05.09.2013 Views

INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro

INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro

INLEIDINGSCURSUS IK BEGELEIDINGSBUNDEL - Chiro

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

en geweldig!<br />

<strong>INLEIDINGSCURSUS</strong> (IK)<br />

<strong>BEGELEIDINGSBUNDEL</strong><br />

2011-2012


INHOUDSOPGAVE<br />

DEEL 1: WAT IS IK<br />

Inleiding: Welkom<br />

IK en SB<br />

Dagklappers<br />

De leefgroep<br />

Hoe geef je je cursus kleur? ( de <strong>Chiro</strong>methoden op cursus)<br />

DEEL 2: DE BLOKKEN<br />

Groepsmomenten<br />

Soorten spelen<br />

DITMUSA<br />

VOWAS deel l<br />

VOWAS deel ll<br />

Een <strong>Chiro</strong>zondag opbouwen<br />

Evalueren<br />

DEEL 3: BIJLAGEN<br />

Naast deze uitgebreide bundel maakten we een aantal spiekbriefjes die je kunnen helpen tijdens<br />

de blokken.<br />

In de bijlage vind je ook al het materiaal dat je nog moet afdrukken voor de spelen uit de bundel.


DEEL 1: WAT IS IK?<br />

WELKOM!<br />

Je hebt de IK begeleidingsbundel in je handen. Met deze bundel willen we met de theorie niet alleen een antwoord<br />

bieden op de vraag: ”Wat moeten we geven?” We vulden de bundel ook met leuke voorbeelden waar je als<br />

gewestploeg inspiratie uit kunt halen of gewoon zo kunt gebruiken<br />

Deze map is een werkdocument waarmee jullie aan de slag kunnen. Neem de bundel bij de hand om je eigen IK<br />

met een kritisch oog te bekijken, aan te passen en te vernieuwen waar nodig.<br />

Met deze bundel proberen we een aanzet te geven tot een sterke cursus in elk gewest. We willen alle eerstejaars<br />

leiding, van Oostende tot Maasmechelen, dezelfde basisvorming geven.<br />

Het is niet deze bundel die er voor zorgt dat het een goede en plezante vorming wordt, maar het vele werk met jullie<br />

ploeg. Hopelijk is deze map een hulp.<br />

Alvast bedankt en véél succes.<br />

Je mag natuurlijk al je reacties op deze map of klanken van jullie cursus doorgeven aan de commissie<br />

Vorming via vorming@chiro.be of op het nationaal <strong>Chiro</strong>secretariaat: 03-231 07 95.<br />

DE BASISVORMING: IK EN SB<br />

Onze Inleidingscursus (IK) blijft vooral de nadruk leggen op de <strong>Chiro</strong>namiddag: spelen onder de loep nemen, een<br />

spel begeleiden en een programma ineen knutselen.<br />

Op Scholingsbivak (SB) hebben we het een dag over afdelingen, zetten we een goeie begeleidingshouding in de<br />

kijker, vertellen we meer over een plaatselijk netwerk en de grote <strong>Chiro</strong>, nemen we de werking van onze leiding onder<br />

de loep en stellen we ons de vraag: “Wat maakt onze <strong>Chiro</strong>groep tot <strong>Chiro</strong>?”<br />

IK, SB én de stage in de plaatselijke groep zijn één geheel! Beide cursussen zijn er voor iedereen die in leiding staat.<br />

We willen ze héél toegankelijk maken, op maat van iedereen. Ouder, jonger – nieuwer, minder nieuw – speelser,<br />

slomer – slim, slimmer – filosofisch, praktisch – gemotiveerd of alleen mee voor het attest – <strong>Chiro</strong>fanaat en toevallig<br />

verzeilde. Iedereen die in leiding staat, mag dus mee. Voor aspi’s is er preleidingsvorming op Aspitrant of je kunt<br />

het spel ‘De Naakte Waarheid’ met hen spelen. Zij mogen dus niet mee op IK.<br />

PRAKTISCH<br />

Een geslaagde <strong>Chiro</strong>cursus is meer dan doelstellingen en werkvormen. Leefgroepduo’s, begeleidingshouding,<br />

inkledingen, tafelmomentjes, afspraken en leefregels, ploegsfeer, promotie, lavertjes, geluk en ongeluk en nog veel<br />

meer. Ook die wirwar van gebeurtenissen is van belang op een <strong>Chiro</strong>cursus. In de Cursusbijbel vind je hier<br />

achtergrond over. Je gewest- of verbondsleiding ontving die bundel in september. Je kunt altijd een nieuw<br />

exemplaar aanvragen via vorming@chiro.be of op het nationaal <strong>Chiro</strong>secretariaat: 03-231 07 95.<br />

2


DAGKLAPPER<br />

We geven je hier een voorbeeld van hoe je alle cursusblokken in een weekend kunt inpassen.<br />

1,5 uur Soorten spelen<br />

3 uur DITMUSA<br />

3 uur VOWAS<br />

3 uur Een <strong>Chiro</strong>namiddag opbouwen<br />

1 uur Evalueren<br />

4,5 uur Groepsmomenten<br />

Vrijdag Zaterdag Zondag<br />

09 uur DITMUSA<br />

<strong>Chiro</strong>namiddag opbouwen<br />

11 uur<br />

Evalueren<br />

12 uur Eten Opruimen + slot<br />

13.30 uur VOWAS deel l<br />

15 uur Groepsmoment<br />

(bv. massaspel/keuzemoment)<br />

16 uur Vieruurtje<br />

16.30 uur <strong>Chiro</strong>namiddag opbouwen<br />

(voorbereiding)<br />

18 uur Eten<br />

19.30 uur Groepsmoment<br />

Vowas deel ll<br />

(onthaal)<br />

(Beursspel)<br />

20.30 uur Soorten spelen<br />

21 uur (+ kennismaking)<br />

Groepsmoment<br />

21.30 uur<br />

(bv. avondspel)<br />

22 uur Groepsmoment<br />

(bv. zangstonde)<br />

22.30 uur Laver Laver<br />

Tip:<br />

Maak het niet te druk. Zorg regelmatig voor een pauze: op die momenten kunnen de deelnemers met elkaar<br />

praten en krijgen ze even de tijd om elkaar te leren kennen en ideeën uit te wisselen.<br />

Stop op tijd. Probeer zondag rond de middag te stoppen zodat de leiding die namiddag hun nieuwe<br />

spelletjes nog kan uittesten met hun leden. Vele groepen gaan op IK met alle nieuwe leiding, zorg er voor<br />

dat ze ook gewoon nog leiding kunnen geven die namiddag.<br />

HOE GEEF JE JE CURSUS KLEUR?<br />

Waarom?<br />

IK en SB zijn sterk belevende cursussen. Ze stralen onze <strong>Chiro</strong>methoden uit. Het samenleven met anderen staat er<br />

centraal in de leefgroep (gemeenschapsgericht). We kiezen bewust voor actieve methodieken die toegankelijk zijn<br />

voor iedereen (participatief). Er wordt veel geleerd op een belevende manier, door de inkleding, tafel- en<br />

slotmomentjes, enz. (intuïtief). Het is zinvol dat een leid(st)er weet hoe wij in de <strong>Chiro</strong> iets doen en nog niet<br />

noodzakelijk waarom wij iets doen. Een leid(st)er moet bijvoorbeeld weten dat we in de <strong>Chiro</strong> tafelmomentjes doen<br />

en moet er in de basisvorming ideeën voor meekrijgen.<br />

De vraag “Waarom doen we tafelmomentjes?” is voortgezette vorming. Het benoemen en uitleggen van onze<br />

<strong>Chiro</strong>methoden komt daar aan bod.<br />

<strong>Chiro</strong>taal is niet voor iedereen begrijpelijk. Laver, tafelmoment, dagklapper, leefgroep, enz. – verduidelijk<br />

op tijd en stond.<br />

3


Voorbeelden<br />

Gewest Laanoitan kiest elk jaar een thema waar ze heel het weekend mee aan de slag gaan. Dit jaar kiezen ze het<br />

thema ‘ondersteboven en binnenstebuiten’, waarbij alles omgekeerd is. Ze zorgen voor voldoende <strong>Chiro</strong>momentjes<br />

tijdens hun IK.<br />

Thema<br />

Verkleedkleren meenemen of verkleed naar<br />

een IK komen, is niet voor iedereen of voor<br />

elke cultuur evident. Zorg zelf voor wat<br />

attributen voor de deelnemers.<br />

Pas op met typetjes: misschien zit er wel<br />

zo’n typetje in de leidingsploeg van een van<br />

je deelnemers of is het de mama of papa van<br />

iemand uit de <strong>Chiro</strong>. We denken aan Mo<br />

met joggingbroek en witte sokken, ma<br />

Flodder, Kelly de marina enz.<br />

Kies een origineel thema. Bv.: Diep in de zee, Power<br />

Rangers, bebouwde kom, feest mee, enz.<br />

Kies je voor je weekend een thema, hou dat dan ook<br />

het hele weekend vol: van de uitnodiging voor de<br />

deelnemers tot de laver en de evaluatie.<br />

Met je thema kun je het jaarthema promoten en<br />

leiding er kennis mee laten maken. Je geeft hen een<br />

aantal praktische ideeën mee om er zelf mee aan de<br />

slag te gaan.<br />

Inkleding:<br />

Laanoitan knutselde en verzamelde heel wat<br />

materiaal waarmee ze de grote zaal willen inkleden.<br />

Tapijt aan het plafond, lusters op de grond, enz.<br />

Onthaal:<br />

Ze starten de cursus met afscheid nemen en<br />

evalueren, daarna start een chaosspel waarin de<br />

leefregels toegelicht worden, mensen krijgen<br />

voortdurend tegenovergestelde opdrachten.<br />

De deelnemers krijgen een warm welkomstgevoel, ze<br />

worden direct meegenomen in de sfeer en je vangt<br />

onaangename momenten op voor mensen die nog<br />

niemand kennen.<br />

Wekmoment:<br />

‘s Ochtends wordt iedereen gewekt met slaapliedjes,<br />

of net een stevige fuif met chips en cola.<br />

Zo word je meteen weer ondergedompeld in de sfeer.<br />

Dat kan goed zijn om slaapkoppen toch wakker te<br />

krijgen. En het is gewoon tof om eens op een andere<br />

manier gewekt te worden.<br />

Tafelmomentjes:<br />

Ook aan tafel doen ze alles omgekeerd: starten met<br />

het nagerecht, liedjes achterstevoren zingen, onder<br />

de tafel zitten om te eten, mes en vork in de<br />

verkeerde hand houden.<br />

Tafelmomentjes creëren sfeer en groepsgevoel, wat<br />

samengaat met samen eten.<br />

Kan iedereen op je cursus mee-eten zonder<br />

problemen te krijgen met zijn of haar<br />

principes of geloof? Voorzie aangepaste<br />

voeding wanneer nodig.<br />

Slotmomentjes:<br />

Elke avond sluiten ze af met een slotmomentje voor of<br />

na de laver. Een momentje om even stil te staan.<br />

Een filmpje van een zonsopgang met een mooie tekst<br />

of een liedje erbij, een snoezel- opstaangedicht, enz.<br />

Na een intensieve dag kan een slotmoment rust<br />

brengen. Je kijkt uit naar wat er nog te gebeuren<br />

staat, je mijmert over wat voorbij is, je kunt nog iets<br />

kwijt aan je groep, enz.<br />

Laver:<br />

Ook tijdens de lavers voorzien ze animatie,<br />

ontbijtgranen als hapjes, omgekeerde versnelde of<br />

vertraagde muziek, geluiden van fluitende vogeltjes,<br />

een dauwtrip, ochtendgymnastiek, een fuif in pyjama,<br />

enz.<br />

Nadat de cursusblokken gedaan zijn, kunnen de<br />

deelnemers nog iets drinken, een praatje slaan of een<br />

feestje bouwen. Laat ze even op adem komen, geef<br />

ze de tijd om elkaar wat beter te leren kennen en nog<br />

wat verder te praten over hoe het er in hun groep aan<br />

toe gaat.<br />

Randanimatie:<br />

Ze zorgen altijd dat er animatie voorzien wordt voor<br />

wie daaraan wil deelnemen: pongping, een koffer met<br />

spelmateriaal, enz.<br />

Soms heb je ‘dode momenten’ tijdens de cursus:<br />

terwijl een deel aan het afwassen is, vlak voor het<br />

eten ‘s ochtends of tijdens het vieruurtje.<br />

4


DE LEEFGROEP<br />

Tijdens de IK deel je de deelnemers op in verschillende leefgroepen (+/-12 pers. per leefgroep). Je zorgt best dat je in<br />

de leefgroepen een mix hebt van mensen uit verschillende groepen, meisjes en jongens, leiding van verschillende<br />

afdelingen, enz. Zo kun je veel uitwisselen over de werking van de verschillende groepen. Voor de begeleiding zijn er<br />

een aantal dingen waar je rekening mee moet houden.<br />

Een positieve sfeer opbouwen<br />

Om feedback te kunnen geven over de manier van spelaanbreng en spelbegeleiding is het nodig dat er een open en<br />

positieve sfeer is in een leefgroep. Als begeleiding moet je voldoende veiligheid creëren, zodat iedereen zich goed<br />

voelt in de groep. Goeie kennismakings- en onthaalspelen zijn al een goeie aanzet. Kunnen luisteren naar elkaar en<br />

iedereen laten uitspreken, is een vereiste.<br />

Feedback geven<br />

We geven feedback op het spel en de manier van begeleiden, niet op de persoon die het aanbrengt. Er is<br />

bijvoorbeeld een verschil tussen de volgende twee uitspraken: “Jij kunt geen spel uitleggen” en “Jouw speluitleg was<br />

verwarrend”. In de eerste uitspraak wordt er iets gezegd over de persoon, in de tweede over het voorbije spel. Let<br />

erop dat je het over het spel blijft hebben.<br />

Laat de deelnemers eerst zichzelf evalueren, laat hun collega’s eventueel aanvullen, en vul dan als begeleiding aan.<br />

De deelnemers kunnen van elkaar veel leren. Zo kom jij ook niet als enige aan het woord. Op die manier maak je de<br />

deelnemers vaardig in het uiten van hun mening en het aanvaarden van kritiek.<br />

Feedback geven en krijgen is leren, om sterker te worden. De deelnemers komen uiteindelijk op cursus om iets bij te<br />

leren. Zo worden ze ook sterker in wat ze doen.<br />

Niet alle groepen zijn hetzelfde!<br />

Sommige groepen zijn groot, andere klein. Sommige hebben te veel leden, andere te weinig. Sommige groepen<br />

worden ondersteund door een netwerk van oud-leiding, andere kennen weinig mensen in de buurt. Sommige<br />

groepen werken met een uniform, in andere laten ze hun leden vrijer in hun keuze van <strong>Chiro</strong>kleren. Het valt op dat<br />

groepen in een stadscontext vaker wat verschillen van het ‘mainstream’ <strong>Chiro</strong>model. Probeer als begeleiding de<br />

ideeën en tradities van jouw eigen <strong>Chiro</strong>groep achterwege te laten en vel geen oordeel over de manier waarop ze in<br />

andere groepen werken.<br />

5


Deel 2:<br />

De blokken<br />

6


GROEPSMOMENTEN: 4 UUR 30 MIN<br />

Doelstellingen<br />

De groepsmomenten reiken de deelnemers ideeën aan waarmee ze in hun eigen werking aan de slag kunnen. De<br />

IK-begeleidingsploeg plant de groepsmomenten en werkt ze uit. Ze zijn creatief en volgens de <strong>Chiro</strong>methoden:<br />

intuïtief, participatief en gemeenschapsgericht.<br />

De theorie<br />

Groepsmomenten kunnen heel veel verschillenden activiteiten zijn: van het korte spelletje voor het eten tot een<br />

uitgewerkt avondspel waarbij de leegroepen het tegen elkaar opnemen. Je verspreidt de groepsmomenten best over<br />

de hele cursus.<br />

Als begeleidingsploeg mag je zelf kiezen hoe je die 4 uur en 30 minuten invult. Zo zijn er gewesten die kiezen voor<br />

workshops of keuzeactiviteiten, gewesten die een bezinning in elkaar steken en gewesten die afdelingsspelen<br />

uitwerken.<br />

Zorg er wel voor dat je geen theorie of werkvormen aanbiedt die op SB aan bod komen, zoals<br />

afdelingswerking en de groeilijn, EHBO, de leidingskring, <strong>Chiro</strong>structuur, enz. Neem contact op met het<br />

verbond zodat je duidelijke afspraken kunt maken.<br />

Sommige diensten en commissies bieden workshops aan voor op IK. Je vindt het overzicht in de<br />

Kadergrasduiner en de methodiekendatabank.<br />

De deelnemers ondervinden dankzij die groepsmomenten zelf hoe een goede activiteit opgebouwd wordt. Als<br />

begeleidingsploeg hou je dus ook rekening met de theorie van VOWAS en DITMUSA wanneer je bijvoorbeeld een<br />

avondspel of massaspel bedenkt en begeleidt.<br />

Wil je meer weten over de opbouw van een vormingsmoment of over de <strong>Chiro</strong>methoden? Dan moet je zelf zeker<br />

meegaan op KIC, de instructeursvorming van <strong>Chiro</strong>jeugd Vlaanderen.<br />

De indeling<br />

Je kunt als gewest zelf beslissen welke groepsmomenten je wilt organiseren en wanneer je ze het beste inpast in de<br />

dagklapper. Voorzie net als bij de opbouw van een <strong>Chiro</strong>namiddag een onthaal en opening, activiteiten,<br />

tussendoortjes, slot en evaluatie.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

Onthaal (1 uur)<br />

Slotmomenten, tafelmomenten, wekmomenten (4 x 15 min)<br />

Avondspel (2 uur)<br />

Workshops / keuzeactiviteit (60 min)<br />

Zangstonde / bezinning / massaspel (30 min)<br />

Voorbeelden van uitgewerkte groepsmomenten kun je vinden in de methodiekendatabank. Schrijf je eigen<br />

voorbeelden uit volgens het sjabloon, dat je vindt in de bijlage, en voeg ze zelf ook toe aan de deelnemersbundel en<br />

de databank.<br />

Zangstonde : Zeg niet: “De Notenkraker zit in het borstzakje van ons <strong>Chiro</strong>hemd”. Zowel het hemd als De<br />

Notenkraker zijn geen vanzelfsprekendheid.<br />

Zorg voor teksten en melodieën van <strong>Chiro</strong>liedjes, niet iedereen kent ze uit zijn hoofd.<br />

Is er alleen sfeer wanneer iedereen heel het repertoire aan <strong>Chiro</strong>liedjes kan meezingen of knalt het pas echt<br />

wanneer er ook andere toffe chansons en R&B-nummers in je zangstonde opgenomen worden?<br />

7


Spelen maken: “Verdeel je groep in vijf ploegjes.” – “... Oepsie, we zijn maar met vijf rakwi’s op zondag”.<br />

Komen spelen voor kleine groepen aan bod op je IK?<br />

“Ikke alleen voor 12 speelclubbers? Shit, daar gaat mijn ‘wie-wordt-speelclubkoning-spel?’ met zeven<br />

posten en drie pakkers”.<br />

Sommige groepen hebben per afdeling maar één leid(st)er. Vang je dat voldoende op door bijvoorbeeld<br />

leden die bepaalde rollen in het spel opnemen, een cassette met de speluitleg, enz.?<br />

“Dit spel spelen we op een groot grasveld”, “Voor dit spel trekken we even naar het bos”. Dat soort<br />

uitspraken doet bij leiding uit de stad misschien even de wenkbrauwen fronsen. Komt creatief omgaan met<br />

lokalen en terreinen aan bod? Niet iedereen heeft namelijk alle verschillende terreintypes binnen<br />

handbereik.<br />

“Leden hebben gepaste kleren en het nodige materiaal mee”. Verwacht niet te veel van je leden op het vlak<br />

van verkleedkleren of extra materiaal. Voor sommige gezinnen uit een meer kwetsbaar milieu schrikt het<br />

soms af.<br />

We willen ervoor ijveren om diversiteit binnen de <strong>Chiro</strong> voldoende aan bod te laten komen op een IK. Let op<br />

met opdrachten en voorbeelden, ga er niet eenzijdig van uit dat al je deelnemers uit een typisch Vlaams<br />

middenklassegezin komen. Op die manier vermijd je opdrachten als: ‘Noem vijf verschillen tussen een<br />

Turks gezin en je eigen gezin.’<br />

8


SOORTEN SPELEN: 1 UUR 30 MIN<br />

Doelstellingen<br />

Deelnemers ontdekken de rijke verscheidenheid in spelen.<br />

Aan de hand van verschillende soorten spelen kun je de deelnemers ook laten kennismaken met elkaar.<br />

Dan moet je wel meer naamspelletjes of kennismakingsspelletjes kiezen.<br />

De theorie<br />

Kinderen en jongeren die naar de <strong>Chiro</strong> komen, spelen graag. Wat ze graag spelen, verschilt van persoon tot<br />

persoon. De ene loopt graag heel de dag kaartjes te smokkelen, de andere knutselt liever een nieuw galakleed. Als<br />

de ene vrolijk in modder springt, speelt nog een ander liefst de regisseur van ‘Radio <strong>Chiro</strong>’.<br />

Kortom, er zijn voorkeuren in alle maten en geuren, net zoals er verschillende soorten spelen zijn!<br />

Tijdens ieder spel worden verschillende talenten aangesproken: goeie lopers, krachtpatsers, snelle denkers, handige<br />

harry’s, strategen, enz. Ieder talent past bij een van deze ‘soorten spelen’. Zo heeft een actieve sportmens<br />

waarschijnlijk een voorkeur voor hevige, actieve spelen terwijl een eerder ingetogen kind meer geniet van rustige<br />

spelen in het lokaal.<br />

Tijdens verschillende spelen wordt ook de groep anders ervaren door de deelnemers. Welk effect brengt een spel<br />

teweeg als het gespeeld wordt in één grote groep, in kleine groepjes, tegen elkaar of met elkaar? Een<br />

laddercompetitie is iets anders dan een één-tegen-allen en samen expressie doen, is iets anders dan een<br />

talentenjacht.<br />

We willen in de <strong>Chiro</strong> kinderen en jongeren prikkelen met onze activiteiten. . Sommige kinderen zijn graag vuil,<br />

sommigen fantaseren graag, sommigen zijn graag moe, een tito is geen aspi, sommigen zijn het liefste alleen bezig,<br />

er zijn vlinderaars, verkenners, presteerders, samenwerkers, creatievelingen, bewegers, construeerders en<br />

onderzoekers.<br />

Daarom houden we met alle voorkeuren rekening. We voorzien een gevarieerd aanbod waarmee we onze leden<br />

prikkelen en enthousiast maken voor het onbekende spel, zelfs al zijn ze tevreden met één spel.<br />

Op het lijstje hieronder sommen we een aantal tegenstellingen op. We plaatsten ze recht tegenover elkaar maar het<br />

spreekt voor zich dat een spel vaak eigenschappen heeft die ergens tussen de uitersten liggen. Het is natuurlijk niet<br />

de bedoeling om bij ieder spel of programma deze (onvolledige en overlappende) lijst te overlopen. Het is wel nuttig<br />

om ergens in je achterhoofd rekening te houden met al deze parameters.<br />

fysiek niet belastend fysiek zwaar<br />

laat maar los veel hersenwerk<br />

proper vuil<br />

realiteit fantasie<br />

rustig hevig<br />

(in groepjes), in grote groep individueel<br />

verkennend, open sterk afgelijnd<br />

uitdagend, voor de kick vertrouwd<br />

vaste opdrachten uitvoerend creativiteit aansprekend<br />

spel om het spel inhoudelijke input<br />

doelgericht belevend<br />

met elkaar tegen elkaar<br />

9


Stop je programma vol variatie, doe telkens iets anders, wees creatief, informatief, speel met veel beweging of speel<br />

rustig, speel met veel regels of speel net zonder, fantaseer, construeer, onderzoek, enz. Doe alles waar we hier niet<br />

op konden komen, doe alles wat nog niet uitgevonden was én doe alles wat we al lang vergeten waren!<br />

De methodiek ZELF SPELEN (1 UUR)<br />

In dit eerste deel van de ‘soorten spelen’ wordt er niets anders gedaan dan gespeeld. We hebben hieronder een<br />

aantal uiteenlopende, vernieuwende spelletjes uitgeschreven. Tijdens dit blok kun je ook verschillende soorten<br />

naamspelletjes en kennismakingsspelletjes spelen.<br />

Zo doet gewest laanoitaN het : Draai (tegen de klok in) aan het ‘Rad der Omgekeerden’. Dat zal bepalen welk spel je<br />

speelt. Hier staan er alvast een aantal voor je opgesomd.<br />

Chinees voetbal met bierbakken<br />

Alle spelers staan in een kring, met de benen<br />

gespreid. Je probeert een bal door de benen van de<br />

andere spelers te rollen. Iedereen mag de bal<br />

wegslaan vanop zijn/haar plaats in de kring.<br />

Wanneer de bal door je benen passeert, moet je met<br />

elke voet op een bierbak gaan staan. Gaat hij er nog<br />

eens door, dan komt er nog een bak bovenop.<br />

Kenmerken: actief buitenspel, individueel<br />

Materiaal: bal, bierbakken<br />

Schoenengevecht<br />

Verdeel je groep in twee ploegen. Elk ploegje duidt<br />

één schoen aan van iemand uit het eigen groepje,<br />

bijvoorbeeld de linkerschoen van Mieke. Dat is de<br />

'beschermschoen'. De ploeg probeert de<br />

'beschermschoen' van de andere ploeg uit te doen, en<br />

die van de eigen ploeg te beschermen. De ploeg die<br />

als eerste de schoen van de andere ploeg verovert,<br />

heeft gewonnen.<br />

Kenmerken: hevig, doelgericht, tegen elkaar,<br />

fysiek zwaar, binnen.<br />

Materiaal: voorzie een duidelijk afgebakend<br />

terrein<br />

Dit spel speel je best met oudere groepen,<br />

om 'traantjes' te vermijden. Je kunt dit spel<br />

uiteraard ook buiten spelen, maar dat is niet<br />

noodzakelijk. Let natuurlijk op, binnen is de<br />

ondergrond meestal iets harder.<br />

Ezeltje<br />

Je loopt door het lokaal en duidt mensen aan om mee<br />

te lopen. Iedereen die je een knipoog geeft, moet een<br />

dier nadoen dat jij kiest. Wanneer je “ezel” roept,<br />

moet iedereen zo snel mogelijk gaan zitten.<br />

Kenmerken: concentratie, met elkaar, rustig<br />

Gaskamer<br />

De leefgroep is in twee ploegen verdeeld. De ene<br />

ploeg ligt in een donker leefgroeplokaal. De spelers<br />

van de andere ploeg moeten om de beurt naar binnen<br />

gaan. Wanneer ze binnen zijn, hebben ze 1 minuut<br />

de tijd om iemand van de andere ploeg buiten te<br />

krijgen en te redden. Wie na die minuut niet buiten is,<br />

moet in het lokaal blijven en daar gaan liggen. Je<br />

moet zelf de tijd inschatten.<br />

Kenmerken: rustig, individueel, proper<br />

Materiaal: een stopwatch om 1 minuut te<br />

timen<br />

Zwevende beker<br />

De deelnemers houden een dienblad of plank omhoog<br />

door touwtjes op te spannen die aan de plank<br />

vastgemaakt zijn. In het midden staat een beker<br />

water die niet mag omvallen. Nu moet iedereen door<br />

een fietsband kruipen, zonder de koord los te laten.<br />

De koord mag maar met één hand vastgehouden<br />

worden en je mag niet van hand wisselen.<br />

Kenmerken: met elkaar, in groep, rustig,<br />

hersenwerk<br />

Materiaal : bekertje water, fietsband, ronde<br />

plank met touwtjes eraan vastgemaakt voor<br />

elke deelnemer<br />

Naamspelletje: Plakkerspel<br />

Alle spelers hebben met plakkertjes met letters hun<br />

naam op hun rug gekleefd. Je moet nu zo snel<br />

mogelijk proberen om jouw naam op de voorkant van<br />

je T-shirt te kleven. Dat doe je door de nodige letters<br />

van iemand anders’ rug te nemen en op je eigen borst<br />

te plakken. Eens je een letter op je borst gekleefd<br />

hebt, kan niemand hem nog afnemen.<br />

Kenmerken: individueel, proper, hevig<br />

Materiaal: etiketten, balpennen<br />

10


Bouffe-spel<br />

De groep wordt in twee ploegen verdeeld. Elke ploeg<br />

heeft een kamp, aan weerskanten van het terrein. Elk<br />

kamp heeft een berg eten. Je moet om het eerste het<br />

andere kamp leegeten. Je mag maar een halve<br />

minuut per keer binnen blijven, daarna moet je terug<br />

naar je eigen kamp om een nieuw leven te krijgen. Je<br />

moet je leven afgeven op het moment dat je het kamp<br />

van de anderen binnengaat.<br />

Kenmerken: actief, buiten, doelgericht, tegen<br />

elkaar<br />

Materiaal: kaartjes voor de levens, een hoop<br />

eten, twee begeleid(st)ers met een timer,<br />

afbakenlint voor de kampen<br />

Let op ! Spelen waarin eten verkwist<br />

wordt vinden we niet oké ! Dat hoort niet<br />

in de chiro.<br />

Allitererende dieren<br />

Eén iemand van je leefgroep begint met een<br />

alliteratiedier uit te beelden, de bedoeling is dat het zo<br />

snel mogelijk geraden wordt. Diegene die het juist<br />

heeft, mag het volgende uitbeelden.<br />

Voorbeelden van uit te beelden dieren:<br />

Bronstige buffel, Gespierde giraf, Copulerende cavia<br />

Gestresseerde geit, Mottige marmot<br />

Laat je leefgroep ook maar dieren bedenken.<br />

Sommige dingen zijn heel moeilijk uit te beelden,<br />

maar worden dan wel gevonden door te gokken op de<br />

alliteratie.<br />

Kenmerken: fysiek niet belastend,<br />

hersenwerk, fantasie, individueel, tegen<br />

elkaar maar toch samenwerken.<br />

Doorgeefcirkel<br />

Eén speler toont een beweging aan zijn of haar<br />

linkerbuur. Die toont ze ook aan zijn of haar<br />

linkerbuur, en zo geef je de beweging door. Laat de<br />

bewegingen elkaar sneller en sneller opvolgen.<br />

Kenmerken: spel om het spel, zonder doel<br />

Scheldwoordenketting<br />

Je noemt telkens een scheldwoord dat begint met de<br />

laatste letter van het vorige woord: bv. trut – tamzak –<br />

kieken – neuter. Je kunt het onderwerp van je ketting<br />

ook aanpassen aan het thema. Of gebruik het als<br />

kennismakingsspelletje: “op mijn kamer vind je ...”<br />

Kenmerken: rustig, creatief, hersenwerk,<br />

individueel<br />

Naamspelletje: De vreselijke wurger<br />

Iedereen staat in een kring, de wurger staat in het<br />

midden. De wurger stapt op iemand af met de<br />

handen voor zich in wurghouding. Degene op wie hij<br />

of zij afstapt, zoekt oogcontact met iemand anders uit<br />

de kring. Die andere kan een wurging voorkomen<br />

door de naam van het slachtoffer te roepen. Dan<br />

moet de wurger naar iemand anders gaan. Wie<br />

‘gewurgd’ wordt, mag zelf in het midden gaan staan.<br />

Kenmerken: rustig, met elkaar, fantasie<br />

Kennismakingsspel: Ik ook!<br />

Eén speler staat in het midden, de anderen zitten op<br />

een stoel in een cirkel. Degene in het midden vertelt<br />

iets over zichzelf, bv.: ik studeer in leuven. Iedereen<br />

die in Leuven studeert, moet nu van plaats wisselen.<br />

Er zal altijd iemand over blijven die geen stoel heeft.<br />

Die moet iets nieuws vertellen over zichzelf.<br />

Kenmerken: in grote groep, open, realiteit<br />

Materiaal: een stoel per deelnemer<br />

11


materiaal<br />

Rad met namen van de spelletjes op<br />

Chinees voetbal: bierbakken, bal<br />

Schoenengevecht: schoenen (of kousen)<br />

Verstopt in het lokaal: een voorwerp<br />

Gaskamer: timer<br />

Zwevende beker: beker, touw, dienblad<br />

Eten voor het boevenspel: ajuin, spuitwater, letterkoekjes, chocolade, augurken, enz.<br />

Memoryspel<br />

Nabespreking (30 min)<br />

We spelen Memory. Op de kaartjes staan de kenmerken van spelen. Als je een paar kunt vormen met twee dezelfde<br />

kenmerken, moet je vertellen bij welk spelletje dat hoort.<br />

Enkele vragen die je kunnen helpen bij de nabespreking:<br />

- Hoe kun je variatie brengen in je activiteiten?<br />

- Denk eens na over je afgelopen <strong>Chiro</strong>namiddagen: welke eigenschappen waren aanwezig?<br />

- Welke eigenschappen hebben je leden nodig? Waar vragen ze naar?<br />

- Komen je eigen (persoonlijke) favoriete eigenschappen vaak naar boven wanneer je het programma<br />

uitwerkt?<br />

- Hou je rekening met de verschillende eigenschappen bij de uitwerking van het programma?<br />

12


VERSCHILLENDE SPELELEMENTEN (DITMUSA): 3 UUR<br />

Doelstellingen<br />

Deelnemers maken kennis met de verschillende elementen van spel: doel, inkleding, terrein, materiaal,<br />

uitleg, spelregels en aangepast.<br />

Deelnemers leren de verschillende elementen van een spel gebruiken.<br />

Deelnemers leren variëren met de verschillende elementen van een spel.<br />

De methodiek<br />

DITMUSA is het woord dat je krijgt als je de beginletters van een aantal spelelementen samenvoegt. De elementen<br />

van een spel zijn Doel, Inkleding, Terrein, Materiaal, Uitleg, Spelregels en Aangepast. Als ze alle zeven aanwezig<br />

zijn, zorgen ze dat je spel (technisch) goed in elkaar zit. Of je activiteit dan ook schitterend zal verlopen, is nog een<br />

andere zaak, maar het is alvast een noodzakelijk begin.<br />

STAP 1 – De theorie en het spel<br />

We laten de deelnemers al spelend kennismaken met de verschillende spelelementen. Elke keer zetten we één<br />

spelelement in de verf. Het eerste spel bevat telkens een fout in functie van het spelelement, bv. zonder doel. Dan<br />

raden de deelnemers de letter van het spelelement. Hier: D van Doel. Wanneer de deelnemers die geraden hebben,<br />

speel je het spel nog eens op een goede manier.<br />

STAP 2 – Nabespreking<br />

Na elk spel bespreek je kort het spelelement. We geven je bij elk spelelement enkele vragen mee. Je kunt ze in je<br />

achterhoofd houden om zelf feedback te geven of je kunt ze in de groep gooien. Zorg ervoor dat je alle deelnemers<br />

betrekt bij de nabespreking.<br />

Je heb +/- 20 min per spelelement.<br />

DOEL<br />

THEORIE<br />

Over opdrachtdoelstellingen en achtergronddoelen<br />

Opdrachtdoelen zijn doelstellingen die je meegeeft aan je leden (deelnemers). Ze staan zeer sterk in verband<br />

met het spel.Achtergronddoelen zitten in het hoofd van de (bege)leiding. Het zijn doelen die de (bege)leiding wil<br />

bereiken met het spel of de grote activiteit.<br />

Enkele voorbeelden:<br />

Opdrachtdoelstelling Achtergronddoelstelling<br />

Breng met de hele groep het flesje zo snel mogelijk Ik wil mijn ploeg leren samenwerken, ik wil de leidersfiguur<br />

naar het eiland, zonder de grond te raken.<br />

detecteren, ik wil mijn ploeg stimuleren in creatief denken.<br />

Som tien idolen op.<br />

Breng goud over van de Goldrushbank naar de Jet &<br />

Bill-bank zonder door rovers gesnapt te worden.<br />

Verzin vijf zaken die anders zijn in een Turks gezin<br />

dan in je eigen gezin.<br />

Ik wil de leefwereld van mijn rakwi’s leren kennen.<br />

Ik wil mijn tito’s eens goed afmatten en laten razen tijdens<br />

de examenperiode.<br />

Ik wil een gesprek aangaan over een multiculturele<br />

samenleving.<br />

13


Buiten bereik en binnen beleving<br />

Een goede speldoelstelling is er één die net buiten het bereik van de spelers ligt. De deelnemers mogen niet het<br />

gevoel hebben dat ze de doelstelling eens rap zullen waarmaken. Ze moeten een uitdaging zien om eraan te<br />

beginnen. ‘Binnen beleving’ wil dan weer zeggen dat de spelers het geloof moeten behouden dat ze de doelstelling<br />

kunnen bereiken. De spelers moeten aanvoelen dat het haalbaar is.<br />

Een voorbeeld<br />

Speelclubbers vechten graag met hun leiders. Dat doen ze niet individueel want dat valt absoluut buiten beleving.<br />

Een speelclubber weet dat hij in z’n eentje veel te zwak is. Samen vliegen ze echter graag rond de nek van de<br />

leiders. Want ook al is het doel buiten bereik, de speelclubbers geloven dat ze samen ooit kunnen winnen: binnen<br />

beleving, dus.<br />

HET SPEL<br />

Je beveelt de groep om allerlei kleine gekke opdrachten te doen. Voorbeelden: we lopen nu allemaal over het terrein,<br />

we draaien allemaal rond onze vinger, we steken allemaal onze vinger in onze neus, we doen alsof we scheetjes<br />

latnen, we klimmen nu allemaal in de boom. Na enkele opdrachtjes vraag je aan de deelnemers: “Waarom doen we<br />

dit?”<br />

Na deze kleine gekke opdrachten speel je een spel met een duidelijk doel. Voorbeelden: 1. Loop over het terrein<br />

naar de kegel. Wie als eerste aan de kegel is, is de winnaar. 2. We draaien allemaal tien keer rond onze vinger.<br />

Daarna lopen we naar de overkant van het terrein. Wie als eerste aan de overkant is, is de winnaar.<br />

NABESPREKING<br />

Wat is het doel van het spel?<br />

Is het spel realistisch, realiseerbaar?<br />

Weet de spelleid(st)er voldoende hoe het spel gaat?<br />

Weten de spelers voldoende hoe het spel gaat?<br />

Wordt het spel eventueel opgedeeld in meerdere doelen?<br />

Welk ander doel zou je aan het spel kunnen geven om het nog leuker te maken?<br />

INKLEDING<br />

THEORIE<br />

Bij inkleding denken we onmiddellijk aan allerhande grappige attributen, sprekende kostuums, veel make-up, enz.<br />

Sommigen mobiliseren de hele vriendenkring en familie om aan het nodige materiaal te raken. En of je nu ribbel- of<br />

aspileiding bent: het geeft iets extra’s aan je activiteit.<br />

Je verkleden is echter nog geen garantie voor een geslaagde activiteit! Ben jij werkelijk kabouter Snor die de<br />

speelclubbers wil leren paddenstoelen inrichten of ben je leider Piet of leidster Imke met een kabouterpakje aan? Als<br />

je kostuums en attributen bij hebt, moet je ze ook gebruiken!<br />

Je kunt, behalve jezelf verkleden, ook het spel inkleden. Zo zijn de knikkers die verzameld worden in het bos niet<br />

langer knikkers maar de deurknopjes van de kabouterhuisjes. Ook dat is inkleding. Wie oog heeft voor inkleding van<br />

de activiteit en daarbij aandacht schenkt aan de nodige verkleedattributen, vergroot de kans op betrokkenheid van de<br />

leden. En natuurlijk zijn we niet iedere week kabouter Snor die opnieuw parels verzamelt.<br />

Inkleding is...<br />

je verkleden<br />

je inleven in je rol<br />

het spel inkleden<br />

14


Inkleding is meer dan verkleden alleen. Hou je rolletje tijdens het spel vast. Gebruik je inkleding ook in je inleiding én<br />

na het spel. Voorbeeld: als je een schat gaat zoeken, hou dat dan vast tot je de schat gevonden hebt. Maak zeker<br />

gebruik van momentjes om je thema mee vorm te geven. Gebruik de vieruurtjes en maaltijden zeker om het meer te<br />

laten leven.<br />

HET SPEL<br />

Je bent verkleed in kabouter en komt de spelers iets vertellen over ‘je leven’. Kabouters zijn ongeveer 15 cm groot.<br />

Ze hebben één zintuig meer dan de mens: ze kunnen communiceren op grote afstand. Kaboutervrouwen kunnen<br />

maar één keer in hun leven zwanger worden, maar dan wel van een tweeling. Ze zijn de redders van dieren die<br />

vastzitten in een prikkeldraad. Ze hebben bijna nooit koud, dragen altijd dezelfde kleren. Als de mannen toch koud<br />

hebben, steken ze hun zakdoek onder hun baard. Kabouters spelen ook spelletjes, zoals ringsteken. Dat gaan we<br />

eens doen.<br />

Hang twee ringen aan een draad tussen de bomen. Verdeel je groep in twee ploegjes kabouters met puntmutsen en<br />

hou een estafette. De twee ploegjes staan op een rij achter elkaar. Na een fluitsignaal lopen de eersten van beide<br />

groepen naar voren en proberen ze met de punt van hun muts door de ring te steken. Als het gelukt is, lopen ze<br />

terug naar hun rij en vertrekt de volgende. Alle spelers moeten één keer lopen. De rij die als eerste uit is, heeft<br />

gewonnen.<br />

Je kunt dit eerst spelen terwijl je droog het verhaaltje vertelt. Je verkleden en je inleven is niet nodig. Leg daarna het<br />

spel nog eens uit, maar verkleed je nu in een kabouter, laat je in een toneeltje met je medebegeleiding volledig gaan,<br />

en hou je rolletje ook tijdens het spel vast.<br />

NABESPREKING<br />

Is de inkleding plezant en fantasievol?<br />

Maak je hierbij gebruik van materiaal, omgeving, verkleedkleren?<br />

Zit de speluitleg in de inkleding?<br />

Blijft de inkleding gedurende het hele spel?<br />

Maakt de inkleding het spel boeiender?<br />

Wordt het thema duidelijker door de inkleding?<br />

Hoe wordt het thema voornamelijk duidelijk?<br />

Welke andere inkleding kun je verzinnen als je het spel met een jongere of oudere afdeling zou spelen?<br />

TERREIN<br />

THEORIE<br />

De grootte van je terrein bepaalt mee de slaagkansen van je spel. Als je wilt dat spelers elkaar vaak tegenkomen,<br />

mag je het terrein niet te groot maken. Moeten de spelers elkaar ongemerkt kunnen besluipen of moeten ze tikkers<br />

kunnen ontwijken, dan baken je een groter terrein af. Zorg wel dat het voor de tikkers haalbaar blijft.<br />

Stel je vooraf de vraag hoe vaak iemand het terrein moet kunnen doorkruisen. Als je bijvoorbeeld 20 keer van het<br />

ene kamp naar het andere moet kunnen lopen, is 250 m zeer ver. Je moet dan al minstens 10 kilometer afleggen.<br />

Op een klein terrein zal er meer techniek nodig zijn. Met een verkeerde trap op een bal zal die sneller buiten het veld<br />

belanden, een afwijking van het traject zal sneller in het voordeel van de tegenstander zijn.<br />

Op een groter terrein is er meer tijd voor je een beslissing moet nemen omdat eventuele tegenstanders langer<br />

wegblijven.<br />

Een klein terrein haalt dan weer duidelijk de fysieke inspanning naar beneden. Het verhoogt ook de betrokkenheid<br />

omdat er nergens een hoekje is waar de spelers zich kunnen verstoppen.<br />

De grootte van een terrein staat zeker niet alleen in relatie tot het beoogde doel en de vaardigheden van de spelers.<br />

Het aantal spelers is misschien wel de voornaamste factor voor de keuze van een terreingrootte.<br />

15


Groot terrein => minder techniek, meer fysiek<br />

Klein terrein => meer betrokken, meer techniek<br />

HET SPEL<br />

Speel petanque of levend lijk op een helling. Bijvoorbeeld op een trap.<br />

Levend lijk: er zijn twee ploegen, een terrein (eerste keer op een fout terrein, tweede keer op een grasveld) en een<br />

‘lijk’. Het lijk gaat in het midden van het gekozen terrein liggen en op het gegeven startsignaal moeten de twee<br />

ploegen om het snelste het lijk naar hun kamp proberen te krijgen door te trekken, rollen, duwen, enz. Het is<br />

belangrijk dat je een oogje in het zeil houdt om eventuele ongevallen te voorkomen.<br />

NABESPREKING<br />

Is het terrein goed gekozen, zijn er voor- of nadelen?<br />

Is het terrein goed afgebakend?<br />

Wordt er gebruik gemaakt van de omgeving?<br />

Welk ander terrein kun je verzinnen om het spel nog leuker te maken?<br />

MATERIAAL<br />

THEORIE<br />

We kunnen hopeloos uitweiden over hoe materiaal je spel kan beïnvloeden. We beperken ons hier tot enkele<br />

regeltjes die je best kunt onthouden.<br />

Hoe groter het voorwerp, hoe gemakkelijker je het kunt behandelen. Een grotere bal zul je bijvoorbeeld<br />

gemakkelijker kunnen aanpakken, je kunt er ook eenvoudiger tegen trappen. Natuurlijk geldt dat alles maar tot een<br />

bepaalde grootte. Nee, een speelclubber kan niet gemakkelijk een wereldbal vangen!<br />

Hoe zwaarder het voorwerp, hoe meer kracht er nodig is. Dat maakt het gebruik ook moeilijker. Lichte, zachte<br />

voorwerpen voelen veiliger aan. Ze zullen niet zo snel verwonden of mensen afschrikken.<br />

Groter voorwerp => minder techniek, minder kunde vereist<br />

Zwaarder voorwerp => moeilijker behandeling<br />

HET SPEL<br />

Speel tienbal. Om de twee minuten gooi je een ander voorwerp in het spel. De spelers moeten<br />

telkens verder spelen met het nieuwe materiaal.<br />

Fout materiaal: lege bierbak, tuinstoel, sjorbalk, deelnemer, enz.<br />

NABESPREKING<br />

Welk materiaal heb je nodig?<br />

Staat het materiaal klaar voor je begint?<br />

Gebruik je kostenloos materiaal?<br />

Is het materiaal noodzakelijk voor het spel?<br />

Welk ander materiaal kun je verzinnen om het spel nog leuker te maken?<br />

16


UITLEG<br />

THEORIE<br />

Laat een geheimzinnige stem op een cassettebandje je uitleg geven, verwerk de uitleg van je activiteit in een<br />

eenvoudig zoekspel, geef de uitleg op papier of maak er een show van. Je moet maar op één ding letten: het moet<br />

duidelijk blijven! Je kunt de vijf volgende fasen als leidraad nemen.<br />

1. Verzamel al je spelers<br />

Vraag iedereen om bij jou te komen. Zorg ervoor dat iedereen je kan zien en horen.<br />

2. Zet je spelers in de spelsituatie<br />

Een kring maken, in ploegjes verdelen, per twee gaan staan, enz. Probeer de spelsituatie zo goed mogelijk<br />

voor te stellen zonder dat de deelnemers ver van je weggaan.<br />

3. Zeg wat je toont en toon wat je zegt<br />

Terwijl je vertelt dat je iemand kunt verlossen door onder zijn of haar benen te kruipen, kruip je onder<br />

iemands benen door. Wanneer je de bal naar de koningin van de andere ploeg gooit, zeg je: “Ik gooi de bal<br />

naar de koningin van de andere ploeg.”<br />

4. Doe een proefspel<br />

Zeg tegen de spelers dat je eerst een proefspel speelt. Jij kunt dan zien of iedereen de uitleg begrepen<br />

heeft, je kunt bijsturen en de spelers hebben nog de tijd om vragen stellen. De punten die nu gemaakt<br />

worden, tellen niet mee.<br />

5. Start duidelijk het eigenlijke spel<br />

Wanneer je ziet dat iedereen de speluitleg begrepen heeft, start je met het eigenlijke spel. Geef dat duidelijk<br />

aan. Vanaf nu tellen de punten.<br />

HET SPEL<br />

Je arriveert en zegt: “We gaan zwabberen. Begin maar.” De uitleg van dat spel staat hieronder. Als je het onder een<br />

andere naam kent (vlaggenstok, napoleon, enz.), mag je natuurlijk die andere naam gebruiken.<br />

De deelnemers zullen eerst een tijdje aanmodderen omdat sommigen het spel niet kennen, omdat niemand de leiding<br />

neemt, enz.<br />

Goede uitleg:<br />

Alle spelers zetten zich in een kring, op ongeveer een meter van elkaar.<br />

Eén speler loopt met een zakdoek rond de kring. Op een willekeurig moment blijft hij of zij tussen twee anderen<br />

staan, met de zakdoek in de lucht. Die twee lopen allebei rond de cirkel, in tegengestelde richting. Wanneer ze<br />

elkaar passeren, geven ze elkaar een kus op de wang en lopen ze direct verder. Ze proberen om het snelste de<br />

zakdoek te pakken. Degene die de zakdoek heeft, mag nu met de zakdoek rondgaan en tussen twee anderen gaan<br />

staan. De anderen gaan gewoon terug in de kring zitten.<br />

NABESPREKING<br />

Was de speluitleg van de eerste keer duidelijk?<br />

Zit de uitleg logisch in elkaar?<br />

Kun je de spelleid(st)er zien?<br />

Worden er hulpmiddelen gebruikt, zoals een tekening of voorbeelden?<br />

Wordt het spel boeiend genoeg uitgelegd, met gebaren, eenvoudige taal?<br />

Is de plaats waar de speluitleg gegeven wordt goed gekozen?<br />

17


SPELREGELS<br />

THEORIE<br />

Drie redenen waarom spelregels nodig zijn.<br />

Spelregels en veiligheid<br />

Spelregels moeten de veiligheid bevorderen zowel fysiek als psychisch.<br />

Fysiek vb: Het hoofd raken bij jagersbal telt niet. Je mag dus niet naar het hoofd gooien.<br />

Psychisch vb: In het nachtspel moet je per twee bij elkaar blijven.<br />

Spelregels en doelstellingen<br />

Spelregels moeten in functie staan van de doelstellingen. Ze moeten het bijvoorbeeld mogelijk maken te<br />

scoren en tegelijkertijd te verhinderen dat er gescoord wordt.<br />

Bijvoorbeeld:Bij een bosspel is de doelstelling: slim handel drijven om zo rijk te worden. Een spelregel<br />

hierbij is dat spelers enkel handel mogen drijven met spelers van een andere ploeg. Als ze dat ook met de<br />

eigen leden mochten, zou de doelstelling van het spel veranderen in ‘snel wisselen met vrienden en zo rijk<br />

worden’.<br />

Soms kunnen spelregels de doelstelling hinderen. Een loopspel met een beetje tactiek kan door te veel<br />

spelregels snel veranderen in een tactisch spel met een beetje beweging. Het is maar wat je wilt, natuurlijk.<br />

Spelregels en het spel<br />

De spelregels bepalen het de inhoud van het spel.<br />

Bijvoorbeeld: Handvoetbal speel je met de handen. Bij een blinddoekspelletje mag je niet kijken.<br />

HET SPEL<br />

Verdeel je leden in drie groepjes. Elk groepje krijgt een papier met spelregels. Het gaat om een kaartspel. Je mag<br />

niet spreken.<br />

Nadat we even gespeeld hebben, schuift één deelnemer van elke groep één groep op. Zonder te spreken spelen ze<br />

het spel verder. Elk groepje heeft andere spelregels gekregen. Er zal dus de nodige chaos ontstaan.<br />

Groep 1<br />

Hallo!<br />

We spelen hier een eenvoudig kaartspel.<br />

Omdat het niet haalbaar is met de hele leefgroep, hebben we jullie in drie groepen onderverdeeld.<br />

Belangrijk is dat jullie gedurende het spel niet praten. We willen jullie hiermee duidelijk maken dat als je de regels<br />

van een spel kent, iedereen het spel kan spelen, zelfs zonder te praten. Lees dus aandachtig verder.<br />

Jullie vinden bij deze spelregels een boek kaarten. De grootste van jullie groep verdeelt de kaarten onder het aantal<br />

spelers in jullie groepje. Opgelet: bepaal dit zonder te praten!<br />

Vervolgens spelen jullie het oeroude spel “om het hoogste”.<br />

Dat gaat als volgt in z’n werk.<br />

Jullie nemen allemaal de bovenste kaart van jullie gedekte stapeltje kaarten en smijten die gelijktijdig op tafel.<br />

Diegene die de hoogste kaart heeft geworpen, neemt alle kaarten op tafel bij elkaar en legt die op zijn of haar<br />

‘aflegstapel’ voor zich neer.<br />

Eenvoudig, niet?! De enige moeilijkheid is dat jullie gedurende heel het spel niet mogen praten.<br />

Degene die op het einde van het spel het meeste kaarten heeft, mag zich de winnaar noemen.<br />

Veel succes!<br />

En denk eraan: niet praten!<br />

Eén blik zegt meer dan 1000 woorden!<br />

18


Groep 2<br />

Hallo!<br />

We spelen hier een eenvoudig kaartspel.<br />

Omdat het niet haalbaar is met de hele leefgroep, hebben we jullie in drie groepen onderverdeeld.<br />

Belangrijk is dat jullie gedurende het spel niet praten. We willen jullie hiermee duidelijk maken dat als je de regels<br />

van een spel kent, iedereen het spel kan spelen, zelfs zonder te praten. Lees dus aandachtig verder.<br />

Jullie vinden bij deze spelregels een boek kaarten. De grootste van jullie groep verdeelt de kaarten onder het aantal<br />

spelers in jullie groepje. Let op: bepaal dit zonder te praten!<br />

Vervolgens spelen jullie het spel “de liefde overwint alles!”<br />

Dat gaat als volgt in z’n werk.<br />

Jullie nemen allemaal de bovenste kaart van jullie gedekte stapeltje kaarten en smijten die gelijktijdig op tafel.<br />

Diegene die harten heeft geworpen, neemt alle kaarten op tafel bij elkaar en legt die op zijn of haar ‘aflegstapel’ voor<br />

zich neer. Opgelet: die stapel is niet de stapel waarvan jullie een kaart nemen. Als er meerdere personen harten<br />

hebben gespeeld, wint degene met de hoogste kaart. Als er geen harten gespeeld werden, blijven de kaarten<br />

gewoon op tafel liggen en worden ze met de volgende beurt meegenomen.<br />

Eenvoudig, niet?! De enige moeilijkheid is dat jullie gedurende heel het spel niet mogen praten.<br />

Degene die op het einde van het spel het meeste kaarten heeft, mag zich de winnaar noemen.<br />

Veel succes!<br />

En denk eraan: niet praten!<br />

Eén blik zegt meer dan 1000 woorden!<br />

Groep 3<br />

Hallo!<br />

We spelen hier een eenvoudig kaartspel.<br />

Omdat het niet haalbaar is met de hele leefgroep, hebben we jullie in drie groepen onderverdeeld.<br />

Belangrijk is dat jullie gedurende het spel niet praten. We willen jullie hiermee duidelijk maken dat als je de regels<br />

van een spel kent, iedereen het spel kan spelen, zelfs zonder te praten. Lees dus aandachtig verder.<br />

Jullie vinden bij deze spelregels een boek kaarten. De grootste van jullie groep verdeelt de kaarten onder het aantal<br />

spelers in jullie groepje. Opgelet: bepaal dit zonder te praten!<br />

Vervolgens spelen jullie het spel “hoe lager, hoe beter”.<br />

Dat gaat als volgt in z’n werk.<br />

Jullie nemen allemaal een kaart en smijten die gelijktijdig op tafel. Diegene die de laagste kaart heeft geworpen,<br />

neemt alle kaarten op tafel bij elkaar en legt ze op zijn of haar ‘aflegstapel’ voor zich neer.<br />

Eenvoudig, niet?! De enige moeilijkheid hier, is dat jullie gedurende heel het spel niet mogen praten.<br />

Degene die op het einde van het spel het meeste kaarten heeft, mag zich de winnaar noemen.<br />

Veel succes!<br />

En denk eraan: niet praten!<br />

Eén blik zegt meer dan 1000 woorden!<br />

NABESPREKING<br />

Zijn de spelregels niet te strikt, is er genoeg ruimte voor de inbreng van de deelnemers?<br />

Moeten er geen regels aangepast worden? Hoe?<br />

Wordt het spel op tijd afgebroken?<br />

Kun je het spel leuker maken door de spelregels te veranderen?<br />

19


AANGEPAST<br />

THEORIE<br />

Bij de A van DITMUSA ligt het accent op de activiteit of het spel. Pas je activiteit aan de situatie aan: het aantal<br />

leden, de tijd van het jaar, de speelduur, de leeftijd van je leden, enz. Durf je activiteit omgooien als de situatie<br />

verandert. Het is dé manier om je spel nog te doen lukken. Pas op! Je spel aanpassen is vaak iets van de laatste<br />

vijf minuten. Onverwacht komen er weinig leden opdagen, regent het juist of zijn de kegels in het materiaalkot<br />

verdwenen.<br />

Het is goed dat leiding op IK uitgebreid ondergedompeld wordt in de A van DITMUSA. Aanpassingen doen aan<br />

spelen, terreinen, aantallen of weersomstandigheden is een realiteit voor veel leiding in groepen in de stad. Ga er<br />

niet te snel over.<br />

HET SPEL<br />

Iedere deelnemer trekt een briefje, met daarop een voorwerp, dat ze zo snel mogelijk op de cursusplaats moeten<br />

gaan zoeken. Vertel hierbij dat het spel een hele namiddag zal duren.<br />

Voor de foute versie kunnen er bijvoorbeeld te weinig voorwerpen zijn voor alle deelnemers. Je kunt ook een spel<br />

spelen zonder materiaal, zoals ‘zoek de hoepel’ terwijl er geen hoepel aanwezig is.<br />

NABESPREKING<br />

Zijn de inkleding en speluitleg aangepast aan de groep?<br />

Is het spel geschikt voor alle leeftijden?<br />

Wordt er rekening gehouden met weersomstandigheden, tijdsduur, enz.?<br />

DE 7 SPELELEMENTEN SAMEN<br />

Er zijn twee manieren om met de zeven spelelementen om te gaan<br />

1. Speltechnisch: Als kapstok bij de voorbereiding en de begeleiding van spelen: “Ben ik niets vergeten?”<br />

2. Variërend<br />

EGOTRIPPERSSPEL<br />

Iedereen begint hetzelfde spel te spelen, bv. kat en muis. Op een stoel staat een trommel. Als je iets wilt<br />

veranderen, sla je erop en zeg je: “Ik, Nele, de grootste egotripper van het land, zeg dat we het spel vanaf nu in het<br />

bos spelen.”<br />

Zo kun je een hele tijd doorgaan terwijl iedereen iets mag veranderen.<br />

We variëren één of meerdere letters van DITMUSA om zo tot vernieuwende spelen te komen.<br />

Als je dat probeert, zul je merken dat het niet bij ieder element van DITMUSA even gemakkelijk gaat. Je zult<br />

ondervinden dat je sneller en meer kunt variëren met inkleding, materiaal, terrein en spelregels. Laat dat je echter<br />

niet tegenhouden om de andere ook te proberen. Vaak loopt het ook allemaal wat door elkaar: als je het doel<br />

verandert, verander je meestal ook de spelregels, enz. Dat is niet erg, natuurlijk – dat is zelfs de bedoeling.<br />

DITMUSA is geen schema om je strak aan te houden. Meer nog: het spel wordt echt anders en leuk wanneer je al<br />

die elementen door elkaar gooit, combineert en bijvoorbeeld je doel, je materiaal en je terrein tegelijk verandert.<br />

Het variërend spoor van DITMUSA kun je nog eens opsplitsen: het moment waarop je gaat variëren. Je kunt dat<br />

doen wanneer je je spel voorbereidt, een week op voorhand of zo. Dat is een goede manier om altijd weer met<br />

nieuwe dingen op de proppen te komen. Je kunt het ook doen tijdens je spelnamiddag zelf, omdat je leden anders<br />

reageren of om je spel nog een tijdje uitdagend te houden.<br />

20


MATERIAAL<br />

Twee ringen (bv. hoelahoepen)<br />

Draad<br />

Twee puntmutsen<br />

Petanqueset<br />

Allerlei voorwerpen waarmee je handbal kunt spelen<br />

Een kegel<br />

Een bierbak<br />

Een tuinstoel of stoel<br />

Een sjorbalk<br />

Enkele zakdoeken<br />

Enkele honken<br />

Enkele ballen<br />

3 boeken kaarten<br />

Spelregels voor het kaartspel (drie verschillende versies)<br />

21


VOWAS DEEL 1 (EEN SPEL BEGELEIDEN): 1UUR 30 MIN<br />

De doelstellingen<br />

Deelnemers maken kennis met verschillende aspecten van ‘een spel begeleiden’: veiligheid, observeren,<br />

waarderen, aanpassen en stimuleren.<br />

Deelnemers weten dat ze die verschillende aspecten moeten toepassen om activiteiten te doen slagen.<br />

Deelnemers oefenen de verschillende aspecten van spelbegeleiding in.<br />

De theorie<br />

Als begeleiding is het belangrijk om in een spel maar ook daarbuiten altijd goed te observeren wat er gebeurt,<br />

aanpassingen te doen als dat nodig is, een veilige situatie te creëren voor je leden, je leden te waarderen om wie ze<br />

zijn of wat ze doen en ze te stimuleren.<br />

Die vijf voorwaarden om een goede begeleid(st)er te zijn, vind je terug in VOWAS.<br />

VEILIGHEID<br />

Creëer veiligheid voor je leden, zowel psychisch als fysiek.<br />

Je leden moeten zich thuis kunnen voelen in de <strong>Chiro</strong>. Bouw daarom elke week mee aan een herkenbare plek waar<br />

ze zichzelf mogen zijn, zich veilig voelen en graag gezien worden.<br />

Een leuk spel speel je best niet met onveilig materiaal. Voor die fysieke veiligheid willen we je extra waarschuwen:<br />

voorkom ongelukken door een goede en verantwoorde opbouw van de activiteit. Veiligheid is een aspect waarbij je je<br />

niet afwachtend mag opstellen. Als je twijfelt aan de veiligheid, kun je het beter niet doen.<br />

Anderzijds is het ook niet de bedoeling dat je de leden de hele tijd stil op hun stoel laat zitten om hen toch maar niets<br />

te laten overkomen. In de mate van het mogelijke (en het wenselijke) moet je ongelukken wel vermijden, maar<br />

verantwoordelijkheid betekent ook dat je gepast kunt reageren als er toch iets voorvalt.<br />

Kijk ook www.chiro.be/veiligheid.<br />

In de bijlage vind je alle Veiligheidsfiches. Per thema vind je op de fiches wat informatie over de wetgeving en een<br />

aantal tips.<br />

De thema’s zijn: Verkeer, Te voet, Fietsers, Tochtactiviteiten, Alcohol en drugs, Seksualiteit, Hoogte, Vuur , Water ,<br />

Voedsel, Inbraak , Elektriciteit , en Rustverstoorders.<br />

OBSERVEREN<br />

Observeren is meer dan gewoon kijken. Observeren is goed kijken, interpreteren en dan iets doen met wat je<br />

bedacht hebt.<br />

Waarom is observeren zo belangrijk?<br />

Om iets beter begrijpen<br />

Om een denkpiste of vooroordeel bij te sturen<br />

Om een mening te toetsen<br />

Om iets nieuws ontdekken<br />

22


Observeren kan echt leiden tot handelen. Een spelregel aanpassen, een lid straffen, ploegen evenwichtiger maken,<br />

gevaarlijke situaties vermijden, het enthousiasme opvoeren, de ideale locatie vinden en één van je leden ter hulp<br />

snellen. Het kan allemaal het gevolg zijn van goed observeren.<br />

Er zijn twee manier om te observeren.<br />

Als je met z’n tweeën een afdeling begeleidt, kan de ene meespelen en de andere langs de kant observeren.<br />

Je bent een buitenstaander die toekijkt<br />

Wie naast het spel staat, treedt op als een scheidsrechter die het spel stuurt. Wie goed observeert, kan heel wat<br />

objectieve gegevens waarnemen. Was de bal buiten? Was het echt een fout? Wie niet deelneemt aan het<br />

gebeuren, krijgt gemakkelijk het statuut van scheidsrechter, waardoor er minder discussie kan ontstaan over winnen<br />

en verliezen. Je hebt als scheidsrechter meer autoriteit om dingen aan te passen.<br />

Je speelt mee<br />

Wie deelneemt, kan putten in een grasveld, gladheid van een terrein en de haalbaarheid van het spel sneller<br />

ontdekken. Liggen de twee kampen niet te ver uiteen? Zijn de teams even sterk?<br />

Vooral gevoelsmatige zaken kun je veel beter opmerken als je meedoet. Zijn er kleine irritaties, wordt er hard of vuil<br />

gespeeld, is het spel boeiend, gaan de leden op in het spel, enz.?<br />

Je kunt als deelnemer ook ingrijpen. Zo kun je een minder betrokken speler er meer bij betrekken, de mindere ploeg<br />

wat competitiever maken (of de sterkere ploeg doen verliezen), je kunt enthousiasme overbrengen, je kunt/moet het<br />

voorbeeld zijn van een goede speelhouding.<br />

Belangrijk is: je doel als observator-deelnemer is anders dan dat van de andere deelnemers. Daar waar de<br />

doelstelling voor deelnemers vaak is het spel te winnen, is de enige doelstelling voor de observator ervoor te zorgen<br />

dat alle leden plezier beleven aan het spel.<br />

De leiding wint een spel als alle leden het een leuke activiteit hebben gevonden.<br />

WAARDEREN<br />

Je leden waarderen is elk kind waardevol vinden.<br />

Probeer het goede in al je leden te zien en blij te zijn dat ze bij jou in de ploeg zitten.<br />

Je schenkt evenveel aandacht aan alle leden: zowel degene die je het beste liggen (je lievelingen) als de<br />

leden waar het minder mee klikt (het zeurende meisje met de snottebel, bijvoorbeeld).<br />

Elk van je leden heeft talenten en goede kanten, door wie ze zijn, wat ze doen of wat ze kunnen. Laat je niet<br />

afleiden door een slechte eerste indruk. Zet vooroordelen opzij en daag jezelf uit om het goede te zoeken.<br />

De inbreng van je leden leg je niet naast je neer of schuif je niet zomaar weg. Je doet iets met de ideeën,<br />

gevoelens en signalen van je leden.<br />

Al je leden waarderen is niet eenvoudig: het heeft te maken met graag zien, veel geduld hebben, alsmaar nieuwe<br />

kansen geven en vooroordelen opzij zetten.<br />

Wie erin slaagt zijn of haar leden te waarderen, zal merken dat de leden zich meer thuisvoelen. Het draagt bij tot een<br />

goede sfeer in je afdeling en het slagen van je activiteiten.<br />

23


AANPASSEN<br />

Er zijn verschillende begeleidingsstijlen. Ze hebben elk hun sterke punten maar ook valkuilen. Als goeie leid(st)er<br />

moet je kunnen afwisselen tussen de verschillende stijlen. Waarschijnlijk heb je een eigen stijl, maar toch stimuleren<br />

we je om voortdurend je begeleidingshouding aan je leden en de situatie aan te passen. Het gaat dikwijls om een uitzondering<br />

op de regels maken omdat mensen nu eenmaal belangrijker zijn dan principes.<br />

Bij voorbeeld: je verwacht van je leden dat ze allemaal meespelen. Enkel Joke, die klaagt over buikpijn, mag aan de<br />

kant blijven. Of je helpt je rakwi’s niet bij een kwis maar je houdt wel de gemakkelijkste vraag klaar voor als Pieter<br />

aan de beurt is. Je aspi’s mogen tijdens een <strong>Chiro</strong>namiddag niet roken, maar op bivak pas je de leefregels aan.<br />

Vier verschillende begeleidingsstijlen :<br />

Autoritair:<br />

+ Veel oog voor het resultaat, voor de taak die volbracht<br />

moet worden volgens de vooropgestelde regels<br />

+ Maakt duidelijke afspraken over de plaats van het spel,<br />

over eigen taken en die van de medeleiding<br />

+ Volgt de gemaakte afspraken op, is betrouwbaar<br />

+ Neemt gemakkelijk zelf de beslissingen<br />

- Geeft weinig inspraak<br />

- Houdt niet genoeg rekening met de gevoelens die in de<br />

groep heersen, met de relaties tussen mensen<br />

- Er ontstaat een afhankelijkheid van de leid(st)er en als<br />

de kat van huis is ...<br />

Die stijl werkt goed in situaties waarbij de veiligheid in het<br />

gedrang komt, tijdens een spel waarbij de regels erg<br />

belangrijk zijn voor het slagen van het spel, of om<br />

conflicten te vermijden.<br />

Democratisch:<br />

+ Heeft respect voor iedereen, als gelijkwaardige partner<br />

+ Maakt afspraken in samenspraak met de groep (duur<br />

van een spel, plaats waar het gespeeld wordt)<br />

+ Luistert actief naar wat anderen te zeggen hebben en<br />

houdt rekening met hun mening<br />

- Blijft besluiteloos, twijfelt als de groep verschillende<br />

signalen geeft<br />

- Draagt zelf geen oplossingen voor, stelt enkel de<br />

vragen/problemen ter discussie<br />

Er ontstaat betrokkenheid en een wij-gevoel, waardoor de<br />

leid(st)er gedurende een korte periode afwezig kan zijn.<br />

Je hebt tijd en doet een beroep op de verantwoordelijkheid<br />

van je leden zelf.<br />

Zorgend:<br />

+ Heeft veel oog voor hoe de kinderen zich voelen<br />

+ Streeft ernaar iedere deelnemer zo positief mogelijk<br />

te benaderen<br />

+ Heeft veel oog voor het individu in de groep<br />

- De leid(st)er verliest het belang van de groep uit het<br />

oog<br />

- De leid(st)er heeft lievelingetjes<br />

Soms is het belangrijk om te focussen op relaties en<br />

de persoonlijke situaties van kinderen. Het spel en de<br />

regelmaat zijn dan minder belangrijk dan het feit dat je<br />

leden zich goed voelen.<br />

Ruimte/ laisser faire:<br />

+ De leid(st)er geeft de groep veel ruimte, er worden<br />

zo weinig mogelijk afspraken gemaakt<br />

+ Als er een regel wordt overtreden, volgt daar niet<br />

altijd een straf op<br />

+ De deelnemers krijgen veel inspraak en mogen zelf<br />

veel initiatief nemen<br />

- De leid(st)er laat alles gebeuren, zonder al te veel in<br />

te grijpen<br />

- De leid(st)er is niet betrokken, onverschillig ten<br />

aanzien van de groep<br />

Geef je groep de kans om zelf verantwoordelijk te zijn,<br />

te experimenteren en te leren. De kans is groot dat<br />

het eens botst, maar ook conflicten oplossen leer je in<br />

de <strong>Chiro</strong>. Dit is een goede stijl om toe te passen in<br />

veilige situaties waarbij de verwachtingen niet te groot<br />

zijn.<br />

24


STIMULEREN<br />

Probeer jouw enthousiasme over te dragen op je leden. Het begint met je eigen vertrouwen. Beleef je er zelf plezier<br />

aan? Laat mensen merken wat je ervan vindt. Speel dus zelf zoveel mogelijk mee. Zet leden aan om mee te doen –<br />

ook als het iets onbekends is of iets waar ze niet zo goed in zijn. Met stimuleren wordt in geen geval bedoeld dat je je<br />

leden gaat forceren. Je moet natuurlijk met alle elementen van VOWAS rekening blijven houden.<br />

Stimuleer je leden met positieve gedachten en beloningen, niet door te dreigen met straffen. Daag je leden uit, zorg<br />

voor een leuke inkleding, maak duidelijk waarom je iets kiest, geef je leden inspraak, enz.<br />

De methodiek: het 50- minutenspel<br />

Voordat het spel begint, zorg je ervoor dat je een ‘kaas met gaten’-spel klaargezet hebt. Dat doe je door tussen twee<br />

bomen touwen te spannen met grote en kleine gaten. (Alle spelers moeten door de gaten zonder de touwen te<br />

raken. Elk gat mag maar één keer gebruikt worden.)<br />

Je geeft elke deelnemer een tijdverloopsschema. Het is de bedoeling dat je elke minuut zegt welke minuut het is, 50<br />

minuten lang.<br />

Je moet een aantal dingen in orde brengen tegen een bepaald tijdstip:<br />

Voor de 20e minuut moet je ervoor zorgen dat er in jullie lokaal lucifers liggen en een aansteker.<br />

Min 19 geef je iemand een zakje chips. De andere leiding geef je een bak drinken, hier zit zowel frisdrank als<br />

bier in.<br />

Materiaal<br />

Zakje chips<br />

Bak drinken met zowel frisdrank als bier<br />

Twee bomen waar een ‘kaas met gaten’-spel tussen gespannen staat<br />

Lucifers<br />

Aansteker<br />

Evenveel situaties als dat er deelnemers zijn. Er staan er tien in de bundel. De nummers 1 tot 6 zijn<br />

personages waar leiding bij is, die moet je zeker gebruiken. De nummers 7 tot 10 kun je kopiëren als je er nog<br />

nodig hebt.<br />

Nabespreking<br />

Tijdens deze nabespreking bespreek je de theorie van VOWAS. Hiervoor is het belangrijk dat je die zelf hebt<br />

doorgelezen. In de bijlage vinden jullie nog extra info over veiligheid op de Veiligheidsfiches.<br />

Je hebt vijf flappen met de woorden van VOWAS erop verspreid over het lokaal: Veiligheid, Observeren, Waarderen,<br />

Aanpassen, Stimuleren.<br />

De deelnemers schrijven twee dingen op elke flap: iets op wat ze in het spel ervaren hebben als leuk en iets lastigs.<br />

Alle deelnemers hebben verschillende situaties gehad tijdens het spel dus iedereen kan meepraten! Daarna overloop<br />

je de flappen samen.<br />

25


Enkele richtvragen die je kunt stellen:<br />

De leid(st)er die mee ‘zwart schaap’ speelde: heb je dingen kunnen ervaren die je minder zou zien als je niet<br />

meespeelde?<br />

Hoe heeft de leiding de leden gestimuleerd?<br />

Als er iemand een spel niet durft meedoen, móéten ze dan meedoen van jou?<br />

Mag leiding meer doen dan de leden, zoals chips eten?<br />

Als je de groep in ploegen verdeelt, hou je dan ergens rekening mee? Verdelen jullie de ploegen soms op<br />

voorhand?<br />

Hoe komen jullie te weten wat jullie leden van het spel vonden?<br />

Luisteren jullie soms naar wat jullie leden willen doen?<br />

Wat vinden jullie over met vuur spelen/bier drinken? Hebben jullie hier afspraken over in jullie leidingsploeg of<br />

met je medeleiding?<br />

Wat kun je waarderen aan kinderen die niet willen meespelen?<br />

Enz.<br />

26


VOWAS DEEL 2 (BEGELEIDINGSHOUDING): 1 UUR 30 MIN<br />

De doelstellingen<br />

De deelnemers leren creatief reageren op ongemakkelijke situaties<br />

VOWAS: begeleidingshouding bij een spel<br />

Op een IK is er niet de ruimte om al die problemen aan te kaarten, maar je kunt hen wel al een korte vorming geven<br />

over één gekozen thema (bv. straffen en belonen). Meteen heb je een goed aanknopingspunt voor de promotie van<br />

SB, want daar wordt op begeleidingshouding dieper ingegaan.<br />

De theorie<br />

Eén doelstelling van de IK moet zeker dit zijn: nieuwe, jonge leiders en leidsters zijn zich ervan bewust dat het<br />

belangrijk is dat ze hun leden en hun achtergrondsituatie goed leren kennen. Dat hoort bij de begeleidingshouding.<br />

Op die manier zullen ze meer op maat van hun leden kunnen werken. Hoe beter je je leden kent en daarop inspeelt,<br />

hoe meer je het vertrouwen van de ouders wint.<br />

Een goede leid(ster):<br />

zorgt dat spelactiviteiten worden afgewisseld met zeer doelgerichte en productgerichte handelingen, en dan<br />

weer met wat aanmodderen en experimenteren. In de <strong>Chiro</strong> willen we voor die afwisseling (helpen) zorgen.<br />

Het is aan jou om nieuwe impulsen te geven aan het spel, om het aanmodderen geen verveling te laten<br />

worden.<br />

speelt flexibel in op groepssituaties. Je treedt afwisselend op als sfeermaker, instructeur, spelenman of -<br />

vrouw, deelnemer en begeleid(st)er.<br />

vindt het niet altijd nodig strak te begeleiden en je aan je programma te houden. Gun je leden voldoende<br />

ruimte om zelf inbreng te hebben in wat er gedaan wordt. Pik hun ideeën op en doe er iets mee.<br />

is goed voorbereid, heeft een heel pak ideeën en ontwikkelt een grote creativiteit.<br />

kent zijn/haar leden goed (hun karakter, hun leeftijd, hun mogelijkheden en beperkingen) en waardeert ze<br />

allemaal.<br />

is naast een goede spelbegeleid(st)er ook leid(st)er van speelclubbers, rakwi’s, tito’s, keti’s en aspi’s met hun<br />

typische groepssfeer en eigen karakter.<br />

heeft een goed contact met de leden. Een open en rechtvaardige houding is nodig om als begeleid(st)er<br />

aanvaard te worden en dingen te kunnen doen.<br />

De voorgestelde begeleidingshouding is er één die we kunnen aannemen voor alles wat we doen als leid(st)er binnen<br />

de <strong>Chiro</strong>. We kunnen ze samenvatten in enkele begeleidingstaken: Veiligheid, Observeren, Waarderen, Aanpassen<br />

en Stimuleren. Eigenlijk zijn het de voorwaarden om een goeie leid(st)er te kunnen worden. Als je daarin niet slaagt,<br />

mag je technische speluitleg nog zo perfect zijn, het spel zal moeilijk lopen.<br />

De methodiek : het beursspel<br />

SPELVERLOOP:<br />

1. De deelnemers komen per groepje naar de beurs een aandeel kopen. Ze mogen zelf kiezen welk aandeel<br />

ze kopen uit het aanbod dat op dat moment op de beurs aanwezig is.<br />

2. Ze krijgen de situatie mee die bij dat aandeel hoort. Ze schrijven op het papier hoe zij zouden reageren.<br />

Staat er al iets op het blad van een groepje dat het aandeel eerder kocht en weer doorverkocht, dan<br />

moet je anders reageren. Alle stellingen zijn gelinkt aan een bepaald rectorduo (en waar ze zich<br />

bevinden).<br />

27


3. Ze zoeken het rector voor hun stelling en bespreken hun reactie met hem of haar. Voor elke stelling krijg je<br />

vijf minuten voorbereidingstijd en vijf minuten verdedigingstijd bij de rectors.<br />

4. De rector beoordeelt de reactie. Is het een goede, dan zal het aandeel in waarde stijgen. Is de reactie niet<br />

goed, dan kan de waarde dalen.<br />

5. De stijging of daling van de waarde van het aandeel wordt op een scorebord genoteerd.<br />

6. Groepen kunnen kiezen om hun aandeel weer te verkopen voor de nieuwe waarde of een beter antwoord te<br />

zoeken om het nog meer in waarde te laten stijgen. Telkens wanneer je een aandeel terugverkoopt aan<br />

de beurs worden het aandeel en het scorebord aangepast. Hiervoor kun je best twee begeleid(st)ers<br />

voorzien. Zo hebben zij maar te roepen: “Aandeel <strong>Chiro</strong>vlag: gestegen met € 100”.<br />

Bv. Het aandeel van de <strong>Chiro</strong>vlag is € 200 waard. Een groepje koopt het, zoekt een reactie en komt terug naar de<br />

beurs. Het is een originele en goede reactie, waardoor de waarde zal stijgen met € 100. Op het paneel wordt de<br />

waarde van het aandeel veranderd van 200 naar 300. Het volgende groepje dat het aandeel wil kopen, zal € 300<br />

moeten betalen.<br />

Er wordt op voorhand niets gezegd over wat ze met hun winst kunnen doen. Het moet om de stellingen draaien, de<br />

beurs is enkel motivatie. Op het einde van het spel wordt de winst geteld om toch een winnaar aan te duiden. Met de<br />

winsten kan je bvb muziek aanvragen tijdens de laver.<br />

BEGELEIDING<br />

De begeleiding zegt duidelijk bij aanvang van het spel dat er geen foute reacties zijn, maar dat we enkel extra<br />

suggesties kunnen doen. Hoe minder we moeten toevoegen aan hun reactie, hoe hoger hun score.<br />

Rectors:<br />

Rectorshebben elk eigen stellingen (+ bijvragen): die stellingen moeten ze grondig voorbereiden worden.<br />

Voorzie een aantal bijvragen en een hele waslijst aan mogelijke goede en minder goede oplossingen. - De<br />

rectors bepalen wie van het deelnemersgroepje de stelling moet verdedigen.<br />

De rectors bepalen het puntaantal (min. 100, max. 1000).<br />

speculanten.<br />

Wat verwachten we van jou als rector:<br />

Lees in sneltempo de voorgaande reacties.<br />

Laat het groepje de nieuwe reactie mondeling voorgestellen (5 min, wees streng).<br />

Stel bijvragen (5 min) als “Wat hebben de leiders duidelijk vergeten te doen? Wat<br />

loopt er fout? Waar hadden zij geen aandacht of oog voor? Wat hadden ze<br />

volgens jullie anders of beter moeten doen? Waar zit de kern van het probleem?<br />

Wat zijn de mogelijke gevolgen als je het niet aanpakt? ...”, “Maar als je dat doet,<br />

zal dit dan niet kunnen gebeuren?”. Welke elementen van Vowas vind je hier in<br />

terug ?<br />

Beoordeel de situatie aan de hand van de waardeschaal.<br />

In het begin zullen de meeste aandelen stijgen. Zijn er al reacties op je aandeel, dan kun<br />

je aandelen ook laten dalen in waarde. Je mag na een tijdje meer verwachten van de<br />

Een aandeel dat veel waard is, mag meer stijgen dan een aandeel dat weinig waard is. Duurdere aandelen zijn<br />

meestal moeilijker of zijn al veel meer verkocht geweest.<br />

DEELNEMERSGROEPJE<br />

Deelnemersgroepjes van drie of vier personen (mix van <strong>Chiro</strong>groepen, ervaring, geslacht, enz.)<br />

28


DE AANDELEN<br />

Bij opstart van de beurs heeft elk aandeel een beginwaarde tussen 100€ en 300 €.<br />

Elk aandeel heeft een eigen nummer.<br />

Elk aandeel kan drie keer gekocht worden (door drie verschillende groepjes). Hetzelfde groepje kan niet<br />

tweemaal hetzelfde aandeel kopen.<br />

Een groepje kan maar één aandeel tegelijkertijd aankopen. Pas na het inleveren van het vorige, kunnen ze<br />

een nieuw aankopen.<br />

De groep moet ook telkens volledig aanwezig zijn bij de rectors. Anders begint de vijf minuten verdedigingstijd<br />

niet te lopen. Dat is om te vermijden dat groepjes zich gaan opsplitsen.<br />

Er zijn in totaal 29 stellingen.<br />

Materiaal<br />

Stellingen kunnen gedrukt worden in een aandelenboekje (zie bijlage)<br />

Eventueel projector om score bij te houden<br />

Scorebord<br />

Balpennen<br />

29


EEN CHIRONAMIDDAG OPBOUWEN: 3 UUR<br />

Doelstellingen<br />

Deelnemers maken kennis met de verschillende elementen om een <strong>Chiro</strong>namiddag op te bouwen:<br />

voorbereiding en bekendmaking, onthaal en opening, activiteit, en slot en evaluatie.<br />

Deelnemers leren verschillende spelen combineren, er een geheel van maken en ze inkleden.<br />

Deelnemers maken een volledig <strong>Chiro</strong>programma.<br />

De theorie<br />

Voorbereiding en bekendmaking<br />

De voorbereiding kan vanuit verschillende startblokken vertrekken. Misschien is er al een planning<br />

voor het hele trimester of heb je met de leidingsploeg een bepaald accent afgesproken. Soms kun je<br />

inspelen op wat de kinderen/jongeren zelf willen meemaken of zijn er een aantal aspi’s mee verantwoordelijk voor de<br />

werking. Alleszins moet je er op tijd bij zijn. In het half uur voor de werking begint, geraak je meestal niet ver. De<br />

voorbereiding is ook geen soloproductie, maar wel een opdracht van elke leid(st)er van de afdeling. Nog voor de<br />

werking begint, maken we het <strong>Chiro</strong>volkje nieuwsgierig. Bekendmaken heet dat. Je kunt je leden speciaal<br />

uitnodigen, mysterieuze tips geven of je leden verrassen.<br />

Onthaal en opening<br />

Voor je echt begint, moet de sfeer al te proeven zijn. Het lokaal is omgetoverd, er staan vreemde voorwerpen op het<br />

plein, de kinderen/jongeren krijgen opdrachten, een verkleed personage duikt op.<br />

De opening kan op verschillende manieren gebeuren – hoe creatiever, hoe liever. Een vlotte uitleg en een originele<br />

inkleding, aangepast aan de leefwereld, staan borg voor een enthousiaste start. Zorg er vooral voor dat de bedoeling<br />

duidelijk is en dat iedereen zich betrokken voelt. Best maak je ook goede afspraken voor het verloop van de<br />

namiddag, zowel met je medeleiding als met de groep.<br />

Activiteiten<br />

Er zijn natuurlijk oneindig veel mogelijkheden om een boeiend programma in elkaar te boksen. Alleen al het<br />

assortiment spelen is onuitputtelijk. Als leid(st)er ben je in feite een uitvinder, niet alleen door verschillende<br />

spelvormen met elkaar te vermengen, maar ook door nieuwe dingen uit te proberen. Alleszins zijn afwisseling,<br />

fantasie en een rode draad in het geheel altijd terugkerende elementen.<br />

Slot en evaluatie<br />

Zoals goed begonnen half gewonnen is, win je met een goed slot het groot lot. Een spelnamiddag is pas echt<br />

geslaagd als hij afgerond wordt. Laat kinderen hun gevoelens uiten, laat ze vertellen wat ze ervan vonden, welke<br />

plezante dingen er gebeurd zijn of wat hen nog dwars zit. Vanuit het thema of de programmaopbouw komen we tot<br />

een ontspannend einde dat bijblijft. Misschien helpen enkele kinderen opruimen of moet je nog afspreken voor<br />

volgende week. Voor jezelf maak je uit of je hier nog verder rond werkt of welke aanknopingspunten er zijn voor een<br />

volgend programma.<br />

De methodiek<br />

SPELVERLOOP<br />

Doel van het spel:<br />

Je doet eerst enkele kleine spelletjes. Daarmee kunnen de groepen enkele spelelementen verdienen: materiaal,<br />

soort spel, terrein. Wie wint, mag eerst een kaartje trekken of een kaartje kiezen. Die elementen moeten ze<br />

gebruiken in hun programma dat ze gaan maken.<br />

De deelnemers bereiden in kleine groepjes (2 à 3 personen) een programma voor. Het moet een programma zijn<br />

voor een hele namiddag.<br />

30


DEEL 1: VERDIEN DE JUISTE ELEMENTEN<br />

Ze spelen hanengevecht om materiaal te verdienen.<br />

Alle spelers springen rond op één been, met hun armen gekruist voor hen. Ze proberen elkaar uit evenwicht te<br />

brengen door tegen elkaar op te hinken. Als je je evenwicht verliest en je voet aan de grond zet, heb je verloren en<br />

val je af.<br />

Bal<br />

Tennisbal<br />

Ballonnen<br />

Blinddoeken<br />

Enz.<br />

We spelen schoenenpetanque om het soort spel te verdienen.<br />

Je legt op het terrein een bal. Iedereen gaat op één lijn staan en moet één schoen zo dicht mogelijk bij de bal<br />

schoppen. Diegene die het dichtst geraakt, mag als eerste kiezen.<br />

Kringspel<br />

Gezelschapsspel<br />

Twee ploegen<br />

Individueel<br />

Enz.<br />

Zoek de 20 cent of de fluitende begeleid(st)er om het terrein te verdienen.<br />

Je verstopt in een lokaal 20 cent of iemand van de begeleiding met een fluitje. De deelnemers moeten die zo snel<br />

mogelijk vinden.<br />

Terrein<br />

Bos<br />

Plein<br />

Binnen: grote zaal<br />

Binnen: lokaal<br />

Enz.<br />

DEEL 2: HET STAPPENPLAN<br />

Alle groepjes krijgen een stappenplan. Enkele onderdelen hebben ze via de spelen gekregen, de andere (bv. het<br />

thema) moeten ze zelf kiezen. Alle stappen moeten ingevuld worden.<br />

Ons stappenplan is een handig instrument om een <strong>Chiro</strong>activiteit in elkaar te steken. Het bestaat uit 9 stappen waar<br />

je vooraf over nadenkt. We stellen hier een volgorde voor, maar daar hoef je je niet per se aan te houden.<br />

1. Kies een soort activiteit<br />

Hou rekening met: de eigenheid van je groep, wat je de vorige weken deed (afwisseling), het weer, de<br />

speelmogelijkheden (welk terrein), aantal begeleid(st)ers, de voorziene tijd, ledenaantal, wat je op je<br />

maandprogramma schreef, enz.<br />

Enkele voorbeelden<br />

Tocht, ruw en hevig, inleefspel, knutselen, creatief, samenwerking, competitief, verkennend<br />

2. Kies een thema<br />

Hou rekening met: actualiteit, leefwereld van je leden, originaliteit, haalbaarheid voor jezelf, tijd die je hebt,<br />

noodzakelijkheid.<br />

31


Enkele voorbeelden:<br />

Sneeuwpoppen, dino’s, nomaden, piraten, rockersdag, oma en opa, holbewoners, Studio 100, enz.<br />

3. Kies een geschikte locatie<br />

Hou rekening met: de mogelijkheden, het thema, de mobiliteit van je leden, hun leeftijd, de originaliteit, het weer.<br />

Enkele voorbeelden:<br />

Op het plein, in het nabije park, in de dorpskern, de stad, het bos, een zandvlakte<br />

4. Maak een tijdsindeling<br />

Hou rekening met beginuur en einduur, het seizoen, externe factoren, vaste afspraken, gezamenlijke activiteiten.<br />

Een voorbeeld<br />

We starten om 14.15 uur met een toneeltje, dan spelen we de eerste drie van ongeveer tien spelletjes tot rond 15 uur,<br />

we gaan terug naar binnen en knutselen een val voor de wilde beesten tot rond 15.30 uur.<br />

5. Maak de invulling van je programma<br />

Hou rekening met: soort activiteit (stap 1), thema (stap 2), welk materiaal is er voorhanden<br />

Een voorbeeld<br />

* Spel :Chinees voetbal, maar als de bal door je benen rolt, moet je telkens een baksteen onder je voeten leggen. Zo<br />

laag mogelijk blijven is de opdracht.<br />

* Koppeling aan het thema: De keti’s zijn Zoeloes en spelen zogezegd met het hoofd van de gekookte<br />

ontdekkingsreiziger. Dat is de nationale sport van de Zoeloes.<br />

* Materiaal: Bal: in lokaal<br />

Bakstenen: Hilde brengt bakstenen van thuis mee.<br />

6. Kijk na of alles in overeenstemming is<br />

Hou rekening met de vier eerste stappen. Vergeet je thema niet door te trekken in alle spelletjes. Gebruik je de locatie<br />

optimaal, is de timing nog goed, …<br />

7. Maak een uitnodiging<br />

Hou rekening met: aan wie de uitnodiging gericht is (denk altijd aan de ouders), vermeld start- en einduur, deel mee<br />

wat de leden moeten meebrengen, verwerk eventueel het thema erin, beschouw je uitnodiging als een warmmaker<br />

voor je activiteit, licht al een tipje van de sluier op.<br />

8. Zorg voor een goede ontvangst van je leden<br />

Hou rekening met: wie is wanneer waar, wat doe je, wat heb je nodig, is je lokaal in orde? Zorg dat je ruim op tijd<br />

klaarstaat op de terreinen. Zodra er leden zijn, sta je voor hen paraat (sla een praatje , speel wat voetbal). Heb<br />

aandacht voor een nieuweling. Sta open voor vragen van de ouders.<br />

9. Evalueer je <strong>Chiro</strong>namiddag<br />

Om in de toekomst nog betere programma’s te maken en om ervoor te zorgen dat je problemen in de groep of met je<br />

medeleid(ste)r voorkómt, is het noodzakelijk na elke werking te evalueren. Dat kan expliciet (je maakt er een<br />

speciaal momentje voor vrij en werkt met een bepaalde methodiek) of impliciet (je vraagt terloops aan je leden en<br />

medeleid(st)ers wat ze ervan vonden). Geef hoe dan ook zeker speciaal aandacht aan de stille kinderen in je groep.<br />

Maak in de loop van het jaar zeker een paar keer tijd om echt te evalueren.<br />

Enkele voorbeelden<br />

DEEL 3 : DE VOORBEREIDING<br />

Je deelnemers bereiden hun namiddag voor. Als begeleiding ga je regelmatig eens kijken hoe het gaat bij de<br />

groepjes en geef je voldoende feedback. Zorg ervoor dat ze goed nadenken en dat ze origineel proberen te zijn.<br />

Enkele leuke ideeën:<br />

32


Hang in de grote zaal verschillende vernieuwde spelen op. Tijdens hun voorbereiding kunnen ze daar ideeën<br />

opdoen.<br />

Voorzie Dubbelpunten voor je leefgroep om in te bladeren.<br />

Zorg ervoor dat je de afdelingsboeken bij hebt. Hier kunnen ze ideeën uit halen en zo maken ze er kennis<br />

mee.<br />

DEEL 4 : UITTESTEN<br />

Achteraf kun je de programma’s uittesten. Vraag aan elk groepje om hun spel uit te leggen en één spel of meerdere<br />

spelen uit de activiteit ook echt te doen.<br />

DEEL 5 : EVALUEREN<br />

Evaluatie na de verschillende spelen. Hier zijn enkele richtvragen die je kunt stellen:<br />

Wat vonden de andere deelnemers ervan?<br />

Is het bruikbaar voor je eigen groep of voor welke afdeling?<br />

Zou je dit spelen met je eigen groep?<br />

Waar hield je rekening mee om je spel te maken?<br />

Wie zou dit spel graag spelen als lid?<br />

Wat zou je anders gedaan hebben?<br />

Zouden al je leden dit spel graag spelen?<br />

Zou het stappenplan een hulp kunnen zijn bij jouw voorbereidingen?<br />

Hoe maak je jouw programma? Spreken jullie af met al je medeleiding? Of maakt één iemand het<br />

programma?<br />

Waar haal je inspiratie voor jullie spelen?<br />

33


EVALUEREN: 1 UUR<br />

Doelstellingen<br />

Hebben we onze doelstellingen bereikt? We vragen de deelnemers wat ze meenemen van op IK.<br />

We evalueren de werkvormen en de omkadering.<br />

We evalueren of de verwachtingen van de deelnemers ingevuld werden.<br />

De theorie<br />

Wat is evalueren juist? Een definitie!<br />

Evalueren is een gemotiveerd waardeoordeel uitspreken over een gebeurtenis die voorbij is, om er de volgende keer<br />

rekening mee te houden.<br />

Het is dus meer dan een eenvoudig verslag. Je bepaalt of iets leuk, saai, leerrijk, enz. was. In een evaluatie geef je<br />

de redenen, de motieven aan waarom je iets waardevol vindt of niet.<br />

Je kunt van alles evalueren: een activiteit, een groepsgebeuren, een gesprek, een persoon, een relatie, enz.<br />

Met het resultaat van een evaluatie moet je bij een volgende IK rekening houden.<br />

Aandachtspuntjes<br />

Zorg dat je als leid(st)er de evaluatie grondig voorbereid hebt en vertrouwd bent met de techniek.<br />

Jij zult namelijk het gesprek moeten leiden. Komt iedereen aan het woord? Waar moeten we dieper op ingaan? Is<br />

de boodschap duidelijk overgekomen? Weet ook op het juiste moment bepaalde gesprekken en onderwerpen af te<br />

ronden.<br />

Zorg voor een gevoel van veiligheid, een sfeer van vertrouwen en respect voor andermans mening.<br />

Probeer je in te leven, sta open voor ieders mening, luister actief, probeer vooroordelen te vermijden en ga niet in de<br />

verdediging.<br />

Neem notities zodat de mening van de deelnemers niet verloren gaat. Bekijk later hoe je dingen kunt aanpassen<br />

voor de volgende IK.<br />

De methodiek<br />

IK NEEM MEE<br />

Alle deelnemers krijgen aan het begin dan de IK een blad of schriftje. Hier schrijven ze op wat ze zeker moeten<br />

onthouden van IK: leuke spelletjes, tips over begeleidingshouding, telefoonnummers van de andere deelnemers, enz.<br />

Aan het eind van de IK krijgen ze een zakje. Daarin vinden ze de deelnemersbundels, een aantal lege spelfiches,<br />

reclame voor SB, enz. Vraag hen om nog even na te denken en hun blad aan te vullen met wat ze zeker willen<br />

onthouden van deze IK.<br />

Je kunt hen ook aan de start van de IK al vragen om op te schrijven wat ze verwachten van de cursus. Bij de<br />

evaluatie kun je dan nakijken of de verwachtingen ingelost zijn.<br />

Als begeleid(st)er voorzie je ook een zak voor je leefgroep waar ze na alle blokken of groepsmomenten een briefje in<br />

mogen steken als ze iets niet willen vergeten of als ze anoniem feedback willen geven.<br />

34


M&M-EVALUATIE<br />

De praktische organisatie en inhoud van IK evalueren:<br />

Elke speler neemt een M&M uit het zakje.<br />

Groen = Positief punt<br />

Rood = Minpunt<br />

Blauw = Wat vond je van het spel<br />

Geel = Wat vond je van de inhoud<br />

Groen = Een zot idee, zo kan het beter.<br />

Daarna wordt er een kaartje getrokken waarop de verschillende onderdelen van de IK staan. Iedereen moet over dat<br />

onderdeel van de IK iets zegen dat overeenkomt met de kleur van de M&M die ze genomen hebben. Anderen<br />

mogen telkens aanvullen.<br />

Daarna mag je de M&M’s opeten.<br />

Kaartjes: DITMUSA – VOWAS – Soorten spelen – Een <strong>Chiro</strong>namiddag opbouwen – Het onthaal – De locatie –<br />

Massaspel – De begeleiding – enz.<br />

Materiaal<br />

M&M’s in ondoorzichtige zakjes.<br />

Kaartje met de onderdelen van de IK<br />

35


DEEL 3:<br />

BIJLAGEN<br />

36


.<br />

1. GROEPSMOMENTEN<br />

Spelsjabloon<br />

2. DITMUSA<br />

Spiekbriefje voor de begeleiding<br />

3. VOWAS deel 1<br />

Veiligheidsfiches<br />

Rollen 50 minutenspel<br />

4. VOWAS deel 2<br />

Spiekbriefje voor begeleiding<br />

Stellingen beursspel<br />

Voorbeeld aandeel<br />

5. CHIRONAMIDDAG OPBOUWEN<br />

Stappenplan<br />

37


SPEL :<br />

Afdeling(en) : Aantal begeleiders:<br />

Min. aantal deelnemers: Max. aantal deelnemers :<br />

Duur : Terrein:<br />

Kenmerken : Inkleding :<br />

DOEL:<br />

SPELUITLEG:<br />

SPELREGELS:<br />

SPELVERLOOP :<br />

Uitnodiging :<br />

Voorbereiding :<br />

Rolverdeling:<br />

Start spel:<br />

Einde spel :<br />

VARIATIES, AANPASSINGEN :<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

OPMERKINGEN:<br />

MATERIAAL :


DITMUSA : Spiekbriefje<br />

DOEL<br />

Opdrachtdoel = doel dat je je leden geeft. Dat heeft rechtstreeks te maken met het spel. (Leg<br />

het doel nét buiten het bereik voor je leden zo wordt het een uitdaging.)<br />

Achtergrond doel = Doel dat je wil bereiken als begeleider. Bvb. Leren samenwerken.<br />

INKLEDING<br />

Jezelf verkleden en Inleven in je rol (heel de dag)<br />

Spel inkleden (zakje bloem = drugs)<br />

Inkleding is meer dan verkleden alleen.<br />

TERREIN<br />

Duidelijk afbakenen<br />

Juiste terrein voor juiste spel<br />

(veiligheid, natuurlijke hindernissen voor smokkelspel,…)<br />

grootte bepaald intensiteit<br />

MATERIAAL<br />

Op voorhand klaarzetten<br />

eis respect voor materiaal ook van de leden<br />

Zorg wel dat het past bij de krachten van je afdeling.<br />

UITLEG<br />

5 stappen:<br />

1. Verzamel al je spelers<br />

2. Zet je spelers in de spelsituatie<br />

3. Zeg wat je toont en toon wat je zegt<br />

4. Doe een proefspel<br />

5. Start duidelijk het eigenlijke spel<br />

SPELREGELS<br />

Spelregels zijn nodig<br />

Ze moeten de veiligheid bevorderen.<br />

ze moeten in functie staan van de doelstellingen. Ze moeten het bijvoorbeeld mogelijk maken<br />

te scoren en tegelijkertijd te verhinderen dat er gescoord wordt.<br />

AANGEPAST<br />

Pas je spel aan aan de situatie (aantal leden, de tijd van het jaar, de speelduur, de leeftijd van<br />

je leden, enz.)<br />

Durf je activiteit omgooien als de situatie verander


DE CHIROVISIE<br />

In de <strong>Chiro</strong> willen we dat iedereen zich thuis voelt in de groep. We<br />

houden rekening met elkaar en hebben respect voor elkaar. We<br />

kiezen er in de <strong>Chiro</strong> voor om te werken aan verbondenheid en om<br />

iedereen te aanvaarden zoals hij of zij is. Dat kun je niet meer als je<br />

dronken of stoned bent, ook al denk je zelf van wel. <strong>Chiro</strong> is samen<br />

spelen, samen zingen, samen stil worden rond een kampvuur.<br />

Een <strong>Chiro</strong>activiteit is iets waar leden en leiding samen voor verantwoordelijk<br />

zijn. We verwachten dat iedereen meewerkt, mee denkt<br />

en mee verantwoordelijkheid opneemt om een <strong>Chiro</strong>activiteit te<br />

laten slagen. Je sluit je dus niet op in een roes van alcohol of drugs.<br />

<strong>Chiro</strong> maak je samen, niet alleen.<br />

Je hebt een naam hoog te houden, een imago te bewaren. Misschien<br />

stel je als leidingsploeg weinig vragen bij het gebruik van<br />

alcohol of drugs. Ouders van leden doen dat wel. Dat is normaal,<br />

want zij vertrouwen immers elke week hun kinderen aan jullie toe.<br />

Een leidingsploeg die daar geen rekening mee houdt, zal snel tegenwind<br />

krijgen van ouders, netwerk of oud-leiding.<br />

VEILIGHEIDSFICHE ALCOHOL EN DRUGS<br />

Alcohol en drugs zijn niet ongevaarlijk. Je gezondheid lijdt eronder, je kunt er afhankelijk van worden, je kunt<br />

het misbruiken om je problemen te verdringen. Zeker op jonge leeftijd zijn de gevolgen enorm: beschadiging<br />

van hersenfuncties, psychologische gevolgen. Op jonge leeftijd ben je bovendien sterker vatbaar voor verslaving.<br />

Ook dat is een reden om drugs te vermijden en om verstandig om te gaan met alcohol en andere drugs in<br />

de <strong>Chiro</strong>.<br />

Cannabisgebruik is verboden. Je kunt vervolgd worden omdat je drugs gebruikt in aanwezigheid van minderjarigen,<br />

of omdat je drugs gebruikt in een publiek toegankelijke plaats.<br />

Anderzijds mogen we niet vergeten dat de <strong>Chiro</strong> een plaats is waar je ervaringen opdoet. Door duidelijke<br />

afspraken kun je je leden op een verantwoorde manier leren omgaan met alcohol en drugs. De <strong>Chiro</strong> is ook een<br />

plek waar je dingen probeert en van je fouten moet kunnen leren. Mensen verdienen dus meer dan één kans.<br />

RICHTLIJNEN<br />

Illegale drugs:<br />

Je gebruikt geen illegale drugs tijdens activiteiten.<br />

Je hebt geen illegale drugs bij je tijdens activiteiten.<br />

Je gebruikt geen illegale drugs in of rond de <strong>Chiro</strong>lokalen.<br />

Je gebruikt geen illegale drugs als je herkenbaar bent als lid van de <strong>Chiro</strong>, waar dan ook.<br />

Voor je eigen gezondheid: gebruik geen illegale drugs.<br />

Alcohol en tabak:<br />

Voor speelclubbers, rakwi’s en tito’s: geen gebruik, geen bezit en niet onder invloed tijdens de activiteiten of<br />

in de buurt van het <strong>Chiro</strong>lokaal.<br />

Voor keti’s en aspi’s: maak duidelijke afspraken met je leden. Het gebruik van alcohol (en sigaretten) mag


geen vaste gewoonte worden. Aspi’s en keti’s moeten naar de <strong>Chiro</strong> komen omdat het plezant is, niet omdat<br />

ze mogen drinken en roken. Geef ook de andere leiding inspraak bij het opstellen van regels en afspraken.<br />

Vergeet niet dat leden jonger dan 16 niet mogen roken of drinken, en dat sterke drank (ook breezer, mixdrankjes)<br />

pas kan vanaf 18 jaar.<br />

Leiding: met de leidingsploeg maak je duidelijke afspraken. Dat betekent dat je rekening houdt met de mening<br />

van je medeleiding, met de <strong>Chiro</strong>visie op alcohol en illegale drugs en met de wet.<br />

Maak dat thema bespreekbaar, zowel in je afdeling als in de leidingsploeg! Zoek in je afspraken een evenwicht<br />

tussen te streng en te los. Maak je de regels te streng, dan zal het achter je rug gebeuren. Zijn de afspraken<br />

te los, dan zet je de deur open voor misbruik. Als leiding ben je aansprakelijk voor de groep en je leden.<br />

Het is belangrijk dat je kunt aantonen dat je een drug- en alcoholbeleid hebt in jullie groep, en dat je bij problemen<br />

gehandeld hebt volgens de vastgelegde procedures. Het is natuurlijk niet de bedoeling om een heksenjacht<br />

te organiseren op je leden of medeleiding.<br />

WETGEVING EN VERZEKERING<br />

De wetgeving over drugs en alcohol is niet altijd even duidelijk. Daarom krijg je hier een korte samenvatting.<br />

Het is ten strengste verboden sterke drank te verkopen of te geven aan minderjarigen (min 18 jaar). Het<br />

gaat over vodka, rum, whisky, Bailey’s, pisang, passoa, alles wat daarmee gemixt is en nog veel meer.<br />

Alcohol geven aan -16-jarigen is strafbaar.<br />

Rijden met auto, motorfiets of fiets onder invloed van alcohol (meer dan 0,5 promille in je bloed) of drugs is<br />

strafbaar.<br />

Het gebruiken, bezitten, uitdelen of verkopen van illegale drugs is verboden.<br />

Cannabis is een illegale drug.<br />

Minderjarigen (-18) mogen dus geen cannabis gebruiken<br />

Meerderjarigen (+18) mogen ook geen cannabis gebruiken, maar worden waarschijnlijk niet vervolgd voor<br />

cannabisgebruik of bezit (voor persoonlijk gebruik), tenzij bij verzwarende omstandigheden:<br />

Gebruik of handel in aanwezigheid van minderjarigen, of hen aanzetten tot gebruik<br />

Lid zijn van een vereniging die drugs levert<br />

Door cannabisgebruik bij anderen een ongeneeslijke ziekte, blijvende arbeidsongeschiktheid, verlies<br />

van een orgaan, zware verminking of de dood veroorzaken<br />

Als je de openbare orde verstoort<br />

Bezit in <strong>Chiro</strong>lokalen, scholen of hun omgeving, een gevangenis, een instelling voor jeugdbescherming,<br />

of opvallend bezit in een openbare plaats of op een plaats die toegankelijk is voor het publiek<br />

De <strong>Chiro</strong>verzekering dekt je burgerlijke aansprakelijkheid niet als je gedronken hebt of als je onder invloed<br />

bent van illegale drugs. Ze komt dan ook niet tussen als je onder invloed een ongeval hebt.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

www.drugsinbeweging.be. Die website is gemaakt door jeugdbewegingen en VAD (Vereniging voor Alcohol-<br />

en Drugsproblemen)<br />

Informatie over drugpreventie.<br />

Hoe maak je een drugbeleid op maat?<br />

Gps in de drugsector: doorverwijsinfo<br />

drugs@chiro.be www.chiro.be/drugs<br />

www.acoolworld.be www.gratisdrank.be


Met de fiets op bivak, je fuif gaan promoten bij <strong>Chiro</strong>groepen in<br />

de buurt of een groots fiets-stadsspel: het kan allemaal en de fiets<br />

biedt enorm veel voordelen.<br />

En natuurlijk is het ook gewoon leuk om met je ploeg op fietstocht<br />

te gaan.<br />

Wees je er wel van bewust dat je ploeg kwetsbaar is tijdens zo’n<br />

tocht en bereid je daarom goed voor!<br />

VEILIGHEIDSFICHE FIETSERS<br />

RICHTLIJNEN EN TIPS<br />

Splits grote groepen op in deelgroepen, die gewoon het fietspad<br />

gebruiken.<br />

Zorg dat je leden genoeg afstand houden van elkaar, zo kunnen<br />

veel botsingen vermeden worden.<br />

Verbied sprintjes en wedstrijden op wegen waar ook auto’s<br />

rijden!<br />

Vergeet geen materiaal mee te nemen om zelf kleine reparaties<br />

te doen aan fietsen!<br />

Kinderen tot 10 jaar zijn vaak nog te onzeker op de fiets om<br />

zich veilig in groep te verplaatsen.<br />

Stippel je fietsroute op voorhand uit met een goede fietskaart<br />

waarop je ook kunt zien of een fietspad langs een secundaire<br />

weg veilig is (d.w.z. van de rijbaan afgescheiden door bomen<br />

of een strook gras). In sommige provincies bestaat een heel<br />

fietsroutenetwerk, dat je langs veilige (en mooie) paden van de ene plaats naar de andere brengt.<br />

Geen solotochten! Laat nooit iemand alleen fietsen. Als je solorijder een technisch defect heeft of hij of zij<br />

komt zwaar ten val, dan is er niemand in de buurt om alarm te slaan.<br />

WETGEVING<br />

Zorg dat je fiets wettelijk en technisch in orde is! Let vooral op lichten, remmen en banden!<br />

Word gezien!<br />

Zorg dat je altijd goed zichtbaar bent!<br />

Gebruik altijd oplichtende vestjes en armbandjes.<br />

Bovendien moet de groep tussen valavond en zonsopgang of bij dichte mist op de volgende manier gesignaleerd<br />

zijn:<br />

Als je rechts stapt of fietst: wit licht links vooraan en rood licht links achteraan.<br />

Als je links stapt: rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan.<br />

Als groep met minder dan 15 personen moet je de regels volgen van een individuele fietser:<br />

Als er een fietspad is ben je verplicht dat te gebruiken.<br />

Is er geen fietspad, dan mag je de parkeerzones en gelijkgrondse bermen rechts in je rijrichting gebruiken.<br />

Bij gebrek aan andere oplossingen moet je rechts op de rijbaan fietsen. Je mag per twee naast elkaar<br />

rijden als je niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Inhalen door gemotoriseerd verkeer<br />

moet altijd mogelijk blijven.


Als groep van 15 tot 50 fietsers<br />

moet je de fietspaden niet volgen en mag je rechts met z’n tweeën naast elkaar de rijbaan volgen als je<br />

niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Inhalen door gemotoriseerd verkeer moet altijd<br />

mogelijk blijven.<br />

Je mag vergezeld worden door twee wegkapiteins, maar dat is niet verplicht.<br />

Als groep van 51 tot 150 fietsers<br />

moet je de fietspaden niet volgen en mag je rechts met z’n tweeën naast elkaar de rijbaan volgen als je<br />

gegroepeerd blijft.<br />

Je moet verplicht begeleid worden door twee wegkapiteins en twee begeleidende auto’s met een speciaal<br />

bord dat goed zichtbaar is voor de andere weggebruikers.<br />

Een wegkapitein moet ten minste 21 jaar zijn en om de linkerarm een band dragen met de nationale<br />

driekleur en het woord ‘wegkapitein’. Wegkapiteins kunnen aan kruispunten zonder lichten het verkeer<br />

stilleggen met een bordje en aanwijzingen geven. Eén wegkapitein moet in het bezit zijn van een deelnemerslijst.<br />

ANDERE WIELTJES<br />

Hoe zit het dan met een skateboard, een step, rolschaatsen, enz.?<br />

Alle ‘voortbewegingstoestellen’ die niet sneller dan stapvoets rijden, moeten de regels van de voetgangers<br />

volgen.<br />

Wie sneller dan stapvoets rijdt, moet de regels van de fietsers volgen, dus ook qua verlichting van het<br />

voertuig.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

In ‘Het Tochtenboek. Een handleiding voor tochten in de jeugdbeweging’ vind je heel wat info over het uitstippelen<br />

van veilige tochten. Te koop in De Banier<br />

‘Stappen en Fietsen in groep’ van het Levenslijn Kinderfonds, 2004<br />

Voor meer informatie over dat onderwerp kun je terecht bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid:<br />

02-244 15 11, info@bivv.be, www.bivv.be.<br />

Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (www.bivv.be) bracht de volgende brochures uit:<br />

‘Kinderen op de fiets’<br />

‘Veilig op stap’<br />

Bekijk ook de veiligheidsfiche ‘Verkeer’!<br />

www.chiro.be/veiligheid


De kabelbaan is één van de spectaculairste<br />

jeugdbewegingactiviteiten; niet alleen omdat<br />

er bij de sprong zelf een serieuze stoot<br />

adrenaline door je lijf stroomt, maar ook<br />

omdat er bij de opstelling en de afbraak heel<br />

wat technieken en inzicht nodig zijn.<br />

Een kabelbaan voor iedereen lijkt dan ook<br />

een grote uitdaging. Wij gaan echter voor<br />

een veilige kick.<br />

Wil je toch graag een spectaculaire activiteit<br />

in de hoogte doen? Kies dan voor een vast<br />

touwenparcours. Bij Heibrand, het <strong>Chiro</strong>huis<br />

in Westmalle, staat er zo’n touwenparcours.<br />

Je krijgt er twee begeleid(st)ers bij voor een<br />

zeer zachte <strong>Chiro</strong>prijs en je bent ineens zeker<br />

dat alles op een verantwoorde wijze gebeurt!<br />

RICHTLIJNEN<br />

Gebruik de checklist uit de folder ‘Richtlijnen<br />

voor kabelbanen in het jeugdwerk’<br />

voor je de kabelbaan gebruikt!<br />

Maak een kabelbaan, géén deathride!<br />

Volg een degelijke en erkende vorming<br />

om een kabelbaan op te zetten.<br />

Een kabelbaan begeleid je met voldoende leid(st)ers: minstens 2.<br />

Die richtlijnen betreffen tijdelijke, begeleide kabelbanen. Vaste kabelbanen vallen onder het KB van de<br />

speeltuigen.<br />

MATERIAAL<br />

Gebruik enkel gekeurd, voldoende sterk en geschikt materiaal.<br />

Bij twijfel organiseer je geen kabelbaan!<br />

VEILIGHEIDSFICHE HOOGTE<br />

ORGANISATIE<br />

Test je kabelbaan en ook de beide remmen altijd op voorhand met een dood gewicht, bijvoorbeeld een zak<br />

zand.<br />

Deelnemers noch begeleiding mogen de kabelbaan gebruiken zonder beveiliging.<br />

Breek de kabelbaan na gebruik onmiddellijk af. Wanneer dat door omstandigheden niet mogelijk is, moet je<br />

ze grondig afsluiten. Zorg ervoor dat je hele installatie opvalt als je ze achterlaat. Het looptouw kan gevaarlijk<br />

zijn. Je blijft verantwoordelijk voor je installatie. Een bordje met “Betreden op eigen risico” verandert daar<br />

niets aan.<br />

Ook het klimmen naar de start moet op een beveiligde manier gebeuren.<br />

OMGEVING<br />

Als vertrekpunt kies je voor een stevige boom of een waardig alternatief. Hang nooit een kabelbaan aan een<br />

dode of jonge boom.<br />

Het looptouw moet vrij hangen. Er mogen dus geen takken in de weg hangen.


EMOTIONELE VEILIGHEID<br />

Groepsdruk is een belangrijk aspect bij een kabelbaanactiviteit, en het verdient al je aandacht. Soms is het<br />

dapperder om een oefening te weigeren dan te begeven onder groepsdruk.<br />

Geef aan alle deelnemers vooraf een duidelijke en aangepaste uitleg over de activiteit zodat ze van het vertrek<br />

tot bij de landing weten wat hen te wachten staat.<br />

De begeleid(st)ers van de kabelbaan hoeven zich niet als helden voor te doen: voor hen gelden dezelfde<br />

(veiligheids)regels als voor de deelnemers.<br />

Uit: ‘Richtlijnen voor kabelbanen in het jeugdwerk’<br />

VERZEKERING<br />

De wijd verspreide ‘regel’ dat de <strong>Chiro</strong> activiteiten tot 4 meter boven de grond verzekert en hoger niet, is een<br />

fabel. Behalve deltavliegen, benjispringen en sporttakken met motorvoertuigen zijn alle activiteiten verzekerbaar.<br />

Voor een aantal avontuurlijke activiteiten (zoals rotsbeklimmen, rappel, diepzeeduiken, speleologie, enz.)<br />

moet je wel een supplement betalen – een kabelbaan valt hier niet onder. Meer info vind je op www.chiro.<br />

be/verzekeringen.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

‘Richtlijnen voor kabelbanen in het jeugdwerk’, te downloaden op www.chiro.be/veiligheid.<br />

Voor vragen over emotionele veiligheid kun je terecht bij de dienst Zin-d’erin(g) van de <strong>Chiro</strong>:<br />

www.zindering.be<br />

Touwenparcours<br />

Inschrijven en informatie over beschikbaarheid voor een touwenparcours gebeurt via Heibrand: www.heibrand.<br />

be<br />

Voor meer info over het touwenparcours kun je ook mailen naar de Dienst Avontuurlijke Activiteiten via daa@<br />

chiro.be of kijk op www.chiro.be/daa<br />

www.chiro.be/veiligheid


VEILIGHEIDSFICHE SEKSUALITEIT<br />

CHIROVISIE<br />

Seksualiteit en relaties: soms een nijpend thema, zeker (maar zeker<br />

niet alleen) bij jongeren. Een jeugdbeweging mag er dus niet aan<br />

voorbij gaan.<br />

Engagement, respect en genieten: vanuit die drie invalshoeken willen<br />

we jongeren uitnodigen om hun kijk op relaties en seksualiteit<br />

in te kleuren.<br />

In elke relatie is engagement waardevol en belangrijk. Geen<br />

enkele relatie kan vrijblijvend zijn: koude onverschilligheid, het kille<br />

elk-voor-zich is niet onze keuze. Wij willen ons laten raken door<br />

mensen. Ons graag zien zal te herkennen zijn aan tederheid en<br />

fijngevoeligheid in ons omgaan met elkaar, aan diep respect voor<br />

wat een mens broos en kwetsbaar maakt.<br />

In onze relaties garanderen we respect voor onszelf en uiteraard<br />

voor elkaar. Iedereen heeft recht op intimiteit. Elke vorm van<br />

geweld sluiten we uit: wensen, gevoelens van anderen verdienen<br />

respect. De <strong>Chiro</strong> is een plaats waar kinderen en jongeren zichzelf<br />

kunnen en durven zijn. Niemand hoeft er onzeker te zijn over wie<br />

hij of zij is: wij komen op tegen elke vorm van uitsluiting, ook in<br />

ons eigen midden. Ook de verschillen tussen meisjes en jongens<br />

kunnen geen reden zijn voor onrechtvaardig handelen. Ook hier is<br />

er geen sprake van rechtvaardigheid zolang die niet aan iedereen<br />

toekomt.<br />

Ten slotte willen we diep tot ons laten doordringen dat we leven<br />

– om daar dan bewust, verwonderd, dankbaar van te genieten.<br />

Genieten heeft iets van overgave. Je laat smaken, beelden, geuren,<br />

geluiden, aanrakingen en gevoelens diep tot je doordringen: genieten van je eigen lijf, van contacten met<br />

anderen, van de verbondenheid. Bij dat genieten komen we terug bij de diepste, rustige kern van onszelf.<br />

Juist daarom geeft het ons nieuwe energie. Pas wanneer we tijd maken om bij die zachtste kern van onszelf te<br />

komen, kan er een liefdevolle verbondenheid groeien met mensen en dingen, met het leven. Daarom ook is<br />

genieten minder vluchtig dan het wel eens geacht wordt, minder vergankelijk dan bezit en macht. Wie niet kan<br />

genieten, loopt aan de kern van alle dingen voorbij.<br />

RICHTLIJNEN IN VERBAND MET BEGELEIDINGSHOUDING<br />

Hoe reageer je als een van je leden vertelt over (seksueel) misbruik?<br />

Neem het serieus en blijf er zeker niet alleen mee zitten.<br />

Door het aan jou, als leid(st)er, te vertellen, is er een vraag om hulp ontstaan.<br />

Vaak hebben mensen angst om anderen ten onrechte te beschuldigen. Toch is het van het grootste belang<br />

dat een vermoeden van kindermishandeling niet verloren gaat.<br />

Je aanvoelen of inzicht bespreken met anderen is vaak een eerste stap om verandering voor een kind en zijn<br />

of haar gezin mogelijk te maken.<br />

In elke provincie vind je een vertrouwenscentrum voor kindermishandeling. Daar kun je terecht voor advies<br />

en concrete antwoorden op je vragen.<br />

Een melding bij het vertrouwenscentrum kan eventueel ook anoniem.


WETGEVING<br />

Minimumleeftijd om seksueel contact te hebben<br />

De wettelijke minimumleeftijd om seksueel contact te hebben is zestien jaar.<br />

Elke meerderjarige die een seksuele relatie heeft met een minderjarige jonger dan zestien pleegt dan ook een<br />

strafbaar feit. Ook seksuele relaties tussen minderjarigen waarbij één van de minderjarigen jonger is dan 16 zijn<br />

bij wet verboden.<br />

De wet gaat ervan uit dat iemand die nog geen zestien is niet rijp genoeg is om te oordelen of hij of zij seksuele<br />

omgang wil. Vanaf zestien jaar hebben jongeren seksueel zelfbeschikkingsrecht.<br />

Seksuele omgang met iemand die vijftien is (of jonger) –zelfs als hij of zij ingestemd heeft met de seksuele<br />

omgang – is hoe dan ook strafbaar.<br />

Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid<br />

Seksuele handelingen zijn strafbaar als ze afgedwongen zijn, als één van de partijen er niet mee heeft ingestemd.<br />

Toestemming is er met name niet wanneer de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang of list of<br />

mogelijk is gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer.<br />

Er bestaat een onweerlegbaar vermoeden dat een minderjarige van minder dan 14 jaar niet in de mogelijkheid<br />

verkeert een geldige toestemming te geven.<br />

Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een<br />

persoon die daar niet in toestemt. Met penetratie wordt bedoeld: binnendringen in de vagina, mond of anus<br />

met penis, vingers of een voorwerp.<br />

Als er geen sprake is van penetratie, dan spreekt de wet over aanranding van de eerbaarheid (vb. tegen de wil<br />

betast worden, gedwongen worden porno te bekijken of te kijken naar seksuele activiteiten van anderen, enz.)<br />

Schematisch<br />

-14 jaar 14 of 15 jaar 16 jaar en ouder<br />

zonder penetratie met toestemming aanranding aanranding geen misdrijf<br />

met penetratie met toestemming verkrachting aanranding geen misdrijf<br />

zonder penetratie zonder toestemming aanranding<br />

met penetratie zonder toestemming verkrachting<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

Zin-d’erin(g), vormingsdienst van <strong>Chiro</strong>jeugd-Vlaanderen vzw, www.zindering.be<br />

Jeugd en Seksualiteit, informatie- en vormingsdienst over relaties en seksualiteit, www.jeugdenseksualiteit.<br />

be<br />

Sensoa, Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv, www.sensoa.be<br />

Wel Jong Niet Hetero, koepel van Vlaamse en Brusselse holebiverenigingen, www.weljongniethetero.be<br />

Vertrouwenscentra kindermishandeling, www.kindermishandeling.org<br />

www.chiro.be/veiligheid


Je bent al snel te voet op stap met je ploeg.<br />

Niet enkel een echte dagtocht hoef je voor<br />

te bereiden. Zodra je je <strong>Chiro</strong>domein verlaat,<br />

hou je best rekening met de volgende richtlijnen!<br />

RICHTLIJNEN<br />

Spreek over de regels met je leidingsploeg<br />

en je afdeling.<br />

Zorg voor voldoende reflecterende veiligheidsvestjes.<br />

Bij grote groepen is meer dan één leid(st)er<br />

met verkeersbord C3 noodzakelijk. Neem<br />

dus ook meerdere C3-verkeersborden mee.<br />

De oudsten lopen best vooraan en achteraan,<br />

zodat ze kunnen waarschuwen voor<br />

aankomend verkeer. Fluitjes zijn daarbij<br />

nuttig. Ook jij als leid(st)er loopt best<br />

vooraan of achteraan. Ben je met verschillende<br />

leid(st)ers, dan loopt er minstens één<br />

leid(st)er vooraan en minstens één achteraan.<br />

Naargelang de lengte van de rij is het aanbevolen om op de flanken van de groep één of meer witte lichten<br />

te dragen.<br />

WETGEVING EN VERZEKERING<br />

Word gezien!<br />

Zorg dat je altijd goed zichtbaar bent!<br />

Gebruik altijd oplichtende vestjes en armbandjes.<br />

Bovendien moet de groep tussen valavond en zonsopgang<br />

of bij dichte mist op de volgende manier gesignaleerd zijn:<br />

Als je rechts stapt of fietst: wit licht links vooraan en rood licht links achteraan.<br />

Als je links stapt: rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan.<br />

Waar stap je het best?<br />

Op de veiligste plaats van de openbare weg, natuurlijk!<br />

Voor voetgangers is dat in principe het trottoir.<br />

Is er geen trottoir, dan loop je in volgorde van veiligheid het beste op:<br />

De verhoogde berm<br />

De gelijkgrondse berm<br />

Het fietspad – verleen voorrang aan fietsers en bromfietsers!<br />

De rijbaan, ofwel links en allemaal achter elkaar; ofwel rechts per twee<br />

Autosnelwegen en autowegen zijn verboden terrein voor voetgangers.<br />

VEILIGHEIDSFICHE TE VOET<br />

verkeersbord C3<br />

Oversteken?<br />

Sinds 1 januari 2004 heb je als leiding het recht om het verkeer tegen te houden of aanwijzingen te geven.<br />

Dat mag alleen als de leid(st)er een ‘schijf waarop het verkeersbord C3 (een witte cirkel met rode rand) afge-


eeld is’ gebruikt. De aanwijzingen die de leid(st)ers geven gaan niet boven de bevelen van bevoegde personen,<br />

verkeerstekens, verkeerslichten en verkeersregels.<br />

Als je veilig wilt oversteken, kies dan één van de volgende plaatsen, in dalende volgorde van veiligheid:<br />

Bewaakte oversteekplaatsen = zebrapad met verkeerslichten of een bevoegde persoon<br />

Zebrapad zonder verkeerslichten<br />

Plaatsen waar de weg smal is, waar je goed gezien kunt worden<br />

Als er een zebrapad is op minder dan 30 meter van de plaats waar je wilt oversteken, moet je hiervan gebruik<br />

maken!<br />

Als er genoeg leiding is, is dat een optimale opstelling om je leden te helpen oversteken:<br />

1 begeleid(st)er staat op de plaats waar het oversteken begint, zodat bij eventueel gevaar de kinderen nog<br />

tegengehouden kunnen worden<br />

2 begeleid(st)ers plaatsen zich in het midden van de rijbaan, aan weerskanten van de overstekende groep, en<br />

houden oogcontact met de automobilisten<br />

1 begeleid(st)er houdt aan de overkant de leden bij elkaar<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

In ‘Het Tochtenboek. Een handleiding voor tochten in de jeugdbeweging’ vind je heel wat info over het uitstippelen<br />

van veilige tochten. Je kunt het boek kopen in De Banier.<br />

Voor meer informatie over dat onderwerp kun je terecht bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid,<br />

02-244 15 11, info@bivv.be, www.bivv.be.<br />

Zij brachten ook een brochure uit: ‘Veilig op stap, te voet of met de fiets, alleen of in groep’. Je kunt die downloaden<br />

op www.chiro.be/veiligheid of bestellen op het nationaal secretariaat.<br />

In het kader van de Levenslijn-actie werd er ook een brochure uitgebracht voor kinderen. Je vindt die brochure<br />

op www.chiro.be/veiligheid.<br />

Bekijk ook de veiligheidsfiche ‘Verkeer’ in deze brochure!<br />

www.chiro.be/veiligheid


DE CHIROVISIE<br />

Tweedaagse<br />

Op tweedaagse gaan is meer dan er twee<br />

dagen tussenuit zijn en kunnen uitslapen. Het<br />

zijn vooral twee dagen die kansen bieden om<br />

een andere soort activiteiten aan te bieden, en<br />

om van het slapen ook iets speciaals te maken.<br />

VEILIGHEIDSFICHE TOCHTACTIVITEITEN<br />

Dropping<br />

Er bestaan heel uiteenlopende definities van<br />

‘een dropping’. Voor de ene is dat een uitgestippelde<br />

tocht langs verschillende controleposten<br />

(kompasloop, coördinatentocht, enz.),<br />

voor anderen betekent het dat je de leden<br />

ergens naartoe brengt, vanwaar ze hun weg<br />

terug moeten vinden naar de bivakplaats.<br />

Maar vaak betekenen droppings vooral eindeloze<br />

discussies over wat kan en wat niet kan.<br />

Laat alvast één ding duidelijk zijn: een dropping moet in de eerste plaats leuk zijn, anders heeft het niet veel zin<br />

om er één te organiseren!<br />

Liften<br />

Wat je daarover ook afspreekt, het kan niet de bedoeling zijn om je leden bang te maken of hen een blijvend<br />

wantrouwen tegenover de mensheid aan te praten. Dat het voor meisjes gevaarlijker is om te liften, is bijvoorbeeld<br />

onzin. Het kan wel gevaarlijk zijn om mee te rijden met een dronken chauffeur of een snelheidsduivel,<br />

maar dat geldt zowel voor meisjes als voor jongens.<br />

RICHTLIJNEN<br />

Tweedaagse<br />

Een tweedaagse is de ultieme kans om er met je ploeg op uit te trekken<br />

en hen dat ietsje meer aan te bieden. Geniet er dan ook van en blijf bij je<br />

ploeg. Die groepservaring wil je als leiding niet missen!<br />

Dropping<br />

Als tito’s al op dropping gaan, stapt er iemand van de begeleiding mee.<br />

Keti’s en aspi’s kunnen al alleen de baan op. Betrek je afdeling dan wel<br />

in die beslissing: meisjes die elkaar bang hebben zitten maken met verhaaltjes over verkrachters en aanranders<br />

zullen het bijvoorbeeld niet zien zitten om zonder begeleiding te vertrekken, terwijl anderen dat zouden aanvoelen<br />

als betutteling vanwege de leiding.<br />

De weekendnachten houden enorm veel verkeersrisico’s in – dat bewijzen de kranten wekelijks.<br />

Zelfs als je dropt op wegen met weinig verkeer (bv. in de Ardennen) bestaan er grote risico’s op ongelukken.<br />

Op die wegen verwacht een automobilist geen plots opduikende voetgangers op de rijweg.


Uit de brochure “Jeugd verkeert. Verkeersinformatie voor de slimme weggebruiker” van de Jeugdraad voor de<br />

Vlaamse Gemeenschap.<br />

Zorg voor een uitgestippelde (geteste) tocht langs veilige wegen!<br />

Iedereen draagt in het donker altijd reflecterend materiaal.<br />

Zorg voor kleine groepjes. Zorg dat ze samenblijven. Duid één verantwoordelijke per groepje aan die let<br />

op de verkeersveiligheid en signaleert met een zaklamp.<br />

Laat een dropping nooit doorgaan als de weersomstandigheden ongunstig zijn. We denken dan aan<br />

mist, zware regenval, zware ijzel. Spreek ook vooraf af wat je doet als de weersomstandigheden tijdens de<br />

dropping zelf zouden veranderen.<br />

Geef in een envelop een noodopdracht mee: geef niet alleen een adres of een telefoonnummer mee (...)<br />

maar altijd ook een (wegen)kaart. Zo kan het groepje zich opnieuw oriënteren als het verdwaalt.<br />

Breng de politie op de hoogte van je activiteit. Laat hen eventueel een advies geven over je route.<br />

Dropping is een typische activiteit voor 14-18-jarigen!<br />

Die activiteit kan niet voor -12-jarigen<br />

Bij 12- tot 14-jarigen moet de activiteit overdag plaatsvinden, mét begeleiding.<br />

We raden ook aan om de afstand beperkt te houden.<br />

Liften<br />

We denken dat er betere tochttechnieken bestaan dan liften, maar geef je je leden toch de toestemming om te<br />

liften, geef hen dan een aantal aandachtspunten mee:<br />

Hou je aan de verkeersregels, en zorg dat je altijd goed zichtbaar bent.<br />

Ga niet mee met verdachte chauffeurs: dronken, agressieve rijstijl, een auto vol mannen, enz.<br />

Wil je echt niet dat je leden liften, gebruik dan je creativiteit om het hen te beletten. Geef iets mee waardoor<br />

chauffeurs hen niet makkelijk zullen meenemen: een ladder, een paar stelten, een kruiwagen, enz. Zorg voor<br />

veel controleposten, die niet te ver uit elkaar liggen, en waar je alleen te voet (of per fiets) naartoe kunt gaan. Of<br />

geef opdrachten mee voor onderweg.<br />

Vaak is liften een gevoelig thema voor ouders. Meld het vooraf, dat voorkomt heel wat discussie achteraf!<br />

WETGEVING EN VERZEKERING<br />

Tweedaagse, droppings en liften zijn wettelijk toegestaan en verzekerd als ze verantwoord uitgevoerd worden.<br />

Zorg dus voor een degelijke voorbereiding en een gepaste begeleiding!<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

In ‘Het Tochtenboek. Een handleiding voor tochten in de jeugdbeweging’ vind je heel wat info over het uitstippelen<br />

van veilige tochten. Te koop in De Banier.<br />

‘Het Bivakboek’ van <strong>Chiro</strong>jeugd Vlaanderen staat vol activiteiten, tips, enz. Ook dat vind je in De Banier<br />

www.chiro.be/veiligheid


De speelclub krijgt een geheimzinnige<br />

schatkaart in handen. Natuurlijk moet je<br />

dan direct met je afdeling op pad om dat<br />

van wat dichterbij te gaan bekijken!<br />

De rakwi’s zijn dol op het Staplied en dat<br />

komt uiteraard het best tot zijn recht op<br />

een echte rakwitocht!<br />

De aspi’s hebben een uitnodiging gekregen<br />

voor de pannenkoekenslag van <strong>Chiro</strong><br />

Huppeldepup, twee dorpen verder. Hup,<br />

de fiets op!<br />

En zo beland je dan in het verkeer met je<br />

afdeling. Heel vlotjes, maar toch belangrijk<br />

om even (bij) stil te staan!<br />

VEILIGHEIDSFICHE VERKEER<br />

RICHTLIJNEN<br />

De jongste leden van je groep lopen<br />

best in het midden. De oudsten lopen<br />

best vooraan en achteraan, zodat ze<br />

kunnen waarschuwen wanneer er een<br />

voertuig nadert. Een fluitje kan daarbij handig zijn. Ook jij als leid(st)er loopt best vooraan of achteraan. Ben<br />

je met verschillende leid(st)ers, dan loopt er minstens één leid(st)er vooraan en minstens één achteraan.<br />

Naargelang de lengte van de rij is het aanbevolen om op de flanken van de groep één of meer witte lichten<br />

te dragen.<br />

Het is nodig om altijd goed zichtbaar te zijn als groep. Bij valavond, ‘s nachts of als het regent, is dat zelfs van<br />

levensbelang. Oplichtende hesjes en armbanden zijn daarom geen overbodige luxe.<br />

Ook overdag is het belangrijk dat andere weggebruikers je goed zien. Zelfs als je<br />

overdag vertrekt, neem je best reflecterende vestjes of zichtbaarheidsaccessoires<br />

mee. Je weet maar nooit of het misschien fel gaat regenen en of je wel voor het<br />

donker thuis zal zijn.<br />

Bij grote groepen is meer dan één leid(st)er met verkeersbord C3 noodzakelijk.<br />

Neem dus ook meerdere C3-verkeersborden mee.<br />

Vervoer geen kinderen in een aanhangwagen of een laadbak van een vrachtwagen.<br />

Neem niet meer inzittenden mee dan er veiligheidsgordels zijn in de wagen.<br />

verkeersbord C3<br />

WETGEVING<br />

Tussen valavond en zonsopgang of bij dichte mist moet de groep op de volgende manier gesignaleerd zijn:<br />

Als je rechts stapt of fietst: wit licht links vooraan en rood licht links achteraan.<br />

Als je links stapt: rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan.<br />

Oversteekplaatsen die op minder dan 30m liggen moet je gebruiken.<br />

Kinderen (jonger dan 18 jaar) die kleiner zijn dan 1,35 m moeten in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem<br />

vervoerd worden in de wagen.<br />

Kinderen van 1,35 m of groter moeten in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem vervoerd worden<br />

of de veiligheidsgordel dragen.


Kinderen mogen, ongeacht hun leeftijd, voorin op de passagiersstoel zitten, op voorwaarde dat ze vastgemaakt<br />

worden zoals de wet het voorschrijft.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

In ‘Het Tochtenboek. Een handleiding voor tochten in de jeugdbeweging’ vind je heel wat info over het uitstippelen<br />

van veilige tochten. Te koop in de Banier<br />

Voor meer informatie over dat onderwerp kun je terecht bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid,<br />

02-244 15 11, info@bivv.be, www.bivv.be.<br />

Zij brachten ook een brochure uit: ‘Veilig op stap, te voet of met de fiets, alleen of in groep’. Je kunt die<br />

downloaden op www.chiro.be/veiligheid of bestellen op het nationaal secretariaat.<br />

In het kader van de Levenslijn-actie werd er een brochure uitgebracht voor kinderen. Je kunt ze downloaden<br />

op www.chiro.be/veiligheid.<br />

www.chiro.be/veiligheid


Hoe uitdagend die activiteiten ook lijken en hoeveel<br />

maatregelen er ook genomen worden, het blijft<br />

gevaarlijk om met vuur te spelen.<br />

Spelen met vuur staat misschien wel stoer, maar<br />

wij raden iedere groep ten stelligste af om dat nog<br />

te doen. Dat betekent niet dat je niet meer kunt<br />

koken op een vuurtje of dat het kampvuur verboden<br />

wordt. We willen alleen geen spelen met vuur in<br />

de <strong>Chiro</strong>. Als <strong>Chiro</strong>leid(st)er ken je ongetwijfeld heel<br />

wat andere (en betere) spelen om je afdeling in vuur<br />

en vlam te zetten!<br />

Ook ‘koud vuur’ (een bal of kurk in white spirit) wordt<br />

na een tijdje warm.<br />

Fakkels lenen zich voor een rustige avondwandeling,<br />

niet voor uitbundige spelen. Ook dat ‘vuur dragen’<br />

valt onder strenge regels!<br />

RICHTLIJNEN<br />

VEILIGHEIDSFICHE VUUR<br />

Brandwonden? Eerst water, de rest komt later!<br />

Laat minstens 10 minuten koud of lauw water over de brandwonde lopen – lauw is het beste.<br />

Kampvuur<br />

Niets overtreft de gezelligheid van een kampvuur, waarbij leiding en leden samen liedjes zingen, verhalen vertellen<br />

of gewoon even wegdromen.<br />

Let bij het aanleggen van een kampvuur op de materialen die jullie verbranden: enkel droog, onbewerkt<br />

hout; geen afval! Sprokkel ook enkel hout waar het mag!<br />

Heb je de toelating om een kampvuur te houden?<br />

Ligt de vuurplaats voldoende ver (100 m) van een bos en van huizen?<br />

Graaf een greppel of leg droge stenen rond de vuurplaats, en zorg voor enkele emmers water of zand in de<br />

nabijheid. Zeker bij droog weer zijn die maatregelen een basisvoorwaarde.<br />

Gebruik nooit stenen uit het water of leistenen om je vuur af te bakenen. Het vocht in die stenen kan bij<br />

verhitting sneller uitzetten dan de steen zelf, en de steen doen springen.<br />

Ontsteek geen vuur wanneer er een krachtige wind waait of wanneer er onweer dreigt of woedt.<br />

Laat nooit een brandend vuur onbewaakt achter.<br />

Verwittig zo snel mogelijk de hulpdiensten als je je vuur niet meer onder controle hebt.<br />

Koken in de natuur<br />

Gezelligheid troef, op voorwaarde dat je aandacht hebt voor enkele basisregeltjes.<br />

Interpreteer de term ‘woudloperskeuken’ niet te letterlijk en ga nooit een vuurtje stoken in het bos.<br />

Gebruik enkel natuurlijke stoffen om het vuur aan te maken. Benzine of andere vluchtige stoffen heb je nooit<br />

onder controle en die kunnen zeer gevaarlijk zijn.<br />

Laat geen vuurplaats achter zonder zeker te zijn dat het vuur volledig gedoofd is. Ook smeulende vuurtjes<br />

kunnen weer opflakkeren.<br />

Net als een bos is de heide door haar humusrijke bodem echt te mijden om een kookvuurtje te maken.<br />

Laat te jonge leden niet het vuur aanmaken, maar doe dat als leid(st)er zelf.


Wanneer je kookt op een gasvuurtje hoef je geen vuur op de grond te maken.<br />

Gebruik een aanwezige vuurplaats als die er is.<br />

Spelen met (koud) vuur, vuurspuwen<br />

Vuurspuwen of jongleren met vuur zijn gevaarlijke kunstjes. Ze vereisen een grote deskundigheid en training.<br />

Wie hiertoe niet opgeleid is, doet dat beter niet. Maar ook minder spectaculaire spelletjes met (koud) vuur zijn<br />

gevaarlijk. Elk jaar opnieuw belanden er <strong>Chiro</strong>leden in het ziekenhuis door die activiteit. Je speelt dan ook<br />

beter niet met vuur.<br />

Enkele jaren geleden hoorde ik van een spijtig ongeval bij een buurgroep.<br />

Op dag vijf vond er traditioneel een voetbalmatch plaats in het donker, tussen de tito’s en de keti’s.<br />

Die keer zou het nog spectaculairder worden, maar het moest hiervoor wel pikdonker zijn: de match werd gespeeld<br />

met een koudvuurbal. Dat is een tennisbal die al verschillende weken in white spirit lag te weken en dan in brand<br />

wordt gestoken. Niet de tennisbal maar de vluchtige stof white spirit zou branden, waardoor die niet echt warm<br />

wordt.<br />

Er werden emmers water rond het terrein gezet en alle leden moesten een lange broek en een trui aandoen. De<br />

match kon beginnen en het was dolle pret. Een tennisbal van vuur vloog van links naar rechts.<br />

Tot Stefaan de bal tegen zijn rug kreeg en z’n training vuur vatte. Hij werd tot de derde graad verbrand. Wat het<br />

spel van de eeuw moest worden, liep uit op een pijnlijke sisser.<br />

Alle voorzorgsmaatregelen waren genomen, en toch gebeurde dat. Hun leider was er helemaal kapot van...<br />

WETGEVING<br />

De wetgever ziet de gevaren van vuur heel duidelijk en legt dan ook zware straffen op aan mensen die onvoorzichtig<br />

omgaan met vuur.<br />

Vuur maken of dragen (fakkels!) in het bos of binnen een straal van 100 m is absoluut verboden! Ook brandende<br />

theelichtjes in glazen bokaaltjes op een bospad plaatsen mag niet! Wanneer de boswachter je betrapt,<br />

wordt er altijd een PV opgemaakt!<br />

Zulke activiteiten kunnen binnen de wet gezien worden als brandstichting. Doe je dat ‘s avonds of ‘s nachts en<br />

in groep, dan wordt dat als een nog zwaardere misdaad beschouwd!<br />

Informeer altijd bij de boswachter of eigenaar of er ergens een plekje is waar je mag koken of een kampvuur<br />

kunt houden.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

‘Het Bivakboek’ van <strong>Chiro</strong>jeugd Vlaanderen vind je in De Banier<br />

‘Het Tochtenboek. Een handleiding voor tochten in de jeugdbeweging’ is ook een uitgave van <strong>Chiro</strong>jeugd<br />

Vlaanderen, te koop in De Banier.<br />

www.chiro.be/veiligheid


RICHTLIJNEN<br />

VEILIGHEIDSFICHE WATER<br />

Zwemmen<br />

Bewaakte zwembaden blijven de ideale plaats om met een groep te gaan zwemmen. Toch is dat niet het<br />

moment om een dutje te doen. Eén leid(st)er in het water en één die vanaf de oever actief de groep in de<br />

gaten houdt, is een noodzaak.<br />

Aan zee kies je een bewaakte zone. Zwem alleen als er een groene vlag uithangt.<br />

In riviertjes, meren of zandgroeven zwem je alleen daar waar het toegelaten is en de leiding gaat op terreinverkenning.<br />

Wees extra alert op zulke plaatsen en laat leden heel strikt de gemaakte afspraken naleven.<br />

Het lijkt evident, maar ga na of alle leden wel degelijk kunnen zwemmen. Gebruik zwemvesten of bandjes<br />

bij twijfel of pas je activiteit aan zodat er niemand risico loopt!<br />

Ga niet alleen zwemmen.<br />

Zorg dat er altijd toezicht is!<br />

Spring niet in ongekend water en duik er zeker niet in! Je kunt je stoten, en als je in heel koud water terechtkomt<br />

(in groeves!), kun je makkelijk verdrinken.<br />

Beken zijn dikwijls vervuild en kunnen onzichtbare scherpe voorwerpen en ongezellige beestjes verbergen.<br />

Verken de beek of rivier eens op voorhand en zorg dat iedereen stevig oud schoeisel aandoet. Sandalen<br />

voldoen echt niet.<br />

Tel regelmatig je leden en leiding<br />

Vlottentochten<br />

Iedereen die meevaart, moet goed kunnen zwemmen. Voor de zekerheid doe je best iedereen een zwemvest<br />

aan, zeker bij jongere afdelingen.<br />

Ga nooit met rubberlaarzen en regenpak op het vlot.<br />

Draag bij voorkeur licht gekleurde kleding die gemakkelijk van het water te onderscheiden is.<br />

Voorzie zeker een reddingsboei (binnenband auto, zwemband) en maak er een touw aan vast.<br />

Als iedereen toch van het vlot valt, kijk dan zo snel mogelijk na of iedereen boven water gekomen is! Tel<br />

telkens je leden en leiding.<br />

Test je vlot eerst op veilig water als je ermee op snelstromend water wilt varen.<br />

Bevaar geen te snel stromend of te diep water.<br />

Vaar enkel overdag! In het donker kun je onmogelijk voorzien wat er verderop is.<br />

Ga nooit met je vlot op het water bij onweer!<br />

Verken vooraf het water dat je wilt bevaren, bekijk ook de kwaliteit van het water.<br />

Neem altijd een EHBO-kit mee!


Drinken<br />

Wie in België blijft voor hun bivak kan nergens rivier- of beekwater voldoende vertrouwen om ervan te drinken<br />

of om het tijdens het koken te gebruiken.<br />

Ook bronwater raden we sterk af om als drinkwater te gebruiken.<br />

Probeer zoveel mogelijk leidingwater te gebruiken.<br />

Let ook op voor stoom: die kan ernstige brandwonden veroorzaken!<br />

WETGEVING EN VERZEKERING<br />

Mag ik van de bruggen over het Albertkanaal in het water springen?<br />

Nee! Worden jullie betrapt, dan zal er altijd een PV opgemaakt worden. Bovendien neem je altijd een risico:<br />

je kunt nooit inschatten wat er in het water ligt en ook passerende schepen vormen een gevaar.<br />

Zwemmen in het kanaal is verboden tenzij je toelating gekregen hebt.<br />

Zwemmen jullie zonder toelating, dan overtreden jullie de wet, waardoor de kans bestaat dat de verzekering<br />

een eventueel schadedossier weigert!<br />

Problemen met drinkwater<br />

Op bivak met zieken door verontreinigd drinkwater? Dat wordt door de verzekering gezien als een ongeval en<br />

kan dus op de normale manier verzekerd worden. Zorg wel dat je een medisch attest hebt dat de oorzaak bij<br />

het drinkwater legt, anders kan de verzekering het als een ziekte beschouwen en dan zijn de kosten voor de<br />

ouders. Soms zal het nodig zijn om stalen te laten onderzoeken.<br />

Vlottentochten<br />

Je kunt in Vlaanderen zowel op de bevaarbare als op de onbevaarbare waterlopen een vlottentocht houden, op<br />

voorwaarde dat je toestemming hebt van de waterloopbeheerder en als het niet uitdrukkelijk verboden wordt.<br />

De waterloopbeheerder is in de meeste gevallen het Vlaams Gewest. Je informeert best bij de gemeente waar<br />

je een vlottentocht wilt houden.<br />

Ook in Wallonië loop je best even langs het infokantoor van de gemeente, want daar zijn er verschillende regels<br />

voor boottypes, gedeelten van de waterloop en de periode van het jaar.<br />

EXTRA INFORMATIE<br />

In volgende boeken vind je heel wat meer informatie:<br />

Bivakboek<br />

Tochtenboek<br />

Loslopend Wild deel 2<br />

Allemaal te koop in De Banier!<br />

www.chiro.be/veiligheid


ROL 1 :<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je een leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 -3 Je bent leider en je leden gaan ‘kaas met gaten’ spelen. Je medeleider legt<br />

het spel uit.<br />

4 - 7 Geef je leden positieve bevestiging, ook die het spel niet durven te spelen.<br />

8 - 15 Probeer diegene dat het spel niet durven te spelen, extra aan te moedigen.<br />

16 Kom bij je leden die al door de kaas zijn, te weten wat ze van het spel<br />

vonden.<br />

17<br />

18 Rond het spel af en zeg dat ze naar het lokaal mogen gaan.<br />

19 Je gaat mee naar het lokaal en springt in de zetels/stoelen.<br />

20-23 Vanaf nu ben je geen leider meer maar een tito.<br />

24 -28 Andere proberen je bier te laten proeven. Jij vindt dat heel vies maar je<br />

durft dat niet goed zeggen.<br />

29 -31 Je stelt voor om een kamp te gaan bouwen.<br />

32 Je wilt niet mee opruimen en je moet naar de WC.<br />

33<br />

34 Je zoekt uw medeleden om mee het volgende spel te spelen.<br />

35 Vanaf nu ben je een speelclubber.<br />

36 Jullie groep wordt in 2 ploegen verdeeld.<br />

37<br />

38 Je vindt het erg dat je niet bij je vriend(in) in de ploeg zit.<br />

39<br />

40 -46 Het spel wordt uitgelegd. Je kent het spel en je vindt dat geen leuk spel.<br />

47 Je hebt hoofdpijn en vraagt of je aan de kant mag gaan zitten.<br />

48<br />

49<br />

50 Je bent blij dat je naar huis mag.<br />

ROL 2:<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je een leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 - 5 Je bent leider. Jullie gaan ‘kaas met gaten’ spelen en je doet de speluitleg<br />

maar je bent zelf niet gemotiveerd.<br />

Kaas met gaten: Tussen 2 bomen zijn er touwen gespannen met grote en<br />

kleine gaten. Alle spelers moeten door de gaten zonder de touwen te<br />

raken. Elk gat mag maar 1 keer gebruikt worden.<br />

6 -13 Begin tegen je medeleider te praten over afgelopen nacht en dan je e nog<br />

hoofdpijn van hebt. Praat hierover gedurende het spel.<br />

14 - 18 1 van de leden wilt graag iets anders doen, je negeert die en je vindt dat<br />

ene lid lastig en laat dit merken.<br />

19 Het spel rond je af en je gaat naar het lokaal. Je zegt dat jullie even iets<br />

gaan drinken.<br />

20 Vanaf nu ben je geen leider meer maar een tito!<br />

21 -23 Je vind dat sommige te veel lawaai maken en precies speelclubbers zijn, je<br />

zegt dit ook.<br />

24 -26 Je wilt water drinken want je hebt nog een kater van gisteren. Je zegt fier<br />

dat het gisteren een leuke fuif was en dat je het stom vindt dat sommige er<br />

niet waren.<br />

27 - 29 Je ligt te slapen in de zetel, te moe van gisteren.<br />

30 Je vindt een kamp bouwen stom!<br />

31<br />

32 - 34 Je begint mee op te ruimen zodat je het volgende spel kunt gaan spelen.<br />

35 -49 Vanaf nu ben je een speelclubber die geen Nederlands verstaat. Je begrijpt<br />

dus niets van de speluitleg.<br />

50 Je neemt afscheid van je leiding en gaat naar huis.


ROL 3 :<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je een leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent keti en luistert naar de speluitleg.<br />

2-4 Je het geen zin in dit spel en laat dit merken.<br />

5 -10 Vanaf dat je door een gat bent gegaan zet je je aan de kant en doe je niet<br />

meer mee.<br />

11-13 Je geeft aan dat je je verveeld.<br />

14 - 17 Je vraagt wanneer je iets mag drinken.<br />

18 Je vraagt wanneer je een ander spel gaat doen.<br />

19 Iedereen gaat naar het lokaal maar je gaat niet mee! Je gaat naar de<br />

begeleiding en krijgt er een zakje chips.<br />

20 Je bent vanaf nu titoleiding.<br />

21 Je gaat naar het lokaal en eet het zakje chips op. De chips is alleen voor u<br />

en je wilt niet delen. Wie iets wil snoepen moet dit maar van thuis<br />

meebrengen, is uw mening!<br />

22<br />

23 Je merkt dat er enkele leden met vuur aan het spelen zijn. Je wordt heel<br />

boos en doet het vuur uit.<br />

24<br />

25 - 29 Je medeleider vindt dat je leden bier mogen drinken. Jij zelf vindt dat dit<br />

niet kan.<br />

30 Je begint mee te onderhandelen welk spel ze willen spelen.<br />

31<br />

32 Voordat je het volgende spel speelt moet het lokaal terug wat op orde zijn.<br />

33<br />

34 Je zegt dat iedereen naar buiten moet gaan want je gaat ‘zwart schaap’<br />

spelen.<br />

35 Vanaf nu ben je een speelclubber.<br />

36<br />

37 - 40 Ploegen zijn verdeeld maar je vindt ze oneerlijk! Je zegt dit ook.<br />

41 Spel wordt uitgelegd en je zegt dat het niet eerlijk is wegens de andere<br />

ploeg veel sterker is.<br />

42 - 50 Je speelt het spel mee maar blijft zeuren<br />

ROL 4:<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je een leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent keti met overgewicht en luistert naar de speluitleg.<br />

2 Wegens je overgewicht, heb je schrik voor dit spel. Je zegt dat dit geen<br />

leuk spel is voor jou.<br />

3<br />

4 - 7 Je vertrouwd de rest niet en durft niet door een gat gaan je houd je stil en<br />

op de achtergrond.<br />

8 - 11 Je moet dringend naar het toilet.<br />

12 Als je terug komt probeer je ongemerkt bij de groep aan de overkant te<br />

gaan staan.<br />

13<br />

14 – 18 Je bent bang dat de rest je niet kan houden en zegt dat je liever niet<br />

meespeelt met dit spel.<br />

19 Iedereen gaat naar het lokaal maar je gaat niet mee! Je gaat naar de<br />

begeleiding en krijgt er een bak drinken (frisdrank en bier).<br />

20 -24 Je bent vanaf nu titoleiding. Jullie nemen een 4-uurtje in het lokaal je maakt<br />

een praatje met de tito’s en vraag hoe hun week geweest is.<br />

25 - 29 Je gaat naar het lokaal met je bak drinken en vraagt wie wat wil drinken.<br />

30 Enkele leden willen een kamp gaan bouwen. Jij zegt dat kampen bouwen<br />

voor speelclubbers is en jullie dat dus niet gaan doen.<br />

31 - 33 Als ze toch blijven zagen dan zeg je dat echte tito’s graag in de zetel liggen!<br />

34 Je gaat ongemotiveerd naar buiten voor het volgende spel.<br />

35 Vanaf nu ben je een speelclubber en je vraagt of jij de ploegen mag kiezen<br />

voor het volgende spel.<br />

36- 43 Je speelt enthousiast mee met het spel.<br />

44 - 46 Je valt en doet je pijn. Je blijft op de grond liggen.<br />

47 -49 Je probeert mankend terug mee te spelen<br />

50 Ga tegen 1 van de leiders zeggen dat je nog steeds veel pijn hebt.


ROL 5 :<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent keti en je hebt veel zin in dit spel.<br />

2<br />

3-6 Er is 1 iemand in jullie groep waarvan je vindt dat die te dik is voor dit spel.<br />

Je haalt dit regelmatig aan en pest hem/haar hiermee. Omdat hij/zij zaagt.<br />

7 - 12 Je probeert vals te spelen als je denkt dat de leiding toch niet kijkt.<br />

13 - 18 Ook het ‘dikkertje’ probeert vals te spelen, maar jij hebt dat gezien en roept<br />

het uit.<br />

19 Je loopt heel snel naar het lokaal want je hoopt de beste plaats te kunnen<br />

hebben.<br />

20 - 22 Je bent vanaf nu tito en je begint met je buur te praten over jullie leerkracht.<br />

23 In het lokaal vind je lucifers en een aansteker. Je begint hiermee te spelen<br />

en maakt een vuurtje.<br />

24<br />

25 Je hebt zin in bier drinken en je zult dan ook bier drinken!<br />

26 -28 Sommige tito’s zijn gisteren naar een fuif geweest. Jij mocht niet mee van<br />

je ouders.<br />

29 -31 Je wilt een kamp gaan bouwen want jullie zitten al lang genoeg.<br />

32 Je vraagt om toch iets anders te gaan doen.<br />

33 Je gaat akkoord met ‘zwart schaap’.<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 -37 Vanaf nu ben je een leider van de speelclub. Je medeleider verdeeld de<br />

ploeg in 2 groepen, daarna doe jij de speluitleg.<br />

38 -43 Je legt het spel ‘zwart schaap’ uit met veel enthousiasme: Spel in 2 ploegen<br />

elke ploeg heeft een ‘kamp’ afgebakend met lint of kegels. In elke ploeg is<br />

er ook een persoon het Zwarte schaap. Je moet proberen mensen van de<br />

andere ploeg in jouw kamp te krijgen. Als ze in jouw kamp zijn mogen ze<br />

vertellen of zij het zwarte schaap zijn of niet. Als je het zwart schaap<br />

gevonden hebt heeft jouw team gewonnen.<br />

44 Iemand is gevallen en je merkt dat je geen EHBO bij hebt. Je bent in paniek<br />

en over bezorgd.<br />

45<br />

46 - 48 Geef 1 iemand steeds positieve en 1 iemand steeds negatieve bevestiging.<br />

49 Rond het spel af want de ouders komen je leden bijna halen.<br />

50<br />

ROL 6 :<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent een hyperactieve keti en je luistert naar de leiding.<br />

2 -4 Je wil er meteen invliegen en probeert in je eentje al over de touwen te<br />

kruipen.<br />

5 - 9 Je merkt dat er zijn die dit spel niet durven spelen. Jij vindt dat ze watjes<br />

zijn.<br />

10 -15 Voor jou is niets moeilijk, je begrijpt niet dat anderen er lang over doen. Je<br />

wil actie ! Het gaat te traag voor jou.<br />

16 - 18 Je bent afgeleid en gaat zelf wat anders doen.<br />

19 Jullie gaan iets drinken in het lokaal en je vraagt of jullie bier krijgen.<br />

20 Je bent vanaf nu tito en je wilt bier!<br />

21 - 23 Je leider heeft chips en je wilt hiervan mee eten.<br />

24 Iemand maakt vuur en je vind je leider flauw omdat hij zegt dat dat niet<br />

mag.<br />

25 Je wilt mee bier drinken en je vindt dat iedereen is moet proeven.<br />

26 Je bent gisteren samen met enkele andere mee naar een fuif geweest, je<br />

vond de muziek heel goed!<br />

27 -31 Je houdt iedereen in het oog of ze wel hun bier opdrinken, anders zeg je<br />

hier iets van.<br />

32 Je stelt voor om ‘zwart schaap’ te spelen.<br />

33<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 - 37 Vanaf nu ben je de leider. Jij verdeeld de ploeg in 2 groepen. Als jullie met<br />

oneven zijn, dan doe jij mee. Je ploeg verdelen doe je als volgt: iedereen<br />

moet zijn beide schoenen uitdoen en op een stapel leggen. Daarna moeten<br />

ze allemaal op een rij gaan staan. Als je start zegt moeten ze allemaal één<br />

schoen nemen. Diegene die een linker schoen vast hebben zijn een ploeg,<br />

en diegene met de rechter schoen zijn een ploeg.<br />

38- 43 Uw medeleider legt het spel uit.<br />

44-47 Er is iemand gevallen. Je zegt dat het niet erg is en dat hij/zij moet<br />

rechtstaan en verder moet spelen. Een speelclubber is namelijk stoer en<br />

kan daar tegen!<br />

48 Kom te weten wat ze van het spel vonden.<br />

49 Je sluit het spel af en vraagt wie er volgende week terug komt.<br />

50 Je leden gaan naar huis, je kan nog iets tegen de ouders zeggen.


ROL 7:<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent een keti en je hebt veel zin in dit spel.<br />

2 - 7 Je vind dat je eerst moet nadenken, overleggen en een strategie bepalen.<br />

8 -12 Je begint tegen de leider die het spel uitlegde te zeggen dat je hem<br />

afgelopen nacht hebt gezien en dat hij heel zat was.<br />

13 -18 Je wil dat er toch nog eens goed nagedacht wordt over de volgorde. En<br />

roemt iedereen even bij elkaar<br />

19 Spel is afgelopen en je gaat niet direct naar het lokaal. Je gaat buiten nog<br />

wat zitten kijken naar andere.<br />

20 Je bent vanaf nu tito.<br />

21<br />

22-24 Je gaat naar binnen, je bent heel stil en gaat rustig ergens zitten.<br />

25 Je neemt bier aan maar eigenlijk doe je dit alleen om stoer te doen want je<br />

lust dit niet.<br />

26<br />

27 Je zet je flesje bier terug in de bak, terwijl je er amper van gedronken hebt.<br />

28<br />

29 -33 Je wilt mee een kamp gaan bouwen.<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 Je bent vanaf nu een speelclubber.<br />

36- 38 Je vind dat iemand stinkvoeten heeft en je wilt bij die persoon niet in de<br />

groep zitten.<br />

39 Je bent tevreden over je ploeg en speelt enthousiast mee<br />

44 Je moet naar de WC en je gaat er naar toe zonder iets te zeggen.<br />

45 -50 Je gaat helemaal voor de winst en vliegt er kei hard in.<br />

ROL 8 :<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1-3 Je bent keti en je hebt veel zin in dit spel.<br />

4 - 6 Je durft niet door een gat, maar je durft dat niet zeggen.<br />

7- 12 Je wil alleen door een laag gat gaan. Maar je bent bang dat de anderen je<br />

niet kunnen houden en doet er daardoor heel lang over.<br />

13-15 Je bent heel opgelucht dat je er geraakt bent en moedigt de anderen aan.<br />

16 Zeg dat je dit een leuk spel vond.<br />

17<br />

18<br />

19 Spel is gedaan en je gaat naar het lokaal. Je roept: pinte drinken!<br />

20 -23 Je bent vanaf nu tito. In het lokaal begin je vanalles af te breken.<br />

23 -25 In het lokaal vind je lucifers en een aansteker. Je begint hiermee te spelen<br />

en maakt een vuurtje.<br />

26 -29 Je bent gisteren naar een fuif gegaan en je hebt daar een geweldige<br />

verovering gedaan. Je praat hier fier over en geeft alle details.<br />

30 - 32 Je wilt geen kamp bouwen!<br />

33 Je gaat akkoord met ‘zwart schaap’.<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 Je bent vanaf nu een hyperactieve speelclubber.<br />

36 -39 Jullie moeten jullie schoenen uitdoen. Zonder dat iemand het ziet ga je<br />

schoenen verstoppen, zodat iemand zijn schoenen kwijt is.<br />

40 - 49 Je wil winnen en roept naar de andere ploeg dat ze losers zijn. En lacht ze<br />

uit als ze een iets “dom” doen.<br />

50 Je loopt naar 1 van je leiders, springt op die rug en zegt: tot volgende week!


ROL 9:<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 - 6 Je bent keti die hoogtevrees heeft. Bij de speluitleg krijg je al een paniek<br />

aanval.<br />

7 - 13 Je begint tegen iemand te vertellen over het weekend en je verovering van<br />

afgelopen nacht.<br />

14 - 18 Vraag aan iedereen hoe het met hun liefdesleven gaat.<br />

19 Spel is afgelopen en je gaat naar het lokaal, je begint daar direct op alles te<br />

trommelen en muziek te maken.<br />

20 Je bent vanaf nu tito.<br />

21 Je wilt graag chips eten.<br />

22<br />

23 Er wordt met vuur gespeeld. Je vindt dit heel gevaarlijk en je wilt dat ze<br />

stoppen.<br />

24<br />

25 Er is bier en je stelt voor om een bierspel te doen.<br />

26- 28 Je praat mee over de fuif van gisteren waar je was. Je vraagt wie er<br />

allemaal was.<br />

29 - 31 Er wordt voorgesteld om een kamp te maken, je wil dat niet doen maar<br />

liever een spel binnen.<br />

32 Je wilt ook graag iets anders doen en je moedigt de andere aan.<br />

33 Je gaat akkoord met ‘zwart schaap’.<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 - 40 Vanaf nu ben je speelclubber.<br />

41 - 49 Je gaat een hevig spel spelen. Je moeder had gezegd dat je niet vuil mocht<br />

zijn wegens je na de chiro naar de bomma moet. Je bent heel voorzichtig<br />

en wordt heel kwaad als ze jouw proberen mee te nemen. Je mag niet vuil<br />

worden!<br />

50 Als ze vragen of je kan komen zeg je nee, volgende week is je bompa jarig.<br />

ROL 10:<br />

De begeleiding zegt regelmatig welke minuut het is. Via dit schema zie je wat je op de minuut<br />

moet doen. Staat er niets, dan ben je nog steeds het vorige aan het doen of luister je wat andere<br />

zeggen. Ben je leiding, dan draag je uw leidingskoord, anders doe je die uit. Materiaal mag je<br />

vragen aan je begeleiding.<br />

1 Je bent keti en je luistert naar de speluitleg.<br />

2<br />

3- 6 Je kent dit spel en je neemt de leiding.<br />

7- 11 Je moedigt al de medeleden aan om eerlijk te spelen.<br />

12- 16 Je verklikt andere mensen als ze valsspelen of het touw toch beweegt.<br />

17 Je bent heel enthousiast over het spel en dat wil je nog eens doen.<br />

18<br />

19 Jammer maar helaas, het spel is afgelopen en jullie gaan naar het lokaal.<br />

20 Je bent vanaf nu tito.<br />

21<br />

22 Iemand begint met een vuurtje te maken. Je doet uitbundig mee.<br />

23<br />

24 Je hebt dorst en neemt frisdrank. Sommige drinken bier, maar jij vindt dat<br />

niet lekker en je zegt dat ook.<br />

25 -30 Sommige tito’s zijn gisteren naar een fuif geweest. Jij wist niet dat er een<br />

fuif was. En vind het niet leuk dat jij niet verwittigd werd.<br />

31 - 33 Jij vind kampen bouwen leuk en weet een goede plaats.<br />

34 Je gaat mee naar buiten.<br />

35 - 40 Vanaf nu ben je speelclubber. En speelt enthousiast mee. Zwart schaap is<br />

je lievelingsspel. Je wilt altijd het zwart schaap zijn want jij bent toch veel<br />

sneller dan alle anderen.<br />

41 - 48 Iemand is gevallen en je bent bezorgd.<br />

49 Je zegt dat het jammer is dat het al tijd is en dat je liever elke dag zondag<br />

wou hebben!<br />

50


Vowas : Beursspel<br />

STELLINGEN<br />

Aandeel nr : 001<br />

Startbedrag : 100€<br />

In de titoploeg wordt de laatste weken over niks anders meer gepraat dan over de koppeltjes van de <strong>Chiro</strong> en over hun<br />

vriendjes en vriendinnetjes. Een deel van de groep vindt dat helemaal niet leuk en komt zo echt buiten de ploeg te<br />

staan. Kun je hier iets aan doen als leiding?<br />

Aandeel nr : 002<br />

Startbedrag : 100€<br />

De rakwi’s komen elke zondag naar de <strong>Chiro</strong> en willen nooit meespelen met jouw voorbereide programma. Je steekt<br />

hier heel veel tijd in, maar alle trekkers in de rakwiploeg willen telkens alleen maar voetballen. Wat doe je?<br />

Aandeel nr : 003<br />

Startbedrag : 100€<br />

Liefde is mooi – zolang het duurt, natuurlijk.<br />

Een speelclubber uit je groep heeft je verteld dat haar ouders op scheiden staan. Tja, daar kun jij niets aan doen, maar<br />

het arme speelclubbertje zit week na week de hele zondag met traantjes in de ogen. Dat beïnvloedt je groep sterk. Hoe<br />

pak je dit aan?<br />

Aandeel nr : 004<br />

Startbedrag : 100€<br />

Het planningsweekend was goed: er werd veel gepland, er werd veel plezier gemaakt en wonder boven wonder was de<br />

leidingsverdeling in 30 minuten gebeurd. Jij staat samen met je maat Jim in de ploeg. De eerste zondagen verstrijken<br />

en alles loopt vlotjes. Toch begint het jou meer en meer op te vallen dat Jim geen initiatief neemt, dat jij altijd de<br />

spelletjes mag uitleggen en dat het ook aan jou is om leden op hun rechten en hun plichten te wijzen. Met als gevolg<br />

dat de leden ook niet naar Jim luisteren. Langzaam maar zeker lukt het ook minder en minder tussen jou en hem. Los<br />

dit nu maar op?<br />

Aandeel nr : 005


Startbedrag : 100€<br />

Een van jouw leden vindt haar draai niet in de groep. Ze vindt de activiteiten wel leuk, maar hangt constant aan je been.<br />

Ze vindt de groep maar niks en ze wordt door de groep ook niet echt aanvaard. Kun jij hierin iets te betekenen hebben?<br />

Aandeel nr : 006<br />

Startbedrag : 100€<br />

’t Is weer zondag. Weer naar die tien aspi's en die drie kliekjes, weer alles drie keer uitleggen en rekening houden met<br />

de drie groepjes, weer ambras bij de ploegindeling voor een ander spel. Je bent hier duidelijk niet mee gediend. Je wilt<br />

één groep, één hechte ploeg zonder kliekjes. Hoe verhelp je dit?<br />

Aandeel nr : 007<br />

Startbedrag : 100€<br />

Verdomme: ’t is zondag en nu heeft jouw neef toch wel beslist om te gaan trouwen, zeker?! Dus jij naar dat dom<br />

trouwfeest terwijl je veel liever in de <strong>Chiro</strong> zou zijn, bij je tito’s, jouw zondags plezier.<br />

De volgende dag kom je één van je leden tegen en het verhaal begint: “Hé, waar was je gisteren? ’t Was keitof, ’t was<br />

heel goed weer en we zijn van de brug gaan springen aan ’t kanaal en daarna zijn we een pint gaan pakken.” Probleem!<br />

Van de brug gaan springen en pinten gaan pakken?! Je weet dat je medeleid(st)er wat problemen heeft met zin voor<br />

verantwoordelijkheid, maar dat het zo erg was ... Je hebt hier duidelijk een probleem dat je moet oplossen. Hoe?<br />

Aandeel nr : 008<br />

Startbedrag : 100€<br />

20, 16, 12, 10, 6, 4, enz. Neen, er is niemand aan het aftellen voor verstoppertje bij de ribbels. Dit zijn je ledenaantallen<br />

zondag na zondag. ’t Gaat duidelijk bergaf met je groep. Je bent nog maar met z’n vieren, dus kaarten gaat nog.<br />

Nochtans: als je nagaat wat er misgegaan kan zijn, dan vind je niet meteen iets. Je maakt programma, week na week<br />

vind je wel iets nieuws en origineels om te knutselen of om te vertellen. Toch gaat het bergaf. Hoe blaas je hier een<br />

frisse adem in?<br />

Aandeel nr : 009<br />

Startbedrag : 100€<br />

Zondag na zondag, week na week, het is altijd hetzelfde bij de kwiks: keer op keer is het ruzie in de keet en altijd is<br />

kleine Sara erbij. Nooit heeft ze iets gedaan, maar altijd zit ze ertussen. Kun jij dit oplossen?<br />

Aandeel nr : 010<br />

Startbedrag : 200€<br />

’t Is een hete zomer, je bent op kamp. Je staat op en merkt dat één van je leden in zijn of haar bed geplast heeft. Wat<br />

doe je?<br />

Aandeel nr : 011<br />

Startbedrag : 200€<br />

Ken je dat, van die leden die enkel meedoen als ze goesting hebben? Bij ons in de speelclub is het van dat. Die kleine<br />

wil echt niet meedoen als we geen verstoppertje doen, om horens van te krijgen. Heel de groep wordt hierin<br />

meegetrokken. Niet gemakkelijk. Wat zou jij doen?<br />

Aandeel nr : 012<br />

Startbedrag : 200€<br />

Jefke is nieuw in de rakwiploeg. Hij kent niemand. De ploeg vindt Jefke maar een raar ventje. Jefke loopt de groep<br />

altijd maar achterna. Er is niemand die contact zoekt met hem. Wat ga je doen?<br />

Aandeel nr : 013<br />

Startbedrag : 200€<br />

Sandra is een echte <strong>Chiro</strong>fan. Elke zondag brengt zij de sfeer in de ketiploeg, maar als de leiding een activiteit<br />

organiseert die wat geld kost, blijft ze thuis. Ze is dan altijd juist ziek! Doe je hier iets aan?<br />

Aandeel nr : 014<br />

Startbedrag : 200€<br />

Jouw medeleid(st)er haalt de speelclub om middernacht uit bed omdat ze niet zwijgen. Ze moeten gaan lopen op het<br />

terrein. Volgens jou kan zo'n straf niet. Wat zeg je tegen je medeleid(st)er of wat ga je doen?


Aandeel nr : 015<br />

Startbedrag : 200€<br />

De tito's trekken er 's avonds op uit om te gaan roken, terwijl het hen verboden is tijdens het bivak. Hoe reageer je?<br />

Aandeel nr : 016<br />

Startbedrag : 200€<br />

Je medeleider speelt nooit mee, hij zit aan de kant terwijl jouw groep een spel doet. Wat zeg je?<br />

Aandeel nr : 017<br />

Startbedrag : 200€<br />

Een speelclubber trekt plots z'n jas aan en maakt aanstalten om naar huis te gaan: “Het is niet plezant meer!” Hoe<br />

reageer je?<br />

Aandeel nr : 018<br />

Startbedrag : 200€<br />

Iemand van jouw afdeling wil zich na de zwempartij niet omkleden in het gezamenlijk kleedhok, hij wordt uitgelachen<br />

door de rest. Wat doe je?<br />

Aandeel nr : 019<br />

Startbedrag : 200€<br />

Jouw ketiploeg is geweldig. Het klikt goed tussen de leiding en de leden. Zij stellen zelf voor om eens iets uitdagends te<br />

doen. Zij hebben zelf een voorstel dat jij eigenlijk niet zo goed ziet zitten. Je bent er wel van overtuigd dat het plezant<br />

zal worden maar je bent er ook zeker van dat daar wel eens ongelukken mee kunnen gebeuren. Wat ga je doen?<br />

Aandeel nr : 020<br />

Startbedrag : 300€<br />

Je hebt een programma voorzien, 't zit goed in elkaar. Je zou wel met minstens veertien moeten zijn, en er zijn die<br />

zondag maar tien leden. Wat doe je?<br />

Aandeel nr : 021<br />

Startbedrag : 300€<br />

Je merkt dat er twee ribbels zijn die naar de <strong>Chiro</strong> moeten komen van hun ouders. Zij houden hun jas de hele dag aan<br />

en vragen voortdurend of het nog geen vijf uur is. Wat doe je?<br />

Aandeel nr : 022<br />

Startbedrag : 300€<br />

Jouw medeleid(st)er wil nooit op voorhand werk maken van het programma. Zelf heb je ook niet altijd tijd om er iets<br />

perfects van te maken. Toch zou je dat willen. Wat doe je hieraan?<br />

Aandeel nr : 023<br />

Startbedrag : 300€<br />

Je wil vermijden dat de groep zelf ploegjes mag kiezen voor een spel, want dan schieten de ‘zwakken’ altijd over. Hoe<br />

zou jij het wel doen?<br />

Aandeel nr : 024<br />

Startbedrag : 300€<br />

Je vindt dat alle ideeën van jou moeten komen. Je medeleidster knikt altijd maar van ja. Dat is voor jou vervelend. Wat<br />

ga je doen?<br />

Aandeel nr : 025<br />

Startbedrag : 100€<br />

Een van je tito’s zegt dat ze om 16 uur naar huis moet voor een feest. Wat doe je?<br />

Aandeel nr : 026<br />

Startbedrag : 300€<br />

Je doet vandaag een quiz met je speelclubbers. Tim heeft een lichte achterstand en gaat naar het bijzonder onderwijs.<br />

Hoe zorg je ervoor dat het ook voor Tim leuk is?


Aandeel nr : 027<br />

Startbedrag : 100€<br />

Het is een warme zondag. Je enige medeleider van de ribbels stelt voor om te gaan zwemmen met je 20 ribbels. Wat<br />

zou jij doen?<br />

Aandeel nr: 028<br />

Startbedrag: 300€<br />

Stel je even voor: Je medeleidster vertelt al haar problemen (van thuis, van vriendjes, …) aan je tito’s. Wat doe je ?<br />

Aandeel nr : 029<br />

Startbedrag : 300€<br />

Tijdens de <strong>Chiro</strong> zondag wordt Milan gepest. Je geeft een opmerking maar meer niet… Het pesten is echter niet gedaan<br />

“maar jij hebt er aan gedaan wat je kon.” s’ Avonds krijg je een boos telefoontje van de ouders van Milan. Ze zijn niet te<br />

spreken over jou manier van werken en eisen zelfs een afspraakje met jou om alles eens te bespreken. Hoe los je dit<br />

op?


Startbedrag<br />

Groep 1<br />

Groep 2<br />

Groep 3<br />

Groep 4<br />

Perfect!<br />

€ 100<br />

€<br />

€<br />

€<br />

€<br />

Eindbedrag!<br />

€<br />

AANDEEL AANDEEL 2011/020304-10/001<br />

Startbedrag:<br />

SITUATIESCHETS:<br />

€ 100<br />

’t Is weer zondag. Weer naar die tien aspi's en die drie kliekjes, weer alles drie<br />

keer uitleggen en rekening houden met de drie groepjes, weer ambras bij de<br />

ploegindeling voor een ander spel. Je bent hier duidelijk niet mee gediend. Je<br />

wilt één groep, één hechte ploeg zonder kliekjes. Hoe verhelp je dit?


1:<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________<br />

Opmerking/verbetering:<br />

Signatuur begeleiding:<br />

3:<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________<br />

4:<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________<br />

2:<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________________________<br />

____________________<br />

Opmerking/verbetering:<br />

Signatuur begeleiding:<br />

Opmerking/verbetering:<br />

Signatuur begeleiding:<br />

Opmerking/verbetering:<br />

Signatuur begeleiding:


Stappenplan : chiro namiddag opbouwen<br />

Het stappenplan is een handig instrument om een <strong>Chiro</strong>activiteit in elkaar te steken. Het bestaat uit 9 stappen waar je<br />

vooraf over nadenkt. We stellen hier een volgorde voor. Daar Hoef je je niet per se aan te houden.<br />

1. Kies een soort activiteit<br />

Hou rekening met: de eigenheid van je groep, wat je de vorige weken deed (afwisseling), het weer, de<br />

speelmogelijkheden (welk terrein), aantal begeleid(st)ers, de voorziene tijd, ledenaantal, wat je op je maandprogramma<br />

schreef, enz.<br />

Enkele voorbeelden : Tocht, ruw en hevig, inleefspel, knutselen, creatief, samenwerking, competitief, verkennend<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

2. Kies een thema<br />

Hou rekening met: actualiteit, leefwereld van je leden, originaliteit, haalbaarheid voor jezelf, tijd die je hebt,<br />

noodzakelijkheid.<br />

Enkele voorbeelden: Sneeuwpoppen, dino’s, nomaden, piraten, rockersdag, oma en opa, holbewoners, Studio 100, enz.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

3. Kies een geschikte locatie<br />

Hou rekening met: de mogelijkheden, het thema, de mobiliteit van je leden, hun leeftijd, de originaliteit, het weer.<br />

Enkele voorbeelden: Op het plein, in het nabije park, in de dorpskern, de stad, het bos, een zandvlakte<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

4. Maak de invulling van je programma<br />

Hou rekening met: soort activiteit (stap 1), thema (stap 2), welk materiaal is er voorhanden<br />

Een voorbeeld : Spel :Chinees voetbal, maar als de bal door je benen rolt, moet je telkens een baksteen onder je<br />

voeten leggen. Zo laag mogelijk blijven is de opdracht.<br />

Koppeling aan het thema: De keti’s zijn Zoeloes en spelen zogezegd met het hoofd van de gekookte<br />

ontdekkingsreiziger. Dat is de nationale sport van de Zoeloes.<br />

Materiaal: Bal: hebben we in lokaal Bakstenen: Hilde brengt bakstenen van thuis mee.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________


5. Maak een tijdsindeling<br />

Hou rekening met beginuur en einduur, het seizoen, externe factoren, vaste afspraken, gezamenlijke activiteiten.<br />

Een voorbeeld: We starten om 14.15 uur met een toneeltje, dan spelen we de eerste drie van ongeveer tien spelletjes<br />

tot rond 15 uur, we gaan terug naar binnen en knutselen een val voor de wilde beesten tot rond 15.30 uur.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

6. Kijk na of alles in overeenstemming is<br />

Hou rekening met de vijf eerste stappen. Vergeet je thema niet door te trekken in alle spelletjes. Gebruik je de locatie<br />

optimaal, is de timing nog goed, …<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

7. Maak een uitnodiging<br />

Hou rekening met: aan wie de uitnodiging gericht is (denk altijd aan de ouders), vermeld start- en einduur, deel mee wat<br />

de leden moeten meebrengen, verwerk eventueel het thema erin, beschouw je uitnodiging als een warmmaker voor je<br />

activiteit, licht al een tipje van de sluier op.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

8. Zorg voor een goede ontvangst van je leden<br />

Hou rekening met: wie is wanneer waar, wat doe je, wat heb je nodig, is je lokaal in orde? Zorg dat je ruim op tijd<br />

klaarstaat op de terreinen. Zodra er leden zijn, sta je voor hen paraat (sla een praatje , speel wat voetbal). Heb<br />

aandacht voor een nieuweling. Sta open voor vragen van de ouders.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

9. Evalueer je <strong>Chiro</strong>namiddag<br />

Om in de toekomst nog betere programma’s te maken en om ervoor te zorgen dat je problemen in de groep of met je<br />

medeleid(ste)r voorkómt, is het noodzakelijk na elke werking te evalueren. Dat kan expliciet (je maakt er een speciaal<br />

momentje voor vrij en werkt met een bepaalde methodiek) of impliciet (je vraagt terloops aan je leden en medeleid(st)ers<br />

wat ze ervan vonden). Geef hoe dan ook zeker speciaal aandacht aan de stille kinderen in je groep. Maak in de loop<br />

van het jaar zeker een paar keer tijd om echt te evalueren.<br />

Een voorbeeld : de speelclub heeft een gele stoel, als je daar op gaat zitten mag je iets zeggen over de activiteit.<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________<br />

________________________________________________________________________________________________

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!