Romeinen 8: 28-30 - GKv Leek

preek 6 juni 2010
thema Wie voor God kiest is door God gekozen.
tekst Romeinen 8: 28-30
liturgie:
voor de dienst Opwekking 589 (“Ik wil juichen voor U”)
votum en groet Psalm 84: 1, 6
schuldbelijdenis Gezang 157 (= NG 80)
genadeverkondiging
gebed
lezen Jesaja 43: 1-7 Gezang 149 (= NG 77)
lezen Marcus 16: 15-20 Psalm 121 (Psalmen voor Nu)
lezen Romeinen 8: 28-30
preek Psalm 118: 1, 10 (vers 1 in wisselzang)
tien geboden Opwekking 539 (“Kom, nu is de tijd”)
gedicht
openbare geloofsbelijdenis Liedboek 341
woord van bemoediging
zelfbeproeving (avondmaalformulier
1)
gebed
Gezang 161 (= NG 82)
collecte Opwekking 518 (“Heer, U doorgrondt en kent mij”)
zegen
Ik begin met een stelling: ‘of je Jezus altijd blijft volgen, hangt van jezelf af’.
Is dit waar of niet waar?
We hebben deze stelling een keer op catechisatie besproken. Misschien herinner je je dat
nog wel. Sommigen waren fel voor en anderen fel tegen. Dat hebben we in het afgelopen
jaar wel vaker meegemaakt. De meningen waren regelmatig heftig verdeeld. Zo was het
ook bij deze stelling.
Hangt het van jezelf af of je Jezus volgt?
Sommigen van jullie zeiden direct: natuurlijk! als ik er geen zin meer in heb om Jezus te
volgen, dan stop ik ermee! dan doe ik niet langer wat hij zegt! dan sluit ik me af voor
wat hij wil! ik moet wel volhouden! en dat is mijn beslissing!
Anderen waren het daar helemaal niet mee eens. Ze zeiden direct: dat kun je uit jezelf
helemaal niet! als het van jou moet komen, gebeurt er niks! dan loop je niet achter Jezus
aan maar dan volg je je eigen koers in het leven! of je Jezus altijd blijft volgen, hangt
helemaal van God af; het is zijn beslissing!
Wat is het juiste antwoord? Is het mijn beslissing als ik Jezus volg? Of is het zijn (Gods)
beslissing. Volgens mij is de stelling onjuist. Als ik beslis om Jezus te volgen, is dat
dankzij Gods beslissing. Dat maakt God wel duidelijk in Romeinen 8. Het thema luidt:
Wie voor God kiest is door God gekozen.
1 Je bent geroepen.
Dit is het eerste: je wordt geroepen.
Zoiets als bij een verjaardag. Je wordt uitgenodigd voor het feest.
Daar gaat van alles aan vooraf. Ze hebben nagedacht over de vraag: hoe gaan we het dit
jaar vieren? wie nodigen we uit? Ze hebben nagedacht over de manier waarop ze de
mensen gaan uitnodigen: per email, of via een leuk kaartje, of per telefoon. Ze hebben
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 1

het allemaal voorbereid en ze waren er al een tijdje zoet mee. En dan komt de
uitnodiging. Daar begint het voor jou.
Zo is het ook bij God. God nodigt je uit.
Aan die uitnodiging gaat van alles vooraf. God heeft er over nagedacht. God heeft het
allemaal voorbereid. Hij voert het uit. En dan komt de uitnodiging. Voor jou begint het
dan pas. Dat is het eerste: je wordt geroepen.
Wat is dat? Je mag bij God thuis zijn!
Vergelijk het maar met iemand die verdrietig over straat loopt. Hij voelt zich alleen en
hij is alleen. Het is koud en het miezert. Hij heeft honger. Hij komt langs een huis waar
een feest aan de gang is. Het huis is feestelijk versierd. Er klinkt vrolijke muziek. Het
ruikt er heerlijk. Hij blijft even staan, maar hij loopt toch maar door want dat feest is niet
voor hem. Iemand uit dat huis ziet hem. Hij komt naar hem toe en hij zegt: kom binnen!
welkom! Hij heeft eerst nog wat bedenkingen: ik ben er niet op gekleed! ik ken niemand!
dat feest is niks voor mij! Maar die ander houdt vol: je bent welkom! doe mee met het
feest! je bent uitgenodigd!
Op diezelfde manier zegt God: kom maar bij mij! je bent uitgenodigd! God zegt hartelijk
tegen mensen die met zichzelf overhoop liggen: welkom! Mensen voor wie het leven
niet meevalt, worden geroepen. Je mag (samen met anderen!) bij God thuis zijn. God
roept je erbij.
Hoe gaat dat in zijn werk? God zorgt ervoor dat je het hoort.
Zijn uitnodiging staat in de bijbel. Je kunt het gewoon lezen.
Jullie hebben het geluk gehad dat je ouders je erover verteld hebben. Op school en in de
kerk heb je ervan gehoord. Je bent er zelf mee bezig gegaan. Je bent er achter gekomen
dat het waardevol is. Je wilt niet meer zonder.
Dat is mooi. Maar hoe is dat gekomen? Ik kan me voorstellen dat anderen zich dat
afvragen. Als je zelf nog niet zover bent, of als je de dienst van vanmorgen wel meemaakt
(omdat een vriend of vriendin belijdenis doet) maar verder niks hebt met het
geloof, dan kan het echt de vraag worden: wat zien ze hier nou in? hoe komt het dat ze
dit geloven? hoe komt het dat ze hier ‘ja’ op willen zeggen? waarom zij wel en ik niet?
God zorgt ervoor dat je het aanvaardt.
Als je zijn uitnodiging krijgt, kan het best wezen dat het je eerst helemaal niet aanspreekt.
Je houdt het van je af. Je wilt gewoon niet. Je ziet het nut er niet van. Je hebt er
geen zin in. Je kent mensen die er ‘ja’ op gezegd hebben en hun gedrag stoot je af. Je
bent bang dat je helemaal ingekapseld wordt in allerlei verplichtingen waar je niets mee
te maken wilt hebben.
Je bent de enige niet. Met dit soort weerstanden hebben diverse jongeren hier voor in de
kerk ook te maken gehad. Ze hebben niet op al hun vragen het definitieve antwoord
gekregen. Er blijft nog heel wat te zoeken en te tasten. Maar (soms tot hun eigen
verbazing) hebben ze zich opengesteld voor God, vertrouwen ze zich toe aan God. God
heeft dat bij hen bewerkt. Dat is het werk van de Geest van God die van binnenin eraan
werkt dat mensen positief reageren als God hen roept.
2 Je bent geroepen en ook vrijgesproken.
Waar gaat die vrijspraak over? Je komt in aanraking met de woede van God.
In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus daar heel veel over. Het is niet leuk om te
lezen. Het is ontzettend confronterend. Laat ik een aantal dingen noemen:
De mensen vinden het beneden hun stand om God te erkennen. God trekt daaruit zijn
eigen conclusies. Hij laat de mensen aan zichzelf over. Het leven wordt een puinhoop.
Het is vol onrecht en bedrog en liefdeloosheid en onbarmhartigheid. Wie kwaad doet
wordt toegejuicht. God is ontzettend boos over al het onrecht dat plaatsvindt. De hele
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 2

wereld staat schuldig voor God (Rom. 3: 19). God is woest.
Hoe moet dat ooit goed komen? Dat kan alleen door Jezus Christus!
Direct aan het begin van de brief aan de Romeinen heeft Paulus het al over hem. Jezus
Christus is de Zoon van God en hij heeft de macht want hij is opgestaan uit de dood. In
naam van Jezus is Paulus aan het werk om mensen erbij te roepen.
Hij moet schrijven dat de hele wereld schuldig staat voor God (Rom. 3: 19). Maar direct
daar achteraan kan hij schrijven over Jezus Christus die door God is aangewezen om
door zijn dood het middel tot verzoening te zijn (Rom. 3: 25). Vervolgens is Jezus
opgestaan uit de dood. Je mag met hem leven als vrije mensen (Rom. 4: 24): eerst
schuldig maar nu vrijgesproken.
Jezus Christus is het geheim achter Gods uitnodiging.
God nodigt je uit. Hij roept je toe dat je je gewonnen moet geven aan hem. Bij hem mag
je thuis zijn. Jezus Christus is namelijk bij hem kind aan huis. En het is beslist niet de
bedoeling dat Jezus enigst kind blijft! Hij moet de oudste worden van een ongelooflijk
groot gezin! God roept je daarom toe dat hij ook jou erbij wil hebben.
Dat je wordt geroepen, daarmee begint het voor jou. Maar bij God gaat daar nog van
alles aan vooraf, bijvoorbeeld: Jezus die aan het kruis de boosheid van God over de
zonde heeft gedragen, zodat hij het recht heeft gekregen om je bij zich te nemen en om
samen met hem kind aan huis te zijn bij God. Dat is het geheim achter Gods uitnodiging.
Je bent geroepen omdat je vrijgesproken kunt worden.
3 Je bent geroepen, vrijgesproken en ook uitgekozen.
Met dit derde (dat je uitgekozen bent) dring je steeds verder door in de diepten van God.
Je bent geroepen; dat kun je horen en daar kun je gehoor aan geven; zoals jullie dat ook
willen doen: vandaag ‘ja’ zeggen en daar de rest van je leven naar handelen.
Dat zit (zogezegd) aan de oppervlakte. Met z’n allen kunnen we er getuige van zijn.
Maar daaronder zit nog meer, iets dat niet zichtbaar is: dat je bent vrijgesproken. God
was woest op je, maar hij is helemaal veranderd. Hij heeft je niet veroordeeld. Hij heeft
gezegd dat je een goeie vent bent, of een goeie meid. ‘Ik vind geen schuld in je,’ zei hij.
En hij kwam tot vrijspraak.
Snap je dat je vrijgesproken bent? Daarvoor moet je nog dieper afdalen in de diepten van
God. Want onder die vrijspraak zit nog weer iets anders: dat je bent uitgekozen.
Wat is dat? Het is eigenlijk heel simpel: God geeft aan jou de voorkeur. Anderen kiest hij
niet uit, maar jou wel.
Het was van tevoren. Het was iets wat in God omging. Toen God het in zich om liet
gaan, had jij daar nog geen idee van; sterker nog: je bestond toen nog niet eens. Toen al
had God bedacht wie hij zou uitkiezen, wie hij dan ook zou roepen, wie hij dan ook zou
vrijspreken.
Het is mooi om dat te horen, maar is dat eigenlijk niet gemeen naar anderen toe? Nee. God
staat in zijn recht.
Vergeet niet wat Paulus schrijft over het onrecht dat plaatsvindt hier op aarde, en over de
grote woede van God vanwege dat onrecht. Als God met zijn straf komt, hebben wij
mensen hem dan iets te verwijten? Nee toch zeker! Als hij dan van een aantal mensen
besluit dat hij ze toch gaat redden, dan zou het wel maf zijn om hem dat te verwijten! Het
is toch iets om je over te verwonderen! Hoe is het mogelijk! God stort ons niet met z’n
allen in de ondergang maar hij kiest sommigen uit die hij vervolgens ook roept en dan
ook vrijspreekt.
Het is mooi om dat te horen, maar hoe weet je of het voor jou is? Daar word je in bevestigd.
Ik heb dat hier in de kerk wel eens uitgebeeld met twee plaatjes.
Plaatje 1. Boven een poort staat: ‘volg Mij’. Je zou kunnen zeggen: dat is God door wie
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 3

je geroepen bent. Als je luistert naar die uitnodiging, dan volg je de weg van het geloof
en je gaat door de poort.
Plaatje 2. Als je eenmaal door de poort bent, kijk dan eens achterom. Dan lees je: ‘Ik heb
je uitgekozen’.
Zolang je niet door de poort gaat, kun je zeggen: ‘ja, maar … ik hoor vast en zeker bij
die lui die God niet uitgekozen heeft! hoe weet ik of misschien toch uitgekozen ben? hoe
weet ik of het misschien toch voor mij is?’ Geef je gewonnen! Waag het er maar op! Ga
maar door de poort en kijk dan maar snel om en dan weet je het: je bent uitgekozen!
Het geeft je de moed om te kiezen voor God. Zet maar ’s een eerste stap. Doe nog ’s een
stap. Je zult merken dat God je helpt en je ondersteunt. Je komt erachter dat je bent
uitgekozen.
4 Je bent geroepen, vrijgesproken, uitgekozen en ook geliefd.
We komen (in dit laatste gedeelte van de preek) in de diepste geheimen van God terecht.
God laat zich in het hart kijken. Wat is het laatste waar je op stuit?
Je bent geroepen! Daaronder: je bent vrijgesproken! Daaronder: je bent uitgekozen!
Daaronder: je bent geliefd! Dat is het laatste: je bent geliefd!
We stuiten op de diepste drijfveren van God: de stralende liefde van de Vader voor zijn
Zoon, de allesoverheersende liefde van de volmaakte Vader voor de volmaakte Zoon.
Deze liefde verklaart alles. Deze liefde verklaart Gods houding tegenover iedereen die
bij Jezus hoort, (en dat is geen afgesloten groep!).
Je bent geliefd.
In Jesaja 43 vers 4 wordt dat rechtuit gezegd. Daar gaat het over het volk Israël. Ze zitten
in de knel en dan noemt God dat volk ‘mijn zoon’. Dan zegt hij tegen ‘zijn zoon’: “Jij
bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zo veel van je dat ik de mensheid
geef in ruil voor jou, ja alle volken om jou te behouden”. God wil alles wel opgeven
om Israël maar te redden: Israël, ‘zijn zoon’. Dit is menselijk gezegd om het ons goed
duidelijk te maken. Deze Vader heeft alles er voor over om zijn zoon te redden.
Wie bij Jezus hoort, hoort via Jezus bij dat Israël: het Israël van God, het volk van God.
Je bent geliefd: een geliefd kind van God.
Die liefde heeft een wonderlijke uitwerking.
Zoals een man zich sterk voelt dankzij de liefde van zijn vrouw,
zoals een vrouw mooi is als haar man van haar houdt en haar met zijn liefde omringt,
zoals een kind een goeie start heeft als het zorg en aandacht en liefde krijgt in het gezin,
zo is het ook met de liefde van God: je bent geliefd! en die liefde is zo hartverwarmend!
het geeft je zo’n kracht en zo’n moed!
Die liefde maakt je zo mooi!
Dat is je houvast. Niet jouw liefde voor God. In tijden van onzekerheid kun je daar niet
op terugvallen. Jouw liefde voor God biedt je dan geen houvast. Aan jouw jawoord heb
je dan weinig.
Gods liefde is je houvast. Als zich in je leven iets moeilijks voordoet, dan hoop ik dat er
mensen om je heen staan om tegen je te zeggen: maar je bent geliefd! een geliefd kind
van God! En dan hoop ik dat je bedenkt: ja maar: God heeft beloofd dat hij van me houdt
en voor me zorgt. En dan hoop ik dat je versterking van je geloof zoekt door avondmaal
te vieren en door te proeven dat Gods genade echt voor jou is en dat Gods liefde
eindeloos groot is. Ga met God.
Gods liefde duurt in eeuwigheid.
W.F.Wisselink (Leek) – blz. 4