Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke
Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke
Definitief Rapport Cluster - Landinrichting Saasveld-Gammelke
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het cluster Intensieve Veehouderijen te <strong>Saasveld</strong>-<strong>Gammelke</strong><br />
2.8 Handreiking Fijnstof<br />
Voor veehouderijen zijn eisen gesteld aan de fijnstofemissie. Deze zijn opgenomen in verschillende documenten.<br />
Zo is er het Besluit Huisvesting en Ammoniak Veehouderij, de Wet geurhinder veehouderij en de Handreiking<br />
Fijnstof. In de Handreiking Fijnstof is een overgang gemaakt van het Europese beleid naar het Nederlandse beleid.<br />
De fijnstofemissie van een bedrijf hoeft alleen bepaald te worden op locaties waar er significante negatieve<br />
effecten verwacht worden, op de leefbaarheid voor de mensen.<br />
Veehouderijen hebben een grote invloed op de totale fijnstofuitstoot in Nederland. Er zijn ook veehouderijen die<br />
vallen onder de categorie ‘niet in betekenende mate bijdragen’. Als bedrijven onder de vastgestelde norm blijven<br />
wordt verwacht dat zij geen grote bijdrage leveren aan de totale fijnstofconcentratie. Om te bepalen of een<br />
veehouderij fijnstoftoetsing nodig heeft, zijn de volgende normen vastgesteld. Deze normen zijn alleen van<br />
toepassing bij het uitvoeren van een nieuwe of gewijzigde activiteit. De huidige emissierechten zijn, indien nodig,<br />
al opgenomen in de vergunning en deze zijn niet zomaar aan te passen. Alleen als er aanleiding toe is kan de<br />
vergunning worden gewijzigd.<br />
Tabel 2.2 Afstand in verhouding tot maximale vrije stikstofuitstoot (Infomil A, 2010)<br />
Afstand tot te toetsen gevoelig<br />
object<br />
70m 80m 90m 100m 120m 140m 160m<br />
Totale emissie in g/jr van<br />
uitbreiding/oprichting<br />
324.000 387.000 473.000 581.000 817.000 1.075.000 1.376.000<br />
Om te bepalen hoeveel uitstoot een bedrijf ongeveer heeft moet het dierenaantal worden vermenigvuldigd met<br />
de emissiefactor van het betreffende dier. Als de uitstoot van de nieuwe activiteit meer is dan dat er in tabel 2.2<br />
wordt beschreven moet het bedrijf een milieuvergunning aanvragen, of een wijziging in de vergunning laten<br />
aanbrengen.<br />
2.9 Wet Geurhinder<br />
Ook de Wet Geurhinder is van toepassing op de intensieve veehouderijen. Bij<br />
deze wet wordt er gerekend met odour units per stuk vee en maximale<br />
geurgrenzen. De hoeveelheid odour units die een bedrijf mag uitstoten is<br />
afhankelijk van twee factoren, namelijk:<br />
- Binnen of buiten een concentratiegebied<br />
- Binnen of buiten de bebouwde kom<br />
In de wet is ook opgenomen hoeveel geuremissie bedrijven maximaal mogen<br />
hebben. Dit is te zien in tabel 2.3 (Infomil A, 2010).<br />
Tabel 2.3 Geurgrenzen in odour units per m 3 lucht<br />
Geuremissie grenzen in<br />
odour units per m 3 Binnen<br />
Buiten<br />
lucht concentratiegebied concentratiegebied<br />
Binnen bebouwde kom 3 2<br />
Buiten bebouwde kom 14 8<br />
Figuur 2.1 Ligging concentratiegebieden<br />
De minimale afstand die een bedrijf moet hebben tot een gevoelig object is ook afhankelijk van de factor binnen<br />
of buiten de bebouwde kom. Als een bedrijf binnen de bebouwde kom ligt, moet de afstand tot aan een<br />
geurgevoelig object minstens 100 meter bedragen. Ligt het bedrijf buiten de bebouwde kom dan hoeft de afstand<br />
maar 50 meter te bedragen. Er zijn ook kleinere afstanden mogelijk, respectievelijk 50 en 25m, maar hiervoor moet<br />
bij de betreffende gemeente een gemeentelijke verordening worden aangevraagd. Deze bepaalt dan de afstand<br />
die het bedrijf moet houden tot aan een geurgevoelig object.<br />
Pagina 10 Invloed op de Handijksmeden DLG Regio Oost