07.09.2013 Views

Onderwijs - Kraket

Onderwijs - Kraket

Onderwijs - Kraket

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

33<br />

sector docent vertelt<br />

Het eind<br />

is nog lang niet in zicht<br />

Bij het zoeken naar een verklaring voor de desastreuze<br />

neergang die zich de afgelopen halve eeuw<br />

in het onderwijs heeft voltrokken springen twee<br />

processen in het oog die, naast de technologische<br />

ontwikkeling die hier niet ter zake doet, onze samenleving<br />

zijn huidige aanzien hebben gegeven,<br />

infantilisering en economisering. Deze twee maatschappelijke<br />

krachten waarvan iedereen met enige<br />

geestelijke bagage de gigantische gevolgen dagelijks<br />

in zijn eigen omgeving en via de media kan<br />

waarnemen, ook al zal niet iedereen door deze bril<br />

ál het nieuws tot zich nemen, hebben ook het traditionele<br />

onderwijs in hun vernietigende tsunami<br />

meegesleurd. De infantilisering, kortweg omschreven<br />

als het mondig verklaren van de onmondige,<br />

is gelijk opgegaan [oorzaak en gevolg zijn hier<br />

moeilijk te onderscheiden] met de opkomst van<br />

beroepen als pedagoog, psycholoog en onderwijskundige,<br />

terwijl de economisering gepaard is<br />

gegaan met een enorme toename van het aantal<br />

economen, bedrijfskundigen, bestuurskundigen,<br />

organisatiedeskundigen en noem het hele scala<br />

maar op aan lieden die nu al decennia lang de<br />

eerste viool spelen in het reilen en zeilen van alle<br />

belangrijke maatschappelijke instituties. Zij zijn in<br />

onze samenleving de werkbijen die de pedagogische<br />

ideologie en het economisch primaat vorm<br />

geven, in stand houden en door hun nog immer<br />

toenemende aantal versterken [de aantallen studenten<br />

psychologie en economie rijzen nog steeds<br />

de pan uit].<br />

Het ‘centraal stellen van het kind’ zoals dat in het<br />

pedagogische jargon heet en het economisch paradigma<br />

dat tot in de haarvaten van al ons handelen<br />

is doorgedrongen hebben op vele fronten<br />

hun verwoestende werking gedaan, maar er is<br />

geen terrein waarop deze processen elkaar zó<br />

R.D. Nobel<br />

Universitair docent<br />

Vrije Universiteit Amsterdam<br />

versterkt hebben als in het onderwijs, waar de<br />

duidelijke rolverdeling en het subtiele samenspel<br />

tussen docenten en leerlingen wreed verstoord<br />

is door genoemde pedagogen en economen, die<br />

het gezag van de docent hebben aangetast en de<br />

leerling hebben gereduceerd tot een speeltje voor<br />

het implementeren van ideologisch geïnspireerde<br />

pedagogische fratsen, respectievelijk een halff abrikaat<br />

dat door de docenten tegen minimale kosten<br />

van een verfj e mag worden voorzien dat nog<br />

altijd eufemistisch een opleiding wordt genoemd,<br />

en de leerling in het bezit stelt van een diploma,<br />

waarvan de waarde binnenkort niet veel groter zal<br />

blijken te zijn dan van het papier waarop in prachtige<br />

krulletters de leugens geschreven staan die in<br />

vroeger tijden de kwaliteiten van de gediplomeerde<br />

beschreven [iemand die dit overdreven vindt<br />

moet de consequenties van het offi ciële streven<br />

van de overheid naar ‘minstens vijftig procent hoger<br />

opgeleiden’ eens op zijn gemak tot zich laten<br />

doordringen]. Maar niet alleen de leerlingen worden<br />

gereduceerd tot economische objecten en<br />

proefkonijnen voor pedagogische experimenten,<br />

ook de docent wordt gemangeld tussen bestuurders<br />

en onderwijskundigen die beiden hun eigen<br />

beweegredenen hebben om de docent de les te<br />

lezen, hem zijn verantwoordelijkheid te ontnemen<br />

en zijn vakbekwaamheid ter discussie te stellen,<br />

of nog gruwelijker als ‘niet zo relevant voor het<br />

welzijn van de leerling’ te verklaren. Zo zijn de bestuurders,<br />

die moeten waken over de fi nanciën en<br />

de onderwijskundigen, die willen waken over het<br />

welzijn van de kinderziel, twee handen op één buik<br />

geworden: beiden zijn niet gebaat bij onafhankelijk<br />

denkende en handelende docenten die op serieuze<br />

wijze gewetensvol hun vak willen doorgeven<br />

aan de volgende generatie [de essentie van onderwijs].<br />

De bestuurder wil dit risico niet nemen om-<br />

dat hij dan te weinig controle heeft over de kosten<br />

van het ‘onderwijsproces’, en de onderwijskundige<br />

kan natuurlijk vanuit zijn (pseudo)vakgebied gezien<br />

niet accepteren dat de docent meer verstand<br />

heeft van onderwijs dan hij. Zou hij dit wel accepteren<br />

dan verklaart hij zichzelf namelijk overbodig.<br />

Daarom grijpt de onderwijskundige elke gelegenheid<br />

aan om de poten onder de stoel van de docent<br />

door te zagen, en hem erop te wijzen dat zijn<br />

vakbekwaamheid geen enkele garantie geeft voor<br />

‘goed doceren’. Zo creëren onderwijskundigen, tegenwoordig<br />

ook op universiteiten in groten getale<br />

door de bestuurders aangesteld voor de ‘kwaliteitsverbetering’,<br />

hun eigen werkgelegenheid in de<br />

vorm van een heel scala aan cursussen [‘Hoe college<br />

te geven’, ‘Hoe begeleid ik een scriptie’, ‘Hoe<br />

maak ik een tentamen’, etc.] waarmee de docent<br />

gereduceerd wordt tot een marionet die alleen<br />

nog aan de touwtjes van genoemde bestuurders<br />

en onderwijskundigen mag spartelen.<br />

De ideologie van de onderwijskundige impliceert<br />

in laatste instantie dat de docent die veel leerlingen<br />

een onvoldoende geeft zijn werk niet goed gedaan<br />

heeft, en de bestuurder die geconfronteerd wordt<br />

met lage slagingspercentages ziet er geen been in<br />

met een schaamteloos beroep op de ideologie van<br />

de onderwijskunde [elk kind kan heel veel begrijpen<br />

mits het goed wordt uitgelegd], de docent aan<br />

te sporen zijn slagingspercentages te verhogen.<br />

Door de docenten naar een ‘onderwijscursus’ te<br />

sturen lijkt het voor de buitenwereld [en de politiek]<br />

alsof de bestuurders er alles aan doen om de<br />

kwaliteit van het onderwijs te verbeteren terwijl<br />

hun heimelijke bedoeling louter het sluitend maken<br />

van de begroting is: gebruikmakend van het<br />

jargon van de onderwijskunde [Less is more! (zie<br />

Ad Valvas van 22 september 2011)] voeren zij hun<br />

kwalijke bezuinigingen door en besteden zij hun<br />

gelden aan prestigeprojecten waar niemand op zit<br />

te wachten. Dit is niet zo verbazingwekkend want<br />

veel universitaire bestuurders hebben vandaag de<br />

dag weinig kaas gegeten van de praktijk van het<br />

wetenschappelijk onderwijs en onderzoek omdat<br />

zij vaak tegen een riant salaris weggepromoveerd<br />

zijn uit het bedrijfsleven of de politiek.<br />

We kunnen concluderen dat de onderwijskundigen<br />

zonder dit te beseff en, want zij geloven uiteraard<br />

heilig in hun eigen hersenspinsels, de tassendragers<br />

zijn geworden van de bestuurders die op<br />

hun beurt de universiteiten als fabrieken zijn gaan<br />

beschouwen. Zeker de laatste jaren zijn de bestuurders<br />

zich steeds meer gaan opstellen als bedrijfsvoerders<br />

[de term ‘de ondernemende universiteit’<br />

is al weer meer dan dertig jaar oud], en niemand<br />

kijkt ervan op dat studenten uit alle windstreken<br />

via prachtige in het Engels gestelde websites gelokt<br />

worden om een ‘fantastische master opleiding’<br />

te volgen aan universiteit X of Y, uiteraard tegen<br />

een zeer fors collegegeld want de schoorsteen van<br />

de universiteit moet roken en ook de overheid stimuleert<br />

deze marktgerichte aanpak van harte: het<br />

hele onderwijs wordt door de beleidsmakers [politici<br />

en bestuurders] voornamelijk gewaardeerd en<br />

beoordeeld in economische grootheden, maar het<br />

“ Pedagogen hebben<br />

leerlingen gereduceerd<br />

tot speeltjes<br />

voor hun ideologisch<br />

geïnspireerde fratsen. ”<br />

wordt gepresenteerd in termen van wetenschappelijke<br />

en pedagogische kwaliteit. Anders gezegd,<br />

de studenten worden tegen hoge prijs knollen<br />

voor citroenen verkocht, en van de docenten<br />

wordt verwacht dat zij loyaal aan deze mystifi catie<br />

meewerken zoals een verkoper van cosmetica zonder<br />

gêne zijn potjes anti-rimpelcrème aansmeert<br />

aan de vrouw met de rijpere huid.<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!