Gemeentebestuur 8750 Wingene Uittreksel uit de notulen van de ...

Gemeentebestuur 8750 Wingene 

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad 

Zitting van 20-december-2010 

Aanwezig: H. Verkest, Burgemeester-Voorzitter 

Verontschuldigd: 

W. Yde, H. Kerckhove, W. Vermeersch, A. Mesure, L. Huys, 

Schepenen 

T. Braet, Schepen - OCMW-voorzitter 

D. Cannoot, M. Vanoverschelde, K. Delodder, T. Verbeke, 

D. Persyn, C. Dewit, E. Lanckriet, A. Vermeersch, F. Allaert, 

R. Vanden Berghe, M. Devisscher, J. Danneels, M. Verfaillie, 

J. Vanhove, S. Quintyn, Y. De Moor, C. Vandewiele, Raadsleden 

1. Goedkeuren verslas raadsvergadering dd 29 november 2010 

Met 16stemmen voor (CD&V), 1 stem tegen (Vlaams Belang) en 6 onthoudingen (Stem21 en 

Open VLD-Plus), 

Gelet op de bepalingen van de nieuwe gemeentewet; 

Gelet op : 

- het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van 1 

administratief toezicht op de gemeenten en latere wijzigingen 

- het decreet van 15 juli 2005 inzonderheid op de bepalingen mbt toezicht (art.248-260); 

Overwegende dat de notulen van de zitting van 29 november 2010 gedurende acht dagen voor 

zitting van heden ter inzage lagen van de raadsleden; 

Overwegende dat het verslag ter goedkeuring of amendering wordt voorgelegd; 

Op voorstel van het college; 

BESLUIT: 

De Gemeenteraad, 

in openbare vergadering, 

Enig artikel. 

Het verslag van de zitting van 29 november 2010 wordt aangepast en goedgekeurd. 

De secretaris, 

Aldus vastgesteld in zitting van 20-december-2010 

Namens de gemeenteraad, 

iChris De Meulemeester Hendrik Verkest







Schepenen 






2. Vaststellen van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting 2011 





Overwegende dat de gemeenten gemachtigd zijn een aanvullende gemeentebelasting op de 

personenbelasting te heffen; 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente; 

Gelet op de art. 43 van het Gemeentedecreet; 

Gelet op de art. 465 tot 470bis van het gecoördineerd wetboek op de inkomstenbelastingen; 

Op voorstel van het College; 

BESLUIT; 

Artikel 1 

Voor het dienstjaar 2011, wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de 

rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 01 januari van dat dienstjaar. 

Artikel 2 

De belasting wordt vastgesteld op 7,8 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de 

Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk 

verschuldigd is voor hetzelfde dienstjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het 

inkomen dat de belastingsplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. 

Artikel 3 

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zulen door het toedoen van het bestuur 

der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 ev 

van het Wetboek van de inkomstenbelasting.

Het dienstjaar is hetzelfde als het aanslagjaar volgens de terminologie die gebruikt wordt in het 

Wetboek van de Inkomstenbelastingen. 

Artikel 4 

Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.. 



De secretaris, De burgemeester-voorzitter, 

.Chris Dc Meulemeester







Schepenen 






3. Vaststellen van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het 

dienstjaar 2011 



De gemeenteraad, 

In openbare vergadering, 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente; 

Gelet op de art. 43 van het Gemeentedecreet; 

Gelet op de art. 249 tot 260 en 464 van het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelastingen 

1992; 

Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het W.I.B. voor wat 

betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 01 januari 1999; 

Op voorstel van het College; 

BESLUIT: 

Artikel 1. 

Er worden, voor het dienstjaar 2011, 1.600 opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd.

Artikel 2. 

Dit besluit wordt aangetekend overgemaakt aan: 

- de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen. 

- Agentschap Vlaamse Belastingsdienst - Onroerende voorheffing 

Tav Katrien Matthijs- Bauwenslaan 13 - 9300 Aalst 




(Chris De Meulemeester Hendrik Verkest







Schepenen 






4. Goedkeuren budgetwiiziging 1 -AGB Wingene - dienstjaar 2010 

Met 16 stemmen voor (CD&V), GEEN stemmen tegen en 7 onthoudingen (Stem21, Open VLD- 

Plus en Vlaams Belang), 



Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 31 augustus 2009 houdende het oprichten en 

vaststellen van de statuten AGB-Wingene; 

Gelet op de goedkeuring van de oprichting AGB-Wingene bij M.B. van 14 december 2009, 

gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 januari 2010; 

Gelet op de goedkeuring van het Budget 2010 van AGB-Wingene in de raad van bestuur van 21 

december 2009; 

Overwegende dat het budgetwijziging 2010/1 vandaag wordt voorgelegd aan de gemeenteraad, en 

reeds werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur AGB op 20 december 2010; 

Overwegende dat het geconsolideerd niveau in evenwicht is doordat het resultaat van het 

activiteitencentrum Alk met 96.650,00 euro verhoogt en het activiteitencentrum Sport met 

96.650,00 euro verlaagt; 

Overwegende dat in het investeringsbudget de investering terug lopen van 2.950.886 euro naar 

1.796.911 euro; 

Overwegende dat de financiering van de investeringen zal verlopen via een kapitaalsverhoging 

via de gemeente in plaats van leningslast; 


BESLUIT: 

Artikel 1: 

De budgetwijziging 2010/1 van AGB-Wingene wordt goedgekeurd.

Artikel 2: 

De gemeenteraad gaat akoord met de kapitaalsverhoging met 1.786.910,72 euro. 

_Pe"s"e"Cre^ris, 

Chris De Meulemeester 



De burgemeester-voorzitter, 

tendrik Verkest







Schepenen 






5. Gemeentebudget 2010 - Goedkeuren van de budgetwiiziging II- exploitatie- en 

investeringsbudget 

Met 16 stemmen voor (CD&V), GEEN stemmen tegen en 7 onthoudingen (Stem21, Open VLD- 

Plus en Vlaams Belang), 



Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald artikel 154 en volgende; 

Gezien de budgetwijziging 2 van de gemeente dienstjaar 2010, gewone en buitengewone dienst; 

Overwegende dat de budgetwijziging 2010/2, samen met de verklarende nota, tijdig aan de 

raadsleden werdt bezorgd; 

Overwegende dat de ontvangsten van het eigen dienstjaar, ten opzichte van het gemeentebudget 

2010, na de eerste wijziging, in de gewone dienst eigen dienstjaar stijgen met 1.703.573,00 euro 

en de gewone uitgaven eigen dienstjaar verhogen met 1.879.108,00 euro; 

Overwegende dat na verrekening van de overboekingen en vorige dienstjaren het algemeen 

begrotingsresultaat 2.101.708,00 euro bedraagt; 

Overwegende dat op de buitengewone dienst de ontvangsten van het eigen dienstjaar, ten 

opzichte van het gemeentebudget 2010, na de eerste wijziging, stijgen met 720.670,00 en de 

uitgaven van het eigen dienstjaar met 754.030,00 euro verhoogd worden waardoor het totale 

investeringsprogramma op 15.327.450,00 euro uitkomt; 

Overwegende dat de gemeente bijdraagt tot een kapitaalsverhoging aan het AGB voor een 

bedrag van € 1.786.910,72 

Overwegende dat na verrekening van de overboekingen en vorige dienstjaren het algemeen 

begrotingsresultaat 0,00 euro bedraagt; 

Gelet op de beslissing van het managementteam dd. 26 oktober 2010 waarbij gunstig advies 

gegeven wordt aan de voorgestelde budgetwijziging 2010/2;

Op voorstel van het college, 

BESLUIT: 

Artikel 1 

De budgetwijziging 2010/2 van de gemeente wordt integraal goedgekeurd. 

Artikel 2 

De gemeente draagt bij tot een kapitaalsverhoging van het AGB voor een bedrag van € 

1.786.910,72 

Artikel 3 

De goedgekeurde budgetwijziging 2010/2 wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de Hogere 

Overheid. 




x 

Chris De Meulemeester Hendrik Verkest







Schepenen 






6. Voorstel tot wijziging van klasse 13 en 17 van de eindbalans OCMW naar aanleiding van de 

opmaak van de jaarrekening 

Met 23 stemmen voor, GEEN stemmen tegen en GEEN onthoudingen, 



Gelet op het gemeentedecreet inzonderheid artikel 57 § 2; 

Gelet op artikel 145 van OCMW-decreet; 

Gelet op de jaarrekening 2009, zoals goedgekeurd in de OCMW-raad van november 2010; 

Overwegende dat in de jaarekening 2009 de klasse 13 "gemeentelijke bijdrage in de werking en 

aflossingen" daalde van 279.534 EUR in 2008 naar 79.998 EUR in 2009. 

Overwegende dat in de jaarrekening 2009 de klasse 176/7 "ontvangen vooruitbetalingen en 

tijdelijk werkkapitaal" steeg van 556.897 EUR in 2008 naar 564.498 EUR in 2009. 

Overwegende de klasse 13 wordt aangewend om de jaarrekening sluitend te maken en de klasse 

17 overschotten bevat uit de gemeentelijke bijdragen; 

Overwegende dat het aangewezen is 300.000 EUR te muteren van de klasse 176/7 naar de klasse 

13; 


BESLUIT: 

Artikel 1 

Verleend goedkeuring om 300.000 EUR te muteren van de klasse 176/7 "ontvangen 

vooruitbetalingen en tijdelijk werkkapitaal "naar de klasse 13 "gemeentelijk bijdrage in de 

werking en aflossingen".

Artikel 2 

Een eensluidend verklaard afschiift van deze beslissing wordt te bezorgd aan het OCMW 

Wingene. 


f "'X 

/Chris De Meulemeester 




Hendrik Verkest



Zitting van 20-december~2010 




Schepenen 






7. Goedkeuren van twee voorlopise 12en voor de maanden januari en februari 2011 




Overwegende dat het budget voor het dienstjaar 2011 nog niet aan de gemeenteraad is 

voorgelegd; 

Overwegende dat ondertussen de nodige kredieten dienen vastgesteld voor de normale werking 

van de gemeentelijke administratie; 

Gelet op het art. 14 van het K.B. van 2.08.1990 houdende algemeen reglement op de 

gemeentelijke comptabiliteit; 

Overwegende dat het aangewezen is voor de maanden januari en februari 2011 twee voorlopig 

twaalfde vast te stellen; 

Gelet op o.m. art. 152 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; 

Op voordracht van het College; 

BESLUIT:

Enig artikel. 

Ter verzekering van de normale werking van de gemeentelijke diensten wordt, voor de maanden 

januari en februari 2011 ter aanwending en vereffening der uitgaven, twee voorlopig twaalfde 

vastgesteld. 



De secretaris, De burgemeester-voorzitter,







Schepenen 






7.1Toevoesins agendapunt bij hoogdringendheid: Intrekking gemeenteraadsbesluit 28 

september 2009 houdende definitieve aanvaarding van het onteigeningsplan fietspaden 

Rozendalestraat 

Met 23 stemmen voor ,GEEN stemmen tegen en GEEN onthoudingen, 



Gelet op de hoogdringendheid van dit agendapunt; 

Gelet op artikel 29 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; 

Overwegende dat tot spoedbehandeling enkel kan besloten worden door ten minste twee derde 

van de aanwezige leden; 

BESLUIT 

Enig artikel 

De raad stemt met éénparigheid meerderheid de goedkeuring van de hoogdringendheid. 

Met 23 stemmen voor ,GEEN stemmen tegen en GEEN onthoudingen, 


hi openbare vergadering, 

Gelet op ons raadsbesluit dd. 28 september 2009 houdende de definitieve goedkeuring van het 

onteingeningsplan Rozendalestraat in functie van de aanleg van de fietspaden; 

Overwegende dat een onteigeningsplan zonder rooilijnplan niet meer wordt aanvaard; 

Overwegende dat de intrekking van voorgaand besluit noodzakelijk is om het gezamenlijk 

rooilijnen onteigeningsplan goed te keuren;

BESLUIT 

Artikel 1. 

De gemeenteraadsbeslissing dd. 28 september 2009 houdende de definitieve goedkeuring van het 

onteingeningsplan Rozendalestraat in functie van de aanleg van de fietspaden, wordt ingetrokken, 











Schepenen 






8. Goedkeuren hernieuwing rooilijnen onteigeningsylan voor riolering en fietspaden 

Rozendalestraat: definitieve aanvaarding 




Gelet op de Collegebeslissing dd. 02 juli 2008, houdende aanstelling van de ontwerper Arcadis 

Belgium, Sint-Jorisstraat21, 8500 Kortrijk; 

Gelet op het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk waarin het tracé Rozendalestraat is 

opgenomen, opgemaakt in uitvoering van de overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de 

provincie (beslissingen van de deputatie van 28 januari 1999 en 1 april 1999); 

Gelet op het verslag van de Provinciale auditcommissie mobiliteit, dd. 18 mei 2009, waarop de 

projectnota van het betreffende project, opgemaakt door ontwerper Arcadis Belgium, werd 

conform verklaard; 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 29/06/2009 houdende goedkeuring van de 

samenwerkingsovereenkomst en financieringsovereenkomst met de Provincie West-Vlaanderen 

inzake de aanleg van een verbindend fietspad langs de Rozendalestraat tussen Wingene Centrum 

en de Noordakkerstraat, aangenomen door de deputatie in zitting van 13 augustus 2009; 

Gelet op het raadsbesluit van zelfde 29 juni 2009 houdende voorlopige vaststelling van het 

gelijktijdig opgemaakt rooilijnen onteigeningsplan met het oog op de aanleg van fietspaden, 

rioleringen en herprofilering van grachten langs de Rozendalestraat en zulks in het kader van het 

voormeld provinciaal fietsroutenetwerk en samenwerkings- en financieringsovereenkomst met de 

provincie; dat echter na die voorlopige vaststelling en de voorgenomen definitieve vaststelling in 

het Staatsblad van 3 juli 2009 het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen 

werd bekend gemaakt; dat dit decreet in werking trad op 3 juli 2009, echter zonder te voorzien in 

overgangsbepalingen omtrent de lopende rooilijnplanprocedures; dat om die reden de 

gemeenteraad in zitting van 28 september 2009 de procedure tot vaststelling van het rooilijnplan 

niet heeft verder gezet en enkel het onteigeningsplan definitief heeft vastgesteld met verzoek aan 

de bevoegde Vlaamse minister om de gemeente tot onteigening te machtigen; dat echter dit

verzoek op bezwaar is gestoten, ervan uitgaande dat niet eerst tot onteigening kan worden beslist 

en pas later tot de opmaak van een rooilijnplan; 

Gelet op art. 12, 6 de 

lid, van het rooilijndecreet van 3 juli 2009 dat bepaalt dat het 

onteigeningsplan gelijktijdig met het rooilijnplan kan worden opgemaakt, in welk geval het aan 

dezelfde procedure wordt onderworpen; dat ingevolge daarvan tot de gelijktijdige opmaak werd 

herbeslist én van het rooilijnplan én van het onteigeningsplan; 

Overwegende dat de gemeenteraad voorafgaand dezer heeft beslist tot intrekking van het 

raadsbesluit van 28 september 2009, zodat zodoende het alsdan definitief aanvaard 

onteigeningsplan eveneens formeel uit het rechtsverkeer is genomen; 

Gelet op het ontwerp van gemeentelijk rooilijnen onteigeningsplan, opgemaakt door Arcadis 

Belgium, dd. 17/02/2010 bestaande uit plandelen 5.1 en 5.2; dat het onteigeningsplan voorziet in 

de verwerving van 5.000m 2 

grond voor de realisatie van de fietspaden, riolering en herprofilering 

van de grachten van de Rozendalestraat tot aan de Noordakkerstraat; dat de innemingen 

noodzakelijk zijn voor het aanleggen van voet- en fietspaden, het aanleggen en herprofileren van 

grachten en het plaatsen van rioleringen; dat de fietspaden noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt 

van de verkeersveiligheid; dat het daarom nodig is een rooilijnplan vast te stellen, teneinde de 

toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen vast te leggen, als 

bedoeld door art. 2 van het rooilijndecreet van 8 mei 2009; 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27/09/2010 houdende voorlopige aanvaarding van het 

voorontwerp rooilijnen onteigeningsplan fietspaden rioleringsplan Rozendalestraat; 

Gelet op het proces-verbaal van opening van het openbaar onderzoek van 19 oktober 2010, het 

proces-verbaal van ruchtbaarheid nopens het openbaar onderzoek van 7 december 2010 en het 

proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek van 7 december 2010; 

Gelet op art. 9, §5 van het rooilijndecreet van 8 mei 2009 dat bepaalt dat de gemeenteraad binnen 

de zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het rooilijnplan definitief vaststelt; dat 

die bepaling, anders dan wanneer het Vlaams gewest tot de opmaak van een gewestelijk 

rooilijnplan overgaat, niet voorziet in de verplichting om alle adviezen, opmerkingen en bezwaren 

te coördineren (art. 8, §6 van het decreet); 

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek nochtans één bezwaarschrift werd ingediend 

door de nv KOENIS, Zeswegestraat 11 te 8750 Zwevezele-Wingene; dat ook hier art. 12 van het 

rooilijndecreet niet voorschrijft dat de gemeenteraad een op het onteigeningsplan ingediend 

bezwaar dient te onderzoeken; dat nochtans de omzendbrief BA-99/01 voorschrijft dat bij de 

definitieve aanvaarding van een onteigeningsplan op de bezwaarschriften moet worden ingegaan; 

dat ook art. 2 van het besluit van de Vlaamse executieve dd. 9 december 1991 inzake 

onteigeningen ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de 

intercommunale verenigingen en de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen bepaalt dat een 

machtiging tot onteigening aan o.m. een gemeente slechts kan worden verleend nadat het 

onteigeningsplan werd onderworpen aan een onderzoek in de vorm en binnen de termijn bepaald 

in de artikelen 3 tot 6 van de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging der administratieve 

vormvereisten inzake onteigening ten openbare nutte; 

Overwegende dat het ingediend bezwaar luidt als volgt: 

"Hierbij wenst Vennootschap KOENIS mede te delen dat ze NIET AKKOORD is met 

het voorstel voor onteigening/insprong fietspad, vanaf de weegbrug tot aan de 

waterloop (zonder naam) 3° categorie op haar eigendom, zoals medegedeeld en te 

lezen op de plannen ter inzage op het gemeentehuis."

Overwegende dat de gemeenteraad van oordeel is: 

• dat het inhoudelijk niet als een bezwaarschrift kan worden aangezien, vermits de 

bezwaarmaker er zich toe beperkt te zeggen dat hij niet akkoord is met de onteigening, zonder 

de reden daarvan kenbaar te maken; dat de gemeenteraad uiteraard een niet gemotiveerd 

bezwaarschrift inhoudelijk niet kan afwegen; dat mitsdien het bezwaarschrift principieel 

onontvankelijk lijkt te zijn; 

• dat, hoe dan ook, de gemeenteraad vaststelt dat de bezwaarmaker geen opmerkingen 

formuleert omtrent het rooilijnplan en dus geacht wordt ermede akkoord te gaan, eensdeels, 

terwijl het voor zichzelf spreekt dat de gemeente eigenares moet kunnen worden van de 

gronden vóór de rooilijn teneinde ze in het openbaar domein te kunnen opnemen en het 

rooilijnplan te kunnen realiseren, anderdeels; dat overigens art. 11, eerste lid, van het 

rooilijndecreet uitdrukkelijk voorziet dat de gemeenten de onroerende goederen kunnen 

onteigenen vereist voor de realisatie van het rooilijnplan, welk laatste de bezwaarmaker niet 

bekritiseert; dat mitsdien zijn bezwaar opkomt tegen een decretale schikking en, daargelaten 

de principiële onontvankelijkheid ervan, ook ongegrond is; 

Gelet op het raadsbesluit van 27 september 2010 waarin wordt beslist: "Goedkeuring wordt 

verleend aan het bijzonder bestek met nr. 6335/AK en de raming voor de opdracht "Fietspad en 

Riolering Rozendalestraat", opgesteld door de ontwerper, Arcadis Belgium, Sint-Jorisstraat 21 te 

8500 Kortrijk. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en 

zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor 

aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 1.088.750,86 excl. btw 

of €1.135.746,31 incl. btw." 

Overwegende dat de opmaak en de vaststelling van het rooilijnplan Rozendalestraat, zoals reeds 

hoger overwogen, noodzakelijk is om uitvoering te geven aan de hoger vermelde overeenkomst 

tussen het Vlaamse gewest en de provincie en het door deze laatste vastgestelde 

fietsroutenetwerk; dat ook de verbetering en de maximalisatie van de fietsverkeersveiligheid de 

door het rooilijnplan en het voormelde bestek mogelijk gemaakte werken, ontworpen 

overeenkomstig het Fietspaden Vademecum vastgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit 

en goedgekeurd door de provinciale auditcommissie op 18 mei 2009, dit vereisen; dat de rijbaan 

van de Rozendalestraat slechts 6,20 meter breed is en niet voorzien is van een afgescheiden 

fietspad op eigen bedding; dat het nochtans een weg is van intens verkeer, ook van 

vrachtwagenverkeer; dat het voor zichzelf spreekt dat het fietsverkeer in zulke omstandigheden, 

en zeker bij kruisend voertuigenverkeer, totaal in de verdrukking raakt en bijzonder onveilig is; 

dat het aanleggen van een van de rijbaan afgescheiden fietspad, deels een twee-richtingsfietspad 

en deels een éénrichtingsfietspad, mitsdien een dwingende noodzaak is voor een veilig 

fietsverkeer voor jong en oud en ook een aansporing moet zijn om meer van de fiets gebruik te 

maken; 

Overwegende dat de voorziene onteigening van algemeen nut is; dat art. 79, §1 van de bijzondere 

wet op de hervorming van de instellingen dd. 8 augustus 1980 bepaalt dat de regeringen kunnen 

overgaan tot onteigening ten algemenen nutte in de gevallen en volgens de modaliteiten bepaald 

bij decreet, met inachtneming van de bij de wet vastgestelde gerechtelijke procedures en van het 

principe van de billijke en voorafgaande schadeloosstelling bepaald bij artikel 16 van de 

grondwet; dat art. 16 van de grondwet voorschrijft dat onteigening mogelijk is ten algemenen 

nutte en in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald; dat zo een wet een of decreet een 

onteigeningsmogelijkheid voorziet, alsdan de onteigening krachtens deze habilitatiewet of - 

decreet van rechtswege geacht wordt van algemeen nut te zijn; dat art. 11 van het rooilijndecreet 

dd. 8 mei 2009 uitdrukkelijk stelt dat de gemeenten de onroerende goederen, vereist voor de 

realisatie van de rooilijnplannen, kunnen verwerven door onteigening in het algemeen belang; dat 

overigens het louter vaststellen van een rooilijnplan geen eigendomsoverdracht met zich brengt 

en de gemeente zelfs niet toelaat de grond, gelegen vóór de rooilijn, in gebruik te nemen; dat de

vaststelling van de rooilijn enkel met zich brengt dat de eigenaar er niet meer mag op bouwen, 

behoudens in de gevallen en onder de modaliteiten voorzien door art. 16 van het decreet van 8 

mei 2009; 

Overwegende dat het noodzakelijk is de Vlaamse regering te verzoeken om de gemeente zonodig 

tot onteigening te machtigen overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de 

rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte; dat 

immers de onmiddellijke inbezitneming vereist is van de gronden, noodzakelijk voor de realisatie 

van het rooilijnplan; dat vooreerst aan de bestaande onveilige toestand ingevolge het steeds 

toenemend verkeer dringend een einde moet worden gesteld, gezien hier mensenlevens op het 

spel staan; dat anderzijds de realisatie van het fietspad opgenomen is in het prioritair te realiseren 

provinciaal functioneel fietspadennetwerk; dat de goede uitvoering van de werken vereist dat zij 

niet nodeloos moeten worden onderbroken doordat bepaalde eigenaars een afstand in der minne 

van de nodige gronden mochten weigeren; dat zowel de provincie als de gemeente de daarvoor 

noodzakelijke kredieten voor het dienstjaar 2010 en 2011 hebben vastgelegd, rekening houden 

met de tussenkomst van het Vlaamse gewest in het kader van het fietsfonds 2009 en de 

Provincieraad in zitting van 19 oktober 2009 het bestek heeft aangenomen en daarna tot 

aanbesteding zal overgaan; dat de start van de werken voorzien is in het voorjaar 2011; 

Overwegende dat het derhalve dringend noodzakelijk is het rooilijnen onteigeningsplan 

definitief vast te stellen, zodat inmiddels kan worden gehandeld als bepaald door art. 120 van het 

bodemsaneringsdecreet van 27 oktober 2006 en de stukken kunnen worden overgemaakt aan de 

Vlaamse minister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden teneinde de gemeente 

overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 19 december 1991 te 

machtigen om tot onteigening over te gaan en zulks in uitvoering van art. 22 van het bijzonder 

decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen en art. 2, §4 van het Besl. VI. Reg. dd. 

13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, alsook aan 

de functioneel bevoegde Vlaamse minister teneinde diens voorafgaande instemming te bekomen, 

als vereist door art. 2 van het voormelde besluit van 19 december 1991; dat blijkens art. 2, §6 van 

het voormeld besluit van 13 juli 2009 dit de minister is, bevoegd voor het beleidsdomein 

Mobiliteit en Openbare Werken; 

Op voorstel van het college: 

BESLUIT: 

Artikel 1 

Het ontwerp van rooilijnen onteigeningsplan "Fietspad en riolering Rozendalestraat Sint Elooi, 

plandelen 5.1 en 5.2", definitief vast te stellen. 

Artikel 2 

Het dossier over te maken aan de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur en de functioneel 

bevoegde Minister van Openbare Werken en Mobiliteit met verzoek: 

- vast te stellen dat de verwerving van de in het onteigeningsplan vermelde innemingen van 

algemeen nut is; 

- de gemeente Wingene te machtigen om tot de onteigening over te gaan; 

- te zeggen dat de onteigening mag worden vervolgd overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 

betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten 

algemenen nutte

Artikel 3 

Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de publicatie van het besluit 

houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan in het Belgisch Staatsblad 

binnen de zestig dagen na definitieve vaststelling ervan en met de verdere uitvoering van de 

onderhavige beslissing. 



Aldus vastgesteld in zitting van 20-december~2010 

Namens de gemeenteraad,







Schepenen 






9. N50 Doortocht Hille: goedkeuren overeenkomst met NVAquafin inzake overname 

gemeentelijk aandeel studie-opdracht 




Gelet op de gemeentewet, inzonderheid artikel 117 en 234; 

Gelet op de Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige 

opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; 

Gelet op het K.B. van 08 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van 

werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken: 

Gelet op het K.B. van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de 

overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en de bijlage 'Algemene 

aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen 

en diensten en voor de concessies voor openbare werken'; 

Gelet op de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de 

bestuurshandelingen; 

Gelet op het gemeentelijk zoneringsplan Riolering, goedgekeurd bij MB van 09 juni 2008, 

waarbij de zone N50 Kortrijksteenweg-Raveschootsveld voorzien is als 'te rioleren' en bovendien 

een overnamepunt tussen het gemeentelijk en bovengemeentelijk rioleringsnet werd gedefinieerd 

ter hoogte van het punt van oorsprong beek 3 e 

categorie Zonnebeek met nummer 09.10.4; 

Gelet op de collegebeslissing dd. 23 december 2008 houdende aanstelling van het studiebureau 

BVBA Jonckheere voor de opmaak van het ontwerp doortocht Hille N50 ( zones 50-70-90 ) en 

aanpalende straten; 

Overwegende dat het agentschap Wegen en Verkeer de intentie heeft om de rijweg van de N50 

Hille-Kortrijksteenweg (doortocht Hille) volledig her aan te leggen;

Overwegende dat de N50 Hille-Kortrijksteenweg cruciaal is in het rioleringsstelsel Hille waarbij 

de takken Schoolstraat-Zonnebekestraat-Raveschootsveldstraat, Pastorijstraat en aansluitende 

zones dienen te worden gecollecteerd naar het RWZI Heremeersstraat; 

Overwegende dat, met het oog op de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel voor regenwater 

en afvalwater de gemeente gelijktijdig wenst over te gaan tot de aanleg van Regen-Water-Afvoerleidingen, 

dienstrioleringen, aankoppelingen en sanering van verschillende straten langs het tracé 

en hiervoor wenst samen te werken met het Agentschap Wegen en Verkeer, NV Aquafin en 

tegelijk ook de studiekosten volgens evenredigheid van opdracht verdeeld dienen te worden; 

Overwegende dat deze werken in het algemeen belang best samengevoegd worden en waarvoor 

het Agentschap Wegen en Verkeer als opdrachtgevend bestuur optreedt; 

Gelet op de voorstel overeenkomst met projectnummer 22578 Doortocht Hille (Bruggestraat- 

Raverschoot) waarbij Aquafin via het lokaal pact voorstelt om alle studiekosten en 

uitvoeringskosten (vuil water, regenwater herstel wegenis, huisaansluitingen), behalve de 

afkoppeling op privaat domein over te nemen op het vermelde tracé; 

Overwegende dat het Agentschap Infrastructuur de heraanleg van de N50 Brugsesteenweg voor 

haar rekening neemt; 

Overwegende dat de gemeente Wingene de respectievelijk aan te leggen rioleringen voor de 

verzameling van het vuil water en afvoer van het regenwater voor hun rekening nemen teneinde 

voldoende vuilvracht aan te leveren aan het bovengemeentelijk overnamepunt; 

Overwegende dat, om dergelijke voordelige regeling te bekomen, het noodzakelijk is een 

overeenkomst af te sluiten met NV Aquafin en het gemeentebestuur alszijnde voorstel 

overeenkomst Studieopdracht 200WI Wingene - 22578 doortocht Hille (Bruggestraat- 

Raverschoot) 

Overwegende dat het gemeentebestuur een overeenkomst dd. 23 december 2008 omtrent de 

studie van dit project afsloot met het Studiebureau BVBA Jonckheere; 

Overwegende dat de gemeente er belang bij heeft in te stemmen met het gunningsvoorstel, de 

wijze van financiering en het mee onderschrijven van de samenwerkingsovereenkomst project 

Studieopdracht 200WI Wingene - 22578 doortocht Hille (Bruggestraat-Raverschoot) 


BESLUIT: 

Artikel 1. 

De raad keurt de samenwerkingsovereenkomst project Studieopdracht 200WI Wingene - 22578 

doortocht Hille (Bruggestraat-Raverschoot) goed als volgt: 

Tussen : 

OVEREENKOMST 

1) de NV Aquafin, (hierna "Aquafin" genoemd), gevestigd Dijkstraat 8 te 2630 

Aartselaar, gekend onder het ondernemingsnummer 0440.691.388 en hier vertegenwoordigd 

door Boudewijn Van De Steene, Commercieel directeur en Dirk De Waele, directeur 

Infrastructuur

2) het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Wingene gevestigd 

Oude Bruggestraat 13 te 8750 Wingene, hier vertegenwoordigd door Hendrik Verkest, 

burgemeester en Chris De Meulemeester, secretaris (hierna "gemeente/stad" genoemd) 

enerzijds en 

3) de ontwerper, ir. Jonckheere bvba gevestigd te Koningin Astridlaan 134/5, 8200 

Brugge St.-Michiels, gekend onder het ondernemingsnummer 0448.335.978 en hier 

vertegenwoordigd door Koen Jonckheere, zaakvoerder, 

anderzijds, 

• Gelet op de overeenkomst tussen gemeente Wingene en de ontwerper van 12/01/2009 

betreffende de opdracht "heraanleg doortocht Lille: zone 70 en 90 (fase 1) en zone 50 (fase II) 

- aanstellen ontwerper". 

• Gezien het project 22578 (Doortocht Hille (Bruggestraat - Raverschoot)) een 

uitbreiding is op de bestaande overeenkomst nissen de gemeente Wingene en de ontwerper aan 

de voorwaarden zoals hieronder beschreven 

wordt zonder hierbij enige afbreuk te doen aan de bepalingen zoals opgenomen in de wet van 

24 december 1993, het KB van 8 januari 1996 en het KB, inclusief bijlage, van 26 september 

1996 betreffende de overheidsopdrachten, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, overeengekomen 

wat volgt: 

Partijen komen overeen dat voor alle materies, die niet uitdrukkelijk in onderhavige 

overeenkomst zijn geregeld, de voorwaarden van afleveringen 1 en 4 van het K.V.I.V. van 

toepassing zijn voor zover niet strijdig met de zonet vermelde bepalingen van de wetgeving 

overheidsopdrachten. 

Artikel PI : Voorwerp van de opdracht 

Voor het volgende rioolbekken : Wingene 

en voor het (de) volgende project(en): 

Projectnummer Gemeente Bekken Omschrijving 

22578 WINGENE Brugse Polder 

bekken 

Doortocht Hille 

(Bruggestraat - 

Raverschoot) 

verbindt de ontwerper er zich toe, in naam en voor rekening van Aquafin en gemeente/stad en 

onder de in deze overeenkomst bepaalde voorwaarden (inclusief de "Algemene Bepalingen - 

Studieopdracht-2011"): 

A. Module D - Databank 

Niet van toepassing. 

B. Module M - Modellering 


C. Module T - Transportproject (voorontwerp, ontwerp, uitvoering)

a) de "haalbaarheidsstudie" van het project op te maken ; 

b) het volledige "voorontwerpdossier" op te maken ; 

c) het volledige "ontwerpdossier" op te maken ; (inclusief grondinnemingen en 

vergunningen) 

d) het "aanbestedingsdossier lot bouwkunde" op te maken; (inclusief afstemming met het 

aanbestedingsdossier EM) 

e) de aanbesteding - zowel lot bouwkunde als lot EM - te organiseren ; 

f) uitvoering van de werken - zowel lot bouwkunde als lot EM - te leiden en te 

controleren tot aan de definitieve oplevering ; 

g) voor alle hiervoor vermelde activiteiten staat de ontwerper in voor de coördinatie 

tussen lot bouwkunde en lot EM ; 

h) voor alle hiervoor vermelde activiteiten staat de ontwerper in voor de organisatie van 

de nodige plaatsbezoeken, vergaderingen en besprekingen ; 

i) indien Aquafin beslist om het lot EM aan de opdracht toe te voegen, zal hieromtrent 

een bij akte opgemaakt worden. 

Al deze activiteiten dienen uitgevoerd te worden conform bijlage - module T 

VOORONTWERP - ONTWERP - UITVOERING voor transportprojecten - OP2011. 

D. Module C - Controleberekening o.b.v. beschikbare hydronautstudie 


E. Module K - Inventarisatie kelderaansluitingen 


Artikel P2 : Contractuele termijnen 





C. Module T - Transportproject 

1. Haalbaarheidsstudie 

Ten laatste op 26/11/2010 dient de ontwerper de definitieve documenten vermeld onder art. Tl. 

in bij Aquafin en gemeente/stad. 

2. Voorontwerp 

Ten laatste op 01/04/2011 dient de ontwerper de definitieve documenten vermeld onder art. 

T2. in bij Aquafin en gemeente/stad.

3. Ontwerp 

Ten laatste 3 maanden na het verkrijgen van de lastbrief "Ontwerpdossier en 

aanbestedingsdossier" dient de ontwerper het ontwerpdossier (conform artikel T3.) in bij 

Aquafin en gemeente/stad. 

4. Aanbestedingsdossier 

Ten laatste 6 maanden na het verkrijgen van de lastbrief "Ontwerpdossier en 

aanbestedingsdossier" dient de ontwerper het aanbestedingsdossier (conform artikel T4. en 

T5.) in bij Aquafin en gemeente/stad. 





Artikel P3 : Erelonen 





C. Module T - Uitvoeringsproject transport 

f T = 0,8, zijnde de factor die van toepassing is op de ereloonformule vermeld onder artikel Til. 





Artikel P4 : Bijkomende voorwaarden 

Het deel afkoppeling en van de bestaande overeenkomst tussen gemeente Wingene en de 

ontwerper, zal Aquafin momenteel nog niet overnemen. 

Opgemaakt te Aartselaar in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn, 

op datum van

voor AQUAFIN NV, voor 3 partij/gemeente/stad, 

Boudewijn Van de Steene 

Commercieel directeur 

Dirk De Waele, 

directeur Infrastructuur 

voor de ontwerper, 

Koen Jonckheere 

zaakvoerder 

Hendrik Verkest 

burgemeester 


secretaris 

Artikel 2 

De goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst wordt overgemaakt aan de NV Aquafin. 












Schepenen 






10. Mobiliteitsplan - Goedkeuren participatietraject nieuw beleidsplan 




Gelet op het gemeentelijk mobiliteitsplan, conform verklaard op 14/09/1998; 

Gelet op het gemeentedecreet van 15/07/2005, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 42 en 43 

betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikels 248 tot en met 264 betreffende het 

bestuurlijk toezicht; 

Gelet op de omzendbrief MO W/2007/3 betreffende de evaluatie en bijsturing van het 

gemeentelijk mobiliteitsplan; 

Gelet op de sneltoets, conform verklaard op 14/04/2008; 

Gelet op de verkenningsnota, conform verklaard op 24/11/2008; 

Gelet op de uitwerkingsnota, conform verklaard op 14/09/2009, 

Gelet op het decreet van 20/03/2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, dat bepaalt dat tijdens de 

opmaak van en gemeentelijk mobiliteitsplan, een participatietraject moet worden goedgekeurd 

door de gemeenteraad; 

Gelet op het collegebesluit van 7/12/2010 waarbij wordt voorgesteld om de participatie van de 

bevolking bij de opmaak van het mobiliteitsplan als volgt te organiseren: 

het beleidsplan zal uitgebreid toegelicht worden in een gesloten zitting van de 

gemeenteraad; 

de bevolking zal geïnformeerd worden door een artikel in het gemeentelijk informatieblad 

Tnfo Wingene' en op de gemeentelijke website, met de mogelijkheid tot inzage van het 

beleidsplan en tot het indienen van opmerkingen; 

Overwegende dat het participatietraject het mogelijk moet maken dat burgers inspraak hebben bij 

het voorbereiden, vaststellen, uitvoeren, volgen en evalueren van het mobiliteitsbeleid;

Overwegende dat de verdere procedure bestaat uit het voorleggen van het mobiliteitsplan aan de 

GBC, de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad, het voorleggen aan de PAC met het oog 

op conform verklaring, en de definitieve vaststelling door de gemeenteraad; 


BESLUIT: 

Artikel 1 

Het voorgestelde participatietraject bij de opmaak van het nieuwe mobiliteitsplan, goed te keuren: 

toelichting in de gemeenteraad van 20/12/2010; 

informeren van de bevolking, door een artikel in het gemeentelijk informatieblad 'Info 

Wingene' en op de gemeentelijke website, met de mogelijkheid tot inzage van het 

beleidsplan en tot het indienen van opmerkingen (vanaf 15 januari tot 10 februari 2011); 

behandeling voorontwerp beleidsplan mobiliteit in de gemeentelijke 

begeleidingscommissie (GBC - februari 2011); 

voorlopige aanvaarding beleidsplan mobiliteit door de gemeenteraad; 

goedkeuring beleidsplan mobiliteit door de provinciale adviescommissie (PAC - maart 

2011) 

definitieve aanvaarding beleidsplan mobiliteit door de gemeenteraad (mei 2011); 

Artikel 2 

In toepassing van art. 252§1 van het gemeentedecreet wordt deze beslissing ter kennis gebracht 

van de heer provinciegouverneur. 





i.







Schepenen 






11. Goedkeuren wihisins en nieuwe coördinatie van de belastingsverordening op gebouwen 

en/ofgebouwen die beschouwd worden als leegstaand of onafgewerkt zoals deze werd 

goedgekeurd in GR-zitting van december 2009 




Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen; 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de 

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 

2010; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen 

betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het Besluit van de Vlaamse 

Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 

gebouwen en/of woningen; 

Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen en veiligheidsnormen 

voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; 

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid, hierna 

Decreet gronden pandenbeleid genoemd; 

Gelet op het gemeentelijk reglement 'Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd 

worden als leegstand of onafgewerkt', goedgekeurd in zitting dd. 21 december 2009 voor de 

aanslagjaren 2009-2013; 

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet 

voorkomen en bestreden worden; 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;


BESLUIT : 

Artikel 1: 

In artikel 1.1, punt 2 en 8 van het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2009 wordt het 

woord "elke" vervangen door "elk\ 

Artikel 2: 

1- In artikel 1.2, eerste paragraaf, van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar de artikelen 

"3.2.20 3.2.21" aangepast door "3.2.20, 3.2.21". 

2- In artikel 1.2, tweede paragraaf, wordt "voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2013" vervangen 

door "voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013". 

Artikel 3: 

De titel van artikel 3 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen: 

" Inventarisatie van woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstand of 

onafgewerkt." 

Artikel 4: 

1- In artikel 3.3 wordt een nieuwe paragraaf §1 ingevoegd: 

"§1. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand overeenkomstig de 

bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet gronden pandenbeleid en in het 

besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister op te sporen en in een 

gemotiveerde administratieve akte vast te stellen." 

2- In artikel 3.3 wordt paragraaf §1 hernummerd naar §2 en wordt deze paragraaf als volgt 

herschreven'. 

" Het vermoeden van leegstand of onafgewerktheid van leegstaande woningen en/of gebouwen 

alsook de leegstaande woningen in gebouwen kan mede gebeuren op basis van o.a. een of 

meerdere van onderstaande indicaties: 

- Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister 

- De onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bvb. door een geblokkeerde toegang. 

- Het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf 

- Het langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als 'te huur' of 'te koop' 

- Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen 

- Het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik 

overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten. 

- De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van 

de Inkomstenbelastingen 1992 

- Vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie 

- Vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de functie 

- Vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister 

- Vermoeden dat het gebouw voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet 

overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend 

- Langdurig neergelaten rolluiken 

- Uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus 

- Woning is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld 

- Ernstig vervuild glas- en/of bintenschrijnwerk

- Onafgewerkte ruwbouw 

- Winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd 

- Dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen 

- Storende woonomgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden tuin 

Alle elementen die de leegstand of onafgewerktheid staven worden opgenomen in het verslag tot 

vaststelling van de leegstand en onafgewerktheid bijgevoegd als bijlage bij de administratieve 

akte vermeld onder §1 van dit artikel." 

4- In artikel 3.3, §2, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen en hernummerd naar §3: 

"§3. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste 

ambtenaren bezitten de onderzoeks-, controle-, en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 

van het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 betreffende de vestiging, 

de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen." 

5- Artikel 3.3, §3, wordt hernummerd naar §4. 

Artikel 5: 

Artikel 3.5 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen: 

"§ 1- Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde 

bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld 

in artikel 2.2.6§2, eerste lid, van het decreet gronden pandenbeleid aangewend wordt 

gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Desgevallend zal de 

beheerder van het leegstandsregister het gebouw schrappen, na het verstrijken van het effectieve 

gebruik van het gebouw gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als 

ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, 

vermeld in artikel 2.2.6§2 van het decreet gronden pandenbeleid. 

§2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst 

dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend 

wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet gronden 

pandenbeleid. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning schrappen, na 

het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning gedurende een periode van zes 

opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de 

aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet gronden 

pandenbeleid. 

§3. De schrapping vindt plaats op datum van: 

• Effectieve bewoning van de woning 

• Na in gebruik name van het gebouw 

• Na een functiewijziging van het gebouw 

• Of na beëindiging van de onafgewerktheid 

§ 4. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd 

verzoek aan de administratie op de wijze vermeld in artikel 3.4., §1. 

§5. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een 

controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot 

schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt 

voor het feitenonderzoek.

§6. De beheerder van het leegstandsregister onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen 

een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De beheerder van het 

leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing. " 

Artikel 6: 

Aan de titel van artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij belasting" ingevoegd. 

Artikel 7: 

In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een nieuw "artikel 5.1. Vrij stellingen" ingevoegd: 

"§ 1. In enkele gevallen kan de houder van het zakelijk recht (tijdelijk) vrijgesteld worden van de 

heffing. Let wel: in de periode van de vrijstelling blijft de woning wel geïnventariseerd. 

Indien op het einde van deze vrijstelling, het gebouw en/of woning niet uit de inventaris is 

geschrapt, of indien de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld is in artikel 2, niet in 

aanmerking komt voor een aanvullende vrijstelling voor het lopende dienstjaar, wordt de houder 

van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 2, een belasting opgelegd die overeenkomt met het 

lopende bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar 

geen vrijstelling genoten hebben. 

§2 De belastingplichtige die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient 

zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het 

leegstandsregister." 

Artikel 8: 

1- Paragraaf 1 van artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een nieuw artikelnummer toegewezen: 

"5.2.Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld als belastingplichtige:" 

2- Artikel 5, §1,1°, 2° en 3°lid, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen: 

1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het 

verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft, 

met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van driejaar volgend op de datum 

van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige 

voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. 

2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische 

instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de 

instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze 

vrijstelling, onbeperkt in de tijd, slechts geldt vanaf de datum van opname 

en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de 

opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. 

3° De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een 

gerechtelijke beslissing. Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke 

beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling, onbeperkt in de tijd, slechts geldt vanaf de 

datum van de beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de 

belastingplichtige. 

4° de belastingplichtige, bedoeld in art. 2, die nog geen jaar houder is van het zakelijk recht, met 

dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar vanaf de datum waarop het 

zakelijk recht werd verkregen via notariële akte. Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van 

het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of 

onrechtstreeks controle uitoefent over de vennootschap die het pand koopt. 

3- In artikel 5, §1, wordt een 5°lid houdende een nieuwe vrijstelling ingevoegd: 

"5° Indien de houder van het zakelijk recht: 

1) Een sociale huisvestingsmaatschappij is, die door de VMSW erkend is; 

2) Een andere sociale woonorganisatie is; 

3) Een autonoom gemeentebedrijf is; 

4) De gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is

voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en/of een huidig/ 

toekomstig project met het oog op het realiseren van kwalitatieve woningen binnen een meer 

kwalitatieve woonomgeving." 

Artikel 9; 

1- Artikel 5, §2, van hetzelfde besluit krijgt volgend nieuw artikelnummer en -titel 

toegewezen:"5.3..Ë , 

e« vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:" 

2- Artikel 5, §2, 4°lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. 

3- In artikel 5, §2, 7° lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "volgend op het uitvoerbaar 

worden van de stedenbouwkundige vergunning" vervangen door "volgend op de aanvang van de 

werken". 

Artikel 10: 

1- In artikel 7, §1, wordt "belastingplichtige" vervangen door "belastingschuldige" . 

2- In artikel 7, §2, worden de woorden "met wijziging ervan van 28 mei 2010" en "bis" 

ingevoegd. 

Artikel 11: 

1- In het besluit van de gemeenteraad van ? december 2009 wordt artikel 8 een nieuwe titel 

toegewezen: "Artikel 8: Overgangsmaatregelen ". 

2- Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen: 

"§1. Artikel 7.3.2 van het decreet gronden pandenbeleid van 27 maart 2009 bepaalt dat de 

gegevens uit de gewestelijke inventarisatielijst leegstand worden overgedragen naar en 

opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. De leegstand voor deze panden moet dus niet 

opnieuw bewezen worden. De procedure beschreven in artikel 2.2.7 van het decreet gronden 

pandenbeleid moet dan ook niet meer doorlopen worden. Tegen deze opname in het 

leegstandsregister is geen administratief beroep mogelijk. 

§2. Schorsingen of vrijstellingen die werden verleend onder het gewestelijk heffingsdecreet 

vervallen bij de overname van het leegstandsregister door de gemeente. Enkel vrijstellingen 

voorzien bij huidig reglement zijn van toepassing. 

§3 De woningen en gebouwen zoals vermeld in §1 worden opgenomen in het leegstandregister 

met het behoud van een initiële inventarisdatum. " 

Artikel 12: 

In het besluit van de gemeenteraad van ? december 2009 wordt een artikel 9 ingevoegd als volgt:" 

Het reglement van 21 december 2009 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het huidig 

reglement op 1 januari 2011. " 

Artikel 13: 

"Artikel 8" van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar "artikel 10". 

Artikel 14: 

De bepalingen van het besluit van 21 december 2009 en van het huidige besluit worden als volgt 

gecoördineerd en hernummerd: 

Artikel 1 Algemene bepalingen. 

1.1. Definities: 

De volgende begrippen worden gebruikt: 

1. Administratie:

De gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het 

beheer van de inventaris bedoeld in art.3.1 § 1. 

2. Gebouw: 

Elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet 

beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder 7. en niet valt onder de toepassing 

van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding 

en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 

3. Inventarisatiedatum: 

De datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris wordt 

opgenomen. 

4. Leegstaand gebouw: 

Een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale oppervlakte niet overeenkomstig de functie 

van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende 

maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het 

gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor 

gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van 

artikel 94 van het decreet ruimtelijke ordening, milieuvergunning of melding in de zin van het 

decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen 

vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of 

melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw 

voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. 

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van 

hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en 

voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand 

gebouw of als een leegstaande woning beschouwd. 

5. Leegstaande woning: 

Een woning die gedurende 12 opeenvolgende maanden niet effectief wordt gebruikt in 

overeenstemming met de woonfunctie, hetzij elke andere functie die een effectief en nietoccasioneel 

gebruik van de woning met zich meebrengt. 

6. Onafgewerkte woning of gebouw: 

Een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat en die niet winddicht is binnen de drie 

jaar na de aanvang van de werken. 

7. Woning: 

Elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin 

of alleenstaande. 

8. Woonhuis: 

Elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden. 

1.2. belastbare grondslag 

§1. Conform artikel 3.2.17 van het decreet betreffende het gronden pandenbeleid d.d. 

27.03.2009 is de gemeente gemachtigd tot het heffen van een leegstandsheffmg op gebouwen en 

woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. Voorliggende reglementering wijkt af 

van de bepalingen in artikelen 3.2.20, 3.2.21 van genoemd decreet. Derhalve zijn deze artikelen 

niet van toepassing.

§2. Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting 

gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden 

zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. 

§3. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst 

verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende 

maanden is opgenomen in het gemeentelijke leegstandsregister. 

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is 

geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat de nieuwe termijn 

van twaalf maanden verstrijkt. 

Artikel 2: Belastingplichtige 

§ 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande 

gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar 

verschuldigd wordt. 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd 

door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het 

ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling 

van de totale belastingschuld. 

Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk 

aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 

§3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is 

opgenomen in het leegstandsregister. 

Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de 

gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat 

minstens de volgende gegevens: 

- Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel 

- Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris 

- Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw 

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking 

van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht 

van het zakelijk recht wordt bevestigd. 

Artikel 3: Inventarisatie van woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstand of 

onafgewerkt. 

3.1. Inventaris 

§1. De administratie maakt een gemeentelijke inventaris van leegstaande of onafgewerkte 

gebouwen en/of woningen; 

§2. Een woning of gebouw die al voorkomt op de inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbaar 

verklaarde gebouwen en/of woningen kan niet worden opgenomen op een lijst bedoeld onder 3.1. 

§1 

3.2. Inventarisatiedatum 

De inventarisatie van de leegstaande of onafgewerkte woningen en/of gebouwen gebeurt op de 

datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van leegstand of 

onafgewerktheid.

3.3. Wijze van inventarisatie van leegstaande en onafgewerkte woningen en gebouwen. 

§1. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand overeenkomstig de 

bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet gronden pandenbeleid en in het 

besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister op te sporen en in een 

gemotiveerde administratieve akte vast te stellen. 

§2. Het vermoeden van leegstand of onafgewerktheid van de leegstaande woningen en/of 

gebouwen alsook de leegstaande woningen in gebouwen kan mede gebeuren op basis van o.a. een 

of meerdere van onderstaande indicaties: 

• Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister 

• De onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bvb. door een geblokkeerde toegang. 

• Het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf 

• Het langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als 'te huur' of 'te koop' 

• Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen 

• Het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik 

overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten. 

• De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van 

de Inkomstenbelastingen 1992 

• Vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie 

• Vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de functie 

• Vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister 

• Vermoeden dat het gebouw voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet 

overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend 

• Langdurig neergelaten rolluiken 

• Uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus 

• Woning is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld 

• Ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk 

• Onafgewerkte ruwbouw 

• Winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd 

• Dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen 

• Storende woonomgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden tuin 

• Verklaringen van omwonenden, postbode, wijkagent,... 

• ... enz. 

Alle elementen die de leegstand of onafgewerktheid staven worden opgenomen in het verslag tot 

vaststelling van de leegstand en onafgewerktheid bijgevoegd als bijlage bij de administratieve 

akte vermeld onder §1 van dit artikel. 

§3. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste 

ambtenaren bezitten de onderzoeks-, controle-, en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 

van het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 betreffende de 

vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§4. De houder van het zakelijk recht wordt bij aangetekend schrijven in kennis gesteld van de 

opname op de lijst van leegstaande of onafgewerkte gebouwen en/of woningen middels een 

administratieve akte. 

3.4. Betwistingen inventarisatie leegstand en onafgewerktheid. 

§ 1. De houder van het zakelijk recht kan de vaststelling van leegstand of onafgewerktheid binnen 

één maand na het ontvangen van de administratieve akte van leegstand of onafgewerktheid bij de 

administratie via aangetekende brief betwisten en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met 

uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand gebouw en/of de woning effectief 

gebruikt wordt. 

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens: 

1° de identiteit en het adres van de indiener; 

2° de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het 

beroepschrift betrekking heeft; 

3° een of meer bewijsstukken die de vaststelling van leegstand betwisten. 

§2. De administratie registreert elk inkomend beroepsschrift in het leegstandsregister en meldt de 

ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift. De administratie toetst de ontvankelijkheid 

van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen: 

1° Het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen in art. 

3.4. §1; 

2° het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde die houder is van de volle 

eigendom; het recht van opstal of van erfpacht; het vruchtgebruik of hun vertegenwoordigers; 

3° het beroepschrift is niet ondertekend. 

Als de administratie vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat mee aan de 

indiener met vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt. 

§3. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken 

als de feiten vatbaar zijn voor de directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek. Het 

beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt 

voor het feitenonderzoek. 

§4. Wanneer de vaststelling niet werd betwist, of het beroepschrift onontvankelijk of ongegrond 

is, neemt de administratie het gebouw en/of de woning op in de gemeentelijke inventaris op de 

datum van de administratieve akte. 

3.5. Schrapping uit de inventaris. 

§ 1° Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst 

dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 

2.2.6§2, eerste lid, van het decreet gronden pandenbeleid aangewend wordt gedurende een 

termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Desgevallend zal de beheerder van het 

leegstandsregister het gebouw schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van het 

gebouw gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de 

schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 

2.2.6§2 van het decreet gronden pandenbeleid. 

§2° Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst 

dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend 

wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet gronden 

pandenbeleid. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning schrappen, na 

het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning gedurende een periode van zes 

opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de 

aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet gronden 

pandenbeleid.

§3° De schrapping vindt plaats op datum van 

• Effectieve bewoning van de woning 

• Na in gebruik name van het gebouw 

• Na een functiewijziging van het gebouw 

• Of na beëindiging van de onafgewerktheid 

§ 4° Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd 

verzoek aan de administratie op de wijze vermeld in artikel 3.4., §1. 

§5° De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een 

controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot 

schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt 

voor het feitenonderzoek. 

§6° De beheerder van het leegstandsregister onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen 

een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De beheerder van het 

leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing. 

Artikel 4: Berekening van de belasting. 

Op datum van de inventarisatie is er geen belasting verschuldigd. De eerste heffing is 

verschuldigd vanaf de eerste verjaardag van de inventarisatiedatum. Behoudens eventuele 

vrijstelling zou volgende heffingen van toepassing: 

• Eerste verjaardag van de inventarisatiedatum: € 1.500 

• Tweede verjaardag van de inventarisatiedatum: € 2.250 

• Derde verjaardag van de inventarisatiedatum: € 3.000 

• Alle verjaardagen volgend op de derde verjaardag van de inventarisatiedatum: € 3000 

Artikel 5: vrijstellingen bij belasting 

5.1. Vrijstellingen 

§ 1. In enkele gevallen kan de houder van het zakelijk recht (tijdelijk) vrijgesteld worden van de 

heffing. Let wel: in de periode van de vrijstelling blijft de woning wel geïnventariseerd. 

Indien op het einde van deze vrijstelling, het gebouw en/of woning niet uit de inventaris is 

geschrapt, of indien de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld is in artikel 2, niet in 

aanmerking komt voor een aanvullende vrijstelling voor het lopende dienstjaar, wordt de houder 

van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 2, een belasting opgelegd die overeenkomt met het 

lopende bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar 

geen vrijstelling genoten hebben. 

§2 De belastingplichtige die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient 

zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het 

leegstandsregister. 

5.2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld als belastingplichtige: 

1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het 

verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft, 

met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum

van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige 

voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. 

2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische 

instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de 

instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze 

vrijstelling, onbeperkt in de tijd, slechts geldt vanaf de datum van opname 

en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de 

opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. 

3° De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een 

gerechtelijke beslissing. Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke 

beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling, onbeperkt in de tijd, slechts geldt vanaf de 

datum van de beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de 

belastingplichtige. 

4° de belastingplichtige, bedoeld in art. 2, die nog geen jaar houder is van het zakelijk recht, met 

dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar vanaf de datum waarop het 

zakelijk recht werd verkregen via notariële akte. Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van 

het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of 

onrechtstreeks controle uitoefent over de vennootschap die het pand koopt. 

5° Indien de houder van het zakelijk recht: 

• Een sociale huisvestingsmaatschappij is, die door de VMSW erkend is; 

• Een andere sociale woonorganisatie is; 

• Een autonoom gemeentebedrijf is; 

• De gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is 

voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en/of een huidig / 

toekomstig project met het oog op het realiseren van kwalitatieve woningen binnen een meer 

kwalitatieve woonomgeving. 

5.3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd 

onteigeningsplan; 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een 

voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld 

ontwerp van lijst tot bescherming als monument; 

4° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze 

vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van driejaar volgend op de datum van de 

vernieling of beschadiging; 

5° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van 

een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke 

procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee 

jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 

6° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor 

stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt 

gedurende een termijn van driejaar volgend op de aanvang van de werken 

7° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of 

aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode; 

8° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor 

maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, 

overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

Artikel 6: Inkohiering 

§1. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar 

verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. 

§2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het 

aanslagbiljet. 

Artikel 7: Bezwaar tegen de belasting 

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van 

burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend 

en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 

drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het 

aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien 

dagen na de indiening ervan. 

§2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, gewijzigd bij 

decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de 

belastingen), hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 

en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover 

niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. 

Artikel 8: Overgangsmaatregelen 

§1. Artikel 7.3.2 van het decreet gronden pandenbeleid van 27 maart 2009 bepaalt dat de 

gegevens uit de gewestelijke inventarisatielijst leegstand worden overgedragen naar en 

opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. De leegstand voor deze panden moet dus niet 

opnieuw bewezen worden. De procedure beschreven in artikel 2.2.7 van het decreet gronden 

pandenbeleid moet dan ook niet meer doorlopen worden. Tegen deze opname in het 

leegstandsregister is geen administratief beroep mogelijk. 

§2. Schorsingen of vrijstellingen die werden verleend onder het gewestelijk heffingsdecreet 

vervallen bij de overname van het leegstandsregister door de gemeente. Enkel vrijstellingen 

voorzien bij huidig reglement zijn van toepassing. 

§3 De woningen en gebouwen zoals vermeld in §1 worden opgenomen in het leegstandregister 

met het behoud van een initiële inventarisdatum. 

Artikel 9: 

Het reglement van 21 december 2009 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het huidig 

reglement op 1 januari 2011. 

Artikel 10 

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 






Hendrik Verkest







Schepenen 






U.Aanstellen drie gemeentelijke afgevaardigden in de Algemene Vergadering vzwAmyhora, 

yubliek-yrivate samenwerking voor ouderenzorg 

Met geheime stemming, 

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 35 §2, 2°; 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2010 betreffende "Goedkeuren 

aangepaste Oprichtingsakte vereniging voor ouderenzorg Amphora vzw en vraag tot machtiging"; 

Gelet op de definitieve goedkeuring van Minster van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois, dd 

17 november 2010; 

Gelet op de statuten van de op te richten vzw Amphora, waarbij bepaald is dat het 

gemeentebestuur 3 afgevaardigden met telkens 1 opvolger kan aanstellen in de Algemene 

Vergadering van betreffende vereniging, waarbij de voorgedragen kandidaten minstens 

gemeenteraadslid moeten zijn; 

Gezien de oproep dd 9 december 2010 aan de fractieleiders van de vertegenwoordigde politieke 

fracties in de gemeenteraad om hun kandidaten voor de Algemene Vergadering van Amphora 

vzw voor te dragen; 

Gezien de ontvangen kandidaturen van: 



Fractie CD&V: Effectief Plaatsvervanger 

1- Christiane Dewit Diana Cannoot 

2. 

3. 

Claudine Vandewiele Melissa Verfaillie 

Fractie Stem21: Effectief 

1. 

2. 

3. 

Mare Vanoverschelde 

Erny Lanckriet 

Martine Devisscher 

Plaatsvervanger 

Martine Devisscher 

Mare Vanoverschelde 

Erny Lanckriet

Fractie Open VLD+: Effectief 

1. Fabienne Allaert 

2. 

3. 

Fractie VI. B.: 

1. 

GAAT OVER: 

Effectief 


Sandy Quintyn 


tot de geheime stemming voor de aanstelling van drie afgevaardigden met respectievelijke 

opvolgers in de Algemene Vergadering van de vereniging voor ouderenzorg Amphora vzw. De 

stemming wordt gehouden in één stemronde. 

23 raadsleden nemen deel aan de stemming met volgende uitslag: 8 stemmen voor Christiane 

Dewit, 8 stemmen voor Claudine Vandewiele, 3 stemmen voor Mare Vanoverschelde en 4 

stemmen voor Fabienne Allaert 

Er zijn / blanco stemmen en / ongeldige stembiljetten. 

BESLUIT: 

Enig artikel 

- Raadslid Christiane Dewit, Hofakkerlaan 7 te 8750 Wingene wordt aangeduid als eerste 

effectieve afgevaardigde, met als plaatsvervanger raadslid Diana Cannoot, Rupsenstraat 74 te 

8750 Wingene 

- Raadslid Claudine Vandewiele, Beernemsteenweg 17 te 8750 Wingene. wordt aangeduid als 

tweede effectieve afgevaardigde, met als plaatsvervanger raadslid Melissa Verfaillie, Nieuwstraat 

23 te 8750 Wingene 

- Raadslid Fabienne Allaert, Beernemsteenweg 19 te 8750 Wingene wordt aangeduid als derde 

effectieve afgevaardigde, met als plaatsvervanger raadslid Sandy Quintyn, Yzerbergstraat 39 te 

8750 Wingene 

in de Algemene Vergadering van de vereniging voor ouderenzorg Amphora vzw. 





)







Schepenen 






13. Kennisseven van de OCMW-raadsbesHssins dd 24-11-2010 novens de vaststellins van de 

dienstjaarrekenins 2009. 


Gelet op de organieke wet van 08 juli 1976 betreffende de OCMW's en alle latere wijzigingen, 

meer bepaald op artikel 89 § 1 en § 2; 

Gelet op de raadsbeslissing van het OCMW-Wingene dd. 24 november 2010 houdende 

vaststelling van de dienstjaarrekening 2009; 

Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet dd 15 juli 2005 en alle latere wijzigingen; 

Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende organisatie van de Openbare Centra voor 

Maatschappelijk Welzijn; 


BESLUIT: 



Enig artikel. 

De raad neemt kennis van de OCMW-raadsbeslissing dd. 24 november 2010 nopens de 

vastgestelde dienstjaarrekening 2009. Er worden geen bemerkingen geformuleerd aan de 

Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen. 


( \ 

'Chris De Meulemeester 



De burgemeester-voorzitter,







Schepenen 






14. Vaststellen van de tarieven voor verenigingen die kopjes nemen in de gemeentelijke 

Bibliotheek. Wijziging van het Belastingsreglement en het Dienstreglement van de Bibliotheek 




Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; 

Gelet op artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet inzake publicatie van gemeentelijke 

reglementen en verordeningen; 

Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 30-maart-2009 houdende het hervaststellen van de 

gemeentebelasting op de afgifte van administratieve stukken en het verschaffen van 

administratieve inlichtingen, voor de dienstjaren 2009-2012. In het bijzonder op artikel 3, k) van 

dit Besluit. 

Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 26-mei-2008 houdende het aanpassen van het 

dienstreglement van de gemeentelijke openbare bibliotheek, ondermeer n.a.v. de uitbreiding van 

de dienstverlening met DVD. In het bijzonder op artikel 15 van dit Besluit. 

Gelet op de Dienstnota Nr. 2008/2 dd. 14-januari-2008 houdende het nemen van fotokopies door 

verenigingen op fotokopiemachines van het gemeentebestuur. 

Overwegende dat het gemeentebestuur de lokale verenigingen wil ondersteunen in hun werking; 

Overwegende dat billijke tarieven voor het nemen van kopies door verenigingen, moeten 

vastgesteld worden waarbij een evenwicht moet gezocht worden tussen de werkelijke kostprijs 

voor het gemeentebestuur en commerciële tarieven; 

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen; 

Amendement fractie Stem 21: Raadslid Martine Devisscher stelt voor om de prijsaanpassing 

slechts te laten ingaan op 1 januari 2011

Het amendement wordt goedgekeurd met 23 ja-stemmen en in artikel 2 wordt vermeld dat de 

prijsaanpassing ingaat vanaf 1 januari 2011. 

BESLUIT : 

Artikel 1 

In het Gemeenteraadsbesluit van 30-maart-2009 houdende het hervaststellen van de 

gemeentebelasting op de afgifte van administratieve stukken en het verschaffen van 

administratieve inlichtingen, voor de dienstjaren 2009-2012, wordt deze tekst in artikel 3, k) 

geschrapt. 

"Ingeval het gaat om het maken van kopies voor gebruik door gemeentelijke verenigingen wordt 

0,03 euro per kopie op A4- formaat aangerekend. Voor A3-formaat bedraagt dit 0,05 Euro. 

Ingeval van recto-verso kopie wordt voor A4-formaat 0,05 Euro aangerekend en voor A3-formaat 

0,10 euro." 

Artikel 2 

In het Gemeenteraadsbesluit van 26-mei-2008 houdende het aanpassen van het dienstreglement 

van de gemeentelijke openbare bibliotheek, ondermeer n.a.v. de uitbreiding van de 

dienstverlening met DVD, wordt de tekst in artikel 15 integraal geschrapt en vervangen door deze 

tekst. 

"De gebruiker kan voor informatie, begeleiding en andere hulp (o.m. fotokopies) steeds een 

beroep doen op het personeel. Voor particulieren die fotokopies nemen van boeken, tijdschriften, 

kranten uit de bibliotheek en afdrukken van de PC's maken bedraagt het tarief voor een zwart-wit 

A4~formaat (enkelzijdig) 0,10 €, voor een A3-formaat (enkelzijdig) 0,20 €. Voor een 

dubbelzijdige afdruk, wordt het tarief verdubbeld. Voor het maken van kleurenfotokopies of 

afdrukken van de PC's, wordt het tarief van de verenigingen gehanteerd. 

Het tarief voor het maken van fotokopies door erkende verenigingen is : 

Zwart-Wit kopie Kleurenkopie 

A4-formaat enkelzijdig 0,05 € 0,15€ 

A4-formaat dubbelzijdig 0,10€ 0,30 € 

A3-formaat enkelzijdig 0,10€ 0,30 € 

A3-formaat dubbelzijdig 0,20 € 0,60 € 

Deze tarieven worden ingevoerd met ingang vanaf 01-januari-2011." 

Artikel 3 

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing. 


Chris De Meulemeestei 



Hendrik Verkest







Schepenen 






15.Kerkfabriek Sint-Jan: goedkeuren kerkraadsbeslissinz houdende aanvraag van een 

aanvullende subsidie ter financiering van de leningslasten van de restauratiewerken aan de 

kerk 




Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald op artikel 43 § 2 10° mbt het begrip "Dagelijks 

Bestuur"; 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 27 mei 2007, gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing van 

21 december 2009, houdende vaststelling van het reglement waarin het begrip "Dagelijks 

Bestuur" wordt vastgelegd; 

Gelet op de gemeenteraadbeslissing dd 28 juni 2010 houdende schuldenherschikking via 

overname van de doorgeefleningen aan de diverse kerkfabrieken door de gemeente; 

Gelet op de beslissing van de Kerkfabriek St.-Jan dd. 05 december 2010 houdende aanvraag tot 

uitbetaling van een eerste deel nl. 60.000,00 euro van de investeringstoelage goedgekeurd bij 

budgetwijziging van 8 oktober 2010 en aanvaard door de gemeenteraad van 25 november 2010; 

Overwegende dat de gemeenteraad bevoegd is voor beheersopdrachten boven de 50.000,00 euroe 

op de buitengewone dienst; 

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 

BELSUIT 

Artikel 1. 

De gemeenteraad keurt goed de dienstenopdracht mbt de uitbetaling van een deel van de 

investeringstoelage aan de Kerkfabriek St.-Jan ter financiering van het dossier restauratie St- 

Janskerk.

Artikel 2. 

De aangevraagde investeringstoelage van 60.000,- euro zal worden overgeschreven op de 

rekening van de Kerkfabriek St.-Jan 091-0074910-55. 

Artikel 3. 

Afschrift van onderhavig besluit wordt voor verder gevolg overgemaatk aan de Financieel 

Beheerder van de gemeente en aan de penningmeester van de kerkfabriek St.-Jan. 



De secretaris, De burgemeester-voorzitter,



Zitting van 20~december-2010 




Schepenen 






16. Vaststellen van een aanvullend verkeersreglement op het wegverkeer: varkeerplaatsen voor 

kort parkeren ter hoogte van Beernemstraat 68-70 




Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988; 

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; 

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit 

van 16 maart 1968; 

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie 

van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; 

Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de 

bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende 

reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; 

Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009; 

Gelet op het plan in bijlage dd 20/12/2010; 

Overwegende dat de parkeergelegenheid voor de handelszaak permanent wordt ingenomen door 

langparkeerders zodat de klanten van de handelszaak hun voertuig niet meer op een reglementaire 

wijze kunnen parkeren; 

Overwegende dat de helft van de parkeerstrook: 4 parkeervakken vanaf de krantenwinkel 

Bellucci tot de helft van de gevel van de bank zal worden voorbehouden voor kortparkeren. 

Op voorstel van het college;

BESLUIT: 

Artikel 1 

Ter hoogte van de handelszaak Beernemstraat 68-70 worden 4 parkeerplaatsen voorbehouden 

voor kort parkeren. 

Dit kort parkeren wordt ter kennis gebracht door verkeersborden van het type E9i voorzien van 

het onderbord met opschrift "15 min. van 6u30 tot 18u30." 

Artikel 2 

Dit aanvullend reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit 

en Verkeersveiligheid. 





De burgemeester-voorzitter,






17. Varia 


Schepenen 








- Raadslid Johan Vanhove merkt op dat het strooizout bijna is uitgeput. Hij vraagt zich af of er al 

aan gedacht is om landbouwers in te schakelen in het ruimen van sneeuw. 

De schepenen Hedwig Kerckhove en Walter Yde antwoorden dat dit nog niet werd overwogen 

gezien dit ook aangepaste werktuigen vergt. 

De gemeente heeft vorig jaar zelf een sleepsysteem aangekocht dat de sneeuw schuin afduwt en 

voorzien is van een rubberband. 

Het ruimen is ook moeilijk uit te voeren op asfaltwegen met bolle vorm 




Chris De fvlculemeester Hendrik Verkest







Schepenen 

T. Braet, Schepe n - OCMW-voorzitter 





18. Toevoesins asendayunt bij hoogdringendheid: Mandaat voor deelname aan de Oven 

Oyroey van de Vlaamse Bouwmeester door de semeenteraad 

Met 23 stemmen voor, GEENstemmen tegen en GEEN onthoudingen, 



Gelet op de hoogdringendheid van dit agendapunt; 

Gelet op artikel 29 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; 

Overwegende dat tot spoedbehandeling enkel kan besloten worden door ten minste twee derde 

van de aanwezige leden; 

BESLUIT 

Enig artikel 

De raad stemt met éénparigheid meerderheid de goedkeuring van de hoogdringendheid. 




Gelet op het Ministerieel Besluit van 17 november 2010 door de Vlaamse Minister van 

Binnenlands Bestuur waarbij het OCMW-Wingene gemachtigd wordt tot oprichting van de 

vereniging vzw Amphora; 

Overwegende dat de drie partners (OCMW, gemeente en vzw Sint-Anna) nog niet konden 

overgaan tot de oprichting van de vzw; 

Overwegende dat het aangewezen is het project voor de bouw van een nieuw woon- en 

zorgcentrum met bijhorende nieuwe diensten reeds op te starten;

Overwegende dat het aangewezen is voor de projectdefiniëring en de selectie van de ontwerper 

beroep te doen op de gratis dienstverlening van de Vlaams Bouwmeester; 

Overwegende dat tegen uiterlijk 14 januari 2011 het dossier voor deelname aan de Open Oproep 

dient ingediend; 

Overwegende dat de formulering van de projectoproep zal gebeuren in onderling overleg tussen 

de drie oprichtende leden en de diensten van de Vlaams Bouwmeester; 

Overwegende dat de drie oprichtende leden de aanvraag wensen te doen 'in naam en voor 

rekening van de vzw Amphora in oprichting'; 

Gelet op artikel 3, §2 van de vzw-wet; 

Overwegende dat ze daartoe een mandaatopname dienen goed te keuren; 

Overwegende dat een volgende Open Oproep pas in juni 2011 mogelijk is, en dat het na overleg 

met de Vlaams Bouwmeester mogelijk is nog deel te nemen aan de Open Oproep voor januari 

2011; 

Overwegende dat het noodzakelij kis een technisch-financieel plan bij VTPA in te dienen teegn 

eind november 2011 in functie van het vastleggen van subsidies voor 2012; 

Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is dat de gemeenteraad bij hoogdringendheid het 

agendapunt Mandaatopname toegvoegd aan de agenda; 

BESLUIT 

Artikel 1 

De gemeente Wingene mandateert de Vlaams bouwmeester om de opdracht voor VZW in 

oprichting Amphora, namelijk de volledige studieopdracht voor de bouw van een zorgcampus 

voor senioren te Wingene op te nemen in de procedure van de "Open Oproep" dewelke zal 

worden uitgeschreven door de Vlaams bouwmeester. 

Artikel 2 

De gemeente Wingene verklaart zich akkoord met de principes en voorwaarden van de Open 

Oproep, zoals deze door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 18 maart 2005. 

Artikel 3 

Door deel te nemen aan de procedure van de "Open Oproep" verklaart de gemeente Wingene zich 

akkoord met: 

3.1 het reglement van de open oproep (in bijlage) 

3.2 een raming van 20.000.000 All inn: incl BTW en erelonen; gebouwen instapklaar en 

omgevingsaanleg inbegrepen 

3.3 een honorariumvork van minimaal 7,5 %, maximaal 9,5 % 

(globaal honorarium voor alle disciplines) 

3.4 het typecontract van de Vlaams bouwmeester (in bijlage) 

Artikel 4 

De vzw in oprichting Amphora zal het ontwerpend onderzoek van de vijf laureaten vergoeden. 

Deze vergoeding is bepaald op 7.000 euro per ontwerper. De jury zal de offertes op hun 

geldigheid onderzoeken. De opdrachtgever staat in voor de betaling van de geldige offertes.

Artikel 5 

De jury wordt voorgezeten door de Vlaams Bouwmeester op grond van de opdracht waarmee hij 

door de Vlaamse Regering is belast. De vzw in oprichting Amphora zal een juiy samenstellen 

bestaande uit: de Vlaams bouwmeester, drie of vier vertegenwoordigers van vzw Amphora en één 

externe deskundige. De vzw in oprichting Amphora zal in overleg met de Vlaams bouwmeester 

voor de jury een externe deskundige aanstellen. De vergoeding voor deze externe deskundige 

bedraagt 375 euro excl btw per half dagdeel (zie reglement met geraamd aantal dagdelen van 5) 

en is ten laste van de vzw in oprichting Amphora. 


Namens de gemeenteraad,

Gemeentebestuur 8750 Wingene Uittreksel uit de notulen van de ...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?