65 jaar Bouwfonds
65 jaar Bouwfonds
65 jaar Bouwfonds
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20<br />
oktober 2012 – naw dossier #45<br />
1990<br />
- 2000<br />
Compacte stad krijgt vorm<br />
De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) is zeer bepalend<br />
voor deze periode. Het Rijk kiest voor een compacte verstedelijking in<br />
en aan de randen van de steden. De deur voor marktpartijen wordt wijd<br />
open gezet: de rijksoverheid spoort hen aan gronden te verwerven en de<br />
gebiedsontwikkeling ter hand te nemen, in samenwerking met gemeenten.<br />
<strong>Bouwfonds</strong> pakt de uitdaging aan en realiseert een aantal bijzondere<br />
woongebieden, zoals Haverleij in Den Bosch en Brandevoort in Helmond.<br />
Conceptontwikkeling doet haar intrede als nieuw ‘vak’. Ook slaat het<br />
bedrijf internationaal de vleugels uit: eerst naar Duitsland en later naar<br />
Frankrijk en Centraal-Europese en Scandinavische landen. In eigen land<br />
wordt de herstructurering van naoorlogse woongebieden opgepakt.<br />
21 naw dossier <strong>65</strong> <strong>jaar</strong> <strong>Bouwfonds</strong><br />
De jaren negentig zijn voor <strong>Bouwfonds</strong> voor een belangrijk<br />
deel synoniem met Vinex: de woningproductie die<br />
voortvloeit uit de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra.<br />
De rijksoverheid wijst in deze nota grote bouwlocaties aan (een<br />
kwart binnen de steden, driekwart aan de randen) die met name<br />
door de grote en middelgrote steden moeten worden ontwikkeld.<br />
Aangezien het Rijk zelf geen middelen heeft om de woningbouwontwikkeling<br />
te beïnvloeden – zoals ze dat ten tijde van de<br />
groeikernen nog wel kon – wordt de markt te hulp geroepen.<br />
Marktpartijen waarvan <strong>Bouwfonds</strong> er een is worden door gemeente<br />
gevraagd grondposities in te nemen, om zo vanuit een gedachte<br />
van prijs beheersing een soepele uitvoering van de woningbouwproductie<br />
te garanderen. Zo gezegd, zo gedaan. Op een groot aantal<br />
locaties neemt <strong>Bouwfonds</strong> posities in en brengt zij haar kennis van<br />
grondexploitaties, marketing en conceptontwikkeling in. In veel<br />
gevallen worden consortia van gemeenten en marktpartijen<br />
gevormd, die gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de<br />
ontwikkeling van het stedenbouwkundige plan en de daaropvolgende<br />
deelplannen. Het leidt tot een aantal bijzondere aanwinsten<br />
in het <strong>Bouwfonds</strong>-oeuvre, zoals Wateringse Veld (Den Haag) en<br />
Haverleij (Den Bosch). In de vakgemeenschap wordt aanvankelijk<br />
kritisch over de Vinex-locaties geschreven en gesproken. De<br />
verwachting was dat een breder en stedelijk georiënteerd publiek<br />
zou worden aange trokken, maar de maakbaarheid liet hier haar<br />
grenzen zien. Uit onderzoek blijkt overigens dat consumenten over<br />
het algemeen heel tevreden zijn over hun woning in de nabijheid<br />
van de stad. Ook voorzieningen, infrastructuur (hoewel het ov soms<br />
op zich laat wachten) en de woonomgeving scoren goed.<br />
Over de grens<br />
West- en Oost-Duitsland worden één en een grote nieuwe<br />
afzetmarkt opent zich voor ontwikkelaars. Ook <strong>Bouwfonds</strong><br />
begeeft zich oostwaarts en opent eind jaren negentig vestigingen<br />
in Berlijn, Frankfurt en München. Makkelijk is de verovering van<br />
de Duitse markt overigens niet, gezien de afwijkende bouwcultuur<br />
van onze oosterburen – het <strong>Bouwfonds</strong>-product past daar<br />
Politiek en maatschappij 1990-2000<br />
Online<br />
Internet beleeft de grote<br />
doorbraak. De eerste<br />
aanbieders van inbelverbindingen<br />
betreden<br />
de markt en het aantal<br />
aansluitingen groeit snel.<br />
lange hete zomer in<br />
1995 met flippo-rage.<br />
<strong>Bouwfonds</strong> focust zich<br />
op herstructurering van<br />
naoorlogse woongebieden<br />
niet één op één in. Toch komen er enkele grootschalige projecten<br />
van de grond en wordt er steeds beter ingespeeld op de regionale<br />
bouwcultuur en tradities. Vijfenveertig <strong>jaar</strong> na de oprichting van<br />
de Bouwspaarkas in Drenthe blijkt de <strong>Bouwfonds</strong>-aanpak ook<br />
levensvatbaar over de landsgrenzen heen. Eerst in de genoemde<br />
steden, later worden ook de markten in Hamburg, Düsseldorf en<br />
Stuttgart aangeboord.<br />
Een andere verbreding heeft betrekking op het commercieel<br />
vastgoed. <strong>Bouwfonds</strong> neemt in 1988 ontwikkelaar-belegger<br />
Burginvest over en versterkt daarmee haar positie in dit deel<br />
van de markt. Een bijzonder moment in dit decennium is ook de<br />
oprichting van het Nationaal Restauratiefonds, waarvan het<br />
beheer wordt ondergebracht bij <strong>Bouwfonds</strong>. In latere jaren zullen<br />
andere cultuur- en volkshuisvestingsfondsen volgen, waarmee<br />
<strong>Bouwfonds</strong> haar maatschappelijke verankering onderstreept.<br />
Binnenstedelijke herstructurering<br />
Dichter bij huis gaan de Nederlandse medewerkers van <strong>Bouwfonds</strong><br />
aan de slag met de herstructurering van de naoorlogse woongebieden.<br />
De jarenvijftig- en -zestigwijken vertonen de eerste<br />
haarscheurtjes, mede door hun eenzijdig samengestelde woningvoorraad.<br />
Ook sociaaleconomische problemen doen zich hier voor.<br />
Tegelijkertijd zijn er ook kansen, zoals de opkomst van jonge<br />
allochtonen en tweeverdieners die graag een woning in de<br />
tuinsteden willen kopen – mits die wordt aangeboden. Voor<br />
<strong>Bouwfonds</strong> is het geen eenvoudige markt om in binnen te komen,<br />
omdat de woningcorporaties het woningbezit in handen hebben<br />
en aanvankelijk denken het varkentje van de herstructurering zelf<br />
te kunnen wassen. <strong>Bouwfonds</strong> houdt echter vol en toont een lange<br />
adem; consistent in haar visie en met een focus op het belang van<br />
het stedelijk gebied. En met succes; zo worden onder meer in de<br />
Westelijke Tuinsteden van Amsterdam met succes woningbouwprojecten<br />
ontwikkeld, in een langjarige samenwerking met<br />
woningcorporatie Ymere. Andere voorbeelden zijn de aanpak van<br />
Den Haag-Zuidwest en Utrecht Hoograven-Tolsteeg.<br />
1996<br />
Het nederlandse vliegtuigbedrijf<br />
Fokker wordt overgenomen door het<br />
Duitse DaSa. Het mag niet baten: in<br />
1996 gaat het bedrijf alsnog failliet.