zondag 17 april 2005 - Erfgoedcel Antwerpen
zondag 17 april 2005 - Erfgoedcel Antwerpen
zondag 17 april 2005 - Erfgoedcel Antwerpen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>zondag</strong> <strong>17</strong> <strong>april</strong> <strong>2005</strong><br />
Rally, Maritiem gevaar!<br />
Speciaal voor families, jeugdbewegingen en andere<br />
grote en minder grote mensen<br />
Met op de Boeienweide een afsluitend gevarenspel voor kinderen!<br />
1
2<br />
Het parcours<br />
Boeienweide <strong>17</strong><br />
16<br />
15 14<br />
13<br />
8<br />
12<br />
6<br />
7<br />
10<br />
9<br />
11<br />
5<br />
3<br />
2 1 4<br />
Te voet of te fiets<br />
Je kunt de rally te voet afleggen<br />
of met de fiets. Wie met de auto<br />
komt, vindt in de omgeving een<br />
ruim parkeeraanbod. Met het<br />
openbaar vervoer kom je met<br />
de buslijnen 1, 9 en 13, en de<br />
tramlijnen 4 en 7.<br />
Fietsen kun je huren bij<br />
DE WINDROOS, Steenplein<br />
Tel. 03 480 93 88<br />
De rally is zo’n 3 kilometer lang.<br />
We starten aan de Hanzestedenplaats, op de landtong tussen het Bonaparte- en het Willemdok.<br />
Op deze plaats zal straks het Museum aan de Stroom (MAS) verrijzen.<br />
Op de plattegrond kun je het parcours zien: we stappen of fietsen achtereenvolgens langs het<br />
Bonapartedok, de Sint-Aldegondiskaai, de Tavernierkaai en het Loodswezen, en komen via de<br />
wandelweg achter de waterkeringsmuur bij het Maritiem Park en het Nationaal Scheepvaartmuseum.<br />
Daarna gaat het via het Steenplein, het Zuiderterras en de Voetgangerstunnel onder<br />
de Schelde naar Linkeroever.<br />
Daar eindigen we op de Boeienweide.
Help een Rally!<br />
Alles wat je moet weten om eraan te beginnen<br />
Waarom een maritieme rally?<br />
Erfgoeddag <strong>2005</strong> heeft als thema ‘Gevaar’. Uit ons erfgoed blijkt volop aan welke gevaren en<br />
risico’s mensen allemaal hebben blootgestaan, en bovendien loopt ook dat erfgoed zélf niet<br />
zelden gevaar. Daar gaat het op <strong>17</strong> <strong>april</strong> over in heel Vlaanderen, ook in <strong>Antwerpen</strong>.<br />
Maar in de stad aan de stroom zijn we het aan onszelf verplicht ook ‘het water’ en al zijn<br />
gevaren bij Erfgoeddag te betrekken. Dat doen we met deze zoektocht en dit rallyboekje. We<br />
maakten een keuze uit het riante gevarenaanbod aan de boorden van de Schelde. Dat is bijzonder<br />
boeiend, soms spannend en je zult gegarandeerd ontdekkingen doen!<br />
Dankzij de rallyformule willen we al dat moois en gevaarlijks op een aantrekkelijke manier brengen,<br />
informatief en speels tegelijk. Iedereen kan meedoen. En voor we het vergeten: het gaat<br />
hier wel over gevaar, maar gevaarlijk is de rally niet echt.<br />
Voor wie is de rally bestemd?<br />
Voor iedereen, groot en klein. Het parcours is erg geschikt om in familieverband af te leggen.<br />
Of in groep, als jeugdbeweging! Of gezellig met z’n tweetjes langs het water...<br />
We hebben geprobeerd om onderweg en in dit boekje iedereen aan zijn trekken te laten komen.<br />
Er zijn dingen die kinderen leuk zullen vinden, maar ook wie meer wil weten over bijvoorbeeld<br />
hoe je op de Schelde moet varen, wordt bediend.<br />
Hoe werkt het?<br />
Je zult merken dat dit boekje in tien hoofdstukken is verdeeld. Ze zijn telkens verbonden met<br />
een of twee plekken. De eerste acht van de tien hoofdstukken sluiten we af met een vraag.<br />
Het antwoord op die vraag vind je op de locatie waar je je bevindt. Een van de letters uit dat<br />
antwoord heb je nodig om aan het eind een woord met tien letters te kunnen maken. We geven<br />
telkens aan om welke letter het gaat. De twee laatste letters krijg je door mee te spelen<br />
met het spel op de Boeienweide. Daar ligt alle hoop dus bij de kinderen.<br />
Achteraan in dit boekje vind je een antwoordbladzijde. Daar kun je alles noteren.<br />
Op de Boeienweide aan het eind van de rally kun je aan de Onthaaltent je antwoord inleveren,<br />
in ruil voor een prijs.<br />
De boeienweide?<br />
De rally eindigt dus op de Boeienweide op Linkeroever. Maar ‘eindigen’ is een veel te slap<br />
woord. Op de Boeienweide hebben de Zeescouts een ‘maritiem gevarenspel’ in mekaar gebokst.<br />
En daar kennen ze wat van! Terwijl kinderen, aangemoedigd door hun ‘grote’ supporters, meespelen,<br />
genieten de anderen van het prachtige panorama aan de overkant en van drankje.<br />
3
4<br />
Hoofdstuk I - Rijn en Binnenvaartmuseum 1<br />
Je wandeling start aan het Bonapartedok 2 , en wel op de<br />
Nieuwpoortkaai. Met hun boeg tegen de kaai - in zeemanstaal:<br />
kops afgemeerd - liggen hier drie binnenschepen. Samen<br />
vormen ze het Rijn- en Binnenvaartmuseum 1 . Ga gerust<br />
aan boord en maak kennis met schipper Lionel en zijn vrouw<br />
Maria. Zij zullen met plezier op al je vragen antwoorden en<br />
uitleg geven.<br />
Het harde leven van binnenschippers<br />
Varen met een ‘binnenman’ was en is nog altijd een gevaarlijk<br />
beroep. Ontelbare schippers én hun familie stierven<br />
de verdrinkingsdood na een aanvaring, een stranding of<br />
door het kapseizen (plotseling omdraaien) van hun vaartuig.<br />
Een binnenschip in gevaar<br />
© Rijn- en Binnenvaartmuseum<br />
Om uiteenlopende gevaarsituaties aan te duiden - motorpech, het in- en uitvaren van de sluizen,<br />
elkaar verkeerd passeren enz. - en hun collega’s te waarschuwen, gebruikten schippers<br />
verschillende soorten dagmerken. Het museum toont enkele exemplaren in het ruim van het<br />
schip-met-de-mooie-naam ‘Mon désir’<br />
Met je pas verworven zeemansbenen ga je vervolgens aan boord van de ‘Liomar’ (jawel, van<br />
Lionel en Maria), waar onder meer Belgische scheepsmotoren worden tentoongesteld. Die<br />
geven je een goede indruk hoe binnenvaartschepen werden voortgestuwd.<br />
Aan boord van schip nummer drie, de ‘Angèle’, bevindt zich een cafetaria. Hier maak je aan<br />
de hand van een fotocollectie kennis met het (harde) leven van een schippersfamilie. Een<br />
filmpje laat binnenschippers aan het woord over hun bestaan.<br />
Boeiend om te weten I<br />
Het Rijn- en Binnenvaartmuseum is een privé-initiatief en wordt door vrijwilligers in stand<br />
gehouden. Om in het onderhoud van de collectie en de drie vaartuigen te voorzien vinden er<br />
jaarlijks ‘Open Scheepvaartdagen’ plaats. Dit volstaat niet om alle kosten te dekken en de<br />
collectie eventueel uit te breiden. Meer nog: dit museum is een voorbeeld van erfgoed dat in<br />
gevaar dreigt te verkeren.<br />
Vraag 1<br />
Je bent net aan boord van een stalen spits (een binnenvaartuig) uit 1913 geweest, waar je<br />
kennismaakte met een deel van de collectie van het Rijn- en Binnenvaartmuseum 1 . Neem de<br />
7de letter van de scheepsnaam en noteer die op je antwoordblad achteraan in dit boekje.
Hoofdstuk II - het Bonapartedok 2<br />
Zicht op het Bonapartedok<br />
© Toerisme <strong>Antwerpen</strong><br />
Dit lijkt misschien een wat vreemd hoofdstuk, omdat we je<br />
hier onder meer wijzen op twee zaken die... er momenteel<br />
(nog) niet zijn! Over enkele maanden verwachten we je hier<br />
dan ook terug voor het lichtschip West-Hinder III 3 , en over<br />
enkele jaren voor een bezoek aan het Museum aan de<br />
Stroom 4 .<br />
Kijk bij het Bonapartedok 2 - dat is op zichzelf de moeite<br />
waard! - even om je heen. Richting Schelde zie je het Loodswezengebouw<br />
6 en even rechts daarvan de fraai gerestaureerde<br />
sluismeesterswoning (nu een restaurant). Aan je rechterzijde<br />
ligt de hotelboot ‘Diamond Princess’ 5 (permanent) aan de<br />
kade afgemeerd. Daarnaast is normaal de vaste ligplaats van het lichtschip West-Hinder III 3 .<br />
Spijtig genoeg is het schip in de periode van Erfgoeddag aan een grondige droogdokbeurt toe.<br />
Daarna komt het hier terug, en wel definitief.<br />
Een keizerlijk dok<br />
Het Bonapartedok is een fraai stuk erfgoed. In 1803 gaf Napoléon Bonaparte het bevel in deze<br />
omgeving 1300 woningen af te breken en de vlieten - dat zijn inhammen van de Schelde - droog<br />
te leggen. Vier jaar later ging de eerste spade in de grond en in 1811 kon het eerste schip in het<br />
Bonapartedok afmeren. De bouw ervan was een huzarenstukje, waar de keizer terecht trots op<br />
was: de dokken werden met de hand uitgegraven, kregen bakstenen kaaimuren en werden afgedekt<br />
met een arduinen boordsteen. We mogen ze als de wieg van de Antwerpse getijdenvrije<br />
haven beschouwen. Het Bonapartedok heeft vandaag een lengte van 2<strong>17</strong> meter en een breedte<br />
van bijna <strong>17</strong>5 meter. Het water is er meer dan 6 meter diep.<br />
Boeiend om te weten II<br />
Een deel van het Bonapartedok is in de jaren 1970 ‘geamputeerd’ omdat er voor het steeds<br />
drukkere verkeer een rijweg (de Rijnkaai) moest worden aangelegd. Van het zogeheten ‘benedenhoofd’<br />
(dat is de kant van de rivier) bijvoorbeeld resten alleen nog de twee kaaimuren uit de<br />
jaren 1860. Die werden in 1996 opgenomen op de lijst van beschermde monumenten.<br />
Laat je overigens niet misleiden door de namen: wat nu een plezierhaven is - het huidige Willemdok,<br />
het grotere van de twee dokken - is óók door Napoleon gegraven. Zijn Bonapartedok<br />
wordt ook wel ‘museumdok’ genoemd!<br />
Een drijvende vuurtoren<br />
Een lichtschip als de West-Hinder III - we herhalen: op Erfgoeddag is het schip niet te zien - was<br />
een soort drijvende vuurtoren. Het was bemand en lag op een vaste ankerpositie. Het schip<br />
waarschuwde naderende schepen voor gevaren. In het geval van de West-Hinder III was dat<br />
voor de gelijknamige zandbank die voor de Belgische kust lag.<br />
Wegens de hoge onderhoudskosten werd het schip in 1994 uit de vaart genomen en vervangen<br />
door een volautomatisch en onbemand lichtplatform. In 1995 werd het aan de stad<br />
<strong>Antwerpen</strong> overgedragen en momenteel maakt het deel uit van de collectie van het Museum<br />
5
6<br />
aan de Stroom/Nationaal Scheepvaartmuseum. Het interieur bleef gaaf bewaard. Als het er<br />
ligt, kun je de machinekamer, het vooronder met de ankerkettingen, de kajuiten en de commandobrug<br />
bezoeken.<br />
Erfgoedtroost: een baken in de duisternis<br />
Een troost: de West-Hinder III is er op Erfgoeddag niet en wel. In het Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
kun je straks een film bekijken over het leven aan boord van een lichtschip. Het<br />
bijzondere is dat hij is gemaakt door de opvarenden zelf. Duur: 20 min.<br />
En van 4 juni tot 30 oktober <strong>2005</strong> loopt in datzelfde museum de tentoonstelling ‘Een baken in<br />
de duisternis. De geschiedenis van lichtschepen en vuurtorens in België’. Dat is een internationaal<br />
project van een achttal musea aan de Noordzeekust. Het verhaal begint in de Middeleeuwen<br />
met de eerste vuurtoren (Nieuwpoort, 1284) en gaat tot de opruststelling van het<br />
laatste Belgische lichtschip. Dat was de... West-Hinder III (1994).<br />
Het lichtschip de West-Hinder III, opnieuw in het Bonapartedok vanaf 4 juni <strong>2005</strong><br />
© MAS/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
Maquette van het Museum aan de Stroom<br />
© Collectiebeleid, Foto: Michel Wuyts<br />
Boeiend om te weten III<br />
Een lichtschip is eigenlijk een baken. Zoals veel woorden uit de schipperstaal is ook ‘baken’<br />
binnengedrongen in uitdrukkingen waarvan de betekenis niet noodzakelijk nog veel met water<br />
te maken heeft. Ken je deze: ‘als het tij verloopt, moet men de bakens verzetten’? Het spreekwoord<br />
betekent dat je je moet aanpassen aan veranderende omstandigheden.<br />
Vraag 2<br />
Op welke ‘plaats’ zal het Museum aan de Stroom 4 gebouwd worden? Je neemt de naam en<br />
daarvan heb je de 1ste letter nodig. Vergeet hem niet in te vullen op je antwoordblad.
Hoofdstuk III - Het loodswezengebouw 6<br />
Visuele voorstelling van het<br />
‘betonningssysteem’<br />
Onze volgende halte is het Loodswezengebouw 6<br />
sinds 1895 een baken voor de langsvarende scheepvaart.<br />
Stap langs de Sint-Aldegondiskaai en loop tot<br />
aan de oversteekplaats voor voetgangers. Aan de overzijde<br />
van de Tavernierkaai ga je naar rechts en achter<br />
het plantsoen weer naar links.<br />
Je loopt tot aan de Scheldeboord, waar de boeienleggers<br />
8 afgemeerd liggen. Op het plein voor het<br />
gebouw zelf - of beter van op het bordes - heb je een<br />
uniek uitzicht over de rivier en Linkeroever. Je bevindt<br />
je hier op het werkterrein van DAB-Vloot van het<br />
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, een Dienst<br />
die Afzonderlijk Beheerd wordt (vandaar DAB) en die<br />
verantwoordelijk is voor de bebakening van de binnen-<br />
en kustwateren.<br />
Vervolgens gaan we het gebouw rechts van het Loodswezen<br />
binnen. In dit mooie Boeienmagazijn 7 uit<br />
1899 staat personeel van DAB-Vloot klaar om je alles<br />
te vertellen over betonning en bebakening. Dat doen<br />
ze ook op hun boeienleggers 8 . Hieronder vind je al<br />
enkele sleutelbegrippen.<br />
Bakens...<br />
Een schip moet veilig kunnen navigeren. Alle vaste en drijvende voorwerpen die daarvoor<br />
zorgen, noemen we samen de ‘vaarwegmarkering’. Wat valt daaronder? Een lichtplatform, een<br />
vuurtoren, een baken met of zonder licht, maar ook een lichtschip, een boei, een ton...<br />
Tot in de jaren 1960 had zo ongeveer elk land met een kust zijn eigen signalisatie. Dat probleem<br />
is nu opgelost: eerst met twee systemen en sinds kort zijn die tot één systeem gecombineerd.<br />
Dat is vanzelfsprekend veiliger, omdat er dan minder of geen kans meer is op verwarring.<br />
...en boeien<br />
Om veilig te navigeren worden er vaarwegen gemarkeerd. Dat gebeurt door boeien en tonnen<br />
‘uit te leggen’ (zo noemt men dat). Samen vormen ze ‘de betonning’. Ze helpen de kapitein van<br />
een schip om gevaren te ontwijken: ondiepten, zandbanken, een rif, een wrak van een gezonken<br />
vaartuig enz. Het kan het verschil betekenen tussen leven en dood.<br />
Boeien kunnen nog andere ‘taken’ uitvoeren. Tot ver in de oceanen liggen meteorologische<br />
reuzenboeien die allerhande waarnemingen verrichten. Denk maar aan de boeien die in de<br />
Stille Oceaan verankerd liggen om zowel de Japanse als de Amerikaanse kusten voor dreigende<br />
vloedgolven (tsunami’s) na oceaanbevingen te waarschuwen.<br />
Van een primitieve rieten of houten uitvoering evolueerde de boei tot een soms meer dan 12<br />
meter hoge mastodont. Ze worden zo gebouwd dat ze over voldoende drijfvermogen beschik-<br />
7
8<br />
ken, hebben verschillende vormen, worden geschilderd in allerlei kleuren en uitgerust met<br />
allerhande lichten. Welke, dat hangt af van het soort markering: gaat het om laterale markeringen,<br />
kardinale markeringen, losliggend gevaar-markeringen, veilig vaarwater-markeringen<br />
of bijzondere markeringen? De boeienstoet is eindeloos, zoals blijkt uit de vele benamingen:<br />
lichtboei, brulboei, radarboei, wrakboei, sparboei, meerboei, reddingsboei, ankerboei enz.<br />
Antwerpse boeienleggers<br />
Het schip dat instaat voor het leggen en het onderhouden van de boeien op de Schelde heeft<br />
zijn vaste aanlegplaats voor het Loodswezen. De dienst DAB-Vloot beschikt over twee boeienleggers,<br />
waarvan één permanent bemand is. Je kan met al je vragen terecht bij het bemanningslid<br />
ter plaatse.<br />
Wegen op het water<br />
Kunnen schepen botsen? Ja, dat kan. Boeien moeten juist aanvaringen voorkomen.<br />
Kom je vanuit zee en vaar je de Schelde op, dan wordt de vaargeul aan de rechterzijde (dat<br />
is stuurboord) gemarkeerd door spitsvormige, groene boeien met een groen licht en een oneven<br />
nummer. De linkerzijde (bakboord) wordt gemarkeerd door cilindrische, rode boeien met<br />
een rood licht en voorzien van een even nummer. Dit zijn de zogenaamde ‘laterale markeringen’.<br />
Ligt er op de vaarroute bijvoorbeeld een gevaarlijk wrak, dan kan men dat aan de schepen<br />
kenbaar maken met zogeheten ‘kardinale boeien’. Die geven een bepaald (gevaarlijk) punt<br />
aan. Ze zijn zwart/geel met een wit licht en liggen in de richting van de vier hoofdwindstreken.<br />
Schepen weten dan perfect aan welke zijde ze veilig het gevaarlijke obstakel kunnen<br />
voorbijvaren.<br />
Boeiend om te weten<br />
Moderne rivierboeien zijn 5 à 6 meter hoog. Ze worden in de rivier verankerd met een lange<br />
ketting (ca. 30 meter) en een enkele of dubbele betonnen steen (1,5 à 2 ton). In het water<br />
bedraagt hun diepgang ongeveer twee meter. Het licht straalt dus minstens drie meter boven<br />
het wateroppervlak. Theoretisch moet dat dan van 3,5 tot 4 zeemijl ver te zien zijn (ca. 7400<br />
meter). De meeste boeien hebben een radarreflector zodat de schepen ze op hun radar kunnen<br />
waarnemen. Het licht wordt gevoed door zonnepanelen. Boeien kunnen ook uitgerust zijn met<br />
een misthoorn, klok en fluit.<br />
Vraag 3<br />
Het personeel van DAB-Vloot heeft je net op een deskundige manier<br />
uitgelegd hoe een boeienlegger werkt.<br />
Maar hoe heet de boeienlegger die aangemeerd ligt? Neem de tweede letter<br />
van de naam en vul die in op je antwoordblad.
Hoofdstuk IV - De ‘ M 477 Oudenaarde’ en de‘Amical’<br />
/ het Maritiem Park 13<br />
Detail van de mijnenveger M 477 Oudenaarde ©<br />
MAS/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
Ga terug naar de straat en vervolg je weg langs het<br />
Margueriedokje 10 , richting Noorderterras (ook wel<br />
‘Wandelterras Noord’ genoemd). Je loopt even langs<br />
de waterkeringsmuur en komt voorbij de ‘laatste<br />
rustplaats’ van metalen ex-boeien 9 . Dat is op<br />
zichzelf een brok maritiem erfgoed die het behouden<br />
meer dan waard is. Wandel stroomopwaarts tot aan<br />
de stoomsleepboot ‘Amical’ en de mijnenveger ‘Oudenaarde’<br />
11 . Ze liggen aan wat eens de kademuren<br />
van de Koolvliet waren. Die zijn gemarkeerd met<br />
stroken blauw asfalt.<br />
Voor het Maritiem Park 13 , een deel van de collectie<br />
van het Museum aan de Stroom/Nationaal<br />
Scheepvaartmuseum 14 , ga je straks verder langs<br />
het wandelpad. Het hekken van het Park staat ter<br />
gelegenheid van Erfgoeddag uitnodigend open.<br />
Mijnen vegen en boten slepen<br />
De ‘M 477 Oudenaarde’ is een mijnenveger die zijn werk deed in ondiep water, zoals rivieren<br />
en kustgebieden. Het schip werd tussen 1957 en 1959 gebouwd, samen met 15 identieke<br />
schepen, op een werf in Kruibeke. De romp is volledig in hout, bedekt met kunststof, en de<br />
schroeven en het roer zijn van brons. Hierdoor kon de ‘Oudenaarde’ ongehinderd in een<br />
magnetisch mijnenveld opereren. België heeft een stevige reputatie als het op mijnenvegen<br />
aankomt.<br />
Even raden hoe lang en hoe breed dit schip is? 34,5 meter lang en 6,7 meter breed.<br />
De ‘Amical’ (Dordrecht, 1914) was de laatste Belgische stoomsleepboot. Voor W.O.II bestond<br />
de vloot binnenvaartuigen vooral uit vaartuigen zonder motor. Om ze op hun bestemming te<br />
krijgen werden tegen betaling sleepboten ingezet, zoals de ‘Amical’ er een is. In 1986 schonken<br />
de eigenaars hun boot aan het Scheepvaartmuseum.<br />
Deze twee vaartuigen worden door vrijwilligers onderhouden. Dit is opnieuw waardevol maritiem<br />
erfgoed, dat echter door een gebrek aan middelen bedreigd is.<br />
Boeiend om te weten I<br />
De Belgische Zeemacht - nu officieel ‘Marinecomponent’ - werd na de Tweede Wereldoorlog<br />
(1946) opgericht. Haar voornaamste taak bestond erin de kusten en rivieren van mijnen te<br />
vrijwaren en konvooien te begeleiden.<br />
Tijdens de Koreaanse Oorlog in de jaren 1950 stuurde de Zeemacht haar troepentransportschip<br />
‘Kamina’ uit. Een gedenkplaat op de kaai (ter hoogte van achterschip van de ‘Oudenaarde’)<br />
herinnert daaraan.<br />
11<br />
9
10<br />
Schepen ‘op den droge’: Het maritiem park<br />
In 1974 kreeg het Nationaal Scheepvaartmuseum van het stadsbestuur het grootste deel van<br />
Hangar 22 toegewezen als ruimte voor een openluchtmuseum. Er liggen vandaag allerlei types<br />
vaartuigen.<br />
Enkele aanraders (te beginnen het dichtst bij het Steen). Voor de mysterieuze namen van de<br />
types verwijzen we je naar de bezoekersgids van het Nationaal Scheepvaartmuseum:<br />
de prachtige sleepspits ‘Lauranda’ uit 1928, 38,5 meter lang;<br />
de klipperaak ‘Sint Antonius’, die vorig jaar zijn 90ste verjaardag vierde (in gebruik genomen<br />
in 1914);<br />
het houten walenschip ‘Cephée’, een jaag- of sleepschip, zoals de ‘Lauranda’. Schepen zonder<br />
motor, zoals dit er een is, werden dikwijls door een paard ‘gejaagd’ (lees: voortgetrokken)<br />
langs een jaagpad, als de schipper dit kon betalen. Anders was slepen vrouwen- en kinderwerk.<br />
De ‘Cephée’ heeft daarom halfweg of midscheeps een... paardenstal. De schippersfamilie<br />
sliep in het vooronder (de boeg) of buiten aan dek;<br />
de riviersnelboot ‘P 905 Schelde’ maakte deel uit van de Rijnflottielje. Die werd in 1953 door<br />
de Belgische Zeemacht opgericht om op de Rijn te patrouilleren. De ‘Schelde’ moest echter<br />
onmiddellijk worden ingezet bij de grote overstroming van 1953 in Zeeland (Nederland) en<br />
was ook actief in Belgisch Congo. Het interieur is vrijwel intact. Dat zie je als je aan boord<br />
gaat;<br />
de collectie vissersvaartuigen bevat een palingschuit, een jol en de hoogaars BRU 24, die<br />
vooral voor de mosseloogst en garnalenvangst werd ingezet;<br />
ten slotte is er het ruime assortiment kleine vaartuigen: van roeiboten, bijboten en reddingsboten<br />
tot pleziervaartuigen. Het kajuitjacht ‘Het Gilde’ verdient je speciale aandacht. Het<br />
is een omgebouwde reddingssloep van de legendarische ‘Belgenland II’, waarover je meer<br />
verneemt in het Nationaal Scheepvaartmuseum.<br />
Boeiend om te weten II<br />
Kijk ook eens naar het afdak dat al dit moois beschermt. Het is op zichzelf een stuk erfgoed<br />
en dateert van het eind van de 19de eeuw. Er verrezen toen op de kade 27 van deze afdaken.<br />
Daarvan zijn er al een aantal afgebroken. Afdak 22 is een van de gaafst bewaarde. Aan de kant<br />
van de stad zijn de ‘frontons’ kunstig uitgewerkt: je ziet plantenmotieven, een anker en een<br />
wapenschild met daarop de attributen van de Romeinse god van de handel Mercurius (de helm<br />
met de vleugels). In elke knik van het dak prijkt het schild van <strong>Antwerpen</strong>.<br />
Boeiend om te weten III<br />
Dit afdakken-verhaal heeft ook een minder mooie kant: afdak 22 staat pal boven de fundamenten<br />
van het middeleeuwse <strong>Antwerpen</strong>. Voor de aanleg van de huidige Scheldekaaien werden<br />
vanaf 1877 maar liefst zeshonderd huizen afgebroken en bijvoorbeeld ook wat er nog restte van<br />
de oude Sint-Walburgiskerk. Wie dit weet, gaat het Steen misschien met andere ogen bekijken.<br />
Het staat er vandaag wat verweesd bij, als enige getuige van een verdwenen stad. Deze drastische<br />
en dramatische ingreep maakte dat <strong>Antwerpen</strong> en zijn bewoners eigenlijk van de rivier<br />
werden afgesneden, tot op vandaag. Van erfgoed in gevaar gesproken... Erfgoed en andere belangen,<br />
het blijft vaak een moeilijk huwelijk, zoals handelsgod Mercurius lijkt te willen zeggen.
Sloepen in het Maritiem Park<br />
© MAS/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
Vraag 4 (bij afdak 22, Maritiem Park)<br />
In het Maritiem Park 13 ligt er één zogeheten ‘waal’ (dat is de naam van een scheepstype).<br />
Neem de 1ste letter van de naam van dat schip en vul die in op je antwoordblad.<br />
11
12<br />
Hoofdstuk V - Steen 14 / waterkeringsmuur<br />
Verlaat het Maritiem Park 13 en ga rechts tot aan de<br />
helling van het Steen, die je opgaat. Ga binnen in het<br />
Nationaal Scheepvaartmuseum, dat sinds kort officieel<br />
heet: ‘Museum aan de Stroom/Nationaal Scheepvaartmuseum’<br />
14 .<br />
Een multifunctioneel gebouw<br />
Delen van het Steen behoren tot de oudste bouwwerken<br />
van <strong>Antwerpen</strong>, maar het geheel is eigenlijk een ‘neogotisch<br />
kasteel’ van het eind van de 19de eeuw, meer<br />
middeleeuws ogend dan het ooit is geweest.<br />
Eeuwenlang functioneerde het gebouw als gevangenis<br />
(en folterruimte). Dat bleef het tot 1827. Voor hier in<br />
1952 het Nationaal Scheepvaartmuseum kwam, deed<br />
het ook dienst als houtzagerij, appartementsgebouw en<br />
sinds 1862 als Museum voor Oudheden.<br />
Het Steen<br />
© Jan Marstboom<br />
Het Steen wacht binnenkort weer een nieuwe levensfase, als het museum verhuisd is naar het<br />
Museum aan de Stroom. En voor we het vergeten: de naam ‘Steen’ houdt verband met het feit<br />
dat het een van <strong>Antwerpen</strong>s eerste gebouwen... in steen was.<br />
Boeiend om te weten I<br />
De Schelde is een getijrivier. Tweemaal per dag is er hoog- en laagwater. Dat is voel- en meetbaar<br />
tot in Gent. Het getij wordt grotendeels veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de<br />
maan.<br />
Vandaag <strong>17</strong> <strong>april</strong> is het laagwater om 04.47 uur, hoogwater om 10.40 uur en weer laagwater<br />
om <strong>17</strong>.27 uur. Het niveauverschil tussen hoog- en laagwater - men noemt dat ‘het amplitudo’<br />
- bedraagt vandaag 3.85 meter, maar dat verschilt dagelijks. Bij volle en nieuwe maan is er een<br />
hoge getijgolf, bij het eerste en laatste kwartier is die golf merkelijk lager. Op <strong>zondag</strong> 27 maart,<br />
twee dagen na volle maan, bedroeg het amplitudo 6,09 meter.<br />
Boeiend om te weten II<br />
De nacht van 31 januari op 1 februari 1953 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de<br />
Lage Landen. Aanhoudende noordwesterstormen, in combinatie met springtij, stuwen het<br />
water in het Scheldebekken dan tot alarmhoogte op. De luchtdruk is extreem laag en het Scheldewater<br />
vindt door de aanhoudende stormwind geen uitweg. Het ochtendtij van 1 februari is zo<br />
hoog dat de dijken in Zeeland en Vlaanderen het begeven. Het water stroomt de polders in, met<br />
vreselijke gevolgen. In <strong>Antwerpen</strong> bereikt het een recordhoogte. Grote delen van de stad lopen<br />
onder.
Een muur tegen water<br />
Op het einde van het wandelterras heb je een mooi uitzicht op de afdaken en op de waterkeringsmuur.<br />
De plannen voor de bouw daarvan kwamen in een stroomversnelling na de hoge<br />
waterstand van 3 januari 1976 en de overstromingsramp in Ruisbroek. Er werd toen in het<br />
college beslist een waterkerende muur te bouwen van bijna 7000 meter lang, waarvan 5000 in<br />
gewapend beton en 2000 meter aarden dijk. De werken werden eind 1977 aangevat en in juni<br />
1979 voltooid. Kostprijs: 159 miljoen oude franken of bijna 4 miljoen euro.<br />
De muur - in de vorm van een L met aan weerszijden een uitgebreid voetstuk - is 2,8 meter<br />
hoog, waarvan 1,3 meter boven de grond. Per lopende meter betekent dat een gewicht van ca.<br />
2800 kilogram. Op 27 plaatsen werden waterkerende rolpoorten ingebouwd (met 9 meter doorrijdbreedte).<br />
Die worden gesloten als er gevaar dreigt.<br />
De muur beschermt <strong>Antwerpen</strong> en zijn bewoners nu tegen een waterhoogte van 8,35 meter<br />
TAW (Tweede Algemene Waterpassing, een nieuwe manier om waterhoogten ten opzichte van<br />
een soort zeeniveauvlak uit te drukken). Ter vergelijking, en zonder dat we hier verder ingaan<br />
op deze technische materie: op 1 februari 1953 noteerde men in <strong>Antwerpen</strong> een peil van 7,77<br />
meter boven TAW.<br />
Boeiend om te weten III<br />
Getijden worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van zon en maan. Omdat de maan<br />
dichter bij de aarde staat, is haar invloed tweemaal groter dan die van de zon. Als zon en maan<br />
voor een waarnemer op aarde in elkaars verlengde staan, is de aantrekkingskracht groter dan<br />
als ze tegenover elkaar staan.<br />
Nu draait de maan in een cyclus van ca. 27,5 dagen rond de aarde. Daardoor komt ze tweemaal<br />
(zowat elke 13,75 dagen) in lijn met de zon te staan. We spreken dan van ‘volle’ en ‘nieuwe’<br />
maan. Die standen veroorzaken een hogere getijgolf dan normaal: we noemen dat ‘springtij’.<br />
Als zon en maan elkaar tegenwerken (‘eerste’ en ‘laatste’ kwartier), wordt een lagere getijgolf<br />
opgewekt: in vakjargon ‘doodtij’.<br />
Per 27,5 kalenderdagen is het dus tweemaal springtij en tweemaal doodtij. Maandagvoormiddag<br />
11 <strong>april</strong> en maandag 25 <strong>april</strong> <strong>2005</strong> is het springtij. Het water zal dan in <strong>Antwerpen</strong> een<br />
voorspelde hoogte van respectievelijk 5,79 meter en 5,92 meter boven TAW bereiken.<br />
Maar de hoogte van een getijgolf hangt niet alleen af van zon en maan. Ook de windkracht<br />
en -richting spelen een rol. Aanhoudende krachtige winden kunnen het water opstuwen, met<br />
extreem hoge waterstanden als gevolg.<br />
Vraag 5<br />
Aan de voet van de helling naar het Steen 14 , tegenover de waterkeringsmuur, vind je, verscholen<br />
in de struiken, een gedenksteen. Noteer de 1ste letter van de eerste voornaam van de<br />
man voor wie hij is opgericht op je antwoordblad.<br />
13
14<br />
Hoofdstuk VI -Museum aan de Stroom/Nationaal<br />
Scheepvaartmuseum 14<br />
Een ex-voto in de vorm van een schip<br />
© MAS/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
Zaal III- Geloof en bijgeloof in de kapel<br />
Het museum heeft een vast en ‘dwingend’<br />
parcours, van zaal I tot en met zaal XI. Het<br />
vertelt het verhaal van de zee, van de schepen<br />
die haar bevoeren en van de havenstad<br />
<strong>Antwerpen</strong>. De collectie, die van in de 19de<br />
eeuw stelselmatig wordt uitgebreid, telt zo’n<br />
100.000 objecten, waarvan het grootste deel<br />
zich in de depots bevindt. Dan nog kunnen we<br />
op deze rally onmogelijk ‘alles zien’. We zetten<br />
de museumkramp van ons af en concentreren<br />
ons op enkele facetten van ons thema:<br />
‘Gevaar’.<br />
Schipbreuk en scheurbuik<br />
Dit is de voormalige huiskapel van het Steen uit 1520, een passende omgeving om het over<br />
geloof en bijgeloof te hebben. De meeste zeelui waren diep- én bijgelovig. Ze werden dan ook<br />
door allerlei onheil belaagd: storm, mist, schipbreuk, scheurbuik, voedselvergiftiging, dood en<br />
verderf... het viel hen allemaal te beurt. De dood reisde mee. Uit onderzoek blijkt dat aan het<br />
begin van de eeuw gemiddeld 14% van de opvarenden tijdens de reis stierf, later zakte dit cijfer<br />
tot ongeveer 8%.<br />
Zeemansgraf<br />
Als laatste rustplaats kreeg de overleden scheepsgezel of passagier een zeemansgraf. Het lijk<br />
werd in zeildoek genaaid; meestal was dat de eigen hangmat. Om absolute zekerheid te hebben<br />
werd de laatste steek door de neus van het lijk gestoken. Het lichaam werd verzwaard met<br />
stenen, op een plank gelegd en na een kort gebed in aanwezigheid van alle opvarenden aan de<br />
zee toevertrouwd.<br />
Sint-Niklaas<br />
Een voorspoedige reis kon je bijvoorbeeld afsmeken door een model van het schip aan de Allerhoogste<br />
of een beschermheilige te schenken, als een soort offergave. Dat heet een ex-voto. Aan<br />
de zoldering hangt een prachtexemplaar uit de 18de eeuw. Te pas en te onpas werd de heilige<br />
Nicolaas van Myra te hulp en ter bescherming aangeroepen.
Zeemeerminnen en -mannen<br />
Zeelui waren (en zijn) goed in het opdissen van wonderlijke verhalen. Denk maar aan Sindbad<br />
de zeeman of de Reis van Sint-Brandaan. Het wemelt er van de mythologische wezens en gevarenzones.<br />
Zeemeerminnen en zeemannen, Neptunus, de Nereïden... Je vermeed ze beter.<br />
Een talisman kon bescherming bieden. Een getuige daarvan zijn de indrukwekkende hoorns van<br />
de walvisachtige narwals in deze zaal. Daarvan werd beweerd dat ze eigenlijk van de mythologische<br />
‘eenhoorn’ afkomstig waren en dat ze bescherming boden. Men wikkelde ze in mooie<br />
foedralen.<br />
Zaal IV - Waar de klok bleef stilstaan<br />
11 <strong>april</strong> 1906. Het opleidingsvaartuig ‘Comte de Smet de Naeyer’<br />
vertrekt uit de haven van <strong>Antwerpen</strong> naar Zuid-Afrika, met 59 man<br />
aan boord, onder wie 30 leerlingen (‘kadetten’). Een goede week (19<br />
<strong>april</strong>) later slaat het schip in de Golf van Gascogne lek, maakt slagzij<br />
en zinkt. Drieëndertig opvarenden, van wie 18 kadetten, verdrinken.<br />
Matroos Gérard De Necker graait nog snel zijn zakhorloge mee en<br />
springt van het zinkende schip. Hij overleeft de ramp. Zijn horloge<br />
- het ligt in de vitrinekast rechts van de deur - is op tien over zeven<br />
blijven stilstaan. Een momentopname.<br />
De zakhorloge van matroos<br />
Gérard De Necker<br />
© MAS/collectie Nationaal<br />
Scheepvaartmuseum<br />
Zaal VII - Knopen en streken, een kwestie van leven en dood<br />
Het touwwerk aan boord van een schip - en zeker van een zeilschip - was en is een zaak van leven<br />
en dood. Je moet het onderhouden, op tijd vervangen, onlosmaakbaar knopen, je moet tot<br />
honderden steken kennen... Al dat naaien, splitsen, knopen en steken, kortom het onderhoud<br />
van al het zeil- en touwwerk, noemen we het schiemanswerk. Wist je bijvoorbeeld dat een tros,<br />
dat is een dik touw, tot 50 cm omtrek kan hebben?<br />
In deze zaal zie je een aantal toepassingen van touwwerk, met de werktuigen die daarbij horen.<br />
Die dragen mooie namen: marlpriemen, wantschroeven, kleedkuilen...<br />
Vraag 6<br />
In zaal VIII gaat het ook over scheepsbouw en tewaterlatingen. Je vindt er een groot diorama<br />
waarop je de bouw van een schip kunt volgen. Daartegenover hangt een mooi werk van de<br />
marineschilder Egide Linnig (1821-1861).<br />
Op Antwerpse werven gebruikte men een speciale term om een schip te water te laten. De<br />
laatste letter (de 8ste) van dit werkwoord in de zin ‘Het schip werd .....’ heb je nodig.<br />
15
16<br />
Hoofdstuk VII - Museum aan de Stroom/Nationaal<br />
Scheepvaartmuseum II 14<br />
Precieze meetinstrumenten waren/zijn noodzakelijk<br />
voor een behouden vaart op het water<br />
© MAS/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
In zaal IX en X vertelt het museum het verhaal van de<br />
westerse (en ook een beetje van de Chinese) scheepvaart.<br />
We kunnen ons nauwelijks nog voorstellen hoe<br />
gevaarlijk varen wel kon zijn. Of misschien toch, dankzij<br />
een vergelijking: varen op zee zonder instrumenten<br />
- zoals dat lange tijd gebeurde - is net als in een<br />
onmetelijke, pikdonkere ruimte je weg naar de enige<br />
uitgang zoeken. En dan zwijgen we nog over stormweer,<br />
verkeerde windrichtingen, kapers (al dan niet op<br />
de kust) enz.<br />
Zaal X laat ook zien hoe de Antwerpse haven groeide<br />
en wat dat bijvoorbeeld in de 19de eeuw aan erfgoed<br />
heeft gekost. Met die problematiek maakten we al kennis<br />
in hoofdstuk IV.<br />
Een bezoek aan het Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
eindigt in de Raadzaal. Daar kun je een paar blikken op<br />
<strong>Antwerpen</strong> werpen. Op doek, weliswaar.<br />
Zaal IX - Van varen ‘in het wilde weg’ tot varen op de centimeter<br />
De eerste zeevaarders richtten zich op de zon, de maan en de sterren. Ze voeren vooral langs de<br />
kusten, dat was veiliger. Met een peilstok of lood maten ze de waterdiepte.<br />
Het is aan de Chinezen te danken dat de magneetstenen (het kompas) in de zeevaart werden<br />
geïntroduceerd. Hierdoor konden zeevaarders beter hun richting (of koers) bepalen. Een aantal<br />
vernieuwingen danken we ook aan de Arabieren en de Polynesiërs. De geschiedenis van de<br />
scheepvaart is verre van alleen een westers verhaal...<br />
Ook het meten van de tijd was eeuwenlang een probleem. De zandloper bracht hier slechts<br />
weinig soelaas en zeelui moesten wachten tot ver in de <strong>17</strong>de eeuw voor ze een betrouwbare<br />
chronometer konden gebruiken.<br />
Sindsdien is het hek voorgoed van de dam. Want een betere plaatsbepaling leidde tot betrouwbare<br />
zeekaarten en in het zog daarvan tot een veiliger navigatie. Vandaag zijn zeelui in staat<br />
om altijd en overal hun positie uiterst nauwkeurig te bepalen, tot op enkele centimeters na. Zo<br />
wordt het gevaar op een aanvaring of op ‘stranden’ veel kleiner.<br />
Zalen IX en X - Kwetsbaar model - Erfgoed<br />
In deze zalen staan nogal wat modellen en halfmodellen van schepen. Dat zijn in veel gevallen<br />
prachtige staaltjes van minutieus, pietepeuterig vakmanschap. Op Erfgoeddag leidt een restaurateur<br />
van scheepsmodellen bezoekers rond en laat hij zien hoe hij te werk gaat, bijvoorbeeld<br />
om deze kwetsbare kunstwerkjes te transporteren. En hoe behandel je het hout en het metaal?
Hoe herstel je eventuele schade? Enz.<br />
Pas op: de restaurateur geeft om 11 en om 14 uur uitleg. Reserveren vooraf was helaas vereist<br />
(geert.geysen@stad.antwerpen.be). Maar wie zich aan het onthaal aanmeldt, kan ook op<br />
andere momenten een kijkje nemen in het museumdepot.<br />
Zaal X - Weg van België met de Belgenland<br />
In zaal X springt het opengewerkte model van de ‘Belgenland II’ in het oog. Het schip werd in<br />
1923 in dienst genomen en was toen de grootste stoomboot die de Antwerpse haven aandeed.<br />
Zijn maten: 204 meter lang en een tonnenmaat van 27.132 ton.<br />
De ‘Belgenland II’ was een schip van de Red Star Line, de rederij die van 1872 tot 1935 ongeveer<br />
drie miljoen mensen uit Europa naar Amerika voerde. Zij waren op zoek naar een beter bestaan.<br />
<strong>Antwerpen</strong> was een van de belangrijkste Europese emigratiehavens en de Red Star Line was<br />
‘marktleider’ in de migratie.<br />
De luxueuze schepen van de rederij herkende je aan hun naam (die eindigde altijd op ‘-land’),<br />
aan hun schouwen (zwart met een witte rand) en aan de vlag (wit met een rode ster).<br />
Maar we mogen geen verkeerde indruk wekken: de ‘Belgenland II’ deed niet lang dienst als<br />
‘migratieschip’. Aan de migratie kwam in de jaren 1920 stilaan een eind door de verstrengde<br />
immigratiewetten in de V.S. De ‘Belgenland II’ werd toen een luxecruiseschip.<br />
Boeiend om te weten<br />
Ken je Lange Wapper? Deze Antwerpse sagenfiguur was een waterduivel die huisde in de vele<br />
grachten en vlieten die <strong>Antwerpen</strong> rijk was. Hij kon zijn lengte aanpassen (en dus ook ‘Korte<br />
Wapper’ worden.) Als kwelgeest had hij het vooral op stoute kinderen gemunt, maar ook van<br />
zatlappen had hij geen hoge pet op.<br />
Hendrik Conscience gebruikte als eerste de mondeling overgeleverde verhalen over Lange<br />
Wapper om hem in zijn werk op te voeren (1836). In juni 1963 werd een beeldengroep onthuld<br />
van beeldhouwer Albert Poels aan de voet van de helling van het Steen: we zien Lange Wapper<br />
die dreigend boven twee dronkelappen uit torent. En in het Suske en Wiske-album De Zwarte<br />
Madam van Willy Vandersteen treedt Lange Wapper ook op.<br />
Vraag 7 (in de Raadzaal)<br />
In de Raadzaal hangt een groot (1,75 op 3,3 meter) olieverfschilderij: ‘Gezicht op de rede van<br />
<strong>Antwerpen</strong>, 1658’. Herken je gebouwen die er nu nog staan? De schilder leefde van 1618 tot<br />
1676 en kan dus bijvoorbeeld Rubens nog hebben gekend. Neem de 6de letter van zijn familienaam.<br />
(Straks op de Boeienweide <strong>17</strong> komt dit werk nog eens aan bod...).<br />
<strong>17</strong>
18<br />
Hoofdstuk VIII - Zuiderterras<br />
Het Zuiderterras<br />
© Toerisme <strong>Antwerpen</strong><br />
Steek het Steenplein 15 over waar aan het nieuwe ponton de<br />
schepen aanmeren, en ga de helling van het Zuiderterras op<br />
(totale lengte: ca. 400 meter) op. Je bevindt je nu ter hoogte<br />
van de kathedraal, nog altijd het trotse symbool van <strong>Antwerpen</strong>.<br />
Geniet op het terras van het weidse uitzicht over de stroom en<br />
Linkeroever. Als je ogen verzadigd zijn, ga je op het terras richting<br />
café Zuiderterras en dan de trappen af. Steek de straat over en<br />
begeef je naar de ingang van de Voetgangerstunnel 16 .<br />
Wat ziet mijn oog?<br />
Op het Wandelterras Zuid, zoals het officieel heet, kijken we naar Linkeroever, waar we ons<br />
zo meteen naartoe begeven. Dat ‘kijken’ betekent onder meer, van uiterst links naar uiterst<br />
rechts:<br />
- de lokalen van de FOS-Zeescouts<br />
- het gebouw waar je straks de Sint-Annatunnel uit komt<br />
- de Boeienweide<br />
- de lokalen van de VVKSM-Zeescouts<br />
- de jachthaven<br />
- en in de Scheldebocht begint het strand van Sint-Anneke<br />
Vraag 8 (Zuiderterras)<br />
Op de helling van het Zuiderterras staat een beeld van Minerva, godin van de wijsheid en beschermster<br />
van de Kunsten. Dit beeld werd door de kunstenaar gehandtekend. Neem de derde<br />
letter van de familienaam van de beeldhouwer en vul die in op je antwoordblad.
Hoofdstuk IX - Sint -Annatunnel 16 / Boeienweide <strong>17</strong><br />
De ingang van de voetgangerstunnel<br />
© toerisme <strong>Antwerpen</strong><br />
We gaan ondergronds door de tunnel voor voetgangers 16 die onder de<br />
Schelde loopt, een belevenis op zich (totale lengte van de tunnel: ca.<br />
500 meter!). Dit betekent dat we nu van Rechteroever naar Linkeroever<br />
trekken. We komen terug boven bij wat vroeger de parochie van Sint-<br />
Anneke was, een bijna legendarische plek voor <strong>Antwerpen</strong>aren. Je gaat<br />
naar rechts, waar de rally eindigt op de Boeienweide <strong>17</strong> . Daar wachten<br />
je nog een paar verrassingen...<br />
Stappen onder water<br />
De voetgangerstunnel - sinds 1971 officieel de ‘Sint-Annatunnel - werd gebouwd in de jaren<br />
1931-1933, mét lift en roltrappen. De lift was toen de grootste op het Europese continent<br />
(capaciteit: 80 personen). Op 10 september werd de tunnel samen met de Waaslandtunnel (‘de<br />
konijnenpijp’) ingehuldigd door koning Albert I.<br />
Enkele cijfers: je bevindt je ongeveer 35 meter onder het water in een verticale schacht. Het<br />
gaanpad is 3,8 meter breed. Aan de tunnel werkten 3500 mensen. Kostprijs: 107 miljoen frank<br />
of ca. 2,65 miljoen euro.<br />
Boeiend om te weten<br />
De ingang van de voetgangerstunnel bevindt zich aan de Sint-Jansvliet. Van de oorspronkelijke<br />
vliet blijft bijna niets meer over. Tot in de 19de eeuw was dit een bevaarbare inham. Daarvan<br />
resten nog slechts nostalgische foto’s.<br />
De negende letter (en ook de tiende letter) krijg je door deel te nemen aan het boeienspel op de<br />
Boeienweide. Ga er naar de Onthaaltent van de zeescouts en vraag je scorekaart.<br />
Lees verder onderaan pagina 21<br />
19
20<br />
Hoofdstuk IX - Boeienweide <strong>17</strong><br />
De boeienweide vroeger...<br />
De boeienweide vroeger<br />
© Marcel Vanden Bosch<br />
Je bent aan het eind gekomen van de rally. Acht van de tien vragen heb<br />
je gehad (en hopelijk opgelost). Hier op de Boeienweide vallen nog twee<br />
letters te verdienen. Dat moeten de kinderen doen: zij nemen deel aan<br />
de spelen op de Boeienweide die door de Zeescouts werden bedacht en<br />
dus ‘maritiem’ geïnspireerd zijn. Veel succes! En nog meer plezier!!<br />
O ja, wie niet meespeelt of wie even wil uitrusten, kan rustig genieten<br />
van het prachtige uitzicht op de rede van <strong>Antwerpen</strong> en van een drankje.<br />
Ga naar de bar en maak het je gemakkelijk op het gelegenheidsterras.<br />
Het verhaal van de Boeienweide<br />
begint in 1960, als de roemruchte<br />
Mercator uit de vaart wordt genomen.<br />
Dat schip was een symbool: van<br />
onze koopvaardij, van het maritiem<br />
onderwijs in België, van wetenschap<br />
(de Mercator ondernam onder meer<br />
een wetenschappelijke expeditie naar<br />
de Paaseilanden) en van nog veel<br />
meer. Zo repatrieerde het schip in<br />
1936 het stoffelijk overschot van Belg<br />
der Belgen pater Damiaan.<br />
Zo’n schip mocht niet worden gesloopt<br />
of verkocht! Op 25 mei 1961<br />
huldigde de toenmalige prins Albert<br />
het op Linkeroever in als museum.<br />
De vzw Mercator wilde ook de omgeving van de ‘laatste rustplaats’ van de Mercator in de aandacht<br />
brengen. Al in 1961 werd hier een maritiem openluchtmuseum ingehuldigd, met stukken<br />
over ‘het leven langs en op de Schelde’: boeien, tonnen, ankers, schroeven, een lichttoren, een<br />
kanon enz.<br />
...en nu<br />
De Mercator rust sinds 1964 in Oostende, een aantal voorwerpen is alweer verhuisd en het<br />
museum - in de volksmond ‘de Boeienweide’ - ligt er wat verweesd bij. Maar kinderen vinden<br />
het er zalig... In de toekomst zal het ‘maritiem openluchtmuseum Boeienweide’ deel uitmaken<br />
van het MAS. De ‘weide’ wordt volledig herdacht en heringericht.
Wat ziet mijn oog (Bis)<br />
Zo-even keken we op het Zuiderterras op Rechteroever naar waar we nu staan. Ook omgekeerd,<br />
van hieruit, is het panorama erg de moeite waard. Nu kijken we naar de Scheldekaaien en de<br />
oude stad. Je ziet het hele rallyparcours dat je hebt afgelegd:<br />
helemaal in het Noorden ligt het Bonapartedok, waarachter het Museum aan de Stroom zal<br />
komen. Dan volgen het Loodsgebouw, het Maritiem Park en het Nationaal Scheepvaartmuseum .<br />
De skyline bevat verder vijf monumentale kerken en de Boerentoren, de vele hangars, het wandelterras<br />
en ten slotte, in het zuiden, de fonkelende daken van het nieuwe gerechtsgebouw.<br />
Zeescouting?<br />
Wie avonturen op en rond het water wil meemaken, kan z’n hart ophalen bij zeescouting. In een<br />
boot op zee of op de Schelde, aan een rivier of een grote plas: daar vind je zeescouts en -gidsen.<br />
Zeescouting wil zeggen: het spel van scouting op en rond het water spelen. Van jongsaf word<br />
je als zeescout, plonzend en zwemmend, vertrouwd gemaakt met het water. Kameraadschap<br />
en ploeggeest groeien er door samen te roeien en te zeilen. Het onderhoud van het materiaal,<br />
het trainen van de nautische vaardigheden, varen met de wind op kop, stroomopwaarts trekken<br />
aan de riemen... zo leren zeescouts en -gidsen zelfstandig doorzetten en verantwoordelijkheid<br />
opnemen.<br />
Zeescouts worden aan wal wel eens nagekeken: hun blauwe uniform oogt inderdaad maritiem.<br />
Het einde<br />
Bij de Onthaaltent van de zeescouts krijg je een scorekaart. Daar vullen zij je punten op in. Per<br />
goed gespeeld spel kreeg je er een aantal, tot... de kaart vol is.<br />
Om te weten welk spel je kan spelen, moet je eerst aan het grote kompas draaien. Je speelt het<br />
spel dat de kompasnaald aanduidt. Je kan drie keer draaien en dus ook drie keer spelen. Heb je<br />
voldoende punten behaald? Is jouw scorekaart vol? Ga dan opnieuw naar de Onthaaltent, waar<br />
je de twee resterende letters van het te zoeken woord krijgt<br />
Ga nu naar de antwoordbladzijde van dit Rallyboekje en puzzel met de 10 letters tot je het<br />
woord gevonden hebt.<br />
21
Plattegrond van de boeienweide op Erfgoeddag<br />
onthaal<br />
spel<br />
boei<br />
anker<br />
schroef<br />
T H O N E T L A A N<br />
3<br />
1<br />
5<br />
4<br />
6<br />
2<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
S C H E L D E
Antwoordbladzijde<br />
Het woord dat we zoeken bestaat uit 10 letters. Door de rallyvragen op te lossen verzamel je 8<br />
van de 10 letters. De 2 laatste letters krijg je op de Boeienweide door punten te verzamelen bij<br />
de ‘Boeienspelletjes’.<br />
Een tip: wat we zoeken bevindt zich op het water.<br />
Hieronder kan je tijdens de rally de letters noteren:<br />
1 2 3 4 5<br />
6 7 8 9 10<br />
En hier schrijf je het woord dat we zoeken<br />
Heb je het woord gevonden?<br />
Scheur deze bladzijde dan uit het rallyboekje en geef ze af aan de Onthaaltent op de<br />
Boeienweide.<br />
Als je antwoord het juiste is, krijg je jouw welverdiende prijs.<br />
Proficiat! We hopen dat je het leuk vond.<br />
23
Verantwoordelijke uitgever: Vera De Boeck, <strong>Erfgoedcel</strong> <strong>Antwerpen</strong>, Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 <strong>Antwerpen</strong><br />
24<br />
Colofon<br />
Deze maritieme rally werd georganiseerd naar aanleiding<br />
van de Erfgoeddag over het thema ‘Gevaar’ op <strong>zondag</strong><br />
<strong>17</strong> <strong>april</strong> <strong>2005</strong>.<br />
Organisatie maritiem parcours<br />
Toerisme <strong>Antwerpen</strong> (Vera Verschooren)/Koninklijke<br />
Gidsenvereniging van <strong>Antwerpen</strong> (Raymond Bogaert),<br />
Zeescouts FOS (Sarah Dubois) en Zeescouts VVKSM (Erik<br />
Bogaert), Museum aan de Stroom en Publieksbeleid<br />
Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed stad <strong>Antwerpen</strong><br />
(Nele Vervoort), <strong>Erfgoedcel</strong> (Vera De Boeck)<br />
In samenwerking met het Ministerie van de Vlaamse<br />
gemeenschap – DAB Vloot<br />
Vormgeving spellen Boeienweide en plattegrond<br />
Boeienweide<br />
Publieksbeleid Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed stad<br />
<strong>Antwerpen</strong> (Ann Op de Beeck)<br />
Spellen Boeienweide<br />
Zeescouts Fos (Sarah Dubois) en Zeescouts VVKSM<br />
(Erik Bogaert)<br />
Basisteksten rallybrochure<br />
Raymond Bogaert (Koninklijke Gidsenvereniging van<br />
<strong>Antwerpen</strong>) en Commandant Roger Smet<br />
(Koninklijke Belgische Zeevaartbond)<br />
Redactie rallybrochure<br />
Patrick De Rynck<br />
Vormgeving rallybrochure<br />
Grafisch Centrum (Wendy Leys)<br />
Administratie<br />
<strong>Erfgoedcel</strong> (Sandy Van Handenhove)<br />
Coördinatie<br />
<strong>Erfgoedcel</strong> (Vera De Boeck)