KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst
KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst
KLADrapport 15 - Kale-Leie Archeologische Dienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
46 Durabrik / <strong>Kale</strong>-<strong>Leie</strong> <strong>Archeologische</strong> <strong>Dienst</strong> 2009, KLAD-Rapport <strong>15</strong><br />
vee stond, moest die wand veel steviger zijn. De vulling van de potstal zet zich buiten het gebouw<br />
vermoedelijk verder als de uitloop (65 ) van het vee. Deze uitloop op zich meet 10,4 op 7m en is ca.<br />
24cm diep. Onder dit spoor werden nog een aantal kleine paalsporen alsook een brandrestengraf<br />
(917, zie infra) opgemerkt. Het gebouw mag geïdentificeerd worden als een potstalgebouw, type<br />
IIIB, met stalgedeelte en uitloop (de clercq 2009). Het gebouwtype waarbij de draagkracht van de<br />
constructie gelijkmatig over de wandpalen gespreid wordt hoort in de 2de de tot eeuw n. Chr. Een<br />
potstalgebouw van dergelijk type kan meer specifiek na <strong>15</strong>0 n. Chr. gedateerd worden (de clercq<br />
2009). In de regio werden gelijkaardige constructies aangetroffen op archeologische sites, zoals<br />
te Merelbeke - Axxes (de clercq et al. 2001/2002), Sint - Denijs - Westrem (hoorne et al. 2008,<br />
hoorne et al. 2009a), Aalter (persoonlijke mededeling W. de clercq), Evergem - Kluizendok (lAloo<br />
et al. 2008), Zele - Kamershoek (de clercq et al. 2005b), Berlare - N445 (de clercq et al. 2005a)<br />
en Sint - Gillis - Waas - Kluizenmolen (VermeUlen et al. 1998).<br />
Zowel de paalsporen, de potstal als de uitloop leverden een grote hoeveelheid aan vondstmateriaal<br />
op. In de paalsporen van het gebouw werden in totaal 27 aardewerkscherven gevonden (fig. 24), het<br />
zijn voornamelijk handgemaakte scherven, maar ook kruikwaar, reducerend en oxiderend gebakken en<br />
gedraaide scherven kwamen veelvuldig voor. Terra sigillata werd gerecupereerd uit sporen 8 , 4 0,<br />
465, 647, 902 en 916. De scherven behoren onder meer tot de types Drag. 7, Drag. 18- 1 en Drag.<br />
45 uit Trier. Eén wandscherf is waarschijnlijk afkomstig uit de laat Centraal - Gallische productiecentra.<br />
Uit sporen 46 en 469/470 werden enkele fragmenten terra nigra gehaald, onder andere van een<br />
beker met verticale gladding. Eén wandscherf van een geverniste jachtbeker uit Keulen werd gevonden<br />
in spoor 429. In sporen 46 en 898 werden respectievelijk één bodemscherf van een bord Blicquy 5<br />
en één randscherf Pompejaans rood aangetroffen. Slechts één fragment van een amfoor werd uit de<br />
paalsporen (902) gehaald. Ook werden scherven van mortaria (469/470 en 901) en dolia ( 88/64 ,<br />
4 0 (Hoff. 79), 46 , 470, 652 en 902) gevonden. Een rand van een kom in Lowlandsware werd in<br />
spoor 902 aangetroffen. Wat betreft het technisch aardewerk werden fragmenten van zoutcontainers<br />
gerecupereerd uit sporen 87/642 en 47 . Fragmenten van maal- en wrijfstenen werden gevonden<br />
in sporen 64 , 429, 470, 9 4. Daarnaast werden ook nog stukken bouwmateriaal onder de vorm<br />
van tegulae ( 88/64 , 4 0 en 46 ) en stukken natuursteen (640 en 469/470) verzameld. In sporen<br />
649 en 652 werden twee metalen spijkers en enkele ijzerslakken gevonden. En uit spoor 469/470<br />
werden tenslotte ook nog enkele brokjes bot gehaald. De datering voor het gebouw die op basis van<br />
het vondstenmateriaal uit de paalsporen naar voor komt, wijst in de richting van de periode <strong>15</strong>0 tot 200<br />
n. Chr., wat mooi overeenstemt met de datering van het gebouwtype.<br />
Het vondstmateriaal uit de potstal en de uitloop is eveneens aanzienlijk in aantal. Het<br />
aardewerkspectrum uit de potstalvulling ( 70) (fig. 25, 26, 27) omvat in totaal meer dan<br />
600 scherven. Het gaat onder andere om terra sigillata. Binnen deze categorie konden<br />
wandscherven van een Drag. 7 uit Rheinzabern, een randscherf van een Drag. en een<br />
bodemscherf met graffito uit de Centraal - Gallische productiecentra herkend worden. Wat<br />
de terra nigra betreft werden twee wandscherven van een Holw. 81f in velouté-techniek<br />
en een rand- en een wandscherf van beker type Deru P.5 teruggevonden. Verder werden<br />
één wandscherf in zeepwaar, 5 wandscherven van amforen en één bodemscherf van een<br />
amfoor Dressel 20 met typisch rood baksel, twee bodem-, één rand- en één wandscherf<br />
van mortaria (zowel Bavay als Maaslands baksel), kruikwaar met wit baksel (één wand- en<br />
één bodemscherf) en kruikwaar met oranje baksel (<strong>15</strong> wandscherven), en 17 wanden en<br />
één bodemscherf van dolia in deze context aangetroffen. Daarnaast werden ook nog ca.<br />
475 wandscherven, <strong>15</strong> randfragmenten en vijf bodemscherven in handgemaakte waar en<br />
14 wandfragmenten, vier randen en één bodemscherf in reducerend gedraaid baksel in de