06.09.2013 Views

Nieuwsbrief Mededingingsrecht 10 - Loyens & Loeff

Nieuwsbrief Mededingingsrecht 10 - Loyens & Loeff

Nieuwsbrief Mededingingsrecht 10 - Loyens & Loeff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> │2 november 2012<br />

Ronde-tafelbijeenkomst:<br />

NMa keurt drie<br />

ziekenhuisfusies met<br />

prijstoezegging goed<br />

Nieuwsberichten<br />

Uitnodiging<br />

Commissie, 19 september 2012: Marktpartijen kunnen reageren op het<br />

toezeggingsvoorstel van vier uitgevers van e-books en Apple<br />

Vier uitgevers van e-books uit de VS, Frankrijk en Duitsland en Apple hebben de Europese Commissie<br />

een voorstel tot toezeggingen gedaan in verband met vermoedens van concurrentiebeperkend gedrag<br />

bij de verkoop van e-books in de EER. Momenteel overweegt de Commissie of deze ondernemingen<br />

mededingingsregels hebben geschonden. De vermoedens komen voort uit de gezamenlijke omschakeling<br />

van de ondernemingen van een verkoopmodel via groothandels naar exclusieve contracten met gelijke<br />

voorwaarden, waaronder een “Most Favoured Nation” clausule (MFN-clausule) voor detailhandelsprijzen.<br />

De Commissie vermoedt dat de omschakeling tot stand is gekomen door een heimelijke verstandhouding<br />

tussen de concurrerende uitgevers met behulp van Apple en met prijsverhogingen van e-books als doel.<br />

Het voorstel van de ondernemingen bevat onder meer de toezegging dat exclusieve contracten beëindigd<br />

worden en dat MFN-clausules gedurende een periode van vijf jaar niet worden ingesteld. Ingeval de uitgevers<br />

nieuwe exclusieve contracten aangaan, zijn winkeliers gedurende twee jaar vrij in het bepalen van de (weder)<br />

verkoopprijs van e-books. Voorwaarde hierbij is wel dat de totale waarde van de kortingen niet hoger is<br />

dan jaarlijkse commissie die de winkelier van de uitgever ontvangt. De Commissie heeft geïnteresseerden<br />

uitgenodigd om over deze voorgestelde toezeggingen opmerkingen te maken. Indien uit deze consultatie volgt<br />

dat de toezeggingen geschikt zijn om de mededingingszorgen van de Commissie weg te nemen, maakt de<br />

Commissie de toezeggingen mogelijk juridisch bindend voor de ondernemingen.<br />

Marie-Louise Weeda<br />

Commissie, 20 september 2012: EU en China tekenen samenwerkingsprotocol<br />

kartelzaken<br />

De Europese Commissie en de twee Chinese mededingingsautoriteiten (de National Development and<br />

Reform Commission en de State Administration of Industry and Commerce) hebben op 20 september 2012<br />

een samenwerkingsovereenkomst (Memorandum of Understanding) getekend. Deze overeenkomst ziet op<br />

coöperatie en coördinatie op het gebied van wetgeving, handhaving en technische samenwerking ten aanzien<br />

van kartels, andere beperkende overeenkomsten en misbruik van machtsposities. In dit kader zullen partijen<br />

discussiëren over mededingingsrechtelijke regelgeving en kunnen zij niet-vertrouwelijke informatie uitwisselen<br />

inzake onderzoeken. Op het gebied van concentratiecontrole is al sinds 2004 een samenwerking tussen de<br />

Commissie en Mofcom; de Chinese autoriteit die toezicht houdt op concentraties.<br />

Annemieke van der Linden<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen <strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


Commissie, 21 september 2012: Commissie geeft toestemming overname<br />

EMI records door Universal onder voorwaarden<br />

Na een Fase II onderzoek heeft de Commissie Universal Music Group toestemming gegeven<br />

platenmaatschappij EMI over te nemen. Voor de overname moet EMI verschillende dochterondernemingen<br />

afstoten waaronder het succesvolle Parlophone, Chrysalis, Mute, EMI France en de maatschappijen die<br />

gespecialiseerd zijn in klassieke muziek. De Commissie was van mening dat de fusieonderneming een<br />

machtpositie zou verkrijgen ten aanzien van wederverkopers van fysieke en digitale muziek. In het onderzoek<br />

heeft de Commissie met name onderzocht wat de gevolgen voor de digitale muziekaanbieders zou zijn, zoals<br />

Apple en Spotify. Daarbij voorzag de Commissie dat de positie van Universal haar – na de concentratie – in<br />

staat zou stellen hogere prijzen en nadeligere licentievoorwaarden te kunnen bedingen voor haar afnemers.<br />

Met de wereldwijde afstoting van de betreffende dochterondernemingen van EMI zou dit ondervangen worden.<br />

Annemieke van der Linden<br />

Commissie, 28 september 2012: Commissie zendt punten van bezwaar in<br />

retail voedingsverpakkingen sector<br />

De Commissie heeft dertien ondernemingen die actief zijn in de productie en/of distributie van retail<br />

voedingsverpakkingen geïnformeerd dat er vermoedens bestaan dat zij tot acht jaar lang deel hebben<br />

genomen aan een kartel. De Commissie vermoedt dat de fabrikanten en distributeurs van schuimen en<br />

hardplastic bladen betrokken waren bij prijsafspraken, marktverdeling, toewijzing van afnemers, uitwisseling<br />

van commercieel gevoelige informatie en samenspanning bij het uitbrengen van offertes (bid rigging), met<br />

mogelijk nadelige gevolgen voor supermarkten en de consument.<br />

Anneclaire Lombert<br />

NMa, 28 september 2012: KPN past contracten zakelijke telefonie aan<br />

KPN heeft een toezegging aan de NMa aangeboden. Deze toezegging heeft betrekking op de voorwaarden<br />

waaronder zakelijke klanten met meerdere contracten voor vaste telefonie aansluitingen bij KPN, deze<br />

kunnen beëindigen om naar een andere aanbieder over te stappen. Door verschillende wijzigingen in de<br />

contractvoorwaarden in de afgelopen jaren hebben veel zakelijke klanten van KPN verschillende opzegdata<br />

voor verschillende aansluitingen. KPN biedt met de toezegging haar klanten nu de mogelijkheid alle contracten<br />

te beëindigen per eerstvolgende datum einde contract. Indien de opzegtermijn van drie maanden in acht wordt<br />

genomen is aan deze beëindiging geen afkoopsom verbonden. Indien binnen drie maanden wordt beëindigd,<br />

wordt een lagere opzegboete dan voorheen in rekening gebracht.<br />

Anneclaire Lombert<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


Raad voor de Mededinging (België), 2 oktober 2012: Onderzoek<br />

naar gecoördineerde prijsafspraken voor drogisterij-, parfumerie- en<br />

verzorgingsproducten in België<br />

De Belgische Raad voor de Mededinging heeft op 1 oktober 2012 een verslag bekend gemaakt waarin wordt<br />

vastgesteld dat tussen 2002 en 2007 de belangrijkste Belgische supermarkten verhogingen van hun prijzen<br />

voor drogisterij-, parfumerie- en verzorgingsproducten hebben gecoördineerd. Ook de leveranciers van de<br />

betrokken producten zijn bij het onderzoek betrokken, omdat zij de prijsverhogingen tussen de supermarkten<br />

zouden hebben gecoördineerd (een zogenaamd hub&spoke-kartel). Deze praktijk zou in strijd zijn met zowel<br />

het Belgische als het Europese mededingingsrecht. De Raad voor de Mededinging zal nu, op basis van het<br />

verslag en hetgeen de ondernemingen hebben in te brengen, beslissen of er al dan niet sprake is van een<br />

schending van het mededingingsrecht.<br />

Anneclaire Lombert<br />

NMa, 4 oktober 2012: NMa akkoord met overname reisinformatiediensten<br />

ProRail door NS<br />

Op 4 oktober jl. heeft de NMa bekendgemaakt dat zij akkoord gaat met de overname van de<br />

reisinformatiediensten van spoorwegbeheerder ProRail door NS. De NMa heeft echter strikte voorwaarden<br />

verbonden aan deze overname. Reden hiervoor is dat de dienst reisinformatie – onderdeel van ProRail – niet<br />

alleen door NS, maar ook door de concurrenten van NS, zoals Connexxion, Arriva en Veolia, wordt gebruikt<br />

voor het regelen van de reisinformatie. Nu de dienst reisinformatie na de overname volledig in handen komt<br />

van NS, worden de regionale vervoerders voor deze dienst afhankelijk van hun concurrent NS. De NMa<br />

stelt in haar onderzoek dat er een kans is dat NS zichzelf na de overname zal proberen te bevoordelen,<br />

bijvoorbeeld door kosten van reisinformatie voor haar concurrenten onnodig te verhogen of geleverde<br />

kwaliteit niet op peil te houden. Ook ziet de NMa het risico dat NS door de overname de beschikking krijgt<br />

over bedrijfsvertrouwelijke informatie van haar concurrenten. Daarom hebben NS en ProRail zich aan de<br />

volgende voorwaarden verbonden (i) NS verleent andere vervoerders toegang tot de dienst reisinformatie<br />

tegen dezelfde prijs en kwaliteit als aan zichzelf, (ii) NS berekent geen te hoge kosten door aan haar afnemers<br />

en (iii) NS zorgt ervoor dat ze geen bedrijfsvertrouwelijke informatie van concurrenten krijgt.<br />

Natasja Brusik<br />

NMa, 15 oktober 2012: LHV doet toezeggingen aan NMa<br />

De NMa heeft het besluit ter inzage gelegd waarin de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en regionale<br />

kringen van LHV toezeggingen doen om door de NMa vastgestelde mededingingsrechtelijke problemen<br />

in de huisartsensector op te heffen. Ten eerste zullen LHV en de regionale kringen niet meer namens hun<br />

leden met de zorgverzekeraars onderhandelen over o.a. de tarieven voor behandelingen. Daarnaast zullen<br />

zij geen adviezen meer geven over het wel of niet ondertekenen van contracten met zorgverzekeraars. Deze<br />

toezeggingen zouden het mogelijk maken dat meer ruimte ontstaat voor vernieuwende afspraken, zoals<br />

ruimere openingstijden en nieuwe vormen van zorg. Tevens zal LHV een compliance programma opstellen<br />

waardoor medewerkers (sneller) inbreuken op de mededingingsregels kunnen signaleren.<br />

Annemieke van der Linden<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


Besluiten van de<br />

NMa / Europese<br />

Commissie<br />

Rechtspraak<br />

NMa, 16 oktober 2012: KPN mag serviceproviders van Reggeborgh<br />

overnemen<br />

KPN heeft toestemming van de NMa om vier service providers, Concepts ICT, XMS, Edutel en KickXL,<br />

van Reggeborgh over te nemen. Er was sprake van horizontale overlap tussen partijen bij het aanbieden<br />

van televisie, internet en vaste telefonie aan consumenten via het glasvezelnetwerk van Reggefiber. Na<br />

overname blijft er voldoende concurrentie over, omdat niet alleen wordt geconcurreerd met aanbieders via het<br />

netwerk van Reggefiber maar ook met kabelmaatschappijen en diverse andere aanbieders via het bestaande<br />

kopernetwerk van KPN zelf. Consumenten kunnen kiezen uit vergelijkbare producten/diensten ongeacht of<br />

deze via glasvezelnetwerk, het kopernetwerk of de kabel worden aangeboden.<br />

Annemieke van der Linden<br />

NMa, 17 augustus 2012 (zaak 6905): NMa verlaagt boete inzake niet-gemelde<br />

concentratie Saipol S.A.S.<br />

Op 17 december 20<strong>10</strong> heeft de NMa aan Soprol S.A.S. (Soprol) en Sofiprotoél S.A. (Sofiprotoél) een<br />

boete opgelegd van EUR 677.000 wegens het niet melden van een concentratie (artikel 34 Mw). Soprol<br />

en Sofiprotoél hebben bezwaar gemaakt omdat de NMa bij de berekening van de boete een ernstfactor<br />

2 – en niet een ernstfactor 1 – had toegepast. Hierbij hebben zij gewezen op de toelichting bij artikel 3 van<br />

de Boetebeleidsregels 2009, waaruit volgt dat een hogere ernstfactor alleen mag worden gehanteerd indien<br />

– gelet op de omstandigheden van het geval – de ernst van de overtreding onvoldoende tot uitdrukking komt<br />

in de categorie-indeling. De NMa ziet in het bezwaar aanleiding om de ernstfactor te herzien van 2 naar 1;<br />

de omstandigheden van het geval geven geen aanleiding tot verhoging of verlaging van het op basis van de<br />

categorie-indeling vastgestelde boetebedrag. Het boetebedrag wordt bijgesteld naar EUR 338.000.<br />

Marieke van der Velde<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Hof Den Haag, 29 mei 2012 (LJN: BX8559): Exclusieve leveringsverplichting<br />

gedurende duur overeenkomst niet in strijd met mededingingsrecht<br />

Het Hof Den Haag heeft op 29 mei 2012 het beroep van The Greenery gegrond verklaard. De vraag die<br />

in deze zaak centraal stond, is of de exclusieve leveringsverplichting van V.O.F. (een trostomatenteler)<br />

jegens The Greenery in strijd is met het mededingingsrecht. Het Hof heeft zich op het standpunt gesteld<br />

dat dit niet het geval is. V.O.F. was sinds 2003 lid van Coöperatie Coforta U.A. (Coöperatie). The Greenery,<br />

dochtermaatschappij van Coöperatie, en V.O.F zijn diverse transacties aangegaan die er in de kern op<br />

neerkomen dat V.O.F. een subsidie zou ontvangen, mits V.O.F. haar hele productie aan The Greenery<br />

zou leveren tot 12 oktober 2013. Op die subsidie kon The Greenery aanspraak maken uit hoofde van een<br />

subsidieprogramma van de Europese Unie. Evenwel, nadat V.O.F. eind 2008 haar lidmaatschap beëindigde,<br />

besloot zij per 1 januari 2009 geen tomaten meer aan The Greenery te leveren. The Greenery vorderde<br />

daarop terugbetaling van de door haar verleende subsidie. Deze vordering werd aanvankelijk door de<br />

rechtbank afgewezen, omdat – kort gezegd - de subsidievoorwaarde een mededingingsbeperkende strekking<br />

zou hebben en zodoende nietig zou zijn. Het Hof is evenwel van mening dat de subsidievoorwaarde géén<br />

mededingingsbeperkende strekking heeft, aangezien het in de onderhavige situatie gaat om een verticale<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


overeenkomst op grond waarvan V.O.F. verplicht is uitsluitend aan The Greenery te leveren, en niet om een<br />

verplichting door middel waarvan hardcore-beperkingen worden opgelegd. Daarnaast is het Hof van oordeel<br />

dat de subsidievoorwaarde geen merkbare beperking van de mededinging tot gevolg heeft. The Greenery<br />

bezit geen marktmacht op de relevante downstreammarkt. Wanneer wordt uitgegaan van een productmarkt<br />

die enkel glasgroente omvat, de markt waarop The Greenery het sterkst is, bedraagt haar marktaandeel in de<br />

periode 2004-20<strong>10</strong> minder dan 4%. Gelet op het voorgaande komt het Hof tot de conclusie dat geen sprake<br />

is van een verboden overeenkomst in de zin van artikel 6 Mw. Het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd<br />

en V.O.F. wordt veroordeeld tot terugbetaling van de subsidie.<br />

Natasja Brusik<br />

CBb, 28 augustus (LJN BX7256 en LJN BX7257): Uiteindelijk bij CBb geen<br />

boete voor twee bouwondernemingen<br />

De ondernemingen Landindustrie Sneek B.V. en Aan de Stegge B.V. hebben in het kader van het<br />

bouwfraudeonderzoek een clementieverzoek ingediend met betrekking tot het vooroverleg bij de<br />

aanbestedingen in de waterzuiveringssector. De NMa maakt in haar rapport geen onderscheid tussen de<br />

klassieke sectoren, waarin een claimsysteem werd gehanteerd, en het watersegment, waarin een ‘systeem<br />

van blanken’ werd gehanteerd. Bij een systeem van “blanken” wordt gebruik gemaakt van rekenvergoedingen.<br />

In beide uitspraken concludeert het CBb, anders dan de rechtbank Rotterdam, dat de NMa onvoldoende<br />

concreet heeft toegelicht en onderbouwd dat het claimsysteem van vooroverleg in de installatiesector zich<br />

ook uitstrekte tot de watersector en mede betrekking had op het in die sector gevoerde vooroverleg. Het CBb<br />

vernietigt dan ook de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, vernietigt de besluiten op bezwaar en herroept<br />

het boetebesluit. Daarnaast oordeelt het CBb dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn.<br />

Volgens het CBb dient de redelijke termijn voor de bestuurlijke besluitvorming en rechterlijke beoordeling in<br />

eerste aanleg vastgesteld te worden op 3,5 jaar. De redelijke termijn voor het hoger beroep dient vastgesteld<br />

te worden op 2 jaar. Er zijn geen omstandigheden die de langere behandeltermijnen rechtvaardigen. Het<br />

CBb concludeert dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de door<br />

ondernemingen gevraagde schadevergoeding.<br />

Nikki Sipkens<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Gerecht, 13 september 2012 (T-119/09): Gerecht steunt Europese Commissie<br />

bij afwijzing klacht wegens ontbreken communautair belang<br />

Protégé International (Protégé) heeft bij het Gerecht beroep ingesteld tegen een besluit van de Commissie<br />

van 23 januari 2009 waarbij de Commissie een klacht van Protégé over misbruik van een machtspositie door<br />

Pernod Ricard heeft afgewezen. Het misbruik zou hebben bestaan in het voeren van IE-procedures in diverse<br />

lidstaten met het enkele doel om de introductie van een concurrerend whisky-merk te frustreren, alsook in een<br />

weigering om whisky te produceren ten behoeve van Protégé omdat die geen territoriale verkoopbeperking<br />

wilde aanvaarden. De Commissie heeft de klacht afgewezen wegens het ontbreken van een communautair<br />

belang. Het Gerecht stelt voorop dat de Commissie prioriteiten mag stellen en daartoe beschikt over een<br />

discretionaire bevoegdheid bij het onderzoeken van klachten. In het kader van de prioritering mag de<br />

Commissie (het ontbreken van) het communautair belang meewegen. De discretionaire bevoegdheid is in<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


zoverre begrensd dat de Commissie wel verplicht is de feitelijke en juridische omstandigheden te beoordelen,<br />

en haar besluit afdoende te motiveren. Volgens het Gerecht heeft de Commissie haar afwijzing van de klacht<br />

wegens het ontbreken van een communautair belang, gebaseerd op juiste criteria: (i) het belang van de<br />

inbreuk voor de werking van de interne markt, (ii) de waarschijnlijkheid dat de inbreuk kan worden aangetoond<br />

en (iii) de omvang van het noodzakelijke onderzoek. Voor wat betreft de waarschijnlijkheid dat het voeren<br />

van de IE-procedures als misbruik kan worden aangemerkt, neemt het Gerecht onder meer in aanmerking<br />

dat het voeren van een juridische procedure slechts in zeer uitzonderlijke gevallen misbruik oplevert. Dit is<br />

alleen het geval indien de procedure in redelijkheid niet bedoeld kan zijn on de rechten van de onderneming<br />

te doen gelden, en bovendien plaatsvindt in het kader van een plan om de concurrentie uit te schakelen. Voor<br />

wat betreft de waarschijnlijkheid dat de leveringsweigering als misbruik kan worden aangemerkt, overweegt<br />

het Gerecht onder meer dat een leveringsweigering alleen misbruik is indien er geen alternatief voor handen<br />

is en de weigering alle concurrentie kan uitschakelen.<br />

Marc Custers<br />

England and Wales Court of Appeal (civil division), 13 september 2012<br />

([2012] EWCA Civ 1190): Beslissing Engelse Hooggerechtshof inzake<br />

schadevergoedingen in internationale mededingingszaken<br />

De Commissie heeft in 2003 meerdere ondernemingen van de KME Group beboet voor diverse<br />

overeenkomsten en afgestemde gedragingen met betrekking tot prijsafspraken en marktverdeling in<br />

de industriële buizen sector. Toshiba Carrier UK (Toshiba) vordert in de onderhavige procedure een<br />

schadevergoeding van de beboete KME ondernemingen en KME UK. KME UK is een <strong>10</strong>0% dochter van<br />

één van de beboete KME ondernemingen, maar was zelf geen adressant van de Commissiebeschikking.<br />

KME UK verkocht wel de “kartelproducten”. KME UK heeft in deze procedure getracht de claim van Toshiba<br />

onderuit te halen. Het Engelse Hooggerechtshof heeft echter geconcludeerd dat de stand-alone schade actie<br />

van Toshiba jegens KME UK doorgezet kan worden. Het Hooggerechtshof oordeelde dat zij overtuigd was dat<br />

de claim van Toshiba niet alleen betrekking had op schade gebaseerd op de beschikking van de Commissie<br />

(follow-on action), maar dat tevens sprake was van een stand-alone action. Daarbij concludeerde het<br />

Hooggerechtshof dat de claim van Toshiba gebaseerd was op duidelijke beschuldigingen van onrechtmatige<br />

gedragingen door KME UK, namelijk kennis van en de intentie tot de implementatie van de kartelgedragingen.<br />

Het oordeel van het Hooggerechtshof betekent dat door de actie tegen KME UK ook de door de Commissie<br />

beboete KME ondernemingen, die niet gevestigd zijn in Engeland, in de schadeprocedure betrokken kunnen<br />

worden.<br />

Nikki Sipkens<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Rechtbank Rotterdam, 20 september 2012 (LJN BX7991): Stuitingshandeling<br />

van de NMa voor 1 oktober 2007 heeft geen werking<br />

In deze zaak had de NMa op 30 november 2009 een boete opgelegd aan partij X voor een verboden<br />

vooroverleg in een aanbestedingsprocedure dat had plaatsgevonden op 19 februari 2004. Partij X stelt zich<br />

op het standpunt dat de NMa ex artikel 64 Mw. niet meer bevoegd was een boete op te leggen. De NMa<br />

bracht hier tegenin dat de termijn was gestuit door het uitbrengen van het rapport op 12 december 2006. Met<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


de wetswijziging van 1 oktober 2007 is de mogelijkheid geïntroduceerd om de vervaltermijn te stuiten. Er is<br />

sprake van onmiddellijke werking, maar er is aan deze wijziging geen terugwerkende kracht verleend. Dit<br />

betekent volgens de rechtbank dat voor 1 oktober 2007 geen stuitingshandelingen konden worden verricht,<br />

met als gevolg dat de NMa niet meer de bevoegdheid had om aan Partij X de boete op te leggen. De rechtbank<br />

voorziet zelf in de zaak en herroept het besluit van 30 november 2009.<br />

Annemieke van der Linden<br />

Gerecht, 20 september 2012 (T-169/08 en T-421/09): Het Gerecht vernietigt<br />

beschikking Commissie inzake vermeende instandhouding door Griekenland<br />

van een machtspositie op haar elektriciteitsmarkt<br />

Het Gerecht heeft de beschikking nietig verklaart waarin de Commissie oordeelde dat Griekenland rechten<br />

voor de winning van bruinkool toekende ten voordele van Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE (DEI), een N.V.<br />

waarin de Griekse staat 51,12% van de aandelen houdt. De Commissie oordeelde naar aanleiding van een<br />

klacht dat Griekenland quasi-monopolierechten in stand liet, waardoor DEI een geprivilegieerde toegang tot<br />

bruinkool had. Hiermee stelde Griekenland DEI in staat een machtspositie op de elektriciteitsmarkt in stand<br />

te houden en daarbij nieuwe toetredingen tot de markt uit te sluiten of te verhinderen. Dit leverde strijd op<br />

met artikel 86 EG [<strong>10</strong>6 VWEU] juncto artikel 82 EG [<strong>10</strong>2 VWEU]. De Commissie heeft vervolgens remedies<br />

opgedragen om de concurrentiebeperkende effecten van de inbreuk weg te nemen. DEI stelde beroep in<br />

tegen deze beschikking en voert twee grieven aan, waarvan het Gerecht slechts de tweede grief behandelt<br />

(T-169/08). Volgens DEI heeft de Commissie niet aangetoond dat sprake is van daadwerkelijk of potentieel<br />

misbruik van DEI’s machtspositie op de betrokken markten. Het enkele feit dat de betrokken onderneming<br />

zich in een voordelige positie ten opzichte van haar concurrenten bevindt vanwege deze overheidsmaatregel,<br />

vormt op zichzelf geen machtsmisbruik en schending van artikel 82 EG. Het uitgangspunt is dat misbruik,<br />

zelfs potentieel, van de machtspositie van DEI moet worden geïdentificeerd, waarbij dit misbruik in verband<br />

moet staan met de overheidsmaatregel. Aangezien de Commissie dit niet heeft gedaan, verklaart het Gerecht<br />

de beschikking nietig. Het separate beroep van DEI tegen de door de Commissie opgelegde remedies wordt<br />

eveneens toegewezen vanwege de nietigverklaring van de beschikking die aan de remedies ten grondslag<br />

lag (T-421/09).<br />

Marie-Louise Weeda<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Rechtbank Rotterdam, 27 september 2012 (LJN: BX8526): Geen opheffing<br />

voorschriften Wegener<br />

De rechtbank Rotterdam heeft op 27 september jl. het verzoek van Koninklijke Wegener (Wegener) tot<br />

opheffing van een voorschrift dat is verbonden aan het vergunningsbesluit d.d. 13 maart 2000 afgewezen.<br />

Bij voornoemd besluit heeft de NMa aan Wegener een vergunning verleend voor de overname van VNU<br />

Dagbladen. Omdat door deze overname de regionale dagbladen PZC en BN/De Stem in handen zijn<br />

gekomen van Wegener, heeft de NMa aan de vergunning een aantal voorschriften verbonden. Zo dient<br />

Wegener onder meer het voortbestaan van de onderlinge onafhankelijkheid van de regionale dagbladen te<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


waarborgen. Wegener heeft om opheffing van dit voorschrift verzocht, omdat handhaving vanwege gewijzigde<br />

marktomstandigheden onredelijk zou zijn geworden. De NMa is bevoegd een voorschrift te wijzigen of<br />

op te heffen, indien zich (markt)ontwikkelingen hebben voorgedaan of voordoen die ertoe leiden dat het<br />

mededingingsbelang niet langer opweegt tegen de belasting die het voorschrift met zich meebrengt voor de<br />

onderneming. De NMa zag daar nu geen redenen toe. Volgens de rechtbank heeft de NMa zich terecht op het<br />

standpunt gesteld dat Wegener niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een wezenlijke wijziging van<br />

marktomstandigheden. Ook heeft Wegener volgens de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat handhaving<br />

van het voorschrift niet langer redelijk is, omdat kosten van het uitgeven van beide dagbladen conform het<br />

voorschrift zo hoog zijn dat zij de opbrengsten overtreffen.<br />

Natasja Brusik<br />

Gerecht, 27 september 2012 (T-343/06): Commissie heeft niet aangetoond<br />

dat Shell aanstichter of leider van het bitumenkartel was<br />

Het Gerecht heeft op 27 september 2012 verschillende arresten gewezen in het Bitumenkartel (Kuwait<br />

Petroleum e.a. T-370/06, Ballast Nedam T-361/06 en T-362/06, Heijmans T-359/06 en T-360/06, KWST-<br />

356/06 en T-357/06, BAM T-355/06 en T-354/06, Dura Vermeer T-351/06, T-352/06 en T-353/06, Nynäs<br />

Petroleum e.a. T-347/06 en Shell T-343/06).<br />

Alleen de beroepen van Ballast Nedam Infra (T-362/06) en van Shell zijn gedeeltelijk gegrond verklaard. Voor<br />

Ballast Nedam Infra is de duur van de inbreuk verkort en de aanvankelijk opgelegde boete van EUR 4,65<br />

verlaagd naar EUR 3,45 miljoen. Shell, vermeend leider van het kartel, had beroep aangetekend tegen de<br />

boetebeschikking van EUR <strong>10</strong>8 miljoen en 4 middelen aangevoerd. De Commissie heeft volgens het Gerecht<br />

onvoldoende aangetoond dat Shell aanstichter en/of leider van het kartel was Het Gerecht verlaagde de<br />

boete daarom naar EUR 81 miljoen. Volgens het Gerecht heeft de Commissie wel terecht op basis van het<br />

‘<strong>10</strong>0%-vermoeden’ de boete toegerekend aan de beide moedervennootschappen, die gezamenlijk (indirect)<br />

<strong>10</strong>0% van de aandelen in de inbreuk makende dochtervennootschap bezaten. Deze twee vennootschappen<br />

verkeerden in een feitelijke en juridische situatie die vergelijkbaar was met de situatie waarin één moeder<br />

<strong>10</strong>0% van de aandelen bezit. Ook hoefde de Commissie de antwoorden van ondernemingen na uitbrengen<br />

van de mededeling van de Punten van bezwaar niet integraal te overleggen, aangezien deze niet deel<br />

uitmaken van het onderzoeksdossier. Toegang tot de passages uit de antwoorden waarop de Commissie<br />

zich baseert bij het geven van de beschikking was afdoende. Ten slotte was de 50% verhoging van de boete<br />

wegens recidive gerechtvaardigd. Dat de Commissie bij voorgaande beschikkingen (polypropyleen- en de<br />

PVC II-beschikking) de boete niet had toegerekend aan de moedervennootschappen was daarbij niet relevant.<br />

Annemieke van der Linden<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Gerecht, 27 september 2012 (T-82/08): Gerecht handhaaft boete in glaskartel<br />

Guardian heeft in november 2007 een boete van EUR 148 miljoen opgelegd gekregen voor deelname aan<br />

het glaskartel. Guardian zou samen met Ahasia Glass, Glaverbel, Pilkington en Saint-Gobain prijsafspraken<br />

hebben gemaakt en commercieel gevoelige informatie hebben uitgewisseld op de markt voor in de bouwsector<br />

gebruikte vlakglasproducten. Guardian is tegen deze boetebeschikking van de Commissie in beroep gegaan<br />

bij het Gerecht en vorderde gedeeltelijke vernietiging daarvan. De Commissie zou van een onjuiste duur<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


en geografische omvang zijn uitgegaan. Het Gerecht verwerpt deze gronden. Daarnaast zou Guardian een<br />

passieve rol hebben gespeeld in het kartel, wat verlaging van de boete zou rechtvaardigen. Het Gerecht<br />

oordeelt dat alleen als de deelname aan de inbreuk zeer beperkt is, Guardian had aangetoond dat zij geen<br />

van de verboden overeenkomsten had nageleefd en zich concurrerend op de markt had gedragen, er sprake<br />

had kunnen zijn van een passieve rol. Aanwijzingen voor een passieve rol kunnen zijn (i) onregelmatige<br />

deelname aan de bijeenkomsten, (ii) latere toetreding tot de markt waar de inbreuk op ziet en (ii) andere<br />

karteldeelnemers verklaren over de vermeende passieve rol. Het Gerecht verwerpt het beroep in zijn geheel.<br />

Annemieke van der Linden<br />

Rechtbank Rotterdam, 29 september 2012 (LJN BX8528): NMa heeft<br />

commissarissen ten onrechte aangemerkt als feitelijk leidinggevenden<br />

De Rechtbank Rotterdam heeft de boete die de NMa aan Wegener heeft opgelegd voor het overtreden van<br />

voorwaarden verbonden aan de overname van VNU Dagbladen, flink verlaagd van EUR 19 miljoen naar<br />

EUR 2 miljoen. De persoonlijke boetes opgelegd aan de voorzitter en een lid van de raad van bestuur van<br />

Wegener N.V. en de directeur van uitgeverij BN/De Stem zijn verlaagd en de boetes voor de commissarissen<br />

van uitgevers PZC en BN/De Stem zijn geheel geschrapt. De NMa had deze boetes opgelegd omdat Wegener<br />

e.a. het voortbestaan van de onderlinge onafhankelijkheid van de dagbladen PZC en BN/De Stem niet zouden<br />

hebben gewaarborgd (onder meer door één redactiechef voor beide dagbladen aan te stellen). De rechtbank<br />

komt tot het oordeel dat niet alle verweten gedragingen een overtreding van het remedievoorschrift opleveren.<br />

Zo is niet duidelijk in dit voorschrift opgenomen dat geen gezamenlijk commercieel beleid gevoerd mocht<br />

worden. Ook kunnen de commissarissen van uitgevers PZC en BN/De Stem volgens de rechtbank niet<br />

worden aangemerkt als feitelijk leidinggevenden. Gezien de aard van deze toezichthoudende functie is het<br />

aanmerken van een commissaris als feitelijk leidinggevende slechts in uitzonderingsgevallen mogelijk. Naar<br />

het oordeel van de rechtbank zijn deze eisers noch in hun rol als ‘gewone’ commissaris noch in hun specifieke<br />

rol (hun aanstelling was onderdeel van de voorwaarden) aan te merken als feitelijk leidinggevenden. Ook is<br />

niet gebleken van een zodanige feitelijke taakvervulling dat zij daardoor als feitelijk leidinggevenden zouden<br />

kunnen kwalificeren.<br />

Anneclaire Lombert<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Rechtbank Den Haag, 5 oktober 2012 (LJN: BX9781): Medewerkingsplicht<br />

derde bij onderzoek NMa begrensd door bestuursrechtelijke beginselen<br />

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft op 5 oktober 2012 vonnis gewezen in een zaak<br />

waarin de eisende partij door de NMa was verzocht om medewerking te verlenen aan een kartelonderzoek.<br />

Meer specifiek gaat het over de vraag in hoeverre de NMa van een derde medewerking kan verlangen bij<br />

de uitoefening van haar onderzoeksbevoegdheden. De derde in kwestie c.q. eiseres is een onderneming<br />

die actief is op het gebied van digitaal forensisch onderzoek. Zij verricht dergelijk onderzoek in de vorm van<br />

audits bij opdrachtgevers. De NMa heeft een onaangekondigd bedrijfsbezoek gebracht aan een onderneming<br />

waaraan eiseres haar diensten had verleend. Tijdens dat bezoek is een rapportage van eiseres aangetroffen.<br />

De NMa heeft vervolgens ook een onaangekondigd bedrijfsbezoek gebracht aan eiseres en nadien informatie<br />

over andere opdrachtgevers in dezelfde sector opgevraagd. Deze vraag heeft de NMa later aangevuld met<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


Overig / Beleid<br />

het verzoek om bepaalde gegevens tot nader order beschikbaar te houden. De Voorzieningenrechter komt<br />

tot het oordeel dat de NMa met een beroep op artikel 5:20 Awb van een derde medewerking kan vorderen<br />

tot het verstrekken van inlichtingen en het afgeven van documenten. Deze bevoegdheid wordt begrensd<br />

door het evenredigheids- en proportionaliteitsbeginsel. In dit concrete geval heeft de NMa deze beginselen<br />

geschonden door van eiseres een lijst te verlangen van haar opdrachtgevers binnen de sector waarop het<br />

kartelonderzoek is gericht. Het ligt volgens de rechter niet op de weg van eiseres om de NMa van een<br />

dergelijke lijst met namen van opdrachtgevers te voorzien, aan de hand waarvan de NMa vervolgens kan<br />

bepalen welke ondernemingen zij verder bij het onderzoek zal betrekken. Ten aanzien van het verzoek tot het<br />

voor de NMa beschikbaar houden van gegevens oordeelt de rechter dat de NMa, in het geval deze gegevens<br />

niet meer bij de in het onderzoek betrokken ondernemingen beschikbaar zijn, deze gegevens bij eiseres kan<br />

opvragen. Gelet hierop en de beperkte duur van het onderzoek dat desgevraagd volgens de NMa nog enkele<br />

weken in beslag neemt, is het naar het oordeel van de rechtbank niet disproportioneel als van eiseres wordt<br />

verlangd dat zij voor een periode van drie maanden na de datum van het vonnis de data, die mogelijk van<br />

belang kunnen zijn voor het onderzoek, bewaart.<br />

Laurens Terpstra<br />

Toespraak Eurocommissaris Kallas inzake toekomst van het spoor in de EU,<br />

18 september 2012, Berlijn<br />

Tijdens Innotrans 2012, een transport technologie beurs in Berlijn, heeft Eurocommissaris Kallas (Transport)<br />

een speech gehouden over de visie van de Commissie ten aanzien van de spoorsector. Kallas onderstreept<br />

de noodzaak voor de verdere integratie van de spoorinfrastructuur voor de economische ontwikkeling van de<br />

EU om te komen tot een trans-Europees transportnetwerk. Doel is te komen tot een hoogkwalitatief spoor,<br />

dat veilig en punctueel is tegen competitieve tarieven. Er dient een goede mix te komen van mededinging op<br />

en om het spoor. Verplichte aanbesteding is hierbij volgens hem het aangewezen middel.<br />

Annemieke van der Linden<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

Toespraak Chris Fonteijn <strong>10</strong>e Mededingingscongres, Scheveningen,<br />

4 oktober 2012: Fonteijn schetst toekomst ACM<br />

In de toespraak die Chris Fonteijn, beoogd voorzitter van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), tijdens<br />

het <strong>10</strong>e Mededingingscongres in het Kurhaus te Scheveningen heeft gehouden, is hij onder meer ingegaan<br />

op de stand van zaken rond het fusieproces van NMa, OPTA en Consumentenautoriteit. Zoals uit het<br />

bovenstaande bericht blijkt, is de Instellingswet inmiddels ter stemming aan de Eerste Kamer aangeboden.<br />

De behandeling in de Tweede Kamer van het Wetsvoorstel Stroomlijning Markttoezicht ACM, de zogenaamde<br />

Stroomlijningswet, vergt meer tijd, waardoor deze wet niet vóór 1 januari 2014 in werking zal treden. Dit kan<br />

onduidelijkheden in de opstartfase van ACM tot gevolg hebben. Andere noemenswaardige punten uit de<br />

speech van Fonteijn zijn (i) ACM zal vaker met multidisciplinaire teams aan zaken werken (bijvoorbeeld bij<br />

de behandeling van fusies in de gereguleerde sectoren), (ii) het is de bedoeling dat de bezwaarprocedure<br />

in boetezaken wordt afgeschaft (o.a. vanwege het beoogde positieve effect daarvan op de doorlooptijden),<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


(iii) artikel 24-zaken in gereguleerde sectoren zullen voortaan bij de directies Energie en Telecom, Vervoer en<br />

Post worden ondergebracht en (iv) ACM zal met breder vizier naar ongewenste gedragingen kijken (met meer<br />

oog voor oorzaak en aard van mededingingsproblemen) en streeft met een adequate inzet van instrumenten<br />

naar het bieden van maatwerkoplossingen.<br />

Laurens Terpstra<br />

Brief van Minister van EL&I (5 oktober 2012) en (gewijzigd) voorstel van wet<br />

(33 186): Tweede Kamer stemt in met Instellingswet Autoriteit Consument en<br />

Markt<br />

De Tweede Kamer heeft ingestemd met de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Op 5 oktober 2012<br />

heeft de Minister van EL&I het (gewijzigde) wetsvoorstel aan de Eerste kamer aangeboden. De Minister<br />

benadrukt de wenselijkheid van een spoedige inwerkingtreding van het wetsvoorstel. De beoogde datum<br />

van inwerkingtreding van het voorstel is 1 januari 2013. Uitstel tot na 1 januari 2013 zou onzekerheid onder<br />

medewerkers van de toekomstige autoriteit veroorzaken en aanvullende kosten meebrengen. De Minister<br />

heeft daarom aangegeven dat de Eerste Kamer niet later dan 1 december 2012 over het wetsvoorstel moet<br />

stemmen.<br />

Joris Ruigewaard<br />

Antwoord staatssecretaris Bleker op Kamervragen Dijkgraaf (9 oktober 2012):<br />

NMa nog niet akkoord met zelfgereguleerde duurzame visserij garnalensector<br />

en geen aparte beleidsregels EL&I voor MSC-certificering<br />

Op 9 oktober heeft staatssecretaris Bleker geantwoord op de vragen van Kamerlid Dijkgraaf (SGP) over<br />

de relatie tussen het mededingingsrecht en voorstelen van garnalenvissers op het gebied van duurzame<br />

visserij (MSC-certificering). De staatsecretaris zegt op de hoogte te zijn van het feit dat de NMa tot op<br />

heden weigert goedkeuring te geven aan het Managementplan MSC van de garnalenvissers. De sector<br />

wil vanaf 2013 op basis van MSC-certificering te vissen. Omdat de Catch Control Rule (beperking van de<br />

visserijinspanning) op gespannen voet staat met de mededingingsregels kan de NMa de voorgelegde plannen<br />

niet goedkeuren. De NMa en de sector zijn nog in discussie over de mededingingsrechtelijke toelaatbaarheid<br />

van een beheerssystematiek. Dijkgraaf vraagt of de staatssecretaris bereid is de NMa aan te spreken op het<br />

belang van MSC-certificering. De staatssecretaris antwoordt dat de NMa onafhankelijk is en hij tussentijds<br />

niet zal interveniëren. Verder verklaart de staatssecretaris geen beleidsregels omtrent MSC-certificering op<br />

te zullen stellen.<br />

Joris Ruigewaard<br />

advocaten ● belastingadviseurs ● notarissen<br />

<strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> ● 2 november 2012


Colofon<br />

De <strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> is een uitgave van de praktijkgroep Mededinging & Overheid<br />

van <strong>Loyens</strong> & <strong>Loeff</strong>. Deze praktijkgroep bundelt de specialistische kennis op de deelgebieden<br />

mededingings- en aanbestedingsrecht, bestuursrecht, het grensvlak van publiek- en privaatrecht<br />

en het overheidsaansprakelijkheidsrecht. De <strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>Mededingingsrecht</strong> wordt uitsluitend<br />

verzonden aan relaties van <strong>Loyens</strong> & <strong>Loeff</strong>.<br />

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden <strong>Loyens</strong> & <strong>Loeff</strong><br />

N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen<br />

onder de naam ‘<strong>Loyens</strong> & <strong>Loeff</strong>’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik<br />

van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld<br />

ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.<br />

Contactpersonen:<br />

Maurice Essers en Gert Wim van de Meent<br />

www.loyensloeff.com<br />

AMSTERDAM • ARNHEM • BRUSSEL • EINDHOVEN • LUXEMBURG • ROTTERDAM • ARUBA • CURAÇAO<br />

DUBAI • GENÈVE • HONG KONG • LONDEN • NEW YORK • PARIJS • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!