05.06.2015 Views

1801 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene Ontwerp in ...

1801 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene Ontwerp in ...

1801 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene Ontwerp in ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>1801</strong> <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>Ontwerp</strong> <strong>in</strong> functie van voorlopige vaststell<strong>in</strong>g<br />

VOORLOPIG VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN…………..<br />

IN OPDRACHT:<br />

SECRETARIS BURGEMEESTER<br />

opdrachtgever<br />

Gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

adres / locatie Oude Bruggestraat 13<br />

8750 WINGENE<br />

GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE DEPUTATIE IN ZITTING VAN ………………<br />

IN OPDRACHT:<br />

ontwerper<br />

SumResearch nv<br />

waterloolaan 90<br />

B-1000 Brussel<br />

t +32 2 512 70 11<br />

f +32 2 512 31 90<br />

brussel@sum.be<br />

www.sum.be<br />

DE PROVINCIEGRIFFIER DE GOUVERNEUR<br />

DE ONTWERPER ( SUMRESEARCH):<br />

Brussel, juni 2009<br />

RUIMTELIJK PLANNER RUIMTELIJK PLANNER<br />

PATRICK MAES SIMON VERLEDENS


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

<strong>1801</strong> <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Informatief gedeelte<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

INHOUD<br />

0 Inleid<strong>in</strong>g 1<br />

0.1 Doel van de studie 1<br />

0.2 Basispr<strong>in</strong>cipes van structuurplann<strong>in</strong>g 2<br />

0.3 Plann<strong>in</strong>gsproces 5<br />

0.4 Het procesverloop 6<br />

1 Algemeen profiel van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 7<br />

1.1 Situer<strong>in</strong>g 7<br />

1.2 Enkele Kencijfers 7<br />

2 Plann<strong>in</strong>gscontext en analyse van het gevoerde ruimtelijk beleid 9<br />

2.1 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op Vlaams niveau 9<br />

2.1.1 <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen (RSV) 9<br />

2.1.2 Gewestplan 14<br />

2.1.3 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten 16<br />

2.1.4 Habitat- en vogelrichtlijngebieden 16<br />

2.1.5 Vlaams ecologisch netwerk 16<br />

2.1.6 Afbaken<strong>in</strong>g buitengebied 19<br />

2.2 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op Prov<strong>in</strong>ciaal niveau 20<br />

2.2.1 Het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen 20<br />

2.2.2 Prov<strong>in</strong>ciale <strong>Ruimtelijk</strong> Uitvoer<strong>in</strong>gsplannen 28<br />

2.3 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op gemeentelijk niveau 29<br />

2.3.1 BPA’s 29<br />

2.3.2 <strong>Gemeentelijk</strong> Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan 32<br />

2.3.3 Mobiliteitsplan 35<br />

2.3.4 Sectorale visie zonevreemde bedrijven 38<br />

2.3.5 Actualisatie sectorale visie zonevreemde bedrijven (2006) 39<br />

2.3.6 Studie plattelandseconomie <strong>in</strong> de regio Roeselare-Tielt (Plectrum 2007) 41<br />

2.3.7 Sectorale visie zonevreemde won<strong>in</strong>gen 43<br />

2.3.8 Woonbehoeftestudie (planperiode 2007-2017) 44<br />

2.3.9 Relevante basiselementen <strong>in</strong> de gemeentelijke structuurplannen van de buurgemeenten 44<br />

2.3.10 Inventaris dome<strong>in</strong>en kastelen en landhuizen. 44<br />

3 De bestaande ruimtelijke structuur op macroschaal 46<br />

3.1 Macrostructurerende elementen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 46<br />

3.2 <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen 48<br />

3.2.1 Hiërarchie der kernen 48<br />

3.2.2 Regionale won<strong>in</strong>gmarkten: alternatieve methodiek voor het bestuderen van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur 50<br />

3.2.3 Pendelstromen 54<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv<br />

I


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4 De bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 56<br />

4.1 Globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 56<br />

4.1.1 Fysisch milieu 56<br />

4.1.2 Historische ontwikkel<strong>in</strong>g 58<br />

4.1.3 Bouwkundig erfgoed 60<br />

4.1.4 Kwantitatieve/kwalitatieve analyse qua bodemgebruik te <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 61<br />

4.1.5 Synthese bestaande ruimtelijke structuur 62<br />

4.2 De bestaande woon- en leefstructuur op mesoniveau 65<br />

4.2.1 <strong>Ruimtelijk</strong>e opbouw 65<br />

4.2.2 Demografisch profiel 69<br />

4.2.3 De huisvest<strong>in</strong>gssituatie 75<br />

4.2.4 Knelpunten en potenties <strong>in</strong>zake de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur 80<br />

4.3 De bestaande ruimtelijk-economische structuur op mesoniveau 81<br />

4.3.1 <strong>Ruimtelijk</strong>e opbouw 81<br />

4.3.2 Tewerkstell<strong>in</strong>gsprofiel 83<br />

4.3.3 Potenties en knelpunten <strong>in</strong>zake ruimtelijk-economische structuur 84<br />

4.4 De bestaande vervoers- en verkeersstructuur op mesoniveau 87<br />

4.4.1 auto- en vrachtverkeer 87<br />

4.4.2 Openbaar vervoer 87<br />

4.4.3 Fietsverkeer 88<br />

4.4.4 Voetgangersverkeer 88<br />

4.4.5 Knelpunten en potenties <strong>in</strong>zake vervoers- en verkeersstructuur 88<br />

4.5 De natuurlijke structuur 90<br />

4.5.1 Structuurbepalende Elementen 90<br />

4.5.2 De ecologische <strong>in</strong>frastructuur 92<br />

4.5.3 Potenties en knelpunten <strong>in</strong>zake de natuurlijke structuur 92<br />

4.6 Bestaande landschappelijke Structuur 95<br />

4.6.1 De traditionele landschappen 95<br />

4.6.2 Elementen van het huidige landschap 96<br />

4.6.3 Potenties en knelpunten 96<br />

4.7 De agrarische structuur 99<br />

4.7.1 Algemene ruimtelijke situer<strong>in</strong>g van de agrarische structuur 99<br />

4.7.2 Profiel van de land- en tu<strong>in</strong>bouw 99<br />

4.7.3 Knelpunten en potenties 108<br />

4.8 De bestaande recreatieve en socio-culturele structuur 111<br />

4.8.1 De bestaande recreatieve structuur 111<br />

4.8.2 Het sociaal-cultureel netwerk: voorzien<strong>in</strong>gen en diensten 113<br />

4.8.3 Knelpunten en Potenties 114<br />

5 De bestaande ruimtelijke structuur op microschaal 116<br />

5.1 Bestaande ruimtelijke structuur kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 117<br />

5.2 Bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille 120<br />

5.2.1 Kern Zwevezele 120<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv<br />

II


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.2.2 Kern Hille 121<br />

5.2.3 L<strong>in</strong>t langsheen N 50 121<br />

5.3 Bestaande ruimtelijke structuur veldgebied 123<br />

5.3.1 Wildenburg 123<br />

5.3.2 S<strong>in</strong>t-Pietersveld – Gulke Putten 123<br />

5.3.3 Vorsevijvers 124<br />

5.3.4 Eikendreef 124<br />

6 <strong>Ruimtelijk</strong>e behoeften 126<br />

6.1 Bevolk<strong>in</strong>gsprognose en woonbehoeften 126<br />

6.1.1 Bevolk<strong>in</strong>gs- en gez<strong>in</strong>sprognose 126<br />

6.1.2 Leegstand en reconversieprojecten 129<br />

6.1.3 Ram<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>gbehoefte 129<br />

6.1.4 Inventaris van de onbebouwde percelen 130<br />

6.1.5 Confrontatie van behoeften en aanbod 134<br />

6.2 Economische behoefte <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 135<br />

6.2.1 Bovengemeentelijke elementen 135<br />

6.2.2 Elementen uit de gemeentelijke economische strategie 135<br />

6.2.3 Aanbod aan bedrijventerre<strong>in</strong>en 136<br />

6.2.4 Behoefte aan nieuwe lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en 139<br />

6.2.5 Confrontatie van aanbod en behoefte 142<br />

6.3 Socio-culturele en recreatieve behoeften <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 143<br />

7 Globale sterkten – en zwaktenanalyse 144<br />

7.1 Knelpunten en bedreig<strong>in</strong>gen 144<br />

7.2 Kwaliteiten en Potenties 145<br />

8 Bijlagen 147<br />

8.1 Statistische gegevens op niveau van statistische sectoren 147<br />

8.1.1 Tabellen betreffende bevolk<strong>in</strong>gsevolutie 147<br />

8.1.2 Tabellen betreffende de huisvest<strong>in</strong>gssituatie 149<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv<br />

III


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

FIGUREN<br />

Figuur 1 : plann<strong>in</strong>gsproces van de structuurplann<strong>in</strong>g 4<br />

Figuur 2 : <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de <strong>Ruimtelijk</strong>e visie op Vlaanderen 11<br />

Figuur 3 : selectie van de economische knooppunten <strong>in</strong> Vlaanderen 12<br />

Figuur 4 : VEN-gebieden 17<br />

Figuur 5 : gewenste nederzett<strong>in</strong>gsstructuur volgens het PRS West-Vlaanderen 22<br />

Figuur 6 : gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer volgens het prs West-Vlaanderen 24<br />

Figuur 7 : gewenste ruimtelijke structuur van de ‘middenruimte’ 26<br />

Figuur 8 : gewenste ruimtelijke structuur van de 'veldruimte' 27<br />

Figuur 9 : overstrom<strong>in</strong>gskaart 57<br />

Figuur 10 : schematische doorsnede van de cuesta’s <strong>in</strong> centraal West-Vlaanderen 58<br />

Figuur 11 : afbaken<strong>in</strong>g van de verschillende deelgebieden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 72<br />

KAARTEN<br />

Kaart 1 : regionale situer<strong>in</strong>g van w<strong>in</strong>gene 8<br />

Kaart 2 : gewestplan 15<br />

Kaart 3 : beschermde monumenten en landschappen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 18<br />

Kaart 4 : situer<strong>in</strong>g van de BPA’s en Prov<strong>in</strong>ciale RUP’s <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 31<br />

Kaart 5 : ecologisch relevante entiteiten (GNOP) 34<br />

Kaart 6 : her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g doortochten 37<br />

Kaart 7 : situer<strong>in</strong>g geïsoleerde bedrijven (1997) 40<br />

Kaart 8 : zonevreemde won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 45<br />

Kaart 9 : macrostructurerende elementen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 47<br />

Kaart 10 : <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen 49<br />

Kaart 11 : schematische afbaken<strong>in</strong>g van de regionale won<strong>in</strong>gmarkten <strong>in</strong> West-Vlaanderen 52<br />

Kaart 12 : geoperationaliseerde regionale won<strong>in</strong>gmarkten <strong>in</strong> West-vlaanderen 53<br />

Kaart 13 : pendelstromen van en naar <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 55<br />

Kaart 14 : globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 64<br />

Kaart 15 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de bestaande nederzett<strong>in</strong>gsstructuur 68<br />

Kaart 16 : bevolk<strong>in</strong>gsevolutie 1991-2001 74<br />

Kaart 17 : sociale huisvest<strong>in</strong>gsprojecten 79<br />

Kaart 18 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de ruimtelijk-economische structuur 86<br />

Kaart 19 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de bestaande verkeersstructuur 89<br />

Kaart 20 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de natuurlijke structuur 94<br />

Kaart 21 : Erfgoedlandschappen 97<br />

Kaart 22 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de landschappelijke structuur 98<br />

Kaart 23 : spreid<strong>in</strong>g land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven 102<br />

Kaart 24 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de bestaande agrarische structuur 110<br />

Kaart 25 : schematische voorstell<strong>in</strong>g van de recreatieve structuur 115<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv<br />

IV


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Kaart 26 : bestaande ruimtelijke structuur kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 119<br />

Kaart 27 : bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille 122<br />

Kaart 28 : bestaande ruimtelijke structuur Veldgebied 125<br />

Kaart 29 : bouwmogelijkheden, deelplan 1 132<br />

Kaart 30 : bouwmogelijkheden, deelplan 2 133<br />

TABELLEN<br />

Tabel 1 : <strong>Structuurplan</strong>n<strong>in</strong>gsproces, drie fazen <strong>in</strong> ruimte en tijd 3<br />

Tabel 2 : de goedgekeurde BPA’s 30<br />

Tabel 3 : evolutie bodembezett<strong>in</strong>g 1999-2007 61<br />

Tabel 4 : Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, het arrondissement en de prov<strong>in</strong>cie, 1981 - 2004 69<br />

Tabel 5 : evolutie van het migratiesaldo en natuurlijke groei s<strong>in</strong>ds 1977 70<br />

Tabel 6 : bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse 71<br />

Tabel 9 : Evolutie van het aantal werknemers <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tussen 1988 en 1998 84<br />

Tabel 10 : evolutie van de bedrijfsgrootte en aantal bedrijven <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 100<br />

Tabel 11 : aandeel werkkrachten <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> w<strong>in</strong>gene 103<br />

Tabel 12 : aandeel loontrekkenden en niet-loontrekkenden <strong>in</strong> de primaire sector 103<br />

Tabel 13 : leeftijdsopbouw en opvolg<strong>in</strong>g bij de land- en tu<strong>in</strong>bouwers 104<br />

Tabel 14 : leeftijdsopbouw en opvolg<strong>in</strong>g bij bedrijven <strong>in</strong> hoofdberoep volgens <strong>in</strong>komenscategorie 104<br />

Tabel 15 : Teeltstructuur van de gewassen van W<strong>in</strong>gense bedrijven <strong>in</strong> evolutie 106<br />

Tabel 16 : Evolutie van de veestapel (1980-2007) 107<br />

Tabel 17 : gesloten prognose bevolk<strong>in</strong>gsevolutie <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, 2007-2017 127<br />

Tabel 18 : gesloten prognose bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse van 20 jaar 127<br />

Tabel 19 : Prognose van het aantal gez<strong>in</strong>nen, 2007-2017 128<br />

Tabel 20 : kwantitatieve woonbehoefteprognose 129<br />

Tabel 21 : Ram<strong>in</strong>g van het reële aanbod aan bouwmogelijkheden <strong>in</strong> de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> <strong>in</strong> de periode 2007-2017 131<br />

Tabel 22 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 134<br />

Tabel 23 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 met bijgestelde realisatiegraad <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nengebieden 134<br />

Tabel 24 : <strong>in</strong>ventaris bedrijventerre<strong>in</strong>en 138<br />

tabel 25 : bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per deelgebied, 1981-2004 147<br />

tabel 26 : evolutie van de bevolk<strong>in</strong>g per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001 148<br />

tabel 28 : evolutie van de gez<strong>in</strong>sgrootte <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen 148<br />

tabel 30 : evolutie van het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen per deelgebied, 1981-2001 148<br />

tabel 32 : ouderdom van de woongebouwen, NIS, VOLKSTELLING 2001 149<br />

tabel 34 : comfort van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001 149<br />

tabel 36 : aard van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001 150<br />

tabel 37 : de grondoppervlakte van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001 150<br />

tabel 38 : eigendomsstructuur van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001 151<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv<br />

V


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

0 Inleid<strong>in</strong>g<br />

0.1 Doel van de studie<br />

Door het Gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> werd aan SumResearch/Groep Plann<strong>in</strong>g gevraagd een <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong><br />

<strong>Structuurplan</strong> voor de gemeente op te maken.<br />

Het planologisch beleid <strong>in</strong> Vlaanderen heeft een nieuwe dimensie gekregen door het “Decreet houdende de <strong>Ruimtelijk</strong>e Plann<strong>in</strong>g” van<br />

24 juli 1996, <strong>in</strong>tussen geïntegreerd <strong>in</strong> het decreet van 18-05-1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, en latere<br />

wijzig<strong>in</strong>gen, waarbij een juridische basis werd geboden. Enerzijds tot het opstellen van een “<strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen”<br />

en anderzijds tot het opstarten van prov<strong>in</strong>ciale en gemeentelijke structuurplannen.<br />

Het <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> zal het nodige ruimtelijk <strong>in</strong>tegratiekader vormen waarb<strong>in</strong>nen de uiteenlopende visies over,<br />

aanspraken op en behoeften aan ruimte vanuit de verschillende sectoren tegen elkaar worden afgewogen en op elkaar kunnen<br />

worden afgestemd.<br />

Het zal de duurzame stedenbouwkundige ontwikkel<strong>in</strong>g die moet worden afgestemd op de draagkracht van de bebouwde gebieden en<br />

het landschap, begeleiden. In tegenstell<strong>in</strong>g tot bij de klassieke e<strong>in</strong>dtoestandsplannen (A.P.A.’s, B.P.A.’s en Gewestplannen) is het bij<br />

het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> niet de bedoel<strong>in</strong>g de toekomstige ruimtelijke structuur concreet vast te leggen. Het ontwikkelt<br />

daarentegen een visie op de ontwikkel<strong>in</strong>g van de gemeente <strong>in</strong> relatie tot het socio-economische functioneren.<br />

Als beleidsplan is het<br />

- doelgericht en procesmatig<br />

- cont<strong>in</strong>u, mits mogelijkheid tot bijstur<strong>in</strong>g<br />

- actiegericht, <strong>in</strong> functie van realisaties, en<br />

- het zoekt de relatie tussen het stedenbouwkundige beleid van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en de socio-economische, ecologische, mobiliteitslandschappelijke,<br />

<strong>in</strong>dustriële, distributie - planologische, ... ontwikkel<strong>in</strong>gen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 1


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

0.2 Basispr<strong>in</strong>cipes van structuurplann<strong>in</strong>g<br />

Aangezien deze vorm van ruimtelijke plann<strong>in</strong>g erg verschilt van de traditionele e<strong>in</strong>dtoestandplann<strong>in</strong>g worden de basispr<strong>in</strong>cipes van<br />

de structuurplann<strong>in</strong>g hierna verduidelijkt.<br />

Het structuurplan is een getekend en/of geschreven moment (fase) van een stedenbouwkundig proces dat cont<strong>in</strong>u is. Het is een<br />

begrip dat na 1972, met het eerste structuurplan van Brugge, ook <strong>in</strong> Vlaanderen <strong>in</strong>gang gevonden heeft. 1<br />

<strong>Structuurplan</strong>n<strong>in</strong>g kent <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g met de voormalige wet van 29 maart 1962, geen beg<strong>in</strong> en geen e<strong>in</strong>de dat met een<br />

uitvoer<strong>in</strong>gsbesluit zou kunnen bevestigd worden.<br />

<strong>Structuurplan</strong>n<strong>in</strong>g is nooit af. Het kent enkele hoofdmomenten die dan <strong>in</strong> de vorm van een plan - een structuurplan - vastgelegd<br />

worden. In het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g is bepaald hoe een dergelijk<br />

structuurplan kan worden vastgelegd. Hierbij worden de socio-ruimtelijke en functioneel-economische problemen van een<br />

gemeente, streek of regio globaal onderzocht en <strong>in</strong> betere banen geleid, <strong>in</strong> functie van de maatschappelijke en politieke<br />

doelstell<strong>in</strong>gen die eigen zijn aan de gemeente, de buurt of de regio.<br />

Tussen<br />

- enerzijds het maatschappelijk leven van een gemeente (en haar regio) en de ruimtelijke gevolgen die hieruit ontstaan<br />

(verkavelen, bouwen, afbreken, onteigenen, functiewijzig<strong>in</strong>gen, wegenaanleg, vellen of planten van bomen, verhog<strong>in</strong>g van<br />

vervuil<strong>in</strong>g, verschral<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van de bewoonbaarheid, ...) en<br />

- anderzijds de ruimtelijke mogelijkheden van een gemeentelijk gebied (evenwicht tussen open en bebouwde gebieden,<br />

hiërarchiser<strong>in</strong>g van verkeerstypen - doorgaand verkeer/woon-werkverkeer -, evenwicht tussen harde en zachte functies, ...)<br />

en de maatschappelijke en politieke doelstell<strong>in</strong>gen van de gemeente, kan men zoeken naar betere en meer efficiënte<br />

stedenbouwkundige modellen.<br />

De keuze van één bepaald model (<strong>in</strong> de tijd) gebeurt gezamenlijk door de overheid, de bevolk<strong>in</strong>g en de deskundigen, waarbij de<br />

bevolk<strong>in</strong>g en de deskundigen voorstellen formuleren en de overheid democratisch beslist. Hierbij zijn haalbaarheid en kostprijs een<br />

niet onbelangrijke dimensie.<br />

In die z<strong>in</strong> kan men stellen dat structuurplann<strong>in</strong>g, noch m<strong>in</strong> noch meer, een ‘globale ruimtelijke begeleid<strong>in</strong>g’ is van het<br />

maatschappelijk gebeuren van een gemeente (op een bepaald moment <strong>in</strong> de tijd) waarvoor de ruimtelijke gevolgen zo goed mogelijk<br />

tot stand moeten kunnen komen. Hierdoor probeert men een betere ‘bewoonbaarheid’ (kwaliteit van leven en wonen),<br />

‘bereikbaarheid’ (verkeer en vervoer) en ‘bestuurbaarheid’ te bereiken. 2<br />

De algemene en bijzondere plannen van aanleg voorzien <strong>in</strong> de voormalige stedenbouwwet van 1962 moeten beschouwd worden als<br />

loutere ‘uitvoer<strong>in</strong>gsplannen’ van deze structuurplann<strong>in</strong>g, naast andere <strong>in</strong>strumenten zoals <strong>in</strong>formatiecampagnes, bouwreglementen,<br />

premies, ...<br />

Volgens het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g dienen de structuurplannen van de<br />

lagere overheden zich te richten naar deze van de hogere overheden. In concreto dient het <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong><br />

1 Zie “<strong>Structuurplan</strong> Brugge”, Groep Plann<strong>in</strong>g, Brugge 1976.<br />

2<br />

Zie “Wonen of Wijken”, Jan Tanghe, Sieg Vlaem<strong>in</strong>ck, Hugo Vanderstadt - I.C.A.S.D. Brussel, 1979.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 2


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> te kaderen b<strong>in</strong>nen het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen en het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong><br />

Vlaanderen.<br />

Het structuurplann<strong>in</strong>gsproces kent drie fazen <strong>in</strong> de ruimte en drie fasen <strong>in</strong> de tijd:<br />

Ruimte<br />

1ste niveau: Macroschaal<br />

Deelstructuren 3 <strong>in</strong> een ruime omgev<strong>in</strong>g rond <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (Vlaams en Prov<strong>in</strong>ciaal niveau)<br />

2de niveau: Mesoschaal<br />

3de niveau: Microschaal<br />

1ste trap: ontwikkel<strong>in</strong>gsmodel<br />

2de trap: ontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

Deelruimten en deelstructuren b<strong>in</strong>nen de gemeentegrens van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (gemeentelijk niveau)<br />

Deelstructuren b<strong>in</strong>nen de deelgebieden 4 van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (niveau woonkernen, open ruimten,…)<br />

Tijd<br />

Lange termijnplann<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de filosofie en de politiek voor een wel bepaald gebied uitgestippeld wordt<br />

Middellange termijnplann<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de filosofie concreter wordt toegepast op situatie van het leefgebied<br />

3de trap: actieplan<br />

Tabel 1<br />

Actieplann<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> voorstellen worden omgezet <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>gsplannen en –daden voor het leefgebied<br />

: <strong>Structuurplan</strong>n<strong>in</strong>gsproces, drie fazen <strong>in</strong> ruimte en tijd<br />

Het structuurplan voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> situeert zich op de mesoschaal en moet worden beschouwd als een ontwikkel<strong>in</strong>gsmodel en<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gsplan voor het gehele grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Daarnaast zal het ontwikkel<strong>in</strong>gsplan ondersteund en aangevuld<br />

worden zowel door actieplann<strong>in</strong>g als door deelplann<strong>in</strong>g voor specifieke gebieden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (microschaal).<br />

3 Deelstructuren: verwijzen naar de sectorale aanpak (natuurlijke structuur, agrarische structuur, verkeers- en vervoersstructuur, nederzett<strong>in</strong>gsstructuur, ruimtelijke – economische<br />

structuur en toeristische – recreatieve structuur).<br />

4 Deelgebieden: een aantal samenhangende gebieden die een ruimtelijke éénheid vormen. Enkel die éénheden waar er zich problemen situeren en/of waarvoor er opties voor de toekomst<br />

worden genomen, worden als deelruimte weerhouden <strong>in</strong> het GRS. M.a.w. die gebieden die verder moeten gedetailleerd worden t.o.v. de mesoschaal worden hier opgenomen. Meestal gaat<br />

het hier over de verschillende woonkernen van de gemeente.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 3


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

TIJD<br />

Macroschaal<br />

Visievorm<strong>in</strong>g<br />

Projectie<br />

Realiser<strong>in</strong>g<br />

Vlaams gewest<br />

Prov<strong>in</strong>cie<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsmodel<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

Actieplan<br />

Lange termijn<br />

Middenlange<br />

termijn<br />

Korte termijn<br />

Mesoschaal<br />

Visievorm<strong>in</strong>g<br />

Projectie<br />

Realiser<strong>in</strong>g<br />

R<br />

U<br />

I<br />

M<br />

T<br />

E<br />

Gemeente<br />

Microschaal<br />

Delen van de<br />

gemeente<br />

Lange termijn<br />

Visievorm<strong>in</strong>g<br />

Lange termijn<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsmodel<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

Middenlange<br />

termijn<br />

Projectie<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsmodel<br />

Ontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

Middenlange<br />

termijn<br />

Actieplan<br />

Korte termijn<br />

Realiser<strong>in</strong>g<br />

Actieplan<br />

Korte termijn<br />

Figuur 1<br />

STRUCTUURPLAN WINGENE<br />

: plann<strong>in</strong>gsproces van de structuurplann<strong>in</strong>g<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 4


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

0.3 Plann<strong>in</strong>gsproces<br />

Het decreet houdende de ruimtelijke plann<strong>in</strong>g van 24 juli 1996, <strong>in</strong>tussen geïntegreerd <strong>in</strong> het decreet van 18-05-1999 en navolgende<br />

wijzig<strong>in</strong>gen, houdende de organisatie van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, bepaalt dat ruimtelijke structuurplannen moeten bestaan uit drie<br />

delen: een <strong>in</strong>formatief gedeelte, een richt<strong>in</strong>ggevend gedeelte en een b<strong>in</strong>dend gedeelte;<br />

- het <strong>in</strong>formatief gedeelte omvat het doelgericht onderzoek van de bestaande ruimtelijke structuur, te verwachten evoluties,<br />

ruimtelijke potenties, enz. en een probleemanalyse welke gelijktijdig verloopt met de ontwikkel<strong>in</strong>g van een aantal doelstell<strong>in</strong>gen.<br />

Dit is dus de bestaande ruimtelijke structuur en de prognoses.<br />

- het richt<strong>in</strong>ggevend gedeelte formuleert de beleids- en actievoorstellen die het resultaat zijn van het toetsen van de<br />

doelstell<strong>in</strong>gen aan de functionele, ruimtelijke en verkeerskundige knelpunten. Dit is de gewenste ruimtelijke structuur.<br />

- het b<strong>in</strong>dend gedeelte tenslotte omvat een aantal concrete besliss<strong>in</strong>gen betreffende de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g, die b<strong>in</strong>dend zijn<br />

voor alle adm<strong>in</strong>istratieve overheden.<br />

Alhoewel alle onderdelen een afzonderlijke waarde hebben, vormen zij samen het ruimtelijk structuurplan.<br />

Het plann<strong>in</strong>gsproces bestaat uit vier fasen:<br />

- Opmaak van een startnota, waar<strong>in</strong> vertrekkende vanuit bestaande bronnen (woonbehoeftestudie, statistisch materiaal, enz.)<br />

de bestaande ruimtelijke structuur algemeen wordt beschreven, leemten <strong>in</strong> de kennis worden aangegeven, knelpunten worden<br />

gedetecteerd en een aanzet tot oploss<strong>in</strong>gen wordt geformuleerd.<br />

- Opmaak van sectorstudies, waarbij de leemten <strong>in</strong> de kennis van bepaalde sectoren (bv. huisvest<strong>in</strong>g, bedrijvigheid) worden<br />

weggewerkt.<br />

- Opmaak van een Voorontwerp <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong>. Hier worden de verschillende sectorstudies, samen met<br />

gegevens uit de startnota geïntegreerd tot één geheel dat bestaat uit de drie delen van een structuurplan (<strong>in</strong>formatief,<br />

richt<strong>in</strong>ggevend en b<strong>in</strong>dend). Dit voorontwerp van het GRS wordt onderworpen aan een vooroverleg bij wijze van een plenaire<br />

vergader<strong>in</strong>g met de <strong>in</strong>stanties van het Vlaams Gewest en de Prov<strong>in</strong>cie (cfr. besluit van de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g van 05-05-2000)<br />

- Opmaak van een <strong>Ontwerp</strong> <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong>. Op grond van de besluitvorm<strong>in</strong>g rond het voorontwerp van<br />

het GRS wordt het document gef<strong>in</strong>aliseerd <strong>in</strong> een <strong>Ontwerp</strong> van GRS met volgende procedurestappen:<br />

- 1e advies vanwege de gemeentelijke commissie voor <strong>Ruimtelijk</strong>e Orden<strong>in</strong>g.<br />

- Voorlopige vaststell<strong>in</strong>g door de gemeenteraad.<br />

- Organisaties van het openbaar onderzoek met <strong>in</strong>achtname van ten m<strong>in</strong>ste één <strong>in</strong>formatie- en <strong>in</strong>spraakvergader<strong>in</strong>g.<br />

-<br />

- Toets<strong>in</strong>g door de Bestendige Deputatie aan het PRS, op basis van een advies van de PROCORO<br />

- 2e advies vanwege de gemeentelijke commissie voor <strong>Ruimtelijk</strong>e Orden<strong>in</strong>g.<br />

- Def<strong>in</strong>itieve vaststell<strong>in</strong>g van het <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong>.<br />

Het <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> wordt goedgekeurd door de Bestendige Deputatie aangezien er een Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong><br />

<strong>Structuurplan</strong> bestaat, goedgekeurd bij MB van 6 maart 2002. Een goedgekeurd GRS wordt vastgelegd voor een termijn van vijf<br />

jaar.<br />

Het <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wordt begeleid door een door de gemeente samengestelde stuurgroep.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 5


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

0.4 Het procesverloop<br />

Doel is het creëren van een maatschappelijk draagvlak. Het verloop bestaat uit een officieuze stap en een officiële stap.<br />

De officieuze stap:<br />

1. Vooroverleg over de startnota met ARP: 14 september 2001<br />

Structureel overleg over het voorontwerp: 13 januari 2005<br />

2. Vergader<strong>in</strong>gen met de KERNGROEP (delegatie schepencollege, gemeentelijke adm<strong>in</strong>istratie en ontwerper): 21 november 2001,<br />

27 februari 2002, 19 mei 2003, 13 oktober 2003, 24 november 2003, 26 januari 2004, 23 februari 2004<br />

3. Vergader<strong>in</strong>gen met de STUURGROEP (CBS, GECORO, adm<strong>in</strong>istraties en/of <strong>in</strong>stanties, ...):<br />

- Deelnota recreatie 4 maart 2002<br />

- Deelnota bedrijvigheid 12 juni 2002<br />

- Deelnota landelijk gebied 14 oktober 2002<br />

- Deelnota wonen 9 december 2002<br />

- Deelnota microschaal 17 november 2003<br />

- Eerste voorontwerp 3 mei 2004<br />

- Tweede voorontwerp richt<strong>in</strong>ggevend gedeelte 29 november 2004<br />

- Derde voorontwerp 2 juni 2008<br />

4. Overleg met de bevolk<strong>in</strong>g:<br />

Op 6 februari 2002 werd een algemene <strong>in</strong>formatievergader<strong>in</strong>g georganiseerd betreffende de startnota<br />

De officiële stap:<br />

Zie vorige pag<strong>in</strong>a (bepal<strong>in</strong>gen van het decreet).<br />

1. Plenaire vergader<strong>in</strong>g 22 september 2008<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 6


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

1 Algemeen profiel van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Vooraleer over te gaan naar de werkelijke analyse op macro-, meso-, en microschaal, worden bij wijze van kennismak<strong>in</strong>g met de<br />

gemeente, enkele ruimtelijk relevante kencijfers voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> opgesomd en wordt de gemeente op kaart gesitueerd.<br />

1.1 Situer<strong>in</strong>g<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gelegen <strong>in</strong> het oosten van de prov<strong>in</strong>cie West-Vlaanderen, en maakt deel uit van het arrondissement Tielt. De gemeente<br />

ligt tussen de stedelijke gebieden Brugge, Roeselare, Tielt en Torhout. De fusiegemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bestaat uit de deelgemeenten<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele.<br />

De buurgemeenten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn Oostkamp en Beernem <strong>in</strong> het noorden, Ruiselede <strong>in</strong> het oosten, Tielt, Pittem en Ardooie <strong>in</strong> het<br />

zuiden, en Lichtervelde <strong>in</strong> het westen.<br />

Wat het wegennet betreft valt vooral de N50 op, die Brugge en Kortrijk verb<strong>in</strong>dt en dwars door <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> loopt. De E 304, de<br />

snelweg tussen Brugge en Kortrijk, loopt over de grens tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Lichtervelde. De N370 doorsnijdt de gemeente van<br />

noordoost (Beernem) naar west (Lichtervelde).<br />

1.2 Enkele Kencijfers<br />

Op 1 januari 2008 telde <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 13.458 <strong>in</strong>woners op een totale oppervlakte van 6.842 ha. Dit komt overeen met een<br />

bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid van 196 <strong>in</strong>w/km², wat iets meer is dan de helft is van het gemiddelde voor de prov<strong>in</strong>cie West-Vlaanderen<br />

(357<strong>in</strong>w/km²) en ook een stuk lager ligt dan het gemiddelde van het arrondissement Tielt (266 <strong>in</strong>w/km²).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 7


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Brugge<br />

Kaart 1<br />

Regionale situer<strong>in</strong>g<br />

Torhout<br />

Tielt<br />

Roeselare<br />

De<strong>in</strong>ze<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2 Plann<strong>in</strong>gscontext en analyse van het gevoerde ruimtelijk beleid<br />

2.1 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op Vlaams niveau<br />

2.1.1 <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen (RSV)<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

<strong>Structuurplan</strong>n<strong>in</strong>g is een voor het Vlaamse Gewest nieuwe wijze van ruimtelijke plann<strong>in</strong>g. Het is het uitstippelen van een beleidsvisie<br />

en niet het vastleggen van bodembestemmende uitvoer<strong>in</strong>gsplannen. Het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen (RSV) is de uitwerk<strong>in</strong>g<br />

van deze methodiek op het niveau van Vlaanderen. Hier<strong>in</strong> wordt de gewenste ruimtelijke structuur van Vlaanderen aangegeven als<br />

een kader waar<strong>in</strong> de ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen plaatsv<strong>in</strong>den. Een coherente, overkoepelende en evenwichtige ruimtelijke visie op de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van Vlaanderen is immers essentieel voor het afwegen en beoordelen van de verschillende ruimtevragen. Deze<br />

ruimtevragen hebben ook hun <strong>in</strong>vloed op de twee andere bestemm<strong>in</strong>gsniveaus, met name het prov<strong>in</strong>ciale en het gemeentelijk niveau.<br />

De samenwerk<strong>in</strong>g tussen de drie bestuurlijke niveaus (gewest, prov<strong>in</strong>cie en gemeente) dient te gebeuren op basis van het<br />

subsidiariteitspr<strong>in</strong>cipe. Dit betekent dat de bevoegde overheid zich bezighoudt met die materies die geëigend zijn om op het bewuste<br />

niveau geregeld te worden. Besliss<strong>in</strong>gen moeten dus genomen worden op het meest geschikte niveau. Lagere niveaus zullen zich<br />

richten naar het kader en de beperk<strong>in</strong>gen van het hoger niveau en dit verder verifiëren en uitwerken.<br />

Voor de opmaak van het GRS van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is het derhalve van groot belang om de krachtlijnen van deze bovengemeentelijke<br />

ruimtelijke structuurplannen, en dus <strong>in</strong> de eerste plaats van het RSV, met kennis van zaken <strong>in</strong> te schatten. In de volgende<br />

paragrafen worden de verschillende structuurbepalende componenten die <strong>in</strong> het RSV specifiek betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> of zijn<br />

onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g uitvoerig behandeld.<br />

Algemene krachtlijnen RSV<br />

Op 23 september 1997 keurde de Vlaamse reger<strong>in</strong>g het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen (RSV) goed. Op 19 maart 2004<br />

bekrachtigde het Vlaams parlement een beperkte herzien<strong>in</strong>g van het RSV <strong>in</strong>zake de verdel<strong>in</strong>g van het wonen over het stedelijk<br />

gebied en het buitengebied en de opname van de zonevreemde bedrijven <strong>in</strong> de ruimtebalans.<br />

Het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen schetst, na een evaluatie van de bestaande toestand en na afweg<strong>in</strong>g van de ruimtelijke<br />

aanspraken van de verschillende maatschappelijke activiteiten, de visie op de gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g van het Vlaamse grondgebied.<br />

Die visie wordt uitgedrukt <strong>in</strong> de gewenste ruimtelijke structuur. Alle onderdelen van het RSV vormen een samenhangend geheel dat<br />

een kader vormt voor de ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>g van Vlaanderen tot 2007. Het bevat de structuurbepalend elementen (elementen<br />

die de hoofdlijnen van de ruimtelijke structuur beschrijven) van gewestelijk belang en de taakverdel<strong>in</strong>g voor de uitvoer<strong>in</strong>g ervan. Het<br />

duidt de onderdelen aan die respectievelijk door het Vlaams Gewest, de prov<strong>in</strong>cies of de gemeenten moeten worden uitgevoerd.<br />

Het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen heeft als visie ‘Vlaanderen, open en stedelijk’. Wanneer deze visie <strong>in</strong> een aantal ruimtelijke<br />

pr<strong>in</strong>cipes vertaald worden dan betekent dit:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 9


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- gedeconcentreerde bundel<strong>in</strong>g van wonen en werken<br />

- poorten als motor voor ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

- (bestaande) <strong>in</strong>frastructuren als b<strong>in</strong>dteken en basis voor locatie van activiteiten<br />

- fysisch systeem ruimtelijk structurerend<br />

In de gewenste ruimtelijke structuur worden deze pr<strong>in</strong>cipes verder uitgewerkt voor de 4 ruimtelijke gebiedsdelen <strong>in</strong> Vlaanderen:<br />

- de stedelijke gebieden;<br />

- het buitengebied;<br />

- de gebieden voor economische activiteiten;<br />

- en de lijn<strong>in</strong>frastructuren.<br />

Verder worden ook maatregelen voorgesteld met een algemene draagwijdte: het creëren van een maatschappelijk draagvlak, de<br />

versterk<strong>in</strong>g van de adm<strong>in</strong>istratie, een geïntegreerde benader<strong>in</strong>g van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g. Het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong><br />

Vlaanderen zegt niet alleen hoe de Vlaamse Ruimte er <strong>in</strong> 2007 kan uitzien, maar ook welke middelen en <strong>in</strong>strumenten daartoe moeten<br />

worden gebruikt. Op basis van de resultaten van voorbereidend onderzoek legt het aan de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g een aantal b<strong>in</strong>dende<br />

taken voor uitvoer<strong>in</strong>g op.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen het RSV<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort tot het buitengebied<br />

In het RSV is Tielt geselecteerd als structuurondersteunend kle<strong>in</strong>stedelijk gebied. De afbaken<strong>in</strong>g zelf zal gebeuren door de<br />

prov<strong>in</strong>cie, maar er wordt verwacht dat het volledige grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tot het buitengebied zal behoren. Het buitengebied<br />

bevat delen van de bebouwde ruimte en het grootste gedeelte van de onbebouwde ruimte. Het buitengebiedbeleid wordt<br />

gedifferentieerd naar een beleid voor de natuurlijke structuur, de agrarische structuur en de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur. Het<br />

bestaande fysisch systeem wordt als uitgangspunt gehanteerd, en vormt als het ware de ruggengraat van het buitengebied.<br />

Doelstell<strong>in</strong>gen uit het RSV voor het buitengebied zijn ondermeer het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies<br />

(landbouw, bosbouw, wonen en werken). Op deze wijze worden de grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied<br />

gevrijwaard en waar mogelijk versterkt.<br />

De belangrijkste gevolgen voor de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur zijn:<br />

- Het wonen moet geconcentreerd worden <strong>in</strong> de woonkernen en hoofddorpen van het buitengebied (geselecteerd <strong>in</strong> het PRS).<br />

- Geen verdere groei van de l<strong>in</strong>ten en verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

- Voor West-Vlaanderen mogen slechts 33% van de nieuw te bouwen won<strong>in</strong>gen (69.000 <strong>in</strong> totaal) <strong>in</strong> de kernen van het<br />

buitengebied opgericht worden.<br />

- Voor de kernen van het buitengebied wordt een won<strong>in</strong>gdichtheid van 15 won<strong>in</strong>gen per ha nagestreefd.<br />

- Multifunctionaliteit en verweven van functies staan voorop <strong>in</strong> de woonkernen en de hoofddorpen.<br />

De natuurlijke structuur bestaat uit “het samenhangend geheel van rivier- en beekvalleien, boscomplexen en andere gebieden, waar<br />

voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uit<strong>in</strong>g komen; aanvullend daarop de ecologische <strong>in</strong>frastructuur<br />

gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige elementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en door parkgebied.“ B<strong>in</strong>nen de<br />

natuurlijke structuur wordt de bosstructuur als deelstructuur onderscheiden. De oude veldgebieden en de cuesta van Oedelem ten<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 10


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

noordoosten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, zijn structuurbepalend voor de Vlaamse bosstructuur. Deze gronden zijn m<strong>in</strong>der geschikt voor landbouw,<br />

zodat er grote compartimenten bos voorkomen, afgewisseld met akkers en weiden.<br />

De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren.<br />

Een gedeelte van de gebieden van de natuurlijke structuur overlappen met de gebieden van de agrarische structuur : de<br />

verwev<strong>in</strong>gsgebieden en de natuurverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgebieden. Er wordt geopteerd om de gebieden van de agrarische structuur te<br />

differentiëren <strong>in</strong> functie van de bebouw<strong>in</strong>gsmogelijkheden.<br />

Figuur 2<br />

: <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de <strong>Ruimtelijk</strong>e visie op Vlaanderen<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 11


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> als specifiek economisch knooppunt<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is <strong>in</strong> het RSV geselecteerd als economisch knooppunt (dus buiten de stedelijke gebieden en het buiten het economisch<br />

netwerk van het Albertkanaal), omwille van haar impact op de werkgelegenheid en de kansen die hieraan verbonden zijn voor de<br />

regio. Deze selectie gebeurde op basis van de volgende drie criteria:<br />

- een totale tewerkstell<strong>in</strong>g boven de 3.500,<br />

- een <strong>in</strong>dustriële tewerkstell<strong>in</strong>g van meer dan 1.000,<br />

- een arbeidsbalans (= verhoud<strong>in</strong>g tussen de totale werkbevolk<strong>in</strong>g en de actieve bevolk<strong>in</strong>g) van meer dan 60.<br />

Gezien de selectie van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> als specifiek economisch knooppunt, is het de taak van de prov<strong>in</strong>cie om de regionale<br />

bedrijventerre<strong>in</strong>en af te bakenen. De gemeente bakent de lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en af.<br />

Figuur 3<br />

: selectie van de economische knooppunten <strong>in</strong> Vlaanderen<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 12


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Lijn<strong>in</strong>frastructuur te <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

De weg<strong>in</strong>frastructuur<br />

Een van de doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen m.b.t. mobiliteit en lijn<strong>in</strong>frastructuur is de optimaliser<strong>in</strong>g van<br />

het wegennet door categoriser<strong>in</strong>g. In het RSV worden de hoofdwegen (hoofdfunctie is verb<strong>in</strong>den op <strong>in</strong>ternationaal niveau), de<br />

primaire wegen categorie I (hoofdfunctie is verb<strong>in</strong>den op Vlaams niveau) en de primaire wegen categorie II (hoofdfunctie is<br />

verzamelen op Vlaams niveau) geselecteerd. De selectie van de secundaire wegen gebeurt door de prov<strong>in</strong>cie; de selectie van de<br />

lokale wegen door de gemeente. Op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn er geen hoofdwegen en primaire wegen gesitueerd, maar wel<br />

<strong>in</strong> de onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Al deze wegvakken maken deel uit van Maas 2 : Kortrijk – De<strong>in</strong>ze – Tielt:<br />

Hoofdwegen: - E403: van A10 (Oostkamp) tot A8 (Doornik)<br />

- A10: van A18 (Jabbeke) tot R0 (Groot-Bijgaarden)<br />

Primaire weg cat.II: - N37: van A10 (Aalter) tot N35/N37 (Tielt)<br />

- N37 / N35: van r<strong>in</strong>glaan (N35/N37) (Tielt) tot Pittem<br />

- N37: van Pittem tot E403 (Ardooie)<br />

De waterweg<strong>in</strong>frastructuur<br />

Het Vlaams waterwegennet wordt <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een hoofdwaterwegennet, dat een (<strong>in</strong>ter)nationale verb<strong>in</strong>dende functie heeft en de<br />

belangrijkste economische knooppunten ontsluit, en een secundair waterwegennet, dat alle andere bevaarbare kanalen en<br />

waterwegen omvat. Op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is er geen enkele hoofdwaterweg geselecteerd: de Leie die een 15-tal<br />

kilometer ten zuidoosten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> loopt, is de meest nabije hoofdwaterweg. De enige secundaire waterweg <strong>in</strong> de buurt van<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is het kanaal Gent – Brugge. Dit kanaal vervult een belangrijke vervoersfunctie op Vlaams niveau, gezien hier meer dan 4<br />

% van de totale vervoerde vracht wordt afgewikkeld.<br />

De spoorweg<strong>in</strong>frastructuur<br />

Op Vlaams niveau worden de spoorwegen <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> een hoofd- en regionaal spoorwegennet voor personen- en<br />

goederenvervoer, wordt een selectie gemaakt van de vorm<strong>in</strong>gsstations, en van de structuurbepalende stations waar het wenselijk is<br />

een verdicht<strong>in</strong>g van de stationsomgev<strong>in</strong>g na te streven. Op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn er geen spoorlijnen gesitueerd. De<br />

meest nabij gelegen lijnen van het hoofdspoorwegennet voor personen zijn de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Oostende – Brugge – Kortrijk - Rijsel<br />

(station Lichtervelde), de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Brussel - Oostende (station Beernem) en de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Ad<strong>in</strong>kerke – Brussel (station Tielt).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 13


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.1.2 Gewestplan<br />

Het gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft zich tot nu toe <strong>in</strong> haar ruimtelijk beleid vooral laten leiden door het gewestplan en waar<br />

nodig gedetailleerd via Bijzondere Plannen van Aanleg (zie paragraaf 2.3.1).<br />

Het grondgebied van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is opgenomen <strong>in</strong> het gewestplan Roeselare – Tielt, dat bij KB van 17/12/1979 werd<br />

goedgekeurd. Op 23/11/1994 en op 19/04/1995 waren er twee beperkte wijzig<strong>in</strong>gen van het gewestplan, <strong>in</strong> functie van de<br />

uitbreid<strong>in</strong>g van de ambachtelijke zone te Hille. Het MB van 15/12/1998 bracht het gewestplan Roeselare – Tielt een ganse reeks<br />

wijzig<strong>in</strong>gen aan: o.m. schrapp<strong>in</strong>g tracés r<strong>in</strong>gwegen, schrapp<strong>in</strong>g woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebieden, uitbreid<strong>in</strong>g groenzone S<strong>in</strong>t-Pietersveld<br />

en bedrijventerre<strong>in</strong> Hille.<br />

- De woongebieden zijn terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de kernen van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele. Aansluitend op de kernen zijn er enkele<br />

woonl<strong>in</strong>ten (o.a. Zeswege, Scheewege, Poelvoorde-Beer) die als landelijk woongebied aangeduid zijn op het gewestplan. Ook<br />

diverse gehuchten (Wildenburg, S<strong>in</strong>t-Jan, S<strong>in</strong>t-Elooi, ...) zijn <strong>in</strong>getekend als woongebieden met landelijk karakter. In het<br />

totaal zijn er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> acht woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebieden afgebakend, waarvan vijf gesitueerd zijn <strong>in</strong> de kern van Zwevezele.<br />

De overige drie bev<strong>in</strong>den zich ten oosten van de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Bij de gewestplanwijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1998 is het middelste gebied<br />

grotendeels geschrapt, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de schrapp<strong>in</strong>g van het tracé van de oostelijke omleid<strong>in</strong>gsweg rond de kern<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Er is één woonpark op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, aansluitend op de Lakebossen <strong>in</strong> het noorden van de<br />

gemeente.<br />

- Oorspronkelijk waren <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> twee bedrijventerre<strong>in</strong>en afgebakend voor milieubelastende <strong>in</strong>dustrieën (‘Hille’ en<br />

‘Wildenburg’) en een zone voor ambachtelijke bedrijven (‘Verrekijker’). Met de gewestplanwijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 1994 en 1995 kwam<br />

er <strong>in</strong> Hille respectievelijk ca 3ha en 10ha ruimte voor ambachtelijke bedrijvigheid bij. Aansluitend hierop zijn er met de<br />

gewestplanwijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1998 nog eens twee ruime regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en afgebakend (Hille Noord en Zuid, samen ca<br />

18ha), en zijn twee geïsoleerde bedrijven (langs de Kortrijksesteenweg en langs de Hillesteenweg) paars <strong>in</strong>gekleurd.<br />

- De natuurgebieden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn sterk geconcentreerd: ze zijn bijna uitsluitend gelegen <strong>in</strong> het noordoosten van de gemeente<br />

en komen overeen met de veldgebieden op de heuvelrug van Hertsberge tot Lotenhulle. Bij de gewestplanwijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1998<br />

kwam hier nog een aanzienlijk deel natuurgebied bij. De natuurgebieden zijn afgewisseld met enkele parkgebieden,<br />

natuurreservaten, vier zones voor verblijfsrecreatie en een zone voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen.<br />

- Het grootste deel van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is <strong>in</strong>gekleurd als agrarisch gebied. Hiernaast is er ook een aanzienlijk deel als landschappelijk<br />

waardevol agrarisch gebied aangeduid (<strong>in</strong> het noordoosten van de gemeente).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 14


NII<br />

II<br />

SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

N<br />

N<br />

P<br />

N<br />

P<br />

N<br />

P<br />

P<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

P<br />

R<br />

N<br />

N<br />

N<br />

P<br />

P<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N N<br />

N N<br />

N<br />

R<br />

N<br />

N<br />

II<br />

N N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N N<br />

NR<br />

P<br />

N<br />

N<br />

N N<br />

P<br />

N<br />

N<br />

P N<br />

R<br />

N<br />

N<br />

N<br />

P N N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

P<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

R<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

R<br />

N<br />

N N<br />

II<br />

N<br />

T<br />

T RO<br />

LO<br />

N<br />

II<br />

P<br />

N<br />

N<br />

N<br />

II<br />

N<br />

N<br />

N<br />

Kaart 2<br />

Gewestplan<br />

BESCHERMDE<br />

SITUERING VAN<br />

MONUMENTEN<br />

DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: EN LANDSCHAPPEN<br />

gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.1.3 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten<br />

De omgev<strong>in</strong>g van de Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” (Ruiselede) is s<strong>in</strong>ds 1976 beschermd als<br />

landschap. Een gedeelte van het S<strong>in</strong>t-Pietersveld <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> hoort hierbij.<br />

Sedert 2000 zijn alle gebouwen en bepaalde <strong>in</strong>stallaties van de Radio-maritieme diensten en het zendstation SCRE beschermd als<br />

monument omwille van de historische, <strong>in</strong>dustrieel-archeologische en wetenschappelijke waarde. Dit complex is tevens gelegen <strong>in</strong> het<br />

S<strong>in</strong>t-Pietersveld en is een goed bewaard voorbeeld van een radiozendcentrum met grote actieradius voor <strong>in</strong>ternationaal en<br />

maritiem radioverkeer, vooral tussen België en het toenmalige Belgisch Congo. In september 2002 werd het S<strong>in</strong>t-Pietersveld<br />

(deels op grondgebied <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, deels grondgebied Ruiselede) als landschap beschermd.<br />

Beschermde dorpsgezichten zijn er niet op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

2.1.4 Habitat- en vogelrichtlijngebieden<br />

De EG-habitatrichtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 beoogt de <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en<br />

fauna. Zij bevat maatregelen <strong>in</strong>zake gebiedsbescherm<strong>in</strong>g en soortbescherm<strong>in</strong>g (artikel 6). Samen met de vogelrichtlijngebieden<br />

vormen de habitatgebieden een samenhangend ecologisch netwerk van speciale bescherm<strong>in</strong>gszones, Natura 2000 genaamd.<br />

In uitvoer<strong>in</strong>g van de Habitatrichtlijn zijn momenteel op basis van wetenschappelijke gegevens <strong>in</strong> Vlaanderen 38 Speciale<br />

Bescherm<strong>in</strong>gszones (of kortweg SBZ-H) aangemeld bij de Europese Commissie voor een totale oppervlakte van ongeveer 102.000<br />

ha (besliss<strong>in</strong>g van de Vlaamse reger<strong>in</strong>g van 4 mei 2001). In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> liggen delen van het S<strong>in</strong>t-Pietersveld en de Munkebossen <strong>in</strong><br />

habitatrichtlijngebied. Er zijn geen vogelrichtlijngebieden aangeduid op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

2.1.5 Vlaams ecologisch netwerk<br />

De Vlaamse reger<strong>in</strong>g besliste op 18 juli 2003 over de def<strong>in</strong>itieve afbaken<strong>in</strong>g van het eerste deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk<br />

(VEN). Het VEN wordt afgebakend op basis van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud. Conform het<br />

decreet natuurbehoud moet het VEN zich beperken tot de huidige kwetsbare gebieden op het gewestplan. Het VEN eerste fase<br />

omvat 87.000 ha en houdt geen bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>. Op 17 oktober 2003 gaf de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g de opdracht om met de 2e<br />

fase VEN van start te gaan. Opzet is om een globale ruimtelijke visie voor de overige landbouw-, natuur- en bosgebieden op te<br />

maken. Pas bij de opmaak van ruimtelijke uitvoer<strong>in</strong>gsplannen zullen deze gebieden concreet afgebakend worden.<br />

Gebieden die tot het VEN behoren krijgen wel bijkomende beperk<strong>in</strong>gen: regel<strong>in</strong>g van meststoffen, verbod om pesticiden te gebruiken,<br />

verbod om de vegetatie te wijzigen, verbod om het bodemreliëf te wijzigen, verbod om het grondwaterpeil te verlagen, verbod om de<br />

structuur van de waterlopen te wijzigen. Voor elk VEN-gebied wordt een natuurrichtplan opgesteld.<br />

Op de onderstaande figuur zijn de VEN-gebieden op grondgebied <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> aangeduid:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 16


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Figuur 4<br />

: VEN-gebieden<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 17


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

1<br />

2<br />

1<br />

2<br />

Beschermd landschap Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g bijzondere jeugdzorg De Zande<br />

Beschermd monument radiozendstation<br />

Kaart 3<br />

Beschermde monulenten en landschappen<br />

BESCHERMDE<br />

SITUERING VAN<br />

MONUMENTEN<br />

DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: EN LANDSCHAPPEN<br />

gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.1.6 Afbaken<strong>in</strong>g buitengebied<br />

In uitvoer<strong>in</strong>g van het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen v<strong>in</strong>dt voor het buitengebied een afbaken<strong>in</strong>g plaats van de agrarische,<br />

natuurlijke en bosstructuur. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> werd <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> twee buitengebiedregio’s: Veldgebied Brugge-Meetjesland en Leiestreek..<br />

Hier<strong>in</strong> geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte <strong>in</strong> deze regio’s de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties<br />

ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Op 25 juli 2006 werd het afbaken<strong>in</strong>gsvoorstel voor Veldgebied Brugge-<br />

Meetjesland goedgekeurd, op 29 juni 2007 volgde dan de goedkeur<strong>in</strong>g van het operationeel uitvoer<strong>in</strong>gsprogramma. Voor de<br />

Leiestreek gebeurde dit op 14 november 2008.<br />

Het grootste deel van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> valt onder de Leiestreek. Het volledig agrarisch gebied wordt herbevestigd, met<br />

uitzonder<strong>in</strong>g van de omgev<strong>in</strong>g van de Egemse Veldekens (11), waar via een gewestelijk RUP de natuurwaarden van de Egemse<br />

Veldekens zullen worden versterkt (overwegend grondgebied Pittem).<br />

Twee kle<strong>in</strong>ere deeltjes <strong>in</strong> het noorden van de gemeente werden opgenomen <strong>in</strong> het Veldgebied Brugge-Meetjesland, nl de omgev<strong>in</strong>g<br />

van Zorgvliet-Lakebossen- Munkbossen (gedeeltelijk ook op het grondgebied van Oostkamp) en de omgev<strong>in</strong>g van Bulskampveld –<br />

Vagevuur – Blauwhuisbossen (overlappend met grondgebied Beernem). Voor beide gebieden zal een gewestelijk RUP worden<br />

opgemaakt ter versterk<strong>in</strong>g van het typische veldlandschap met bijhorende bosuitbreid<strong>in</strong>g.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 19


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.2 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op Prov<strong>in</strong>ciaal niveau<br />

2.2.1 Het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen<br />

2.2.1.1 Algemeen<br />

Het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen werd goedgekeurd bij M.B. van 06/03/2002. De planperiode van het<br />

PRS is tot 2007. De visie en de doelstell<strong>in</strong>gen geformuleerd <strong>in</strong> het RSV worden overgenomen en uitgewerkt <strong>in</strong> het PRS, reken<strong>in</strong>g<br />

houdend met de gebiedsspecifieke eigenheid van de prov<strong>in</strong>cie. De ruimtelijke visie voor de prov<strong>in</strong>cie gaat uit van de ruimtelijke<br />

verscheidenheid van de prov<strong>in</strong>cie, en wil deze behouden of zelfs versterken.<br />

Het PRS beoogt een maximale samenhang tussen activiteiten en functies op haar grondgebied. Een ruimtelijke <strong>in</strong>valshoek is<br />

daardoor bij uitstek geschikt. Het ruimtelijk structuurplan treedt niet <strong>in</strong> de plaats van sectoren en kan ook de doelstell<strong>in</strong>gen ervan<br />

niet realiseren. Het staat niet boven de sectoren maar doorsnijdt deze. De prov<strong>in</strong>ciale structuurplann<strong>in</strong>g kenmerkt zich door de<br />

betrokkenheid van alle actoren, <strong>in</strong>tensieve communicatie, door het werken met <strong>in</strong>tegrerende concepten en door maximale koppel<strong>in</strong>g<br />

van plann<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g. Het geheel van de prov<strong>in</strong>cie wordt daarbij beschouwd als meer dan de som van haar onderdelen. In een<br />

prov<strong>in</strong>cie met diverse onderdelen is het creëren van samenhang hiertussen van essentieel belang voor het functioneren van de hele<br />

ruimte. Diversiteit kan niet zonder samenhang. Onderdelen spelen altijd een rol <strong>in</strong> een groter geheel. De prov<strong>in</strong>ciale gewenste<br />

ruimtelijke structuur moet daarom <strong>in</strong> een ruimer kader worden bekeken.<br />

Het ruimtelijk structuurplan voor de prov<strong>in</strong>cie is geen statisch plan maar een beleidsplan gericht op ontwikkel<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g. Het<br />

biedt een kader voor ontwikkel<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g, naast een beperkt aantal (strategische) b<strong>in</strong>dende bepal<strong>in</strong>gen. Dit kader bestaat uit<br />

een visie, een perspectief op de gewenste structuur en een ruimtelijk concept <strong>in</strong>zake de gewenste structuur. Het is een coherent<br />

geheel van orden<strong>in</strong>gsbeg<strong>in</strong>selen en zal worden gebruikt als criterium voor het dagelijks beleid, de keuze van projecten, de<br />

behandel<strong>in</strong>g van conflicten en als discussie - element. Samenwerk<strong>in</strong>g en communicatie zijn hierbij een noodzaak.<br />

Het structuurplan biedt een kader voor het sturen van toekomstige ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen, het verlenen van adviezen en het<br />

beoordelen van ruimtelijke problemen. Daarnaast zoekt het naar strategische acties voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het<br />

structuurplan maakt daarbij de overgang naar concrete uitvoer<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de ruimte.<br />

In de volgende paragrafen worden de verschillende structuurbepalende componenten uit het <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen die<br />

specifiek betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> of zijn onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g uitvoerig behandeld.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 20


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.2.1.2 <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen<br />

Kwantitatieve taakstell<strong>in</strong>g voor het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen<br />

Verdel<strong>in</strong>g van het aantal bijkomende woongelegenheden:<br />

- <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is een gemeente van het buitengebied. Voor de planperiode 1991 – 2007 bedraagt de taakstell<strong>in</strong>g van het aantal<br />

bijkomende woongelegenheden voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 525 won<strong>in</strong>gen.<br />

- Een prov<strong>in</strong>ciaal reservepakket woongelegenheden van 20% bijkomende woongelegenheden wordt op prov<strong>in</strong>ciaal niveau<br />

gehouden. Gezien de periode waarover de berekende behoefte zich voordoet (1991-2007), kunnen er zich <strong>in</strong> gemeenten<br />

diverse ontwikkel<strong>in</strong>gen voordoen die bijstell<strong>in</strong>gen vereisen. Tevens kunnen er vanuit de gemeenten specifieke doelstell<strong>in</strong>gen<br />

geformuleerd worden die maken dat het toebedeelde pakket ontoereikend is. Daarom is het noodzakelijk dat er kan worden<br />

geput uit een reservepakket. Een specifiek beleidskader geeft aan wanneer het reservepakket woongelegenheden <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g kan komen (PRS West-Vlaanderen, p. 245).<br />

Verdel<strong>in</strong>g van de bijkomende ruimte voor bedrijventerre<strong>in</strong>en:<br />

- Als specifiek economisch knooppunt krijgt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voor de periode 1994-2007, 12,5 ha voor de behoefte aan nieuwe<br />

(regionale) bedrijventerre<strong>in</strong>en toebedeeld.<br />

- Een prov<strong>in</strong>ciaal reservepakket bedrijventerre<strong>in</strong>en van bijkomende bedrijventerre<strong>in</strong>en wordt op prov<strong>in</strong>ciaal niveau gehouden.<br />

Criteria en procedure zijn vastgelegd hoe gemeenten kunnen putten uit het prov<strong>in</strong>ciaal reservepakket.<br />

Gewenste ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>g van de deelstructuren<br />

Gewenste nederzett<strong>in</strong>gsstructuur<br />

De gewenste ruimtelijke structuur voor het nederzett<strong>in</strong>gspatroon <strong>in</strong> West-Vlaanderen is een gelijkmatig verspreid patroon van<br />

stedelijke gebieden, hoofddorpen en woonkernen.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele zijn beide geselecteerd als structuurondersteunende hoofddorpen <strong>in</strong> het buitengebied. Onder een<br />

structuurondersteunend hoofddorp wordt het volgende verstaan:<br />

- Rol: structuurondersteunend voor wonen en werken <strong>in</strong> het buitengebied en een bovenlokale verzorgende rol<br />

- Mogelijkheid bijkomende won<strong>in</strong>gen: opvang van de eigen groei huishoudens op niveau van de kern + aangroei huishoudens, die<br />

niet kerngebonden zijn + mogelijkheid eigen groei huishoudens van andere geselecteerde kernen <strong>in</strong> het buitengebied<br />

- Mogelijkheid lokale bedrijvigheid: <strong>in</strong> verwevenheid met het wonen en de mogelijkheid voor een lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> van 5 ha;<br />

met de mogelijkheid tot uitbreid<strong>in</strong>g tijdens de planperiode<br />

- Aangeven ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; de nood aan bijkomende woongelegenheden<br />

en de grootte van een lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> worden gestaafd met gemeentelijke behoeftestudies.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 21


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Figuur 5<br />

: gewenste nederzett<strong>in</strong>gsstructuur volgens het PRS West-Vlaanderen<br />

Gewenste structuur bedrijvigheid<br />

De gewenste ruimtelijke structuur voor regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en is al grotendeels bepaald door de verregaande selectie (van<br />

economische knooppunten en poorten) vanuit het RSV. Buiten de economische knooppunten en poorten zijn nieuwe regionale<br />

bedrijventerre<strong>in</strong>en immers niet mogelijk.<br />

In het RSV is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Nieuwe regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en kunnen hier best<br />

aansluiten op de bestaande economische structuur. Zodoende worden de endogene ontwikkel<strong>in</strong>gen en de clustervorm<strong>in</strong>g er<br />

ruimtelijk ondersteund volgens de draagkracht van de omgev<strong>in</strong>g. Bedrijventerre<strong>in</strong>en zullen vastgelegd worden <strong>in</strong> prov<strong>in</strong>ciale<br />

ruimtelijke uitvoer<strong>in</strong>gsplannen na uitwerk<strong>in</strong>g van ruimtelijk-economische visies.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 22


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Gewenste natuurlijke structuur<br />

Algemeen kan gesteld worden dat de complexen van natuur (gebieden met natuurelementen die een grote samenhang vertonen met<br />

kenmerken van het fysisch systeem) deel uitmaken van een Vlaamse structuur. De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen ertussen zijn hoofdzakelijk<br />

elementen van prov<strong>in</strong>ciaal niveau.<br />

Het Vlaams Gewest zal de GEN-, GENO-, natuurverwev<strong>in</strong>gsgebieden en bosuitbreid<strong>in</strong>gsgebieden aanduiden. In het PRS West-<br />

Vlaanderen worden deze gebieden hypothetisch gebundeld <strong>in</strong> natuuraandachtszones. B<strong>in</strong>nen deze zones komen ook nog andere<br />

activiteiten voor zoals beroepslandbouw. Na aanduid<strong>in</strong>g van GEN-, GENO- en natuurverwev<strong>in</strong>gsgebieden door het Vlaamse Gewest<br />

worden deze natuuraandachtszones uitgewerkt <strong>in</strong> een dicht net van natuurverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgebieden tussen de verschillende<br />

natuureenheden. Dit gebeurt b<strong>in</strong>nen het landschappelijk kader. De omgev<strong>in</strong>g Bulskampveld tot Merkenveld – gedeeltelijk op<br />

grondgebied van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – is geselecteerd als natuuraandachtszone<br />

Natuurverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgebieden zijn gebieden waar kle<strong>in</strong>e natuur- en landschapselementen de migratie van organismen tussen<br />

natuuraandachtzones (de GEN-, GENO- en natuurverwev<strong>in</strong>gsgebieden aangeduid door het Vlaams Gewest) vergemakkelijken. Het<br />

beleid is gericht op het behouden, herstellen en ontwikkelen van kle<strong>in</strong>e landschapselementen en kle<strong>in</strong>e natuurgebieden. Het stelsel<br />

van rivier- en beekvalleien zorgt reeds voor een natuurlijke doorkruisbaarheid. Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn enkel de vallei van de R<strong>in</strong>gbeek en<br />

de vallei van de R<strong>in</strong>gbeek-Veldekensbeek-Strategoedbeek (‘Grote Beek’) geselecteerd. Hiernaast kunnen ook clusters van kle<strong>in</strong>e<br />

landschapselementen en kle<strong>in</strong>e natuurgebieden fungeren als stapstenen tussen de aandachtszones. Voor de omgev<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

is één zo’n cluster van belang: het gebied ten zuiden van Oedelem (gemeente Beernem).<br />

De ecologische <strong>in</strong>frastructuur van bovenlokaal belang bestaat uit grotere lijnvormige landschapselementen met een belangrijke<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsfunctie. Ze zijn scherp <strong>in</strong> het landschap afgebakend en ze zijn van menselijke oorsprong. De natte ecologische<br />

<strong>in</strong>frastructuur bestaat uit kanalen en rechtgetrokken waterlopen. Voor de omgev<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is enkel het kanaal Gent-Brugge<br />

geselecteerd. Polderdijken en oude spoorwegbedd<strong>in</strong>gen vormen de belangrijkste elementen van de droge ecologische<br />

<strong>in</strong>frastructuur. In de omgev<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn geen droge ecologische <strong>in</strong>frastructuren geselecteerd.<br />

Gewenste agrarische structuur<br />

De gewenste agrarische structuur van West-Vlaanderen bestaat <strong>in</strong> hoofdzaak uit twee deelgebieden: de grondgebonden agrarische<br />

structuur en de <strong>in</strong>tensief gedifferentieerde agrarische structuur.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ligt <strong>in</strong> het gebied met een <strong>in</strong>tensief gedifferentieerde agrarische structuur. Hier komt een grotere meng<strong>in</strong>g voor van<br />

diverse soorten landbouwbedrijven. De draagkracht van de ruimte moet hier het uitgangspunt zijn voor de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gsmogelijkheden en vernieuw<strong>in</strong>g van de landbouw. Om diverse redenen kan een optimale verwevenheid gewenst zijn<br />

tussen de grondgebonden en de grondloze landbouw. Het ruimtelijk beleid moet de nodige maatregelen nemen om deze<br />

verwevenheid te ondersteunen en om de <strong>in</strong>frastructuur te optimaliseren met respect voor de landschappelijke waarden.<br />

Voor de landbouw is het belangrijk dat er op lokaal niveau lokale bouwvrije zones aangeduid worden, waar de grondgebonden<br />

landbouw als ruimtelijke drager voorkomt <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere aaneengesloten gebieden en waar geen enkele vorm van bijkomende bebouw<strong>in</strong>g<br />

wordt toegestaan. Dit is vooral noodzakelijk <strong>in</strong> de <strong>in</strong>tensief gedifferentieerde agrarische structuur. In het aanduiden van bouwvrije<br />

zones is een taak voor de gemeenten weggelegd.<br />

Gewenste verkeers- en vervoersstructuur<br />

De secundaire wegen die voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> van belang zijn behoren tot ‘Maas 2’ (gevormd door de A10, E403 en A14). Volgende<br />

wegvakken <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en omgev<strong>in</strong>g werden geselecteerd als secundaire weg:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 23


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Secundair categorie I:<br />

- N35: van de N37 (Tielt) tot de N409 (De<strong>in</strong>ze)<br />

De hoofdfunctie van secundaire wegen categorie I is verb<strong>in</strong>den op bovenlokaal en lokaal niveau. De <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g is een 2X2 of 2X1-weg<br />

met gescheiden verkeersafwikkel<strong>in</strong>g en doortochten <strong>in</strong> de bebouwde kom.<br />

Secundair categorie II:<br />

- N50: van de N50f Siemenslaan (Oostkamp) tot de N399 (Ingelmunster)<br />

- N370: van de N50 (Hille-<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>) tot de N368 (Beernem)<br />

- N370: van de N35b (Lichtervelde) tot de N50 (<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>)<br />

- N327a (Heilige Sacramentstraat): van de N370 (<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>) tot de N327 (<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>)<br />

- N327: van de Heilige Sacramentstraat (<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>) tot de N37 (Tielt)<br />

De hoofdfunctie van secundaire wegen categorie II is verzamelen op bovenlokaal en lokaal niveau. De <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g is een 2X1-weg,<br />

niet noodzakelijk met een gescheiden verkeersafwikkel<strong>in</strong>g, met doortochten <strong>in</strong> de bebouwde kom.<br />

Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en omgev<strong>in</strong>g werden de NMBS-stations van Tielt en Lichtervelde geselecteerd als knooppunt voor het regionaal<br />

openbaar vervoer. De lijn 73 Gent – De Panne (met halte te Tielt) maakt deel uit van het spoorwegennet op regionaal niveau.<br />

Figuur 6<br />

: gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer volgens het prs West-Vlaanderen<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 24


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Gewenste landschappelijke structuur<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de landschappelijke structuur <strong>in</strong> de streek van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn de volgende elementen geselecteerd (de selectie is<br />

niet limitatief):<br />

Landschapseenheden :<br />

- het gave landschap van de oude veldgebieden, Bulskampveld (Wildenburg, S<strong>in</strong>t-Pietersveld)<br />

- het gave landschap van de Munkebossen<br />

- het gave landschap van de R<strong>in</strong>gbeek en Veldekens<br />

- het nieuwe landschap van het Land van Roeselare - Tielt<br />

Bij nieuwe landschappen zijn bestaande structuren onder <strong>in</strong>vloed van grootschalige <strong>in</strong>grepen (sterk versnipperde bebouw<strong>in</strong>g,<br />

<strong>in</strong>dustrialiser<strong>in</strong>g, agro-<strong>in</strong>dustrie en ruilverkavel<strong>in</strong>g oude stijl) uitgewist.<br />

Structurerende elementen en componenten:<br />

- structurerend reliëfelement cuesta Hertsberge-Lotenhulle<br />

- structurerend reliëfelement zuidelijke flank plateau van Tielt<br />

- structurerend l<strong>in</strong>eair element Velddambeek-Hertsbergebeek-R<strong>in</strong>gbeek<br />

Ankerplaatsen:<br />

- S<strong>in</strong>t-Pietersveld (op de grens met Ruiselede)<br />

- Munkebossen (op de grens met Oostkamp)<br />

Gewenste ruimtelijke structuur van de deelruimte Middenruimte en Veldruimte<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gesitueerd op het grensgebied tussen de ‘Middenruimte’ en de ‘Veldruimte’ van West-Vlaanderen.<br />

Middenruimte<br />

Deze deelruimte rond de steden Roeselare, Tielt en Torhout wordt gekenmerkt door een sterk geïndustrialiseerde landbouw en een<br />

concentratie van <strong>in</strong>tensieve veeteelt. Deze sterke economische dynamiek zorgde voor een groot aandeel verspreide (zonevreemde)<br />

bedrijvigheid en een vrij ongestructureerd landschap. Gezien het belang van deze deelruimte voor de agrarische structuur op<br />

Vlaamse niveau (zie RSV), moet de evolutie van deze activiteiten dan ook <strong>in</strong>gepast worden <strong>in</strong> dit “nieuwe landschap”.<br />

De volgende beleidselementen voor de ‘Middenruimte’ zijn van belang voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en omgev<strong>in</strong>g:<br />

- Concentratie van dynamische activiteiten <strong>in</strong> de stedelijke gebieden en de specifieke economische knooppunten:<br />

Een aanbod van regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en ter versterk<strong>in</strong>g van de endogene ontwikkel<strong>in</strong>gen en/of sectorale clustervorm<strong>in</strong>g<br />

kan <strong>in</strong> de stedelijke gebieden en specifieke economische knooppunten gegenereerd worden. Nieuwe bovenlokale bedrijven, <strong>in</strong><br />

de z<strong>in</strong> van nieuwe of vernieuwende <strong>in</strong>itiatieven die los staan van endogene ontwikkel<strong>in</strong>gen en sectorale clustervorm<strong>in</strong>g,<br />

worden enkel geconcentreerd <strong>in</strong> de stedelijke gebieden. Bedrijventerre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> de specifieke economische knooppunten kunnen<br />

zich ontwikkelen aansluitend bij die bestaande bedrijvigheid, reken<strong>in</strong>g houdend met de draagkracht van de omgev<strong>in</strong>g, de<br />

ontsluit<strong>in</strong>g en de clustervorm<strong>in</strong>g.<br />

- Versterk<strong>in</strong>g van de stedelijke gebieden:<br />

Het regionaalstedelijk gebied Roeselare is de belangrijkste pool van de Middenruimte. Het neemt een belangrijke taak op zich<br />

voor de regionale bedrijfsontwikkel<strong>in</strong>g. Het structuurondersteunend kle<strong>in</strong>stedelijk gebied Tielt, en het kle<strong>in</strong>stedelijk gebied op<br />

prov<strong>in</strong>ciaal niveau Torhout zijn de twee andere belangrijke tewerkstell<strong>in</strong>gs- en verzorg<strong>in</strong>gscentra voor de deelruimte.<br />

- Opwaarder<strong>in</strong>g van het regelmatig verspreid rasterpatroon van kernen:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 25


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Door de historisch gegroeide l<strong>in</strong>ten en de verspreide bebouw<strong>in</strong>g is het kernenpatroon vervaagd <strong>in</strong> de deelruimte. De selectie<br />

van – op regelmatige afstand gelegen – structuurondersteunende hoofddorpen zal het wonen en werken sterker bundelen.<br />

Vanuit deze gedachte wordt Zwevezele opgewaardeerd tot structuurondersteunend hoofddorp.<br />

- Optimaliser<strong>in</strong>g van de verkeersontsluit<strong>in</strong>g:<br />

Het sterk verspreide, bovenlokale verkeer dat een gevolg is van de uitwaaierende activiteiten <strong>in</strong> deze deelruimte, wordt<br />

gebundeld via aangepaste ontsluit<strong>in</strong>gen naar het hogere wegennet. Dit gebeurt onder meer door de aanhak<strong>in</strong>g van de R32<br />

(Roeselare) en de R34 (Torhout) op de E403, en door een geleid<strong>in</strong>g van de bovenlokale verkeersstromen via delen van de N36<br />

en N50.<br />

- Vrijwaren van de structurerende heuvelruggen, open-ruimteverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, beekvalleien en bosgebieden:<br />

Op de structurerende heuvelruggen, zoals de zuidelijke flank van het plateau van Tielt, dienen versnipper<strong>in</strong>g,<br />

terre<strong>in</strong>niveller<strong>in</strong>g en bebouw<strong>in</strong>g te worden vermeden. In de omgev<strong>in</strong>g van de as Roeselare – Tielt structureren bovenlokale<br />

beekvalleien het nieuwe landschap door te fungeren als “natuurlijke aders” door het agrarische gebied<br />

Figuur 7<br />

: gewenste ruimtelijke structuur van de ‘middenruimte’<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 26


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Veldruimte<br />

Deze deelruimte valt ruwweg samen met de zandstreek ten zuiden van Brugge. Op Vlaams niveau vormt deze deelruimte een openruimteverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

tussen twee grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied (RSV). De structuur van dit gebied wordt sterk<br />

bepaald door de ‘veldgebieden’. Dit maakt het gebied <strong>in</strong>teressant voor een versterk<strong>in</strong>g van de bosstructuur. Daarnaast heeft het<br />

ook toeristisch-recreatieve functies. De volgende beleidselementen voor de ‘Veldruimte’ zijn van belang voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en omgev<strong>in</strong>g:<br />

- Het rasterpatroon van dreven en boscomplexen versterken:<br />

Het cultuurhistorisch dambordpatroon wordt behouden en versterkt en is vanuit landschappelijk oogpunt een<br />

randvoorwaarde voor bijkomende ontwikkel<strong>in</strong>gen.<br />

- Een beperkte kernenselectie doorvoeren reken<strong>in</strong>g houdend met de landschappelijke context:<br />

De stedelijke gebieden Bruggen en Torhout bundelen dynamische functies. Daarnaast werden een aantal economische<br />

knooppunten geselecteerd (ook <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>). De ontsluit<strong>in</strong>g van de veldruimte gebeurt hoofdzakelijk via het hoofdwegennet<br />

(A10-E403). Een beperkte selectie secundaire wegen verzorgt de ontsluit<strong>in</strong>g op bovenlokaal niveau.<br />

Figuur 8<br />

: gewenste ruimtelijke structuur van de 'veldruimte'<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 27


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.2.2 Prov<strong>in</strong>ciale <strong>Ruimtelijk</strong> Uitvoer<strong>in</strong>gsplannen<br />

B<strong>in</strong>nen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> werden een aantal Prov<strong>in</strong>ciale RUP’s goedgekeurd:<br />

28/08/2006 PRUP Degroote - Terra plant<br />

28/08/2006 PRUP Trans beton - Devooght<br />

28/08/2006 PRUP Joris Ide<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 28


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3 <strong>Ruimtelijk</strong> beleid op gemeentelijk niveau<br />

2.3.1 BPA’s<br />

Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn de volgende Bijzondere Plannen van Aanleg goedgekeurd:<br />

DATUM GOEDKEURING NAAM VOORNAAMSTE BESTEMMING GEWESTPLAN<br />

REALISATIE<br />

BESTEMMING<br />

DEELGEMEENTE WINGENE<br />

MB 29/11/2001 De Koker - Galgenstraat Wonen Woongebied Grotendeels gerealiseerd, o.a.<br />

Seyntex-project nog te realiseren<br />

MB 20/12/2001 Sportcentrum <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> Recreatie,<br />

Woongebied +<br />

Beperkt deel nog te realiseren<br />

gemeensch. voorz. landbouwgebied<br />

MB 02/05/2005<br />

BPA Sportcentrum recreatie<br />

Uitbreid<strong>in</strong>g<br />

KB 19/05/1992 Lentakkermolen Wonen Woongebied Quasi volledig gerealiseerd, behalve<br />

enkele bouwgronden<br />

MB 10/09/2002 AZ De Verrekijker Bedrijvigheid Ambachtelijk +<br />

Volledig verkocht<br />

landbouwgebied<br />

MB 23/11/2005 AZ De Verrekijker Bedrijvigheid landbouwgebied Gronden worden vanaf april 2008<br />

Uitbreid<strong>in</strong>g<br />

verkocht<br />

MB 09/09/2002 AZ ’t Raakske Bedrijvigheid Landbouwgebied,<br />

Gerealiseerd<br />

landelijk woongeb<br />

MB 10/01/2002 BPA ‘oude melkerij’ Bedrijvigheid Ambachtelijke zone gerealiseerd<br />

MB 26/03/2002 BPA Veldbeek Zone voor RWZI Zone voor RWZI Geopend <strong>in</strong> 2007<br />

MB 03/08/1998<br />

B<strong>in</strong>nengebied<br />

Wonen,<br />

Woongebied Sociale kavels gerealiseerd,<br />

H.Sacramentstr.– gemeensch. voorz.<br />

rusthuis nog te realiseren<br />

Kaplotestr–<br />

Zandbergstr.<br />

MB 28/05/03 Hof van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wonen Woongebied/landbouwgebied deels gerealiseerd<br />

DEELGEMEENTE ZWEVEZELE<br />

MB 03/08/1998 Bruggestraat Sociale huisvest<strong>in</strong>g Woon(uitbreid<strong>in</strong>gs)-gebied,<br />

landbouwgebied<br />

MB 15/09/2000 Hille Wonen,<br />

Woonzone en<br />

bedrijvigheid<br />

MB 09/06/1995 Centrum Zwevezele Wonen,<br />

gemeensch.<br />

voorz.<br />

<strong>in</strong>dustriezone<br />

Woonzone<br />

In opbouw en verkoop.<br />

Grotendeels gerealiseerd<br />

Gerealiseerd (<strong>in</strong> herzien<strong>in</strong>g)<br />

KB 01/04/1985 Landeigendommen Wonen Woonzone Gerealiseerd (<strong>in</strong> herzien<strong>in</strong>g)<br />

MB 15/04/1997<br />

Gedeeltelijke herzien<strong>in</strong>g Wonen Woonzone Gerealiseerd (<strong>in</strong> herzien<strong>in</strong>g)<br />

Landeigendommen<br />

MB 27/01/1993 AZ Yoobeek Bedrijvigheid Ambachtelijke zone Gerealiseerd (<strong>in</strong> herzien<strong>in</strong>g)<br />

MB 30/03/2000 AZ Yoobeek uitbreid<strong>in</strong>g Bedrijvigheid Ambachtelijke zone Gerealiseerd<br />

MB 16/06/2007 AZ Pannaershoek Bedrijvigheid Landbouwgebied Gerealiseerd<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 29


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

MB 24/07/1998,<br />

herzien<strong>in</strong>g<br />

MB<br />

26/06/2007<br />

MB 19/09/2000<br />

Zonevreemde<br />

economische<br />

activiteiten Fase I<br />

Zonevreemde<br />

economische<br />

activiteiten Fase II<br />

MB 31/05/2001 Inricht<strong>in</strong>gsplan Hille<br />

Noord en Zuid<br />

MB 16/12/2002 Herzien<strong>in</strong>g sectoraal<br />

BPA fase I, Verhenne<br />

MB 16/12/2002 Herzien<strong>in</strong>g sectoraal<br />

BPA fase I, Wallecan<br />

(1/29)<br />

MB 16/12/2002 Herzien<strong>in</strong>g sectoraal<br />

BPA fase I, Verbeke<br />

(1/24)<br />

MB 10/04/2002<br />

Zonevreemde<br />

economische activiteiten<br />

Fase III<br />

MB 28/08/2006<br />

Zonevreemde<br />

economische activiteiten<br />

Fase IV<br />

MB 18/12/2007<br />

Zonevreemde<br />

economische activiteiten<br />

Fase V<br />

MB 25/10/2001 Herzien<strong>in</strong>g BPA<br />

Electrotech, sectoraal<br />

BPA fase II<br />

Tabel 2<br />

: de goedgekeurde BPA’s<br />

SECTORALE BPA’S<br />

Bedrijvigheid Overwegend landbouwzone 19 bedrijven werden goedgekeurd<br />

Herzien<strong>in</strong>g MB 26/06/2007<br />

Bedrijvigheid Overwegend landbouwzone 2 bedrijven goedgekeurd en 3<br />

bedrijven deels goedgekeurd<br />

Bedrijvigheid Deels ambachtelijke zone, Inricht<strong>in</strong>gsplan bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

deels bedrijventerre<strong>in</strong> Hille Noord en Zuid<br />

Regionaal openbaar<br />

Bedrijvigheid landbouw Herzien<strong>in</strong>g BPA garage Vervenne<br />

(1/11)<br />

Bedrijvigheid landbouw Herzien<strong>in</strong>g BPA Wallecan (1/29)<br />

Bedrijvigheid Herzien<strong>in</strong>g BPA Verbeke (1/24)<br />

Bedrijvigheid<br />

Landbouw en ambachtelijke<br />

zone<br />

Bedrijvigheid 4 bedrijven<br />

Bedrijvigheid 3 bedrijven<br />

Uitbreid<strong>in</strong>g Bedrijf van landschoot,<br />

ambachtelijke zone Van Bruwaene;<br />

BPA Vienne werd afgekeurd<br />

Bedrijvigheid Herzien<strong>in</strong>g bestaand BPA Aanpass<strong>in</strong>g<br />

bebouw<strong>in</strong>gsvoorschriften<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 30


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

BPA Veldbeek<br />

BPA Sportcentrum Uitbreid<strong>in</strong>g<br />

BPA Sportcentrum<br />

Ambachtelijke Zone 't Raakske<br />

BPA 't Hof van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

BPA Pannaershoek<br />

BPA De Hille<br />

BPA Lavoordeakker<br />

B<strong>in</strong>nengebied H. Sacramentstraat - Kaplotestraat en Zandbergstraat<br />

BPA De Koker - Galgenstraat<br />

BPA Bruggestraat<br />

BPA Lentakkermolen<br />

Ambachtelijke Zone De Verrekijker<br />

Ambachtelijke Zone De Verrekijker Uitbreid<strong>in</strong>g<br />

BPA Akkerstraat<br />

BPA Oude Melkerij<br />

BPA Centrum<br />

BPA wijk Landeigendommen<br />

BPA wijk Landeigendommen (gedeeltelijke herzien<strong>in</strong>g)<br />

BPA wijk Landeigendommen<br />

Ambachtelijke Zone Yoobeek<br />

BPA<br />

Kaart 4<br />

Situer<strong>in</strong>g van de BPA's en RUP's<br />

Sectoraal BPA zonevreemde economische activiteiten<br />

Prov<strong>in</strong>ciaal RUP<br />

SITUERING VAN DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3.2 <strong>Gemeentelijk</strong> Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan<br />

In het kader van de milieuconvenant heeft <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> een <strong>Gemeentelijk</strong> Natuurontwikkel<strong>in</strong>gsplan opgesteld. Dit werd opgemaakt door<br />

Belconsult<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1996. Met het opstellen van dit GNOP engageert de gemeente zich tot het voeren van een gemeentelijk<br />

natuurbeleid. Een GNOP valt op te delen <strong>in</strong> twee grote delen.<br />

Het eerste deel houdt een analyse <strong>in</strong> van de bestaande natuurwaarden en brengt een knelpuntenanalyse. Deze globale analyse<br />

wordt als basis genomen voor het beschrijven van de bestaande natuurlijke structuur <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. De belangrijkste (ruimtelijke)<br />

knelpunten m.b.t. de natuurwaarden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn:<br />

- vermest<strong>in</strong>g door landbouwkundige activiteiten;<br />

- verdrog<strong>in</strong>g door <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van het grondgebruik;<br />

- verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g van grond- en oppervlaktewater, bodem en lucht door huishoudens, <strong>in</strong>dustrie en landbouw;<br />

- versnipper<strong>in</strong>g van biotopen door bebouw<strong>in</strong>g en technische <strong>in</strong>frastructuur;<br />

- verlies van kle<strong>in</strong>e landschapselementen.<br />

Het eerste deel concludeert met de afbaken<strong>in</strong>g van de zogenaamde ERE’s (Ecologische Relevante Entiteiten). Deze gebieden<br />

werden geselecteerd op basis van enerzijds de (nog) aanwezige natuurwaarden en anderzijds de potentiële natuurwaarden. Op<br />

perceelsniveau leidde dit tot de volgende entiteiten:<br />

01. Bovenloop Jobeek 14. Bovenlopen R<strong>in</strong>gbeek-Poelvoordebeek<br />

02. Omgev<strong>in</strong>g Moskou 15. Omgev<strong>in</strong>g Leestje-Schewege<br />

03. Omgev<strong>in</strong>g Zonnebekehoek 16. Omgev<strong>in</strong>g Klokhof<br />

04. Omgev<strong>in</strong>g Aspergem 17. Middenloop R<strong>in</strong>gbeek<br />

05. Bovenloop Muizeveldbeek 18. Benedenloop R<strong>in</strong>gbeek<br />

06. Kasteelpark Zwevezele 19. Omgev<strong>in</strong>g Kraaiveldbos<br />

07. Omgev<strong>in</strong>g Rik 20. Bovenloop Klaphullebeek<br />

08. Middelloop Grotebeek 21. Omgev<strong>in</strong>g Lammersdam<br />

09. Omgev<strong>in</strong>g Lakebossen 22. Omgev<strong>in</strong>g S<strong>in</strong>t-Pietersveld-Gulkeputten<br />

10. Omgev<strong>in</strong>g W<strong>in</strong>kelhoek 23. Omgev<strong>in</strong>g Kasteel Wildenburg-Degruyterebossen<br />

11. Omgev<strong>in</strong>g Munkebossen 24. Omgev<strong>in</strong>g Vagevuurbossen<br />

12. Bovenlopen Veldbeek 25. Omgev<strong>in</strong>g Blauwhuisbossen-Vorsevijvers<br />

13. Middenlopen Veldbeek<br />

Het tweede deel omvat de natuurontwikkel<strong>in</strong>gsmaatregelen. Hier<strong>in</strong> wordt een onderscheid gemaakt <strong>in</strong> algemene maatregelen,<br />

specifieke maatregelen voor de verschillende landschapseenheden en specifieke maatregelen voor de verschillende ERE. De<br />

algemene doelstell<strong>in</strong>gen hebben tot doel de algemene basisecologische kwaliteit van het volledig gemeentelijk grondgebied te<br />

verhogen. De specifieke doelstell<strong>in</strong>gen voor de verschillende landschapseenheden zijn gericht op het beschermen, herstellen en<br />

ontwikkelen van bijzondere natuur- en landschapswaarden:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 32


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Landschapseenheid A: Vertakk<strong>in</strong>g van Jobeek / Grote beek, Veldbeek / R<strong>in</strong>gbeek en Klaphullebeek / Wantebeek.<br />

- behoud en uitbreid<strong>in</strong>g van beekdalbos;<br />

- structuurbehoud en –herstel van de waterlopen;<br />

- behoud en beheer van de beekdalgraslanden;<br />

- behoud van perceelsrandbegroei<strong>in</strong>g;<br />

- behoud van bestaande poelen en graven van nieuwe poelen.<br />

Landschapseenheid B: Heuvelruggen van Ruddervoorde / Waardamme en Hertsberge / Lotenhulle<br />

- specifiek behoud en uitbreid<strong>in</strong>g of ontwikkel<strong>in</strong>g van grotere boskernen;<br />

- vrijwaren en lokaal herstellen van bronniveau’s;<br />

- specifiek behoud en systematisch herstel van drevenpatronen;<br />

- specifiek gericht bermbeheer.<br />

Landschapseenheid C: Veldresten van Raverschoot, Rijsberge en Vrijgeweed<br />

- ontwikkel<strong>in</strong>g en aangepast beheer van kle<strong>in</strong>ere boskernen;<br />

- behoud en herstel van graslanden;<br />

- behoud en systematisch herstel van drevenpatronen;<br />

- specifiek gericht bermbeheer.<br />

Landschapseenheid D: Randen van het Plateau van Tielt<br />

- behoud en uitbreid<strong>in</strong>g of ontwikkel<strong>in</strong>g van kle<strong>in</strong>ere boskernen;<br />

- aanbrengen van struweelbegroei<strong>in</strong>g op taluds;<br />

- gericht bermbeheer;<br />

- behoud van perceelsrandbegroei<strong>in</strong>g;<br />

- aangepast beheer van hell<strong>in</strong>ggraslanden;<br />

- behoud van bestaande poelen en graven van nieuwe poelen.<br />

Uite<strong>in</strong>delijk werd uit het GNOP één specifiek actieplan geselecteerd met een ruimtelijke weerslag, nl. S<strong>in</strong>t-Pietersveld-Blauwhuis.<br />

Tot op heden werden volgende algemene acties uitgevoerd:<br />

Fietspad en aanplant<strong>in</strong>gen Lammersdam.<br />

Dit project werd uitgevoerd <strong>in</strong> 1999. De verhard<strong>in</strong>g van het fietspaadje bestaat uit ternair zand en de aanplant<strong>in</strong>gen werden<br />

uitgevoerd door de natuurverenig<strong>in</strong>g tijdens de Dag van de Natuur.<br />

Waterzuiver<strong>in</strong>g S<strong>in</strong>t-Pietersveld.<br />

Het gemeentebestuur liet een studie maken over deze waterzuiver<strong>in</strong>gsproblematiek waarbij een afweg<strong>in</strong>g werd gemaakt tussen<br />

verschillende scenario’s voor de waterzuiver<strong>in</strong>g van het volledige gebied. Deze studie wijst uit dat een koppel<strong>in</strong>g van de<br />

verschillende loz<strong>in</strong>gspunten naar 1 loz<strong>in</strong>gspunt het meest voordelige is. Er werd geopteerd om een tot en met het privé-dome<strong>in</strong><br />

volledig gescheiden stelsel aan te leggen, gezien het feit dat overstorten niet toegelaten zijn <strong>in</strong> het reservaat en natuurgebied. Het<br />

regenwater moet dus uit het vuilwaterstelsel gehouden worden. Aquaf<strong>in</strong> NV zal <strong>in</strong>staan voor de bouw van een RWZI (kle<strong>in</strong>schalige<br />

waterzuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie) voor 600 IE. De werken hiervoor werden aangevat <strong>in</strong> 2007 en zullen <strong>in</strong> het voorjaar van 2008 beë<strong>in</strong>digd<br />

worden.<br />

Subsidiereglement voor aanplant<strong>in</strong>g en onderhoud van knotbomen, houtkanten, en aanleg poelen en bronnen.<br />

Dit reglement werd goedgekeurd op 24/03/1997 en bevat dus bovenstaande subsidiemogelijkheden.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 33


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Kaart 5<br />

: ecologisch relevante entiteiten (GNOP)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 34


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3.3 Mobiliteitsplan<br />

In 1997-1998 werd door Groep Plann<strong>in</strong>g het mobiliteitsplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> opgemaakt. Het werd conform verklaard <strong>in</strong> mei 1998. Het<br />

mobiliteitsplan onderzoekt de verschillende knelpunten op verkeerskundig vlak <strong>in</strong> de ganse gemeente en reikt adequate oploss<strong>in</strong>gen<br />

aan. Het bevat een samenhangend geheel van maatregelen waar<strong>in</strong> de verschillende verkeerssoorten op een evenwichtige wijze aan<br />

bod komen. Een mobiliteitsplan bestaat uit drie delen waarvan iedere studiefase wordt afgesloten met een nota: de oriëntatienota,<br />

de synthesenota en het beleidsplan. In het beleidsplan wordt een beleidsprogramma opgemaakt waar<strong>in</strong> de verschillende<br />

actiedome<strong>in</strong>en en verantwoordelijkheden van de beleidsactoren wordt geschetst en dit met 2010 als tijdshorizon.<br />

Volgende keuzes werden opgenomen <strong>in</strong> het beleidsprogramma:<br />

- <strong>Ruimtelijk</strong> beleid en locatiebeleid: hier wordt het schrappen van de tracés van de omleid<strong>in</strong>gswegen rond <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> <strong>in</strong> het<br />

gewestplan voorgesteld, mits de opname en her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de Beernemstraat, Heilig Sacramentstraat en Tieltstraat /<br />

Oude Bruggestraat als doortocht. De gewestplanwijzig<strong>in</strong>g van 1998 bevat reeds de schrapp<strong>in</strong>g van de twee<br />

omleid<strong>in</strong>gswegen.<br />

- Wegencategoriser<strong>in</strong>g en snelheidsbeleid: de E403 (afritten te Lichtervelde / Zedelgem-Ruddervoorde) en de E40 (afrit<br />

Beernem) zijn de twee wegen van het hoofdwegennet <strong>in</strong> de buurt van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Primaire wegen van categorie twee zijn het<br />

aansluitpunt Lichtervelde op de E403 en verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen Tielt-E403 (oprit Ardooie) en Tielt-E40 (oprit Aalter). De selectie van<br />

secundaire wegen gebeurt <strong>in</strong> het PRS West-Vlaanderen. Daarnaast werden nog enkele verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen beschouwd als lokale<br />

wegen.<br />

- Doortochtenbeleid: Diverse wegvakken b<strong>in</strong>nen het verblijfsgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele komen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g voor een<br />

her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g als doortocht.<br />

- Parkeerbeleid: Noch <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, noch <strong>in</strong> Zwevezele stellen zich parkeerproblemen.<br />

- Openbaar vervoer: hierbij werden geen speciale problemen geconstateerd. De busbedien<strong>in</strong>g van De Lijn is bevredigend. Er<br />

kan nog gewerkt worden aan enkele punten zoals de verbeter<strong>in</strong>g van de openbare vervoersverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen Tielt en<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, de evaluatie van de nieuwe buslijn naar Beernem en de uitrust<strong>in</strong>g van de bushaltes met (overdekte) fietsstall<strong>in</strong>gen.<br />

- Fietsbeleid: Wat de fietsvoorzien<strong>in</strong>gen betreft is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> slecht uitgerust. Om het fietsnetwerk te verbeteren werden enkele<br />

maatregelen <strong>in</strong> verband met het fietsverkeer geformuleerd. Het belangrijkste voorstel is de uitrust<strong>in</strong>g van de gewestwegen<br />

N327, N50 en N370 met aanliggende en vrijliggende fietspaden.<br />

- Voetgangersbeleid: De basis hier is het uitbreiden van de zone 30 <strong>in</strong> het centrum van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en het <strong>in</strong>voeren ervan <strong>in</strong> het<br />

centrum van Zwevezele. Door de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de Markt van Zwevezele en de Oude Bruggestraat - Tieltstraat kreeg de<br />

voetganger meer plaats b<strong>in</strong>nen het openbaar dome<strong>in</strong>.<br />

Aan de hand van de deze wensstructuren werden maatregelen uitgewerkt om de wensstructuren te concretiseren, reken<strong>in</strong>g<br />

houdend met de budgettaire mogelijkheden. Een opsomm<strong>in</strong>g van deze maatregelen met opdel<strong>in</strong>g naar korte termijn, middellange<br />

termijn en lange termijn is eveneens opgenomen <strong>in</strong> het beleidsplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 35


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Inmiddels werden reeds de volgende projecten uitgevoerd:<br />

- Aanleg fietspaden langs de N327 Tielt - <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (1999-2001)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g marktple<strong>in</strong> van Zwevezele <strong>in</strong> functie van de zone 30 (1999)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g Oude Bruggestraat tussen Hillesteenweg en Beernemstraat <strong>in</strong> functie van de zone 50 (2000)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de Tieltstraat - Oude Bruggestraat <strong>in</strong> functie van de zone 30 (2000 en 2001)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de Beernemstraat tussen de Peerstalstraat en H.Sacramentstraat met aanleg van een fietspad (1999 en<br />

2008)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g Kasteelstraat - Lichterveldestraat met een kruispunt <strong>in</strong> plateauvorm (1998)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g kruispunt Bruggestraat – Tramstraat (2001)<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g kruispunt Beernemstraat – H.Sacramentstraat (2001)<br />

- Aanleg fietspaden langs Hillesteenweg tussen Scheewege en Oude Bruggestraat (2000 en 2001)<br />

- Aanleg van fietspaden langs de Egemsestraat tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Egem (2005)<br />

- Aanleg van fietspaden langs de N370: <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – Zwevezele, (2007)<br />

Nog te realiseren projecten zijn:<br />

- Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g doortocht Hille (N50 en deel W<strong>in</strong>gensesteenweg N370)<br />

- Aanleg van fietspaden langs de N370:<br />

Beernem – <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Zwevezele – Lichtervelde (deel <strong>in</strong> 2008)<br />

- Aanleg van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Ruiselede<br />

In het voorjaar van 2008 wordt het mobiliteitsplan onderworpen aan een sneltoets. Er wordt geopteerd om het te verbreden en<br />

vernieuwen tegen e<strong>in</strong>d 2009.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 36


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Kaart 6<br />

: her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g doortochten<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 37


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3.4 Sectorale visie zonevreemde bedrijven<br />

Deze nota, opgemaakt <strong>in</strong> 1997 door WITAB, heeft als doelstell<strong>in</strong>g de zonevreemde bedrijvigheid te onderzoeken, na te gaan hoe<br />

groot de problematiek <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is en oploss<strong>in</strong>gen te formuleren zodat de economische activiteiten levensvatbaar blijven, versterkt<br />

kunnen worden en op lange termijn kunnen groeien.<br />

In eerste <strong>in</strong>stantie werd een <strong>in</strong>ventaris van de geïsoleerde bedrijven opgemaakt. Geïsoleerde bedrijven zijn bedrijven die verspreid<br />

– ruimtelijk geïsoleerd – <strong>in</strong> de gemeente voorkomen. Er worden daar<strong>in</strong> drie types onderscheiden:<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> de woonzones (woongebied, landelijk woongebied, woonpark en woonuitbreid<strong>in</strong>gs-gebied)<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> agrarische- en groengebieden<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> een zone voor bedrijvigheid (paarse vlekjes)<br />

Uit de bedrijven<strong>in</strong>ventaris van de gemeente blijkt dat er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 233 geïsoleerde bedrijven voorkomen (situatie 1997). Daarvan<br />

zijn er 137 of 59% gelegen <strong>in</strong> een woonzone. 72 bedrijven of 32% liggen <strong>in</strong> agrarisch of groengebied en 9% (22 bedrijven) ligt <strong>in</strong> een<br />

daarvoor bestemde zone voor ambachtelijke en/of lokale bedrijvigheid.<br />

Het hoge percentage geïsoleerde bedrijven <strong>in</strong> de woonzones wijst op een sterke verwevenheid tussen de ambachtelijke bedrijvigheid<br />

en het wonen. Daarbij gaat het voornamelijk over bouwondernem<strong>in</strong>gen en aanverwante bedrijven (28%), houtbewerk<strong>in</strong>gsbedrijven<br />

(21%), garage- en autowerkplaatsen (13%), vleesverwerkende en voed<strong>in</strong>gsbedrijven (9%) en metaalbewerkende bedrijven (8%).<br />

Meestal zijn dit niet-h<strong>in</strong>derlijke ambachtelijke bedrijven. Buiten de woonzones komen de geïsoleerde bedrijven sterk verspreid voor.<br />

De densiteit is het hoogst <strong>in</strong> de deelgemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

Over het buitengebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komen er ook een aantal geïsoleerde bedrijven voor die als dusdanig zijn bestemd. Ze liggen <strong>in</strong><br />

zogenaamde paarse vlekjes op de plannen van aanleg. Het gaat hier enerzijds over historisch gegroeide bedrijven die <strong>in</strong>dividueel als<br />

bedrijvigheid zijn <strong>in</strong>gekleurd en anderzijds over geïsoleerde bedrijven die recent via het sectoraal BPA ‘zonevreemde bedrijven’ als<br />

bedrijvigheid zijn <strong>in</strong>gekleurd.<br />

B<strong>in</strong>nen de groep van de geïsoleerde bedrijven zitten nog een groot aantal kle<strong>in</strong>schalige zonevreemde activiteiten. Het al of niet<br />

zonevreemd zijn van een bedrijf wordt afgewogen op basis van de def<strong>in</strong>itie uit het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen. Hier<strong>in</strong> wordt<br />

zonevreemdheid als volgt omschreven: ‘een bedrijf, zijnde een gebouw, activiteit of functie, kan pas zonevreemd worden beschouwd,<br />

wanneer zowel de juridische toets, met name het al of niet overeenstemmen met bestaande voorschriften, als de planologische<br />

toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies duidelijk daartoe besluiten’<br />

Als zonevreemde bedrijven worden dus gerekend:<br />

- bedrijven <strong>in</strong> het agrarisch gebied of groengebied (juridische toets);<br />

- bedrijven die bij een mogelijke uitbreid<strong>in</strong>g zonevreemd worden (juridisch/planologische toets);<br />

- milieubelastende bedrijven <strong>in</strong> de woonzone (h<strong>in</strong>derlijke bedrijven; is eigenlijk een feitenkwestie; planologische toets).<br />

Uit de bedrijven<strong>in</strong>ventaris van de gemeente blijkt dat er dus 74 van het totaal aantal geïsoleerde bedrijven <strong>in</strong> de gemeente<br />

zonevreemd waren op het moment van de studie (1997). De meeste van deze bedrijven zijn geheel of gedeeltelijk gelegen <strong>in</strong><br />

agrarisch gebied.<br />

Om tot een oploss<strong>in</strong>g te komen werden een aantal basispr<strong>in</strong>cipes geformuleerd. Daarnaast werd, op basis van de verschillen <strong>in</strong> de<br />

diverse gebiedsdelen van de open ruimte, een selectie gemaakt van openruimtetypes waaraan randvoorwaarden ten aanzien van<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 38


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

zonevreemde bedrijven werden gekoppeld. Vervolgens werd elk bedrijf getoetst aan de basispr<strong>in</strong>cipes gedifferentieerd naar type<br />

openruimtegebied en werd een classificatie voorgesteld van de bedrijven (volgens de omzendbrief RO 97/01).<br />

Tenslotte werd een beleidsstrategie t.o.v. deze problematiek voorgesteld. De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> opteerde voor een gefaseerde<br />

aanpak van de zonevreemde activiteiten. Prioritair worden bedrijven geselecteerd voor opname <strong>in</strong> een sectoraal BPA of voor de<br />

aanvraag van een gewestplanwijzig<strong>in</strong>g. In een latere fase kunnen BPA’s worden opgemaakt die de orden<strong>in</strong>g van woonkorrels,<br />

waar<strong>in</strong> bedrijven kunnen worden opgenomen, regelen.<br />

Deze visie moest vertaald worden via een gewestplanwijzig<strong>in</strong>g en het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Daar de nota <strong>in</strong> 1997 is<br />

opgemaakt zijn deze maatregelen reeds uitgevoerd: het sectoraal BPA werd uitgevoerd <strong>in</strong> vijf fases nl. bij MB 24/07/1998, bij MB<br />

19/09/2000,MB 10/04/2002, MB 28/08/2006 en MB 18/12/2007. B<strong>in</strong>nen deze BPA’s werd voor een 25-tal bedrijven een<br />

oploss<strong>in</strong>g gecreëerd.<br />

Eén regionaal bedrijf werd opgenomen <strong>in</strong> een prov<strong>in</strong>ciaal ruimtelijk uitvoer<strong>in</strong>gsplan (MB 28/08/2006). Voor de resterende<br />

kle<strong>in</strong>schalige zonevreemde bedrijven of activiteiten waarvoor een bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g niet aangewezen is, dr<strong>in</strong>gt zich eerder de<br />

noodzaak op om b<strong>in</strong>nen het GRS een aangepast referentiekader voor functiewijzig<strong>in</strong>gen uit te werken.<br />

2.3.5 Actualisatie sectorale visie zonevreemde bedrijven (2006)<br />

N.a.v. de opmaak van het Sectoraal BPA Zonevreemde Economische activiteiten, Fase IV, MB 28.8.2006 gebeurde er een<br />

actualisatie van de sectorale visie die werd opgenomen <strong>in</strong> de Memorie van toelicht<strong>in</strong>g van dit BPA onder Punt 3 Globale<br />

gemeentelijke benader<strong>in</strong>g.<br />

De bestaande ruimtelijke en gewenste ruimtelijke structuur op mesoniveau werd er <strong>in</strong> opgenomen en uitgetekend conform het<br />

Voorontwerp <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> zoals aangepast overeenkomstig het Structureel overleg van 13 januari 2005.<br />

Tevens werd de bedrijven<strong>in</strong>ventaris van 1997/1998 geactualiseerd.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 39


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Kaart 7 : situer<strong>in</strong>g geïsoleerde bedrijven (1997)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 40


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3.6 Studie plattelandseconomie <strong>in</strong> de regio Roeselare-Tielt (Plectrum 2007)<br />

In de regio Roeselare-Tielt werd door de wvi <strong>in</strong> het kader van een Streekcharterproject van RESOC en ondersteund door het<br />

Vlaamse Agentschap Economie een uitgebreid onderzoek verricht naar de feitelijke (bestaande) economische activiteiten en hun<br />

dynamiek <strong>in</strong> de landelijke bestemm<strong>in</strong>gszones. Het onderzoek focust zich hierbij op de aanwezige economische activiteiten, met<br />

uitsluit<strong>in</strong>g van de agrarische en horeca activiteiten, ontwikkeld op solitaire sites (dus niet op terre<strong>in</strong>en of sites die als bedrijfs- of<br />

woonzone bestemd zijn).<br />

Speciale aandacht werd hierbij besteed aan de aanwezigheid van dit type activiteiten <strong>in</strong> voormalige hoevegebouwen. Het onderzoek<br />

bracht 875 niet-agrarische bedrijven <strong>in</strong> de 17 gemeenten <strong>in</strong> beeld, hoofdzakelijk gelegen <strong>in</strong> een agrarische bestemm<strong>in</strong>gszone, en<br />

(nog) niet betrokken In een bestaand specifiek plann<strong>in</strong>gs- of beleids<strong>in</strong>strument (BPA/RUP,Functiewijzig<strong>in</strong>gen ...).<br />

Het onderzoek verrast door het hoog aantal bedrijven dat zich bewust ontwikkeld heeft b<strong>in</strong>nen een onzekere juridische<br />

stedenbouwkundige context en door de sterke recente opricht<strong>in</strong>gsdynamiek die deze bedrijven kenmerkt. Ook omtrent de ruimtelijke<br />

<strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g van deze bedrijven <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g komt het onderzoek tot verrassende vaststell<strong>in</strong>gen.<br />

De resultaten roepen op tot een dr<strong>in</strong>gend debat over deze problematiek en het ontwikkelen van een aangepast evaluatiekader dat<br />

oploss<strong>in</strong>gen biedt met ruimtelijke kwaliteit.<br />

De regio Roeselare-Tielt lanceert daarom een oproep en een actieplan om hier dr<strong>in</strong>gend werk van te maken.<br />

Bij gebrek aan volledige of kwalitatieve <strong>in</strong>ventarissen werd voor dit onderzoek door de wvi en met heel wat <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van de 17<br />

gemeenten een nieuwe <strong>in</strong>ventaris van deze bedrijfssites opgebouwd.<br />

Deze zgn PLECTRUM-databank (PlattelandsEConomieTieltRoeselare) leverde 875 ondernem<strong>in</strong>gsadressen op waarvan 31 1(35,5%)<br />

<strong>in</strong> (voormalige) hoevegebouwen. Deze cijfers bevestigen de veronderstell<strong>in</strong>g dat de <strong>in</strong>name van hoevegebouwen door niet<br />

landbouwgebonden activiteiten reeds op diverse plaatsen een realiteit is.<br />

Uit de analyse blijkt ook dat op het platteland vaak dezelfde met zone-eigen activiteiten voorkomen. De top 5 van de meest<br />

voorkomende activiteiten omvat meteen 60 % van alle gedetecteerde activiteiten. Het gaat om aannemers, handelszaken, tu<strong>in</strong>aanleg,<br />

transport en houtbewerk<strong>in</strong>g. Wanneer de top-10 bekeken wordt, komen ook metaalbewerkers, garagecarrosserie, grondwerken,<br />

stapel<strong>in</strong>g en elektriciteitswerken mee <strong>in</strong> beeld.<br />

Opvallend is ook de dynamiek van deze ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de laatste 10 jaar. Van alle gedetecteerde ondernem<strong>in</strong>gen werd 26.3%<br />

opgericht <strong>in</strong> de laatste 5 jaar. Een verdere opsplits<strong>in</strong>g toont aan dat de opricht<strong>in</strong>gsdynamiek <strong>in</strong> agrarische gebouwen, met ruim 30<br />

%, nog sterker is dan deze <strong>in</strong> andere gebouwen op het platteland (24%).<br />

Uit het onderzoek blijkt ook dat de ontstaansgeschiedenis van deze bedrijfssites een gevarieerde achtergrond heeft :een aantal<br />

bedrijven dateren reeds van voor de vaststell<strong>in</strong>g van het gewestplan en of van voor de vergunn<strong>in</strong>gsplicht op functiewijzig<strong>in</strong>gen<br />

(1984). Maar ook heel wat activiteiten (of wijzig<strong>in</strong>gen) dateren van na deze periode en ontstonden dus ondanks het strikte beleid<br />

m.b.t. niet zone-eigen activiteiten.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 41


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Op basis van de aard van de activiteit kan grofweg gesteld worden dat tot op heden voor 85% van de gedetecteerde ondernem<strong>in</strong>gen<br />

het huidig wetgevend kader blijkbaar geen oploss<strong>in</strong>g kan bieden voor het bestaan van deze activiteiten op deze plaatsen. De sterke<br />

recente opricht<strong>in</strong>gsdynamiek die blijkt uit de kruispuntbank voor ondernem<strong>in</strong>gen (KBO) (hoofdzakelijk <strong>in</strong> bestaande gebouwen) toont<br />

tegelijkertijd aan dat de huidige regelgev<strong>in</strong>g hierop blijkbaar we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>vloed heeft en dit <strong>in</strong> het bijzonder <strong>in</strong> (voormalige) agrarische<br />

gebouwen. De logica van de valorisatie van deze bestaande gebouwen (en het hier<strong>in</strong> geïnvesteerd kapitaal) blijkt hierbij sterker dan<br />

de logica van de bestaande regelgev<strong>in</strong>g waarbij dit leidt tot risicovol startgedrag.<br />

Anderzijds ontstond door opeenvolgende wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de voorbije decennia ook onzekerheid bij diverse<br />

ondernemers. Tenslotte hebben de diverse overheden ook niet altijd op een passende wijze opgetreden tav deze ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Op deze manier is er een zekere kloof ontstaan tussen beleidsdoelstell<strong>in</strong>gen en het vigerend ruimtelijk beleid aan de ene kant en de<br />

feitelijkheid op het terre<strong>in</strong> aan de andere kant.<br />

Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gaat het om een tachtigtal bedrijven waarvan 27 % <strong>in</strong> voormalige hoevegebouwen, bij 13 % is er sprake van een<br />

comb<strong>in</strong>atie van agrarische activiteiten en niet-agrarische op een hoeve; de resterende 60 % betreffen niet-agrarische<br />

bedrijfsactiviteiten <strong>in</strong> andere gebouwen.<br />

In de (voormalige agrarische) gebouwen gaat het vooral al : grondwerken, transport, tu<strong>in</strong>aanleg, aannemer, stapel<strong>in</strong>g, wellnes en<br />

veevoederhandel.<br />

In de niet-agrarische gebouwen gaat het vooral om aannemer, handel, elektriciteit/sanitair, garage, houtbewerk<strong>in</strong>g, stapel<strong>in</strong>g,<br />

transport, tu<strong>in</strong>aanleg.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 42


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

2.3.7 Sectorale visie zonevreemde won<strong>in</strong>gen<br />

In het voorjaar van 1998 werd door de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> aan Groep Plann<strong>in</strong>g de opdracht gegeven een visie te ontwikkelen<br />

omtrent de zonevreemde won<strong>in</strong>gen op haar grondgebied. In functie van de uitbouw van een eigen globaal ruimtelijk beleid, <strong>in</strong>gebed<br />

en <strong>in</strong> confrontatie met het ruimtelijk beleid van de hogere bestuursniveaus, stelde de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zich vragen over de<br />

cont<strong>in</strong>uïteit en kwaliteit van de woonfunctie <strong>in</strong> het landelijk gebied. Het ontwikkelen van een visie bood de gemeente voldoende<br />

houvast om adequaat te kunnen <strong>in</strong>spelen op een aantal recente ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het woonbeleid van de regionale overheden.<br />

Tevens zou de studie een aanleid<strong>in</strong>g zijn voor de gemeente om op de best mogelijke wijze een gemeentelijk uitvoer<strong>in</strong>gsplan voor te<br />

bereiden en er een verantwoorde onderbouw aan te geven. De <strong>in</strong>houd van de studie wordt hieronder samengevat.<br />

Wat wordt verstaan onder zonevreemdheid?<br />

Zonevreemdheid manifesteert zich zowel op juridisch als op planologisch vlak. Juridische zonevreemdheid heeft betrekk<strong>in</strong>g op de<br />

discrepantie tussen de bestaande toestand en de toestand zoals deze <strong>in</strong> de gewestplannen is vastgelegd. Het betreft dan de<br />

functies die niet gesitueerd zijn <strong>in</strong> de overeenkomstige bestemm<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> dit geval won<strong>in</strong>gen die niet gesitueerd zijn <strong>in</strong> woonzones).<br />

Planologische zonevreemdheid uit zich <strong>in</strong> het niet verenigbaar zijn met de omgev<strong>in</strong>g.<br />

Probleemstell<strong>in</strong>g<br />

De problematiek van de zonevreemde won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is tweeledig. Ten eerste werden veel historisch gegroeide sites <strong>in</strong> het<br />

landelijk gebied bij de opstell<strong>in</strong>g van het Gewestplan Roeselare-Tielt <strong>in</strong> een juridisch onzekere toestand gebracht. Ten tweede wordt<br />

er <strong>in</strong> het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen geen specifieke strategie voorgesteld om aan het planologisch aspect van de<br />

verspreide bewon<strong>in</strong>g tegemoet te komen. Aldus stelt zich een discrim<strong>in</strong>atie van de zonevreemde won<strong>in</strong>gen t.o.v. de won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

woonkernen.<br />

De studie “Sectorale visie zonevreemde won<strong>in</strong>gen” nam zich tot doel om de lokale situatie van de verspreide bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

onder de loep te nemen, zodanig dat er voor de zonevreemde won<strong>in</strong>gen een gebiedsgerichte strategie kan uitgewerkt worden,<br />

reken<strong>in</strong>g houdend met de randvoorwaarden van het gebied. Er werden 1238 zonevreemde won<strong>in</strong>gen geteld waarvan een 1000-tal<br />

<strong>in</strong> landbouwzone en de overige <strong>in</strong> zones voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen, zones voor verblijfsrecreatie en groengebieden. Dit slaat<br />

op één vierde van het totaal aantal won<strong>in</strong>gen.<br />

De visie<br />

Na het uitvoeren van een gericht onderzoek waar<strong>in</strong> enkel de voor deze sectorale benader<strong>in</strong>g relevante gegevens 5 werden verzameld<br />

en onderzocht, werd een aanzet tot visie geformuleerd. De visie voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> moet <strong>in</strong> de eerste plaats leiden tot een oploss<strong>in</strong>g voor<br />

de discrim<strong>in</strong>atie van de zonevreemde won<strong>in</strong>gen, waarvan <strong>in</strong> de probleemstell<strong>in</strong>g sprake was. Op de tweede plaats moet er gezocht<br />

worden naar een methode om de verspreide bebouw<strong>in</strong>g op een duurzame manier <strong>in</strong> de ruimtelijke structuur van de gemeente <strong>in</strong> te<br />

bedden. Alleen zo kan er een gefundeerd beleid gevoerd worden omtrent de verspreide bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het algemeen en de<br />

zonevreemde won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het bijzonder. De gebiedseigen kenmerken van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> dw<strong>in</strong>gen tot een visie die steunt op twee<br />

pr<strong>in</strong>cipes. Enerzijds moet er b<strong>in</strong>nen het huidige onderzoeksgebied op een gebiedsgerichte manier gewerkt worden en anderzijds<br />

moet er een typologie voor de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur uitgetekend worden.<br />

- Pr<strong>in</strong>cipe 1: De gebiedsgerichte afbaken<strong>in</strong>g steunt op de verschillende historisch gegroeide verschijn<strong>in</strong>gsvormen van de<br />

nederzett<strong>in</strong>gsstructuur <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Hiervoor vormen de verschillende occupatiegebieden de basis.<br />

5 Als relevante onderzoeksgegevens werden volgende thema’s geselecteerd: <strong>in</strong>ventaris van de huidige toestand op het terre<strong>in</strong>, historische analyse, demografische analyse,<br />

uitrust<strong>in</strong>gsniveau en kwaliteit van de verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 43


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Pr<strong>in</strong>cipe 2: De nederzett<strong>in</strong>gstypologie zorgt er onder meer voor dat concentraties van won<strong>in</strong>gen op een eenvoudige manier<br />

kunnen aangeduid worden. De opbouw ervan kan onder meer gebaseerd zijn op de omvang, de sociale dimensie en het<br />

voorkomen van de site.<br />

Door beide pr<strong>in</strong>cipes te koppelen kunnen er voor de afgebakende entiteiten op een eenvoudige manier gebiedsgerichte opties<br />

opgesteld worden en kon aldus een gepaste oploss<strong>in</strong>g gegeven worden voor de onduidelijke toestand van de (zonevreemde)<br />

verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

2.3.8 Woonbehoeftestudie (planperiode 2007-2017)<br />

In het kader van de opmaak van het GRS werd de woonbehoeftestudie <strong>in</strong> opdracht van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> geactualiseerd door<br />

WES. De resultaten van deze studie werden opgenomen <strong>in</strong> het hoofdstuk omtrent de behoeften.<br />

2.3.9 Relevante basiselementen <strong>in</strong> de gemeentelijke structuurplannen van de buurgemeenten<br />

De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt zeven buurgemeenten: Oostkamp, Beernem, Ruiselede, Pittem, Ardooie, Lichtervelde en Tielt. In de<br />

huidige stand van zaken zijn er we<strong>in</strong>ig conflicterende elementen vast te stellen tussen de (voorlopige) structuurplannen van deze<br />

gemeenten en het structuurplan van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

2.3.10 Inventaris dome<strong>in</strong>en kastelen en landhuizen.<br />

Door de prov<strong>in</strong>cie werd <strong>in</strong> 2008 een <strong>in</strong>ventaris opgemaakt van kasteeldome<strong>in</strong>en <strong>in</strong> het arrondissement Brugge en enkele gemeenten<br />

van het Brugse Ommeland waartoe ook <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort.<br />

Er werden acht kasteeldome<strong>in</strong>en geselecteerd :<br />

1. Kasteel Blauwhuis, Beernemsteenweg, 171, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, opp. 2,5 ha.<br />

2. Kasteel Hendriksberg, Blauwhuistraat, 11, natuurgebied, 13 ha.<br />

3. Kasteel Munken, Munkelostraat, 35, parkgebied, 19,9 ha.<br />

4. Kasteel S<strong>in</strong>t Pietersveld, S<strong>in</strong>t Pietersveldstraat, 4 natuurgebied, 5,3 ha.<br />

5. Kasteel De Varens, Polderdreef 5, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, 11,8 ha.<br />

6. Kasteel De Warande, Beernemsteenweg, 173, parkgebied, 5,2 ha.<br />

7. Kasteel Wildenburg, Beernemsteenweg, 106, 27,8 ha.<br />

8. Kasteelpark Zwevezele, Waldreef, parkgebied, 3,5 ha.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 44


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

zonevreemde won<strong>in</strong>gen<br />

zonevreemde bedrijven<br />

(sectoraal) BPA <strong>in</strong>zake bedrijvigheid<br />

Kaart 8<br />

Zonevreemde won<strong>in</strong>gen en bedrijven<br />

SITUERING VAN DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

3 De bestaande ruimtelijke structuur op macroschaal<br />

De macrostructurerende elementen zijn de ruimtelijke elementen die <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> verb<strong>in</strong>den met haar omgev<strong>in</strong>g. Door het lokaliseren en<br />

analyseren van deze elementen wordt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ruimtelijk geplaatst <strong>in</strong> haar regionale context; de gemeente wordt m.a.w.<br />

gepositioneerd b<strong>in</strong>nen de prov<strong>in</strong>cie, de streek en/of de regio. In eerste <strong>in</strong>stantie beperkt het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan<br />

zich tot het werk<strong>in</strong>gsgebied van de gemeente. Het is echter duidelijk dat bepaalde ontwikkel<strong>in</strong>gen (en voorstellen) de grenzen van de<br />

gemeente overstijgen. Een aantal ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen de gemeente hangen nauw samen met de ontwikkel<strong>in</strong>gen en tendensen <strong>in</strong><br />

de aangrenzende gemeenten en regio’s. Waar nodig zal dan ook op deze ontwikkel<strong>in</strong>gen worden <strong>in</strong>gegaan. De belangrijkste<br />

macrostructurerende elementen voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> worden beschreven <strong>in</strong> de volgende paragraaf en voorgesteld op de daaropvolgende<br />

kaart.<br />

3.1 Macrostructurerende elementen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gesitueerd op de overgang van zandig Vlaanderen naar zandlemig Vlaanderen. In het zuiden maakt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nog deel uit<br />

van de lichte Zandleemgebieden terwijl we <strong>in</strong> het noordoosten van de gemeente reeds de Streek van Beernem (Zandig Vlaanderen)<br />

aantreffen. Daartussen<strong>in</strong> ligt het Lemig zandgebied. Deze bodemkundige <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g komt tevens tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de landschappelijke<br />

streken. De zuidelijke helft van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> maakt daarbij deel uit van de “open akkers van Zand-Lemig Vlaanderen”, de noordelijke<br />

helft hoort bij de “Vlaamse Zandstreek”. In deze Vlaamse Zandstreek komen <strong>in</strong> B<strong>in</strong>nen-Vlaanderen een aantal veldgebieden voor.<br />

Eén daarvan is het Bulskampveld dat zich uitstrekt van het zuiden van Brugge tot <strong>in</strong> het noordoostelijke deel van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Ook<br />

agrarisch gezien situeert <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zich op de overgang van twee entiteiten. De zandstreek wordt voornamelijk gekenmerkt door<br />

concentraties van <strong>in</strong>tensieve veehouderij. Het zuidelijke deel van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort tot het zogenaamde landbouwgebied van<br />

Roeselare-Tielt, dat eveneens concentraties van <strong>in</strong>tensieve veeteelt kent naast een pak andere teelten (o.a. groenteteelt), en dus<br />

gedifferentieerder is.<br />

Wat de bosstructuur betreft maken de bossen <strong>in</strong> het noordoosten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> deel uit van het Bulskampveld, een bosrijk en oud<br />

veldgebied gelegen ten zuidoosten van Brugge. De bossen zijn aan elkaar gel<strong>in</strong>kt door dreven, en er komen een aantal<br />

kasteelparken en heiderelicten <strong>in</strong> voor.<br />

Als deel van het groter geheel behoort de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tot een gebied dat gekenmerkt wordt door veel<br />

kernen en een sterke historische verspreide bebouw<strong>in</strong>g, te situeren <strong>in</strong> het midden van West-Vlaanderen.<br />

De regio wordt ontsloten door twee wegen van <strong>in</strong>ternationaal belang: de E40 en de E403. De N37 vormt een belangrijke schakel <strong>in</strong><br />

de diagonale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen de E40 en de E403. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gesitueerd midden<strong>in</strong> het driehoekig maas gevormd door de E40, de<br />

E403 en de N37. De N50, regionale weg Brugge - Kortrijk, loopt parallel aan de E403 en loopt dwars door Zwevezele.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 46


A 10<br />

SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

BRUGGE<br />

Kaart 9<br />

Macrostructurerende elementen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Jabbeke<br />

N 32<br />

Stedelijke bebouw<strong>in</strong>g<br />

Woonkernen<br />

Oostkamp<br />

Zandstreek<br />

Zandleemstreek<br />

Knesselare<br />

Veldrestanten<br />

Zedelgem<br />

Beernem<br />

Autosnelweg met op- en afrittencomplex<br />

Belangrijke weg<br />

Kanaal Brugge - Gent<br />

N 44<br />

Belangrijke waterweg<br />

N 32<br />

Regionale stad<br />

Kle<strong>in</strong>e stad<br />

A 17<br />

Aalter<br />

TORHOUT<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

N 37<br />

Ruiselede<br />

N 35<br />

Lichtervelde<br />

Zwevezele<br />

N 50<br />

TIELT<br />

Pittem<br />

N 35<br />

Hooglede<br />

Ardooie<br />

N 37<br />

ROESELARE<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

3.2 <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen<br />

3.2.1 Hiërarchie der kernen<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> situeert zich tussen de vier steden Roeselare (ca. 16 km), Brugge (ca. 18 km), Torhout (ca. 10 km) en Tielt (ca. 8 km). De<br />

dichtstbijzijnde centra met een regionale uitstral<strong>in</strong>g zijn Roeselare en Brugge. Tielt is een goed uitgeruste kle<strong>in</strong>e stad, Torhout is<br />

een kle<strong>in</strong>e stad met een behoorlijk uitrust<strong>in</strong>gsniveau. Gelijkmatig tussen de steden verspreid ligt een veelheid aan nederzett<strong>in</strong>gen,<br />

waaronder <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele. Door een sterke, historisch gegroeide, verspreide bebouw<strong>in</strong>g is het nederzett<strong>in</strong>gspatroon sterk<br />

vervaagd.<br />

Roeselare heeft de jongste decennia een duidelijke opgang gemaakt en wordt erkend als regionale stad <strong>in</strong> het centrum van de<br />

prov<strong>in</strong>cie. De <strong>in</strong>vloedssfeer van Roeselare strekt zich uit tot <strong>in</strong> het arrondissementen Tielt.<br />

Tielt ligt b<strong>in</strong>nen het spann<strong>in</strong>gsveld van het grootstedelijk centrum Gent en de regionale steden Brugge, Roeselare en Kortrijk.<br />

Bovendien liggen goed uitgeruste kernen met een lokaal voorzien<strong>in</strong>gsniveau <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g. Daardoor is Tielt voor een kle<strong>in</strong>e stad<br />

onvoldoende uitgerust. Toch is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> grotendeels op Tielt aangewezen voor detailhandel, secundair onderwijs en<br />

gespecialiseerde diensten.<br />

Torhout is de motor geweest voor <strong>in</strong>dustriële ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g. In dit gebied heeft zich een vermeng<strong>in</strong>g voorgedaan<br />

met <strong>in</strong>dustriële activiteiten en zijn er hogere bevolk<strong>in</strong>gsdichtheden.<br />

Het is duidelijk dat <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, gezien haar ligg<strong>in</strong>g, onder <strong>in</strong>vloed staat van deze vier steden, hoewel de <strong>in</strong>vloed van Torhout eerder<br />

beperkt is. Bovendien is het zo dat Zwevezele en het westen van de gemeente eerder gericht zijn op Roeselare en Torhout, terwijl<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en het oostelijk deel van de gemeente eerder aanleunen bij Brugge en Tielt.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 48


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kaart 10<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de regionale stedelijke<br />

structuur van West-Vlaanderen<br />

Knokke-Heist<br />

NOORDZEE<br />

Blankenberge<br />

grootstad buiten West-Vlaanderen<br />

Oostende<br />

goed uitgeruste regionale stad<br />

Brugge<br />

Maldegem<br />

regionale stad<br />

Gistel<br />

Nieuwpoort<br />

Aalter<br />

kle<strong>in</strong>e stad<br />

Veurne<br />

Torhout<br />

Gent<br />

zwak uitgeruste kle<strong>in</strong>e stad of grote<br />

hoofdzakelijk zelfvoorzienende stad<br />

Diksmuide<br />

Tielt<br />

<strong>in</strong>tensiteit van de attractie<br />

Roeselare<br />

Izegem<br />

Waregem<br />

Poper<strong>in</strong>ge<br />

Ieper<br />

Wervik<br />

Menen<br />

Kortrijk<br />

Avelgem<br />

Rijsel<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

3.2.2 Regionale won<strong>in</strong>gmarkten: alternatieve methodiek voor het bestuderen van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur<br />

Als gevolg van een stille metamorfose ontstaat er een nieuw beeld over de dorpen en steden <strong>in</strong> Vlaanderen. Kenmerkend daarbij is<br />

de steeds verder toenemende afstand tussen activiteitencentra. Deze metamorfose dr<strong>in</strong>gt, hetzij gedeeltelijke, hetzij volledige<br />

nieuwe referentiekaders op om een zo best mogelijke manier een ruimtelijk beleid te voeren.<br />

Aan de basis van deze metamorfose liggen geografische <strong>in</strong>tegratie en differentiatie door schaalvergrot<strong>in</strong>g. ‘Schaalvergrot<strong>in</strong>g’ is<br />

een algemene maatschappelijk tendens, een megatrend6. Daarbij zijn <strong>in</strong>tegratie en differentiatie de processen waar het om gaat.<br />

“Integratie houdt de overgang <strong>in</strong> van autonomie naar specifieke positie b<strong>in</strong>nen een groter geheel, hetgeen de mogelijkheid opent tot<br />

specialisatie. Er treedt bij wijze van spreken een soort taakverdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> groter verband op. Differentiatie impliceert dan een<br />

gelijktijdige uitsorter<strong>in</strong>g van bewoners, werknemers, gebruikers, klanten, e.d. “ (Saey P., 1997).<br />

Deze megatrends beïnvloeden zowel de feitelijke toestand van het platteland als de manier waarop we erover denken. Het vroegere<br />

beeld van het dorp was een uniform beeld. Karakteristiek was het grote belang van het lokaal voorzien<strong>in</strong>genniveau en de lokale<br />

werkgelegenheid. Het veranderende beeld is er een van een nieuwe verscheidenheid en voltrekt zich <strong>in</strong> drie dimensies. Landelijke<br />

woondorpen evolueren van:<br />

- autonoom dorp naar woondorp;<br />

- een dorp met een heterogene bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g naar een dorp met een homogene bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g;<br />

- traditionele dorpsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (‘geworteldheid’) naar moderne dorpsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (‘dorpstrots’).<br />

Samenvattend onderscheiden dorpen zich steeds m<strong>in</strong>der naar hiërarchie en steeds meer naar verscheidenheid. Het worden<br />

concurrenten op een zelfde regionale won<strong>in</strong>gmarkt (Saey en Van Nuffel, 1999). Daarbij spelen kenmerken van het<br />

won<strong>in</strong>gpatrimonium en kenmerken van de woonomgev<strong>in</strong>g een grote rol (bv. ligg<strong>in</strong>g ten opzichte van stedelijke gebieden, de<br />

aantrekkelijkheid van de woonomgev<strong>in</strong>g).<br />

Om dit proces van ‘schaalvergrot<strong>in</strong>g’ te kunnen <strong>in</strong>bedden <strong>in</strong> de uitwerk<strong>in</strong>g van een nederzett<strong>in</strong>gsstructuur wordt het concept<br />

‘regionale won<strong>in</strong>gmarkt’ toegepast. “Een regionale won<strong>in</strong>gmarkt ontstaat wanneer vraag naar en aanbod van won<strong>in</strong>gen en<br />

bouwgronden <strong>in</strong> een nederzett<strong>in</strong>g structureel bepaald beg<strong>in</strong>nen te worden door de vraag en aanbod <strong>in</strong> andere nederzett<strong>in</strong>gen,<br />

gelegen op afstanden die het geheel op een ruimtelijk niveau brengen dat de schaal van een gemeente met aangrenzende gemeenten<br />

(ruim) overschrijdt. Een regionale won<strong>in</strong>gmarkt ontwikkelt zich doordat migraties niet meer ondernomen worden omwille van<br />

motieven <strong>in</strong> verband met de werkplaats, maar omwille van motieven die te maken hebben met de woonomstandigheden. De<br />

woonplaats valt steeds m<strong>in</strong>der samen met de werkplaats.” (Saey P. en Van Nuffel N., 1999)<br />

Deze benader<strong>in</strong>g van regionale won<strong>in</strong>gmarkten maakt geen gebruik van de geijkte manier van differentiatie op basis het<br />

voorzien<strong>in</strong>genniveau, maar wel van een differentiatie van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur volgens een (nieuwe) verscheidenheid op grond<br />

van specifieke kenmerken.<br />

Daar wonen niet enkel het resultaat is van <strong>in</strong>dividuele woonwensen maar ook van prijsvorm<strong>in</strong>g door vraag en aanbod, onstaat een<br />

regionale won<strong>in</strong>gmarkt, naast de vorm<strong>in</strong>g van woonmilieus, ook door de krachten van een immobiliënmarkt.<br />

6 Megatrends zijn “algemene doorgaande ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, zowel regionaal, nationaal als wereldwijd, die een vergaande <strong>in</strong>vloed hebben op denken en handelen van<br />

mensen en organisaties” (VROM, 1998).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 50


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Ter verduidelijk<strong>in</strong>g dient gezegd te worden dat het hier gaat om een hypothetische benader<strong>in</strong>g. Het is niet gezegd dat <strong>in</strong> de realiteit<br />

niet nog meer processen van <strong>in</strong>vloed zijn op het nederzett<strong>in</strong>gssysteem. Toch wordt aangenomen dat deze manier van analyseren<br />

meer mogelijkheden biedt om op de best mogelijke manier het bebouw<strong>in</strong>gspatroon te analyseren.<br />

Deze theoretische benader<strong>in</strong>g werd reeds onderzocht <strong>in</strong> het ‘Leefbaarheidsonderzoek <strong>in</strong> de Plattelandskernen van de Westhoek’.<br />

Tevens wordt <strong>in</strong> het beleidsplan <strong>Ontwerp</strong> Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> West-Vlaanderen een aanzet gegeven tot het<br />

uitbouwen van zo een referentiekader voor de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur.<br />

Het is de bedoel<strong>in</strong>g om <strong>in</strong> het verdere verloop van het GRS de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> te positioneren <strong>in</strong> deze regionale<br />

won<strong>in</strong>gmarkt (zie kaart ‘Geoperationeliseerde won<strong>in</strong>gmarkten <strong>in</strong> West-Vlaanderen’). Tevens zal een beleid uitgeschreven worden<br />

dat gebaseerd is op de verscheidenheid van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, met daar<strong>in</strong> speciale aandacht voor de<br />

problematiek van zonevreemde won<strong>in</strong>gen. Een mogelijke oploss<strong>in</strong>g kan liggen <strong>in</strong> het uitwerken van een identiteitsstrategie (De Roo,<br />

N. en Prof. Dr. Thissen, F., 2000) voor het wonen op het platteland (zie verder bij de gewenste ruimtelijke structuur).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 51


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kaart 11<br />

schematische afbaken<strong>in</strong>g van de regionale<br />

won<strong>in</strong>gmarkten <strong>in</strong> West-Vlaanderen<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kaart 12<br />

Geoperationaliseerde regionale<br />

won<strong>in</strong>gmarkten <strong>in</strong> West-vlaanderen<br />

NOORDZEE<br />

Blankenberge<br />

Knokke-Heist<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Kortrijk<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Menen<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Waregem<br />

Oostende<br />

Brugge<br />

Maldegem<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Avelgem<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Westhoek<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Brugge<br />

Gistel<br />

Aalter<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Torhout<br />

Nieuwpoort<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Tielt<br />

Veurne<br />

Diksmuide<br />

Torhout<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Tielt<br />

Gent<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Roeselare<br />

Won<strong>in</strong>gmarkt Kust-Oostende<br />

Roeselare<br />

Izegem<br />

Waregem<br />

Poper<strong>in</strong>ge<br />

Ieper<br />

Wervik<br />

Menen<br />

Kortrijk<br />

Avelgem<br />

Rijsel<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

3.2.3 Pendelstromen 7<br />

Voor de woon-werkverplaats<strong>in</strong>gen kunnen we beschikken over cijfers van 2001. De cijfers betreffende de schoolpendel van de<br />

laatste volkstell<strong>in</strong>g zijn nog niet beschikbaar. Hier moeten we dus terugvallen op cijfers uit 1991.<br />

Woon-werkverplaats<strong>in</strong>gen (cijfers 2001)<br />

In het totaal zijn er 1.890 personen tewerkgesteld <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (dit is exclusief de zelfstandigen). 55% van deze tewerkgestelden<br />

woont <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zelf. Nog eens 15% van de tewerkgestelden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komt uit de overige gemeenten van het arrondissement<br />

Tielt, en dan vooral uit de buurgemeenten (Ruiselede, Tielt, Pittem, Ardooie). Hiernaast is nog een aanzienlijk aandeel van de<br />

<strong>in</strong>gaande pendelaars afkomstig uit het arrondissement Brugge (14%).<br />

Van de 12.647 <strong>in</strong>woners van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (cijfer van 2001) verplaatsen er zich dagelijks 3.545 naar hun werk. Bijna 30 % van hen<br />

(1.039 personen) werkt b<strong>in</strong>nen de gemeentegrenzen. De overige gemeenten van het arrondissement Tielt vangen 23% werknemers<br />

uit <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> op. Opnieuw spelen de buurgemeenten Tielt (413), Pittem (141) en Ardooie (117) hierbij de grootste rol. Nog eens 22%<br />

van de werknemers uit <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> v<strong>in</strong>dt werk <strong>in</strong> het arrondissement Brugge en 10% <strong>in</strong> het arrondissement Roeselare.<br />

Woon-schoolverplaats<strong>in</strong>gen (cijfers 1991)<br />

Het merendeel (94%) van de 754 leerl<strong>in</strong>gen die schoollopen te <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is woonachtig b<strong>in</strong>nen de gemeente zelf. Slechts 42<br />

leerl<strong>in</strong>gen zijn afkomstig uit buurgemeenten en aangrenzende arrondissementen. Dit is ook logisch gezien er geen secundair<br />

onderwijs voorzien is <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, en lager onderwijs meestal <strong>in</strong> de buurt van de woonplaats wordt gevolgd.<br />

Dagelijks verplaatsen zich 2.009 W<strong>in</strong>gense leerl<strong>in</strong>gen naar school. Hiervan loopt 35% school <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zelf, en 65% erbuiten. Zo’n<br />

21% van de scholieren loopt school <strong>in</strong> Tielt, 14% <strong>in</strong> het arrondissement Brugge, 8% <strong>in</strong> het arrondissement Roeselare en nog eens<br />

6% <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Oost-Vlaanderen.<br />

7 Bron: pendelgegevens, N.I.S., 1991<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 54


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Ingaande werkpendel<br />

BRUGGE<br />

DAMME<br />

KAPRIJKE<br />

Uitgaande werkpendel<br />

BRUGGE<br />

DAMME<br />

KAPRIJKE<br />

OUDENBURG<br />

JABBEKE<br />

MALDEGEM<br />

EEKLO<br />

OUDENBURG<br />

JABBEKE<br />

MALDEGEM<br />

EEKLO<br />

MIDDELKERKE<br />

46<br />

MIDDELKERKE<br />

341<br />

GISTEL<br />

BEERNEM<br />

WAARSCHOOT<br />

GISTEL<br />

BEERNEM<br />

WAARSCHOOT<br />

ICHTEGEM<br />

ZEDELGEM<br />

21<br />

OOSTKAMP<br />

92<br />

49<br />

13<br />

KNESSELARE<br />

ZOMERGEM<br />

ICHTEGEM<br />

ZEDELGEM<br />

66<br />

OOSTKAMP<br />

141<br />

135<br />

6<br />

KNESSELARE<br />

ZOMERGEM<br />

KOEKELARE<br />

LOVENDEGEM<br />

KOEKELARE<br />

LOVENDEGEM<br />

DIKSMUIDE<br />

TORHOUT<br />

32<br />

34<br />

WINGENE<br />

25<br />

41<br />

RUISELEDE<br />

AALTER<br />

NEVELE<br />

1039<br />

GENT<br />

DIKSMUIDE<br />

TORHOUT<br />

55<br />

33<br />

WINGENE<br />

43 AALTER<br />

58<br />

RUISELEDE<br />

NEVELE<br />

111<br />

GENT<br />

KORTEMARK<br />

LICHTERVELDE<br />

KORTEMARK<br />

LICHTERVELDE<br />

HOOGLEDE<br />

31<br />

ARDOOIE<br />

55<br />

PITTEM<br />

96<br />

TIELT<br />

9<br />

DEINZE<br />

SM-LATEM<br />

DE PINTE<br />

43<br />

HOOGLEDE<br />

117<br />

ARDOOIE<br />

141<br />

PITTEM<br />

413<br />

TIELT<br />

14<br />

DEINZE<br />

SM-LATEM<br />

DE PINTE<br />

HOUTHULST<br />

STADEN<br />

38<br />

ROESELARE<br />

IZEGEM<br />

DENTERGEM<br />

28<br />

MEULEBEKE<br />

OOSTROZEBEKE<br />

ZULTE<br />

NAZARETH<br />

HOUTHULST<br />

STADEN<br />

197<br />

ROESELARE<br />

56<br />

IZEGEM<br />

DENTERGEM<br />

48<br />

MEULEBEKE<br />

OOSTROZEBEKE<br />

ZULTE<br />

NAZARETH<br />

Ingaande schoolpendel<br />

BRUGGE<br />

DAMME<br />

KAPRIJKE<br />

Uitgaande schoolpendel<br />

BRUGGE<br />

DAMME<br />

KAPRIJKE<br />

OUDENBURG<br />

JABBEKE<br />

MALDEGEM<br />

EEKLO<br />

OUDENBURG<br />

JABBEKE<br />

MALDEGEM<br />

EEKLO<br />

157<br />

MIDDELKERKE<br />

MIDDELKERKE<br />

GISTEL<br />

BEERNEM<br />

WAARSCHOOT<br />

GISTEL<br />

BEERNEM<br />

WAARSCHOOT<br />

ICHTEGEM<br />

ZEDELGEM<br />

OOSTKAMP<br />

7<br />

KNESSELARE<br />

ZOMERGEM<br />

ICHTEGEM<br />

ZEDELGEM<br />

OOSTKAMP<br />

19<br />

19<br />

KNESSELARE<br />

ZOMERGEM<br />

KOEKELARE<br />

LOVENDEGEM<br />

KOEKELARE<br />

LOVENDEGEM<br />

DIKSMUIDE<br />

TORHOUT<br />

WINGENE<br />

5<br />

4<br />

RUISELEDE<br />

AALTER<br />

NEVELE<br />

712<br />

GENT<br />

DIKSMUIDE<br />

TORHOUT<br />

71<br />

21<br />

WINGENE<br />

12 AALTER<br />

61<br />

RUISELEDE<br />

NEVELE<br />

98<br />

GENT<br />

KORTEMARK<br />

HOOGLEDE<br />

LICHTERVELDE<br />

5<br />

ARDOOIE<br />

PITTEM<br />

4<br />

TIELT<br />

DEINZE<br />

SM-LATEM<br />

DE PINTE<br />

KORTEMARK<br />

LICHTERVELDE<br />

HOOGLEDE<br />

33<br />

ARDOOIE<br />

PITTEM<br />

425<br />

TIELT<br />

10<br />

DEINZE<br />

SM-LATEM<br />

DE PINTE<br />

HOUTHULST<br />

DENTERGEM<br />

HOUTHULST<br />

129<br />

DENTERGEM<br />

STADEN<br />

ROESELARE<br />

MEULEBEKE<br />

NAZARETH<br />

STADEN<br />

ROESELARE<br />

MEULEBEKE<br />

NAZARETH<br />

IZEGEM<br />

OOSTROZEBEKE<br />

ZULTE<br />

IZEGEM<br />

OOSTROZEBEKE<br />

ZULTE<br />

Arrondissementgrens<br />

Gemeentegrens<br />

Kaart 13<br />

Werk- en schoolpendel van en naar <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Pendelstromen<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4 De bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau<br />

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste structurerende elementen <strong>in</strong> de gemeente en wordt daarna<br />

overgegaan tot een uitgebreidere analyse van alle structurerende elementen van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Deze bestaat uit de<br />

nederzett<strong>in</strong>gsstructuur, de socio–culturele en recreatieve structuur, de ruimtelijk – economische structuur, de verkeers- en<br />

vervoersstructuur en de open ruimte structuur (natuurlijke, landschappelijke en agrarische structuur).<br />

4.1 Globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau<br />

4.1.1 Fysisch milieu<br />

Reliëf<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> situeert zich hoofdzakelijk op de noordelijke uitloper van het plateau van Tielt. Ter hoogte van de zuidwestelijke grens van<br />

de gemeente is er aansluit<strong>in</strong>g met de topzones van dit laagplateau. Aan de noordwestelijke grens strekt zich de heuvelrug uit van<br />

Ruddervoorde naar Waardamme; aan de noordoostelijke grens is er de heuvelrug van Hertsberge naar Lotenhulle. Met<br />

uitzonder<strong>in</strong>g van de randen van deze verheven rugzones kent het landschap van het W<strong>in</strong>gense grondgebied sterk verlaagde en<br />

vervlakte reliëfkenmerken. Dit zwakglooiend landschap, gedom<strong>in</strong>eerd door een aantal heuvelruggen en afgewisseld door<br />

beekdepressies, werd grotendeels gevormd tijdens het kwartair. Op het e<strong>in</strong>de van het Tertiair bleef een zacht noordwaarts hellend<br />

oppervlak achter met een afwissel<strong>in</strong>g van zand- en kleilagen. Door de verschillende erosiegevoeligheid van deze noordwaarts<br />

hellende lagen, ontstond een reeks cuesta’s of heuvelruggen. In de eerder gevormde diepe valleien werd enorm veel materiaal<br />

afgezet, zodat de valleien door opvull<strong>in</strong>g ondiep en breed werden.<br />

Hydrografie<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft twee afwater<strong>in</strong>gsstelsels, enerzijds behorend tot het Rivierbeekbekken, anderzijds tot het Poekebeekbekken.Tot het<br />

Rivierbeekbekken behoren de Jobeek / Grote Beek, Muizeveldbeek, Leugaartsbeek, Poversbeek of Veldbeek met bovenlopen<br />

Kloosterbeek en Speibeek, R<strong>in</strong>gbeek met zijbeken Rattebeek, Poelvoordebeek en Steenbeek, Blauwhuisbeek en oude Blauwhuisbeek.<br />

De rivierbeek watert af naar het kanaal Gent-Oostende en het Zuidervaardeken.Tot het Poekebeekbekken behoren (op grondgebied<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>) de Pachtebeek en de Klaphullebeek. De Poekebeek watert af naar de Leie. Om <strong>in</strong> de toekomst wateroverlast te<br />

vermijden dient er ruimte voor water te worden voorzien. Dit kan zowel door de natuurlijke watergebieden bouwvrij te houden of<br />

door specifieke maatregelen <strong>in</strong> te lassen waardoor bebouwde gebieden met een overstrom<strong>in</strong>gsrisico gevrijwaard blijven.<br />

Van nature overstroombare gebieden (NOG) omvatten de ruimte die de waterlopen permanent of periodiek zouden <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong><br />

afwezigheid van kanaliserende en beschermende <strong>in</strong>frastructuren. Gezien de poldergronden van nature overstroombaar zijn door de<br />

zee, zijn ze <strong>in</strong>tegraal door als NOG geclassificeerd. De NOG-kaart geeft niet noodzakelijk het actueel overstrom<strong>in</strong>gsrisico weer,<br />

maar is een <strong>in</strong>dicatie van waar overstrom<strong>in</strong>gen zich <strong>in</strong> een bodemkundig-historisch perspectief hebben voorgedaan. De recent<br />

overstroomde gebieden (ROG) zijn <strong>in</strong>getekend op basis van gegevens van overstrom<strong>in</strong>gen tussen 1988 en 2000. Een aanvull<strong>in</strong>g van<br />

deze <strong>in</strong>formatie met gemodelleerde overstrom<strong>in</strong>gsgebieden 8 (MOG), heeft geleid tot de afbaken<strong>in</strong>g van risicozones voor<br />

overstrom<strong>in</strong>g. Dit zijn plaatsen die aan terugkerende en belangrijke overstrom<strong>in</strong>gen blootgesteld werden of kunnen blootgesteld<br />

worden.<br />

8 Op basis van gedetailleerde topografische met<strong>in</strong>gen van waterlopen, en hydrologische en hydrodynamische modeller<strong>in</strong>g.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 56


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Figuur 9<br />

Bron: OC Gis Vlaanderen<br />

: overstrom<strong>in</strong>gskaart<br />

De recent overstroomde gebieden en de risicozones voor overstrom<strong>in</strong>g zijn <strong>in</strong> de beekvalleien gesitueerd, namelijk ten oosten van de<br />

H. Sacramentstraat (R<strong>in</strong>gbeek) en nabij Wildenburg (Blauwhuisbeek); daarnaast zijn verspreid over de gemeente nog een aantal<br />

van nature overstroombare gebieden; deze situeren zich bijna allemaal <strong>in</strong> het zuidelijk deel van de gemeente.<br />

Bodem<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gesitueerd op de overgang van zandig Vlaanderen naar zandlemig Vlaanderen. In het noordelijk deel van de gemeente is<br />

de bodem zandig (ca. 70% van de totale oppervlakte van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>); <strong>in</strong> het zuidelijk gedeelte zijn de gronden zandlemig. Hiernaast zijn<br />

er <strong>in</strong> de smalle beekvalleien nog langgerekte stroken kleiige bodems terug te v<strong>in</strong>den.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 57


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Figuur 10<br />

: schematische doorsnede van de cuesta’s <strong>in</strong> centraal West-Vlaanderen<br />

4.1.2 Historische ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

De eerste vermeld<strong>in</strong>gen over <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele <strong>in</strong> historische documenten dateren uit de 9de eeuw. S<strong>in</strong>t-Jan werd als nieuwe<br />

parochie <strong>in</strong> 1913 gesticht, terwijl Hille als straatgehucht vermoedelijk pas uit het beg<strong>in</strong> van de 18de eeuw dateert.<br />

De dorpsgemeenschappen functioneerden <strong>in</strong> een gesloten landbouweconomie. Die landbouweconomie steunde op de exploitatie van<br />

zeer nabijgelegen akkerland en op het gebruik van de omliggende bossen en wast<strong>in</strong>es. Op het e<strong>in</strong>de van de 11de eeuw zouden,<br />

gelokaliseerd rond de kle<strong>in</strong>e dorpskernen, reeds pleksgewijze akkerontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen tot stand gekomen zijn. Dit is de zogenaamde<br />

kampstructuur, welke reeds <strong>in</strong> de Germaanse tijd moet ontstaan zijn. Het is een structuur waarbij men zich midden de ontgonnen<br />

akkers vestigde en waarbij de wegen ontstonden.<br />

Maar deze vlekken betekenden vermoedelijk nog maar kle<strong>in</strong>e cellen <strong>in</strong> een matrix van het toen overheersende natuurlandschap. De<br />

Heuvelrug tussen Hertsberge en Lotenhulle, gelegen onder onherbergzame wast<strong>in</strong>es en omgord door bossen, zou zelfs tot diep <strong>in</strong><br />

de 18de eeuw als een soort niemandsland fungeren. Van deze uitgestrekte wast<strong>in</strong>es waren de zuidranden van het Bulskampveld,<br />

het Vrijgeweed, het Lichtervelde/Zwevezeleveld, Het W<strong>in</strong>gens Veld, het S<strong>in</strong>t-Pietersveld en de noordrand van het Raverschootveld<br />

de belangrijkste. Zij besloegen naar schatt<strong>in</strong>g een kle<strong>in</strong>e helft van de totale gemeentelijke oppervlakte en waren <strong>in</strong> hoofdzaak<br />

gelegen op extreem droge gronden alsook op de nattere gronden. Aan de randen van de veldgebieden en ter hoogte van S<strong>in</strong>t-Elooi,<br />

Poelvoorde en Ratel<strong>in</strong>g overheersten sterk uitgebreide boszones.<br />

Vanaf de 12de eeuw richtten grotere abdijen pioniersbedrijven op met de bedoel<strong>in</strong>g van daaruit de woeste heidegronden te<br />

ontg<strong>in</strong>nen. Deze pog<strong>in</strong>gen kenden maar een matig succes en stuitten bovendien op tegenstand van de aangelanden, die de wast<strong>in</strong>e-<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 58


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

gronden op basis van gemeenschappelijke gebruiksrechten benutten als ‘vroente’ of extensief weidegebied. De ligg<strong>in</strong>g en de omvang<br />

van de wast<strong>in</strong>es <strong>in</strong> het beschouwde gebied bleef nagenoeg ongewijzigd tot diep <strong>in</strong> de 18de eeuw, waardoor het kaartbeeld van<br />

Ferraris van omstreeks 1775 een heel goed beeld verschaft van het toenmalige cultuurlandschap. Verspreid over het grondgebied<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> lagen kle<strong>in</strong>ere hoeven en hoven van m<strong>in</strong>dere heerlijkheden en de huisjes van de pachters. Concentraties van verspreide<br />

bebouw<strong>in</strong>g bevonden zich rond o.a. grotere hoeven, kruispunten van wegen en molens.<br />

Een tweede belangrijk periode vangt aan op het e<strong>in</strong>de van de 18de eeuw. Herbeboss<strong>in</strong>gsdecreten, uitgevaardigd onder Oostenrijks<br />

bew<strong>in</strong>d en later door het Frans bestuur bestendigd, hebben een grote en vrijwel def<strong>in</strong>itieve ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbeweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gang gezet.<br />

Daarbij g<strong>in</strong>g vooral het wast<strong>in</strong>e-areaal heel snel gaan <strong>in</strong>krimpen. Het ontg<strong>in</strong>nen gebeurde voornamelijk onder toenemende<br />

demografische druk en een nijpend tekort aan hout en voedsel. De vrij recente ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen leidden tot een <strong>in</strong>versie <strong>in</strong> het<br />

landschapsbeeld waarbij enerzijds aaneengesloten bossen werden gerooid en anderzijds gepoogd werd om voormalige wast<strong>in</strong>es <strong>in</strong><br />

nieuwe landbouwgrond om te zetten - dit bekende nieuwe landbouwbedrijfjes - (o.m. Vrijgeweed, Rijsbergeveld en<br />

Raverschootsveld). In gevallen waar dit laatste mislukte (deel Vagevuur, deel S<strong>in</strong>t-Pietersveld) werden deze resterende ‘velden’ uit<br />

oogpunt van rendabiliteit grotendeels beplant.<br />

De veldontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen zelf vonden <strong>in</strong>gang via een dicht net van lange, rechtlijnige ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdreven die aan de basis lagen van een<br />

kenmerkende geometrische <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> die mate zelfs dat van een dambordvormig landschapspatroon gesproken wordt. Dit recente,<br />

collectief aangevatte ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gspatroon contrasteerde fel met het oudere, <strong>in</strong>dividueel aangevatte ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gspatroon waar<strong>in</strong><br />

akkers en weilanden dom<strong>in</strong>eren. Op deze plaatsen liet een door houtkanten en (knot)bomenrijen sterk gesloten landschapsbeeld een<br />

onregelmatige perceler<strong>in</strong>gspatroon zien. Het werd door een systeem van talrijke, kronkelende landwegen doorsneden (o.m.<br />

Zeswege en Aspergem). Een aantal beekdepressies zorgden dan weer voor een opener landschapsbeeld.<br />

Concreet betekende de 18de eeuwse ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbeweg<strong>in</strong>g dat het merendeel van de economisch onrendabel geworden “woeste<br />

gronden” op het W<strong>in</strong>gens grondgebied werden omgevormd; heide werd productief bebost en oudere bosaanplant<strong>in</strong>gen werden tot<br />

akkerland omgezet of <strong>in</strong> nieuwe kasteeldome<strong>in</strong>en <strong>in</strong>gekapseld. Daar dom<strong>in</strong>eren actueel de jong-cultuurlandschappelijke patronen, <strong>in</strong><br />

hoofdzaak bestaande uit bosbestanden en akkerlanden en doorsneden door lijnrechte ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdreven. Op de meeste andere<br />

plaatsen zijn de oud-cultuurlandschappelijke patronen eveneens sterk vervaagd.<br />

In de 19de eeuw had de <strong>in</strong>dustriële revolutie reeds een grote opgang gemaakt. Deze <strong>in</strong>dustriële revolutie is <strong>in</strong> de eerste plaats een<br />

sociale revolutie die gekenmerkt wordt door een demografische explosie, wat leidde tot grote verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

nederzett<strong>in</strong>gsstructuur en het landschap. Dit was voornamelijk het geval <strong>in</strong> de veldgebieden van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (Bron: GNOP <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>,<br />

Belconsult<strong>in</strong>g n.v.).<br />

Na WO II staat alles <strong>in</strong> het licht van de wederopbouw. Grote aantallen won<strong>in</strong>gen worden opgetrokken. Dit gebeurt hoofdzakelijk<br />

grootschalig <strong>in</strong> en rond de woonkernen. Maar ook <strong>in</strong> het landelijk gebied groeit de bebouw<strong>in</strong>g. Bestaande bebouw<strong>in</strong>g langs wegen<br />

transformeren <strong>in</strong> dichte l<strong>in</strong>ten en kle<strong>in</strong>e gehuchten groeien uit tot volwaardige kernen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 59


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.1.3 Bouwkundig erfgoed<br />

De historische kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wordt getypeerd door een heterogeen karakter, gevormd door de grote schaalverschillen, het<br />

uitzicht en de functies van de bebouw<strong>in</strong>g. De oudste bebouw<strong>in</strong>g staat weergegeven <strong>in</strong> tiendenboek van het S<strong>in</strong>t-Amandsche van<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> van 1639. Die concentreert zich vooral rondom het gemeenteple<strong>in</strong> en de z.g. Kaplote. Langsheen de Oude Bruggestraat,<br />

de Beernemstraat en Tieltstraat situeren zich een aantal gaaf bewaarde voorbeelden van herenhuizen die verschillende stijlen<br />

illustreren. Ook een concentratie <strong>in</strong> o.m. de Futselstraat van kle<strong>in</strong>e arbeiderswon<strong>in</strong>gen van twee à drie traveeën en één à twee<br />

bouwlagen.<br />

Buiten de dorpskern bev<strong>in</strong>den zich enkele historisch gegroeide woonconcentraties, zoals onder meer het gehucht Wildenburg, S<strong>in</strong>t-<br />

Elooi en S<strong>in</strong>t-Jan Het gehucht Wildenburg bewaart nog het z.g. Blauwhuiskasteel en S<strong>in</strong>t-Joriskerk.<br />

Buiten het dorpscentrum treffen we boerderijen en kle<strong>in</strong>schalige landelijke architectuur aan <strong>in</strong> een agrarisch landschap.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bewaart enkele belangrijke historische hoeves die zeker teruggaan tot de 16 de eeuw. Deze hoeves bestaan uit losse<br />

bestanddelen gegroepeerd rondom een meestal heraangelegd erf. Soms gaat het om omwalde sites met een typische opper- en<br />

neerhofsituatie die meestal is verdwenen. Andere sluiten aan bij de typologie van het langgeveltype waarbij de hoeve bestaat uit<br />

een woongedeelte en hierbij aansluitend de stall<strong>in</strong>gen en schuur.<br />

Een groot aantal sites zijn reeds afgebeeld op historisch kaartenmateriaal, maar de hoevegebouwen zijn grondig verbouwd.<br />

Een gelijkaardige situatie is terug te v<strong>in</strong>den op het grondgebied Zwevezele. In de dorpskern van Zwevezele bev<strong>in</strong>den zich enkele<br />

gaaf bewaarde voorbeelden van panden <strong>in</strong> de verschillende stijlen illustreren. Een gelijkaardige situatie is terug te v<strong>in</strong>den op het<br />

grondgebied Zwevezele. In de dorpskern van Zwevezele bev<strong>in</strong>den zich enkele gaaf bewaarde voorbeelden van panden die<br />

verschillende stijlen illustreren.<br />

Het landelijke gebied wordt gekenmerkt door de vele akker- en weilanden en verspreide hoevebouw. Enerzijds kle<strong>in</strong>schalige hoeves<br />

bestaande uit losse lage bestanddelen, gelegen op een meestal heraangelegd erf, soms met behouden boomgaard en meidoornhaag.<br />

Anderzijds grootschalige hoeves die verband houden met een heerlijkheid.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 60


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.1.4 Kwantitatieve/kwalitatieve analyse qua bodemgebruik te <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Om de ruimtelijke structuur van de gemeente te begrijpen wordt er <strong>in</strong> een tabel een overzicht gegeven van het huidige grondgebruik<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en hoe deze is geëvolueerd op acht jaar tijd.<br />

functie 1999 2007 Evolutie 1999-2007<br />

abs. (ha) % abs. (ha) %<br />

Akkerland 3.157 46,1 3.100 45,3 -57<br />

Grasland 2.008 29,3 1.944 28,4 -54<br />

Tu<strong>in</strong>en, parken & boomgaarden 52 0,8 48 0,7 -4<br />

Bossen 452 6,6 454 6,6 +2<br />

Recreatiegebieden 9 0,1 9 0,1 0<br />

Wegen en waterwegen 15 0,2 17 0,2 +2<br />

Overige + woeste grond 60 0,9 74 1,1 +14<br />

Totaal onbebouwde percelen 5.753 84,1 5.646 82,5 -107<br />

Gebouwen met woonfunctie 652 9,5 699 10,2 +47<br />

Gebouwen met economische functie 158 2,3 210 3,1 +52<br />

Gebouwen voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>g 25 0,4 26 0,4 +1<br />

Overige 7 0,1 8 0,1 +1<br />

Totaal bebouwde percelen 842 12,3 943 13,8 +101<br />

Niet gekadastreerde percelen 247 3,6 253 3,7 +6<br />

TOTALE OPPERVLAKTE 6.842 100,0 6.842 100,0 0<br />

Tabel 3 : evolutie bodembezett<strong>in</strong>g 1999-2007<br />

Bron: Adm<strong>in</strong>istratie van het Kadaster<br />

Wanneer we de evolutie van het bodemgebruik over de periode 1999-2007 beschouwen, kunnen we vaststellen dat de onbebouwde<br />

oppervlakte nog steeds verder afneemt ten voordele van de bebouwde oppervlakte. Vooral de oppervlakte akkerland is drastisch<br />

afgenomen, met een snelheid van meer dan 10 ha per jaar. Deze oppervlakte is hoofdzakelijk <strong>in</strong>genomen door nieuwe<br />

woongebouwen (+ 47 ha), en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate door gebouwen met een economische functie (+ 52 ha).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 61


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.1.5 Synthese bestaande ruimtelijke structuur<br />

4.1.5.1 Hoofdcomponenten bestaande ruimtelijke structuur<br />

Bij de beschrijv<strong>in</strong>g van de bestaande ruimtelijke structuur, kunnen vier hoofdcomponenten onderscheiden worden, namelijk:<br />

- de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur, bestaande uit twee hoofdcomponenten, namelijk de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en de bipool Zwevezele-<br />

Hille. Daarnaast zijn nog een aantal kle<strong>in</strong>ere woonconcentraties, hetzij historisch gegroeid (Wildenburg, S<strong>in</strong>t-Jan, S<strong>in</strong>t-<br />

Elooi,…), hetzij eerder gepland (S<strong>in</strong>t-Pietersveld, Sprookjesdreef en Vorsevijvers). Tot slot wordt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gekenmerkt door<br />

sterk verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

- de open ruimte, bestaande uit landbouwgebied en boscomplexen; de boscomplexen zijn veelal restanten van voormalig<br />

veldgebieden en situeren zich voornamelijk <strong>in</strong> het zuidoosten van de gemeente.<br />

- de concentraties van economische activiteiten, waarvan de grootste zich langs de N50 ter hoogte van Hille bev<strong>in</strong>dt; daar is<br />

ruimte voor zowel lokale als regionale bedrijvigheid. Nabij Wildenburg situeert zich nog een regionaal bedrijventerre<strong>in</strong>; ten<br />

zuiden van de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bev<strong>in</strong>dt zich het lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> “Verrekijker”.<br />

- de lijn<strong>in</strong>frastructuren, met als voornaamste element de N50 tussen Kortrijk en Brugge die dwars doorheen de gemeente<br />

snijdt en waarlangs onder meer het bedrijventerre<strong>in</strong> “Hille” t.h.v. de kern van Hille gelegen is. Op de grens met Lichtervelde<br />

loopt de E403, de snelweg tussen Kortrijk en Brugge. De gemeente heeft geen station en er lopen geen spoorlijnen door de<br />

gemeente.<br />

4.1.5.2 De structuurbepalende elementen op mesoniveau<br />

De ruimtelijke structuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bestaat globaal beschouwd uit de volgende elementen:<br />

- een sterk gedifferentieerde nederzett<strong>in</strong>gstructuur;<br />

- de sterk ruimtelijk structurerende boscomplexen en beekvalleien;<br />

- drie openruimtegebieden.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft diverse types van nederzett<strong>in</strong>gen. Enerzijds zijn er de kernen die op lokaal niveau onafhankelijk functioneren. Zij zijn<br />

de kapstok van de W<strong>in</strong>gense nederzett<strong>in</strong>gsstructuur. Daar<strong>in</strong> zijn <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele de twee hoofddorpen en Hille, en<br />

Wildenburg de twee kle<strong>in</strong>ere onafhankelijke dorpen. Om en rond deze onafhankelijke dorpen bev<strong>in</strong>den zich de grotere concentraties<br />

bedrijven. Anderzijds zijn er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, naast deze op lokaal niveau zelfvoorzienende dorpen, ook een groot aantal nederzett<strong>in</strong>gen<br />

die volledig (of gedeeltelijk) afhankelijk zijn <strong>in</strong> het voorzien van de dagelijkse behoeften. Zij bestaan onder de vorm van (partieel)<br />

afhankelijke dorpen, woonconcentraties of wijken, speciale woonentiteiten en de verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

De boscomplexen en beekvalleien spelen ruimtelijk en ecologisch een niet te onderschatten rol <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. B<strong>in</strong>nen de<br />

gemeentegrenzen komen er twee grote eenheden bos voor, nl. de uitlopers van de Munkbossen en de eenheid om en rond de<br />

Blauwhuisbossen - S<strong>in</strong>t-Pietersveld. Beide maken zij deel uit van grotere gehelen die boven de grenzen van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> uitstijgen.<br />

Hun ruimtelijke <strong>in</strong>vloed blijkt uit hun omvang, ruimtelijke spreid<strong>in</strong>g, samenstell<strong>in</strong>g, tewerkstell<strong>in</strong>g en de functies die ze vervullen.<br />

Voornamelijk op ecologisch vlak zijn de boscomplexen samen met de beekvalleien de hoofdelementen. De beken vormen een belangrijk<br />

net van corridors voor fauna en flora b<strong>in</strong>nen een agrarisch <strong>in</strong>tensief landschap.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 62


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

De open ruimte van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bestaat uit drie deelgebieden, nl. het ‘zandig <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>’, ‘het plateau van Tielt’ en het ‘Voormalig<br />

Veldgebied’. Het ‘zandig <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>’ wordt gerelateerd aan het houtland. Het is een landbouwgebied met voornamelijk <strong>in</strong>tense<br />

veeteelt en een dens verspreide bebouw<strong>in</strong>g. Op het ‘plateau van Tielt’ is de landbouw dan weer gedifferentieerder en is de<br />

verspreide bebouw<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>der dens. Men kan hier spreken van een eerder open akkerlandgebied met een beperk aantal<br />

veeteeltbedrijven.<br />

In de hiernavolgende kaart worden de voornaamste karakteristieken van de bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau<br />

schematisch weergegeven.<br />

In volgende rubrieken 4.2 tot en met 4.6 wordt op de bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> verder <strong>in</strong>gezoomd<br />

op basis van een diepgaande analyse van de diverse ruimtelijke structuren. Op basis van deze afzonderlijke analyses worden deze<br />

rubrieken afgesloten met een formuler<strong>in</strong>g van de knelpunten en de potenties en f<strong>in</strong>aal met de betrokken behoefte-bepal<strong>in</strong>g.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 63


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Beernem / E40<br />

Brugge<br />

Brugge<br />

Lichtervelde<br />

Tielt<br />

Kortrijk<br />

Kortrijk<br />

Hoofddorp<br />

Kle<strong>in</strong>er onafhankelijk dorp<br />

(Partieel) afhankelijke woonkern<br />

Woonconcentraties of wijken<br />

Beekvalleien<br />

Boscomplexen<br />

Markante reliëfovergangen<br />

Voormalig veldgebied: jonge<br />

nederzett<strong>in</strong>gen, dreven en bos<br />

Zandig <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: <strong>in</strong>tensieve veeteelt,<br />

dense verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Het plateau van Tielt: gedifferentieerde<br />

<strong>in</strong>tensieve landbouw, verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Kaart 14<br />

Globale bestaande ruimtelijke structuur<br />

Specifieke woonentiteiten<br />

Industrieel bedrijventerre<strong>in</strong><br />

Ambachtelijk bedrijventerre<strong>in</strong><br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.2 De bestaande woon- en leefstructuur op mesoniveau<br />

4.2.1 <strong>Ruimtelijk</strong>e opbouw<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gelegen op de smalle overgangsstrook van Zandstreek naar Zandleemstreek. Dit zijn gebieden met goede bouwgronden<br />

en een matige landbouwwaarde. Daardoor kenmerkt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zich met een sterk verspreide bebouw<strong>in</strong>g met een specifieke vorm en<br />

een eigen dynamiek. Deze nederzett<strong>in</strong>gsstructuur bestaat uit verschillende entiteiten:<br />

(a) De hoofddorpen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele<br />

Hoofddorpen zijn woonkernen die <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met de omliggende kle<strong>in</strong>ere localiteiten een sterk uitgebouwd<br />

voorzien<strong>in</strong>genapparaat bezitten. Dienaangaande hebben zij daarmee dan ook een m<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong>tens relatiepatroon, waardoor zij<br />

een verzorgende functie bezitten.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is gelegen op een lichte verhog<strong>in</strong>g ten westen van de R<strong>in</strong>gbeek. Deze R<strong>in</strong>gbeek vormt samen met de Steenbeek een quasi<br />

natuurlijke grens van de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. De structuur van het dorp is vrij concentrisch met een centrum dat gelegen is tegen het<br />

kruispunt van de drie belangrijkste <strong>in</strong>valswegen (Beernemsteenweg, Tieltsteenweg en Hillesteenweg). Naast de geleidelijk<br />

gegroeide bebouw<strong>in</strong>g langs wegen en <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e bouwblokken komen er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-dorp twee grote geplande verkavel<strong>in</strong>gen voor, nl.<br />

de wijk tussen Hillesteenweg, Egemstraat en Helakkerstraat en de wijk bestaande uit de Vredestraat en Sneppestraat. Langs de<br />

<strong>in</strong>valsweg Hillesteenweg is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> vergroeid met de landelijke wijk Scheewege. Momenteel ontwikkelt er zich een nieuwe wijk<br />

tussen de Peerstallestraat – Beernemstraat en de Leenmolenstraat.<br />

Zwevezele ligt ten oosten van de Grote Beek, maar de woonkern sluit er niet op aan. De kern en het oudste gedeelte van Zwevezele<br />

bev<strong>in</strong>den zich tegen het huidige kasteelpark. Dit kasteelpark is gelegen op de plaats waar Zwevezele ontstaan is. De huidige<br />

structuur van het dorp is gegroeid vanuit de bebouw<strong>in</strong>g rond het marktple<strong>in</strong> en langs de belangrijkste wegen (Bruggestraat,<br />

Lichterveldestraat en Pastorijstraat). De meer recente bebouw<strong>in</strong>g van Zwevezele bestaat uit kle<strong>in</strong>ere verkavel<strong>in</strong>gen en opvull<strong>in</strong>gen<br />

tussen en langs de belangrijkste wegen. Opmerkelijk is bovendien dat Zwevezele uit de<strong>in</strong>t naar de N50 en zo langzaam vergroeit<br />

met de woon- en werkkern Hille. Dit zal nog versterkt worden door de ontwikkel<strong>in</strong>g van het huisvest<strong>in</strong>gsproject tussen de<br />

Bruggestraat, Rupsenstraat en Brokkel<strong>in</strong>genstraat.<br />

(b) De kle<strong>in</strong>ere onafhankelijke dorpen<br />

Deze kle<strong>in</strong>ere dorpen komen autonoom voor naast de hoofddorpen en zijn m<strong>in</strong> of meer zelfvoorzienend. Doorheen de geschiedenis<br />

zijn deze dorpen om uiteenlopende redenen niet uitgegroeid, wat de hoofddorpen wel deden. Zij kunnen zichzelf voorzien <strong>in</strong> de eigen<br />

elementaire behoeften en tellen bovendien geen afhankelijke kernen. Ze hebben dus geen verzorgende rol. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komen er<br />

twee onafhankelijke dorpen voor:<br />

Hille is een straatdorp, ontstaan langs de Brugsesteenweg. De huidige structuur van het dorp bestaat uit de l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs<br />

de Brugsesteenweg, een aantal kle<strong>in</strong>ere verkavel<strong>in</strong>gen aan beide zijden van het l<strong>in</strong>t en een grote ontwikkel<strong>in</strong>g van bedrijven op het<br />

bedrijventerre<strong>in</strong> <strong>in</strong> het zuidoostelijke deel van Hille. In het westen raakt Hille langzaam vergroeid met Zwevezele.<br />

Wildenburg is een jong dorp – er pas sprake van een concentratie van won<strong>in</strong>gen op de militaire kaart van 1913-25 – langs de<br />

Beernemsteenweg die ontstaan is tegen de veel oudere site van “Château de Blauwhuys” (gelegen langs de Blauwhuisbeek). De<br />

ruimtelijke structuur van het dorp is volledig gericht op de Beernemsteenweg. Tussen de Beernemsteenweg en de De<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 65


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Gruyteredreef is een recente verkavel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> afwerk<strong>in</strong>g. Op het kruispunt van de Beernemsteenweg met de Gravestraat sluit<br />

Wildenburg aan op een <strong>in</strong>dustriezone.<br />

(c) De partieel afhankelijke woonkernen<br />

Deze kle<strong>in</strong>ere localiteiten voldoen, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot de onafhankelijke woonkernen, slechts gedeeltelijk <strong>in</strong> de eigen elementaire<br />

behoeften en zijn daarvoor aangewezen op naburige kernen. Deze naburige kernen kunnen ofwel onafhankelijke woonkernen ofwel<br />

hoofddorpen zijn. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kent twee partieel afhankelijke woonkernen:<br />

S<strong>in</strong>t-Jan situeert zich ten oosten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Het is een jonge kern dat ontstaan is rond een veldkapel. Tegenwoordig bestaat de<br />

structuur van S<strong>in</strong>t-Jan uit twee straten met daarlangs een l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g.<br />

S<strong>in</strong>t-Elooi situeert zich ten noordwesten van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en ligt op de rand van de Veldbeekvallei. Het is bovendien een jonge kern<br />

gegroeid uit het aaneenklitten van verspreide bebouw<strong>in</strong>g. De hedendaagse structuur van de woonkern bestaat uit een<br />

l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs de Rozendalestraat, de Lavoordestraat en langs de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstraatjes daartussen<br />

(d) De woonconcentraties en wijken<br />

Dit zijn totaal afhankelijke concentraties of wijken die bestaan uit won<strong>in</strong>gen, landbouwbedrijven en ambachtelijke activiteiten. Het is,<br />

samen met de verspreide bebouw<strong>in</strong>g, een typische verschijn<strong>in</strong>gsvorm van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Op het<br />

grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn er 13 woonconcentraties en wijken te selecteren:<br />

Hoogweg, Barrierke, Hekke, W<strong>in</strong>gens Veld, Haze, Predikherenstraat, Raakske, Ondank, Rik, Scheewege, Peerstalle en Zeswege.<br />

Een speciale vermeld<strong>in</strong>g waard is Beer-Poelvoorde. Deze wijk is gelegen aan de R<strong>in</strong>gbeek-Poelvoordebeek. Poelvoorde was vanaf<br />

de 11 de eeuw één van de twee – naast <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zelf – belangrijkste heerlijkheden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Het kasteel van Poelvoorde (thans een<br />

landbouwbedrijf) was het machts- en juridisch centrum van deze heerlijkheid. Tegenwoordig bestaat Beer - Poelvoorde echter uit<br />

een l<strong>in</strong>tvormige bebouw<strong>in</strong>g langs de straten Balgerhoekstraat en Ruisledesteenweg met we<strong>in</strong>ig of geen voorzien<strong>in</strong>gen en meegaand<br />

met de woonkern S<strong>in</strong>t-Jan.<br />

(e) De sterk verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Deze vorm van bebouw<strong>in</strong>g maakt een wezenlijk deel uit van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Het patroon is een totale<br />

verspreid<strong>in</strong>g met een hoge densiteit. Verschillende functies komen er <strong>in</strong> voor, zoals ambachtelijke bedrijvigheid, land- en tu<strong>in</strong>bouw,<br />

wonen, verblijfsrecreatie en (nuts)voorzien<strong>in</strong>gen. Voor een verder <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de historiciteit en de structuur van deze verspreide<br />

bebouw<strong>in</strong>g verwijzen we naar de <strong>in</strong>ventaris behorend tot de sectorale visie zonevreemde won<strong>in</strong>gen (1998).<br />

In Hoofdstuk 2.3.8 werden de resultaten van deze studie –zowel de <strong>in</strong>ventaris als de uitgewerkte visie – kort toegelicht.<br />

(f) De specifieke woonentiteiten<br />

Deze woonconcentraties zijn wegens hun ontstaansgeschiedenis en hun specifieke ruimtelijke situatie niet onder te brengen <strong>in</strong> één<br />

van de vorige categorieën. Functioneel zijn zij volledig afhankelijk van een of meerdere verzorgende kernen. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komen drie<br />

dergelijke entiteiten voor:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 66


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

S<strong>in</strong>t-Pietersveld ligt <strong>in</strong> het oosten van de gemeente, <strong>in</strong> het voormalige veldgebied. De bebouw<strong>in</strong>g, gelegen <strong>in</strong> een dambordpatroon<br />

van rechte dreven, bosbestanden en grasland, bestaat uit de bebouw<strong>in</strong>g van de Radio-maritieme site (<strong>in</strong> eigendom van het<br />

M<strong>in</strong>isterie van Defensie, voorheen van Belgacom),, de gebouwen van de Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor bijzondere jeugdzorg “De<br />

Zande” en het Penitentiair Landbouwcentrum (beide gelegen op het grondgebied van Ruiselede) en het OC <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, een<br />

opvangcentrum voor asielzoekers uitgebaat door het Rode Kruis. Van dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen is er <strong>in</strong> deze entiteit geen sprake;<br />

enkel won<strong>in</strong>gen en gebouwen ten dienste van de activiteiten van deze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn er aanwezig. Het dient bovendien opgemerkt<br />

te worden dat het geheel van gebouwen, architectuur, dreven, bos en andere landschappelijke elementen een esthetisch geheel, een<br />

entiteit met een uitzonderlijke sfeer vormt.<br />

De Vorsevijvers ligt <strong>in</strong> het noorden van de gemeente en sluit aan op de woonparken van Hertsberge (Oostkamp). Het is een zone<br />

voor verblijfsrecreatie waar vele weekendverblijven zijn omgevormd tot won<strong>in</strong>gen. De hoge densiteit van de won<strong>in</strong>gen en de<br />

specifieke sociale structuur bepalen dat dit gebied wordt geselecteerd tot een eigen woonentiteit. Dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen zijn er<br />

niet aanwezig.<br />

De entiteit Sprookjesdreef bestaat grotendeels uit een woonpark en sluit aan op de noordelijke grens van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, tegen de<br />

Lakebossen. Zoals dit bij de Vorsevijvers het geval is kan ook hier gesproken worden van een eigen woonentiteit op basis van hoge<br />

densiteit en specifieke sociale structuur. Ook hier zijn er geen dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen aanwezig.<br />

(g) Karakteristieke gebouwen<br />

B<strong>in</strong>nen de gemeentegrenzen zijn enkel de Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” en de gebouwen van de<br />

Radio-maritieme diensten als monument beschermd. Daarnaast kunnen er een aantal karakteristieke gebouwen/constructies<br />

geselecteerd worden die een vrij belangrijke beeldbepalende functie hebben. Naast een aantal kastelen 9 , oudere<br />

nijverheidsgebouwen en hoeven kunnen – hoofdzakelijk <strong>in</strong> de woonkernen een aantal behoudenswaardige won<strong>in</strong>gen aangeduid<br />

worden 10 .<br />

9 acht landhuizen/kastelen werden als puntrelict geselecteerd (cfr. landschapseenheden)<br />

10 B<strong>in</strong>nen deze context kan worden verwezen naar de <strong>in</strong>ventaris <strong>in</strong> het themanummer van ‘Ons <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>’ (uitgegeven door de lokale heemkundige kr<strong>in</strong>g) i.v.m. markante gevels van<br />

won<strong>in</strong>gen te <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele (jaarboek 6, deel 2, 2003)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 67


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Morfologische differentiatie<br />

Aaneensluitende bebouw<strong>in</strong>g<br />

L<strong>in</strong>tvormige bebouw<strong>in</strong>g<br />

Specifieke entiteit<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Functionele hiërarchie<br />

Hoofddorp<br />

Kle<strong>in</strong>er onafhankelijk dorp<br />

(Partieel) afhankelijke woonkern<br />

Woonconcentraties of wijken<br />

Specifieke woonentiteiten<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Kaart 15<br />

Bestaande nederzett<strong>in</strong>gsstructuurstructuur<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.2.2 Demografisch profiel<br />

Demografische processen vormen belangrijk randvoorwaarden voor de plann<strong>in</strong>g van o.m. sociale, culturele, technische en<br />

economische voorzien<strong>in</strong>gen. Het is dan ook evident om <strong>in</strong> het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan <strong>in</strong>zicht te<br />

verwerven <strong>in</strong> de bevolk<strong>in</strong>gsevolutie, de bevolk<strong>in</strong>gsstructuur en de recente demografische tendensen van de gemeente om een<br />

onderbouwde ontwikkel<strong>in</strong>gsstrategie te bekomen voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

4.2.2.1 Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie op gemeentelijk niveau<br />

Evolutie van het aantal <strong>in</strong>woners<br />

Uit de volgende tabel blijkt dat de W<strong>in</strong>gense bevolk<strong>in</strong>g s<strong>in</strong>ds 1981 toegenomen is. De groei van de bevolk<strong>in</strong>g ligt hoger <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

dan het gemiddelde voor het arrondissement Tielt en voor de prov<strong>in</strong>cie West-Vlaanderen. Er valt bovendien af te lezen dat de<br />

bevolk<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tussen 1981 en 1991 eerst afnam, om pas <strong>in</strong> de periode na 1991 te stabiliseren en te groeien. Deze trend<br />

was sterker <strong>in</strong> deelgemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> dan <strong>in</strong> Zwevezele.<br />

1981 1991 2007 INDEX (1981 = 100)<br />

DEELGEMEENTE WINGENE 7.245 7.095 8.003 110,4<br />

DEELGEMEENTE ZWEVEZELE 4.942 4.850 5.458 110,4<br />

GEMEENTE WINGENE 12.187 11.945 13.461 110,4<br />

ARRONDISSEMENT TIELT 84.982 86.032 89.584 105,4<br />

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 1.080.400 1.106.529 1.150.487 108,5<br />

Tabel 4 : Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, het arrondissement en de prov<strong>in</strong>cie, 1981 - 2004<br />

Bron: NIS<br />

Natuurlijke groei en migratiesaldo<br />

Onderstaande tabel leert ons dat de groei van de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> reeds vanaf 1977 gestaag afnam. Pas <strong>in</strong> 1988 kwam het<br />

keerpunt, waarna de bevolk<strong>in</strong>g (quasi) elk jaar toenam. Om de oorzaak van deze stijg<strong>in</strong>g na te gaan, wordt de loop van de bevolk<strong>in</strong>g<br />

weergegeven. Hiervoor wordt de natuurlijke aangroei (= aantal geboorten - aantal sterften) naast het migratiesaldo geplaatst (=<br />

aantal <strong>in</strong>wijk<strong>in</strong>gen - aantal uitwijk<strong>in</strong>gen). De som van deze cijfers bepaalt de bevolk<strong>in</strong>gsevolutie. Daaruit kunnen we concluderen dat<br />

het natuurlijk saldo op enkele jaren na steeds (licht) positief was. De bevolk<strong>in</strong>gsafname <strong>in</strong> de periode 1977-1988 is dus louter toe te<br />

schrijven aan het negatief migratiesaldo. Vanaf 1988 is het aantal <strong>in</strong>wijkel<strong>in</strong>gen gevoelig gestegen, waardoor het migratiesaldo<br />

positief werd, en de bevolk<strong>in</strong>g begon toe te nemen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 69


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

INWIJKINGEN UITWIJKINGEN MIGRATIESALDO GEBOORTES STERFTE NATUURLIJK SALDO TOTAAL SALDO BEVOLKING<br />

1977 306 337 - 31 150 104 + 46 + 15 12.363<br />

1978 235 295 - 60 154 125 + 29 - 31 12.332<br />

1979 218 292 - 74 150 130 + 20 - 54 12.278<br />

1980 277 343 - 66 149 136 + 13 - 53 12.225<br />

1981 249 346 - 97 148 128 + 20 - 77 12.131<br />

1982 257 315 - 58 126 132 - 6 - 64 12.067<br />

1983 279 286 - 7 132 155 - 23 - 30 12.037<br />

1984 277 313 - 36 130 119 + 11 - 25 12.012<br />

1985 316 349 - 33 121 132 - 11 - 44 11.968<br />

1986 294 348 - 54 129 129 0 - 54 11.914<br />

1987 319 305 + 14 113 132 - 19 - 5 11.909<br />

1988 340 309 + 31 139 117 + 22 + 53 11.954<br />

1989 326 285 + 41 142 120 + 22 + 63 12.016<br />

1990 265 297 - 32 149 159 - 10 - 42 11.971<br />

1991 331 345 - 14 155 122 + 33 + 19 11.988<br />

1992 327 269 + 58 142 115 + 27 + 85 12.072<br />

1993 321 303 + 18 157 127 + 30 + 48 12.121<br />

1994 400 354 + 46 138 107 + 31 + 77 12.197<br />

1995 435 346 + 89 137 125 + 12 + 101 12.288<br />

1996 399 382 + 17 141 131 + 10 + 27 12.321<br />

1997 428 375 + 53 156 132 + 24 + 77 12.381<br />

1998 428 393 + 35 129 123 + 6 + 41 12.420<br />

1999 426 349 + 77 149 127 + 22 + 99 12.517<br />

2000 464 360 +104 157 126 +31 +135 12.647<br />

2001 437 357 +80 145 120 +25 +105 12.738<br />

2002 482 447 +35 140 125 +15 +50 12.790<br />

2003 514 430 +84 148 129 +19 +103 12.896<br />

2004 549 424 +125 134 124 +10 +135 13.032<br />

2005 527 482 +45 155 106 +49 +94 13.136<br />

2006 607 472 +135 175 120 +55 +190 13.328<br />

Tabel 5 : evolutie van het migratiesaldo en natuurlijke groei s<strong>in</strong>ds 1977<br />

Bron : NIS<br />

Opmerk<strong>in</strong>g: door een aantal ‘rechtzett<strong>in</strong>gen’ van de bevolk<strong>in</strong>gscijfers van het NIS na 1988, zonder daarbij hetzij de migratiecijfers, hetzij het geboorte- en<br />

sterftecijfer aan te passen, komt het hier gegeven saldo niet altijd overeen met het verschil tussen migratiesaldo en natuurlijke aangroei.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 70


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse<br />

Een analyse van de leeftijdsopbouw van de bevolk<strong>in</strong>g is belangrijk om bevolk<strong>in</strong>gsvooruitzichten en andere afgeleide factoren zoals<br />

behoefte aan huisvest<strong>in</strong>g z<strong>in</strong>vol te kunnen benaderen. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van het aantal <strong>in</strong>woners van<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> s<strong>in</strong>ds de volkstell<strong>in</strong>g van 1981. De bevolk<strong>in</strong>g is hierbij opgedeeld <strong>in</strong> vijf leeftijdsklassen.<br />

1981 1991 2001 2007 EVOLUTIE 1981-2007<br />

ABS. % ABS. % ABS. % ABS. % ABS. %<br />

0 – 14 JAAR 2.420 19,9 2.108 16,6 2.290 18,1 2.401 18,0 -19 -0,8<br />

15 – 24 JAAR 2.062 16,9 1.632 13,7 1.429 11,3 1.440 10,8 -622 -30,0<br />

25 – 44 JAAR 3.044 25,0 3.426 28,7 3.734 29,5 3.837 28,8 +793 +26,1<br />

45 – 64 JAAR 2.769 22,7 2.873 24,0 2.878 22,8 3.150 23,6 +381 +13,8<br />

15 – 64 JAAR 7.875 64,6 7.931 66,4 8.041 63,6 8.427 63,2 +552 +7,0<br />

65 + 1.893 15,5 1.910 16,0 2.316 18,3 2.500 18,8 +607 +32,1<br />

TOTAAL 12.188 100 11.949 100 12.647 100 13.328 100 +1.030 +9,4<br />

Tabel 6<br />

: bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse<br />

Bron : NIS, Volkstell<strong>in</strong>gen 1981, 1991, Rijksregister 2001 en 2007<br />

Uit de tabel blijkt duidelijk dat ook <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> niet ontsnapte aan de vergrijz<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>g. In de periode 1981-2007 nam het<br />

aandeel jongeren (15-24 jaar) af met 30%, terwijl de 65-plussers hun aandeel zagen toenemen met 32%. Ook de middengroep (25-<br />

44 jarigen) kende een forse stijg<strong>in</strong>g. De toename van deze groep zal een sterke weerslag hebben op het aantal 65-plussers na het<br />

verloop van een aantal decennia.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 71


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.2.2.2 Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie op niveau van de deelgebieden<br />

Op basis van de statistische sectoren werd een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g gemaakt <strong>in</strong> deelgebieden, grofweg <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met het ruimtelijk<br />

patroon. Met deze afbaken<strong>in</strong>g beogen we de spreid<strong>in</strong>gspatronen van de bevolk<strong>in</strong>g nauwkeuriger te beschrijven en zo hun kenmerken<br />

te achterhalen. Volgende begrenz<strong>in</strong>g werd gehanteerd voor de afbaken<strong>in</strong>g van de verschillende deelgebieden:<br />

Wildenburg<br />

Wulfhoek<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Nieuw-Zwevezele<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern<br />

S<strong>in</strong>t-Jan-Kern<br />

Hille<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Zwevezele-kern<br />

Figuur 11<br />

: afbaken<strong>in</strong>g van de verschillende deelgebieden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Hieronder wordt enkel een bondige analyse gegeven van de statistische gegevens (NIS volkstell<strong>in</strong>g 1981, 1991 en 2001,<br />

rijksregister 2001). Voor de volledige tabellen wordt verwezen naar de bijlage, meer bepaald naar hoofdstuk 8.1.1 Tabellen<br />

betreffende bevolk<strong>in</strong>gsevolutie, pag<strong>in</strong>a 147 e.v.<br />

Evolutie van het aantal <strong>in</strong>woners (zie tabel 23 : bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per deelgebied, 1981-2004)<br />

Globaal gezien is er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (2004) een bevolk<strong>in</strong>gsstijg<strong>in</strong>g van 5,8% ten opzichte van 1981. <strong>Ruimtelijk</strong> situeert deze groei zich<br />

vooral <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern, Hille, Nieuw-Zwevezele, Wildenburg en Wulfhoek. Naar absolute cijfers is het <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern die het grootste<br />

deel van de bevolk<strong>in</strong>gstoename voor zijn reken<strong>in</strong>g nam, op de voet gevolgd door Hille. De grote daler <strong>in</strong> de periode 1981-2004 is<br />

Zwevezele-kern, met 4,4%. In de verspreide bebouw<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Jan-kern stagneerde de bevolk<strong>in</strong>g de voorbije twee decennia<br />

ongeveer.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 72


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse (zie tabel 24 : evolutie van de bevolk<strong>in</strong>g per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001)<br />

Uit de tabel blijkt dat enkel een aantal gehuchten (de kle<strong>in</strong>ere kernen Hille, Nieuw-Zwezele en Wildenburg) de enige deelgebieden zijn<br />

met een toename van het aandeel 0-14 jarigen. Voor Hille en Nieuw-Zwezele hangt dit uiteraard samen met de sterke<br />

bevolk<strong>in</strong>gstoename <strong>in</strong> deze deelgebieden, tengevolge van enkele grote huisvest<strong>in</strong>gsprojecten of verkavel<strong>in</strong>gen. Alle andere<br />

deelgebieden kenden een afname van het aandeel 0-14 jarigen, <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een stijg<strong>in</strong>g van het aantal 65-plussers. In<br />

Zwevezele-kern is deze vergrijz<strong>in</strong>g het meest uitgesproken.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 73


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Globale bevolk<strong>in</strong>gsevolutie Evolutie jongeren (0 - 19 j)<br />

Evolutie middengroep (20 - 64 j) Evolutie ouderen (65+)<br />

Globale bevolk<strong>in</strong>gsevolutie<br />

sterke toename (+50 en meer)<br />

lichte toename (+10 tot +50)<br />

stagnatie (-10 tot +10)<br />

lichte afname (-10 tot -50)<br />

sterke afname (-50 en meer)<br />

Evolutie jongeren<br />

sterke groei (+25 en meer)<br />

lichte groei (+10 tot +25)<br />

stagnatie (-10 tot +10)<br />

lichte afname (-10 tot -25)<br />

sterke afname (-25 en meer)<br />

Evolutie middengroep<br />

sterke groei (+50 en meer)<br />

lichte groei (+10 tot +50)<br />

stagnatie (-10 tot +10)<br />

lichte afname (-10 tot -50)<br />

sterke afname (-50 en meer)<br />

Evolutie ouderen<br />

sterke groei (+50 en meer)<br />

lichte groei (+10 tot +50)<br />

stagnatie (-10 tot +10)<br />

Kaart 16<br />

Bevolk<strong>in</strong>gsevolutie 1991-2001<br />

BESCHERMDE<br />

SITUERING VAN<br />

MONUMENTEN<br />

DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: EN LANDSCHAPPEN<br />

gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Evolutie van het aantal gez<strong>in</strong>nen en de gez<strong>in</strong>sgrootte (zie tabel 25 en tabel 26)<br />

Net als bij de bevolk<strong>in</strong>gscijfers kunnen we ook de evolutie van het aantal gez<strong>in</strong>nen nagaan. De bedoel<strong>in</strong>g bestaat er<strong>in</strong> een beknopte<br />

schets te geven van de recente tendensen <strong>in</strong>zake gez<strong>in</strong>svorm<strong>in</strong>g en -ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Ongeacht de bevolk<strong>in</strong>gsevolutie van de gemeenten,<br />

doet zich <strong>in</strong> Vlaanderen een toenemende trend voor van het aantal gez<strong>in</strong>nen. De gez<strong>in</strong>sgrootte daarentegen neemt overal <strong>in</strong><br />

Vlaanderen af, door diverse factoren:<br />

- de tendens van het gemiddeld vroeger samenwonen<br />

- het verm<strong>in</strong>deren van het aantal k<strong>in</strong>deren per gez<strong>in</strong>, ten gevolge van de dalende nataliteit<br />

- de toename van de groep alleenwonende jongeren, ten gevolge van de stijgende decohabilitatie<br />

- de meer voorkomende gez<strong>in</strong>ssplits<strong>in</strong>g ten gevolge van de toename van het aantal echtscheid<strong>in</strong>gen<br />

- de stijg<strong>in</strong>g van het aantal alleenstaande bejaarden door een comb<strong>in</strong>atie van diverse factoren zoals de langere<br />

levensverwacht<strong>in</strong>g, de vergrijz<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>g en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen.<br />

Ook <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is de gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte stelselmatig afgenomen s<strong>in</strong>ds 1981, terwijl het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen gestegen<br />

is (met 32%). Momenteel (2007) bedraagt de gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte 2,55. De gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte scoort voor de<br />

verschillende referentiejaren toch nog steeds hoger dan het Vlaams en prov<strong>in</strong>ciaal gemiddelde, en is vrij gelijklopend met de<br />

gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte van het arrondissement. (zie tabel <strong>in</strong> bijlage betreffende de evolutie van de gez<strong>in</strong>sgrootte <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />

met het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen).<br />

Uit ervar<strong>in</strong>g weten we dat de stijg<strong>in</strong>g van het aantal alleenwonenden <strong>in</strong> veel gemeenten een heel belangrijke rol speelt <strong>in</strong> de globale<br />

toename van het aantal gez<strong>in</strong>nen. Ook voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> willen we dit verder onderzoeken; tabel 26 <strong>in</strong> bijlage (pag<strong>in</strong>a 148) geeft de<br />

evolutie van het aantal alleenwonenden per deelgebied weer <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het aantal gez<strong>in</strong>nen met meer dan één persoon. Uit<br />

die tabel kunnen we concluderen dat deze stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong>derdaad vooral toe te schrijven is aan de sterke toename van het aantal<br />

éénpersoonsgez<strong>in</strong>nen. Procentueel gezien is de toename van het aantal éénpersoonsgez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> alle deelgebieden vrij sterk, met<br />

uitzonder<strong>in</strong>g van Hille en Wildenburg. De toename <strong>in</strong> Nieuw-Zwevezele en Wulfhoek zijn zeer uitgesproken, maar misleidend omwille<br />

van het lage aantal éénpersoonsgez<strong>in</strong>nen. Opmerkelijk is dat zowel procentueel gezien en absoluut gezien de grootste stijg<strong>in</strong>g van<br />

alleenwonenden zich <strong>in</strong> de verspreide bebouw<strong>in</strong>g situeert: het aantal éénpersoonsgez<strong>in</strong>nen steeg hier tot ca. 400 éénheden.<br />

4.2.3 De huisvest<strong>in</strong>gssituatie<br />

In dit hoofdstuk wordt de bestaande huisvest<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nader bekeken. Inzicht <strong>in</strong> de huisvest<strong>in</strong>g van een gemeente en <strong>in</strong> het<br />

bijzonder de woonkwaliteit is essentieel om de won<strong>in</strong>gbehoefte accuraat <strong>in</strong> te schatten en te beoordelen of de maatregelen tot<br />

verbeter<strong>in</strong>g van de woon- en won<strong>in</strong>gkwaliteit doelmatig zijn, en al dan niet moeten worden bijgestuurd. Hieronder wordt enkel een<br />

bondige analyse gegeven van de statistische gegevens. Voor de volledige tabellen wordt verwezen naar de bijlage, meer bepaald<br />

naar hoofdstuk 8.1.2 Tabellen betreffende de huisvest<strong>in</strong>gssituatie pag<strong>in</strong>a 149 e.v. 11<br />

11 Voor de woonkwaliteit moet hierbij wel vermeld worden dat wij verplicht zijn terug te vallen op volks- en won<strong>in</strong>gtell<strong>in</strong>g van 1991. Deze cijfers zijn dus meer dan tien jaar oud, zodat de<br />

resultaten i.v.m. de woonkwaliteit zeker genuanceerd moeten worden.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 75


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.2.3.1 Aantal won<strong>in</strong>gen<br />

In 2001 waren er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 4.846 woongelegenheden (NIS, Volks- en won<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>g). Volgens gegevens van het kadaster wordt<br />

het aantal woongelegenheden op 1/1/2007 op 5.324 geraamd.<br />

4.2.3.2 Kwaliteit van de won<strong>in</strong>gen<br />

Ouderdom van de won<strong>in</strong>gen<br />

In tabel 27 (<strong>in</strong> bijlage, pag<strong>in</strong>a 149) krijgen we een beeld van de ouderdom van de woongebouwen. De weergave van het aantal<br />

won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ouderdomsklassen is <strong>in</strong> feite een weergave van de evolutie van het nederzett<strong>in</strong>gspatroon tijdens de voorbije eeuw. Ter<br />

vergelijk<strong>in</strong>g werd ook het aandeel per ouderdomsklasse gemiddeld voor Vlaanderen <strong>in</strong> de tabel opgenomen.<br />

In vergelijk<strong>in</strong>g met Vlaanderen vertoont <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> geen grote verschillen wat betreft de woongebouwen jonger dan 1961. Het is<br />

voornamelijk het patrimonium oudere woongebouwen die afwijken van het Vlaams gemiddelde. Daarbij heeft <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> een veel groter<br />

aandeel oudere woongebouwen van voor 1919 (15 % <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> t.o.v. 7,5 % voor Vlaanderen), terwijl het aandeel woongebouwen<br />

daterend tussen 1919 en 1961 lager is dan het Vlaams gemiddelde. Op niveau van de deelgebieden kunnen we vaststellen dat<br />

voornamelijk de verspreide bebouw<strong>in</strong>g het hoogste aandeel oude woongebouwen heeft. Naarmate de won<strong>in</strong>gen jonger zijn komen zij<br />

meer <strong>in</strong> de kernen voor. Het is ook opvallend dat er na 1970 een stuk meer gebouwd is <strong>in</strong> de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> dan <strong>in</strong> Zwevezele.<br />

Nieuw-Zwevezele (Sprookjesdreef en omgev<strong>in</strong>g) is na WO II sterk uitgebreid. Recent kenden vooral Wulfhoek en Wildenburg een<br />

opvallende uitbreid<strong>in</strong>g.<br />

Comfort van de won<strong>in</strong>gen<br />

In tabel 28 (<strong>in</strong> bijlage) wordt er per deelgebied een beeld geschetst van het huidige comfort van de won<strong>in</strong>gen. Hierbij wordt een<br />

opsplits<strong>in</strong>g gemaakt <strong>in</strong> 4 categorieën. Met groot comfort wordt als m<strong>in</strong>imumvereiste de aanwezigheid van een keuken (m<strong>in</strong>. 4 m²),<br />

telefoon en garage verondersteld. Bij won<strong>in</strong>gen met middelmatig comfort is kle<strong>in</strong> comfort en centrale verwarm<strong>in</strong>g aanwezig. Met<br />

kle<strong>in</strong> comfort bedoelt men de aanwezigheid van stromend water, toilet met waterspoel<strong>in</strong>g, badkamer of stortbad. Won<strong>in</strong>gen zonder<br />

comfort tenslotte voldoen niet aan de voorwaarden gesteld voor kle<strong>in</strong> comfort. Uit de tabel blijkt dat het comfortniveau van de<br />

won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> een stuk lager ligt dan het Vlaams gemiddelde: meer dan 40 % van de won<strong>in</strong>gen heeft slechts kle<strong>in</strong> comfort of<br />

geen comfort. Enkel de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ,Nieuw-Zwevezele en de gehuchten Wulfhoek en Wildenburg (waar recent aantal nieuwe<br />

won<strong>in</strong>gen werden gerealiseerd) bereiken een comfortniveau dat het gemiddelde voor Vlaanderen benadert. De won<strong>in</strong>gen met het<br />

laagste comfortniveau komen voor <strong>in</strong> de verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

Aard van de won<strong>in</strong>gen<br />

Op basis van de gegevens van het NIS (zie tabel 31 <strong>in</strong> bijlage) wordt onderzocht welke soort bebouw<strong>in</strong>g er typerend is voor de<br />

verschillende deelgebieden. Het won<strong>in</strong>gtype hangt nauw samen met de ouderdom van het won<strong>in</strong>gbestand. S<strong>in</strong>ds de jaren ’50 heeft<br />

Vlaanderen zijn eeuwenoude traditie van rijwon<strong>in</strong>gen stilaan gewijzigd en schakelde men over naar het bouwen van vrijstaande en<br />

gekoppelde ééngez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>gen. In 2001 bestond bijna 60% van het won<strong>in</strong>gbestand <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> uit open bebouw<strong>in</strong>g, wat beduidend<br />

meer is dan het Vlaams gemiddelde (36,1 %). Dit hangt samen met een veel kle<strong>in</strong>er aandeel gesloten bebouw<strong>in</strong>g (16,2 %) dan het<br />

Vlaams gemiddelde (22,6 %). Het is evident dat de hoogste aandelen open bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de verspreide bebouw<strong>in</strong>g voorkomen.<br />

Niettegenstaande beide kernen een relatief groot aandeel open en halfopen bebouw<strong>in</strong>g hebben, is het aandeel gesloten bebouw<strong>in</strong>g<br />

van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern en Zwevezele-kern groter dan het Vlaams gemiddelde: dit is te wijten aan het laag aantal appartementen <strong>in</strong><br />

vergelijk<strong>in</strong>g met Vlaanderen. In Wulfhoek en Nieuw-Zwevezele is open bebouw<strong>in</strong>g veruit het meest voorkomende won<strong>in</strong>gtype.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 76


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Woonoppervlakte<br />

Wanneer we als maatstaf voor een kwaliteitsvolle won<strong>in</strong>g een m<strong>in</strong>imale oppervlakte van 54 m² veronderstellen, volgt dat globaal<br />

gezien 25% van de woongebouwen niet aan deze voorwaarde voldoet (cijfers 2001). Dit cijfer is ongeveer gelijk aan het Vlaams<br />

gemiddelde.<br />

Op basis van deze vier criteria kunnen we besluiten dat globaal gezien de kwaliteit van de won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> eerder aan lage kant<br />

is. Voornamelijk de ouderdom en het comfortniveau is beduidend lager dan het Vlaams gemiddelde. Anders is dit voor de kern van<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en voor Nieuw-Zwevezele, beide hebben een hogere won<strong>in</strong>gkwaliteit dan gemiddeld <strong>in</strong> Vlaanderen.<br />

4.2.3.3 Eigendomsstructuur<br />

Uit de statistische gegevens (zie tabel 31, pag<strong>in</strong>a 151) kunnen we opmaken dat de verhoud<strong>in</strong>g eigenaars/huurders globaal gezien<br />

ongeveer één huurwon<strong>in</strong>g op vijf won<strong>in</strong>gen bedraagt. In Vlaanderen is ongeveer één won<strong>in</strong>g op drie huurwon<strong>in</strong>g.<br />

In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kern is het aantal eigenaars (77,0%) het laagst, <strong>in</strong> Wulfhoek het grootst (93,4%).<br />

4.2.3.4 Leegstaande won<strong>in</strong>gen<br />

Een aangroei van het aantal gez<strong>in</strong>nen hoeft niet altijd te betekenen dat er een uitbreid<strong>in</strong>g van het won<strong>in</strong>gbestand noodzakelijk is.<br />

Indien het aantal leegstaande won<strong>in</strong>gen van behoorlijke kwaliteit groter is dan de leegstand die vereist is voor het verzekeren van<br />

een vlotte woonwissel<strong>in</strong>g (= frictieleegstand), kan hieruit geput worden bij een groeiende vraag naar won<strong>in</strong>gen. In theorie bedraagt<br />

de frictieleegstand 3% van het totaal aantal won<strong>in</strong>gen. Op basis van dit cijfer bedraagt de frictieleegstand voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ca. 148<br />

won<strong>in</strong>gen. Uit de jaarcijfers van de GOM West-Vlaanderen 2001 blijkt dat de precieze frictieleegstand voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> op<br />

01/01/2001 3,22 % bedroeg. Dit cijfer werd gebruikt bij de ram<strong>in</strong>g van de behoefte aan bijkomende won<strong>in</strong>gen.<br />

4.2.3.5 Sociale huisvest<strong>in</strong>g<br />

In de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn er vier maatschappijen actief op de sociale huisvest<strong>in</strong>gsmarkt (Vivendo – voormalig Interbrugse-, cv<br />

De Mandelbeek, WVI en De Mandel), dit naast het OCMW en de gemeente zelf.<br />

a. Nulmet<strong>in</strong>g 31/12/2007<br />

- Sociale koopwon<strong>in</strong>gen : 15<br />

- Sociale kavels : 0<br />

- Sociale huurwon<strong>in</strong>gen (SHM) : 97<br />

- Sociale huurwon<strong>in</strong>gen (SVK) : 4<br />

- Nulmet<strong>in</strong>g absolute cijfers : 116<br />

- Huishoudens 1/1/2008 : 5278<br />

- Aandeel sociale huur : 1,91 %<br />

- Aandeel sociale koop/kavel : 0,28 %<br />

- Aandeel sociaal woonaanbod : 2,20 %<br />

b. Aanbod gemeente<br />

- 23 sociale huurwon<strong>in</strong>gen voor bejaarden.<br />

c. In plann<strong>in</strong>g<br />

- De Mandelbeek : 16 sociale appartementen (2009)<br />

- Vivendo : 24 sociale huurwon<strong>in</strong>gen (2009)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 77


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- De Mandel : 13 sociale koopwon<strong>in</strong>gen (2010)<br />

- De Mandelbeek : 12 sociale huurwon<strong>in</strong>gen (2012)<br />

- Vivendo : 10 sociale huurwon<strong>in</strong>gen bejaarden (2012)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 78


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Woongebieden volgens het gewestplan<br />

Kaart 17<br />

Sociale huisvest<strong>in</strong>gsprojecten<br />

Overzicht van alle sociale won<strong>in</strong>gen en kavels<br />

Gerealiseerde projecten<br />

Geplande projecten<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.2.4 Knelpunten en potenties <strong>in</strong>zake de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur<br />

+ Snelle verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de voorbije tien jaar van de won<strong>in</strong>gkwaliteit door renovatie en hernieuwbouw, zowel van de verspreide<br />

bebouw<strong>in</strong>g als <strong>in</strong> de kernen.<br />

+ Grote groengebieden zoals Bulskampveld en S<strong>in</strong>t-Pietersveld zorgen voor een hoge kwaliteit van de woonomgev<strong>in</strong>g.<br />

+ Grotere aandacht voor de woonomgev<strong>in</strong>g biedt mogelijkheden voor kwalitatieve opwaarder<strong>in</strong>g van het landschap.<br />

- Zeer hoog aandeel verspreide bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het agrarisch gebied, en met een hoge densiteit. Deze verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

herbergt een diversiteit van kle<strong>in</strong>e en middelgrote economische activiteiten.<br />

- Hoog aandeel permanente bewon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” en het ontbreken van een aantal<br />

nutsvoorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze zone.<br />

- Vergroei<strong>in</strong>g van de woonkernen door l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs de Ruiseledesteenweg, Beernemsteenweg, Zeswegenstraat, de<br />

N50,...<br />

- Hoog percentage aan oudere bevolk<strong>in</strong>g, en een toenemend aandeel alleenstaanden.<br />

- Een hoog aantal won<strong>in</strong>gen zonder kle<strong>in</strong> comfort.<br />

- Gebrek aan recreatieve parkruimte (‘groene long’) <strong>in</strong> kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 80


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.3 De bestaande ruimtelijk-economische structuur op mesoniveau<br />

In onze maatschappij bepalen de economische krachten <strong>in</strong> hoge mate de maatschappelijke en ruimtelijke structuren. Economische<br />

dynamiek is één van de meest bepalende factoren bij de ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>g en daarmee één van de belangrijkste elementen voor<br />

het ruimtelijk beleid. Omgekeerd kan het ruimtelijk beleid forse effecten hebben op de richt<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de economie zich zal<br />

ontwikkelen. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wordt dit benadrukt door de selectie van de gemeente als specifiek economisch knooppunt <strong>in</strong> het RSV. Een<br />

ruimtelijk-economische benader<strong>in</strong>g van de gemeente mag dan ook niet ontbreken.<br />

4.3.1 <strong>Ruimtelijk</strong>e opbouw<br />

4.3.1.1 Bedrijventerre<strong>in</strong>en volgens het gewestplan (96 ha)<br />

De belangrijkste bedrijvenzone situeert zich te “Hille” en heeft een totale oppervlakte van 56 ha. Op het oorspronkelijke gewestplan<br />

van 1979 was hier enkel een zone van 26 ha voor milieubelastende <strong>in</strong>dustrieën (“De Akker”), gelegen langs de N50. Dit terre<strong>in</strong> is<br />

quasi volledig volzet. In 1994 en 1995 waren er twee gedeeltelijke wijzig<strong>in</strong>gen van het gewestplan, <strong>in</strong> functie van de uitbreid<strong>in</strong>g van<br />

de bedrijvenzone. Hierdoor werd respectievelijk 2,4 ha <strong>in</strong>dustriegebied bijgecreëerd, en 10 ha voor lokale bedrijvigheid met<br />

openbaar karakter (“De Hille”). Dit lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> was noodzakelijk voor de herlocalisatie van een aantal bedrijven gelegen<br />

<strong>in</strong> het landbouwgebied. In 1998 volgde een gewestplanwijzig<strong>in</strong>g waarbij nog eens 18 ha agrarisch gebied omgezet werd naar<br />

regionaal bedrijventerre<strong>in</strong> met openbaar karakter (“Hille Noord en Zuid”). Beide terre<strong>in</strong>en zijn gerealiseerd <strong>in</strong> 2002 en volledig<br />

uitverkocht. In zijn “<strong>Ruimtelijk</strong>-economische visie voor het specifiek economisch knooppunt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>” heeft de Bestendige Deputatie<br />

bij besluit van 14 oktober 2004 Hille geselecteerd als uitbreid<strong>in</strong>gszone voor de vestig<strong>in</strong>g van regionale bedrijven.<br />

“Wildenburg” is een zone voor milieubelastende <strong>in</strong>dustrieën (28 ha), gelegen aan de rand van de bosgebieden <strong>in</strong> het noordoosten<br />

van de gemeente, en op korte afstand van de E40. Dit terre<strong>in</strong> is <strong>in</strong>middels volledig <strong>in</strong>genomen, en biedt plaats aan een dertigtal<br />

bedrijven. Een beperkt aandeel van deze bedrijven houdt zich uitsluitend bezig met handelsactiviteiten (o.a. drankenhandel,<br />

vleeshandel,...).<br />

“Verrekijker” is een ambachtelijke zone die ten zuiden aansluit bij de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, en een totale oppervlakte van 9,2 ha. Via<br />

het BPA “Ambachtelijke Zone de Verrekijker” van 1993 is het terre<strong>in</strong> uitgebreid met ca 2 ha. Het terre<strong>in</strong> is vooral geschikt voor<br />

centrumgebonden en kle<strong>in</strong>ere bedrijven en is volledig bezet. Het voormalig bedrijfspand van de Aldis-melkerij op het terre<strong>in</strong> is<br />

<strong>in</strong>gericht als doorgangsgebouw (1.700 m²) met zeven huurmodules. Jonge starters uit de ambachtelijke sector kunnen hier<br />

goedkope huurruimte v<strong>in</strong>den. In 1995 heeft de gemeente de naastliggende hoeve aangekocht als toekomstige uitbreid<strong>in</strong>gsruimte (13<br />

ha) voor het bedrijventerre<strong>in</strong>.<br />

Er werd reeds een uitbreid<strong>in</strong>g met 4,5 ha bruto goedgekeurd bij MB van 23/11/2005. De verkoop van de uitgeruste kavels met een<br />

netto-oppervlakte van ongeveer 2,8 ha zal gebeuren <strong>in</strong> het voorjaar van 2008.<br />

Hiernaast zijn er <strong>in</strong> de gemeente nog een aantal verspreid gelegen kle<strong>in</strong>ere zones voor bedrijvigheid die overeen stemmen met<br />

<strong>in</strong>dividuele bedrijven: De Eikel en Stockplastics langs de N50, papierfabrikant Declercq langs de Hillesteenweg, bloedverwerkend<br />

bedrijf Ve-os <strong>in</strong> de Koolskampstraat en houthandels Vancauwenberghe en Vanlandschoot <strong>in</strong> de Ratel<strong>in</strong>gstraat. Deze zes kle<strong>in</strong>e<br />

ambachtelijke en <strong>in</strong>dustriezones samen zijn goed voor ca 5 ha.<br />

4.3.1.2 Bedrijventerre<strong>in</strong>en b<strong>in</strong>nen goedgekeurde BPA’s<br />

Voor vier zonevreemde bedrijven, gelegen <strong>in</strong> agrarisch gebied, is er een bedrijfsBPA opgesteld om de juridische toestand te<br />

regulariseren:<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 81


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- BPA Pannaershoek voor bedrijf Devos (plaatbewerk<strong>in</strong>g).<br />

- BPA Lavoordeakker voor het papierbedrijf Declercq langs de Hillesteenweg.<br />

- BPA Yoobeek en uitbreid<strong>in</strong>g voor een kle<strong>in</strong> gedeelte van het bedrijf Unifrost op grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Het grootste deel<br />

van Unifrost ligt <strong>in</strong> Ardooie.<br />

- BPA ’t Raakske voor het bouwbedrijf Van Eeno <strong>in</strong> de Rakestraat.<br />

4.3.1.3 Verspreide bedrijvigheid<br />

De verspreide bedrijvigheid werd <strong>in</strong> 1997 onderzocht door WITAB. De studie had als doelstell<strong>in</strong>g de zonevreemde bedrijvigheid te<br />

onderzoeken, na te gaan hoe groot de problematiek <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is en oploss<strong>in</strong>gen te formuleren zodat de economische activiteiten<br />

levensvatbaar blijven, versterkt kunnen worden en op lange termijn kunnen groeien.<br />

In eerste <strong>in</strong>stantie werd een <strong>in</strong>ventaris van de geïsoleerde bedrijven opgemaakt. Geïsoleerde bedrijven zijn bedrijven die verspreid<br />

– ruimtelijk geïsoleerd – <strong>in</strong> de gemeente voorkomen. Er worden daar<strong>in</strong> drie types onderscheiden:<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> de woonzones<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> agrarische en groengebieden<br />

- geïsoleerde bedrijven gelegen <strong>in</strong> een zone voor bedrijvigheid (paarse vlekjes)<br />

Op basis daarvan werd een beleidsstrategie t.o.v. deze problematiek voorgesteld. De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> opteerde voor een<br />

gefaseerde aanpak van de zonevreemde activiteiten. Er werd een sectoraal BPA opgemaakt <strong>in</strong> vijf fases nl. bij MB 24/07/1998, bij<br />

MB 19/09/2000,MB 10/04/2002, MB 28/08/2006 en MB 18/12/2007.<br />

Eén regionaal bedrijf werd opgenomen <strong>in</strong> een prov<strong>in</strong>ciaal ruimtelijk uitvoer<strong>in</strong>gsplan (MB 28/08/2006). Voor de resterende<br />

kle<strong>in</strong>schalige zonevreemde bedrijven of activiteiten waarvoor een bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g niet aangewezen is, dr<strong>in</strong>gt zich eerder de<br />

noodzaak op om b<strong>in</strong>nen het GRS een aangepast referentiekader voor functiewijzig<strong>in</strong>gen uit te werken.<br />

In Hoofdstuk 2.3.4 werden de resultaten van de <strong>in</strong>ventaris beknopt samengevat.<br />

4.3.1.4 Kle<strong>in</strong>handel en commerciële diensten<br />

De locatie, de omvang en het aangeboden assortiment bepalen het ruimtelijk voorkomen van de kle<strong>in</strong>handel. Dit uit zich o.a. <strong>in</strong> het<br />

voorkomen van verschillende types handelszaken, zoals detailhandelzaken, grootschalige detailhandelzaken, grootwarenhuizen,<br />

shopp<strong>in</strong>gcentra en discounts. De detailhandel van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is over het algemeen kle<strong>in</strong>schalig van aard en komt <strong>in</strong> m<strong>in</strong> of meer<br />

geconcentreerde gebieden voor:<br />

- Kernw<strong>in</strong>kelgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: dit zijn de straten waar de w<strong>in</strong>kels een belangrijk aandeel uitmaken van het straatbeeld – zij<br />

het sterk verweven met wonen, horeca en openbare en zakelijke dienstverlen<strong>in</strong>g –. Dit speelt zich af langs de Tieltstraat, het<br />

Kerkple<strong>in</strong>, de Markt, de Oude Bruggestraat en de Beernemstraat. De aard van het handelsgebeuren is gericht op het lokaal<br />

verzorgende karakter van de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en de onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g.<br />

- Kernw<strong>in</strong>kelgebied van Zwevezele: ook <strong>in</strong> de kern van Zwevezele bestaat het kernw<strong>in</strong>kelgebied uit een aantal straten waar de<br />

w<strong>in</strong>kels een belangrijk aandeel uitmaken van het straatbeeld. Dit speelt zich af langs de Bruggestraat, de Lichterveldestraat,<br />

het Marktple<strong>in</strong> en de Tramstraat. Ook hier is het handelsgebeuren gericht op het lokaal verzorgende karakter van de kern en<br />

de onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 82


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Detailhandelsl<strong>in</strong>t N50-Hille: langs de N50 ter hoogte van Hille bev<strong>in</strong>dt zich een l<strong>in</strong>tvormige detailhandelsconcentratie. Hier zijn<br />

de detailhandelszaken grootschaliger dan <strong>in</strong> de beide kernw<strong>in</strong>kelgebieden. Hun verzorgend karakter overschrijdt dan ook het<br />

lokaal niveau.<br />

De meer geïsoleerde handelszaken komen voor als:<br />

- Verspreide kle<strong>in</strong>handel: dit is kle<strong>in</strong>handel die meestal verzorgt op buurtniveau en die verspreid voorkomt <strong>in</strong> kernen, gehuchten<br />

en andere woonconcentraties. De aard van hun handelsgebeuren is strikt lokaal.<br />

- Geïsoleerde grootschalige detailhandelszaken: dit zijn vrij grote vestig<strong>in</strong>gen met lokale reikwijdte die alleenstaand ontstaan<br />

zijn langs bv. <strong>in</strong>tergemeentelijke en regionale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen, zoals het agrarisch toelever<strong>in</strong>gsbedrijf tu<strong>in</strong>- en<br />

plastiekcenter langs de Beernemsteenweg (N370).<br />

4.3.2 Tewerkstell<strong>in</strong>gsprofiel<br />

Het aantal arbeidsplaatsen steeg van 3433 <strong>in</strong> 1988 naar 3661 <strong>in</strong> 1998 tot 3920 <strong>in</strong> 2005 waarvan 1.737 of 44 % zelfstandigen. In<br />

de groep zelfstandigen behoort 32 % tot de landbouw. S<strong>in</strong>ds 1998 is er een sterke stijg<strong>in</strong>g gebeurd van de tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

metaalsector door de snelle uitbreid<strong>in</strong>g van een aantal bedrijven. (vb Joris Ide, Devos). De tertiaire sector is nog steeds expansief,<br />

zowel wat zelfstandigen als werknemers betreft. De primaire sector kende globaal gezien slechts een lichte dal<strong>in</strong>g van het aantal<br />

arbeidsplaatsen: de dal<strong>in</strong>g van het aantal zelfstandigen wordt grotendeels gecompenseerd door de verdubbel<strong>in</strong>g van het aantal<br />

werknemers. Ondanks deze (lichte) dal<strong>in</strong>g is het aandeel van de primaire sector <strong>in</strong> de totale tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nog steeds<br />

zeer hoog.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 83


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

AANTAL WERKNEMERS<br />

AANTAL ZELFSTANDIGEN<br />

TOTAAL<br />

ARBEIDSPLAATSEN 2006<br />

PRODUCTIETAK 1988 1998 1988 1998<br />

abs. % abs. % abs. % abs. % abs. %<br />

Totaal primaire sector 55 3,0 111 5,7 674 42,7 579 33,8 664 15,7<br />

Chemie 56 3,0 48 2,5<br />

Metaal 94 5,1 160 8,2<br />

Productie & verwerk<strong>in</strong>g vlees 84 4,5 48 2,5<br />

Rest voed<strong>in</strong>gssector 140 7,5 66 3,4<br />

Textiel / leder / confectie 242 13,0 75 3,9<br />

Hout / papier / plastiek 259 14,0 194 10,0<br />

Bouw 294 15,8 355 18,2<br />

Totaal secundaire sector 1.169 63,0 946 48,6 312 19,8 374 21,8 1.353 32,0<br />

Handel 203 10,9 221 11,3<br />

Horeca 34 1,8 56 2,9<br />

Verkeer / vervoer 82 4,4 132 6,8<br />

F<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen 59 3,2 96 4,9<br />

Overheidsadm<strong>in</strong>istratie 54 2,9 102 5,2<br />

Onderwijs 93 5,0 106 5,4<br />

Socio-medische verzorg<strong>in</strong>g 85 4,6 157 8,1<br />

Cultuur en overige diensten 22 1,2 21 1,1<br />

Totaal tertiaire sector 632 34,1 891 45,7 591 37,5 760 44,4 2.211 52,2<br />

TOTAAL 1.856 100,0 1.948 100,0 1.577 100,0 1.713 100,0 4.232 100,0<br />

Tabel 7 : Evolutie van het aantal werknemers <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tussen 1988 en 1998<br />

Bron : RSZ en RSVZ-gegevens 1988 en 1998, NIS, West-Vlaanderen Werkt, 2009<br />

4.3.3 Potenties en knelpunten <strong>in</strong>zake ruimtelijk-economische structuur<br />

+ <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is <strong>in</strong> het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt omwille van haar impact op de tewerkstell<strong>in</strong>g. De<br />

opvang van nieuwe regionale bedrijven dient te gebeure op Hille (BD 14/10/2004)<br />

+ Groei van de tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de secundaire en tertiaire sector.<br />

+ Het eerste aanbod aan uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en vanaf 2000 gaat gepaard met een grote vraag en een snelle verkoop.<br />

Alle lokale en regionale terre<strong>in</strong>en op Hille zijn beg<strong>in</strong> 2008 verkocht.<br />

+ Uitbreid<strong>in</strong>gsmogelijkheden bij de ambachtelijke zone “Verrekijker” (een eerste uitbreid<strong>in</strong>gsfase wordt bouwrijp <strong>in</strong> het<br />

voorjaar van 2008.<br />

+ Nagenoeg alle solitaire grootschalige zonevreemde bedrijven zijn opgenomen <strong>in</strong> een sectoraal BPA zonevreemde<br />

economische activiteiten (25) of een Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> Uitvoer<strong>in</strong>gsplan (1).<br />

+ De goede ligg<strong>in</strong>g en ontsluit<strong>in</strong>gsmogelijkheden van bedrijventerre<strong>in</strong> Hille<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 84


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Het niet meer beschikbaar zijn van lokale en regionale terre<strong>in</strong>en op Hille en het ontbreken van perspectief op een snel nieuw<br />

aanbod door het uitblijven van een nieuwe taakstell<strong>in</strong>g, alsook de lange ontwikkel<strong>in</strong>gstermijn van bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

- Hoog aantal kle<strong>in</strong>schalige geïsoleerde zonevreemde bedrijven met grote behoefte aan bedrijfszekerheid.<br />

- Slechte <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> het landschap van het bedrijventerre<strong>in</strong> Wildenburg.<br />

- Visuele verstor<strong>in</strong>g van het landschap <strong>in</strong> de Jobeekvallei, en verkeersproblemen ter hoogte van het bedrijf Unifrost.<br />

- Het structureel achterblijven van het aanbod aan bedrijventerre<strong>in</strong>en op de vraag<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 85


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Beernem / E40<br />

Brugge<br />

Brugge<br />

F<br />

8<br />

1<br />

H<br />

J<br />

7<br />

D<br />

G<br />

E<br />

C<br />

B<br />

A<br />

Lichtervelde<br />

5<br />

6<br />

4<br />

2<br />

I<br />

Tielt<br />

Kortrijk<br />

Kortrijk<br />

Bedrijvigheid op de bedrijventerre<strong>in</strong>en :<br />

RO bedrijventerre<strong>in</strong> / milieubelastende <strong>in</strong>dustrie<br />

LO bedrijventerre<strong>in</strong><br />

Bedrijvigheid buiten de bedrijventerre<strong>in</strong>en :<br />

Verspreide bedrijvigheid <strong>in</strong> de open ruimte<br />

Geïsoleerd bedrijf volgens plannen van aanleg<br />

A) RO De Akker<br />

B) LO Hille Zuid<br />

C) RO Hille Zuid<br />

D) RO Hille Noord<br />

E) LO Verrekijker<br />

F) RO Wildenburg<br />

G) LO Lavoordeakker<br />

H) LO Bosveld<br />

I) RO Unifrost (BPA Jobeek)<br />

J) LO Pannaershoek<br />

1. De Eikel<br />

2. Stockplastics<br />

3. Declercq<br />

4. Ve-os<br />

5. Vancauwenberghe<br />

6. Vanlandschoot<br />

7. Degroote<br />

8. Eenoo<br />

Kaart 18<br />

Bestaande ruimtelijke-economische structuur<br />

Geïsoleerd zonevreemd bedrijf goedgekeurd via sectoraal BPA<br />

Sterke verwevenheid tussen wonen en bedrijvigheid<br />

Semi-detailhandelsl<strong>in</strong>t N50<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.4 De bestaande vervoers- en verkeersstructuur op mesoniveau<br />

4.4.1 auto- en vrachtverkeer<br />

4.4.1.1 Verkeerskundige structuur<br />

Aan de randen van het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> liggen twee wegen van <strong>in</strong>ternationaal belang: de E40 (Brugge - Gent) en de E403<br />

(Brugge – Kortrijk). Het meest nabije op- en afrittencomplex van de E40 ligt <strong>in</strong> Beernem, en is bereikbaar via de N370; het<br />

toegangscomplex voor de E403 ligt <strong>in</strong> Lichtervelde en is bereikbaar via de N50 en de N35 (beperkt tot 10,5 ton). Het verkeer<br />

zwaarder dan 10,5 ton dient de E403 te verlaten via afrit Ardooie (N37)<br />

De N50 (verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Brugge – Kortrijk) is de belangrijkste regionale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg op het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Andere<br />

wegen van regionaal belang <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn de N370 (verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Beernem – <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – Lichtervelde), en de N327 (verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g Tielt –<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>). De N327 zorgt bovendien voor de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de N37.<br />

Hiernaast zijn er nog een achttal wegen die fungeren als verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg tussen (deel)gemeenten. Vanuit <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> vertrekken de<br />

volgende wegen:<br />

- de Egemsestraat richt<strong>in</strong>g Egem (Pittem)<br />

- de Ruiseledesteenweg richt<strong>in</strong>g Ruiselede<br />

- de Rozendalestraat richt<strong>in</strong>g Ruddervoorde (Oostkamp)<br />

- de Peerstalstraat richt<strong>in</strong>g Hertsberge (Oostkamp)<br />

Ook vanuit Zwevezele vertrekken verschillende wegen om de kern te verb<strong>in</strong>den met de buurgemeenten :<br />

- de Koolskampstraat richt<strong>in</strong>g Koolskamp (Ardooie)<br />

- de Meiboomstraat richt<strong>in</strong>g Beveren (Roeselare)<br />

- de Vannekestraat richt<strong>in</strong>g Ruddervoorde (Oostkamp)<br />

- de Ricksteenweg, Vijfwegenstraat en Vrijgeweidstraat richt<strong>in</strong>g Torhout<br />

De kernen van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele vertonen dus een typisch radiaal wegennet waar verschillende wegen samenkomen. De<br />

overige straten, zowel b<strong>in</strong>nen als buiten de kern, zijn <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie woonstraten die enkel dienen als <strong>in</strong>terne ontsluit<strong>in</strong>gsweg,<br />

en kunnen als lokaal beschouwd worden.<br />

4.4.1.2 Lokale vrachtroutes<br />

De voornaamste vrachtroutes zijn te situeren ter hoogte van de N50, de N370, de N327, de Peerstalstraat, de Rozendalestraat, de<br />

Ruiseledesteenweg, de Ricksteenweg/Sprietstraat.<br />

4.4.2 Openbaar vervoer<br />

In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is er geen tre<strong>in</strong>station, en op het grondgebied van de gemeente bev<strong>in</strong>den zich ook geen spoorlijnen. De meest nabije<br />

stations voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn gesitueerd <strong>in</strong> Tielt en Lichtervelde, op de spoorlijn 73 Gent - De Panne, en <strong>in</strong> Beernem op de spoorlijn<br />

Oostende - Brussel. Voor het openbaar vervoer is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> dus vooral aangewezen op de bus, die zich situeert op drie assen:<br />

- lijn Tielt – Zwevezele – Brugge : frequentie van 1 bus / uur<br />

- lijn Zwevezele – Ardooie – Roeselare : frequentie van 1 bus / uur<br />

- lijn <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – Sijsele : maakt de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met het station van Beernem, de uren zijn gericht op de tre<strong>in</strong><br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 87


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.4.3 Fietsverkeer<br />

De fietsroutes zijn belangrijk voor het woon-werkverkeer en het woon-schoolverkeer. Er wordt bij nieuwe verkavel<strong>in</strong>gen gezorgd<br />

voor fietsdoorsteken als kortere verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g naar het centrum van de deelgemeenten. Bij wegenwerken worden de nodige<br />

fietsvoorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>gewerkt. Aan bushaltes worden fietsstall<strong>in</strong>gen voorzien.<br />

In het Prov<strong>in</strong>ciaal functionele fietsroutenetwerk werden de volgende wegen geselecteerd als bovenlokale fietsroute:<br />

- N50 Brugge – Kortrijk<br />

- N370 Lichtervelde – <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – Beernem<br />

- N 327 <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – Tielt<br />

- Egemsestraat<br />

- Ruiseledesteenweg<br />

- Rozendalestraat<br />

- Vagevuurstraat<br />

- Koolskampstraat<br />

- Ricksteenweg, Vijfwegenstraat en Vrijgeweidstraat<br />

4.4.4 Voetgangersverkeer<br />

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen voetgangerszones en voetgangersverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. De centra van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en<br />

Zwevezele moeten <strong>in</strong> hun totaliteit beschouwd worden als voetgangerszones en ook <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate de woonkernen Hille, S<strong>in</strong>t-Jan<br />

en Wildenburg. De centra van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele zijn reeds grotendeels zone 30-gebied. Voetgangersverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn<br />

bijvoorbeeld de verschillende schoolroutes en de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen woongebieden en centra. Bij nieuwe verkavel<strong>in</strong>gen worden<br />

doorsteken voorzien voor fietsers en voetgangers als kortste verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />

4.4.5 Knelpunten en potenties <strong>in</strong>zake vervoers- en verkeersstructuur<br />

+ Zeer goede ontsluit<strong>in</strong>g door ligg<strong>in</strong>g midden<strong>in</strong> het driehoekig maas gevormd door de E40, de E403 en de N37.<br />

+ Afstemm<strong>in</strong>g van de buslijn naar Beernem op de tre<strong>in</strong>uren.<br />

- Barrièrewerk<strong>in</strong>g van de N50 en verkeersveiligheidsproblemen ter hoogte van de doortocht te Hille.<br />

- <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> beschikt niet over een station, en is daarvoor aangewezen op Beernem, Tielt of Lichtervelde.<br />

- Doorgaand vrachtverkeer ter hoogte van Hille, Zwevezele-dorp en <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-dorp.<br />

- Een gebrek aan verb<strong>in</strong>dende fietspaden langsheen de gewestweg N370, zowel tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Beernem als tussen<br />

Zwevezele en Lichtervelde.<br />

- Ontbreken van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg en Rozendalestraat (cfr. Prov<strong>in</strong>ciaal functioneel fietsroutenetwerk)<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 88


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Herstberge<br />

Beernem / E40<br />

Ruddervoorde<br />

N370<br />

Brugge<br />

Brugge<br />

Torhout<br />

Ruddervoorde<br />

Ruiselede<br />

A17<br />

N370<br />

N327<br />

N370<br />

Lichtervelde<br />

Egem<br />

N50<br />

Tielt<br />

Kortrijk<br />

Beveren<br />

Koolskamp<br />

Kortrijk<br />

Weg van <strong>in</strong>ternationaal belang<br />

Regionale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg<br />

Intergemeentelijke verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg<br />

Kaart 19<br />

Bestaande verkeersstructuur<br />

Buslijn 749/1 : Tielt - Zwevezele - Brugge<br />

Buslijn 749/2 : Zwevezele - Ardooie - Roeselare<br />

Buslijn 802/1 : <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> - Sijsele<br />

Knooppunt van buslijnen<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.5 De natuurlijke structuur<br />

Het begrip natuurlijke structuur wordt <strong>in</strong> haar ruimtelijke betekenis gehanteerd. De natuurlijke structuur is:<br />

1. Het samenhangend geheel van de rivier- en beekvalleien, de grotere natuur- en boscomplexen en de andere gebieden, waar de<br />

voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uit<strong>in</strong>g komen;<br />

2. Met aanvullend daarop de ecologische <strong>in</strong>frastructuur gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige natuurelementen, door kle<strong>in</strong>ere<br />

natuur- en boscomplexen en door parkgebieden.<br />

B<strong>in</strong>nen de natuurlijke structuur is er een ecologische samenhang aanwezig en treden belangrijke ecologische relaties op. De<br />

gebieden met een sterke <strong>in</strong>terne samenhang en veel relatief ongestoorde ecologische relaties hebben een grote meerwaarde voor<br />

de natuurfunctie 12 .<br />

4.5.1 Structuurbepalende Elementen<br />

Structuurbepalende natuurgebieden zijn zeer verscheiden <strong>in</strong> hun voorkomen. Hun omvang, plaats en kenmerken zijn dikwijls zeer<br />

uiteenlopend. Door het samengaan van voor de natuur belangrijke processen en elementen op een duidelijk af te bakenen plaats<br />

vormen deze gebieden een waardevol ruimtelijk-natuurlijk systeem die als een natuurgebied kan getypeerd en afgebakend worden.<br />

Aldus spelen deze samenhangende gebieden een structurerende rol.<br />

4.5.1.1 Dom<strong>in</strong>ante aanwezigheid van de boscomplexen<br />

De boscomplexen (samen meer dan 400 ha) vormen <strong>in</strong> een groot deel van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> een dom<strong>in</strong>ant element. Ze zijn dom<strong>in</strong>ant omwille<br />

van landschappelijke aspecten en omwille van de <strong>in</strong>vloed die ze hebben op de levensgemeenschappen van de omliggende gebieden en<br />

de waterhuishoud<strong>in</strong>g en het mesoklimaat. Bossen bezitten een specifieke fauna en flora. Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn dit de<br />

rompgemeenschappen van het Eiken-berkenbostype.<br />

De bossen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kennen een aparte verschijn<strong>in</strong>gsvorm. De structuur waar<strong>in</strong> ze voorkomen is een drevenpatroon <strong>in</strong><br />

dambordvorm (ontstaan vanuit de wijze waarop de het gebied destijds werd ontgonnen). Naast een cultuurhistorische waarde<br />

representeren de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdreven ook een biologische waarde en dit voornamelijk als refugium of uitwijkplaats voor<br />

heiderestanten. De dreven zijn lang en recht en zijn meestal opgebouwd uit Gewone beuk of Zomereik.<br />

Door deze strakke structuur kunnen bosbestanden over korte afstand sterk van elkaar verschillen. Dichte bestanden komen er voor<br />

naast open bestanden, loofhoutbestanden komen er voor naast gemengde of naaldhoutbestanden en productiebestanden komen er<br />

voor naast relicten van extensieve wast<strong>in</strong>a’s en heiderestanten. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt zes boscomplexen:<br />

- uitlopers van de Munkebossen<br />

- Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen, St.-Pietersveld-Gulke Putten en Lammersdam: allen onderdeel van de<br />

relictzone Bulskampveld.<br />

- Hun algemene ruimtelijke <strong>in</strong>vloed blijkt uit de omvang, de ruimtelijke spreid<strong>in</strong>g, samenstell<strong>in</strong>g, tewerkstell<strong>in</strong>g (bosbouw) en de<br />

functies die ze vervullen.<br />

12 Bron : M<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap, <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen : <strong>in</strong>tegrale versie. Deel 1A : bestaande ruimtelijke structuur, pag. 65<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 90


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.5.1.2 Beekvalleien<br />

De beekvalleien zijn voor de natuurlijke structuur dom<strong>in</strong>ante structurerende elementen. Zij hebben een bijzondere waarde vanwege<br />

hun eigen levensgemeenschappen en vanwege de belangrijke deelname <strong>in</strong> een aantal landschapsecologische processen.13 Men<br />

treft er voedselrijke bodems aan met natte graslanden, er komt kwel voor en bijzondere kle<strong>in</strong>e landschapselementen (KLE’s) maken<br />

er deel van uit. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt een 12-tal belangrijke beekvalleien. Deze van de Blauwhuisbeek, de R<strong>in</strong>gbeek, de Steenbeek, de<br />

Poelvoordebeek, de Klaphullebeek, de Veldbeek, de Speibeek, de Kloosterbeek, de Leugenaarsbeek, de Grote beek, de Jobeek en de<br />

Muizeveldbeek.<br />

4.5.1.3 Andere gebieden met belangrijke waarden en potenties voor de natuur<br />

De andere gebieden met belangrijke waarden en potenties voor de natuur (ecologisch relevante entiteiten) zijn verschillend <strong>in</strong> hun<br />

voorkomen t.o.v. de grote boscomplexen. Vooral hun omvang (kle<strong>in</strong>schaliger) en kenmerken zijn verschillend. Het gaat voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

over de volgende twee gebieden:<br />

De omgev<strong>in</strong>g van de Lakebossen is ecologisch waardevol omdat het deel uitmaakt van een beboste omgev<strong>in</strong>g met drevenpatroon en<br />

omdat het direct aansluit bij de grotere boskern van het Lakebos. Tevens zijn er restanten te v<strong>in</strong>den van soortenrijke natte<br />

graslanden en waardevolle kle<strong>in</strong>e landschapselementen.<br />

De omgev<strong>in</strong>g Leestje-Scheewege (behorende tot de bovenloop van de Steenbeek) is belangrijk omwille van de vele soortenrijke natte<br />

graslanden die voorkomen op gronden met stuwwater en kwel. Daarmee samengaand komt er nog een grote verscheidenheid voor<br />

aan kle<strong>in</strong>e landschapselementen voor.<br />

4.5.1.4 Bijzondere natuurlijke elementen en processen<br />

Biotische en fysische structuurbepalende elementen en processen bepalen, samen met de dom<strong>in</strong>ante <strong>in</strong>vloed van de mens op de<br />

natuur, het voorkomen en het functioneren van natuur. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komen deze structuurbepalende elementen en processen op<br />

velerlei plaatsen tot uit<strong>in</strong>g. Zij maken als dusdanig ook deel uit van de natuurlijke structuur. Naast de hierboven beschreven<br />

elementen en processen, zijn ook volgende aspecten belangrijk:<br />

Bronniveaus zijn meestal te v<strong>in</strong>den op hell<strong>in</strong>gen en langs stuwwatergronden. Door het gegroepeerd voorkomen van bronnen op<br />

deze plaatsen is de impact van bronniveaus bepalend voor grote gebieden. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn een 6-tal bronniveaus terug te v<strong>in</strong>den:<br />

omgev<strong>in</strong>g Spriet, omgev<strong>in</strong>g Rik, omgev<strong>in</strong>g kasteel van Zwevezele, omgev<strong>in</strong>g St.-Pietersveld-Gulke Putten, omgev<strong>in</strong>g Vagevuurbossen<br />

en omgev<strong>in</strong>g Bosveldstraat-Landsmanstraat.<br />

Stuwwatergronden (en kwel) veroorzaken bijzondere standplaatsfactoren waaraan verschillende organismen gebonden zijn. Het<br />

zijn ecosystemen waarbij de kwaliteit van het kwelwater een belangrijke factor vormt. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt een 3-tal grotere gebieden waar<br />

stuwwatergronden voorkomen, nl. de omgev<strong>in</strong>g ten zuiden van de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, de omgev<strong>in</strong>g Aspergem en de omgev<strong>in</strong>g Jo.<br />

Markante reliëfovergangen komen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voor waar het Plateau van Tielt e<strong>in</strong>digt en overgaat <strong>in</strong> het Zandgebied. Deze<br />

reliëfovergangen zijn bijzonder door de ecologische waarden die gepaard gaan met de gradiënten van deze gronden. Het sterkst<br />

13 Bron : <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen (p.65), M<strong>in</strong>isterie van de Vlaamse Gemeenschap, 1997.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 91


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

zijn deze reliëfovergangen op de rug van de cuesta van Tielt <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van de kern van Zwevezele, en op het front van de<br />

cuesta van Hertsberge <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van het S<strong>in</strong>t-Pietersveld.<br />

4.5.2 De ecologische <strong>in</strong>frastructuur<br />

De ecologische <strong>in</strong>frastructuur wordt gevormd door strook-, lijn-, punt- en kle<strong>in</strong>e vlakvormige natuurelementen, door geïsoleerde<br />

natuur- en bosgebieden en door parkgebieden. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> maken de volgende landschapselementen deel uit van de ecologische<br />

<strong>in</strong>frastructuur:<br />

- Heiderestanten<br />

- Taluds<br />

- poelen en sloten<br />

- kle<strong>in</strong>e bosentiteiten<br />

- wegbermen<br />

- perceelsrandbegroei<strong>in</strong>g.<br />

In drie kle<strong>in</strong>ere entiteiten komen een aantal van deze elementen geconcentreerd voor:<br />

- Omgev<strong>in</strong>g Rik<br />

- Omgev<strong>in</strong>g Bosveldstraat/Landsmanstraat<br />

- Kasteelpark Zwevezele<br />

4.5.3 Potenties en knelpunten <strong>in</strong>zake de natuurlijke structuur<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is een landelijke gemeente waar de <strong>in</strong>tensieve landbouw een grote druk betekent voor de verschillende ecosystemen. Toch<br />

bezit <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nog voldoende potenties ter ontwikkel<strong>in</strong>g van de natuurlijke structuur:<br />

+ De ontwikkel<strong>in</strong>g van de natuurlijke structuur <strong>in</strong> het Poekebeekbekken krijgt goede kansen daar dit gebied <strong>in</strong>tegraal deel<br />

uitmaakt van het bescherm<strong>in</strong>gsgebied voor dr<strong>in</strong>kwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van het waterproductiecentrum te Kluizen.<br />

+ In de omgev<strong>in</strong>g S<strong>in</strong>t-Pietersveld kunnen nog vele graslanden als halfnatuurlijk worden bestempeld.<br />

+ De valleien van de Jobeek, de Grote Beek, de bovenloop van de R<strong>in</strong>gbeek en de bovenlopen van een aantal kle<strong>in</strong>ere beken<br />

bevatten nog belangrijke vochtige en/of natte gebieden.<br />

+ De boscomplexen Munkebossen, Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen, S<strong>in</strong>t-Pietersveld / Gulke Putten en<br />

Lammersdam bevatten nog zeer waardevolle ecosystemen, vaak overblijfselen van ecosystemen die typerend waren voor de<br />

vroegere veldgebieden.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft echter ook een aantal knelpunten 14 :<br />

- De biologische en fysico-chemische kwaliteit (gekend) van het oppervlaktewater van de Jobeek en de R<strong>in</strong>gbeek is over het<br />

algemeen slecht tot zeer slecht. Ook de meeste andere waterlopen hebben een slechte tot zeer slechte biologische en fysicochemische<br />

kwaliteit van het oppervlaktewater.<br />

- Op vele plaatsen <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn waterlopen genormaliseerd en plaatselijk verstevigd of <strong>in</strong>gekokerd.<br />

14 Bron: GNOP <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, Knelpuntenanalyse.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 92


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Sterke vervag<strong>in</strong>g van de oud-cultuurlandschappelijke patronen en de daarmee gepaard gaande half-natuurlijke biotopen.<br />

Enkele houden nog stand <strong>in</strong> een aantal geïsoleerde bos-, graas- en hooiweidepercelen of <strong>in</strong> grazige bermen en<br />

kavelrandbegroei<strong>in</strong>gen.<br />

- Een groot deel van het systeem van de R<strong>in</strong>gbeek is gedegradeerd door de ruilverkavel<strong>in</strong>g <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: beekbegeleidende<br />

graslanden werden ontwaterd en/of genivelleerd en/of tot akkerland omgevormd, de middenloop van de R<strong>in</strong>gbeek werd over<br />

grote afstand rechtgetrokken.<br />

- Dal<strong>in</strong>g van de biodiversiteit en kwalitatieve achteruitgang van de vegetatie als het gevolg van verregaande vermest<strong>in</strong>g van de<br />

bodem.<br />

- <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is een ‘zwarte gemeente’ volgens het mestactieplan. Het mestoverschot is er aanzienlijk en moet via mestverwerk<strong>in</strong>g<br />

worden weggewerkt.<br />

- Verdrog<strong>in</strong>g van vochtige en/of natte weilanden met belangrijke ecologische potenties door dra<strong>in</strong>age. Tevens wordt de<br />

algemene verdrog<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de hand gewerkt door een verhog<strong>in</strong>g van de afvoercapaciteit van de waterlopen.<br />

- Algemene oppervlakteverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is het gevolg van enerzijds geconcentreerde emissies van woonkernen en <strong>in</strong>dustrie en<br />

anderzijds verspreide emissies van verspreide bewon<strong>in</strong>g en landbouw.<br />

- Als gevolg van de schaalvergrot<strong>in</strong>g van de landbouw zijn <strong>in</strong> de laatste decennia veel bomenrijen, houtkanten, poelen en andere<br />

kle<strong>in</strong>e landschapselementen verdwenen.<br />

- Een deel van de bestaande bossen zijn gedegenereerd door weekendhuisjes en onaangepast beheer.<br />

- Versnipper<strong>in</strong>g van het landschap is een probleem dat zich voornamelijk <strong>in</strong> de Zandstreek en de Zandleemstreek stelt, daar de<br />

bebouw<strong>in</strong>g er historisch reeds zeer dens is. Door de uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>frastructuren en de toenemende druk van <strong>in</strong>dustrie en<br />

bewon<strong>in</strong>g worden de daar nog resterende open ruimten verder aangetast.<br />

- Niettegenstaande er gebiedsgerichte verschillen zijn qua waterbeheers<strong>in</strong>g neemt het natuurlijk overstroombare karakter van<br />

de verschillende beken nog steeds af (o.a. door kanaliser<strong>in</strong>g), met het verlies aan systeem- en landschapskenmerken als<br />

gevolg.<br />

- De <strong>in</strong>name van ruimte door ‘harde functies’ (wonen, <strong>in</strong>dustrie, ambachtelijke bedrijvigheid) gebeurde soms zonder reken<strong>in</strong>g te<br />

houden met het landschap. Nieuwe <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>gen dienen <strong>in</strong>gepast te worden <strong>in</strong> het landschap.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 93


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

1<br />

2<br />

3<br />

A<br />

B<br />

4<br />

C<br />

5<br />

Elementen en processen belangrijk voor de natuur Structuurbepalende gebieden Kle<strong>in</strong>ere waardevolle entiteiten<br />

Beekvalleien<br />

Boscomplexen<br />

Bronniveaus<br />

Stuwwatergronden en kwel<br />

Markante reliëfovergangen<br />

1 Het ‘Bulskampveld’<br />

A Omgev<strong>in</strong>g Rik<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

Munkebossen<br />

Omgev<strong>in</strong>g Lakebossen<br />

Omgev<strong>in</strong>g Leestje-Scheewege<br />

Egemse Veldekens<br />

B<br />

C<br />

Omgev<strong>in</strong>g Bosveldstraat-Landsmanstraat<br />

Kasteelpark Zwevezele<br />

Kaart 20<br />

Bestaande natuurlijke structuur<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/april 2009


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.6 Bestaande landschappelijke Structuur<br />

Het landschap vormt de globale context - is het resumé - van het ruimtelijk functioneren van een gebied. Zij is het resultaat van de<br />

dynamisch wisselwerk<strong>in</strong>g tussen de fysische factoren, de biotische factoren en de antropogene factoren (de menselijke<br />

handel<strong>in</strong>gen). Het voorkomen van een bepaald landschap resulteert <strong>in</strong> een specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele<br />

belev<strong>in</strong>g en een specifiek menselijk ruimtegebruik. De specifieke orden<strong>in</strong>g van de abiotische, biotische en antropogene factoren is<br />

hiervan de aanleid<strong>in</strong>g. Bakens, structurerende reliëfkenmerken, markante terre<strong>in</strong>overgangen, gave landschappen en openruimtecorridors<br />

typeren het landschap en zijn dus structuurbepalend.<br />

4.6.1 De traditionele landschappen<br />

In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> komen er drie grote traditionele landschappen voor. Aan de basis daarvan liggen de verschillende bodemkundige<br />

streken. Deze fysische basisstructuur bepaalt niet alleen de rijk gevarieerde landschapsecologische structuur <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> maar ook<br />

de landbouw en zelfs de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur. Er is de streek van Beernem (droge zandgronden), de lemige zandgronden en de<br />

zandleemgronden, zij vormen respectievelijk het oude veldgebied van Aalter (Bulskampveld), het Houtland en het plateau van Tielt.<br />

Elk hebben ze hun eigen landschappelijke eigenschappen. Een korte beschrijv<strong>in</strong>g van de drie gebieden:<br />

Het oude veldgebied van Aalter: dit gebied behoort tot de Zandstreek buiten de Vlaamse Vallei. Het bestaat uit vlakke gebieden met<br />

microreliëf-elementen en een dambordpatroon van bossen en open landbouwgebieden. De open ruimten hebben een kle<strong>in</strong>e tot<br />

middelmatige omvang en worden door de vegetatie begrensd. Er is bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zowel de bossen als <strong>in</strong> de open gebieden.<br />

⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: Bulskampveld. Deze gronden zijn pas beg<strong>in</strong> 18de eeuw ontgonnen: de oude<br />

heidegebieden die gemeenschappelijke graasgronden vormden (wast<strong>in</strong>es), werden systematisch bebost. Hierbij werden<br />

verschillende dreven aangeplant, waardoor een dambordvormig patroon ontstond. Na de Franse revolutie kwamen de beboste<br />

heidevelden <strong>in</strong> handen van adellijke families die er kastelen bouwden en parken aanlegden. In de relictzone komen verschillende<br />

ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsnederzett<strong>in</strong>gen voor zoals S<strong>in</strong>t-Pietersveld en Doomkerke.<br />

Het Houtland: behoort eveneens tot de Zandstreek buiten de Vlaamse Vallei. Het vormt het <strong>in</strong>terfluvium tussen Leie (Vlaamse Vallei),<br />

de kustvlakte en het IJzerbekken. Er is een golvende topografie met verspreide bebouw<strong>in</strong>g en opgaande perceelsrandbegroei<strong>in</strong>g,<br />

veel weidse maar gerichte vergezichten, door de topografie bepaald. Er zijn talrijke versnipperde ruimten begrensd door<br />

topografie of bebouw<strong>in</strong>g.<br />

⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: Munkebossen. Reeds ten tijde van Ferraris is dit bos aangeplant met<br />

ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdoele<strong>in</strong>den. De oorspronkelijke structuur van het bos en perceler<strong>in</strong>g is nu nog duidelijk herkenbaar. Bovendien is de<br />

zone is archeologisch belangrijk: de hoeve bij het Munkekasteel is een gewezen site met walgracht.<br />

Het plateau van Tielt : Dit gebied behoort tot de zandleemstreek. Het is een hoger gelegen gebied met een zacht glooiende<br />

topografie. Het landschap is open en opgebouwd uit gemengde akker- en weilandgebieden. Lokaal zijn er voormalige<br />

bosoppervlakten en veldgebieden. Overheersend verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: R<strong>in</strong>gbeek en Veldekens. Het beekbegeleidend bos, de verspreid<strong>in</strong>g van de<br />

bebouw<strong>in</strong>g en de richt<strong>in</strong>g van de perceler<strong>in</strong>g zijn nog zeer herkenbaar volgens Ferraris. De ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g is evenwijdig gelegen aan de<br />

loop van de R<strong>in</strong>gbeek.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 95


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Daarnaast zijn nog een aantal punt- en lijnrelicten geselecteerd. De volgende acht kastelen/landhuizen zijn als puntrelicten<br />

aangeduid: Blauwhuis Oud Kasteel, hoeve Zonnebekehoek, Munkekasteel, Poelvoorde kasteel, Schouterwalle, ’t Klokhof, ’t<br />

Schapershof en villa Les Fougères. De R<strong>in</strong>gbeek is als lijnrelict aangeduid.<br />

4.6.2 Elementen van het huidige landschap<br />

De (markante 15 ) elementen van een landschap zijn die elementen die de identiteit van het huidig landschap <strong>in</strong> belangrijke mate<br />

bepalen. Vandaar zijn deze elementen structuurbepalend voor de herkenbaarheid van een gebied. De structuurbepalende (en<br />

markante) elementen zijn de volgende:<br />

- De gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g bijzondere jeugdzorg ‘De Zande’ en omgev<strong>in</strong>g;<br />

- De valleien van de R<strong>in</strong>gbeek, Poelvoordebeek, de Veldbeek, de Speibeek, de Kloosterbeek, de Grote beek, de Jobeek, de<br />

Muizeveldbeek en hun nevenlopen;<br />

- De verschillende boscomplexen;<br />

- De ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdreven <strong>in</strong> Rasterpatroon;<br />

- De reliëfovergangen ter hoogte van Zeswege en Zwevezele;<br />

- De Radio-maritieme site met haar masten;<br />

- De radiomast van Egem;<br />

- De gebouwen van ‘Unifrost’;<br />

- De totale verspreide bebouw<strong>in</strong>g.<br />

4.6.3 Potenties en knelpunten<br />

+ Nog vrij veel samenhangende en herkenbare relictzones van de traditionele landschappen (vooral van de veldgebieden).<br />

- Niettegenstaande er gebiedsgerichte verschillen zijn qua waterbeheers<strong>in</strong>g neemt het natuurlijk overstroombare karakter van<br />

de verschillende beken nog steeds af (o.a. door kanaliser<strong>in</strong>g), met het verlies aan systeem- en landschapskenmerken als<br />

gevolg.<br />

- Versnipper<strong>in</strong>g van het landschap door de uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>frastructuren en de toenemende druk van bedrijfsgebouwen en<br />

won<strong>in</strong>gen. Dit is een probleem dat zich voornamelijk <strong>in</strong> de Zandstreek en de Zandleemstreek stelt, daar de bebouw<strong>in</strong>g er<br />

historisch reeds zeer dens is. .<br />

- De <strong>in</strong>name van ruimte door ‘harde functies’ (wonen, <strong>in</strong>dustrie, ambachtelijke bedrijvigheid) gebeurt zonder reken<strong>in</strong>g te<br />

houden met het landschap. Nieuwe <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>gen dienen <strong>in</strong>gepast te worden <strong>in</strong> het landschap en niet zomaar ergens worden<br />

neergepoot.<br />

- Veel kle<strong>in</strong>e landschapselementen (bomenrijen, houtkanten, poelen,...) zijn de laatste decennia verdwenen o.a. door de<br />

schaalvergrot<strong>in</strong>g van de landbouw. Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van<br />

landschappen. De leesbaarheid en de herkenbaarheid verdwijnt. Dit is een ernstige en schrikbarende evolutie. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

doet deze trend zich voor, <strong>in</strong> de Zandstreek en de Zandleemstreek onder de vorm van het verdwijnen van de<br />

perceelsrandbegroei<strong>in</strong>gen.<br />

15 Markante elementen komen voor onder de vorm van bakens, reliëfelementen, terre<strong>in</strong>overgangen, gave landschappen en openruimte-corridors.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 96


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Relictzones<br />

Ankerplaatsen<br />

Kaart 21<br />

Erfgoedlandschappen<br />

Puntrelicten<br />

Lijnrelicten<br />

BESCHERMDE<br />

SITUERING VAN<br />

MONUMENTEN<br />

DE BPA'S<br />

Opdrachtgever: EN LANDSCHAPPEN<br />

gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

CUESTA HERSTBERGE-LOTENHULLE<br />

CUESTA VAN TIELT<br />

Elementen van het huidige landschap<br />

Beekvalleien<br />

Boscomplexen<br />

Rijksopvoed<strong>in</strong>gsgesticht en omgev<strong>in</strong>g<br />

Radio-masten<br />

Markante reliëfovergangen (cuesta-front)<br />

Beeldbepalend bedrijfsgebouw<br />

Zones met relicten van de traditionele landschappen<br />

Het oude veldgebied van Aalter<br />

Het Houtland<br />

Het plateau van Tielt<br />

Kaart 22<br />

Bestaande landschappelijke structuur<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.7 De agrarische structuur<br />

4.7.1 Algemene ruimtelijke situer<strong>in</strong>g van de agrarische structuur<br />

Vanuit historisch perspectief vertoont de landbouw een sterke relatie met het fysisch systeem (de grondsoort, het watersysteem en<br />

het reliëf). Dit gegeven is naarmate de landbouwtechnieken verbeterden deels verloren gegaan. Een klassiek voorbeeld daarvan is<br />

het omzetten van nat weiland naar akkerland doormiddel van sterke dra<strong>in</strong>age. Desondanks vertoont het agrarisch gebruik van de<br />

cultuuroppervlakte <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nog steeds een goed waarneembare band met het fysisch systeem. Op de overgang van de<br />

Zandstreek naar de Zandleemstreek treffen we <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gronden aan met een gemiddeld matige landbouwwaarde. Dit verklaart<br />

eveneens het hoge aandeel aan grasland en voedergewassen op overbemeste gronden. De ruimtelijk neerslag hiervan leidt tot de<br />

volgende structurerende zones <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>:<br />

De zandige zone dekt het grootste gebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Dit <strong>in</strong>tensief landbouwgebied wordt gekenmerkt door een versnipperd<br />

areaal van hoofdzakelijk weilanden en maïsakkers. De gronden kennen er een matige landbouwwaarde, maar worden sterk bemest.<br />

De moderne landbouwbedrijven maken deel van de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur en liggen verspreid over het gebied.<br />

De zandlemige zone bedekt een smalle strook <strong>in</strong> het zuiden van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Deze zone is een overgangszone. De<br />

nabijheid van de Zandstreek is te merken aan de aanwezigheid van <strong>in</strong>tensieve veeteeltbedrijven en hun teelten (grasland en<br />

voedergewassen). Daarnaast laat de <strong>in</strong>vloed van de zandlemige bodems zich natuurlijk ook gelden door het voorkomen van teelten<br />

die een vruchtbare bodem eisen. Het handelt dan over teelten zoals groenteteelt <strong>in</strong> open lucht, aardappelen en boomkwekerijen.<br />

Het verspreid voorkomen van land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven is er iets m<strong>in</strong>der dens dan <strong>in</strong> de zandige zone.<br />

Het Bulskampveld ligt <strong>in</strong> het noordoosten van de gemeente en bestaat hoofdzakelijk uit bossen. De landbouw komt hier dus als<br />

nevenfunctie voor en ligt versnipperd tussen de bosbestanden. Deze landbouwgronden liggen onder zware druk daar zowel de<br />

VLAREM-wetgev<strong>in</strong>g als het mestdecreet <strong>in</strong>grijpende randvoorwaarden opleggen ter bescherm<strong>in</strong>g van de bos-, natuur-, en<br />

waterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsgebieden. De eigenlijke landbouwwaarde van deze gebieden is zeer ger<strong>in</strong>g. De gronden zijn er arm en droog of<br />

waterziek.<br />

4.7.2 Profiel van de land- en tu<strong>in</strong>bouw<br />

Om de ruimtelijke impact van de land- en tu<strong>in</strong>bouw te kunnen <strong>in</strong>schatten dienen een aantal factoren die het ruimtelijk functioneren<br />

van land- en tu<strong>in</strong>bouw mede bepalen, onderzocht te worden. Deze factoren zijn:<br />

1. Structuur en spreid<strong>in</strong>g van de bedrijven<br />

2. Tewerkstell<strong>in</strong>g<br />

3. Leefbaarheids- en opvolg<strong>in</strong>gspatroon<br />

4. Ontwikkel<strong>in</strong>gstendenzen<br />

5. Bodemgeschiktheid<br />

6. Grondgebruik<br />

7. Dieren<br />

Voor het onderzoek werden <strong>in</strong> hoofdzaak de gegevens uit de jaarlijkse land- en tu<strong>in</strong>bouwtell<strong>in</strong>gen als <strong>in</strong>formatiebron gebruikt. Er<br />

moet evenwel opgemerkt worden dat deze gegevens niet altijd volledig met de werkelijkheid overeenstemmen. Vandaar dat enkel<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 99


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

structurele verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g mogen worden gebracht. Een tweede knelpunt is het meer ruimtelijke aspect. De<br />

landbouwgegevens geven geen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de geografische spreid<strong>in</strong>g van het agrarisch grondgebruik b<strong>in</strong>nen de gemeente.<br />

4.7.2.1 Structuur en spreid<strong>in</strong>g van de bedrijven<br />

M<strong>in</strong>der maar grotere bedrijven<br />

Het aantal land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven <strong>in</strong> 2007 <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bedraagt 384. De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond per bedrijf<br />

bedraagt 13,8 ha. Niet alle bedrijven <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn van dezelfde grootteorde. Ongeveer 29% van de bedrijven kent een<br />

bedrijfsgrootte kle<strong>in</strong>er dan 5 ha, 38% tussen de 5 en 20 ha en 22% tussen 20 en 50 ha. 13 bedrijven hebben een bedrijfsgrootte<br />

groter dan 50 ha. Over een periode van 27 jaar zijn het aantal bedrijven met 54% gedaald. B<strong>in</strong>nen de evolutie zien we zowel een<br />

toename van de <strong>in</strong> gebruik genomen cultuurgrond als van de bedrijfsgrootte.<br />

Onderstaande tabel toont de evolutie van de bedrijfsgrootte op de evolutie van het aantal bedrijven. Deze beiden zijn duidelijk<br />

omgekeerd evenredig: hoe meer bedrijven er verdwijnen, hoe groter de bestaande bedrijven worden. De vrijkomende cultuurgrond<br />

van de uitdovende bedrijven wordt overgenomen door bestaande of nieuwe bedrijven. De afname van het aantal bedrijven is de<br />

resultante van een <strong>in</strong>gaande (nieuwkomers) en een nog grotere uitgaande (wijkers) beweg<strong>in</strong>g. <strong>Ruimtelijk</strong> gezien heeft deze evolutie<br />

belangrijke repercussies m.b.t. de (al of niet agrarische) toekomstige bestemm<strong>in</strong>g van de bedrijfszetels (de gebouwen) van de<br />

wijkers, die de beroepssector verlaten en de toenemende schaal van de blijvers.<br />

Grootteklasse 1980 1990 2000 2007 evolutie <strong>in</strong> %<br />

Bedr. Ha.<br />

Ha. Bedr. Ha. Bedr. Ha. Bedr.<br />

Bedr.<br />

zonder teelt 24 0 13 0 24 0 27 /<br />

< 5 ha 428 739,78 312 597,07 140 309,40 113 - 74%<br />

5 < 10 ha 183 1301,56 156 1134,76 76 551,32 68 - 63%<br />

10 < 20 ha 177 2407,96 143 2019,81 112 1584,91 79 - 55%<br />

20 < 30 ha 26 621,07 45 1087,77 56 1408,84 49 + 88%<br />

30 < 50 ha 3 96,52 13 470,31 33 1191,32 35 + 1167%<br />

+ 50 ha 0 0 0 0 5 455,59 13 +<br />

totaal 841 5166,89 684 5308,72 446 5501,38 384 5288,85 - 54%<br />

Tabel 8 : evolutie van de bedrijfsgrootte en aantal bedrijven <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Bron : NIS, landbouwtell<strong>in</strong>gen 1980, 1990,2000 en 2007; eigen verwerk<strong>in</strong>g.<br />

Aard van de landbouw<br />

De landbouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is we<strong>in</strong>ig grondgebonden 16 , <strong>in</strong> de veronderstell<strong>in</strong>g dat de veehouderij (melkvee) we<strong>in</strong>ig grondgebonden is.<br />

Het is zo dat rechtstreeks gezien de <strong>in</strong>tensieve veehouderij we<strong>in</strong>ig of geen cultuurgrond behoeft. Het grootste deel van de gronden<br />

<strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn zandgronden. Dit brengt een vrij heterogene bodemgeschiktheid en een grote aanwezigheid van grasland en<br />

voedergewassen met zich mee. Voor de <strong>in</strong>tensieve varkensteelt zijn deze teelten zeer geschikt want zij zorgen voor voeder en<br />

16<br />

Een grondgebonden agrarisch bedrijf is een agrarisch bedrijf dat zijn landbouwproductie (plantaardig/dierlijk) geheel of gedeeltelijk voortbrengt via eigen uitbat<strong>in</strong>gen<br />

van landbouwgronden. Bedrijven die een grondloze en grondgebonden bedrijfstak comb<strong>in</strong>eren, behoren eveneens tot de categorie van de grondgebonden bedrijven.<br />

Een grondloos agrarisch bedrijf is een agrarisch bedrijf dat zijn landbouwproductie (plantaardig/dierlijk) uitsluitend <strong>in</strong> bedrijfsgebouwen voortbrengt. Deze bedrijven<br />

hebben slechts behoefte aan een bouwplaats voor de opricht<strong>in</strong>g van hun bedrijf. Grondloze bedrijven met een beperkte grondgebonden activiteit zijn eveneens grondloze bedrijven.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 100


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

mestafzet. Onrechtstreeks is de <strong>in</strong>tensieve veehouderij dan toch grondgebonden. Het voorkomen van de polyvalente<br />

zandleembodems liggen dan weer aan de basis van een aandeel groenteteelt (9%) dat nog steeds stijgt.<br />

Spreid<strong>in</strong>g van de land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

Over het algemeen komen de land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven verspreid voor over het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Volgende conclusies<br />

kunnen getrokken worden:<br />

- <strong>in</strong> de sterk beboste omgev<strong>in</strong>g van het Bulskampveld komen er we<strong>in</strong>ig (land- en tu<strong>in</strong>bouw)bedrijven voor;<br />

- ook <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van de vallei van de Grote Beek en op de zandleemgronden is de dichtheid aan bedrijven duidelijk lager ;<br />

- op de zandleemgronden komen er we<strong>in</strong>ig of geen bedrijven als nevenberoep voor;<br />

- er zijn duidelijk m<strong>in</strong>der veeteeltbedrijven gevestigd <strong>in</strong> de deelgemeente Zwevezele;<br />

- omgekeerd bev<strong>in</strong>den de meeste glastu<strong>in</strong>bouwbedrijven zich <strong>in</strong> de deelgemeente Zwevezele.<br />

Zonevreemde land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

Ook landbouwbedrijven kunnen zonevreemd gelegen zijn. Voor het al of niet zonevreemd zijn van een landbouwbedrijf zijn we<br />

uitgegaan van de juridische voorwaarden die worden gesteld aan de afbaken<strong>in</strong>g van de verschillende zones van het gewestplan.<br />

Land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven zijn vanuit juridisch oogpunt enkel toegelaten <strong>in</strong> volgende zones van het gewestplan: agrarisch gebied,<br />

landschappelijk waardevol agrarisch gebied, ecologisch waardevol agrarisch gebied, woongebied met landelijk karakter,<br />

woongebied, voor zover het grondgebonden bedrijven betreft. Door het toetsen van de ligg<strong>in</strong>g van de land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

aan het gewestplan kan besloten worden dat <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> momenteel geen land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven telt die zonevreemd zijn. Wat de<br />

zonevreemdheid naar gronden betreft, m.a.w. hoeveel gronden met een agrarisch bodemgebruik liggen <strong>in</strong> een niet-agrarische<br />

bestemm<strong>in</strong>g volgens het gewestplan, zijn er volgens gegevens van de Boerenbond (1996) 197 ha zonevreemd.<br />

Aan landbouw verwante bedrijven<br />

Als uitgangspunt kan gesteld worden dat de aan landbouw verwante bedrijven die bedrijven zijn die onmiddellijk bij de landbouw<br />

aansluiten en erop afgestemd zijn. Daarbij wordt een onderverdel<strong>in</strong>g gemaakt tussen de bedrijven die gericht zijn op <strong>in</strong>put en deze<br />

die gericht zijn op de output. De eerste verschaffen de nodige hulpmiddelen; voorbeelden zijn agro-alimentatie (veevoeders,<br />

stroverhandel<strong>in</strong>g,…), agro-toelever<strong>in</strong>g (meststoffen, zaaigoed,…), agro-techniek, agro-loonwerk,… De tweede categorie zijn<br />

bedrijven gericht op de afname van de door de landbouw voortgebrachte producten. Voorbeelden hiervan zijn slachthuizen,<br />

diepvries<strong>in</strong>dustrie, …<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt 23 aan landbouw verwante bedrijven bedrijven 17 ; het grootste aandeel van deze bedrijven is gericht op de <strong>in</strong>put. De<br />

moeilijke en soms evoluerende rechtszekerheid van een aantal bedrijven wordt geïllustreerd door de vaststell<strong>in</strong>g dat van de 23<br />

opgesomde para-agrarische bedrijven er zich 2 bev<strong>in</strong>den op een bedrijventerre<strong>in</strong> en 10 <strong>in</strong> een sectoraal of bedrijfs-BPA.<br />

17 Gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, WITAB (1997): Sectorale benader<strong>in</strong>g zonevreemde bedrijven<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 101


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

bedrijfsmatige land- en tu<strong>in</strong>bouwproductie als hoofdberoep<br />

bedrijfsmatige land- en tu<strong>in</strong>bouwproductie als nevenberoep<br />

geen effectief bedrijf of geen bedrijfsmatige land- en tu<strong>in</strong>bouwproductie<br />

(hoofdzakelijk) varkens- en/of melkveebedrijven<br />

(hoofdzakelijk) pluimveebedrijven<br />

(hoofdzakelijk) glastu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

andere of gemengde land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

Bron: NIS land- en tu<strong>in</strong>bouwtell<strong>in</strong>g (jaartal 1999) GIS-verwerk<strong>in</strong>g door Johan Desmet<br />

Kaart 23<br />

Spreid<strong>in</strong>g van de land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven<br />

BESCHERMDE MONUMENTEN<br />

Opdrachtgever: EN LANDSCHAPPEN<br />

gemeentebestuur <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong> / sv / maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.7.2.2 Tewerkstell<strong>in</strong>g<br />

De tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw is één van die factoren die duidelijk laat zien <strong>in</strong> welke mate de sector zich profileert <strong>in</strong> het<br />

buitengebied. In de Vlaamse land- en tu<strong>in</strong>bouw is de werkgelegenheid <strong>in</strong> de landbouw overwegend gesitueerd <strong>in</strong> West- en Oost-<br />

Vlaanderen. Het procentueel aandeel van de tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw behoort tot de hoogste van Vlaanderen.<br />

In mei 2007 telde <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 384 land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven. Het totaal aantal tewerkgestelden 18 <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

bedroeg 709 werkkrachten (bestendige en niet-bestendige werkkrachten 19 ). In 1980 bedroeg het aandeel <strong>in</strong> de landbouw nog 1465<br />

werkkrachten. Dit betekent een verlies van 52% of 756 werkkrachten. Hun aandeel <strong>in</strong> de totale tewerkstell<strong>in</strong>g van de gemeente is<br />

sterk verschillend naargelang het loontrekkenden of niet-loontrekkenden betreft. De loontrekkende tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de primaire<br />

sector is traditioneel het kle<strong>in</strong>ste aandeel <strong>in</strong> de agrarische tewerkstell<strong>in</strong>g, waardoor ook hun aandeel <strong>in</strong> de totale tewerkstell<strong>in</strong>g van<br />

de gemeente eerder kle<strong>in</strong> is. Het is voornamelijk de niet-loontrekkende tewerkstell<strong>in</strong>g (de zelfstandige land- en tu<strong>in</strong>bouwer) die van<br />

belang is <strong>in</strong> de primaire sector. Met 592 niet-loontrekkende werkenden vertegenwoordigen zij 29,8 % van de totale nietloontrekkende<br />

werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (cijfers 2006). In vergelijk<strong>in</strong>g met het gemiddelde voor de prov<strong>in</strong>cie West-Vlaanderen<br />

(15,1%) spreken we <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> over een sterke agrarische vertegenwoordig<strong>in</strong>g onder de zelfstandigen. Ondanks deze niet<br />

onbelangrijke aandelen <strong>in</strong> de totale tewerkstell<strong>in</strong>g van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wordt de agrarische sector gekenmerkt door een dalende<br />

tewerkstell<strong>in</strong>g.<br />

1980 1990 2000 2007<br />

Bestendigde werkkrachten 812 716 551<br />

Niet-bestendige werkkrachten 653 287 251<br />

Totaal aantal werkkrachten 1465 1003 802 709<br />

Aantal bedrijven 841 684 446 384<br />

Tabel 9 : aandeel werkkrachten <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> w<strong>in</strong>gene<br />

Bron : NIS, landbouwtell<strong>in</strong>gen 1980, 1990 en 2000; eigen verwerk<strong>in</strong>g.<br />

1996 1998 2000 2006<br />

Aantal loontrekkenden 96 111 107<br />

Aantal niet-loontrekkenden 587 579 551 592<br />

Totaal 683 690 658<br />

Tabel 10<br />

: aandeel loontrekkenden en niet-loontrekkenden <strong>in</strong> de primaire sector<br />

Bron : R.S.Z.-statistieken, jaartallen 1996, 1998, 2000 en 2006,.<br />

18 Het totaal aantal tewerkgestelden omvat naast de loontrekkende en de niet-loontrekkende werkenden ook meewerkende partners en familieleden, waardoor de aantallen hoger zijn dan<br />

bij de eigenlijke totale tewerkstell<strong>in</strong>g.<br />

19 Bestendige werkkrachten zijn werkkrachten welke blijvend zijn, welke aan het bedrijf gebonden zijn. Niet-bestendige werkkrachten zijn veranderlijke werkkrachten.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 103


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.7.2.3 Leefbaarheids- en opvolg<strong>in</strong>gspatroon<br />

Een van de grote problemen die zich voor de landbouw stellen <strong>in</strong> de nabije toekomst, is de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g. Steeds meer<br />

landbouwers hebben geen opvolger die hun bedrijf wil overnemen. Een groot deel van de huidige landbouwbedrijven is dus gedoemd<br />

om b<strong>in</strong>nen een bepaalde tijd te verdwijnen.<br />

Onderstaande gegevens werden gehaald uit het <strong>Gemeentelijk</strong> Landbouwontwikkel<strong>in</strong>gsplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en zijn gebaseerd op de<br />

landbouwtell<strong>in</strong>gscijfers van 1999, aangevuld met <strong>in</strong>formatie van bevoorrechte getuigen.<br />

Aantal bedrijfsleiders Aandeel bedrijfsleiders (%)<br />

Totaal Ouder dan 50 j. Ouder dan 50 j.<br />

zonder opvolg<strong>in</strong>g<br />

Ouder dan 50 j. Ouder dan 50 j.<br />

zonder opvolg<strong>in</strong>g (*)<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 271 125 56 46,1 44,8<br />

Zwevezele 148 69 48 46,6 69,6<br />

Totaal w<strong>in</strong>gene 419 194 104 46,3 53,6<br />

Tabel 11<br />

: leeftijdsopbouw en opvolg<strong>in</strong>g bij de land- en tu<strong>in</strong>bouwers<br />

Bron : GLOP <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (tell<strong>in</strong>g 1999)<br />

(*) ten opzichte van de 50-jarigen<br />

Op een totaal van 419 bedrijven <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn er 46,3% ofwel 194 bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar. Daarvan zijn er 53,6% ofwel<br />

104 zonder opvolger. Opvallend is dat deze cijfers heel hoog liggen <strong>in</strong> Zwevezele. Meer dan de helft van de bedrijfsleiders, ruim<br />

69%, ouder dan 50 jaar die een leefbaar bedrijf hebben zeggen geen opvolger te hebben. Bij de landbouwtell<strong>in</strong>gen van mei 2007<br />

tellen we nog 173 bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar. Slechts 24 ervan (13,9%) is zeker van opvolg<strong>in</strong>g.<br />

Inkomenscategorie<br />

Aandeel bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar<br />

aantal zonder opvolger t.o.v. totaal aantal (%) waarvan geen opvolger (%)<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> L 36 7 27,3 19,4<br />

LV + MA 14 6 38,9 42,9<br />

OL 30 17 66,7 56,7<br />

Totaal 80 30 37,6 37,5<br />

Zwevezele L 16 8 26,7 50,0<br />

LV + MA 10 6 45,5 60,0<br />

OL 14 12 51,9 85,7<br />

Totaal 40 26 36,7 65,0<br />

Totaal w<strong>in</strong>gene L 52 15 27,1 28,8<br />

LV + MA 24 12 41,4 50,0<br />

OL 44 29 61,1 65,9<br />

totaal 120 56 37,3 46,7<br />

Tabel 12<br />

: leeftijdsopbouw en opvolg<strong>in</strong>g bij bedrijven <strong>in</strong> hoofdberoep volgens <strong>in</strong>komenscategorie<br />

Bron : GLOP <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (tell<strong>in</strong>g 1999)<br />

Noot:<br />

L= Leefbaar bedrijf<br />

LV= Levensvatbaar bedrijf<br />

MA= Marg<strong>in</strong>aal bedrijf<br />

OL= Onleefbaar bedrijf<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 104


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

27,1% of 52 bedrijven van de 192 leefbare bedrijven (<strong>in</strong> hoofdberoep) <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> hebben een bedrijfsleider van meer dan 50 jaar<br />

oud. Van deze 52 bedrijven zijn er 15 bedrijven of 28,8% zonder opvolger. Van de 72 onleefbare bedrijven zijn er 44 bedrijven of<br />

61,1% met een bedrijfsleider van ouder dan 50 jaar. Daarvan hebben 29 bedrijven of 65,9% geen opvolger.<br />

Afgaande op het opvolg<strong>in</strong>gspatroon is het dus te verwachten dat de cultuurgrond grotendeels zal worden overgenomen door andere<br />

bedrijven, wat dus een verdere schaalvergrot<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de landbouw betekent. De bedrijfsgebouwen zelf vormen een apart<br />

probleem. De toekomst van die gebouwen zal <strong>in</strong> grote mate bepaald worden door de locatie en de staat waar<strong>in</strong> het gebouw zich op<br />

het moment dat het leeg komt te staan, bev<strong>in</strong>dt.<br />

4.7.2.4 Bodemgeschiktheid<br />

Bodemgeschiktheid<br />

In de land- en tu<strong>in</strong>bouw is voor de meeste activiteiten de bodem een basisgegeven. Verschillende eigenschappen van de bodem<br />

bepalen de teelt en de opbrengst. Om te weten te komen wat de meest geschikte gronden voor de verschillende teelten zijn moet er<br />

een analyse van de bodemsoorten gemaakt worden. Door ir. J. Desmet (CLO-DVL-GENT) werden op basis van de Bodemkaart van<br />

België gedetailleerde kaarten opgemaakt die de bodemgeschiktheid aangeven voor agrarisch gebruik. Zijn conclusies (GLOP<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>) werden geraadpleegd om de agrarische bodemgeschiktheid na te gaan. Naargelang hun samenstell<strong>in</strong>g (textuur) en de<br />

dra<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsklasse kunnen de bodemtypes gerangschikt worden volgens hun nut voor de landbouw. Landbouwkundig worden de<br />

bodems <strong>in</strong> vijf geschiktheidsklassen <strong>in</strong>gedeeld van zeer geschikt tot ongeschikt. Moderne teeltmethodes kunnen deze geschiktheid<br />

echter sterk beïnvloeden.<br />

Het grootste gedeelte van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort tot de zandstreek. Naar bodemgeschiktheid is de zandstreek we<strong>in</strong>ig homogeen: bepaalde<br />

gronden zijn voor geen enkele teeltgroep echt geschikt terwijl andere gronden potenties hebben voor zelfs vier teeltgroepen (zeer<br />

geschikt voor boomkwekerijen en sierteelt en geschikt voor glasgroenten, extensieve groenteteelt en fruit). Kenmerkend zijn de<br />

grote aandelen van weiden en de groenvoedergewassen (vnl. mais). Dit laatste staat mede <strong>in</strong> verband met de grootschalige<br />

varkensteelt. Zandgronden zijn gevoelig voor doorspoel<strong>in</strong>g van nutriënten. In de zandstreek is ook tu<strong>in</strong>bouw aanwezig; het gaat<br />

vooral om groenteteelt <strong>in</strong> openlucht. Een kle<strong>in</strong>er zuidelijk deel van de gemeente bestaat uit zandleemgrond (zandleemstreek). Hier<br />

valt de polyvalentie van de gronden op: veel gronden zijn ‘zeer geschikt’ of ‘geschikt’ voor drie, vier of vijf teeltgroepen (akkerbouw,<br />

extensieve groenteteelt, glasgroenten, fruit en <strong>in</strong>tensieve groenteteelt). Opvallend <strong>in</strong> de zandleemstreek is de ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />

groenteteelt, ook de groenteteelt onder glas wordt meer en meer belangrijk. De <strong>in</strong>tensieve veeteelt heeft zich vanuit de zandstreek<br />

verspreid <strong>in</strong> de aanpalende delen van de zandleemstreek.<br />

Erosiegevoeligheid<br />

Bodemerosie is een proces waarbij bodemdeeltjes (sediment) losgemaakt en verplaatst worden door water, ijs, w<strong>in</strong>d of<br />

bodembewerk<strong>in</strong>g. De gevolgen van bodemerosie zijn voor de land- en tu<strong>in</strong>bouw en de maatschappij negatief: opbrengstverlies op<br />

korte termijn, de bodemkwaliteit neemt af op lange termijn, slib, water- en modderoverlast,... In Vlaanderen neemt vooral<br />

bodemerosie door afstromend water <strong>in</strong> bepaalde gebieden zorgwekkende proporties aan..<br />

In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is dit een marg<strong>in</strong>ale problematiek. Toch is er een beperkte oppervlakte aan bodems waar de factoren (bewerkte<br />

hell<strong>in</strong>gen met zandleemgronden) voor bodemerosie aanwezig zijn. Deze gronden bev<strong>in</strong>den zich bijna allemaal op de deelgemeente<br />

Zwevezele.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 105


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.7.2.5 Grondgebruik<br />

D.m.v. het teeltpatroon te onderzoeken komen wij iets meer te weten over het aandeel dat de verschillende sectoren hebben <strong>in</strong> de<br />

land- en tu<strong>in</strong>bouw van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. De bedoel<strong>in</strong>g hiervan is om na te gaan of <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> op dit vlak eigen kenmerken vertoont, en of deze<br />

kenmerken de laatste jaren gewijzigd zijn. Volgende tabel geeft de evolutie van het grondgebruik van de cultuurgrond over 20 jaar<br />

(1980-2007) weer:<br />

1980 1990 2000 2007<br />

Weiden en grasland 60,1 60,0 50,7 36,1<br />

Graangewassen 14,2 6,9 6,7 10,2<br />

Nijverheidsgewassen 0,4 0,2 0,4 0,5<br />

Aardappelen 4,4 4,9 7,0 8,0<br />

Voedergewassen 15,3 20,5 25,1 33,7<br />

Groenten openlucht 4,1 4,5 8,3 9,0<br />

Sierteelt <strong>in</strong> openlucht 0,6 0,9 1,2 0,5<br />

Fruit <strong>in</strong> open lucht 0,1 0,1 0,1 0,0<br />

Glasteelten 0,1 0,1 0,4 0,2<br />

Overige 0,7 1,9 0,1 1,8<br />

Toaal oppervlakte cultuurgrond 5166,89 ha 5308,72 ha 5501,38 ha 5288,85 ha<br />

Tabel 13<br />

: Teeltstructuur van de gewassen van W<strong>in</strong>gense bedrijven <strong>in</strong> evolutie<br />

Bron : NIS, Land- en tu<strong>in</strong>bouwtell<strong>in</strong>gen, 1980, 1990, 2000 en 2007<br />

Opmerk<strong>in</strong>g: Hierbij moet echter opgemerkt worden dat de cijfers betrekk<strong>in</strong>g hebben op de bedrijven waarvan de maatschappelijke zetel <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gevestigd<br />

is. Dit brengt met zich mee dat bedrijven die hun zetel <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> hebben, maar waarvan de grond op het grondgebied van één van de buurgemeenten is<br />

gelegen, eveneens <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht werden en vice versa.<br />

Uit deze gegevens kunnen opvallende evoluties <strong>in</strong>zake grondgebruik naar de diverse teelten afgeleid worden. Algemeen kan worden<br />

gesteld dat vandaag de cultuuroppervlakte nog voor amper 36,1 % <strong>in</strong>genomen wordt door weide en grasland. 33,7 % wordt<br />

<strong>in</strong>genomen door de groenvoedergewassen (vnl. maïs). De graangewassen kennen een oppervlakteaandeel van 10,2%, de teelt van<br />

aardappelen 8%. Groenten <strong>in</strong> open lucht nemen 9,0 % <strong>in</strong>.<br />

Naar evolutie wordt het volgende vastgesteld:<br />

- de totale oppervlakte cultuurgrond is <strong>in</strong> 27 jaar met ca. 122 ha toegenomen; tussen 2000 en 2007 zien we wel een sterke<br />

dal<strong>in</strong>g van de totale oppervlakte cultuurgrond<br />

- de oppervlakte die <strong>in</strong>genomen wordt door weiden en grasland is bijna gehalveerd tussen 1980 en 2007, zodat die nu nog 36%<br />

van de totale cultuurgrond voor haar reken<strong>in</strong>g neemt,<br />

- de oppervlakte <strong>in</strong>genomen door voedergewassen meer dan verdubbeld is, waarbij voedermaïs veruit het grootste aandeel<br />

vormt,<br />

- de aardappelteelt is eveneens toegenomen van 4,4% <strong>in</strong> 1980 naar het huidige aandeel van 8%,<br />

- de aandelen fruitteelt en de teelten onder glas en plastiek is zeer kle<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Van de teelt <strong>in</strong> open lucht neemt de<br />

extensieve groenteteelt het merendeel van de oppervlakte <strong>in</strong> en is s<strong>in</strong>ds 1980 meer dan verdubbeld.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 106


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.7.2.6 Dieren<br />

De evolutie van de veestapel wordt ook weergegeven. Deze cijfers zijn belangrijk <strong>in</strong> het kader van de mestproductie en -afzet.<br />

1980 1990 2000 2007<br />

Runderen aantal dieren 16.118 19.858 18.254 15.188<br />

aantal dieren / 100 ha 312 374 332 287<br />

Varkens aantal dieren 150.481 99.130 (varkenspest) 186.450 156.839<br />

aantal dieren / 100 ha 2.912 1.867 3.389 2.965<br />

Pluimvee aantal dieren 518.032 509.105 1.249.756 1.149.702<br />

Overige aantal dieren 2.696 4.020 4.389 599<br />

Tabel 14 : Evolutie van de veestapel (1980-2007)<br />

Bron : NIS, Land- en tu<strong>in</strong>bouwtell<strong>in</strong>gen.<br />

Bovenstaande cijfers bevestigen het patroon dat <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gekenmerkt wordt door sterk veeteelt-gerichte bedrijven. In 2007 waren<br />

er <strong>in</strong> de gemeente 15.188 runderen, ongeveer 17% m<strong>in</strong>der dan <strong>in</strong> 2000. Het aantal varkens is s<strong>in</strong>ds 1980 licht gestegen, van<br />

150.481 varkens <strong>in</strong> 1980 tot 156.839 <strong>in</strong> 2007. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort daarmee tot het arrondissement van West-Vlaanderen met het<br />

hoogste aantal varkens, nl. Tielt. In 1990 was er echter een terugval van het aantal varkens, dit was het gevolg van de opruim<strong>in</strong>g<br />

ten gevolge van varkenskoorts. Ten opzichte van 2000 stellen we terug een sterke dal<strong>in</strong>g vast.<br />

Ook bij het pluimvee is er <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met andere streken een grote bezett<strong>in</strong>g van dieren. We spreken dan over 1.149.702 dieren,<br />

wat een stijg<strong>in</strong>g is van 222% t.o.v. 1980.<br />

4.7.2.7 Algemene ontwikkel<strong>in</strong>gstendenzen<br />

Grondgebruik en -behoefte: als gevolg van het mestbeleid is het belang dat wordt gehecht aan grond, vanuit de landbouw sterk<br />

toegenomen. Zeker <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zal de belangstell<strong>in</strong>g voor grond groot blijven. Enerzijds <strong>in</strong> functie van de mestafzet, anderzijds is er<br />

op het bedrijfsniveau meer grond nodig om het bedrijfsareaal te kunnen vergroten om het bedrijf leefbaar te houden.<br />

De land- en tu<strong>in</strong>bouw moet <strong>in</strong> toenemende mate reken<strong>in</strong>g houden met beperk<strong>in</strong>gen vanuit de milieuwetgev<strong>in</strong>g: de landbouwsector<br />

wordt meer en meer geconfronteerd met wetgev<strong>in</strong>g en randvoorwaarden die opgelegd worden vanuit het milieubeleid.<br />

Milieuvergunn<strong>in</strong>gen, milieueffectrapporten en de mestwetgev<strong>in</strong>g zijn hier typische voorbeelden van.<br />

Tot e<strong>in</strong>d 2007 was naast Vlarem ook het vergunn<strong>in</strong>genbeleid van het mestdecreet van toepass<strong>in</strong>g voor veehouderijen. Dit laatste<br />

kenmerkte zich <strong>in</strong> een vergunn<strong>in</strong>gsstop voor veehouderijen, tenzij <strong>in</strong> het geval van samenvoeg<strong>in</strong>gen of verplaats<strong>in</strong>gen. Sedert 2008<br />

wordt bij de beoordel<strong>in</strong>g van vragen tot uitbreid<strong>in</strong>g van de milieuvergunn<strong>in</strong>g voor dieren nog enkel reken<strong>in</strong>g gehouden met het<br />

Vlarem. Hierdoor zijn uitbreid<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>dividuele bedrijven opnieuw mogelijk, mits de veehouder over voldoende<br />

nutriëntenemissierechten beschikt.<br />

B<strong>in</strong>nen de veeteeltsector kan een uitbreid<strong>in</strong>g van de mestverwer<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>itiatieven verwacht worden: er zijn alsmaar m<strong>in</strong>der<br />

afzetmogelijkheden voor dierlijke mest. Zeker nu Vlaanderen als volledig kwetsbaar gebied is aangeduid, zal de mestverwerk<strong>in</strong>g<br />

verder moeten uitgebreid worden.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 107


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Anders aanwenden van de productiegronden door technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen: De omvang en aard van de omgang met de<br />

productiegronden zal <strong>in</strong> de toekomst sterk afhangen van de ontwikkel<strong>in</strong>gen op technologische en markt-economisch vlak. Anderzijds<br />

zal bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van nieuwe technologie reken<strong>in</strong>g kunnen worden gehouden met de structuur van de productiegronden.<br />

Economische- en marktontwikkel<strong>in</strong>gen 20 : In de economie van de landbouwproductie blijkt steeds duidelijker dat er een structurele<br />

spann<strong>in</strong>g aanwezig is tussen enerzijds productieverhog<strong>in</strong>g en anderzijds de steeds verder teruglopende mogelijkheden om de afzet<br />

gelijke tred te laten houden. Hoe dit gegeven wordt opgelost is zeer bepalend voor de land- en tu<strong>in</strong>bouw. Het is duidelijk dat, wat de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen ook zijn, ze een duidelijke uitwerk<strong>in</strong>g zullen hebben op de productiegronden. Reacties kunnen bestaan uit het<br />

aanboren van nieuwe markten, uit cultuur nemen van gronden, braaklegg<strong>in</strong>g, meer productie van ruwvoer en krachtvoer van eigen<br />

bedrijf en diverse vormen van <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g. De meest <strong>in</strong>grijpende verander<strong>in</strong>gen zullen optreden <strong>in</strong> productietakken waar<strong>in</strong> nu<br />

sprake is van een zware marktorden<strong>in</strong>g. Dit raakt daarmee vooral de traditionele grondgebonden takken zoals akkerbouw en<br />

rundveeteelt.<br />

Verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de markt en <strong>in</strong> consumentenvoorkeuren kunnen eveneens een betekenende rol spelen. Hier bestaat de <strong>in</strong>druk dat<br />

de land- en tu<strong>in</strong>bouwers nog onvoldoende <strong>in</strong>spelen op ontwikkel<strong>in</strong>gen zoals de vraag naar milieu- en diervriendelijk geproduceerde<br />

producten en de groeiende markt voor kwaliteitsproducten. Er worden nog teveel kansen onbenut gelaten. Ook kan het vergroten<br />

van de cultureel/cul<strong>in</strong>aire bagage van de consument <strong>in</strong>direct van grote betekenis zijn voor de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het landelijk gebied. Op<br />

de productiegronden zal aandacht moeten worden besteed aan het openhouden van mogelijkheden voor de specifieke plaatskeuzeeisen<br />

en externe productieomstandigheden van verschillende typen productie.<br />

4.7.3 Knelpunten en potenties<br />

De land- en tu<strong>in</strong>bouw heeft de laatste decennia te kampen met zware problemen, veelal van ruimtelijke aard of met ruimtelijke<br />

impact. Grosso modo komen deze problemen neer op belangenconflicten met andere sectoren zoals de ruimtelijke aanspraken voor<br />

wonen, voor bedrijventerre<strong>in</strong>en, voor recreatie, voor natuurontwikkel<strong>in</strong>g en voor milieubescherm<strong>in</strong>g. Een groot aantal van deze<br />

knelpunten en potenties werden aangereikt door het GLOP.<br />

+ <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zorgt voor een belangrijk aandeel van de Westvlaamse varkenshouderij. Dit zorgt eveneens voor een zeer<br />

belangrijke tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de toelever<strong>in</strong>g en de verwerk<strong>in</strong>g.<br />

+ De nabijheid van veil<strong>in</strong>g en groentenverwerkende diepvriesbedrijven en slachterijen zorgen voor een onmiskenbaar voordeel<br />

en zijn een rechtstreeks gevolg van wat <strong>in</strong> deze streek wordt geproduceerd.<br />

+ De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zal, als onderdeel van agri-bus<strong>in</strong>ess-complexen 21 , een belangrijke economische<br />

productiefactor blijven.<br />

+ De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is een belangrijke mededrager van actieve lokale gemeenschappen <strong>in</strong> het landelijk gebied. In<br />

de toekomst dient hieromtrent een belangrijke impuls gegeven te worden om de leefbaarheid van de verspreide bebouw<strong>in</strong>g te<br />

garanderen.<br />

+ De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kan fungeren als medebeheerder van natuurwaarden en een aantrekkelijk landschap,<br />

alsook als partner <strong>in</strong> een recreatief medegebruik van het landelijk gebied.<br />

+ Het mestdecreet leidt tot een snelle toename van mestverwerk<strong>in</strong>g en afbouw van mestoverschotten.<br />

20<br />

Bron: CASCO-concept, een benader<strong>in</strong>gswijze voor de landschapsplann<strong>in</strong>g - M<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van Nederland (Utrecht 1991).<br />

21 Een ‘agri-bus<strong>in</strong>ess-complex’ is het geheel van de met de land- en tu<strong>in</strong>bouw samenhangende activiteiten.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 108


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Tussen landbouw en natuur treden soms belangenconflicten op. Tot de meest voorkomende conflicten behoren te veel<br />

bemest<strong>in</strong>g <strong>in</strong> deze gebieden, verdrog<strong>in</strong>g door te veel wateronttrekk<strong>in</strong>g, beeksaner<strong>in</strong>g of dra<strong>in</strong>age, te we<strong>in</strong>ig zorg voor het<br />

behoud van kle<strong>in</strong>e landschapselementen en restanten van traditionele landschappen.<br />

- De landbouwbedrijven hebben te kampen met grote mestoverschotten. Dit veroorzaakt een toenemend landbouwgebruik op<br />

marg<strong>in</strong>ale gronden als gevolg van de toenemende vraag naar landbouwgrond.<br />

- Landbouwgebruik <strong>in</strong> niet-agrarische bestemm<strong>in</strong>gen houdt problemen <strong>in</strong> naar de toekomst.<br />

- Er is een grote versnipper<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het grondgebruik.<br />

- Een groot aantal varkensbedrijven zien hun toekomstontwikkel<strong>in</strong>gen afhankelijk van de afstandsregels van VLAREM II.<br />

- Landbouwbedrijven en bijhorende mestverwerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties worden steeds grootschaliger wat de problemen <strong>in</strong>zake<br />

landschaps<strong>in</strong>tegratie en mobiliteit scherper stelt.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 109


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Zandige zone : <strong>in</strong>tensieve veeteelt<br />

Zandlemige zone : gedifferentieerde <strong>in</strong>tensieve landbouw<br />

Bulskampveld : landbouw <strong>in</strong> nevenfunctie<br />

Kaart 24<br />

Bestaande agrarische structuur<br />

Grens ruilverkavel<strong>in</strong>g<br />

Grote landbouwbedrijven varkens<br />

Grote landbouwbedrijven kippen<br />

Erosiegevoelige zones<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4.8 De bestaande recreatieve en socio-culturele structuur<br />

4.8.1 De bestaande recreatieve structuur<br />

4.8.1.1 Recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen<br />

Een visie op de gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g van de recreatie <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kan niet geformuleerd worden zonder de bestaande toestand van<br />

de <strong>in</strong>frastructuur van de sport-, recreatieve- en jeugdactiviteiten te kennen. Het <strong>in</strong>ventariseren van de bestaande recreatieve<br />

voorzien<strong>in</strong>gen is dan ook de eerste stap <strong>in</strong> het ontwikkelen van een gewenste visie.<br />

Met de recreatieve structuur worden de voorzien<strong>in</strong>gen bedoeld die een rol spelen <strong>in</strong> de vrijetijdsbelev<strong>in</strong>g van de eigen bevolk<strong>in</strong>g of<br />

die van de regio.<br />

De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kent een sterk kerngebonden recreatieve structuur. Bijna alle sport- en recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen bev<strong>in</strong>den<br />

zich <strong>in</strong> en rond de twee hoofddorpen. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> telt een 50-tal verschillende sport- en recreatieverenig<strong>in</strong>gen met <strong>in</strong> het totaal ca.<br />

2900 leden.<br />

In en rond de hoofdkern Zwevezele bev<strong>in</strong>den zich volgende voorzien<strong>in</strong>gen:<br />

1. De mandebijters: terre<strong>in</strong> voor hondendressuur (Rickvoetweg);<br />

2. Rickvrienden: voetbalterre<strong>in</strong> (Rickvoetweg);<br />

3. Sportcentrum Zwevezele: sporthal en voetbalterre<strong>in</strong>en, deels <strong>in</strong> BPA Centrum, MB 09/06/1995 (Kasteelstraat), deels <strong>in</strong><br />

agrarisch zone<br />

4. Bengel: speeldorp (op Hille);<br />

5. chiro meisjes (Schoolstraat);<br />

6. chiro jongens (Rickvoetweg);<br />

7. Hobbit (Bruggestraat);<br />

8. het kasteelpark (Waldreef);<br />

9. De Wissel: cultureel centrum (Tramstraat);<br />

10. K<strong>in</strong>deropvang (Lichterveldestraat)<br />

In en rond de hoofdkern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bev<strong>in</strong>den zich volgende voorzien<strong>in</strong>gen:<br />

11. Sportcentrum <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>: sporthal, recreatiebad ‘De Alk’, sportzaal de Tuimelaar, voetbalterre<strong>in</strong>en, gelegen <strong>in</strong> BPA<br />

Sportcentrum MB 20/12/01,(Beernemstraat) en BPA Sportcentrum-uitbreid<strong>in</strong>g 02/05/2005;<br />

12. De Feniks: cultureel centrum (Beernemstraat);<br />

13. Deketelaere: paardenpiste (Rozendalestraat);<br />

14. Parochiaal centrum en chiro <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (Oude Bruggestraat);<br />

15. Verrekijker: KAJ, jeugdhuis De Mutse, polyvalente fuif- en feestzaal De Verrekijker (BPA Oude Melkerij);<br />

16. Fitness- en saunacenter Aktief (Nieuwstraat);<br />

17. K<strong>in</strong>deropvang (Oude Bruggestraat).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 111


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Bovengenoemde voorzien<strong>in</strong>gen herbergen uitsluitend lokale activiteiten. Er is echter <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> één sport<strong>in</strong>frastructuur die een<br />

subregionaal verzorg<strong>in</strong>gsgebied heeft, nl. het recreatiebad ‘De Alk’. Per jaar telt ‘De Alk’ 136.000 bezoekers, waarvan 70% van<br />

buiten de gemeente komt.<br />

Volgende voorzien<strong>in</strong>gen komen verspreid over de gemeente voor:<br />

18. Callewaert: terre<strong>in</strong> voor hondendressuur (Vrijgeweidstraat);<br />

19. de Zande (S<strong>in</strong>t-Pietersveld): sportterre<strong>in</strong>en en skatepark (Vagevuurstraat).<br />

20. Belradioclub: dit is het voormalig gebouw van het Belgacompersoneel dat de Radiomaritieme diensten <strong>in</strong> het zendgebouw<br />

verzorgde. Het gebouw staat s<strong>in</strong>ds jaren leeg en is nu eigendom van het M<strong>in</strong>isterie van Defensie dat het gebouw wenst te<br />

verkopen. Het bestaat uit twee volwaardige verdiep<strong>in</strong>gen en omvat 4 won<strong>in</strong>gen, een drankhuis, magazijn, bergplaats, garages<br />

en tu<strong>in</strong> en bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> zone voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen. Het gebouw is gelegen nabij de natuur- en bosgebieden van<br />

S<strong>in</strong>t-Pietersveld en zou kunnen aangewend worden voor toeristisch-recreatieve functie voor o.m. verblijfstoerisme of<br />

jeugdlogies.<br />

Naast deze traditionele sport- en recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen kunnen ook gebieden/landschappen een uitgesproken betekenis hebben<br />

voor de recreanten <strong>in</strong> en buiten de gemeente. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn de noordoostelijke boscomplexen (onderdeel van het grotere<br />

Bulskampveld) zo een gebied. Deze boscomplexen trekken recreanten aan uit de ganse regio. Het gaat dan voornamelijk over<br />

fietsers en wandelaars. Het aantal trips door de West-Vlaamse bevolk<strong>in</strong>g naar het Bulskampvelddome<strong>in</strong> is <strong>in</strong> 1996 door de<br />

Prov<strong>in</strong>ciale Dienst Toerisme en Recreatie geraamd op 634.000. De <strong>in</strong>frastructuur bestaat er o.a. uit een mounta<strong>in</strong>bikeroute<br />

“Breughel-Molen”, verschillende wandelpaden en <strong>in</strong>formatiepanelen.<br />

Tenslotte moeten bij de recreatieve structuur ook nog de talrijke restaurants en cafés vermeld worden, die verspreid liggen <strong>in</strong> het<br />

agrarisch gebied.<br />

4.8.1.2 Inventaris horecabedrijven en verblijfstoerisme <strong>in</strong> agrarisch zone (2008)<br />

Uit deze <strong>in</strong>ventaris komen volgende resultaten :<br />

1. Cafés : 6<br />

’t Bakkerietje (Vrijgeweidstraat), De Hoeve (Rozendalestraat), De Landsman (Landsmanstraat), Dove (Kortrijksesteenweg),<br />

Ferretti (Kortrijksesteenweg) en De Passage (ook frituur) (Kortrijksesteenweg).<br />

2. Restaurants : 5<br />

Amadeus (Kortrijksesteenweg), De Haze (Predikerenstraat), De Koornbloem (Tieltsesteenweg), De Oude Meerlaan<br />

(Kortrijksesteenweg) en S<strong>in</strong>t-Pietersveld (Vagevuurstraat)<br />

3. Verblijfstoerisme : 3<br />

Herwig Dufour (Ruddervoordestraat), Kaarsenhof(Landsmanstraat), Vaneenoo (K<strong>in</strong>derboerderij <strong>in</strong> de Kortrijksesteenweg).<br />

4.8.1.3 Juridische context<br />

Onder dit hoofdstuk worden de juridische randvoorwaarden <strong>in</strong>zake de gewestplannen en eventuele BPA’s geschetst.<br />

Het gewestplan<br />

Gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie<br />

Op het gewestplan Roeselare-Tielt zijn voor het grondgebied van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> 5 gebieden met de bestemm<strong>in</strong>g recreatie aangeduid. Eén<br />

gebied is een zone voor dagrecreatie. Het is gelegen aan de westelijke rand van de hoofdkern Zwevezele en biedt plaats aan de<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 112


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

gemeentelijke sporthal van Zwevezele en een voetbalterre<strong>in</strong>. De vier andere zones hebben de bestemm<strong>in</strong>g verblijfsrecreatie. Allen<br />

zijn ze gesitueerd <strong>in</strong> het Bulskampveld. Eén van deze zones is “De Vorsevijvers” (grenzend aan het woonpark Hertsberge), met<br />

tweede verblijven en een hondertal permanent bewoonde won<strong>in</strong>gen. De aardewegen hier zijn ondertussen geasfalteerd, en <strong>in</strong> 2003<br />

werden er waterleid<strong>in</strong>gen gelegd. Nog twee andere zones <strong>in</strong> de Gruyterebossen zijn <strong>in</strong>genomen door een 25-tal chalets waarvan<br />

enkele permanent bewoont. Een derde zone sluit aan op de verkavel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> landelijk woongebied te Wildenburg, maar is niet <strong>in</strong>gevuld<br />

(er staat één won<strong>in</strong>g).<br />

Andere zone-eigen gebieden voor recreatie en sport<br />

Terre<strong>in</strong>en en gebouwen die gelegen zijn <strong>in</strong> woongebied, landelijk woongebied of gebieden voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen kunnen<br />

ook een recreatieve functie hebben. Dit geldt voor het grootste deel van de recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (zie<br />

<strong>in</strong>ventaris bestaande recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen).<br />

Bijzondere Plannen van Aanleg<br />

In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ordent het terre<strong>in</strong> BPA Sportcentrum (MB 20/12/2001) de sport-, jeugd- en recreatieve activiteiten, nl... De<br />

belangrijkste bestemm<strong>in</strong>gen zijn sport, recreatie, wonen en gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen. Het aansluitende BPA Sportcentrum<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – uitbreid<strong>in</strong>g dat <strong>in</strong> een uitbreid<strong>in</strong>g voorziet met een 6-tal ha sportpark werd goedgekeurd bij MB van 02/05/2005 en<br />

wordt nu <strong>in</strong> gebruik genomen. Het sportcnetrum Zwevezele is grotendeels opgenomen <strong>in</strong> het BPA-centrum (MB 09/06/1995)..<br />

Er is een ruimtelijk uitvoer<strong>in</strong>gsplan <strong>in</strong> opmaak voor de voetbalterre<strong>in</strong>en die zich <strong>in</strong> agrarische zone bev<strong>in</strong>den met <strong>in</strong>begrip van een<br />

uibreid<strong>in</strong>g van 5 ha.<br />

Zonevreemde recreatieterre<strong>in</strong>en / -gebouwen<br />

Het gaat hierbij vooral om sport- en recreatieterre<strong>in</strong>en met hun bijbehorende gebouwen of terre<strong>in</strong>en die volgens het gewestplan<br />

gelegen zijn <strong>in</strong> de landelijke gebieden (agrarisch gebied, groengebied, natuurgebied,...) en daarmee gelijkgestelde gebieden of<br />

zones.<br />

Het gaat om de volgende terre<strong>in</strong>en en gebouwen:<br />

De mandebijters: terre<strong>in</strong> voor hondendressuur > agrarisch gebied;<br />

Rickvrienden: voetbalterre<strong>in</strong> > agrarisch gebied;<br />

Callewaert: terre<strong>in</strong> voor hondendressuur > agrarisch gebied.<br />

4.8.2 Het sociaal-cultureel netwerk: voorzien<strong>in</strong>gen en diensten<br />

De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> beschikt over een sterk uitgebouwd netwerk van sociaal-culturele voorzien<strong>in</strong>gen en een bloeiend<br />

verenig<strong>in</strong>gsleven dat zich vertakt <strong>in</strong> de woonkernen:<br />

Scholen:<br />

In Zwevezele is er een vrije kleuter- en basisschool <strong>in</strong> het centrum en op de Hille. <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft vrije basisscholen <strong>in</strong> het centrum,<br />

S<strong>in</strong>t-Elooi, Wildenburg en S<strong>in</strong>t-Jan.<br />

Bibliotheken:<br />

Er is een hoofdbibliotheek <strong>in</strong> het centrum van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en een uitleenpost <strong>in</strong> het cultureel centrum te Zwevezele.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 113


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Culturele <strong>in</strong>frastructuur:<br />

De culturele <strong>in</strong>frastructuur <strong>in</strong> Zwevezele bestaat uit Cultureel Centrum De Wissel, De Oude Wissel, het dienstencentrum ACW en het<br />

Koetshuis. De Kunstacademie en de lessen Muziek en Woord gaan door <strong>in</strong> één van de scholen <strong>in</strong> het centrum.<br />

De culturele <strong>in</strong>frastructuur <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> omvat het Parochiaal Centrum, Cultureel Centrum De Feniks, de Kunstacademie, De Mutse,<br />

het ACW-dienstencentrum en de polyvalente fuif- en feestzaal De Verrekijker. De lessen Muziek en Woord gaan door <strong>in</strong> de vrije<br />

basisschool <strong>in</strong> het centrum.<br />

Op de Hille bev<strong>in</strong>dt zich de kunstgalerij Gevaert.<br />

Verenig<strong>in</strong>gsleven:<br />

Dit kenmerkt zich door vele actieve socio-culturele verenig<strong>in</strong>gen, de culturele programmatie van de culturele raad, een groeiend<br />

aantal buurt- en wijkcomités, twee gemeentelijke feestcomités, een jaarlijkse carnavalstoet (reeds 40 jaar) <strong>in</strong> Zwevezele, een<br />

traditie van Bruegelfeesten <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, een heemkundige kr<strong>in</strong>g, de kunstkr<strong>in</strong>g W<strong>in</strong>g<strong>in</strong>a, de fanfares De Sloebers en S<strong>in</strong>t-Cecilia, een<br />

viertal toneelverenig<strong>in</strong>gen,…<br />

Jeugd<strong>in</strong>frastructuur:<br />

- Jeugdhuis De Mutse (Verrekijker)<br />

- Jeugdhuis Hobbit (Bruggestraat)<br />

- Chirolokalen (Oude Bruggestraat, Pastorijstraat, Rickvoetweg)<br />

- KLJ-Lokalen (Oude Wissel, Kunstacademie)<br />

- KAJ-Lokaal (Verrekijker)<br />

- VKAJ-Lokaal (Parochiaal Centrum)<br />

- Speelple<strong>in</strong>werk<strong>in</strong>g (op beide sportcentra)<br />

- Wijkspeelple<strong>in</strong>en (Kon<strong>in</strong>g Boudewijnlaan, Hille,…)<br />

4.8.3 Knelpunten en Potenties<br />

+ Wildenburg/S<strong>in</strong>t-Pietersveld en recreatiebad “De Alk” bieden vele recreatieve mogelijkheden, en hebben een regionale<br />

uitstral<strong>in</strong>g.<br />

+ De opname van de gemeente <strong>in</strong> de toeristisch-recreatieve zone van het Brugse ommeland geeft een extra impulsaan de<br />

promotie van de recreatieve mogelijkheden.<br />

+ Ombouw van de oude melkerij op de Verrekijker tot polyvalente feest- en fuifzaal.<br />

+ Uitbreiden van sportcentrum <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tot een recreatief sportpark met rand- en speelbos.<br />

+ Geplande uitbreid<strong>in</strong>g van sportcentrum Zwevezele en opwaarder<strong>in</strong>g ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g.<br />

+ Voorzien van speel<strong>in</strong>frastructuur op sociale verkavel<strong>in</strong>g tussen Rupsenstraat en Bruggestraat.<br />

- Noodzaak tot uitbreid<strong>in</strong>g en betere verkeersontsluit<strong>in</strong>g van de basisschool te Wildenburg.<br />

- Ontbreken <strong>in</strong>terne voetgangersverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen de kleuterschool de Vlieger en de basisschool de Regenboog <strong>in</strong> Zwevezelecentrum<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 114


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

20<br />

14<br />

13<br />

17<br />

19<br />

15 18<br />

16<br />

2 8<br />

1<br />

11<br />

7<br />

9<br />

10<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Bulskampveld : gebied met regionale uitstral<strong>in</strong>g<br />

voor zachte vormen van recreatie<br />

Zone voor weekendverblijven<br />

Kaart 25<br />

Bestaande recreatieve structuur<br />

Sportcentrum<br />

3<br />

Lokale recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen (zie tekst)<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5 De bestaande ruimtelijke structuur op microschaal<br />

In dit gedeelte wordt de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bekeken op macro- en mesoschaal. Verschillende basiselementen en feitelijke gegevens<br />

hebben een beeld gegeven van de globale ruimtelijke structuur van de gemeente. In een volgende stap wordt dieper <strong>in</strong>gegaan op<br />

een aantal deelgebieden. Op het microniveau worden een drietal deelgebieden of kernen van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> ruimtelijk benaderd en<br />

cartografisch weergegeven. Hierbij worden de verschillende thema’s zoals de nederzett<strong>in</strong>gsstructuur, de open ruimte, de<br />

<strong>in</strong>frastructuren, de gebieden voor economische activiteiten e.d. behandeld op schaal van de verschillende onderdelen waaruit<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is opgebouwd.<br />

Achtereenvolgens wordt de bestaande ruimtelijke structuur van volgende deelgebieden op microschaal besproken:<br />

- Woonkern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

- De bipool Zwevezele-Hille met aandacht voor de band langsheen de N50<br />

- Veldgebied ten noordoosten van de gemeente<br />

- Naast deze drie morfologisch duidelijk af te bakenen deelgebieden kan dieper <strong>in</strong>gegaan worden op een aantal aspecten van de<br />

gebieden die tot geen van de eerder besproken deelruimtes behoren. Het betreft <strong>in</strong> hoofdzaak landbouwgebied waar<br />

openheid primeert en waar<strong>in</strong> de niet-bebouwde ruimte overweegt. Deze gebieden worden reeds uitgebreid behandeld <strong>in</strong> de<br />

hoofdstukken omtrent de bestaande agrarische, landschappelijke en natuurlijke structuur. Er wordt vertrekkende vanuit de<br />

bestaande structuur en reken<strong>in</strong>g houdend met de toekomstige behoeften een specifiek beleid uitgewerkt voor de bebouw<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> dit gebied. Daarbij komen zowel het landelijk wonen als de landelijke bedrijvigheid aan bod.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 116


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.1 Bestaande ruimtelijke structuur kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is de hoofdkern van de gemeente en is geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. Van de bijna 13.500 <strong>in</strong>woners<br />

wonen er ongeveer 3.700 b<strong>in</strong>nen de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Hier zijn ook de heel wat diensten geconcentreerd: het adm<strong>in</strong>istratief<br />

centrum van de gemeente, een relatief goed uitgerust w<strong>in</strong>kelapparaat, onderwijs, sport<strong>in</strong>frastructuur, bibliotheek, brandweer,<br />

cultureel centrum… Het nederzett<strong>in</strong>gspatroon van de kern is als volgt opgebouwd:<br />

- De kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft een vrij concentrische structuur met een centrum dat gelegen is nabij het kruispunt van de drie<br />

belangrijkste wegen (Beernemsteenweg, Tieltsteenweg en Oude Bruggestraat).; daar v<strong>in</strong>den we de grootste concentratie<br />

kle<strong>in</strong>handelszaken, <strong>in</strong> het bijzonder <strong>in</strong> de Tieltstraat en een deel van de Oude Bruggestraat. De eigenlijke kern ten noorden<br />

van de Oude Bruggestraat wordt gekarakteriseerd door dense bebouw<strong>in</strong>g en smalle straten.<br />

- Naast de geleidelijk gegroeide bebouw<strong>in</strong>g langs wegen en <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e bouwblokken komen er <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-dorp een aantal<br />

gerealiseerde verkavel<strong>in</strong>gen voor. In het bijzonder het gebied ten zuiden van de Hillesteenweg-Oude Bruggestraat wordt<br />

gekenmerkt door een aantal grote (sociale) verkavel<strong>in</strong>gen, nl. de wijk tussen Hillesteenweg, Egemstraat en Helakkerstraat en<br />

de wijk bestaande uit de Vredestraat en Sneppestraat. Daarnaast zijn nog een aantal kle<strong>in</strong>ere verkavel<strong>in</strong>gen In de omgev<strong>in</strong>g<br />

van de Blekreke is nog een vrijliggende woonzone (van een tw<strong>in</strong>tigtal loten) b<strong>in</strong>nen de kern gelegen. Dit gebied werd<br />

opgenomen <strong>in</strong> een BPA; In dit gebied is ruimte voorzien voor een nieuw rusthuis. Aan de rand van de kern zijn t.h.v. de<br />

Kozijnhoekstraat en ’t Hof van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> recent ontwikkelde verkaveli<strong>in</strong>gen gesitueerd.<br />

- Ten zuiden van de kern, langsheen de N327 (secundaire weg II), ligt het lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> Verrekijker (8,6 ha),<br />

waarvoor een BPA werd opgemaakt, dat naast bedrijvigheid ook ruimte voor andere functies voorziet. Aan de voorzijde van<br />

het bedrijventerre<strong>in</strong> is langsheen de Tieltsteenweg een zone gereserveerd voor commerciële activiteiten. Ten zuiden van het<br />

gebied bev<strong>in</strong>dt zich een beperkte zone voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen. Deze omvat de polyvalente feest- en fuifzaal De<br />

Verrekijker met erboven jeugdhuis ‘De Mutse’; ernaast ligt een jeugdlokaal van de KAJ. Het lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> werd bij<br />

MB van 23/11/2005 uitgebreid met 4,5 ha.<br />

- Aan de rand van de kern, tussen de Beernemstraat, Rozendalestraat en de Leenmolenstraat, zijn een groot aantal<br />

voorzien<strong>in</strong>gen en diensten gelegen b<strong>in</strong>nen dezelfde site: het recreatiebad ‘De Alk’, conta<strong>in</strong>erpark, loodsen van de technische<br />

dienst, sporthal, voetbalterre<strong>in</strong>en, cultureel centrum, brandweer en kerkhof.<br />

- Verder wordt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> gekenmerkt door een aantal woonl<strong>in</strong>ten onder meer langsheen de Hillesteenweg (waardoor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

vergroeid is met de landelijke wijk Scheewege), de Rozendalestraat, de Leenmolenstraat, de Ruiseledesteenweg, de<br />

Lavoordestraat en de Hoogweg. Langsheen de Hoogweg ligt het rusthuis S<strong>in</strong>t-Amand met daarbij een dertigtal<br />

bejaardenwon<strong>in</strong>genmet dienstverlen<strong>in</strong>g.<br />

- De kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> wordt omgeven door een aantal structuurbepalende natuurelementen: enerzijds is er de vallei van de<br />

R<strong>in</strong>gbeek. Deze R<strong>in</strong>gbeek vormt samen met de Steenbeek een quasi natuurlijke grens van de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (ten oosten van<br />

de kern). Anderzijds is er de omgev<strong>in</strong>g Leestje-Scheewege-Klokhof, gekenmerkt door de vele soortenrijke natte graslanden<br />

en de grote verscheidenheid aan kle<strong>in</strong>e landschapselementen.<br />

Knelpunten en potenties<br />

- Vrij goed uitgeruste kern: goed uitgebouwd handelsapparaat, scholen, diensten, recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen,… Een groot<br />

aantal van deze voorzien<strong>in</strong>gen zijn geconcentreerd. Enerzijds is er de site langs de Beernemstraat met sportvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 117


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

brandweer en technische dienst, cultureel centrum, kerkhof en conta<strong>in</strong>erpark; hier dr<strong>in</strong>gt uitbreid<strong>in</strong>g van de<br />

sportvoorzien<strong>in</strong>gen zich op. Anderzijds is er het Parochiaal Centrum, de bibliotheek en het gemeentehuis <strong>in</strong> de Oude<br />

Bruggestraat. Hierbij ligt een ruime park<strong>in</strong>g die heel wat mogelijkheden biedt. Ook nabij het bedrijventerre<strong>in</strong> Verrekijker zijn<br />

een aantal voorzien<strong>in</strong>gen voor jongeren en feesten.<br />

- Het fijnmazig netwerk van de kern zorgt voor een aangename en veilige omgev<strong>in</strong>g voor voetgangers en fietsers.<br />

- L<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g<br />

- De gemeente wordt gekenmerkt door een groot aantal verkavel<strong>in</strong>gen. Bij de oudste verkavel<strong>in</strong>gen (ten zuidwesten van de<br />

gemeente) kan een aanpak van het openbaar dome<strong>in</strong> voor een opwaarder<strong>in</strong>g zorgen.<br />

- Het lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> ‘Verrekijker’ kent een goede ontsluit<strong>in</strong>g via de N327 richt<strong>in</strong>g Tielt. Naast bedrijvigheid zijn b<strong>in</strong>nen<br />

deze zone door het BPA Verrekijker ook een aantal andere mogelijkheden gecreëerd. Er is de polyvalente feest- en fuifzaal<br />

De Verrekijker met daarboven Jeugdhuis de Mutse en ernaast het jeugdlokaal van de KAJ. Langsheen de Tieltsesteenweg is<br />

een zone gereserveerd voor commerciële activiteiten; er is voldoende uitbreid<strong>in</strong>gsruimte beschikbaar voor het lokaal<br />

bedrijventerre<strong>in</strong> (13 ha).<br />

- Er zijn geen grote b<strong>in</strong>nengebieden meer te ontwikkelen b<strong>in</strong>nen de kern. Enkel nabij de Blekreke is nog een vrijliggend<br />

woongebied, waarvan het zuidelijk deel bestemd is voor een nieuw rusthuis en het noordelijk deel voor won<strong>in</strong>gbouw.<br />

- De kern wordt omgeven door een aantal belangrijke structurerende natuurelementen: beekvallei van de R<strong>in</strong>gbeek en de<br />

omgev<strong>in</strong>g Leestje-Scheewege-Klokhof<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 118


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kaart 26<br />

Bestaande structuur op microschaal<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Handelsconcentratie<br />

Kernbebouw<strong>in</strong>g<br />

Aaneengesloten centrumbebouw<strong>in</strong>g<br />

R<br />

L<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g<br />

(Grotendeels) afgewerkte verkavel<strong>in</strong>gen<br />

(b<strong>in</strong>nen juridische voorraad)<br />

Te ontwikkelen verkavel<strong>in</strong>gen<br />

(b<strong>in</strong>nen juridische voorraad)<br />

Bejaardenwon<strong>in</strong>gen<br />

Planologische ruil via BPA Hof van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Vrijliggende onbebouwde ruimte b<strong>in</strong>nen kern,<br />

geplande locatie voor nieuw rust- en verzorg<strong>in</strong>gstehuis<br />

Markant gebouw<br />

Lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> Verrekijker<br />

C<br />

T<br />

CC<br />

B<br />

R<br />

S<br />

Hoofdverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen<br />

Lokaal wegennetwerk<br />

Gebied met belangrijke natuurwaarde<br />

Kerkhof<br />

Beekvallei<br />

P<br />

B<br />

T<br />

C<br />

S<br />

R<br />

Steenbeek <strong>in</strong>gekokerd t.h.v. LO Verrekijker<br />

Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Technische dienst gemeente<br />

Conta<strong>in</strong>erpark<br />

School<br />

Rusthuis<br />

LO<br />

CC<br />

P<br />

B<br />

Am<strong>in</strong>istratief Centrum<br />

Cultureel Centrum<br />

Post<br />

Bibliotheek<br />

Kerk<br />

Voetbalterre<strong>in</strong>en<br />

Zwembad ‘De Ark’<br />

Sporthal<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.2 Bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>g van de kern van Zwevezele en vooral Hille hangt nauw samen met de N50, de historische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsweg tussen<br />

Brugge en Kortrijk. De impact van de N50, die dwars door de gemeente loopt, heeft de morfologische structuur van deze<br />

woonkernen sterk beïnvloed. Door deze vlotte ontsluit<strong>in</strong>g voor het autoverkeer werd het wonen hier aantrekkelijk. Ter hoogte van<br />

Hille werden een aantal gebieden verkaveld. De kern van Zwevezele ontwikkelt zich steeds verder richt<strong>in</strong>g N50. De sociale<br />

verkavel<strong>in</strong>g t.h.v. de Brokkel<strong>in</strong>gstraat-Rupsenstraat zorgt ervoor dat Zwevezele en Hille morfologisch bijna een eenheid vormen.<br />

Ook voor bedrijven zijn de locaties langsheen de N50 goed gelegen. Ten oosten van de N50 is ter hoogte van Hille een grote KMOzone<br />

gelegen.De uitbreid<strong>in</strong>gen door de gewestplanwijzig<strong>in</strong>g 1998 zijn volledig gerealiseerd en er dr<strong>in</strong>gt zich een nieuwe<br />

bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g op voor zowel regionale als lokale bedrijven..<br />

Verder v<strong>in</strong>den we verspreid langsheen de N50 nog een aantal elementen: het woonpark nabij de Sprookjesdreef, verspreide<br />

bebouw<strong>in</strong>g en een aantal bedrijven en handelszaken. Er is echter geen sprake van één aaneengesloten l<strong>in</strong>t. Buiten de kern van<br />

Hille-Zwevezele zijn nog een aantal grote landschappelijke vensters die een zicht bieden op de het uitgestrekte landbouwareaal van<br />

de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

5.2.1 Kern Zwevezele<br />

Zwevezele werd geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. De kern telt ruim 2.200 <strong>in</strong>woners en is net als de woonkern<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> vrij goed uitgerust: naast een ruim aanbod aan handels- en horecazaken is er het cultureel centrum ‘De Wissel’, twee<br />

basisscholen, conta<strong>in</strong>erpark, sportvoorzien<strong>in</strong>gen, bibliotheek,…<br />

De fysische structuur van Zwevezele kan als volgt omschreven worden:<br />

- De kern en het oudste gedeelte van Zwevezele bev<strong>in</strong>den zich <strong>in</strong> de nabijheid van het kasteelpark, dat gelegen is op de plaats<br />

waar Zwevezele ontstaan is. De huidige structuur van het dorp is gegroeid vanuit de bebouw<strong>in</strong>g rond het marktple<strong>in</strong> en langs<br />

de belangrijkste wegen (Bruggestraat, Lichterveldestraat, Pastorijstraat, Schoolstraat,…)<br />

- De meer recente bebouw<strong>in</strong>g van Zwevezele bestaat uit verkavel<strong>in</strong>gen en opvull<strong>in</strong>gen tussen en langs de belangrijkste wegen.<br />

De oudste verkavel<strong>in</strong>g is die aan de Kasteelstraat; recent werd die uitgebreid ten zuiden van de voetbalterre<strong>in</strong>en (Baron de<br />

Boes<strong>in</strong>ghestraat). De tweede grote verkavel<strong>in</strong>g ligt ten noorden van de Schoolstraat aan de rand van de gemeente: de<br />

Beuken-, Berken- en Kastanjelaan en het recent ontwikkelde Wilgenhof. Daarnaast is er nog het sociale huisvest<strong>in</strong>gsproject<br />

tussen de Bruggestraat, Rupsenstraat en Brokkel<strong>in</strong>genstraat dat <strong>in</strong> bijna volledig gerealiseerd is. Deze uitbreid<strong>in</strong>g zorgt<br />

ervoor dat Zwevezele verder uitde<strong>in</strong>t naar de N50 en zo vergroeit met de woon- en werkkern Hille.<br />

- Het aantal woonl<strong>in</strong>ten is eerder beperkt: doordat een aantal grote b<strong>in</strong>nengebieden werden opgevuld, vormt Zwevezele een<br />

morfologische eenheid met we<strong>in</strong>ig uitlopers. De opvallendste woonl<strong>in</strong>ten v<strong>in</strong>den we langs de Ricksteenweg en de<br />

Lichterveldestraat (richt<strong>in</strong>g het gehucht Zeswegen). De l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g is beperkt gebleven, waardoor de vallei van de Grote<br />

beek opvallend goed gevrijwaard is gebleven.<br />

- De kern wordt omsloten door een aantal gebieden met een zekere ecologische waarde: de vallei van de Grote beek <strong>in</strong> het<br />

westen en de omgev<strong>in</strong>g van de Zonnebekehoek <strong>in</strong> het zuiden. In die omgev<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>den we ook een aantal<br />

glastu<strong>in</strong>bouwbedrijven.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 120


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.2.2 Kern Hille<br />

Hille is een straatdorp ontstaan langs de Brugsesteenweg (N50); de kern telt ongeveer duizend <strong>in</strong>woners. Door de ligg<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>den<br />

we een sterke verwev<strong>in</strong>g van functies: naast wonen is er ook heel wat bedrijvigheid; enerzijds bedrijven en handelszaken geënt op<br />

de N50 zelf, anderzijds op de (lokale en regionale) bedrijventerre<strong>in</strong>en ten zuiden en ten oosten van de kern van Hille. Behalve de<br />

handels- en horecazaken is de dienstverlen<strong>in</strong>g hier eerder beperkt. Er bev<strong>in</strong>dt zich wel een kleuter- en basisschool. De kern is<br />

morfologisch als volgt opgebouwd:<br />

- de huidige structuur van het dorp bestaat uit de l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs de steenweg Brugge-Kortrijk en een aantal kle<strong>in</strong>ere<br />

verkavel<strong>in</strong>gen aan beide zijden van het l<strong>in</strong>t. Tussen de W<strong>in</strong>gensesteenweg en de Molenaarsstraat is recent een nieuwe<br />

verkavel<strong>in</strong>g gerealiseerd. De Molenaarsstraat werd <strong>in</strong> functie van het wonen halverwege afgesloten voor auto- en<br />

vrachtverkeer. In het westen raakt Hille vergroeid met Zwevezele.<br />

- In het zuidoostelijke deel van Hille liggen de reeds vermelde bedrijventerre<strong>in</strong>en: de regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en Hille Noord,<br />

de Akker en Hille Zuid en het lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> Hille Zuid. Tussen de bedrijvenzone en de nieuwe verkavel<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>den we<br />

langsheen de Molenaarsstraat een glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf.<br />

5.2.3 L<strong>in</strong>t langsheen N 50<br />

Langsheen de N50 v<strong>in</strong>den we verspreid nog een aantal handelszaken, bedrijven en won<strong>in</strong>gen. In het zuiden van de gemeente, op de<br />

grens met Ruddervoorde, nabij de Lakebossen ligt het woonpark Sprookjesdreef. Hier kan gesproken worden van een eigen<br />

woonentiteit op basis van hoge densiteit en specifieke sociale structuur; er zijn er geen dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen aanwezig.<br />

Langsheen de N50 zijn echter ook een aantal grote stroken onbebouwd gebleven. Vooral <strong>in</strong> het zuiden van de gemeente v<strong>in</strong>den we<br />

behalve een aantal landbouwbedrijven en een KMO (het vroegere Stockplastics; opgenomen <strong>in</strong> sectoraal BPA), we<strong>in</strong>ig bebouw<strong>in</strong>g.<br />

In het noorden v<strong>in</strong>den we meer bebouw<strong>in</strong>g: uitlopers van Hille, het bedrijventerre<strong>in</strong> ‘De Eikel’, een aantal landbouwbedrijven en<br />

bebouw<strong>in</strong>g t.h.v. de Sprookjesdreef. Toch zijn er een aantal landschappelijke vensters gevrijwaard gebleven onder meer <strong>in</strong> de<br />

omgev<strong>in</strong>g van W<strong>in</strong>kelhoek, een waardevol landbouwgebied met een hoge concentratie KLE’s.<br />

Knelpunten en potenties<br />

- Aanwezigheid van de N50 die enerzijds voor een goede ontsluit<strong>in</strong>g zorgt van de kernen van Zwevezele en Hille, maar<br />

anderzijds ook een barrière vormt (o.a. doorgaand vrachtverkeer).<br />

- Er zijn heel wat mogelijkheden voor zowel wonen als werken: er is het sociale huisvest<strong>in</strong>gsproject nabij de Rupsenstraat met<br />

huurwon<strong>in</strong>gen (54) en sociale kavels (56). Ook voor bedrijven zijn heel wat perspectieven mits uitbreid<strong>in</strong>g van de bestaande<br />

bedrijventerre<strong>in</strong>en. Bovendien zorgt de N50 voor een goede ontsluit<strong>in</strong>g van deze terre<strong>in</strong>en.<br />

- Zwevezele is een goed uitgeruste kern: horeca, handelszaken, onderwijs, sportvoorzien<strong>in</strong>gen, cultureel centrum,<br />

conta<strong>in</strong>erpark,… De voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de kern van Hille zijn m<strong>in</strong>der uitgebreid; er is wel een school. Daarnaast zijn er heel<br />

wat handelszaken langs de N50.<br />

- Het kasteelpark van Zwevezele dat vrij toegankelijk is, zorgt voor een groene long <strong>in</strong> de kern van Zwevezele.<br />

- Het centrum van Zwevezele werd t.h.v. de kerk her<strong>in</strong>gericht. Door het gebruik van een nieuwe <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en kasseien werd<br />

het karakter van het Marktple<strong>in</strong> veranderd.<br />

- Veel kle<strong>in</strong>e landschapselementen zijn de laatste decennia verdwenen (o.a. ten gevolge van de schaalvergrot<strong>in</strong>g van de<br />

landbouw). Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van de landschappen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 121


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kaart 27<br />

Bestaande structuur op microschaal<br />

Zwevezele-Hille<br />

Handelsconcentratie<br />

Kernbebouw<strong>in</strong>g<br />

Aaneengesloten centrumbebouw<strong>in</strong>g<br />

L<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g<br />

Verwev<strong>in</strong>g van functies langsheen N50<br />

Verkavel<strong>in</strong>g<br />

Verkavel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

Bejaardenwon<strong>in</strong>gen<br />

Vrijliggende onbebouwde ruimten b<strong>in</strong>nen kern (landbouwzone)<br />

Kasteelpark<br />

Markant gebouw<br />

Geen doorgang voor auto- en vrachtverkeer<br />

LO<br />

Ambachtelijke zones (gewestplan/BPA) deels <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

Geisoleerd bedrijf<br />

LO<br />

S<br />

RO<br />

Hoofdverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen<br />

Lokaal wegennetwerk<br />

Glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf<br />

Gebied met belangrijke natuurwaarde<br />

Kerkhof<br />

LO<br />

RO<br />

T<br />

Beekvallei<br />

Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

Technische dienst gemeente<br />

RO<br />

RO<br />

C<br />

S<br />

R<br />

CC<br />

P<br />

B<br />

Conta<strong>in</strong>erpark<br />

School<br />

Rusthuis<br />

Cultureel Centrum<br />

Post<br />

Bibliotheek<br />

P<br />

CC<br />

R<br />

S<br />

Kerk<br />

Voetbalterre<strong>in</strong>en<br />

Hondenschool<br />

Sporthal<br />

C<br />

T<br />

S<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.3 Bestaande ruimtelijke structuur veldgebied<br />

Het noordoosten van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit bossen. Dit gebied wordt gekenmerkt door een droge zandgrond en<br />

maakt deel uit van het oude veldgebied van Aalter. Omwille van de arme bodem zijn deze gronden pas beg<strong>in</strong> 18 e eeuw ontgonnen: de<br />

oude heidegebieden – die gemeenschappelijke graasgronden (wast<strong>in</strong>es) vormden - werden <strong>in</strong> akkers omgezet of bebost. De<br />

ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van de velden gebeurde via een dicht net van rechtlijnige ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsdreven, waardoor het kenmerkende dambordvormig<br />

patroon ontstond. Het S<strong>in</strong>t-Pietersveld vormt daar een duidelijk voorbeeld van. Van de oorspronkelijke heidevegetaties v<strong>in</strong>den we<br />

nog slechts enkele restanten terug: <strong>in</strong> het natuurreservaat Gulke Putten (natte heidevegetatie) en op het Radiomaritieme site<br />

(droge heidevegetatie). Na de Franse revolutie kwamen delen van die beboste heidevelden <strong>in</strong> handen van adellijke families die er<br />

kastelen bouwden en parken aanlegden. Nabij Wildenburg v<strong>in</strong>den we nog een aantal van die kasteelparken.<br />

B<strong>in</strong>nen dit gebied liggen een aantal elementen die een duidelijke entiteit vormen. Het betreft S<strong>in</strong>t-Pietersveld, het<br />

natuurresreservaat Gulke Putten, het gebied van de radiozendmast, de woonconcentratie Wildenburg en een aantal gebieden voor<br />

verblijfsrecreatie waar veel permanente bewon<strong>in</strong>g is: Vorsevijvers en de Eikendreef. Daarnaast v<strong>in</strong>den we nog een aantal kle<strong>in</strong>e<br />

woonconcentraties (o.a. <strong>in</strong> de Predikherenstraat t.h.v. de grens met Ruiselede, De Haze en het Raakske).<br />

5.3.1 Wildenburg<br />

Wildenburg is een kle<strong>in</strong> en jong gehucht – er pas sprake van een concentratie van won<strong>in</strong>gen op de militaire kaart van 1913-25 –<br />

langs de Beernemsteenweg dat ontstaan is tegen de veel oudere site van “Chateau de Blauwhuys” (gelegen langs de<br />

Blauwhuisbeek). In de omgev<strong>in</strong>g van deze woonconcentratie v<strong>in</strong>den we nog een aantal andere kasteeldome<strong>in</strong>en. Het gehucht telt<br />

een 400-tal <strong>in</strong>woners. Er zijn een aantal basisvoorzien<strong>in</strong>gen aanwezig: er is een schooltje, een kerk/kerkhof en een aantal<br />

handelszaken. Opvallend is het groot aantal horecazaken. De ruimtelijke structuur van het dorp is volledig gericht op de<br />

Beernemsteenweg. Tussen de Beernemsteenweg en de De Gruyteredreef is recent een verkavel<strong>in</strong>g gerealiseerd. Op het kruispunt<br />

van de Beernemsteenweg met de Gravestraat sluit Wildenburg aan op een <strong>in</strong>dustriezone van circa 26 ha.<br />

5.3.2 S<strong>in</strong>t-Pietersveld – Gulke Putten<br />

S<strong>in</strong>t-Pietersveld ligt <strong>in</strong> het oosten van de gemeente, <strong>in</strong> het voormalige veldgebied. De bebouw<strong>in</strong>g, gelegen <strong>in</strong> een dambordpatroon<br />

van rechte dreven, bosbestanden en grasland, bestaat uit de bebouw<strong>in</strong>g van de Radio-maritieme site (<strong>in</strong> eigendom van het<br />

M<strong>in</strong>isterie van Defensie, voorheen van Belgacom), de gebouwen van de Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor bijzondere jeugdzorg “De<br />

Zande” en het Penitentiair Landbouwcentrum (beide gelegen op het grondgebied van Ruiselede) en het OC <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, een<br />

opvangcentrum voor asielzoekers uitgebaat door het Rode Kruis. Van dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen is er <strong>in</strong> deze entiteit geen sprake.<br />

De vroegere personeelswon<strong>in</strong>gen van deze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn de voorbije jaren bijna allemaal particulier verkocht.. Het dient<br />

opgemerkt dat het geheel van gebouwen, architectuur, dreven, bos en andere landschappelijke elementen een esthetisch geheel,<br />

een entiteit met een uitzonderlijke sfeer vormt.<br />

Nabij het S<strong>in</strong>t-Pietersveld v<strong>in</strong>den we het natuurreservaat Gulke Putten, waar we een grote variatie aan biotopen v<strong>in</strong>den: restant<br />

van natte en droge heidevegetatie, overblijfselen van de oude drevenpatronen en graslanden.<br />

De omgev<strong>in</strong>g van de gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g “De Zande” is s<strong>in</strong>ds 1976 beschermd als landschap. Een deel van het S<strong>in</strong>t-Pietersveld<br />

hoort hierbij. Sedert 2001 zijn alle gebouwen en bepaalde <strong>in</strong>stallaties van de Radio-maritieme diensten beschermd als monument.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 123


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

5.3.3 Vorsevijvers<br />

De Vorsevijvers ligt <strong>in</strong> het noorden van de gemeente en sluit aan op de woonparken van Hertsberge (Oostkamp). Het is een zone<br />

voor verblijfsrecreatie waar vele weekendverblijven zijn omgevormd tot won<strong>in</strong>gen (100-tal permanent bewoonde won<strong>in</strong>gen). De<br />

hoge densiteit van de won<strong>in</strong>gen en de specifieke sociale structuur bepalen dat dit gebied wordt geselecteerd tot een eigen<br />

woonentiteit. Dagelijkse voorzien<strong>in</strong>gen zijn er niet aanwezig.<br />

5.3.4 Eikendreef<br />

Ook <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van de Eikendreef werden een aantal gebieden op het gewestplan <strong>in</strong>gekleurd als zone voor verblijfsrecreatie.<br />

Er staan een 25-tal chalets waarvan een aantal permanent bewoond worden. In tegenstell<strong>in</strong>g tot de Vorsevijvers kennen deze<br />

gebieden een lage densiteit. Een derde zone voor verblijfsrecreatie nabij Wildenburg werd tot op heden niet <strong>in</strong>gevuld.<br />

Knelpunten en potenties<br />

- Wildenburg bezit heel wat troeven voor zachte recreatie: er is de groene omgev<strong>in</strong>g met wandel- en fietsmogelijkheden en er<br />

zijn een aantal horecazaken aanwezig. Achter de kerk en langs de Beernemsteenweg is (beperkte) parkeergelegenheid. Het<br />

aankopen van een deel van de dreef biedt mogelijk perspectieven voor de aanleg van een groene park<strong>in</strong>g. De<br />

Beernemsteenweg snijdt dwars door Wildenburg en zorgt voor een barrière; er zijn momenteel geen fietspaden langs deze<br />

weg. De startnota is opgemaakt en de aanleg ervan wordt gepland voor de komende jaren.<br />

- Ook het S<strong>in</strong>t-Pieterveld biedt heel wat recreatiemogelijkheden, <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie voor zachte recreatie: er zijn wandel- en<br />

fietsmogelijkheden. Er vertrekt onder andere een (door Bloso bewegwijzerde) mounta<strong>in</strong>biketocht, er is een<br />

bezoekerscentrum en er werd een wandel-leerpad aangelegd dat ons iets over de geschiedenis van de site vertelt.<br />

Daarnaast is er de vijver en zijn er sportterre<strong>in</strong>en die bij de gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g “De Zande” horen. De sportvelden en<br />

omgev<strong>in</strong>g worden gebruikt voor een survival-sportdag voor middelbare scholieren.<br />

- In de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” is er permanente bewon<strong>in</strong>g; bovendien ontbreken een aantal<br />

nutsvoorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze zone. De ontsluit<strong>in</strong>g van dit gebied via het woonpark Hertsberge vormt een probleem. Een<br />

alternatieve auto-ontsluit<strong>in</strong>g naar de Beernemsteenweg <strong>in</strong> het verlengde van de Bremdreef naar de Fazantendreef is echter<br />

niet mogelijk omdat deze door een natuurgebied moet. Het kan wel aangewezen zijn een voetgangers- en fietsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g te<br />

realiseren tussen de Bremdreef en het kruispunt Fazantendreef/Oude Bruggeweg die dienstig kan zijn <strong>in</strong> functie van de<br />

schoolgaande jeugd (school <strong>in</strong> Wildenburg). Ook <strong>in</strong> de Eikendreef wordt permanent gewoond, maar het probleem is hier veel<br />

beperkter.<br />

- De beschermde sites van het radiozendstation en de Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g “De Zande” <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van S<strong>in</strong>t-Pietersveld<br />

vormen een eigen entiteit met een specifiek karakter. Naast het waardevolle gebouwenpatrimonium, hebben de sites ook een<br />

belangrijke ecologische waarde. We v<strong>in</strong>den er naast waardevolle boscomplexen nog restanten van heidevegetaties<br />

(natuurreservaat Gulke Putten). Ook de Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen en Lammersdam bevatten<br />

nog waardevolle ecosystemen.<br />

- Slechte ruimtelijke <strong>in</strong>tegratie van het bedrijventerre<strong>in</strong> Wildenburg (volgens het gewestplan een bedrijventerre<strong>in</strong> voor<br />

milieubelastende <strong>in</strong>dustrie).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 124


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Beernem<br />

Kaart 28<br />

Bestaande structuur op microschaal<br />

Veldgebied<br />

(Grotendeels) afgewerkte verkavel<strong>in</strong>g<br />

L<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g/kle<strong>in</strong>e woonconcentratie<br />

(Permanente) bewon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bosgebied<br />

(verblijfsrecreatie op gewestplan)<br />

Concentratie van horecazaken<br />

RO<br />

Regionaal bedrijventerre<strong>in</strong> Wildenburg<br />

Hoofdverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen<br />

Lokaal wegennetwerk<br />

Radiozendstation<br />

S<strong>in</strong>t-Pietersveld<br />

Kasteelpark/landhuizen<br />

Opmerkelijke dreef<br />

Natuurreservaat Gulke Putten<br />

Bosgebied<br />

Beekvallei<br />

Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

S<br />

Kerkhof<br />

S<br />

School<br />

RO<br />

Gemeenschaps<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g “De Zande”<br />

Opvangcentrum <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Kerk<br />

Markant gebouw<br />

Ruiselede<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6 <strong>Ruimtelijk</strong>e behoeften<br />

6.1 Bevolk<strong>in</strong>gsprognose en woonbehoeften<br />

In opdracht van de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> werd een geactualiseerde woonbehoeftestudie opgemaakt voor de periode 2007-2017 door<br />

WES (maart 2009). De resultaten uit deze studie werden hier overgenomen.<br />

De toekomstige won<strong>in</strong>gbehoefte <strong>in</strong>schatten gaat steeds gepaard met enkele onzekerheden. Zo is de feitelijke vraag naar een<br />

nieuwbouw (koop)won<strong>in</strong>g o.a. afhankelijk van de hoogte van de rentevoet. Indien deze factoren buiten beschouw<strong>in</strong>g worden gelaten,<br />

dan is een schatt<strong>in</strong>g van de totale toekomstige won<strong>in</strong>gbehoefte af te leiden uit volgende gegevens.<br />

- Evolutie van het <strong>in</strong>woneraantal<br />

- Evolutie van de gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte<br />

- Aanwezige won<strong>in</strong>gvoorraad<br />

In het hoofdstuk over de bestaande nederzett<strong>in</strong>gstructuur is reeds uitgebreid <strong>in</strong>gegaan op de demografische evolutie en de<br />

huisvest<strong>in</strong>gssituatie <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>. Op grond van dit onderzoek wordt een verdere uitwerk<strong>in</strong>g naar woonbehoeften <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

gemaakt.<br />

Als basis voor de bereken<strong>in</strong>gen van de behoeften aan won<strong>in</strong>gen werd een evolutie van het aantal gez<strong>in</strong>nen genomen. Het is immers<br />

het gez<strong>in</strong> dat als consument optreedt voor het product ‘won<strong>in</strong>g’.<br />

6.1.1 Bevolk<strong>in</strong>gs- en gez<strong>in</strong>sprognose<br />

6.1.1.1 Bevolk<strong>in</strong>gsvooruitzichten<br />

In het licht van het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen en zoals opgegeven <strong>in</strong> de omzendbrief RO 97/3 voor het opmaken van<br />

woonbehoeftestudies wordt op gemeentelijke niveau een gesloten prognose gemaakt.<br />

De gesloten prognose trekt enkel het natuurlijk saldo door en sluit migratie uit. Bij gesloten prognose wordt m.a.w. de migratie<br />

tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en andere gemeenten gedurende de planperiode uitgesloten. Voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zou dit een stopzett<strong>in</strong>g betekenen van<br />

vnl. de <strong>in</strong>wijk<strong>in</strong>g. Dergelijk demografisch profiel houdt <strong>in</strong> dat er een m<strong>in</strong>imale prognose wordt berekend.<br />

De bevolk<strong>in</strong>gsprognoses voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zijn opgesteld op basis van de volgende gegevens:<br />

- De bevolk<strong>in</strong>gcijfers op 1 januari 2007 per leeftijd 22 .<br />

- De sterftetafels gebaseerd op de ‘Bevolk<strong>in</strong>gsvooruitzichten 2000-2050 van het NIS-planbureau 23 . Ze werden berekend op<br />

basis van het referentiescenario 2222.<br />

- De vruchtbaarheidscoëfficiënten gebaseerd op het middenscenario of scenario 1,9 van de ‘Bevolk<strong>in</strong>gsvooruitzichten 1995-<br />

2050’ van het NIS-planbureau.<br />

22 NIS, Bevolk<strong>in</strong>g van het Rijksregister op 1 januari 2007.<br />

23 NIS, Bevolk<strong>in</strong>gsvooruitzichten 2000-2050, NIS en het Federaal Planbureau, Brussel.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 126


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Via de sterftetafels wordt bepaald hoeveel personen per leeftijdscategorie van vijf jaar en per geslacht na een periode van vijf jaar<br />

zullen behoren tot de volgende leeftijdscategorie. Het aantal geboorten wordt berekend door de vruchtbaarheidscoëfficiënten toe<br />

te passen op elke leeftijdscategorie van vrouwen <strong>in</strong> de productieve leeftijd. Deze werkwijze wordt herhaald totdat de<br />

bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g op het e<strong>in</strong>de van de prognoseperiode is gekend.<br />

jaar Totale bevolk<strong>in</strong>g Index (2006=100)<br />

mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal<br />

2007 6.677 6.651 13.328 100,0 100,0 100,0<br />

2012 6.642 6.656 13.298 99,5 100,1 99,8<br />

2017 7.585 6.627 13.212 98,6 99,6 99,1<br />

2007-2017 -92 -24 -116<br />

Tabel 15 : gesloten prognose bevolk<strong>in</strong>gsevolutie <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>, 2007-2017<br />

Bron : WES<br />

Uit de resultaten van de gesloten bevolk<strong>in</strong>gsprognose blijkt dat het bevolk<strong>in</strong>gsaantal de komende tien jaar afneemt met 116<br />

personen. Dit betekent een gemiddelde natuurlijke krimp<strong>in</strong>g met 12 personen per jaar.<br />

Opgesplitst <strong>in</strong> periodes van vijf jaar verloopt de bevolk<strong>in</strong>gsafname <strong>in</strong> stijgende lijn. Van 2007 tot 2012 zal de bevolk<strong>in</strong>g afnemen met<br />

30 personen of gemiddeld 6 per jaar. In de periode 2012-2017 bedraagt de natuurlijke krimp<strong>in</strong>g 86 personen of gemiddeld 17,2<br />

personen per jaar.<br />

leeftijd 2007 2012 2017<br />

abs. <strong>in</strong>dex abs. <strong>in</strong>dex abs. Index<br />

0 – 19 jaar 3.150 100 3.022 96 2.775 88<br />

20–39 jaar 3.452 100 3.185 92 3.112 90<br />

40-59 jaar 3.554 100 3.784 106 3.863 109<br />

60-79 jaar 2.503 100 2.511 100 2.587 103<br />

+ 80 jaar 669 100 797 119 875 131<br />

totaal 13.328 100 13.298 100 13.212 99<br />

Tabel 16<br />

: gesloten prognose bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per leeftijdsklasse van 20 jaar<br />

Bron : WES<br />

De prognose per leeftijdscategorie laat zien dat er een toename is <strong>in</strong> de oudste leeftijdscategorieën, die de afname <strong>in</strong> de<br />

leeftijdscategorieën 0-19 jaar en 20-39 jaar niet kan compenseren. Globaal verm<strong>in</strong>dert de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de periode 2007-2017 met<br />

1%.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 127


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.1.1.2 Prognose aantal gez<strong>in</strong>nen en gez<strong>in</strong>sgrootte: de huishoudensontwikkel<strong>in</strong>g<br />

De aangroei van het aantal gez<strong>in</strong>nen wordt berekend volgens de zogenaamde referentieprognose. Deze referentieprognose gaat uit<br />

van de hypothese dat de ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich tussen 1991 en 2006 hebben voorgedaan, <strong>in</strong> de periode 2007-2017 identiek zullen<br />

blijven. Concreet wil dat zeggen dat het aandeel jonge mannelijke gez<strong>in</strong>shoofden <strong>in</strong> de toekomst identiek blijft op het niveau van 2007<br />

en niet later het ouderlijk gez<strong>in</strong> verlaten, dat de trend tot versnipper<strong>in</strong>g van gez<strong>in</strong>nen op actieve leeftijd omwille van het groeiende<br />

aantal echtscheid<strong>in</strong>gen zich verder zet en dat ouderen door een betere gezondheid ook op hoge leeftijd langer zelfstandig kunnen<br />

leven 24 .<br />

Aan de hand van de effectieve bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g op 1 januari 2007 per leeftijd en geslacht en van het aantal<br />

referentiepersonen op dezelfde datum, eveneens per leeftijd en geslacht, werden de gez<strong>in</strong>scoëfficiënten 25 voor mannen en vrouwen<br />

<strong>in</strong> de gemeente bepaald. Uitgangspunt voor de bereken<strong>in</strong>g van de gez<strong>in</strong>sprognoses zijn dezelfde hypothesen als die van prognose 3<br />

van het RSV. Bij de prognose op gemeentelijk niveau worden de ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich hebben voorgedaan tussen 1991 en 2007<br />

doorgetrokken <strong>in</strong> de prognoseperiode 26 . Het referentiejaar voor de prognose is immers 2007.<br />

Het toepassen van de gez<strong>in</strong>scoëfficiënten op de verwachte bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g geeft de gez<strong>in</strong>sevolutie <strong>in</strong> de prognoseperiode<br />

weer. De toegepaste methodiek geeft niet alleen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de aangroei van het aantal gez<strong>in</strong>nen, ook de evolutie van het aantal<br />

referentiepersonen per leeftijdscategorie en per geslacht kan worden bepaald.<br />

Jaar<br />

Aantal gez<strong>in</strong>nen<br />

prognose gez<strong>in</strong>sgrootte<br />

gez<strong>in</strong>sgrootte<br />

2007 5.227 2,55<br />

2012 5.347 2,49<br />

2017 5.454 2,42<br />

2006-2016 +227<br />

Tabel 17 : Prognose van het aantal gez<strong>in</strong>nen, 2007-2017<br />

Bron : Woonbehoeftestudie WES<br />

Uit bovenstaande tabel kan afgeleid worden dat de gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte <strong>in</strong> de prognoseperiode afneemt van 2,55 <strong>in</strong> 2007 tot<br />

2,42 <strong>in</strong> 2017 (gesloten prognose). Het aantal gez<strong>in</strong>nen neemt volgens de gesloten prognose met 227 eenheden toe of een stijg<strong>in</strong>g<br />

met 4,3 %.<br />

24 <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen, <strong>in</strong>tegrale versie, deel 1B – prognoses, p. 234<br />

25 De kans dat een persoon als referentiepersoon (‘gez<strong>in</strong>shoofd’ of alleenstaande) optreedt, wordt weergegeven door de gez<strong>in</strong>scoëfficiënt<br />

26 In het RSV worden de ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich hebben voorgedaan tussen 1981 en 1991 doorgetrokken <strong>in</strong> de prognoseperiode (1992-2007).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 128


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.1.2 Leegstand en reconversieprojecten<br />

De gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> heeft recent een grondig leegstandsonderzoek gehouden: op 14 april 2009 werden er 224 leegstaande<br />

won<strong>in</strong>gen vastgesteld op een totaal van 5535 won<strong>in</strong>gen. Dit betekent een leegstandsaandeel van 4,0 %, wat vrij hoog is en boven de<br />

frictieleegstand uitkomt. (zie verder).<br />

Als reconversieproject (herbruik van bestaande gebouwen of sites voor won<strong>in</strong>gbouw) kan het project Seyntex (voormalige<br />

textielfabriek) <strong>in</strong> de kern van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> worden vermeld: er worden 12 sociale won<strong>in</strong>gen voorzien.<br />

6.1.3 Ram<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>gbehoefte<br />

De behoefte aan bijkomende wooneenheden <strong>in</strong> de prognoseperiode is recht evenredig met de toename van het aantal gez<strong>in</strong>nen.<br />

Hiervoor werd een ram<strong>in</strong>g gemaakt van de evolutie van het aantal gez<strong>in</strong>nen. Reken<strong>in</strong>g houdend met de won<strong>in</strong>gmutatiereserve of de<br />

frictieleegstand 27 op de won<strong>in</strong>gmarkt, kan de won<strong>in</strong>gbehoefte berekend worden als:<br />

Won<strong>in</strong>gbehoefte 2007-2017 = aangroei gez<strong>in</strong>nen 2007-2017 x (1 + frictieleegstand/100) – feitelijke leegstand<br />

De toepass<strong>in</strong>g van volgende formule geeft – bij een gesloten prognose – een won<strong>in</strong>gbehoefte van 167 wooneenheden voor de<br />

periode 2007-2017.<br />

Indien we de bereken<strong>in</strong>g detailleren <strong>in</strong> functie van de deelperiodes 2007-2012 en 2013-2017, geeft dit onderstaand resultaat:<br />

2007 2012 2017<br />

(1) - Berekend aantal <strong>in</strong>woners (gesloten prognose) 13.328 13.298 13.212<br />

(2) - Berekend aantal gez<strong>in</strong>nen 5.227 5.347 5.454<br />

Berekende gemiddelde gez<strong>in</strong>sgrootte 2,55 2,49 2,42<br />

(3) - Frictieleegstand (3%) 157 160 164<br />

Woonbehoefte (2) + (3) 5.384 5.507 5.618<br />

(4) – feitelijke leegstand 224<br />

(5) – Won<strong>in</strong>gvoorraad 2007 (2) + (4) 5451<br />

(6) - Behoefte 2007-2012 = (2) + (3) - (5) 56<br />

(7) Behoefte 2007-2017 = (2) + (3) – (5) 167<br />

(8) - Behoefte 2012-2017 = (7) - (6) 111<br />

Tabel 18<br />

: kwantitatieve woonbehoeftenprognose<br />

27 De frictieleegstand is de leegstand die nodig is om de won<strong>in</strong>gmarkt te laten functioneren (om verhuisbeweg<strong>in</strong>gen mogelijk te maken). Er wordt een frictieleegstand <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht<br />

van 3% (cfr. cijfer voor arr. Tielt, bron RSV).<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 129


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.1.4 Inventaris van de onbebouwde percelen<br />

De <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van het aantal beschikbare bouwmogelijkheden gebeurt op basis van de <strong>in</strong>ventaris onbebouwde percelen <strong>in</strong> de<br />

gemeente. Deze <strong>in</strong>ventaris, die door de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> werd geactualiseerd <strong>in</strong> september 2007 en gecontroleerd op het terre<strong>in</strong>,<br />

maakt een onderscheid tussen de volgende categorieën:<br />

- percelen gelegen <strong>in</strong> goedgekeurde verkavel<strong>in</strong>gen<br />

- percelen gelegen langs uitgeruste wegen<br />

- percelen gelegen <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nengebieden (woongebieden)<br />

- percelen gelegen <strong>in</strong> woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebieden<br />

Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare bouwmogelijkheden <strong>in</strong> de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> volgens de beschreven categorieën.<br />

Vermits woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebieden per def<strong>in</strong>itie geen woongebieden zijn, worden ze niet meegerekend <strong>in</strong> het actuele juridische<br />

aanbod aan bouwmogelijkheden.<br />

Het totale aanbod aan bouwmogelijkheden b<strong>in</strong>nen de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> bedraagt 432 percelen:<br />

- Percelen gelegen <strong>in</strong> goedgekeurde verkavel<strong>in</strong>gen: 77 percelen;<br />

- Percelen gelegen langs uitgeruste wegen: 212 percelen<br />

- Percelen gelegen <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nengebieden (woongebieden): 143 percelen.<br />

Niet alle theoretisch beschikbare bouwgronden langs uitgeruste wegen zullen de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt<br />

komen. In de vakliteratuur 28 wordt aangenomen dat <strong>in</strong> een periode van tien jaar normalerwijze slechts ongeveer 30% van alle<br />

theoretisch beschikbare bouwgronden op de markt komen. Voor percelen b<strong>in</strong>nen goedgekeurde verkavel<strong>in</strong>gen ligt dit percentage<br />

een stuk hoger, nl. 80%. Gezien de plann<strong>in</strong>gstermijn wordt opgedeeld <strong>in</strong> twee deelperioden van vijf jaar, wordt hierna voor elke<br />

periode van vijf jaar een realisatiegraad gehanteerd van 40% voor onbebouwde percelen b<strong>in</strong>nen verkavel<strong>in</strong>gen en van 15% voor de<br />

onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen. Tegen 2017 wordt verwacht dat er respectievelijk 30% en 80% van de beschikbare<br />

bouwgronden op de markt komen.<br />

Voor de bereken<strong>in</strong>g van het aanbod aan won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de b<strong>in</strong>nengebieden is een dichtheid gehanteerd van 15 won<strong>in</strong>gen/ha <strong>in</strong> de<br />

kernen van het buitengebied (<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele). Dit zijn de m<strong>in</strong>imum woondichtheden zoals voorgeschreven door het RSV.<br />

Aangezien er vanuit gegaan wordt dat deze b<strong>in</strong>nen de tien jaar <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe allemaal op de markt komen, betekent dit per deelperiode<br />

van vijf jaar een realisatiegraad van 50%.<br />

Reken<strong>in</strong>g houden met deze pr<strong>in</strong>cipes wordt hieronder het reële aanbod aan bouwmogelijkheden voor de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voor de<br />

periode 2007-2017 berekend. Naast bovenstaande pr<strong>in</strong>cipes <strong>in</strong> verband met het tempo waarop beschikbare gronden op de markt<br />

komen, wordt eveneens ervan uitgegaan dat op een aantal percelen meergez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>gen worden gerealiseerd. In <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

bedroeg het aandeel appartementen <strong>in</strong> 2001 3,6% van het totale aantal woongelegenheden (NIS-gegevens). Indien wordt<br />

aangenomen dat dit aandeel ook <strong>in</strong> de toekomst wordt aangehouden, betekent dit dat op ieder perceel 1,04 won<strong>in</strong>gen worden<br />

gerealiseerd. We veronderstellen met andere woorden een verdicht<strong>in</strong>gscoëfficiënt van 1,04.<br />

28 Dit percentage is ook voorgeschreven <strong>in</strong> de m<strong>in</strong>isteriële omzendbrief RO 97/03.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 130


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

aanbod tot 2012 aanbod tot 2017<br />

Goedgekeurde verkavel<strong>in</strong>gen 77 percelen x 40% x 1,04 = 32 percelen 77 percelen x 40% x 1,04 = 32 percelen<br />

Uitgeruste wegen 212 percelen x 15% x 1,04 = 33 percelen 212 percelen x 15% x 1,04 = 33 percelen<br />

B<strong>in</strong>nengebieden 143 percelen x 50% x 1,04 = 74 percelen 143 percelen x 50% x 1,04 = 74 percelen<br />

Totaal 139 percelen 139 percelen<br />

Tabel 19 : Ram<strong>in</strong>g van het reële aanbod aan bouwmogelijkheden <strong>in</strong> de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> <strong>in</strong> de periode 2007-2017<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 131


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

11 lot.<br />

27 lot.<br />

8 lot.<br />

7 lot.<br />

22 lot.<br />

7 lot.<br />

5 lot.<br />

17 lot.<br />

7 lot.<br />

Niet uitgeruste, onbebouwde gebieden<br />

(volgens gewestplan) <strong>in</strong>:<br />

Woongebied<br />

Woongebied met landelijk karakter<br />

potentieel aantal percelen<br />

Woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebied<br />

Kaart 29<br />

Bouwmogelijkheden deelplan 1<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> ruimtelijk structuurplan <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

8 lot.<br />

12 lot.<br />

9 lot.<br />

7 lot.<br />

7 lot.<br />

Niet uitgeruste, onbebouwde gebieden<br />

(volgens gewestplan) <strong>in</strong>:<br />

Woongebied<br />

Woongebied met landelijk karakter<br />

opp. <strong>in</strong> ha / potentieel aantal percelen<br />

Woonuitbreid<strong>in</strong>gsgebied<br />

Kaart 30<br />

Bouwmogelijkheden deelplan 2<br />

Opdrachtgever: gemeentebestuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

<strong>1801</strong>/sv/maart 2008


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.1.5 Confrontatie van behoeften en aanbod<br />

6.1.5.1 Confrontatie met de eigen behoeftebereken<strong>in</strong>g<br />

In onderstaande tabel wordt het totale aanbod aan bouwmogelijkheden <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voor de periode 2007-2017 geplaatst tegenover<br />

de verwachte behoefte aan won<strong>in</strong>gen. Dit laatste cijfer is berekend op basis van gesloten bevolk<strong>in</strong>gs- en gez<strong>in</strong>sprognose.<br />

(1) Aanbod aan bouwmogelijkheden (uitgedrukt <strong>in</strong> wooneenheden) 139 (74 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

2007-2012 2012-2017 2007-2017<br />

139 (74 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

278 (148 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

(2) Behoefte (uitgedrukt <strong>in</strong> wooneenheden) 56 111 167<br />

Saldo (2) – (1) -83 -28 -111<br />

Tabel 20 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017<br />

De vergelijk<strong>in</strong>g tussen behoefte en aanbod leert dat de reële bouwmogelijkheden <strong>in</strong> de gemeente <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voldoende zijn voor het<br />

opnemen van de behoefte aan bijkomende wooneenheden vanuit de eigen bevolk<strong>in</strong>g. Wel stellen we vast dat het aanbod <strong>in</strong> juridisch<br />

vastliggende kavels en langs uitgeruste wegen (<strong>in</strong>clusief de mogelijkheden door verdicht<strong>in</strong>g) alleen niet voldoende is. De<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van niet-ontsloten terre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> woongebied (b<strong>in</strong>nengebieden) is dus noodzakelijk.<br />

Wel moet opgemerkt worden dat de vooropgestelde realisatiegraad voor niet-ontsloten terre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> woongebied (b<strong>in</strong>nengebieden)<br />

van 50% tegen 2012 en de resterende 50% tegen 2017 onrealistisch is (cf. complexe eigendomsstructuur, moeilijke ontsluit<strong>in</strong>g van<br />

percelen). Daarom wordt <strong>in</strong> onderstaande tabel aangenomen dat deze niet-ontsloten terre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> woongebieden tegen 2012 voor<br />

slechts 30% zullen gerealiseerd zijn en tegen 2017 voor 70%. Volgens deze aanname (en op basis van de gesloten bevolk<strong>in</strong>gs- en<br />

gez<strong>in</strong>sprognose) is er tegen 2017 een overschot van 55 kavels. .<br />

(1) Aanbod aan bouwmogelijkheden (uitgedrukt <strong>in</strong> wooneenheden) 110 (5 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

2007-2012 2012-20176 2007-2017<br />

124 (595 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

234(104 <strong>in</strong><br />

b<strong>in</strong>nengebied)<br />

(2) Behoefte (uitgedrukt <strong>in</strong> wooneenheden) 56 111 167<br />

Saldo (2) – (1) -54 -13 -67<br />

Tabel 21<br />

: confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 met bijgestelde realisatiegraad <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nengebieden<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 134


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.2 Economische behoefte <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

De analyse van de behoeften aan bijkomende economische ruimte op korte en middellange termijn is gebaseerd op drie belangrijke<br />

deelaspecten. Enerzijds zijn er de elementen uit het <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen en het Prov<strong>in</strong>ciaal <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong><br />

West-Vlaanderen die een kwantitatieve behoeftenram<strong>in</strong>g aanreiken die een impact zal hebben op de aanbodzijde. Anderzijds worden<br />

de behoeften op een zowel kwantitatieve als kwalitatieve wijze bepaald door de economische actoren zelf waarbij strategieën van<br />

ondernemers en beleidsmensen naast algemene economische en ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen een rol gaan spelen. Tenslotte bepalen<br />

een aantal algemene pr<strong>in</strong>cipes uit de gemeentelijke strategie (gewenste ruimtelijke structuur) de randvoorwaarden voor het<br />

aanreiken van bijkomende mogelijkheden voor bestaande en nieuwe bedrijven en bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

6.2.1 Bovengemeentelijke elementen<br />

In het RSV is <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Nieuwe regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en kunnen hier best<br />

aansluiten op de bestaande economische structuur. Zodoende worden de endogene ontwikkel<strong>in</strong>gen en de clustervorm<strong>in</strong>g er<br />

ruimtelijk ondersteund volgens de draagkracht van de omgev<strong>in</strong>g. Bedrijventerre<strong>in</strong>en zullen vastgelegd worden <strong>in</strong> prov<strong>in</strong>ciale<br />

ruimtelijke uitvoer<strong>in</strong>gsplannen na uitwerk<strong>in</strong>g van ruimtelijk-economische visies. De “ruimtelijk-economische visie specifiek<br />

economisch knooppunt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>” werd door de Deputatie goedgekeurd op 14 oktober 2004. Deze visie voorziet toekomstige<br />

uitbreid<strong>in</strong>gen i.f.v. regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en op Hille.<br />

Als specifiek economisch knooppunt krijgt <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> voor de periode 1994-2007, 12,5 ha voor de behoefte aan nieuwe<br />

bedrijventerre<strong>in</strong>en toebedeeld. Gezien het nog bestaande aanbod aan bedrijventerre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> 1994 van 5 ha, en een nieuw bestemd<br />

aanbod van 40 ha <strong>in</strong> de periode 1994-1999 is de ruimtebalans voor <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> op 1 januari 1999 negatief (-32,5 ha). Er is dus al<br />

meer ruimte voor bedrijvigheid bestemd <strong>in</strong> plannen van aanleg, dan er werd toegewezen. Dit betekent dat <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> b<strong>in</strong>nen de<br />

plann<strong>in</strong>gsperiode geen aanspraak meer zou kunnen maken op bijkomende bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

Deze negatieve cijfers worden mede veroorzaakt door het mee <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g brengen van de bestaande bedrijfsoppervlaktes bij het<br />

zone eigen maken van zonevreemde bedrijven. Voor een belangrijk aantal betreft het dus geen nieuwe bedrijfsterre<strong>in</strong>en maar het<br />

juridisch regulariseren van de bestaande terre<strong>in</strong>en.<br />

6.2.2 Elementen uit de gemeentelijke economische strategie<br />

De gemeentelijke economische strategie wordt bepaald door de doelstell<strong>in</strong>gen van de huidige economische bedrijvigheid en het<br />

economisch beleid. De huidige economische bedrijvigheid toont aan dat <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> <strong>in</strong> het algemeen gekenmerkt wordt door een vrij<br />

evenwichtige structuur (verhoud<strong>in</strong>gen primaire, secundaire en tertiaire sectoren).<br />

Worden de economische bedrijvigheid <strong>in</strong> detail bekeken dan zijn er nog een aantal belangrijke verschuiv<strong>in</strong>gen te constateren en<br />

evaluaties te maken. Zo is het voorbije decennium de gehele textiel- en confectiesector verdwenen.<br />

De stijg<strong>in</strong>g van de niet-loontrekkende werkgelegenheid is vooral te wijten aan een opvallende stijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de secundaire sector sedert<br />

2000. Ook <strong>in</strong> de tertiaire sector stellen we een toename van het aantal zelfstandigen vast.<br />

De dom<strong>in</strong>ante landschappelijke aanwezigheid van de landbouw mag evenwel de belangrijkheid van secundaire en tertiaire sectoren<br />

niet doen vergeten. Uit een onderzoek <strong>in</strong> 64 landelijke gemeenten (waartoe ook <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> behoort) met een werkgelegenheidgraad <strong>in</strong><br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 135


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

de landbouw van 16,8% ( 1995), 188 <strong>in</strong>woners/km² en 70,9% landbouwgrond blijkt dat de omzet <strong>in</strong> de landbouwsector er 3,9%<br />

bedraagt tegenover 50,2% <strong>in</strong> de <strong>in</strong>dustrie en 45,9% <strong>in</strong> de dienstensector.<br />

Hoe de economische structuur van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> er op lange termijn dient uit te zien kan niet vastgelegd worden. Wel kunnen een aantal<br />

waarnem<strong>in</strong>gen en trends de richt<strong>in</strong>g aanduiden waar<strong>in</strong> economische ontwikkel<strong>in</strong>gen op korte en middellange termijn beleidsmatig<br />

gesteund kunnen worden. Op basis daarvan kan worden <strong>in</strong>geschat hoe de toekomstige vraag naar bedrijfsruimte er kan uitzien.<br />

Decennia lang werd de gemeente gehandicapt door een ontbrekend aanbod aan uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en zodat er aan heel wat<br />

uitgestelde vragen moet voldaan worden. Het belangrijkste aanbod dat de gemeente s<strong>in</strong>ds 2000 heeft laten bouwrijp maken is<br />

evenwel uitverkocht.<br />

De gemeente wenst <strong>in</strong> functie van de lokale en regionale dynamiek een aanbod te ontwikkelen met een ijzeren voorraad van drie jaar<br />

voor bouwrijpe terre<strong>in</strong>en en van drie jaar voor bestemde terre<strong>in</strong>en. Daarbij moet voldoende geanticipeerd worden op de lange<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gstijd van 5 jaar tussen bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g en verkoop van bouwrijpe loten.<br />

In eerste <strong>in</strong>stantie wordt het economisch beleid voor de bedrijvigheid op de bedrijventerre<strong>in</strong>en besproken, daarnaast worden ook<br />

de trends en de strategie voor de bedrijvigheid buiten de bedrijventerre<strong>in</strong>en (geïsoleerde bedrijvigheid) verkend.<br />

6.2.3 Aanbod aan bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

6.2.3.1 Juridisch aanbod aan bedrijvenzones<br />

Gewestplan en gewestplanwijzig<strong>in</strong>gen<br />

Gewestplan Roeselare – Tielt M.B. 17.12.1979: 65ha 80a67ca<br />

- Hille: 26ha 70a 00ca<br />

- Wildenburg: 28ha 30a 00ca<br />

- Verrekijker: 6ha 58a<br />

- De Eikel/Bruggesteenweg: 1ha 44a 65ca<br />

- Van Landschoot, Ratel<strong>in</strong>gestraat: 80a 48ca<br />

- Vancauwenberghe, Ratel<strong>in</strong>gestraat: 42a 40ca<br />

- Degroote Boterstraat: 78a 00ca<br />

- Veos – Meiboomstraat: 77a 14ca<br />

Gewestplanwijzig<strong>in</strong>g Roeselare – Tielt d.d. 8.9.1993: 3 ha<br />

- Akkerstraat/Industrieweg (Molenaarsstraat): 3 ha<br />

Gewestplanwijzig<strong>in</strong>g Roeselare – Tielt MB 19.04.1994: 10 ha 10 ca<br />

- Hille Zuid LO: 10ha 10a<br />

Gewestplanwijzig<strong>in</strong>g Roeselare – Tielt MB 15.12.1998: 19 ha 72 a 31 ca<br />

- Hille Zuid RO: 9ha 80a 0ca<br />

- Hille Noord RO: 7ha 50a 00ca<br />

- Papier Declercq, Hillesteenweg: 1ha 23a 65ca<br />

- Stockplastics, Bruggesteenweg: 1ha 18a 66ca<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 136


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

BPA’s<br />

BPA’s uitbreid<strong>in</strong>g ambachtelijke zone Verrekijker: MB 25.08.1993 vervangen door MB 10.09.2002 (2ha 92a 28ca)<br />

BPA Ambachtelijke zone Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g: MB 23.11.2005 (4,5 ha)<br />

Bedrijfs BPA’s:<br />

- BPA ’t Raakske, Vaneenoo: 2ha 22a 15ca (MB 09.02.2002)<br />

- BPA Pannaershoek, Devos: 3ha 54a 56ca (MB 21.06.2007)<br />

Sectorale BPA’s fase I, II , III, IV en V: totaal 26ha 28a 82 ca<br />

Prov<strong>in</strong>ciale RUP’s<br />

BVBA Trans-Beton: 2ha 47a 20ca (MB 28/08/2006)<br />

Nv Joris Ide (Akkerstraat): 1ha 47a 55ca (28/08/2006)<br />

Degroote-Terraplant: 10ha 66a 67ca (MB 28/08/2006)<br />

Leegstaande en/of verwaarloosde gebouwen en terre<strong>in</strong>en<br />

- De melkerij en kaasmakerij Aldis op de Verrekijker sloot zijn deuren <strong>in</strong> 1994. De gebouwen langs de Tieltstraat werden<br />

afgebroken en de gronden werden via BPA Oude Melkerij (MB 10.1.2002) omgevormd tot commercieel-ambachtelijke zone<br />

waarop ondertussen twee bedrijven gevestigd zijn.<br />

- Twee andere gebouwen werden <strong>in</strong> 1999-2000 door NV Bedrijvenpark <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> die gevormd wordt door GOM en Belgomilk<br />

omgebouwd tot doorgangsgebouwen voor ambachtelijke starters. Het betreft 7 modules met een totale oppervlakte van 1.700<br />

m².<br />

- Een derde gebouw werd op basis van BPA Oude Melkerij bestemd als zone voor gemeenschapsvoorzien<strong>in</strong>gen. Een deel wordt<br />

reeds gebruikt als jeugdhuis en een ander deel werd omgevormd tot polyvalente feest- en fuifzaal (405 m² netto oppervlakte).<br />

- De oude Seyntexweverij gelegen beg<strong>in</strong> van de Egemstraat die verlaten werd midden de jaren 80 werd omstreeks 1998<br />

aangekocht door de WVI en afgebroken. De zone gelegen midden de woonzone werd herbestemd als projectzone voor<br />

huisvest<strong>in</strong>g. Een project voor de bouw van een 12-tal sociale won<strong>in</strong>gen is lopende <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de sociale<br />

huisvest<strong>in</strong>gsmaatschappij De Mandelbeek.<br />

- De oude hemdenfabriek Bouckaerts-shirtmakers, gelegen <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van de Rozendalestraat sloot <strong>in</strong> 1998 zijn deuren. Het<br />

gebouw werd aangekocht door de sociale bouwmaatschappij De Mandelbeek die er na afbraak momenteel 16 sociale<br />

appartementen bouwt.<br />

6.2.3.2 Inventaris bedrijvenzones<br />

Het aanbod aan bedrijventerre<strong>in</strong>en bestaat enerzijds uit een verouderd en m<strong>in</strong>der representatief 29 deel op Wildenburg en<br />

anderzijds uit volledig nieuwe of vernieuwde bedrijven op de terre<strong>in</strong>en “LO en RO Hille Zuid”, “RO Hille Noord” en “LO Verrekijker”.<br />

Aanbod aan bedrijvenzones<br />

In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de bestaande bedrijvenzones en de vrijliggende percelen b<strong>in</strong>nen deze zones:<br />

29 De gemeente is ondertussen begonnen met de aanpak van dit probleem, o.a. met herstructurer<strong>in</strong>gsproject voor het bedrijventerre<strong>in</strong> “RO Wildenburg”.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 137


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Inventaris bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

naam v/h terre<strong>in</strong> Bruto-opp. niet <strong>in</strong>genomen opp. realiseerbare opp.<br />

(<strong>in</strong>cl. wijz.) totaal reserve reeds optie vrij<br />

(ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha)<br />

REGIONAAL<br />

RO De Akker 28,3 0 28,3 0 0 0<br />

RO Hille Noord 7,5 0 7,5 0 0 0<br />

RO Hille Zuid 9,8 0 9,8 0 0 0<br />

RO/LO Wildenburg 28,3 1 25 2,3 0 0<br />

LOKAAL<br />

LO Verrekijker 9,5 0 9,5 0 0 0<br />

LO Verrekijker uitbreid<strong>in</strong>g 2,8 0 0 0 0 2,8<br />

LO Hille Zuid 11,5 0 11,5 0 0<br />

LO Pannaershoek/Bosveld (BPA) 3,6 0 3,6 0 0 0<br />

LO ’t Raakske (BPA) 2,2 0 2,2 0 0 0<br />

“paarse vlekjes”(gewestplan) 30 6,7 0 6,7 1,2 0 0<br />

SECTORALE BPA’S<br />

Fase I 16,6 16,6<br />

Fase II 5,1 5,1<br />

Fase III 1,5 1,5<br />

Fase IV 5,2 5,2<br />

Fase V 2,4 2,4<br />

PROVINCIALE RUP’s 17,3 17,3<br />

Overlapp<strong>in</strong>g BPA - gewestplan - 3,2<br />

TOTAAL 127,4 1 117 4,1 0 2,8<br />

Tabel 22<br />

: <strong>in</strong>ventaris bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

30 “paarse vlekjes”: Papier Declercq, Stockplastics, Ve-os, Degroote, De Eikel, Van Landschoot, Van Cauwenberghe en Degroote<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 138


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.2.3.2.1 Evolutie van de bestaande bedrijvenzones<br />

- LO Verrekijker: de uitgifte door de WVI startte <strong>in</strong> 2000. Er werden reeds 25 percelen verkocht (60.282 m²). Alles is verkocht<br />

en bebouwd Daarnaast verhuurt de nv Bedrijvenpark <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> nog 7 ambachtelijke doorgangsgebouwen met totale bebouwde<br />

oppervlakte van 1.740 m². Bij MB van 23/11/2005 werd het BPA Ambachtelijke zone Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g goedgekeurd<br />

(4,5 ha). Vanaf midden 2008 werd 31.573 m² bouwrijpe grond aangeboden . Beg<strong>in</strong> 2009 zijn er 12 percelen verkocht en nog<br />

vijf <strong>in</strong> optie.<br />

- RO De Akker: tussen 1994 en 2004 werd 11 ha netto oppervlakte verkocht (6,6 ha via WVI, 4,4 via particulieren of bedrijven).<br />

Alle operationaliseerbare grond is er nu verkocht. In totaal zijn er 30 bedrijven gevestigd. Het gedeelte ten noorden van de<br />

Industrieweg omvat 3 lokale bedrijven en wordt meegerekend met Hille Zuid LO. Een gedeelte is via BPA Hille bestemd als<br />

zone voor tu<strong>in</strong>bouwbedrijf weliswaar met nabestemm<strong>in</strong>g ambachtelijk. Op dit terre<strong>in</strong> is de aanwezigheid en ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

het bedrijf Plastimetal Joris Ide de dom<strong>in</strong>ant, nl. 11ha 20a 53ca ten noorden van de Akkerstraat en 1ha 84a 44ca recente<br />

aankopen uitbreid<strong>in</strong>gsoppervlakte ten zuiden van de Akkerstraat. Via een PRUP werd nog een uitbreid<strong>in</strong>g toegevoegd van 1,4<br />

ha (MB 28/08/2006). Ondertussen vraagt het zeer expansieve bedrijf een nieuwe uitbreid<strong>in</strong>g van een 5-tal ha.<br />

- LO Hille Zuid: de uitgifte door de WVI startte <strong>in</strong> 2002. Alle 29 percelen zijn verkocht en bebouwd. B<strong>in</strong>nen dit terre<strong>in</strong> heeft de<br />

WVI een projectzone van 5.640 m² gerealiseerd voor een bedrijfsverzamelgebouw. Er worden vanaf 2009 een vijftal koop- en<br />

huurmodules met koopoptie aangeboden worden.<br />

- RO Hille Noord: de uitgifte door de WVI startte <strong>in</strong> 2002. Alles is verkocht. Er zijn 3 bedrijven gevestigd. Het bedrijventerre<strong>in</strong><br />

werd via een PRUP (28/08/2008) uitgebreid <strong>in</strong> functie van de bedrijven Degroote en Terraplant. De totale oppervlakte<br />

bedraagt 12,5 ha, waarvan 10,5 <strong>in</strong>genomen door Degroote Trucks en Trailers<br />

- RO Hille Zuid: de uitgifte door de WVI startte <strong>in</strong> 2002. Alle percelen zijn verkocht.<br />

6.2.4 Behoefte aan nieuwe lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

6.2.4.1 Methodiek<br />

Om een ram<strong>in</strong>g van de behoefte aan lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en te kennen staan <strong>in</strong> het richt<strong>in</strong>ggevend gedeelte van het Prov<strong>in</strong>ciaal<br />

<strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> twee methodes:<br />

1. ofwel op basis van extrapolatie van de verkoop van bedrijfsgrond (op basis van het gemiddelde over de laatste 20 jaar of op<br />

basis van een relevante 10-jarenperiode sedert 1980) voor nieuwe, uitbreidende en herlokaliserende bedrijven<br />

2. ofwel op basis van kennis van de vraag naar bedrijfsgrond (bv. op basis van een enquêter<strong>in</strong>g bij de aanwezige bedrijvigheid om<br />

gegevens over gewenste uitbreid<strong>in</strong>g of herlokalisatie te kennen, gegevens van een terre<strong>in</strong>beheerder)<br />

Het is aangewezen om deze bereken<strong>in</strong>g op de twee manieren te doen en dan te vergelijken of dit een vergelijkbare uitkomst<br />

genereert. Daaruit kan dan besloten worden dat de ram<strong>in</strong>g adequaat uitgevoerd is. De ram<strong>in</strong>g van de behoefte wordt niet<br />

opgesplitst naar de twee structuurondersteunende hoofdkernen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Zwevezele, maar gebeurt gezamenlijk. In een bredere<br />

ruimtelijke context kan immers besloten worden dat de deelkern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> eerder bij de zone Tielt-Brugge aansluit op economisch<br />

vlak en dat deelkern Zwevezele eerder aansluit naar Torhout en Roeselare.<br />

De behoefte aan regionale bedrijventerre<strong>in</strong>en wordt hier niet behandeld.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 139


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.2.4.2 Scenario 1: Extrapolatie verkoopscijfers van 1994-2006 voor percelen kle<strong>in</strong>er dan 5.000 m².<br />

- Bij deze methode wordt de ram<strong>in</strong>g van de behoefte opgebouwd via de verkoopscijfers van een relevante periode tussen<br />

1.1.1994 en 31.05.2006. Vóór 1994 was er <strong>in</strong> de gemeente geen aanbod van uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en en bouwrijpe<br />

terre<strong>in</strong>en.<br />

- Tijdens de periode 1994 tot mei 2006 werd er <strong>in</strong> totaal voor 421.525 m² als ambachtelijke zonebestemde terre<strong>in</strong>en verkocht<br />

aan lokale en regionale bedrijven.Hiervan werd er 333.065 m² verkocht via de WVI. Daarnaast werden er 88.460 m² verkocht<br />

tussen particulieren en bedrijven of tussen bedrijven onderl<strong>in</strong>g via 15 transacties.<br />

- Het aandeel van de lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en - Verrekijker LO (60.282 m² <strong>in</strong> 25 verkopen) en Hille Zuid LO (84.724 m² <strong>in</strong> 29<br />

verkopen) is samen 145.006 m² <strong>in</strong> 54 verkopen. Over een periode van bijna 12,5 jaar of 11.600 m² per jaar of een gemiddelde<br />

oppervlakte van 2.685 m² per lot. Over die periode bedraagt het gemiddeld aantal verkopen op lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en per<br />

jaar : 54 : 12,5 = 4,32.<br />

- Er wordt gerekend dat de netto-oppervlakte slechts 80 % bedraagt van de benodigde bruto-oppervlakte voor wegenis en<br />

openbare groenzones. De 11.600 m² netto verkochte oppervlakte per jaar vertegenwoordigt dus een bruto behoefte van<br />

14.500 m².<br />

- Voor de behoeftebereken<strong>in</strong>g gaan we uit van een ontwikkel<strong>in</strong>gstermijn van 4 jaar, een bestemm<strong>in</strong>gsvoorraad van 10 jaar zodat<br />

er een ijzeren voorraad kan aangehouden worden tot 2017 en een bouwrijpe ijzeren voorraad van 2 jaar na realisatie.<br />

S<strong>in</strong>ds 23/11/2005 is er een bestemm<strong>in</strong>gsvoorraad van 4,5 ha die s<strong>in</strong>ds midden 2008 bouwrijp is. De verkoopbare<br />

oppervlakte bedraagt 31.573 m². Hiervoor is per 1 maart 2009 reeds 21.030 m² verkocht (12 percelen). De resterende<br />

oppervlakte 10.543 m² is <strong>in</strong> optie bij 5 bedrijven. De kandidatenlijst die loopt van 2 februari 2006 telt momenteel 32<br />

kandidaten met een vraag van 76.760 m². 23 kandidaten komen uit de deelgemeente, 3 kandidaten uit de deelgemeente<br />

Zwevezele en 6 kandidaten uit andere gemeenten.<br />

- Bij realisatie van bouwrijpe percelen op 1.1.2009 bedraagt de behoefte voor de planperiode 2007-2017 aldus :<br />

uitgestelde behoefte 2007 en 2008 (2 jaar)<br />

bestemm<strong>in</strong>gsvoorraad planperiode 2007-2017 (8 jaar)<br />

ijzeren voorraad van twee jaar na afloop planperiode 2007-2020 (2 jaar)<br />

totaal : 12 jaar<br />

Nettobehoefte : 11.600 m² x 12 jaar = 139.200 m²<br />

Brutobehoefte : 139.200 x 100 /80 = 174.000 m² of 17 ha 40 ca<br />

Nieuw te bestemmen terre<strong>in</strong>en: 17ha 40a – 4 ha 50a (Verrekijker uitbreid<strong>in</strong>g) = 12 ha 90 are.<br />

6.2.4.3 Scenario 2: Behoefteram<strong>in</strong>g op basis van de vraag naar bedrijfsgrond<br />

Het gemeentebestuur en de WVI houden een apart klassement bij van alle aanvragen van bedrijven die schriftelijk een aanvraag<br />

hebben <strong>in</strong>gediend naar bedrijfsgrond. Bij <strong>in</strong>ventarisatie van deze aanvragen komen we tot volgend resultaat:<br />

1. Periode 1998-1999 : 31 aanvragen; hier dient opgemerkt dat dit net de periode was dat de wegenis van de bedrijvenzone<br />

Verrekijker <strong>in</strong> aanleg was. Er kan vastgesteld worden dat de aanvragen zich dus duidelijk naar deze bedrijvenzone richten.<br />

2. Periode 2000-2001 : 15 aanvragen; hier dient opgemerkt dat <strong>in</strong> deze periode geen bedrijventerre<strong>in</strong> <strong>in</strong> aanleg was. De vraag<br />

naar bedrijfsgrond van de lokale bedrijven daalt dan ook.<br />

3. Periode 2002 – 2003 : 40 aanvragen; <strong>in</strong> deze periode was de bedrijvenzone Hille Zuid LO <strong>in</strong> aanleg. Het blijkt uit de aanvragen<br />

dat dit een <strong>in</strong>vloed heeft op de hoeveelheid van de aanvragen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 140


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

4. Periode 2004-2008: 76 aanvragen, waarvan openstaande vragen 35 voor Hille. Voor Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g 17 verkocht of<br />

opties en 24 nog openstaande vragen.<br />

5. Na de verkoop van 12 percelen op Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g en de 5 opties voor de resterende percelen blijft er nog een<br />

gemeentelijke kandidatenlijst voor lokaal bedrijfsterre<strong>in</strong> Verrekijker van 24 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 54.100<br />

m². Hiervan zijn 22 bedrijven afkomstig van uit de eigen gemeente met een oppervlakte vraag van 47.100 m² (87 %).<br />

Voor lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> Hille zijn er via de WVI vragen van 35 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 69.350 m².<br />

Hiervan zijn 14 bedrijven afkomstig van de eigen gemeente met een oppervlakte vraag van 2100 m² (30 %).<br />

De actuele vraag bedraagt aldus 59 verschillende handelszaken voor een totale opp. van 12 ha 34 a 50 ca.<br />

6. Uit de Plectrum<strong>in</strong>ventaris (p. 43 – 45) blijken er <strong>in</strong> de gemeente nog een tachtigtal niet-agrarische bedrijfsgebouwen en<br />

bedrijfsactiviteiten gesitueerd te zijn <strong>in</strong> het agrarische gebied.<br />

Hierbij bev<strong>in</strong>den zich diverse bedrijven met een aanzienlijke ruimtebeslag : grondwerken, transport, tu<strong>in</strong>aanleg, aannemer.<br />

Er mag verwacht worden dat een deel van deze bedrijven zich zal moeten herlocaliseren ifv. expansie of ruimtelijk beleid.<br />

Wanneer 10 bedrijven hiertoe besluiten met een gemiddelde lotgrootte van 2500 m² vergt dit ook 2,5 ha.<br />

6.2.4.4 Factoren die zorgen voor bijkomende druk op bedrijvenzones<br />

- Het beleid is er op gericht om geen nieuwe bedrijven toe te laten <strong>in</strong> de landbouwzone en bestaande bedrijven bij behoefte aan<br />

belangrijke schaalvergrot<strong>in</strong>g te herlocaliseren op bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

- B<strong>in</strong>nen de landbouwzones bev<strong>in</strong>den zich een aantal bedrijven <strong>in</strong> de sfeer van afbraak, recuperatie en grondwerken die daar<br />

de facto zonevreemd zijn, maar er gedoogd worden. Nieuwe dergelijke bedrijven zijn zeer ruimtebehoevend, alsook de<br />

herlokalisatie van de bestaande. Strenger beleid zal bijkomende ruimte vragen genereren op bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

- Productiebedrijven staan onder een cont<strong>in</strong>ue maatschappelijke druk om de woonzones te verlaten. Ook bij m<strong>in</strong>der h<strong>in</strong>derende<br />

bedrijfsactiviteiten wordt bij nieuwe <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen of uitbreid<strong>in</strong>gsbehoefte steeds meer de afweg<strong>in</strong>g gemaakt of een<br />

herlokalisatie op een bedrijventerre<strong>in</strong> geen grotere bedrijfszekerheid biedt. De hoogoplopende bouwgrondprijzen <strong>in</strong> de<br />

woonzones en de milieureglementer<strong>in</strong>g zijn factoren die stimulerend werken bij deze bedrijfseconomische afweg<strong>in</strong>gen.<br />

- De economische evolutie en marktwerk<strong>in</strong>g zorgt er ook voor dat een aantal bedrijfsactiviteiten verschuiven van de stedelijke<br />

naar de meer landelijke bedrijventerre<strong>in</strong>en of geen kans krijgen zich op stedelijke bedrijventerre<strong>in</strong>en te vestigen omwille van<br />

te groot ruimtebeslag of kwalitatieve verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g.<br />

- Het nieuwe Europese landbouwbeleid laat vermoeden dat zowel schaalvergrot<strong>in</strong>g en uitstoot van agrarische<br />

productiekrachten zal verdergaan. De gemeente en de regio worden bijgevolg verder geconfronteerd met de noodzaak tot<br />

reconversie en dient daartoe een aanbodbeleid <strong>in</strong>zake bedrijventerre<strong>in</strong>en te voeren om het ondernemerschap dat de<br />

landbouw verlaat op te vangen.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 141


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.2.5 Confrontatie van aanbod en behoefte<br />

6.2.5.1 projectontwikkel<strong>in</strong>g en ijzeren voorraad<br />

Het traject van publieke projectontwikkel<strong>in</strong>g omvat mogelijks vier fasen, nl.<br />

- realiseren van bestemm<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g (1jaar)<br />

- grondverwerv<strong>in</strong>g (1jaar)<br />

- <strong>in</strong>frastructuuraanleg (m<strong>in</strong>imaal 2 jaar)<br />

- verkoop bouwrijpe gronden (6 maanden)<br />

Wanneer alle stappen van het traject van publieke projectontwikkel<strong>in</strong>g nog dienen doorlopen te worden, is een ontwikkel<strong>in</strong>gstermijn<br />

van 4 jaar een absoluut m<strong>in</strong>imum en 5 of 6 jaar eerder realistisch.<br />

Het huidig <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> Vlaanderen voorziet geen Ijzeren voorraad bij de behoeftenbereken<strong>in</strong>g. In het Vlaams<br />

Regeerakkoord is sprake van een Ijzeren voorraad van drie jaar voor bestemde terre<strong>in</strong>en en drie jaar voor bouwrijpe terre<strong>in</strong>en.<br />

Gezien hierboven is aangetoond dat het doorlopen van de vier fasen van trajectontwikkel<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imum 4 jaar en vlug 6 jaar bedraagt,<br />

betekent dit dat de projectontwikkel<strong>in</strong>g best 6 jaar start vooraleer het aanbod noodzakelijk is. Anders blijft er een vraagmarkt<br />

bestaan waarbij het aanbod voortdurend achter de vraag aanholt.<br />

6.2.5.2 Conclusies m.b.t. ontwikkel<strong>in</strong>g lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

Zowel het lange tijdstraject voor het ontwikkelen van nieuwe lokale bedrijventerre<strong>in</strong>en, de behoefte om over te stappen van een<br />

cont<strong>in</strong>ue vraagsituatie naar een cont<strong>in</strong>ue aanbodbeleid, de uitstot<strong>in</strong>g van ambachtelijke activiteiten uit woon- en landbouwzones en<br />

de druk en potenties <strong>in</strong>zake het lokaal ondernemerschap door de snel krimpende landbouwtewerkstell<strong>in</strong>g versterken de behoefte aan<br />

het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

Zowel bij extrapolatie van de verkoop van bedrijfsgrond als op basis van de kennis van de vraag blijkt er een grote blijvende<br />

behoefte aan bedrijfsgrond.<br />

De extrapolatie van de netto behoefte tot 2017 wordt geraamd op 11.000 m² per jaar x 12 jaar = 139.200 m². Vermits de<br />

nettobehoefte slechts 80 % is van de brutobehoefte bedraagt deze 14.500 m² x 12 jaar = 174.000 m²of 17ha 40a .<br />

Na aftrek van Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g is dit nog: 12 ha 90 are. De vraag via de kandidatenlijsten, na aftrek van de verkopen (12) en<br />

opties (5) voor Verrekijker-uitbreid<strong>in</strong>g, telt <strong>in</strong> totaal 59 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 12 ha 34a 50 ca<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 142


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

6.3 Socio-culturele en recreatieve behoeften <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong><br />

Vanuit het gemeentebestuur zijn een aantal concrete behoeften aan de oppervlakte gekomen:<br />

- De bestaande voetbal<strong>in</strong>frastructuren voldoen niet meer aan de vraag b<strong>in</strong>nen de gemeente. Zowel <strong>in</strong> de kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> als <strong>in</strong> de<br />

kern Zwevezele bestaat de wens om de voetbalterre<strong>in</strong>en uit te breiden met meerdere terre<strong>in</strong>en.<br />

- Er zijn geen tennisfaciliteiten <strong>in</strong> de gemeente.<br />

- De huidige voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zake speelple<strong>in</strong>en zijn te kle<strong>in</strong> en voldoen niet meer aan de huidige behoeften.<br />

- De kern <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is arm aan openbare groenvoorzien<strong>in</strong>gen. Daarom is het de wens om bij de uitbreid<strong>in</strong>g en het sportcentrum<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> een parkaanleg te realiseren en ook een rand- en speelbos te voorzien.<br />

- De behoefte aan een polyvalente open ruimte plek op het sportcentrum Zwevezele.<br />

- De faciliteiten van de zaalsporten moeten worden uitgebreid.<br />

- De nood aan bijkomende nieuwe kleedkamers, een polyvalente b<strong>in</strong>nenspeelruimte en een matsportenzaal werd <strong>in</strong> 2007<br />

opgelost door de bouw van de Tuimelaar op het duiveltjesterre<strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong>.<br />

- De behoefte aan een bijkomende nieuwe sporthal aansluitend bij de bestaande sporthal te Zwevezele om te voldoen aan de<br />

vraag van de lokale clubs.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 143


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

7 Globale sterkten – en zwaktenanalyse<br />

Op basis van de analyses uit het <strong>in</strong>formatief deel kunnen een aantal sterkten en zwakten <strong>in</strong> de bestaande ruimtelijke structuur van<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong> worden aangeduid. Deze sterke punten uit de bestaande ruimtelijke structuur zullen vertaald kunnen worden als mogelijke<br />

kansen voor de gewenste ruimtelijke structuur. Ook de zwakke punten kunnen uit de bestaande ruimtelijke structuur gehaald<br />

worden. Deze kunnen mogelijk leiden tot bedreig<strong>in</strong>gen voor de gewenste ruimtelijke structuur.<br />

7.1 Knelpunten en bedreig<strong>in</strong>gen<br />

Nederzett<strong>in</strong>gsstructuur<br />

- Zeer hoog aandeel verspreide bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het agrarisch gebied, en met een hoge densiteit. Deze verspreide bebouw<strong>in</strong>g<br />

herbergt een diversiteit van kle<strong>in</strong>e en middelgrote economische activiteiten.<br />

- Permanente bewon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” en het ontbreken van een aantal nutsvoorzien<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> deze zone.<br />

- Vergroei<strong>in</strong>g van de woonkernen en -concentraties door l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g langs de Ruiseledesteenweg, Beernemsteenweg,<br />

Zeswegenstraat, de N50,...<br />

- Verstoren van schaalevenwichten bij <strong>in</strong>plant<strong>in</strong>g van appartementen <strong>in</strong> de dorpskernen<br />

- Hoog percentage aan oudere bevolk<strong>in</strong>g, en een toenemend aandeel alleenstaanden.<br />

- Een hoog aantal won<strong>in</strong>gen zonder kle<strong>in</strong> comfort.<br />

- Beperkt aantal sociale huurwon<strong>in</strong>gen, namelijk 2,2% van het totaal aantal won<strong>in</strong>gen<br />

Economische structuur<br />

- Jarenlang ontbreken van aanbod aan uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en Leidde <strong>in</strong> het verleden tot de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

zonevreemde bedrijven<br />

- Hoog aantal geïsoleerde kle<strong>in</strong>schalige zonevreemde economische activiteiten met behoefte aan bedrijfszekerheid.<br />

- Slechte ruimtelijke <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> het landschap van het bedrijf Unifrost.<br />

- Slechte <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> het landschap van het bedrijventerre<strong>in</strong> Wildenburg.<br />

- Het aanbod uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en op Hille en Verrekijker is tussen 2002 en 2008 volledig uitverkocht en er is nog<br />

geen nieuw bestemm<strong>in</strong>gsaanbod op Hille<br />

Verkeersstructuur<br />

- Gevaar dat mogelijke tonnagebeperk<strong>in</strong>g op N35 tussen N50 en afrit Lichtervelde (E403) leidt tot bijkomend doorgaand<br />

vrachtverkeer <strong>in</strong> het centrum van Zwevezele (N370 tussen N40 en Lichtervelde).<br />

- Barrièrewerk<strong>in</strong>g van de N50 en verkeersveiligheidsproblemen ter hoogte van de doorgang te Hille.<br />

- <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> beschikt niet over een station, en is daarvoor aangewezen op Beernem, Tielt of Lichtervelde.<br />

- Doorgaand vrachtverkeer op de N370 <strong>in</strong> het centrum van <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> (Beernemstraat)<br />

- Een gebrek aan verb<strong>in</strong>dende fietspaden langsheen de gewestweg N370, zowel tussen <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> en Beernem, als tussen<br />

Zwevezele en Lichtervelde.<br />

- Ontbreken van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg, Rozendalestraat en deel van de Egemstraat.<br />

Natuurlijke structuur<br />

- Veel beken zijn rechtgetrokken of plaatselijk <strong>in</strong>gedijkt, en vertonen een slechte kwaliteit van het oppervlaktewater, wegens het<br />

nog gedeeltelijk ontbreken van <strong>in</strong>dividuele of bovengemeentelijke zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>frastructuur.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 144


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

- Verdrog<strong>in</strong>g van natte weilanden met belangrijke ecologische potenties door dra<strong>in</strong>age en een verhog<strong>in</strong>g van de<br />

afvoercapaciteit van de waterlopen.<br />

- Dal<strong>in</strong>g van de biodiversiteit en kwalitatieve achteruitgang van de vegetatie als het gevolg van vroegere vermest<strong>in</strong>g van de<br />

bodem.<br />

- De verdwijn<strong>in</strong>g van ’kle<strong>in</strong>e landschapselementen langs beekvalleien.<br />

Landschappelijke structuur<br />

- Veel kle<strong>in</strong>e landschapselementen (bomenrijen, houtkanten, poelen,...) zijn de laatste decennia verdwenen (o.a. als gevolg van<br />

de schaalvergrot<strong>in</strong>g van de landbouw). Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid<br />

van de landschappen.<br />

- Versnipper<strong>in</strong>g van het landschap door de uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>frastructuren en de toenemende druk van bedrijfsgebouwen en<br />

won<strong>in</strong>gen.<br />

Agrarische structuur<br />

- De landbouwbedrijven hebben te kampen met grote mestoverschotten. Dit veroorzaakt een landbouwgebruik op marg<strong>in</strong>ale<br />

gronden als gevolg van de toenemende vraag naar landbouwgrond.<br />

- Landbouwgebruik <strong>in</strong> niet-agrarische bestemm<strong>in</strong>gen houdt problemen <strong>in</strong> naar de toekomst.<br />

Recreatieve structuur<br />

- Aanwezigheid van enkele zonevreemde recreatieterre<strong>in</strong>en met zeer beperkte landschappelijke impact langs de Rickvoetweg en<br />

de Vrijgeweidstraat.<br />

- Ontbreken van voldoende speelple<strong>in</strong><strong>in</strong>frastructuur op wijkniveau.<br />

- Uitbreid<strong>in</strong>gsbehoefte bij sportcentrum Zwevezele is acuut.<br />

7.2 Kwaliteiten en Potenties<br />

Nederzett<strong>in</strong>gsstructuur<br />

- Snelle verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de voorbije tien jaar van de won<strong>in</strong>gkwaliteit door renovatie en hernieuwbouw..<br />

- Grote groengebieden zoals Wildenburg en S<strong>in</strong>t-Pietersveld zorgen voor een hoge kwaliteit van de woonomgev<strong>in</strong>g.<br />

- Grotere aandacht voor de woonomgev<strong>in</strong>g biedt mogelijkheden voor kwalitatieve opwaarder<strong>in</strong>g van het landschap.<br />

- Valoriseren van uitbreid<strong>in</strong>gsmogelijkheden <strong>in</strong> de kernen<br />

Economische structuur<br />

- <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is <strong>in</strong> het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt omwille van haar impact op de tewerkstell<strong>in</strong>g.<br />

- Nagenoeg alle solitaire grootschalige zonevreemde bedrijven zijn opgenomen <strong>in</strong> een sectoraal BPA voor zonevreemde<br />

economische activiteiten.<br />

- Groei van de tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de secundaire en tertiaire sector.<br />

- Er blijft een grote vraag naar een aanbod aan uitgeruste bedrijventerre<strong>in</strong>en.<br />

- Beschikbare uitbreid<strong>in</strong>gsmogelijkheden bij lokaal bedrijventerre<strong>in</strong> “Verrekijker” en het regionaal en lokaal bedrijventerre<strong>in</strong><br />

“Hille”.<br />

- De goede ligg<strong>in</strong>g en ontsluit<strong>in</strong>gsmogelijkheden van het bedrijventerre<strong>in</strong> Hille.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 145


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

Verkeerstructuur<br />

- Zeer goede ontsluit<strong>in</strong>g door ligg<strong>in</strong>g midden<strong>in</strong> het driehoekig maas gevormd door de E40, de E403 en de N37.<br />

- Verdere uitbouw van het functioneel en toeristisch fietsroutenetwerk<br />

- Afstemm<strong>in</strong>g van de buslijn naar Beernem op de tre<strong>in</strong>uren.<br />

Natuurlijke structuur<br />

- De verschillende boscomplexen hebben een belangrijke ecologische, cultuurhistorische en wetenschappelijke waarde: ze<br />

bevatten relicten van fauna en flora welke <strong>in</strong> de vroegere veldgebieden voorkwamen.<br />

- Een aantal beekvalleien bevatten nog belangrijke vochtige en/of natte gebieden.<br />

- Goede kansen voor natuurontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Poekebeekbekken daar dit gebied <strong>in</strong>tegraal deel uitmaakt van het<br />

bescherm<strong>in</strong>gsgebied voor dr<strong>in</strong>kwaterw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van het waterproductiecentrum te Kluizen.<br />

Landschappelijke structuur<br />

- Nog vrij veel samenhangende en herkenbare relictzones van de traditionele landschappen (vooral van de veldgebieden).<br />

- De ontwikkel<strong>in</strong>g van een landschapstrategie die coherent is met de bestaande landschapskenmerken, namelijk een gemengd,<br />

bedrijvig landschap, door mensen bewoond en gemaakt.<br />

- Deelname aan Regionaal Landschap Houtland en land<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsproject Brugse Veldzone.<br />

Agrarische structuur<br />

- De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> is een belangrijke mededrager van actieve lokale gemeenschappen <strong>in</strong> het landelijk gebied. In<br />

de toekomst dient hieromtrent een belangrijke impuls gegeven te worden om de leefbaarheid van de verspreide bebouw<strong>in</strong>g te<br />

garanderen.<br />

- De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> zal, als onderdeel van agri-bus<strong>in</strong>ess-complexen, een belangrijke economische<br />

productiefactor blijven.<br />

- De land- en tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> kan fungeren als medebeheerder van natuurwaarden en een aantrekkelijk landschap, alsook<br />

als partner <strong>in</strong> een recreatief medegebruik van het landelijk gebied.<br />

Recreatieve structuur<br />

- Wildenburg/S<strong>in</strong>t-Pietersveld en recreatiebad “De Alk” bieden vele recreatieve mogelijkheden, en hebben een regionale<br />

uitstral<strong>in</strong>g.<br />

- Verdere uitbouw van het recreatief voetgangers- en fietsersnetwerk.<br />

- De opname van de gemeente <strong>in</strong> de toeristisch-recreatieve zone van het Brugse ommeland geeft een extra impuls aan de<br />

promotie van de recreatieve mogelijkheden.<br />

- De uitbreid<strong>in</strong>g van sportcentrum <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> tot een recreatief sportpark en de verdere uitbreid<strong>in</strong>g en ruimtelijke opwaarder<strong>in</strong>g<br />

van het sportcentrum Zwevezele.<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 146


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

8 Bijlagen<br />

8.1 Statistische gegevens op niveau van statistische sectoren<br />

8.1.1 Tabellen betreffende bevolk<strong>in</strong>gsevolutie<br />

1981 1991 2001 2004 EVOLUTIE 1981-2004<br />

ABS. %<br />

WINGENE-KERN 3.179 3.167 3.457 3.540 +361 +11,4<br />

ZWEVEZELE-KERN 2.363 2.225 2.184 2.260 -103 -4,4<br />

HILLE 636 770 885 933 +297 +46,7<br />

NIEUW-ZWEVEZELE 180 212 259 253 +73 +40,6<br />

WULFHOEK 191 188 246 264 +73 +38,2<br />

WILDENBURG 148 129 167 197 +49 +33,1<br />

SINT-JAN 469 463 475 459 -10 -2,1<br />

VERSPREIDE BEBOUWING 5.021 4.792 4.974 4.990 -31 -0,6<br />

TOTAAL 12.188 11.949 12.647 12.896 +708 +5,8<br />

tabel 23 : bevolk<strong>in</strong>gsevolutie per deelgebied, 1981-2004<br />

Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001 en 2004<br />

Opmerk<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> sommige gevallen kan het zijn dat de som van de bevolk<strong>in</strong>g of van de gez<strong>in</strong>nen van alle deelgebieden, lager is dan het totaal van de gemeente. Dit is te wijten aan (een<br />

beperkt aantal) niet te lokaliseren personen <strong>in</strong> de gemeente. Gezien het hier over zeer kle<strong>in</strong>e aantallen gaat, worden deze cijfers buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten bij het onderzoek van de<br />

verschillende deelgebieden.<br />

0-14 JAAR 15-64 JAAR + 65 JAAR<br />

1981 1991 2001 ’81-‘01 1981 1991 2001 ’81-‘01 1981 1991 2001 ’81-‘01<br />

WINGENE-KERN 664 582 581 -12,5% 1.996 2.062 2.254 +12,9% 519 523 622 +19,8%<br />

ZWEVEZELE-KERN 432 335 339 -21,5% 1.558 1.473 1.264 -18,9% 373 417 581 +55,8%<br />

HILLE 109 151 180 +65,1% 417 510 580 +39,1% 110 109 125 +13,6%<br />

NIEUW-ZWEVEZELE 40 47 60 +50,0% 121 140 171 +41,3% 19 25 28 +47,4%<br />

WULFHOEK 52 36 40 -23,1% 113 120 183 +61,9% 26 32 23 -11,5%<br />

WILDENBURG 32 21 34 +6,3% 93 91 114 +22,6% 23 17 19 -17,4%<br />

SINT-JAN 127 97 98 -22,8% 292 312 313 +7,2% 50 54 64 +28,0%<br />

VERSPREIDE 964 838 958 -0,6% 3.285 3.221 3.162 -3,7% 772 733 854 +10,6%<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 147


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

TOTAAL 2.420 2.108 2.290 -5,4% 7.875 7.931 8.041 +2,1% 1.893 1.910 2.316 +22,3%<br />

tabel 24 : evolutie van de bevolk<strong>in</strong>g per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001<br />

Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001<br />

BEVOLKING<br />

WINGENE<br />

GEMIDDELDE GEZINSGROOTTE<br />

AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN<br />

WINGENE ARR. TIELT WEST-VL. VL. GEWEST WINGENE EVOLUTIE INDEX<br />

1981 12.187 3,03 3,08 2,87 2,86 3.946 - 100<br />

1991 11.945 2,72 2,83 2,63 2,62 4.311 +365 109<br />

1997 12.321 2,66 2,68 2,49 2,48 4.636 +325 117<br />

2001 12.647 2,59 2,59 2,41 2,41 4.874 +238 124<br />

2007 13.328 2,55 2,54 2,37 2,40 5.227 +353 132<br />

tabel 25<br />

: evolutie van de gez<strong>in</strong>sgrootte <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen<br />

Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 1997, 2001,2007<br />

1981 1991 2001 evolutie 1981-2001<br />

meer dan alleenwonenden<br />

meer dan alleen-<br />

meer dan alleen-<br />

meer dan alleen-<br />

1 persoon<br />

1 persoon wonenden 1 persoon wonenden 1 persoon wonenden<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 898 149 933 210 1.041 304 +19,9% +104,0%<br />

Zwevezele-kern 684 104 693 134 668 239 -2,3% +129,8%<br />

Hille 191 34 236 49 274 57 +43,5% +67,6%<br />

Nieuw-Zwevezele 55 3 70 6 80 9 +45,5% +200,0%<br />

Wulfhoek 55 3 59 4 80 11 +45,5% +266,7%<br />

Wildenburg 43 6 37 9 50 10 +16,3% +66,7%<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 132 16 135 24 134 41 +1,5% +156,25%<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 1.418 154 1.441 271 1.469 407 +3,6% +164,3%<br />

Totaal 3.476 470 3.604 707 3.796 1.078 +9,2% +129,4%<br />

tabel 26 : evolutie van het aantal particuliere gez<strong>in</strong>nen per deelgebied, 1981-2001<br />

Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 148


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

8.1.2 Tabellen betreffende de huisvest<strong>in</strong>gssituatie<br />

Voor 1919 1919-1945 1946-1960 1961-1970 1971-1981 1981-1990 1991-1995 na 1995 Onbek Totaal<br />

Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. Abs.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 136 10,1 113 8,4 141 10,5 131 9,7 229 17,0 131 9,7 119 8,8 125 9,3 223 1.348<br />

Zwevezele-kern 110 12,4 95 10,7 134 15,1 148 16,7 75 8,4 61 6,8 40 4,5 64 7,2 162 889<br />

Hille 50 14,9 26 7,8 31 9,2 20 6,0 25 7,5 59 17,6 38 11,3 38 11,3 48 335<br />

Nieuw-Zwevezele 6 6,8 1 1,1 15 17,0 16 18,2 8 9,1 11 12,5 14 15,9 10 11,4 7 88<br />

Wulfhoek 6 6,6 4 4,3 3 3,3 14 15,4 20 22,0 6 6,6 14 15,4 14 15,4 10 91<br />

Wildenburg 6 10,7 4 7,1 6 10,7 3 5,4 8 14,3 2 3,6 3 5,4 17 30,4 7 56<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 15 8,5 14 7,9 20 11,3 28 15,8 27 15,2 17 9,6 10 5,6 8 4,5 38 177<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 400 21,5 207 11,1 137 7,4 152 8,2 173 9,3 183 7,8 145 7,8 136 7,3 329 1.862<br />

Totaal 729 15,0 464 9,6 487 10,1 512 10,6 565 11,7 470 9,7 383 7,9 412 8,5 819 4.846<br />

Vlaams gem. % 7,5 12,0 13,0 12,5 13,7 9,0 12,3 (na 1991)<br />

tabel 27 : ouderdom van de woongebouwen, NIS, VOLKSTELLING 2001<br />

groot comfort middelmatig kle<strong>in</strong> comfort geen comfort onbekend totaal<br />

abs. % abs. % abs. % abs. % abs. abs.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 709 52,6 157 11,6 389 28,9 66 4,9 27 1.348<br />

Zwevezele-kern 396 44,5 83 9,3 313 35,2 73 8,2 24 889<br />

Hille 174 52,0 24 7,2 109 32,5 18 5,4 10 335<br />

Nieuw-Zwevezele 88 52,3 3 3,4 31 35,2 6 6,8 2 88<br />

Wulfhoek 56 61,5 4 4,4 25 27,5 4 4,4 2 91<br />

Wildenburg 34 60,7 4 7,1 13 23,2 4 7,1 1 56<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 83 46,9 11 6,2 60 33,9 19 10,7 4 177<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 788 42,3 105 5,6 736 39,5 167 9,0 66 1.862<br />

Totaal 2.286 47,2 391 8,1 1.676 34,6 357 7,4 136 4.846<br />

Vlaams gem. % 54,5 13,6 24,4 4,9<br />

tabel 28 : comfort van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 149


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

open bebouw<strong>in</strong>g halfopen bebouw<strong>in</strong>g gesloten bebouw<strong>in</strong>g appartement totaal<br />

abs. % abs. % abs. % abs. % abs.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 616 45,7 304 22,6 323 24,0 75 5,6 1.348<br />

Zwevezele-kern 276 31,0 271 30,5 258 29,0 62 7,0 889<br />

Hille 186 55,5 75 22,4 56 16,7 18 3,9 335<br />

Nieuw-Zwevezele 79 89,8 2 2,3 4 4,5 0 0 88<br />

Wulfhoek 79 86,8 7 77,0 5 5,5 0 0 91<br />

Wildenburg 39 69,6 9 16,1 4 7,1 0 0 56<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 126 71,2 34 19,2 12 6,8 5 2,8 177<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 1.447 77,7 217 11,7 121 6,5 19 1,0 1.862<br />

Totaal 2.848 58,8 919 19,0 783 16,2 174 3,6 4.846<br />

Vlaams gem. % 36,1 20,4 22,6 20,0<br />

tabel 29 : aard van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001<br />

< 35m² 35-54 m² 55-84 m² 85-104 m² 105-124 m² >125 m² onbekend Totaal<br />

abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % Abs. abs.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 98 7,3 234 17,4 318 23,6 281 20,8 164 12,2 110 8,2 143 1.348<br />

Zwevezele-kern 75 8,4 175 19,7 196 22,0 169 19,0 100 11,2 73 8,2 101 889<br />

Hille 19 5,7 55 16,4 71 21,2 75 22,4 50 14,9 40 11,9 25 335<br />

Nieuw-Zwevezele 4 4,5 15 17,0 15 17,0 19 21,6 12 13,6 15 17,0 8 88<br />

Wulfhoek 8 8,8 11 12,1 13 14,3 14 15,4 23 25,3 13 14,3 9 91<br />

Wildenburg 5 8,9 6 10,7 12 21,4 13 23,2 14 0,25 4 7,1 2 56<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 14 7,9 24 13,6 43 24,3 37 20,1 24 13,6 14 7,9 21 177<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 156 8,4 306 16,4 426 22,9 352 18,9 253 13,6 176 9,4 193 1.862<br />

Totaal 379 7,8 826 17,0 1.094 22,6 960 19,8 640 445 502 4.846<br />

Vlaams gem. % 8,0 17,5 25 19,9 11,6 8,9<br />

tabel 30 : de grondoppervlakte van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 150


SumResearch / <strong>Gemeentelijk</strong> <strong>Ruimtelijk</strong> <strong>Structuurplan</strong> <strong>W<strong>in</strong>gene</strong> – <strong>in</strong>formatief gedeelte<br />

eigenaars huurders woont kosteloos onbekend aantal part. won<strong>in</strong>gen<br />

abs. % abs. % abs. % abs. % abs.<br />

<strong>W<strong>in</strong>gene</strong>-kern 1.038 77,0 287 21,3 16 1,2 27 2,0 1.348<br />

Zwevezele-kern 704 79,2 167 18,8 9 1,0 16 1,8 889<br />

Hille 274 81,8 58 17,3 4 1,2 1 0,3 335<br />

Nieuw-Zwevezele 79 89,8 7 8,0 1 1,1 1 1,1 88<br />

Wulfhoek 85 93,4 4 4,4 2 2,2 0 0 91<br />

Wildenburg 49 87,5 6 10,7 0 0 1 1,7 56<br />

S<strong>in</strong>t-Jan 139 78,5 27 15,3 9 10,1 16 1,8 177<br />

Verspreide bebouw<strong>in</strong>g 1.489 80,0 300 16,1 33 1,8 48 2,6 1.862<br />

Totaal 3.857 79,6 856 17,7 71 1,5 100 2,1 4.846<br />

Vlaams gem. % 66,2 30,9 1,9 2,7<br />

tabel 31 : eigendomsstructuur van de won<strong>in</strong>gen, NIS, VOLKSTELLING 2001<br />

<strong>1801</strong>/bx.sv 151

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!