niet op elkaar aan. 9<br />
Mobile School<br />
Mobile School ontwikkelt educatieve materialen om de school dichter bij k<strong>in</strong>deren te<br />
brengen. De organisatie werd opgericht met als basisdoelstell<strong>in</strong>g om k<strong>in</strong>deren op te<br />
zoeken <strong>in</strong> hun eigen milieu. Het is niet de bedoel<strong>in</strong>g om moreel met het v<strong>in</strong>gertje te<br />
wijzen en het k<strong>in</strong>d te vertellen wat goed en slecht is, wel om <strong>in</strong> de eerste plaats naar het<br />
k<strong>in</strong>d te luisteren en het de kans te geven te werken aan eigenwaarde.<br />
Door het k<strong>in</strong>d op een spelende manier te leren lezen en hen bijvoorbeeld te leren over<br />
gezondheid, wordt het k<strong>in</strong>d geconfronteerd met het eigen kunnen. Zo helpt de mobiele<br />
school dus mee te werken aan de basisdoelstell<strong>in</strong>g van de organisatie. 10<br />
9<br />
ONDERWIJS VLAANDEREN (red.), Gratis onderwijs bestaat niet, <strong>in</strong>ternet, 22-08-2006,<br />
(http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/GratisOnderwijsBestaatNiet.pdf);<br />
VORMEN VZW (red.), Kompas: onderwijs, <strong>in</strong>ternet, 02-06-2010,<br />
(http://www.vormen.org/Kompas/Onderwijs.html);<br />
ERIK, CMO, Onderwijs wereldwijd, <strong>in</strong>ternet, 04-06-2010, (http://www.cmo.nl/sw/<strong>in</strong>dex.php?<br />
option=com_content&task=view&id=52&Itemid=160)<br />
10<br />
MOBILE SCHOOL VZW (red.), Visie, <strong>in</strong>ternet, 04-06-2010, (http://www.mobileschool.org/text.php?<br />
text=4&lang=NL)<br />
18│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Afbeeld<strong>in</strong>g ‘Schoolscène uit Neumagen’<br />
Dit reliëf is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het Rome<strong>in</strong>s Archeologisch Museum (Landesmuseum) <strong>in</strong> Trier. 11<br />
11 MY ARTPRINTS.COM (red.), Anonymous "School scene, from Neumagen,Roman relief panel", <strong>in</strong>ternet, 10-06-2010,<br />
(http://www.myartpr<strong>in</strong>ts.com/a/anonymous/school-scene-from-neumage.html)<br />
19│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
THEMA ONDERWIJS IN DE MIDDELEEUWEN<br />
Sluit aan bij De les over het onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen, dat op zijn beurt een<br />
onderdeel is van de cultuur <strong>in</strong> de middeleeuwen.<br />
Mensenrechten - het recht op onderwijs<br />
- het recht op de volledige ontwikkel<strong>in</strong>g van de persoonlijkheid<br />
- het recht op gelijkheid ongeacht het geslacht of de sociale status<br />
Doel De leerl<strong>in</strong>gen staan stil bij wat ze allemaal leren via onderwijs en hoe een<br />
gebrek aan onderwijs er dus voor zorgt dat je je niet optimaal kan<br />
ontwikkelen.<br />
Niveau 3 e jaar<br />
Type Geheugenspel, groepsgesprek<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>uten<br />
Materiaal - een spel speelkaarten per vier leerl<strong>in</strong>gen<br />
- lofzang Gloria per twee leerl<strong>in</strong>gen<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g - Leer de kaarten kennen: weet welke bij elkaar horen.<br />
- Kopieer de bladen van de speelkaarten en kleef ze op stijf papier of<br />
karton zodat ze steviger zijn. Knip de 20 kaarten uit en schud ze goed<br />
door elkaar<br />
- Kopieer de lofzang Gloria<br />
- Lees de achtergrond<strong>in</strong>formatie door.<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen De leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
- uitleggen wie er <strong>in</strong> de middeleeuwen onderwezen werd<br />
- de evolutie van onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen stap voor stap uitleggen<br />
- de onderwijscarrière <strong>in</strong> de middeleeuwen vergelijken met de<br />
onderwijscarrière bij ons<br />
- hun standpunten tegenover bepaalde historische en actuele<br />
maatschappelijke problemen verdedigen<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
De leerl<strong>in</strong>gen willen:<br />
- kritisch nadenken over wat ze via onderwijs leren<br />
- beseffen dat niet iedereen zich kan ontplooien via onderwijs omdat niet<br />
iedereen van dit recht kan genieten<br />
8.1.1 Kennis, <strong>in</strong>zichten vaardigheden <strong>in</strong> verband met tijd, historische<br />
ruimte en socialiteit<br />
8.1.1.2 Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met de bestudeerde<br />
samenlev<strong>in</strong>gen (tot ca. 1800)<br />
De leerl<strong>in</strong>gen<br />
4 omschrijven per ontwikkel<strong>in</strong>gsfase van de westerse samenlev<strong>in</strong>g enkele<br />
fundamentele kenmerken uit verschillende maatschappelijke dome<strong>in</strong>en en<br />
beoordelen deze als vernieuwend of behoudend.<br />
8.1.1.3 Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met de <strong>in</strong>tegratie tussen<br />
het historisch referentiekader en de samenlev<strong>in</strong>gen tot ca. 1800<br />
12 geven voorbeelden van normconformerend en normafwijkend<br />
maatschappelijk gedrag, vanuit toenmalige maatschappelijke waarden.<br />
13 lichten uit de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen enkele elementen toe die <strong>in</strong><br />
latere samenlev<strong>in</strong>gen of vandaag <strong>in</strong>vloed uitoefenen.<br />
8.1.2 Vaardigheden <strong>in</strong> verband met de methodologische<br />
onderbouw<strong>in</strong>g<br />
8.1.2.3 Historische redener<strong>in</strong>g<br />
De leerl<strong>in</strong>gen kunnen<br />
20│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
22 met coherente argumenten hun eigen standpunt tegenover een historisch<br />
of actueel maatschappelijk probleem verdedigen.<br />
8.1.3 Attitudes<br />
De leerl<strong>in</strong>gen<br />
28 zijn bereid waarden en normen uit heden, verleden en andere culturen<br />
vanuit de historische en actuele context te benaderen.<br />
30 brengen waarder<strong>in</strong>g op voor de manier waarop <strong>in</strong>dividuen en<br />
emancipatiebeweg<strong>in</strong>gen strijd voer(d)en tegen machtsstructuren en<br />
gevestigde orden voor de realisatie van de rechten van de mens.<br />
VOET Gemeenschappelijke stam<br />
creativiteit<br />
2 kunnen orig<strong>in</strong>ele ideeën en oploss<strong>in</strong>gen ontwikkelen<br />
en uitvoeren;<br />
empathie<br />
5 houden reken<strong>in</strong>g met de situatie, opvatt<strong>in</strong>gen en emoties van anderen;<br />
exploreren<br />
8 benutten leerkansen <strong>in</strong> diverse situaties;<br />
<strong>in</strong>itiatief<br />
10 engageren zich spontaan;<br />
kritisch denken<br />
11 kunnen gegevens, handelwijzen en redener<strong>in</strong>gen<br />
ter discussie stellen a.d.h.v. relevante<br />
criteria;<br />
13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>valshoeken;<br />
open en constructieve houd<strong>in</strong>g<br />
16 houden reken<strong>in</strong>g met ontwikkel<strong>in</strong>gen bij zichzelf<br />
en bij anderen, <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g en wereld;<br />
respect<br />
18 gedragen zich respectvol;<br />
samenwerken<br />
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke<br />
doelen;<br />
zorgzaamheid<br />
27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en<br />
de ander;<br />
Context 3<br />
Sociorelationele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
6 doorprikken vooroordelen, stereotyper<strong>in</strong>g, ongepaste<br />
beïnvloed<strong>in</strong>g en machtsmisbruik;<br />
Context 5<br />
Politiek-juridische samenlev<strong>in</strong>g<br />
3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van<br />
mensen- en k<strong>in</strong>derrechten;<br />
5 tonen aan dat het samenleven <strong>in</strong> een democratische<br />
rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten<br />
die gelden voor burgers, organisaties en overheid;<br />
21│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Instructies<br />
Starter/gespreksfase<br />
1. Speel als leerkracht even een rollenspel (les <strong>in</strong> de middeleeuwen), zonder dat je de<br />
leerl<strong>in</strong>gen daarvan op de hoogte brengt. Jij en de leerl<strong>in</strong>gen zitten gewoon <strong>in</strong> de les, maar<br />
wel tijdens de middeleeuwen. Deel vervolgens per twee leerl<strong>in</strong>gen de tekst uit van het<br />
lofzang Gloria. Vertel hen dat ze meteen mogen beg<strong>in</strong>nen met de vertal<strong>in</strong>g van de tekst.<br />
2. De leerl<strong>in</strong>gen zullen wellicht raar opkijken. Zeg hen dan dat het belangrijk is dat ze weten<br />
wat de tekst betekent, zodat ze zondag <strong>in</strong> de kerk tenm<strong>in</strong>ste weten wat ze z<strong>in</strong>gen.<br />
3. Stel nu de volgende vragen:<br />
- Wat heb ik nu uitgedeeld?<br />
- We speelden even een rollenspel. In welke situatie zaten we?<br />
- Waarom moesten jullie zo’n Latijnse tekst kunnen vertalen?<br />
- Waarover g<strong>in</strong>g de Latijnse tekst?<br />
- Wat leerden de leerl<strong>in</strong>gen dan op school <strong>in</strong> de middeleeuwen?<br />
- G<strong>in</strong>g iedereen naar school volgens jullie? Waarom denk je van wel/niet?<br />
4. Leg uit dat het onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen hoofdzakelijk voor k<strong>in</strong>deren uit de hogere<br />
standen was. Onderwijs was er dus niet voor iedereen en was <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie gericht op<br />
godsdienstonderricht. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
5. Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen om een onderwijscarrière bij ons te schetsen.<br />
- Welke deel is verplicht, welk niet?<br />
- Welke verschillende soorten opleid<strong>in</strong>gen kan je bij ons volgen? Wat denk je hiervan?<br />
6. Leg uit dat er <strong>in</strong> de middeleeuwen een evolutie plaatsvond waarbij onderwijs ook gericht<br />
was op vaardigheden voor een beroep (bijscholen). Schets hierna de onderwijscarrière of de<br />
verschillende scholen <strong>in</strong> de middeleeuwen (lagere school – universiteit – kloosterschool -<br />
bijschool). (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
7. Herhaal met behulp van de leerl<strong>in</strong>gen het belang van het onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen:<br />
- Waarover werden k<strong>in</strong>deren tijdens de middeleeuwen <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie onderwezen?<br />
- En later?<br />
- Waarom moesten ze zulke d<strong>in</strong>gen leren? Wat leerden ze daarmee?<br />
Verwerk<strong>in</strong>g<br />
1. Leg uit dat de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> groepjes een geheugenspel zullen spelen en dat er tien paren<br />
kaarten zijn: elk paar bestaat uit een tekstkaart en een kaart met een prentje. De opdracht<br />
bestaat er<strong>in</strong> de kaarten te identificeren en samen te brengen. De tekst op de kaarten gaat<br />
over onderwerpen met betrekk<strong>in</strong>g tot mensenrechten en onderwijs en over de functie van<br />
onderwijs. M.a.w., wat leren we via onderwijs?<br />
2. Leg de leerl<strong>in</strong>gen uit hoe ze moeten spelen. Ze vormen groepen van vier personen. Ze<br />
spreiden de kaarten uit met de afbeeld<strong>in</strong>g of tekst naar beneden. Om beurt draaien de<br />
leerl<strong>in</strong>gen twee kaarten om. Als een (of twee) van de kaarten een tekstkaart is, dan leest de<br />
leerl<strong>in</strong>g de tekst voor. Als de kaarten een paar vormen, dan houdt de leerl<strong>in</strong>g het paar bij en<br />
mag hij nog eens spelen. Als de kaarten niet bij elkaar passen, dan draait de leerl<strong>in</strong>g de<br />
kaarten opnieuw om met de tekst of de afbeeld<strong>in</strong>g naar beneden, op dezelfde plaats. De<br />
volgende leerl<strong>in</strong>g mag dan twee kaarten omdraaien. Het is een geheugenspel, want de<br />
leerl<strong>in</strong>gen moeten onthouden waar de verschillende kaarten liggen zodat ze de bij elkaar<br />
passende paren kunnen v<strong>in</strong>den.<br />
3. De leerl<strong>in</strong>g die de meeste paren kan vormen, w<strong>in</strong>t het spel.<br />
4. Vraag aan de leerl<strong>in</strong>gen om de titel op de kaarten voor te lezen (niet opnieuw de volledige<br />
tekst) terwijl jij hem opschrijft.<br />
5. Vraag aan de groep om vier onderwerpen uit te kiezen waarvoor ze <strong>in</strong>teresse hebben.<br />
6. Verdeel de klas <strong>in</strong> groepen van vier personen. Vraag aan elke groep om een van de vier<br />
onderwerpen te kiezen waarover ze willen discussiëren. Probeer het zo te organiseren dat<br />
twee groepen hetzelfde onderwerp hebben zodat je meer ideeën kan verzamelen; dat houdt<br />
<strong>in</strong> dat de groepen moeten onderhandelen over de gespreksonderwerpen.<br />
7. Elke groep krijgt vijf m<strong>in</strong>uten tijd om te discussiëren over het onderwerp aan de hand van<br />
de stell<strong>in</strong>g of de vraag op het kaartje. De focus van de discussies zal lichtelijk verschillen<br />
naargelang van de kaart. Als er op de kaart een vraag staat, moet die beantwoord worden.<br />
22│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Als het over een stell<strong>in</strong>g gaat, moeten de leerl<strong>in</strong>gen een kritisch commentaar voorbereiden.<br />
Korte schriftelijke neerslag is nodig voor verslaggev<strong>in</strong>g achteraf.<br />
8. Na vijf m<strong>in</strong>uten worden de spelers samengeroepen voor de verslaggev<strong>in</strong>g. Elk onderwerp<br />
wordt afzonderlijk besproken. Elke groep krijgt twee m<strong>in</strong>uten om verslag te geven. Geef niet<br />
meer dan drie m<strong>in</strong>uten extra voor vragen van de anderen.<br />
9. Nadat alle groepen verslag hebben uitgebracht, ga je over tot de nabesprek<strong>in</strong>g. 12<br />
Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
1. Stel aan de leerl<strong>in</strong>gen de volgende vragen:<br />
- Hoe verliepen de groepsdiscussies? Had iedereen het gevoel dat hij/zij eraan kon<br />
deelnemen?<br />
- Van welke zaken had je niet door dat je ze eigenlijk via onderwijs leert?<br />
- Welke zaken zou iedereen ter wereld moeten leren?<br />
- Krijgt iedereen de kans om dit effectief te leren? Waarom?<br />
- Wat kan de samenlev<strong>in</strong>g doen om ervoor te zorgen dat wel iedereen dit kan leren, dat<br />
m.a.w. wel iedereen onderwijs kan volgen?<br />
12 VORMEN VZW (red.), Kompas: Onderwijs voor iedereen?, <strong>in</strong>ternet, 29-05-2010,<br />
(http://www.vormen.org/Kompas/Onderwijsvooriedereen.html)<br />
23│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche<br />
Historische <strong>in</strong>formatie<br />
Het grote deel van de middeleeuwse bevolk<strong>in</strong>g kreeg geen onderwijs en kon bijgevolg niet<br />
lezen of schrijven. De enige vorm van onderwijs die ze kregen, was die van het leven zelf. Alle<br />
kennis die een k<strong>in</strong>d nodig had, werd geleerd <strong>in</strong> hun eigen leefomgev<strong>in</strong>g. Het beroep werd<br />
overgenomen van en dus aangeleerd door de ouders.<br />
Hogere standen konden wel genieten van onderwijs. Aanvankelijk lag de nadruk op het<br />
godsdienstonderwijs. K<strong>in</strong>deren moesten wat Latijn kennen zodat ze begrepen wat er <strong>in</strong> de kerk<br />
gelezen of gezongen werd of zodat ze misdienaar konden worden. De leerl<strong>in</strong>gen waren<br />
opgedeeld <strong>in</strong> klassen. In de lagere klassen leerde men lezen, schrijven, rekenen en de basis<br />
van het Latijn. Er waren geen schoolboeken voorhanden, dus de kwaliteit van het onderwijs<br />
was beperkt. Ook <strong>in</strong> kloosterscholen lag de nadruk op het godsdienstonderricht, want de<br />
monniken moesten de kloosterregels en de Heilige Schrift (<strong>in</strong> het Latijn) kunnen lezen. Het<br />
doel van de middeleeuwse scholen was dus voornamelijk om nieuwe leden voor de kerk te<br />
vormen.<br />
Met de groei van de handel en de steden, steeg de vraag naar kwaliteitsonderwijs. Daardoor<br />
veranderde <strong>in</strong> de 11 e -12 e eeuw het onderwijslandschap. Nu werden ook vaardigheden voor het<br />
dagelijks leven belangrijk, want er was nood aan ambtenaren, boekhouders, vertalers… De<br />
scholen die al bestonden moesten zich aanpassen. Zo ontstonden er meer gespecialiseerde<br />
opleid<strong>in</strong>gen, gericht op bepaalde beroepskennis. Deze scholen staan ook bekend als bijscholen.<br />
Ze kenden overal succes, zo ook de Bogaardenschool <strong>in</strong> Brugge, die <strong>in</strong> 1280 gesticht werd. De<br />
nieuwe opleid<strong>in</strong>gen kwamen er onder impuls van de economische verander<strong>in</strong>gen. Zo werd er <strong>in</strong><br />
sommige bijscholen vooral aandacht besteed aan handelskennis.<br />
Daarnaast steeg de vraag naar geschoold personeel (vooral juristen) <strong>in</strong> verschillende<br />
vorstendommen. Dit was een gevolg van de uitbouw van het bestuursapparaat. Op<br />
verschillende plaatsen ontstonden universiteiten. In West-Europa is de oude universiteit<br />
wellicht die van Bologna, waarover al bericht wordt <strong>in</strong> 1088. In Leuven werd de universiteit<br />
opgericht <strong>in</strong> 1425, het was meteen de eerste universiteit <strong>in</strong> de Lage Landen. Op het e<strong>in</strong>d van<br />
de 15 e eeuw is die universiteit, op die van Parijs na, de grootste van Europa.<br />
De basis van de universitaire opleid<strong>in</strong>g waren de artes liberales. Wanneer je de graad van<br />
‘magister artium’ behaalde, mocht je doorstromen naar een studie <strong>in</strong> een hogere faculteit.<br />
Deze faculteiten waren theologie, medicijnen of rechten (kerkelijk en wereldlijk). De meeste<br />
studenten waren echt tevreden met de artesgraad, want daarmee hadden zij al voldoende<br />
schol<strong>in</strong>g voor een geestelijke of wereldlijke functie.<br />
Artes liberales of zeven vrije kunsten:<br />
Trivium (‘taalvakken’): Quadrivium (‘rekenvakken’):<br />
- grammatica: taalkunde - aritmetica: rekenen<br />
- retorica: spreekkunde - geometria: meetkunde<br />
- dialectica of logica: logisch redeneren - astronomia: sterrenkunde<br />
- musica: muziek 13<br />
13<br />
GORIS, G., Decat, F., e.a., Storia 3ASO, leerboek, Van In, Wommelgem, 2006, p. 129-130;<br />
ADAMS, X., CUPPENS, L., Anno 3, Van In, Lier, 1999, p. 129;<br />
MATTHEW, D., Atlas van de middeleeuwen, Atrium, Alphen aan den Rijn, p. 150-151<br />
24│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Onderwijs als recht<br />
Bij ons is onderwijs zowel een recht als een plicht. We hebben <strong>in</strong> België geen schoolplicht,<br />
maar wel een leerplicht. Dit houdt <strong>in</strong> dat je niet naar school hoeft te gaan en ook thuis les kan<br />
volgen.<br />
Onderwijs is ook een mensenrecht dat we terugv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de Universele Verklar<strong>in</strong>g van de<br />
Rechten van de Mens (art. 26). Het is daarnaast een middel om de toepass<strong>in</strong>g van de andere<br />
mensenrechten na te streven.<br />
Via onderwijs leer je bijvoorbeeld om samen te leven. Leerl<strong>in</strong>gen leren om met anderen te<br />
werken aan gemeenschappelijke doelen. Zo leren ze ook verscheidenheid te respecteren.<br />
Daarnaast vergaren leerl<strong>in</strong>gen kennis. Het gaat hierbij om een breed spectrum: lezen en<br />
schrijven, omgaan met getallen, probleemoplossende vaardigheden, begrijpen van rechten en<br />
verantwoordelijkheden, leren leren…<br />
Onderwijs helpt leerl<strong>in</strong>gen ook om vaardigheden te ontwikkelen. Die vaardigheden kunnen zich<br />
situeren op het sociale of psychologische vlak, maar ook op professioneel vlak. Dan gaat het<br />
om vaardigheden die ze nodig hebben om een bepaald beroep optimaal te kunnen uitoefenen.<br />
Tot slot is het ook zo dat onderwijs bijdraagt tot de ontwikkel<strong>in</strong>g van iemands persoonlijkheid.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen worden zelfstandiger, kritischer, creatiever, verantwoordelijker en ontwikkelen<br />
bovendien z<strong>in</strong> voor <strong>in</strong>itiatief.<br />
Kortom kunnen mensen met behulp van onderwijs de kwaliteit van hun eigen leven en dat van<br />
anderen verbeteren. 14<br />
14 VORMEN VZW (red.), Kompas: onderwijs, <strong>in</strong>ternet, 02-06-2010, (http://www.vormen.org/Kompas/Onderwijs.html)<br />
25│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Geheugenkaarten<br />
Geld en onderwijs<br />
Gebrek aan geld is de<br />
belangrijkste bedreig<strong>in</strong>g voor<br />
onderwijs voor iedereen. Zonder<br />
geld kunnen de reger<strong>in</strong>gen niet<br />
<strong>in</strong> onderwijs voor iedereen<br />
voorzien.<br />
Geen geld, geen onderwijs!<br />
Akkoord? Verklaar!<br />
Onderwijs en samenleven<br />
Via onderwijs leer je om samen<br />
met anderen te leven, om van<br />
elkaar te verdragen en van<br />
elkaar te leren.<br />
Je leert ook dat iedereen gelijk is<br />
en dezelfde rechten heeft.<br />
Akkoord? Verklaar!<br />
Onderwijs en kennis<br />
Via onderwijs leer je lezen,<br />
schrijven, omgaan met getallen,<br />
problemen oplossen, rechten en<br />
verantwoordelijkheden<br />
begrijpen…<br />
Welke kennis mist iemand die<br />
geen onderwijs volgt het hardst?<br />
Welke kennis is het belangrijkst?<br />
Onderwijs en beroep<br />
Via onderwijs leer je<br />
verschillende beroepscategorieën<br />
kennen: je leert over het<br />
menselijk lichaam als je dokter<br />
wil worden. Of hoe je sanitair<br />
<strong>in</strong>stalleert om loodgieter te<br />
worden.<br />
Vroeger werd een beroep<br />
aangeleerd van vader op zoon.<br />
Dat is ook onderwijs.<br />
Akkoord? Verklaar!<br />
26│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Gratis onderwijs<br />
Reger<strong>in</strong>gen moeten gratis<br />
basisonderwijs verschaffen. In<br />
vele landen hebben families<br />
geen middelen om<br />
<strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>gsgeld en/of<br />
schoolmateriaal te betalen. De<br />
k<strong>in</strong>deren kunnen dan niet naar<br />
school.<br />
Hoe kunnen we die k<strong>in</strong>deren<br />
toch de kans geven om van<br />
onderwijs te genieten?<br />
Vrouwen en onderwijs<br />
In 2002 waren er over de hele<br />
wereld 875 miljoen volwassen<br />
analfabeten, waarvan 2/3<br />
vrouwen.<br />
Vrouwen lijken dus m<strong>in</strong>der te<br />
kunnen profiteren van het recht<br />
op onderwijs dat nochtans ook<br />
zij hebben.<br />
Welke verklar<strong>in</strong>g heb je<br />
daarvoor?<br />
Onderwijs en mensenrechten<br />
Via onderwijs leer je dat<br />
iedereen gelijk is. Los van<br />
bevolk<strong>in</strong>gsgroep, godsdienst,<br />
geslacht, geaardheid...<br />
Iedereen heeft evenveel recht<br />
op een menswaardig bestaan.<br />
Hoe draagt onderwijs hiertoe<br />
bij?<br />
Onderwijs en de wereld<br />
Via de vakken aardrijkskunde,<br />
biologie, <strong>geschiedenis</strong>… leer je<br />
de wereld kennen.<br />
Om bewust te kunnen leven,<br />
moet je de wereld beter leren<br />
kennen.<br />
Waar of niet waar?<br />
27│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Sociale uitsluit<strong>in</strong>g en<br />
onderwijs<br />
Niet iedereen kan terecht <strong>in</strong> het<br />
gewone onderwijs.<br />
Straatk<strong>in</strong>deren, arme k<strong>in</strong>deren,<br />
k<strong>in</strong>deren die voltijds werken…<br />
komen er niet aan hun trekken.<br />
Hoe zou je ervoor zorgen dat die<br />
k<strong>in</strong>deren toch van hun recht op<br />
onderwijs kunnen genieten?<br />
Aids/SOA en onderwijs<br />
Het is noodzakelijk om de stilte<br />
rond aids en andere SOA te<br />
doorbreken. Jongeren moeten<br />
op de hoogte zijn van de<br />
gevaren van SOA en manieren<br />
om deze ziektes te voorkomen.<br />
Wat kunnen scholen<br />
ondernemen <strong>in</strong> de strijd tegen<br />
aids en andere SOA?<br />
Onderwijs en persoonlijke<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Onderwijs draagt bij tot de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van iemands<br />
persoonlijkheid. Jongeren<br />
worden zelfstandiger, kritischer,<br />
creatiever en ontwikkelen <strong>in</strong><br />
voor <strong>in</strong>itiatief.<br />
Onderwijs kan je helpen om de<br />
kwaliteit van je eigen leven en<br />
dat van anderen te verbeteren.<br />
Waar of niet waar?<br />
28│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Lofzang<br />
Gloria<br />
Gloria <strong>in</strong> excelsis Deo.<br />
Et <strong>in</strong> terra pax hom<strong>in</strong>ibus bonae voluntatis.<br />
Laudamus te.<br />
Benedicimus te.<br />
Adoramus te.<br />
Glorificamus te.<br />
Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam.<br />
Dom<strong>in</strong>e Deus, Rex caelestis, Deus Pater omnipotens.<br />
Dom<strong>in</strong>e Fili unigenite Iesu Christe.<br />
Dom<strong>in</strong>e Deus, Agnus Dei, Filius Patris.<br />
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis.<br />
Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram.<br />
Qui sedes ad dexteram patris, miserere nobis.<br />
Quoniam tu solus sanctus.<br />
Tu solus Dom<strong>in</strong>us.<br />
Tu solus Altissimus, Iesu Christe.<br />
Cum Sancto Spiritu, <strong>in</strong> gloria Dei Patris.<br />
Amen 15<br />
15 ISIDORUSWEB (red.), Gloria, <strong>in</strong>ternet, 01-06-2010,<br />
(http://www.isidorusweb.nl/asp/default.asp?t=show&id=3130)<br />
29│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
THEMA ONDERWIJS IN DE NIEUWE TIJD<br />
Sluit aan bij Onderwijs <strong>in</strong> de Nieuwe Tijd kan aan bod komen bij het behandelen<br />
van de verschillende standen als extra toelicht<strong>in</strong>g bij de situatie van<br />
k<strong>in</strong>deren.<br />
Mensenrechten<br />
en<br />
k<strong>in</strong>derrechten<br />
- Iedereen heeft recht op een eigen men<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spraak<br />
- Iedereen heeft recht op onderwijs en <strong>in</strong>formatie<br />
- Iedereen heeft recht op een gelijke behandel<strong>in</strong>g<br />
Doel Leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
• <strong>in</strong> eigen woorden verklaren hoe er <strong>in</strong> de Nieuwe Tijd<br />
ongelijkheid was tussen jongens en meisjes qua onderricht.<br />
• verklaren dat er nu nog altijd ongelijkheid is tussen jongens<br />
en meisjes<br />
Niveau 4 de jaar<br />
Type Simulatiespel+ filmfragment.<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>.<br />
Materiaal - blad met k<strong>in</strong>derrechten 16 (zie bijlage 2).<br />
- computer met <strong>in</strong>ternet en beamer.<br />
- http://www.klasse.be/leraren/reportage.php?id=11242<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g Knip de verschillende situaties uit.<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen Leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
de verschillen tussen de onderwijsmogelijkheden voor jongens en<br />
meisjes verwoorden.<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
Kennis en <strong>in</strong>zicht<br />
- De leerl<strong>in</strong>gen moeten per ontwikkel<strong>in</strong>gsfase van de westerse<br />
samenlev<strong>in</strong>g een samenhangend beeld kunnen formuleren. Daarbij<br />
moeten ze aandacht hebben voor verbanden tussen en<br />
wisselwerk<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen maatschappelijke dome<strong>in</strong>en.<br />
- De leerl<strong>in</strong>gen moeten mogelijke verklar<strong>in</strong>gen voor een<br />
fundamenteel maatschappelijke probleemstell<strong>in</strong>g voor elk van de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van het historisch referentiekader kunnen<br />
formuleren.<br />
- De leerl<strong>in</strong>gen moeten uit de bestudeerde samenlev<strong>in</strong>gen enkele<br />
elementen kunnen toelichten die <strong>in</strong> latere samenlev<strong>in</strong>gen of<br />
vandaag <strong>in</strong>vloed uitoefenen.<br />
Vaardigheden<br />
De leerl<strong>in</strong>gen moeten met samenhangende argumenten hun eigen<br />
standpunt tegenover een historisch of actueel maatschappelijk<br />
probleem kunnen verdedigen.<br />
Attitudes<br />
De leerl<strong>in</strong>gen moeten bereid zijn om waarden en normen uit het<br />
heden, het verleden en uit andere culturen vanuit de historische en<br />
actuele context te benaderen.<br />
VOETEN Gemeenschappelijke stam<br />
Communicatief vermogen<br />
1. brengen belangrijke elementen van communicatief handelen <strong>in</strong><br />
praktijk.<br />
Empathie<br />
5. houden reken<strong>in</strong>g met de situatie, opvatt<strong>in</strong>gen en emoties van<br />
anderen.<br />
Flexibiliteit<br />
9. zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en<br />
omstandigheden.<br />
16<br />
VORMEN VZW, <strong>in</strong>ternationaal verdrag <strong>in</strong>zake de rechten van het k<strong>in</strong>d, <strong>in</strong>ternet, 14-06-2010,<br />
(http://www.vormen.org/<strong>in</strong>formatie/downloads/IVRKverkort.pdf)<br />
30│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Kritisch denken<br />
11. kunnen gegevens, handelwijzen en redener<strong>in</strong>gen ter discussie<br />
stellen a.d.h.v. relevante criteria.<br />
12. zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste<br />
keuze te maken.<br />
13. kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>valshoeken.<br />
Respect<br />
18. gedragen zich respectvol.<br />
Context 2<br />
Mentale gezondheid<br />
2. gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en<br />
rouw.<br />
3. erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp.<br />
Context 3<br />
Sociorelationele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
9. zoeken naar constructieve oploss<strong>in</strong>gen voor conflicten.<br />
Context 5<br />
Politiek-juridische samenlev<strong>in</strong>g<br />
3. tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en<br />
k<strong>in</strong>derrechten.<br />
4. zetten zich actief en opbouwend <strong>in</strong> voor de eigen rechten en die<br />
van anderen.<br />
5. tonen aan dat het samenleven <strong>in</strong> een democratische rechtsstaat<br />
gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers,<br />
organisaties en overheid.<br />
Instructies<br />
1. Startfase/ gesprekfase<br />
1. Geef enkele jongens van de klas de opdracht om een aantal wiskunde- oefen<strong>in</strong>gen te<br />
maken. Geef andere jongens van de klas de opdracht om een paar Franse z<strong>in</strong>nen te<br />
vertalen.<br />
2. Neem enkele keukenhanddoeken mee en geef enkele van de meisjes de opdracht om<br />
deze op te vouwen. Neem ook enkele aardappelen mee en laat andere meisjes deze<br />
schillen. Neem ook kuisgerief mee en laat enkele leerl<strong>in</strong>gen de ramen lappen.<br />
3. Zeg dat de jongens en de meisjes niet met elkaar mogen praten tijdens dat ze hun<br />
activiteiten doen.<br />
4. Bespreek daarna met de leerl<strong>in</strong>gen wat ze moesten doen. Stel volgende vragen:<br />
- Wat moesten de jongens doen?<br />
- Wat moesten de meisjes doen?<br />
- Waren jullie allemaal akkoord met wat jullie moesten doen?<br />
- Zouden jullie liever iets anders gedaan hebben? Wat wilden jullie het liefste doen?<br />
- Vonden jullie het raar dat de jongens niet met de meisjes mochten praten? Waarom<br />
wel/ niet? Is dit nu nog altijd zo dat jullie niet met elkaar mogen praten?<br />
- Is er een tijd geweest dat de jongens niet met de meisjes mochten praten? Zo ja,<br />
welke?<br />
5. Maak duidelijk aan de leerl<strong>in</strong>gen dat er ongelijkheid tussen meisjes en jongens was<br />
qua onderricht. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
6. Geef aan de leerl<strong>in</strong>gen het overzicht van de k<strong>in</strong>derrechten en vraag hen welke<br />
k<strong>in</strong>derrechten hier geschonden worden.<br />
2. verwerk<strong>in</strong>gsfase<br />
1. Vraag leerl<strong>in</strong>gen of zij denken dat bij ons iedereen gelijke onderwijskansen krijgt?<br />
2. Leid het filmpje van KlasseTV <strong>in</strong>.<br />
Deel het werkblad uit zodat de leerl<strong>in</strong>gen tijdens het filmpje al kunnen antwoorden op de<br />
31│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
verschillende vragen.<br />
- Waarom kun je het onderwijs bij ons nog altijd niet gelijk noemen?<br />
- Hoe willen ze deze ongelijke kansen oplossen? Welke oploss<strong>in</strong>gen bieden ze dus<br />
aan <strong>in</strong> het filmpje?<br />
- Aan welke k<strong>in</strong>derrechten wil men hier werken?<br />
De verbeter<strong>in</strong>g van het werkblad gebeurt mondel<strong>in</strong>g.<br />
3.Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
- Vonden jullie het moeilijk om te antwoorden op de verschillende vragen tijdens het<br />
filmpje?<br />
- Hoe is jullie beeld nu over het onderwijs? Is dit door de deze les veranderd?<br />
- Kennen jullie zelf situaties waar<strong>in</strong> niet elke leerl<strong>in</strong>g dezelfde onderwijskansen heeft?<br />
Welke?<br />
- V<strong>in</strong>den jullie dat iedereen gelijk onderwijs verdient? Waarom wel/ niet?<br />
- Hoe zouden jullie de ongelijke kansen <strong>in</strong> het onderwijs willen wegwerken?<br />
- Kunnen jullie de leerl<strong>in</strong>g die ongelijk behandeld wordt, zelf helpen? Hoe?<br />
- V<strong>in</strong>den jullie zelf dat er nog een onderscheid gemaakt wordt tussen jongens en meisjes<br />
<strong>in</strong> de klas? Welk onderscheid?<br />
32│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche: onderwijs <strong>in</strong> de Nieuwe Tijd<br />
1. Ongelijke onderwijskansen voor jongens en meisjes<br />
Het onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen, niet veel meer dan het simpel nabootsen van wat er op het<br />
werk en <strong>in</strong> het gebed gebeurde, bekommerde zich nog niet om het onderscheid tussen wat aan<br />
jongens en meisjes moest worden geleerd. In de nieuwe tijd wordt dit onderscheid wel<br />
gemaakt. Er ontstaat een nieuwe vraag naar leid<strong>in</strong>ggevenden voor staat en Kerk. Voor de<br />
jongens uit de adellijke en burgerlijke elite is er de klassieke cultuur, die van het college en de<br />
universiteit, een cultuur die deuren opent naar schitterende carrières <strong>in</strong> het burgerlijk of<br />
kerkelijk leven. Voor zowel meisjes uit het volk als die uit de hogere klassen zijn er wat men<br />
zou kunnen noemen de huishoudwetenschappen, die ze thuis leren van hun moeder, en die<br />
nodig zijn om een christelijk huishouden te leiden en <strong>in</strong> stand te houden. Tussen de twee<br />
onderwijsculturen bestaat we<strong>in</strong>ig contact; de een is naar buiten gericht, de ander naar b<strong>in</strong>nen.<br />
Hier ligt voor veel denkers het probleem: men zou toch meer moeten leren aan de toekomstige<br />
echtgenotes van geletterde lieden, zodat ze ten m<strong>in</strong>ste het gesprek van hun mannen kunnen<br />
volgen en eraan deelnemen. Tussen de Renaissance en de Verlicht<strong>in</strong>g lijkt het onderscheid naar<br />
sekse dat gemaakt wordt <strong>in</strong> het onderwijs belangrijker te zijn dan het sociale onderscheid. De<br />
kr<strong>in</strong>g van elementair opgeleide mannen en vrouwen- dat wil zeggen dat ze hebben leren lezen<br />
en schrijven- wordt groter dankzij de ontwikkel<strong>in</strong>g van de verscheidenheid <strong>in</strong><br />
onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Deze relatieve democratiser<strong>in</strong>g brengt jongens en meisjes niet allebei<br />
evenveel voordeel. Onderwijs aan jongens blijft belangrijker, waardoor meisjes niet de kans<br />
geboden wordt zich door kennis te ontwikkelen. Men staat aan meisjes slechts een beperkt<br />
opleid<strong>in</strong>g toe onder streng toezicht. Maar de vooruitgang die <strong>in</strong> de zeventiende en de<br />
achttiende eeuw geboekt wordt bij het alfabetiseren van vrouwen laat zien dat een<br />
onomkeerbaar proces op gang is gebracht, ondanks het belemmeren van de toegang voor<br />
vrouwen tot nuttige kennis die ze voor eigen reken<strong>in</strong>g te gelde zouden kunnen maken.<br />
Vanaf 1760 krijgt het vraagstuk van opvoed<strong>in</strong>g en onderwijs ook een plaats <strong>in</strong> het verlichte<br />
denken. De verlichte denkers gaan zich afvragen waar dit onderwijs moet plaatsv<strong>in</strong>den: <strong>in</strong> het<br />
ouderlijke huis of op een <strong>in</strong>stituut. Ze vragen zich ook af welke leerkrachten de meisjes<br />
moeten onderwijzen en wat de te onderwijzen vakken moeten zijn. Deze vragen worden<br />
gesteld door de kritiek op het klooster.<br />
De achttiende eeuw neigt naar huisonderwijs. Dit is enkel bestemd b<strong>in</strong>nen de bevoorrechte<br />
milieus en daarom moet er ook een systeem voor openbaar onderwijs komen voor de ouders<br />
die f<strong>in</strong>ancieel te kort schieten. Madame de Miremont richt zo’n systeem op bestemd voor<br />
meisjes van zeven tot achttien jaar. De leerl<strong>in</strong>gen zijn maar over twee klassen verdeeld: van<br />
zeven tot twaalf jaar en van dertien tot achttien jaar. De meisjes krijgen les godsdienst, dans<br />
en muziek, maar ook <strong>in</strong> levende talen, literatuur, aardrijkskunde, <strong>geschiedenis</strong> en spell<strong>in</strong>g.<br />
Madame de Miremont besteedt uiterste zorg aan de opleid<strong>in</strong>g van haar onderwijzeressen: deze<br />
duurt maar liefst zes jaar.<br />
Rousseau v<strong>in</strong>dt dat de vrouw geen toegang tot de wetenschap moet hebben omwille van<br />
haarzelf, maar om aangenaam aanwezig te zijn voor de diegenen- mannen- die de wetenschap<br />
beoefenen. Een vrouw is niet geboren voor de wetenschap, maar voor het gemak en het<br />
welzijn van haar echtgenoot en haar k<strong>in</strong>deren. Wanneer men zich bewust wordt van de<br />
noodzaak voor meer en beter onderwijs voor meisjes dienen zich alternatieven aan <strong>in</strong> plaats<br />
van altijd het huis te gebruiken voor het onderricht van meisjes. Zo gaat men lesgeven <strong>in</strong> het<br />
klooster, de petit école, het lekenpensionaat. De meisjesschool ontstaat om de feitelijke<br />
gemengdheid tegen te gaan die op de jongensscholen <strong>in</strong>gang begon te v<strong>in</strong>den. Het is<br />
ondenkbaar dat broers en zusjes <strong>in</strong> dezelfde banken zouden zitten en hetzelfde onderwijs<br />
zouden krijgen. Hierdoor komen er steeds meer en op steeds verscheidener plaatsen waar<br />
alleen meisjes worden onderwezen. Op de meisjesscholen bevat het aangeboden lesrooster<br />
gedurende het hele Ancièn Regime drie onderdelen: godsdienst met een moraliserende toon,<br />
elementair lezen, schrijven en rekenen en het omgaan met naald en draad. De verschillende<br />
onderwijstypen voeren ieder op hun eigen wijze dit programma uit waarop het klooster enige<br />
aanvull<strong>in</strong>g geeft met behulp van betaalde particuliere leerkrachten. Vóór alles leert de school<br />
de meisjes ‘ God lief te hebben, Hem te kennen en te dienen’; het godsdienstonderwijs krijgt<br />
verreweg de meeste aandacht. Het leren lezen komt <strong>in</strong> de eerste plaats ten dienste aan het<br />
godsdienstonderwijs; als hulpmiddel voor gebrekkige geheugens en om het opdreunen van<br />
onbegrijpelijke, vervormde bijbelteksten te vermijden. Lezen geeft een meerwaarde, want het<br />
33│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
verscherpt de christelijke boodschap die de meisjes, eenmaal ze moeder zijn, moeten<br />
overbrengen aan hun k<strong>in</strong>deren. 17<br />
171 DUBY,G; PERROT, M; Geschiedenis van de vrouw: van Renaissance tot de moderne tijd, Uitgeversmaatschappij<br />
Agon BV, Amsterdam, 1992, p. 93- 118<br />
34│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
2. Onderwijs algemeen<br />
2.1. Volksonderwijs <strong>in</strong> de Zuidelijke Nederlanden<br />
2.1.1. Het concilie van Trente<br />
Voor 1773 was de kerk de enige <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g die zich bemoeide met volksonderwijs. Het Concilie<br />
van Trente had eerder besloten dat de geestelijkheid tot taak had godsdienstonderricht te<br />
(laten) geven en te controleren. Daarbij werden gedoopte ouders verplicht om hun k<strong>in</strong>deren<br />
naar dit onderwijs te sturen. In het Zuiden werden deze besluiten door wereldlijk gezag<br />
bekrachtigd waardoor er een grotere druk werd uitgeoefend dan <strong>in</strong> het Noorden. Zo werden<br />
bijvoorbeeld armen van bijstand ontzegd wanneer hun k<strong>in</strong>deren de armencatechismus niet<br />
bezochten. Op sommige plaatsen werden er zelfs opzichters <strong>in</strong>gezet om spijbelaars op te<br />
sporen.<br />
Het doel van de kerk was duidelijk: de opkomst van de protestantse reformatie en de<br />
wantoestanden moesten uitgeroeid worden. Een voor de handliggende optie was het<br />
verplichten van het lager onderwijs waar de godsdienst centraal zou staan.<br />
2.1.2. In de stad<br />
In de steden mochten enkel leden van de schoolmeestersgilde onderwijzen. Om lid te worden<br />
van zulk een verenig<strong>in</strong>g moest men een godsdienstexamen afleggen bij de scholaster 18 en<br />
moest men een bewijs van bekwaamheid afleveren aan de gildemeesters. De baljuw 19 zou<br />
samen met de scholaster beslissen of de kandidaat wel of niet werd toegelaten aan de gilde.<br />
Na de benoem<strong>in</strong>g kreeg de schoolmeester(es) een bepaalde stadswijk toegewezen. Meestal<br />
onderrichte hij <strong>in</strong> zijn woonhuis. De ouders van de leerl<strong>in</strong>gen moesten schoolgelden betalen.<br />
Voor de schoolmeester was dit zijn enige bron van <strong>in</strong>komsten. Het mag dus niet verbazen dat<br />
de prijzen van deze schoolgelden al eens konden oplopen. De sociale <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g werd tevens<br />
versterkt door de wijkgebondenheid van de scholen. Er waren rijke en arme parochies. Dit<br />
onderscheid kenmerkte zich o.a. door de al dan niet hoge schoolgelden. Dit zou er later voor<br />
zorgen dat zowel de rijkere bevolk<strong>in</strong>gslagen (de adel en kooplui) als de armere uit de<br />
gildenscholen wegbleven.<br />
De schoolmeesters werden verplicht om enkele armen op te nemen <strong>in</strong> hun onderricht. Hiervoor<br />
ontv<strong>in</strong>gen zij een kle<strong>in</strong>e vergoed<strong>in</strong>g van hogerhand. De meeste armen g<strong>in</strong>gen echter naar de<br />
zondagse armencatechismus dat de jezuïeten verstrekten of naar een parochiale<br />
zondagsschool. Meestal kwam men daar niet toe aan lezen of schrijven. Enkele arme k<strong>in</strong>deren<br />
kwamen terecht <strong>in</strong> strenge armenscholen die onder stadstoezicht stonden. Er zaten<br />
voornamelijk weesk<strong>in</strong>deren waarvoor de stand wou <strong>in</strong>staan. Verder waren er slechts we<strong>in</strong>ig<br />
<strong>in</strong>itiatieven van de kerk.<br />
2.1.3. Gildenscholen vs. Nieuwe scholen<br />
Met het veranderen van de maatschappelijke behoeften, kwamen er ook nieuwe lagere<br />
scholen. Anders dan <strong>in</strong> de ‘vrije’ scholen die overigens enkel bestonden om de kerk controle te<br />
geven op het onderwijs, spraken de nieuwe scholen de werkelijke behoeften van het volk aan.<br />
Zo waren deze nieuwe scholen meer gericht op het beroep dat de leerl<strong>in</strong>gen later zouden<br />
uitvoeren. De gildenscholen hadden ondertussen al een beroepsmonopolie opgebouwd. De<br />
opkomst van de nieuwe scholen betekende dus een bedreig<strong>in</strong>g voor de gildenscholen.<br />
Desondanks de vele processen tegen ‘onbekende’ schoolmeesters kregen de nieuwe scholen op<br />
het e<strong>in</strong>de van de zeventiende eeuw meer leerl<strong>in</strong>gen dan de gildenscholen. Uite<strong>in</strong>delijk bestond<br />
dat recht alleen nog maar op papier <strong>in</strong> de achttiende eeuw.<br />
K<strong>in</strong>deren van ambachtslui en w<strong>in</strong>keliers bleven <strong>in</strong>geschreven aan de gildenscholen. De rijkeren<br />
kozen voor een college of thuisonderricht door een ambulant of een ander privé- of<br />
kloosterpensionaat.<br />
In de gildenscholen mochten de schoolmeesters hun opvolgers zelf aanduiden. Dit werkte de<br />
verstarr<strong>in</strong>g van de leermethoden en het programma <strong>in</strong> de hand. Meestal kozen de<br />
schoolmeesters hun eigen k<strong>in</strong>d als opvolger. Deze zoon of dochter had dan zelf les gevolgd <strong>in</strong><br />
de school van een van zijn ouders en nam aldus deze gewoonten over. De catecheseles stond<br />
centraal <strong>in</strong> het leerprogramma. De leerl<strong>in</strong>gen leerden er ook lezen, schrijven, <strong>in</strong> de achttiende<br />
18<br />
Gewoonlijk een geestelijke belast met het kerkelijk toezicht op het lager onderwijs.<br />
19<br />
Vertegenwoordiger van centraal gezag.<br />
35│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
eeuw ook wat Frans en <strong>in</strong> zeldzame gevallen de eerste gevallen van rekenen. 20 De meisjes die<br />
overigens gescheiden werden van de jongens moesten ook handwerk verrichten.<br />
Er bestonden zowel vrije als onvrije schoolmeesters. De onvrije schoolmeester was niet meer<br />
toegelaten tot het gilde. Zo kon hij ook zelf zijn leerprogramma samenstellen. Dit programma<br />
was vaak een weerspiegel<strong>in</strong>g van de sociale behoeften die er heersten en daarom dus beter<br />
aangepast aan de behoeften van het publiek. Een onvrije schoolmeester was daarbij ook niet<br />
gebonden aan één bepaalde wijk, dan wel aan een bepaalde stand. Waar gildenscholen gericht<br />
waren op het afleveren van goede katholieken, stond de opleid<strong>in</strong>g tot bedienden en<br />
comptoirklerken op de voorgrond <strong>in</strong> het onvrije onderwijs.<br />
Ook <strong>in</strong> de onvrije scholen maakten de gevraagde schoolgelden dat er een barrière gevormd<br />
werd voor de armeren. De k<strong>in</strong>deren van de behoeftigen konden terecht <strong>in</strong> de oordjesscholen 21<br />
of de werkscholen. Misschien is de term ‘school’ een beetje misplaatst aangezien het meer<br />
g<strong>in</strong>g om een werkkamp dan om een degelijke school. De k<strong>in</strong>deren moesten er vaak tien uur<br />
per dag werken.<br />
Een alternatief voor deze werkscholen waren de religieuze orden of congregaties die zich<br />
bezighielden met het onderwijs (bijvoorbeeld de Ursul<strong>in</strong>en). In deze kantscholen was het<br />
werkritme iets menselijker.<br />
2.1.4. Op het platteland<br />
Plattelandsschoolmeesters werden benoemd door de pastoor, de deken en de plaatselijke heer.<br />
In hoeverre de heer <strong>in</strong>spraak had <strong>in</strong> deze besliss<strong>in</strong>g h<strong>in</strong>g af van zijn f<strong>in</strong>anciële steun. De<br />
plattelandsschoolmeesters beschikten, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot hun collega’s <strong>in</strong> de stad, over een<br />
klaslokaal of een huis. Vaak was de school enkel <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter open aangezien er ’s zomers op<br />
het land moest gewerkt worden. De schoolmeester ontpopte zich <strong>in</strong> de zomer dan tot koster,<br />
w<strong>in</strong>kelier of boer. Daarnaast verhuisde full-time schoolmeesters naargelang de verwachte<br />
<strong>in</strong>komsten waardoor er een schaarste aan schoolmeesters ontstond. Deze twee factoren<br />
hadden tot gevolg dat er nauwelijks sprake was van een cont<strong>in</strong>ue onderwijs op het platteland.<br />
De k<strong>in</strong>deren van de rijkere boeren werden vaak naar een privé- of een kloosterpension<br />
gezonden.<br />
Het is contradictoir dat we juist dit onderwijs ‘volksonderwijs’ noemen. De kwaliteit van het<br />
onderwijs en de aangeleerde vaardigheden stonden <strong>in</strong> rechtstreeks verband met de <strong>in</strong>komens<br />
van de ouders. Het is niet verwonderlijk dat op het e<strong>in</strong>de van het ancien regime bijna alle<br />
mannen en drievierde van de vrouwen van de rijkste stadparochies hun naam konden<br />
schrijven. Dit <strong>in</strong> schril contrast met de mensen op het platteland. 22<br />
2.1.5. De verlicht<strong>in</strong>g<br />
Onder <strong>in</strong>vloed van de verlicht<strong>in</strong>g trachtte onder andere Jozef II de schoolmeesteropleid<strong>in</strong>g te<br />
hervormen. Hij geloofde immers <strong>in</strong> de staatsverantwoordelijkheid op het gebied van<br />
volksbeschav<strong>in</strong>g. Zijn hervorm<strong>in</strong>gsplannen stuitte echter op verzet bij de kerk en de<br />
traditioneel <strong>in</strong>gerichte besturen.<br />
Ook andere verlichte denkers zoals Jean Des Roches en Verlooy volgden de ideeën van Jozef II<br />
en zelfs b<strong>in</strong>nen de kerk waren er enkele hervormers maar allen zonder succes.<br />
2.2. De <strong>in</strong>vloed van het humanisme<br />
Als literaire beweg<strong>in</strong>g heeft het humanisme veel succes gekend. Het taal- en<br />
literatuuronderwijs werd steeds meer en meer afgestemd op klassieke teksten. Om meer<br />
studenten aan te trekken, richtten universiteiten steeds vaker een leerstoel voor poëzie <strong>in</strong>.<br />
Toch had hun humanisme ook heel wat tegenkant<strong>in</strong>g van o.a. de scholastiek (<strong>in</strong>fra).<br />
2.2.1. Erasmus<br />
20 Nieuwe tijd, <strong>in</strong>: Algemene <strong>geschiedenis</strong> der Nederlanden VII, Unieboek BV, Bussem, 1982, 457 pag<strong>in</strong>a’s, pag. 268.<br />
21 Voor één oordje (een kwart stuiver) per dag hield een kantwerkster toezicht op de k<strong>in</strong>deren die handwerk moesten<br />
vervaardigen waarvan de opbrengst volledig de toezichtster toekwam.<br />
22<br />
36│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Wanneer we het onderwijskundig aspect van het humanisme even vergroten valt ons meteen<br />
de naam Desiderieus Erasmus (1467 of 1469 – 1536) op. Het humanistische onderwijs (en<br />
daarmee samengaand de opvoed<strong>in</strong>g) doelt <strong>in</strong> deze context op het teruggrijpen naar de<br />
klassieke oudheid over de middeleeuwen heen. Erasmus’ pedagogische en didactische werken<br />
zijn verschenen <strong>in</strong> de loop van de zestiende eeuw. Er werden ook bewerk<strong>in</strong>gen gemaakt die<br />
speciaal voor scholen bedoeld waren. Toch werd niet alles wat Erasmus publiceerde zonder<br />
meer aangenomen. In zijn Samenspraken zou hij volgens de katholieke rectoren en docenten<br />
te veel kritiek op de kerk en de kloosters geuit hebben. Daarom moesten de schooledities<br />
<strong>in</strong>gekort en aangepast worden. Nogmaals werd de (onderdrukkende) <strong>in</strong>vloed van de kerk<br />
duidelijk.<br />
2.2.2. Juan Luis Vives<br />
Een andere Spaans-Nederlandse humanist was Juan Luis Vives (1492 – 1540). Net zoals<br />
Erasmus was Vives theoreticus en practicus van de opvoed<strong>in</strong>g. Beide humanisten stootten<br />
overigens op eenzelfde typisch humanistisch probleem: “Op welke leeftijd zal men de<br />
opvoed<strong>in</strong>g van de k<strong>in</strong>deren laten aanvangen?” 23 . Erasmus vond dat de morele opvoed<strong>in</strong>g zo<br />
snel mogelijk gestart moest worden, de schoolopvoed<strong>in</strong>g en het onderwijs vanaf zeven jaar. Hij<br />
pleitte tevens voor onderwijs <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e klassen en met één leermeester. Volgens Vives moesten<br />
de ouders de schoolrijpheid bepalen. Zowel Erasmus als Vives waren echter van men<strong>in</strong>g dat<br />
het meisje door de moeder moest opgevoed worden. Vives voegde er wel aan toe dat het<br />
meisje <strong>in</strong> contact moest komen met klassieke en religieuze literatuur. Alle meisjes zouden een<br />
humanistische opvoed<strong>in</strong>g en onderwijs genieten.<br />
Vives werd bekend omdat hij het opnam voor de armere k<strong>in</strong>deren. Ook zij moesten, volgens<br />
hem een leerplicht krijgen. Zo stelde Vives voor om het Brugse stadbestuur gratis onderwijs <strong>in</strong><br />
te richten om zo het zwerven te voorkomen. De stad mocht ouders die hun k<strong>in</strong>d niet naar<br />
school stuurden, geen uitker<strong>in</strong>gen geven. In Brugge, Ieper, Antwerpen en Breda zijn naar<br />
Vives’ idee <strong>in</strong>derdaad armenscholen opgericht op het e<strong>in</strong>de van de zestiende eeuw.<br />
2.2.3. Enkele medespelers<br />
In de Noordelijke Nederlanden heeft men <strong>in</strong> de achttiende eeuw nauwelijks een eigen<br />
pedagogiek systeem uitgewerkt. Men baseerde zich op een mengelmoes van ideeën uit<br />
Engeland (o.a. Locke), Frankrijk (o.a. Rousseau) en Duitsland (o.a. de filantropijnen).<br />
In de Zuidelijke Nederlanden is er we<strong>in</strong>ig theoretisch pedagogisch werk te v<strong>in</strong>den. Simon<br />
Verepaeus (1522 – 1598) uit Brabant heeft naast Erasmus en Vives ook een <strong>in</strong>vloed gehad op<br />
de Zuidelijke Nederlanden. Verepaeus doceerde o.a. <strong>in</strong> Mechelen en ’s-Hertogenbosch. Onder<br />
<strong>in</strong>vloed van de contrareformatie en op <strong>in</strong>spiratie van de Jezuïeten schreef hij Institiutionum<br />
scholasticarum libri tres (Antwerpen 1573). Daarnaast heeft hij nog vele onderwijskundige<br />
boeken geschreven.<br />
In het algemeen was de <strong>in</strong>vloed van Rousseau <strong>in</strong> de Zuidelijke Nederlanden eerder cultureel<br />
dan pedagogisch. De pedagogiek <strong>in</strong> het Noorden en Zuiden op het e<strong>in</strong>de van de achttiende<br />
eeuw richt zich voornamelijk op een onderwijs- en schoolhervorm<strong>in</strong>g die uite<strong>in</strong>delijk zal leiden<br />
tot een organisatie van het onderwijs. Het onderwijs werd hiermee een staatszaak.<br />
2.3. Het secundair onderwijs<br />
2.3.1. Katholiek versus protestantisme<br />
In het Zuiden kwamen er voornamelijk rooms-katholieke onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen voor het<br />
secundair onderwijs voor. Toch hebben de protestanten enkele steden <strong>in</strong> hun macht gehad<br />
waardoor er zich <strong>in</strong> deze steden een paar protestantse scholen ontpopten, waaronder Gent<br />
(1578 – 1584) en Antwerpen (1580 - 1585). Door de komst van Parma naar de Zuidelijke<br />
Nederlanden verdwenen deze scholen onder protestantse <strong>in</strong>vloed dan ook snel. De Spaanse<br />
Nederlanden zouden vanaf nu nieuwe Latijnse scholen krijgen. 24<br />
Naast de terugkomst van de jezuïeten (<strong>in</strong>fra), kregen de Latijnse scholen nog een geduchte<br />
concurrent, nl. de augustijnen. Zij hadden <strong>in</strong> 1625 reeds 13 colleges waarbij de centrale<br />
onderwijscommissie en de centraal uitgegeven boeken voor een eenheid zorgden. Net zoals bij<br />
23 Nieuwe tijd, <strong>in</strong>: Algemene <strong>geschiedenis</strong> der Nederlanden VII, Unieboek BV, Bussem, 1982, 457 pag<strong>in</strong>a’s, pag. 271.<br />
24 De Jezuïeten (1586), augustijnen (1601), dom<strong>in</strong>icanen (1605), norbertijnen (1619), oratorianen (1626), kruisheren<br />
(1644), franciscanen (1645).<br />
37│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
de jezuïeten, stond bij de augustijnen het Latijn centraal. De augustijnen waren echter meer<br />
volksgericht, <strong>in</strong> de helft van hun scholen waren er ook <strong>in</strong>ternaten (waar dat bij de jezuïeten<br />
slechts bij enkele scholen zo was). Meestal waren de augustijnen <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere steden gevestigd.<br />
2.3.2. Latijns onderwijs<br />
Het onderwijs was <strong>in</strong> de zestiende tot de achttiende eeuw een zaak van de lagere besturen.<br />
Naar eigen goeddunken kon het stedelijk bestuur een Latijnse school oprichten, een rector<br />
aanstellen of ontslaan, een leerplan en een schoolreglement uitvaardigen. Ook een kerkelijke<br />
<strong>in</strong>stantie (vb. een kloostergemeenschap of een parochie) kon dit. In de twaalfde en dertiende<br />
eeuw werd dit zelfs verplicht door concilies (supra).<br />
De Latijnse scholen werden door <strong>in</strong>dividuele mensen opgericht en <strong>in</strong> stand gehouden zonder<br />
dat de overheid er vat op had. De enige ordonnanties die uitgevaardigd werden, handelden<br />
meestal over de handhav<strong>in</strong>g van het geloof en de zeden. Het onderwijs stond m.a.w. wel <strong>in</strong><br />
dienst van de kerk en dat al vanaf de middeleeuwen.<br />
Ondanks de hervorm<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>de ideeën (<strong>in</strong>fra) raakte het Latijnse onderwijs <strong>in</strong> verval. Elk jaar<br />
zaten er m<strong>in</strong>der en m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen op de banken. Hierdoor namen ook het aantal<br />
<strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>gen aan de Leuvense universiteit af. Toch waren er volgens de Commmission royale<br />
des études <strong>in</strong> 1780 nog genoeg studenten om voldoende rechtsgeleerden, geneesheren,<br />
letterkundigen en bedienaren voor de godsdienst te leveren aan de maatschappij. Over het<br />
algemeen kunnen we stellen dat het Latijns onderwijs zowel <strong>in</strong> het Noorden als <strong>in</strong> het Zuiden<br />
<strong>in</strong> verval was geraakt. Er was een ger<strong>in</strong>g aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de vele kle<strong>in</strong>e scholen die we<strong>in</strong>ig<br />
resultaat opleverden.<br />
2.3.3. Meisjes <strong>in</strong> het secundair onderwijs<br />
In de zestiende eeuw werden er enkele <strong>in</strong>itiatieven genomen om meisjes een aangepast<br />
(Latijns) onderwijs te bieden. De meest bekende te België zijn het Mechelse klooster Thabor 25<br />
en het benedict<strong>in</strong>essenklooster <strong>in</strong> Groot-Bijgaarden.<br />
Daarnaast waren er ook nog de Franse pensionaten voor meisjes. Deze werden voornamelijk<br />
<strong>in</strong>gericht door de Ursul<strong>in</strong>en maar ook door de zusters van het Heilig-Graf (Turnhout en<br />
Hasselt). In totaal zijn er een twaalftal van deze pensionaten tot stand gekomen, te beg<strong>in</strong>nen<br />
<strong>in</strong> 1614 te Luik. Het onderwijs- en opvoed<strong>in</strong>gsplan was gebaseerd op het idee van de jezuïeten<br />
maar werd aangepast speciaal voor meisjes. De onderwijstaal was Frans en de klemtoon lag<br />
eerder op de godsdienstige en morele vorm<strong>in</strong>g dan de <strong>in</strong>tellectuele. De kostscholen van de<br />
Ursul<strong>in</strong>nen werden voornamelijk bevolkt door oudere meisjes uit de hogere standen. Zij kregen<br />
buiten Frans- ook godsdienst-, literatuur- en <strong>geschiedenis</strong>onderricht. Daarbij kwamen nog de<br />
vrouwelijke vakken: handwerken, muziek en tekenen.<br />
2.3.4. Andere studiemogelijkheden?<br />
Zonen van edellieden kregen soms de mogelijkheid om een nieuwe taal te leren, te sporten, te<br />
zwemmen, paard te rijden en de wellevendheid en/of wapenhandel te bestuderen. Hiervoor<br />
verbleven ze een tijdje <strong>in</strong> een gesloten omgev<strong>in</strong>g of soms zelfs <strong>in</strong> het buitenland. Door o.a.<br />
Erasmus’ humanistische gedachte g<strong>in</strong>gen deze jonge edellieden vaker aan Latijnse en<br />
universitaire studies beg<strong>in</strong>nen. Erasmus beweerde immers dat de eigenlijke adel niet door het<br />
bloed bepaald werd dan wel door de kennis en de wetenschap, door het meer mens zijn. Ook<br />
de zonen van de burgerij (o.a. jonge koopmanszonen uit Antwerpen en Brugge) g<strong>in</strong>gen vaak<br />
eerst naar de Latijnse school en daarna naar de universiteit.<br />
Naast de Latijnse scholen kwamen er ook scholen die meer voldeden aan de behoeften van de<br />
burgerij: er werd geen Latijn of voorbereid<strong>in</strong>gen op de wetenschappen gegeven maar er<br />
werden wel vakken gegeven die nuttig bleken te zijn voor een toekomstig koopman. Daarvoor<br />
bestonden er al opleid<strong>in</strong>gen voor handel en ambacht (meestal o.v.v. leercontracten). Vanaf nu<br />
kregen de jonge ambachtslui onderricht <strong>in</strong> hun moedertaal, leerden zij Franse brieven te<br />
schrijven, alsmede rekenen en boekhouden. Soms kregen zij zelfs de mogelijkheid om Spaans<br />
of Italiaans te leren.<br />
25 In het klooster van Thabor te Mechelen was Simon Verepaeus lange tijd rector.<br />
38│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
2.3.5. Vernieuw<strong>in</strong>gen<br />
Bij de komst van keizer<strong>in</strong> Maria Theresia op het e<strong>in</strong>de van de achttiende eeuw zouden er heel<br />
wat hervorm<strong>in</strong>gen doorgevoerd worden. De jezuïetenorde werd afgeschaft <strong>in</strong> september 1773.<br />
Door het wegvallen van de jezuëtencolleges, moest er gezocht worden naar nieuwe<br />
oploss<strong>in</strong>gen vooral <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>ere steden waar er enkel jezuëtencolleges waren. Daarbij was<br />
men ook uit op vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Latijns onderwijs (o.a. de leerplannen). Het Latijns<br />
onderwijs zou uitgebreid moeten worden met vakken als moraal, aardrijkskunde, algemene en<br />
vaderlandse <strong>geschiedenis</strong> en wiskunde. Het plan bleek uite<strong>in</strong>delijk te duur en werd dus niet<br />
uitgevoerd.<br />
Hetgeen wel overbleef was dat een onderwijzer enkel aangesteld kon worden na een examen.<br />
Maar ook deze maatregel bleek een flop te worden aangezien er maar twaalf kon<strong>in</strong>klijke<br />
colleges <strong>in</strong> het Belgisch gebied waren met een officieel en eenvormig leerplan.<br />
2.3.6. Het hoger onderwijs<br />
De toegangspoort tot het hoger onderwijs was het Latijn. Dat was dan meteen ook de enige<br />
voorwaarde voor de universiteit ook al stelde deze toelat<strong>in</strong>gsvoorwaarde we<strong>in</strong>ig voor: er werd<br />
verwacht van de leerl<strong>in</strong>gen dat zij een Latijns vers konden maken of een kle<strong>in</strong>e Latijnse oratie<br />
konden voeren.<br />
Na het verlaten van de Latijnse scholen moesten de leerl<strong>in</strong>gen reeds een gevorderde kennis<br />
van de grammatica, de dichtkunst, de stilistiek, de retorica, de epistolografie en meestal ook<br />
nog de dialectica bezitten. Gewapend met deze Latijnse kennis moesten de leerl<strong>in</strong>gen de<br />
Latijnse colleges volgen en de Latijnse examens afleggen op de universiteiten.<br />
Uit: CLERIX S., Historische doorloper: Het onderwijs <strong>in</strong> de middeleeuwen en de Nieuwe Tijd,<br />
2008<br />
39│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Werkblad: Onderwijskansen <strong>in</strong> de nieuwe tijd<br />
Bekijk het filmpje van Klasse TV en los de onderstaande vragen op.<br />
a. Heeft bij ons iedereen gelijke onderwijskansen? Waarom wel/ niet?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
b. Welke 10 oploss<strong>in</strong>gen worden geboden om de onderwijskansen voor iedereen gelijk te<br />
maken?<br />
1. ...................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
2. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
3. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
4. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
5. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
6. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
7. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
8. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
9. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
10. ....................................................................................................................<br />
.........................................................................................................................<br />
40│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
THEMA ONDERWIJS TIJDENS DE EERSTE SCHOOLSTRIJD<br />
Sluit aan bij De eerste schoolstrijd<br />
Mensenrechten<br />
of k<strong>in</strong>derrechten<br />
- Elk k<strong>in</strong>d heeft het recht op onderwijs en gratis basisonderwijs dat<br />
hem/haar voorbereidt op een actief, verantwoordelijk leven als<br />
volwassene <strong>in</strong> een vrije samenlev<strong>in</strong>g met respect voor anderen<br />
en de omgev<strong>in</strong>g.<br />
- De handhav<strong>in</strong>g van de discipl<strong>in</strong>e op school moet verenigbaar zijn<br />
met de menselijke waardigheid en <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g verlopen<br />
met het K<strong>in</strong>derrechtenverdrag.<br />
Doel De leerl<strong>in</strong>gen beseffen dat er er <strong>in</strong> de 19 de eeuw onongelijke<br />
onderwijskansen waren en dat ook <strong>in</strong> onze huidige samenlev<strong>in</strong>g niet<br />
alle jongeren met gelijke kansen aan de start verschijnen.<br />
Niveau 5 e jaar<br />
Type Analyse cijfermateriaal + Groepswerk<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>uten<br />
Materiaal - spotprenten<br />
- de onderwijswetten<br />
- de artikels van de mensenrechten (bijlage 1).<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g Kopieer de spotprenten en de onderwijswetten voor de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen De leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
- een tabel analyseren.<br />
- Uit spotprenten de nodige leer<strong>in</strong>houd afleiden.<br />
- de eerste schoolstrijd situeren <strong>in</strong> tijd en ruimte.<br />
- vertellen wat de eerste schoolstrijd <strong>in</strong>hield.<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
De leerl<strong>in</strong>gen willen:<br />
- nadenken over de ongelijke onderwijskansen.<br />
- samenwerken per twee<br />
- nadenken hoe dit gekoppeld kan worden aan de mensenrechten.<br />
1. Kennis en <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met tijd,<br />
ruimte en socialiteit<br />
a) kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met het historisch<br />
referentiekader<br />
- vergelijken ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van de westerse samenlev<strong>in</strong>g<br />
onderl<strong>in</strong>g op basis van een probleemstell<strong>in</strong>g uit de<br />
Socialiteitsdimensie<br />
b) Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met de bestudeerde<br />
samenlev<strong>in</strong>gen uit de 19 de en de 20 ste eeuw<br />
- vergelijken ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van de westerse samenlev<strong>in</strong>g<br />
onderl<strong>in</strong>g op basis van een probleemstell<strong>in</strong>g uit de<br />
socialiteitsdimensie<br />
c) Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met de <strong>in</strong>tegratie<br />
tussen het historisch referentiekader en de bestudeerde<br />
samenlev<strong>in</strong>gen uit de 19 de en de 20 ste eeuw<br />
- tonen aan dat ideologieën, mentaliteiten, waardestelsels en<br />
wereldbeschouw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>vloed uitoefenen op samenlev<strong>in</strong>gen,<br />
menselijke gedrag<strong>in</strong>gen en beeldvorm<strong>in</strong>g over het verleden<br />
41│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
VOET Gemeenschappelijke stam<br />
Communicatief vermogen<br />
1. brengen belangrijke elementen van communicatief handelen <strong>in</strong><br />
praktijk.<br />
Creativiteit<br />
2 kunnen orig<strong>in</strong>ele ideeën en oploss<strong>in</strong>gen ontwikkelen en uitvoeren.<br />
Doorzett<strong>in</strong>gsvermogen<br />
4. blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven.<br />
Empathie<br />
5 houden reken<strong>in</strong>g met de situatie, opvatt<strong>in</strong>gen en emoties van<br />
anderen.<br />
Flexibiliteit<br />
9. zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en<br />
omstandigheden.<br />
Initiatief<br />
10. engageren zich spontaan.<br />
Kritisch denken<br />
11. kunnen gegevens, handelwijzen en redener<strong>in</strong>gen ter discussie<br />
stellen a.d.h.v. relevante criteria.<br />
12. zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste<br />
keuze te maken.<br />
13. kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende<br />
<strong>in</strong>valshoeken.<br />
Open en constructieve houd<strong>in</strong>g<br />
16. houden reken<strong>in</strong>g met ontwikkel<strong>in</strong>gen bij zichzelf en bij anderen,<br />
<strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g en wereld.<br />
17. toetsen de eigen men<strong>in</strong>g over maatschappelijke gebeurtenissen<br />
en trends aan verschillende standpunten.<br />
Respect<br />
18. gedragen zich respectvol.<br />
Samenwerken<br />
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke<br />
doelen.<br />
Verantwoordelijkheid<br />
20. nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, <strong>in</strong><br />
relaties met anderen en <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.<br />
Zorgvuldigheid<br />
25. stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van<br />
anderen.<br />
Context 2<br />
Mentale gezondheid<br />
2. gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies<br />
en rouw.<br />
3. erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden<br />
hulp.<br />
Context 3<br />
Sociorelationele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
2. erkennen het bestaan van gezagsverhoud<strong>in</strong>gen en het belang<br />
van gelijkwaardigheid, afspraken en regels<br />
<strong>in</strong> relaties.<br />
4. kunnen ongelijk toegeven en zich verontschuldigen.<br />
6. doorprikken vooroordelen, stereotyper<strong>in</strong>g, ongepaste<br />
beïnvloed<strong>in</strong>g en machtsmisbruik.<br />
9. zoeken naar constructieve oploss<strong>in</strong>gen voor conflicten.<br />
42│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Instructies<br />
1. Startfase/ gesprekfase<br />
Toon de cijfergegevens van het aantal lagere scholen en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> België van 1830- 1878.<br />
Stel de volgende vragen aan de leerl<strong>in</strong>gen:<br />
- Wat wordt er <strong>in</strong> deze grafiek weergegeven?<br />
- Van wanneer tot wanneer zijn deze cijfergegevens?<br />
- Welke verschillende soorten scholen zijn er? Leg dan ook het verschil uit tussen de officiële<br />
scholen en vrije scholen.<br />
- Hoe evolueert het aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de loop van de jaren?<br />
- Hoe evolueert het aantal scholen <strong>in</strong> de loop der jaren?<br />
Bespreek de tabel door middel van deze vragen en vertel over de eerste schoolstrijd. (zie<br />
<strong>in</strong>formatiefiche)<br />
2. Verwerk<strong>in</strong>gsfase<br />
1. Toon enkele spotprenten die te maken hebben met het onderscheid tussen het vrij<br />
onderwijs en het gemeentelijk onderwijs.<br />
2. Laat de leerl<strong>in</strong>gen per twee werken de spotprenten bespreken.<br />
Geef één deel van de klas 2 spotprenten van de liberalen. Geef heet andere deel de<br />
spotprenten van de katholieken. Laat ze de vragen bij de spotprenten beantwoorden. Laat<br />
daarna op een powerpo<strong>in</strong>tpresentatie één voor één de spotprenten zien. Stel de vragen die<br />
de leerl<strong>in</strong>gen ook hebben moeten oplossen.<br />
3. Geef de verschillende groepen een onderwijswet uit de nieuwste tijd te zien en laat hen<br />
hierover enkele vragen beantwoorden. Zorg ervoor dat elke onderwijwet door verschillende<br />
groepjes behandeld worden.<br />
De verschillende groepjes komen daarna voor de klas vertellen wat hun onderwijswet <strong>in</strong>hield<br />
en wat de gevolgen waren voor het gemeentelijk onderwijs of het vrij onderwijs.<br />
4. Toon daarna de vereenvoudigde versie van de 30 artikelen van de mensenrechten en<br />
vraag welke mensenrechten geschonden werden <strong>in</strong> deze onderwijswetten.<br />
3. Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
1. Wanneer alle spotprenten zijn besproken, vraag je eerst of er moeilijkheden waren met de<br />
analyse van de spotprenten.<br />
2. Stel daarna een aantal vragen over de situatie nu:<br />
- Bestaan er nu nog verschillende soorten scholen? Zo ja, welke?<br />
- In welke soort school zitten jullie?<br />
- Zouden jullie <strong>in</strong> de andere soort school willen zitten? Waarom wel/ niet?<br />
- Waarom zijn er verschillende soorten scholen?<br />
- Wat is er verschillend qua onderwijs <strong>in</strong> deze scholen? Geven ze <strong>in</strong> beide scholen dezelfde<br />
vakken? Zo nee, wat is hier dan het verschil qua vakken?<br />
- Worden er nu nog mensenrechten <strong>in</strong> het onderwijs geschonden? Welke?<br />
3. Vraag ook of er moeilijkheden waren bij de vragen over de onderwijswetten.<br />
43│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche: onderwijs tijdens de eerste schoolstrijd<br />
Historische <strong>in</strong>formatie<br />
Het secundair onderwijs werd <strong>in</strong> de Nieuwste Tijd uitgebouwd. Ook ontstonden er<br />
rijksuniversiteiten (Gent en Brussel) als antwoord op de katholieke dom<strong>in</strong>antie.<br />
In 1842 werd de eerste organieke wet op het lager onderwijs aangenomen. Hierdoor werd elke<br />
gemeente ertoe verplicht m<strong>in</strong>stens één lagere school te hebben en kosteloos onderwijs aan<br />
arme k<strong>in</strong>deren te verstrekken. Een vrije school mocht de gemeenteschool vervangen. De<br />
geestelijkheid mocht het godsdienstonderwijs <strong>in</strong>specteren en de schoolboeken onderzoeken. 26<br />
In de jaren 1879-1884, tijdens het liberale bew<strong>in</strong>d, woedde de eerste schoolstrijd met het<br />
lager onderwijs als <strong>in</strong>zet. Het is een schoolstrijd tussen het officiële onderwijs, <strong>in</strong>gericht door<br />
de staat, en het vrije onderwijs( Dat <strong>in</strong> die tijd werd <strong>in</strong>gericht door de katholieken). Bij hun<br />
eerste congres <strong>in</strong> 1846 hadden de liberalen het openbaar lekenonderwijs <strong>in</strong> hun programma<br />
opgenomen. In 1879 voerden ze een schoolwet door die bepaalde dat iedere gemeente één<br />
officiële lagere school moest hebben. Dit betekende zonder godsdienstonderricht en enkel<br />
onder controle van de burgerlijke overheid. De schoolwet hield nog enkele andere punten <strong>in</strong>,<br />
namelijk: de subsidiër<strong>in</strong>g van vrije scholen werd door de gemeente afgeschaft, alle<br />
onderwijzers moesten gediplomeerd zijn en het godsdienstonderwijs wordt voortaan <strong>in</strong><br />
openbare scholen buiten de lesuren gegeven en alleen op uitdrukkelijk verzoek van de ouders.<br />
Tegen deze ‘ongelukswet’ die ‘scholen zonder God’ <strong>in</strong>richtte volgde een bijzonder heftige<br />
katholieke campagne ter bescherm<strong>in</strong>g van de ‘ziel van het k<strong>in</strong>d’. Het episcopaat verbiedt alle<br />
huisvaders hun k<strong>in</strong>deren naar de openbare scholen te sturen en alle katholieken om er een<br />
functie uit te oefenen. Hierbij worden religieuze machtsmiddelen <strong>in</strong>gezet, zoals de weiger<strong>in</strong>g<br />
van sacramenten aan personeel van openbare scholen, aan leerl<strong>in</strong>gen van die scholen en hun<br />
ouders. Duizenden onderwijzers nemen ontslag en het aantal leerl<strong>in</strong>gen daalt tot 20% van de<br />
totale schoolbevolk<strong>in</strong>g. Vooral <strong>in</strong> Vlaanderen is de toestand dramatisch.<br />
De liberale partij leed <strong>in</strong> 1884 een verpletterende verkiez<strong>in</strong>gsnederlaag. Op 23 juli 1884 wordt<br />
er een nieuw katholiek wetsontwerp <strong>in</strong>gediend, met hier<strong>in</strong> herstel van de gemeentelijke<br />
autonomie betreffend het lager onderwijs, het opnieuw stichten van vrije scholen en het weer<br />
<strong>in</strong> handen krijgen van het bestuur. Officiële diploma’s voor onderwijzers v<strong>in</strong>dt men niet meer<br />
nodig. De liberalen komen hiertegen <strong>in</strong> actie: <strong>in</strong> een collectieve petitie verzoeken de<br />
ondertekenaars de kamer en de kon<strong>in</strong>g het wetsontwerp te verwerpen en geven ze aan zich<br />
met alle mogelijke wettelijke middelen te zullen verzetten. Al vlug volgt er een grote betog<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> Brussel. Op 31 augustus komt er een treffen tussen beiden waarbij vlaggen worden<br />
verscheurd en muziek<strong>in</strong>strumenten worden kapot gemaakt.<br />
Op 28 september 1884 volgt de publieke afkondig<strong>in</strong>g van de katholieke schoolwet. 27<br />
De verschillende onderwijsnetten 28<br />
26<br />
• het Gemeenschapsonderwijs is het onderwijs dat door de openbare <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g "Het<br />
Gemeenschapsonderwijs" georganiseerd wordt <strong>in</strong> opdracht van de Vlaamse<br />
Gemeenschap. Het gemeenschapsonderwijs is door de grondwet verplicht tot<br />
neutraliteit. Dit wil zeggen dat de religieuze, filosofische of ideologische overtuig<strong>in</strong>g van<br />
de ouders en de leerl<strong>in</strong>gen moet gerespecteerd worden.<br />
• het gesubsidieerd officieel onderwijs omvat het gemeentelijk onderwijs,<br />
georganiseerd door de gemeenten en steden en het prov<strong>in</strong>ciaal onderwijs,<br />
georganiseerd door de prov<strong>in</strong>ciebesturen. Het gesubsidieerd officieel onderwijs moet<br />
open staan voor alle levensbeschouw<strong>in</strong>gen.<br />
27 GRANDI OPERE (red.), Wereld<strong>geschiedenis</strong> 11, van het imperialisme tot het facisme, Utet Spa, 2007, p. 17-19<br />
28 VLAAMSE OVERHEID (red.), onderwijsnet, <strong>in</strong>ternet, 14-06-2010,<br />
(http://ond.vlaanderen.be/gidsvoorleraren/1<strong>in</strong>dienst/onderwijsnet.htm)<br />
44│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
• het gesubsidieerd vrij onderwijs is het onderwijs dat op privé-<strong>in</strong>itiatief<br />
georganiseerd wordt (dus niet door een overheid). Het vrij onderwijs bestaat<br />
hoofdzakelijk uit katholieke scholen. Er zijn echter ook protestantse, joodse, orthodoxe,<br />
islamitische, … scholen mogelijk. Daarnaast heb je ook nog scholen die niet aan een<br />
godsdienst verbonden zijn <strong>in</strong> het vrij onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn de<br />
Fre<strong>in</strong>etscholen, de Montessorischolen en de Ste<strong>in</strong>erscholen die specifieke pedagogische<br />
methoden toepassen. Ze worden ook methodescholen genoemd.<br />
45│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Tabel: Aantal lagere scholen en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> België (1830-1878) 29<br />
5000<br />
4500<br />
4000<br />
3500<br />
3000<br />
2500<br />
2000<br />
1500<br />
1000<br />
500<br />
0<br />
Aantal lagere scholen en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> België (1830-1878)<br />
1830 1840 1843 1845 1848 1851 1854 1857 1860 1863 1866 1869 1872 1875 1878<br />
29 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
46│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen<br />
Gemeentescholen<br />
Aangenomen vrije scholen<br />
Geheel vrije scholen
Spotprent 1 30<br />
30 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
47│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 1<br />
- Wat staat er op de vlag?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Met welk onderwijs wordt hier de spot gedreven? Het vrij of het gemeentelijk?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat doet de man met de bril met de k<strong>in</strong>deren?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat is een wanmolen?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Hoe gaan de k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de mach<strong>in</strong>e? Waarom zouden die daar zo <strong>in</strong> gaan?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Hoe komen de k<strong>in</strong>deren uit de mach<strong>in</strong>e?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat wil men met deze spotprent zeggen?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
48│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent 2 31<br />
31 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
49│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 2<br />
- Welke twee verschillende scholen worden hier weergegeven?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent Enseignement Officiël?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent enseignement religieux?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent ‘de bons ouvriers et employes gagnent de haute salaires’?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent ‘ des ignorant <strong>in</strong>capbles gagnent leur vie’?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat wordt op de bovenste prenten weergegeven?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat wordt op de twee onderste prenten weergegeven?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie zou deze spotprent gemaakt hebben? Waarom?<br />
..............................................................................................................................<br />
50│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent 3 32<br />
32 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
51│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 3<br />
- Wat wordt er op deze spotprent weergegeven?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent ‘les bourreurs de cranes’?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat betekent ‘Comment les clericaux voudraient <strong>in</strong>struire nos enfants’?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat heeft de leraar vast op deze afbeeld<strong>in</strong>g?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat giet de leraar <strong>in</strong> de trechters van de leerl<strong>in</strong>gen?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Waarom zou hij dit doen?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie zou deze spotprent gemaakt hebben? Waarom?<br />
..............................................................................................................................<br />
52│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent 4 33<br />
33 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
53│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 4<br />
- Wat wordt er verwacht voor de gedoopte k<strong>in</strong>deren?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Waar kan men dat onderwijs verkrijgen volgens deze affiche?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat zegt men hier over de staatsschool?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Welk onderwijs moeten gedoopte k<strong>in</strong>deren volgens deze affiche volgen?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie zou deze affiche hebben gemaakt? Waarom?<br />
..............................................................................................................................<br />
54│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Onderwijswet 1 (1842) 34 :<br />
• Unionistisch compromis:<br />
– Elke gemeente ten m<strong>in</strong>ste één gemeenteschool (eventueel geadopteerde<br />
katholieke school)<br />
– Godsdienst verplicht <strong>in</strong> alle scholen<br />
– Rijks<strong>in</strong>spectie en diocesane <strong>in</strong>spectie<br />
Vragen bij onderwijswet 1:<br />
- Wat zegt deze onderwijswet?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat moet er volgens deze wet <strong>in</strong> elke school zijn?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie <strong>in</strong>specteert de scholen?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Geven ze hier voorrang aan één school?<br />
..............................................................................................................................<br />
34 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
55│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Tweede wet op het lager onderwijs ( 1879) 35<br />
Iedere gemeente moet zelf een gemeentelijke lagere school bezitten (geen vrije school<br />
adopteren)<br />
Godsdienstonderwijs wordt geschrapt<br />
De kerkelijke <strong>in</strong>spectie wordt afgeschaft<br />
Nieuwe vakken (aardrijkskunde, <strong>geschiedenis</strong>, natuurwetenschappen…)<br />
Gediplomeerden van de rijksnormaalscholen krijgen voorrang bij benoem<strong>in</strong>g van de<br />
gemeentelijke onderwijzers<br />
Vragen bij de tweede wet op het lager onderwijs:<br />
- Welke school moet elke gemeente zeker bezitten?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Welk vak wordt er geschrapt <strong>in</strong> deze onderwijswet?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Welke <strong>in</strong>spectie wordt afgeschaft?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie krijgt er voorrang bij de benoem<strong>in</strong>g van de gemeentelijke onderwijzers?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Put hier één soort school voorrang uit deze wet? Zo ja, welke?<br />
..............................................................................................................................<br />
35 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
56│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Derde wet voor lager onderwijs (1884) 36<br />
– Gemeente mag opnieuw vrije scholen adopteren<br />
– Elke gemeente beslist zelf of godsdienstonderwijs op het officieel programma komt. De<br />
ouders beslissen zelf of hun k<strong>in</strong>deren deze lessen moeten bijwonen<br />
– Natuurwetenschappen verdwijnt van het verplichte programma<br />
– Gediplomeerden van de rijksnormaalscholen krijgen niet langer voorrang voor<br />
benoem<strong>in</strong>g<br />
Vragen bij derde wet:<br />
- Wat mag de gemeente opnieuw doen volgens het eerste punt van de derde onderwijswet?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Waar beslist de gemeente zelf over volgens deze onderwijswet?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wie kan er allemaal benoemd worden?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Krijgt hier een school voorrang volgens deze wet?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
36 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
57│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vierde wet voor lager onderwijs (1895) 37<br />
- Ook het vrije onderwijs moet een subsidiër<strong>in</strong>g krijgen.<br />
Vragen bij onderwijswet 4:<br />
- Wat is subsidiër<strong>in</strong>g?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat wordt er bedoeld met het vrij onderwijs?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat krijgt het vrij onderwijs dus vanaf 1895?<br />
..............................................................................................................................<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wat is de andere soort school?<br />
..............................................................................................................................<br />
- Wordt er hier een school voorgetrokken <strong>in</strong> deze onderwijswet?<br />
..............................................................................................................................<br />
37 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
58│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 1<br />
- Wat staat er op de vlag? Wereldlijk verplichtend onderwijs<br />
- Met welk onderwijs wordt hier de spot gedreven? Het vrij of het Gemeenschapsonderwijs?<br />
Het gemeenschapsonderwijs.<br />
- Wat doet de man met de bril met de k<strong>in</strong>deren? Hij steekt de k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de wanmolen.<br />
- Wat is een wanmolen? Deze mach<strong>in</strong>e scheidt het kaf van de graankorrels.<br />
- Hoe gaan de k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de mach<strong>in</strong>e? Waarom zouden die daar zo <strong>in</strong> gaan?<br />
Ze gaan er gebl<strong>in</strong>ddoekt <strong>in</strong>. Ze gaan er onwetend <strong>in</strong>.<br />
- Hoe komen de k<strong>in</strong>deren uit de mach<strong>in</strong>e?<br />
De k<strong>in</strong>deren komen eruit als vandalen.<br />
- Wat wil men met deze spotprent zeggen?<br />
Men wil hier mee zeggen dat de officiële scholen de k<strong>in</strong>deren opvoedt tot herrieschoppers en vandalen.<br />
Vragen bij spotprent 2<br />
- Welke twee verschillende scholen worden hier weergegeven?<br />
De katholieke school en de officiële school.<br />
- Wat betekent enseignement officiel? Het officiële onderwijs<br />
- Wat betekent enseignement religieux? Het religieuze onderwijs.<br />
- Wat betekent ‘de bons ouvriers et employés gagnent de haute salaires’?<br />
Goede werklieden en werknemers die een goed loon verdienen.<br />
- Wat betekent ‘des ignorants <strong>in</strong>capbles gagnent leur vie’?<br />
Onwetenden, niet <strong>in</strong> staat om hun brood te verdienen.<br />
- Wat wordt op de bovenste prenten weergegeven?<br />
Hier zie je dat bij het officieel onderwijs de leerl<strong>in</strong>gen veel leren en dat ze bij de katholieke school alleen<br />
maar bidden.<br />
- Wat wordt op de twee onderste prenten weergegeven?<br />
Deze prenten tonen dat je het door officieel onderwijs te volgen ver zal schoppen en dat je met wat je<br />
geleerd hebt <strong>in</strong> een katholieke school niet bekwaam bent om een job uit te oefenen.<br />
- Wie zou deze spotprent gemaakt hebben? Waarom?<br />
Voorstanders van het officiële onderwijs hebben deze spotprent gemaakt, want ze lachen met de<br />
katholieke school.<br />
59│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Vragen bij spotprent 3<br />
- Wat wordt er op deze spotprent weergegeven?<br />
Je ziet de leraar allemaal katholieke symbolen <strong>in</strong> het hoofd van de leerl<strong>in</strong>gen gieten.<br />
- Wat betekent ‘les bourreurs de crane’? De voeders van de hersenen<br />
- Wat betekent ‘Comment les clericaux voudraient <strong>in</strong>struire nos enfants’?<br />
Hoe de geestelijken de k<strong>in</strong>deren onze k<strong>in</strong>deren zouden willen opvoeden.<br />
- Wat heeft de leraar vast op deze afbeeld<strong>in</strong>g? Hij heeft een kan vast.<br />
- Wat giet de leraar <strong>in</strong> de trechters van de leerl<strong>in</strong>gen? Hij giet religieuze symbolen <strong>in</strong> de hoofden<br />
van de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
- Waarom zou hij dit doen? Hij wil de leerl<strong>in</strong>gen de christelijke leer aanleren.<br />
- Wie zou deze spotprent gemaakt hebben? Waarom?<br />
De liberalen omdat ze zeggen dat de vrije scholen alleen maar religieus onderwijs aan de leerl<strong>in</strong>gen<br />
verschaffen en verder we<strong>in</strong>ig nuttigs.<br />
Vragen bij spotprent 4<br />
- Wat wordt er verwacht voor de gedoopte k<strong>in</strong>deren?<br />
Dat ze goed onderwijs krijgen: modern, toezicht van de leerkrachten en een alzijdige opvoed<strong>in</strong>g.<br />
- Waar kan men dat onderwijs verkrijgen volgens deze affiche?<br />
In de christelijke school.<br />
- Wat zegt men hier over de staatsschool?<br />
Dat neutraliteit niet bestaat, dat daar antigodsdienstige leerkrachten lesgeven en dat er zich talrijke<br />
k<strong>in</strong>deren bev<strong>in</strong>den van niet- christelijke k<strong>in</strong>deren.<br />
- Welk onderwijs moeten gedoopte k<strong>in</strong>deren volgens deze affiche volgen?<br />
Katholiek onderwijs.<br />
- Wie zou deze affiche hebben gemaakt? Waarom?<br />
De katholieke school maakte deze affiche om het katholieke onderwijs te promoten.<br />
60│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Onderwijswet één (1842) 38 :<br />
• Unionistisch compromis:<br />
– Elke gemeente heeft ten m<strong>in</strong>ste één gemeenteschool (eventueel geadopteerde<br />
katholieke school)<br />
– Godsdienst verplicht <strong>in</strong> alle scholen<br />
– Rijks<strong>in</strong>spectie en diocesane <strong>in</strong>spectie<br />
Vragen bij onderwijswet 1:<br />
- Wat wordt er deze onderwijswet gezegd?<br />
Dat elke gemeente tenm<strong>in</strong>ste één gemeenteschool moet bezitten.<br />
- Wat moet er volgens deze wet <strong>in</strong> elke school zijn? Godsdienst moet verplicht <strong>in</strong> alle scholen.<br />
- Wie <strong>in</strong>specteert de scholen? De rijks<strong>in</strong>spectie en de diocesane <strong>in</strong>spectie.<br />
- Geven ze hier voorrang aan één school?<br />
De scholen zijn ongeveer gelijk, maar toch wordt er voorrang gegeven aan de gemeenteschool.<br />
Tweede wet op het lager onderwijs ( 1879) 39<br />
Iedere gemeente moet zelf een gemeentelijke lagere school bezitten (geen vrije school<br />
adopteren)<br />
Godsdienstonderwijs wordt geschrapt<br />
De kerkelijke <strong>in</strong>spectie wordt afgeschaft<br />
Nieuwe vakken (aardrijkskunde, <strong>geschiedenis</strong>, natuurwetenschappen…)<br />
Gediplomeerden van de rijksnormaalscholen krijgen voorrang bij benoem<strong>in</strong>g van de<br />
gemeentelijke onderwijzers<br />
Vragen bij de tweede wet op het lager onderwijs:<br />
- Welke school moet elke gemeente zeker bezitten?<br />
Elke school moet een gemeentelijke lagere school bezitten en niet zomaar een vrije school adopteren.<br />
- Welk vak wordt er geschrapt <strong>in</strong> deze onderwijswet? Godsdienst.<br />
- Welke <strong>in</strong>spectie wordt afgeschaft? De kerkelijke <strong>in</strong>spectie.<br />
- Wie krijgt er voorrang bij de benoem<strong>in</strong>g van de gemeentelijke onderwijzers?<br />
Gediplomeerden van rijksnormaalscholen krijgen voorrang.<br />
- Put hier één soort school voorrang uit deze wet? Zo ja, welke? Ja, de gemeenteschool.<br />
38 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
39 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
61│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Derde wet voor lager onderwijs (1884) 40<br />
– Gemeente mag opnieuw vrije scholen adopteren<br />
– Elke gemeente beslist zelf of godsdienstonderwijs op het officieel programma komt. De<br />
ouders beslissen zelf of hun k<strong>in</strong>deren deze lessen moeten bijwonen<br />
– Natuurwetenschappen verdwijnt van het verplichte programma<br />
– Gediplomeerden van de rijksnormaalscholen krijgen niet langer voorrang voor<br />
benoem<strong>in</strong>g<br />
Vragen bij derde wet:<br />
- Wat mag de gemeente opnieuw doen volgens het eerste punt van de derde onderwijswet?<br />
Vrije scholen adopteren mag terug.<br />
- Waar beslist de gemeente zelf over volgens deze onderwijswet?<br />
Of er godsdienst komt op het officieel programma of niet.<br />
- Wie kan er allemaal benoemd worden? Iedereen.<br />
- Krijgt hier een school voorrang volgens deze wet?<br />
Nee, de scholen zijn gelijk voor de wet.<br />
Vierde wet voor lager onderwijs (1895) 41<br />
- Ook het vrije onderwijs moet een subsidiër<strong>in</strong>g krijgen.<br />
Vragen bij onderwijswet 4:<br />
- Wat is subsidiër<strong>in</strong>g?<br />
Dit is een tijdelijke bijdrage van de overheid aan de behoeftigen.<br />
- Wat wordt er bedoeld met het vrij onderwijs?<br />
Dit zijn de katholieke scholen en de methodescholen.<br />
- Wat krijgt het vrij onderwijs dus vanaf 1895? Een subsidiër<strong>in</strong>g.<br />
- Wat is de andere soort school?<br />
Het officiële net.<br />
- Wordt er hier een school voorgetrokken <strong>in</strong> deze onderwijswet?<br />
Nee, want ze krijgen allebei een subsidie<br />
40 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
41 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
62│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
THEMA ONDERWIJS IN DE EIGEN TIJD<br />
Sluit aan bij Het schoolpact van 1958.<br />
Mensenrechten<br />
en k<strong>in</strong>derrechten<br />
- Elk k<strong>in</strong>d heeft het recht op onderwijs en gratis basisonderwijs. De<br />
handhav<strong>in</strong>g van de discipl<strong>in</strong>e op school moet verenigbaar zijn met<br />
de menselijke waardigheid en <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g verlopen met het<br />
Internationale Verdrag <strong>in</strong>zake de Rechten van het K<strong>in</strong>d.<br />
- Elk k<strong>in</strong>d heeft het recht op onderwijs dat hem/haar voorbereidt op<br />
een actief, verantwoordelijk leven als volwassene <strong>in</strong> een vrije<br />
samenlev<strong>in</strong>g met respect voor anderen en de omgev<strong>in</strong>g.<br />
Doel Leerl<strong>in</strong>gen kunnen <strong>in</strong> eigen woorden uitleggen dat er vroeger ongelijke<br />
onderwijskansen waren en dat dit nu nog altijd zo is.<br />
Niveau 6 e jaar<br />
Type Presentatie+ simulatie.<br />
Duur 50 m<strong>in</strong>uten<br />
Materiaal - Krantenartikel<br />
- Informatieteksten over de onderwijsnetten<br />
Voorbereid<strong>in</strong>g - Kopieer de <strong>in</strong>formatiefiches voor de twee directeurs/directrices<br />
- Knip de verschillende identiteitsfiches uit. Zorg er wel voor dat je<br />
niet uitknipt waarom ze niet b<strong>in</strong>nengeraken of juist wel. Dit is voor de<br />
leerkracht zelf die op deze manier de directeurs/directrice kan helpen<br />
om te zeggen waar een leerl<strong>in</strong>g niet b<strong>in</strong>nengeraakt <strong>in</strong> de school.<br />
Doelstell<strong>in</strong>gen De leerl<strong>in</strong>gen kunnen:<br />
- <strong>in</strong> eigen woorden uitleggen wat het schoolpact is.<br />
- vertellen tussen wie het schoolpact is gesloten<br />
- kunnen het schoolpact situeren <strong>in</strong> tijd en ruimte.<br />
- <strong>in</strong> eigen woorden uitleggen wat de impact was van het schoolpact<br />
- uitleggen waarom er nu nog altijd ongelijke onderwijskansen zijn.<br />
- toelichten welke mensenrechten geschonden worden door de ongelijke<br />
onderwijskansen.<br />
Vakgebonden<br />
e<strong>in</strong>dtermen<br />
kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met het historisch<br />
referentiekader<br />
- vergelijken ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van de westerse samenlev<strong>in</strong>g onderl<strong>in</strong>g en<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van de westerse samenlev<strong>in</strong>g.<br />
Kennis, <strong>in</strong>zicht en vaardigheden <strong>in</strong> verband met de bestudeerde<br />
samenlev<strong>in</strong>gen uit de 19 de en de 20 ste eeuw<br />
- vergelijken ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van de westerse samenlev<strong>in</strong>g onderl<strong>in</strong>g op<br />
basis van een probleemstell<strong>in</strong>g uit de socialiteitsdimensie.<br />
VOET Gemeenschappelijke stam<br />
Communicatief vermogen<br />
1. brengen belangrijke elementen van communicatief handelen <strong>in</strong> praktijk.<br />
Creativiteit<br />
2 kunnen orig<strong>in</strong>ele ideeën en oploss<strong>in</strong>gen ontwikkelen en uitvoeren.<br />
Doorzett<strong>in</strong>gsvermogen<br />
4. blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven.<br />
Empathie<br />
5 houden reken<strong>in</strong>g met de situatie, opvatt<strong>in</strong>gen en emoties van anderen.<br />
Flexibiliteit<br />
9. zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden.<br />
Initiatief<br />
10. engageren zich spontaan.<br />
Kritisch denken<br />
11. kunnen gegevens, handelwijzen en redener<strong>in</strong>gen ter discussie stellen<br />
63│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Instructies<br />
a.d.h.v. relevante criteria.<br />
12. zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te<br />
maken.<br />
13. kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken.<br />
Open en constructieve houd<strong>in</strong>g<br />
16. houden reken<strong>in</strong>g met ontwikkel<strong>in</strong>gen bij zichzelf en bij anderen, <strong>in</strong><br />
samenlev<strong>in</strong>g en wereld.<br />
17. toetsen de eigen men<strong>in</strong>g over maatschappelijke gebeurtenissen en<br />
trends aan verschillende standpunten.<br />
Respect<br />
18. gedragen zich respectvol.<br />
Samenwerken<br />
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen.<br />
Verantwoordelijkheid<br />
20. nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, <strong>in</strong> relaties met<br />
anderen en <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.<br />
Zorgvuldigheid<br />
25. stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen.<br />
Context 2<br />
Mentale gezondheid<br />
Leerl<strong>in</strong>gen:<br />
2. gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw.<br />
3. erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp.<br />
Context 3<br />
Sociorelationele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
2. erkennen het bestaan van gezagsverhoud<strong>in</strong>gen en het belang van<br />
gelijkwaardigheid, afspraken en regels<br />
<strong>in</strong> relaties.<br />
4. kunnen ongelijk toegeven en zich verontschuldigen.<br />
6. doorprikken vooroordelen, stereotyper<strong>in</strong>g, ongepaste beïnvloed<strong>in</strong>g en<br />
machtsmisbruik.<br />
9. zoeken naar constructieve oploss<strong>in</strong>gen voor conflicten.<br />
Startfase<br />
1. Verdeel de klas <strong>in</strong> 2 groepen. Geef de eerste groep de cartoon over de wetgev<strong>in</strong>g van<br />
Harmel en laat ze de vragen bij deze cartoon oplossen.<br />
Geef de tweede groep de cartoon over de wetgev<strong>in</strong>g van Collard en laat ze de vragen bij de<br />
cartoon oplossen.<br />
2. Wanneer ze hun bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen hebben opgeschreven komt één vertegenwoordiger naar<br />
voor en rapporteert over het resulltaat.<br />
3. Vergelijk de twee cartoons met elkaar door volgende vragen te stellen:<br />
- Wat zijn de twee verschillende soorten scholen?<br />
- Wat is het verschil tussen het officieel onderwijs en het vrij onderwijs?<br />
- Welke school heeft bij de wetgev<strong>in</strong>g Harmel het meeste voordeel?<br />
- Welke school heeft bij de wetgev<strong>in</strong>g Collard het meeste voordeel?<br />
Laat lln. het antwoord op de vragen ook opschrijven op hun werkblad.<br />
Maak duidelijk aan de leerl<strong>in</strong>gen dat de wetgev<strong>in</strong>g Collard aanleid<strong>in</strong>g heeft gegeven tot de<br />
tweede schoolstrijd. (zie <strong>in</strong>formatiefiche)<br />
Verwerk<strong>in</strong>gsfase<br />
Vraag de leerl<strong>in</strong>gen of zij denken dat er nu nog altijd ongelijkheid is <strong>in</strong> het onderwijs.<br />
Leg uit dat de leerl<strong>in</strong>gen een rollenspel gaan spelen om uit te zoeken of er <strong>in</strong> onze<br />
samenlev<strong>in</strong>g sprake is van gelijke behandel<strong>in</strong>g.<br />
64│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
1. Duid twee leerl<strong>in</strong>gen aan die directeur gaan zijn van ofwel het officiële onderwijsnet of het<br />
vrije onderwijsnet. Geef ze een fiche waarop staat waarom ze leerl<strong>in</strong>gen kunnen weigeren en<br />
welke vragen ze moeten stellen aan leerl<strong>in</strong>gen die zich willen <strong>in</strong>schrijven. Controleer bij de<br />
twee leerl<strong>in</strong>gen of alles duidelijk is.<br />
2.Geef de rest van de leerl<strong>in</strong>gen allemaal een identiteitsfiche waar bepaalde kenmerken<br />
opstaan. De leerl<strong>in</strong>gen proberen zich dan bij zowel het officieel onderwijsnet <strong>in</strong> te schrijven of<br />
het vrij onderwijsnet. Hiervoor moeten ze een toelat<strong>in</strong>gsgesprek met de directie hebben.<br />
Deze bepaalt dan ook of het k<strong>in</strong>d wordt toegelaten <strong>in</strong> de school of niet. Het kan dus zijn dat<br />
een leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de ene school wel toegelaten wordt en <strong>in</strong> de andere niet. De<br />
directeur/directrice stelt vragen zoals: zijn er broers of zussen al op de school, wat is de<br />
moedertaal van het k<strong>in</strong>d, wat is de vooropleid<strong>in</strong>g van de ouders, kunnen de ouders zo’n<br />
opleid<strong>in</strong>g betalen, welke religie volgen zij?... .<br />
3. Wanneer alle leerl<strong>in</strong>gen aan de beurt zijn geweest die zich wilden <strong>in</strong>schrijven, geef je de<br />
leerl<strong>in</strong>gen de kans om uit hun rol te stappen en beg<strong>in</strong> je met de nabesprek<strong>in</strong>g.<br />
Nabesprek<strong>in</strong>g<br />
Vragen die je kunt stellen na dit rollenspel:<br />
1. Zijn alle leerl<strong>in</strong>gen op de twee scholen toegelaten? Wat waren redenen <strong>in</strong> de katholieke<br />
school om leerl<strong>in</strong>gen niet toe te laten? Wat waren redenen <strong>in</strong> de gemeenschapsschool om<br />
leerl<strong>in</strong>gen niet toe te laten?<br />
2. Zou Kim ( degene met de rolstoel) <strong>in</strong> elke gemeenschapsschool zijn b<strong>in</strong>nengeraakt? Zou<br />
ze <strong>in</strong> sommige vrije scholen zijn b<strong>in</strong>nengeraakt?<br />
3. V<strong>in</strong>den jullie dit goede redenen om leerl<strong>in</strong>gen niet toe te laten <strong>in</strong> een school? Waarom<br />
wel/niet?<br />
4. Deel een blad uit met de verklar<strong>in</strong>g van de mensenrechten uit en laat de leerl<strong>in</strong>gen de<br />
artikelen doorlezen en vraag dan welke mensenrechten geschonden worden.<br />
65│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Informatiefiche: onderwijs <strong>in</strong> de eigen tijd<br />
Historische <strong>in</strong>formatie<br />
Na de Tweede Wereldoorlog g<strong>in</strong>gen meer en meer jongeren naar het secundair onderwijs.<br />
Zowel het officieel onderwijs als het vrij onderwijs voelden zich door de toename van leerl<strong>in</strong>gen<br />
tekort gedaan. Het officieel onderwijs kende een structureel probleem omdat het m<strong>in</strong>der<br />
scholen had dan het vrij onderwijs. Het vrij onderwijs had een f<strong>in</strong>ancieel probleem omdat het<br />
hoger <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>gsgeld moest vragen dan het officieel onderwijs doordat het vrij middelbaar<br />
onderwijs niet werd gesubsidieerd. De CVP- reger<strong>in</strong>gen Pholien en Van Houte kenden subsidies<br />
toe aan de met f<strong>in</strong>anciële moeilijkheden kampende vrije secundaire scholen, mits deze onder<br />
andere afzagen van het <strong>in</strong>nen van schoolgeld dat de vrijheid van de schoolkeuze <strong>in</strong> de weg zou<br />
staan. Deze spann<strong>in</strong>gen zouden leiden tot de tweede schoolstrijd. De spann<strong>in</strong>gen bereikten <strong>in</strong><br />
1955 een hoogtepunt met de Wet-Collard die probeerde om de subsidies aan de katholieke<br />
scholen aanzienlijk te verm<strong>in</strong>deren, de voorwaarden voor subsidiër<strong>in</strong>g te verscherpen en te<br />
voorzien <strong>in</strong> de opricht<strong>in</strong>g van een groot aantal rijksscholen. De onrust en het protest duurde<br />
voort tot 1 juni 1958 toen de CVP terug aan de macht kwam. Op 6 augustus 1958 werd op<br />
<strong>in</strong>itiatief van de CVP-m<strong>in</strong>derheidsreger<strong>in</strong>g Eyskens de Nationale Schoolcommissie opgericht,<br />
bestaande uit een voorzitter en drie leden van elk van de drie nationale partijen. Deze<br />
commissie werkte een compromisoploss<strong>in</strong>g uit die op 20 november 1958 <strong>in</strong> het Schoolpact<br />
werd neergelegd. Met het Schoolpact werd het <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>gsgeld <strong>in</strong> het secundair onderwijs<br />
afgeschaft. Het Schoolpact erkent het bestaan van de twee grote onderwijsnetten <strong>in</strong> België en<br />
waarborgt de bestaanszekerheid hiervan door middel van dotaties of subsidies. Na het<br />
Schoolpact werden de lonen van al het onderwijspersoneel betaald door de overheid. Vanaf<br />
dan kon de overheid zich ook moeien met e<strong>in</strong>dtermen,.... 42<br />
Het Schoolpact betekende structureel de doorbraak van de onderwijsrevolutie. Met dit pact<br />
werd wel de schoolstrijd bezegeld, maar het verhoogde de onderwijsuitgaven ook drastisch. Er<br />
volgde een massale f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>put die het secundair onderwijs democratiseerde. In heel<br />
Vlaanderen rezen nieuwe rijksscholen op en ook de vrije scholen maakten nu aanspraak op<br />
overheidssubsidies. Ouders konden vrij de school van hun k<strong>in</strong>deren bepalen en het werd<br />
vanzelfsprekend dat k<strong>in</strong>deren, eerst jongens en dan meisjes, verder studeerden. Het aantal<br />
leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de drie laatste jaren van de humaniora verdrievoudigde van 41.000 <strong>in</strong> 1957 naar<br />
112.000 <strong>in</strong> 1971. 43<br />
42<br />
43 ALAERTS, L., cursustekst nieuwste tijd, Katholieke Hogeschool, Leuven, 2009<br />
66│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent: de wetgev<strong>in</strong>g Harmel (1950-1954)= liberale spotprent 44<br />
1. Welke scholen stellen de spaarvarkens voor?<br />
..............................................................................................................................<br />
2. Wat eten de varkens op?<br />
..............................................................................................................................<br />
3. Van wie krijgen ze deze toelage?<br />
..............................................................................................................................<br />
4. Welke school zit er op te kijken en krijgt dus niets?<br />
..............................................................................................................................<br />
44 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
67│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent de wetgev<strong>in</strong>g Collard ( 1954-1958) 45<br />
1. Welke school krijgt een toelage uit de kas van alle belast<strong>in</strong>gsbetalers?<br />
..............................................................................................................................<br />
2. Welke school krijgt er niets van deze kas?<br />
..............................................................................................................................<br />
Algemene vragen<br />
Welke scholen behoren tot het officiële onderwijsnet?<br />
..............................................................................................................................<br />
Welke scholen behoren tot het vrije onderwijsnet?<br />
..............................................................................................................................<br />
Welke soort school is er benadeeld bij de wetgev<strong>in</strong>g Harmel?<br />
..............................................................................................................................<br />
Welke soort school is er benadeeld bij de wetgev<strong>in</strong>g Collard?<br />
..............................................................................................................................<br />
45 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
68│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Identiteitsfiches<br />
De tekst die bij de identiteitsfiches staat is voor de leerkracht. Wanneer de directeur/directrice<br />
niet weet waarom hij een leerl<strong>in</strong>g niet zou mogen toelaten of niet, help deze leerl<strong>in</strong>g dan.<br />
Naam: Bert Janssens<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands<br />
Broers/zussen <strong>in</strong> de school: 2 broers die al <strong>in</strong> de school zitten<br />
Ouders: beide ouders hebben een diploma van het hoger onderwijs.<br />
Godsdienst: katholiek<br />
Bert geraakt zonder probleem b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de school. Dit zegt de directrice ook tegen Bert.<br />
Naam: Mohammed Futsi<br />
Leeftijd: 14 jaar<br />
Moedertaal: Arabisch en tweede taal is Frans. Hij beheerst het Nederlands niet.<br />
Broers of zussen <strong>in</strong> de school: geen<br />
Ouders: Praten een beetje Nederlands<br />
Godsdienst: Islamitisch<br />
De directie is al m<strong>in</strong>der geneigd om Mohammed toe te laten <strong>in</strong> de school omdat hij niet zo goed<br />
Nederlands spreekt, maar dit gaat de directie niet zeggen. De directie zegt dat er geen plaats is <strong>in</strong> de<br />
school om deze toe te laten.<br />
Naam: Frederik Peeters<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands dus hij beheerst deze taal goed.<br />
Broers of zussen <strong>in</strong> de school: geen<br />
Ouders: hebben een goede opleid<strong>in</strong>g genoten<br />
Godsdienst: Katholiek<br />
De school neemt vooral broers en zussen aan van leerl<strong>in</strong>gen die al <strong>in</strong> de school zitten. Frederik zal<br />
waarschijnlijk niet b<strong>in</strong>nengeraken <strong>in</strong> de school. De leerkracht zegt dit tegen Frederik en hij komt op een<br />
reservelijst terecht.<br />
Naam: Annelies Jacobs<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands en hij beheerst dit dus goed.<br />
Broers of zussen: Geen<br />
Ouders: zijn niet zo hoog opgeleid en Annelies komt uit een kansarm gez<strong>in</strong><br />
Godsdienst: geen<br />
Doordat Annelies haar ouders niet hoog zijn opgeleid en uit een kansarm milieu komt, geraakt ze wel<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de school, maar kan ze op verschillende uitstappen niet mee. De directrice zegt dit dat dit zou<br />
kunnen gebeuren tijdens het gesprek dat zij en Annelies hebben.<br />
Naam: Berna Simion<br />
Leeftijd: 13 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands en Roemeens<br />
Broers/ zussen <strong>in</strong> de school: geen<br />
Kennis Nederlands: spreekt en schrijft vrij goed Nederlands, maar heeft kle<strong>in</strong>e<br />
achterstand omwille van beperkte ondersteun<strong>in</strong>g thuis<br />
Ouders: Vader is een Roma – moeder is Roemeense. Zij zijn 8 jaar geleden als<br />
asielzoekers <strong>in</strong> België aangekomen. Vader werkt <strong>in</strong> de bouw, moeder is huisvrouw<br />
Ouders spreken redelijk Nederlands, maar met accent. Lezen gaat vrij goed, schrijven<br />
veel m<strong>in</strong>der<br />
Godsdienst: Christelijke- orthodox. Wil zedenleer volgen<br />
69│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Berna geraakt <strong>in</strong> de katholieke school niet b<strong>in</strong>nen omdat ze zedenleer wil volgen. In de<br />
gemeenschapsschool geraakt Berna wel b<strong>in</strong>nen zonder problemen.<br />
Naam: Dunja Alfajed<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands<br />
Broers of zus <strong>in</strong> de school: 1, maar heeft een grote kans om van school gestuurd te<br />
worden, omwille van ongepast gedrag op school<br />
Ouders: zijn goed opgeleid.<br />
Godsdienst: Islamitisch<br />
De directrice twijfelt om Dunja b<strong>in</strong>nen te laten omdat haar broer geen goede reputatie heeft op de<br />
school.<br />
Naam: Raya Deboosere<br />
Leeftijd: 11 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands<br />
Broers/ zussen <strong>in</strong> de school: 1 broer <strong>in</strong> de school<br />
Ouders: de ouders hebben hun middelbare studie afgemaakt en hebben allebei een job.<br />
Godsdienst: Katholiek<br />
Raya raakt gemakkelijk b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de school.<br />
Naam: Meryem Alcalci<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands<br />
Broers of zussen: 1 zus <strong>in</strong> het vierde middelbaar<br />
Ouders: Zijn hoog opgeleid.<br />
Uiterlijk kenmerk: ze draagt een hoofddoek.<br />
Godsdienst: islamitisch<br />
Valérie raakt omwille van haar hoofddoek niet b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de vrije school, noch <strong>in</strong> het<br />
gemeenschapsonderwijs.<br />
Naam: Kim Delcraux<br />
Leeftijd: 12 jaar<br />
Moedertaal: Nederlands. Beheerst deze taal ook goed.<br />
Broers of zussen: 2 broers en 1 zus zitten <strong>in</strong> de school.<br />
Ouders: Zijn hoog opgeleid<br />
Uiterlijk kenmerk: Kim zit <strong>in</strong> een rolstoel.<br />
Godsdienst: Katholiek<br />
Kim geraakt gemakkelijker b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> het gemeenschapsonderwijs omdat daar alle lokalen bereikbaar<br />
zijn. In de katholieke school is zijn niet alle lokalen bereikbaar zijn met haar rolstoel.<br />
70│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Fiches voor de directeurs van de verschillende onderwijsnetten<br />
Fiche 1 voor directeur van de vrije school<br />
Je bent de directeur van een Nederlandstalige katholieke school. In je school geef je dus lessen<br />
godsdienst en geen zedenleer. Leerl<strong>in</strong>gen die zedenleer willen krijgen, moeten naar een andere<br />
school gaan. De leerl<strong>in</strong>gen moeten ook Nederlands praten <strong>in</strong> de school.<br />
Ouders van leerl<strong>in</strong>gen die het moeilijk hebben om voor uitstappen te betalen kunnen jullie niet<br />
helpen. Het kan dan zijn dat deze leerl<strong>in</strong>gen niet mee kunnen op uitstappen en dat ze op<br />
school een vervangtaak moeten maken.<br />
Je geeft <strong>in</strong> een school les met veel trappen. Belangrijke vaklokalen zijn vaak op de eerste<br />
verdiep<strong>in</strong>g. Je hebt op de school ook geen lift voor leerl<strong>in</strong>gen met een rolstoel.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen die al broers en zussen hebben <strong>in</strong> de school, geven jullie voorrang <strong>in</strong> de school.<br />
Dit zijn de vragen die jij aan de leerl<strong>in</strong>gen gaat stellen die zich willen <strong>in</strong>schrijven:<br />
- Wat is je moedertaal?<br />
- Heb je al broers of zussen <strong>in</strong> de school zitten?<br />
- Wat is de vooropleid<strong>in</strong>g van je ouders?<br />
- Welke religie wil je volgen?<br />
- Kunnen je ouders deze opleid<strong>in</strong>g betalen, zoals uitstappen met de school?<br />
Aan de hand van deze fiche en de vragen die je moet stellen, bepaal je of de leerl<strong>in</strong>gen worden<br />
toegelaten <strong>in</strong> de school of niet.<br />
Fiche 2 voor directeur uit een school van het gemeenschapsonderwijs<br />
Je bent de directeur van een Nederlandstalige gemeenschapsschool. De ouders van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen of de leerl<strong>in</strong>gen hebben <strong>in</strong> deze school de keuze om hun zoon/dochter om les te<br />
krijgen over al de verschillende godsdiensten. Wanneer een aantal leerl<strong>in</strong>gen onderricht wilt<br />
krijgen <strong>in</strong> de islamitische godsdienst dan moet hier een leerkracht voor aangesteld worden. De<br />
leerl<strong>in</strong>gen moeten Nederlands praten <strong>in</strong> de school.<br />
Hoofddoeken zijn <strong>in</strong> jouw school verboden. Leerl<strong>in</strong>gen die een hoofddoek dragen mogen met<br />
hun hoofddoek dan ook niet b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> jouw school.<br />
In jullie school zijn er ook veel klaslokalen op de eerste verdiep<strong>in</strong>g, maar jullie hebben ook een<br />
lift waardoor leerl<strong>in</strong>gen met een rolstoel ook toegang hebben tot alle lokalen.<br />
Jullie hebben al veel problemen gehad met probleemleerl<strong>in</strong>gen dus jullie nemen deze niet zo<br />
gemakkelijk aan.<br />
Ouders van leerl<strong>in</strong>gen die het moeilijk hebben om voor uitstappen te betalen kunnen jullie niet<br />
helpen. Het kan dan zijn dat deze leerl<strong>in</strong>gen niet mee kunnen op uitstappen en dat ze op<br />
school een vervangtaak moeten maken.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen die zich willen <strong>in</strong>schrijven <strong>in</strong> de school die al broers en zussen hebben <strong>in</strong> de school<br />
geven jullie voorrang.<br />
Dit zijn de vragen die jij aan de leerl<strong>in</strong>gen gaat stellen die zich willen <strong>in</strong>schrijven:<br />
- Wat is je moedertaal?<br />
- Heb je al broers of zussen <strong>in</strong> de school zitten?<br />
- Wat is de vooropleid<strong>in</strong>g van je ouders?<br />
- Welke religie wil je volgen?<br />
- Kunnen je ouders deze opleid<strong>in</strong>g betalen, zoals uitstappen met de school?<br />
Aan de hand van deze fiche en de vragen die je moet stellen, bepaal je of de leerl<strong>in</strong>gen worden<br />
toegelaten <strong>in</strong> de school of niet.<br />
71│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent: de wetgev<strong>in</strong>g Harmel (1950-1954)= liberale spotprent 46<br />
1. Welke scholen stellen de spaarvarkens voor?<br />
De vrije scholen<br />
2. Wat eten de varkens op?<br />
De varkens eten zakken met geld op.<br />
3. Van wie krijgen ze deze toelage?<br />
Deze toelage krijgen ze van de staat.<br />
4. Welke school zit er op te kijken en krijgt dus niets?<br />
De officiële school kijkt toe. Deze krijgt niet zo veel staatstoelage als de vrije scholen.<br />
46 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
72│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Spotprent de wetgev<strong>in</strong>g Collard ( 1954-1958) 47<br />
1. Welke school krijgt een toelage uit de kas van alle belast<strong>in</strong>gsbetalers?<br />
Het officiële onderwijs krijgt een toelage uit de kas van alle belast<strong>in</strong>gbetalers.<br />
2. Welke school krijgt er niets van deze kas?<br />
Het vrije onderwijs krijgt hier niets.<br />
Algemene vragen<br />
Welke scholen behoren tot het officiële onderwijsnet?<br />
Het gemeenschapsonderwijs en het prov<strong>in</strong>ciaal onderwijs.<br />
Welke scholen behoren tot het vrije onderwijsnet?<br />
De christelijke scholen en de methodescholen.<br />
Welke soort school is er benadeeld bij de wetgev<strong>in</strong>g Harmel?<br />
De officiële scholen.<br />
Welke soort school is er benadeeld bij de wetgev<strong>in</strong>g Collard?<br />
De vrije scholen.<br />
47 HENKENS, B., De historische en juridische aspecten van onderwijs en samenlev<strong>in</strong>g, 2005<br />
73│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Bijlage 1: Universele Verklar<strong>in</strong>g van de Rechten van de Mens (UVRM)<br />
Artikel 1 Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld.<br />
Artikel 2 Ieder heeft recht op alle rechten, ongeacht of je jong of oud, man of vrouw bent,<br />
welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je belijdt of welke taal je spreekt.<br />
Artikel 3 Je hebt recht op leven <strong>in</strong> vrijheid en <strong>in</strong> veiligheid.<br />
Artikel 4 Slavernij is verboden.<br />
Artikel 5 Je mag niemand martelen.<br />
Artikel 6 Je hebt recht op dezelfde bescherm<strong>in</strong>g als iedereen.<br />
Artikel 7 De wet moet voor iedereen hetzelfde zijn; iedereen moet volgens de wet op<br />
dezelfde manier behandeld worden.<br />
Artikel 8 Je hebt recht om hulp van een rechter te vragen, als je v<strong>in</strong>dt dat je volgens de<br />
wetten van je land niet goed wordt behandeld.<br />
Artikel 9 Niemand heeft het recht je zonder goede reden gevangen te zetten of het land uit te<br />
sturen.<br />
Artikel 10 Als je terecht moet staan, moet dat <strong>in</strong> het openbaar gebeuren. De mensen die je<br />
berechten, mogen zich niet door anderen laten beïnvloeden.<br />
Artikel 11 Je bent onschuldig tot je schuld bewezen is; je hebt het recht je te verdedigen<br />
tegen beschuldig<strong>in</strong>gen.<br />
Artikel 12 Je hebt het recht op privacy: op bescherm<strong>in</strong>g als iemand je lastig valt, je brieven<br />
opent of kwaad van je spreekt.<br />
Artikel 13 Je hebt het recht om te gaan en te staan waar je wilt, <strong>in</strong> eigen land en <strong>in</strong> het<br />
buitenland.<br />
Artikel 14 Als je slachtoffer wordt van mensenrechtenschend<strong>in</strong>gen, heb je het recht om naar<br />
een ander land te gaan en dat land te vragen om jou te beschermen.<br />
Artikel 15 Je hebt het recht een eigen nationaliteit te hebben.<br />
Artikel 16 Je hebt het recht te trouwen en een gez<strong>in</strong> te stichten.<br />
Artikel 17 Je hebt het recht op eigendom en niemand mag je bezitt<strong>in</strong>gen zonder goede<br />
redenen afnemen.<br />
Artikel 18 Je hebt het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.<br />
Artikel 19 Je hebt het recht op vrijheid van men<strong>in</strong>g en men<strong>in</strong>gsuit<strong>in</strong>g.<br />
Artikel 20 Je hebt het recht om te vergaderen als je dat wilt.<br />
Artikel 21 Je hebt het recht om deel te nemen aan de politiek van je land.<br />
Artikel 22 Je hebt het recht op maatschappelijke zekerheid en om jezelf te ontwikkelen.<br />
Artikel 23 Je hebt het recht op werk <strong>in</strong> het beroep dat je zelf kiest. Je hebt ook recht op een<br />
rechtvaardig loon voor je werk. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk<br />
evenveel betaald krijgen.<br />
Artikel 24 Je hebt het recht op vrije tijd en vakantie.<br />
Artikel 25 Je hebt het recht op alles wat nodig is om ervoor te zorgen dat je niet ziek wordt,<br />
geen honger hebt en een dak boven je hoofd hebt. Moeder en k<strong>in</strong>d hebben recht op<br />
bijzondere zorg en bijstand.<br />
Artikel 26 Je hebt het recht op onderwijs dat gericht is op de volle ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />
menselijke persoonlijkheid en op de versterk<strong>in</strong>g van de eerbied voor de rechten van<br />
de mens en de fundamentele vrijheden.<br />
Artikel 27 Je hebt het recht om te genieten van wat kunst en wetenschappen voortbrengen.<br />
Artikel 28 De overheid moet ervoor zorgen dat er een "orde" is die al deze rechten<br />
beschermt.<br />
Artikel 29 Je hebt ook plichten tegenover de mensen om je heen, zodat ook hun<br />
mensenrechten kunnen worden beschermd. De wetten <strong>in</strong> je land mogen niet <strong>in</strong>gaan<br />
tegen deze mensenrechten.<br />
Artikel 30 Geen enkel land en geen enkel mens mag proberen om de rechten te vernietigen<br />
die <strong>in</strong> deze Verklar<strong>in</strong>g staan.<br />
74│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Bijlage 2: Vereenvoudigde versie van het Internationaal Verdrag <strong>in</strong>zake de Rechten<br />
van het K<strong>in</strong>d.<br />
De bedoel<strong>in</strong>g van het Verdrag is om standaarden op te stellen voor de verdedig<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong>deren tegen<br />
verwaarloz<strong>in</strong>g en mishandel<strong>in</strong>g wat zij elke dag <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong>dere mate ondergaan <strong>in</strong> verschillende<br />
landen. Maar het Verdrag is ook begaan met de culturele, materiële en politieke verschillen tussen naties<br />
onderl<strong>in</strong>g. De belangrijkste maatstaf is het welzijn van het k<strong>in</strong>d. De rechten <strong>in</strong> het Verdrag kunnen<br />
onderverdeeld worden <strong>in</strong> drie grote groepen:<br />
• Provisie: Het recht om te hebben, te ontvangen en toegang te hebben tot bepaalde zaken en<br />
diensten. (Bijvoorbeeld: een naam en nationaliteit, gezondheidszorg, onderwijs, rust,<br />
ontspann<strong>in</strong>g en zorg voor m<strong>in</strong>dervaliden en wezen.)<br />
• Protectie: Het recht beschermd te worden tegen schadelijke praktijken. (Bijvoorbeeld:<br />
weggenomen worden van de ouders, <strong>in</strong>gelijfd worden bij het leger, commerciële of sexuele<br />
uitbuit<strong>in</strong>g en fysieke of mentale mishandel<strong>in</strong>g.)<br />
• Participatie: Het recht van het k<strong>in</strong>d om gehoord te worden bij het nemen van besliss<strong>in</strong>gen die<br />
zijn of haar leven beïnvloeden. Naarmate het k<strong>in</strong>d opgroeit, zou het ook steeds meer moeten<br />
kunnen deelnemen aan sociale activiteiten, en dit als voorbereid<strong>in</strong>g op het volwassen leven.<br />
(Bijvoorbeeld: vrijheid van spreken en van men<strong>in</strong>g, van cultuur, godsdienst en taal.)<br />
Preambule<br />
In de preambule wordt de toon gezet voor de 54 artikelen die er op volgen. De belangrijkste VN-teksten<br />
die betrekk<strong>in</strong>g hebben op k<strong>in</strong>deren worden vermeld, alsook het belang van het gez<strong>in</strong> voor de<br />
harmonieuze ontwikkel<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d, het belang van speciale voorzorgsmaatregelen en zorg<br />
<strong>in</strong>begrepen, voldoende wettelijke bescherm<strong>in</strong>g voor en na de geboorte en het belang van de tradities en<br />
culturele waarden van elk volk voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d.<br />
Artikel 1: Def<strong>in</strong>itie van het k<strong>in</strong>d<br />
Elk menselijk wezen onder de 18 wordt als k<strong>in</strong>d beschouwd, tenzij de wetten die toepasbaar zijn op het<br />
k<strong>in</strong>d anders bepalen.<br />
Artikel 2: Geen discrim<strong>in</strong>atie<br />
Alle rechten zijn op elk k<strong>in</strong>d, zonder uitzonder<strong>in</strong>g, van toepass<strong>in</strong>g. De overheid moet elk k<strong>in</strong>d, zonder<br />
uitzonder<strong>in</strong>g, beschermen. De overheid moet het k<strong>in</strong>d beschermen tegen elke vorm van discrim<strong>in</strong>atie.<br />
Artikel 3: Het welzijn van het k<strong>in</strong>d<br />
In alle activiteiten waar k<strong>in</strong>deren bij betrokken zijn, dient het welzijn van het k<strong>in</strong>d op de eerste plaats te<br />
komen.<br />
Artikel 4: Het toepassen van rechten<br />
De overheid is verplicht om ervoor te zorgen dat de rechten bepaald <strong>in</strong> het Verdrag ook nageleefd<br />
worden.<br />
Artikel 5: Rechten van de ouders, de familie en de gemeenschap<br />
De overheid moet de ouders en de familie respecteren <strong>in</strong> hun manier om het k<strong>in</strong>d op te voeden.<br />
Artikel 6: Leven, overleven en ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d om te leven en de verplicht<strong>in</strong>g van de overheid om de overlev<strong>in</strong>g en de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d te verzekeren.<br />
Artikel 7: Naam en nationaliteit<br />
Het recht op een naam bij de geboorte, op het verkrijgen van een nationaliteit en een recht om je ouders<br />
te kennen en door hen verzorgd te worden.<br />
Artikel 8: Bewar<strong>in</strong>g van de identiteit.<br />
De verplicht<strong>in</strong>g van de staat om een k<strong>in</strong>d te helpen bij het herbepalen van de identiteit als deze op<br />
illegale wijze aan het k<strong>in</strong>d werd ontnomen.<br />
Artikel 9: Niet scheiden van de ouders.<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d om contact te houden met de ouders als het van hen gescheiden wordt. Als de<br />
75│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
scheid<strong>in</strong>g een gevolg is van gevangenschap of een sterfgeval zal de overheid het k<strong>in</strong>d of de ouders<br />
<strong>in</strong>lichten over het reilen en zeilen van het vermiste familielid.<br />
Artikel 10: Familie-reunie<br />
Aanvragen om het land te verlaten of b<strong>in</strong>nen te komen om zich te kunnen verenigen met zijn/haar<br />
familie, zullen altijd op een menselijke manier benaderd worden. Een k<strong>in</strong>d heeft het recht om regelmatige<br />
contacten te onderhouden met beide ouders <strong>in</strong>dien deze <strong>in</strong> verschillende landen wonen.<br />
Artilel 11: Illegale verplaats<strong>in</strong>g en het niet terugkeren van k<strong>in</strong>deren<br />
De overheid zal optreden tegen ontvoer<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong>deren door een partner of een derde.<br />
Artikel 12: Men<strong>in</strong>gsuit<strong>in</strong>g<br />
Het recht van een k<strong>in</strong>d om zijn men<strong>in</strong>g te uiten en om gehoord te worden.<br />
Artikel 13: Vrijheid van expressie en <strong>in</strong>formatie<br />
Het recht om <strong>in</strong>formatie op te zoeken, te ontvangen en te verspreiden <strong>in</strong> verschillende vormen, kunst,<br />
gedrukte en geschreven materialen <strong>in</strong>begrepen.<br />
Artikel 14: Vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst<br />
De overheid moet toezien op de rechten en de plichten van de ouders om het k<strong>in</strong>d te begeleiden bij de<br />
beoefen<strong>in</strong>g van dit recht <strong>in</strong> overeenkomst met de evoluerende mogelijkheden van het k<strong>in</strong>d.<br />
Artikel 15: Vrijheid om zich te verenigen.<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d om zich te verenigen en vredig samen te komen met anderen.<br />
Artikel 16: Privacy, eer, reputatie<br />
Men zal niet tussenkomen op het gebied van privacy, familie, thuis of briefwissel<strong>in</strong>g.<br />
Artikel 17: Toegang tot <strong>in</strong>formatie en de media<br />
Het k<strong>in</strong>d zal toegang hebben tot verschillende <strong>in</strong>formatiebronnen. Aan m<strong>in</strong>derheidsgroepen zal specifieke<br />
aandacht worden besteed en richtlijnen om k<strong>in</strong>deren te beschermen tegen schadelijke materialen zullen<br />
aangemoedigd worden.<br />
Artikel 18: Ouderlijke verantwoordelijkheden<br />
Beide ouders hebben samen de verantwoordelijkheid om het k<strong>in</strong>d op te voeden en zij dienen gesteund te<br />
worden bij het opnemen van die verantwoordelijkheden.<br />
Artikel 19: Mishandel<strong>in</strong>g en verwaarloz<strong>in</strong>g<br />
De overheid heeft de plicht om elk k<strong>in</strong>d te beschermen tegen elke vorm van mishandel<strong>in</strong>g. Sociale<br />
programma’s en hulpsiensten moeten voor handen zijn.<br />
Artikel 20: Plaatsvervangende zorg voor k<strong>in</strong>deren zonder ouders<br />
Nationale wetten moeten <strong>in</strong> dat geval het recht van k<strong>in</strong>deren op zorg regelen wanner er geen ouders zijn.<br />
De overheid is verplicht om aandacht te besteden aan cont<strong>in</strong>uïteit bij de opvoed<strong>in</strong>g overeenkomstig de<br />
religieuze, culturele en etnische achtergrond van het k<strong>in</strong>d.<br />
Artikel 21: Adoptie<br />
De overheid moet er op toezien dat alleen bevoegde <strong>in</strong>stanties adopties regelen. Een k<strong>in</strong>d uit een ander<br />
land adopteren mag <strong>in</strong> overweg<strong>in</strong>g genomen worden als <strong>in</strong> eigen land alle mogelijkheden zijn uitgeput.<br />
Artikel 22: Vluchtel<strong>in</strong>genk<strong>in</strong>deren<br />
Speciale bescherm<strong>in</strong>g is nodig voor deze k<strong>in</strong>deren. De overheid zal daartoe samenwerken met<br />
<strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>stanties ook om k<strong>in</strong>deren zo snel mogelijk met hun gez<strong>in</strong> te herenigen als zij van hen<br />
gescheiden raakten.<br />
Artikel 23: K<strong>in</strong>deren met een handicap<br />
Zij hebben het recht op speciale zorg en onderwijs om te kunnen genieten van een volwaardiger bestaan<br />
b<strong>in</strong>nen de maatschappij.<br />
76│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Artikel 24: Gezondheidszorg<br />
Het recht op preventieve en behandelende gezondheidszorg, als ook op geleidelijke afschaff<strong>in</strong>g van<br />
traditionele praktijken die schadelijk zijn voor het k<strong>in</strong>d.<br />
Artikel 25: Periodieke herzien<strong>in</strong>g<br />
Het k<strong>in</strong>d dat geplaatst werd omwie van zorg, bescherm<strong>in</strong>g of medische behandel<strong>in</strong>g, heeft het recht de<br />
plaats<strong>in</strong>g op regelmatige basis te laten herzien.<br />
Artikel 26: Sociale zekerheid<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d op sociale zekerheid.<br />
Artikel 27: Levensstandaard<br />
Verantwoordelijkheid van de ouders om te zorgen voor goede levensomstandigheden voor de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d, zelfs als één van de ouders een ander land zou leven.<br />
Artikel 28: Onderwijs<br />
Recht op gratis basisonderwijs, de mogelijkheid om een beroepsopleid<strong>in</strong>g te volgen. De overheid dient<br />
maatregelen te nemen om het aantal mislukk<strong>in</strong>gen te beperken.<br />
Artikel 29: Doel van het onderwijs<br />
Onderwijs moet zorgen voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van de talenten en mogelijkheden van het k<strong>in</strong>d, en voor de<br />
voorbereid<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d op een verantwoord leven als volwassene. Onderwijs moet het respect voor<br />
de Rechten van de Mens bevorderen en voor de culturele en nationale waarden van het eigen land en dat<br />
van anderen.<br />
Artikel 30: K<strong>in</strong>deren van m<strong>in</strong>derheidsgroepen en <strong>in</strong>heemse volkeren<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d dat behoort tot een m<strong>in</strong>derheidsgroep of tot een <strong>in</strong>heems volk behoort om de<br />
eigen cultuur te kunnen beleven en de eigen taal te kunnen spreken.<br />
Artikel 31: Spel en ontspann<strong>in</strong>g<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d om te spelen, zich te ontspannen en deel te nemen aan het cultureel en artistiek<br />
leven.<br />
Artikel 32: Economische uitbuit<strong>in</strong>g<br />
Het recht van het k<strong>in</strong>d op bescherm<strong>in</strong>g tegen schadelijke schadelijke vormen van arbeid en tegen<br />
uitbuit<strong>in</strong>g.<br />
Artikel 33: Verdovende en psychotische middelen<br />
Bescherm<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d tegen het illegale gebruik van deze middelen en het gebruik van het k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> de<br />
productie en de distributie ervan.<br />
Artikel 34: Seksuele uitbuit<strong>in</strong>g<br />
Bescherm<strong>in</strong>g van het k<strong>in</strong>d tegen seksuele uitbuit<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>begrip van prostitutie en het gebruik van<br />
k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> pornografisch materiaal.<br />
Artikel 35: Ontvoer<strong>in</strong>g, verkoop en handel van k<strong>in</strong>deren<br />
Verplicht<strong>in</strong>g van de staat om ontvoer<strong>in</strong>g, verkoop en handel van k<strong>in</strong>deren te voorkomen.<br />
Artikel 36: Andere vormen van uitbuit<strong>in</strong>g<br />
Artikel 37: Martel<strong>in</strong>g, lijfstraffen en gevangennem<strong>in</strong>g<br />
Verplicht<strong>in</strong>g van de staat tegenover k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de gevangenis.<br />
Artikel 38: Gewapende conflicten<br />
K<strong>in</strong>deren onder de 15 mogen niet deelnemen aan vijandige conflicten. Geen recruter<strong>in</strong>g is mogelijk voor<br />
k<strong>in</strong>deren onder de 15 jaar.<br />
Artikel 39: Herstel en her<strong>in</strong>tegratie<br />
Verplicht<strong>in</strong>g van de overheid om k<strong>in</strong>deren die slachtoffer zijn van uitbuit<strong>in</strong>g, martel<strong>in</strong>g of gewapende<br />
conflicten terug op te voeden en sociaal te laten <strong>in</strong>tegreren.<br />
77│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen
Artikel 40: Jeugdrechtbank<br />
Een k<strong>in</strong>d dat de wet met de voeten heeft getreden zal steeds op een waardige en respectvolle manier<br />
behandeld worden.<br />
Artikel 41: Rechten van het k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> andere documenten<br />
Artikel 42: Bekendmak<strong>in</strong>g van de conventie<br />
De plicht van de overheid om de conventie bekend te maken bij k<strong>in</strong>deren en volwassenen.<br />
Artikel 43-54: Implementatie<br />
Deze artikelen zorgen voor een Comité dat <strong>in</strong>staat voor de correcte implementatie van de Rechten van<br />
het K<strong>in</strong>d.<br />
78│Mensenrechten <strong>in</strong> <strong>geschiedenis</strong>│ (on)gelijke onderwijskansen