MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
MAGAZINE - Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONDERZOEK<br />
Een grote rol voor<br />
kleine soorten<br />
tekst larS SoerINk<br />
“Wil je de natuur goed beheren en<br />
biodiversiteit veiligstellen, dan moet je<br />
aan de basis beginnen. Bij de bodem,<br />
de planten en de kleine beestjes”, zegt<br />
Michiel Wallis de Vries van De<br />
Vlinderstichting. “Dat is voor<br />
beleidsmakers nog wel eens een<br />
openbaring, maar vlinders en andere<br />
insecten worden steeds serieuzer<br />
genomen.”<br />
Gentiaanblauwtje<br />
Voor goed natuurbeheer is namelijk gedetailleerde<br />
informatie nodig over de samenhang tussen planten,<br />
dieren en hun omgeving. Kennis over die samenhang<br />
wordt onder meer opgedaan bij het vele onderzoek dat in<br />
de nationale parken wordt uitgevoerd. Wat is de invloed van<br />
de bodem, het (grond)water, het landgebruik en het milieu?<br />
“Neem het gentiaanblauwtje”, zegt Wallis de Vries. “Dat is<br />
een bedreigde dagvlinder, die onder meer voorkomt in de<br />
“ Toch is het aandeel grote<br />
beesten in de natuurlijke<br />
diversiteit maar zeer<br />
bescheiden”<br />
nationale parken De Hoge Veluwe, Dwingelderveld en Drents-Friese Wold. Om nu te weten te<br />
komen of de gastheer van dit blauwtje, de klokjesgentiaan, zich thuisvoelt in deze gebieden, kun<br />
je bodemonderzoek doen. Daaruit blijkt dan bijvoorbeeld dat de plant bij een juiste hoeveelheid<br />
vocht en kale grond prima kan gedijen. Daar kun je vervolgens het beheer op aanpassen. Maar<br />
wil ook het gentiaanblauwtje terugkeren, dan moeten daar bovendien de juiste soorten mieren<br />
leven, en die stellen weer andere voorwaarden. Zo is de puzzel voor beheerders opeens veel<br />
complexer.”<br />
Kleine bedrieger<br />
De ingewikkelde samenhang tussen de verschillende soorten wordt prachtig geïllustreerd<br />
door mieren en vlinders. Of om preciezer te zijn, tussen bepaalde soorten knoopmieren en<br />
sommige soorten blauwtjes. Het gentiaanblauwtje is een goed onderzocht vlindertje dat<br />
in elke biologiestudie voorkomt. Het vlindertje zet eitjes af op de bloemknoppen van de<br />
klokjesgentiaan. Nadat de kleine rupsen zich tegoed hebben gedaan aan de bloemzaadjes, laten<br />
zij zich door knoopmieren meevoeren naar hun nest. Daar laten zij zich voeden door de mieren,<br />
die de kleine bedriegers voor hun soortgenoten houden. Uiteindelijk verpopt de rups in het<br />
mierennest. Bij het uitkomen moet de kersverse vlinder – nu toch duidelijk geen soortgenoot! –<br />
maken dat-ie wegkomt.<br />
Vrijwilligersbrigade voor blauwtjes<br />
Kennis over het gentiaanblauwtje leidt tot het inzicht dat beheer altijd maatwerk moet zijn. Maar<br />
maatwerk is duur. Het is arbeidsintensief én kennisintensief, en moeilijk met groot materieel<br />
uitvoerbaar. Het plaatselijk afplaggen van heide – het weghalen van heide en wortels, zonder<br />
te véél te verwijderen – zorgt ervoor dat de zaden van de klokjesgentiaan kunnen ontkiemen.<br />
np magazine 17