Psalm 94: 18-19 - GKv Leek

preek 10 juni 2007
thema Ik wandel met God.
tekst Psalm 94: 18-19
liturgie:
votum en groet Gezang 132 (= NG 69)
tien geboden Psalm 94: 1, 3, 7
gebed Gezang 23
lezen Psalm 94
preek Psalm 94: 8, 9
geloofsbelijdenis Psalm 121 (vers 1 vóór en vers 2-4 ná 12 artikelen)
gebed
collecte Gezang 42 (= NG 23)
avondmaal (formulier 2) Psalm 31: 1
1 lezen Lucas 23: 34b-43 Psalm 31: 2
2 lezen Lucas 23: 44-48 Psalm 31: 9
dankzegging en dankgebed Psalm 128 (vers 1 is lied van de basisschool)
zegen
Morgen begint de avondvierdaagse. Kinderen van de basisschool gaan daaraan meedoen;
een hele groep zelfs. Heel wat ouders gaan meedoen. Sommige mensen gaan meelopen in
een T-shirt met een bijzondere opdruk: ‘Ik wandel met God’.
Zo’n actie kan vragen oproepen.
Laat ik eens wat voorbeelden geven.
Ze moeten toch zó aan je kunnen zien dat je met God wandelt? Antwoord: ik hoop dat
mensen het aan mij zó al kunnen zien, maar ik ken genoeg niet christenen die misschien
wel beter leven dan ik.
Het is toch raar om aan de avondvierdaagse mee te doen met zo’n T-shirt aan?
Antwoord: we zijn het niet zo gewend, en daarom lijkt het raar. Ik denk dat we het
samen maar eng vinden om doordeweeks te laten zien dat we christen zijn. Ik trek
morgen gewoon zo’n T-shirt aan, ook al zal het best onwennig zijn.
Wat heeft het voor nut? Antwoord: dat weet ik niet. God weet het. Als één persoon
hierdoor God vindt, is er blijdschap in de hemel. Voor mij bewijst dat voldoende het nut.
Allerlei vragen komen op, allerlei bedenkingen kunnen we hebben. De belangrijkste heb ik
nog niet genoemd. Kan ik wel met zo’n tekst op m’n buik gaan lopen? Kan ik dat wel
maken? Soms ervaar ik het wel zo (‘ik wandel met God’), maar soms ook niet. Dan slaat de
twijfel toe. En dan bedek ik het liefst die tekst op m’n buik.
Onze tekst geeft een heel bijzondere richting aan de tekst ‘ik wandel met God’.
De tekst staat in een psalm waarin God te hulp wordt geroepen. Er is heel veel onrecht in de
wereld. Heel veel mensen doen of de wereld van hen is. Ze keren zich tegen Gods volk. Ze
maken zwakke mensen helemaal kapot. Uitgerekend de kwetsbare mensen (in die tijd: de
weduwe, de vreemdeling, de wees) moet het ontgelden. O God, spreek recht! Kom
tussenbeide.
In de tekst gaat het over ieder van ons.
Vers 18. Ik had het gevoel dat ik zou vallen. Het voelde of ik helemaal weggleed. En toen
kwam God met zijn sterke hand. Hij greep mij. Hij zette mij op mijn voeten. Ik voelde zijn
kracht; het was pure liefde. Here, ik dank U.
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 1

Vers 19. De zorgen groeiden me boven het hoofd. Ze dreigden me mee te sleuren. Mooie
dingen zag ik niet meer. En toen kwam U, Here, met uw troost. Mijn leven klaarde er
helemaal van op.
Dit is een kostbare tekst voor mensen die het moeilijk hebben. Er ís zoveel wat moeilijk is.
Soms weet je het precies te benoemen (dat ik ziek ben, dat het contact met mijn man of
vrouw zo slecht is, dat ik alleen ben, …); soms blijft het wat onbestemd (maar ook dan kan
het vreselijk worden, juist omdat het voor anderen zo moeilijk te peilen is; psychisch leed).
Zeg maar tegen jezelf: ‘God steunt mij, sterk en teder’ en daardoor wandel ik met God. Laat
het toe dat een ander tegen je zegt: ‘God steunt jou, sterk en teder’.
Dit is een kostbare tekst voor ons allemaal. We zijn stuk voor stuk kwetsbare mensen. Niet
allemaal hebben we heel veel zorgen. Goddank! Er is ook veel geluk. Er zijn genoeg
mensen die gewoon blij mogen leven. Erken dan alsjeblieft dat God het doet: ‘God steunt
mij, sterk en teder’ en daardoor wandel ik met God. En laat je het door een ander zeggen als
je een prettig leven hebt: breng dank aan God want ‘God steunt jou, sterk en teder’.
Vandaag vieren we het avondmaal. We hebben het nodig dat we door God gevoed worden.
Een klein stukje brood, een klein teugje wijn. Degenen die afgelopen zondag belijdenis
hebben gedaan, zullen het vandaag voor het eerst proeven. Anderen hebben het al veel
vaker geproefd. Samen gaan we eten en drinken. En laten de kinderen en de jongeren goed
kijken. We beseffen dat we de kracht van God nodig hebben. We redden het zelf niet. Juist
aan de avondmaalstafel bindt God ieder van ons op het hart: God laat mij niet in de steek,
maar Hij steunt mij, sterk en teder. Dankzij Gods kracht en dankzij Gods liefde wandel ik
met God.
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 2