11.09.2013 Views

Zicht op water - Vitens

Zicht op water - Vitens

Zicht op water - Vitens

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Langetermijnvisie win-infrastructuur 2010-2040<br />

<strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>water</strong>


<strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>water</strong><br />

Langetermijnvisie<br />

win-infrastructuur<br />

2010-2040


klimaatneutraal<br />

natureOffice.com | NL-001-242227<br />

gedrukt<br />

FSC<br />

De totale <strong>op</strong>lage van dit jaarverslag is 250 stuks.<br />

Papier Omslag : 250 g/m² Heaven 42 Softmat FSC SCS-COC-00973.<br />

Binnenwerk : 135 g/m² Heaven 42 Softmat FSC SCS-COC-00973.


VOORWOORD<br />

<strong>Vitens</strong> gaat voor het beste <strong>water</strong> tegen de laagste maatschappelijke kosten. Dit doet <strong>Vitens</strong> door<br />

te blijven zoeken naar efficiënte en duurzame productiemethoden en waar mogelijk haar<br />

prestaties te verbeteren. Innovatie is erg belangrijk om deze ambitie te realiseren. <strong>Vitens</strong> wil<br />

<strong>water</strong> betekenis geven. In deze langetermijnvisie geeft <strong>Vitens</strong> alle stakeholders zicht <strong>op</strong> de wijze<br />

waar<strong>op</strong> het bedrijf <strong>water</strong> betekenis geeft in haar win-infrastructuur. <strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>water</strong> is de eerste<br />

langetermijnvisie van <strong>Vitens</strong>. De kernvraag die in deze langetermijnvisie wordt beantwoord is hoe<br />

<strong>Vitens</strong> het beste <strong>water</strong> in voldoende hoeveelheid kan leveren tegen de laagste maatschappelijke<br />

kosten.<br />

Deze langetermijnvisie is in een aantal fasen tot stand gekomen. In de eerste fase heeft <strong>Vitens</strong><br />

alle winningen beoordeeld en alle knelpunten zo objectief mogelijk vastgesteld. Tevens hebben wij<br />

de benodigde hoeveelheid <strong>water</strong> bepaald en <strong>op</strong> basis van alle informatie een strategische koers<br />

vastgesteld. Deze strategische koers hebben wij vastgelegd in de ontwerp-langetermijnvisie. De<br />

tweede fase was gericht <strong>op</strong> het communiceren met de belangrijkste stakeholders over de ontwerp-<br />

langetermijnvisie. <strong>Vitens</strong> heeft reacties <strong>op</strong> de ontwerpvisie ontvangen van de provincies,<br />

<strong>water</strong>schappen en landbouw-, natuur- en milieuorganisaties. Tijdens de derde fase hebben wij de<br />

reacties vastgelegd in een reactienota en deze beoordeeld. In de vierde en laatste fase is de<br />

langetermijnvisie aangepast en vervolgens vastgesteld door de Directie van <strong>Vitens</strong>. Tevens zijn als<br />

uitwerking van de langetermijnvisie met de provincies convenanten afgesloten om de<br />

mogelijkheden van interprovinciale leveringen te onderzoeken.<br />

Prof. dr. ir. W.G.J. van der Meer<br />

Lid Directie <strong>Vitens</strong><br />

Pagina 3


Pagina 4


SAMENVATTING<br />

De basis van ons huidige gezondheidsniveau is gelegd door een goede drink<strong>water</strong>voorziening en in<br />

aansluiting daar<strong>op</strong> door een adequate inzameling en zuivering van het afval<strong>water</strong>. Waar rampen of<br />

oorlogssituaties deze voorzieningen verstoren, dreigen <strong>op</strong> korte termijn telkens weer uitbraken<br />

van epidemieën van cholera, tyfus, pest en dergelijke.<br />

Met de nieuwe Drink<strong>water</strong>wet, de nieuwe Waterwet, het Besluit Kwaliteit en Monitoring Water<br />

(BKMW) en het Drink<strong>water</strong>besluit gaat de Nederlandse drink<strong>water</strong>sector een nieuwe periode in. In<br />

de Drink<strong>water</strong>wet is vastgelegd dat de drink<strong>water</strong>bedrijven een langetermijnvisie hebben voor de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening, waarin zij aangeven hoe zij <strong>op</strong> termijn in het licht van relevante<br />

ontwikkelingen de drink<strong>water</strong>voorziening garanderen.<br />

<strong>Vitens</strong> gaat voor het beste <strong>water</strong> tegen de laagste maatschappelijke kosten<br />

<strong>Vitens</strong> gaat voor het beste <strong>water</strong> tegen de laagste maatschappelijke kosten ofwel de laagste<br />

maatschappelijk verantwoorde prijs door te blijven zoeken naar efficiënte en duurzame productiemethoden<br />

en door waar mogelijk haar prestaties te verbeteren.<br />

<strong>Vitens</strong> wil <strong>water</strong> betekenis geven<br />

Centraal staat dat <strong>Vitens</strong> <strong>water</strong> betekenis wil geven. Dit doen wij vanuit de volgende vier<br />

speerpunten:<br />

1. Dichter bij de klant staan<br />

<strong>Vitens</strong> wil een dienstverlener zijn die zichtbaar is en dicht bij haar klant staat.<br />

2. Maatschappelijke kosten verlagen<br />

<strong>Vitens</strong> ziet het als haar taak om continu te zoeken naar mogelijkheden om de<br />

maatschappelijke kosten te verlagen.<br />

3. Bedrijfsvoering verder verduurzamen<br />

We zijn ons ervan bewust dat ons handelen als drink<strong>water</strong>bedrijf invloed heeft <strong>op</strong> de natuur<br />

en onze leefomgeving. Wij spannen ons in om onze bedrijfsvoering zoveel mogelijk te<br />

verduurzamen.<br />

4. Internationale activiteiten verder uitbouwen<br />

<strong>Vitens</strong> draagt <strong>op</strong> dit moment bij aan de drink<strong>water</strong>voorziening van twintig miljoen mensen in<br />

ontwikkelingslanden. Ons doel is om dit aantal in de komende jaren flink te vergroten.<br />

Innovatie is de motor<br />

Innovatie is noodzakelijk om bovengenoemde ambities te realiseren.<br />

Integratie in de <strong>water</strong>keten<br />

Verticale integratie in de <strong>water</strong>keten draagt bij aan de ambitie van <strong>Vitens</strong>: kwaliteit leveren aan<br />

de klant nu en in de toekomst, duurzaamheid, solidariteit en het reduceren van de totale<br />

maatschappelijke kosten.<br />

Pagina 5


Waarom een langetermijnvisie?<br />

Kenmerk van de drink<strong>water</strong>voorziening is de lange levensduur van de (win)infrastructuur<br />

(kapitaalintensief) en de lange voorbereidingstijd voor het ontwikkelen van nieuwe bronnen. Het<br />

<strong>op</strong>lossen van knelpunten heeft daarmee automatisch het karakter van een langetermijn-<br />

vraagstuk.<br />

<strong>Vitens</strong> wil <strong>water</strong> betekenis geven. In deze langetermijnvisie (LTV) geeft <strong>Vitens</strong> alle stakeholders<br />

zicht <strong>op</strong> de wijze waar<strong>op</strong> het bedrijf het beste <strong>water</strong> levert tegen de laagste maatschappelijke<br />

kosten en hoe het <strong>water</strong> betekenis geeft in haar win-infrastructuur. <strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>water</strong> is de eerste<br />

integrale langetermijnvisie voor het gehele voorzieningsgebied van <strong>Vitens</strong>. De kernvraag voor de<br />

langetermijnvisie is hoe <strong>Vitens</strong> het beste en voldoende <strong>water</strong> kan leveren met een duurzame wininfrastructuur<br />

tegen de laagste maatschappelijke kosten. De wijze waar<strong>op</strong> <strong>Vitens</strong> dit doet wordt<br />

aangeduid met de term <strong>Vitens</strong> Duurzaam Waterwinnen (kortweg: VDW). Door vroegtijdig inzicht<br />

te geven in de te verwachten <strong>water</strong>vraag en de wijze waar<strong>op</strong> <strong>Vitens</strong> aan deze vraag wil voldoen, is<br />

<strong>Vitens</strong> transparant en ontstaat er ruimte voor afstemming met overheidsbeleid en het in<br />

samenwerking met andere partijen realiseren van duurzame <strong>op</strong>lossingen.<br />

Figuur S1: Verbeelding <strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> Water, langetermijnvisie win-infrastructuur 2010-2040.<br />

Wat zijn de belangrijkste knelpunten?<br />

Knelpunten ontstaan door een toenemende vraag of een afnemend aanbod. Wij verwachten dat in<br />

het overgrote deel van ons werkgebied de drink<strong>water</strong>vraag nagenoeg gelijk blijft. In de<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden Midden-Nederland en Flevoland verwachten wij een stijging vanwege<br />

een toenemend aantal inwoners. Op basis van deze gegevens en knelpunten bij bestaande<br />

winningen hebben wij bepaald hoeveel vergunningscapaciteit we in de toekomst nodig hebben.<br />

Wanneer we kijken naar de huidige winbare capaciteit en knelpunten bij winningen die moeten<br />

worden <strong>op</strong>gelost en deze vervolgens vergelijken met de benodigde vergunning in 2040, dan blijkt<br />

dat in de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden Midden-Nederland, Friesland en Overijssel de winningen,<br />

productielocaties en infrastructuur ontoereikend zijn. De belangrijkste knelpunten in het<br />

voorzieningsgebied Midden-Nederland zijn de grote stedelijke druk en stedelijke bodemverontreinigingen.<br />

In Overijssel, Gelderland en Friesland is de natuur het belangrijkste<br />

Pagina 6


aandachtspunt. Verzilting leidt in Friesland tot reductie van de beschikbare wincapaciteit.<br />

Oplossingen worden gevonden door nieuwe winningen te realiseren of door knelpunten bij<br />

bestaande winningen weg te nemen. Hiervoor is <strong>op</strong> basis van gehanteerde strategieën in het<br />

verleden een scenarioanalyse uitgevoerd.<br />

Welke scenario's hebben wij onderzocht?<br />

In de langetermijnvisie zijn drie scenario’s onderzocht die de hoeken van het speelveld<br />

weergeven:<br />

<strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen<br />

‘Blauw’ <strong>water</strong> winnen:<br />

Zorgen voor voldoende <strong>water</strong><br />

Eenvoudig te winnen en te zuiveren (schoon) <strong>water</strong><br />

Goed beschermde bron<br />

Dubbele barrière tegen verontreinigingen (bron en<br />

zuivering)<br />

’Groen’ <strong>water</strong> winnen:<br />

Goede inpassing van winning in omgeving<br />

Voorkomen van schade aan omgeving<br />

Ecologisch beheer wingebieden passend bij omgeving<br />

‘Geel’ <strong>water</strong> winnen:<br />

Sluiten en integreren <strong>water</strong>- en andere ketens<br />

Energiebesparing<br />

Zuinig omgaan met materialen en beperken reststoffen<br />

Drink<strong>water</strong> staat voor ‘gezondheid’<br />

Risicospreiding door diverse bronnen te gebruiken<br />

Maatschappelijke meerwaarde<br />

<br />

De langetermijnvisie onderbouwt de gewenste strategische keuzes. Bij deze keuzes staan drie<br />

belangrijke uitgangspunten centraal:<br />

Grond<strong>water</strong> is de pijler voor een duurzame drink<strong>water</strong>voorziening<br />

Grond<strong>water</strong> is in het <strong>Vitens</strong>-gebied in ruime mate beschikbaar, heeft een vrij constante en<br />

over het algemeen goede kwaliteit en is weinig kwetsbaar voor calamiteiten. Ook de gevolgen<br />

van klimaatverandering zijn voor grond<strong>water</strong> beperkt en een goede inpassing van een<br />

grond<strong>water</strong>winning leidt tot maatschappelijke meerwaarde. Voor <strong>Vitens</strong> heeft goed<br />

beschermd, schoon grond<strong>water</strong> de eerste voorkeur.<br />

Wij voldoen aan de drink<strong>water</strong>vraag met het beste <strong>water</strong><br />

Door middel van prognoses bepalen we de winvergunningen die we nodig hebben om in de<br />

toekomst aan de drink<strong>water</strong>vraag te kunnen voldoen. Prognoses hebben een onzekerheid die<br />

Pagina 7


toeneemt in de tijd. Daarom ijken wij periodiek de te verwachten <strong>water</strong>vraag en stellen in<br />

verband met de genoemde onzekerheden elke vijf jaar een nieuwe langetermijnvisie <strong>op</strong>.<br />

Om onverwachte calamiteiten <strong>op</strong> te kunnen vangen of onder extreme omstandigheden<br />

voldoende <strong>water</strong> te kunnen leveren, houdt <strong>Vitens</strong> een Operationele Reserve (OR) aan. Voor<br />

een onverwachte groei in de <strong>water</strong>vraag hebben wij de Niet Operationele Reserve (NOR)<br />

ingesteld.<br />

Om het beste <strong>water</strong> te kunnen leveren kiest <strong>Vitens</strong> voor een schone, beheersbare bron én een<br />

adequate zuivering en dus voor een dubbele barrière tegen verontreinigingen.<br />

Wij hebben aandacht voor het milieu<br />

<strong>Vitens</strong> heeft altijd actief meegewerkt aan een milieubewuste samenleving, onder meer door<br />

het stimuleren en betalen van maatregelen voor een schone bron en door het goed<br />

hydrologisch, ecologisch, landschappelijk en ruimtelijk inpassen van de winning in de<br />

omgeving. De <strong>water</strong>besparingsmaatregelen die de gebruikers en <strong>Vitens</strong> zelf hebben<br />

genomen (bijvoorbeeld spoel<strong>water</strong>hergebruik), hebben ertoe geleid dat onze drink<strong>water</strong>vraag<br />

flink lager ligt dan in de jaren vijftig werd gedacht. Bij de inko<strong>op</strong> van materialen is<br />

duurzaamheid een belangrijk criterium, evenals hergebruik van reststoffen en het zuinig<br />

omgaan met energie.<br />

<strong>Vitens</strong> kiest voor <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen. <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen behoudt de<br />

waardevolle zaken uit de blauwe en groene scenario’s en kiest voor de toekomst voor het gele<br />

scenario.<br />

Figuur S2: <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen.<br />

Pagina 8


Wat betekent <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen in de praktijk?<br />

Behouden en indien mogelijk uitbreiden winningen <strong>op</strong> heuvelruggen en in kwelgebieden<br />

De winningen <strong>op</strong> de Sallandse Heuvelrug, Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe en de andere Gelderse<br />

stuwwallen geven vanuit de ruimtelijke bescherming en de grote zoet<strong>water</strong>voorraden de meest<br />

duurzame winmogelijkheden. In figuur S3 zijn plaatsen weergegeven waar mogelijk meer grond<strong>water</strong><br />

(bestaande winningen) of nieuw grond<strong>water</strong> (nieuwe winningen) <strong>op</strong> de stuwwallen en in de<br />

kwelgebieden kan worden gewonnen.<br />

Figuur S3: Uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande of nieuwe winningen.<br />

Zuidelijk en centraal Friesland en zuidelijk Flevoland bieden mogelijkheden voor extra<br />

capaciteit<br />

Door de aanwezigheid van zeer dikke <strong>water</strong>voerende pakketten die goed beschermd zijn en een<br />

goede <strong>water</strong>kwaliteit hebben, bestaan in zuidelijk en centraal Friesland uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Ook in zuidelijk Flevoland zijn goed beschermde <strong>water</strong>voerende pakketten met een goede<br />

<strong>water</strong>kwaliteit aanwezig, die uitbreidingsmogelijkheden bieden.<br />

Pagina 9


Wij gaan door met onderzoek naar innovaties <strong>op</strong> het gebied van integreren en sluiten<br />

van <strong>water</strong>-energieketens<br />

Decentrale energievoorziening geeft een andere kijk <strong>op</strong> afval<strong>water</strong>behandeling en leidt door<br />

hergebruik van <strong>water</strong> of vermindering van gebruik tot een noodzakelijke herziening van de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening. Ook maken technische ontwikkelingen het gebruik van een breder scala<br />

aan <strong>water</strong>bronnen mogelijk. Duurzaam omgaan met de <strong>water</strong>keten en het <strong>water</strong>systeem is een<br />

belangrijke ontwikkeling waar wij krachtig <strong>op</strong> inzetten. <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen vraagt om<br />

het <strong>op</strong> decentrale schaal slim combineren en integreren van <strong>water</strong>- en energieketens.<br />

Zelfvoorziening uit oogpunt van duurzaamheid en kosten<br />

Zelfvoorziening wordt nagestreefd <strong>op</strong> clusterniveau, daarna <strong>op</strong> het schaalniveau van<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden en provincies en tenslotte provinciegrens- of landgrensoverschrijdend.<br />

Het maatschappelijke rendement krijgt daarbij veel gewicht bij het afwegen van concrete<br />

<strong>op</strong>lossingen.<br />

Hoe gaat <strong>Vitens</strong> dit realiseren?<br />

<strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen onderscheidt twee strategieën die hieronder kort worden<br />

beschreven.<br />

Basisstrategie<br />

<strong>Vitens</strong> wint <strong>op</strong> dit moment voornamelijk grond<strong>water</strong> <strong>op</strong> 108 winvelden verspreid over het gebied.<br />

De winning en levering van drink<strong>water</strong> is <strong>op</strong>gezet door gemeenten en is daardoor ook <strong>op</strong><br />

gemeentelijke schaal gepland. Alleen als er geen geschikte bronnen binnen de gemeente waren,<br />

zijn bovengemeentelijke <strong>op</strong>lossingen gezocht. Door de fusies van de gemeentelijke bedrijven tot<br />

<strong>Vitens</strong> is hier maar beperkt verandering in gekomen.<br />

Uitgaande van de huidige gebruikspatronen is de verwachting dat de vraag ongeveer gelijk zal<br />

blijven. Er zijn weinig knelpunten in de huidige win-infrastructuur. Grond<strong>water</strong> is in voldoende<br />

mate beschikbaar en de (lokale) knelpunten <strong>op</strong> het vlak van verzilting, ruimtelijke ordening of<br />

verdroging zijn <strong>op</strong> lokale schaal <strong>op</strong>losbaar. Schoon grond<strong>water</strong> dichtbij de afzetgebieden is vanuit<br />

energiegebruik, risico’s <strong>op</strong> het gebied van kwaliteit en leveringszekerheid en kosten de meest<br />

aantrekkelijke bron. De basisstrategie kent weinig verrassingen. Er zijn ook geen redenen voor<br />

een koerswijziging. De win-infrastructuur lijkt in 2040 in grote lijnen <strong>op</strong> de situatie in 2010.<br />

Decentrale strategie<br />

<strong>Vitens</strong> ziet een aantal ontwikkelingen die een meer decentrale <strong>op</strong>zet van de win-infrastructuur<br />

noodzakelijk maakt. Wet- en regelgeving zal ervoor zorgen dat het grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong><br />

steeds schoner wordt. Technologische ontwikkelingen maken <strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> decentrale schaal<br />

steeds aantrekkelijker (sensoren, geavanceerde zuiveringstechnieken en geavanceerde<br />

besturingssystemen). De belangrijkste drijvende krachten om decentraal <strong>water</strong> te gaan winnen,<br />

zijn het beperken van energiegebruik en de mogelijkheid om maatschappelijke meerwaarde te<br />

realiseren. Het k<strong>op</strong>pelen van energie- en <strong>water</strong>ketens van winning tot en met lozing van <strong>water</strong> zal<br />

cruciaal worden. Het reduceren van energie- en <strong>water</strong>verbruik is hierbij leidend.<br />

Welke strategie kiest <strong>Vitens</strong>?<br />

De basisstrategie is succesvol en <strong>Vitens</strong> ziet <strong>op</strong> dit moment geen redenen om daarvan af te<br />

wijken. <strong>Vitens</strong> levert drink<strong>water</strong> van een zeer goede kwaliteit tegen lage kosten. De bestaande<br />

knelpunten in de win-infrastructuur zijn <strong>op</strong>losbaar en de prognose van het <strong>water</strong>verbruik laat geen<br />

grote veranderingen zien.<br />

De decentrale strategie kent veel onzekerheden en de transitie van de basisstrategie naar de<br />

decentrale strategie is zeer kostbaar. <strong>Vitens</strong> kiest daarom voor de basisstrategie. Op de langere<br />

Pagina 10


termijn verwacht <strong>Vitens</strong> echter dat door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen de<br />

decentrale strategie leidend zal zijn.<br />

Hoe combineert <strong>Vitens</strong> de basisstrategie met de decentrale strategie?<br />

De huidige win-infrastructuur is en blijft de ruggengraat van de drink<strong>water</strong>voorziening en <strong>Vitens</strong><br />

zal blijven investeren in het <strong>op</strong>timaliseren en veiligstellen van deze win-infrastructuur. Om de<br />

overgang naar een andere strategie mogelijk te maken, zal de win-infrastructuur wel flexibeler<br />

worden gemaakt. <strong>Vitens</strong> zal flexibeler gaan bouwen, zoveel mogelijk modulair en met<br />

verplaatsbare units. Productiebedrijven worden samengevoegd tot grotere eenheden waardoor het<br />

mogelijk wordt om een groter aantal kleinere winvelden aan te sluiten. Door het samenvoegen of<br />

clusteren van productiebedrijven ontstaat een grotere flexibiliteit in de ontwikkeling van kleine<br />

winvelden.<br />

Cruciaal voor de overgang is het reduceren van de kwaliteitsrisico’s tot een acceptabel niveau door<br />

een adequate bescherming van de grondstof en door een adequate decentrale processturing,<br />

kwaliteitsmonitoring en zuivering. Naast het reduceren van kwaliteitsrisico’s bij de bron en in de<br />

zuivering is ook het minimaliseren van de kosten (energiegebruik) van de decentrale strategie<br />

leidend, waarbij de gehele nutsketen integraal wordt bekeken. In figuur S4 zijn de basisstrategie<br />

en de decentrale strategie weergegeven en de verhouding tussen beide strategieën.<br />

Als voorbereiding <strong>op</strong> de decentrale strategie gaan wij technologische pilots (paragraaf 8.3) en<br />

gebiedspilots (paragraaf 8.5) uitvoeren. Bij de keuze van de pilots zal <strong>Vitens</strong> letten <strong>op</strong> de<br />

technologische relevantie, de maatschappelijke behoefte en de wettelijke taak van <strong>Vitens</strong>.<br />

Figuur S4: Basisstrategie en decentrale strategie.<br />

Pagina 11


Pilots<br />

<strong>Vitens</strong> combineert in <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen de decentrale strategie met de basisstrategie<br />

als ruggengraat om de leveringszekerheid te borgen. Om praktijkervaring <strong>op</strong> te doen met de<br />

decentrale strategie en innovaties in de drink<strong>water</strong>voorziening worden pilots uitgevoerd. Deze<br />

pilots zijn weergegeven in figuur S5.<br />

Interprovinciale leveringen<br />

De komende periode gaat <strong>Vitens</strong> samen met betrokken provincies en <strong>water</strong>schappen de volgende<br />

onderzoeken uitvoeren om de maatschappelijke meerwaarde van interprovinciale leveringen te<br />

onderzoeken (zie figuur S5):<br />

Verkennend onderzoek Achterhoek<br />

Verkennend onderzoek Centraal-Nederland<br />

Verkennend onderzoek Veluwe<br />

Verkennend onderzoek Friesland<br />

Verkennend onderzoek West-Nederland<br />

Pagina 12


Figuur S5: Gewenste toekomstige situatie.<br />

Pagina 13


INHOUDSOPGAVE<br />

1. Inleiding ............................................................................................................. 16<br />

1.1. Wat is de rol van de langetermijnvisie (LTV)? .................................................... 16<br />

1.2. Rol van <strong>Vitens</strong> in de samenleving .................................................................... 17<br />

1.3. Ontwikkelingen drink<strong>water</strong> ............................................................................. 18<br />

1.3.1. Drink<strong>water</strong> van vroeger tot nu ............................................................. 18<br />

1.3.2. Drink<strong>water</strong> in de toekomst .................................................................. 19<br />

1.4. Kaders ........................................................................................................ 22<br />

1.4.1. Betekenis van de wetgeving voor drink<strong>water</strong>bedrijven ............................. 24<br />

1.5. Leeswijzer ................................................................................................... 24<br />

2. Ambitie <strong>Vitens</strong> .................................................................................................... 25<br />

2.1. Missie en visie .............................................................................................. 25<br />

2.2. Doorwerking: planet, pe<strong>op</strong>le, profit ................................................................. 26<br />

2.2.1. Planet: effecten van ons handelen neutraliseren ..................................... 27<br />

2.2.2. Pe<strong>op</strong>le: kwaliteit leveren ..................................................................... 27<br />

2.2.3. Profit: laagste maatschappelijke kosten ................................................. 27<br />

2.3. <strong>Vitens</strong> beleid ................................................................................................ 28<br />

3. Onze huidige drink<strong>water</strong>voorziening ................................................................... 35<br />

3.1. Opzet van de drink<strong>water</strong>voorziening ................................................................ 35<br />

3.2. De ruimtelijke component (horizontaal): winningen en productielocaties ............... 36<br />

3.2.1. Winmogelijkheden .............................................................................. 36<br />

3.2.2. Waterverdeling .................................................................................. 37<br />

3.3. De bodemkundige component (verticaal): geohydrologische situatie van de bronnen38<br />

3.4. Bescherming ................................................................................................ 39<br />

3.4.1. Geohydrologische bescherming ............................................................ 40<br />

3.4.2. Ruimtelijke bescherming ..................................................................... 40<br />

4. Prognose 2040 .................................................................................................... 42<br />

4.1. Prognose drink<strong>water</strong>gebruik ........................................................................... 43<br />

4.2. Prognose 2040 ............................................................................................. 44<br />

4.3. Vergunningsbehoefte ..................................................................................... 46<br />

5. Waterbeschikbaarheid 2010 versus prognose 2040 ............................................. 48<br />

5.1. Waterbeschikbaarheid in de huidige situatie ...................................................... 48<br />

5.2. Waterbeschikbaarheid 2010 versus prognose 2040 ............................................ 49<br />

5.3. De winbare capaciteit in de toekomst: welke risico’s zien we? .............................. 50<br />

6. Oplossingsrichtingen .......................................................................................... 51<br />

6.1. Verkenning .................................................................................................. 51<br />

6.2. Afwegingskader ............................................................................................ 54<br />

6.2.1. Betrouwbare drink<strong>water</strong>voorziening ...................................................... 54<br />

6.2.2. Omgeving ......................................................................................... 55<br />

6.2.3. Kosten ............................................................................................. 55<br />

6.3. Uitwerking scenario’s ..................................................................................... 55<br />

6.3.1. BLAUW: geen risico’s voor de ruw<strong>water</strong>kwaliteit ..................................... 55<br />

6.3.2. GROEN: minimale milieueffecten natuur ................................................ 57<br />

6.3.3. GEEL: duurzaam ................................................................................ 58<br />

7. Gewenste Toekomstige situatie .......................................................................... 61<br />

7.1. Keuzes vanuit de verkenning .......................................................................... 61<br />

7.1.1. Beschermbaarheid (blauw scenario) ...................................................... 62<br />

7.1.2. Natuur (groen scenario) ...................................................................... 62<br />

7.1.3. Duurzaam (geel scenario) ................................................................... 62<br />

Pagina 14


7.2. Strategische keuzes ...................................................................................... 63<br />

7.3. <strong>Vitens</strong> Duurzaam Waterwinnen ....................................................................... 64<br />

8. Realiseren van de visie ....................................................................................... 67<br />

8.1. Inleiding ...................................................................................................... 67<br />

8.2. Hoe combineert <strong>Vitens</strong> de verschillende keuzes? ................................................ 67<br />

8.3. Pilots .......................................................................................................... 69<br />

8.4. Klimaatverandering en andere hydrologische veranderingen ................................ 70<br />

8.5. Gebiedsgerichte uitwerking ............................................................................ 71<br />

8.5.1. Interprovinciale drink<strong>water</strong>leveringen ................................................... 71<br />

8.5.2. Provincie Friesland ............................................................................. 73<br />

8.5.3. Provincies Overijssel en Drenthe .......................................................... 74<br />

8.5.4. Provincie Gelderland ........................................................................... 74<br />

8.5.5. Provincie Flevoland ............................................................................. 75<br />

8.5.6. Provincies Utrecht en Noord-Holland ..................................................... 75<br />

9. Verklarende woordenlijst .................................................................................... 77<br />

10. Referenties ......................................................................................................... 78<br />

11. Verantwoording .................................................................................................. 79<br />

12. Bijlagen .............................................................................................................. 80<br />

Bijlage 1: Wettelijke kaders en en beleid ...................................................................... 81<br />

Bijlage 2: Winbare capaciteit per winning .................................................................... 86<br />

Bijlage 3: Prognose ...................................................................................................... 90<br />

Bijlage 4: Knelpunten ................................................................................................... 99<br />

Bijlage 5: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Friesland ......................................... 107<br />

Bijlage 6: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel ....................................... 112<br />

Bijlage 7: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Gelderland ...................................... 118<br />

Bijlage 8: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland........................... 122<br />

Bijlage 9: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Flevoland ........................................ 127<br />

Bijlage 10: Overzicht vergunningcapaciteit per provincie ........................................... 130<br />

Pagina 15


1. INLEIDING<br />

De basis van ons huidige gezondheidsniveau is gelegd door een goede drink<strong>water</strong>voorziening en in<br />

aansluiting daar<strong>op</strong> door een adequate inzameling en zuivering van het afval<strong>water</strong>. Waar rampen of<br />

oorlogssituaties deze voorzieningen verstoren, dreigen <strong>op</strong> korte termijn telkens weer uitbraken<br />

van epidemieën van cholera, tyfus, pest en dergelijke. Daarnaast heeft de drink<strong>water</strong>voorziening<br />

een aandeel in ons huidige welvaartsniveau en ons niveau van welbevinden. Jarenlange<br />

voorlichtingscampagnes hebben verspilling teruggedrongen en een verantwoord gebruik<br />

bevorderd, zowel in de bedrijven als in de huishoudens.<br />

Met de nieuwe Drink<strong>water</strong>wet, de nieuwe Waterwet, het Besluit Kwaliteit en Monitoring Water<br />

(BKMW) en het Drink<strong>water</strong>besluit gaat de Nederlandse drink<strong>water</strong>sector een nieuwe periode in.<br />

Een periode waarin een goede drink<strong>water</strong>voorziening en sanitatie van primair belang zijn en<br />

blijven voor het niveau van volksgezondheid, overal ter wereld. In de Drink<strong>water</strong>wet is vastgelegd<br />

dat de drink<strong>water</strong>bedrijven een langetermijnvisie hebben voor de drink<strong>water</strong>voorziening, waarin<br />

zij aangeven hoe zij <strong>op</strong> termijn in het licht van relevante ontwikkelingen de drink<strong>water</strong>voorziening<br />

garanderen.<br />

Ontwikkelingen, zoals veranderingen in de drink<strong>water</strong>vraag, technologische ontwikkelingen en<br />

ruimtelijke ontwikkelingen zijn in grote mate bepalend voor de toekomst van de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

<strong>Vitens</strong> wil zich voorbereiden <strong>op</strong> deze toekomstige ontwikkelingen en trends en ook in<br />

de toekomst een betrouwbare drink<strong>water</strong>leverancier voor haar klanten blijven. Deze lange-<br />

termijnvisie (LTV) voorziet in deze ambitie voor wat betreft de win-infrastructuur. Het schetst de<br />

verwachte drink<strong>water</strong>behoefte in 2040 en beschrijft de manier waar<strong>op</strong> wij aan deze <strong>water</strong>vraag<br />

willen voldoen, rekening houdend met andere belangen. De strategische keuzes in de LTV zorgen<br />

voor helderheid richting externe partijen (zoals provincies en het Rijk). Ook leidt dit tot een<br />

uniforme aanpak. Op deze manier stellen wij maatschappelijk <strong>op</strong>timale keuzes voor de<br />

toekomstige drink<strong>water</strong>voorziening voor<strong>op</strong>.<br />

Deze langetermijnvisie is in een aantal fasen tot stand gekomen. In de eerste fase heeft <strong>Vitens</strong><br />

alle winningen beoordeeld en alle knelpunten zo objectief mogelijk vastgesteld. Tevens hebben wij<br />

de benodigde hoeveelheid <strong>water</strong> bepaald en <strong>op</strong> basis van alle informatie een strategische koers<br />

vastgesteld. Deze strategische koers hebben wij vastgelegd in de ontwerp-langetermijnvisie. De<br />

tweede fase was gericht <strong>op</strong> het communiceren met de belangrijkste stakeholders over de ontwerp<br />

langetermijnvisie. <strong>Vitens</strong> heeft reacties <strong>op</strong> de ontwerpvisie ontvangen van de provincies,<br />

<strong>water</strong>schappen en landbouw-, natuur- en milieuorganisaties. Tijdens de derde fase hebben wij de<br />

reacties vastgelegd in een reactienota en deze beoordeeld. In de vierde en laatste fase is de<br />

langetermijnvisie aangepast en vervolgens vastgesteld door de Directie van <strong>Vitens</strong>. Tevens zijn als<br />

uitwerking van de langetermijnvisie met de provincies convenanten afgesloten om de<br />

mogelijkheden van interprovinciale leveringen te onderzoeken.<br />

1.1. Wat is de rol van de langetermijnvisie (LTV)?<br />

Kenmerk van de drink<strong>water</strong>voorziening is de lange levensduur van de (win)infrastructuur<br />

(kapitaalintensief) en de lange voorbereidingstijd voor het ontwikkelen van nieuwe bronnen. Het<br />

<strong>op</strong>lossen van knelpunten heeft daarmee automatisch het karakter van een langetermijn-<br />

vraagstuk.<br />

<strong>Vitens</strong> wil <strong>water</strong> betekenis geven en in deze lange termijn visie geeft <strong>Vitens</strong> alle stakeholders zicht<br />

<strong>op</strong> de wijze waar<strong>op</strong> <strong>Vitens</strong> het beste <strong>water</strong> tegen de laagste maatschappelijk verantwoorde prijs<br />

levert en hoe het bedrijf <strong>water</strong> betekenis geeft in haar win-infrastructuur. <strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>water</strong> is de<br />

eerste langetermijnvisie van <strong>Vitens</strong>. De kernvraag hierbij is: hoe kan de geprognosticeerde<br />

drink<strong>water</strong>vraag worden gedekt door duurzame win- infrastructuur met de laagste<br />

maatschappelijke kosten, waarbij maximaal rekening wordt gehouden met de wensen van onze<br />

klanten? De wijze waar<strong>op</strong> <strong>Vitens</strong> dit doet, wordt aangeduid met de term <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong><br />

winnen (kortweg VDW). Door vroegtijdig inzicht te geven in de te verwachten <strong>water</strong>vraag en de<br />

Pagina 16


wijze waar<strong>op</strong> <strong>Vitens</strong> aan deze vraag wil voldoen, is <strong>Vitens</strong> transparant en ontstaat er ruimte voor<br />

afstemming met overheidsbeleid en het in samenwerking met andere partijen realiseren van<br />

duurzame <strong>op</strong>lossingen.<br />

Een belangrijke bouwsteen voor de LTV is de prognose van het <strong>water</strong>verbruik. Prognoses hebben<br />

een onnauwkeurigheid die toeneemt in de tijd. Grote economische groei kan het <strong>water</strong>verbruik<br />

fors doen toenemen, terwijl aan de andere kant een toenemende aandacht voor het sluiten van<br />

<strong>water</strong>kringl<strong>op</strong>en een behoorlijke reductie van het <strong>water</strong>gebruik kan veroorzaken. Ook onverwachte<br />

knelpunten bij onze winningen, technologische vernieuwingen en wijzigingen in wet- en<br />

regelgeving kunnen leiden tot veranderingen in de win-infrastructuur. Dit is de reden dat <strong>Vitens</strong><br />

elke vijf jaar de langetermijnvisie zal herijken.<br />

<strong>Vitens</strong> werkt met <strong>water</strong>voorzieningsgebieden en deze gebieden zijn weer onderverdeeld in<br />

clusters. De knelpunten en prognoses worden per <strong>water</strong>voorzieningsgebied weergegeven. De<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden komen niet overal overeen met provinciegrenzen. Waar mogelijk<br />

geven wij ook aan hoe de gegevens <strong>op</strong> provinciale schaal zijn te interpreteren.<br />

1.2. Rol van <strong>Vitens</strong> in de samenleving<br />

Water is onze eerste levensbehoefte. Hiermee is het belang van <strong>Vitens</strong>, als drink<strong>water</strong>leverancier<br />

voor een derde van Nederland, benadrukt. <strong>Vitens</strong> levert in Nederland <strong>water</strong> binnen de provincies<br />

Overijssel, Gelderland, Friesland, Flevoland, Utrecht en een klein deel van Drenthe en Noord-<br />

Holland (zie figuur 1.1, werkgebied van <strong>Vitens</strong>).<br />

Figuur 1.1: Het werkgebied van <strong>Vitens</strong> (donkerblauw) [www.vewin.nl].<br />

Pagina 17


Het overgrote deel van het <strong>water</strong> dat wij winnen is grond<strong>water</strong>. Slechts één van de 108 winningen<br />

is een oeverinfiltratiewinning. Dit is de winning Engelse Werk. De oeverinfiltratiewinning<br />

Vechterweerd is in ontwikkeling en wordt in 2012 in bedrijf genomen. Een klein deel van het<br />

geleverde drink<strong>water</strong> wordt ingekocht bij andere <strong>water</strong>bedrijven in Drenthe en Duitsland. Op deze<br />

manier voorzien wij in de drink<strong>water</strong>behoefte in onze <strong>water</strong>voorzieningsgebieden. In 2009 bedroeg<br />

deze 330 miljoen m 3 .<br />

1.3. Ontwikkelingen drink<strong>water</strong><br />

In deze paragraaf gaan we in <strong>op</strong> het ontstaan van de drink<strong>water</strong>bedrijven in Nederland. Ook<br />

bespreken we de ontwikkeling in de drink<strong>water</strong>vraag. Daarnaast blikken we vooruit en gaan we in<br />

<strong>op</strong> belangrijke toekomstige ontwikkelingen die de drink<strong>water</strong>vraag kunnen gaan beïnvloeden.<br />

1.3.1. Drink<strong>water</strong> van vroeger tot nu<br />

Waterbedrijven zijn in de tweede helft van de negentiende eeuw ontstaan in de grote steden,<br />

nadat bleek dat schoon <strong>water</strong> een belangrijke rol speelt bij de volksgezondheid. Doordat de<br />

<strong>water</strong>voorziening oorspronkelijk een gemeentelijke taak was, had elke gemeente zijn eigen<br />

winning(en) en distributienetwerk. Op het 'hoogtepunt' (rond 1940) was er sprake van circa 210<br />

<strong>water</strong>bedrijven. Door de fusie van verschillende gemeentelijke <strong>water</strong>bedrijven zijn in de lo<strong>op</strong> der<br />

jaren veel kleine leidingnetten gek<strong>op</strong>peld en verder uitgebreid. Eind jaren zestig beschikte 99<br />

procent van de Nederlandse bevolking over een aansluiting <strong>op</strong> het drink<strong>water</strong>net. Na de Tweede<br />

Wereldoorlog is het aantal <strong>water</strong>bedrijven sterk afgenomen. De reden hiervoor is dat de kleine<br />

<strong>water</strong>leidingbedrijven in de zich uitbreidende streek<strong>water</strong>bedrijven werden <strong>op</strong>genomen. Telde<br />

Nederland in 1940 nog 210 <strong>water</strong>bedrijven, in 2010 zijn dat er nog maar tien. Tegenwoordig<br />

levert <strong>Vitens</strong> met ruim honderd productielocaties drink<strong>water</strong> in zeven provincies.<br />

De ontwikkeling in de drink<strong>water</strong>vraag<br />

Tot het einde van de vorige eeuw steeg de drink<strong>water</strong>vraag. Vanaf 1990 was vrijwel elk<br />

huishouden in Nederland aangesloten <strong>op</strong> het drink<strong>water</strong>net en trad een geleidelijke afzwakking<br />

van de groei in de drink<strong>water</strong>vraag <strong>op</strong>. Deze trendverandering hing niet alleen samen met een<br />

minder sterke groei van het aantal huisaansluitingen. Ook een toenemende aandacht voor<br />

duurzamer omgaan met <strong>water</strong> (zoals <strong>water</strong>besparingsmaatregelen) en de daling van de<br />

bevolkingsgroei waren belangrijke factoren in de afzwakking van de groei. Ter illustratie van de<br />

situatie in het werkgebied van <strong>Vitens</strong> volgt hier een beschrijving van de historie in de<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden Overijssel en Midden-Nederland.<br />

Situatie in het <strong>Vitens</strong>-gebied: twee extremen<br />

Voor <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel geldt dat het maximum in de jaarlijkse afzet van<br />

drink<strong>water</strong> in Overijssel werd bereikt in 1993, waarna zich een geleidelijke maar gestage daling<br />

inzet. Momenteel lijkt de afzet zich te stabiliseren.<br />

In <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland is dat beeld anders. Hier zet sinds 1990 de gestage<br />

groei in de levering van drink<strong>water</strong> zich verder door. De ontwikkeling van grote woonkernen zoals<br />

Leidsche Rijn in de gemeente Utrecht en Vathorst in de gemeente Amersfoort is hier mede debet<br />

aan. Niet het gebruik per inwoner neemt toe in dit <strong>water</strong>voorzieningsgebied, maar het totaal<br />

aantal inwoners. Wel is ook hier het effect van het toenemend milieubewustzijn waar te nemen in<br />

het dalende <strong>water</strong>gebruik per inwoner.<br />

Pagina 18


Waterbesparing<br />

Veel onnodig <strong>water</strong>gebruik in het verleden was het gevolg van onachtzaamheid (lekkende en<br />

onnodig <strong>op</strong>enstaande kranen, lekkende leidingen etc.) en onbewustheid met betrekking tot het<br />

<strong>water</strong>gebruik. Water werd gezien als een onbeperkt beschikbare vanzelfsprekendheid. Jarenlange<br />

voorlichtingscampagnes hebben ertoe geleid dat zowel bedrijven als particulieren nu bewuster met<br />

<strong>water</strong> omgaan. Hoewel campagnes zeker resultaat hebben gehad, is de grootste <strong>water</strong>besparing<br />

bereikt door technische ontwikkelingen, zoals <strong>water</strong>besparende toiletten en zuinigere wasmachines.<br />

De gevolgen van beide ontwikkelingen zijn duidelijk merkbaar (zie figuur 1.2) [VEWIN, 2008].<br />

Figuur 1.2: Trendbreuk ten gevolge van <strong>water</strong>besparing voor Nederland [gebaseerd <strong>op</strong> VEWIN,<br />

2008].<br />

1.3.2. Drink<strong>water</strong> in de toekomst<br />

Om te bepalen hoe de drink<strong>water</strong>behoefte er in 2040 uitziet, is voor deze LTV gebruikgemaakt van<br />

prognoses. Uiteraard geven deze een inschatting <strong>op</strong> basis van de kennis van nu. De uiteindelijke<br />

drink<strong>water</strong>behoefte kan door allerlei factoren anders uitvallen. Zonder uitputtende kennis van de<br />

toekomst zien we echter wel een aantal ontwikkelingen <strong>op</strong> ons afkomen, waar we in de LTV<br />

rekening mee houden.<br />

Klimaatverandering en andere hydrologische veranderingen<br />

Trends of veranderingen die van belang zijn voor de drink<strong>water</strong>sector zijn:<br />

Klimaatverandering<br />

Afzet (Mm3/jaar)<br />

2000<br />

1800<br />

1600<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020<br />

In Overijssel bijvoorbeeld is de afzet gedaald van 93 miljoen m 3 per jaar naar 78 miljoen m 3 per jaar<br />

en is het hoofdelijk gebruik gedaald van 140 naar 125 liter per persoon per dag.<br />

Door natuurlijke veranderingen en menselijk handelen verandert het klimaat. Naar verwachting<br />

leidt klimaatverandering tot een hogere gemiddelde temperatuur, een stijging van de zeespiegel<br />

en een toename van de hoeveelheid neerslag.<br />

De neerslaghoeveelheid neemt met een aantal procenten toe. Veel belangrijker is echter, dat er<br />

meer extremen zullen <strong>op</strong>treden in neerslaghoeveelheid en in droogte. Dit heeft gevolgen voor de<br />

afvoer van de rivieren. De verwachting is, dat de rivierafvoeren met tien tot twintig procent<br />

toenemen. Ook hier neemt de variabiliteit toe: grotere afvoeren in de winter en lagere afvoeren in<br />

de zomer. De kwaliteit van het rivier<strong>water</strong> wordt vooral in de zomer slechter doordat dezelfde<br />

jaar<br />

prognose realisatie<br />

Pagina 19


vracht door een kleinere hoeveelheid <strong>water</strong> wordt afgevoerd. De stijging van de zeespiegel in de<br />

komende vijftig jaar bedraagt naar verwachting enkele decimeters [Nationaal programma<br />

Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK), 2006].<br />

Verstedelijking<br />

Het stedelijk gebied neemt in de komende jaren naar verwachting met dertig tot veertig procent<br />

toe [Nota Ruimte]. De bergingscapaciteit voor <strong>water</strong> in stedelijke gebieden neemt af.<br />

Maaivelddaling<br />

Door inklinking daalt de bodem in diepere polders de komende vijftig jaar enkele decimeters. De<br />

bijkomende daling als gevolg van oxidatie van veen bedraagt eveneens enkele decimeters.<br />

Gevolgen van deze veranderingen voor de (drink)<strong>water</strong>sector<br />

Wateroverlast<br />

Op korte termijn ontstaat incidenteel en <strong>op</strong> de langere termijn structureel overlast van<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>.<br />

De kweldruk in laaggelegen veengebieden neemt toe door de maaivelddaling en de stijging<br />

van de zeespiegel. Doordat het gewicht van de deklaag en daarmee de tegendruk afneemt,<br />

neemt het risico van <strong>op</strong>barsten van de deklaag toe met als gevolg forse <strong>water</strong>overlast in het<br />

polder- en plassengebied.<br />

Watertekort<br />

In de zomerperiode treden door de lage rivierafvoeren <strong>water</strong>tekorten <strong>op</strong>. Het schaarse<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> zal zo goed mogelijk tussen de verschillende gebruikers verdeeld moeten<br />

worden. In het kader van het deltaprogramma worden diverse zoet<strong>water</strong>studies uitgevoerd<br />

om de hoeveelheid zoet <strong>water</strong> te vergroten en te beschermen.<br />

De beschikbaarheid van grond<strong>water</strong> neemt niet af, maar de droogteschade voor andere<br />

gebruikers kan in droge perioden wel toenemen. De grond<strong>water</strong>voorraden blijven <strong>op</strong> peil en<br />

nemen zelfs <strong>op</strong> de hogere zandgronden <strong>op</strong> een aantal plaatsen toe door het uitvoeren van<br />

vasthoud- en bergingsmaatregelen (herstel sponswerking).<br />

Verandering vegetatie<br />

Door de veranderingen in het klimaat verandert de vegetatie en de mogelijkheden voor landbouw,<br />

natuur en andere functies.<br />

Kwaliteitverslechtering<br />

De verzilting van het <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> neemt toe. Door de hogere zeespiegel zal in perioden<br />

met een lage afvoer het zoute zee<strong>water</strong> veel verder stroom<strong>op</strong>waarts in de rivieren worden<br />

aangetroffen.<br />

De temperatuur van het <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> neemt in warme perioden met een lage afvoer<br />

verder toe.<br />

Door infiltratie van zouter <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> en een toename van geïnfiltreerd zee<strong>water</strong> als<br />

gevolg van de hogere zeespiegel zal het grond<strong>water</strong> verder verzilten.<br />

De kwaliteit van het grond<strong>water</strong> verslechtert door een toename van de drooglegging als<br />

gevolg van de klimaatverandering, toename van stedelijk gebied en aanvoer van<br />

gebiedsvreemd verontreinigd <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> in droge perioden.<br />

Toename drink<strong>water</strong>gebruik<br />

In droge en warme perioden neemt het drink<strong>water</strong>gebruik toe. Ook het verschil tussen het<br />

maximum- en minimumverbruik neemt toe.<br />

Pagina 20


Toenemende aandacht voor duurzaamheid<br />

In het kader van Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen (MVO) wordt een aantal thema’s<br />

onderscheiden. De volgende vier thema's zijn van belang:<br />

Voorkomen van vervuiling<br />

Duurzaam gebruik van hulpmiddelen<br />

Maatregelen nemen tegen klimaatverandering<br />

Bescherming van het milieu en herstel van natuurlijke habitats<br />

Duurzaamheid neemt in belang toe. Prof. A.Y. Hoekstra (Technische Universiteit Twente) heeft een<br />

'<strong>water</strong> footprint assessment' ontwikkeld om de '<strong>water</strong> footprint' te berekenen, een<br />

duurzaamheidanalyse uit te voeren en responsmaatregelen te formuleren. Hierbij onderscheidt hij<br />

direct en indirect <strong>water</strong>gebruik. Indirect <strong>water</strong>gebruik is het <strong>water</strong> dat consumenten gebruiken<br />

afkomstig van producten uit andere gebieden, waarvoor bij de productie <strong>water</strong> is gebruikt. Het<br />

<strong>water</strong>gebruik van de Nederlandse consument is circa tachtig procent indirect en circa twintig<br />

procent direct. Door integraal naar de milieubelasting van <strong>water</strong> te kijken, maar ook van alle<br />

andere type belastingen (bijvoorbeeld CO2) wordt de meest duurzame aanpak vastgesteld. De<br />

'<strong>water</strong> footprint' van de drink<strong>water</strong>productie is nihil als we het <strong>water</strong> onttrekken en weer<br />

terugbrengen in het zelfde hydrologische systeem. De ' CO2 footprint' wordt dan de bepalende<br />

factor om het proces duurzamer te maken.<br />

<strong>Vitens</strong> wil haar 'footprints' zo klein mogelijk maken en heeft daarom aandacht voor het duurzaam<br />

omgaan met <strong>water</strong>- en energiebronnen en voor het zoeken naar alternatieven van eindige<br />

bronnen. Het benutten van bodemenergie komt steeds meer in de belangstelling te staan en wij<br />

zien een belangrijke taak voor onszelf weggelegd om mee te denken en bij te dragen aan een<br />

duurzaam gebruik van de bodem.<br />

Technologische ontwikkelingen<br />

De techniek gaat vooruit waardoor we meer kennis hebben van de samenstelling van <strong>water</strong> en<br />

<strong>water</strong> beter kunnen zuiveren. Nieuwe ontwikkelingen maken de (vroegtijdige) detectie van stoffen<br />

in het drink<strong>water</strong> mogelijk. Door het toepassen van nieuwe technieken kunnen stoffen ook<br />

gemakkelijker uit het <strong>water</strong> worden verwijderd. Deze ontwikkelingen bieden kansen maar ook<br />

bedreigingen in de mogelijkheden voor de bronkeuze in de toekomst.<br />

Beleidsontwikkelingen<br />

Beleidsontwikkelingen <strong>op</strong> de beleidsvelden ruimtelijke ordening, <strong>water</strong> en milieu zijn in belangrijke<br />

mate bepalend voor onze toekomstige keuzes. Samen met gemeenten en provincies denken wij na<br />

over de beleidsuitvoering. Op deze manier stemmen wij toekomstige ontwikkelingen af.<br />

Ontwikkeling ruw<strong>water</strong>kwaliteit<br />

De variatie in de kwaliteit van het <strong>op</strong>gepompte ruwe <strong>water</strong> per winlocatie is zeer gering. Dit komt<br />

door de grote spreiding in verblijftijden waardoor maatregelen aan maaiveld niet direct effect<br />

hebben <strong>op</strong> de ruw<strong>water</strong>kwaliteit. Pas <strong>op</strong> de lange termijn zullen effecten van maatregelen<br />

merkbaar zijn.<br />

<strong>Vitens</strong> voorziet voor de toekomst een aantal verontreinigingen dat de ruw<strong>water</strong>kwaliteit kan<br />

beïnvloeden:<br />

Als gevolg van verdroging en vermesting kent het ruw<strong>water</strong> van een flink aantal winningen<br />

verhoogde gehalten van nitraat, sulfaat, hardheid en bepaalde zware metalen zoals nikkel.<br />

Hoewel er voor sommige winningen sprake is van overschrijding van de norm voor nitraat en<br />

nikkel blijven de gehalten in de meeste gevallen binnen de drink<strong>water</strong>normen.<br />

Van geheel andere aard is de verzilting van een aantal winningen. Op termijn moet rekening<br />

worden gehouden met een overschrijding van de chloridenorm in enkele diepe winningen in<br />

het rivierengebied en in Friesland. Door toepassing van het ‘zoethoudersconcept’ (zie<br />

begrippenlijst) wordt hier een antwoord <strong>op</strong> gezocht.<br />

Pagina 21


1.4. Kaders<br />

Een derde categorie verontreinigingen die de ruw<strong>water</strong>kwaliteit beïnvloeden, bestaat uit<br />

bestrijdingsmiddelen. Ondanks het in Nederland gevoerde toelatingsbeleid blijkt dat een<br />

beperkt aantal veel voorkomende bestrijdingsmiddelen (zoals bentazon, MCPP, BAM en<br />

glyfosaat) tot het grond<strong>water</strong> doordringt. Alleen met een actief aanvullend beleid kan <strong>op</strong><br />

termijn worden voorkomen dat het ruw<strong>water</strong> dergelijke stoffen bevat.<br />

Verder kampen we met de erfenissen van bodemverontreinigingen uit de periode 1950 tot<br />

1980. Door saneringen is de situatie verbeterd. Toch zullen de (rest)verontreinigingen nog<br />

jaren terug te vinden zijn in het ruw<strong>water</strong> van een aantal winningen.<br />

Recent wordt ook aandacht besteed aan ‘nieuwe’ stoffen, zoals MTBE, perfluorverbindingen,<br />

resten van geneesmiddelen en hormonen. Deze blijken algemeen in het milieu voor te komen<br />

in erg lage gehalten. Na bredere inventarisatie en debat over toelaatbare gehalten zal<br />

duidelijker zijn welke maatregelen hiertegen genomen moeten worden.<br />

Bij de totstandkoming van deze LTV geldt een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten. De<br />

volgende wet- en regelgeving en beleidsplannen zijn direct relevant voor de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Zie bijlage 1 voor een uitgebreide omschrijving van de wet- en regelgeving.<br />

Drink<strong>water</strong>wet<br />

De Drink<strong>water</strong>wet legt alle bestuursorganen een zorgplicht <strong>op</strong> voor het duurzaam veiligstellen van<br />

de <strong>op</strong>enbare drink<strong>water</strong>voorziening. Drink<strong>water</strong>bedrijven hebben een signalerende en alarmerende<br />

functie bij de bescherming van hun winningen. Deze wet heeft als doel om een <strong>op</strong>timale<br />

waarborging van de kwaliteit en de continuïteit van de levering van drink<strong>water</strong> te garanderen <strong>op</strong><br />

een wijze die past binnen de randvoorwaarden van een duurzame ontwikkeling van de<br />

samenleving en tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. In de Drink<strong>water</strong>wet is ook<br />

<strong>op</strong>genomen dat de drink<strong>water</strong>voorziening een publieke taak blijft. Dit betekent dat er in de nabije<br />

toekomst geen sprake is van marktwerking waardoor klanten hun eigen <strong>water</strong>bedrijf kunnen<br />

kiezen.<br />

Waterwet<br />

De Waterwet is <strong>op</strong> 22 december 2009 in werking getreden en vervangt sinds die tijd acht<br />

bestaande wetten voor <strong>water</strong>beheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> en grond<strong>water</strong> en verbetert ook de samenhang tussen <strong>water</strong>beleid en<br />

ruimtelijke ordening. In de Waterwet is specifiek <strong>op</strong>genomen dat de provincies verantwoordelijk<br />

zijn voor het strategisch grond<strong>water</strong>beleid en het verlenen van vergunningen voor<br />

grond<strong>water</strong>onttrekkingen voor drink<strong>water</strong>.<br />

Kaderrichtlijn Water (KRW)<br />

De Kaderrichtlijn <strong>water</strong> stelt dat:<br />

Uiterlijk in 2027 alle Eur<strong>op</strong>ese <strong>water</strong>en in goede toestand moeten zijn.<br />

Significant stijgende trends van stofconcentraties zijn bepaald en omgebogen.<br />

De inbreng van verontreinigende stoffen beperkt of voorkomen is.<br />

Kort gezegd stelt de KRW dat de <strong>water</strong>kwaliteit niet zodanig mag verslechteren dat extra zuivering<br />

noodzakelijk is. Op de lange termijn moet worden gestreefd naar een kwaliteit van het<br />

<strong>op</strong>gepompte <strong>water</strong> waarbij een minimale zuivering voldoende is. Om dit mogelijk te maken,<br />

worden er door de provincies voor alle winningen gebiedsdossiers gemaakt, waarin de<br />

maatregelen staan die moeten worden genomen om de risico's voor de drink<strong>water</strong>kwaliteit zo<br />

klein mogelijk te maken.<br />

Natuurbeschermingswet 1998<br />

De Vogelrichtlijngebieden vormen samen met de Habitatrichtlijngebieden het netwerk Natura<br />

2000. Natura 2000-gebieden zijn in Nederland beschermd via de Natuurbeschermingswet 1998.<br />

Activiteiten in of nabij deze gebieden die een (mogelijk) significant negatief effect hebben <strong>op</strong> de<br />

instandhoudingsdoelstellingen zijn vergunningplichtig voor zover deze activiteiten niet in het<br />

Pagina 22


eheerplan zijn <strong>op</strong>genomen. Natura 2000 is voor <strong>Vitens</strong> relevant omdat de verdrogende effecten<br />

van drink<strong>water</strong>winningen beperkend kunnen zijn in het herstel van bepaalde natuurwaarden.<br />

Nitraatrichtlijn<br />

Nederland moet vanaf 2006 voldoen aan de verplichtingen die voortkomen uit de Eur<strong>op</strong>ese<br />

Nitraatrichtlijn. Nederland heeft het gehele land als nitraatkwetsbaar aangemeld en vertaalt deze<br />

richtlijn in de nitraatactieprogramma’s. Er is overeenstemming met de EU bereikt over het 4e<br />

Actieprogramma Nitraatrichtlijn 2010-2013, waarin sprake is van derogatie (een afwijking) bij het<br />

bereiken van de nitraatnorm, het verminderen van de fosfaatoverschotten en het efficiënter<br />

gebruik van dierlijke mest. Nitraat is een belangrijke vervuilende bron voor het ruw<strong>water</strong>. <strong>Vitens</strong><br />

heeft er dan ook belang bij dat de nitraatconcentraties in de bodem worden teruggebracht.<br />

Wet ruimtelijke ordening (Wro)<br />

De Wet <strong>op</strong> de ruimtelijke ordening (Wro) is <strong>op</strong> 1 juli 2008 in werking getreden ter vervanging van<br />

de oude Wro. De Wro regelt hoe ruimtelijke plannen tot stand komen en welke bestuurslaag voor<br />

welke ruimtelijke plannen verantwoordelijk is. Ook regelt de Wro de verhoudingen tussen de<br />

verschillende overheden en bestuursorganen in Nederland, zoals <strong>water</strong>schappen, gemeenten,<br />

provincies en het Rijk. Een belangrijke verandering met de komst van de Wro is dat provincies<br />

bestemmingsplannen niet meer achteraf goed hoeven te keuren. Ze moeten vooraf aangeven<br />

welke provinciale belangen gewaarborgd moet worden in de bestemmingsplannen. Drink<strong>water</strong> is<br />

één van deze belangen.<br />

Nationaal Waterplan<br />

Het Nationaal Waterplan stelt dat drink<strong>water</strong> zonder hoge kosten moet kunnen worden bereid uit<br />

grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>. Door de beschikbaarheid van voldoende strategische reserves en<br />

alternatieve bronnen blijft de drink<strong>water</strong>voorziening gegarandeerd. Bij (nieuwe) grond<strong>water</strong>onttrekkingen<br />

vormt een duurzaam <strong>water</strong>systeem het uitgangspunt, waarbij het grond<strong>water</strong><br />

primair bestemd is voor hoogwaardige functies zoals menselijke consumptie. Naast voldoende<br />

<strong>water</strong> is er aandacht voor een goede bescherming van dit <strong>water</strong>. Daarbij wordt aan de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening een groot gewicht toegekend door de status ‘dwingende reden van groot<br />

<strong>op</strong>enbaar belang’.<br />

Volgens het Nationaal Waterplan komt er in de toekomst in Hoog-Nederland meer grond<strong>water</strong><br />

beschikbaar voor de drink<strong>water</strong>voorziening als gevolg van de uitvoering van het beleid om meer<br />

gebiedseigen <strong>water</strong> vast te houden. In verdrogingsgevoelige gebieden blijft het bestaande 'standstill'<br />

beginsel voor grond<strong>water</strong>onttrekkingen gelden.<br />

Provinciale plannen<br />

Het provinciaal beleid voor drink<strong>water</strong>winningen is <strong>op</strong>genomen in het Waterplan, het<br />

Milieubeleidsplan en het Streekplan (of een geïntegreerd Omgevingsplan). Onder de nieuwe Wet<br />

<strong>op</strong> de ruimtelijke ordening is het Waterplan tevens een ruimtelijke structuurvisie waarin het<br />

provinciaal ruimtelijk belang voor het <strong>water</strong>beleid is benoemd. De zeven provincies binnen ons<br />

werkgebied bestempelen de drink<strong>water</strong>winning als een provinciaal belang en geven de voorkeur<br />

aan het gebruik van grond<strong>water</strong> Zij kijken echter verschillend aan tegen de (nog) beschikbare<br />

hoeveelheid grond<strong>water</strong> en de ruimte voor winningen.<br />

Alle provincies hebben beschermingsgebieden vastgesteld rondom de drink<strong>water</strong>winningen.<br />

Binnen deze gebieden geldt het beschermingsbeleid zoals is vastgelegd in de Provinciale<br />

Milieuverordening (PMV) of omgevingsverordening. Concreet staat hierin welke activiteiten wel en<br />

niet binnen deze gebieden zijn toegestaan. Dit beleid verschilt per provincie.<br />

De provincie Gelderland heeft in het Waterplan aanvullend beleid geformuleerd voor de<br />

zogenaamde <strong>op</strong>timaliseringsgebieden. De provincie wil de netto grond<strong>water</strong>onttrekking <strong>op</strong> onder<br />

andere de zuidelijke en oostelijke flank van de Veluwe verminderen en grond<strong>water</strong>onttrekkingen<br />

verplaatsen naar locaties die minder of geen schade aan natuurfuncties veroorzaken. Een netto<br />

toename van de onttrekkingshoeveelheden is in deze gebieden niet toegestaan.<br />

Pagina 23


1.4.1. Betekenis van de wetgeving voor drink<strong>water</strong>bedrijven<br />

Het Rijk en de provincies hebben een nadrukkelijke taak in het behartigen van de publieke<br />

belangen bij de drink<strong>water</strong>voorziening. Wet- en regelgeving bieden samen met beleidsplannen<br />

hiervoor de kaders.<br />

Omgaan met spanningsvelden<br />

Duidelijk is dat vanuit verschillende beleidsterreinen invloed wordt uitgeoefend <strong>op</strong> de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening. Er is beleid <strong>op</strong>gesteld waarin de normen voor ons drink<strong>water</strong> worden<br />

weergegeven. Daarnaast heeft wet- en regelgeving ten behoeve van andere aspecten gevolgen<br />

voor de drink<strong>water</strong>voorziening. Beleidsvraagstukken kunnen elkaar positief versterken, maar<br />

spanningsvelden zijn soms niet te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan <strong>water</strong>wingebieden in of nabij<br />

droogtegevoelige Natura 2000-gebieden, maar ook andersom als infrastructurele of industriële<br />

activiteiten worden gepland bij of in een <strong>water</strong>wingebied. <strong>Vitens</strong> houdt rekening met de ruimtelijke<br />

inpassing van haar <strong>water</strong>winningen, maar verwacht ook van andere partijen dat zij rekening<br />

houden met het drink<strong>water</strong>belang. In nauwe samenspraak met de overheid, belanghebbende<br />

partijen en omwonenden wordt veel geïnvesteerd in de inpassing van de <strong>water</strong>winning in de<br />

ruimtelijke omgeving.<br />

Decentralisatie leidt tot een grotere rol van <strong>water</strong>bedrijven<br />

De (Rijks)overheid zet steeds meer in <strong>op</strong> decentralisatie van taken richting regionale en lokale<br />

overheden. Uitwerkingen <strong>op</strong> regionaal en lokaal niveau spelen hierdoor een steeds belangrijkere<br />

rol, ook bij de drink<strong>water</strong>voorziening. Bij deze regionale en lokale doorvertaling, waarbij partijen<br />

overeenstemming bereiken via gebiedsprocessen, zijn de drink<strong>water</strong>bedrijven een belangrijke<br />

speler. Wij zien voor onszelf een signalerende en agenderende functie <strong>op</strong> basis van de aanwezige<br />

praktijk- en gebiedskennis rondom de drink<strong>water</strong>voorzieningen en de waargenomen effecten van<br />

overheidsmaatregelen en -besluiten. Daarnaast willen wij via gebiedsprocessen actief mede<br />

sturing geven aan de (ruimtelijke) ontwikkeling van de beschermings- en intrekgebieden.<br />

1.5. Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 is vanuit de missie, visie en ambities beschreven vanuit welke kernwaarden <strong>Vitens</strong><br />

handelt. Deze kernwaarden beïnvloeden in belangrijke mate onze keuze voor de wininfrastructuur.<br />

In hoofdstuk 3 wordt ingegaan <strong>op</strong> de bestaande situatie: welke aspecten bepalen<br />

de locatie van een drink<strong>water</strong>winning? In hoofdstuk 4 is de verwachte drink<strong>water</strong>behoefte in het<br />

jaar 2040 <strong>op</strong>genomen. De confrontatie tussen de huidige capaciteit en de toekomstige vraag vindt<br />

plaats in hoofdstuk 5. Hierbij wordt zowel gekeken naar knelpunten die voortvloeien uit de huidige<br />

situatie als naar mogelijke toekomstige knelpunten met betrekking tot de <strong>water</strong>behoefte.<br />

Hoofdstuk 6 beschrijft de mogelijke <strong>op</strong>lossingsrichtingen om knelpunten weg te nemen. We gaan<br />

in <strong>op</strong> een verkenning die we hebben uitgevoerd, waarbij verschillende <strong>op</strong>lossingsrichtingen in de<br />

vorm van scenario’s zijn uitgewerkt. De scenario’s laten de gevolgen van extreme keuzes zien en<br />

geven zo de ‘hoeken van het speelveld’ weer waarbinnen wij onze strategische keuzes maken. In<br />

hoofdstuk 7 wordt de toekomstige situatie geschetst, waarbij de strategische keuzes en de<br />

uitwerking daarvan worden toegelicht. In hoofdstuk 8 is de wijze aangegeven waar<strong>op</strong> deze<br />

strategische keuzes worden gerealiseerd. Ook wordt in dit hoofdstuk ingegaan <strong>op</strong> een aantal<br />

pilotprojecten die momenteel l<strong>op</strong>en en die bijdragen aan de realisatie van de gekozen strategieën.<br />

Omdat het werkgebied van <strong>Vitens</strong> sterke regionale verschillen kent, is in de bijlagen 5 tot en met<br />

9 gekozen voor een meer gedetailleerde beschrijving van de situatie in de verschillende<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden.<br />

Pagina 24


2. AMBITIE VITENS<br />

De langetermijnvisie (LTV) is richtinggevend voor keuzes die in de toekomst moeten worden<br />

gemaakt met betrekking tot het inrichten van onze win-infrastructuur. Een belangrijk uitgangspunt<br />

bij het beschrijven van strategische <strong>op</strong>lossingsrichtingen in de LTV zijn onze missie en visie. Deze<br />

vormen de basis voor de strategische keuzes die worden gemaakt. In dit hoofdstuk wordt na een<br />

korte beschrijving van de kernwaarden van <strong>Vitens</strong> (de missie en visie) ingegaan <strong>op</strong> de<br />

doorwerking hiervan in deze LTV.<br />

2.1. Missie en visie<br />

Eenderde van Nederland vertrouwt <strong>op</strong> ons bedrijf voor de levering van veilig en lekker drink<strong>water</strong>.<br />

<strong>Vitens</strong> gaat voor het beste <strong>water</strong> tegen de laagste maatschappelijke kosten door te blijven zoeken<br />

naar efficiënte en duurzame productiemethoden en waar mogelijk haar prestaties te verbeteren.<br />

Door innovatie zorgt <strong>Vitens</strong> ervoor dat dit vertrouwen in goede handen is en blijft. Centraal staat<br />

dat <strong>Vitens</strong> <strong>water</strong> betekenis wil geven. Dit doen wij vanuit de volgende vier speerpunten:<br />

1. Dichter bij de klant staan<br />

<strong>Vitens</strong> wil een dienstverlener zijn die zichtbaar is en dicht bij haar klant staat. Alleen zo kunnen wij<br />

goed inspelen <strong>op</strong> de wensen van klanten en meegroeien met hun behoeften. Wij willen dat klanten<br />

onze kwaliteit erkennen en waarderen. Daarnaast gaan we onze dienstverlening nog efficiënter en<br />

persoonlijker maken.<br />

2. Maatschappelijke kosten verlagen<br />

<strong>Vitens</strong> ziet het als haar taak om continu te zoeken naar mogelijkheden om de maatschappelijke<br />

kosten te verlagen. Dat betekent dat wij ons inspannen om onze <strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> een goede<br />

manier in te passen en waar mogelijk de <strong>water</strong>keten slimmer te organiseren. Een goed voorbeeld<br />

hiervan is het investeren in een verdergaande ontharding van <strong>water</strong> dan wettelijk is vereist. Door<br />

deze investering worden elders in de keten besparingen gerealiseerd, zoals een lager<br />

wasmiddelengebruik, minder slijtage van apparatuur, een betere kwaliteit van het geloosde <strong>water</strong><br />

en vermindering van het aantal decentrale onthardingsinstallaties. Een onderdeel van het verlagen<br />

van de maatschappelijke kosten is ook dat <strong>Vitens</strong> de verantwoordelijkheid heeft om het geld van<br />

klanten en publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies) <strong>op</strong> een verantwoorde wijze te<br />

besteden.<br />

3. Bedrijfsvoering verder verduurzamen<br />

We zijn ons ervan bewust dat ons handelen als drink<strong>water</strong>bedrijf invloed heeft <strong>op</strong> de natuur en<br />

onze leefomgeving. Wij spannen ons in om onze bedrijfsvoering zoveel mogelijk te verduurzamen.<br />

Dit doen wij waar mogelijk met de andere actoren en in samenhang met onze andere<br />

doelstellingen, onder andere door gebruik te maken van groene energie en door verdroging tegen<br />

te gaan. Ook het zuinig omgaan met energie, het zoveel mogelijk hergebruiken van reststoffen en<br />

het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen zijn in dit kader belangrijke aandachtspunten.<br />

4. Internationale activiteiten verder uitbouwen<br />

<strong>Vitens</strong> draagt <strong>op</strong> dit moment bij aan de drink<strong>water</strong>voorziening van twintig miljoen mensen in<br />

ontwikkelingslanden. Ons doel is om dit aantal in de komende jaren flink te vergroten. Dat<br />

betekent een intensivering van de uitwisseling van kennis en een toename van het aantal<br />

projecten waaraan <strong>Vitens</strong> bijdraagt.<br />

Innovatie is de motor<br />

Innovatie is noodzakelijk om bovengenoemde ambities te realiseren. Innovaties hebben<br />

betrekking <strong>op</strong> een breed scala aan onderwerpen zoals:<br />

Introduceren van het 'cradle-to-cradle' principe.<br />

Pagina 25


Integraal 'asset management' bij het sturen van de processen in de <strong>water</strong>keten.<br />

Terugwinning en hergebruik van <strong>water</strong> (en energie) in (nieuwe) huizen of woonwijken.<br />

Volledige 'ontzorging' van zakelijke klanten en consumenten (ook áchter de <strong>water</strong>meter).<br />

Nieuwe win-, zuivering- en distributietechnieken.<br />

On-line sensoring en monitoring, zodat 'alles' 'altijd' en 'overal' te volgen is. Hierdoor wordt<br />

integraal asset management mogelijk.<br />

Integratie in de <strong>water</strong>keten<br />

Verticale integratie in de <strong>water</strong>keten draagt bij aan de ambitie van <strong>Vitens</strong>: kwaliteit leveren aan<br />

de klant nu en in de toekomst, duurzaamheid, solidariteit en het reduceren van de totale<br />

maatschappelijke kosten.<br />

Voor onze internationale activiteiten geldt ook dat het beschikbaar maken van gezond en veilig<br />

drink<strong>water</strong> en sanitatie hand in hand moeten gaan. <strong>Vitens</strong> geeft hier vorm aan middels de WaSH<br />

(Water Sanitation and Hygiene) filosofie.<br />

2.2. Doorwerking: planet, pe<strong>op</strong>le, profit<br />

In figuur 2.1 zijn de missie, visie en ambities voor de win-infrastructuur geconcretiseerd naar een<br />

maatschappelijke, milieu- en economische invalshoek. Het verbeeldt onze vertaling van de 'planet,<br />

pe<strong>op</strong>le, profit'-gedachte naar de wijze waar<strong>op</strong> wij aankijken tegen een duurzame <strong>water</strong>winning. In<br />

deze figuur staat <strong>op</strong> welke manier wij ons <strong>water</strong> willen winnen en welke aspecten een rol spelen<br />

bij de afweging tussen sociale, ecologische en economische aspecten. Duurzaam handelen houdt<br />

rekening met alle invalshoeken en staat dan ook centraal.<br />

Figuur 2.1: Doorwerking van de missie en visie in de LTV.<br />

Pagina 26


2.2.1. Planet: effecten van ons handelen neutraliseren<br />

De ‘planet’-component geeft aan dat wij de effecten van ons handelen <strong>op</strong> de aarde (onze<br />

'footprint') willen minimaliseren. Belangrijk hierbij is:<br />

Weinig reststoffen<br />

Wij streven ernaar om bij alle werkzaamheden zo weinig mogelijk reststoffen te produceren<br />

en reststoffen waar mogelijk te hergebruiken (bijvoorbeeld hergebruik van ijzerrijk<br />

zuiveringsslib in de baksteenindustrie en bij riool<strong>water</strong>zuiveringsinstallaties (RWZI’s) en het<br />

hergebruik van kalk-korrels in de glasindustrie).<br />

Weinig energiegebruik<br />

Het transporteren van <strong>water</strong> over grote afstanden kost veel energie en veroorzaakt bovendien<br />

kwaliteitsrisico’s. Naast het vergroten van de leveringszekerheid is het beperken van energiegebruik<br />

en kwaliteitsrisico’s een belangrijke reden om waar mogelijk het <strong>water</strong> zo dicht<br />

mogelijk bij het afzetgebied te winnen. Ook het zuiveren van <strong>water</strong> kost veel energie. Om het<br />

energiegebruik zo laag mogelijk te houden is het bij de bronkeuze van belang om zo schoon<br />

mogelijk <strong>water</strong> te winnen.<br />

Minimale milieuschade<br />

<strong>Vitens</strong> streeft naar eenvoudige zuiveringsprocessen met een minimaal gebruik van<br />

chemicaliën. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van verwijderingstechnieken in<br />

plaats van omzettingstechnieken. Het onttrekken van <strong>water</strong> heeft effect <strong>op</strong> de<br />

<strong>water</strong>huishouding in het gebied. Wij streven ernaar dit effect binnen maatschappelijk<br />

aanvaardbare grenzen zo klein mogelijk te laten zijn.<br />

Maximale meerwaarde voor de omgeving<br />

Waterwinning is een ruimtelijke functie met gevolgen voor andere gebruiksfuncties. Wij<br />

combineren onze <strong>water</strong>winning zodanig met andere functies dat er waar mogelijk een winwinsituatie<br />

ontstaat: duurzame ruimtelijke inpassing.<br />

Versterking toekomstwaarde<br />

Waterwinning wordt zodanig ingepast dat dit een versterking van de toekomstige waarde van<br />

onze leefomgeving is. Dit uit zich in een mooiere leefomgeving en een beter milieu.<br />

2.2.2. Pe<strong>op</strong>le: kwaliteit leveren<br />

<strong>Vitens</strong> wil ervoor zorgen dat haar productkwaliteit en dienstverlening zichtbaar wordt voor de<br />

klant. Concreet betekent dit dat <strong>Vitens</strong> wil waarmaken wat de gebruikers van het <strong>water</strong> belangrijk<br />

vinden. Het gaat om de volgende aspecten:<br />

Hoge belevings- en gebruikswaarde<br />

Onze <strong>water</strong>wingebieden worden ecologisch onderhouden en waar mogelijk <strong>op</strong>engesteld voor<br />

recreanten zodat zij kunnen genieten van de mooie omgeving.<br />

Natuurlijk en vers <strong>water</strong><br />

Waterwinning in een natuurlijke, schone omgeving is een belangrijke voorwaarde voor<br />

natuurlijk, vers en gezond <strong>water</strong> en speelt dan ook een grote rol bij onze bronkeuze.<br />

Gezond <strong>water</strong><br />

Gezondheid is een groot goed. Drink<strong>water</strong> moet gezond zijn en bijdragen aan een goede<br />

gezondheid. Een schone bron in combinatie met een adequate zuivering zijn hiervoor de<br />

randvoorwaarden.<br />

2.2.3. Profit: laagste maatschappelijke kosten<br />

Bij het aspect 'profit' komen de termen kwaliteit en oog voor de behoeften van de klant elkaar<br />

tegen. Concreet betekent dit kwalitatief zeer goed <strong>water</strong> leveren tegen de laagste<br />

maatschappelijke kosten. Afwegingen waarbij <strong>op</strong>timale kwaliteit en lage kosten meespelen,<br />

worden continu gemaakt en blijven bestaan zolang <strong>Vitens</strong> bestaat. In de praktijk betekent dit dat<br />

<strong>Vitens</strong> actief naar mogelijkheden blijft zoeken om de maatschappelijke kosten te verlagen.<br />

Pagina 27


Laagste maatschappelijke kosten: visie <strong>op</strong> de toekomstige infrastructuur<br />

Om te bepalen hoe de drink<strong>water</strong>voorziening er in de toekomst uit moet zien, is een aantal<br />

toekomstscenario’s <strong>op</strong> hoofdlijnen uitgewerkt. Deze toekomstscenario's onderscheiden zich in<br />

schaalgrootte en transportafstand en variëren van één bron voor heel <strong>Vitens</strong> tot een eigen bron voor<br />

iedere aansluiting. De onderzochte scenario's zijn:<br />

1. Levering door één productiebedrijf<br />

2. Levering door zes productiebedrijven<br />

3. Levering door 22 productiebedrijven (clustering huidige winningen)<br />

4. Voortzetting huidig beleid inclusief voorgenomen ontwikkelingen<br />

5. Levering door één productiebedrijf <strong>op</strong> wijk- of dorpsniveau (770 productiebedrijven)<br />

6. Eén productielocatie per afnemer<br />

Het leveren van <strong>water</strong> door één grootschalig productiebedrijf met <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> uit het<br />

IJsselmeer als grondstof (scenario 1) is duur en maakt de <strong>water</strong>levering kwetsbaar. Het leveren van<br />

<strong>water</strong> door meer productiebedrijven met <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> uit het IJsselmeer en de grote rivieren als<br />

grondstof (scenario 2), maakt de <strong>water</strong>levering minder kwetsbaar, maar heeft als nadeel dat een<br />

zeer groot <strong>op</strong>pervlak nodig is voor het inrichten van binnendijkse spaarbekkens, met name langs de<br />

IJssel en de Waal. Het is zeer twijfelachtig of spaarbekkens van deze omvang ruimtelijk kunnen<br />

worden ingepast. Bij scenario 3 worden bestaande grond<strong>water</strong>winningen geclusterd en worden<br />

grootschaliger productiebedrijven gebouwd dan <strong>op</strong> dit moment het geval is. Scenario 4 gaat uit van<br />

het voortzetten van het huidige beleid en de voorgenomen ontwikkelingen. Scenario 5, waarbij<br />

lokaal beschikbaar <strong>water</strong> <strong>op</strong> stads(wijk)- en dorpsniveau wordt gezuiverd en gedistribueerd, leidt tot<br />

een geringere beheersbaarheid. Bij scenario 6 heeft elke aansluiting zijn eigen bron. Dit kan<br />

regen<strong>water</strong>, grond<strong>water</strong>, <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> of hergebruik van <strong>water</strong> zijn. Bij dit scenario schaft de<br />

consument zelf een zuiveringsinstallatie aan en is de consument zelf verantwoordelijk voor de<br />

bedrijfsvoering en de <strong>water</strong>kwaliteit. Voor elk scenario zijn de kosten berekend. Hierbij is uitgegaan<br />

van het ‘groene weide-principe’. Dit houdt in dat er geen rekening is gehouden met de bestaande<br />

infrastructuur. Uit de berekening is gebleken dat een situatie met grond<strong>water</strong>winningen verspreid<br />

over het gebied (scenario 4) eventueel aangevuld met clustering van de huidige<br />

productiebedrijven <strong>op</strong> het gebied van duurzaamheid, leveringszekerheid en kwaliteit te verkiezen is<br />

en bovendien het meest kostenefficiënt is.<br />

2.3. <strong>Vitens</strong> beleid<br />

<strong>Vitens</strong> hanteert ten behoeve van haar bedrijfsvoering een eigen (beleids)kader. Voor de wininfrastructuur<br />

zijn de volgende items relevant:<br />

Integraal asset management<br />

Bronkeuze<br />

Duurzame inpassing winningen<br />

Zuiveringsfilosofie<br />

Reservebeleid<br />

Waterbesparing<br />

Waterkwaliteit<br />

Schade aan de omgeving (landbouw, ecologie etc.)<br />

Bescherming grondstof<br />

Modelinstrumentarium<br />

In deze paragraaf zijn deze aandachtsgebieden verder uitgewerkt.<br />

Pagina 28


Integraal asset management<br />

<strong>Vitens</strong> wil productiemiddelen <strong>op</strong>timaal en duurzaam beheren en gedurende de gehele levenscyclus<br />

een juiste balans creëren tussen prestaties, risico's en kosten. Bij de besluitvorming over het<br />

beheren en realiseren van productiemiddelen hanteert <strong>Vitens</strong> de internationale norm PAS 55 als<br />

leidraad. Een belangrijk kenmerk van PAS 55 is de geïntegreerde benadering vanuit diverse<br />

aspecten. In figuur 2.2 wordt deze benadering aan de hand van steekwoorden toegelicht.<br />

Figuur 2.2: Integrale benadering voor het managen van assets volgens PAS 55.<br />

Bronkeuze<br />

De KRW stelt dat de onttrokken hoeveelheid grond<strong>water</strong> in verhouding moet zijn tot de aanvulling<br />

ervan. In het <strong>Vitens</strong> gebied is de onttrekking slechts een paar procent van de aanvulling en gelet<br />

<strong>op</strong> de bestaande mogelijkheden om extra grond<strong>water</strong> en eventueel <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> te winnen, is<br />

er ruim voldoende zoet <strong>water</strong> beschikbaar als bron voor de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Bij de keuze van haar grondstofbronnen houdt <strong>Vitens</strong> een voorkeursvolgorde aan vanuit het<br />

oogpunt van de duurzaamheid van de bron (figuur 2.3). De gebruikte criteria bij de indeling van<br />

de bronnen zijn kwantiteit, kwaliteit, zuivering, kosten, risico’s en imago. De mogelijke bronnen<br />

zijn gerangschikt naar <strong>op</strong>l<strong>op</strong>end belang van aandachtspunten. Bij de bronkeuze gaat onze<br />

voorkeur uit naar een categorie met de minste aandachtspunten passend bij de regionale situatie.<br />

Wij benutten primair bronnen uit de categorie 1 en vervolgens bronnen uit de categorieën 2 en 3<br />

als grondstof voor drink<strong>water</strong>. De inzet van bronnen uit de categorieën 4 en 5 achten wij niet<br />

nodig en maatschappelijk niet te verdedigen. Wij streven naar vervanging van de bestaande<br />

winningen in de categorieën 4 en 5 door winningen die vallen onder een van de eerste drie<br />

categorieën.<br />

Pagina 29


Categorie 1 1. Grond<strong>water</strong> in schone/natuurlijke omgeving (freatisch of onder kleilaag)<br />

2. Grond<strong>water</strong> onder dikke kleilaag (onafhankelijk van omgeving functies)<br />

Categorie 2 1. Grond<strong>water</strong> onder semi permeabele kleilaag in landbouwgebied of licht risicovol<br />

stedelijk gebied<br />

Categorie 3 1. Brak kwel<strong>water</strong> (zonder antr<strong>op</strong>ogene invloed)<br />

2. Diep zout grond<strong>water</strong><br />

3. Freatische winning in licht risicovol stedelijk of landbouwgebied<br />

4. Oppervlakte<strong>water</strong> (grote rivier) met bodempassage of bekken<br />

Categorie 4 1. Brak <strong>water</strong> polders (uitslag<strong>water</strong>) of winning in risicovol stedelijk gebied<br />

2. Oppervlakte<strong>water</strong> (grote rivier), rechtstreekse inname<br />

Categorie 5 1. Oppervlakte<strong>water</strong> (kleine rivier) met bodempassage of bekken<br />

2. Oppervlakte<strong>water</strong> (kleine rivier/<strong>water</strong>lo<strong>op</strong>), rechtstreekse inname<br />

3. Zout zee<strong>water</strong><br />

4. Effluent RWZI (rechtstreeks)<br />

Figuur 2.3: Categorie-indeling grondstofbronnen <strong>op</strong> basis van de ernst van aandachtspunten.<br />

Definities bij de categorie-indeling<br />

In de categorie-indeling wordt gesproken van licht risicovol stedelijk gebied en risicovol stedelijk<br />

gebied. Er wordt gesproken van licht risicovol stedelijk gebied wanneer het stedelijk gebied de<br />

kwaliteit van het ruw<strong>water</strong> niet of nauwelijks beïnvloedt, er geen specifieke zuivering nodig is en de<br />

risico’s laag zijn. Bij risicovol stedelijk gebied is de invloed van het stedelijk gebied dusdanig, dat<br />

een specifieke zuivering nodig is. De ruw<strong>water</strong>kwaliteit wordt hier beïnvloed door het stedelijk<br />

gebied en de risico’s zijn hoog. Een voorbeeld hiervan is een freatische winning in stedelijk gebied<br />

met bodemvervuilingen door industrie.<br />

Duurzame inpassing winningen<br />

<strong>Vitens</strong> streeft naar een duurzaam, meervoudig gebruik van de ruimte, waarbij naast<br />

drink<strong>water</strong>winning ook plaats is voor recreatie, natuur en/of landbouw. Via lokale gebiedsprocessen<br />

wordt bekeken <strong>op</strong> welke manier drink<strong>water</strong>winning en andere functies (zoals landbouw<br />

en natuur) naast elkaar kunnen bestaan zonder hinder van elkaar te ondervinden.<br />

Figuur 2.4: Duurzaam <strong>water</strong> winnen is gezamenlijk ontwerpen en kansen benutten.<br />

Pagina 30


Bij het inpassen van een winning in de omgeving kijken wij naar verschillende aspecten. Ten<br />

eerste is er het <strong>water</strong>huishoudkundige aspect. Hierbij worden negatieve effecten <strong>op</strong> andere<br />

functies (verdroging, vernatting) zoveel mogelijk voorkomen of, indien dit niet mogelijk is,<br />

gecompenseerd. Ook wordt gekeken of een winning andere omliggende functies (landbouwkundig<br />

peilbeheer, stedelijke ont<strong>water</strong>ing) kan faciliteren. Voor het aspect natuur en landschap wordt<br />

gekeken naar de inrichting en het beheer van de winvelden ter versterking en ondersteuning van<br />

de omliggende natuurwaarden en het landschap. Bij het aspect ruimtelijke inpassing wordt<br />

bekeken <strong>op</strong> welke manier de winning en gebruiksfuncties rond de winning aansluiten <strong>op</strong> de<br />

ontwikkelingsrichting van het omliggende gebied. Voor dit aspect worden vaak<br />

langetermijngebiedsvisies <strong>op</strong>gesteld. Deze manier van werken blijkt in de praktijk effectief te zijn<br />

en heeft een aantal goede praktijkvoorbeelden <strong>op</strong>geleverd (zie kader en de LNV-rapportage De<br />

betekenis van <strong>water</strong>winning voor de natuur).<br />

Waterwingebieden zijn de productiegebieden voor ons drink<strong>water</strong> en <strong>Vitens</strong> wil deze gebieden<br />

daarom in eigendom hebben. In deze gebieden k<strong>op</strong>pelt <strong>Vitens</strong> een effectieve en efficiënte<br />

bedrijfsvoering van vandaag aan een zekere en veilige drink<strong>water</strong>voorziening van morgen door<br />

<strong>water</strong>wingebieden ecologisch te beheren. De inrichting en het beheer sluiten aan <strong>op</strong> de omgeving.<br />

<strong>Vitens</strong> streeft naar meerwaarde voor de samenleving door de gebieden <strong>op</strong>en te stellen en andere<br />

gerichte vormen van medegebruik toe te staan.<br />

Functiecombinaties: een aantal voorbeelden uit de praktijk<br />

Espelose broek/’t Klooster: peilbeheer landbouw via onttrekking in samenwerking met het<br />

<strong>water</strong>schap.<br />

Ceintuurbaan Deventer: <strong>water</strong>winning in combinatie met een stadspark.<br />

Boele/Soestduinen: <strong>water</strong>wingebied ontwikkeld in droge natuur.<br />

Holk/Eemdijk: <strong>water</strong>wingebied ontwikkeld als natte natuur ter versterking natuurwaarden<br />

rondom Randmeren.<br />

Leidsche Rijn: een <strong>water</strong>winpark midden in stedelijk gebied.<br />

Zuiveringsfilosofie<br />

Wat zuiveringsprocessen betreft kiest <strong>Vitens</strong> voor:<br />

Eenvoudige natuurlijke processen, zoals beluchting en filtratie<br />

'Verwijderen' boven 'omzetten'<br />

Links winning Holk en rechts <strong>water</strong>winpark Leidsche Rijn<br />

<strong>Vitens</strong> kiest voor het verwijderen van verontreinigingen (actieve koolfiltratie, ionenwisseling of<br />

membraanfiltratie) in plaats van voor het omzetten van verontreinigingen (oxidatieprocessen<br />

ozon, UV/H2O2).<br />

'Fysisch' boven 'chemisch' (bijvoorbeeld UV-desinfectie in plaats van chloring)<br />

Voorkomen of minimaliseren van het gebruik van chemicaliën<br />

Pagina 31


Reserve beleid: Operationele Reserve (OR) en Niet-Operationele Reserve (NOR)<br />

De <strong>water</strong>vraag is continu aan verandering onderhevig. Het realiseren van nieuwe win- en<br />

productiecapaciteit vergt over het algemeen meer dan tien jaar. Daarom moet er voldoende<br />

reservecapaciteit beschikbaar zijn. <strong>Vitens</strong> houdt daarom rekening met een Operationele Reserve<br />

(OR) en een Niet-Operationele Reserve (NOR).<br />

De OR is nodig om schommelingen in de vraag, lekverliezen en calamiteiten <strong>op</strong> te vangen. De OR<br />

moet direct beschikbaar zijn en bedraagt tien procent van de nominale productiecapaciteit. De<br />

totaal benodigde productiecapaciteit is gelijk aan de nominale productiecapaciteit, vermeerderd<br />

met de OR.<br />

De NOR is extra vergunningscapaciteit die nodig is om onverwachte groei in de drink<strong>water</strong>vraag,<br />

wijzigingen in wet- en regelgeving en wijzigingen in de beschikbare drink<strong>water</strong>bronnen <strong>op</strong> te<br />

vangen. De NOR moet binnen vijf jaar beschikbaar zijn en bedraagt tien procent van de totaal<br />

benodigde productiecapaciteit.<br />

Waterbesparing<br />

Waterbesparing kan worden gerealiseerd door gedragsbeïnvloeding en technische maatregelen.<br />

Zoals al vermeld is het <strong>water</strong>gebruik door <strong>water</strong>besparingsacties in de jaren tachtig en negentig<br />

flink afgenomen. Daarnaast constateren wij dat er ruim voldoende grond<strong>water</strong> in ons werkgebied<br />

voorhanden is voor de drink<strong>water</strong>voorziening. Directe schaarste aan <strong>water</strong> is dan ook geen<br />

aanleiding tot <strong>water</strong>besparing. Het energiegebruik om <strong>water</strong> <strong>op</strong> te warmen kan wel een reden zijn<br />

om <strong>water</strong> te besparen. Verder wil <strong>Vitens</strong> niet dat de maatschappelijke claim die drink<strong>water</strong> <strong>op</strong> de<br />

ruimte legt groter is dan noodzakelijk.<br />

Het <strong>water</strong>gebruik in Nederland is, zeker vergeleken met andere industriële landen, relatief laag.<br />

<strong>Vitens</strong> zet zich actief in voor <strong>water</strong>besparing middels technische maatregelen en niet door<br />

gedragsbeïnvloeding. Een te grote druk <strong>op</strong> gedragsverandering om <strong>water</strong> te besparen kan risico’s<br />

voor de volksgezondheid met zich meebrengen. Verder richt <strong>Vitens</strong> zich <strong>op</strong> de eigen<br />

bedrijfsvoering (bijvoorbeeld spoel<strong>water</strong>hergebruik, snelle lek<strong>op</strong>sporing), bewustwording van de<br />

klant ('intelligente' <strong>water</strong>meters, 'on-line' gebruiksgegevens) en maatwerkadviezen aan<br />

grootverbruikers.<br />

Een uitzondering vormen de Waddeneilanden. Door hun geïsoleerde ligging, kwetsbare <strong>water</strong>huishouding<br />

en hoge piekverbruik in de zomer is de hoeveelheid beschikbaar <strong>water</strong> voor de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong> de Waddeneilanden wel een kritische factor. Het beleid voor dit gebied is<br />

gericht <strong>op</strong> zelfvoorzienendheid en <strong>water</strong>besparing door technische maatregelen en<br />

gedragsbeïnvloeding. De ambitie van zowel de waddengemeenten als de provincie Friesland is om<br />

in 2020 zelfvoorzienend te zijn <strong>op</strong> het vlak van de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Waterkwaliteit<br />

<strong>Vitens</strong> hanteert streefwaarden die soms strenger zijn dan de wettelijke normen. Zo hanteren wij<br />

een strengere norm voor de hardheid van <strong>water</strong> dan wettelijk vereist is. De redenen om een<br />

strengere norm te hanteren zijn klanttevredenheid (totale hardheid, kleur, afzetbaar calciumcarbonaat),<br />

gezondheid (nitraat, nitriet, natrium), corrosie van leidingmaterialen (sulfaat, chloride,<br />

<strong>water</strong>stofcarbonaat, SI, pH), afzettingen in het leidingnet (ijzer, mangaan) en imago (genees-,<br />

bestrijdingsmiddelen en organische microverontreinigingen mogen niet aantoonbaar zijn).<br />

Schade aan de omgeving<br />

Landbouw en droogteschade<br />

<strong>Vitens</strong> is van mening dat drink<strong>water</strong>winning en landbouwkundig gebruik goed samen kunnen<br />

gaan. <strong>Vitens</strong> richt zich <strong>op</strong> het bereiken van win-winsituaties met andere gebruiksvormen zoals<br />

landbouw, natuur, recreatie en stedelijk gebied. <strong>Vitens</strong> neemt effecten <strong>op</strong> de landbouw in<br />

Pagina 32


evenwicht met andere belangen mee in haar integrale planet-pe<strong>op</strong>le-profit-afwegingen voor<br />

bestaande en nieuwe winningen. Bij het realiseren van een duurzame drink<strong>water</strong>voorziening tegen<br />

de laagste maatschappelijke kosten staan wij <strong>op</strong>en voor nieuwe combinaties en<br />

samenwerkingsvormen met de landbouw, zoals innovatief grond<strong>water</strong>beheer (vasthouden van<br />

<strong>water</strong>, <strong>op</strong>timaliseren grond<strong>water</strong>gebruik, peilbeheer, anti-verzilting, etc.), het invoeren van de<br />

'emissiecyclus', blauwe bovenwettelijke diensten en het ondersteunen van de invoering van 'best<br />

practices'. <strong>Vitens</strong> wil de druk van de landbouw <strong>op</strong> haar kwetsbare winningen met name <strong>op</strong> de<br />

hogere zandgronden verminderen en wil in samenwerking met de landbouworganisaties komen tot<br />

een duurzame, emissiearme landbouw met toekomstperspectief rondom deze winningen.<br />

<strong>Vitens</strong> probeert schade zoveel mogelijk te voorkomen door een goede <strong>water</strong>huishoudkundige<br />

inpassing te realiseren. De resterende schade als gevolg van de onttrekking wordt vergoed. In de<br />

Waterwet is voor het vergoeden van schade een commissie van deskundigen ingesteld (CDG:<br />

Commissie Deskundigen Grond<strong>water</strong>wet 1 ). <strong>Vitens</strong> gaat bij het vergoeden van de schade uit van de<br />

door de CDG <strong>op</strong>gezette systematiek. Oude schaderegelingen worden aangepast aan de CDGsystematiek,<br />

waarbij de vergoedingen zijn gebaseerd <strong>op</strong> een gemiddeld klimatologisch jaar en zijn<br />

geïndexeerd <strong>op</strong> basis van jaarlijks door CDG vastgestelde schadenormbedragen (veeteelt: kosten<br />

van vervangend veevoer, akkerbouw: gemiddeld bouwplan). <strong>Vitens</strong> vindt het belangrijk om met<br />

de vertegenwoordiging van een schadegebied (Werkgroep Water) te overleggen over nieuwe<br />

regelingen of knelpunten in bestaande regelingen.<br />

Ecologie<br />

<strong>Vitens</strong> voelt zich verantwoordelijk voor verdrogende effecten van haar winningen <strong>op</strong><br />

natuurgebieden. Minimalisering van de ecologische effecten is uitgangspunt bij het ontwikkelen en<br />

inpassen van nieuwe winningen. Bij het terugdringen van de ecologische effecten van onze<br />

winningen geven wij voorrang aan de Natura 2000- en (sub)TOP-gebieden als onderdeel van de<br />

ecologische hoofdstructuur. Wij brengen de relevante effecten in beeld en beoordelen in hoeverre<br />

winningen een bijdrage aan de gewenste natuurwaarden en biodiversiteit kunnen leveren door een<br />

goede bescherming van de grond<strong>water</strong>kwaliteit en het in stand houden van een goede<br />

hydrologische situatie. Wij beoordelen onze effecten <strong>op</strong> de natuur altijd in relatie met de effecten<br />

van andere veroorzakers zoals de landbouw en betrekken maatschappelijk rendement in onze<br />

afwegingen als wij investeren in maatregelen.<br />

Watersysteem<br />

Als <strong>water</strong> wordt onttrokken voor huishoudelijk en bedrijfsmatig gebruik, kan dat ten koste gaan<br />

van ander gebruik (of waarde) van <strong>water</strong>. Het onttrekken van grond- of <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong><br />

beïnvloedt immers altijd het <strong>water</strong>systeem. In deze paragraaf wordt ingegaan <strong>op</strong> de vraag hoe<br />

<strong>Vitens</strong> omgaat met de beïnvloeding van <strong>water</strong>systemen.<br />

De waarde van <strong>water</strong>(systemen) kan worden onderscheiden in gebruiks-, toekomst- of<br />

belevingswaarde [bron: Rapport De waarden van <strong>water</strong>; manifest van de <strong>water</strong>kring, maart<br />

1998]. De gebruikswaarde van <strong>water</strong> voor functies zoals landbouw, ecologie etc. is een belangrijk<br />

aandachtspunt bij het inpassen van de winning in de omgeving en het minimaliseren van de<br />

schade. De gebruikswaarde van <strong>water</strong>(systemen) wordt bij vergunningaanvragen beoordeeld bij<br />

de effecten <strong>op</strong> andere functies en is daarmee een belangrijk aandachtspunt. De toekomstwaarde<br />

houdt voor <strong>Vitens</strong> in dat de onttrekking duurzaam moet zijn. Dit betekent dat de '(<strong>water</strong>) footprint'<br />

zo klein mogelijk moet zijn en dat de aanvoer van <strong>water</strong> duidelijk groter moet zijn dan de<br />

onttrekking. Dit onderdeel wordt onder andere getoetst naar aanleiding van de Kaderrichtlijn<br />

Water en bij de beoordeling van de effecten <strong>op</strong> andere functies bij vergunningaanvragen. Voor het<br />

beoordelen van de directe aantasting van <strong>water</strong>systemen blijft alleen de belevingswaarde over.<br />

<strong>Vitens</strong> wil de belevingswaarde zoveel mogelijk behouden en compenseert indien noodzakelijk de<br />

aantasting van deze waarde door het nemen van civieltechnische maatregelen.<br />

<strong>Vitens</strong> streeft ernaar om de beïnvloeding van het <strong>water</strong>systeem zo in te richten dat er een<br />

meerwaarde ontstaat voor het (grond)<strong>water</strong>beheer (peilbeheer, ont<strong>water</strong>ing, vasthouden, etc.).<br />

1 De nieuwe naam wordt ACSG: AdviesCommissie Schade Grond<strong>water</strong>. In de LTV wordt de naam CDG gebruikt.<br />

Pagina 33


Bescherming grondstof<br />

<strong>Vitens</strong> kiest voor een schone, beheersbare bron en een adequate zuivering en dus voor een<br />

dubbele barrière tegen verontreinigingen.<br />

De doelstelling bij de eerste barrière, de bron, is het voorkomen van verontreinigingen<br />

(preventie). Een goed ruimtelijk grond<strong>water</strong>beschermingsbeleid (inclusief de 3D-planning) vormt<br />

ons inziens de basis voor een adequate bescherming van drink<strong>water</strong>winningen (zie: figuur 2.5).<br />

Een <strong>op</strong> de drink<strong>water</strong>winning afgestemde ruimtelijke inrichting van het intrekgebied maakt de<br />

risico’s beheersbaar en voorkomt <strong>op</strong> voorhand ontwikkelingen in strijd met het drink<strong>water</strong>belang.<br />

Dit maakt bescherming <strong>op</strong> basis van de werkelijke en relevante risico’s voor de winning mogelijk.<br />

Van wezenlijk belang is de beschikbaarheid van voldoende en gestructureerde gegevens over het<br />

functioneren van de winning zoals de gebiedsdossiers en de toepassing van de <strong>water</strong>toets.<br />

Modelinstrumentarium<br />

<strong>Vitens</strong> streeft naar grond<strong>water</strong>modellen waarmee <strong>op</strong> een uniforme manier berekeningen kunnen<br />

worden uitgevoerd en waarover bij betrokken partijen consensus bestaat. Dit is de reden dat<br />

<strong>Vitens</strong> een sterke voorkeur voor het gebruik van regionale grond<strong>water</strong>modellen die de afgel<strong>op</strong>en<br />

jaren zijn en nog worden ontwikkeld door Deltares in samenwerking met <strong>water</strong>schappen,<br />

provincies, gemeenten en <strong>water</strong>leidingbedrijven. Deze modellen zijn gebaseerd <strong>op</strong> REGIS<br />

(REgionaal Geografisch Informatie Systeem), aangevuld met lokale kennis van de ondergrond en<br />

gebiedsdekkende digitale informatie over landgebruik en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>systemen (leggers).<br />

Voor het gehele <strong>Vitens</strong>-gebied zijn of worden momenteel regionale modellen ontwikkeld. Samen<br />

met de regionale partners maakt <strong>Vitens</strong> contracten voor onderhoud en beheer, waardoor altijd de<br />

nieuwste kennis in het model wordt verwerkt en het model continu wordt verbeterd. Voor de<br />

langere termijn streeft <strong>Vitens</strong> naar een samen met landelijke en regionale partners te bouwen en<br />

te beheren hydrologisch modelinstrumentarium, waarmee zowel berekeningen <strong>op</strong> landelijke schaal<br />

als <strong>op</strong> lokale schaal betrouwbaar en consistent kunnen worden uitgevoerd. Dit Nederlandse<br />

hydrologische modelinstrumentarium (NHI) heeft betrekking <strong>op</strong> zowel de kwantiteit als de<br />

kwaliteit van de onverzadigde zone, de verzadigde zone en het <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>.<br />

Om deze visie te kunnen realiseren, is het <strong>op</strong>zetten van een landelijke modeldatabank en het<br />

aanhaken <strong>op</strong> andere landelijke databases (Basisregistratie Ondergrond (BRO), Waterhuis) van<br />

groot belang. <strong>Vitens</strong> stelt haar data hiervoor ook beschikbaar en streeft naar transparantie van<br />

data en informatie.<br />

Figuur 2.5: Drie 'niveaus' vragen om een integrale (holistische) benadering bij het realiseren van<br />

infrastructuur.<br />

Pagina 34


3. ONZE HUIDIGE DRINKWATERVOORZIENING<br />

In dit hoofdstuk is de bestaande situatie van de <strong>water</strong>voorziening weergegeven. Na een<br />

beschrijving van de <strong>op</strong>zet van de drink<strong>water</strong>voorziening en van het werkgebied van <strong>Vitens</strong> in<br />

paragraaf 3.1 wordt in paragraaf 3.2 ingegaan <strong>op</strong> de ruimtelijke aspecten (het horizontale vlak) en<br />

in paragraaf 3.3 <strong>op</strong> de bodemkundige aspecten (het verticale vlak). De beide componenten komen<br />

samen in paragraaf 3.4, waar wordt ingegaan <strong>op</strong> de bescherming van de bronnen.<br />

3.1. Opzet van de drink<strong>water</strong>voorziening<br />

De drink<strong>water</strong>voorziening bestaat uit <strong>water</strong>winningen en –zuiveringen, waarbij het drink<strong>water</strong> via<br />

een leidinginfrastructuur met behulp van een integrale <strong>water</strong>verdeling aan de burgers en bedrijven<br />

wordt geleverd. Via transportsystemen worden de dorpen en steden voorzien van drink<strong>water</strong> dat<br />

vaak ergens anders wordt geproduceerd. De <strong>op</strong>zet van de drink<strong>water</strong>voorziening bij <strong>Vitens</strong> is net<br />

als bij andere infrastructuur in hoge mate historisch gegroeid (zie figuur 3.1 voor de huidige<br />

infrastructuur). Dit geldt voor alle provincies, met uitzondering van Flevoland.<br />

Figuur 3.1: Infrastructuur <strong>Vitens</strong>.<br />

De situatie in Flevoland<br />

De ontwikkeling van de drink<strong>water</strong>voorziening in Flevoland is van een andere aard dan in andere<br />

provincies. Daar waar in de andere provincies vooral de eerste helft van de twintigste eeuw vanuit<br />

volksgezondheidsoverwegingen drink<strong>water</strong>leidingen en rioleringen werden aangelegd, was dit bij de<br />

vorming van oostelijk en zuidelijk Flevoland al gemeengoed.<br />

Pagina 35


Van tap naar bron<br />

De ontwikkeling van een <strong>water</strong>voorzieninginfrastructuur lo<strong>op</strong>t niet zozeer van bron naar tap, maar<br />

eerder andersom: van tap naar bron. Of anders gezegd: de vraag bepaalt waar het <strong>water</strong> nodig is,<br />

er worden bronnen bij gezocht om de behoefte te dekken en er wordt een verbinding tot stand<br />

gebracht tussen bronnen en afzetpunten. In de ideale situatie is er <strong>water</strong> van drink<strong>water</strong>kwaliteit<br />

beschikbaar dicht bij de plaats van afzet. In de praktijk blijkt dat er in veel gevallen concessies<br />

moeten worden gedaan. Dat betekent dat ofwel de kwaliteit van de bron door middel van<br />

zuivering moet worden verbeterd, of dat het <strong>water</strong> over een grotere afstand moet worden<br />

getransporteerd. Welke keuze het beste is, hangt af van verschillende factoren. Er is dus<br />

maatwerk vereist om te bepalen hoe de <strong>op</strong>timale infrastructuur eruit ziet. Voornamelijk vanuit<br />

kostenoverwegingen bestaat er de laatste decennia een tendens in de richting van<br />

schaalvergroting van winningen en met name ook van zuiveringen.<br />

3.2. De ruimtelijke component (horizontaal): winningen en productielocaties<br />

<strong>Vitens</strong> bestaat uit vijf <strong>water</strong>voorzieningsgebieden: Flevoland, Midden-Nederland (met hierbij ook<br />

delen van Noord-Holland), Friesland, Gelderland en Overijssel (met hierbij ook delen van Drenthe<br />

en de Noordoostpolder). In deze <strong>water</strong>voorzieningsgebieden liggen in totaal 108 winningen.<br />

3.2.1. Winmogelijkheden<br />

De winmogelijkheden van grond<strong>water</strong> nemen over het algemeen toe van oost naar west. Zo zijn in<br />

Twente en de Achterhoek alleen kleine winningen mogelijk. Dit komt door de dunne <strong>water</strong>voerende<br />

pakketten, het kleinschalige landschap en de daardoor onvermijdelijke invloed <strong>op</strong><br />

functies in het gebied. In het meer westelijke deel van het <strong>Vitens</strong>-gebied zijn goede<br />

winmogelijkheden. Daar zijn belangrijke grond<strong>water</strong>voorraden aanwezig in Zuid en Centraal-<br />

Friesland, de Sallandse Heuvelrug, de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en het zuidoostelijk deel<br />

van Flevoland. In en aan de randen van deze natuurlijke <strong>water</strong>voorraden beschikt <strong>Vitens</strong> over<br />

grotere winningen en zijn er potenties voor nieuwe winningen. Aan de randen van de<br />

heuvelruggen kwelt het geïnfiltreerde <strong>water</strong> <strong>op</strong> en zijn er mogelijkheden voor kwelafhankelijke<br />

natuur. Aan het einde van het <strong>water</strong>systeem en <strong>op</strong> plaatsen waar geen kwelafhankelijke natuur is<br />

gepland, zijn in deze kwelgebieden goede potenties om <strong>water</strong> te winnen. Ook gelet <strong>op</strong> de<br />

beleidsontwikkelingen (Kaderrichtlijn Water) verwachten wij dat de mogelijkheden voor goed<br />

beschermde drink<strong>water</strong>winningen hier toenemen. Nog westelijker is het weer lastiger om geschikt<br />

grond<strong>water</strong> te winnen. In het noordwesten van Friesland en in de IJsselmeerpolders vormt het<br />

gevaar van verzilting de belangrijkste hindernis. Zie figuur 3.2 voor de bodemgeschiktheid in ons<br />

werkgebied.<br />

Pagina 36


Figuur 3.2: Bodemgeschiktheid voor grond<strong>water</strong>winning binnen het werkgebied van <strong>Vitens</strong>. In de<br />

hydrologie wordt de transmissiviteit of het doorlaatvermogen van <strong>water</strong>voerende pakketten uitgedrukt<br />

met de kD-waarde. De kD-waarde is het product van de doorlatendheidsfactor(k) en de dikte van het<br />

<strong>water</strong>voerende pakket (D). De zoet-zout grens <strong>op</strong> de Waddeneilanden is niet in figuur 3.2 weergegeven.<br />

3.2.2. Waterverdeling<br />

De vijf <strong>water</strong>voorzieningsgebieden van <strong>Vitens</strong> zijn onderverdeeld in clusters (zie figuur 3.3).<br />

Clusters zijn onderverdelingen binnen een <strong>water</strong>voorzieningsgebied. De behoeftedekking (de<br />

<strong>water</strong>beschikbaarheid versus de prognose) wordt <strong>op</strong> clusterniveau bepaald. Door het relatief<br />

geringe aantal winningen in Flevoland wordt dit gebied als één cluster beschouwd. Friesland<br />

bestaat uit twee clusters (Waddeneilanden en vasteland), Overijssel bestaat uit twee clusters<br />

(Noord met de Drentse gemeenten Westerveld en Meppel en Zuid), Gelderland uit drie clusters<br />

(Veluwe, Achterhoek en Rivierengebied) en Midden-Nederland uit vier (A. Weide- en<br />

Plassengebied, B. Amersfoort met Gooi en Eemland, C. Centrum en D. Zuid Oost Hoek). <strong>Vitens</strong><br />

streeft ernaar om bronnen binnen het cluster te vinden, zodat het transport van <strong>water</strong> minimaal is<br />

(principe van zelfvoorzienendheid).<br />

Pagina 37


Figuur 3.3: Watervoorzieningsgebieden en clusters.<br />

3.3. De bodemkundige component (verticaal): geohydrologische situatie van de<br />

bronnen<br />

Zoals geschetst in paragraaf 3.2.1 zijn de winmogelijkheden onder andere afhankelijk van de<br />

bodemgeschiktheid. De bodem<strong>op</strong>bouw binnen ons werkgebied is zeer divers en kan het beste<br />

worden geïllustreerd aan de hand van dwarsdoorsneden. In de figuren 3.4 en 3.5 zijn<br />

respectievelijk een noord-zuid en west-oost dwarsdoorsnede <strong>op</strong>genomen. Deze geven een beeld<br />

van de geohydrologische bodem<strong>op</strong>bouw in ons werkgebied. In de bijlagen 5 tot en met 9 is voor<br />

elk <strong>water</strong>voorzieningsgebied een geohydrologische beschrijving <strong>op</strong>genomen.<br />

Figuur 3.4: Geohydrologische situatie in Noord-Nederland.<br />

Pagina 38


Figuur 3.5: Geohydrologische situatie in Midden-Nederland.<br />

3.4. Bescherming<br />

De bescherming van de bronnen wordt bepaald door de geologie van het gebied en het<br />

ruimtegebruik in het intrekgebied van de bronnen. Een combinatie van een winning onder een<br />

dikke kleilaag in stedelijk gebied geeft daarbij bijvoorbeeld dezelfde goede preventieve<br />

bescherming als een winning zonder afdekkende kleilaag in een natuurgebied. In de volgende<br />

paragrafen wordt nader ingegaan <strong>op</strong> de geohydrologische en de ruimtelijke bescherming van de<br />

bronnen. Gezamenlijk zijn deze factoren bepalend voor de ruimtelijke indeling van onze<br />

drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Pagina 39


Figuur 3.6: Bescherming van onze bronnen speelt <strong>op</strong> het horizontale en het verticale vlak.<br />

3.4.1. Geohydrologische bescherming<br />

Winningen worden beschermd tegen invloeden vanaf maaiveld door de bodem<strong>op</strong>bouw: een<br />

winning onder een dikke kleilaag is beter beschermd tegen invloeden vanaf maaiveld dan een<br />

freatische winning waar deze laag ontbreekt. De geohydrologische bescherming in ons werkgebied<br />

verschilt per <strong>water</strong>voorzieningsgebied en ook binnen <strong>water</strong>voorzieningsgebieden. Voor<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebied Friesland geldt dat de winningen <strong>op</strong> het vasteland allemaal goed<br />

beschermd zijn door een dikke kleilaag of doordat ze gelegen zijn in een natuurgebied. Ook de<br />

winningen <strong>op</strong> de Waddeneilanden zijn vrij goed beschermd vanwege beschermende bodemlagen.<br />

In Overijssel zijn alleen de diepe winningen in het westen goed beschermd. Voor Midden-<br />

Nederland geldt dat de winningen in het oostelijk en westelijk deel goed beschermd zijn. In het<br />

midden ontbreken dikke kleilagen. In Flevoland is de bescherming met name aan de (zuid)oost<br />

kant goed. In Gelderland ten slotte zijn de winningen in het rivierengebied en het IJsseldal goed<br />

beschermd. Op de Veluwe en in de Achterhoek komen minder aansluitende afdekkende kleilagen<br />

voor en is het ruimtegebruik kwetsbaarder.<br />

3.4.2. Ruimtelijke bescherming<br />

<strong>Vitens</strong> hecht er waarde aan dat een drink<strong>water</strong>winning en andere gebruiksfuncties goed <strong>op</strong> elkaar<br />

aansluiten. Het borgen van de ruimtelijke bescherming van een winning is met name belangrijk bij<br />

winningen die geohydrologisch niet goed beschermd zijn.<br />

Pagina 40


Historische belasting versus nieuwe beleidsontwikkelingen<br />

Ondanks beschermende maatregelen vanuit de bodem en vanuit de ruimtelijke ordening heeft<br />

<strong>Vitens</strong> bij een aantal winningen te maken met verontreinigingen die de ruw<strong>water</strong>kwaliteit<br />

beïnvloeden. Het gaat hier om verontreinigingen die in het verleden in de bodem terecht zijn<br />

gekomen. Deze historische belasting is een gegeven waar <strong>Vitens</strong> tegenwoordig mee te maken heeft.<br />

Dit levert een spanningsveld <strong>op</strong> met de toenemende eisen die aan de ruw<strong>water</strong>kwaliteit worden<br />

gesteld, bijvoorbeeld vanuit de KRW.<br />

Gebiedsdossiers<br />

Om aan de (toekomstige) beleidsnormen met betrekking tot de bescherming van het drink<strong>water</strong> te<br />

voldoen, zijn er in toenemende mate maatregelen <strong>op</strong> winningniveau nodig. De komende jaren<br />

worden door de provincies gebiedsdossiers <strong>op</strong>gesteld. In deze dossiers komen de maatregelen per<br />

winning aan bod die noodzakelijk zijn om de KRW–doelstellingen in 2015 te halen, waarbij er alleen<br />

een fasering mogelijk is tot 2021 en eventueel tot 2027 als er goed onderbouwd aanspraak wordt<br />

gedaan <strong>op</strong> de uitstelcriteria van de KRW. Onderdeel van deze maatregelen is de ruimtelijke planning<br />

van activiteiten in intrekgebieden van <strong>water</strong>winningen. Omdat ten behoeve van de gebiedsdossiers<br />

afspraken met alle belanghebbenden gemaakt worden, is <strong>op</strong> deze manier de ruimtelijke<br />

bescherming <strong>op</strong> winningniveau <strong>op</strong> de agenda geplaatst. Inmiddels zijn <strong>op</strong> landelijk niveau<br />

bestuurlijke afspraken gemaakt over het <strong>op</strong>stellen en de inhoud van gebiedsdossiers. Deze<br />

afspraken zijn <strong>op</strong> 16 juni 2010 door het NWO geaccordeerd.<br />

Pagina 41


4. PROGNOSE 2040<br />

De hoeveelheid drink<strong>water</strong> die <strong>Vitens</strong> jaarlijks produceert en levert is afhankelijk van de vraag.<br />

Voor de voorspelling van de toekomstige drink<strong>water</strong>vraag is een prognose <strong>op</strong>gesteld van het<br />

toekomstig drink<strong>water</strong>gebruik met een tijdshorizon tot 2040. De prognose van het drink<strong>water</strong>gebruik<br />

in 2040 vormt de basis voor de benodigde productiecapaciteit en vergunningscapaciteit in<br />

2040.<br />

In de prognoses is rekening gehouden met factoren die de drink<strong>water</strong>vraag beïnvloeden, zoals<br />

klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen. De prognose is gemaakt tot<br />

2025 en vervolgens geëxtrapoleerd naar 2040 <strong>op</strong> basis van de belangrijkste verklarende factor:<br />

het inwoneraantal. <strong>Vitens</strong> verwacht dat als gevolg van de klimaatverandering het momentaan<br />

drink<strong>water</strong>gebruik toeneemt, maar dat het effect <strong>op</strong> het drink<strong>water</strong>gebruik <strong>op</strong> jaarbasis gering is.<br />

In de prognoses is rekening gehouden met een toename van het <strong>water</strong>gebruik <strong>op</strong> jaarbasis van<br />

1,2 procent in het maximale scenario, 0,2 procent in het minimale scenario en 0,7 procent in het<br />

meest waarschijnlijke scenario.<br />

Prognose drink<strong>water</strong>behoefte uit het verleden<br />

De onzekerheidsmarge rondom de prognose voor de drink<strong>water</strong>behoefte wordt geïllustreerd door de<br />

prognose die in de jaren zestig is gemaakt voor drink<strong>water</strong>gebruik in Nederland in het jaar 2000.<br />

Verwacht werd dat de stijgende <strong>water</strong>vraag na de Tweede Wereldoorlog zich zou voortzetten tot<br />

2000 vanwege de verwachting dat er in 2000 twintig miljoen Nederlanders zouden zijn. De prognose<br />

voor de <strong>water</strong>vraag was dat er in 2000 4 miljard m 3 <strong>water</strong> per jaar nodig zou zijn. In de<br />

daar<strong>op</strong>volgende jaren is deze prognose teruggebracht. In 1989 is de verwachting voor 2000<br />

bijgesteld tot 1,5 miljard m 3 per jaar. Het gebruik bleek uiteindelijk ongeveer 1 miljard m 3 per jaar<br />

te zijn.<br />

Prognoses hebben een onnauwkeurigheid die toeneemt in de tijd. Grote economische groei kan<br />

het <strong>water</strong>verbruik fors doen toenemen, terwijl aan de andere kant een toenemende aandacht voor<br />

het sluiten van <strong>water</strong>kringl<strong>op</strong>en een behoorlijke reductie van het <strong>water</strong>gebruik kan veroorzaken.<br />

Dit is een belangrijke reden om de prognoses regelmatig te herzien en de langetermijnvisie elke<br />

vijf jaar te herijken.<br />

Pagina 42


WLO-scenario's<br />

<strong>Vitens</strong> heeft vier scenario's voor de drink<strong>water</strong>vraag uitgewerkt. Het rapport Vier scenario's voor de<br />

drink<strong>water</strong>vraag in 2040 schetst voor elk van de vier WLO-scenario’s (Welvaart en Leefomgeving-<br />

scenario’s) de ontwikkeling van de drink<strong>water</strong>vraag in het voorzieningsgebied van <strong>Vitens</strong> tot 2040.<br />

In Nederland worden de WLO-scenarios’s veel toegepast. Ze zijn <strong>op</strong>gesteld aan de hand van de<br />

scenario-assenmethode. Hier worden twee sleutelonzekerheden vastgesteld die samen een<br />

assenkruis omspannen. Bij WLO zijn dit de bereidheid om internationaal samen te werken en de<br />

mate van hervorming van de collectieve sector. In het scenario Global Economy en Transatlantic<br />

Market is een duidelijke toename van het drink<strong>water</strong>gebruik te verwachten, in de orde van 35<br />

procent respectievelijk 11 procent ten <strong>op</strong>zichte van het huidige niveau. Daarvoor zijn<br />

verantwoordelijk de groei van het aantal inwoners (met ook een groter aandeel niet-westerse<br />

allochtonen), de hogere economische groei, de teruggetrokken rol van de overheid en het niet-<br />

effectieve milieubeleid. In het scenario Regional Communities is er sprake van een afname van circa<br />

13 procent van het te verwachten drink<strong>water</strong>gebruik ten <strong>op</strong>zichte van het huidige niveau. Daarvoor<br />

zijn verantwoordelijk de krimp van het aantal inwoners, de geringe economische groei, de actieve rol<br />

van de overheid en het effectieve milieubeleid. In het scenario Strong Eur<strong>op</strong>e verandert er<br />

daarentegen weinig aan het drink<strong>water</strong>gebruik. Het drink<strong>water</strong>gebruik in het scenario Strong Eur<strong>op</strong>e<br />

komt overeen met de basisprognose.<br />

4.1. Prognose drink<strong>water</strong>gebruik<br />

De vier WLO-scenario’s <strong>op</strong> basis van de twee sleutelonzekerheden.<br />

Bij het <strong>op</strong>stellen van de prognose is onderscheid gemaakt naar zo homogeen mogelijke<br />

deelgebruiken. Elk deelgebruik heeft zijn eigen gebruikers met specifieke patronen en verklarende<br />

factoren voor de verwachting van het toekomstige gebruik. We maken onderscheid tussen<br />

kleingebruik, middengebruik en grootgebruik.<br />

In figuur 4.1 is te zien dat het aandeel kleingebruik het grootst is. Kleingebruik is het totale<br />

drink<strong>water</strong>gebruik van alle aansluitingen die tot 300 m 3 per jaar gebruiken. Middengebruik is het<br />

totale drink<strong>water</strong>gebruik van aansluitingen die 300 tot 10.000 m 3 per jaar gebruiken.<br />

Grootgebruik is het totale drink<strong>water</strong>gebruik van alle aansluitingen die meer dan 10.000 m 3 per<br />

jaar gebruiken. In bijlage 3 zijn de prognoses per deelgebruik weergegeven.<br />

Pagina 43


middengebruik<br />

niet-agrarisch<br />

17.9%<br />

middengebruik<br />

agrarisch<br />

4.6%<br />

grootgebruik<br />

9.5%<br />

Figuur 4.1: Verdeling van het drink<strong>water</strong>gebruik over de deelgebruiken in het verzorgingsgebied van<br />

<strong>Vitens</strong> (2006). NIRG=Niet In Rekening gebracht Gebruik (zie ook begrippenlijst).<br />

4.2. Prognose 2040<br />

NIRG<br />

4.1%<br />

Om een prognose voor 2040 te kunnen geven, is een doorkijk gemaakt van het<br />

drink<strong>water</strong>gebruik, gebaseerd <strong>op</strong> het aantal inwoners. In bijlage 3 is dit nader toegelicht.<br />

Figuur 4.2 vertoont de historische afgifte en de prognose van het drink<strong>water</strong>gebruik voor 2040.<br />

Hierin is te zien dat de verwachting is dat de drink<strong>water</strong>vraag in de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden<br />

Friesland, Overijssel en Gelderland nagenoeg gelijk blijft of slechts een zeer kleine stijging zal<br />

vertonen. Voor <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland is de verwachting dat de<br />

drink<strong>water</strong>vraag blijft stijgen. In Flevoland wordt verwacht dat de drink<strong>water</strong>vraag tot 2035 stijgt<br />

en daarna licht gaat dalen (volgens de gebruikte prognosesystematiek). In bijlage 3 zijn de figuren<br />

per <strong>water</strong>voorzieningsgebied in meer detail <strong>op</strong>genomen.<br />

Pagina 44<br />

kleingebruik<br />

63.9%<br />

Gemiddeld hoofdelijk huishoudelijk <strong>water</strong>gebruik in Nederland in 2007 [TNS-NIPO, 2007]<br />

Component (l/h/d) procent<br />

Bad 2,5 2,0<br />

Douche 49,8 39,1<br />

Wastafel 5,3 4,2<br />

Toiletspoeling 37,1 29,1<br />

Kleding wassen, hand 1,7 1,3<br />

Kleding wassen, machine 15,5 12,2<br />

Afwassen, hand 3,8 3,0<br />

Afwassen, machine 3,0 2,4<br />

Voedselbereiding 1,7 1,3<br />

Overig keukenkraan 7,1 5,6<br />

Totaal 127,5 100


Figuur 4.2: Historische afgifte (lichtblauw) en verwacht drink<strong>water</strong>gebruik (donkerblauw) tot 2040 met<br />

aantal inwoners als sturende parameter per <strong>water</strong>voorzieningsgebied (drink<strong>water</strong>gebruik in miljoen m3<br />

uitgezet tegen het jaartal).<br />

Pagina 45


4.3. Vergunningsbehoefte<br />

In tabel 4.1 zijn de prognose van het drink<strong>water</strong>gebruik, de benodigde productiecapaciteit en de<br />

benodigde vergunningcapaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied in 2040 weergegeven. Voor de<br />

aanvraag van vergunningen wordt rekening gehouden met productieverliezen en een tweetal<br />

reserves <strong>op</strong> het drink<strong>water</strong>gebruik. Dit zijn de Operationele Reserve (OR) en de Niet Operationele<br />

Reserve (NOR) (zie begrippenlijst).<br />

De productieverliezen worden bepaald door de aanwezige infrastructuur en de bedrijfsvoering.<br />

Deze worden gedurende de prognoseperiode constant verondersteld.<br />

NIRG staat voor Niet In Rekening gebracht Gebruik. NIRG wordt uitgedrukt als het percentage<br />

van de ‘in het net gebrachte’ hoeveelheid die niet in rekening wordt gebracht. Voorbeelden<br />

van dit gebruik zijn bijvoorbeeld lekverliezen en gebruik als blus<strong>water</strong>.<br />

Als Operationele Reserve wordt tien procent gereserveerd om schommelingen in de <strong>op</strong>eraties<br />

<strong>op</strong> te vangen.<br />

De Niet Operationele Reserve van tien procent wordt aangehouden om onzekerheden in de<br />

ontwikkelingen en bedrijfsvoering <strong>op</strong> te vangen.<br />

Tabel 4.1: Prognose drink<strong>water</strong>gebruik, benodigde productiecapaciteit en benodigde vergunnings-<br />

capaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied in 2040.*<br />

Productie-<br />

verlies<br />

PV Gebruik+<br />

NIRG<br />

Prognose Productie-<br />

capaciteit<br />

Pagina 46<br />

Prognose+<br />

PV<br />

Benodigde<br />

totale<br />

productie-<br />

capaciteit<br />

Prognose+<br />

PV+OR<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

% Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

Friesland vasteland 2.7% 45 46 51 56<br />

Overijssel 5.1% 79 83 92 101<br />

Gelderland 1.4% 129 131 144 159<br />

Midden-Nederland 2.2% 87 89 98 108<br />

Flevoland 1.3 % 25 25 27 30<br />

<strong>Vitens</strong> Totaal * 365 375 413 454<br />

* De prognose betreft de eindcapaciteit in 2040, de hoogst benodigde capaciteit tot 2040 wordt niet in<br />

deze LTV meegenomen. Voor een overzicht per provincie zie bijlage 10.<br />

Prognoses kennen een grote mate van onzekerheid, zeker als het gaat om prognoses over een<br />

lange periode. Voor een inschatting van het <strong>water</strong>gebruik in 2040 is rekening gehouden met de<br />

gebruikers van ons <strong>water</strong> en met belangrijke ontwikkelingen die de drink<strong>water</strong>vraag kunnen gaan<br />

beïnvloeden. Tezamen geven deze het volgende beeld: de drink<strong>water</strong>vraag zal in het werkgebied<br />

van <strong>Vitens</strong> naar verwachting toenemen van 350 miljoen m3 per jaar in 2010 naar 365 miljoen m3<br />

per jaar in 2040. Dit leidt tot een benodigde vergunningcapaciteit van 454 miljoen m3 per jaar ten<br />

<strong>op</strong>zichte van 426 miljoen m3 per jaar in 2010. De toename in de drink<strong>water</strong>vraag is verschillend<br />

voor de verschillende <strong>water</strong>voorzieningsgebieden van <strong>Vitens</strong>.<br />

De Waddeneilanden vormen een apart cluster ten aanzien van behoeftedekking. Voor de<br />

Waddeneilanden zijn de prognoses nog niet beschikbaar. De recreatieve ontwikkeling <strong>op</strong> de<br />

eilanden heeft een grote invloed <strong>op</strong> het <strong>water</strong>gebruik. In verband hiermee wordt voor de eilanden<br />

een aparte prognosesystematiek ontwikkeld.


In figuur 4.3 is de vergunningbehoefte per <strong>water</strong>voorzieningsgebied aangegeven.<br />

Figuur 4.3: Benodigde vergunning in 2040 per <strong>water</strong>voorzieningsgebied van <strong>Vitens</strong> (exclusief<br />

Waddeneilanden en de prognose betreft de eindcapaciteit in 2040).<br />

Pagina 47


5. WATERBESCHIKBAARHEID 2010 VERSUS PROGNOSE 2040<br />

In dit hoofdstuk gaan we in <strong>op</strong> de <strong>water</strong>beschikbaarheid in de huidige situatie (5.1). De<br />

beschikbare capaciteit is de vergunde capaciteit in 2010 met aftrek van alle beperkingen die<br />

ontstaan door verzilting, benodigde interceptiemaatregelen en bestuurlijke afspraken. De<br />

beschikbare capaciteit confronteren we (in paragraaf 5.2) met de prognose voor 2040, zodat<br />

antwoord gegeven kan worden <strong>op</strong> de vraag of wij <strong>op</strong> basis van de huidige beschikbare capaciteit<br />

kunnen voldoen aan de toekomstige <strong>water</strong>vraag. Naast deze beperkingen zijn er bij een aantal<br />

winningen knelpunten waarvoor mogelijk maatregelen moeten worden genomen. Deze knelpunten<br />

worden in paragraaf 5.3 en bijlage 4 beschreven en vormen de basis voor de analyses die in<br />

hoofdstuk 6 worden uitgevoerd.<br />

5.1. Waterbeschikbaarheid in de huidige situatie<br />

In figuur 5.1 is de vergunde en winbare capaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied weergegeven. De<br />

vergunde capaciteit geeft aan wat volgens de vergunning maximaal gewonnen mag worden. De<br />

winbare capaciteit is de vergunde capaciteit in 2010 met aftrek van alle beperkingen die ontstaan<br />

door verzilting, benodigde interceptiemaatregelen en/of door bestuurlijke afspraken.<br />

Figuur 5.1: Vergunde en winbare capaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied in 2010.<br />

Uit de figuur is <strong>op</strong> te maken dat de winbare capaciteit in alle <strong>water</strong>voorzieningsgebieden lager ligt<br />

dan de vergunde capaciteit, met uitzondering van <strong>water</strong>voorzieningsgebied Flevoland. De<br />

belangrijkste oorzaken (ruimtelijk en/of geohydrologisch) worden per <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

kort weergegeven:<br />

Friesland<br />

In Friesland is de vergunde capaciteit maar voor een deel in te zetten ten gevolge van<br />

ernstige verzilting van een tweetal winvelden. De infrastructuur is wel aanwezig, maar wordt niet<br />

Pagina 48


ingezet in verband met deze kwaliteitsproblemen. Om de capaciteit in de toekomst mogelijk wel te<br />

kunnen benutten, wordt momenteel pilotonderzoek uitgevoerd.<br />

Overijssel<br />

Voor <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel geldt dat de beperking van de winbare capaciteit<br />

verschillende oorzaken heeft. Deze zijn: verzilting, het nog niet geheel ontwikkeld zijn van een<br />

aantal winningen, effecten <strong>op</strong> natuur, de plaatsing van een interceptieput, bestuurlijke afspraken<br />

en geohydrologische beperkingen. Ook de winning Vechterweerd kan met beperkingen te maken<br />

krijgen, omdat deze winning een pilotkarakter heeft in verband met het onttrekken van <strong>water</strong> aan<br />

een relatief klein <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>systeem.<br />

Gelderland<br />

De belangrijkste redenen waardoor de winbare capaciteit lager ligt, zijn verdroging en<br />

maatregelen die in het kader van bescherming van de bron zijn genomen om de kwaliteit te<br />

garanderen.<br />

Midden-Nederland<br />

In Midden-Nederland zijn de voornaamste oorzaken van een lager winbaar volume de effecten <strong>op</strong><br />

Natura 2000- en TOP-lijstgebieden en verzilting.<br />

Flevoland<br />

Voor Flevoland geldt dat er momenteel geen verschil zit in vergund versus winbaar volume.<br />

In bijlage 2 is de winbare capaciteit per winning weergegeven.<br />

5.2. Waterbeschikbaarheid 2010 versus prognose 2040<br />

In deze paragraaf wordt besproken of we tekorten voor de toekomst (2025 en 2040) voorzien.<br />

Hiervoor vergelijken we de winbare capaciteit in 2010 met de benodigde vergunning in 2040.<br />

Tabel 5.1 laat deze waarden zien voor <strong>Vitens</strong> totaal en voor de verschillende <strong>water</strong>voorzieningsgebieden.<br />

Tabel 5.1: Vergunde en winbare capaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied in 2010, benodigde vergunning<br />

in 2025 en in 2040.<br />

Friesland vasteland<br />

Overijssel<br />

Gelderland<br />

Midden-Nederland<br />

Flevoland<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Pagina 49<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2025<br />

(Prognose+<br />

PV+OR+NOR)<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

(Prognose+<br />

PV+OR+NOR)<br />

Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

65.5 49.5 57 56<br />

98.4 87.5 101 101<br />

165.6 164.6 158 159<br />

91.3 85.9 101 108<br />

38.0 38.0 29 30<br />

<strong>Vitens</strong> Totaal* 458.8 425.5 446 454<br />

*Exclusief Waddeneilanden<br />

Voor de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden Friesland (vasteland), Overijssel en Midden-Nederland geldt<br />

dat de huidige winbare capaciteit in 2010 lager ligt dan de prognose voor 2040. Ook in 2025 is er<br />

al sprake van een tekort. Dit betekent dat in deze <strong>water</strong>voorzieningsgebieden de komende jaren


flink moet worden ingezet <strong>op</strong> het uitbreiden van de winbare capaciteit. Voor de<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden Flevoland en Gelderland geldt dat de huidige winbare capaciteit hoger<br />

ligt dan de benodigde vergunninghoeveelheid in 2040.<br />

5.3. De winbare capaciteit in de toekomst: welke risico’s zien we?<br />

De winbare capaciteit houdt rekening met bestuurlijke afspraken, interceptiemaatregelen en<br />

verzilting. De wereld staat echter niet stil. In een tijdsbestek van nu tot 2040 kunnen nieuwe<br />

ontwikkelingen, zoals aangescherpt beleid, ertoe leiden dat wij bij bepaalde <strong>water</strong>winningen<br />

aanvullende maatregelen moeten nemen. Is er geen lokale <strong>op</strong>lossing mogelijk, dan kan dit<br />

betekenen dat de winbare capaciteit moet worden verlaagd of dat een winning gesloten moet<br />

worden. Daarnaast kunnen nieuwe (technologische) ontwikkelingen er toe leiden dat winningen<br />

die nu problematisch zijn, toch volledig gebruikt kunnen worden.<br />

<strong>Vitens</strong> wil een reëel beeld hebben van de toekomst en inspelen <strong>op</strong> ontwikkelingen om er zeker van<br />

te zijn dat er in 2040 voldoende drink<strong>water</strong>capaciteit beschikbaar is. Wij hebben de factoren die<br />

nu of in de toekomst kunnen conflicteren met onze winningen in beeld gebracht. Hiervoor hebben<br />

wij een knelpuntenanalyse uitgevoerd.<br />

Voor de knelpuntenanalyse hebben wij de volgende factoren gedefinieerd:<br />

Behoeftedekking (drink<strong>water</strong>behoefte groter dan vergunningcapaciteit)<br />

Andere gebruiksfuncties (effect <strong>op</strong> natuur, landbouw, conflict met ruimtelijke ordening)<br />

Kwaliteit van het ruw<strong>water</strong> (beschermbaarheid van de bron, verontreiniging)<br />

Duurzaamheid 2 )<br />

De herkomst van de genoemde factoren is ofwel de (inter)nationale wet- en regelgeving of het<br />

<strong>Vitens</strong>-beleid. Om vast te stellen of de verschillende factoren wel of niet een knelpunt veroorzaken<br />

<strong>op</strong> winningniveau hebben wij gebruikgemaakt van vastgestelde uitgangspunten voor<br />

bovengenoemde factoren. Deze zijn <strong>op</strong>genomen in bijlage 4.<br />

Wanneer we de individuele winningen beoordelen <strong>op</strong> bovenstaande factoren blijkt dat er bij een<br />

behoorlijk aantal winningen sprake is van een knelpunt (zie tabel bijlage 4). Knelpunten ontstaan<br />

met name <strong>op</strong> het gebied van andere gebruiksfuncties (natuur), kwaliteit van het ruw<strong>water</strong><br />

(beschermbaarheid van de bron) en duurzaamheid. In hoofdstuk 6 richten wij ons <strong>op</strong> de<br />

knelpunten die voortkomen uit deze drie factoren.<br />

Dubbele <strong>op</strong>gave<br />

In vergelijking met de huidige winbare capaciteit is er een aantal factoren (zie hierboven) dat,<br />

boven<strong>op</strong> de bestaande beperkingen tot een reductie in de toekomst kan leiden. Dit vraagt om een<br />

gedegen strategie met duidelijke <strong>op</strong>lossingsrichtingen. Om inzicht te krijgen in de consequenties<br />

van bepaalde denklijnen wordt in hoofdstuk 6 een verkenning uitgevoerd.<br />

2 Duurzaam is hier gedefinieerd als laag energiegebruik, geringe uitstoot van broeikasgassen en minimaal gebruik van<br />

rest- en hulpstoffen.<br />

Pagina 50


6. OPLOSSINGSRICHTINGEN<br />

Waar halen we in de toekomst het <strong>water</strong> voor onze drink<strong>water</strong>productie vandaan? Met behulp van<br />

scenario’s, die zijn gebaseerd <strong>op</strong> strategieën die in het verleden zijn gehanteerd, wordt gekeken<br />

wat de mogelijke <strong>op</strong>lossingen zijn om om te gaan met de ontwikkelingen die wij <strong>op</strong> ons af zien<br />

komen en wat de manieren zijn om de productie uit te breiden. Uiteindelijk resulteert dit in de<br />

gewenste toekomstige situatie voor de drink<strong>water</strong>voorziening in 2040, waarin de beste<br />

<strong>op</strong>lossingen zijn meegenomen. Omdat voor de Waddeneilanden al een ontwikkeling gaande is<br />

richting zelfvoorzienendheid, zijn deze niet meegenomen in de verkenning (zie bijlage 5).<br />

6.1. Verkenning<br />

Wanneer de huidige winbare capaciteit vergeleken wordt met benodigde vergunningscapaciteit<br />

voor 2040 blijkt dat, als er <strong>op</strong> de huidige voet verder gegaan wordt, er een tekort aan drink<strong>water</strong><br />

zal zijn in 2040. Uit de beschrijving van knelpunten in het vorige hoofdstuk blijkt dat er een kans<br />

is dat dit tekort gaat toenemen. In de huidige winbare capaciteit is namelijk alleen rekening<br />

gehouden met benodigde reducties voor verzilting, interceptie en bestuurlijke afspraken. Andere<br />

(mogelijke) knelpunten, zoals effecten <strong>op</strong> Natura 2000-gebieden en niet duurzame zuivering,<br />

kunnen ervoor zorgen dat de winbare capaciteit nog verder achteruit gaat.<br />

Als vertrekpunt voor het zoeken naar de noodzakelijke drink<strong>water</strong>hoeveelheid in de toekomst zijn<br />

drie scenario’s verkend. Bij de keuze van de scenario’s hebben wij gebruikgemaakt van de<br />

knelpuntenanalyse uit hoofdstuk 5. Gebleken is dat met name <strong>op</strong> het gebied van kwaliteit van het<br />

ruw<strong>water</strong> (verontreinigingen), natuur en duurzaamheid 3 knelpunten te verwachten zijn. Met de<br />

scenario’s wordt bekeken waar, vanuit een bepaald kader, <strong>water</strong> gewonnen kan worden, zodanig<br />

dat er voldaan wordt aan de benodigde vergunningscapaciteit in 2040. Deze verkenning is gericht<br />

<strong>op</strong> het definiëren van 'de hoeken van het speelveld'. Het doel daarvan is om zichtbaar te maken<br />

wat de gevolgen zijn van bepaalde keuzes voor de verschillende winningen.<br />

De drie scenario’s zijn:<br />

BLAUW<br />

Dit scenario gaat uit van het voorkomen van risico’s <strong>op</strong> de ruw<strong>water</strong>kwaliteit.<br />

GROEN<br />

Dit scenario gaat uit van het minimaliseren van milieueffecten <strong>op</strong> natuur.<br />

GEEL<br />

Dit scenario gaat uit van minimale milieueffecten <strong>op</strong> het gele milieu. Hiermee wordt bedoeld<br />

het minimaliseren van energieverbruik, gebruik van hulpstoffen en productie van reststoffen<br />

bij het zuiveren van <strong>water</strong>.<br />

De drie scenario’s komen overeen met de ontwikkeling van de drink<strong>water</strong>voorziening in de<br />

geschiedenis:<br />

Periode tot circa 1980<br />

Belangrijkste sturende factoren en trends:<br />

Drink<strong>water</strong>voorziening is zeer belangrijk voor de volksgezondheid (tegengaan epidemieën<br />

cholera, tyfus, pest etc.).<br />

Zorgen voor voldoende bronnen met eenvoudig te winnen <strong>water</strong>, dat gemakkelijk te zuiveren<br />

is.<br />

Iedereen moet worden aangesloten <strong>op</strong> het drink<strong>water</strong>net.<br />

3 Duurzaam is hier gedefinieerd als laag energiegebruik, geringe uitstoot van broeikasgassen en minimaal gebruik van<br />

rest- en hulpstoffen.<br />

Pagina 51


Forse groei <strong>water</strong>afzet verwacht ten gevolge van bevolkingsgroei (prognose vier miljard m 3<br />

per jaar in 2000 voor heel Nederland).<br />

Periode van circa 1980 tot 2001<br />

Belangrijkste sturende factoren en trends:<br />

• Er komt aandacht voor de negatieve gevolgen van het winnen van <strong>water</strong> voor de omgeving:<br />

o Schaderegelingen landbouw worden afgesloten.<br />

o Winningen worden <strong>water</strong>huishoudkundig en landschappelijke ingepast.<br />

o Winningen worden verplaatst om de natuur te ontzien.<br />

• Gevolgen bodemverontreinigingen worden duidelijk merkbaar in het onttrokken <strong>water</strong>.<br />

• De werkelijke bevolkingsgroei is veel lager dan verwacht en ook de<br />

<strong>water</strong>besparingscampagnes leiden uiteindelijk tot een stabiele <strong>water</strong>afzet (werkelijke afzet in<br />

2000 is ongeveer één miljard m 3 per jaar).<br />

• Forse impuls van nieuwe en betere zuiveringstechnologieën leidt tot grootschalige projecten.<br />

• Er komt veel nieuwe wet- en regelgeving <strong>op</strong> het gebied van een schoner milieu.<br />

Periode na 2001<br />

Belangrijkste sturende factoren en trends:<br />

• Duurzaamheid is leidend<br />

o Sluiten en integreren van <strong>water</strong>ketens <strong>op</strong> diverse schaalniveaus.<br />

o Combineren van <strong>water</strong>- en andere ketens (met name energie-<strong>water</strong>).<br />

o Energiebesparing (b.v minimaliseren transport van <strong>water</strong>).<br />

o Zuinig omgaan met materialen (hergebruik, 'cradle-to-cradle' etc.).<br />

o Trend naar kleinschaligheid (decentrale duurzame energievoorziening, bijvoorbeeld wind-<br />

en zonne-energie en energie uit biomassa).<br />

• Levensstijl/ individualisering:<br />

o Meer aandacht voor gezondheid.<br />

o Terughoudendheid om gedragsbeïnvloeding toe te passen om <strong>water</strong> te besparen.<br />

o Transparantie over kwaliteit drink<strong>water</strong>.<br />

‘Blauw’ <strong>water</strong> winnen:<br />

Zorgen voor voldoende <strong>water</strong><br />

Eenvoudig te winnen en te zuiveren (schoon)<br />

<strong>water</strong><br />

Goed beschermde bron<br />

Dubbele barrière tegen verontreinigingen (bron<br />

en zuivering)<br />

‘Groen’ <strong>water</strong> winnen:<br />

• Goede inpassing van winning in omgeving<br />

• Voorkomen van schade aan omgeving<br />

• Ecologisch beheer wingebieden passend bij omgeving<br />

Pagina 52


• Maatschappelijke kosten beperken.<br />

• Rekening houden met klimaatverandering.<br />

• Nieuwe verontreinigingen worden aangetoond (geneesmiddelen, hormoon verstorende stoffen<br />

etc.).<br />

• Toenemende aandacht voor beveiliging (9/11/2001).<br />

• Ontwikkelingen <strong>op</strong> het gebied van 'on-line sensoring' maken zelfstandige, kleinschalige<br />

zuiveringssystemen mogelijk.<br />

‘Geel’ <strong>water</strong> winnen:<br />

• Sluiten en integreren <strong>water</strong>- en andere ketens<br />

• Energiebesparing<br />

• Zuinig omgaan met materialen en beperken reststoffen<br />

• Drink<strong>water</strong> staat voor 'gezondheid'<br />

• Risicospreiding door diverse bronnen te gebruiken<br />

• Maatschappelijke meerwaarde<br />

Met deze drie scenario’s wordt vanuit een verschillend perspectief gekeken naar de knelpunten en<br />

de winmogelijkheden. Om de scenario’s onderling te kunnen vergelijken, is een afwegingskader<br />

noodzakelijk. Dit is in paragraaf 6.2 toegelicht. In paragraaf 6.3 volgt een nadere toelichting <strong>op</strong><br />

elk scenario.<br />

Pagina 53


Randvoorwaarden<br />

Bij het zoeken naar <strong>op</strong>lossingsrichtingen met behulp van scenario’s hanteren wij een drietal rand-<br />

voorwaarden:<br />

Elk scenario is 'KRW-proof'<br />

Een KRW-verplichting voor elke winning betekent dat <strong>Vitens</strong> met de huidige zuiveringsinspanningen<br />

kwalitatief goed drink<strong>water</strong> kan blijven produceren. Daarnaast moeten volgens het Besluit<br />

Monitoring en Kwaliteit Water (BMKW) maatregelen worden genomen om de kwaliteit van het<br />

grond<strong>water</strong> te verbeteren en de zuiveringsinspanningen te verminderen. Het ligt voor de hand om<br />

bij nieuwe winningen vanaf het begin maatregelen te nemen, zodat alleen van nature aanwezige<br />

stoffen uit het <strong>water</strong> hoeven te worden verwijderd. Voor het zuiveren van <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> is een<br />

complexere zuivering nodig dan voor het zuiveren van grond<strong>water</strong>.<br />

Minimale transportafstand<br />

De locatie waar het drink<strong>water</strong> wordt gewonnen en de afzetlocatie liggen bij voorkeur zo dicht<br />

mogelijk bij elkaar (zie voor de onderbouwing het kader in paragraaf 2.2.3). <strong>Vitens</strong> streeft naar een<br />

afstand kleiner dan 30 km.<br />

Beperking van de inko<strong>op</strong>hoeveelheid<br />

<strong>Vitens</strong> wil (juridische) zekerheid ten aanzien van de beschikbaarheid van <strong>water</strong>. Een onttrekkings-<br />

vergunning voor onbepaalde tijd geeft meer zekerheid dan een tijdelijke inko<strong>op</strong>overeenkomst. Om<br />

de risico’s <strong>op</strong> dit vlak beheersbaar te houden, hanteert <strong>Vitens</strong> de stelregel dat de hoeveelheid die<br />

per <strong>water</strong>voorzieningsgebied mag worden ingekocht maximaal gelijk is aan de Niet Operationele<br />

Reserve (NOR). Op het moment dat een inko<strong>op</strong>contract met vergelijkbare zekerheid kan worden<br />

afgesloten als een onttrekkingvergunning, is deze regel niet meer van toepassing.<br />

Verder geldt:<br />

Winbare capaciteit is gebruikt als uitgangspunt<br />

Startpunt voor de scenario’s is de winbare capaciteit (zie ook hoofdstuk 3). Winbare capaciteit =<br />

vergunde capaciteit in 2010 – reductie door verzilting – reductie door benodigde interceptie –<br />

reductie door bestuurlijke afspraken.<br />

NOR toewijzen<br />

6.2. Afwegingskader<br />

Een deel van de capaciteit hoeft in 2040 nog niet <strong>op</strong>erationeel te zijn (de niet-<strong>op</strong>erationele reserve,<br />

NOR). Deze reserve wordt niet speciaal toegewezen aan bepaalde winningen, maar aan bepaalde<br />

Om gebieden.<br />

de scenario’s te kunnen beoordelen is een set van criteria vastgesteld, die samen de basis van<br />

de afweging vormen. Deze criteria zijn in samenspraak met externe partijen, waaronder de<br />

provincies, tot stand gekomen. De criteria zijn een uitwerking van de visie <strong>op</strong> een betrouwbare en<br />

duurzame drink<strong>water</strong>voorziening. Het afwegingskader wordt gevormd door drie thema’s:<br />

Betrouwbaarheid<br />

Omgeving<br />

Kosten<br />

De criteria zijn zoveel mogelijk zo gekozen, dat zij geen onderlinge afhankelijkheid hebben. De in<br />

de vorige paragraaf genoemde scenario’s zijn kwalitatief beoordeeld <strong>op</strong> basis van deze criteria. In<br />

de volgende subparagrafen wordt ingegaan <strong>op</strong> elk van bovengenoemde thema’s.<br />

6.2.1. Betrouwbare drink<strong>water</strong>voorziening<br />

Het criterium betrouwbare drink<strong>water</strong>voorziening kent de volgende subcriteria:<br />

'Slepen' met <strong>water</strong>.<br />

Beschermbaarheid van de bron: geohydrologische bescherming of beheersing risico’s<br />

intrekgebied.<br />

'Slepen' met <strong>water</strong><br />

Vanuit leveringszekerheid, kwaliteit, kosten, energiegebruik is het gewenst om <strong>water</strong> zo dicht<br />

mogelijk bij de afnemer te produceren.<br />

Pagina 54


Beschermbaarheid van de bron<br />

De beschermbaarheid van de bronnen voor drink<strong>water</strong> is van vitaal belang. De winning kan<br />

bedreigd worden door vervuiling. De voorkeur ligt dan ook bij bronnen die geohydrologisch weinig<br />

kwetsbaar zijn. Daarnaast is het nodig om de risico’s in het intrekgebied van een winning te<br />

voorkomen of te beheersen. Dit laatste is conform de KRW.<br />

6.2.2. Omgeving<br />

6.2.3. Kosten<br />

Het criterium ‘omgeving’ kent de volgende subcriteria:<br />

Duurzaamheid: energiegebruik zuiveringsproces, gebruik grondstoffen en hoeveelheid<br />

reststoffen.<br />

Klimaat: uitstoot van broeikasgassen.<br />

Substantiële effecten <strong>op</strong> <strong>water</strong>huishouding en ruimtelijke ordening: natuur, landbouw,<br />

bebouwing.<br />

Functiecombinaties: duurzame combinatie met <strong>water</strong>winning.<br />

Duurzaamheid en klimaat<br />

<strong>Vitens</strong> wil duurzaam ondernemen en bij al haar afwegingen rekening houden met nadelige<br />

effecten <strong>op</strong> de omgeving in brede zin. Door het minimaliseren van energieverbruik en afval en het<br />

maximaal duurzaam inzetten van reststoffen is het mogelijk het milieu minder te belasten.<br />

Effecten <strong>op</strong> andere functies en functiecombinaties<br />

Waterwinningen kunnen invloed hebben <strong>op</strong> de omgeving, waarbij sprake is van <strong>water</strong>huishoudkundige<br />

en ruimtelijke gevolgen. Zowel landbouw, natuur als stedelijk gebied kunnen via effecten<br />

<strong>op</strong> de <strong>water</strong>huishouding nadelen ondervinden van vernatting of verdroging door winactiviteiten.<br />

Drink<strong>water</strong>winningen kunnen echter in potentie ook ruimtelijke kwaliteit toevoegen.<br />

<strong>Vitens</strong> wil drink<strong>water</strong> leveren tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Zie paragraaf<br />

2.1.<br />

6.3. Uitwerking scenario’s<br />

In deze paragraaf zijn de drie scenario’s nader toegelicht en zijn de belangrijkste resultaten<br />

<strong>op</strong>genomen.<br />

6.3.1. BLAUW: geen risico’s voor de ruw<strong>water</strong>kwaliteit<br />

De achterliggende gedachte van dit scenario is dat wij betrouwbaar drink<strong>water</strong> willen leveren, met<br />

zo min mogelijk risico’s voor de kwaliteit van de bron (maximaal inzetten <strong>op</strong> preventie). Het<br />

uitgangspunt is: alleen categorie 1- en 2-winningen toestaan. Dit zijn grond<strong>water</strong>winningen die<br />

goed beschermd zijn doordat ze onder een dikke kleilaag liggen, onder een semipermeabele<br />

kleilaag in landbouwgebied of licht stedelijk gebied of in een schone natuurlijke omgeving. De<br />

verwachting is dat met de keuze voor categorie 1- en 2-winningen er geen knelpunten zullen zijn<br />

door diffuse verontreiniging, verontreiniging door puntbronnen, verontreiniging door lijnbronnen<br />

en geen andere knelpunten voortkomend uit de landbouw en uit stedelijk gebied.<br />

Dit scenario speelt ook in <strong>op</strong> toekomstige ontwikkelingen:<br />

Verlagen van de detectiegrenzen van stoffen die voorkomen in het ruwe <strong>water</strong>, waarvan de<br />

gezondheidsrisico’s niet bekend zijn. Dit zijn vooral stoffen met een niet natuurlijke herkomst<br />

(zoals hormonen).<br />

Meer bekendheid met betrekking tot gezondheidsrisico’s van bepaalde stoffen, waardoor extra<br />

zuiveringsinspanning moet worden gerealiseerd.<br />

Pagina 55


Bij dit scenario wordt het risico <strong>op</strong> het voorkomen van deze stoffen verkleind, waardoor er minder<br />

kans <strong>op</strong> gezondheidsrisico’s is en minder kans <strong>op</strong> het moeten realiseren van extra<br />

zuiveringsinspanningen.<br />

Figuur 6.1: Verbeelding van het blauwe scenario.<br />

Knelpunten<br />

In figuur 6.2 zijn alle huidige winningen <strong>op</strong>genomen en is aangegeven welke winningen vanuit het<br />

blauwe scenario een knelpunt vormen. De winningen met een gele, oranje en rode kleur worden in<br />

dit scenario als knelpunt beschouwd.<br />

Figuur 6.2: Categorie-indeling winningen (geel, oranje en rood zijn knelpunt voor dit scenario).<br />

Pagina 56


De drink<strong>water</strong>winningen in Friesland en Flevoland zijn goed beschermd. In deze <strong>water</strong>voorzieningsgebieden<br />

zijn er geen knelpunten. In Overijssel, Gelderland en Midden-Nederland is<br />

een aantal winningen minder goed beschermd. Voor Overijssel en Gelderland is met name sprake<br />

van landbouwkundige invloed en in mindere mate van stedelijke invloed. De landbouwkundige<br />

invloeden zijn vooral merkbaar <strong>op</strong> de oostelijke zandgronden (Twente en de Achterhoek). In<br />

Midden-Nederland is juist sprake van stedelijke invloed.<br />

6.3.2. GROEN: minimale milieueffecten natuur<br />

De achterliggende gedachte van dit scenario is dat wij de omgeving zo min mogelijk willen<br />

belasten. Het beleid van <strong>Vitens</strong> is gericht <strong>op</strong> een duurzame ruimtelijke inpassing voor een <strong>op</strong>timale<br />

bronbescherming. Dit houdt in dat een functiecombinatie met natuur erg voor de hand ligt.<br />

Het groene scenario geeft aan hoe <strong>Vitens</strong> <strong>water</strong> moet gaan winnen als de natuur in het geheel<br />

wordt ontzien. Uitgangspunt bij dit scenario is: geen mogelijke effecten <strong>op</strong> Natura 2000, HEN/SED<br />

<strong>water</strong>en en (Sub)TOP-lijstgebieden (zie begrippenlijst). Voor het vaststellen van negatieve<br />

effecten als gevolg van de <strong>water</strong>winning hebben wij gebruikgemaakt van het Natura 2000-<br />

beheerplan en/of het gebiedsproces. Voor de winningen waarbij er sprake is van mogelijke<br />

effecten en waar het beheerplan of gebiedsproces nog geen duidelijkheid verschaft, is in dit<br />

scenario uitgegaan van een worst-case situatie.<br />

Voor de Ecologische HoofdStructuur (EHS) geldt dat de wet- en regelgeving (nog) meer<br />

manoeuvreerruimte kent. Het beleid is hier in veel gevallen nog niet <strong>op</strong> natuurdoeltypen<br />

geconcretiseerd. Dit biedt meer inpassingsmogelijkheden voor <strong>water</strong>winningen, waarbij uiteraard<br />

ook naar een duurzame inpassing wordt gezocht.<br />

Figuur 6.3: Verbeelding van het groene scenario.<br />

Knelpunten<br />

Het beleid van <strong>Vitens</strong> is al vanaf de jaren negentig gericht <strong>op</strong> het minimaliseren van de effecten <strong>op</strong><br />

verdrogingsgevoelige natuur. Als gevolg van de genomen maatregelen is het negatieve effect van<br />

de <strong>water</strong>winning <strong>op</strong> natuur al sterk teruggenomen. Ook nu lo<strong>op</strong>t er een aantal studies om<br />

bestaande negatieve effecten van <strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> natuur <strong>op</strong> te lossen.<br />

Pagina 57


In figuur 6.4 is aangegeven welke winningen in het groene scenario een knelpunt vormen. De<br />

winningen met een oranje en rode kleur worden in dit scenario als knelpunt beschouwd. De oranje<br />

winningen zijn winningen met een mogelijk knelpunt en de rode winningen worden gezien als een<br />

reëel knelpunt. Vanwege het worst case principe dat wij bij het groene scenario hanteren, zijn alle<br />

winningen met een mogelijk knelpunt ook als knelpunt beschouwd.<br />

Figuur 6.4: Effect <strong>op</strong> natuur (oranje gekleurd = mogelijk effect, rood gekleurd = significant effect).<br />

Uit de figuur blijkt dat er ten aanzien van natuur knelpunten zijn in de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden<br />

Friesland, Overijssel en Midden-Nederland. In de bijlagen 5 tot en met 9 wordt specifiek <strong>op</strong> de<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden ingegaan.<br />

6.3.3. GEEL: duurzaam<br />

De achterliggende gedachte van dit scenario is dat wij duurzaam drink<strong>water</strong> willen produceren,<br />

waarbij het noodzakelijke zuiveringsproces nader is beschouwd.<br />

Het uitgangspunt bij dit scenario is: alleen winningen toestaan die een duurzaam zuiveringsproces<br />

mogelijk maken. Een duurzaam zuiveringsproces bestaat uit drie componenten:<br />

Duurzame energiewinning en als dat niet mogelijk is een zo laag mogelijk energieverbruik.<br />

Minimaal gebruik van hulpstoffen.<br />

Minimale productie van reststoffen of herbruikbare reststoffen.<br />

Een winning wordt als knelpunt gezien als aan minimaal twee van de drie componenten niet<br />

wordt voldaan.<br />

Voor het gele scenario hebben wij alleen gekeken naar duurzaamheid in relatie tot de zuivering.<br />

Een duurzaamheidscenario voor de volledige bedrijfsvoering zou voor de verkenning te groot zijn<br />

en is bovendien te weinig toegespitst <strong>op</strong> de bronkeuze. De score <strong>op</strong> duurzaamheid is relatief,<br />

omdat de winningen in het <strong>Vitens</strong>-gebied onderling zijn vergeleken.<br />

Pagina 58


Figuur 6.5: Verbeelding van het gele scenario.<br />

Knelpunten<br />

In figuur 6.6 zijn alle winningen <strong>op</strong>genomen die vanuit het gele scenario een knelpunt vormen. De<br />

winningen met een oranje kleur worden in dit scenario als knelpunt beschouwd.<br />

Figuur 6.6: Knelpunten duurzaam zuiveren.<br />

Pagina 59


Alle winningen in Friesland zijn volgens de definitie van dit scenario niet duurzaam en worden<br />

daarom als knelpunt beschouwd. In Flevoland zijn er daarentegen geen knelpunten vanuit dit<br />

scenario.<br />

Pagina 60


7. GEWENSTE TOEKOMSTIGE SITUATIE<br />

In dit hoofdstuk is de gewenste toekomstige situatie beschreven voor onze drink<strong>water</strong>bronnen. Dit<br />

hoofdstuk geeft onze keuzes aan voor de komende dertig jaar. De gewenste toekomstige situatie<br />

is tot stand gekomen <strong>op</strong> basis van:<br />

Het tekort aan vergunde wincapaciteit<br />

Het tekort aan winbare wincapaciteit<br />

Risico’s bij bestaande winningen ten aanzien van beschermbaarheid, natuur en duurzaam<br />

zuiveren<br />

In hoofdstuk 5 hebben wij aangegeven dat bij de bepaling van de huidige winbare capaciteit<br />

rekening wordt gehouden met bestuurlijke afspraken, interceptiemaatregelen en verzilting. Uit de<br />

knelpuntenanalyse blijkt dat er in de toekomst mogelijk ook knelpunten te verwachten zijn <strong>op</strong> het<br />

gebied van andere gebruiksfuncties (natuur), kwaliteit van het ruw<strong>water</strong> (verontreinigingen) en<br />

duurzaamheid. Voor deze LTV hebben wij er daarom voor gekozen om een verkenning uit te<br />

voeren met behulp van scenario’s. Dit zijn: 1. beschermbaarheid (blauw scenario), 2. natuur<br />

(groen scenario) en 3. duurzame zuivering (geel scenario).<br />

In de verschillende <strong>water</strong>voorzieningsgebieden spelen naast deze knelpunten vaak nog andere<br />

problemen, zoals verzilting. Wij hebben de keuze gemaakt om deze problemen niet uitgebreid in<br />

dit hoofdstuk te beschrijven. De reden hiervoor is dat deze knelpunten regiospecifiek worden<br />

aangepakt. De specifieke problemen en <strong>op</strong>lossingen van elk <strong>water</strong>voorzieninggebied zijn<br />

<strong>op</strong>genomen in de bijlagen 5 tot en met 9. In hoofdstuk 8 wordt een korte samenvatting per gebied<br />

gegeven.<br />

7.1. Keuzes vanuit de verkenning<br />

De uitkomsten van de verkenning laten de consequenties zien van het hanteren van bepaalde<br />

denklijnen. Op deze manier heeft de verkenning inzichten <strong>op</strong>geleverd in de mogelijkheden en de<br />

onmogelijkheden van bepaalde keuzes. In deze paragraaf worden deze inzichten toegelicht. De<br />

strategische keuzes die hier <strong>Vitens</strong>-breed uit volgen, komen terug in paragraaf 7.2.<br />

Figuur 7.1: Verbeelding toekomstige situatie vanuit de verkenning.<br />

Pagina 61


7.1.1. Beschermbaarheid (blauw scenario)<br />

De bescherming van de winningen wordt bepaald door de geologie van het gebied en/of het<br />

ruimtegebruik in het intrekgebied van de bronnen. De winningen <strong>op</strong> de Sallandse Heuvelrug,<br />

Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, Zuid- en Centraal-Friesland en het zuidoosten van Flevoland zijn<br />

over het algemeen goed beschermd. Het <strong>water</strong> is van nature schoon en heeft weinig zuivering<br />

nodig. Daarnaast is de invloed van andere gebruikers <strong>op</strong> de kwaliteit van het onttrokken <strong>water</strong> <strong>op</strong><br />

deze locaties beperkt. Deze winningen moeten worden gekoesterd en daar waar mogelijk zelfs<br />

uitgebreid.<br />

Nieuwe winmogelijkheden liggen <strong>op</strong> of aan de randen van de heuvelruggen in de kwelgebieden.<br />

De winningen aan de randen van de heuvelruggen zijn in enkele gevallen nog wel geclassificeerd<br />

als categorie 3, wat inhoudt dat ze minder goed beschermd zijn. De keuze is om hier geen<br />

aanvullende maatregelen te nemen. De verwachting is namelijk dat door het huidige beleid<br />

(nitraatrichtlijn en de KRW) en door ruimtelijke planning van de grond<strong>water</strong>beschermingsgebieden<br />

de ruw<strong>water</strong>kwaliteit <strong>op</strong> termijn zal verbeteren. De inpassing met andere functies (natuur en<br />

landbouw) vraagt om de nodige aandacht, maar is naar verwachting goed uit te voeren. Ook voor<br />

de winningen aan de randen van de heuvelruggen geldt daarom dat zij moeten worden<br />

gehandhaafd en daar waar mogelijk uitgebreid en dat hier kan worden gezocht naar nieuwe<br />

toekomstige winlocaties.<br />

7.1.2. Natuur (groen scenario)<br />

Het natuurscenario levert weinig knelpunten <strong>op</strong>. Dit is goed te verklaren vanuit het beleid dat<br />

<strong>Vitens</strong> al een aantal jaar voert. Door de bewuste inzet <strong>op</strong> een duurzame ruimtelijke inpassing ligt<br />

de nadruk niet zozeer <strong>op</strong> tegenstrijdige belangen, maar <strong>op</strong> het zoeken naar functiecombinaties.<br />

Met name de winningen <strong>op</strong> de heuvelruggen zijn over het algemeen ruimtelijk goed ingepast. Hier<br />

zijn goede winmogelijkheden vanwege de grote zoet<strong>water</strong>voorraad. De combinatie met natuur<br />

vraagt <strong>op</strong> enkele locaties wel aandacht. Voor enkele winningen l<strong>op</strong>en studies waarbij gekeken<br />

wordt naar alternatieve winmogelijkheden. Voor een aantal winningen in de buurt van Natura<br />

2000-gebieden zijn de effecten nog onzeker. Hier moeten de Natura 2000-beheerplannen meer<br />

duidelijkheid geven. In Gelderland zijn in het kader van het ODDG (Overeenkomst Duurzame<br />

Drink<strong>water</strong>voorziening Gelderland) specifieke maatregelen afgesproken om de natuurschade door<br />

drink<strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> de Veluwe te mitigeren. Voor de overige winningen geldt dat bestaande<br />

knelpunten met lokale maatregelen kunnen worden <strong>op</strong>gelost.<br />

7.1.3. Duurzaam (geel scenario)<br />

Zoals vermeld in hoofdstuk 6 is voor dit scenario specifiek gekeken naar duurzaamheid in relatie<br />

tot de zuivering. Vanwege onze specifieke focus <strong>op</strong> de win-infrastructuur in relatie tot<br />

duurzaamheid geven de uitkomsten van het gele scenario geen volledig beeld van de<br />

duurzaamheid van de totale bedrijfsvoering van <strong>Vitens</strong>. Met name het energiegebruik als gevolg<br />

van het transporteren van <strong>water</strong> over grote afstanden is een negatieve factor voor de<br />

duurzaamheid van de totale bedrijfsvoering. Het principe van duurzaam zuiveren (<strong>op</strong> basis van het<br />

gehanteerde scenario) geeft inzicht in de ruw<strong>water</strong>kwaliteit van de bronnen en de daarbij<br />

behorende zuiveringsinspanning. Wat de bronkeuze betreft, is het <strong>op</strong>timaal benutten van<br />

winningen <strong>op</strong> de heuvelruggen een goede <strong>op</strong>lossing. De benodigde zuiveringsinspanning is hier<br />

laag.<br />

Duurzaamheid is volgens <strong>Vitens</strong> wel een leidend criterium voor de toekomstige <strong>water</strong>keten.<br />

Duurzaamheid wordt gestuurd door een aantal ontwikkelingen die een meer decentrale <strong>op</strong>zet van<br />

de win-infrastructuur noodzakelijk maken. Wet- en regelgeving en met name de Kaderrichtlijn<br />

Water zullen ervoor zorgen dat het grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> in de toekomst steeds schoner<br />

wordt. Hierdoor zullen er steeds meer potentieel aantrekkelijke bronnen zijn. Technologische<br />

ontwikkelingen maken <strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> decentrale schaal steeds aantrekkelijker. Sensoren<br />

maken het mogelijk om de <strong>water</strong>kwaliteit continu te monitoren en door geavanceerde<br />

sturingsmogelijkheden kunnen ongewenste risico’s worden voorkomen. Geavanceerde membraan-<br />

zuiveringstechnologieën zijn modulair <strong>op</strong>gebouwd en kunnen compact worden gebouwd.<br />

De belangrijkste drijvende krachten om decentraal <strong>water</strong> te gaan winnen, zijn het beperken van<br />

energiegebruik en de mogelijkheid om maatschappelijke meerwaarde te realiseren. Het<br />

Pagina 62


energiegebruik van decentraal gewonnen <strong>water</strong> is aanzienlijk kleiner dan dat van centraal<br />

gewonnen <strong>water</strong> dat over grote afstanden moet worden getransporteerd. Hergebruik van<br />

decentraal gezuiverd afval<strong>water</strong>, het winnen van '<strong>water</strong>overlast' <strong>water</strong> voor gebruiksfuncties met<br />

lage kwaliteitseisen en het inzetten van <strong>water</strong> uit de schoonste bronnen voor hoogwaardig<br />

drink<strong>water</strong>gebruik, bieden kansen voor kostenbesparing en een grotere maatschappelijke<br />

efficiëntie.<br />

De grootste inefficiëntie is te vinden bij het <strong>water</strong>gebruik zelf. Water wordt bijvoorbeeld<br />

<strong>op</strong>gewarmd om te douchen, waarna het met een hoge temperatuur via de riolering wordt geloosd.<br />

Het k<strong>op</strong>pelen van energie- en <strong>water</strong>ketens van winning tot en met lozing van <strong>water</strong> zal volgens<br />

<strong>Vitens</strong> cruciaal worden. De <strong>op</strong>lossingsrichtingen gaan uit van het reduceren van het energie- en<br />

<strong>water</strong>verbruik.<br />

7.2. Strategische keuzes<br />

De geschetste <strong>op</strong>gave tot 2040 (hoofdstuk 5) gecombineerd met de scenario's die zijn gebaseerd<br />

<strong>op</strong> de drie in het verleden gehanteerde strategieën (hoofdstuk 6 en paragraaf 7.1) leiden tot de<br />

volgende strategische keuzes:<br />

Grond<strong>water</strong> is de pijler voor een duurzame drink<strong>water</strong>voorziening<br />

Het winnen van grond<strong>water</strong> verspreid over het voorzieningsgebied heeft belangrijke voordelen.<br />

Het <strong>water</strong> wordt dichtbij het afzetgebied gewonnen en er hoeven dus geen grote en dure<br />

transportleidingen te worden aangelegd. Dit vermindert de risico’s <strong>op</strong> kwaliteitsverlies van het<br />

drink<strong>water</strong> en bevordert de leveringszekerheid. Bovendien kost dit transport veel energie.<br />

Grond<strong>water</strong> is in het <strong>Vitens</strong>-gebied in ruime mate beschikbaar, heeft een vrij constante en over<br />

het algemeen goede kwaliteit en is weinig kwetsbaar voor calamiteiten. Ook de gevolgen van<br />

klimaatverandering zijn voor grond<strong>water</strong> beperkt en een goede inpassing van een grond<strong>water</strong>winning<br />

leidt tot maatschappelijke meerwaarde. Voor <strong>Vitens</strong> heeft goed beschermd, schoon<br />

grond<strong>water</strong> daarom de eerste voorkeur.<br />

Wij voldoen aan de drink<strong>water</strong>vraag met het beste <strong>water</strong><br />

Door middel van prognoses bepalen we de <strong>water</strong>winvergunningen die we in de toekomst nodig<br />

hebben om aan de verwachte drink<strong>water</strong>vraag te voldoen. Prognoses kennen een hoge mate van<br />

onnauwkeurigheid die toeneemt in de tijd. Om onverwachte calamiteiten <strong>op</strong> te kunnen vangen of<br />

onder extreme omstandigheden voldoende <strong>water</strong> te kunnen leveren, houdt <strong>Vitens</strong> een<br />

Operationele Reserve (OR) aan. Voor een onverwachte groei in de <strong>water</strong>vraag hebben wij de Niet<br />

Operationele Reserve (NOR) ingesteld. Deze reservevergunningen stellen ons in staat om binnen<br />

vijf jaar extra drink<strong>water</strong>capaciteit in te zetten.<br />

Wij verwachten dat de drink<strong>water</strong>vraag in het grootste deel van ons werkgebied nagenoeg gelijk<br />

blijft. In de <strong>water</strong>voorzieninggebieden Midden-Nederland en Flevoland verwachten wij een stijging<br />

omdat het aantal inwoners toeneemt. Op lange termijn is het denkbaar dat de <strong>water</strong>vraag gaat<br />

dalen door een betere benutting van energie en <strong>water</strong> tijdens (decentrale) winning en gebruik. De<br />

risico’s van deze <strong>op</strong>zet zijn nog onvoldoende beheersbaar en het is dan ook niet verantwoord om<br />

deze verwachting <strong>op</strong> dit moment in de prognoses te verwerken. <strong>Vitens</strong> zal wel periodiek de<br />

prognose en de wijze waar<strong>op</strong> aan de vraag wordt voldaan, herijken.<br />

Om het beste <strong>water</strong> te kunnen leveren kiest <strong>Vitens</strong> voor een schone, beheersbare bron én een<br />

adequate zuivering en dus voor een dubbele barrière tegen verontreinigingen.<br />

Wij hebben aandacht voor het milieu<br />

<strong>Vitens</strong> heeft altijd actief meegewerkt aan een milieubewuste samenleving, zoals door het<br />

stimuleren en betalen van maatregelen voor een schone bron en door het goed hydrologisch,<br />

ecologisch, landschappelijk en ruimtelijk inpassen van de winning in de omgeving. De<br />

<strong>water</strong>besparingsmaatregelen die de gebruikers en <strong>Vitens</strong> zelf hebben genomen, zoals<br />

spoel<strong>water</strong>hergebruik, hebben ertoe geleid dat onze drink<strong>water</strong>vraag flink lager ligt dan in de<br />

Pagina 63


jaren vijftig werd gedacht. <strong>Vitens</strong> geeft deze aanpak een extra impuls door in de <strong>op</strong>eratie en bij<br />

investeringsbeslissingen een integrale (holistische) afweging te maken <strong>op</strong> basis van de 'pe<strong>op</strong>le,<br />

planet, profit'-filosofie, die zijn weerslag vindt in PAS 55.<br />

Bij de inko<strong>op</strong> van materialen is duurzaamheid een belangrijk criterium, evenals hergebruik van<br />

reststoffen en het zuinig omgaan met energie. Ook in de toekomst blijft de gehele bedrijfsvoering<br />

van <strong>Vitens</strong> gericht <strong>op</strong> het bewust omgaan met onze leefomgeving. Duurzaamheid zal <strong>op</strong> de<br />

langere termijn leiden tot decentrale winningen en geïntegreerde <strong>water</strong>-energieketens, waarvan<br />

de koude-warmtesystemen een eerste aanzet is. Naast duurzaamheid zal gezondheid een steeds<br />

belangrijker aandachtspunt worden.<br />

<strong>Vitens</strong> kiest voor <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen. <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen behoudt de<br />

waardevolle zaken uit de blauwe en groene scenario’s en kiest voor de toekomst voor het gele<br />

scenario.<br />

Figuur 7.2: <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen.<br />

7.3. <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen<br />

De strategische keuze voor <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen heeft geografische en inhoudelijke<br />

componenten, die hieronder verder zijn uitgewerkt:<br />

Behouden en indien mogelijk uitbreiden winningen <strong>op</strong> heuvelruggen en in kwelgebieden<br />

De winningen <strong>op</strong> de Sallandse Heuvelrug, Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe en de overige Gelderse<br />

stuwwallen geven vanuit de ruimtelijke bescherming en de grote zoet<strong>water</strong>voorraden de meest<br />

duurzame mogelijkheden. Ook gelet <strong>op</strong> de beleidsontwikkelingen (Kaderrichtlijn Water)<br />

verwachten wij dat de mogelijkheden voor goed beschermde drink<strong>water</strong>winningen hier toenemen.<br />

Een aanzienlijk deel van de ondergrondse afvoer vanaf de stuwwallen vindt plaats via kwel in<br />

landbouw- en/of stedelijke gebieden (uitkomend in plaatselijke sloten dan wel in drainagebuizen).<br />

Dit kwel<strong>water</strong> is goed te benutten voor grond<strong>water</strong>winning ten behoeve van de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Voor de hydrologische effecten en de <strong>water</strong>balans maakt het niet zoveel uit of een<br />

Pagina 64


dergelijke winning in het kwelgebied zelf of meer bovenstrooms (hoger <strong>op</strong> de stuwwal) wordt<br />

gesitueerd, maar voor de <strong>water</strong>kwaliteit bestaat er een groot verschil: het <strong>water</strong> uit de stuwwallen<br />

hoeft nauwelijks gezuiverd te worden, terwijl het <strong>water</strong> uit de kwel- en lager gelegen gebieden<br />

veel ijzer bevat en vaak een hoge hardheid heeft. In de praktijk zal de reductie van kwel als<br />

gevolg van de winningen niet alleen tot de beoogde gebieden beperkt blijven en is uitstraling naar<br />

omringende, mogelijk grond<strong>water</strong>standafhankelijke natuurgebieden niet <strong>op</strong> voorhand uit te<br />

sluiten. Dit hoeft niet problematisch te zijn, zolang de kwel in de kwetsbare gebieden maar niet<br />

omslaat in infiltratie.<br />

Op basis van voorgaande overwegingen zijn in figuur 7.3 plaatsen weergegeven waar mogelijk<br />

meer grond<strong>water</strong> (bestaande winningen) of nieuw grond<strong>water</strong> (nieuwe winningen) in de<br />

stuwwallen te winnen is. In dit stadium van verkenning betreft het slechts een zeer globale<br />

aanwijzing van locaties. Bij de werkelijke zoektocht naar uitbreiding van bestaande en/of nieuwe<br />

stuwwalwinningen wordt een potentiële winlocatie zodanig gepositioneerd, dat het stromingssysteem<br />

van de winning <strong>op</strong> verantwoorde wijze wordt vervlochten met stromingssystemen<br />

waaraan natte natuurwaarden zijn verbonden. Op deze wijze kunnen grond<strong>water</strong>onttrekkingsystemen<br />

en grond<strong>water</strong>systemen verbonden aan grond<strong>water</strong>standafhankelijke natuur<br />

uitstekend naast elkaar bestaan.<br />

Figuur 7.3: Uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande of nieuwe winningen.<br />

Pagina 65


Zuidelijk en centraal Friesland en zuidelijk Flevoland bieden mogelijkheden voor extra<br />

capaciteit<br />

Door de aanwezigheid van zeer dikke <strong>water</strong>voerende pakketten die goed beschermd zijn en een<br />

goede <strong>water</strong>kwaliteit hebben, bestaan in zuidelijk en centraal Friesland uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Ook in zuidelijk Flevoland zijn uitbreidingsmogelijkheden aanwezig.<br />

Wij gaan door met onderzoek naar innovaties <strong>op</strong> het gebied van integreren en sluiten<br />

van <strong>water</strong> -energieketens<br />

Decentrale energievoorziening geeft een andere kijk <strong>op</strong> afval<strong>water</strong>behandeling en leidt door<br />

hergebruik van <strong>water</strong> of vermindering van gebruik tot een noodzakelijke herziening van de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening. Ook maken technische ontwikkelingen het gebruik van een breder scala<br />

aan <strong>water</strong>bronnen mogelijk. <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen vraagt om het <strong>op</strong> decentrale schaal<br />

slim combineren en integreren van <strong>water</strong>- en andere ketens. De wijze waar<strong>op</strong> dit het beste kan<br />

worden gedaan, is afhankelijk van de aanwezige problematiek en de <strong>op</strong>lossingsruimte. In het<br />

landelijk gebied heeft <strong>Vitens</strong> <strong>op</strong> deze wijze veel projecten gerealiseerd, zoals het <strong>op</strong> natuurlijke<br />

wijze sluiten van de kringlo<strong>op</strong> door <strong>water</strong> te infiltreren <strong>op</strong> de Veluwe, het <strong>op</strong> peil houden van<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> in landbouwgebieden die beïnvloed worden door onze winning of het verhogen<br />

van het <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>peil om de <strong>water</strong>huishoudkundige situatie in natuurgebieden te<br />

verbeteren.<br />

Zelfvoorziening uit oogpunt van duurzaamheid en kosten<br />

Zelfvoorziening wordt nagestreefd <strong>op</strong> clusterniveau, daarna <strong>op</strong> het schaalniveau van<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebieden en provincies en tenslotte provinciegrens- of landgrensoverschrijdend,<br />

waarbij het maatschappelijke rendement veel gewicht krijgt bij het afwegen van concrete<br />

<strong>op</strong>lossingen. Als zelfvoorziening <strong>op</strong> clusterniveau niet mogelijk blijkt of maatschappelijk niet<br />

verantwoord is, doen wij aanspraak <strong>op</strong> de strategische grond<strong>water</strong>voorraden <strong>op</strong> en langs de<br />

randen van de heuvelruggen, in zuidelijk Flevoland of in Zuid- of Centraal-Friesland. Samen met<br />

de betrokken provincies wil <strong>Vitens</strong> de komende jaren de maatschappelijke meerwaarde<br />

onderzoeken van het:<br />

Leveren vanuit de noordelijke Achterhoek naar Twente en het <strong>op</strong>timaliseren van de winmogelijkheden<br />

in Twente.<br />

Leveren vanaf de noordelijke Veluwe en het <strong>op</strong>timaliseren van de winmogelijkheden in West-<br />

Overijssel.<br />

Leveren vanuit Zuid- of Centraal-Friesland en/of Flevoland naar de Noordoostpolder in<br />

combinatie met het <strong>op</strong>timaliseren van de winmogelijkheden in het noordelijk deel van<br />

Overijssel. Ook levering vanuit Drenthe moet hierbij worden meegenomen.<br />

Leveren vanuit Flevoland en/of Gelderland (Holk) naar het <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-<br />

Nederland in combinatie met het <strong>op</strong>timaliseren van de winmogelijkheden in het <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Midden-Nederland.<br />

Pagina 66


8. REALISEREN VAN DE VISIE<br />

8.1. Inleiding<br />

In hoofdstuk 7 hebben we aangegeven dat we kiezen voor <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen. In dit<br />

hoofdstuk beschrijven wij hoe <strong>Vitens</strong> deze strategie en daarmee haar langetermijnvisie wininfrastructuur<br />

gaat realiseren.<br />

In paragraaf 8.2 wordt beschreven hoe <strong>Vitens</strong> omgaat met de verschillende keuzes die in deze<br />

visie worden beschreven. <strong>Vitens</strong> kiest voor grond<strong>water</strong> en ziet hiervoor uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Wij zijn van mening dat wij <strong>op</strong> de drempel staan van een nieuwe ontwikkelingsfase, waarbij<br />

duurzaamheid het leidende principe is. Nieuwe technologieën en andere ontwikkelingen tenderen<br />

naar decentrale bronnen, waarbij kringl<strong>op</strong>en worden gesloten en waarbij naar maximaal<br />

maatschappelijke meerwaarde wordt gestreefd. Hoe plaatst <strong>Vitens</strong> deze ontwikkelingen in de<br />

implementatie van haar visie? In paragraaf 8.3 wordt ingegaan <strong>op</strong> de onderzoeken die <strong>Vitens</strong> gaat<br />

uitvoeren om haar visie te realiseren. Vervolgens wordt in paragraaf 8.4 de strategie voor een<br />

aantal thema’s uitgewerkt en in paragraaf 8.5 wordt dit per provincie gedaan.<br />

8.2. Hoe combineert <strong>Vitens</strong> de verschillende keuzes?<br />

<strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen is te onderscheiden in twee deelstrategieën die hieronder kort<br />

worden beschreven.<br />

Basisstrategie<br />

<strong>Vitens</strong> wint <strong>op</strong> dit moment voornamelijk grond<strong>water</strong> <strong>op</strong> 108 winvelden verspreid over het gebied.<br />

De winning en levering van drink<strong>water</strong> is <strong>op</strong>gezet door gemeenten en daardoor ook <strong>op</strong><br />

gemeentelijke schaal gepland. Alleen als er geen geschikte bronnen binnen de gemeente waren,<br />

zijn bovengemeentelijke <strong>op</strong>lossingen gezocht. Door de fusies van de gemeentelijke bedrijven tot<br />

<strong>Vitens</strong> is hier maar beperkt verandering in gekomen.<br />

Uitgaande van de huidige gebruikspatronen is de verwachting dat de vraag ongeveer gelijk zal<br />

blijven. Er zijn weinig knelpunten in de huidige win-infrastructuur. Grond<strong>water</strong> is in voldoende<br />

mate beschikbaar en de (lokale) knelpunten <strong>op</strong> het vlak van verzilting, ruimtelijke ordening of<br />

verdroging zijn <strong>op</strong> lokale schaal <strong>op</strong>losbaar. Schoon grond<strong>water</strong> dichtbij de afzetgebieden is vanuit<br />

energiegebruik, risico’s <strong>op</strong> het gebied van kwaliteit en leveringszekerheid en kosten de meest<br />

aantrekkelijke bron. De basisstrategie kent weinig verrassingen. Er zijn ook geen redenen voor<br />

een koerswijziging. De win-infrastructuur lijkt in 2040 in grote lijnen <strong>op</strong> de situatie in 2010.<br />

Decentrale strategie<br />

<strong>Vitens</strong> ziet een aantal ontwikkelingen die leiden tot een meer decentrale <strong>op</strong>zet van de wininfrastructuur.<br />

Wet- en regelgeving zullen ervoor zorgen dat het grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong><br />

steeds schoner wordt. Technologische ontwikkelingen maken <strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> decentrale schaal<br />

steeds aantrekkelijker (sensoren, geavanceerde zuiveringstechnieken en geavanceerde<br />

besturingssystemen). De belangrijkste drijvende krachten om decentraal <strong>water</strong> te gaan winnen<br />

zijn het beperken van energiegebruik en de mogelijkheid om maatschappelijke meerwaarde te<br />

realiseren. K<strong>op</strong>peling van energie- en <strong>water</strong>ketens van winning tot en met lozing van <strong>water</strong> zal<br />

cruciaal worden. Reduceren van energie- en <strong>water</strong>verbruik is hierbij leidend.<br />

Welke strategie kiest <strong>Vitens</strong>?<br />

De basisstrategie is succesvol en <strong>Vitens</strong> ziet <strong>op</strong> dit moment geen redenen om daarvan af te<br />

wijken. <strong>Vitens</strong> levert drink<strong>water</strong> van een zeer goede kwaliteit tegen lage kosten. De bestaande<br />

knelpunten in de win-infrastructuur zijn <strong>op</strong>losbaar en de prognose van het <strong>water</strong>verbruik laat geen<br />

grote veranderingen zien.<br />

Pagina 67


De decentrale strategie kent veel onzekerheden en de transitie van de basisstrategie naar de<br />

decentrale strategie is zeer kostbaar. <strong>Vitens</strong> kiest daarom voor de basisstrategie. Op de langere<br />

termijn verwacht <strong>Vitens</strong> echter dat door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen de<br />

decentrale strategie leidend zal zijn.<br />

Hoe combineert <strong>Vitens</strong> de basisstrategie en de decentrale strategie?<br />

De huidige win-infrastructuur is en blijft de ruggengraat van de drink<strong>water</strong>voorziening en <strong>Vitens</strong><br />

zal blijven investeren in het <strong>op</strong>timaliseren en veiligstellen van deze win-infrastructuur. Om de<br />

overgang naar een andere strategie mogelijk te maken, zal de win-infrastructuur wel flexibeler<br />

gemaakt worden. <strong>Vitens</strong> zal flexibeler gaan bouwen, zoveel mogelijk modulair en met<br />

verplaatsbare units. Productiebedrijven worden samengevoegd tot grotere eenheden waardoor het<br />

mogelijk wordt om een groter aantal kleinere winvelden aan te sluiten. Door het samenvoegen of<br />

clusteren van productiebedrijven ontstaat een grotere flexibiliteit in de ontwikkeling van kleine<br />

winvelden.<br />

Cruciaal voor de overgang is het reduceren van de kwaliteitsrisico’s tot een acceptabel niveau door<br />

een adequate bescherming van de grondstof en door een adequate decentrale processturing,<br />

kwaliteitsmonitoring en zuivering. Naast het reduceren van kwaliteitsrisico’s bij de bron en in de<br />

zuivering is ook het minimaliseren van de kosten (energiegebruik) van de decentrale strategie<br />

leidend, waarbij de gehele nutsketen integraal wordt bekeken. In figuur 8.1 zijn de basisstrategie<br />

en de decentrale strategie weergegeven en de verhouding tussen beide strategieën.<br />

Figuur 8.1: Basisstrategie en decentrale strategie.<br />

Als eindsituatie ziet <strong>Vitens</strong> dat de basisstrategie en decentrale strategie volledig <strong>op</strong> elkaar<br />

aansluiten en dat deze als één integrale strategie kunnen worden beschouwd. De (gedifferen-<br />

Pagina 68


8.3. Pilots<br />

tieerde) <strong>water</strong>behoeften worden primair via lokale <strong>op</strong>lossingen ingevuld. Als dit in bepaalde<br />

perioden tekortschiet, onvoldoende kwaliteitsgaranties biedt, niet aan de klantwens voldoet<br />

(gemak, kosten, etc.) en/of maatschappelijk niet verantwoord wordt geacht, wordt de behoefte<br />

gedekt vanuit het centrale basissysteem. De systemen sluiten dan ook qua structuur en<br />

dimensionering naadloos <strong>op</strong> elkaar aan. Het centrale systeem levert naast de resterende<br />

(drink<strong>water</strong>)behoefte ook andere diensten, zoals suppletie, back-up, kwaliteitsgaranties,<br />

leveringszekerheid, gemak, etc.<br />

Als voorbereiding <strong>op</strong> de decentrale strategie gaan wij technologische pilots en gebiedspilots<br />

uitvoeren. Bij de keuze van de pilots zal <strong>Vitens</strong> letten <strong>op</strong> de technologische relevantie, de<br />

maatschappelijke behoefte en de wettelijke taak van <strong>Vitens</strong>.<br />

<strong>Vitens</strong> k<strong>op</strong>pelt in <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen de decentrale strategie aan de basisstrategie. De<br />

basisstrategie vormt de ruggengraat van de toekomstige drink<strong>water</strong>voorziening (borgt de<br />

leveringszekerheid) en ondersteunt de decentrale strategie. Om praktijkervaring <strong>op</strong> te doen met<br />

de decentrale strategie en innovaties in de drink<strong>water</strong>voorziening worden pilots uitgevoerd. De<br />

pilots zijn gericht <strong>op</strong>:<br />

Het ontwikkelen van sensoren om de kwaliteit continu te kunnen monitoren.<br />

'Water uit <strong>water</strong> maken'. Dit betekent zuiveringstechnieken ontwikkelen om uit verschillende<br />

kwaliteiten <strong>water</strong> de gewenste kwaliteit <strong>water</strong> te maken.<br />

Betere benutting van <strong>water</strong> en energie.<br />

De komende jaren worden onderstaande pilots uitgevoerd. Deze pilots zijn ook aangegeven in<br />

figuur 8.7.<br />

Pilot brak grond<strong>water</strong> Noardburgum<br />

<strong>Vitens</strong> onderzoekt de mogelijkheden om brak <strong>water</strong> te winnen. In een pilot bij Noardburgum<br />

hebben wij onderzocht wat de mogelijkheden zijn om het ingedikte zoute <strong>water</strong> (membraanconcentraat)<br />

dat vrijkomt na zuivering van het brakke <strong>water</strong> te infiltreren in diepere<br />

<strong>water</strong>voerende lagen. Het winnen van brak <strong>water</strong> biedt interessante mogelijkheden in Nederland,<br />

maar misschien nog wel meer in andere landen. Hiermee kunnen wij ook een bijdrage leveren aan<br />

onze internationale doelstellingen.<br />

Demosite <strong>water</strong>technologisch onderzoek Noardburgum<br />

Op de locatie Noardburgum wordt proefonderzoek uitgevoerd naar de manier waar<strong>op</strong><br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> het meest effectief kan worden gezuiverd. De bron is <strong>water</strong> uit het<br />

Bergummermeer. De pilot zal plaatsvinden <strong>op</strong> de demosite voor <strong>water</strong>technologisch onderzoek.<br />

Daarnaast zal <strong>op</strong> de demosite onderzoek plaatsvinden naar nieuwe duurzame technologie om<br />

<strong>water</strong> uit allerlei bronnen te zuiveren. Hierbij wordt met nadruk de samenwerking gezocht met het<br />

innovatieve bedrijfsleven en kennisinstituten.<br />

Pilot oeverfiltratie Vechterweerd<br />

De oeverfiltratiewinning Vechterweerd wordt voor een capaciteit van 2 miljoen m 3 per jaar<br />

ontwikkeld om te voorzien in de <strong>water</strong>behoefte en om kennis en ervaring <strong>op</strong> te doen <strong>op</strong> het gebied<br />

van het winnen van oevergrond<strong>water</strong> in een kleinschaliger <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>systeem.<br />

Pilot k<strong>op</strong>pelen <strong>water</strong>- en energieketens stedelijke gebieden<br />

De <strong>water</strong>voorziening in druk bevolkte gebieden (Utrecht) en in gebieden waar veel mensen wonen<br />

en waar moeilijk <strong>water</strong> te winnen is (Twente), kan duurzamer worden vormgegeven. <strong>Vitens</strong> gaat<br />

onderzoeken hoe <strong>water</strong>overlast, bodemenergiesystemen, stedelijke parken en <strong>water</strong>partijen<br />

kunnen worden gecombineerd met <strong>Vitens</strong> duurzaam <strong>water</strong> winnen. Ook onderzoeken wij <strong>op</strong><br />

pilotschaal hoe een decentrale <strong>op</strong>zet en integratie van <strong>water</strong>- en energieketens kan worden<br />

vormgegeven.<br />

Pagina 69


Pilot 'cradle-to-cradle' Terschelling en Ameland<br />

Vrijwel alle eilanden in het Noordzeegebied nemen deel aan het gezamenlijk Eur<strong>op</strong>ees project<br />

'Cradle-to-Cradle Islands' (C2CI). Doel van het project is om te kijken in hoeverre de ambitie van<br />

alle eilanden (zelfvoorziening <strong>op</strong> het gebied van energie, materialen en <strong>water</strong> <strong>op</strong> basis van 'cradleto-cradle')<br />

haalbaar is. Naast andere organisaties (in Nederland onder andere Wetsus en de<br />

Technische Universiteit Delft) neemt <strong>Vitens</strong> als <strong>water</strong>leverancier van een deel van de<br />

Waddeneilanden deel aan dit project.<br />

<strong>Vitens</strong> gebruikt het C2CI-project onder meer om te bepalen of de vraag naar <strong>water</strong> en energie in<br />

bestaande huizen kan worden verminderd door:<br />

Beïnvloeden van de consument<br />

Toepassen van <strong>water</strong>besparende apparatuur<br />

Hergebruik van <strong>water</strong><br />

Hergebruik van reststoffen<br />

Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat het comfort van de gebruiker minimaal <strong>op</strong> hetzelfde<br />

niveau moet blijven. <strong>Vitens</strong> experimenteert in twee huizen <strong>op</strong> Ameland. Eén huis is referentie en in<br />

het andere huis wordt apparatuur (vacuümtoilet, <strong>water</strong>besparende douche, keukenmolentje,<br />

vergister voor keukenafval en ‘zwart’ <strong>water</strong> etc.) geïnstalleerd en worden zo mogelijk voorzieningen<br />

aangebracht om lokaal (drink)<strong>water</strong> aan lucht te onttrekken. De verwachting is dat de<br />

vraag naar 'nieuw' drink<strong>water</strong> door toepassing van deze technieken tot ruim onder de vijftig<br />

procent kan dalen.<br />

Pilot 'waarde van <strong>water</strong> benutten' in Spannenburg<br />

Behalve als gebruikswaarde heeft het ontrokken <strong>water</strong> ook waarde als bijvoorbeeld energiedrager.<br />

Voorbeelden hiervan zijn de warmte/koude-leveringen uit het gewonnen <strong>water</strong> in Veenendaal en<br />

Cothen alsmede het nuttig gebruik van methaan in Spannenburg. Jaarlijks wordt bij Spannenburg<br />

het equivalent van 21 miljoen kg CO2 uitgestoten. Dit is dertig procent van de totale CO2 -footprint<br />

van <strong>Vitens</strong>.<br />

8.4. Klimaatverandering en andere hydrologische veranderingen<br />

<strong>Vitens</strong> beschouwt klimaatverandering als een autonome ontwikkeling waar<strong>op</strong> tijdig moet worden<br />

geanticipeerd. Voor zover de effecten nu met redelijke zekerheid te voorzien zijn, hebben wij deze<br />

meegenomen in de visie. Wij houden actief de vinger aan de pols door te participeren in<br />

klimaatstudies binnen drink<strong>water</strong>sector en daar buiten. Verder willen wij voorwaarden scheppen<br />

om snel te kunnen participeren door onder meer de volgende activiteiten uit te voeren:<br />

De gevolgen van klimaat- en andere veranderingen zijn nog vrij globaal bekend. <strong>Vitens</strong> neemt<br />

daarom deel aan onderzoeksprogramma’s zoals 'Kennis voor Klimaat'. Naast de onderzoeksthema’s<br />

richt <strong>Vitens</strong> zich <strong>op</strong> de hotpots: 'droge rurale gebieden' en 'ondiepe <strong>water</strong>en en<br />

veenweidegebieden'.<br />

In de onttrekkingsvergunningen moet voldoende ruimte zijn om ook bij grote pieken in de<br />

vraag voldoende drink<strong>water</strong> te leveren.<br />

Bij het beoordelen van effecten van onttrekkingen en andere hydrologische ingrepen moet<br />

rekening worden gehouden met de veranderende hydrologische omstandigheden. <strong>Vitens</strong> doet<br />

daarom samen met andere <strong>water</strong>leidingbedrijven onderzoek naar dynamische hydrologischecologische<br />

effectvoorspellingmethoden.<br />

Bij de <strong>water</strong>huishoudkundige inpassing van winningen staat adaptie aan de nieuwe<br />

hydrologische omstandigheden centraal. Waar dit niet mogelijk is, wordt ingezet <strong>op</strong> mitigatie<br />

van de effecten en voldoende back-up (Operationele Reserve) als het winnen in bepaalde<br />

perioden niet of beperkt mogelijk is.<br />

Oppervlakte<strong>water</strong>winningen zijn kwetsbaarder voor hydrologische veranderingen dan<br />

grond<strong>water</strong>winningen. Grond<strong>water</strong> is en blijft daarom onze eerste voorkeur.<br />

Pagina 70


Grond<strong>water</strong> en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het<br />

<strong>water</strong>systeem. Een goede analyse van het hele <strong>water</strong>systeem in relatie met andere functies is<br />

noodzakelijk om effectieve maatregelen te kunnen nemen. <strong>Vitens</strong> stimuleert deze integrale<br />

holistische werkwijze.<br />

<strong>Vitens</strong> participeert samen met de andere <strong>water</strong>leidingbedrijven in het Deltaprogramma.<br />

Prioriteit hebben de gebiedsgerichte deelprogramma’s 'Waddeneilanden', 'IJsselmeergebied'<br />

en 'Rivieren'. Binnen het programma 'Zoet <strong>water</strong>' gaat het om de gebieden: 'Noord-<br />

Nederland', 'Oost-Nederland', 'IJsselmeergebied', 'Flevoland en Noord-Holland', 'Midden en<br />

West-Nederland' en 'Het Rivierengebied'.<br />

8.5. Gebiedsgerichte uitwerking<br />

In de volgende paragrafen geven wij interprovinciaal en per provincie aan welke richting we bij de<br />

realisatie van de visie gaan volgen.<br />

8.5.1. Interprovinciale drink<strong>water</strong>leveringen<br />

In hoofdstuk 7 is beschreven dat in een aantal gevallen interprovinciale drink<strong>water</strong>leveringen een<br />

<strong>op</strong>lossing lijken om (toekomstige) knelpunten weg te nemen en de drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong><br />

langere termijn veilig te stellen tegen de laagste maatschappelijke kosten. De komende periode<br />

gaat <strong>Vitens</strong> samen met betrokken provincies en <strong>water</strong>schappen een vijftal onderzoeken uitvoeren<br />

(zie figuur 8.7). Voorafgaand aan deze onderzoeken wordt een onderzoeksplan <strong>op</strong>gesteld waarin<br />

een uniforme beoordelingsmethodiek voor alle scenario’s en winningen wordt vastgelegd.<br />

Verkennend onderzoek Achterhoek<br />

In de noordelijke Achterhoek zijn mogelijkheden aanwezig om <strong>water</strong> te winnen dat kan worden<br />

ingezet voor het veiligstellen van de drink<strong>water</strong>voorziening in Twente. Hierbij wordt ook gekeken<br />

naar de beleidskeuze in het Nationaal Waterplan (NWP) om voor de hoge zandgronden de<br />

winmogelijkheden te vergroten door sponswerking, berging en retentie.<br />

Figuur 8.2: Verkennend onderzoek Achterhoek.<br />

Verkennend onderzoek Centraal-Nederland<br />

In het voorzieningsgebied Midden-Nederland zijn knelpunten geconstateerd die het gevolg zijn van<br />

verontreinigingen, verstedelijking en natuur. Onderzocht wordt of deze knelpunten kunnen worden<br />

Pagina 71


<strong>op</strong>gelost door <strong>water</strong> te leveren vanuit Flevoland of Gelderland (Holk) in combinatie met het<br />

<strong>op</strong>timaliseren van de winmogelijkheden in Midden-Nederland.<br />

Figuur 8.3: Verkennend onderzoek Centraal-Nederland.<br />

Verkennend onderzoek Veluwe<br />

Onderzocht wordt of <strong>op</strong> de Veluwe meer <strong>water</strong> kan worden gewonnen. Dit <strong>water</strong> kan worden<br />

ingezet voor een mogelijke interprovinciale levering naar Overijssel of voor het <strong>op</strong>timaliseren van<br />

de winningen <strong>op</strong> de Veluwe.<br />

Figuur 8.4: Verkennend onderzoek Veluwe.<br />

Verkennend onderzoek Friesland<br />

In Zuid- en/of Centraal-Friesland zijn zeer dikke <strong>water</strong>voerende pakketten met dikke afdekkende<br />

kleilagen aanwezig, die zeer goede mogelijkheden bieden voor grond<strong>water</strong>winningen. Onderzocht<br />

wordt of in deze gebieden extra <strong>water</strong> kan worden gewonnen voor mogelijke levering aan<br />

Flevoland en/of Overijssel.<br />

Pagina 72


Figuur 8.5: Verkennend onderzoek Friesland.<br />

Verkennend onderzoek West-Nederland<br />

Aan de westzijde van de provincie Utrecht vindt een aantal grond<strong>water</strong>winningen plaats waarbij<br />

het <strong>water</strong> grootschalig interprovinciaal wordt getransporteerd. Ook staat een aantal winningen in<br />

dit gebied onder druk door kwaliteitsproblemen of mogelijke effecten <strong>op</strong> de omgeving. Dit maakt<br />

een interprovinciaal onderzoek naar de maatschappelijk meest <strong>op</strong>timale <strong>op</strong>lossing in het<br />

zuidoostelijk deel van Noord-Holland en het westelijk deel van Utrecht gewenst.<br />

Figuur 8.6: Verkennend onderzoek West-Nederland.<br />

8.5.2. Provincie Friesland<br />

Om het verwachte tekort van 7 miljoen m 3 per jaar voor het vasteland <strong>op</strong> te lossen, richt <strong>Vitens</strong><br />

zich <strong>op</strong> het uitbreiden van de bestaande winningen bij Nij Beets, Oudega en Spannenburg. Voor<br />

het natuurknelpunt bij de winning Terwisscha wordt door middel van een studie naar een<br />

Pagina 73


<strong>op</strong>lossing gezocht. De effecten van de huidige winning worden getoetst aan de<br />

grond<strong>water</strong>doelstellingen (GGOR) voor het Drents-Friese Wold om vast te stellen of er nog<br />

<strong>op</strong>timalisatie van de huidige winning kan plaatsvinden. Als de winning (deels) wordt verplaatst,<br />

heeft <strong>Vitens</strong> een sterke voorkeur voor het potkleigebied ten noordoosten van de winning.<br />

Om natuurknelpunten <strong>op</strong> de Waddeneilanden te voorkomen, wordt de huidige drink<strong>water</strong>voorziening<br />

zoveel mogelijk ingepast via gebiedsprocessen. Op Terschelling wordt momenteel een<br />

studie uitgevoerd om de drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong> het eiland voor de toekomst veilig te stellen. In<br />

het kader van deze studie worden verschillende alternatieven onderzocht, zoals verplaatsing van<br />

de winning naar het poldergebied, het benutten van afstromend schoon duin<strong>water</strong> en de ontzilting<br />

van brak of zout grond<strong>water</strong>. De resultaten van de studie <strong>op</strong> Terschelling worden vervolgens ook<br />

<strong>op</strong> Ameland toegepast.<br />

8.5.3. Provincies Overijssel en Drenthe<br />

Bij de diepe winningen in West-Overijssel (Deventer Ceintuurbaan, Deventer Zutphenseweg,<br />

Diepenveen, Engelse Werk diep) wordt de wincapaciteit momenteel beperkt als maatregel tegen<br />

verzilting. Door spreiding van de winningen is verzilting waarschijnlijk goed te bestrijden. Mogelijk<br />

biedt een brak<strong>water</strong>winning <strong>op</strong> termijn ook mogelijkheden, zodat in een periode van tien tot<br />

vijftien jaar de volledige vergunde diepe wincapaciteit weer inzetbaar is. Als onderdeel van de<br />

<strong>op</strong>lossing wordt ook de keuze gemaakt voor het ontwikkelen van de winning Schalkhaar (2 miljoen<br />

m³ per jaar).<br />

Voor de Natura 2000-gebieden waar <strong>water</strong>winningen een mogelijk effect hebben, worden in het<br />

kader van het proces van het <strong>op</strong>stellen van de beheerplannen de mogelijke effecten bepaald.<br />

<strong>Vitens</strong> ziet voor deze gebieden goede mogelijkheden om eventuele nadelige effecten te<br />

compenseren met lokale maatregelen.<br />

Voor het <strong>op</strong>lossen van het tekort aan vergunde capaciteit in Twente (6,3 miljoen m³ per jaar) is<br />

het project Zoektocht Twente gestart. In het project zijn alle mogelijke locaties in of nabij Twente<br />

onderzocht. Het gaat om het uitbreiden van bestaande winningen, mogelijke nieuwe locaties, het<br />

toepassen van nieuwe winconcepten zoals brak<strong>water</strong>, functiecombinaties en mogelijke<br />

inpassingmaatregelen. Uit de verkenning van deze langetermijnvisie blijkt dat de Overijsselse<br />

Heuvelrug mogelijkheden biedt om extra <strong>water</strong> te winnen. Deze <strong>op</strong>tie wordt ook meegenomen in<br />

de Zoektocht Twente. Uit de mogelijke locaties wordt een voorkeurslocatie bepaald, waarbij een<br />

maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt uitgevoerd om de beste <strong>op</strong>lossing te selecteren.<br />

Parallel aan de Zoektocht Twente wordt de mogelijkheid onderzocht om de levering vanuit<br />

Gelderland naar Haaksbergen/Noordijkerveld te continueren.<br />

Voor Overijssel-Noord wordt onderzocht of een extra vergroting van de levering vanaf de Noord-<br />

Veluwe (circa 5 miljoen m 3 per jaar) of een levering vanuit Zuid- of Centraal-Friesland een goede<br />

<strong>op</strong>tie is om de OR en de NOR in te vullen<br />

8.5.4. Provincie Gelderland<br />

Uit de verkenning in deze langetermijnvisie komt naar voren dat de stuwwallen in Gelderland de<br />

beste locaties zijn voor de drink<strong>water</strong>winning. Dit betekent dat de vergunde capaciteit <strong>op</strong> de<br />

Veluwe maximaal wordt benut. Bovendien is er ruimte beschikbaar om de vraag naar <strong>water</strong> door<br />

andere provincies <strong>op</strong> te vangen.<br />

De winningen <strong>op</strong> de stuwwallen Rijk van Nijmegen (Rivierengebied) en Montferland (Achterhoek)<br />

worden ge<strong>op</strong>timaliseerd waardoor bestaande knelpunten ten aanzien van grond<strong>water</strong>kwaliteit en<br />

beschermbaarheid worden <strong>op</strong>gelost. Bij de winning Heumensoord vindt een herverdeling van de<br />

winvelden plaats. Door de winning in zuidelijke richting <strong>op</strong> te schuiven en te verdiepen, wordt een<br />

betere <strong>water</strong>kwaliteit onttrokken. Bij winning Van Heek (Montferland en Hettenheuvel) wordt een<br />

deel van de winning verdiept, waardoor de problemen met nitraatrijk grond<strong>water</strong> worden <strong>op</strong>gelost.<br />

Hierdoor kan de winning weer voor de volledige capaciteit worden ingezet. Een verdere uitbreiding<br />

van de capaciteit van de winningen <strong>op</strong> beide stuwwalen wordt nader onderzocht.<br />

In de Achterhoek wordt ingezet <strong>op</strong> het veiligstellen van de beschikbare wincapaciteit door de<br />

winningen verder te <strong>op</strong>timaliseren. Hiertoe wordt uitbreiding gezocht <strong>op</strong> locaties met de beste<br />

geohydrologische omstandigheden en/of een extensief landgebruik. Zo kunnen de winningen in<br />

Noordijkerveld en Haarlo worden uitgebreid omdat deze locaties enige bescherming hebben van<br />

Pagina 74


een ondergrondse kleilaag. Deze winningen liggen dicht bij Twente en kunnen mogelijk worden<br />

ingezet voor een (extra) levering vanuit Gelderland naar Twente. De wincapaciteit van Olde Kaste<br />

wordt overgeheveld naar ’t Klooster. Door het verdiepen van een deel van de winning en het<br />

<strong>op</strong>timaliseren van compenserende maatregelen wordt de capaciteit hier uitgebreid naar 6 miljoen<br />

m³ per jaar.<br />

Dankzij de genoemde uitbreidingen heeft de Achterhoek <strong>op</strong> termijn geen import meer nodig van<br />

<strong>water</strong> uit Duitsland. Bovendien is het hierdoor mogelijk winningen met een slechte<br />

beschermbaarheid en een slechte <strong>water</strong>kwaliteit (waarbij geen zicht is <strong>op</strong> verbetering, zoals bij<br />

Lochem), te sluiten. Het tekort dat overblijft, zal net als in de huidige situatie worden aangevuld<br />

vanuit de Veluwe. Behoeftedekking met wincapaciteit binnen het <strong>water</strong>voorzieningsgebied zelf is<br />

niet haalbaar. Daarnaast voeren wij de gemaakte ODDG-afspraken met de provincie uit.<br />

8.5.5. Provincie Flevoland<br />

De winningen in de provincie Flevoland vormen geen knelpunt in de drink<strong>water</strong>voorziening in de<br />

provincie. Sterker nog: Flevoland heeft de rol van provinciegrensoverschrijdende leverancier van<br />

goed grond<strong>water</strong> als grondstof voor de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

De gewenste toekomstige situatie in Flevoland wijkt nauwelijks af van de huidige wijze van<br />

grond<strong>water</strong> winnen en zuiveren. Voor de toekomstige drink<strong>water</strong>voorziening moet wel een<br />

beperkte extra wincapaciteit (circa 2 miljoen m 3 per jaar) worden gerealiseerd. De provincie<br />

Flevoland heeft een strategische reservering ingesteld om drink<strong>water</strong> te kunnen winnen uit het<br />

diepe <strong>water</strong>voerende pakket. In het in paragraaf 8.5.1 genoemde onderzoek zal worden nagegaan<br />

wat de mogelijkheden van winning uit dit pakket zijn in samenhang met nieuwe<br />

winmogelijkheden.<br />

8.5.6. Provincies Utrecht en Noord-Holland<br />

In het voorzieningsgebied van <strong>Vitens</strong> in de provincies Noord-Holland en Utrecht wordt een stijging<br />

van de drink<strong>water</strong>vraag voorzien. Ook zijn er knelpunten <strong>op</strong> winlocaties in de vorm van<br />

verontreinigingen en effecten <strong>op</strong> natuurgebieden. Om deze problematiek <strong>op</strong> te lossen, zijn er<br />

naast lokale <strong>op</strong>timaliseringstudies bovenprovinciale studies <strong>op</strong>gestart, te weten de verkenningen<br />

Centraal- en West-Nederland (zie paragraaf 8.5.1).<br />

De volgende locale <strong>op</strong>timaliseringstudies worden uitgevoerd:<br />

Voor de Natura 2000-gebieden en (sub)TOP-lijstgebieden waar <strong>water</strong>winningen een mogelijk<br />

effect hebben, worden in het kader van het proces van het <strong>op</strong>stellen van de beheerplannen de<br />

mogelijke effecten bepaald. <strong>Vitens</strong> ziet voor deze gebieden goede mogelijkheden om eventuele<br />

nadelige effecten te compenseren met lokale maatregelen.<br />

<strong>Vitens</strong> onderzoekt de mogelijkheid van het verdiepen van winningen om bestaande winningen<br />

te verduurzamen en <strong>op</strong> enkele locaties de capaciteit te verhogen.<br />

Winningen met een groot risico <strong>op</strong> een slechte <strong>water</strong>kwaliteit (categorie 4-winningen) zijn<br />

ongewenst en dienen te worden vervangen door schone winningen. Voor de winning in Zeist is<br />

dit nog niet mogelijk in verband met de saneringsbeschikking. Hier wordt door de aanleg van<br />

een <strong>water</strong>winpark een verbetering nagestreefd. Voor de winning Laren wordt een <strong>op</strong>lossing<br />

gezocht.<br />

De Utrechtse Heuvelrug biedt kansen om verdere groei van de drink<strong>water</strong>vraag <strong>op</strong> te vangen.<br />

Het <strong>water</strong> is van goede kwaliteit en vereist een lage zuiveringsinspanning. De aanwezige<br />

verontreinigingbronnen worden momenteel aangepakt en de infiltratie van regen<strong>water</strong> wordt<br />

door middel van afk<strong>op</strong>pelprojecten verder vergroot, waardoor de grond<strong>water</strong>hoeveelheid<br />

toeneemt. Onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn om <strong>op</strong> de Utrechtse Heuvelrug meer<br />

<strong>water</strong> te onttrekken.<br />

De winning Doorn is sinds 2011 in eigendom van <strong>Vitens</strong>. Heroverweging van de winningen in<br />

de zuidoosthoek van Utrecht moet duidelijk maken of de winning Doorn als duurzame winning<br />

in stand wordt gehouden of dat de levering aan Doorn door een nabijgelegen winning wordt<br />

overgenomen. Momenteel wordt <strong>op</strong> de locatie Doorn bijna 1 miljoen m 3 per jaar gewonnen.<br />

Pagina 75


Figuur 8.7: Gewenste toekomstige situatie.<br />

Pagina 76


9. VERKLARENDE WOORDENLIJST<br />

EHS Ecologische Hoofdstructuur<br />

HEN Hoogste Ecologische Niveau<br />

KRW Kaderrichtlijn Water<br />

LTV Langetermijnvisie<br />

NIRG Niet In Rekening gebracht Gebruik<br />

NOR Niet Operationele Reserve<br />

ODDG Overeenkomst Duurzame Drink<strong>water</strong>voorziening Gelderland<br />

Oeverinfiltratiewinning Onttrekking waarbij het aandeel <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> groter is dan 60 procent<br />

OR Operationele Reserve<br />

PV Productie Verliezen<br />

Prognose De prognose is gelijk aan het gebruik, vermeerderd met het 'Niet In<br />

Rekening gebracht Gebruik' (NIRG)<br />

Rein<strong>water</strong> Gezuiverd <strong>water</strong><br />

ROL-<strong>water</strong> Ruw<strong>water</strong>levering naar het Oude Land<br />

Ruw<strong>water</strong> Ongezuiverd <strong>water</strong><br />

SED Specifiek Ecologische Doelstelling<br />

TOP-lijstgebieden Gebieden waar verdroging met prioriteit moet worden aangepakt. Hierbij<br />

ligt de nadruk <strong>op</strong> het herstel dan wel de realisatie van ‘natte natuur’<br />

Vergunde capaciteit De hoeveelheid <strong>water</strong> die <strong>op</strong> basis van de verleende vergunning gewonnen<br />

mag worden<br />

Winbare capaciteit De winbare capaciteit is de vergunde capaciteit in 2010 met aftrek van alle<br />

beperkingen die ontstaan door verzilting, benodigde interceptiemaatregelen<br />

en/of door bestuurlijke afspraken<br />

Zoethoudersconcept Het constant houden of vergroten van de zoet<strong>water</strong>voorraad door een<br />

dubbele onttrekking, d.w.z. een onttrekking in zoet <strong>water</strong> en een in zout<br />

<strong>water</strong><br />

Pagina 77


10. REFERENTIES<br />

De volgende bronnen zijn geraadpleegd:<br />

Nationaal programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK), 2006. Naar een klimaatbestendig<br />

Nederland. Samenvatting Routeplanner klimaat.<br />

VEWIN, 2008. Prognose landelijke drink<strong>water</strong>vraag t/m 2025. P. Baggelaar (Icastat) en<br />

P.J.J.G. Geudens.<br />

<strong>Vitens</strong>, 2010. Prognose drink<strong>water</strong>gebruik <strong>Vitens</strong> t/m 2025, met een globale doorkijk naar<br />

2040<br />

Visie Grondstofvoorziening (<strong>Vitens</strong>, juni 2009)<br />

Beleidsuitwerking visie Grondstofvoorziening (<strong>Vitens</strong>, augustus 2009)<br />

Internet<br />

www.vewin.nl<br />

www.VROM.nl<br />

www.<strong>water</strong>wet.nl<br />

Pagina 78


11. VERANTWOORDING<br />

Mariska Overbeek, Katrien Bijl en Inkie Goijer van Tauw hebben een bijdrage geleverd aan het<br />

<strong>op</strong>stellen van deze langetermijnvisie.<br />

Pagina 79


12. BIJLAGEN<br />

Bijlage 1: Wetgeving<br />

Eur<strong>op</strong>ees beleid<br />

Nationaal beleid<br />

Beleid <strong>water</strong>schappen<br />

Gemeentelijk beleid<br />

Bijlage 2: Winbare capaciteit<br />

Bijlage 3: Prognose<br />

Bijlage 4: Knelpunten<br />

Prognose in drie uitwerkingen<br />

Prognose gebruik, productiecapaciteit en benodigde vergunning 2040<br />

Drink<strong>water</strong>vraag per <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Uitgangspunten<br />

Knelpuntentabel<br />

Bijlage 5: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Friesland<br />

Algemeen<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

Knelpunten<br />

Verkenning<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Bijlage 6: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel<br />

Algemeen<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

Knelpunten<br />

Verkenning<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Bijlage 7: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Gelderland<br />

Algemeen<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

Knelpunten<br />

Verkenning<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Bijlage 8: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland<br />

Algemeen<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

Knelpunten<br />

Verkenning<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Bijlage 9: Beschrijving <strong>water</strong>voorzieningsgebied Flevoland<br />

Algemeen<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

Knelpunten<br />

Verkenning<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Bijlage 10: Overzicht vergunningcapaciteit per provincie<br />

Pagina 80


BIJLAGE 1: WETTELIJKE KADERS EN EN BELEID<br />

De LTV geeft zicht <strong>op</strong> de dekking van de geprognosticeerde drink<strong>water</strong>vraag binnen het<br />

werkgebied van <strong>Vitens</strong> in de periode tot 2040. In deze bijlage staan de hoofdlijnen van het<br />

bestaande beleidskader van de overheid die relevant zijn voor onze bronkeuze.<br />

Eur<strong>op</strong>ees beleid<br />

Het Eur<strong>op</strong>ese beleid voor drink<strong>water</strong>bronnen is vastgelegd in de Drink<strong>water</strong>richtlijn en de<br />

Kaderrichtlijn Water, waarbij de grond<strong>water</strong>aspecten nader zijn uitgewerkt in de Dochterrichtlijn<br />

Grond<strong>water</strong>.<br />

Drink<strong>water</strong>richtlijn<br />

De Drink<strong>water</strong>richtlijn beoogt de gezondheid van de mens te beschermen tegen verontreinigingen<br />

in het <strong>water</strong> bestemd voor menselijke consumptie. Deze bescherming richt zich primair <strong>op</strong> het<br />

geleverde drink<strong>water</strong> aan de consument en omvat geen specifieke bepalingen ten aanzien van de<br />

bronnen voor de drink<strong>water</strong>voorziening. De algemene verplichting om zorg te dragen voor<br />

'wholesome and clean' drink<strong>water</strong> brengt wel met zich mee dat lidstaten passende maatregelen<br />

moeten nemen ter bescherming van de drink<strong>water</strong>bronnen.<br />

Kaderrichtlijn Water (KRW)<br />

Volgens de Kaderrichtlijn Water dient: (1) in 2015 (met uitstelmogelijkheid tot 2027) alle<br />

Eur<strong>op</strong>ese <strong>water</strong>en in goede toestand te zijn, (2) significant stijgende trends van stofconcentraties<br />

te zijn bepaald en omgebogen en (3) de inbreng van verontreinigende stoffen te zijn beperkt of<br />

voorkomen. Aanvullend gelden voor de lidstaten de volgende drie verplichtingen specifiek voor<br />

drink<strong>water</strong>winningen:<br />

Waterlichamen in gebruik voor de onttrekking van voor menselijke consumptie bestemd <strong>water</strong><br />

of die hiertoe in de toekomst kunnen worden gebruikt, dienen te worden <strong>op</strong>genomen in een<br />

Register Beschermde Gebieden.<br />

In de <strong>water</strong>lichamen dienen de kwaliteitsdoelstellingen te worden gerealiseerd waarmee<br />

drink<strong>water</strong> kan worden bereid dat voldoet aan de eisen uit de Drink<strong>water</strong>richlijn (bij de<br />

bestaande zuivering).<br />

Zorg dient te worden gedragen voor een bescherming van het <strong>water</strong>lichaam met de bedoeling<br />

de achteruitgang van de kwaliteit te voorkomen, teneinde het niveau van zuivering dat voor<br />

het productieproces noodzakelijk is, te verlagen.<br />

In algemene zin mag de <strong>water</strong>kwaliteit niet verslechteren. De Grond<strong>water</strong>richtlijn geeft onder<br />

meer aan hoe de beoordeling van grond<strong>water</strong>lichamen, stijgende trends en de inbreng van<br />

verontreinigende stoffen moet plaatsvinden.<br />

Een aantal andere Eur<strong>op</strong>ese richtlijnen bevat sectoraal beleid dat eveneens van belang is voor<br />

drink<strong>water</strong>bronnen. De belangrijkste betrokken richtlijnen zijn:<br />

Vogel- en Habitatrichtlijn<br />

Deze richtlijnen beschermen specifieke vogelsoorten respectievelijk habitats voor flora en fauna<br />

die Eur<strong>op</strong>ees van belang zijn. Hieraan is onder meer uitwerking gegeven door de aanwijzing van<br />

162 Natura 2000-gebieden in Nederland. Activiteiten in of nabij deze gebieden die een negatief<br />

effect (kunnen) hebben <strong>op</strong> de instandhoudingsdoelen zijn vergunningplichtig (habitattoets).<br />

Nitraatrichtlijn<br />

Nederland heeft het gehele land als nitraatkwetsbaar aangemeld en vertaalt deze richtlijn in de<br />

nitraatactieprogramma’s. Er is overeenstemming met de EU bereikt over het 4e Actieprogramma<br />

Nitraatrichtlijn 2010-2013 waarin sprake is van derogatie bij het bereiken van de nitraatnorm, het<br />

verminderen van de fosfaatoverschotten en het efficiënter gebruik van dierlijke mest.<br />

Pagina 81


Richtlijn Gewasbeschermingsmiddelen<br />

Deze richtlijn is vertaald in de Nota Duurzame Gewasbescherming. Doelstellingen zijn reductie van<br />

de milieubelasting door gewasbeschermingsmiddelen in 2005 met 75 procent en in 2010 met 95<br />

procent ten <strong>op</strong>zichte van het referentiejaar 1998. Daarnaast zijn er <strong>op</strong>erationele doelstellingen<br />

voor de drink<strong>water</strong>kwaliteit en dient het drink<strong>water</strong>belang mee te wegen bij het toelatingsbeleid.<br />

Alle genoemde Eur<strong>op</strong>ese richtlijnen zijn inmiddels verankerd in nationale wetgeving en plannen.<br />

Nationaal beleid<br />

Het wettelijk kader voor de drink<strong>water</strong>winning is vooral vastgelegd in de Waterwet, de Wet<br />

Milieubeheer en de Wet Ruimtelijke Ordening.<br />

Waterwet<br />

De Waterwet kent functies toe aan het gebruik van <strong>water</strong> en stelt regels voor de <strong>water</strong>kwantiteit<br />

(veiligheid, <strong>water</strong>overlast en <strong>water</strong>schaarste) en <strong>water</strong>kwaliteit (bescherming en verbetering van<br />

de kwaliteit). Daarbij staat integraal <strong>water</strong>beheer <strong>op</strong> basis van de <strong>water</strong>systeembenadering<br />

centraal. De provincie is bevoegd gezag voor grond<strong>water</strong>onttrekkingen en infiltraties ten behoeve<br />

van de <strong>op</strong>enbare drink<strong>water</strong>winning, ondergrondse energie<strong>op</strong>slag en industrieën. Bij de<br />

vergunningverlening of -wijziging voor drink<strong>water</strong>winningen maakt de provincie een brede<br />

afweging tussen het drink<strong>water</strong>belang en alle andere betrokken belangen. De vergunninghouder<br />

dient de schade aan andere belangen zoveel mogelijk te beperken en/of te compenseren. De<br />

resterende (<strong>op</strong>brengst)schade aan de landbouw dient te worden vergoed waarbij de uniformiteit in<br />

schaderegelingen wordt gegarandeerd door de onafhankelijke CDG. Voor de kwaliteitsnormen voor<br />

grond<strong>water</strong> verwijst de wet naar stoffenlijsten en normen die vastgelegd zijn in de Wet<br />

Milieubeheer, de Kaderrichtlijn Water en de Grond<strong>water</strong>richtlijn (deels vertaald in het Besluit<br />

Kwaliteitseisen en Monitoring Water).<br />

Wet Milieubeheer<br />

In de Wet Milieubeheer zijn kwaliteitsnormen gesteld voor het algemeen beschermingsniveau en<br />

het aanvullende specifieke beschermingsniveau van drink<strong>water</strong>winningen. De rijksoverheid draagt<br />

de verantwoordelijkheid voor het algemene niveau en geeft hieraan onder meer invulling door het<br />

Programma Diffuse Bronnen, het Actieprogramma Nitraat en het bodemsaneringsbeleid. De<br />

overige overheden richten hun beleid <strong>op</strong> het realiseren van de doelstellingen. De Wet Milieubeheer<br />

legt de verantwoordelijkheid voor de aanvullende bijzondere bescherming voor drink<strong>water</strong>winningen<br />

bij de provincies. De provincies stellen beschermingsgebieden vast <strong>op</strong> grond van een<br />

ruimtelijk en milieuhygiënisch beschermingsbeleid om de winningen veilig te stellen. In het<br />

milieuspoor zijn de gemeenten bevoegd gezag voor de inrichtingen en de provincie voor de<br />

overige activiteiten (niet-inrichtingen) binnen de beschermingsgebieden. De provincies maken<br />

gebruik van algemene regels met een aanvullend ontheffingenbeleid ter bescherming van de<br />

grond<strong>water</strong>kwaliteit bij niet-inrichtingen. De <strong>water</strong>beheerders (Rijks<strong>water</strong>staat en de<br />

<strong>water</strong>schappen) kunnen via de <strong>water</strong>vergunning <strong>op</strong> basis van de Waterwet eisen stellen aan<br />

lozingen in <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>en waaruit direct of indirect (oeverinfiltratiewinningen) drink<strong>water</strong><br />

wordt gewonnen.<br />

Wet ruimtelijke ordening<br />

Op grond van de Wet ruimtelijke ordening nemen de gemeenten de ruimtelijke bescherming over<br />

in hun structuur- en bestemmingsplannen. In hun ruimtelijke afwegingen betrekken zij het<br />

drink<strong>water</strong>belang en volgen zij het provinciaal beleid.<br />

Pagina 82


Voor de bescherming van de grondstof voor drink<strong>water</strong>winningen zijn verder de volgende<br />

wettelijke kaders van belang:<br />

Wet Bodembescherming<br />

Deze wet regelt de wijze van saneren en beheersen van bodemverontreinigingen die zijn<br />

ontstaan vóór 1 januari 1989) en het saneringsniveau. In een aantal AmvB’s (AMvB Ruimte:<br />

het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening) zijn preventieve maatregelen vastgelegd,<br />

onder meer voor het gebruik van meststoffen, het lozen van huishoudelijk afval<strong>water</strong> of<br />

andere vloeistoffen in de bodem en het hergebruik van bouwstoffen, grond en bagger.<br />

Daarnaast verbindt het Infiltratiebesluit Bodembescherming voorschriften aan de voor<br />

infiltratie benodigde vergunning om verontreiniging van het grond<strong>water</strong> te voorkomen.<br />

Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en Faunawet<br />

Deze wet regelt de bescherming van specifieke leefgebieden (Natura 2000-gebieden) en de<br />

flora en fauna zelf. De bescherming vindt plaats via algemene (zorg)regels, vergunningen en<br />

gedragscodes.<br />

Meststoffenwet<br />

Deze wet reguleert de hoeveelheid toegepaste mest middels gebruiksnormen en ziet toe <strong>op</strong> de<br />

kwaliteit van de mest.<br />

Wet Gewasbeschermingmiddelen en Biociden<br />

Deze wet verbiedt het in de handel brengen of toepassen van middelen die niet zijn<br />

toegelaten. Effect <strong>op</strong> drink<strong>water</strong>winning is een van de criteria bij de toelatingsbeoordeling.<br />

Wet Gemeentelijke Watertaken<br />

Deze wet legt een zorgplicht <strong>op</strong> aan gemeenten voor het inzamelen van afval<strong>water</strong>, het<br />

gescheiden afvoeren van hemel<strong>water</strong> en het voorkomen van overlast door grond<strong>water</strong> in het<br />

stedelijk gebied. Hiermee hebben de gemeenten ook een taak in het beheer van het<br />

grond<strong>water</strong>.<br />

Het beleidskader voor de drink<strong>water</strong>winning is vooral vastgelegd in het Nationaal Waterplan en de<br />

Nota Ruimte.<br />

Nationaal Waterplan<br />

Volgens het Nationaal Waterplan dient drink<strong>water</strong> zonder hoge kosten te kunnen worden bereid uit<br />

grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> en wordt het grond<strong>water</strong> bestemd voor hoogwaardige functies zoals<br />

menselijke consumptie. De drink<strong>water</strong>voorziening blijft altijd gegarandeerd doordat er voldoende<br />

strategische reserves en alternatieve bronnen beschikbaar zijn. De aandacht blijft ook in de<br />

toekomst gericht <strong>op</strong> de beschikbaarheid van voldoende zoet<strong>water</strong>bronnen en de bescherming<br />

tegen microbiologische en chemische verontreiniging. Door de status 'dwingende reden van groot<br />

<strong>op</strong>enbaar belang' vormt de <strong>op</strong>enbare drink<strong>water</strong>voorziening een zwaarwegende functie bij<br />

besluitvorming door de overheid die hier direct of indirect van invloed <strong>op</strong> is. Bij de bescherming<br />

tegen verontreinigingen wordt naast het algemeen <strong>water</strong>kwaliteitsbeleid een bijzonder<br />

(gebiedsgericht) beschermingsbeleid gevoerd. Hiertoe zet de overheid het instrument<br />

gebiedsdossiers in. Grond<strong>water</strong>bescherming vindt zijn ruimtelijke doorwerking binnen de<br />

planperiode (dus vóór 2015). De klimaatverandering maakt naar verwachting de verplaatsing van<br />

drink<strong>water</strong>innamepunten nodig als gevolg van de <strong>op</strong>rukkende verzilting. Daar tegenover staan de<br />

kansen voor een groter aandeel grond<strong>water</strong> in de drink<strong>water</strong>bereiding indien de voorraden in de<br />

zandgronden in grotere mate beschikbaar komen. Voor hoog Nederland blijft het standstillbeginsel<br />

voor grond<strong>water</strong>onttrekkingen bestaan toegespitst <strong>op</strong> de verdroginggevoelige<br />

gebieden.<br />

Nota ruimte<br />

De Nota Ruimte ziet de duurzame veiligstelling van de <strong>op</strong>enbare drink<strong>water</strong>voorziening als een<br />

zorg van de overheid. Het nationaal ruimtelijk beleid garandeert:<br />

Het beschikbaar stellen van voldoende ruimte voor de winning van schoon grond- en<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>.<br />

Pagina 83


De bescherming van het te winnen grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>.<br />

De realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid benoemt deze garanties expliciet als nationaal<br />

ruimtelijk belang waarvoor het Rijk de doorwerking dient te borgen. Dit zal zijn beslag moeten<br />

krijgen door de <strong>op</strong>name van een beleidskader en het verbinden van proces- en<br />

motiveringsvereisten aan gemeentelijke ruimtelijke besluiten in het Besluit Algemene Regels<br />

Ruimtelijke Ordening (AMvB Ruimte). De nota acht grond<strong>water</strong>winning essentieel voor de<br />

<strong>water</strong>voorziening. Aanvullend <strong>op</strong> provinciaal milieubeleid zullen ook ruimtelijke instrumenten<br />

intensiever worden gebruikt om de brongebieden te beschermen. Provincies moeten de<br />

beschermingsgebieden voor bestaande en toekomstige <strong>water</strong>wingebieden <strong>op</strong>nemen in hun<br />

streekplannen c.q. omgevingsplannen. Gemeenten dienen dit door te vertalen in hun<br />

bestemmingsplannen met bijzondere aandacht voor de handhaving. Het ruimtelijk beleid voor de<br />

ondergrond staat een betere en duurzamere ordening van het ondergrondse ruimtegebruik voor.<br />

De verantwoordelijkheid van de verschillende overheden hiertoe is nader uitgewerkt in het<br />

Convenant Bodem. Het Rijk stelt zich primair tot doel om problemen en knelpunten bij de ordening<br />

van ondergrondse hoofdtransportleidingen te voorkomen, bundeling te bevorderen en de<br />

veiligheid te waarborgen. Dit nationaal ruimtelijk belang wordt in de Structuurvisie Buisleidingen<br />

uitgewerkt.<br />

Beleidsplan Drink- en Industrie<strong>water</strong>voorziening<br />

Het Beleidsplan Drink- en Industrie<strong>water</strong>voorziening (BDIV, 1993) is een ruimtelijke structuurvisie<br />

die zijn verankering vindt in de Nota Ruimte. Het BDIV bevat de volgende beleidslijnen voor de<br />

bescherming van de bronnen voor de drink<strong>water</strong>voorziening:<br />

Algemeen beschermingsniveau<br />

Het milieubeleid is er<strong>op</strong> gericht om een algemeen beschermingsniveau te realiseren voor<br />

Nederland als geheel. Deze kwaliteit dient in het jaar 2010 zodanig te zijn dat <strong>op</strong> eenvoudige wijze<br />

en zonder hoge kosten drink<strong>water</strong> kan worden bereid uit grond- en <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>.<br />

Bijzonder beschermingsniveau<br />

Gezien het belang van de drink<strong>water</strong>voorziening dient in die gebieden waar <strong>water</strong> wordt gewonnen<br />

of in de nabije toekomst zal worden gewonnen, een zodanig beschermingsniveau aanwezig te zijn<br />

dat de kwaliteit van de grondstof wordt veiliggesteld. Hiertoe zullen ten behoeve van de<br />

drink<strong>water</strong>voorziening deels vooruitl<strong>op</strong>end en deels aanvullend <strong>op</strong> de realisatie van het algemene<br />

beschermingsniveau gebiedsgericht extra maatregelen moeten worden getroffen om de belasting<br />

met schadelijke stoffen door zowel punt- als diffuse bronnen terug te dringen of de risico’s van<br />

belasting te verminderen.<br />

Het Rijk draagt zorg voor het algemeen beschermingsbeleid. De uitwerking en implementatie van<br />

het bijzondere beschermingsniveau berust primair bij de provincies. Vanwege de grote<br />

kwetsbaarheid van <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> als bron voor drink<strong>water</strong> mag het aandeel van deze<br />

grondstofbron niet substantieel toenemen.<br />

Provinciaal beleid<br />

Het provinciaal beleid voor drink<strong>water</strong>winning is <strong>op</strong>genomen in het Waterplan, Milieubeleidsplan en<br />

Streekplan (of een geïntegreerd Omgevingsplan). Onder de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening is<br />

het Waterplan tevens een ruimtelijke structuurvisie waarin het provinciaal ruimtelijk belang voor<br />

het <strong>water</strong>beleid is benoemd. Alle zeven provincies binnen ons werkgebied bestempelen de<br />

drink<strong>water</strong>winning als een provinciaal belang. Zij hebben ook allemaal in beginsel een voorkeur<br />

voor het gebruik van grond<strong>water</strong> waarbij verschillend wordt aangekeken tegen de (nog)<br />

beschikbare hoeveelheid grond<strong>water</strong> en ruimte voor winningen. Friesland en in mindere mate<br />

Overijssel ervaren vanwege de natuur en verzilting een (te) grote druk <strong>op</strong> het grond<strong>water</strong> en<br />

achten onderzoek naar de (innovatieve) inzet van alternatieve bronnen noodzakelijk c.q. wensen<br />

een betere onderbouwing van de keuze voor grond<strong>water</strong>bronnen. Drenthe, Gelderland, Utrecht,<br />

Pagina 84


Noord-Holland en Flevoland zien vooralsnog voldoende mogelijkheden in het grond<strong>water</strong> al achten<br />

zij wel de nodige maatregelen (mitigatie, compensatie, reallocatie) nodig bij een aantal bestaande<br />

winningen wegens verdrogingseffecten <strong>op</strong> de natuur.<br />

Alle provincies hebben beschermingsgebieden vastgesteld rond de drink<strong>water</strong>winningen en voeren<br />

hierbinnen een beschermingsbeleid vastgelegd in de PMV of Omgevingsverordening. Alleen in<br />

Overijssel strekt de (ruimtelijke) bescherming zich uit tot de intrekgebieden. Anderzijds vormt een<br />

boringvrije zone in Utrecht de enige bescherming voor de winningen buiten de Utrechte<br />

Heuvelrug. Verder lo<strong>op</strong>t de grondslag voor de begrenzing van de beschermingsgebieden nogal<br />

uiteen. Alle provincies verbieden de aanleg van nieuwe bodemenergiesystemen binnen het<br />

beschermingsgebied c.q. de 25 jaarzone. Het ruimtelijk beschermingsbeleid van drink<strong>water</strong>winningen<br />

vertoont grote verschillen. Friesland, Utrecht en Noord-Holland laten deze bescherming<br />

over aan de gemeenten en kennen geen eigen expliciet beleid. Drenthe heeft in haar nieuwe<br />

Omgevingsvisie van 2 juni 2010 haar grond<strong>water</strong>beschermingsbeleid <strong>op</strong>genomen. Flevoland acht<br />

geen ruimtelijke bescherming nodig omdat de winningen in deze provincie goed beschermd zijn en<br />

de boringvrije zone voor deze winningen in de provinciale verordening zijn vastgelegd. Gelderland<br />

en vooral Overijssel beschikken over een goed uitgewerkt beleid waarvan de doorwerking naar de<br />

gemeenten vastgelegd is in hun Omgevingsverordeningen. Kern van dit beleid vormt de<br />

beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen <strong>op</strong> risico voor de grond<strong>water</strong>kwaliteit gerelateerd aan<br />

het 'stap-vooruitprincipe' en het stimuleren van grond<strong>water</strong>vriendelijke functies.<br />

De provincie Gelderland heeft in het Waterplan aanvullend beleid geformuleerd voor de<br />

zogenaamde <strong>op</strong>timaliseringsgebieden. De provincie wil de netto grond<strong>water</strong>onttrekking <strong>op</strong> onder<br />

andere de zuidelijke en oostelijke flank van de Veluwe verminderen en grond<strong>water</strong>onttrekkingen<br />

verplaatsen naar locaties die minder of geen schade aan natuurfuncties veroorzaken. Een netto<br />

toename van de onttrekkingshoeveelheden is in deze gebieden niet toegestaan.<br />

Beleid <strong>water</strong>schappen<br />

De <strong>water</strong>beheerplannen van de <strong>water</strong>schappen besteden betrekkelijk weinig aandacht aan het<br />

grond<strong>water</strong>. Veelal is voor de overgenomen grond<strong>water</strong>taken van de provincies integraal ook het<br />

provinciaal beleid overgenomen. Drink<strong>water</strong>winningen worden louter vanuit het <strong>water</strong>systeem<br />

beoordeeld. Over het algemeen ondersteunen de <strong>water</strong>schappen de winning van drink<strong>water</strong> uit<br />

grond<strong>water</strong> waarbij er een voorkeur bestaat om dit zo veel mogelijk aan het eind van het<br />

grond<strong>water</strong>systeem te doen (uittredend grond<strong>water</strong>). De meeste <strong>water</strong>schappen zien de<br />

bescherming van drink<strong>water</strong>winningen uitdrukkelijk als een taak van de provincie. Dit geldt ook<br />

voor de bescherming van <strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong> bestemd voor de drink<strong>water</strong>winning zoals bij<br />

oeverinfiltratiewinningen, infiltratie, <strong>water</strong>aanvoer, etc. aan de orde is. In enkele gevallen werkt<br />

het <strong>water</strong>schap wel vrijwillig mee aan de bescherming (bijvoorbeeld convenant Vechterweerd).<br />

Gemeentelijk beleid<br />

De gemeenten dienen drink<strong>water</strong>winningen te beschermen via het ruimtelijke spoor en het<br />

vergunningenbeleid voor inrichtingen. Naar schatting 50 procent van de winningen is niet of<br />

gedeeltelijk ruimtelijk beschermd in de betrokken bestemmingsplannen. Het beschermingsgebied<br />

is niet <strong>op</strong> de plankaart <strong>op</strong>genomen, een passende (dubbel)bestemming ontbreekt en er zijn geen<br />

beschermende regels vastgesteld. De ruimtelijke bescherming van de overige winningen vertoont<br />

een grote diversiteit. Vrijwel geen enkele gemeente voert een actief handhavingsbeleid met<br />

betrekking tot de ruimtelijke ordening. De gemeenten nemen over het algemeen<br />

grond<strong>water</strong>beschermende voorschriften <strong>op</strong> in de milieuvergunningen voor inrichtingen binnen de<br />

beschermingsgebieden, waarbij ook de provinciale instructieregels worden overgenomen. Echter<br />

voor een steeds groter deel vallen de inrichtingen onder algemene regels <strong>op</strong> grond van de Wet<br />

Milieubeheer (Activiteitenbesluit) en vervalt de vergunningplicht. In deze situaties worden (veelal)<br />

geen specifieke aanvullende beschermde voorschriften <strong>op</strong>gelegd. Daarnaast ontbreekt de<br />

handhaving <strong>op</strong> deze algemene regels.<br />

Pagina 85


BIJLAGE 2: WINBARE CAPACITEIT PER WINNING<br />

In onderstaande figuur en tabel is de vergunde en winbare capaciteit van elke winning weergegeven.<br />

Figuur B2.1: Winbare capaciteit per winning.<br />

Pagina 86


Tabel B2.1: Vergunde en winbare capaciteit per winning.<br />

Pagina 87<br />

Vergunde<br />

capaciteit 2010<br />

Winbare<br />

capaciteit 2010<br />

Mm3 per jaar Mm3 per jaar<br />

Friesland 66.4 50.4<br />

Cluster Waddeneilanden 0.9 0.9<br />

Vlieland 0.29 0.29<br />

Terschelling 0.19 0.19<br />

Ameland Hollum 0.10 0.10<br />

Ameland Buren 0.10 0.10<br />

Schiermonnikoog 0.20 0.20<br />

Cluster vasteland 65.5 49.5<br />

Garyp 3.00 0.00<br />

Nij Beets 3.50 3.50<br />

Noordbergum 20.00 7.00<br />

Oldeholtpade 6.50 6.50<br />

Oudega 10.00 10.00<br />

Spannenburg 15.00 15.00<br />

Terwisscha 7.50 7.50<br />

Overijssel 98.4 87.5<br />

Cluster Noord 59.3 50.2<br />

Engelse Werk middel 10.00 10.00<br />

Engelse Werk diep 2.00 1.60<br />

Havelterberg 6.30 6.30<br />

Sint Jansklooster 5.00 5.00<br />

Archemerberg 4.00 4.00<br />

Hammerflier 5.00 5.00<br />

Vechterweerd 8.00 2.00<br />

Witharen 5.00 5.00<br />

Boerhaar 3.15 3.15<br />

Diepenveen 4.00 3.00<br />

Deventer Ceintuurbaan 2.20 1.60<br />

Deventer Zutphense weg 2.64 1.50<br />

Schalkhaar 2.00 2.00<br />

Cluster Zuid 39.1 37.3<br />

Hoge Hexel 2.50 2.50<br />

Nijverdal 6.00 6.00<br />

Wierden 8.00 8.00<br />

Espelosebroek 4.50 4.50<br />

Goor 1.50 1.50<br />

Herikerberg 4.00 4.00<br />

Holten 2.50 2.50<br />

Manderveen 3.00 3.00<br />

Rodenmors 1.50 1.50<br />

Weerselo 1.00 1.00<br />

Losser 2.40 1.50<br />

Weerseloseweg 1.50 0.80<br />

Hasselo 0.69 0.50<br />

Gelderland 165.6 164.6<br />

Cluster Achterhoek 26.7 26.7<br />

Montferland 2.80 2.80<br />

Hettenheuvel 0.95 0.95<br />

Dinxperlo 2.00 2.00<br />

De Pol 2.00 2.00<br />

Corle 2.75 2.75<br />

Aalten 1.00 1.00<br />

Vorden 3.00 3.00<br />

t Klooster 5.00 5.00<br />

Olde Kaste 0.44 0.44<br />

Olden Eibergen 1.15 1.15


Pagina 88<br />

Vergunde<br />

capaciteit 2010<br />

Winbare<br />

capaciteit 2010<br />

Mm3 per jaar Mm3 per jaar<br />

Lochem 3.00 3.00<br />

Noordijkerveld 1.00 1.00<br />

Haarlo 1.65 1.65<br />

Cluster Rivierengebied 63.8 63.8<br />

Sijmons 5.50 5.50<br />

Fikkersdries 12.00 12.00<br />

Zetten 6.00 6.00<br />

Hemmen 6.00 6.00<br />

Kerk Avezaath 5.00 5.00<br />

Culemborg 2.00 2.00<br />

Kolff 6.00 6.00<br />

Velddriel 4.00 4.00<br />

Druten 6.25 6.25<br />

Heumensoord 10.00 10.00<br />

Muntberg 1.00 1.00<br />

Cluster Veluwe 75.1 74.1<br />

Wezep (Boele) 5.00 5.00<br />

De Haere 3.00 3.00<br />

Epe 6.00 6.00<br />

Harderwijk 5.00 5.00<br />

Putten 3.50 3.50<br />

Holk 7.00 7.00<br />

Amersfoortseweg 7.00 7.00<br />

Twello 2.00 1.00<br />

Schalterberg 4.50 4.50<br />

Eerbeek 1.80 1.80<br />

Hoenderloo 3.20 3.20<br />

Edesche Bos 3.50 3.50<br />

Wageningen 3.60 3.60<br />

La Cabine 10.00 10.00<br />

Oosterbeek 2.00 2.00<br />

Pinkenberg 2.00 2.00<br />

Ellecom 6.00 6.00<br />

Midden-Nederland 91.3 85.9<br />

Cluster Weide- en Plassengebied (A) 14.9 14.4<br />

Blokland 0.00 0.00<br />

Linschoten 10.00 10.00<br />

Loosdrecht 3.70 3.70<br />

L<strong>op</strong>ik 0.70 0.70<br />

Montfoort 0.50 0.00<br />

Cluster Amersfoort met Gooi en Eemland (B) 21.4 19.0<br />

Amersfoort Berg 1.50 1.50<br />

Amersfoort Koedijkerweg 1.50 1.50<br />

Eemdijk 5.00 5.00<br />

Laren 2.00 2.00<br />

Soestduinen 9.00 9.00<br />

Soest 1.20 0.00<br />

Baarn 1.20 0.00<br />

Cluster Centrum (C ) 38.9 36.4<br />

Beerschoten 8.00 8.00<br />

Bilthoven 2.00 2.00<br />

Bunnik 3.50 3.50<br />

De Meern 1.90 1.90<br />

Groenekan 10.00 7.50<br />

Leidsche Rijn 5.00 5.00<br />

Nieuwegein 2.50 2.50<br />

Tull en ’t Waal 6.00 6.00


Pagina 89<br />

Vergunde<br />

capaciteit 2010<br />

Winbare<br />

capaciteit 2010<br />

Mm3 per jaar Mm3 per jaar<br />

Cluster Zuid Oost Hoek (D) 16.1 16.1<br />

Cothen 3.00 3.00<br />

Driebergen 0.90 0.90<br />

Leersum 0.80 0.80<br />

Rhenen 2.00 2.00<br />

Veenendaal 3.00 3.00<br />

Woudenberg 1.40 1.40<br />

Woudenberg Zuid 0.00 0.00<br />

Zeist 5.00 5.00<br />

Flevoland 38.0 38.0<br />

Bremerberg 8.00 8.00<br />

Fledite 11.00 11.00<br />

Fledite (ROL) 4.00 4.00<br />

Harderbroek 10.00 10.00<br />

Spiekzand (ROL) 5.00 5.00<br />

<strong>Vitens</strong> Totaal* 458.8 425.5<br />

*Exclusief Waddeneilanden


BIJLAGE 3: PROGNOSE<br />

In deze bijlage is achtergrondinformatie met betrekking tot de prognose <strong>op</strong>genomen. De bijlage<br />

bestaat uit drie delen:<br />

Prognose in drie uitwerkingen.<br />

Prognose gebruik, productiecapaciteit en benodigde vergunning 2040.<br />

Drink<strong>water</strong>vraag per <strong>water</strong>voorzieningsgebied.<br />

Prognose in drie uitwerkingen<br />

Er zijn drie mogelijke ontwikkelingen van het drink<strong>water</strong>gebruik uitgewerkt, namelijk een<br />

basisprognose en een onder- en bovengrens van die basisprognose. De basisprognose beschrijft<br />

de situatie die, gegeven alle momenteel beschikbare informatie en inzichten, de grootste kans lijkt<br />

te hebben zich te gaan realiseren. In deze LTV gaan wij daarom uit van de basisprognose.<br />

drink<strong>water</strong>gebruik in mln m3<br />

450<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Figuur B3.1: Prognose van het totale drink<strong>water</strong>gebruik.<br />

Kleingebruik<br />

2010 2015 2020 2025<br />

jaar<br />

onder basis boven<br />

Kleingebruik is het totale drink<strong>water</strong>gebruik van alle aansluitingen die tot 300 m3/jaar gebruiken.<br />

Dit is het grootste deelgebruik dat vooral bestaat uit huishoudens en kleine kantoren. Het<br />

toekomstige kleingebruik is afhankelijk de bevolkingsontwikkeling, ontwikkelingen in <strong>water</strong>besparing<br />

en klimaatverandering.<br />

Het drink<strong>water</strong>gebruik door huishoudens is tot 1990 sterk gegroeid. Na 1990 is de groei in het<br />

<strong>water</strong>gebruik sterk afgevlakt. Deze afvlakking komt door (a) het verzadigd raken van de<br />

huishoudens met <strong>water</strong>gebruikende voorzieningen (met name douches en wasmachines) en (b) de<br />

toenemende technische <strong>water</strong>besparing (spoelonderbrekers van toiletten, zuinigere wasmachines).<br />

Het toekomstige kleingebruik is afhankelijk de bevolkingsontwikkeling, ontwikkelingen in<br />

<strong>water</strong>besparing en klimaatverandering. Het aantal inwoners van Nederland zal naar verwachting<br />

toenemen tot 17 miljoen in 2034, waarna het inwoneraantal weer langzaam zal dalen. In afwijking<br />

van het landelijke beeld wordt binnen het verzorgingsgebied van <strong>Vitens</strong> nog een beperktere groei<br />

verwacht van de bevolking. Deze groei voltrekt zich met name in de provincies Flevoland en<br />

Utrecht.<br />

Pagina 90


Tabel B3.1: Prognose van het kleingebruik (miljoen m3).<br />

mln m3 onder basis boven<br />

grens prognose grens<br />

mln m3<br />

2010 214,684 225,231 230,463<br />

2015 209,933 227,899 242,689<br />

2020 206,545 230,301 254,687<br />

2025 202,006 232,864 267,221<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Figuur B3.2: Prognose van het kleingebruik.<br />

Middengebruik<br />

2010 2015 2020 2025<br />

jaar<br />

onder basis boven<br />

Middengebruik is het totale drink<strong>water</strong>gebruik van aansluitingen die 300 tot 10.000 m3 per jaar<br />

gebruiken. De klanten die in deze gebruiksklasse vallen zijn zeer verschillend, zoals agrariërs,<br />

winkels, bedrijven, campings, bungalowparken, kleine industrieën, zorginstellingen, scholen en<br />

overheidsinstanties. Het middengebruik is <strong>op</strong>gesplitst in agrarisch middengebruik en niet-agrarisch<br />

middengebruik.<br />

Het agrarisch middengebruik van drink<strong>water</strong> is in de tweede helft van de jaren ‘90 sterk<br />

teruggel<strong>op</strong>en en heeft zich vanaf 1999 enigszins gestabiliseerd. De afname is vooral veroorzaakt<br />

door het overgaan <strong>op</strong> eigen winningen. Het toekomstig agrarisch middengebruik is voorspeld aan<br />

de hand van prognoses van de omvang van de veestapel, het specifieke <strong>water</strong>gebruik van de<br />

meest relevante diersoorten en klimaatverandering. Hierbij wordt aangenomen dat de meeste<br />

agrariërs waarvoor een eigen winning voldoende financieel voordeel <strong>op</strong>levert daar inmiddels toe<br />

zijn overgegaan, mits de lokale geohydrologische omstandigheden en de grond<strong>water</strong>kwaliteit<br />

geschikt zijn. De lichte afname van agrarisch middengebruik in het verzorgingsgebied van <strong>Vitens</strong><br />

komt overeen met de landelijke trend.<br />

Pagina 91


Tabel B3.2: Prognose van het agrarische middengebruik(miljoen m 3 ).<br />

mln m3 onder basis boven<br />

grens prognose grens<br />

mln m3<br />

2010 14,948 15,257 15,445<br />

2015 14,299 14,941 15,922<br />

2020 13,650 14,624 16,401<br />

2025 13,171 14,396 16,736<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

2010 2015 2020 2025<br />

jaar<br />

onder basis boven<br />

Figuur B3.3: Prognose van het agrarische middengebruik.<br />

Het niet-agrarisch middengebruik wordt voornamelijk bepaald door het aantal inwoners en<br />

kleinschalige technische <strong>water</strong>besparing. Economische ontwikkelingen hebben in veel mindere<br />

mate invloed. De ontwikkeling van niet-agrarisch middengebruik is dan ook sterk gerelateerd aan<br />

het kleingebruik. Het niet-agrarisch middengebruik is zowel landelijk als binnen het<br />

verzorgingsgebied van <strong>Vitens</strong> redelijk stabiel.<br />

Tabel B3.3: Prognose van het niet-agrarische middengebruik (miljoen m3).<br />

mln m3 onder basis boven<br />

grens prognose grens<br />

2010 59,023 61,929 63,381<br />

2015 56,796 61,662 65,650<br />

2020 55,815 62,246 68,788<br />

2025 54,534 62,874 72,066<br />

Pagina 92


mln m3<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Figuur B3.4: Prognose van het niet-agrarische middengebruik.<br />

Grootgebruik<br />

2010 2015 2020 2025<br />

jaar<br />

onder basis boven<br />

Grootgebruik is het totale drink<strong>water</strong>gebruik van alle aansluitingen die meer dan 10.000 m3/jaar<br />

gebruiken. Het grootgebruik wordt voornamelijk beïnvloed door economische ontwikkelingen.<br />

Daarnaast spelen ook grootschalige <strong>water</strong>besparingen, substitutie (vervangen van drink<strong>water</strong> door<br />

een andere <strong>water</strong>soort of andersom) en klimaatverandering een rol. Het grootgebruik bestaat<br />

voornamelijk uit het gebruik door grote industrieën en het gebruik door grote instellingen zoals<br />

zwembaden, ziekenhuizen en kantoren. Het gebruik van drink<strong>water</strong> door deze grootgebruikers is<br />

sterk wisselend. Bij het <strong>op</strong>stellen van de prognoses voor grootgebruik is gebruik gemaakt van<br />

landelijke ontwikkelingen en te verwachten ontwikkelingen bij de grootste klanten van <strong>Vitens</strong>.<br />

Tabel B3.4: Prognose van het grootgebruik (miljoen m 3 ).<br />

mln m3 onder basis boven<br />

grens grens<br />

2010 31,833 33,178 35,156<br />

2015 30,309 33,769 39,501<br />

2020 28,627 34,213 44,575<br />

2025 26,308 33,723 49,356<br />

Pagina 93


mln m3<br />

Figuur B3.5: Prognose van het grootgebruik.<br />

Totaal deelgebruiken<br />

In figuur B3.6 zijn de prognoses per deelgebruik weergegeven. De prognoses voor de<br />

deelgebruiken zijn <strong>op</strong>gesteld voor de periode 2010-2025. Hierin is te zien de het kleingebruik<br />

zowel in de huidige als in de toekomstige situatie het grootste aandeel heeft in de drink<strong>water</strong>vraag.<br />

drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

2010 2015 2020 2025<br />

jaar<br />

onder basis boven<br />

2010 2015 2020 2025<br />

Figuur B3.6: Prognose van het drink<strong>water</strong>gebruik door de verschillende deelgebruiken.<br />

jaar<br />

kleingebruik middengebruik agrarisch middengebruik niet-agrarisch grootgebruik<br />

Prognose gebruik, productiecapaciteit en benodigde vergunning 2040<br />

Om een prognose voor 2040 te kunnen geven, is een doorkijk gemaakt van het<br />

drink<strong>water</strong>gebruik, gebaseerd <strong>op</strong> het aantal inwoners. Figuur B3.7 geeft de historie en prognose<br />

van het inwoneraantal in ons werkgebied weer.<br />

Pagina 94


aantal inwoners x 1000<br />

6500<br />

6000<br />

5500<br />

5000<br />

4500<br />

4000<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

Figuur B3.7: Historie en prognose van de bevolkingsontwikkeling in het voorzieningsgebied van <strong>Vitens</strong><br />

[CBS (historie) en primos (prognose)].<br />

Tabel B3.5: Prognose gebruik, productiecapaciteit en benodigde vergunning 2040.<br />

Productie-<br />

verlies<br />

(PV) (Gebruik +<br />

NIRG)<br />

procent Mm3 per<br />

jaar<br />

Prognose Productie-<br />

capaciteit<br />

Pagina 95<br />

(Prognose+<br />

PV)<br />

Mm3 per<br />

jaar<br />

Benodigde<br />

totale<br />

productie-<br />

capaciteit<br />

(prognose+<br />

PV+OR)<br />

Mm3 per<br />

jaar<br />

Friesland vasteland 2.7% 45 46 51 56<br />

Overijssel 5.1% 79 83 92 101<br />

Cluster Noord 44 46 51 56<br />

Cluster Zuid 36 38 41 46<br />

Gelderland 1.4% 129 131 144 159<br />

Cluster Achterhoek 29 29 32 35<br />

Cluster Rivieren 48 48 53 59<br />

Cluster Veluwe 53 54 59 65<br />

Midden-Nederland 2.2% 87 89 98 108<br />

Cluster Weide- en<br />

Plassengebied (A) 12 12 13 14<br />

Cluster Amersfoort met<br />

Gooi- en Eemland (B) 23 24 26 29<br />

Cluster Centrum (C ) 39 40 44 48<br />

Cluster Zuid Oost Hoek<br />

(D) 13 14 15 17<br />

Flevoland 1.3% 25 25 27 30<br />

<strong>Vitens</strong> Totaal * 365 375 413 454<br />

*Exclusief Waddeneilanden<br />

Prognose drink<strong>water</strong>gebruik = In het net gebracht (= Gebruik + NIRG)<br />

Productiecapaciteit = In het net gebracht + PV<br />

Benodigde productiecapaciteit = Drink<strong>water</strong>prognose + PV + OR<br />

Benodigde vergunning = Drink<strong>water</strong>prognose + PV + OR + NOR<br />

jaar<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

(Prognose+<br />

PV+OR+<br />

NOR)<br />

Mm3 per<br />

jaar


Hierin is:<br />

NIRG = 'Niet In Rekening gebracht Gebruik'. NIRG wordt uitgedrukt als het percentage van de<br />

'in het net gebrachte' hoeveelheid die niet in rekening wordt gebracht. Dus 5% NIRG =<br />

5 % x in het net gebracht. Dus: in het net gebracht = gebruik / [1-NIRG %].<br />

PV = 'Productieverliezen'. Het PV als percentage is het percentage van de productie, die<br />

gebruikt wordt voor het in stand houden van het productieproces (bijvoorbeeld spoel<strong>water</strong>gebruik).<br />

Dus PV = PV% x productie. Dus: productie = in het net gebracht /<br />

[1 - PV%].<br />

OR = 'Operationele reserve'. Een percentage van 10% van de totale productiecapaciteit<br />

wordt gebruikt als reserve en dient voor het <strong>op</strong>vangen van schommelingen in de<br />

<strong>op</strong>eraties. Dus: OR = 10% x productiecapaciteit. Dus de benodigde productiecapaciteit<br />

= productiecapaciteit x 1,10 = [drink<strong>water</strong>prognose / [1-PV%] x 1,10 = [gebruik +<br />

NIRG] / PV% x 1,10.<br />

NOR = 'niet-<strong>op</strong>erationele reserve'. Een percentage van 10% van de benodigde productiecapaciteit<br />

wordt aangehouden om onzekerheden in de ontwikkelingen en bedrijfsvoering<br />

<strong>op</strong> te vangen. Dus NOR% = 10% x benodigde productiecapaciteit.<br />

Benodigde vergunning<br />

= benodigde productiecapaciteit x 1,10<br />

= productiecapaciteit x 1,10 x 1,10<br />

= prognose drink<strong>water</strong>gebruik / PV% x 1,10 x 1,10<br />

= prognose (Gebruik + NIRG) / (1-PV%) x 1,10 x 1,10<br />

Drink<strong>water</strong>vraag per <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

In onderstaande figuren is de prognose voor de drink<strong>water</strong>vraag van elk <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

weergegeven.<br />

drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

50,0<br />

48,0<br />

46,0<br />

44,0<br />

42,0<br />

40,0<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

Figuur B3.8: Drink<strong>water</strong>vraag Friesland.<br />

jaar<br />

Pagina 96


drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

82,0<br />

80,0<br />

78,0<br />

76,0<br />

74,0<br />

72,0<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

Figuur B3.9: Drink<strong>water</strong>vraag Overijssel.<br />

drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

135,0<br />

133,0<br />

131,0<br />

129,0<br />

127,0<br />

125,0<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

Figuur B3.10: Drink<strong>water</strong>vraag Gelderland.<br />

drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

90,0<br />

88,0<br />

86,0<br />

84,0<br />

82,0<br />

80,0<br />

78,0<br />

76,0<br />

74,0<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

jaar<br />

jaar<br />

jaar<br />

Figuur B3.11: Drink<strong>water</strong>vraag Midden-Nederland.<br />

Pagina 97


drink<strong>water</strong>gebruik in Mm3<br />

25,0<br />

23,0<br />

21,0<br />

19,0<br />

17,0<br />

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045<br />

Figuur B3.12: Drink<strong>water</strong>vraag Flevoland.<br />

jaar<br />

Pagina 98


BIJLAGE 4: KNELPUNTEN<br />

In deze bijlage is de knelpuntenanalyse <strong>op</strong>genomen. Allereerst zijn de uitgangspunten voor de<br />

verschillende factoren weergegeven en vervolgens de tabel met knelpunten per winning.<br />

Behoeftedekking<br />

Drink<strong>water</strong>behoefte<br />

De drink<strong>water</strong>behoefte bevat drie aspecten:<br />

Vergunningsbehoefte<br />

Zelfvoorzienendheid clusters<br />

Import van buiten <strong>Vitens</strong><br />

Vergunningsbehoefte<br />

Uitgangspunt: elk <strong>water</strong>voorzieningsgebied kan in 2040 aan de drink<strong>water</strong>vraag voldoen.<br />

Knelpunt wanneer: de vergunde hoeveelheid lager is dan de prognose van de vergunningbehoefte<br />

in 2040 (in het net gebracht + productieverlies + OR + NOR).<br />

Zelfvoorzienendheid clusters<br />

Uitgangspunt: elk clustergebied moet zelfvoorzienend zijn.<br />

Knelpunt wanneer: een clustergebied een grotere <strong>water</strong>behoefte dan vergunde <strong>water</strong>beschikbaarheid<br />

heeft.<br />

Aandachtspunten:<br />

Geen afhankelijkheid van interprovinciale / internationale leveringen.<br />

Een groot verschil tussen vraag en beschikbaarheid in een balansgebied (ook wanneer het<br />

clustergebied wel zelfvoorzienend is).<br />

Import van buiten <strong>Vitens</strong><br />

Uitgangspunt: zo min mogelijk afhankelijkheid van derden voor de levering van (drink)<strong>water</strong>.<br />

Knelpunt wanneer: er meer dan 8,3% van de vergunningbehoefte (een hoeveelheid gelijk aan de<br />

NOR) wordt geïmporteerd van buiten <strong>Vitens</strong>.<br />

Andere gebruiksfuncties<br />

Effecten <strong>op</strong> natuur<br />

De effecten <strong>op</strong> natuur bevat de volgende aspecten:<br />

Natura 2000<br />

TOP-lijstgebieden<br />

SubTOP-lijstgebieden<br />

HEN en SED<br />

Effecten <strong>op</strong> natuur: Natura 2000<br />

Uitgangspunt: geen significant negatief effect <strong>op</strong> het Natura 2000-gebied en aangewezen soorten.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

Concept beheerplan: een (mogelijk) effect.<br />

Mogelijk knelpunt: in nabijheid van het Natura 2000-gebied, maar concept beheerplan geeft<br />

(nog) geen helderheid.<br />

Pagina 99


Effecten <strong>op</strong> natuur: (Sub)TOP/ HEN/SED<br />

Uitgangspunt: Geen negatief effect.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

Herstelplan/studie: een (mogelijk) effect.<br />

Mogelijk knelpunt: in nabijheid van een (Sub)TOP-lijst/HEN/SED-gebied, maar<br />

herstelplan/studie geeft (nog) geen helderheid.<br />

Effecten <strong>op</strong> landbouw<br />

Uitgangspunt: geen significant negatief effect <strong>op</strong> landbouw.<br />

Knelpunt wanneer: in de huidige situatie landbouwschade wordt uitgekeerd.<br />

Conflict met ruimtelijke ordening<br />

Uitgangspunt: de drink<strong>water</strong>functie mag niet conflicteren met andere functies en de ruimtelijke<br />

ordening mag geen effect hebben <strong>op</strong> de kwaliteit en te winnen hoeveelheid <strong>water</strong>.<br />

Knelpunt wanneer: ruimtelijke ontwikkelingen die reëel een productieverlies en/of een substantiële<br />

toename van de kwaliteitsrisico’s voor de drink<strong>water</strong>winning met zich mee brengen.<br />

Kwaliteit van het ruw<strong>water</strong><br />

Beschermbaarheid van de bron<br />

Uitgangspunt: <strong>op</strong>timale beschermbaarheid van de bron.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

De geohydrologische bescherming van de winning niet is gegarandeerd.<br />

De risico’s in het intrekgebied kunnen niet (voldoende) worden beheerst.<br />

Verontreiniging<br />

Verontreiniging: diffuus<br />

Uitgangspunt: <strong>op</strong>timale beschermbaarheid van de bron.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

Toename verontreinigende stoffen, zodanig dat extra zuivering noodzakelijk is.<br />

Overschrijding van KRW-normen voor ruw<strong>water</strong> (nitraat en bestrijdingsmiddelen).<br />

Verontreiniging: puntbronnen<br />

Uitgangspunt: bekende verontreinigingen die <strong>op</strong> dit moment niet (voldoende) worden beheerst.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

De verontreiniging binnen de 100-jaarszone ligt (diepe winningen).<br />

De verontreiniging in het intrekgebied ligt (freatische winningen).<br />

Verontreiniging: lijnbronnen<br />

Uitgangspunt: <strong>op</strong>timale beschermbaarheid van de bron.<br />

Knelpunt wanneer:<br />

Toename verontreinigende stoffen, zodanig dat extra zuivering noodzakelijk is.<br />

Overschrijding van KRW-normen voor ruw<strong>water</strong> (nitraat, bestrijdingsmiddelen en chloride).<br />

Verzilting<br />

Uitgangspunt: de grondstof moet voldoen aan de zoet<strong>water</strong>norm.<br />

Knelpunt wanneer: het zoutgehalte > 100 mg Cl- per liter.<br />

Pagina 100


Aandachtspunt: De drink<strong>water</strong>norm is 150 mg Cl- per liter, maar <strong>Vitens</strong> streeft naar de strengere<br />

waarde van 100 mg Cl- per liter.<br />

Bronkeuze<br />

Uitgangspunt: de grondstof voor drink<strong>water</strong> wordt bij voorkeur gehaald uit een bron van categorie<br />

1 en vervolgens 2 en 3 en bij voorkeur niet uit een bron van categorie 4 of 5.<br />

Knelpunt wanneer: gewonnen wordt uit een bron van categorie 4 of 5.<br />

Duurzaamheid<br />

Duurzaamheid bevat vier aspecten:<br />

Energiegebruik<br />

Gebruik grondstoffen<br />

Vrijkomen reststoffen<br />

Broeikasgassen/methaan<br />

Uitgangspunt: duurzame zuivering van drink<strong>water</strong>.<br />

Geen zuiveringsproces.<br />

Eenvoudig zuiveringsproces: beluchting, filtratie (enkelvoudig) of ondergrondse ontijzering.<br />

Complex zuiveringsproces, waarbij het gebruik van grond- en hulpstoffen en het vrijkomen<br />

van reststoffen duurzaam wordt gecompenseerd.<br />

Energiegebruik<br />

De maatlat voor het energieverbruik is de complexiteit van het zuiveringsproces.<br />

Geen knelpunt:<br />

Geen zuiveringsproces.<br />

Eenvoudig zuiveringsproces: beluchting, filtratie (enkelvoudig) of ondergrondse ontijzering.<br />

Wel knelpunt:<br />

Eenvoudig zuiveringsproces met een extra zuiveringsstap (ontharding, filtratie, dosering<br />

natronloog).<br />

Complex zuiveringsproces met meer dan één extra zuiveringstap (of met zuiveringsstappen<br />

membraanfiltratie, IEX).<br />

Gebruik grondstoffen<br />

De maatlat voor het gebruik van grondstoffen is het soort dosering/filtratie.<br />

Geen knelpunt:<br />

Geen dosering.<br />

Dosering van natronloog (pH-correctie).<br />

Dosering van vlokmiddel (ijzer(III)chloride).<br />

Filtratie over kalksteen (marmer).<br />

Wel een knelpunt:<br />

Dosering van vlokmiddel (aluminiumhoudend).<br />

Filtratie over actieve kool.<br />

Dosering van natronloog (ontharding).<br />

Dosering van kalkmelk (ontharding).<br />

Dosering van anti-scalant en pH-correctie met natronloog.<br />

Vrijkomen reststoffen<br />

Pagina 101


De maatlat voor het vrijkomen van reststoffen is het type reststof en de wijze waarmee met de<br />

reststof wordt omgegaan.<br />

Geen knelpunt:<br />

Volledig hergebruik (slib, pellets)<br />

Wel een knelpunt:<br />

Geen hergebruik (slib, pellets)<br />

Membraanconcentraat<br />

Regeneraat IEX<br />

Broeikasgassen/methaan<br />

Uitgangspunt: minimaliseren van de uitstoot van broeikasgassen (met name methaan).<br />

Knelpunt wanneer: de hoeveelheid methaan in het ruw<strong>water</strong> meer dan 1% is van de<br />

jaarhoeveelheid methaan in ruw<strong>water</strong> bij heel <strong>Vitens</strong>.<br />

Knelpuntentabel<br />

Op de volgende pagina´s staat de knelpuntentabel. In deze tabel zijn knelpunten bij de winningen<br />

aangegeven in twee kleuren:<br />

Oranje : Mogelijk knelpunt<br />

Rood : Knelpunt<br />

Pagina 102


Beschermbaarheid van de bron/verontreiniging Duurzaamheid<br />

Conflict<br />

RO<br />

Effect<br />

landbouw<br />

Drink<strong>water</strong>behoefte Effect natuur<br />

Import van buiten <strong>Vitens</strong><br />

Vrijgekomen reststoffen<br />

Gebruik grondstoffen<br />

Verontreiniging<br />

Beschermbaarheid<br />

bron<br />

(Sub)TOP/ HEN/SED<br />

Vergunningbehoefte<br />

Zelfvoorzienendheid<br />

clusters 2010<br />

Broeikasgassen/methaan<br />

Energiegebruik<br />

Natura 2000<br />

Bronkeuze<br />

Geohydrologisch<br />

Verzilting<br />

Puntbronnen<br />

Lijnbronnen<br />

Ruimtelijk<br />

Diffuus<br />

Friesland<br />

Cluster Waddeneilanden<br />

Vlieland<br />

Terschelling<br />

Ameland Hollum<br />

Ameland Buren<br />

Schiermonnikoog<br />

Cluster vasteland<br />

Garyp<br />

Nij Beets<br />

Noordbergum / Ritskebos<br />

Oldeholtpade<br />

Oudega<br />

Spannenburg<br />

Terwisscha / Bultingerzand<br />

Overijssel<br />

Cluster Noord<br />

Engelse Werk middel<br />

Engelse Werk diep<br />

Havelterberg<br />

Sint Jansklooster<br />

Boele<br />

Archemerberg<br />

Hammerflier<br />

Vechterweerd<br />

Witharen<br />

Boerhaar


Diepenveen<br />

Deventer Ceintuurbaan<br />

Deventer Zutphense weg<br />

Schalkhaar<br />

Cluster Zuid<br />

Hoge Hexel<br />

Nijverdal<br />

Wierden<br />

Espelosebroek<br />

Goor<br />

Herikerberg<br />

Holten<br />

Manderveen<br />

Rodenmors<br />

Weerselo<br />

Losser<br />

Weerselose weg<br />

Hasselo<br />

Gelderland<br />

Cluster Achterhoek<br />

Montferland<br />

Hettenheuvel<br />

Dinxperlo<br />

De Pol<br />

Corle<br />

Aalten<br />

Vorden<br />

t Klooster<br />

Olde Kaste<br />

Olden Eibergen<br />

Lochem<br />

Noordijkerveld<br />

Haarlo<br />

Cluster Rivierengebied<br />

Sijmons<br />

Fikkersdries<br />

Zetten<br />

Hemmen<br />

Kerk Avezaath<br />

Culemborg<br />

Kolff<br />

Velddriel<br />

Druten


Heumensoord<br />

Muntberg<br />

Cluster Veluwe<br />

Wezep (Boele)<br />

De Haere<br />

Epe<br />

Harderwijk<br />

Putten<br />

Holk<br />

Amersfoortseweg<br />

Twello<br />

Schalterberg<br />

Eerbeek<br />

Hoenderloo<br />

Edesche Bos<br />

Wageningen<br />

La Cabine<br />

Oosterbeek<br />

Pinkenberg<br />

Ellecom<br />

Midden-Nederland<br />

Cluster Weide- en<br />

Plassengebied (A)<br />

Blokland<br />

Linschoten<br />

Loosdrecht<br />

L<strong>op</strong>ik<br />

Montfoort<br />

Cluster Amersfoort met<br />

Gooi en Eemland (B)<br />

Amersfoort Berg<br />

Amersfoort Koedijkerweg<br />

Eemdijk<br />

Laren<br />

Soestduinen<br />

Soest<br />

Baarn


Cluster Centrum (C)<br />

Beerschoten<br />

Bilthoven<br />

Bunnik<br />

De Meern<br />

Groenekan<br />

Leidsche Rijn<br />

Nieuwegein<br />

Tull en 't Waal<br />

Cluster Zuid Oost Hoek (D)<br />

Cothen<br />

Driebergen<br />

Leersum<br />

Rhenen<br />

Veenendaal<br />

Woudenberg<br />

Woudenberg Zuid<br />

Zeist<br />

Flevoland<br />

Bremerberg<br />

Fledite (excl ROL)<br />

Harderberg<br />

Spiekzand (excl ROL)


BIJLAGE 5: BESCHRIJVING WATERVOORZIENINGSGEBIED FRIESLAND<br />

In Friesland zijn twaalf wingebieden aanwezig ten behoeve van de drink<strong>water</strong>voorziening. Er wordt alleen<br />

gebruik gemaakt van grond<strong>water</strong> als bron. De totale vergunningshoeveelheid bedraagt circa 66 miljoen<br />

m3 per jaar.<br />

Figuur B5.1: Ligging van de winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Friesland (paars).<br />

Vasteland<br />

Op het vasteland van Friesland bevinden zich zeven <strong>water</strong>wingebieden. Het zijn allemaal diepe<br />

grond<strong>water</strong>winningen: winning vindt globaal plaats <strong>op</strong> een diepte tussen vijftig en honderdvijftig meter.<br />

Friesland beschikt over dikke <strong>water</strong>voerende pakketten, die uitermate geschikt zijn voor<br />

grond<strong>water</strong>winning. Ook zijn <strong>op</strong> veel plaatsen afsluitende bodemlagen aanwezig, die het grond<strong>water</strong><br />

goed beschermen. In het zuidoosten van de provincie is het grond<strong>water</strong> zoet. In het noordwesten is<br />

brak<strong>water</strong> aanwezig. Zuivering vindt plaats <strong>op</strong> de locaties Spannenburg, Oldeholtpade, Terwisscha en<br />

Noardburgum. Bij een aantal winningen speelt verzilting een rol. Hier verdringt het brakke <strong>water</strong> het<br />

zoete grond<strong>water</strong>, wat de nodige zuiveringstechnische problemen met zich meebrengt. De totale<br />

vergunningshoeveelheid bedraagt 65,5 miljoen m 3 per jaar.<br />

De meeste grond<strong>water</strong>winningen zijn duurzaam ingepast in het <strong>water</strong>systeem. De grond<strong>water</strong>winningen<br />

van Spannenburg en Oudega (G.S.) zijn hiervan de mooiste voorbeelden. De gezamenlijke wincapaciteit<br />

<strong>op</strong> deze locaties bedraagt 25 miljoen m 3 /jaar. Dit is circa vijftig procent van de Friese<br />

drink<strong>water</strong>behoefte. Het bestaande beleid ten aanzien van het veiligstellen van de drink<strong>water</strong>voorziening<br />

<strong>op</strong> het vasteland van Friesland is geformuleerd in de rapportage ‘Vijf sporenbeleid Friesland’. Het<br />

onderbouwende onderzoek hiervoor is in de achterliggende periode gezamenlijk met de Provincie<br />

Friesland uitgevoerd (zie kader verder<strong>op</strong> in deze bijlage).<br />

Waddeneilanden<br />

Op de Waddeneilanden bevindt het zoete grond<strong>water</strong> zich in een zogenaamde zoet<strong>water</strong>bel. Deze<br />

zoet<strong>water</strong>bel heeft zich in de lo<strong>op</strong> der eeuwen gevormd door het neerslagoverschot. De zoet<strong>water</strong>bel is<br />

in het midden van de eilanden onder de duinen het dikst (vijftig tot honderd meter). De zoet<strong>water</strong>bel<br />

drijft <strong>op</strong> het zoute <strong>water</strong> dat zich daaronder bevindt. Naar de rand van de eilanden wordt de bel steeds<br />

dunner. De zoet<strong>water</strong>bel is uitermate geschikt voor het winnen van zoet grond<strong>water</strong> voor de<br />

Pagina 107


drink<strong>water</strong>voorziening. Winning vindt plaats in de bodem <strong>op</strong> enkele tientallen meters diepte. De totale<br />

vergunningshoeveelheid <strong>op</strong> de Friese Waddeneilanden bedraagt 880.000 m3 per jaar.<br />

Het bestaande beleid van <strong>Vitens</strong> is dat voor het veiligstellen van de drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong> de<br />

Waddeneilanden voor de lange termijn zoveel mogelijk wordt gezocht naar eilandeigen <strong>op</strong>lossingen.<br />

Vanwege het risico <strong>op</strong> <strong>water</strong>kwaliteitproblemen, risico’s met betrekking tot de leveringszekerheid in<br />

verband met de kans <strong>op</strong> leidingbreuken en vanwege hoge vervangingskosten van de leidingen worden de<br />

bestaande leidingen van de vaste wal naar de eilanden na afschrijving niet vervangen.<br />

De wens bestaat om de eilanden zelfvoorzienend te maken <strong>op</strong> het gebied van energie en <strong>water</strong>. Dit is<br />

met name van belang voor Terschelling en Ameland die voor tweederde in hun <strong>water</strong>behoefte vanaf het<br />

vasteland van drink<strong>water</strong> worden voorzien. Vlieland en Schiermonnikoog zijn al zelfvoorzienend voor wat<br />

betreft de drink<strong>water</strong>voorziening. Momenteel wordt onderzoek verricht naar geschikte alternatieven voor<br />

het veiligstellen van de drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong> de Waddeneilanden. Bij het zoeken naar alternatieven<br />

wordt dezelfde voorkeursvolgorde gehanteerd ten aanzien van bronkeuze als <strong>op</strong> het vasteland. Ook hier<br />

gaat de voorkeur dus uit naar het gebruik van zoet grond<strong>water</strong> voor de drink<strong>water</strong>voorziening.<br />

Naast het zoeken naar nieuwe bronnen en winconcepten wordt voor de Waddeneilanden ook ingezet <strong>op</strong><br />

<strong>water</strong>besparing. Met de uitvoering van de Pilot Watervoorziening Terschelling en deelname aan het<br />

Interreg project C2C-islands wordt gezocht naar andere wintechnieken en bronnen en naar innovatieve<br />

<strong>water</strong>besparings- en <strong>water</strong>hergebruikmogelijkheden (zie ook paragraaf 7.2.1). Dit om aan de vraag naar<br />

drink<strong>water</strong> <strong>op</strong> de eilanden te kunnen blijven voldoen, rekeninghoudend met effecten <strong>op</strong> natuur en<br />

economisch beleid.<br />

Bestaande afspraken<br />

De grond<strong>water</strong>winning van Terwisscha met een vergunningscapaciteit van 7,5 miljoen m 3 per jaar is<br />

gelegen in het Drents Friese Wold en brengt verdrogingseffecten met zich mee. Er is bestuurlijk overeen<br />

gekomen om de grond<strong>water</strong>winning te verplaatsen naar een nog te zoeken nieuwe winlocatie in de<br />

omgeving.<br />

Interprovinciale leveringen<br />

Friesland is zelfvoorzienend wat betreft de drink<strong>water</strong>voorziening: er vinden geen interprovinciale<br />

leveringen van drink<strong>water</strong> plaats.<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

In tabel B5.1 is de vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040 <strong>op</strong>genomen.<br />

Tabel B5.1: Vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040.<br />

Afgifte<br />

2010<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Pagina 108<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2025<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Mm3/jr Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

Friesland vasteland 46,7 65.5 49.5 57 56<br />

Voor het vasteland van Friesland is er een verschil tussen de afgegeven vergunningshoeveelheid en de<br />

winbare capaciteit. Dit komt door:<br />

Verzilting (bij winning Garyp en Noardburgum).<br />

Verdroging als gevolg van de grond<strong>water</strong>winning in Terwisscha.<br />

Vergeleken met de prognose wordt voor het vaste land een tekort van 7 miljoen m 3 per jaar voorzien<br />

voor het jaar 2040.


Knelpunten<br />

In bijlage 4 zijn de knelpunten per winning weergegeven. Hieruit volgt dat in <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Friesland de volgende knelpunten spelen:<br />

Optredende verzilting in de wingebieden Garyp en Noardburgum.<br />

Verdroging als gevolg van de grond<strong>water</strong>winning in Terwisscha.<br />

Methaan dat vrijkomt bij de zuivering van grond<strong>water</strong>, met name in Spannenburg.<br />

Het behoeftedekkingstekort van 7 miljoen m 3 per jaar voor het vasteland.<br />

Het behoeftedekkingstekort dat ontstaat <strong>op</strong> de Waddeneilanden Ameland en Terschelling bij het<br />

streven naar zelfvoorzienendheid ten aanzien van de drink<strong>water</strong>voorziening. Grofweg zal de<br />

<strong>water</strong>winning <strong>op</strong> deze eilanden moeten worden verdubbeld qua capaciteit om invulling te geven aan<br />

zelfvoorzienendheid.<br />

Verkenning<br />

Beschermbaarheid<br />

Friesland (zowel het vasteland als de Waddeneilanden) heeft alleen te maken met categorie 1- en 2-<br />

winningen. De winningen in dit <strong>water</strong>voorzieningsgebied zijn dus goed beschermd. Wel heeft het<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebied te maken met knelpunten <strong>op</strong> het gebied van natuur en duurzaamheid.<br />

Natuur<br />

Natuurknelpunten worden veroorzaakt door de winning Terwisscha. De grond<strong>water</strong>winning van<br />

Terwisscha veroorzaakt verdroging in het Drents Friese Wold. Deze winning wordt volledig benut. Er<br />

wordt momenteel onderzocht wat de ernst van deze verdroging is en in hoeverre het noodzakelijk is om<br />

de winning te verplaatsen gelet <strong>op</strong> de doelstellingen (Natura 2000) van dit gebied. Daarnaast wordt voor<br />

het te verplaatsen deel van de winning onderzocht welke alternatieven er zijn voor deze winning.<br />

Mogelijk vormen ook de winningen <strong>op</strong> de Waddeneilanden knelpunten.<br />

Duurzaamheid<br />

Op alle winlocaties <strong>op</strong> het vaste land wordt diep anaeroob grond<strong>water</strong> gewonnen. Om dit te zuiveren tot<br />

drink<strong>water</strong> zijn zuiveringstechnieken noodzakelijk die als niet duurzaam worden gezien. Het<br />

zuiveringsproces <strong>op</strong> de Waddeneilanden is onder de gestelde criteria niet duurzaam, omdat naast het<br />

traditionele zuiveringsproces ook gebruik wordt gemaakt van membraanfiltratie. Membraanfiltratie wordt<br />

toegepast in verband met vermindering van de kleur en de hardheid van het ruwe <strong>water</strong>. Daarnaast is<br />

essentieel dat bij een breuk van de wadleiding direct zuiveringscapaciteit kan worden bijgezet, zodat de<br />

leveringszekerheid is geborgd.<br />

Gezien de bodemgesteldheid in Friesland is het niet reëel om het verplaatsen van winlocaties als<br />

<strong>op</strong>lossing te zien voor de knelpunten vanuit het gele scenario. Het verduurzamen van de winningen<br />

wordt gedaan door te zoeken naar technische aanpassingen in het zuiveringsproces. Een voorbeeld is het<br />

terugwinnen van methaan bij Spannenburg. Bij nieuwe winlocaties wordt wel nadrukkelijk gekeken naar<br />

categorie 1 en 2-winningen.<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

Om het verwachte tekort van 7 miljoen m 3 per jaar voor het vaste land <strong>op</strong> te lossen richt <strong>Vitens</strong> zich <strong>op</strong><br />

de uitbreiding van de bestaande winningen bij Nij Beets, Oudega en Spannenburg. Uit een door <strong>Vitens</strong><br />

uitgevoerd alternatievenonderzoek blijkt dat deze <strong>op</strong>lossing de beste mogelijkheden biedt en<br />

waarschijnlijk het snelst te realiseren is (zie voor een toelichting het kader vijfsporenbeleid).<br />

Voor het natuurknelpunt bij de winning Terwisscha wordt via een studie naar een <strong>op</strong>lossing gezocht. Het<br />

toetsen van de effecten van de huidige winningen aan de grond<strong>water</strong>doelstellingen (GGOR) voor het<br />

Drents Friese Wold is nodig om vast te stellen of er nog <strong>op</strong>timalisaties van de huidige winning plaats<br />

kunnen vinden. Bij het (deels) verplaatsen van de winning heeft <strong>Vitens</strong> een sterke voorkeur voor het<br />

Pagina 109


potkleigebied dat zich bevindt ten noordoosten van de winning. Door de winning te plaatsen onder de<br />

potklei worden de effecten naar de omgeving sterk verminderd. Ook is de kans het grootst om een<br />

gelijkwaardige grond<strong>water</strong>kwaliteit te vinden, zodat de zuivering niet hoeft te worden aangepast<br />

(randvoorwaarden binnen het Integraal <strong>water</strong>beheer project Terwisscha). Door alleen de winning te<br />

verplaatsen, kunnen de kosten binnen redelijke grenzen worden gehouden. Bij sluiting en het verlaten<br />

van de hele locatie (winning en zuivering) zal er nieuwe infrastructuur moeten worden gerealiseerd,<br />

waarbij ook aandacht zal moeten worden besteed aan transport en leveringszekerheid. Dit brengt zeer<br />

grote inspanningen en kosten met zich mee.<br />

Om natuurknelpunten <strong>op</strong> de Waddeneilanden te voorkomen, wordt de huidige drink<strong>water</strong>voorziening<br />

zoveel mogelijk ingepast via gebiedsprocessen. Op Terschelling wordt momenteel een pilotstudie<br />

uitgevoerd om de drink<strong>water</strong>voorziening <strong>op</strong> het eiland voor de toekomst veilig te stellen. In het kader<br />

van deze studie worden verschillende alternatieven onderzocht, zoals verplaatsing van de winning naar<br />

het poldergebied, het benutten van afstromend schoon duin<strong>water</strong> en de ontzilting van brak of zout<br />

grond<strong>water</strong>. De resultaten van de pilotstudie <strong>op</strong> Terschelling zullen vervolgens ook <strong>op</strong> Ameland worden<br />

toegepast.<br />

Figuur B5.2: Winning <strong>op</strong> Vlieland<br />

Pagina 110


Het vijfsporenbeleid<br />

Om het verwachte tekort aan winbare capaciteit weg te nemen, zijn voor <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Friesland de mogelijke bronnen voor de drink<strong>water</strong>voorziening geïnventariseerd en onderling vergeleken.<br />

Op basis van een eerste afweging zijn mogelijke alternatieven geselecteerd, die vervolgens nader zijn<br />

beschouwd in het zogenaamde vijfsporenonderzoek. In het vijfsporenbeleid zijn de volgende <strong>op</strong>ties<br />

bekeken om het verwachte behoeftedekkingstekort <strong>op</strong> te lossen:<br />

Een nieuwe grond<strong>water</strong>winning ontwikkelen ergens in Friesland of het uitbreiden van bestaande<br />

bronnen.<br />

Uitbreiding van de winning Nij Beets als kansrijke <strong>op</strong>tie.<br />

Brak <strong>water</strong> winnen.<br />

Oppervlakte<strong>water</strong>winning.<br />

Import uit naburige provincies.<br />

Uit het onderzoek is gebleken dat het uitbreiden van bestaande winningen bij Nij Beets, Oudega en<br />

Spannenburg de minste afbreukrisico’s, geringe milieueffecten en de laagste kosten <strong>op</strong>leveren en tevens<br />

relatief snel is te realiseren. Wel is ervoor gekozen om tevens een ontziltingspilot en een<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>pilot uit te voeren, om <strong>op</strong> deze manier innovatieve kennis te ontwikkelen. Zeker de<br />

ontziltingspilot is zeer innovatief en kan <strong>op</strong> diverse locaties in deltagebieden worden toegepast.<br />

Figuur B5.3: Landschappelijke inpassing winning Spannenburg<br />

Pagina 111


BIJLAGE 6: BESCHRIJVING WATERVOORZIENINGSGEBIED OVERIJSSEL<br />

Het <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel heeft 25 drink<strong>water</strong>winningen verspreid over twee clusters.<br />

Vooral West en Midden-Overijssel zijn geschikt voor het winnen van drink<strong>water</strong>. Door de beperkte<br />

toestroming van <strong>water</strong> en de beperkte beschermbaarheid is het oostelijk deel minder geschikt voor<br />

grootschalige drink<strong>water</strong>winning.<br />

Figuur B6.1: Ligging van de winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Overijssel (oranje gebied).<br />

In West-Overijssel wordt <strong>water</strong> gewonnen uit redelijk tot goed beschermde winningen uit diepe en<br />

middeldiepe winningen. Daarnaast zijn er twee oeverfiltratiewinningen; Vechterweerd wordt als derde<br />

oeverfiltratiewinning ontwikkeld.<br />

In Midden-Overijssel wordt <strong>water</strong> gewonnen <strong>op</strong> de stuwwallen en in landbouwgebied. De stuwwalwinningen<br />

zijn in het algemeen redelijk tot goed beschermd door de aanwezige natuurgebieden. Ondanks<br />

deze bescherming is in de meeste winningen de invloed van de landbouw <strong>op</strong> de kwaliteit van het<br />

grond<strong>water</strong> merkbaar. De winningen in landbouwgebieden zijn kwetsbaar voor verontreiniging. De<br />

effecten <strong>op</strong> landbouw worden veelal gecompenseerd door <strong>water</strong>aanvoerplannen.<br />

In Oost-Overijssel is sprake van ondiepe freatische winningen. De problematiek kenmerkt zich door<br />

kleine winningen en een slechte beschermbaarheid voor kwaliteitsproblemen en de effecten <strong>op</strong> de<br />

omgeving.<br />

Bestaande afspraken<br />

In het bestuurlijke vastgestelde plan van aanpak 'Duurzame drink<strong>water</strong>voorziening Twente' is samen met<br />

provincie Overijssel en <strong>water</strong>schap Regge en Dinkel afgesproken om extra winbare capaciteit van 5 á 7<br />

miljoen m 3 per jaar te ontwikkelen in of nabij Twente, onder andere ter vervanging van Manderveen.<br />

Voor de winning Archemerberg is met de provincie Overijssel afgesproken dat deze vanaf 2010 voor<br />

maximaal 3 miljoen m 3 per jaar wordt ingezet. De andere 1 miljoen m 3 per jaar wordt toegevoegd aan<br />

de strategische reserve en kan worden ingezet bij calamiteiten zoals uitval van een winning of extreem<br />

hoogverbruik.<br />

Door de provincie Gelderland wordt een tijdelijke levering toegestaan naar Haaksbergen (2 miljoen m 3<br />

per jaar) om de <strong>water</strong>levering aan Enschede te borgen na de calamiteit bij Vredestein en de daar<strong>op</strong><br />

volgende capaciteitsvermindering van Weerseloseweg.<br />

Pagina 112


Interprovinciale leveringen en inko<strong>op</strong><br />

Interprovinciale leveringen in Overijssel zijn:<br />

Levering <strong>Vitens</strong> Gelderland (Boele) 3 miljoen m 3 per jaar (max.)<br />

Levering <strong>Vitens</strong> Gelderland (Eibergen) 2 miljoen m 3 per jaar<br />

Levering Sint-Jansklooster aan de Noordoost Polder 3 miljoen m 3 per jaar<br />

Naast de interprovinciale leveringen wordt ook <strong>water</strong> ingekocht van derden:<br />

Inko<strong>op</strong> Duitsland (WAZ Getelo en NVB Nordhorn) 2 miljoen m 3 per jaar<br />

o WAZ (Getelo) (tot 31-12-2030)<br />

o NVB (Nordhorn) (tot 31-12-2025)<br />

Inko<strong>op</strong> Ruinerwold (Waterleiding Drenthe) 2,5 miljoen m 3 per jaar<br />

(tot 31-12-2012)<br />

De leveringen vanuit Duitsland en Gelderland dragen bij aan de compensatie van het tekort aan<br />

<strong>water</strong>beschikbaarheid in Twente. De levering vanuit Gelderland (Boele) heeft te maken met al lang<br />

bestaande afspraken met betrekking tot de <strong>water</strong>voorziening van Kampen. Vanuit Overijssel wordt de<br />

<strong>water</strong>voorziening in de Noordoostpolder verzorgd (Flevoland).<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

In onderstaande tabel is de vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040<br />

<strong>op</strong>genomen.<br />

Tabel B6.1: Vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040.<br />

Afgifte<br />

2010<br />

Pagina 113<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Mm3/jr Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

Overijssel 77,2 98,4 87,5 101,0<br />

Cluster Noord 40,5 59,3 50,2 56<br />

Cluster Zuid 36,7 39,1 37.3 46<br />

In Overijssel bestaat een tekort van 13,5 miljoen m 3 per jaar aan winbare capaciteit. Dit tekort lo<strong>op</strong>t in<br />

de komende jaren <strong>op</strong> naar 17,8 miljoen m 3 per jaar door het wegvallen van de tijdelijke vergunning<br />

Mander.<br />

Het tekort aan winbare capaciteit ligt vooral in Overijssel-Zuid. Vooral de situatie in Twente is<br />

onevenwichtig. Dit is versterkt na de calamiteit bij Vredestein waardoor de grootste winning in Twente,<br />

Weerseloseweg, sterk is gereduceerd. Dit is in de praktijk <strong>op</strong>gelost door <strong>water</strong>transport vanuit Midden-<br />

Overijssel, import van <strong>water</strong> uit Duitsland en levering vanuit Gelderland.<br />

Op korte termijn is de daadwerkelijk geïnstalleerde productiecapaciteit in Overijssel-Noord ontoereikend<br />

vanwege het beperken van de inzet van Archemerberg en de reductie van Engelse Werk. Dit tactische<br />

probleem wordt in 2010 (afhankelijk van afwegingen in een mogelijk vergunningentraject) <strong>op</strong>gelost door<br />

de ontwikkeling van Vechterweerd voor 2 miljoen m 3 per jaar, het vergroten van de levering uit Boele en<br />

door uitbreiding van de middeldiepe winning bij Engelse Werk.<br />

Knelpunten<br />

In bijlage 4 zijn de knelpunten per winning weergegeven. De knelpunten in het <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Overijssel zijn samengevat in de onderstaande tabel. Als gevolg van deze knelpunten is in Overijssel niet<br />

alle vergunde capaciteit ook daadwerkelijk winbare capaciteit.


Knelpunten Verschil tussen<br />

vergunde en<br />

inzetbare capaciteit<br />

Zoektocht Twente<br />

In dit kader worden <strong>op</strong>lossingen gezocht voor: de afspraak om Mander te<br />

sluiten, het afl<strong>op</strong>en van de levering vanuit Gelderland naar Haaksbergen en de<br />

complexe bedrijfsvoering en kwetsbaarheid van de winningen Hasselo en<br />

Weerseloseweg.<br />

Pilot Vechterweerd<br />

Er is nog onvoldoende praktijkervaring met oevergrond<strong>water</strong>winning uit kleinere<br />

<strong>water</strong>systemen. Daarom wordt de winning Vechterweerd gezien het pilotkarakter<br />

voorl<strong>op</strong>ig ontwikkeld voor 2 miljoen m 3 /jaar.<br />

Verzilting<br />

Voor de winningen Deventer, Diepenveen en Engelse Werk (diep) wordt de<br />

wincapaciteit momenteel beperkt als maatregel tegen verzilting.<br />

Natura 2000<br />

De onzekerheid over mogelijke effecten <strong>op</strong> Natura 2000-gebieden. Zes<br />

winningen in Overijssel hebben mogelijk effect <strong>op</strong> Natura 2000-gebieden.<br />

Beschermbaarheid<br />

De bescherming van diverse freatische winningen in landbouwgebied is<br />

onvoldoende.<br />

De kwaliteit van het grond<strong>water</strong> vraagt bij verschillende winningen om<br />

toepassing van extra zuivering. Dit wordt soms veroorzaakt door natuurlijke<br />

omstandigheden en soms door antr<strong>op</strong>ogene belasting van het grond<strong>water</strong>.<br />

Diverse winningen hebben effect <strong>op</strong> de landbouw. Bij een aantal winningen is dit<br />

<strong>op</strong>gelost door het realiseren van een <strong>water</strong>aanvoerplan. Bij de resterende<br />

winningen wordt de droogteschade vergoed. Met deze maatregelen wordt<br />

landbouwdroogteschade niet als een knelpunt ervaren.<br />

Diverse beperkingen:<br />

Losser wordt beperkt ingezet vanwege effecten <strong>op</strong> natuur en landbouw.<br />

Hasselo: vergunde capaciteit wordt deels gebruikt voor een interceptieput<br />

voor het afvangen van verontreinigingen.<br />

Weerseloseweg: niet volledig inzetbaar door geohydrologische beperkingen.<br />

Totaal verschil vergunde en winbare capaciteit 15,2<br />

Verkenning<br />

In Overijssel is de afgel<strong>op</strong>en periode een uitgebreid programma gerealiseerd om de winningen in<br />

Overijssel duurzaam in te passen (zie tekstbox). In 2010 wordt de verplaatsing van Mander en Engelse<br />

Werk voltooid en zal worden gestart met de gedeeltelijke verplaatsing van de winning Wierden.<br />

Pagina 114<br />

4,3<br />

6,0<br />

3,1<br />

p.m.<br />

-<br />

-<br />

-<br />

0,9<br />

0,2<br />

0,7


Maatregelen duurzame inpassing 1995 - 2010<br />

De <strong>water</strong>voorziening is sinds het midden jaren negentig ingrijpend veranderd door het <strong>op</strong>lossen van<br />

(diverse) inpassingproblemen. Tal van winningen zijn de afgel<strong>op</strong>en jaren gesloten of beter aangepast aan de<br />

plaatselijke omgevingssituatie. Zo is in totaal 17,3 miljoen m 3 per jaar aan onduurzame capaciteit<br />

afgestoten en is de ruimtelijke inpassing van 50 miljoen m 3 per jaar aan capaciteit verbeterd.<br />

Weerseloseweg: inname Twentekanaal gestaakt (brand bij Vredestein).<br />

(Gedeeltelijke) verplaatsing winningen Wierden en Engelse Werk: <strong>op</strong>lossen ruimtelijke ordenings-<br />

conflicten, verdroging en verontreinigingen.<br />

Sluiten van de winvelden Vasse en Manderheide, verplaatst naar Manderveen: reductie verdroging<br />

stuwwallen en beeksystemen.<br />

Reductie Losser en Archemerberg: effecten <strong>op</strong> <strong>water</strong>systeem en natuur (Natura 2000).<br />

Sluiten van de winningen Staphorst, Denekamp, Hengelo Centrum, Enschede Centrum, Oldenzaal en<br />

Brucht: diverse inpassingproblemen <strong>op</strong>gelost.<br />

Ontwikkeling van de winning Vechterweerd: gereed in 2012.<br />

Realisatie van <strong>water</strong>aanvoerplannen voor Boerhaar, Espelose Broek, Hammerflier, Rodenmors,<br />

Schalkhaar, Vechterweerd en Witharen.<br />

Op initiatief van <strong>Vitens</strong> is een aantal succesvolle gebiedsprocessen geïnitieerd, waardoor de ruimtelijke<br />

kwaliteit in de omgeving is verbeterd én er een breed draagvlak is voor de winningen (Engelse Werk,<br />

Wierden, Losser en Vechterweerd). Ook de relatie met de landbouw is sterk verbeterd en een aantal lang<br />

slepende discussies is gesloten.<br />

Figuur B6.2: Landschappelijke inpassing winning Rodenmors<br />

Beschermbaarheid<br />

De <strong>water</strong>kwaliteit van een aantal vooral freatische winningen staat onder druk. Het gaat om de<br />

winningen Engelse Werk (middeldiep), Havelterberg, Archemerberg, Hammerflier, Vechterweerd, Hoge<br />

Hexel, Wierden, Herikerberg, Holten, Manderveen en Weerselo. Verdere uitwerking van de KRW zal de<br />

toestand bij de winvelden die momenteel <strong>water</strong>kwaliteitproblemen hebben, verbeteren en knelpunten<br />

<strong>op</strong>lossen.<br />

Pagina 115


Natuur<br />

In Overijssel zijn 25 gebieden aangewezen als Natura-2000 gebied; elf winningen van <strong>Vitens</strong> liggen in of<br />

nabij één van deze gebieden. Op basis van een uitgevoerde analyse in het kader van het <strong>op</strong>stellen van<br />

de Natura 2000-beheerplannen is geconcludeerd dat voor de winningen Hammerflier, Herikerberg,<br />

Holten, Nijverdal, Hoge Hexel en Weerselo de effecten <strong>op</strong> Natura 2000-gebieden in de komende<br />

beheerplanperiode moeten worden onderzocht. <strong>Vitens</strong> ziet goede mogelijkheden om eventuele nadelige<br />

effecten te compenseren. Voor de winning Mander wordt een alternatief gezocht.<br />

Duurzaamheid<br />

Bij de stuwwalwinningen, de diepe winningen in Salland en bij Hoge Hexel kan worden volstaan met een<br />

eenvoudige zuivering. Vanwege de kwaliteit van het gewonnen <strong>water</strong> zijn bij een aantal winningen extra<br />

zuiveringsstappen noodzakelijk. Over het algemeen gaat het om ontharding en/of ontkleuring.<br />

Verplaatsen van de winning is geen <strong>op</strong>tie, omdat het alternatief geen wezenlijke verbetering van de<br />

duurzaamheid <strong>op</strong>levert (extra energieverbruik). Op het moment dat verplaatsing vanuit andere<br />

knelpunten noodzakelijk is, is het verbeteren van het duurzaamheidsprofiel wel een belangrijk<br />

aandachtspunt. Indien mogelijk worden technische maatregelen genomen om de duurzaamheid van een<br />

winning en zuivering te verbeteren.<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

In Overijssel is sprake van een aantal thematische knelpunten: verzilting, Natura 2000, tekort winbare<br />

capaciteit Twente, beschermbaarheid en Vechterweerd. Voor deze knelpunten zijn adequate lokale<br />

<strong>op</strong>lossingen mogelijk. Daarom kiest <strong>Vitens</strong> voor het individueel en lokaal <strong>op</strong>lossen van deze thematische<br />

knelpunten.<br />

Zoektocht Twente: <strong>op</strong>lossen tekort aan vergunde capaciteit Overijssel Zuid (6,3 miljoen m³ per jaar)<br />

Voor het <strong>op</strong>lossen van het tekort aan vergunde capaciteit is het project Zoektocht Twente gestart (zie<br />

tekstbox). De uitkomsten van dit project bepalen de beste <strong>op</strong>lossing voor de extra capaciteit in<br />

Overijssel-Zuid. Parallel aan de zoektocht Twente wordt de mogelijkheid onderzocht om de levering<br />

vanuit Gelderland naar Haaksbergen/Noordijkerveld te continueren. Deze zal als bouwsteen worden<br />

meegenomen in de uiteindelijke <strong>op</strong>lossing. De winning Manderveen wordt <strong>op</strong> termijn gesloten nadat<br />

nieuwe capaciteit <strong>op</strong>erationeel is (Zoektocht Twente). Ook de winningen Hasselo en Weerseloseweg<br />

zullen <strong>op</strong> termijn worden gesloten.<br />

Zoektocht Twente<br />

In het bestuurlijk vastgestelde plan van aanpak Duurzame drink<strong>water</strong>voorziening Twente is samen met<br />

Provincie Overijssel en <strong>water</strong>schap Regge en Dinkel afgesproken om extra vergunde capaciteit van 5 á 7<br />

miljoen m 3 per jaar te ontwikkelen in of nabij Twente. In het project ‘Zoektocht Twente’ zijn alle mogelijke<br />

locaties in of nabij Twente onderzocht. Het gaat om uitbreiding van bestaande winningen, mogelijke<br />

nieuwe locaties, het toepassen van nieuwe winconcepten zoals brak <strong>water</strong>, functiecombinaties en mogelijke<br />

inpassingmaatregelen. In de zoektocht worden ook <strong>op</strong>lossingen direct over de provinciegrens in Duitsland,<br />

Drenthe en Gelderland meegenomen.<br />

In de planning zal er eind 2011 een voorkeurslocatie worden vastgesteld door Gedeputeerde Staten.<br />

Hierbij wordt een maatschappelijke kosten-baten analyse ingezet om de beste <strong>op</strong>lossing te selecteren. In<br />

de daar<strong>op</strong>volgende fase zal <strong>Vitens</strong> de inrichting, het ontwerp en de realisatie starten. De streefdatum voor<br />

<strong>op</strong>levering is 2017.<br />

Pilot Vechterweerd: inzetten volledige capaciteit (6 miljoen m³ per jaar)<br />

De winning Vechterweerd wordt voor 2 miljoen m 3 per jaar ontwikkeld. Met de ontwikkeling zal kennis en<br />

ervaring worden <strong>op</strong>gedaan van het winnen van oevergrond<strong>water</strong> in een kleinschalig<br />

<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>systeem. Op dit moment wordt samen met de <strong>water</strong>schappen en de provincie Overijssel<br />

gewerkt aan een <strong>water</strong>overeenkomst, waarin afspraken worden gemaakt over de bescherming van de<br />

<strong>water</strong>kwaliteit in de Overijsselse Vecht, het voorkomen van en handelen bij calamiteiten, monitoring en<br />

Pagina 116


'early warning'. De ervaringen in de praktijk zullen moeten leren in hoeverre de risico’s van slechte<br />

<strong>water</strong>kwaliteit en calamiteiten beheersbaar zijn. Dit bepaalt of de vergunde capaciteit daarmee volledig<br />

inzetbaar is.<br />

Verzilting (3,1 miljoen m³ per jaar)<br />

Bij de diepe winningen in West-Overijssel wordt de wincapaciteit momenteel beperkt als maatregel tegen<br />

verzilting. Door spreiding van de winningen is verzilting waarschijnlijk goed te bestrijden. Daarnaast<br />

wordt er momenteel in Friesland onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van brak<strong>water</strong>winning. De<br />

komende jaren zal de <strong>op</strong>timale <strong>op</strong>lossing worden uitgewerkt en ontwikkeld. In een periode van 10 tot 15<br />

jaar is daarmee de volledige vergunde capaciteit weer inzetbaar.<br />

Natura 2000-gebieden: onderzoeken en <strong>op</strong>lossen effecten<br />

Voor de Natura 2000-gebieden waar <strong>water</strong>winningen een mogelijk effect hebben, zullen in het kader van<br />

het proces van het <strong>op</strong>stellen van de beheerplannen de mogelijke effecten worden bepaald<br />

(onderzoeksmaatregel in de eerste beheerplanperiode). <strong>Vitens</strong> ziet voor deze gebieden goede<br />

mogelijkheden om eventuele nadelige effecten te compenseren met lokale maatregelen. De vergunde<br />

capaciteit van Losser zal worden gereduceerd tot 1,5 miljoen m³ per jaar.<br />

Beschermbaarheid<br />

Voor de negen kwetsbare winningen in Overijssel zijn gebiedsdossiers <strong>op</strong>gesteld; de provincie Overijssel<br />

gaat voor de andere winningen ook gebiedsdossiers <strong>op</strong>stellen. Op dit moment wordt onder regie van de<br />

Provincie een maatregelenprogramma <strong>op</strong>gesteld om te voldoen aan de KRW-doelen. De verwachting is<br />

dat daarmee een goede <strong>op</strong>lossing wordt gevonden voor de kwetsbare winningen. De provincie Drenthe<br />

stelt gebiedsdossiers <strong>op</strong> voor alle winningen. Voor onze kwetsbare winning Havelterberg is het<br />

gebiedsdossier gereed, zodat de maatregelen kunnen worden bepaald die nodig zijn om te voldoen aan<br />

de KRW-doelstellingen.<br />

Overijssel-Noord<br />

De vergunning van de winning Engelse Werk zal worden uitgebreid tot 10,7 miljoen m³ per jaar met <strong>op</strong><br />

termijn de wens om naar 12 miljoen m³ per jaar te gaan. Aanvullend wordt onderzocht of een extra<br />

vergroting van de levering vanaf de Noord-Veluwe (circa 5 miljoen m³ per jaar) of een levering vanuit<br />

Zuid of Centraal-Friesland een goede <strong>op</strong>tie is om de OR en de NOR in te vullen.<br />

Figuur B6.3: Adelaarsvarens in <strong>water</strong>wingebied Holten<br />

Pagina 117


BIJLAGE 7: BESCHRIJVING WATERVOORZIENINGSGEBIED GELDERLAND<br />

Watervoorzieningsgebied Gelderland bestaat uit 45 winningen verspreid over drie clusters (Achterhoek,<br />

Veluwe en Rivierengebied). Het grootste deel van de winningen zijn freatisch en soms beschermd door<br />

een niet volledig sluitende kleilaag. Slechts enkele winningen zijn gespannen winningen onder een<br />

volledig dichte kleilaag.<br />

Figuur B7.1: Ligging van de winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Gelderland (donkerblauw gebied).<br />

Bestaande afspraken<br />

Op 11 november 2008 is de Overeenkomst Duurzame Drink<strong>water</strong>voorziening Gelderland 2008-2015<br />

(ODDG) tussen <strong>Vitens</strong> en de provincie Gelderland ondertekend. Uitgangspunt hierbij is de reductie van<br />

de onttrekkingsvergunningen in Gelderland van 185 miljoen m³ per jaar naar 160 miljoen m³ per jaar in<br />

het jaar 2015.<br />

In de overeenkomst zijn concrete vergunningreducerende maatregelen afgesproken. Daarnaast is er nog<br />

een nader uit te werken algemene reductie van 5,6 miljoen m³ per jaar en het toewijzen van 15 miljoen<br />

m 3 per jaar NOR aan winlocaties in Gelderland. De <strong>op</strong>lossing voor deze punten wordt in diverse<br />

alternatieven uitgewerkt in een project tienjarenplan 2010 – 2020 voor Gelderland.<br />

Interprovinciale leveringen<br />

Interprovinciale leveringen in Gelderland zijn:<br />

Import ROL vanuit Flevoland (Holk) 9 miljoen m³ per jaar<br />

Import BEW uit Duitsland (Dinxperlo) 2 miljoen m³ per jaar (tot 31-12-2019)<br />

Export naar Midden Nederland vanuit Holk (ruw en rein) 8 miljoen m³ per jaar<br />

Export naar Overijssel (Kampen) vanuit Boele 2,5 miljoen m³ per jaar<br />

Export naar Overijssel (Enschede) Lochem via Eibergen 2 miljoen m³ per jaar<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

In tabel B7.1 is de vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040 <strong>op</strong>genomen.<br />

Pagina 118


Tabel B7.1: Vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040.<br />

Afgifte<br />

2010<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Pagina 119<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2025<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Mm3/jr Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

Gelderland 127,6 165.6 164.6 158 159<br />

Cluster Achterhoek 31,5 26.7 26.7 35<br />

Cluster Rivierengebied 43,9 63.8 63.8 59<br />

Cluster Veluwe 52,2 75.1 74.1 65<br />

Binnen Gelderland is er voldoende wincapaciteit beschikbaar om de huidige en de toekomstige<br />

drink<strong>water</strong>behoefte te dekken. Dit geldt echter niet als gekeken wordt naar regionaal schaalniveau. Dan<br />

wordt duidelijk dat de drink<strong>water</strong>vraag in de Achterhoek hoger is dan de beschikbare wincapaciteit in het<br />

<strong>water</strong>voorzieningsgebied. In de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden Rivierengebied en Veluwe is dit beeld<br />

andersom.<br />

De ruimte tussen de beschikbare capaciteit en de drink<strong>water</strong>behoefte in de Achterhoek wordt<br />

veroorzaakt door het feit dat het hier vooral om kwetsbare, freatische winningen gaat. Hierdoor wordt de<br />

grond<strong>water</strong>kwaliteit in negatieve zin beïnvloed door activiteiten die plaatsvinden aan het maaiveld.<br />

Bovendien hebben de winningen ook effect <strong>op</strong> de omgeving. Hierdoor is het niet mogelijk omvangrijke<br />

winningen te ontwikkelen in de Achterhoek. Om deze reden is er in het verleden al gestuurd <strong>op</strong> het<br />

reduceren van de onttrekking in de Achterhoek. Het behoeftetekort is vervolgens gedekt door import van<br />

<strong>water</strong> uit de Veluwe, het Rivierengebied en inko<strong>op</strong> vanuit Duitsland.<br />

Knelpunten<br />

In bijlage 4 zijn de knelpunten per winning weergegeven. Hieruit volgt dat in <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Gelderland de volgende knelpunten spelen:<br />

Bijna alle winningen in de Achterhoek zijn kwetsbare, freatische winningen met landbouwkundig<br />

gebruik.<br />

De grond<strong>water</strong>kwaliteit in de Achterhoek en in het Rivierengebied vraagt om toepassing van extra<br />

zuivering. In de Achterhoek vanwege landbouwkundig gebruik; in het Rivierengebied vanwege<br />

landbouwkundige inrichting van het gebied (drooglegging) en stedelijke invloed.<br />

Winningen in de Achterhoek veroorzaken droogteschade voor omliggende landbouw. Deze schade<br />

wordt vergoed.<br />

Verkenning<br />

Beschermbaarheid<br />

Knelpunten ten aanzien van beschermbaarheid ontstaan bij de winningen in de Achterhoek en winning<br />

Heumensoord. In de Achterhoek zijn de winningen zowel geohydrologisch als ruimtelijk minder goed<br />

beschermd. Het cluster van winningen binnen de Achterhoek biedt nog mogelijkheden voor <strong>op</strong>timalisatie<br />

ten aanzien van de beschermbaarheid. Dat wil zeggen dat capaciteitsuitbreiding kan worden gezocht bij<br />

de winningen met de meest gunstige geohydrologische omstandigheden en/of de laagste risico’s in het<br />

intrekgebied. Hiermee wordt onnodig slepen met <strong>water</strong> voorkomen. Bovendien is lokaal produceren en<br />

afzetten ook belangrijk voor een hoge leveringszekerheid. Het tekort dat overblijft na de<br />

<strong>op</strong>timalisatieslag zou dan kunnen worden aangevuld vanuit de Veluwe. In de huidige situatie vindt dit<br />

ook al plaats. Met relatief eenvoudige aanpassingen moet het mogelijk zijn om dit bestaande systeem<br />

aan te passen voor extra import richting de Achterhoek. Hierdoor blijven grote investeringen zoveel<br />

mogelijk achterwege. Het knelpunt bij de winning Heumensoord is <strong>op</strong>losbaar door een herverdeling van


de winning (verplaatsen putten horizontaal en verticaal (dieper winnen), waardoor minder belast,<br />

schoner grond<strong>water</strong> wordt aangetrokken).<br />

Natuur<br />

De winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Gelderland zijn over het algemeen goed ingepast of in te<br />

passen met de aanwezige natuur. Deze winningen moeten behouden blijven en er zal beoordeeld moeten<br />

worden of uitbreiding mogelijk is. Er is een aantal winningen waar natuur wel een mogelijk knelpunt<br />

vormt. Deze winningen bevinden zich vooral <strong>op</strong> de oostelijke en zuidelijke rand van de Veluwe. In de<br />

Achterhoek gaat het om twee winningen met een mogelijke invloed <strong>op</strong> TOP-lijst gebieden.<br />

Over de te nemen maatregelen om effecten <strong>op</strong> natuur <strong>op</strong> te lossen zijn inmiddels afspraken gemaakt in<br />

het kader van de Overeenkomst Duurzame Drink<strong>water</strong>voorziening Gelderland (ODDG). Deze<br />

maatregelen zijn al in uitvoering of worden <strong>op</strong> dit moment nader onderzocht. Alleen voor de winningen<br />

<strong>op</strong> de Zuid-Veluwe zijn nog geen concrete afspraken gemaakt. <strong>Vitens</strong> is van mening dat voor het<br />

realiseren van de natuurdoelen het treffen van lokale hydrologische maatregelen het meest effectief is.<br />

Uit onderzoek naar de effecten van de winningen <strong>op</strong> de Zuid-Veluwe in relatie tot de aanwezige<br />

natuurwaarden, kan worden geconcludeerd dat voor het realiseren van de natuurdoelen het treffen van<br />

lokale hydrologische maatregelen de meest kosteneffectieve maatregel is. In onderstaand kader is<br />

aangegeven bij welke winningen anti-verdrogingsmaatregelen zijn genomen.<br />

Anti-verdroginsmaatregelen in Gelderland<br />

Aanleg infiltratievoorzieningen Aalten, Corle, Eibergen, Noordijkerveld.<br />

Realisatie <strong>water</strong>aanvoerplan ’t Klooster.<br />

Realisatie infiltratie Epe.<br />

Treffen compenserende maatregelen bij Hof te Dieren en Koningsbeek (paleis ’t Loo).<br />

Reductie vergunning la Cabine met 1 miljoen m 3 per jaar bij uitbreiding Sijmons.<br />

Opvang groei in drink<strong>water</strong>vraag door nieuwe winningen in Rivierengebied (Fikkersdries, Hemmen en<br />

Zetten) en niet <strong>op</strong> de Zuid-Veluwe sinds 1970.<br />

Overhevelen capaciteit van 1 miljoen m³ per jaar van Putten naar Harderwijk.<br />

Realisatie ROL-project en reductie Holk.<br />

Sluiten winningen Gorssel, Harfsen, Wehl, Ruurlo, Obbinkmark, Lichtenvoorde in het kader van het<br />

project Zacht Water Achterhoek (een groot aantal van deze winningen is reeds gesloten).<br />

Reductie in winvergunningen met 25 miljoen m³ per jaar (ODDG 2008).<br />

Anti-verdrogingsmaatregelen uit ODDG:<br />

Duurzaamheid<br />

o Infiltratie en/of verdiepen Ellecom<br />

o Verdiepen Eerbeek<br />

o Infiltratie Schalterberg<br />

o Uitbreiden infiltratie Epe<br />

De winningen <strong>op</strong> de Veluwe zijn goed beschermd, waardoor de zuiveringsinspanning laag is. Voor de<br />

winningen in de Achterhoek geldt dit niet. In de Achterhoek zal sprake blijven van een tekort. Er zal altijd<br />

<strong>water</strong> aangevoerd moeten worden. Het beste alternatief is aanvoer van <strong>water</strong> vanuit de Veluwe.<br />

Binnen het duurzaamheidsscenario worden verschillende maatregelen getroffen om de duurzaamheid<br />

(ten aanzien van de zuiveringsinspanning) te <strong>op</strong>timaliseren. In de Achterhoek wordt een aantal<br />

winningen met een hoge zuiveringsinspanning gesloten. De reductie in capaciteit die hierdoor ontstaat,<br />

wordt zoveel mogelijk <strong>op</strong>gevangen binnen de Achterhoek zelf. Het tekort dat overblijft wordt vanuit de<br />

Veluwe geleverd. Dit is vergelijkbaar met de <strong>op</strong>lossing uit het beschermbaarheidsscenario. Binnen het<br />

Rivierengebied wordt bij de winningen Culemborg en Kerk-Avezaath geen ontkleuring meer toegepast.<br />

Pagina 120


Gewenste toekomstige situatie<br />

Uit de verkenning komt naar voren dat de stuwwallen in Gelderland de beste locaties zijn voor<br />

drink<strong>water</strong>winning. Dit betekent dat de vergunde capaciteit <strong>op</strong> de Veluwe maximaal wordt benut.<br />

Bovendien is er ruimte beschikbaar om de vraag naar <strong>water</strong> door andere provincies <strong>op</strong> te vangen. De<br />

winningen <strong>op</strong> de stuwwallen Rijk van Nijmegen (Rivierengebied) en Montferland (Achterhoek) worden<br />

ge<strong>op</strong>timaliseerd waardoor bestaande knelpunten ten aanzien van grond<strong>water</strong>kwaliteit en<br />

beschermbaarheid worden <strong>op</strong>gelost. Bij winning Heumensoord vindt een herverdeling van de winvelden<br />

plaats. Door <strong>op</strong> te schuiven in zuidelijke richting en te verdiepen wordt een betere <strong>water</strong>kwaliteit<br />

onttrokken. Bij winning Van Heek (Montferland en Hettenheuvel) wordt een deel van de winning verdiept<br />

waardoor de problemen met nitraatrijk grond<strong>water</strong> worden <strong>op</strong>gelost. Hierdoor kan de winning weer voor<br />

de volledige capaciteit worden ingezet. Een verdere uitbreiding van de wincapaciteit bij de winningen <strong>op</strong><br />

beide stuwwalen wordt nader onderzocht.<br />

Binnen de Achterhoek wordt via een verdere <strong>op</strong>timalisatie ingezet <strong>op</strong> het verder veiligstellen van de<br />

beschikbare wincapaciteit. Hiertoe wordt uitbreiding gezocht <strong>op</strong> locaties met de beste geohydrologische<br />

omstandigheden en/of een extensief landgebruik. Zo kunnen de winningen <strong>op</strong> Noordijkerveld en Haarlo<br />

worden uitgebreid vanwege het feit dat deze locaties enige bescherming hebben van een ondergrondse<br />

kleilaag. Deze winningen liggen dicht bij Twente en kunnen mogelijk worden ingezet voor een (extra)<br />

levering vanuit Gelderland naar Twente. De wincapaciteit van Olde Kaste wordt overgeheveld naar ’t<br />

Klooster. Na verdieping van een deel van de winning en verdere <strong>op</strong>timalisatie van compenserende<br />

maatregelen wordt de capaciteit hier uitgebreid naar 6 miljoen m³ per jaar.<br />

Dankzij de genoemde uitbreidingen heeft de Achterhoek <strong>op</strong> termijn geen import meer nodig van <strong>water</strong><br />

uit Duitsland. Bovendien is het hierdoor mogelijk om winningen met een slechte beschermbaarheid en<br />

een slechte <strong>water</strong>kwaliteit waarbij geen zicht is <strong>op</strong> verbetering (zoals Lochem), te sluiten. Het tekort dat<br />

overblijft zal net als in de huidige situatie worden aangevuld vanuit de Veluwe. Behoeftedekking met<br />

wincapaciteit binnen het <strong>water</strong>voorzieningsgebied zelf is niet haalbaar.<br />

Figuur B7.2: Infiltratievijver Epe<br />

Pagina 121


BIJLAGE 8: BESCHRIJVING WATERVOORZIENINGSGEBIED MIDDEN-NEDERLAND<br />

Midden-Nederland heeft 25 winningen en bestaat uit een viertal clusters. Momenteel vindt levering plaats<br />

over clustergrenzen heen (inclusief de ROL-levering). Gezien de ongelijke verhouding in<br />

bevolkingsaantallen tussen de clusters en (de beperkte) ruimte binnen de clusters voor het realiseren<br />

van winningen is dit in de provincie Utrecht onvermijdelijk. De geohydrologische bescherming wisselt van<br />

een goede bescherming met dikke kleilagen tot stuwwalwinningen die niet door kleiafzettingen zijn<br />

beschermd.<br />

Figuur B8.1: Ligging van de winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland (lichtblauw).<br />

Bestaande afspraken<br />

In 2001 heeft <strong>Vitens</strong> (WMN, Waterleidingmaatschappij Midden-Nederland) een overeenkomst met de<br />

provincie gesloten over het vinden van alternatieve locaties voor de meest verdroging veroorzakende<br />

winningen. Ten behoeve hiervan is een Milieueffectrapportage (m.e.r) uitgevoerd. De <strong>op</strong>dracht in het<br />

m.e.r. was het vinden van 9 miljoen m 3 per jaar aan vervangende capaciteit om de bestaande<br />

knelpunten <strong>op</strong> te lossen. Voor 4 van deze 9 miljoen m 3 per jaar is inmiddels voorzien door import vanuit<br />

Flevoland (ROL: Ruw<strong>water</strong>levering Oude Land). Voor de overige 5 miljoen m 3 per jaar zijn de<br />

vergunningaanvragen in procedure (Woudenberg-Zuid (2 miljoen m 3 per jaar) en Blokland (3 miljoen m 3<br />

per jaar)). Ten behoeve van de import uit Flevoland zijn de winningen Amersfoort Hogeweg (2,5 miljoen<br />

m 3 per jaar) gesloten en Amersfoort Berg (1,5 miljoen m 3 per jaar) gereduceerd. Op het moment dat de<br />

vergunningen voor Woudenberg-Zuid en Blokland zijn vergund, worden de vergunningen Soest (1,2<br />

miljoen m 3 per jaar) en Baarn (1,2 miljoen m 3 per jaar) ingeleverd en de winning Groenekan (2,5<br />

miljoen m 3 per jaar) gereduceerd. De vergunning Lage Vuursche (0,1 miljoen m 3 per jaar) is al<br />

ingeleverd.<br />

Interprovinciale leveringen<br />

Sinds 2002 wordt vanuit de provincie Flevoland ruw<strong>water</strong> geleverd aan de provincie Utrecht. Deze<br />

levering, bekend onder de naam ROL, bedraagt een continue geleverde hoeveelheid van 4 miljoen m 3<br />

per jaar. Het <strong>water</strong> is afkomstig van de winlocaties Spiekzand en Fledite en het ruw<strong>water</strong> wordt<br />

gezuiverd <strong>op</strong> de locatie Amersfoort Hogeweg. Ten behoeve van deze import is de winning <strong>op</strong> Amersfoort<br />

Hogeweg gesloten en de winning Amersfoort Berg gereduceerd met een capaciteit die gelijk is aan de<br />

totale import. Daarnaast vindt import plaats vanuit de Gelderse winning Holk. Een hoeveelheid van 2,8<br />

miljoen m 3 /jaar wordt als ruw<strong>water</strong> geleverd aan de zuivering van Amersfoort Hogeweg en 1,2 miljoen<br />

m 3 per jaar wordt gezuiverd geleverd aan klanten in Bunschoten en Spakenburg.<br />

Pagina 122


Anti-verdrogingsmaatregelen in Midden-Nederland<br />

Voorafgaand aan deze LTV zijn in Utrecht al veel onderzoeken uitgevoerd naar de toekomstbestendigheid<br />

van de grond<strong>water</strong>winningen ten behoeve van de drink<strong>water</strong>voorziening in Utrecht en Noord-Holland (’t<br />

Gooi). Deze onderzoeken hebben zich met name gericht <strong>op</strong> de verdrogingaspecten als gevolg van de<br />

grond<strong>water</strong>winningen en de kwaliteitsaspecten van de winningen als gevolg van menselijke activiteit in de<br />

afgel<strong>op</strong>en eeuw.<br />

Naar aanleiding van deze onderzoeken zijn ook daadwerkelijk maatregelen genomen. Momenteel wordt<br />

nog vervangende productiecapaciteit gerealiseerd. In totaal is/wordt voor 9 miljoen m 3 per jaar aan<br />

bestaande locaties gesloten en worden andere locaties in gebruik genomen. Deze nieuwe locaties hebben<br />

verwaarloosbare effecten <strong>op</strong> de natuur.<br />

Met deze slag is een grote stap gezet in natuurherstel in de provincie Utrecht. In het Gooi heeft een<br />

eerdere reductie van 5 miljoen m 3 per jaar reeds plaatsgevonden om de natuureffecten te minimaliseren.<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

In tabel B8.1 is de vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040 <strong>op</strong>genomen.<br />

Tabel B8.1: Vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040.<br />

Afgifte<br />

2010<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Pagina 123<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2025<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Mm3/jr Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar Mm3/jaar<br />

Midden-Nederland 79,1 91 86 101 108<br />

Cluster Weide- en<br />

Plassengebied (A)<br />

12,1 15 14 14<br />

Cluster Amersfoort met Gooi<br />

en Eemland (B)<br />

21,0 21 19 29<br />

Cluster Centrum (C ) 32,3 39 36 48<br />

Cluster Zuid Oost Hoek (D) 13,7 16 16 17<br />

Midden-Nederland beschikt momenteel over een vergunningcapaciteit van 91 miljoen m 3 per jaar. Dit is<br />

voldoende om in de vraag naar drink<strong>water</strong> in 2010 te kunnen voorzien.<br />

Een complicerende factor in de drink<strong>water</strong>voorziening in Midden-Nederland is een toenemende vraag<br />

naar drink<strong>water</strong> als gevolg van een groeiend bevolkingsaantal. Vooral rondom Amersfoort en ten westen<br />

en zuidwesten van Utrecht zijn nog grote woonkernen in ontwikkeling. Dit betekent een toenemende<br />

vraag naar drink<strong>water</strong>. De prognose laat zien dat er in 2040 maximaal 108 miljoen m 3 per jaar<br />

vergunningcapaciteit benodigd is. Dit is een stijging van 17 miljoen m 3 per jaar over de komende dertig<br />

jaar ten <strong>op</strong>zichte van huidige vergunde situatie.<br />

Knelpunten<br />

In bijlage 4 zijn de knelpunten per winning weergegeven. Hieruit volgt dat in <strong>water</strong>voorzieningsgebied<br />

Midden-Nederland de volgende knelpunten spelen:<br />

Een toenemende vraag naar drink<strong>water</strong> als gevolg van stijgende bevolkingsaantallen.<br />

Een groot aantal winningen in licht en sterk verontreinigd stedelijk gebied, met als consequentie het<br />

intensief zuiveren van het ruwe <strong>water</strong>.<br />

Een aantal winningen met mogelijk effect <strong>op</strong> natuurgebieden die zijn aangewezen als Natura 2000gebied<br />

dan wel als TOP-lijstgebied.


Verkenning<br />

Beschermbaarheid<br />

Het grond<strong>water</strong> in de provincie Utrecht en het Gooi is <strong>op</strong> veel plekken kwalitatief slecht. Het grond<strong>water</strong><br />

is sinds de industriële revolutie vervuild geraakt als gevolg van menselijke activiteit (onder andere<br />

afkomstig van industrie en bestrijdingsmiddelengebruik). Utrecht en Noord-Holland zijn provincies met<br />

een grote stedelijke druk. Veel winningen zijn categorie 3-winningen en twee winningen zijn zelfs te<br />

typeren als categorie 4.<br />

Specifieke aandacht is er voor de winningen Zeist en Laren. Dit zijn categorie 4-winningen. Onderzoek in<br />

het verleden heeft aangetoond dat er geen reële alternatieven voor de winning Zeist in de nabije<br />

omgeving aanwezig zijn tegen een aanvaardbaar kostenniveau. <strong>Vitens</strong> heeft er in overleg met de<br />

provincie voor gekozen een deel van de winning aan te merken als sanering, wat is vastgelegd in een<br />

saneringsbeschikking. De randvoorwaarden van de saneringsbeschikking zijn het saneren van het<br />

grond<strong>water</strong> tot de gehaltes in het ruwe <strong>water</strong> onder de norm (zoals vastgesteld in de<br />

saneringsbeschikking) komen. Berekeningen geven aan dat dit niet voor 2040 zal gebeuren. De winning<br />

Zeist blijft in de planperiode van de LTV dan ook <strong>op</strong>erationeel. Ten behoeve van de bescherming van<br />

deze winning wordt in de toekomst een <strong>water</strong>winpark aangelegd.<br />

De tweede categorie 4-winning is Laren. Laren ondervindt problemen als gevolg van VOCLverontreinigingen<br />

in Hilversum en er is een ernstige potentiële bedreiging vanuit de Laarder<br />

Waschmeren, de voormalige vloeivelden van de riool<strong>water</strong>zuiveringsinstallatie. Vanwege de<br />

verontreiniging in Hilversum is een interceptiewinning geplaatst aan de zuidzijde van de winning Laren.<br />

Met behulp van deze interceptie wordt dit interceptie<strong>water</strong> gezuiverd en vervolgens geloosd <strong>op</strong> het<br />

hemel<strong>water</strong>riool van de gemeente Hilversum.<br />

Dit interceptie<strong>water</strong> maakt onderdeel uit van een gebiedsgerichte aanpak van de <strong>water</strong>stromen aan de<br />

oostzijde van Hilversum, genaamd project Anna’s Hoeve. Ten behoeve van dit project is recent een<br />

convenant afgesloten tussen de Provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, de<br />

gemeente Hilversum, de gemeente Laren, Gooisch Natuurreservaat en <strong>Vitens</strong>. Het door <strong>Vitens</strong> geleverde<br />

interceptie<strong>water</strong> maakt integraal onderdeel uit van dit gebiedsproces. Ondanks de positieve rol van het<br />

interceptie<strong>water</strong> in het gebiedsproces Anna’s Hoeve is de toekomst van de winning Laren zorgelijk en zal<br />

er een alternatief voor deze winning moeten worden gevonden. <strong>Vitens</strong> zal de mogelijke alternatieven<br />

voor 2 miljoen m 3 per jaar in samenhang met het gebiedproces Masterplan ’t Gooi onderzoeken, waarbij<br />

de eisen vanuit de KRW maatgevend zullen zijn.<br />

Voor een aantal andere winningen, zoals Amersfoort Berg, Driebergen en Zeist, liggen er kansen <strong>op</strong> de<br />

huidige winlocatie de winning te verdiepen. Globale eerste verkenningen laten zien dat er potentiële<br />

mogelijkheden zijn <strong>op</strong> deze wijze een aantal bestaande winningen te verduurzamen (en wellicht zelfs uit<br />

te breiden) en de <strong>water</strong>kwaliteit blijvend, dan wel voor een langere periode, fors te verbeteren. Nader<br />

onderzoek moet uitwijzen in welke mate deze <strong>op</strong>tie een <strong>op</strong>lossing biedt voor de stedelijke druk die deze<br />

winningen momenteel ondervinden.<br />

Natuur<br />

Onderzoek naar de effecten van grote grond<strong>water</strong>winningen <strong>op</strong> Natura 2000- en TOP-lijstgebieden laten<br />

zien dat de winningen Loosdrecht en Veenendaal een mogelijk negatief effect hebben <strong>op</strong> de nabijgelegen<br />

natuurgebieden. Dit wordt ook niet uitgesloten voor de winningen Leidsche Rijn en Linschoten, al lijken<br />

hier de verwachte effecten <strong>op</strong> voorhand niet significant negatief. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen<br />

of er compenserende maatregelen moeten worden genomen. Hierbij moet voor de winningen Loosdrecht<br />

en Veenendaal de mogelijke <strong>water</strong>overlast in nabijgelegen stedelijk gebied in beschouwing genomen<br />

worden.<br />

Duurzaamheid<br />

<strong>Vitens</strong> heeft in het verleden veel onderzoek gedaan naar de verontreinigingen van het drink<strong>water</strong> en<br />

levert een forse inspanning <strong>op</strong> het vlak van monitoring. Optimalisatie van bestaande winningen leidde,<br />

soms voor korte tijd, tot een betere <strong>water</strong>kwaliteit. Omdat het vinden van alternatieve winlocaties in een<br />

dichtbevolkte provincie als Utrecht een lastige <strong>op</strong>gave is, is <strong>op</strong> een aantal locaties noodgedwongen<br />

gekozen voor het plaatsen van een uitgebreide zuivering, waardoor ongewenste stoffen uit het<br />

Pagina 124


grond<strong>water</strong> worden verwijderd. Deze intensieve zuivering levert knelpunten <strong>op</strong> voor het<br />

duurzaamheidscenario. Verplaatsen van de winning is geen <strong>op</strong>tie, omdat het alternatief geen wezenlijke<br />

verbetering vanuit het oogpunt van duurzaamheid <strong>op</strong>levert (in verband met extra energieverbruik). Op<br />

het moment dat verplaatsing vanuit andere knelpunten noodzakelijk is, is het verbeteren van het<br />

duurzaamheidprofiel wel een belangrijk aandachtspunt. Indien mogelijk worden technische maatregelen<br />

genomen om de duurzaamheid van een winning en zuivering te verbeteren.<br />

Voor cluster B, Amersfoort met Gooi en Eemland geldt dat het ontstane tekort niet lokaal <strong>op</strong> te lossen is.<br />

Een uitbreiding van de import vanuit Flevoland of Gelderland (Holk) zal dit tekort <strong>op</strong> moeten lossen.<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

De scenario’s beschermbaarheid, natuur en duurzaamheid laten zien dat doorvoering van deze scenario’s<br />

tot forse uitdagingen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland leiden. Zoals in het voorgaande<br />

geschetst zijn er mogelijke alternatieven denkbaar voor de forse reductie, maar geen van alle geven een<br />

compleet, volledig uitgewerkt alternatief binnen de scenario’s.<br />

Geconcludeerd moet worden dat voor de scenario’s beschermbaarheid, natuur en duurzaamheid<br />

(aangevuld met een stijgende vraag naar drink<strong>water</strong>) zoals ze in deze langetermijnvisie zijn uitgewerkt,<br />

geen volledige dekkende <strong>op</strong>lossingen voorhanden zijn. Wel zijn er lokale <strong>op</strong>timaliseringsslagen mogelijk.<br />

<strong>Vitens</strong> zal de mogelijkheid van het verdiepen van winningen onderzoeken om bestaande winningen te<br />

verduurzamen en <strong>op</strong> enkele locaties in capaciteit te verhogen.<br />

De effecten van bestaande winningen <strong>op</strong> Natura 2000-gebieden en TOP-lijstgebieden wegnemen,<br />

zover die significant aanwezig zijn, door het nemen van lokale maatregelen. Voorbeelden van<br />

maatregelen zijn het doorvoeren van <strong>water</strong>aanvoerplannen of het vasthouden van de gewenste<br />

kwaliteit <strong>water</strong>. Bij <strong>Vitens</strong>-winningen in andere provincies zijn hier goede ervaringen mee <strong>op</strong>gedaan.<br />

Categorie 4-winningen zijn ongewenst en dienen te worden vervangen door categorie 1- of 2winningen.<br />

Voor Zeist is dit momenteel niet mogelijk in verband met de saneringsbeschikking. Hier<br />

wordt door de aanleg van een <strong>water</strong>winpark een verbetering nagestreefd. Voor Laren is dit een reëel<br />

alternatief. Categorie 3-winningen zijn ook minder gewenst. De Utrechtse en Noord-Hollandse<br />

situatie is echter dusdanig dat er een onevenredige inspanning moet worden geleverd om dit doel te<br />

realiseren (doelgat is enkele tientallen miljoenen m 3 per jaar). Ingezet wordt <strong>op</strong> lokale <strong>op</strong>timalisatie<br />

om de kwaliteit te verbeteren.<br />

Een toename van de import vanuit Gelderland is noodzakelijk om de tekorten in cluster B,<br />

Amersfoort met Gooi en Eemland <strong>op</strong> te vangen. Hierdoor wordt tevens een fors deel van de<br />

toenemende vraag naar drink<strong>water</strong> <strong>op</strong>gevangen. Gelet <strong>op</strong> de beschikbare (niet gebruikte)<br />

vergunningscapaciteit bij de winning Holk wil <strong>Vitens</strong> 5 miljoen m 3 per jaar van deze vergunning<br />

reserveren voor Midden-Nederland.<br />

De Utrechtse Heuvelrug biedt kansen om verdere groei van de drink<strong>water</strong>vraag <strong>op</strong> te vangen. Het<br />

<strong>water</strong> is van goede kwaliteit en vereist een lage zuiveringsinspanning. De aanwezige<br />

verontreinigingbronnen worden momenteel aangepakt en de infiltratie van regen<strong>water</strong> wordt door<br />

middel van afk<strong>op</strong>pelprojecten verder vergroot, waardoor de grond<strong>water</strong>hoeveelheid kan toenemen.<br />

Hierdoor ontstaat de kans grond<strong>water</strong> te blijven winnen tegen aanvaardbare effecten. Hoe groot de<br />

rol is die de Utrechtse Heuvelrug hierin kan spelen moet worden onderzocht.<br />

Een grootschalig onderzoek naar alternatieve bronnen voor de drink<strong>water</strong>voorziening<br />

(<strong>op</strong>pervlakte<strong>water</strong>, oeverinfiltraat etc.) ligt in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Midden-Nederland niet voor<br />

de hand. Overschakelen naar dergelijke bronnen levert geen verbetering <strong>op</strong> van de<br />

beschermbaarheid. Daarnaast zal de zuiveringsinspanning eerder toenemen dan afnemen. Levering<br />

vanuit Gelderland/Flevoland is in dit geval een veel aantrekkelijker alternatief.<br />

Winning Doorn<br />

De winning Doorn is sinds medio 2010 een winning van <strong>Vitens</strong>. Heroverweging van de winningen in de<br />

zuidoosthoek van Utrecht moet duidelijk maken of de winning Doorn als duurzame winning in stand<br />

wordt gehouden, of dat de leveringfunctie van Doorn door een nabijgelegen winning wordt overgenomen.<br />

Pagina 125


Momenteel wordt bijna 1 miljoen m 3 per jaar gewonnen <strong>op</strong> de locatie Doorn. Indien de winning wordt<br />

gesloten dient de vergunningcapaciteit te worden overgeheveld naar een andere locatie.<br />

Figuur B8.2: Beerschoten is groener geworden door het verdiepen van de winning.<br />

Pagina 126


BIJLAGE 9: BESCHRIJVING WATERVOORZIENINGSGEBIED FLEVOLAND<br />

Watervoorzieningsgebied Flevoland bestaat uit vier winningen die goed beschermd zijn onder dikke<br />

kleilagen. Drie winningen zijn gelegen in zuidelijk Flevoland en één in oostelijk Flevoland. Flevoland kent<br />

in het gebied grotere en kleinere woonkernen met een zeer extensief bewoond buitengebied.<br />

Figuur B9.1: Ligging van de winningen in <strong>water</strong>voorzieningsgebied Flevoland (groene gebied).<br />

Strategische grond<strong>water</strong>voorraad<br />

De provincie Flevoland heeft in haar Provinciale Omgevingsplan vastgelegd dat de huidige door <strong>Vitens</strong><br />

onttrokken hoeveelheid grond<strong>water</strong> duurzaam is. Om een toenemende vraag naar drink<strong>water</strong> <strong>op</strong> te<br />

kunnen vangen zijn in zuidelijk Flevoland mogelijkheden om de onttrekkingshoeveelheid te verhogen<br />

zonder negatieve effecten <strong>op</strong> landbouw, natuur en de zoete grond<strong>water</strong>voorraad. De grote voorraad zoet<br />

grond<strong>water</strong> in zuidelijk Flevoland is zeer goed beschermd tegen invloeden vanaf het maaiveld door de<br />

aanwezigheid van kleilagen boven het zandpakket waaruit het grond<strong>water</strong> wordt onttrokken. Deze<br />

voorraad goed zoet grond<strong>water</strong> is ook aangemerkt als strategische voorraad voor centraal Nederland. De<br />

provincie neemt hiermee de verantwoordelijkheid voor een betrouwbare drink<strong>water</strong>voorziening tot zelfs<br />

buiten haar provinciegrenzen.<br />

Waterkwaliteit<br />

De winning Bremerberg in Oostelijk Flevoland wordt gevoed door diep grond<strong>water</strong> vanaf de Veluwe en<br />

Veluwemeer<strong>water</strong>, wat een (beperkt) aandachtspunt is voor de kwaliteit van het ruw<strong>water</strong>.<br />

Interprovinciale leveringen<br />

9 miljoen m 3 per jaar van de 38 miljoen m 3 per jaar beschikbare vergunningcapaciteit is bestemd<br />

voor de export naar Gelderland en Utrecht (zie hieronder). Een hoeveelheid van 29 miljoen m 3 per<br />

jaar is beschikbaar voor gebruik in oostelijk en zuidelijk Flevoland.<br />

De Noordoostpolder (NOP) wordt van drink<strong>water</strong> voorzien vanuit de drink<strong>water</strong>productielocatie St.<br />

Jansklooster. In totaal wordt 3 miljoen m 3 per jaar drink<strong>water</strong> geïmporteerd vanuit Overijssel.<br />

Pagina 127


Ruw<strong>water</strong> levering Oude Land (ROL-<strong>water</strong>)<br />

Vanaf eind jaren tachtig wordt er <strong>op</strong> regionale schaal onderzoek verricht naar verdroging van<br />

natuurgebieden en landgoederen. Doordat een aantal grond<strong>water</strong>winningen aan de randen van de Veluwe<br />

en de Utrechtse Heuvelrug een verdrogend effect hebben <strong>op</strong> de natuur, was het streven de<br />

<strong>water</strong>onttrekking in centraal Nederland te beperken.<br />

De voorraad zoet grond<strong>water</strong> in de bodem in Flevoland is dusdanig van omvang dat levering van<br />

grond<strong>water</strong> aan Utrecht en Gelderland mogelijk is zonder daarbij de mogelijkheden voor Flevoland zelf te<br />

beperken. De winningen zijn goed beschermd en de effecten <strong>op</strong> natuur en landbouw marginaal. Vanaf<br />

2002 wordt er 9 miljoen m 3 per jaar ruw grond<strong>water</strong> geëxporteerd naar Utrecht en Gelderland.<br />

Winbare capaciteit 2010 en prognose 2040<br />

In tabel B9.1 is de vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040 <strong>op</strong>genomen.<br />

Tabel B9.1 Vergunde en winbare capaciteit in 2010 en de prognose voor 2040.<br />

Afgifte<br />

2010<br />

Vergunde<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Pagina 128<br />

Winbare<br />

capaciteit<br />

2010<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2025<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Totaal<br />

benodigde<br />

vergunning<br />

2040<br />

Prognose+<br />

PV+OR+NOR<br />

Mm3 per jr Mm3 per jaar Mm3 per jaar Mm3 per jaar Mm3 per jaar<br />

Flevoland 20,6 38 38 29 30<br />

Watervoorzieningsgebied Flevoland beschikt momenteel over een vergunningcapaciteit van 38 miljoen<br />

m 3 per jaar. Daarvan is 9 miljoen m 3 per jaar bestemd voor levering aan de <strong>water</strong>voorzieningsgebieden<br />

Midden-Nederland en Gelderland. Er resteert 29 miljoen m 3 per jaar voor gebruik in Flevoland. Dit is<br />

voldoende om in de vraag naar drink<strong>water</strong> in 2010 te kunnen voorzien.<br />

Sinds het droogvallen van de Noordoostpolder in de jaren veertig van de vorige eeuw is de vraag naar<br />

drink<strong>water</strong> in de Flev<strong>op</strong>olders gestaag toegenomen. De vraag naar drink<strong>water</strong> is gegroeid tot ongeveer<br />

24 miljoen m 3 per jaar in 2010. Als gevolg van de groei van Almere en in mindere mate Lelystad,<br />

Dronten en Emmeloord, zal de drink<strong>water</strong>vraag nog fors toenemen.<br />

Knelpunten<br />

In Flevoland zal gezocht moeten worden naar de <strong>op</strong>vang van de verwachte drink<strong>water</strong>vraag tussen nu en<br />

2040. Bij het zoeken naar bronnen voor deze noodzakelijke uitbreiding zal de huidige levering van het<br />

ROL-<strong>water</strong> moeten worden betrokken. De provincie stelt als eis dat bij het zoeken naar<br />

uitbreidingsmogelijkheden de noodzaak van de ROL-levering tegen het licht wordt gehouden. Dit is<br />

conform de destijds verleende Grond<strong>water</strong>wetvergunning ten behoeve van de export.<br />

Gelet <strong>op</strong> de hydrologische mogelijkheden van een polder naast de Veluwe is het wenselijk om de<br />

mogelijkheden te onderzoeken om extra wincapaciteit te reserveren als strategische voorraad voor<br />

Flevoland en omliggende provincies.<br />

Verkenning<br />

Beschermbaarheid<br />

De winningen in Flevoland zijn allemaal categorie 1 en 2-winningen. De grond<strong>water</strong>kwaliteit in de<br />

provincie Flevoland is goed. De winningen zijn gelegen onder een dikke kleilaag en zijn dan ook vrij van<br />

vervuilende stoffen. De winning Bremerberg staat onder invloed van het Veluwemeer en er worden


sporen bestrijdingsmiddelen in het ruwe <strong>water</strong> aangetroffen. De kwaliteit is echter voldoende, zodat ook<br />

hier geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Ten aanzien van beschermbaarheid zijn er dan ook geen<br />

knelpunten.<br />

Natuur<br />

In <strong>water</strong>voorzieningsgebied Flevoland is geen sprake van natuurknelpunten. Het Flevolandse <strong>water</strong> levert<br />

zelfs een bijdrage aan de verdrogingbestrijding in Midden-Nederland (zie inzet ROL). De winningen in<br />

zuidelijk Flevoland hebben niet tot nauwelijks effect <strong>op</strong> natuur en landbouw en kunnen worden<br />

aangewend om de verdrogingproblematiek in omliggende provincies aan te pakken.<br />

Duurzaamheid<br />

De winningen in Flevoland kunnen allemaal als duurzaam worden beschouwd. Er zijn geen knelpunten.<br />

Gewenste toekomstige situatie<br />

De winningen in de provincie Flevoland vormen geen knelpunt in de drink<strong>water</strong>voorziening in de<br />

provincie. Sterker nog: Flevoland neemt de rol van provinciegrensoverschrijdende leverancier van goed<br />

grond<strong>water</strong> als grondstof voor het bereiden van drink<strong>water</strong>.<br />

De gewenste toekomstige situatie in Flevoland wijkt niet erg af van de huidige wijze van drink<strong>water</strong><br />

winnen en bereiden. Er liggen twee uitdagingen in Flevoland. De toekomstige drink<strong>water</strong>voorziening voor<br />

de provincie Flevoland borgen door 2 miljoen m 3 per jaar extra vergunningsruimte te realiseren. De<br />

tweede uitdaging is de strategische reservering voor de lange termijn te borgen. De aanpak is als volgt:<br />

<strong>Vitens</strong> en de provincie Flevoland onderzoeken de mogelijkheden van uitbreiding van bestaande<br />

locaties en nieuwe winmogelijkheden (zoet en brak<strong>water</strong>, gereed eind 2011).<br />

Bepaald wordt welke locaties worden ingezet voor de levering in Flevoland en welke locaties worden<br />

gereserveerd voor de omliggende provincies. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door <strong>Vitens</strong> met de<br />

provincies Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en Gelderland om de knelpunten en winmogelijkheden<br />

in deze provincies af te wegen (gereed eind 2012).<br />

Figuur B9.2: Landschappelijke inpassing winning Harderbroek.<br />

Pagina 129


BIJLAGE 10: OVERZICHT VERGUNNINGCAPACITEIT PER PROVINCIE<br />

In onderstaande tabel is de benodigde vergunningcapaciteit per <strong>water</strong>voorzieningsgebied omgerekend<br />

naar de benodigde vergunningcapaciteit per provincie.<br />

Provincie<br />

Totaal benodigde<br />

vergunning 2040<br />

(prognose+PV+OR+<br />

NOR)<br />

Mm 3 per jaar<br />

Watervoorzienings-<br />

gebied<br />

Friesland 57 Friesland 57<br />

Overijssel 94 Overijssel 101<br />

Gelderland 157 Gelderland 159<br />

Utrecht 101 Midden-Nederland 108<br />

Flevoland 37 Flevoland 30<br />

Drenthe 3<br />

Noord-Holland 8<br />

Totaal 457* 455<br />

Pagina 130<br />

Totaal benodigde<br />

vergunning 2040<br />

(prognose+PV+OR+<br />

NOR)<br />

Mm 3 per jaar<br />

*Inclusief 2 Mm 3 per jaar voor Vianen (voorzieningsgebied Oasen) en Doorn (wordt <strong>Vitens</strong>-gebied m.i.v.<br />

1-1-2011).


COLOFON<br />

<strong>Vitens</strong> N.V.<br />

Auteurs : Rian Kloosterman, Adri Kostense,<br />

Jan van Essen, Feike Bonnema,<br />

Peter Salverda, Johan Driessen,<br />

René Kollen, Eelco Trietsch en<br />

Micha van Aken<br />

Kenmerk : Langetermijnvisie<br />

Datum : 19-5-2011<br />

Vormgeving : Bit Agency, Ewijk<br />

Druk : Drukkerij Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam<br />

Pagina 131


Pagina 132

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!