Archeologische kroniek van Noord-Holland 2008 - Provincie Noord ...
Archeologische kroniek van Noord-Holland 2008 - Provincie Noord ...
Archeologische kroniek van Noord-Holland 2008 - Provincie Noord ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
32 |<br />
ting<br />
Beverwijk |<br />
Park Vondelkwartier<br />
In april en mei 2006 is een opgraving<br />
uitgevoerd in verband met de geplande<br />
verlegging <strong>van</strong> de Scheybeek, de aanleg <strong>van</strong><br />
een waterpartij en de aanplanting <strong>van</strong> een<br />
aantal bomen in Park Vondelkwartier te<br />
Beverwijk. Het onderzoek was het vervolg<br />
op een eerdere fase <strong>van</strong> het archeologisch<br />
vooronderzoek dat bestond uit een beperkt<br />
bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek<br />
(De Kort, 2005). Uiteindelijk zijn<br />
twee putten aangelegd: put 1 ter hoogte<br />
<strong>van</strong> een deel <strong>van</strong> de te graven Scheybeek<br />
en put 2 ter hoogte <strong>van</strong> de te graven waterpartij.<br />
Het plangebied bevindt zich in een zeer<br />
dynamisch duingebied. Overstuivingen<br />
hebben tot in de Nieuwe Tijd plaatsgevonden.<br />
Het betreft lokaal verstoven<br />
Oud Duinzand (Laagpakket <strong>van</strong> Schoorl).<br />
Hierdoor zijn delen <strong>van</strong> het oude oppervlak<br />
weer verdwenen, maar andere delen zijn<br />
afgedekt met een laag duinzand. In de<br />
ondergrond (onder de te onderzoeken delen<br />
<strong>van</strong> het plangebied) bevinden zich mogelijk<br />
nog oudere vegetatie of bewoningsniveaus.<br />
Deze zijn in het kader <strong>van</strong><br />
onderhavige opgraving niet onderzocht<br />
omdat deze zich beperkten tot de te<br />
verstoren delen <strong>van</strong> het plangebied.<br />
Tijdens het veldonderzoek is in de<br />
opgravingsputten een groot aantal<br />
grondsporen en vondsten aangetroffen.<br />
In put 1 is met name in de eerste 25 m een<br />
groot aantal grondsporen aangetroffen<br />
(o.a. greppels en paalkuilen) die waarschijnlijk<br />
samenhangen met de ontginning<br />
<strong>van</strong> het plangebied in de Late Middeleeuwen/Nieuwe<br />
Tijd. De sporen bestaan<br />
uit een aantal noordwestzuidoost<br />
georiënteerde palenrijen en greppels<br />
waarin aardewerkfragmenten uit de Late<br />
Middeleeuwen/Nieuwe Tijd zijn gevonden.<br />
In de paalkuilen zijn regelmatig restanten<br />
<strong>van</strong> houten paaltjes aangetroffen. Het hout<br />
bestaat onder meer uit iep, wilg, populier<br />
en eik. Het gebruikte hout was minder<br />
dan 10 jaar oud. In associatie met de aangetroffen<br />
grondsporen is een aanzienlijke<br />
hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen:<br />
o.a. fragmenten handgevormd aardewerk,<br />
botmateriaal, metaal en natuursteen.<br />
De waargenomen archeologische resten<br />
kunnen gekoppeld worden aan een oud<br />
oppervlak in het Oude Duinzand. In het<br />
tweede deel <strong>van</strong> put 1 zijn drie min of meer<br />
geïsoleerde sporen aangetroffen, die waarschijnlijk<br />
gekoppeld kunnen worden aan<br />
de sporen in de eerste 25 m <strong>van</strong> de sleuf.<br />
In put 2 is met name in de eerste 10 m<br />
een aantal grondsporen aangetroffen die<br />
lithologisch gezien overeenkomen met<br />
de grondsporen die aan het begin <strong>van</strong> put 1<br />
zijn aangetroffen. Het aangetroffen aardewerk<br />
lijkt dit te bevestigen. Daar waar in<br />
put 1 de grondsporen in associatie met een<br />
oud oppervlak in het Oude Duinzand zijn<br />
waargenomen, ontbreekt in put 2 een<br />
dergelijk niveau. In put 2 is op twee geïsoleerde<br />
plaatsen een grote hoeveelheid<br />
inheems aardewerk aangetroffen<br />
(Romeinse Tijd). Beide concentraties<br />
kunnen opvallend genoeg niet aan een<br />
spoor gekoppeld worden. Uit de in zowel<br />
put 1 als put 2 aangetroffen grondsporen<br />
kan geen structuur gereconstrueerd worden.<br />
Vooralsnog lijkt het te gaan om een<br />
grote hoeveelheid min of meer geïsoleerde<br />
sporen.<br />
Tijdens het onderzoek zijn diverse archeologische<br />
grondsporen aangetroffen die<br />
verband houden met een nabijgelegen<br />
(inheemse) nederzetting die in de Romeinse<br />
Tijd bewoond moet zijn geweest. Met<br />
de aangetroffen grondsporen kan geen<br />
huisplaats of een andere structuur worden<br />
gereconstrueerd. Op basis hier<strong>van</strong> en op<br />
basis <strong>van</strong> het vondstmateriaal (relatief<br />
weinig voor een dergelijke vindplaats)<br />
bestaat het vermoeden dat het plangebied<br />
aan de rand <strong>van</strong> een groter nederzettingsterrein<br />
uit de 1ste of 2de eeuw na Chr. ligt<br />
en de vindplaats wordt getypeerd als een<br />
inheemse nederzetting uit de Romeinse<br />
Tijd.<br />
RAAP Archeologisch Adviesbureau,<br />
Claartje Schamp en Dimitri Schiltmans