De Kruishaarderberg te Nijkerk - Historisch Geografische Artikelen
De Kruishaarderberg te Nijkerk - Historisch Geografische Artikelen
De Kruishaarderberg te Nijkerk - Historisch Geografische Artikelen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
innenzijde (luw<strong>te</strong>) en geleidelijk oplopende windzijde. <strong>De</strong> wal aan de noordoos<strong>te</strong>lijke zijde<br />
is waarschijnlijk niet opgestoven met zand en hier is de wal maar ca. 1.40 me<strong>te</strong>r hoog.<br />
4.2 Bodemonderzoek<br />
Op de locatie is een bodemonderzoek uitgevoerd door middel van het uitvoeren van<br />
handboringen (met een Edelman- en gutsboor) . Met dit bodemonderzoek is getracht<br />
antwoorden <strong>te</strong> vinden op de volgende vragen:<br />
1. Uit welk ma<strong>te</strong>riaal bestaan de hoge wallen van de <strong>Kruishaarderberg</strong>. Is het<br />
opgeworpen, schoon zand of is er sprake van opgestoven ma<strong>te</strong>riaal of een<br />
combinatie van beide?<br />
2. uit welk ma<strong>te</strong>riaal bestaat de veel lagere noordoos<strong>te</strong>lijke wal van de akker?<br />
3. ligt deze lage wal geheel rondom de akker en vormde deze wal de basis voor de hoge<br />
verstuivingwal?<br />
4. ligt aan de bui<strong>te</strong>nzijde van de omwalling een gedemp<strong>te</strong> of verstoven gracht of<br />
greppel?<br />
5. is de akker binnen de omwalling met plaggen opgehoogd en welke dik<strong>te</strong> en opbouw<br />
heeft deze plaggenlaag 50 ?. <strong>De</strong>ze informatie geeft een indicatie over het historisch<br />
gebruik van het perceel.<br />
Bovenstaande vragen zijn vooral gericht op het verklaren van de vormen van het huidige<br />
landschap door de bodemopbouw van de locatie <strong>te</strong> beoordelen aan de hand van boringen.<br />
Er zijn geen graafwerkzaamheden uitgevoerd of ander specifiek archeologisch onderzoek<br />
(bijvoorbeeld een sys<strong>te</strong>matisch schervenonderzoek) om verstoring van het bodemarchief <strong>te</strong><br />
voorkomen 51 . Bij een aantal boringen op de akker zijn kleine scherfjes s<strong>te</strong>engoed<br />
aangetroffen. <strong>De</strong>ze zijn gefotografeerd en de diep<strong>te</strong> van voorkomen is vastges<strong>te</strong>ld. Het ging<br />
in alle gevallen om gruis van rood s<strong>te</strong>engoed (enkele millime<strong>te</strong>rs groot).<br />
In totaal zijn op de locatie 26 boringen uitgevoerd (zie figuur 26). <strong>De</strong> boringen B4 t/m B13 <strong>te</strong>r<br />
plaatse van de akker, de boringen B1&B2 en B24 t/m B26 aan de bui<strong>te</strong>nzijde van de<br />
noordoos<strong>te</strong>lijke omwalling om <strong>te</strong> beoordelen of hier een gracht of greppel heeft gelegen en<br />
B3 en B14 t/m B23 <strong>te</strong>r plaatse van de wallen rondom de akker. Op vier plaatsen zijn de<br />
boringen in een lijn of raai geplaatst (zie bijlage 5). In de nummering ontbreekt boring 15.<br />
50 Vanaf de la<strong>te</strong> middeleeuwen tot aan het einde van de negentiende eeuw worden akkers op de zandgronden<br />
van Nederland in veel gevallen bemest met (heide)plaggen al dan niet vermengd met dierlijke mest<br />
(bijvoorbeeld uit potstallen). Met het opbrengen van plaggen werden ook minerale delen meegevoerd<br />
waardoor de akker geleidelijk werd opgehoogd. Ui<strong>te</strong>indelijk ontstonden dikke humeuze eerdlagen of<br />
plaggengronden.<br />
51 Op de top van de zuidelijke wal zijn waarschijnlijk door spelende kinderen kuilen gegraven waardoor een<br />
profiel zichtbaar gemaakt kon worden, zie figuur 27.<br />
36