IM Logamax plus GB162-65/80/100 - BE(nl)

7217 8900 (06/2011) BE
Montage- en
onderhoudsvoorschrift
Logamax plus
GB162-65/80/100
Condenserende
gaswandketel
Voor de installateur
Zorgvuldig lezen vóór de
montage en het onderhoud

2
Productomschrijving
Productomschrijving
10
5
6
11
4 3 2
afb. 1 Logamax plus GB162-65/80/100 met aansluitset
15
14
13
12
9
8
7
1
39
36
35
33
34
18 19
17
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
38
37
16
40
41
42
43
44
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
15
20

Legende Logamax plus GB162-65/80/100
1 houder basiscontroller BC10
2 montagemogelijkheid voor ruimteregelaar, bijvoorbeeld
RC35
3 klep met vakje voor het bedieningsvoorschrift
4 Basiscontroller Logamatic BC10 (basisuitvoering),
uitbreidbaar bijv. door ruimteregeling RC35
5 aansluitkast (laagspanningsaansluitingen en 230 Voltnetaansluiting)
6 tachokabel en netaansluitkabel van de pomp
7 aansluiting condensafvoer op condensbak
8 condensbak
9 deur
10 automatische ontluchter
11 snelsluitingen brander
12 luchtaanzuigbuis
13 gasleiding
14 rookgasafvoerbuis
15 slot
16 meetpunt voor rookgas
17 meetpunt voor toevoerlucht
Aansluitset (toebehoren):
37 serviceafsluiter, blauw (RK retour) met pomp, aftapkraan,
terugslagklep en thermometer
38 gaskraan, geel (GAS)
39 serviceafsluiter, rood (VK vertrek) met aftapkraan,
manometer, thermometer en overstort 4 bar
40 overstort 4 bar
41 manometer
42 aftapkraan
43 serviceafsluiter
44 thermometer (toebehoren)
Tot de leveringsomvang van de aansluitset hoort ook
een mantel (zie ook het montagevoorschrift van de aansluitset).
18 aansluiting voor rookgasafvoer
19 aansluiting voor luchttoevoer
20 afdekdop
21 ventilator
22 gasblok
23 venturi
24 brander
25 vertrekvoeler
26 ionisatie-elektrode
27 kijkglas
28 gloeiontsteker
29 safetyvoeler
30 warmtewisselaar
31 drukvoeler
32 retourvoeler
33 universele Branderautomaat (UBA 3)
Productomschrijving
34 schuiflade met inbouwmogelijkheid voor module
35 afdekkap
36 sifon
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 3

Inhoudsopgave
1 Algemeen 5
2 Voorschriften 6
2.1 Normen, voorschriften en richtlijnen 6
2.2 Toepassingsgebied 7
2.3 Opstellingsruimte 7
2.4 Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem 8
2.5 Kwaliteit van het cv-water 8
2.6 Leidingmaterialen 8
2.7 Onderhoudsfrequentie 8
2.8 Geldigheid voorschriften 8
3 Veiligheid 9
3.1 Opbouw van de aanwijzingen 9
3.2 Neem deze aanwijzingen in acht 9
3.3 Gereedschappen, materialen en
hulpmiddelen 10
3.4 Afval 10
4 Transport 11
4.1 Optillen van de cv-ketel 11
4.2 De cv-ketel met een steekwagen
transporteren 12
5 Leveringsomvang 13
6 Afmetingen 14
7 Montage 16
7.1 Cv-ketel ophangen 16
7.2 Cv-ketel water- en gaszijdig monteren 18
7.3 Aansluiting van verbrandingsluchttoevoer
en rookgasafvoer 24
7.4 Elektrisch aansluiten 26
8 Bediening 37
8.1 Algemeen 37
8.2 Menustructuur 40
9 Inbedrijfstelling 45
9.1 Vullen 45
9.2 Controleren en meten 49
9.3 Instellingen uitvoeren 60
9.4 Afsluitende werkzaamheden 62
9.5 Inbedrijfstellingsprotocol 63
10 Buiten bedrijf stellen 64
10.1 Buiten bedrijf stellen van de cv-ketel 64
4
10.2 Buiten bedrijf stellen van de cv-ketel in
geval van vorstgevaar 64
11 Inspectie 65
11.1 Voorbereidende werkzaamheden 65
11.2 Deur openen 66
11.3 Visuele controle op algemene
corrosieverschijnselen 66
11.4 Inwendige dichtheidscontrole gasblok 67
11.5 Ionisatiestroom meten 68
11.6 Gasvoordruk meten 68
11.7 Gas-lucht-verhouding controleren 68
11.8 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand
uitvoeren 68
11.9 Koolmonoxidegehalte (CO) meten 68
11.10 Cv-installatie vullen 68
11.11 Verbrandingsluchttoevoer en
rookgasafvoer controleren 68
11.12 Inspectieprotocol 69
12 Onderhoud 71
12.1 Toesteldeur uitbouwen 71
12.2 Warmtewisselaar, brander en sifon reinigen 71
12.3 Gas-lucht-verhouding controleren 78
12.4 Functieproef uitvoeren 78
12.5 Onderhoudsprotocol 79
13 Diagnose 80
13.1 Bedieningspaneel aan het toestelframe
hangen 80
13.2 Displaywaardes 81
13.3 Displayinstellingen 81
13.4 Displaycodes 82
13.5 Bedieningspaneel weer in de cv-ketel
inbouwen 92
14 Technische gegevens 93
15 Conformiteitsverklaring 97
15.1 Belgische conformiteitsverklaring 97
16 Trefwoordenregister 98
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

1 Algemeen
Dit montage- en onderhoudsvoorschrift is van toepassing
op de condenserende gaswandketels:
– Logamax plus GB162-65
– Logamax plus GB162-80
– Logamax plus GB162-100.
De benaming van de cv-ketel is uit de volgende delen
samengesteld:
– Logamax plus: typenaam
– GB: condenserende gaswandketel
– 162: type
– 65, 80 of 100: het maximale cv-vermogen in kW
De Logamax plus GB162-65/80/100 is voor toepassing
in cascadesystemen en als enkelvoudige opstelling
geschikt.
Voor de Logamax plus GB162-65/80/100 is de volgende
documentatie verkrijgbaar:
– Bedieningsvoorschrift
– Bedieningsvoorschrift speciaal formaat (dit bedieningsvoorschrift
bevindt zich in de cv-ketel in de klep
van het bedieningspaneel)
– Montage- en onderhoudsvoorschrift
– Elektrisch schema
– Servicevoorschrift
– Ontwerpdocumentatie
– Montagevoorschrift rookgasafvoer.
De bovengenoemde documentatie kan bij
Bosch Thermotechnology besteld worden.
Heeft u een idee voor verbetering of heeft u onregelmatigheden
vastgesteld, dan kunt u contact met ons opnemen.
De adresgegevens vindt u op de achterzijde van
dit document.
Vorstbeveiliging
De cv-ketel is voorzien van een geïntegreerde vorstbeveiliging.
Dit betekent dat geen vorstbeveiliging voor de
cv-ketel aangebracht hoeft te worden.
De vorstbeveiliging schakelt de cv-ketel in bij een toestelwatertemperatuur
van 7 °C en schakelt de
cv-ketel uit bij een toestelwatertemperatuur van 15 °C.
De cv-installatie wordt niet beveiligd tegen vorst.
Wanneer er kans op bevriezingsgevaar
bestaat in een radiator of een leidingdeel,
dan moet de nadraaitijd van de pomp op
24 uur ingesteld worden.
Zie par. 13.3 op pagina 81.
Testprocedure pomp
Algemeen 1
Indien de cv-ketel gedurende een langere tijd niet
gebrand heeft, volgt automatisch iedere 24 uur een testprocedure
van 10 seconden voor de pomp.
Deze pomptestprocedure vindt voor de eerste keer
plaats na 24 uur met ononderbroken netspanning.
Opmerking:
Auf Anfrage ist auch eine deutschsprachige Ausgabe
dieser technischen Begleitdokumentation erhältlich.
Bitte wenden sie sich diesbezüglich an:
Bosch Thermotechnology nv/sa
Ambachtenlaan 42A
B-3001 Heverlee
Tel: 016 / 40 30 20 oder fax: 016 / 40 04 06
Http://www.buderus.be
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 5

6
2
Voorschriften
2 Voorschriften
Neem bij de installatie en het gebruik van de
cv-ketel de landspecifieke normen en richtlijnen
in acht!
De informatie op het typeplaatje van de
cv-ketel zijn maatgevend en moeten
onvoorwaardelijk in acht worden genomen.
Neem de ontwerpaanwijzingen van de ontwerpdocumentatie
Logamax plus GB162 in
acht.
Over deze handleiding
Dit montage- en onderhoudsvoorschrift bevat belangrijke
informatie voor de veilige en vakkundige montage,
inbedrijfstelling en correct onderhoud van de condenserende
gaswandketel Logamax plus GB162-65/80/100.
2.1 Normen, voorschriften en richtlijnen
U dient er als installateur en/of eigenaar voor te zorgen
dat de gehele installatie voldoet aan de geldende (veiligheids-)
voorschriften zoals die zijn opgenomen in:
Dit montage- en onderhoudsvoorschrift en de serviceinstructie
zijn bedoeld voor de installateur die, op grond
van vakopleiding en ervaring, over voldoende vakkennis
beschikt over cv- en gasinstallaties.
Belangrijke algemene gebruikstips
De cv-ketel mag uitsluitend volgens de voorschriften en
met inachtneming van het montage- en onderhoudsvoorschrift
worden toegepast. Correct onderhoud
en reparatie mogen alleen door bevoegd technisch personeel
worden uitgevoerd.
Bedien de cv-ketel uitsluitend in de combinaties en met
het toebehoren die vermeld zijn in dit montage- en
onderhoudsvoorschrift.
Andere combinaties, toebehoren en slijtdelen alleen dan
gebruiken, wanneer deze uitdrukkelijk voor het beoogde
gebruik zijn bestemd en de prestatiekenmerken en de
veiligheidseisen niet beïnvloeden.
Normen/
Beschrijving
voorschriften/
richtlijnen
1. BlmSchV Eerste besluit tot doorvoering van de Duitse Federale Wet op de Immissiebescherming (Besluit voor kleine
stookinstallaties)
ATV Werkblad A251, Condensaten uit condensatiegasketels
DIBT Richtlijnen voor de toelating van uitlaatgassen met lage temperaturen.
DIN 1986 Grondstoffen ontwateringssysteem
DIN 1988 Technische regels voor drinkwaterinstallaties
DIN 4701 Richtlijnen voor de berekening van de warmtevraag in gebouwen
DIN V4701-10 Energetische beoordeling verwarmings- en omgevingsluchttechnische installaties
EN 13384 rookgasafvoerinstallaties, warmte- en storingstechnische berekeningsprocessen
DIN 4708 Centrale waterverwarmingsinstallaties
EN 12828 Verwarmingssystemen in gebouwen
DIN 4753 Waterverwarmers en waterverwarmingsinstallaties voor drinkwater en industrieel water
DIN 4807 Expansievaten
DIN 18160 Rookgasafvoerinstallaties
DIN 18380 VOB: Verwarmingsinstallaties en centrale waterverwarmingsinstallaties (VOB)
DIN 18381 VOB: Gas-, water- en afvalwaterinstallatiewerkzaamheden binnen gebouwen
DIN 18382 VOB: Elektrische kabel- en leidinginstallaties in gebouwen
DIN VDE 0100 Inrichten van krachtstroominstallaties met nominale spanningen t/m 1000 V
DVGW W 551 Drinkwaterverwarmings- en leidinginstallaties, technische maatregelen ter vermindering van groei van
legionellabacteriën in nieuwe installaties
EN 437 Testgassen, testdrukken, installatiecategorieën
Tab. 1 Normen, voorschriften en richtlijnen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Normen/
voorschriften/
richtlijnen
Beschrijving
2.2 Toepassingsgebied
De cv-ketel kan uitsluitend worden toegepast voor verwarming
van cv-water voor centrale verwarmingssystemen
en/of voor warmwatervoorzieningen.
Hierbij kan de cv-ketel worden toegepast in zowel enkelvoudige-
als meervoudige opstellingen (cascadeopstellingen).
Een cascadesysteem maakt de aaneensluiting
van meerdere cv-ketels van dit type mogelijk, waarbij
8 cv-ketels met in totaal 800 kW op een vloeroppervlak
van ca. 2 m² met elkaar verbonden kunnen worden.
Voor toepassing in cascadeopstellingen zijn speciaal
voor deze cv-ketel kantklare cascadepakketten (toebehoren)
ontwikkeld. Deze pakketten bestaan onder ander
uit een ophangframe, horizontale verzamelleidingen,
toestelaansluitleidingen etc.
De pakketten zijn zowel verkrijgbaar voor lijn- als ruggelingse
opstelling en maken het opstellen van een cascadesysteem
eenvoudiger en minder arbeidsintensief.
Neem voor meer informatie over deze pakketten contact
op met uw leverancier. de adresgegevens van de leverancier
vindt U op de achterzijde van dit document.
2.3 Opstellingsruimte
Voorschriften 2
EN 483 Verwarmingsketels voor gasvormige brandstoffen – Type C-ketels met een nominale belasting gelijk aan of
kleiner dan 70 kW.
EN 656 Centrale verwarmingsketels met atmosferische branders – Type B-ketels met een nominale belasting van
70 kW en niet hoger dan 300 kW.
EN 677 Verwarmingsketels voor gasvormige brandstoffen – bijzondere eisen aan condensatieketels met een
nominaal vermogen gelijk aan of kleiner dan 70 kW.
EnEV Energiebesparingsbesluit
FeuVo Verwarmingsbesluit van de Deelstaten
VDE 0190 Hoofdequipotentiaal van elektrische installaties
VDI 2035 Richtlijnen ter voorkoming van schade door corrosie en kalksteenvorming in warmwaterverwarmings-
installaties
TRGI Technische regels voor gasinstallaties
NBN D51-003 Binnenleidingen voor aardgas en plaatsen van het toestel - algemene bepalingen.
NBN D51-006 Binnenleidingen voor commercieel butaan of propaan met een werkdruk van max. 5 bar en plaatsing van het
toestel - algemene bepalingen
NBN B61-001 Condensatieketel voor gas met een nominaal warmtevermogen groter dan 70 KW
NBN B61-002 Condensatieketel voor gas met een nominaal warmtevermogen kleiner dan 70 kW
Tab. 1 Normen, voorschriften en richtlijnen
Het apparaat voldoet aan de fundamentele
eisen van de van toepassing zijnde Europese
richtlijnen.
De conformiteit werd aangetoond. De
betreffende documenten en het origineel
van de conformiteitsverklaring zijn bij de
fabrikant gedeponeerd.
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door vorst.
Plaats de cv-ketel in een vorstvrije
opstellingsruimte.
BRANDGEVAAR
door ontvlambare materialen of vloeistoffen.
Ontvlambare materialen of vloeistoffen
mogen niet in de buurt van de cv-ketel
worden opgeslagen.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 7

8
2
Voorschriften
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door verontreinigde verbrandingslucht of
verontreinigde omgevingslucht van de
cv-ketel.
Het wordt ten sterkste ontraden de
cv-ketel te plaatsen in een chemisch-
agressieve omgeving zoals voorkomt bij
spuiterijen, kapsalons, mestrijke plaatsen
of plaatsen waar trichloorethyleen of
halogeenwaterstoffen (bijv. in spuitbussen,
bepaalde lijmsoorten, oplos- en reinigingsmiddelen,
laksoorten) of andere
agressieve chemische middelen worden
bewaard of verwerkt.
In die situatie is de beste oplossing de
cv-ketel als gesloten cv-ketel te installeren
en het ketelhuis hermetisch af te sluiten
van de omgeving en deze sterk te
ventileren met schone buitenlucht.
De cv-ketel kan uitsluitend hangend aan de wand of in
een cascadepakket geïnstalleerd worden. Bij een lichte
wand- of vloerconstructie is het mogelijk dat er resonantiegeluid
optreedt. Breng indien nodig een verstevigingsconstructie
aan.
2.4 Luchttoevoer- en
rookgasafvoersysteem
Indien de cv-ketel als open cv-ketel wordt geïnstalleerd,
dan dient de opstellingsruimte voorzien te zijn van de
noodzakelijke luchttoevoeropeningen. Plaats geen
voorwerpen voor de luchttoevoeropeningen.
Deze moeten te allen tijde vrij zijn.
2.5 Kwaliteit van het cv-water
Spoel de installatie grondig voorafgaand aan het vullen.
Gebruik als vul- en bijvulwater voor de cv-installatie uitsluitend
onbehandeld leidingwater. Ongeschikt cv-water
bevordert de vorming van slib en corrosie. Dit kan leiden
tot storingen aan de cv-ketel en beschadiging van de
warmtewisselaar.
Het is niet toegestaan waterbehandeling toe te passen
zoals o.a. pH-verhogende/ verlagende middelen (chemische
toevoegmiddelen en/ of inhibitoren), antivries en
waterontharding.
De gemeten pH-waarde van het cv-water dient tussen
de 7 en de 8,5 te liggen. Is dit niet het geval neem dan
contact op met de afdeling Service van Bosch Thermotechnology.
Het adres vindt u op de achterzijde van dit
document.
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door corrosie.
De cv-ketel is niet geschikt voor toepassing
in installaties met natuurlijke watercirculatie.
Ook de toepassing van een
open verbinding met de buitenlucht
(open cv-installatie) is niet toegestaan.
Indien de cv-ketel in installaties met
natuurlijke watercirculatie wordt toegepast
of in open cv-installatie wordt toegepast,
dan moet het ketelcircuit van de
rest van de cv-installatie gescheiden
worden door een (platen-) wisselaar.
2.6 Leidingmaterialen
Indien in de cv-installatie gebruik wordt gemaakt van
kunststofleidingen bijvoorbeeld bij vloerverwarming, dan
moet de toegepaste kunststof buis zuurstofdiffusiedicht
zijn volgens DIN 4726/ 4729. Indien de toegepaste
kunststof buis niet voldoet aan deze normen, dan moet
het ketelcircuit van de rest van de cv-installatie gescheiden
worden door een (platen-) wisselaar.
2.7 Onderhoudsfrequentie
Bied uw klanten een jaarlijkse inspectie- en een op de
behoeften afgestemde onderhoudsovereenkomst aan.
Welke werkzaamheden in een jaarlijkse inspectie- en
onderhoudsovereenkomst moeten zijn opgenomen,
kunt u nalezen in het inspectie- en onderhoudsrapport
(zie pagina 69 en pagina 79).
Wanneer tijdens de inspectie een toestand wordt geconstateerd
waarbij onderhoudswerkzaamheden vereist
zijn, dient u deze werkzaamheden naar gelang van de
behoeftes uit te voeren. (zie hoofdstuk 12 „Onderhoud“,
pagina 71).
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door ontbrekende of gebrekkige reiniging
en onderhoud.
Inspecteer en reinig de cv-installatie
naar behoefte eenmaal per jaar.
Voer, indien noodzakelijk, onderhoud
uit. Verhelp de gebreken onmiddellijk om
beschadigingen aan de installatie te
voorkomen!
2.8 Geldigheid voorschriften
Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen of latere
voorschriften op het moment van installeren van toepassing
zijn.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

3 Veiligheid
Neem deze aanwijzingen voor uw eigen veiligheid in
acht.
3.1 Opbouw van de aanwijzingen
Er kunnen twee gevarenniveaus worden onderscheiden:
Gevarenniveau 1:
Gevarenniveau 2:
LEVENSGEVAAR/BRANDGEVAAR
Kenmerkt een mogelijk vanuit de
cv-ketel uitgaand gevaar, dat zonder voldoende
voorzorg tot zwaar lichamelijk letsel
of zelfs tot de dood leiden kan.
LEVENSGEVAAR
door elektrische stroom.
GEVAAR VOOR VERWONDING/
GEVAAR VOOR SCHADE AAN DE
CV-KETEL
Wijst op een gevaarlijke situatie, die tot middelmatig
of licht lichamelijk letsel, of tot
materiële schade leiden kan.
Overige symbolen ter aanduiding van gevaren en
gebruikstips:
GEBRUIKSTIP
Gebruikstips voor een optimaal gebruik en
instelling van de cv-ketel evenals overige
nuttige informatie.
3.2 Neem deze aanwijzingen in acht
Neem bij installatie en bedrijf van de cv-installatie het
volgende in acht:
– de plaatselijke bouwbepalingen over de installatievoorwaarden
– de plaatselijke bouwbepalingen voor de toevoer- en
afvoerluchtvoorzieningen alsmede de schoorsteenaansluiting.
– de bepalingen voor de elektrische aansluiting op de
stroomvoorziening.
– de technische regels van de gasleverancier voor de
aansluiting van de gasbrander op het locale gasnet.
Veiligheid 3
– de voorschriften en normen voor de veiligheidstechnische
uitrusting van de waterverwarmingsinstallatie.
– de installatiehandleiding voor producenten van
cv-installaties.
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Bij gasgeur bestaat explosiegevaar!
Geen open vuur! Niet roken!
Geen aansteker gebruiken!
Vonkvorming vermijden!
Geen elektrische schakelaar gebrui-
ken, ook geen telefoon, stekker of bel!
Hoofdgasafsluitinrichting sluiten!
Ramen en deuren openen!
Huisbewoners waarschuwen, maar niet
de elektrische bel gebruiken!
Gasdistributiemaatschappij van buiten
het gebouw opbellen!
Bij hoorbaar uitstromen onmiddellijk het
gebouw verlaten, betreden door derden
voorkomen, politie en brandweer van
buiten het gebouw informeren.
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Werkzaamheden aan gasvoerende
delen mogen uitsluitend door gastechnisch
erkende installateurs worden uitgevoerd.
LEVENSGEVAAR
door vergiftiging.
Ontoereikende luchttoevoer kan leiden tot
het vrijkomen van gevaarlijke rookgassen.
Let erop, dat toe- en afvoeropeningen
van (verbrandings-)lucht niet kleiner
gemaakt of afgesloten worden.
Indien u de oorzaak niet wegneemt of
het defect niet oplost, dan mag de cvketel
niet in bedrijf worden genomen.
Wijs de gebruiker schriftelijk op het
defect en het gevaar hiervan.
– De installatie van een condenserende gaswandketel
moet bij de bevoegde gasleverancier worden aangegeven
en goedgekeurd.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 9

3
Veiligheid
– De cv-ketel mag uitsluitend op de speciaal voor dit
keteltype ontwikkelde en goedgekeurde doorvoersets
worden aangesloten.
– Let erop dat voor de rookgasafvoerinstallatie en de
condenswateraansluiting op het openbare rioolnet
regionale vergunningen vereist zijn.
3.3 Gereedschappen, materialen en
hulpmiddelen
Voor de montage en het onderhoud van de cv-ketel
moet gebruik worden gemaakt van standaardgereedschap
voor de installatiebranche.
Bovendien is zinvol:
– steekwagen met spangordel.
3.4 Afval
Laat het verpakkingsmateriaal van de cv-ketel op
een milieuvriendelijke manier verwerken.
Laat de componenten van de cv-installatie (bijv. de
cv-ketel of de regeling) die vervangen dienen te worden,
via een bevoegde instantie op een milieuvriendelijke
manier verwerken.
10
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

4 Transport
In dit hoofdstuk wordt beschreven, hoe de cv-ketel veilig
en zonder deze te beschadigen getransporteerd kan
worden.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door schokken.
De leveringsomvang van de cv-ketel bevat
componenten die gevoelig zijn voor schokken.
Beveilig tijdens het verdere transport alle
componenten tegen schokken.
Neem de transportinstructie op de verpakking
in acht.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door vervuiling.
Indien de cv-ketel is uitgepakt, maar nog
niet in gebruik genomen wordt, let dan op
het volgende:
Bescherm de aansluitingen van de
cv-ketel tegen vervuiling, door de
beschermdoppen op de aansluitingen
niet te verwijderen.
Dek de rookgasafvoer- en luchttoevoeraansluiting
aan de bovenzijde van de cvketel
met plasticfolie af.
4.1 Optillen van de cv-ketel
De cv-ketel kan het beste worden opgetild met één hand
aan de onderzijde en de andere hand aan de achterzijde
van de cv-ketel (afb. 2).
Afb. 2 Cv-ketel correct optillen
Transport 4
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 11

12
4
Transport
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door verkeerd optillen van de cv-ketel.
Til de cv-ketel niet aan het klepje van het
bedieningspaneel op (afb. 3).
4.2 De cv-ketel met een steekwagen
transporteren
GEVAAR VOOR VERWONDING
door onjuist transport van de cv-ketel.
Gebruik voor het transport van de
cv-ketel geschikte transportmiddelen,
bijvoorbeeld een steekwagen met een
spanband.
Bevestig de cv-ketel tijdens het transport
aan het transportmiddel.
Plaats de verpakte cv-ketel op een steekwagen en
zet de cv-ketel vast met een spanband.
Transporteer de cv-ketel naar de opstellingsruimte.
Afb. 3 Cv-ketel verkeerd optillen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

5 Leveringsomvang
De cv-ketel wordt compleet gemonteerd vanaf de
fabriek geleverd.
Controleer bij levering of de verpakking niet beschadigd
is.
Controleer of de leveringsomvang compleet is.
Componenten Stuk Verpakking
Cv-ketel met mantel 1 1 doos
Muurbeugel 1
Sifon met flexibele slang 1
Documentatieset 1
Vertrek- en retourwartels met
afdichtring
2
Muurbeugelschroeven met pluggen 2
Gasaansluitleiding 1
Tab. 2 Leveringsomvang Logamax plus GB162-65/80/100
1 3 5
Afb. 4 Leveringsomvang
1 cv-ketel
2 muurbeugel
3 sifon met flexibele slang
4 documentatieset
5 vertrek- en retourwartels met afdichtring
6 muurbeugelschroeven met pluggen
7 gasaansluitleiding
Leveringsomvang 5
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 13
7
6
4
2

6
Afmetingen
6 Afmetingen
Afb. 5 Afmetingen en aansluitingen cv-ketel zonder aansluitset (maten in mm)
AB = Afdekdop
AAK/LAK = Rookgasafvoer/luchttoevoer concentrisch Ø 100/150
AKO = Condensafvoer buitendiameter Ø 24 mm
GAS K = Gas cv-ketel; G1’’ binnendraad
VK = Vertrek cv-ketel; G1½’’ wartel met binnendraad
RK = Retour cv-ketel; G1½’’ wartel met binnendraad
14
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Afb. 6 Afmetingen en aansluitingen cv-ketel met aansluitset (maten in mm)
1 Aansluitset is optioneel en separaat te bestellen.
AB = Afdekdop
AAK/LAK = Rookgasafvoer/luchttoevoer concentrisch Ø 100/150
AKO = Condensafvoer buitendiameter Ø 24 mm
GAS A = Gas aansluitset; 1’’ binnendraad
GAS K = Gas cv-ketel; G1’’ binnendraad
VK = Vertrek cv-ketel; G1½’’ wartel met binnendraad
RK = Retour cv-ketel; G1½’’ wartel met binnendraad
VA = Vertrek aansluitset; G1½’’ buitendraad met vlakke afdichting
RA = Retour aansluitset; G1½’’ buitendraad met vlakke afdichting
Afmetingen 6
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 15

7
Montage
7 Montage
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cv-ketel op een
deskundige manier monteert.
7.1 Cv-ketel ophangen
Neem de montageafstanden van het concentrische verbrandingsluchtrookgassysteem
in het afzondelijke montagevoorschrift
van het rookgassysteem in acht.
Controleer voorafgaand aan de montage van de
cv-ketel of de wand sterk genoeg is om het gewicht
van de cv-ketel te dragen.
16
SCHADE AAN DE CV-KETEL
Verwijder de piepschuimbodem nog
niet, ter beveiliging van de aansluitstompen.
Til de cv-ketel niet aan de klep of de
BC10 op (zie paragraaf 4.1).
Beveilig de cv-ketel en het aansluitstuk
voor aanvoer van verbrandingslucht en
afvoer van rookgassen tijdens de montage
tegen verontreiniging.
Verpakking verwijderen en afvoeren.
Meet de montagehoogte (zie hoofdstuk 6 „Afmetingen“,
pagina 14).
Teken met behulp van de meegeleverde ophangbeugel
de boorgaten af (afb. 7, stap 1).
Boor 2 gaten in de wand (afb. 7, stap 2).
Plaats de 2 meegeleverde pluggen in de schroefgaten
(afb. 7, stap 3).
Monteer de wandhouder met 2 meegeleverde
schroeven horizontaal (afb. 7, stap 4).
Til de cv-ketel met 2 personen aan de achterkant en
aan de transportbalk aan de onderkant op en plaats
de cv-ketel in de wandhouder (afb. 2, pag. 11).
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door verkeerd tillen.
Til de cv-ketel niet aan de klep op (afb. 3,
pag. 12).
Afb. 7 Wandhouder monteren
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Schuif de cv-ketel in de juiste positie (afb. 8).
Lijn de cv-ketel met behulp van de stelschroef en een
waterpas uit (afb. 9).
Verwijder de beschermdoppen aan de onderzijde
van de cv-ketel (afb. 10).
Let op!
Er kan testwater vrijkomen.
Afb. 8 Cv-ketel schuiven
Afb. 9 Cv-ketel met stelschroef uitlijnen
Afb. 10 Verwijderen beschermdoppen
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 17

7
Montage
7.2 Cv-ketel water- en gaszijdig monteren
7.2.1 Algemeen
Er zijn twee manieren om de cv-ketel water- en gaszijdig
aan te sluiten:
– met behulp van een aansluitset (afb. 11) (toebehoren)
– zonder behulp van een aansluitset.
De cv-ketel is fabrieksmatig niet met een pomp uitgerust.
Deze zit in de aansluitset (toebehoren).
Indien de separaat te bestellen aansluitset niet wordt
toegepast, dan moet er een pomp onder de cv-ketel
worden gemonteerd. Deze pomp moet dan zodanig worden
geselecteerd, dat de volumestroom over de cv-ketel
voldoende zal zijn om het maximale ketelvermogen op
te kunnen nemen.
Voor de juiste pompkeuze zie hoofdstuk 7.2.9 „Pomp
selecteren en monteren“, pagina 21.
De aansluitset is speciaal voor deze cv-ketel ontwikkeld
en is dus reeds voorzien van de juiste pomp.
Daarnaast is de aansluitset voorzien van diverse componenten
zoals serviceafsluiters, overstort, drukmeter,
gaskraan etc. Hierdoor is het aansluiten van de cv-ketel
eenvoudiger en goedkoper.
In de volgende paragrafen worden deze beide manieren
van aansluiten beschreven.
Bepaal of u het toestel met of zonder aansluitset wil
plaatsen. Houd daarbij rekening met de hydraulische
weerstand van de cv-ketel en de restopvoerhoogte
van de gekozen pomp resp. de gekozen combinatie
van cv-ketel en aansluitset.
7.2.2 Water- en gaszijdig aansluiten van de cv-ketel
met aansluitset (toebehoren)
Monteer de aansluitset volgens het meegeleverde
montagevoorschrift van de aansluitset.
7.2.3 Water- en gaszijdig aansluiten zonder
aansluitset
Monteer alle aansluitingen spanningsvrij.
Zorg voor een goede afdichting tussen de verschillende
verbindingen en voer na montage van de aansluitset
beslist een dichtheidscontrole van zowel de
gas- als de watervoerende delen uit.
18
LEVENSGEVAAR
door explosie van brandbare gassen.
Werkzaamheden aan gasvoerende
delen mogen uitsluitend door erkende
gastechnische installateurs worden uitgevoerd.
Afb. 11 Aansluitset (toebehoren)
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

7.2.4 Gaszijdig aansluiten
LEVENSGEVAAR
door lekkage van gas.
Controleer of de fabrieksmatig voorgemonteerde
vlakke rubberen afdichting in
de gaszijdige aansluiting van de cv-ketel
aanwezig is (afb. 12, loep).
Gasleiding aansluiten
Voor de montage van de gaskraan is een
aansluiting voor gaskraan 1" (afb. 13,
pos. 1) nodig. Om te bestellen, zie het adres
op de achterzijde van dit document.
Gaszijdig aansluiten volgens Belgische norm
NBN D51-003 of NBN D51-006.
Aansluiting voor gaskraan 1" (toebehoren) monteren
(afb. 13, pos. 1).
Gaskraan (afb. 13, pos. 2) in de gasleiding (GAS)
monteren. Gaskraan met een minimale diameter van
1" gebruiken.
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Werkzaamheden aan gasvoerende
delen mogen uitsluitend door gastechnisch
erkende installateurs worden uitgevoerd.
Sluit de gasleiding spanningsvrij aan op de gasaansluiting.
Gasleiding met een minimale diameter van
1" gebruiken.
Geadviseerd wordt om in de gasleiding
onder de cv-ketel een gasfilter te monteren.
Neem de landspecifieke normen en
voorschriften voor het aansluiten van
gasleidingen in acht.
Afb. 12 Rubberen afdichting
Afb. 13 Aansluiting gaszijdig
1 Aansluiting gaskraan 1"
2 Gaskraan 1"
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 19
G1”
R1”
1
2

20
7
Montage
7.2.5 Aansluiten cv-leidingen vertrek en retour
Ter bescherming van de gehele cv-installatie
wordt geadviseerd, om een vuilfilter
(afb. 14, pos. 10) in de retourleiding te plaatsen,
vooral indien de cv-ketel wordt geplaatst
op een bestaande installatie.
Monteer direct voor en na de vuilfilter
een afsluiter, zodat de filter eenvoudig te
reinigen is.
Sluit de vertrekleiding met de meegeleverde vlakke
rubberen afdichtring spanningsvrij aan op de aansluiting
VK (vertrek cv-ketel) (afb. 14, pos. 1). Vertrekleiding
met een minimale diameter van 1½" gebruiken.
Sluit de retourleiding met de meegeleverde vlakke
rubberen afdichtring spanningsvrij aan op de aansluiting
RK (retour cv-ketel) (afb. 14, pos. 2). Retourleiding
met een minimale diameter van 1½" gebruiken.
Montage van de drukverschilregelaar
In situaties zonder open verdeler is de montage van een
bypass voorzien van een drukverschilregelaar overbodig.
In situaties met open verdeler kan het afhankelijk van de
situatie nodig zijn om aan de secundaire zijde van de
open verdeler een bypass voorzien van een drukverschilregelaar
te monteren. Dit om de secundaire pomp
te beschermen tegen oververhitting als gevolg van
onvoldoende doorstroming.
7.2.6 Serviceafsluiters monteren
Monteer, in verband met reparatiewerkzaamheden
aan de cv-ketel, in de vertrek- en retourleiding een
serviceafsluiter (afb. 14, pos. 3). Serviceafsluiters
met een minimale diameter van 1½" gebruiken.
7.2.7 Aansluiten vul- en aftapkraan
Sluit een vul- en aftapkraan in de retourleiding aan
(afb. 14, pos. 4).
6
Afb. 14 Aansluiten cv-leidingen vertrek en retour
1 VK vertrek cv-ketel
2 RK retour cv-ketel
3 serviceafsluiter
4 vul- en aftapkraan
5 gaskraan
6 overstort
7 sifon
8 pomp
9 terugslagklep
10 vuilfilter
1 2
3 5
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
7
8
9
3
4
10
3 3

7.2.8 Drukbeveiliging monteren
Monteer een 4 bar overstort (afb. 15, pos. 6) in de
vertrekleiding met een minimale doorlaat van 1".
Zorg ervoor, dat de overstort tussen de cv-ketel en
de serviceafsluiter wordt gemonteerd. Daardoor
staat de overstort ook bij gesloten serviceafsluiters in
verbinding met de overstort.
7.2.9 Pomp selecteren en monteren
Selecteer een pomp op basis van de in tabel 5 of de
weerstandsgrafiek in afb. 114 op pagina 95 gegeven
hydraulische weerstand van de cv-ketel.
Houd bij het gebruikmaken van de weerstandsgrafiek
rekening met de benodigde volumestroom
volgens tabel 3.
Houd bij de keuze van de pomp op maximale volumestroom
van de cv-ketel rekening met tabel 4.
Logamax plus
GB162-65
SCHADE AAN DE CV-KETEL
Om te voorkomen dat de druk in de
cv-installatie te hoog oploopt, is een drukbeveiliging
(overstort) in de cv-installatie
noodzakelijk.
Selecteer een pomp die minimaal
200 mbar resterende opvoerhoogte bij de
benodigde volumestroom heeft (tabel 3).
Logamax plus
GB162-80
Logamax plus
GB162-100
3 000 3 600 4 300
Tab. 3 Nominaal benodigde volumestroom [l/h] bij
T = 20 K
Logamax plus
GB162-65
Logamax plus
GB162-80
Logamax plus
GB162-100
5 000 5 000 5000
Tab. 4 Maximale volumestroom [l/h]
Logamax plus
GB162-65
Logamax plus
GB162-80
Logamax plus
GB162-100
170 225 320
Tab. 5 Weerstand over de cv-ketel bij nominaal benodigde
volumestroom [mbar]
Monteer de pomp (afb. 15, pos. 8) in de retourleiding.
Afb. 15 Aansluiten
1 VK vertrek cv-ketel
2 RK retour cv-ketel
3 serviceafsluiter
4 vul- en aftapkraan
5 gaskraan
6 overstort
7 sifon
8 pomp
9 terugslagklep
10 vuilfilter
1 2
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 21
6
3 5
7
8
9
3
4
10
3 3

7
Montage
7.2.10 Sifon monteren
22
LEVENSGEVAAR
door vergiftiging.
Indien de sifon niet met water gevuld is,
kan uittredende verbrandingslucht mensen
in levensgevaar brengen.
Vul de sifon (uit de leveringsomvang van de cv-ketel)
met water (afb. 16).
Monteer de sifon (afb. 17, pos. 1) op de aansluiting
condensafvoer.
De sifon is met een bajonetkoppeling uitgevoerd.
Na het plaatsen (stap 1) moet u de
sifon 1/4 slag linksom verdraaien (stap 2),
tot deze borgt.
Monteer de flexibele slang (afb. 18, pos. 3) en rubberen
manchet (afb. 18, pos. 2) op de sifon (afb. 18,
pos. 1).
Afb. 16 Sifon met water vullen
1
Afb. 17 Sifon monteren
1 sifon
1
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
2.
1.
Afb. 18 Flexibele slang monteren
1 sifon
2 rubberen manchet
3 flexibele slang
2
3

7.2.11 Aansluiten van de condensafvoerleiding
Sluit de condensafvoerleiding aan op de sifon van de
cv-ketel (afb. 19, pos. 1 en afb. 20, pos. 1).
Neem de volgende voorschriften in acht:
– De (plaatselijke) voorschriften met betrekking tot riolering.
– De sifon in de aansluitset mag geen vaste verbinding
met de condensafvoerleiding hebben.
De minimale afstand tussen de sifon en de condens-
afvoerleiding bedraagt 2 cm.
7.2.12 Aansluiten expansievat bij enkelvoudige
opstelling
SCHADE AAN DE CV-INSTALLATIE
door defecte drukbeveiliging (overstort).
Het expansievat moet voldoende
gedimensioneerd zijn.
Sluit het expansievat in de retourleiding (RK) van de
cv-installatie aan (afb. 21, pos. 1).
Indien een open verdeler is toegepast: sluit het
expansievat aan de secundaire zijde van de open
verdeler aan in de retourleiding.
Afb. 19 Sifon aansluiten
1 sifon
Afb. 20 Condenswaterafvoer
1 minimale afstand > 2 cm
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 23
1
1
Afb. 21 Aansluiten expansievat bij enkelvoudige opstelling
1 expansievat
1

24
7
Montage
7.3 Aansluiting van verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer
Bij de types B 23P (GA), B 23 (GN), B 33 (GA-X),
C 13 (WH/WS), C 33 (DO, DO-S), C 43 (LAS-K, LAS-P),
C 53 (GAF-K, GAL-K), C 83 (GAL-K) en C 93 (GA-K) zijn de
Buderus basisbouwsets voor het rookgasafvoersysteem
conform de gasinstallatierichtlijn 2009/142/EC met
inachtneming van de EN 483 samen met de cv-ketel
goedgekeurd. Dit is gedocumenteerd door het productidentificatienummer
op het typeplaatje van de cv-ketel.
Aansluiting conform de Belgische Normen NBN D51-
003, NBN B61-002 en het bijgeleverde document
"Instructies voor de rookgasafvoer" uitvoeren.
Neem tijdens de montage van het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem
de algemeen geldende voorschriften
in acht (zie hoofdstuk 1 „Algemeen“, pagina 5).
Type B x3 (open opstelling)
Bij rookgasafvoersytemen van het type B wordt de
verbrandingslucht, indien de cv-ketel gemonteerd is,
onttrokken aan de opstellingsruimte. De rookgassen
worden door het rookgasafvoersyteem naar buiten
geleid.
7.3.1 Open opstelling
Indien een gesloten opstelling niet wenselijk of in de
opstellingsruimte niet mogelijk is, kan de cv-ketel als
open cv-ketel worden geïnstalleerd.
In dit geval dienen de afzonderlijke voorschriften voor de
opstellingssruimte en open opstelling in acht te worden
genomen. Voor de verbranding dient er voldoende
verbrandingslucht toe te stromen.
De cv-ketel is fabrieksmatig met een concentrische
aansluiting uitgevoerd.
De cv-ketel mag niet gebruikt worden in ruimtes waar
veel mensen zich geregeld ophouden. Voor de be- en
ontluchting van de opstellingsruimte moeten 1 of 2 luchttoevoer-
en rookgasafvoeropeningen met een open
dwarsdoorsnede van 2 × 75 cm² of 1 ×150 cm² aanwezig
te zijn.
Bij cv-ketels groter dan 50 kW moet de beluchtingsopening
voor elke kW meer vermeerderd worden met 2 cm².
Type C (gesloten opstelling)
Bij een rookgasafvoersysteem van het type C wordt de
verbrandingslucht van buiten het huis naar de cv-ketel
geleid. De rookgassen worden naar buiten geleid.
De mantel van de cv-ketel is gasdicht uitgevoerd en
vormt een deel van de luchttoevoer. Het is daarom bij
een gesloten opstelling van de cv-ketel vereist dat bij
een werkende cv-ketel de deur van de mantel altijd goed
gesloten is.
Type Betekenis
B23P (GA), B23 (GN) De cv-ketel heeft geen trekonderbreker.
B33 (GA-X) Open toestel, gemeenschappelijke rookgasafvoer, zonder trekonderbreker met ventilator
luchttoevoerzijdig.
C13 (WH/WS) De cv-ketel wordt aangesloten op een horizontaal rookgassysteem en bevindt zich op hetzelfde drukniveau
als de luchttoevoer resp. de rookgasafvoer.
C33 (DO, DO-S) : De CV ketel wordt aangesloten op een verticaal rookgassysteem en bevindt zich op hetzelfde drukniveau
als de luchttoevoer resp. de rookgasafvoer. Eventueel dubbelwandig in de schoorsteen.
C43 (LAS-K, LAS-P) De cv-ketel wordt aangesloten op een centraal luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem.
C53 (GAF-K, GAL-K) De cv-ketel wordt aangesloten op een rookgasafvoersysteem waarvan de luchttoevoer resp.
rookgasafvoer zich op een ander drukniveau bevinden.
C83 (GAL-K) De condenserende gaswandketel wordt aangesloten op een luchttoevoer- en centraal
rookgasafvoersysteem. De afzuiging van de rookgassen geschiedt via de natuurlijke trek in het
rookgassysteem.
C93 (GA-K) De cv-ketel wordt aangesloten op een verticaal rookgasafvoersysteem. De luchttoevoer resp.
rookgasafvoeropening bevindt zich op het dak en op hetzelfde drukniveau als de cv-ketel.
De luchttoevoer gaat echter niet tot aan de uitmonding maar slechts tot aan het verticale gedeelte: vanaf
hier wordt de rookgasafvoerpijp door de aanvoerlucht omspoeld.
Tab. 6 Betekenis van de type rookgasafvoersystemen
Bij een open opstelling kan een luchttoevoerkorf (LTVkorf)
gebruikt worden. Vuil dat van boven naar beneden
valt kan hierdoor niet in de cv-ketel komen.
Voor meer informatie zie de handleiding van de LTVkorf.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

7.3.2 Gesloten opstelling
De cv-ketel kan aan een concentrisch of parallel luchttoevoer-
en rookgasafvoersyteem aangesloten worden.
De cv-ketel is fabrieksmatig met een concentrische aansluiting
uitgevoerd.
Voor een parallelaansluiting moet de rookgasafvoer-
/luchttoevoeraansluiting aan de ketel omgebouwd worden.
De benodigde onderdelen zijn afzonderlijk te
bestellen.
Nadere informatie over de rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluiting
is te vinden in de handleiding van de rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluiting.
7.3.3 Rookgasafvoermateriaal
Op de cv-ketel kan aluminium of roestvaststaal rookgas-
afvoermateriaal worden aangesloten.
In het geval van een muurdoorvoer, mogen alleen de
met het toestel goedgekeurde materiaal worden
gebruikt.
7.3.4 Berekening van de luchttoevoer- en
rookgasafvoerleidingen
De cv-ketel is fabrieksmatig met een concentrische aansluitadapter
(Ø100/150 mm) uitgevoerd.
De maximale leidinglengte van de concentrische verbrandingsluchttoevoer-
en rookgasafvoerleidingen met
aansluitadapter Ø100/150 mm bij de Logamax plus
GB162-65/80/100-toestellen bedraagt 29 m. *) (incl.
dak- en muurdoorvoer).
*) inclusief verloopstuk Ø80/125 naar Ø100/150
Bij de GB162-65:
Elke 45° bocht vermindert de max. leidinglengte met
0,8 m., elke 90° bocht vermindert de max. leidinglengte
met 1,4 m.
Bij de GB162-80/100:
Elke 45° bocht vermindert de max. leidinglengte met
0,9 m., elke 90° bocht vermindert de max. leidinglengte
met 1,6 m.
Hierbij mag de maximale toegestane leidinglengte niet
overschreden worden.
LET OP!
De cv-ketels moeten volgens de productbegeleidende
documenten van het verbrandingsluchttoevoer-
en rookgasafvoermateriaal
aangesloten worden.
Condenserende
gaswandketel
Logamax plus
GB162-65
Logamax plus
GB162-80/100
Montage 7
Verminderde max. leidinglengte
luchttoevoer- en
rookgasafvoerleidingen met
aansluitadapter Ø100/150 mm [m]
90° bocht 45° bocht
1,4 0,8
1,6 0,9
Tab. 7 Verminderde max. leidinglengte
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 25

7
Montage
7.4 Elektrisch aansluiten
Neem bij het aansluiten van elektrische componenten
ook het elektrisch schema in acht en neem de installatie-
en servicevoorschriften van het betreffende product in
acht.
26
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door kortsluiting.
Gebruik ter voorkoming van kortsluiting van
de elektrische aansluiting(en) uitsluitend:
– originele bekabeling die bij de fabrikant
besteld is;
– bekabeling met een massieve kern.
Indien gebruik wordt gemaakt van bekabeling
met een kern bestaande uit meerdere
losse draden, voorzie dan de aders
van adereindhulzen. Maak hierbij
gebruik van bekabeling van minimaal
0,75 mm².
Indien het netsnoer moet worden vervangen,
dan moet deze worden vervangen
door een voor deze
cv-ketel vervaardigd type.
LEVENSGEVAAR
door elektrische stroom bij geopende
cv-ketel.
Alvorens de cv-ketel te openen:
schakel de cv-ketel stroomloos door de
stekker uit de wandcontactdoos te halen.
Beveilig de cv-ketel tegen onbedoeld
opnieuw inschakelen.
7.4.1 Aansluitstrook
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 22, loep).
Druk het slot naar beneden (afb. 22) en open de
deur.
Afb. 22 Deur openen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Demonteer de schroef van de afdekkap van de elektrische
aansluitingen en draai de afdekkap naar
boven (afb. 23).
De aansluitstrook (afb. 24) in de cv-ketel is voorzien van
diverse aansluitingen voor het aansluiten van interne en
externe elektrische componenten. In onderstaande
opsomming is aangegeven welke component waar aangesloten
kan worden (zie par. 7.4.3, pagina 28).
7.4.2 Kabel door de cv-ketel doorvoeren
Voer de kabels voor de laagspanningsaansluitingen
door het gat aan de linker kant (afb. (afb. 25, pos. 1).
Voer de kabels voor de 230V-aansluitingen door het
gat aan de rechter kant (afb. 25, pos. 2).
De kabels voor de 230V-aansluitingen met behulp
van een trekontlasting bevestigen (afb. 25, pos. 3).
Montage 7
Afb. 23 Afdekkap van de elektrische aansluitingen naar
boven draaien
FA FW DWV
PK PS PZ Netz
RC WA EV
A
B
Afb. 24 Aansluitstrook
A: laagspanningsaansluitingen
B: 230 V-aansluitingen
Afb. 25 Kabels doorvoeren
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 27
1
2
3

28
7
Montage
7.4.3 Beschrijving van de aansluitstrook
Sluit alle componenten die van toepassing zijn aan op
de aansluitstrook.
LEVENSGEVAAR
door elektrische stroom.
De posities 1 – 6 (afb. 26) zijn laagspanningsaansluitingen
en de posities 7 – 10
(afb. 26) zijn 230 Volt-aansluitingen.
Neem in acht dat de aansluitingen 7 – 10
onder spanning (230 V) staan, wanneer de
voedingsstekker in het stopcontact zit.
7.4.4 Aansluiten regeling algemeen
Op de cv-ketel kunnen de volgende regelingen worden
aangesloten:
– Aan/uit-thermostaat potentiaalvrij
– Kamerthermostaat Logamatic RC20, RC35
– Cascaderegelaar Logamatic 4121, 4122
– Externe storingsmodule EM10, 0 – 10 V-ingang (toegepast
om een 0 – 10 V-signaal om te zetten in een
modulerend signaal).
7.4.5 Aansluiten en monteren modulerende
regeling (ruimteregeling)
Het is niet mogelijk om tegelijk op de RCaansluiting
en de aansluiting voor potentiaalvrij
aan/uit-kamerthermostaat (WA)
een thermostaat aan te sluiten (afb. 27).
Kamerthermostaat RC35 als weersafhankelijke
regeling in de cv-ketel monteren
U heeft de mogelijkheid, om alleen bij weersafhankelijke
regeling de kamerthermostaat (bijv. RC35) in de cv-ketel
te monteren. Deze hoeft dan niet alsnog op de
aansluitstrook te worden aangesloten.
Wanneer u de kamerthermostaat wilt gebruiken als
ruimteregeling, dan dient deze in een referentieruimte
geïnstalleerd te worden.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze
kort in te drukken (afb. 28).
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 26 Aansluitstrook
PK PS PZ
1 Kamerthermostaat RC en EMS-bus (kleur van de aansluiting
oranje)
2 Buitentemperatuurvoeler (kleur van de aansluiting blauw)
3 Aan/uit-kamerthermostaat potentiaalvrij (kleur van de
aansluiting groen)
4 Warmwatertemperatuurvoeler (kleur van de aansluiting grijs)
5 Extern schakelcontact potentiaalvrij voor bijv.
vloerverwarming (kleur van de aansluiting rood)
6 Aansluiting voor externe driewegklep
7 Externe cv-pomp 230 V (kleur van de aansluiting groen)
8 Boilerlaadpomp 230 V (kleur van de aansluiting grijs)
9 Circulatiepomp 230 V (kleur van de aansluiting paars)
10 Netaansluiting 230 V AC (kleur van de aansluiting wit)
RC WA
Afb. 27 Aansluitstrook – Kamerthermostaat RC en
potentiaalvrij aan/uit-kamerthermostaat
Afb. 28 Bedieningspaneel openen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Netz

Verwijder de afdekkap (afb. 29, pos. 1).
Monteer de RC35 op het bedieningspaneel (afb. 29,
pos. 2).
Indien de kamerthermostaat (bijv. RC35) in
de cv-ketel gemonteerd wordt, kan alleen
een weersafhankelijke regeling ingesteld
worden. Zie hiervoor ook het bedieningsvoorschrift
van de kamerthermostaat.
Monteren en aansluiten van overige regelingen
buiten de cv-ketel
Installeer de regeling volgens het bijbehorende montagevoorschrift.
Sluit de kamerthermostaten Logamatic RC20, RC35
of cascaderegelaar Logamatic 4121, 4122 aan op de
oranjekleurige aansluiting RC (afb. 30). Maak hierbij
gebruik van een tweeaderige elektriciteitskabel van
elk 0,4 tot 0,75 mm².
Deze aansluiting is polariteitongevoelig. Dit
betekent dat de volgorde van het aansluiten
van de aders willekeurig is.
7.4.6 Aansluiten buitentemperatuurvoeler
Bij toepassing van een weersafhankelijke regeling moet
een buitentemperatuurvoeler aangesloten worden.
Sluit de buitentemperatuurvoeler aan op de blauwe
stekker FA (afb. 31) van de aansluitstrook.
Maak hierbij gebruik van een tweeaderige elektriciteitskabel
van 0,4 tot 0,75 mm².
Deze aansluiting is polariteitongevoelig. Dit
betekent dat de volgorde van het aansluiten
van de aders willekeurig is.
7.4.7 Aansluiten aan/uit-regeling
Sluit een potentiaalvrije aan/uit-regeling aan op de
groene stekker van de aansluitstrook (afb. 32).
De maximaal toelaatbare weerstand van dit circuit
bedraagt 100 . Maak hierbij gebruik van een
tweeaderige elektriciteitskabel van 0,4 tot 0,75 mm².
Montage 7
Afb. 29 Afdekkap verwijderen en kamerthermostaat in
cv-ketel monteren (alleen bij ingestelde
weersafhankelijke regeling).
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 30 Aansluitstrook – kamerthermostaat RC en EMS-bus
(kleur van de aansluiting oranje)
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 31 Aansluitstrook– buitentemperatuurvoeler (kleur van
de aansluiting blauw)
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 32 Aansluitstrook – potentiaalvrij aan/uitkamerthermostaat
(kleur van de aansluiting groen)
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 29
1
2

30
7
Montage
Het is niet mogelijk om tegelijk op de RCaansluiting
en de aansluiting voor potentiaalvrij
aan/uit-kamerthermostaat (WA)
een thermostaat aan te sluiten (afb. 33).
De cv-ketel kan in principe met een potentiaalvrije
aan/uit-regeling aangestuurd worden,
maar daarmee vervalt dan de
modulerende werking op basis van ruimtetemperatuur
van de cv-ketel.
Dit gaat ten koste van het comfort en energieverbruik.
Wanneer een potentiaalvrije
aan/uit-regeling geïnstalleerd wordt, dan zal
de cv-ketel alleen maar tot de ingestelde
ketelwatertemperatuur moduleren.
Deze aansluiting is polariteitongevoelig. Dit
betekent dat de volgorde van het aansluiten
van de aders willekeurig is.
7.4.8 Aansluiten warmwatertemperatuurvoeler
Sluit de warmwatertemperatuurvoeler aan op de
grijze stekker FW (afb. 34) van de aansluitstrook.
Gebruik hiervoor de, bij de warmwatertemperatuurvoeler
meegeleverde, adapterkabel (afb. 34, pos. 1).
Deze aansluiting is polariteitongevoelig. Dit
betekent dat de volgorde van het aansluiten
van de aders willekeurig is.
Het is niet mogelijk om meer dan één boilervoeler
op de cv-ketel aan te sluiten.
Het is alleen mogelijk, om de bij deze
cv-ketel behorende warmwatertemperatuurvoeler
aan de cv-ketel aan te sluiten.
7.4.9 Aansluiten extern schakelcontact
Op de cv-ketel kan een potentiaalvrij extern schakelcontact
worden aangesloten. Dit externe schakelcontact
kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld de beveiliging
van vloerverwarming tegen een te hoge cv-watertemperatuur.
Indien het externe schakelcontact geopend
wordt, dan wordt de cv-ketel uitgeschakeld.
De toestelpomp blijft gedurende de ingestelde nadraaitijd
draaien.
Verwijder de doorverbinding op de rode stekker EV
(afb. 35).
Sluit een extern schakelcontact aan op de rode stekker
EV van de aansluitstrook (afb. 35).
Deze aansluiting is polariteitongevoelig. Dit
betekent dat de volgorde van het aansluiten
van de aders willekeurig is.
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 33 Aansluitstrook – kamerthermostaat RC en
potentiaalvrij aan/uit-kamerthermostaat
Afb. 34 Aansluitstrook – warmwatertemperatuurvoeler (kleur
van de aansluiting grijs)
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 35 Aansluitstrook – extern schakelcontact potentiaalvrij
voor bijv. vloerverwarming (kleur van de aansluiting
rood)

7.4.10 230 Volt-aansluitingen
De 230-Volt-aansluitingen kunnen alleen
worden gebruikt bij een adequate configuratie
van het regeltoestel en voor bepaalde
hydraulische installaties.
Neem de ontwerpdocumentatie en het
montagevoorschrift van het regeltoestel
in acht.
7.4.11 Aansluiten externe ketelpomp - algemeen
Omdat de cv-ketel niet met een pomp uitgevoerd wordt,
moet er aan de cv-ketel een pomp aangesloten worden.
Indien een aansluitset met geïntegreerde pomp wordt
toegepast:
Lees het montagevoorschrift van de aansluitset voor
de elektrische aansluitingen van de pomp.
Indien geen aansluitset wordt toegepast zijn er 2 mogelijkheden
om de externe pomp aan te sluiten:
– aan de losse 230 VAC-aansluitkabel;
– aan de aansluitstrook van de cv-ketel.
Ga hierbij als volgt te werk:
SCHADE AAN DE CV-KETEL
door overbelasting van de cv-ketel.
Het maximale elektrische vermogen dat mag worden
aangesloten op de losse 230 VAC-aansluitkabel van de
pomp (afb. 37, pos. 1) en op de groene stekker PK
(afb. 39) bedraagt samen 250 Watt. Indien meer dan
250 Watt opgenomen vermogen moet worden aangesloten,
dan kan dit via een extra 230/230 V relais die
door de installateur/elektrotechnicus geïnstalleerd moet
worden.
Aansluiten aan de losse 230 VAC-kabel
230 VAC-kabel (afb. 37, pos. 1) uitrollen en door de
cv-ketel naar beneden leiden (afb. 38).
PK PS PZ Netz
Montage 7
Afb. 36 Aansluitstrook – externe cv-pomp 230 V (kleur van
de aansluiting groen)
Afb. 37 230 VAC-kabel van de pomp
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 31
1

7
Montage
Stekker van de 230 VAC-kabel afsnijden.
230 VAC-kabel aan de pomp aansluiten.
Aansluiting aan de aansluitstrook van de cv-ketel
Sluit de eventueel aanwezige externe pomp (niet de
pomp van de aansluitset) op de groene stekker PK
van de aansluitstrook (afb. 39) aan.
7.4.12 Aansluiten boilerlaadpomp
Sluit de boilerlaadpomp op de grijze stekker PS van
de aansluitstrook (afb. 40) aan. Maximaal toelaatbare
vermogensopname van de pomp = 250 W.
7.4.13 Aansluiten circulatiepomp
Sluit de circulatiepomp op de paarse stekker PZ
van de aansluitstrook (afb. 41) aan.
Maximaal toelaatbare vermogensopname van de
pomp = 250 W.
32
Afb. 38 230 VAC-kabel van de pomp naar buiten geleiden
Afb. 39 Aansluitstrook – externe cv-pomp 230 V (kleur van
de aansluiting groen)
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
PK PS PZ Netz
PK
PS PZ Netz
Afb. 40 Aansluitstrook – boilerlaadpomp 230 V (kleur van de
aansluiting grijs)
PK
PS PZ Netz
Afb. 41 Aansluitstrook – circulatiepomp 230 V (kleur van de
aansluiting paars)

7.4.14 Aansluiten netvoeding
Steek de netstekker van de cv-ketel in een wandcontactdoos
met aarding (230 V AC/50 Hz) (afb. 42).
LEVENSGEVAAR
door stroom.
Trek de netstekker vóór werkzaamheden
aan de cv-ketel uit de wandcontactdoos.
7.4.15 Monteren en aansluiten van een module
(toebehoren) algemeen
Neem voor de montage en de combinatiemogelijkheden
van de functiemodules de
bijbehorende montagevoorschriften van de
functiemodules in acht.
Op de cv-ketel kunnen de volgende modules (toebehoren)
worden aangesloten:
– zonneboilermodule SM10;
– externe storingsmodule EM10;
– verdelermodule WM10;
– mengklepmodule MM10.
Het aansluiten van een W002-module op deze cv-ketel
is niet mogelijk!
Een module (toebehoren) kan op 2 manieren worden
gemonteerd te weten:
– module in de cv-ketel (maximaal 2);
– module buiten de cv-ketel.
Beide methodes worden hieronder beschreven.
Bepaal op welke manier de module(s) gemonteerd
moeten worden.
Monteren en aansluiten van een module
(toebehoren) in de cv-ketel
Demonteer de schroef (afb. 43, stap 1).
Open de schuiflade (afb. 43, stap 2).
Afb. 42 Netstekker
Afb. 43 Schuiflade openen
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 33
2
1

7
Montage
Monteer de montageplaat (toebehoren module) op
de gewenste positie in de schuiflade (afb. 44).
Bevestig de module(s) op de montageplaat (afb. 45).
Verwijder de schuiflade.
Verwijder het beschermkapje van de beide zwevende
stekkers van de aansluitkabels van de module
(afb. 46).
Plaats de schuiflade in de cv-ketel.
34
Afb. 44 Montageplaat monteren
Afb. 45 Module op de montageplaat bevestigen
Afb. 46 Beschermkapje verwijderen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Sluit de zwevende 230 VAC-voedingskabel (afb. 46)
aan op de module (afb. 47, pos. 1). Indien meerdere
modules worden toegepast, dan kan de 230 V ACvoeding
van de volgende module van de vorige
module worden afgetakt met behulp van het bij de
module meegeleverde stekkertje en een driepolige
elektriciteitskabel.
Sluit de 230 V AC-voedingskabel van de vorige
module aan op de volgende module (afb. 48).
Sluit de stekker van de zwevende aansluitkabel aan
op de eerste module (afb. 48).
Bij de module kunnen boven de aansluiting
de letters RC of EMS staan (afb. 48, pos. 1).
Sluit de stekker van de zwevende aansluitkabel van
de EMS-bus (afb. 47) aan op de eerste module
(afb. 47, pos. 2).
Indien meerdere modules worden toegepast, dan
kan de EMS-busaansluiting van de volgende module
van de vorige module worden afgetakt met behulp
van het bij de module meegeleverde stekkertje
(afb. 48 en 49).
Houd bij het maken van een EMS-bus-
aansluitkabel rekening met de polariteit.
Sluit contact 1 aan op contact 1 en contact
2 op contact 2 (afb. 48 en afb. 49).
Afb. 47 Verbind de modules met elkaar
Montage 7
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 35
2
Naar 230 V AC-netstekker
in wandcontactdoos of zwevende
stekker in cv-ketel.
Afb. 48 Meerdere modules aansluiten
Afb. 49 Polariteit EMS-bus
1
Naar zwevende stekker in
cv-ketel of aansluitkast in
cv-ketel. Let op: deze aansluiting
is polariteitgevoelig!
1

7
Montage
Monteren en aansluiten van een module buiten de
cv-ketel
Monteer de module aan de wand.
Maak een voldoende lange EMS-busaansluitkabel
met behulp van het bij de module meegeleverde
stekkertje en een tweepolige elektriciteitskabel van
0,4 tot 0,75 mm 2 (afb. 49). Belangrijk: gebruik het
stekkertje dat qua kleur overeenkomt met de aansluitingen
op de module.
36
Houd bij het maken van een EMS-bus-
aansluitkabel rekening met de polariteit.
Sluit contact 1 aan op contact 1 en contact
2 op contact 2 (afb. 49 en afb. 51).
Sluit de aansluitkabel van de EMS-bus aan op de
oranje stekker in de aansluitkast van de cv-ketel
(afb. 50, pos. 1)
Sluit de andere zijde van de aansluitkabel van de
EMS-bus aan op de eerste module (afb. 51).
Bij de module kunnen boven de aansluiting
de letters RC of EMS staan (afb. 51, pos. 1).
Indien meerdere modules worden toegepast, dan
kan de EMS-busaansluiting van de volgende module
van de vorige module worden afgetakt met behulp
van het bij de module meegeleverde stekkertje.
Sluit de EMS-busaansluitkabel van de vorige module
aan op de volgende module (afb. 51).
Maak een voldoende lange 230 V AC-voedingskabel
met behulp van het bij de module meegeleverde
stekkertje, een driepolige elektriciteitskabel van minimaal
0,75 mm 2 met aardingskabel en een 230 V ACstekker
met aarding.
Sluit de 230 V AC-voedingskabel aan op de module
(afb. 51). Indien meerdere modules worden toegepast,
dan kan de 230 V AC-voeding van de volgende
module van de vorige module worden afgetakt met
behulp van het bij de module meegeleverde stekkertje
en een driepolige elektriciteitskabel van
0,75 mm 2 met aardingskabel.
Sluit de 230 V AC-voedingskabel van de vorige
module aan op de volgende module (afb. 51).
1
RC FA WA FW EV DWV
Afb. 50 Aansluitstrook – Kamerthermostaat RC en EMS-bus
(kleur van de aansluiting oranje)
Naar 230 V AC-netstekker
in wandcontactdoos of zwevende
stekker in cv-ketel.
Afb. 51 Meerdere modules aansluiten
Naar zwevende stekker in
cv-ketel of aansluitkast in
cv-ketel. Let op: deze aansluiting
is polariteitgevoelig!
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1

8 Bediening
8.1 Algemeen
De cv-ketel is voorzien van een bedieningspaneel, de
Basiscontroller BC10. Met behulp van de BC10 kunt u
de cv-ketel bedienen.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze
kort in te drukken (afb. 52).
De basiscontroller BC10 bevindt zich achter de klep aan
de linker kant (afb. 53, pos. 2).
Aan de achterzijde van de klep bevindt zich een vakje
met het bedieningsvoorschrift van de cv-ketel (afb. 53,
pos. 1).
De BC10 is voorzien van de volgende elementen:
Netschakelaar
Met de netschakelaar (fig. 54, pos. 1) kunt u de netvoeding
van de cv-ketel in- en uitschakelen.
Resettoets
In geval van bepaalde storingen kan het noodzakelijk
zijn om de cv-ketel door middel van de resettoets te herstarten
(afb. 54, pos. 2).
Dit is alleen noodzakelijk bij vergrendelende fouten.
Blokkerende fouten worden automatisch gereset, wanneer
de oorzaak is verholpen. Tijdens de reset geeft het
display [\/r/e| aan.
Wanneer de cv-ketel na het resetten van
de storing opnieuw een storing vertoont,
dient u de storing met behulp van het servicevoorschrift
te verhelpen.
Neem, indien noodzakelijk, contact op
met Bosch Thermotechnology.
De adresgegevens vindt u op de achterzijde
van dit document.
Afb. 52 Bedieningspaneel openen
Afb. 53 Bedieningsvoorschrift en BC10
Afb. 54 Basiscontroller BC10
1 netschakelaar
2 resettoets
3 schoorsteenvegertoets
4 servicetoets
Bediening 8
5 aansluitmogelijkheid (service Connector) voor Service Tool
6 LED „Brander (aan/uit)“
7 LED „Warmtevraag cv“
8 draaiknop voor maximale cv-watertemperatuur
9 display
10 9 8
888
10 draaiknop voor de ingestelde tapwatertemperatuur
11 LED „Warmtevraag warm tapwater“
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 37
11
1
1
2
1
2 3 4 5
7
6

8
Bediening
Schoorsteenvegertoets
Met de schoorsteenvegertoets (afb. 54, pos. 3) kan de
cv-ketel in schoorsteenvegerbedrijf, servicebedrijf en in
manueel bedrijf worden genomen.
De rookgasafvoertest heeft tot doel de cv-ketel gedurende
een korte periode manueel op vollast in bedrijf te
kunnen nemen. Zie tabel 10 „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pag. 40.
Het servicebedrijf heeft tot doel de cv-ketel gedurende
een korte periode manueel op deellast in bedrijf te kunnen
nemen. Het servicebedrijf is bedoeld voor het doen
van metingen en instellingen aan de cv-ketel.
Zie tabel 11 „Servicebedrijf“, pag. 41
Het manueel bedrijf heeft tot doel de cv-ketel gedurende
een lange periode manueel in bedrijf te kunnen nemen.
Het manueel bedrijf is bedoeld voor die situaties waarbij
de regeling nog niet is geplaatst, of waarbij er sprake is
van een defecte regeling. Zie tabel 12 „Manueel bedrijf“,
pag. 42.
Tijdens de rookgastest of het service- en manuele
bedrijf geldt een maximale cv-watertemperatuur, die
overeenkomt met de instelling van de draaiknop “Maximale
cv-watertemperatuur” (afb. 54, pos. 8) op de
Basiscontroller BC10.
Servicetoets
38
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
bij vloerverwarming: door oververhitting van
de buisleidingen.
Begrens de maximale ketelwatertemperatuur
met de draaiknop „Maximale
keteltemperatuur“ (fig. 54, pos. 8) tot de
toegestane vertrektemperatuur van het
vloerverwarmingscircuit (meestal max.
40 °C).
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
bij ingeschakeld manueel bedrijf door vorst.
De cv-installatie kan na een netuitval of uitschakelen
van de voedingsspanning bevriezen,
omdat het manueel bedrijf dan niet
meer actief is.
Activeer het manueel bedrijf na het
inschakelen opnieuw, zodat de cv-installatie
in bedrijf blijft (vooral bij bevriezingsgevaar).
Met de servicetoets (afb. 54, pos. 4) kan de actuele vertrektemperatuur,
installatiedruk etc. op het display worden
opgeroepen. Zie ook tabel 17, „Displaywaardes“,
pagina 81“, tabel 18, „Displayinstellingen“, pagina 81 en
tabel 19, „Displaycodes“, pagina 82.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Service Connector
Om het detecteren, analyseren en oplossen van een
storing doeltreffender, sneller en makkelijker te maken,
is het mogelijk om een Service Tool (afb. 55) op de Service
Connector (afb. 56, pos. 5) van de cv-ketel aan te
sluiten.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze
kort in te drukken en verwijder het afdekdopje van de
Service Connector (zie afb. 28, pag. 28 en afb. 56,
pos. 5).
Sluit de Service Key van de Service Tool aan op de
Service Connector.
Voor meer informatie over de werking van de Service
Tool zie de meegeleverde instructie op de CD-rom van
de Service Tool.
LED „Brander (aan/uit)“
De LED „Brander (aan/uit)“ (afb. 56, pos. 6) gaat branden
zodra de brander van de cv-ketel in bedrijf is en gaat
uit als de brander uitgaat.
De LED „Brander (aan/uit)“ geeft de bedrijfstoestand
van de brander aan.
LED Toestand Uitleg
Aan Brander in bedrijf Het ketelwater wordt verwarmd.
Uit Brander uit Het ketelwater bevindt zich in het
gewenste temperatuurbereik of er
is geen warmtevraag aanwezig.
Tab. 8 Betekenis van de LED „Brander (aan/uit)“
LED „Warmtevraag cv“
De LED „Warmtevraag cv“ (afb. 56, pos. 7) gaat branden
zodra er een warmtevraag van de regeling ontstaat
en gaat uit zodra deze warmtevraag niet meer aanwezig
is.
Draaiknop voor maximale cv-watertemperatuur
Met de draaiknop voor maximale cv-watertemperatuur
(afb. 56, pos. 8) kan de bovengrens van het cv-watertemperatuur
worden ingesteld. De eenheid is °C.
Display
Op het display (afb. 57, pos. 9) kunnen displaywaardes,
displayinstellingen en displaycodes worden afgelezen.
In geval van een storing geeft het display direct de fout
of de waarschuwing in de vorm van een foutcode aan.
Bij vergrendelende fouten knippert de statusindicatie.
Draaiknop voor de ingestelde tapwatertemperatuur
Met de draaiknop voor de ingestelde tapwatertemperatuur
(afb. 57, pos. 10) kan de temperatuur van het
warme tapwater naar wens worden ingesteld.
De eenheid is °C. Zie tab. 16, pagina 61.
Afb. 55 Service Tool aangesloten op de cv-ketel
10 9 8
Afb. 56 Basiscontroller BC10
888
Bediening 8
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 39
11
1
1
2 3 4 5
10 9 8
11
Afb. 57 Basiscontroller BC10
1
1
888
2 3 4 5
7
7
6
6

8
Bediening
LED „Warmtevraag warm tapwater“
De LED „Warmtevraag warm tapwater“ (afb. 57,
pos. 11) gaat branden zodra er een warmtevraag van de
boiler ontstaat en gaat uit zodra deze warmtevraag niet
meer aanwezig is.
8.2 Menustructuur
De menustructuur van de cv-ketel kan op de BC10 met
behulp van de toetsen „Resettoets“, „Schoorsteenvegertoets“
en „Servicetoets“ (afb. 57, pos. 2, 3 en 4) en
het display (afb. 57, pos. 9) worden doorgebladerd
volgens menu in tabel 9 t/m tabel 13.
De menustructuur is opgebouwd uit 5 menu’s en wel:
– menu normaal bedrijf;
– menu schoorsteenvegerbedrijf;
– menu servicebedrijf;
– menu manueel bedrijf;
– menu instellingen.
Menu normaal bedrijf
40
stap 1 [\/2/4| Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
stap 2 Verdergaan met menu in normaal bedrijf? Ja: stap 3
stap 3 Druk de e-toets in.
stap 4 [p/1.6| Displaywaarde. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar.
Zie ook paragraaf 13.2).
stap 5 Druk de e-toets in.
stap 6 [-/h/\| Willekeurige displaycode. In dit geval: bedrijfsfase: cv-ketel in cv-bedrijf.
Zie ook paragraaf 13.4.
Nee: stap 1
stap 7 Werd er gedurende minimaal 5 minuten geen toets bediend of de netspanning onderbroken? Ja: stap 1
Nee: stap 8
stap 8 Druk de e-toets in. stap 1
Tab. 9 Normaal bedrijf
Menü schoorsteenvegerbedrijf
stap 1 [\/2/4| Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
stap 2 Schoorsteenvegerbedrijf activeren? Ja: stap 3
stap 3 Schoorsteenvegerbedrijf activeren:
d-toets langer dan 2, echter niet langer dan 5 seconden ingedrukt houden.
stap 4 [\/2/4] Displaywaarde. Zodra er rechts beneden op het display een niet-knipperende punt
verschijnt, is het schoorsteenvegerbedrijf geactiveerd. Dit betekent dat de cv-ketel max.
30 minuten lang bij 100 % vermogen in cv-bedrijf draait. Hierbij geldt de maximale ketelwatertemperatuur
volgens de instelling van de draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur
op de basiscontroller BC10 (bedieningspaneel). Tijdens het schoorsteenvegerbedrijf is
tapwaterbedrijf niet mogelijk.
Tab. 10 Schoorsteenvegerbedrijf
Nee: stap 1
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Menü schoorsteenvegerbedrijf
stap 5 Druk de e-toets in.
stap 6 [p/1.6] Displaywaarde. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar.
Zie ook paragraaf 13.2.
stap 7 Druk de e-toets in.
stap 8 [-/a/\] Displaycode: bedrijfsfase: cv-ketel in schoorsteenvegerbedrijf. Zie ook paragraaf 13.4.
stap 9 Druk de e-toets in.
stap 10 [\/2/4] Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
Bediening 8
stap 11 Zijn er 30 minuten verstreken of is de netspanning onderbroken? Ja: stap 1
Nee: stap 12
stap 12 Schoorsteenvegerbedrijf deactiveren? Ja: stap 13
stap 13 Deactiveer schoorsteenvegerbedrijf:
Houd de d-toets langer dan 2 seconden ingedrukt totdat de punt is verdwenen.
Tab. 10 Schoorsteenvegerbedrijf
Menu servicebedrijf
stap 1 [\/2/4| Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
Nee: stap 5
stap 1
stap 2 Servicebedrijf activeren? Ja: stap 3
stap 3 Servicebedrijf activeren stap 1:
Houd de d-toets langer dan 2, echter niet langer dan 5 seconden ingedrukt.
stap 4 [\/2/4] Displaywaarde. Zodra er rechts beneden op het display een niet-knipperende punt
verschijnt, werkt de cv-ketel max. 30 minuten lang bij 100 % vermogen in cv-bedrijf. Hierbij
geldt de maximale ketelwatertemperatuur volgens de instelling van de draaiknop voor maximale
ketelwatertemperatuur op de basiscontroller BC10 (bedieningspaneel).
Tijdens het servicebedrijf is tapwaterbedrijf niet mogelijk.
stap 5 Servicebedrijf activeren stap 2:
Houd tegelijkertijd de d + e -toets langer dan 2 seconden ingedrukt.
stap 6 [l/?/?] Displayinstelling. Ingesteld maximaal vermogen tijdens cv-bedrijf in %.
Zie ook paragraaf 13.3).
In dit geval: [l/?/?] = 100 %. Servicebedrijf is geactiveerd.
Op dit moment kan het ketelvermogen voorlopig naar deellast worden teruggebracht om de
gas-/luchtverhouding of de ionisatiestroom te kunnen controleren en, indien minimum
noodzakelijk, te kunnen instellen.
stap 7 Houd de c-toets ingedrukt, totdat er op het display [l/2/2] bij 65 kW-ketels, [l/2/5] bij 80 kWketels
en [l/2/0] bij 100 kW-ketels verschijnt.
stap 8 [Lxx] "XX" is in dit geval de minimale waarde conform paragraaf 9.3.1 op pagina 60.
Displayinstelling: Ingesteld minimaal vermogen tijdens servicebedrijf in %. Zie ook
paragraaf 13.3.
De cv-ketel wordt binnen enkele seconden naar deellast teruggemoduleerd. Hierbij geldt de
maximale ketelwatertemperatuur volgens de instelling van de draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur
op de basiscontroller BC10 (bedieningspaneel). Controleer de gas-/luchtverhouding
of de ionisatiestroom en stel, indien noodzakelijk, de gas-/luchtverhouding in
volgens respectievelijk paragraaf 9.2.5 of paragraaf 9.2.9.
stap 9 Druk de e-toets in.
Tab. 11 Servicebedrijf
Nee: stap 1
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 41

8
Bediening
Menu servicebedrijf
42
stap 10 [f/\/5] Displayinstelling: Deze parameter geeft na beëindiging van het cv-bedrijf de ingestelde
pompnadraaitijd in minuten aan. Zie ook paragraaf 13.3.
stap 11 Druk de e-toets in.
stap 12 [c/\/0] Displayinstelling: Deze parameter geeft de ingestelde stand van de warmwatervoorziening
aan. Zie ook paragraaf 13.3.
stap 13 Druk de e-toets in.
stap 14 [\/2/4] Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
stap 15 Druk de e-toets in.
stap 16 [p/1.6] Displaywaarde. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar.
Zie ook paragraaf 13.2.
stap 17 Druk de e-toets in.
stap 18 [-/a/\] Displaycode: bedrijfsfase: cv-ketel in servicebedrijf. Zie ook paragraaf 13.4.
stap 19 Druk de e-toets in.
stap 20 [\/2/4] Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
stap 21 Zijn er 30 minuten verstreken of is er een spanningsonderbreking? Ja: stap 22
Nee: stap 23
stap 22 Het servicebedrijf wordt gedeactiveerd. stap 25
stap 23 Servicebedrijf deactiveren? Ja: stap 24
stap 24 Deactiveer het servicebedrijf:
Houd de d-toets langer dan 2 seconden ingedrukt, totdat de punt is verdwenen.
Nee: stap 15
stap 25 Het ketelvermogen gaat terug naar als ingesteld in menu „Instellingen“ (tabel. 13). stap 1
Tab. 11 Servicebedrijf
Menu manueel bedrijf
stap 1 [\/2/4| Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
stap 2 Manueel bedrijf activeren? Ja: stap 3
stap 3 Manueel bedrijf activeren: Houd de d-toets langer dan 5 seconden ingedrukt.
stap 4 [\/2/4} Displaycode: bedrijfsfase: Zodra er rechts beneden op het display een knipperende
punt verschijnt, is het manuele bedrijf geactiveerd. Dit betekent dat de cv-ketel permanent in
cv-bedrijf is. Hierbij geldt de maximale ketelwatertemperatuur volgens de instelling van de
draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur op de basiscontroller BC10 (bedieningspaneel).
De LED „Warmtevraag cv“ gaat branden. Tijdens manueel bedrijf is tapwaterbedrijf niet
mogelijk.
stap 5 Druk de e-toets in.
stap 6 [p/1.6} Displaywaarde. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar.
Zie ook paragraaf 13.2.
stap 7 Druk de e-toets in.
Tab. 12 Manueel bedrijf
Nee: stap 1
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Menu manueel bedrijf
stap 8 [-/h/\} Displaycode: bedrijfsfase: Zie ook paragraaf 13.4. Cv-ketel in manueel bedrijf.
Dit betekent dat de cv-ketel, zonder warmtevraag van de regeling, zich in cv-bedrijf bevindt.
Tijdens het manuele bedrijf is het mogelijk aan de hand van het menu „Instellingen“ (tabel 13,
vanaf stap 3) het gewenste ketelvermogen tijdelijk te wijzigen.
LET OP: Indien het ketelvermogen tijdelijk gewijzigd is, dient het ketelvermogen na beëindiging
van het manueel bedrijf opnieuw te worden ingesteld volgens menu „Instellingen“
(tabel 13).
stap 9 Druk de e-toets in.
stap 10 [\/2/4} Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
Bediening 8
stap 11 Spanningsonderbreking? Ja: stap 1
Nee: stap 12
stap 12 Manueel bedrijf deactiveren? Ja: stap 13
stap 13 Manueel bedrijf deactiveren:
Houd de d-toets langer dan 2 seconden ingedrukt totdat de punt is verdwenen.
Tab. 12 Manueel bedrijf
Menu Instellingen
stap 1 [\/2/4| Displaywaarde. Actuele gemeten cv-watertemperatuur in °C. Zie ook paragraaf 13.2.
Nee: stap 5
stap 1
stap 2 Menu „Instellingen“ openen? Ja: stap 3
stap 3 Open het menu instellingen: Houd tegelijkertijd de d + e -toets langer dan 2 seconden ingedrukt.
stap 4 [l/?/?| Displayinstelling. Zodra er op het display [l/?/?| verschijnt, is het menu instellingen
geopend. Aan de hand van de eerste parameter die op het display verschijnt, kunt u het ketelvermogen
voor het cv-bedrijf instellen. Zie ook paragraaf 13.3.
Nee: stap 1
stap 5 Ketelvermogen instellen? Nee: stap 7
stap 6 Lager: Stel het gewenste ketelvermogen tijdens cv-bedrijf met de c-toets lager in.
De minimale instelling is [l/2/2| = 22 % bij 65 kW-ketels, [l/2/5| = 25 % bij 80 kW-ketels en
[l/2/0| = 20 % bij 100 kW-ketels.
Hoger: Stel het gewenste ketelvermogen tijdens cv-bedrijf met de d-toets hoger in.
De maximale instelling is [l/?/?| = 100 %. Dit is tevens de fabrieksinstelling.
stap 7 Druk de e-toets in.
stap 8 [f/\/5| Displayinstelling. Zodra er op het display [f/\/5| verschijnt, dient de tweede parameter
te worden ingesteld. Deze parameter geeft de ingestelde pompnadraaitijd na afloop van
cv-bedrijf in minuten aan. Zie ook paragraaf 13.3.
Let op: nadraaitijd van de pomp niet korter dan [f/\/5| (= 5 minuten) instellen.
Ja: stap 6
stap 9 Nadraaitijd van de pomp na afloop cv-bedrijf instellen? Ja: stap 10
stap 10 Lager: Stel de gewenste nadraaitijd van de pomp na afloop cv-bedrijf met de c-toets lager
in.
De minimale instelling is [f/\/0| = 0 minuten. De fabrieksinstelling bedraagt 5 minuten.
Let op! Stel na het beëindigen van cv-bedrijf de nadraaitijd van de pomp niet korter dan
5 minuten in
Hoger: Stel de gewenste nadraaitijd van de pomp na afloop cv-bedrijf met de d-toets hoger
in. De maximale instelling is [f/6/0| = 60 minuten of [f/1/d| = 24 uur.
Tab. 13 Instellingen
Nee: stap 11
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 43

8
Bediening
Menu Instellingen
44
stap 11 Druk de e-toets in.
stap 12 [c/\/0| Displayinstelling. Zodra er op het display [c/\/0| verschijnt, dient de derde parameter te
worden ingesteld. Deze parameter geeft de ingestelde stand van de warmwatervoorziening
aan. Hiermee kan de warmwatervoorziening in- en uitgeschakeld worden. Deze instelling
heeft voorrang ten opzichte van de instelling van de warmwatervoorziening op bijvoorbeeld
de kamerthermostaat. Zie ook paragraaf 13.3.
stap 13 Stand warmwatervoorziening instellen? Ja: stap 14
stap 14 Stel de gewenste stand van de warmwatervoorziening in met de c-toets of met de d-toets.
[c/\/1| is „Aan“, [c/\/0| is „uit“. NB. Indien [c/\/0| wordt ingesteld, dan is de vorstbeveiliging van
de warmwatervoorziening uitgeschakeld.
Nee: stap 15
stap 15 Is er gedurende minimaal 5 minuten geen toets bediend of de netspanning onderbroken? Ja: stap 17
stap 16 Druk de e-toets in.
Nee: stap 16
stap 17 [\/2/4| Displaywaarde. De eventueel gewijzigde instellingen zijn bevestigd. stap 1
Tab. 13 Instellingen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cv-ketel in
bedrijf moet nemen.
Na het uitvoeren van de hierna omschreven werkzaamheden
het inbedrijfstellingsprotocol invullen
(zie paragraaf 9.5 „Inbedrijfstellingsprotocol“,
pagina 63).
9.1 Vullen
9.1.1 Vullen van de cv-installatie
Bij de eerste inbedrijfstelling komt de
cv-ketel in bedrijf, zodra de installatiedruk
hoger dan 1,0 bar is.
Als de installatiedruk onder de 0,2 bar daalt,
gaat de cv-ketel in storing.
De inlaatdruk van het expansievat dient minimaal overeen
te komen met de statische druk (hoogte van de
installatie tot aan het midden van het expansievat), maar
niet minder dan 0.5 bar te bedragen.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 28).
Zet de draaiknoppen, max. ketelwatertemperatuur
(afb. 58, pos. 8) en warm tapwater (afb. 58, pos. 10)
naar links in stand "0".
Wanneer een boiler aanwezig is, mechanische schakelaar
op de driewegklep in de middenpositie zetten
(afb. 59). Daarvoor de knop (afb. 59, pos. 1) ingedrukt
houden en hendel (afb. 59, pos. 2) met 45° verdraaien.
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 22, loep).
Druk het slot naar beneden (afb. 22) en open de
deur.
Verwijder de afdekkap van de aansluitset (afb. 22).
Afb. 58 BC10
10 9 8
888
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 45
11
1
1
2 3 4 5
Bild 59 Driewegklep in middenpositie zetten
2
7
6
1

9
Inbedrijfstelling
De cv-ketel is uitgevoerd met een automatische ontluchter
(afb. 60) die dient voor ontluchting van de cv-ketel.
Voor de ontluchting van de cv-installatie moet elke
radiator in de cv-installatie voorzien zijn van zijn eigen
ontluchtingsmogelijkheid. Het kan in sommige situaties
zelfs noodzakelijk zijn om, naast de ontluchtingsmogelijkheden
op de verschillende radiatoren, op bepaalde
plaatsen extra ontluchtingsmogelijkheden aan te brengen.
Draai de dop van de automatische ontluchter
(afb. 60) één omwenteling los.
Afdekdop losschroeven (afb. 61).
Sluit de vulslang aan op de waterkraan en vul deze
met water (afb. 62). Let op dat er geen lucht meer in
de vulslang zit.
Sluit de waterkraan.
46
Afb. 60 Automatische ontluchter openen
Afb. 61 Afdekdop van vul- en aftapkraan verwijderen
Afb. 62 Vulslang vullen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Sluit de vulslang aan op de vul- en aftapkraan
(afb. 62).
Open de vul- en aftapktraan (afb. 63).
Ontluchten van de cv-installatie is belangrijk.
Alle lucht in de cv-installatie verzamelt
zich in het hoogste punt als de cv-installatie
langzaam gevuld wordt.
Serviceafsluiters op de cv-vertrek- en retourleiding
(afb. 64) openen (geopende stand: parallel aan de
leiding).
Draai de waterkraan rustig open en vul langzaam de
installatie (afb. 65).
Inbedrijfstelling 9
Afb. 63 Vulslang aansluiten / vul- en aftapkraan openen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 47
1
Afb. 64 Serviceafsluiters openen (hier in geopende stand)
Afb. 65 Waterkraan openen en cv-installatie vullen
2

9
Inbedrijfstelling
Lees de installatiedruk af op de analoge drukmeter
van de aansluitset of op het display van de BC10
(afb. 66).
De druk in de cv-installatie, gemeten direct bij de
cv-ketel, moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde
voordruk van het expansievat plus 0,5 bar. Deze minimale
druk mag nooit lager dan 1,0 bar zijn (bij koude
cv-installatie).
Hierbij de drukindicatie (afb. 66) voor het cv-circuit in
acht nemen. De installatievuldruk dient minimaal overeen
te komen met de vereiste inlaatdruk van het expansievat
plus 0,5 bar. De maximale druk in de
cv-installatie, die direct aan de cv-ketel wordt gemeten,
mag 2,5 bar niet overschrijden.
Sluit de waterkraan en de vulkraan.
Ontlucht alle radiatoren in de cv-installatie. Begin
hierbij op de laagste verdieping in het pand, en ga
steeds één verdieping hoger (afb. 67).
Ontlucht de pomp door de ontluchtingsschroef aan
de voorzijde van de pomp te demonteren (afb. 68).
48
Bij het ontluchten van de pomp kan een
beetje cv-water ontsnappen. Houd daarom
een droge doek onder de pomp.
Monteer de ontluchtingsschroef.
Lees opnieuw de installatiedruk af op de analoge
drukmeter van de aansluitset of op het display van de
BC10 (afb. 66). Indien de druk lager is dan 1,0 bar,
dient de cv-ketel weer bijgevuld te worden zoals
boven staat omschreven, net zo lang, totdat de
gewenste installatiedruk bereikt is en er geen lucht
meer in de installatie zit.
Sluit de waterkraan.
Sluit de vulkraan van de cv-ketel.
Koppel de slang af.
Afdekdop van de vul- en aftapkraan afdraaien.
Installatiedruk in het inbedrijfstellingsprotocol noteren.
Afb. 66 Installatiedruk aflezen
Afb. 67 Radiatoren ontluchten
Afb. 68 Pomp ontluchten
P1 0
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1

Wanneer de cv-ketel ongeveer een week in bedrijf is
geweest en het display een druk lager dan 1,0 bar weergeeft
moet de installatie bijgevuld worden. Het dalen van
de druk in een cv-installatie wordt veroorzaakt door het
ontsnappen van luchtbellen via koppelingen en (automatische)
ontluchters. Ook zuurstof dat opgelost is in
het verse cv-water, zal naar verloop van tijd uit het
cv-water trekken en ervoor zorgen dat de druk in de
cv-installatie daalt.
Als de cv-installatie echter vaak bijgevuld moet worden,
dan is er vermoedelijk sprake van waterverlies als
gevolg van lekkage of een defect expansievat. In dit
geval is het belangrijk om de oorzaak zo snel mogelijk
weg te nemen.
9.1.2 Sifon met water vullen
Sifon vullen (zie paragraaf 7.2.10, pag. 22).
9.2 Controleren en meten
9.2.1 Gasdichtheid testen
Voor de eerste inbedrijfstelling dient u de gastoevoerleiding
te testen op uitwendige dichtheid en dit in het
inbedrijfstellingsprotocol te bevestigen.
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Na de inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaamheden
kunnen lekkages
zijn ontstaan aan leidingen en schroefverbindingen.
Voer een correcte dichtheidsproef door.
Gebruik voor de dichtheidstest enkel
producten die zijn goedgekeurd voor de
detectie van lekken.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door kortsluiting.
Dek de aan gevaar blootgestelde punten
voor de dichtheidstest af.
Spuit het product voor de dichtheidstest
niet op de kabelgeleidingen, stekkers of
elektrische ansluitingsleidingen. Laat het
er ook niet op druppelen.
Open de gaskraan langzaam, door deze in te drukken
en een ¼ omwenteling linksom te draaien
(afb. 69).
Afb. 69 Gaskraan openen
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 49

9
Inbedrijfstelling
Cv-installatie stroomloos maken (afb. 70).
Nieuw leidinggedeelte tot en met de directe dichtplek
op het gasblok op uitwendige dichtheid testen. Daarbij
mag de testdruk bij de ingang van het gasblok
maximaal 150 mbar bedragen.
9.2.2 Gastoevoerleiding ontluchten
Gaskraan sluiten (afb. 71).
50
Afb. 70 Cv-installatie stroomloos maken
Afb. 71 Gaskraan sluiten
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Sluitschroef op de testnippel voor gasaansluiting en
ontluchting (afb. 72) twee slagen losdraaien en slang
erop plaatsen.
Gaskraan langzaam openen. Open de gaskraan
langzaam, door deze in te drukken en een ¼ omwenteling
linksom te draaien (afb. 73).
Het uitstromende gas via een waterreservoir affakkelen.
Wanneer er geen lucht meer ontsnapt, gaskraan sluiten
(afb. 71).
Slang eraf trekken en sluitschroef vastdraaien.
Controleer de gebruikte meetnippel(s)
op dichtheid.
GB162-65
GB162-80/100
Afb. 72 Gastoevoerleiding ontluchten
Afb. 73 Gaskraan openen
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 51

9
Inbedrijfstelling
9.2.3 Systeem voor verbrandingsluchttoevoer en
rookgasafvoer controleren
Controleer de volgende punten:
– Werd het voorgeschreven verbrandingsluchtuitlaatgassysteem
gebruikt (zie paragraaf 7.3 „Aansluiting
van verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer“,
pag. 24)?
– Is het rookgasafvoersysteem conform het betreffende
rookgasafvoer montagevoorschrift?
– Heeft tijdens de inbedrijfstelling een dichtheidscontrole
tussen de rookgasafvoerbuis en de rookgasaansluiting
plaatsgevonden? Indien noodzakelijk,
dichtheidsmeettoestel testen. Is een ringspleetmeting
uitgevoerd? Zijn de toegestane grenswaardes
volgens het montagevoorschrift van het rookgas-
systeem aangehouden?
9.2.4 Gasvoordruk meten
Open tenminste 2 thermostatische radiatorafsluiters.
Schakel de cv-ketel niet in.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 52, pag. 37).
Cv-installatie stroomloos maken (afb. 74).
Gaskraan sluiten (afb. 75).
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 22, loep, pag. 26).
Druk het slot naar beneden (afb. 22) en open de deur
52
Afb. 74 Cv-installatie stroomloos maken
Afb. 75 Gaskraan sluiten
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Sluitschroef op de testnippel voor gasaansluiting en
ontluchting twee slagen losdraaien (afb. 76, pos. 1).
Zet de digitale manometer op "0".
Houd tijdens de meting de digitale manometer
in dezelfde positie (horizontaal of verticaal)
als waarin deze op nul gezet werd.
Sluit de plusaansluiting van de digitale manometer
via een slang aan op de voordrukmeetnippel
(afb. 76, pos. 2).
Gaskraan langzaam openen. Open de gaskraan
langzaam, door deze in te drukken en een ¼ omwenteling
linksom te draaien (afb. 73, pag. 51).
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 in te schakelen (afb. 77, pos. 1).
Houd de schoorsteenvegertoets (afb. 77, pos. 3)
ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, totdat er
rechtsonder in het display een punt verschijnt
(afb. 77, pos. 9). Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Wacht, nadat de LED "Brander" (afb. 77, pos. 6) is
gaan branden, gedurende 1 minuut tot de cv-ketel op
vollast brandt.
De gasaansluitdruk meten en in het inbedrijfstellingsprotocol,
pag. 63 noteren.
De gasaansluitdruk dient:
– bij aardgas H (G20) min. 17 mbar, max. 25 mbar,
nominale aansluitdruk 20 mbar, te bedragen.
– bij aardgas L (G25) min. 20 mbar, max. 30 mbar,
nominale aansluitdruk 25 mbar, te bedragen.
– bij vloeibaar gas 3P (G31) min. 25 mbar, max.
45 mbar, nominale aansluitdruk 37 mbar, te bedragen.
Servicetoets (afb. 77, pos. 4) zo vaak drukken totdat
de temperatuurindicatie op het display verschijnt.
Schoorsteenvegertoets (afb. 77, pos. 3) indrukken
om de meting af te sluiten. Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Controleer de gebruikte meetnippel(s)
op gasdichtheid.
Gebruik voor de dichtheidstest enkel
producten die zijn goedgekeurd voor de
detectie van lekken.
Afb. 76 Gasaansluitdruk meten
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 53
1
Afb. 77 Basiscontroller BC10
1 netschakelaar
2 resettoets
2
3 schoorsteenvegertoets
4 servicetoets
5 aansluitmogelijkheid (service Connector) voor Service Tool
6 LED „Brander (aan/uit)“
7 LED „Warmtevraag cv“
8 draaiknop voor maximale cv-watertemperatuur
9 display
10 9 8
11
1
1
888
2 3 4 5
10 draaiknop voor de ingestelde tapwatertemperatuur
11 LED „Warmtevraag warm tapwater“
7
6

9
Inbedrijfstelling
Gaskraan sluiten.
54
Wanneer de benodigde aansluitdruk niet
aanwezig is, neem dan contact op met
de bevoegde gasleverancier.
Bouw bij te hoge aansluitdruk vóór het
gasblok een gasdrukregelaar in.
Meetslang er weer af trekken en sluitschroef op de
testnippel vastdraaien.
Gaskraan langzaam openen. Open de gaskraan
langzaam, door deze in te drukken en een ¼ omwenteling
linksom te draaien (afb. 69).
9.2.5 Gas-lucht-verhouding controleren
SCHADE AAN HET CV-TOESTEL!
door onjuiste instelling van de gas-/luchtverhouding.
Stel de gas-lucht-verhouding uitsluitend in
bij laaglast!
Stel de gas-lucht-verhouding uitsluitend in
op basis van het drukverschil gas/lucht en
nooit op basis van gemeten rookgaswaardes
als CO/CO 2 /NO x !
Open tenminste twee thermostatische radiatorafsluiters.
Schakel de cv-ketel niet in.
10 9 8
Afb. 78 Basiscontroller BC10
888
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
11
1
1
2 3 4 5
7
6

Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 52, pag. 37).
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 78, pos. 1).
Gaskraan sluiten (afb. 75).
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 22, loep).
Druk het slot naar beneden (afb. 22) en open de
deur.
Sluitschroef op de testnippel voor de branderdruk
twee slagen losdraaien (afb. 79, pos. 1).
Drukmeetapparaat op „0“ zetten.
Houd de digitale manometer tijdens het
meten in dezelfde positie (horizontaal of
verticaal) waarin deze op “0” werd gezet.
Plusaansluiting van de drukmeetapparaat met een
slang verbinden met de meetnippel voor de branderdruk
(afb. 79, pos. 2).
Gaskraan langzaam openen. Open de gaskraan
langzaam, door deze in te drukken en een ¼ omwenteling
linksom te draaien (afb. 73).
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 78, pos. 1).
Neem de cv-ketel in servicebedrijf volgens het menu
„Servicebedrijf“ (tabel 11, pag. 41).
Stel het vermogen in op de minimale waarde (deellast)
volgens het menu „Servicebedrijf“ (tabel 11,
pag. 41).
Wanneer de LED „Brander (aan/uit)“ (afb. 78, pos. 6)
gaat branden, dient u één minuut te wachten totdat
de cv-ketel met deellast brandt.
Controleer tijdens het servicebedrijf de gas-lucht-verhouding.
Het drukverschil (p gas – p lucht) dient –5 Pa
(±5 Pa) te bedragen (indicatie op de digitale manometer:
–10 t/m 0 Pa) (afb. 80).
Meetwaarde in het inbedrijfstellingsprotocol (zie
paragraaf 9.5 „Inbedrijfstellingsprotocol“, pag. 63)
noteren.
Bij afwijking, neem contact op met de servicedienst
van Bosch Thermotechnology.
Schoorsteenvegertoets (afb. 78, pos. 3) indrukken
totdat de punt op het display uitgaat.
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 78, pos. 1).
Gaskraan sluiten (afb. 75).
Verwijder de meetinrichting.
GB162-65
GB162-80/100
Afb. 79 Gas-lucht-verhouding controleren
Afb. 80 Drukverschil gas/lucht bij laaglast
Inbedrijfstelling 9
fout goed fout
-15 -10 -5 0 5 (Pa)
-0,15 -0,10 -0,05 0,00 0,05 (mbar)
linksomdraaien rechtsomdraaien
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 55

9
Inbedrijfstelling
Draai de afdichtschroef in de branderdrukmeetnippel
dicht.
Gaskraan langzaam openen. Open de gaskraan
langzaam, door deze in te drukken en een ¼ omwenteling
linksom te draaien (afb. 73).
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 78, pos. 1).
Houd de schoorsteenvegertoets (afb. 78, pos. 3)
ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, totdat er
rechtsonder in het display een punt verschijnt
(afb. 78, pos. 9). Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Wacht, nadat de LED "Brander (aan/uit)" (afb. 78,
pos. 6) is gaan branden, gedurende 1 minuut tot de
cv-ketel op vollast brandt.
56
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Controleer de gebruikte meetnippel(s)
op gasdichtheid.
Gebruik voor de dichtheidstest enkel
producten die zijn goedgekeurd voor de
detectie van lekken.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door kortsluiting.
Dek de aan gevaar blootgestelde punten
voor de dichtheidstest af.
Spuit het product voor de dichtheidstest
niet op de kabelgeleidingen, stekkers of
elektrische ansluitingsleidingen. Laat het
er ook niet op druppelen.
Schoorsteenvegertoets (afb. 78, pos. 3) indrukken
om de meting af te sluiten. Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Controleer of het cv-vermogen nog op de gewenste
waarde staat volgens het menu „Instellingen“ op
pag. 43.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.2.6 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand
uitvoeren
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Na de inbedrijfstellingswerkzaamheden
kunnen lekkages zijn ontstaan aan leidingen
en schroefverbindingen.
Gebruik voor de dichtheidstest enkel
producten die zijn goedgekeurd voor de
detectie van lekken.
Houd de schoorsteenvegertoets (afb. 81, pos. 3)
ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, totdat er
rechtsonder in het display een punt verschijnt
(afb. 81, pos. 9). Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Wacht, nadat de LED "Brander (aan/uit)" (afb. 81,
pos. 6) is gaan branden, gedurende 1 minuut tot de
cv-ketel op vollast brandt.
Controleer bij werkende brander alle afdichtpunten in
het volledige gastraject van de brander met een
schuimvormend middel.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door kortsluiting.
Dek de aan gevaar blootgestelde punten
voor de dichtheidstest af.
Spuit het product voor de dichtheidstest
niet op de kabelgeleidingen, stekkers of
elektrische ansluitingsleidingen. Laat het
er ook niet op druppelen.
Schoorsteenvegertoets (afb. 81, pos. 3) indrukken
om de meting af te sluiten. Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
9.2.7 Koolmonoxidegehalte (CO) meten
Open tenminste 2 thermostatische radiatorafsluiters.
Schakel de cv-ketel niet in.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 28).
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 82, pos. 1).
10 9 8
Afb. 81 Basiscontroller BC10
888
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 57
11
1
1
2 3 4 5
10 9 8
11
Afb. 82 Basiscontroller BC10
1
1
888
2 3 4 5
7
7
6
6

9
Inbedrijfstelling
Verwijder het afdekdopje aan het meetpunt voor
rookgasanalyse (afb. 83, pos. 1).
Sluit het rookgasanalyseapparaat aan op het linker
meetpunt (afb. 83).
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 82, pos. 1).
Houd de schoorsteenvegertoets (afb. 82, pos. 3)
ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, totdat er
rechtsonder in het display een punt verschijnt
(afb. 82, pos. 9). Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Wacht, nadat de LED "Brander (aan/uit)" (afb. 82,
pos. 6) is gaan branden, gedurende 1 minuut tot de
cv-ketel op vollast brandt.
Op het meetpunt voor rookgassen (afb. 83) het koolmonoxidegehalte
meten.
Het CO-gehalte van de rookgassen, uitgaande van een
verbranding zonder luchtovermaat, moet onder de
100 mg/kWh liggen. Indien het CO-gehalte rond of
boven de 100 mg/kWh ligt, dan moet de oorzaak
gezocht worden in vervuiling van de brander, een defect
van de brander of recirculatie van de rookgassen.
Stel vast wat de oorzaak is, en neem deze weg (zie
hoofdstuk 12, pag. 71).
Schoorsteenvegertoets (afb. 82, pos. 3) indrukken
om de meting af te sluiten. Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 82, pos. 1).
Verwijder het rookgasanalyseapparaat, en monteer
het afdekdopje aan het meetpunt voor rookgasanalyse
(afb. 83, pos. 1).
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 82, pos. 1).
Sluit de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 89, pag. 62).
9.2.8 Werkingstest uitvoeren
Tijdens de inbedrijfstelling en bij de jaarlijkse inspectie
resp. het jaarlijkse behoefteafhankelijk onderhoud
dienen alle regel-, besturings- en veiligheidsvoorzieningen
te worden getest op hun werking en, voor
zover verstelling mogelijk, op hun correcte instelling.
Controleer de cv-ketel op gas- en waterzijdige dichtheid
(zie paragraaf 9.2.1 en 9.2.6).
58
Afb. 83 Koolmonoxidegehalte meten
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1

9.2.9 Ionisatiestroom meten
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 28, pag. 28).
Open tenminste 2 thermostatische radiatorafsluiters.
Schakel de cv-ketel niet in.
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 84, pos. 1).
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 22, loep).
Druk het slot naar beneden (afb. 22) en open de
deur.
Stekkerverbinding van de controlekabel verwijderen
(afb. 85).
Meetapparaat in serie aansluiten (afb. 86). Op het
meetapparaat het µA-gelijkstroombereik kiezen.
Het meetapparaat dient over een resolutie van minimaal
1 µA te beschikken.
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 84, pos. 1).
Neem de cv-ketel in servicebedrijf volgens het menu
„Servicebedrijf“ (tabel. 11, pag. 41).
Stel het vermogen conform menu „Servicebedrijf“
(tabel 11, pag. 41) op minimale waarde in (deellast).
Wacht, nadat de LED "Brander (aan/uit)" (afb. 84,
pos. 6) is gaan branden, gedurende 1 minuut tot de
cv-ketel op deellast brandt.
Ionisatiestroom meten. De ionisatiestroom dient bij
deellast > 5 µA gelijkstroom te bedragen.
Meetwaarde in het inbedrijfstellingsprotocol (zie
paragraaf 9.5 „Inbedrijfstellingsprotocol“, pag. 63)
noteren.
10 9 8
Afb. 84 Basiscontroller BC10
888
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 59
11
1
1
2 3 4 5
Afb. 85 Stekker ionisatie-elektrode demonteren
Afb. 86 Ionisatiestroom meten
7
6

60
9
Inbedrijfstelling
Indien de ionisatiestroom te laag is, controleer dan
de gas-lucht-verhouding (hoofdstuk 9.2.5,
pagina 54) of de ionisatie-elektrode
(hoofdstuk 12.2.4, pagina 74).
Houd de schoorsteenvegertoets (afb. 84, pos. 3)
ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, totdat er
rechtsonder in het display een punt verschijnt
(afb. 84, pos. 9). Zie ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40.
Neem de cv-ketel uit bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 uit te schakelen (afb. 84, pos. 1).
Verwijder de multimeter en steek de stekkerverbinding
weer in elkaar.
Neem de cv-ketel in bedrijf door de netschakelaar op
de BC10 aan te schakelen (afb. 84, pos. 1).
Controleer of de cv-ketel nog het gewenste vermogen
heeft. Zie hiervoor menu “Servicebedrijf”
(tabel 11, pag. 41).
9.3 Instellingen uitvoeren
9.3.1 Instellen van het cv-vermogen
Stel, indien gewenst, het benodigd cv-vermogen op
de BC10 in volgens menu "Instellingen" (tabel 13,
pagina 43). Maak hierbij tevens gebruik van tabel 14.
9.3.2 Instellen van de maximale cv-watertemperatuur
Stel met de draaiknop "cv-watertemperatuur"
(afb. 84, pos. 8) de gewenste cv-watertemperatuur in
volgens tabel 15.
Stand
Uitleg
van de
draaiknop
0 Geen voorziening van de radiatoren (eventueel
alleen tapwaterbedrijf).
30 – 90 De temperatuur wordt op de BC10 vast ingesteld
en kan met een ruimtebedieningseenheid (bijv.
RC35) niet worden gewijzigd.
Aut De temperatuur wordt automatisch via de
verwarmingskarakteristiek bepaald. Wanneer
geen bedieningseenheid is aangesloten, geldt
90 °C als maximale ketelwatertemperatuur.
Tab. 15 Instellingen met de draaiknop „Maximale
keteltemperatuur“
Deze begrenzing is niet van toepassing op de warmwatervoorziening.
Weergave in Nominaal vermogen bij 40/30 °C [kW]
het display
[%]
GB162-65 GB162-80 GB162-100
L20 – – 20,0
L22 15,6 – –
L25 18,7 20,0 25,0
L30 21,8 24,3 29,9
L35 24,9 28,6 34,9
L40 28,0 32,9 39,9
L45 31,1 37,2 44,8
L50 34,2 41,5 49,8
L55 37,3 45,8 54,8
L60 40,4 50,1 59,8
L65 43,5 54,4 64,7
L70 46,6 58,7 69,7
L75 49,7 63,0 74,7
L80 52,8 67,3 79,6
L85 55,9 71,6 84,6
L90 59,0 75,9 89,6
L95 62,1 80,2 94,5
L-- 65,2 84,5 99,5
Tab. 14 Cv-vermogen procentueel kW
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.3.3 Nadraaitijd van de pomp instellen
Stel de nadraaitijd van de pomp op 24 uur in, wanneer
de cv-installatie afhankelijk van de omgevingstemperatuur
wordt geregeld en er vorstgevaar bestaat voor
onderdelen van de cv-installatie die buiten het bereik
van het kamerthermostaat vallen (bijv. radiatoren in de
garage).
Stel de nadraaitijd van de pomp in volgens menu
„Instellingen“ (tabel 13, pag. 43).
9.3.4 Warmwaterbedrijf in-/ uitschakelen
Indien [c/\/0| wordt ingesteld, dan is de vorstbeveiliging
van de eventueel aanwezige
warmwatervoorziening uitgeschakeld.
Stel het warmwaterbedrijf in volgens menu „Instellingen“
(tabel 13, pag. 43).
9.3.5 Instellen van de tapwatertemperatuur
Stel met de "draaiknop voor de ingestelde tapwatertemperatuur"
(afb. 87, pos. 10) de gewenste tapwatertemperatuur
in de boiler in volgens tabel 16.
Stand
van de
draaiknop
0 Warmwaterbedrijf is
uitgeschakeld (evt. wel cvbedrijf)
ECO Deze stand niet gebruiken!
30 – 45 De gewenste
tapwatertemperatuur in °C
45 – 60 De gewenste
tapwatertemperatuur in °C
Betekenis Legionellaindicatie
Aut De gewenste
tapwatertemperatuur in 60 °C
Legionellaaanwas
uitgesloten
zeer gering
risico bij
dagelijks
warmwatergebr
uik
Legionellaaanwas
uitgesloten.
Deze stand
wordt
aanbevolen.
Legionellaaanwas
uitgesloten.
Tab. 16 Instellingen met de draaiknop „tapwatertemperatuur“
10 9 8
Afb. 87 Basiscontroller BC10
888
Inbedrijfstelling 9
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 61
11
1
1
2 3 4 5
7
6

9
Inbedrijfstelling
9.4 Afsluitende werkzaamheden
9.4.1 Sluiten van de deur en de klep van het
bedieningspaneel
Sluit de deur (afb. 88) en sluit het slot door deze met
een ontluchtingssleuteltje ¼ omwenteling rechtsom
te draaien.
Sluit de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 89).
9.4.2 Gebruiker informeren, technische
documentatie overhandigen
Maak de gebruiker vertrouwd met de cv-installatie en
de bediening van de cv-ketel. Overhandig daarbij de
technische documentatie.
62
Afb. 88 Keteldeur sluiten
Afb. 89 Bedieningspaneel sluiten
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.5 Inbedrijfstellingsprotocol
Uitgevoerde werkzaamheden ter inbedrijfstelling ondertekenen en datum noteren.
Inbedrijfstelling 9
Werkzaamheden ter inbedrijfstelling Pag. Meetwaardes Opmerkingen
1. Cv-installatie vullen en druktest uitvoeren
– Expansievat inlaatdruk (montagevoorschrift expansievat
in acht nemen) 45 ____________ bar
– vuldruk van de cv-installatie 45 ____________ bar
2. Gasparameters noteren: Wobbeindex ____________ kWh/m³
Bedrijfsverwarmingswaarde ____________ kWh/m³
3. Gasdichtheid testen 49
4. Gastoevoerleiding ontluchten 50
5. Verbrandingslucht-rookgasaansluiting controleren 52
6. Gasaansluitdruk (stromingsdruk) meten 52 ____________ mbar
7. Gas-lucht-verhouding controleren en instellen 54 ____________ Pa
8. Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand uitvoeren 57
9. Koolmonoxidegehalte (CO) luchtvrij meten 57 ____________ mg/kWh
10. Werkingstest uitvoeren 58
Ionisatiestroom meten 59 ____________ A
11. Instellingen uitvoeren 60
12. Deur sluiten en vergrendelen 62
13. Gebruiker informeren, technische documentatie
overhandigen
Vakkundige inbedrijfstelling bevestigen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 63
62
Firmastempel/handtekening/datum

10
Buiten bedrijf stellen
10 Buiten bedrijf stellen
10.1 Buiten bedrijf stellen van de cv-ketel
Stel de cv-ketel met behulp van de basiscontroller Logamatic
BC10 buiten bedrijf. Met het buiten bedrijf stellen
wordt ook de brander automatisch uitgeschakeld.
Gedetailleerdere informatie m.b.t. de bediening van de
basiscontroller Logamatic BC10 vindt u in hoofdstuk
„Bediening“, pagina 37.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 52, pagina 37).
Schakel de cv-ketel met de netschakelaar van de
BC10 (afb. 87, pos. 1) uit. Daardoor wordt de brander
automatisch mee uitgeschakeld.
Sluit de hoofdgaskraan of de gaskraan onder de
cv-ketel (afb. 75, pagina 52).
10.2 Buiten bedrijf stellen van de cv-ketel
in geval van vorstgevaar
64
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door vorst.
De cv-installatie kan als gevolg van bijvoorbeeld
het uitvallen van de netspanning, een
gebrekkige gastoevoer, een toestelstoring
enz. na langere tijd bevriezen.
Zorg ervoor, dat de cv-installatie te allen
tijde in bedrijf is (vooral bij vorstgevaar).
Indien onder bovengenoemde omstandigheden de
cv-installatie gedurende langere tijd buiten bedrijf
gesteld wordt en er is vorstgevaar, dan moet de
cv-installatie worden afgetapt.
Open de klep van het bedieningspaneel door deze in
te drukken (afb. 52, pagina 37).
Schakel de cv-ketel met de netschakelaar van de
BC10 (afb. 87) uit.
Sluit de hoofdgaskraan of de gaskraan onder de
cv-ketel (afb. 75, pagina 52).
Afb. 90 Aftappen van de cv-installatie
Tap de cv-installatie op het laagste punt met behulp
van de vul- en aftapkraan of aan een radiator
(afb. 90) af. Daarbij dient de automatische ontluchter
op het hoogste punt van de cv-installatie geopend te
zijn.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

11 Inspectie
Bied uw klanten een jaarlijkse inspectie- en behoefteafhankelijke
onderhoudsovereenkomst aan.
Wat een inspectie- en behoefteafhankelijke onderhoudsovereenkomst
inhoudt, staat in het inspectie-
en onderhoudsprotocol beschreven (zie pagina 69
en 79).
Wanneer tijdens de inspectie een toestand wordt
geconstateerd waarbij onderhoudswerkzaamheden
vereist zijn, dient u deze werkzaamheden naar
gelang van de behoeftes uit te voeren (zie
hoofdstuk 12 „Onderhoud“, pagina 71).
11.1 Voorbereidende werkzaamheden
Afb. 91 Cv-installatie stroomloos maken
LEVENSGEVAAR
door elektrische stroom bij geopende
cv-ketel.
Alvorens de cv-ketel te openen:
schakel de cv-ketel stroomloos door de
stekker uit de wandcontactdoos te halen.
Beveilig de cv-ketel tegen onbedoeld
opnieuw inschakelen.
Afb. 92 Kranen sluiten ( hier: positie "gesloten")
SCHADE AAN DE CV-KETEL
Cv-installatie stroomloos maken (afb. 91).
Inspectie 11
door ontbrekende of gebrekkige reiniging
en onderhoud.
Inspecteer en reinig de cv-installatie één
keer per jaar.
Voer, indien noodzakelijk, onderhoud
uit. Verhelp de gebreken onmiddellijk om
beschadigingen aan de cv-installatie te
voorkomen!
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 65

66
11
Inspectie
LEVENSGEVAAR
door de explosie van brandbare gassen.
Werkzaamheden aan gasvoerende
delen mogen uitsluitend door gastechnisch
erkende installateurs worden uitgevoerd.
Sluit de gaskraan (afb. 92).
Sluit de serviceafsluiters (afb. 92).
11.2 Deur openen
Open het slot van de deur, door deze met een ontluchtingssleuteltje
een kwart omwenteling linksom te
draaien (afb. 93, loep).
Druk het slot naar beneden (afb. 93) en open de
deur.
Wanneer de deur van de cv-ketel niet
helemaal kan worden geopend, kunt u de
deur demonteren (zie paragraaf 12.1
„Toesteldeur uitbouwen“, pagina 71).
11.3 Visuele controle op algemene
corrosieverschijnselen
Alle gas- en watergeleidende buizen op corrosieverschijnselen
controleren.
Eventueel aangetaste leidingen vervangen.
Voer de visuele controle ook bij de brander, sifon,
automatische ontluchter en alle koppelingen in de
cv-ketel uit.
Afb. 93 Deur openen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

11.4 Inwendige dichtheidscontrole gasblok
Cv-ketel uitschakelen. Gasblok aan de ingangszijde met
een testdruk van 20 mbar bij aardgas op inwendige
dichtheid controleren.
Sluitschroef op de testnippel voor gasaansluiting en
ontluchting twee slagen losdraaien.
Plaats de meetslang van het drukmeetapparaat op
de testnippel. Na een minuut mag de drukvermindering
max. 10 mbar bedragen.
Bij een hogere drukvermindering op alle afdichtingsplekken
vóór het gasblok een dichtheidstest uitvoeren
door middel van een schuimvormend middel.
Wanneer geen lekkage wordt vastgesteld, drukproef
herhalen. Wanneer de druk opnieuw meer dan
10 mbar per minuut daalt, gasblok verwisselen (voor
demontage van het gasblok zie par. 12.2.1 „Gasblok
demonteren“ op pagina 72).
Inspectie 11
Afb. 94 Gasblok op inwendige dichtheid controleren
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 67

11
Inspectie
11.5 Ionisatiestroom meten
Zie paragraaf 9.2.9 „Ionisatiestroom meten“ op
pagina 59.
11.6 Gasvoordruk meten
Zie paragraaf 9.2.4 „Gasvoordruk meten“ op pagina 52.
11.7 Gas-lucht-verhouding controleren
Zie paragraaf 9.2.5 „Gas-lucht-verhouding controleren“
op pagina 54.
11.8 Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand uitvoeren
Zie paragraaf 9.2.6 „Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand
uitvoeren“ op pagina 57.
11.9 Koolmonoxidegehalte (CO) meten
Zie paragraaf 9.2.7 „Koolmonoxidegehalte (CO) meten“
op pagina 57.
11.10Cv-installatie vullen
Zie paragraaf 9.1 „Vullen“ op pagina 45.
11.11Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer controleren
Zie paragraaf 9.2.3 „Systeem voor verbrandingsluchttoevoer
en rookgasafvoer controleren“ op pagina 52.
68
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

11.12Inspectieprotocol
De uitgevoerde inspectiewerkzaamheden aankruisen
en meetwaardes noteren.
Inspectiewerkzaamheden
1. Algemene toestand van de
cv-installatie controleren.
2. Visuele controle en
werkingscontrole van de cvinstallatie
uitvoeren.
3. Gas- en watergeleidende
onderdelen van de installatie
controleren op:
– Dichtheid in bedrijf
– Zichtbare corrosie
– Slijtageverschijnselen
Zie par. 9.2.6
„Dichtheidscontrole
in bedrijfstoestand
uitvoeren“,
pag. 57.
Zie par. 11.3
„Visuele controle
op algemene corrosieverschijnselen“,
pag. 66.
Datum:
______
Datum:
______
Inspectie 11
Reserveonderdelen aan de hand van de
Bosch Thermotechnology onderdelencatalogus
bestellen
Datum:
______
Datum:
______
Datum:
______
Datum:
______
Datum:
______
4. Ionisatiestroom meten.
Zie par. 9.2.9
„Ionisatiestroom
meten“, pag. 59.
_____ A _____ A _____ A _____ A _____ A _____ A _____ A
5. Gasvoordruk meten.
Zie par. 9.2.4 „Gasvoordruk
meten“,
pag. 52.
____mbar ____mbar ____mbar ____mbar ____mbar ____mbar ____mbar
6. Gas-lucht-verhouding
controleren.
7. Gaszijdige dichtheidscontrole in
bedrijfstoestand uitvoeren.
8. Koolmonoxidegehalte (CO)
luchtvrij meten.
Zie par. 9.2.5 „Gaslucht-verhouding
controleren“,
pag. 54.
Zie par. 9.2.6
„Dichtheidscontrole
in bedrijfstoestand
uitvoeren“,
pag. 57.
Zie par. 9.2.7
„Koolmonoxidegehalte
(CO) meten“,
pag. 57.
_____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
_______
mg/kWh
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 69

70
11
Inspectie
Inspectiewerkzaamheden
9. Installatiedruk controleren.
– Voordruk van het expansie-
vat (zie ook montage-
voorschrift expansievat)
Zie par. 9.1.1 Vullen
van de cv-installatie,
pag. 45.
_____ bar _____ bar _____ bar _____ bar _____ bar _____ bar _____ bar
– Vuldruk _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______
10. Systeem voor toevoer van
verbrandingslucht en afvoer van
rookgassen controleren.
11. Juiste instellingen van de regeling
controleren.
12. Eindcontrole van de
inspectiewerkzaamheden,
hiervoor meten en documenteren
van meet- en testresultaten.
13. Vakkundige inspectie bevestigen.
Zie par. 9.2.3 „Systeem
voor verbrandingsluchttoevoer
en rookgasafvoer
controleren“,
pag. 52.
Raadpleeg hiervoor
het bedieningsvoorschrift
van de regelapparatuur.
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Datum:
______
Firmastempel/handtekening
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

12 Onderhoud
Voer de voorbereidende werkzaamheden uit als bij
de inspectie (zie paragraaf 11.1 „Voorbereidende
werkzaamheden“, pagina 65).
12.1 Toesteldeur uitbouwen
Wanneer de deur van de cv-ketel niet
helemaal kan worden geopend, kan het bij
inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
noodzakelijk zijn om de deur te demonteren.
Ga hierbij als volgt te werk:
Draai het bedieningspaneel van de deur van het toestel
af en plaats het in het frame van het toestel
(zie afb. 111 „Schroeven losdraaien“, pagina 80).
Draai de schroef op het linker scharnier van de deur
boven los en verwijder de schroef met onderlegplaatje.
Til de deur iets op en trek deze uit het scharnier. Zet
de deur veilig neer en beveilig deze tegen kantelen.
De afdekkap van de elektrische aansluitingen
kan in de cv-ketel blijven.
12.2 Warmtewisselaar, brander en sifon reinigen
De warmtewisselaar is voozien van een zelfreinigende
coating.
Wanneer u de warmtewisselaar desondanks dient te reinigen,
ga dan als volgt te werk:
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door reiniging met metalen gereedschappen.
Gebruik voor het reinigen van de warmtewisselaar
geen staalborstel of andere
metalen voorwerpen, die de zelfreinigende
coating kan beschadigen.
De warmtewisselaar kan met het reinigingsmiddel TAB2
(verkrijgbaar bij de fabrikant) worden gereinigd.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door kortsluiting.
Spuit het reinigingsmiddel niet op de
brander, de gloeiontsteker, de ionisatieelektrode
of andere elektronische componenten.
Afb. 95 Toesteldeur uitbouwen
Onderhoud 12
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 71

12
Onderhoud
12.2.1 Gasblok demonteren
Schroefverbinding (afb. 96, pos. 1) op het gasblok
losmaken en de 4 stekkers (afb. 96, pos. 2) op het
gasblok verwijderen.
12.2.2 Branderafdekking met ventilator en gasblok
demonteren
Verwijder de stekker van de netvoeding (afb. 97,
pos. 1) van de ventilator.
Verwijder de tachokabel (afb. 97, pos. 2) van de ventilator.
Haal hiervoor de vergrendeling op de stekker
los door erop te drukken.
72
GB162-65
GB162-80/100
Afb. 96 Aansluitingen op het gasblok losmaken
GB162-65
GB162-80/100
Afb. 97 Stekker op de ventilator losmaken
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Verwijder de luchtaanzuigbuis van de ventilator
(afb. 98).
Open voorzichtig de 4 snelsluitingen op de branderkap
(afb. 99). De snelsluitingen kunnen onder spanning
staan.
Snelsluitingen verwijderen.
Verwijder de branderkap met gas-lucht-eenheid
(afb. 100).
Onderhoud 12
Afb. 98 Verwijder de luchtaanzuigbuis van de ventilator
Afb. 99 Snelsluitingen openen
Afb. 100 Verwijder de branderkap met gas-lucht-eenheid
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 73

12
Onderhoud
12.2.3 Brander en branderafdichting verwijderen
Verwijder de branderafdichting (afb. 101, pos. 1) en
vervang deze indien noodzakelijk.
Verwijder de brander (afb. 101, pos. 2) en reinig
deze aan alle kanten met perslucht of een zachte
borstel.
Let er tijdens het terugplaatsen van de brander op dat de
inkeping zich aan de rechter kant bevindt (afb. 101,
loep).
12.2.4 Ontsteking controleren
74
Beschadiging van de gloeiplug!
De gloeiplug is breekbaar. Voorzichtig
behandelen!
Bij lekkage van de afdekplaat kan de dichting
verbranden.
Afdekplaat op dichtheid controleren.
LEVENSGEVAAR
Gaskraan sluiten voordat werkzaamheden
aan gasvoerende delen worden uitgevoerd.
Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamheden
aan gasvoerende onderdelen.
Afzonderlijke onderdelen van de ontsteking
(afb. 103) controleren op slijtage, beschadiging of
vervuiling (afb. 102).
Vervang de ionisatie-elektrode en/of de gloeiplug
indien noodzakelijk.
Na de controle resp. het vervangen van de ionisatieelektrode
en/of de gloeiplug nieuwe afdekplaat en dichting
plaatsen.
Afb. 101 Brander en branderafdichting verwijderen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
2
Afb. 102 ionisatie-elektrode controleren
Afb. 103 ontsteking vervangen
1 gloeiplug
2 ionisatie-elektrode
3 rubberen dichting
4 afdekplaat met dichting
5 moer
1
2
5
7 746 800 040-128.2TD
3
4
5
6720615405-035.1TD

12.2.5 Sifon verwijderen
Demonteer de flexibele slang (afb. 104, pos. 3) met
rubberen manchet (afb. 104, pos. 2) van de sifon
(afb. 104, pos. 1).
Draai de sifon een kwartslag rechtsom (afb. 104).
Draai de sifon los en trek deze naar beneden weg.
(afb. 105, pos. 1).
Spoel de sifon uit.
Vul de sifon, alvorens weer te monteren, met ca. 1,0 l
water.
De sifon is met een bajonetkoppeling
uitgevoerd. Na het plaatsen (stap 1) moet
u de sifon 1/4 slag linksom verdraaien
(stap 2), tot deze borgt (afb. 17, pag. 22).
12.2.6 Condensbak verwijderen
Draai de gegolfde slang voor de condenswaterafvoer
los en buig deze naar achter (afb. 106).
Afb. 104 Flexibele slang monteren
1 sifon
2 rubberen manchet
3 flexibele slang
Onderhoud 12
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 75
1
1
Afb. 105 Sifon in de aansluitset losmaken
2
Afb. 106 Gegolfde slang verwijderen
1
2
3

12
Onderhoud
Open de 2 klemmen links en rechts onder aan de
condensbak (afb. 107, pos. 1).
Trek de condensbak naar beneden (afb. 107, stap 1)
en trek hem dan naar voren weg (afb. 107, stap 2).
Controleer de afdichting van de condensbak op
beschadiging en vervang deze indien noodzakelijk.
Reinig de condensbak mechanisch (met perslucht of
een zachte borstel) en spoel deze met zuiver water
uit
76
Afb. 107 Condensbak verwijderen
Afb. 108 Condensbak reinigen
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
1
2
1

12.2.7 Warmtewisselaar reinigen
Controleer de onder- en bovenzijde van de warmtewisselaar
op vervuiling.
Reinig de warmtewisselaar met perslucht of een
zachte borstel (afb. 109).
Monteer de condensbak.
Sluit de gegolfde slang voor condenswater aan op de
condensbak.
Monteer de sifon.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door mechanisch renigen.
Gebruik voor het mechanische reinigen
geen stalen borstel of gelijksoortige
harde reinigingsvoorwerpen.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door defecte gloeiontsteker.
De gloeiontsteker is gemaakt van breekbaar
ceramisch materiaal.
De gloeiontsteker mag niet worden
beschadigd.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door vuildeeltjes.
Dek de ketel inwendig af, bijv. met een
zeil of deken.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door ongewenste rookgas- of condenslekkage.
Controleer tijdens de montage van de
condensbak of het sluiten van de beide
kliksluitingen gemakkelijk gaat. Wanneer
dit niet het geval is, wijst dit op een
slechte afdichting tussen de condensbak
en de rookgasbuis aan de achterzijde
van de warmtewisselaar.
Spoel de warmtewisselaar met water uit.
Reiniging met TAB2 is niet direct noodzakelijk,
maar is echter voor de warmtewisselaar
geen bezwaar.
Alle delen in omgekeerde volgorde weer monteren:
– brander met branderafdichting
– branderafdichting met ventilator en gasblok
– gasblok
– gloeiontsteker en ionisatie-elektrode
Afb. 109 Warmtewisselaar reinigen
Onderhoud 12
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 77

12
Onderhoud
Neem de cv-ketel in bedrijf (zie hoofdstuk 9 „Inbedrijfstelling“,
pagina 45).
Schoorsteenvegertoets (afb. 110, pos. 3) indrukken
en ingedrukt houden (ca. 2 seconden), totdat de punt
rechtsonder op het display (afb. 110, pos. 9)
verschijnt. zie hiervoor ook tabel 10, „Schoorsteenvegerbedrijf“,
pagina 40. De cv-ketel ca. 10 minuten
laten branden.
Cv-ketel buiten bedrijf stellen (zie hoofdstuk 10 „Buiten
bedrijf stellen“, pag. 64) en spanningsloos schakelen.
ICv-ketel weer uit elkaar bouwen en de warmtewisselaar
met water uitspoelen.
12.3 Gas-lucht-verhouding controleren
Zie paragraaf 9.2.5 „Gas-lucht-verhouding controleren“,
pagina 54.
12.4 Functieproef uitvoeren
Open de gaskraan langzaam, door deze in te drukken
en een ¼ omwenteling linksom te draaien
(afb. 69).
Neem de cv-installatie in bedrijf door de netschakelaar
op de BC10 (afb. 110, pos. 1) in te schakelen
Zet de draaiknoppen, max. ketelwatertemperatuur
(afb. 110, pos. 8) en warm tapwater (afb. 110,
pos. 10) naar rechts in de maximale stand.
Warmtevraag via het regelapparaat invoeren en controleren
of de cv-ketel het verwarmingsbedrijf start.
Open een tapwaterkraan en controleer of de cv-ketel
het tapwaterbedrijf start.
Zet de draaiknoppen, max. ketelwatertemperatuur
(afb. 56, pos. 8) en warm tapwater (afb. 56, pos. 10)
op de gewenste temperatuur.
78
10 9 8
Afb. 110 Basiscontroller BC10
888
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
11
1
1
2 3 4 5
7
6

12.5 Onderhoudsprotocol
In geval van op de behoefte afgestemde onderhoudswerkzaamheden
dient u het protocol in te vullen.
Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden ondertekenen
en datum vermelden.
Behoefteafhankelijke onderhoudswerkzaamheden
1. Brander, warmtewisselaar en sifon
reinigen, hiertoe cv-ketel uit bedrijf
nemen.
2. Gas-lucht-verhouding controleren en
instellen
– CO 2 -gehalte bij volle belasting
– CO 2 -gehalte bij deelbelasting
Pag. Datum:
_______
71
3. Functieproef uitvoeren. 78
4. Vakkundig onderhoud bevestigen.
Datum:
_______
Datum:
_______
Onderhoud 12
Reserveonderdelen aan de hand van de
Bosch Thermotechnology onderdelencatalogus
bestellen
Datum:
_______
Datum:
_______
Datum:
_______
Datum:
_______
54 _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa _____ Pa
______ % ______ % ______ % ______ % ______ % ______ % ______ %
______ % ______ % ______ % ______ % ______ % ______ % ______ %
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Firmastempel/handtekening
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 79

13
Diagnose
13 Diagnose
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bedrijfs- en storingsmeldingen
op de basiscontroller Logamatic BC10
kunt uitlezen en wat deze meldingen betekenen.
80
Gedetailleerdere aanwijzingen voor het verhelpen
van fouten en storingen vindt u in het
servicevoorschrift van de cv-ketel.
U kunt ook tot uw Bosch Thermotechnology
filiaal of de erkende Bosch Thermotechnology
technische servicedienst wenden.
13.1 Bedieningspaneel aan het toestelframe hangen
Om de toetsen op het bedieningspaneel bij een geopende
toesteldeur beter te kunnen bedienen en om de
waarden beter te kunnen aflezen, bestaat er de mogelijkheid
het bedieningspaneel van de deur van de cvketel
af te monteren en aan het frame van de
cv-ketel te hangen.
Open de deur (zie afb. 22 „Deur openen“, pag. 26).
Draai de 2 schroeven aan de achterkant van de deur
van het bedieningspaneel los (afb. 111, pos. 1).
Kabelbinder (afb. 112, pos. 1) losmaken.
Bedieningspaneel verwijderen (afb. 112).
Afb. 111 Schroeven losdraaien
1 1
Afb. 112 Bedieningspaneel verwijderen
1 kabelbinder
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1

Hang het bedieningspaneel aan de 2 haken aan de
cv-ketel (afb. 113).
13.2 Displaywaardes
13.3 Displayinstellingen
Diagnose 13
Afb. 113 Bedieningspaneel aan het toestelframe hangen
Displaywaardes
Displaywaarde Betekenis van de displaywaarde Eenheid Bereik
[\/2/4| Actuele cv-watertemperatuur. °C [\/\/0| – [1/3/0|
[p/1.6| Actuele druk van de cv-installatie. bar [p/0.0| – [p/4.0|
Tab. 17 Displaywaardes
Displayinstelling
Betekenis van de displayinstelling
Displayinstellingen
Eenheid Bereik Fabrieksinstelling
[l/9/9| Ingesteld gewenst vermogen (65 kW). % [l/2/2| – [l/9/9| / [l/??/| 100 % [l/??/|
[l/9/9| Ingesteld gewenst vermogen (80 kW). % [l/2/5| – [l/9/9| / [l/??/| 100 % [l/??/|
[l/9/9| Ingesteld gewenst vermogen (100 kW). % [l/2/0| – [l/9/9| / [l/??/| 100 % [l/??/|
[f/\/5|
[c/\/0|
Ingestelde gewenste nadraaitijd van de
pomp. Let op: nadraaitijd van de pomp
niet korter dan [f/\/5| (= 5 minuten)
instellen.
Ingestelde stand van de warmwatervoorziening.
NB. Indien [c/\/0| is ingesteld dan is ook
de vorstbeveiliging van de aftap of boiler
uitgeschakeld.
Tab. 18 Displayinstellingen
min. [f/0/0| – [f/6/0| / [f/1/d| 24 uur [f/\/5|
nvt. [c/\/0| „uit“ / [c/\/1| „aan“ [c/\/0|
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 81

82
13
Diagnose
13.4 Displaycodes
z Hoofd
displaycode
[\/-/\|
[\/-/\|
e [-/a/\]
2)
z Sub
displaycode
z
e [2/0/8|
1)
e [-/h/\| e [2/0/0|
e [-/h/}
3)
1)
e [2/0/0|
1)
e [=/h/\| e [2/0/1|
1)
e [=/h/\| e [2/0/1|
1)
e [0/a/\| e [2/0/2|
1)
e [0/a/\| e [3/0/5|
Tab. 19 Displaycodes
1)
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Bedrijfsfase:
Communicatietest tijdens het opstarten. Deze
displaycode knippert ter controle van de communicatie
tussen de UBA 3 en de basiscontroller BC10
vijf keer gedurende 5 seconden tijdens het
opstarten. Indien er een nieuwe UBA 3 of een
nieuwe KIM gemonteerd is, knippert deze displaycode
maximaal 10 seconden.
Storing:
Indien deze displaycode voortdurend knipperend
wordt weergegeven, betreft het een storing in de
communicatie tussen de UBA 3 en de basiscontroller
BC10.
Bedrijfsfase:
De cv-ketel bevindt zich in schoorsteenvegerbedrijf
of in servicebedrijf.
Bedrijfsfase:
De cv-ketel bevindt zich in cv-bedrijf.
Bedrijfsfase:
De cv-ketel bevindt zich in manueel bedrijf.
Bedrijfsfase:
De cv-ketel bevindt zich in tapwaterbedrijf.
Bedrijfsfase:
Nadraaitijd van de pomp via de boiler gedurende
130 seconden op minimaal toerental. De LED
„Brander (aan/uit)“ is uit.
Bedrijfsfase:
Het antipendelprogramma is geactiveerd. Dit wordt
geactiveerd indien er vaker dan 1x per 10 minuten
een warmtevraag cv van een RC- of aan/uit-regeling
is geweest en betekent dat de cv-ketel gedurende
maximaal 10 minuten is uitgeschakeld,
gerekend vanaf de laatste branderstart.
Bedrijfsfase:
De cv-ketel mag tijdelijk niet starten na einde warmtevraag
warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
uit of
knippert
8 Hz
uit of
knippert
8 Hz
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
De ruimtetemperatuur
is te hoog.
Eventueel wordt de
gewenste ruimtetemperatuur
niet
bereikt.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

z Hoofd
displaycode
e [0/c/\| e [2/8/3|
1)
e [0/e/\| e [2/6/5|
1)
e [0/h/\| e [2/0/3|
1)
e [0/l/\| e [2/8/4|
1)
e [0/u/\| e [2/7/0|
1)
e [0/y/\| e [2/0/4|
1)
Voorbereidingsfase:
De cv-ketel bereidt zich voor op een branderstart na
het ontstaan van een warmtevraag cv of een warmtevraag
tapwater.
Standby:
De cv-ketel staat standby. Er is een warmtevraag,
maar er is te veel energie geleverd.
Standby:
De cv-ketel staat standby. Er is geen warmtevraag.
Ontstekingsfase:
Het gasblok wordt aangestuurd.
Opstartfase:
De cv-ketel wordt opgestart na het inschakelen van
de netspanning of na het uitvoeren van een reset.
Deze displaycode wordt gedurende maximaal
4 minuten op het display weergegeven.
Bedrijfsfase:
De vertrekvoeler heeft een actuele cv-watertemperatuur
gemeten, die hoger is dan de op de BC10
ingestelde cv-watertemperatuur, of die hoger is dan
de berekende cv-watertemperatuur volgens de
stooklijn, of die hoger is dan de berekende cvwatertemperatuur
voor tapwaterbedrijf.
e [0/y/\| e [2/7/6| e Storing:
De vertrekvoeler heeft een actuele cv-watertemperatuur
gemeten, die hoger is dan 95 °C.
e [0/y/\| e [2/7/7| e Storing:
De safetyvoeler heeft een actuele cv-watertemperatuur
gemeten, die hoger is dan 95 °C.
e [0/y/\| e [2/8/5| e Storing:
De retourvoeler heeft een actuele cv-retourwatertemperatuur
gemeten, die hoger is dan 95 °C.
e [1/l/\| e [2/1/1| e Storing:
Er is geen doorverbinding op de contacten 78 en 50
van de UBA 3-montagevoet.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Diagnose 13
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 83
Nee
5) 7)
Nee
5) 7)
Nee
5) 7)
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
Nee uit
Overige
symptomen
Eventueel wordt de
gewenste ruimtetemperatuur
niet
bereikt.
Eventueel wordt de
gewenste ruimtetemperatuur
niet
bereikt.
Eventueel wordt de
gewenste ruimtetemperatuur
niet
bereikt.
Eventueel wordt de
gewenste ruimtetemperatuur
niet
bereikt.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

84
13
z Hoofd
Diagnose
displaycode
e [2/e/\| e [2/0/7| e Storing:
De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager
dan 0,2 bar).
e [2/f/\| e [2/6/0| e Storing:
De vertrekvoeler heeft geen temperatuurstijging
van het cv-water gemeten na een branderstart.
e [2/f/\| e [2/7/1| e Storing:
Het temperatuursverschil van het cv-water gemeten
tussen de vertrek- en safetyvoeler is te groot.
e [2/p/\| e [2/1/2| e Storing:
De vertrek- of safetyvoeler heeft een temperatuurstijging
van het cv-water gemeten die groter is dan
5 °C/sec.
e [2/u/\| e [2/1/3| e Störung:
Het temperatuurverschil gemeten tussen de
vertrekvoeler en de retourvoeler is groter dan 50 K.
e [2/y/\| e [2/8/1| e Storing:
De pomp zit vast of draait in lucht.
e [2/y/\| e [2/8/2| e Storing:
Er is geen feedback van de pomp.
e [3/a/\| e [2/6/4| e Storing:
Het tachosignaal van de ventilator is tijdens de
bedrijfsfase weggevallen.
e [3/c/\| e [2/1/7| e Storing:
Geen luchttransport na bepaalde tijd.
e [3/f/\| e [2/7/3| e
Bedrijfsfase: Het toestel is gedurende enkele
seconden uitgeschakeld geweest, omdat het
toestel gedurende 24 uur continu in bedrijf is
geweest. Dit is een veiligheidscontrole.
e [3/l/\| e [2/1/4| e Storing:
Het tachosignaal van de ventilator is tijdens de
voorbereidingsfase niet aanwezig.
e [3/p/\| e [2/1/6| e Storing:
De ventilator draait te langzaam.
e [3/y/\| e [2/1/5| e Storing:
De ventilator draait te snel.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Nee uit
Nee uit
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Nee
5) 7)
Nee
5) 7)
uit
uit
Nee uit
Nee uit
Nee
5) 7)
Ja
4) 6) 7)
8)
Nee
5) 7)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
uit
knippert
1 Hz
uit
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

z Hoofd
displaycode
e [4/a/\| e [2/1/8| e Storing:
De vertrekvoeler heeft een cv-watertemperatuur
gemeten die hoger is dan 105 °C.
e [4/c/\| e [2/2/4| e Storing:
Er is geen doorverbinding op de contacten 22 en 24
van de UBA 3-montagevoet.
e [4/e/\| e [2/7/8| e Storing:
De voelertest is mislukt.
e [4/f/\| e [2/1/9| e Storing:
De safetyvoeler heeft een cv-watertemperatuur
gemeten die hoger is dan 105 °C.
e [4/l/\| e [2/2/0| e Storing:
De contacten van de safetyvoeler zijn kortgesloten,
of de safetyvoeler heeft een cv-watertemperatuur
gemeten die hoger is dan 130 °C.
e [4/p/\| e [2/2/1| e Storing:
De contacten van de safetyvoeler zijn onderbroken.
e [4/u/\| e [2/2/2| e Storing:
De contacten van de vertrekvoeler zijn kortgesloten.
e [4/y/\| e [2/2/3| e Storing:
De contacten van de safetyvoeler zijn onderbroken.
e [5/h/\| e [2/6/8| e Bedrijfsfase:
Componenttestfase.
e [6/a/\| e [2/2/7| e Storing:
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tijdens
de ontstekingsfase.
e [6/a/\| e [2/2/7| e Storing:
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na
4 startpogingen.
e [6/c/\| e [2/2/8| e Storing:
Er is ionisatiestroom gemeten, voordat de brander
gestart is.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Diagnose 13
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 85
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Nee uit
Nee
5) 7)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
uit
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

86
13
z Hoofd
Diagnose
displaycode
e [6/c/\| e [3/0/6| e Storing:
Er is ionisatiestroom gemeten nadat de brander
gedoofd is.
e [6/l/\| e [2/2/9| e Storing:
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tijdens
de bedrijfsfase.
e [6/p/\| e [2/6/9| e Storing:
De gloeiontsteker is langer dan 10 minuten aangestuurd.
e [6/y/\| e [2/0/3| e Storing:
De ionisatiestroom is te hoog.
e [7/c/\| e [2/3/1| e Storing:
De netspanning is tijdens een vergrendelende
storing [4/a/\| [4/c/\| [4/e/\| [4/f/\|
onderbroken.
e [7/l/\| e [2/6/1| e Storing:
De UBA 3 is defect.
e [7/l/\| e [2/8/0| e Storing:
De UBA 3 is defect
e [8/y/\| e [2/3/2|
[8/8/8|
1)
[4/l/\| [4/p/\| [4/u/\| [4/y/\|.
Bedrijfsfase:
Extern schakelcontact is geopend.
Opstartfase:
De cv-ketel wordt na het inschakelen van de
netspanning of na een reset opgestart.
Deze displaycode verschijnt maximaal 4 minuten
lang op het display.
e [9/a/\| e [2/3/5| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [9/h/\| e [2/3/7| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [9/h/\| e [2/6/7| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Ja
4) 6) 7)
8)
Nee
5) 7)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
Ja
Ja
knippert
1 Hz
uit
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
uit Geen cv-bedrijf.
aan
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

z Hoofd
displaycode
e [9/h/\| e [2/7/2| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [9/l/\| e [2/3/4| e Storing:
De contacten van het gasblok zijn onderbroken.
e [9/l/\| e [2/3/8| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [9/p/\| e [2/3/9| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [9/u/\| e [2/3/3| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
e [a/0/1| e [8/0/0| e Storing:
De contacten van de buitenvoeler zijn kortgesloten
of onderbroken; voeler is verkeerd aangesloten of
defect.
e [a/0/1| e [8/0/8| e Storing:
De contacten van de warmwatervoeler zijn kortgesloten
of onderbroken; voeler is verkeerd aangesloten
of defect.
e [a/0/1| e [8/0/9| e Storing:
De contacten van de warmwatervoeler 2 zijn kortgesloten
of onderbroken; voeler is verkeerd aangesloten
of defect.
e [a/0/1| e [8/1/0| e
Storing:
Cv-water wordt niet warm. Breuk of kortsluiting van
de voelerbedrading, voeler verkeerd aangesloten of
defect, laadpomp verkeerd aangesloten of defect.
e [a/0/1| e [8/1/1| e Storing:
Thermische desinfectie buiten bedrijf. Taphoeveelheid
in desinfectieperiode te hoog, breuk of kortsluiting
van de voelerbedrading. voeler verkeerd
aangesloten of defect, laadpomp defect.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Diagnose 13
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 87
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Minimale buitentemperatuur
wordt
aangenomen.
Er wordt geen warm
tapwater opgewarmd.
Er wordt geen warm
tapwater opgewarmd.
Geen warmwater,
wel cv-bedrijf.
Warmwatervoorrang
wordt na
verschijnen van
deze code uitgeschakeld.
Thermische desinfectie
wordt onderbroken.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

88
13
z Hoofd
Diagnose
displaycode
e [a/0/1| e [8/1/6| e Storing:
Geen verbinding met EMS. EMS-bus is
overbelast, UBA 3/MC10 is defect.
e [a/0/1| e [8/2/8| e Storing:
Waterdrukweergave functioneert niet. Waterdrukvoeler
defect.
e [a/0/2| e [8/1/6| e Storing:
Geen communicatie met BC10. Contactprobleem
bij BC10 of BC10 is defect.
e [a/1/1| e [8/0/2| e Storing:
Tijd niet ingesteld. Tijdinvoer ontbreekt, bijv. door
een langere stroomuitval.
e [a/1/1| e [8/0/3| e Storing:
Datum niet ingesteld. Datuminvoer ontbreekt, bijv.
door een langere stroomuitval.
e [a/1/1| e [8/2/1| e Storing:
RC35-HK1 afstandsbediening. Geen afstandsbediening
toegekend, terwijl ruimtetemperatuurregeling
is ingesteld.
e [a/1/1| e [8/2/2| e
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Storing:
RC35-HK2 afstandsbediening. Geen afstandsbediening
toegekend, terwijl ruimtetemperatuurregeling
is ingesteld.
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Overige
symptomen
Cv-ketel ontvangt
geen warmtevraag.
Cv-installatie wordt
niet meer warm.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
BC10-instellingen
worden niet op de
RCxx thermostaten
getoond.
Beperkt functioneren
van de klokprogramma's
en foutcodeweergave.
Beperkt functioneren
van de klokprogramma's,vakantiefunctie
en
foutcodeweergave.
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
EMS werkt met de
waarden die het
laatst op de
afstandsbediening
zijn ingesteld.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

z Hoofd
displaycode
e [a/1/1| e [8/2/3| e Storing:
RC35-HK1 afstandsbediening. Geen afstandsbediening
toegekend, terwijl vorstbeveiliging
„VORST“ is ingesteld.
e [a/1/1| e [8/2/4| e
Storing:
RC35-HK2 afstandsbediening. Geen afstandsbediening
toegekend, terwijl vorstbeveiliging
„VORST“ is ingesteld.
e [a/1/1| e [8/2/6| e Storing:
RC35-HK1 temperatuurvoeler. Extern aangesloten
temperatuurvoeler van de afstandsbediening (ruimteregeling)
van cv-circuit 1 is defect.
e [a/1/1| e [8/2/7| e
e [a/1/2| e [8/1/5| e
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Storing:
RC35-HK2 temperatuurvoeler. Extern aangesloten
temperatuurvoeler van de afstandsbediening (ruimteregelaar)
van cv-circuit is defect.
Storing:
De contacten naar de voeler van de open verdeler
zijn kortgesloten of onderbroken, de voeler is
verkeerd aangesloten of defect.
e [a/1/2| e [8/1/6| e Storing:
WM10 niet aanwezig resp. geen communicatie.
WM10 of busleiding is verkeerd aangesloten of
defect, WM10 wordt door RC35 niet herkend.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Diagnose 13
Overige
symptomen
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
EMS werkt met de
waarden die het
laatst op de
afstandsbediening
zijn ingesteld.
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
EMS werkt met de
waarden die het
laatst op de
afstandsbediening
zijn ingesteld.
Er kan in bepaalde
omstandigheden
een te geringe
voeding van de
volgende cv-circuits
ontstaan, omdat
deze niet kunnen
worden voorzien van
de opgevraagde
warmtehoeveelheid.
Pomp cv-circuit 1
wordt continu aangestuurd.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 89

90
13
z Hoofd
Diagnose
displaycode
e [a/1/8| e [8/2/5| e
e [a/2/1| e [8/0/6| e
e [a/2/1| e [8/1/6| e
e [a/2/2| e [8/0/6| e
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Storing:
Adressenconflict. RC20 en RC35 zijn beide als
Master aangemeld.
Storing:
RC20-HK1 temperatuurvoeler. Ingebouwde temperatuurvoeler
van de afstandsbediening (ruimteregelaar)
van cv-circuit 1 is defect.
Storing:
RC20-HK1 communicatie. RC20 verkeerd geadresseerd,
verkeerd aangesloten of defect.
Storing:
RC20-HK2 temperatuurvoeler. Ingebouwde temperatuurvoeler
van de afstandsbediening (ruimteregelaar)
van cv-circuit 2 is defect.
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Overige
symptomen
RC35 en RC20
sturen beide HK1 en
WW aan. Afhankelijk
van de ingestelde
klokprogramma’s en
gewenste ruimtetemperaturen
kan de
cv-installatie niet
meer goed werken.
Warm tapwaterbereiding
functioneert
niet correct.
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
EMS werkt met de
waarden die het
laatst op de
afstandsbediening
zijn ingesteld.
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed, optimalisatie
van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
EMS werkt met de
waarden die het
laatst op de
afstandsbediening
zijn ingesteld.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

z Hoofd
displaycode
e [a/2/2| e [8/1/6| e
e [a/3/2| e [8/0/7| e
e [a/3/2| e [8/1/6| e
Storing:
RC20-HK2 communicatie. RC20 verkeerd geadresseerd,
verkeerd aangesloten of defect.
Storing:
De contacten naar de vertrekvoeler van het
cv-circuit zijn kortgesloten of onderbroken, de
voeler ist verkeerd aangesloten of defect.
Storing:
MM10 niet aanwezig resp. geen communicatie.
De adressen van het cv-circuit aan de MM10 en
RC35 komen niet overeen, MM10 of busleiding is
verkeerd aangesloten of defect, MM10 wordt door
RC35 niet herkent.
e [c/a/\| e [2/8/6| e Storing:
De retourvoeler heeft een cv-retourtemperatuur
gemeten die hoger is dan 105 °C.
e [c/u/\| e [2/4/0| e Storing:
De contacten van de drukvoeler zijn kortgesloten.
e [c/y/\| e [2/4/1| e Storing:
De contacten van de retourvoeler zijn onderbroken.
e [e/l/\| e [2/9/0| e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Nee uit
Nee uit
Nee uit
Diagnose 13
Aangezien de reële
ruimtetemperatuur
ontbreekt, zijn
ruimte-invloed,
optimalisatie van de
schakeltijdstippen
zonder functie.
Cv-circuitpomp 2
wordt verder afhankelijk
van de preselectiewaarde
aangestuurd. Het
instelorgaan wordt
stroomloos geschakeld
en blijft in de
laatst aangestuurde
toestand ( kan
manueel worden
versteld).
Cv-circuit 2 kan niet
correct in bedrijf
worden genomen.
MM10 en instelorgaan
(mengkraan)
draaien zelfstandig
in noodbedrijf.
Cv-circuitpomp 2
wordt continu aangestuurd.Monitorgegevens
in de RC35 zijn
niet geldig.
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 91
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Ja
4) 6) 7)
8)
Nee
5) 7)
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
knippert
1 Hz
uit
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

92
13
Diagnose
z
Hoofd
displaycode
e [e/\/\| e [2/4/2|
t/m
[2/8/7|
[h/\/7|
e Storing:
De UBA 3 of de KIM is defect.
13.5 Bedieningspaneel weer in de cv-ketel inbouwen
Verwijder het bedieningspaneel van het frame
Bedrijfsfase:
De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager
dan 0,8 bar).
e [h/\/7| e Bedrijfsfase:
De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager
dan 0,8 bar).
[p/-.-|
[\/r/e|
Tab. 19 Displaycodes
z Sub
displaycode
z
Bedrijfsfase:
De installatiedruk is te hoog (meer dan 4,0 bar) of
de druksensor heeft geen installatiedruk gemeten
(CV-ketel functioneert normaal).
Storing:
Reset wordt uitgevoerd. Deze code verschijnt na
het drukken van de „Reset “-toets 5 seconden lang
op het display.
Monteer het bedieningspaneel in omgekeerde
richting weer op de deur van de cv-ketel en beveilig
het paneel met 2 schroeven.
Displaycodes
Displaycodes LED op
Betekenis van de displaycode Reset
nodig?
UBA 3
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Ja
4) 6) 7)
8) 9)
Nee uit
Nee uit
Nee uit
knippert
1 Hz
uit
Overige
symptomen
Geen cv-bedrijf en
geen warm tapwater.
Eventueel geen
cv-bedrijf en geen
warm tapwater.
Eventueel geen
cv-bedrijf en geen
warm tapwater.
1) alleen zichtbaar op de Service Tool of een bepaalde RC-regeling.
2) of willekeurige weergave met een vaste punt rechtsonder.
3) of willekeurige weergave met een knipperende punt rechtsonder.
4) de oorzaak van de fout moet van tevoren opgeheven worden.
5) deze storingscode kan zich na afloop van een bepaalde tijd (zonder reset) weer opheffen. CV- en tapwaterbedrijf is weer mogelijk.
6) de displaywaardes, bijv. de druk van de cv-installatie, worden ook knipperend weergegeven.
7) Indien er gelijktijdig sprake is van meerdere storingen, dan worden de bijbehorende displaycodes achterelkaar weergegeven.
Als één van de displaycodes een knipperende displaycode is, worden ook de andere displaycodes knipperend weergegeven.
8) bij deze ketelstoring wordt de circulatiepomp gestart en blijft continu draaien, om de kans op bevriezing van de installatie tot een minimum te
beperken.
9) [e/\/\| + willekeurig cijfer of letter.

14 Technische gegevens
De technische gegevens geven informatie over het vermogensprofiel van de cv-ketel.
Technische gegevens 14
Logamax plus
eenheid GB162-65 GB162-80 GB162-100
Nominale warmtebelasting voor G20 kW 14,6 - 62,0 19,3 - 82,0 19,3 – 96,5
Nominale warmtebelasting voor G25 kW 12,1 - 51,4 16,0 - 68,0 16,0 - 80,0
Nominale warmtebelasting verwarmingscurve
80/60C – G20
Nominale warmtebelasting verwarmingscurve
80/60C – G25
Nominale warmtebelasting verwarmingscurve
50/30C – G20
Nominale warmtebelasting verwarmingscurve
50/30C – G25
Ketelrendement max. vermogen verwarmingscurve
80/60C
Ketelrendement max. vermogen verwarmingscurve
50/30C
kW 14,2 - 60,5 18,9 - 80,0 19,0 - 94,5
kW 11,8 - 50,2 15,7 - 66,4 15,7 - 78,3
kW 15,6 - 65,0 20,8 - 84,5 20,5 - 99,5
kW 12,9 - 53,9 17,3 - 70,0 17,0 - 82,5
% 97 97 98
% 107 107 107
Normrendement verwarmingscurve 75/60C % 107 107 107
Normrendement verwarmingscurve 50/30C % 108 110 110
Stilstandsverliezen % 0,05 0,05 0,06
Verwarming
Minimumdebiet l/h 0
Ketelwatertemperatuur °C 30 – 90 met de basiscontroller Logamatic BC10 instelbaar
Weerstand bij T 20 mb 170 225 320
Max. bedrijfsoverdruk ketel bar 4
Inhoud warmtewisselaar cv-circuit l 5
Buisaansluitingen
Aansluiting gas inch G1’’
Aansluiting cv-water inch G1½’’ klemringschroefkoppeling ligt bij
Aansluiting condenswater mm Ø 24
Rookgaswaarden
Condensaathoeveelheid voor aardgas G20/G25,
40/30 °C
l/h 6,9 / 5,7 9,0 / 7,5 10,8 / 9,0
pH-waarde condenswater pH ca. 4,1 ca. 4,1 ca. 4,1
Rookgasmassastroom vollast g/s 27,2 35,3 44,9
Rookgastemperatuur 80/60C, vollast °C 64 67 76
Rookgastemperatuur 80/60C, deellast °C 57 61 57
Rookgastemperatuur 50/30C, vollast °C 43 48 51
Rookgastemperatuur 50/30C, deellast °C 33 34 34
CO 2-gehalte, vollast, aardgas G20 % 9,3 9,3 9,4
CO 2 -gehalte, vollast, aardgas G25 % 7,5 7,5 7,5
Vrije opvoerdruk van de ventilator Pa 120 195 220
Rookgasaansluiting
Ø Rookgassysteem afhankelijk van de
omgevingslucht
Ø Rookgassysteem onafhankelijk van de
omgevingslucht
mm Ø100
mm Ø100/150 concentrisch
NO x -klasse 5
Tab. 20 Technische gegevens Logamax plus GB162-65/80/100
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 93

14
Technische gegevens
Elektrische gegevens
Netaansluitspanning V 230
Elektrische beveiligingsklasse IP X4D (B 23 , B 23P ; IP X0D)
Elektrische vermogensopname, vollast
(zonder aansluitset)
Elektrische vermogensopname, deellast
(zonder aansluitset)
Afmetingen en gewicht van de cv-ketel
Toepassingsvoorwaarden voor tijdconstanten
Brandstoffen en uitrustingen
94
W 99 97 147
W 21 30 28
Hoogte × breedte × diepte (met aansluitset) mm 1300 × 520 × 465
Gewicht (zonder aansluitset) kg 70
Overige specificaties
Diameter gasinspuiter G20 mm – 8,4 8,4
Diameter gasinspuiter G31 mm 5,3 4,7 4,7
Tab. 20 Technische gegevens Logamax plus GB162-65/80/100
Logamax plus
eenheid GB162-65 GB162-80 GB162-100
Aansluitset Logamax plus GB162-65/80/100
Algemeen
Hoogte cv-ketel inclusief aansluitset mm 1 300
Breedte cv-ketel inclusief aansluitset mm 520
Diepte cv-ketel inclusief aansluitset mm 465
Componenten aansluitset Mantel, gaskraan, overstortventiel, afsluiters, terugslagklep,
vul/aftapkraan, manometer, pomp.
Pomptype
Aansluitset UPER 25-80 UPER 25-80
Tab. 21 Aansluitset
Toepassingsvoorwaarden voor tijdconstanten Logamax plus GB162-65/80/100
maximale vertrektemperatuur °C 90
maximale bedrijfsdruk (cv-ketel) bar 4
Stroomsoort 230 V AC, 50 Hz, 10A, IP X4D
Tab. 22 Toepassingsvoorwaarden voor tijdconstanten
Brandstoffen en
uitrustingen
Logamax plus GB162-65/80/100
Types B 23P (GA), B 23 (GN), B 33 (GA-X), C 13 (WH/WS), C 33 (DO, DO-S), C 43 (LAS-K, LAS-P),
C 53 (GAF-K, GAL-K) , C 83 (GAL-K), C 93 (GA-K) afhankelijk en onafhankelijk van de omgevingslucht
(Vervulling van de verhoogde dichtheid bij een bedrijf dat onafhankelijk is van de kamerlucht).
Gascategorie volgens
EN 437
Tab. 23 Brandstoffen en uitrustingen
KAT: I 2E(s) - G20/G25 - 20/25 mbar
KAT: I 3P - G31 - 37 mbar
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Hydraulische weerstand van de cv-ketel bij nominaal debiet
Weerstand cv-ketel [mbar]
Afb. 114 Weerstandsgrafiek cv-ketel
100 kW
80 kW
65 kW
Volumestroom [l/h]
Technische gegevens 14
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 95

96
14
Technische gegevens
Elektrisch stroomschema
Afb. 115 Elektrisch schakelschema Logamax plus GB162-65/80/100
1 UBA branderautomaat
2 Trafo
27
52
25
81
80
28
1
3 Pomp aansluitgroep
4 Gloeiplug
5 Ionisatie
67
68
11
12
13
14
38
39
6 Ventilator
Pin 81
7 Gasblok GB162-80/100
8 Gasblok GB162-65
9 Druksensor
10 Retourtemperatuursensor
11 Aanvoersensor
12 Veiligheidstemperatuursensor
13 BUS module
KIM
14 Connector voor Basiscontroller BC10
15 Kamerthermostaat RC en EMS-BUS
16 Buitentemperatuursensor
Pin 1 Pin 16
24 VAC
0 VAC
24 VAC
10 VAC
10 VAC
230 VAC
230 VAC
1
2
3
4
5
6
7
17 Aan/uit-temperatuurregelaar, potentiaalvrij
1
2
M
N 1
2
L 3
L 1
N 2
PE 3
2 PE
55
1
2
Pin 1
28
55
120 VAC
230 VAC
45
17
1
2
N 1
44
16
3
4
5
M
PE 2
L 3
230 VAC
71
72
49
76
61
62
70
1
2
3
4
1
2
1
2
3
P
7
8
9
10
11
12
28
1
4
7
3
13
12
14
5 6
9
14
10
2
3
4
5
6
18 Tapwatertemperatuurvoeler
19 Externe schakelcontact potentiaalvrij
20 Externe 3-wegklep
21 Aarde
22 Module 230 VAC
23 Bedrijfsschakelaar
24 Netspanningsaansluiting 230 VAC max. toegelaten: 10A
25 Circulatiepomp 230 VAC max. 250 W
26 Boilerlaadpomp 230 VAC max. 250 W
27 Externe CV-pomp 230 VAC max. 250 W
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
13
14
15
16
17
18
19
20
27
26
25
24
23
22
21
RC FA WA FW EV DWV PK PS PZ Netz
1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 3 61 63 24 25 13 14 N L
PE
4
3
2
1
1
2
8 8
7
7
6 6
5
5
4
3
2
1
2
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
1
2
3
4
5
1
2
3
4
1
2
3
24 VAC
0 VAC
58
57
34
43 8
35
60
33
57
58
37
36
74
75
64
63
26
77
53
79
23
19
46
51
54
1
13
16
15
1
15
16
8

15 Conformiteitsverklaring
15.1 Belgische conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring 15
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 97

98
16
Trefwoordenregister
16 Trefwoordenregister
A
Aansluiting 230 Volt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Aansluitingen (gas-, rookgas- en waterzijdig) .14, 15
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 15
Aftappen van de cv-installatie . . . . . . . . . . . . . . . . 64
B
Basiscontroller BC10 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Bedrijfsdruk, maximaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Boilerlaadpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 32
Brander reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Brandstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Buitentemperatuurvoeler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
C
Circulatiepomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 32
Corrosieverschijnselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Cv-pomp, extern . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Cv-vermogen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Cv-watertemperatuur, maximale . . . . . . . . . . . . . . 39
D
Diagnose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Dichtheidscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39, 80
Displaycodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Displayinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
G
Gasdichtheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Gas-lucht-verhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Gastoevoerleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Gasvoordruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Gaszijdig aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
I
Inbedrijfstellingsprotocol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Inspectieprotocol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Inwendige dichtheidscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Ionisatiestroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
K
Ketelvermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Koolmonoxidegehalte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
L
LED „Brander (aan/uit)“ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
M Manueel bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Menustructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
N
Nadraaitijd van de pomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Netaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Netschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Netvoeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Normaal bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Normen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
O
Onderhoudsprotocol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
R
Richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Rookgasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Rookgassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Ruimteregelaar RC35 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
S
Schakelcontact, extern . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Schoorsteenvegerbedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Service Connector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Servicebedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Sifon reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Stroomsoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
T
Tapwatertemperatuur, ingestelde . . . . . . . . . . . . . 39
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 12
Types rookgasafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
U
Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
V Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Verbrandingslucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Verbrandingsluchttoevoer- en rookgasafvoer-
aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Vertrektemperatuur, maximaal . . . . . . . . . . . . . . . 94
Voeleraansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 30
Voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Vorst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Vullen van de cv-installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
W Warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3, 93
Warmtewisselaar reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Warmwatertemperatuurvoeler . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Weerstand hydraulisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Werkingstest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Notities
Logamax plus GB162-65/80/100 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 99

Bosch Thermotechnology nv/sa
Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee
Toekomstlaan 11, 2200 Herentals
rue Louis Blériot 40-42, 6041 Gosselies
Venecoweg 11, 9810 Deinze (Nazareth)
rue de l'Abbaye 18, 4040 Herstal
www.buderus.be
info@buderus.be
721.789A 0009