Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus
Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus
Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
18<br />
4.3. Niveaubeschrijving<strong>en</strong><br />
4.3.1. Spelling<br />
Categorieën<br />
<strong>De</strong>ze paragraaf bevat de categorieën van spellingsproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
-regels. <strong>De</strong> basis voor de spelling is k<strong>en</strong>nis van de beschaafde<br />
uitspraak van het Nederlands (‘klankzuiver’):<br />
1. Klankzuivere woord<strong>en</strong> (wil, dier, maat, daar, moet, wesp, kalf<br />
etc.): woord<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> standaard Nederlandse uitspraak<br />
ge<strong>en</strong> alternatieve spelling toelat<strong>en</strong>.<br />
2. Klankambigue woord<strong>en</strong>: woord<strong>en</strong> die indi<strong>en</strong> de klank gevolgd<br />
wordt fout gespeld zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het gaat om algem<strong>en</strong>e<br />
regels <strong>en</strong> dialectische bijzonderhed<strong>en</strong>. Het zijn fout<strong>en</strong> die in<br />
de <strong>en</strong>e regio vaker zull<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> andere:<br />
bodum (bodem), <strong>en</strong>ugu (<strong>en</strong>ige), flakbij (vlakbij), prijs<strong>en</strong><br />
(prijz<strong>en</strong>), prongeluk (per ongeluk), srijf (schrijf), teminste;<br />
tuminste, tuminstu (t<strong>en</strong>minste), trugbetal<strong>en</strong> (terugbetal<strong>en</strong>).<br />
3. Spelambigue woord<strong>en</strong> zoals mouw<strong>en</strong> (mauw<strong>en</strong>), klijn (klein),<br />
dagt (dacht), antwoort (antwoord), direkt (direct). Het zijn<br />
woord<strong>en</strong> die op twee manier<strong>en</strong> gespeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
omdat de klank ge<strong>en</strong> uitsluitsel geeft. Twee lettertek<strong>en</strong>s<br />
repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> één klank (au/ou, d/t, ei/ij, ch/g, c/k).<br />
Regels voor lettergreepgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />
4. Regels voor verdubbeling <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>keling op<br />
lettergeepgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>: ontsmetting, nummer, verstopp<strong>en</strong>, ligg<strong>en</strong>,<br />
lop<strong>en</strong>, overstek<strong>en</strong>, har<strong>en</strong>.<br />
5. Afbreekregels (ge-trokk<strong>en</strong>; getrok-k<strong>en</strong>, get-rokk<strong>en</strong>,<br />
getrokk-<strong>en</strong>), als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel van morfologische <strong>en</strong><br />
spellingregels.<br />
Regels voor woordgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />
6. Aane<strong>en</strong>- <strong>en</strong> losschrijv<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong><br />
(autoweg, kwijtraakte, voor altijd).<br />
Morfologische spelling:<br />
7. Regel van gelijkvormigheid bij assimilatie: zakdoek in plaats<br />
van zaddoek.<br />
8. Meervoudsvorming<br />
8.1. –s na medeklinker, -a, -o, -u, -y, -e: (a) fuchsia’s, (b)<br />
cafés, (c) garages, meisjes<br />
8.2. –<strong>en</strong> (a) zonder <strong>en</strong> (b) met verdubbeling): latt<strong>en</strong><br />
(zelfstandig naamwoord), lat<strong>en</strong> (werkwoord).<br />
9. Vorming van bijvoeglijk naamwoord<br />
9.1. --e (bij zelfstandig naamwoord in <strong>en</strong>kelvoud als<br />
meervoud), met mogelijk toepassing van andere regels<br />
(ver<strong>en</strong>keling/verdubbeling op lettergreepgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>). Ook<br />
bij bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> afgeleid van werkwoord<strong>en</strong><br />
9.2. Stoffelijke bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> op –<strong>en</strong>: goud<strong>en</strong>,<br />
zilver<strong>en</strong> (zowel bij zelfstandig naamwoord in <strong>en</strong>kelvoud<br />
als meervoud).<br />
10. Vorming van verkleinwoord<br />
10.1. Basis+dimunitief<br />
10.2. Uitzondering op ver<strong>en</strong>kelings/verdubbelingsregel:<br />
verkleinwoord na op<strong>en</strong> klinker: chocolaatje, cafeetje,<br />
parapluutje.<br />
11. Schrijfwijze van achtervoegsels (-heid, -lijk).<br />
12. ’s <strong>en</strong> –s: ‘s nachts, ’s Nachts (begin van e<strong>en</strong> zin).<br />
13. Meervouds –n bij zelfstandig <strong>en</strong> bijvoeglijk gebruikte<br />
verwijzing<strong>en</strong> naar person<strong>en</strong>/niet person<strong>en</strong>: alle, vele, weinige,<br />
maar ook all<strong>en</strong>, weinig<strong>en</strong>, vel<strong>en</strong> etc.<br />
Regels voor de werkwoordspelling<br />
14. Persoonsvorm<br />
14.1. teg<strong>en</strong>woordige tijd van werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d<br />
14.1.1. <strong>en</strong>kelvoud: word(t)<br />
• eerste persoon stell<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>d<br />
(ik word/word ik)<br />
• tweede persoon stell<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>d<br />
(jij wordt/word jij)<br />
• derde persoon <strong>en</strong>kelvoud stell<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>d<br />
(hij wordt/wordt hij)<br />
° wordt je broer, wordt jou de toegang ontzegd<br />
° derde persoon, <strong>en</strong>kelvoud stell<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />
vrag<strong>en</strong>d bij werkwoord<strong>en</strong> met prefix (kans op<br />
verwarring met woordbeeld van voltooid<br />
deelwoord): hij beoordeelt (niet: beoordeeld)<br />
14.1.2. meervoud: word<strong>en</strong>, lat<strong>en</strong><br />
14.2. verled<strong>en</strong> tijd van zwakke werkwoord<strong>en</strong> met stam op<br />
–d of –t: (morfologische regel leidt tot verdubbeling<br />
van d/t, hoewel fonetisch niet nodig) antwoordde<br />
14.3. verled<strong>en</strong> tijd van sterke werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d<br />
of –t<br />
• <strong>en</strong>kelvoud: werd, liet<br />
• meervoud: werd<strong>en</strong>.<br />
15. Infinitief<br />
‘Gewone’ werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d of –t: word<strong>en</strong>, lat<strong>en</strong><br />
15.1. Werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d <strong>en</strong> –t die in de verled<strong>en</strong><br />
tijd dd/tt krijg<strong>en</strong>: vergoed<strong>en</strong>, verplicht<strong>en</strong> (verwisseling<br />
woordbeeld<strong>en</strong>)<br />
15.2. Als 15.1, in bijvoeglijke bepaling<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> omgeving<br />
met verled<strong>en</strong> tijd (‘de te verlicht<strong>en</strong> strat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet<br />
afgeslot<strong>en</strong>’).<br />
16. Voltooid deelwoord<br />
16.1. (per prefix), met kans op verwarring met woordbeeld<br />
persoonsvorm<br />
• op –d: gebeurd, beoordeeld<br />
• op –d: na e<strong>en</strong> ‘valse’ f (stam op v): geverfd<br />
• op -d, na e<strong>en</strong> ‘valse’ s (stam op z): verhuisd<br />
16.2. op –d<strong>en</strong> of –t<strong>en</strong>: gelad<strong>en</strong>, gelat<strong>en</strong><br />
• in de omgeving van meervoud (de gelad<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>s)<br />
• in de omgeving van <strong>en</strong>kelvoud (de gelad<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>)<br />
16.3. op –d of –t, gebruikt als bijvoeglijk naamwoord:<br />
geparkeerde, geraakte, beschutte<br />
• in de omgeving van <strong>en</strong>kelvoud/meervoud (de<br />
beschutte tuin/tuin<strong>en</strong> (bijvoeglijk naamwoord buigt<br />
niet met getal mee)<br />
• in de omgeving van teg<strong>en</strong>woordige/verdel<strong>en</strong> tijd:<br />
hij zag/zij ziet verlichte strat<strong>en</strong>.<br />
Overige regels<br />
17. Schrijfwijze van tuss<strong>en</strong>klank<strong>en</strong> –s <strong>en</strong> –e(n).<br />
18. Gebruik van trema <strong>en</strong> koppeltek<strong>en</strong>.<br />
4.3.2. Leestek<strong>en</strong>s<br />
1. Hoofdletters <strong>en</strong> punt<strong>en</strong> bij zinsmarkering.<br />
2. Vraagtek<strong>en</strong>s, uitroeptek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s.<br />
3. Hoofdletters bij eig<strong>en</strong>naam <strong>en</strong> directe rede.<br />
4. Komma’s, dubbele punt.