Bijbelleesrooster Veertigdagentijd - uitgebreide versie - De Kandelaar
Bijbelleesrooster Veertigdagentijd - uitgebreide versie - De Kandelaar
Bijbelleesrooster Veertigdagentijd - uitgebreide versie - De Kandelaar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijbelrooster week 11<br />
zondag 13 maart<br />
dagtekst: Marcus 14: 10-11<br />
10 Toen ging Judas Iskariot, een van<br />
de twaalf, naar de hogepriesters om<br />
hem aan hen uit te leveren. 11 Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en<br />
beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op<br />
een geschikt moment uit te leveren.<br />
lezing: Marcus 3: 13-18 // lied: Psalm 91, coupl. 1<br />
overdenking<br />
Een schril contrast tussen het geld dat Maria ervoor over had om de begrafenis van<br />
haar geliefde meester en vriend voor te bereiden, en het geld dat Judas in de wacht<br />
ging slepen door zijn leermeester en vriend uit te leveren aan zijn vijanden. Opvallend<br />
dat Judas volgens Johannes (12: 4-6) de mond vooraan had in zijn kritiek op ‘die<br />
verkwisting’. En dat niet omdat hij zich om de armen bekommerde maar ‘hij was een<br />
dief’. Het geld dat voor die fles parfum gemaakt had kunnen worden, had hij ook wel<br />
willen hebben!<br />
Judas had het wel gezien met die Jezus. Als Jezus geen koning zou worden, werd hij<br />
ook geen minister van financiën in het herstelde rijk van David. Dus werd Judas een<br />
overloper en hoopte hij door de vijanden in de kaart te spelen er beter van te<br />
worden.<br />
Bij hem was geldzucht echt de wortel van het kwaad. We weten hoe het afliep. Beter<br />
rijk zijn met God dan zonder Hem uiteindelijk met lege handen te staan.<br />
maandag 14 maart<br />
dagtekst: Marcus 14: 12-16<br />
12 Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het<br />
pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: ‘Waar wilt u dat wij<br />
voorbereidingen gaan treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’ 13 Hij stuurde twee<br />
van zijn leerlingen op pad en zei tegen hen: ‘Ga naar de stad. Daar zal een man die<br />
een kruik water draagt jullie tegemoet komen; volg hem, 14 en wanneer hij ergens<br />
binnengaat, moeten jullie tegen de heer des huizes zeggen: “<strong>De</strong> meester vraagt:<br />
‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’”<br />
15 Hij zal jullie een grote bovenzaal wijzen, die al is ingericht en waar alles<br />
gereedstaat; maak daar het pesachmaal voor ons klaar.’ 16 <strong>De</strong> leerlingen vertrokken<br />
naar de stad, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal.<br />
lezing: <strong>De</strong>ut. 16: 1-8 // lied: Psalm 91, coupl. 2<br />
overdenking