Montage- en onderhoudshandleiding Logatherm

Montage- en
onderhoudshandleiding
Logatherm
WPL 6 IK
WPL 8 IK
WPL 10 IK
WPL 12 IK
6 720 648 369 (2011/03) BE
6 720 644 794-00 .1T
Warmtepompen
Voor de vakman
Voorafgaand aan montage
en onderhoud zorgvuldig
lezen!

Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Uitleg van de symbolen en
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.2 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2 Specificaties betreffende warmtepomp . . . . . . 5
2.1 Type-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.2 Bedoeld gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.3 EC-typebeproevingsverklaring . . . . . . . . . . . . 5
2.4 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.5 Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.6 Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.7 Toesteloverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.8 Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.8.1 Toepassingsgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.8.2 Warmtehoeveelheidsmeting . . . . . . . . . . . . . . 8
2.8.3 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.9 Afmetingen en aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . 9
2.10 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
2.11 Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
2.11.1 Systeem luchtkanaal 700 . . . . . . . . . . . . . . . 14
2.11.2 Tapwaterboiler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3 Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4 Voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
5.1 Opstellingsruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
5.2 Warmtepomp opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
5.3 Luchtgeleiding monteren . . . . . . . . . . . . . . . 19
5.3.1 Luchtuitlaat rechts ombouwen
naar luchtuitlaat links . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
5.3.2 Wanddoorvoer samenbouwen
en monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
5.3.3 Luchtkanalen monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
5.3.4 Luchtkanalen in de wanddoorvoer
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
5.3.5 Luchtkanaal aan de warmtepomp
bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5.3.6 Zwelband monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5.3.7 Afdekraam monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5.3.8 Draadrooster en weerbeschermings-/
regenbeschermingsrooster monteren . . . . . 26
5.4 CV-circuit aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
5.4.1 Afvoer van de veiligheidsklep cv-water
en condenafvoer controleren . . . . . . . . . . . . 28
5.4.2 Manometer van CV-circuit demonteren . . . . 28
5.5 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
5.5.1 Voedingskabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 29
5.6 Hydraulische aansluitingen isoleren . . . . . . . 30
5.7 Bedieningspaneel monteren . . . . . . . . . . . . . 30
2
6 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
6.1 Warmtepomp in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . 32
6.2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
6.3 CV-circuit spoelen, vullen
en ontluchten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
6.3.1 Logatherm WPL 6-10 IK . . . . . . . . . . . . . . . 33
6.3.2 Logatherm WPL 12 IK . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
6.4 Overstroomklep controleren
en instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
7 Buitenbedrijfstelling en afvoeren . . . . . . . . . . . 36
7.1 Bufferbatterij demonteren . . . . . . . . . . . . . . . 36
7.2 Afval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
8 Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
8.1 Onderhoud van de warmtepomp . . . . . . . . . 37
8.1.1 Dichtheidscontrole en logboek . . . . . . . . . . 37
8.1.2 Condensafvoer controleren . . . . . . . . . . . . . 37
8.1.3 Componenten spoelen en reinigen. . . . . . . . 37
8.2 Reiniging van de warmtepomp . . . . . . . . . . . 37
8.3 Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
9 Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
9.1 Vermogenscurve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
9.1.1 Vermogenscurven Logatherm WPL 6 IK . . . 38
9.1.2 Vermogenscurven Logatherm WPL 8IK . . . 39
9.1.3 Vermogenscurven Logatherm WPL 10 IK . 40
9.1.4 Vermogenscurven Logatherm WPL 12 IK . 41
9.2 Opstellingstekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
9.3 Aansluitschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
9.4 Stroomschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
9.4.1 Stroomschema Logatherm WPL 6 - 8 IK . . 50
9.4.2 Stroomschema Logatherm WPL 10 - 12 IK 54
9.5 Hydraulische koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . 58
9.6 Montage en inbedrijfstellings-checklist . . . . 63
9.7 Inbedrijfstellingsprotocol . . . . . . . . . . . . . . . . 65
9.8 Onderhoudsprotocol koelmiddel (logboek) 71
Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1.1 Uitleg van de symbolen
Waarschuwingssymbolen
Veiligheidsinstructies worden omkaderd en
aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek
met grijze achtergrond.
Bij gevaar door elektriciteit wordt het uitroepteken
in de gevarendriehoek vervangen door
een bliksemsymbool.
Signaalwoorden geven de soort en de mate van de gevolgen
aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar
niet worden nageleefd.
• OPMERKING betekent dat materiële schade kan
ontstaan.
• VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar
lichamelijk letsel kan ontstaan.
• WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk
letsel kan ontstaan.
• GEVAAR betekent dat levensgevaar kan ontstaan.
Informatiesymbool
Belangrijke informatie zonder gevaar voor
personen en materialen, wordt tussen twee
lijnen geplaatst en aangegeven met een
i-symbool in een vierkant.
Aanvullende symbolen
Symbool Betekenis
B Handeling
Verwijzing naar andere plaatsen in het
document of naar andere documenten
• Opsomming
– Opsomming (subniveau)
Tab. 1
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 3
1

4
1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
Opstelling, bedrijf
B Warmtepomp alleen door een erkende installateur laten
opstellen.
B Respecteer de plaatselijk geldende ongevallenpreventie-
en veiligheidsvoorschriften.
B Warmtepomp alleen binnen een gebouw opstellen.
B Warmtepomp niet in ventilatie-installaties inbouwen.
B Luchtkanalen van de warmtepomp niet vernauwen of
afdichten.
B Luchtkanalen van de warmtepomp in de buitenatmosfeer
laten uitmonden.
B Gebruik van de warmtepomp bij verantwoordelijke
energiebedrijf melden.
B Warmtepomp alleen bij aangesloten luchtkanalen in
bedrijf nemen.
B Warmtepomp alleen gebruiken met buitenlucht als
warmtedrager.
B Afgekoelde lucht niet gebruiken voor koeldoeleinden.
B Warmtepomp, behalve bij elektrotechnische werkzaamheden,
nooit van het stroomnet loskoppelen.
B Veiligheidsstickers op en in de warmtepomp respecteren.
B Veiligheidsinstructies in het hoofdstuk onderhoud respecteren.
B Gebruik alleen originele toebehoren.
Inspectie en onderhoud
De eigenaar is verantwoordelijk voor de veiligheid en de
milieuvriendelijkheid van de warmtepomp. (Bundes-
Immissionsschutzgesetz).
B Aanbeveling: sluit een onderhouds- en inspectiecontract
af met de servicedienst of een erkend installateur
en laat de warmtepomp jaarlijks inspecteren en indien
nodig onderhouden.
B Onderhoud en reparatie mogen alleen door een erkende
installateur worden uitgevoerd.
B Beschermende kleding dragen.
B Er mogen alleen originele onderdelen worden gemonteerd.
Levensgevaar door elektrische stroom
Voor het openen van de warmtepomp of het uitvoeren van
werkzaamheden aan elektrische componenten:
B Schakel alle polen van de netspanning stroomloos en
zorg ervoor dat ze niet per ongeluk opnieuw kunnen
worden ingeschakeld.
B Laat de elektrische aansluiting en werkzaamheden aan
elektrische componenten alleen uitvoeren door een installateur.
B Bij de installatie en de uitvoering van elektrotechnische
werkzaamheden de geldende EN-, VDE- en/of plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften respecteren.
B Respecteer de technische aansluitvoorwaarden van
het verantwoordelijke energiebedrijf!
Gevaar voor lichamelijk letsel door ijsvorming
In de luchtuitlaat van de warmtepomp is de luchttemperatuur
5 K ( °C) onder de omgevingstemperatuur.
Onder bepaalde klimatologische omstandigheden kan
daarom in het uitlaatgebied een ijslaag worden gevormd.
B Stel de warmtepomp zodanig op, dat de luchtuitlaat
niet in verkeersroutes uitmondt.
Schade door koelmiddel
Wanneer koelmiddel uit een lek ontsnapt, kan er persoonlijk
letsel of materiële schade ontstaan.
Wanneer een lekkage wordt ontdekt, waaruit koelmiddel
ontsnapt:
B warmtepomp uitschakelen en beveiligen tegen herinschakelen.
B Servicedienst inschakelen.
Informatie aan de klant
B Informeer en instrueer de klant over
de werking en bediening van de warmtepomp.
B Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen of
reparaties mag uitvoeren.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

2 Specificaties betreffende warmtepomp
2.1 Type-overzicht
Deze handleiding beschrijft de volgende warmtepomptypen:
• Logatherm WPL 6 IK
(max. verwarmingsvermogen: 6,2 kW)
• Logatherm WPL 8 IK
(max. verwarmingsvermogen: 8,0 kW)
• Logatherm WPL 10 IK
(max. verwarmingsvermogen: 10,4 kW)
• Logatherm WPL 12 IK
(max. verwarmingsvermogen: 11,9 kW)
2.2 Bedoeld gebruik
De warmtepomp mag alleen in gesloten tapwater-verwarmingssystemen
conform EN 12828 worden ingebouwd.
Voor het gebruik van de warmtepomp moeten de technische
parameters worden gerespecteerd.
Een andere toepassing is niet voorgeschreven. Daaruit resulterende
schade valt niet onder de fabrieksgarantie.
2.3 CE-typebeproevingsverklaring
Dit product voldoet qua constructie en werking aan de
Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende internationale
vereisten. De conformiteit wordt met de CE-markering
aangetoond.
U kunt de conformiteitverklaring van het product vinden
op het internet bij www.buderus.de/konfo of deze opvragen
bij uw filiaal van Buderus.
Specificaties betreffende warmtepomp
2.4 Leveringsomvang
De warmtepomp wordt geleverd op een houten pallet.
B Controleer de leveringsomvang op beschadigingen en
volledigheid.
B Gebreken in de levering direct melden.
In de leveringsomvang opgenomen:
• warmtepomp (uitrusting hoofdstuk 2.5, pagina 5)
• 4 standvoeten
• 3 afsluitkranen voor het cv-circuit
• Trillingsontkoppelingen cv-circuit
(3 gepantserde slangen)
• Buitentemperatuursensor
2.5 Uitrusting
De beschreven warmtepompen zijn compacte toestellen
voor binnenopstelling en uitgerust met de volgende componenten:
• Veiligheidsmodule voor het cv-circuit
• Warmtepompmanager
• Geïntegreerde bufferboiler
• Expansievat cv-circuit
• Overstroomklep (geïntegreerd)
• Volledig hermetisch gesloten compressor
• Weerstand
• Alle veiligheidsrelevante onderdelen voor de koelcircuitbewaking
• Elektrische schakelkasten met vermogensautomaten
en softstarter
• Voorgemonteerde temperatuursensoren voor registreren
van de rookgas-, aanvoer- en retourtemperatuur
• Slang voor de condensafvoer (aangesloten aan warmtepompzijde)
• Slang voor de afvoer van de veiligheidsklep (aangesloten
aan warmtepompzijde)
• Hoogrendementcirculatiepomp
• Warmtehoeveelheidsmeting
• Extra printkaart HMC 20 Z
Afhankelijk van de installatiegrootte en het installatievolume
kan voor de installatie een
extra expansievat nodig zijn.
2.6 Typeplaatje
De typeplaten bevinden zich op de achterzijde en de rechterzijde
van de warmtepomp aan de onderkant.
Deze bevatten specificaties omtrent het type warmtepomp
en de technische parameters.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 5
2

6
2 Specificaties betreffende warmtepomp
2.7 Toesteloverzicht
Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
Afb. 1 Toesteloverzicht Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK
1 Verdamper
2 Schakelkasten
3 Overstroomklep
4 Geïntegreerde bufferboiler
5 Compressor
6 Expansievat
7 Vul- en aftapkraan
8 Elektrische weerstand
9 Circulatiepomp
10 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
11 Condensor
12 Omschakelventiel
13 Veiligheidsventiel
14 Filterdroger
15 Ontluchter
16 Ventilator
6 720 644 794-88.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
2
3
4
5
6

Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
Afb. 2 Toesteloverzicht Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK
1 Verdamper
2 Schakelkasten
3 Geïntegreerde bufferboiler
4 Compressor
5 Expansievat
6 Vul- en aftapkraan
7 Elektrische weerstand
8 Circulatiepomp
9 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
10 Condensor
Specificaties betreffende warmtepomp
11 Overstroomklep
12 Omschakelventiel
13 Veiligheidsventiel
14 Ontluchter
15 Filterdroger
16 Ventilator
6 720 644 794-89.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 7
1
2
3
4
5
2

8
2 Specificaties betreffende warmtepomp
2.8 Functiebeschrijving
Warmtepompen werken volgens het principe van een
koelkast. De koelkast onttrekt warmte aan de levensmiddelen.
Deze warmte wordt weer via lamellen aan de achterkant
aan de omgeving afgestaan.
De warmtepomp Logatherm WPL...IK onttrekt de omgevingswarmte
uit de lucht. Deze gewonnen warmte wordt
in de warmtepomp behandeld en aan het cv-water overgedragen.
2.8.1 Toepassingsgebied
Rekening houdend met de omgevingsomstandigheden,
toepassingsgrenzen en geldende voorschriften kan iedere
warmtepomp in nieuwe of bestaande cv-installaties
worden geïntegreerd.
2.8.2 Warmtehoeveelheidsmeting
De EEWärmeG vraagt naast een bewijs van de efficiency
van de warmtepomp ook om registratie van de warmtehoeveelheid
(WME).
De warmteteller is bij lucht-/water-warmtepompen voorgeschreven.
Deze moet de gehele afgifte van warmteenergie
(verwarming en tapwater) aan het gebouw registreren.
Bij warmtepompen met warmtemeting voert de warmtepompmanager
de analyse uit. Deze geeft de thermische
energie aan, die aan het cv-systeem werd afgegeven.
2.8.3 Bediening
Via het bedieningspaneel van de warmtepompmanager
wordt de warmtepomp, direct op de warmtepomp bediend
en geregeld.
Informatie over de bediening van de warmtepomp
vindt u in de inbedrijfstellingshandleiding
van de warmtepompmanager.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

2.9 Afmetingen en aansluitingen
3
2
696
Specificaties betreffende warmtepomp
Afb. 3 Afmetingen en aansluitingen Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK (alle maten in mm)
1 Luchtrichting (links/rechts ter plaatse instelbaar)
2 Manometer cv-circuit
3 Bedieningspaneel
4 Doorvoer voor elektrische/sensorkabels
5 Condenswaterslang (Ø i 30)
6 Slang voor veiligheidsklep (Ø i 19 cv-water)
7 Uitlaat aanvoer tapwater (conform DIN ISO 228)
8 Uitlaat aanvoer cv-water (conform DIN ISO 228)
9 Inlaat retour cv- en tapwater (conformDIN ISO 228)
44
1132
1184
40
1860
5
7
8
9
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 9
97
1
423
845
749
1
200
510
660
40
745
810
4
6
1132
1784
2
6 720 644 794-01.1T
Aansluitingen WPL 6-10 IK WPL 12 IK
Aanvoer tapwater G 1” G 5/4”
Aanvoer cv-water G 1” G 5/4”
Inlaat retour cv- en
tapwater
Flexibele slang en
kogelkraan
G 1” G 5/4”
R 1” R 5/4”
Tab. 2 Afmetingen van de hydraulische aansluitingen
(conform AG DIN 2999)

10
2 Specificaties betreffende warmtepomp
2.10 Technische gegevens
Specificatie
Eenheid
WPL 6 IK WPL 8 IK
Warmtepomp uitvoering - Lucht / water Lucht / water
Opstellingsplaats - Binnen Binnen
Temperatuur-bedrijfsgrenzen CV-water
Retour/
aanvoer
Warmtevermogen / vermogensfactor 3)
Luchtcapaciteit bij extern statisch
drukverschil
Lucht
(warmtedrager)
CV-watertemperatuur
bij
Max. aanvoertemperatuur
CV-vermogen
/ COP bij
Volumestroom Minimale
debiet
°C 20 1) / 52 2) 20 1) / 52 2)
°C -20 – 35 -20 – 35
°C A>-7 / 602) A>-7 / 602)
°C 60 60
A7 / W35 kW/- 7,0 / 4,2 8,6 / 4,2
A7 / W45 kW/- 6,8 / 3,5 8,5 / 3,5
A2 / W35 kW/- 6,2 / 3,5 8,0 / 3,5
A10 / W35 kW/- 7,3 / 4,3 9,1 / 4,3
A-7 / W35 kW/- 4,7 / 2,9 6,1 / 2,8
Nominale
debiet
A7/W35
Maximale
debiet
m3/h /
Pa
Vrije druk warmtepomp / debiet bar /
l/h
2500 / 25 2500 / 25
l/h 650 850
l/h 1300 1700
l/h 1650 2150
0,42 / 900 0,36 / 1200
Inhoud geïntegreerde bufferboiler l 55 55
Afmetingen zonder aansluitingen B x H x D mm 845x1860x745 845x1860x745
Gewicht incl. verpakking kg 290 295
Aansluitingen Verwarming - R1“BD R1“BD
Tapwaterlaadcircuit
- R1“BD R1“BD
Luchtkanaalinlaat en -uitlaat Buitendiameter mm 700 700
Tab. 3 Technische gegevens Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Specificaties betreffende warmtepomp
Koelmiddel Type R407C R407C
Lengte condenswaterslang
uit het apparaat
Totaal
vulgewicht
kg 2,95 3,2
mm / m 30 / 1 30 / 1
Expansievat Volume l 18 18
Circulatiepomp cv-circuit
(bij nominaal debiet)
Voordruk bar 1,5 1,5
Nom. opname kW 0,09 0,09
Nom. stroom A n.a 4) n.a 4)
Vermogen weerstand kW 6 6
Spanningscode 5)
Warmtepomp A 3~/PE/400V/
50Hz/C10
Stuurspanning
A 1~/N/PE/230V/
50Hz/B10
Weerstand A 3~/N/PE/400V/
50Hz/C10
Beveiligingsklasse - IP 20 IP 20
Nom. opgenomen vermogen
warmtepomp 5)
A7/W35 kW 1,65 2,0
Startstroom direct A 32 46
Nom. stroom 5)
Specificatie
Met
softstarter
A7/W35 /
cosϑ
A 19 22
3~/PE/400V/
50Hz/C10
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 11
2
1~/N/PE/230V/
50Hz/B10
3~/N/PE/400V/
50Hz/C10
A / – 3,65 / 0,66 4,1 / 0,7
Maximale machinestroom A 5,7 7,2
Europese veiligheidsbepalingen Zie CE-conformiteitsverklaring
Tab. 3 Technische gegevens Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK
1) CV-water retour
2) CV-water aanvoer
3) conform EN14511
4) niet aantoonbaar
5) Plaatselijke voorschriften aanhouden
Eenheid
WPL 6 IK WPL 8 IK
Zie CE-conformiteitsverklaring

12
2 Specificaties betreffende warmtepomp
Specificatie
Eenheid
WPL 10IK WPL 12 IK
Warmtepomp uitvoering - Lucht / water Lucht / water
Opstellingsplaats - Binnen Binnen
Temperatuur-bedrijfsgrenzen CV-water
retour
Warmtevermogen / vermogensfactor 2)
Luchtcapaciteit bij extern statisch
drukverschil
CV-wateraanvoer
Lucht
(warmtedrager)
Max. aanvoertemperatuur
CV-vermogen
/ COP bij
Volumestroom Minimale
debiet
°C 20 20
°C 58 (60) 1) 58 (60) 1)
°C -20 – 35 -20 – 35
°C 60 60
A7 / W35 kW/- 12,2 / 3,9 13,7 / 4,2
A7 / W45 kW/- 11,8 / 3,2 13,5 / 3,3
A2 / W35 kW/- 10,4 / 3,2 11,9 / 3,4
A10 / W35 kW/- 13,1 / 4,2 14,6 / 4,4
A-7 / W35 kW/- 8,4 / 2,7 9,5 / 2,7
Nominale
debiet
A7/W35
Maximale
debiet
m3/h /
Pa
Vrije druk warmtepomp / debiet bar /
l/h
3400 / 25 3400 / 25
l/h 1200 1500
l/h 2000 2500
l/h 2500 3000
0,5 / 2000 0,45 / 2500
Inhoud geïntegreerde bufferboiler l 80 80
Afmetingen zonder aansluitingen B x H x D mm 845x1860x745 845x1860x745
Gewicht incl. verpakking kg 300 305
Aansluitingen Verwarming - R1“BD R5/4“BD
Tapwaterlaadcircuit
- R1“BD R5/4“BD
Luchtkanaalinlaat en -uitlaat Buitendiameter mm 700 700
Tab. 4 Technische gegevens Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Specificaties betreffende warmtepomp
Koelmiddel Type R404A R404A
Lengte condenswaterslang
uit het apparaat
Totaal
vulgewicht
kg 4,1 4,5
mm / m 30 / 1 30 / 1
Expansievat Volume l 24 24
Circulatiepomp cv-circuit
(bij nominaal debiet)
Voordruk bar 1,5 1,5
Nom. opname kW 0,18 0,18
Nom. stroom A n.a 3) n.a 3)
Vermogen weerstand kW 9 9
Spanningscode 4)
Warmtepomp A 3~/PE/400V/
50Hz/C16
Stuurspanning
A 1~/N/PE/230V/
50Hz/B10
Weerstand A 3~/N/PE/400V/
50Hz/C16
Beveiligingsklasse - IP 20 IP 20
Nom. opgenomen vermogen
warmtepomp 4)
A7/W35 kW 2,9 3,3
Startstroom direct A 62 61
Nom. stroom 4)
Specificatie
Met
softstarter
A7/W35 /
cosϑ
A 24 25
3~/PE/400V/
50Hz/C16
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 13
2
1~/N/PE/230V/
50Hz/B10
3~/N/PE/400V/
50Hz/C16
A / – 5,5 / 0,75 6,3 / 0,75
Maximale machinestroom A 8 9,7
Europese veiligheidsbepalingen Zie CE-conformiteitsverklaring
Tab. 4 Technische gegevens Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK
1) afhankelijk van bouwtoleranties en debiet
2) conform EN14511
3) niet aantoonbaar
4) Plaatselijke voorschriften aanhouden
Eenheid
WPL 10IK WPL 12 IK
Zie CE-conformiteitsverklaring

14
2 Specificaties betreffende warmtepomp
2.11 Toebehoren
2.11.1 Systeem luchtkanaal 700
700
570
Luchtkanalen met luchtkanaaltoebehoren zijn
voor het gebruik van de warmtepomp nodig.
Deze zijn niet in de levering opgenomen.
B Gebruik alleen originele toebehoren.
570
700
740
Afb. 4 Luchtkanalen van het systeem luchtkanaal 700 (alle maten in mm)
1 Bocht
2 Luchtkanaal 1000 mm
3 Luchtkanaal 450 mm
800
R715
Het systeem luchtkanaal 700 is een modulair systeem
voor de luchtverplaatsing van de warmtepomp naar de
buitenkant van het gebouw.
De luchtkanalen en wanddoorvoeren zijn meerdelig en insteekbaar
en gefabriceerd van robuust materiaal.
Afhankelijk van de behoefte zijn de luchtkanalen in de
lengten 450 mm, 1000 mm of als bocht leverbaar.
Afb. 5 Wanddoorvoer, weer-/regenbeschermingsrooster, draadrooster en afdekraam van het systeem
luchtkanaal 700 (alle maten in mm)
1 Wanddoorvoer
2 Weer-/regenbeschermingsrooster
3 Draadrooster
4 Afdekraam
1
1 2 3
420
800
700
570
850
750 47,5
47,5
570
700
2
750
845
710
47,5
1000
1018
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
710
3
700
570
840
700 70
70
570
700
4
700 70
840
450
468
6 720 644 794-02.1T
6 720 644 794-87.1T

2.11.2 Tapwaterboiler
Wanneer de warmtepomp ook voor tapwatervoorziening
wordt gebruikt, moet een tapwaterboiler in de hydrauliek
van de warmtepomp worden opgenomen.
Het boilervolume van de boiler moet zodanig worden gekozen,
dat ook tijdens de blokkeertijden de benodigde
tapwaterhoeveelheid ter beschikking kan worden gesteld.
Respecteer bij de inbouw van een boiler de volgende
voorwaarden:
• het oppervlak van de warmtewisselaar van de boiler
moet zodanig zijn gedimensioneerd, dat het cv-vermogen
van de warmtepomp met zo klein mogelijke spreiding
wordt overgedragen. Wij adviseren gebruik te
maken van de boiler SH300-440EW.
• De boiler moet worden ingebouwd conform het hydraulisch
schema van het toesteltype van de warmtepomp.
De tapwatertemperatuursensor is in de levering
opgenomen.
• In combinatie met een combinatieboiler KNW..EW
moet, bij verwarmingsondersteuning, een extra retour
van de boiler naar de warmtepomp en een extra 3-wegklep
in de retour worden geïnstalleerd. De interne circulatiepomp
(HUP) moet dan als extra circulatiepomp
(ZUP) worden gedefinieerd en op de warmtepompmanager
worden omgezet.
Specificaties betreffende warmtepomp
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 15
2

16
3 Transport
3 Transport
VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk
letsel door dragen van zware lasten!
B Transporteer de warmtepomp met meerdere
personen.
B Borg de warmtepomp tegen kantelen.
B Borg de warmtepomp tegen verschuiven.
B Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen
(bijv. veiligheidshelm, veiligheidsschoenen
en veiligheidshandschoenen).
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerd transport.
B Warmtepomp niet meer dan 45° kantelen.
B Gebruik geen onderdelen of hydraulische
aansluitingen voor transportdoeleinden.
B Steekkar alleen vanaf de achterzijde van
de warmtepomp onder het toestel schuiven.
B Klem geen aansluitingen af tegen de
steekkar.
B Hydraulische aansluitingen niet beschadigen.
Transport met een heftruck
B Warmtepomp in verpakte toestand met een heftruck
naar de uiteindelijke opstellingsplaats transporteren.
Transport op een steekwagen
Wanneer het transport naar de opstellingslocatie met een
heftruck niet mogelijk is, kan de warmtepomp ook op een
steekwagen worden getransporteerd.
B Verpakking verwijderen en de bijverpakking goed
bewaren.
B Warmtepomp van de pallet tillen.
B Onderste voorwand en onderste zijwanden afnemen.
– Snelsluitschroeven met een slag van 90° naar links
losdraaien.
– Wanden uittillen en veilig wegzetten.
B Steekkar aan de achterzijde onder de warmtepomp
schuiven.
B Steekkar met de warmtepomp voorzichtig kantelen en
naar de opstellingsplaats transporteren.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

4 Voorschriften
De onderstaande richtlijnen en voorschriften respecteren:
• Plaatselijke bepalingen en voorschriften van het verantwoordelijke
nutsbedrijf (EVU) met de bijbehorende
speciale voorschriften (TAB).
• BImSchG, 2e hoofdstuk: niet keuringsplichtige installaties
• TA Lärm Technische handleiding voor bescherming
tegen geluid (algemeen voorschrift bij de Bundes-
Emissionsschutzgesetz)
• Nationale bouwverordening
• EnEG (wet voor besparing van energie)
• EnEV (verordening betreffende energiebesparende installatietechniek
bij gebouwen)
• EN 60335 (veiligheid van elektrische apparaten voor
huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden)
deel 1 (algemene eisen)
deel 2-40 (bijzondere eisen voor elektrisch aangedreven
warmtepompen, airconditioning en kamerluchtontvochtigers)
• EN 12828 (cv-systemen in gebouwen - ontwerpen van
tapwater-cv-installaties)
• DVGW, Wirtschafts- und Verlagsgesellschaft,
Gas und Wasser GmbH - Josef-Wirmer-Str. 1−3 -
53123 Bonn
– Werkblad W 101
Richtlijnen voor drinkwatergebieden; 1e deel; beschermingsgebieden
voor grondwater
• DIN-Normen, Beuth-Verlag GmbH - Burggrafenstraße
6 - 10787 Berlijn
– DIN 1988, TRWI (Technische regels voor drinkwaterinstallatie)
– DIN 4108 (warmte-isolatie en energiebesparing in
gebouwen)
– DIN 4109 (geluidsisolatie in de hoogbouw)
– DIN 4708 (centrale installaties voor de opwarming
van tapwater)
– DIN 4807 of EN 13831 (expansievaten)
– DIN 8960 (koelmiddelen - eisen en afkortingen)
– DIN 8975-1 (koelinstallaties - veiligheidstechnische
uitgangspunten voor vormgeving, uitrusting en opstelling
- ontwerp)
– DIN VDE 0100 (opstellen van krachtstroominstallaties
met nominale spanningen tot 1000 V)
– DIN VDE 0105 (gebruik van elektrische installaties)
– DIN VDE 0730 (bepalingen voor apparaten met
elektromotorische aandrijving voor huishoudelijk gebruik
en dergelijke toepassingen)
Voorschriften
• VDI-richtlijnen, Verein Deutscher Ingenieure e.V. -
Postfach 10 11 39 - 40002 Düsseldorf
– VDI 2035 Blad 1: voorkomen van schade in tapwaterverwarmingsinstallatie,
ketelsteenvorming in
drinkwaterverwarmings- en tapwaterverwarmingsinstallaties.
– VDI 2081 Geluidsemissie en geluidsvermindering in
kamerluchttechnische installaties.
– VDI 2715 Geluidsvermindering in tap- en cv-waterverwarmingsinstallaties
• Oostenrijk:
– Lokale bepalingen en regionale bouwvoorschriften
– Voorschriften van de netbeheerder (VNB)
– Voorschriften van het waterbedrijf
– Waterrechtwetgeving van 1959 in geldige uitgave
– ÖNORM H 5195-1 Richtlijnen ter voorkoming van
schade door corrosie en kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties
tot 100 °C
– ÖNORM H 5195-2 Richtlijnen ter voorkoming van
vorstschade in gesloten cv-installaties
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 17
4

5 Montage
5 Montage
5.1 Opstellingsruimte
18
OPMERKING: Schade aan de installatie
door vorst en corrosie!
B Warmtepomp binnen een gebouw opstellen.
B Warmtepomp in een vorstvrije en droge
ruimte opstellen.
De opstellingsruimte moet voldoen aan de voorschriften
van de DIN EN 378 en aan de plaatselijke bepalingen.
5.2 Warmtepomp opstellen
VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel
door verkeerde opstelling!
B Warmtepomp alleen door een erkende installateur
laten opstellen
B Plaats de warmtepomp met meerdere personen.
B Plaatselijk geldende ongevallenpreventievoorschriften,
wettelijke voorschriften en
verordeningen en richtlijnen respecteren.
OPMERKING: Installatieschade door verkeerde
opstelling!
B Warmtepomp niet meer dan 45° kantelen.
B Opstellingstekening voor het betreffende
type warmtepomp respecteren
( hoofdstuk 9.2, pagina 42).
B Bouwgrootte en minimale afstanden respecteren.
B Houd de schakelkastzijde altijd toegankelijk.
≥600
≥1000 ≥200
≥600
6 720 644 794-86.1T
Afb. 6 Minimumafstanden Logatherm WPL...IK
B Warmtepomp niet opstellen op het toestelframe of
de afwerkvloer.
B Waarborg, dat de ondergrond aan de volgende
voorwaarden voldoet:
– Geschikt voor het gewicht van de warmtepomp
– Vast en horizontaal
– Bij voorkeur contactgeluidontkoppeld.
B Verpakking verwijderen en de bijverpakking goed
bewaren.
B Sorteer en recycleer het verpakkingsmateriaal.
B Warmtepomp van de pallet tillen.
B Standvoeten gemonteerd:
– Warmtepomp aan een zijde kantelen, tot de onderkant
aan de andere kant vrij komt.
– Borg de warmtepomp tegen terugkantelen.
– Standvoeten aan de vrijhangende onderkant van de
warmtepomp monteren.
– Warmtepomp voorzichtig terug kantelen.
– Procedure herhalen voor de andere zijde.
Afb. 7 Standvoeten monteren
1 Standvoet
2 Borgmoer
3 Stelschroef
Wanneer de afstanden tot de minimale maat
worden gereduceerd, moeten de luchtkanalen
worden ingekort. Dit heeft een aanmerkelijke
toename van het geluidsniveau tot
gevolg.
6 720 644 794-03.1T
B Warmtepomp op de uiteindelijke opstellingsplaats
plaatsen.
B Warmtepomp met behulp van de stelschroeven [3]
horizontaal uitlijnen.
B Borgmoeren [2] aandraaien.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
2
3

5.3 Luchtgeleiding monteren
Luchtkanalen met luchtkanaaltoebehoren zijn
voor het gebruik van de warmtepomp nodig.
Deze zijn niet in de levering opgenomen.
B Gebruik alleen originele toebehoren.
5.3.1 Luchtuitlaat rechts ombouwen naar luchtuitlaat
links
De warmtepompen worden standaard met
de luchtuitlaat rechts uitgeleverd.
Vanwege de bouwkundige omstandigheden is het mogelijk,
dat de luchtuitlaat van de warmtepomp van rechts
naar links moet worden omgebouwd.
B Schroeven van het bedieningspaneel aan de bovenkant
van de warmtepomp losmaken.
6 720 644 794-04.1T
Afb. 8 Schroeven van het bedieningspaneel losmaken
OPMERKING: Installatieschade door verkeerde
demontage!
Het bedieningselement in het bedieningspaneel
is via een kabel verbonden met de
hoofdprintkaart van de warmtepomp.
B Bedieningspaneel voorzichtig demonteren,
om beschadiging van het bedieningselement
te vermijden.
B Bedieningspaneel boven van de warmtepomp af kantelen.
B Bovenste voorwand afnemen.
Montage
B Bedieningspaneel onder uit de houder nemen.
Afb. 9 Bedieningspaneel onder uit de houder nemen
B Snelsluitschroeven van de onderste voorwand 90°
naar links losdraaien.
B Onderste voorwand afnemen.
Afb. 10 Onderste voorwand afnemen
B Snelsluitschroeven van de bovenste voorwand 90°
naar links losdraaien.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 19
90°
6 720 644 794-05.1T
1.
2.
90°
6 720 644 794-06.1T
5

20
5 Montage
1.
90°
1.
90°
2.
6 720 644 794-07.1T
Afb. 11 Bovenste voorwand afnemen
Om de capillairen van de manometer aan de binnenzijde
van de bovenste voorwand te beschermen:
B bovenste voorwand 180° gedraaid wegzetten.
6 720 644 794-08.1T
Afb. 12 Bovenste voorwand 180° gedraaid wegzetten
B Schroeven van de zijwanden losmaken.
Afb. 13 Schroeven van de zijwanden losmaken
B Zijwanden naar voren trekken en door een draaiing
naar achteren toe uitnemen.
Afb. 14 Zijwanden uitnemen
6 720 644 794-09.1T
6 720 644 794-10.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

B Sensorkop aan de linkerzijde uit de houder nemen.
Afb. 15 Sensorkop uit de houder nemen.
B Isolatiewanden aan de zijkanten van de warmtepomp
op de gemarkeerde punten losmaken met korte rukbewegingen.
Afb. 16 Isolatiewanden op de zijwanden losmaken
B Sensorkabel door de isolatiewand aan de linker zijwand
van de warmtepomp trekken.
B Het ontstane gat in de isolatiewand afsluiten met een
blindplug.
Afb. 17 Sensorkabel doortrekken
6 720 644 794-11.1T
6 720 644 794-12.1T
6 720 644 794-13.1T
Montage
Temperatuursensor met sensorkabel altijd op
de zijde die van het kanaal is afgewend monteren.
B Rechter zijwanden met isolatie met 180° gedraaid naar
de linker kant brengen en de beide linker zijwanden met
isolatie met 180° gedraaid naar de rechter kant brengen.
B Voorgeperst gat in de isolatiewand aan de rechterkant
van de warmtepomp met een schroevendraaier doorbreken.
B Temperatuursensor met sensorkabel door het gat
schuiven.
Afb. 18 Temperatuursensor met sensorkabel door het
gat schuiven
B Sensorkop in de houder aan de rechterkant van de
warmtepomp hangen.
Afb. 19 Sensorkop in de houder aan de rechterkant van
de warmtepomp hangen
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 21
5
6 720 644 794-14.1T
6 720 644 794-15.1T

22
5 Montage
B Sensorkabel via de kabelhouder en de rail met bevestigingsgaten
naar de schakelkast installeren.
2
Afb. 20 Sensorkabel naar de schakelkast installeren
1 Schakelkast achterzijde
2 Geïntegreerde bufferboiler achterzijde
B Isolatiewanden monteren:
– Isolatiewand onder plaatsen.
– Isolatiewand voorzichtig van onderen naar boven in
de juiste positie drukken.
– Aanbeveling: sproei zeepwater op als glijmiddel.
De lippen van de isolatiewanden zijn in de daarvoor bedoelde
uitsparingen geborgd.
1 2
4
Afb. 21 Lippen van de isolatiewand met uitsparingen
1 Bovenste lip van de isolatiewand
2 Bovenste uitsparing
3 Onderste uitsparing
4 Onderste lip van de isolatiewand
B Zijwanden weer monteren.
3
1
6 720 644 794-16.1T
6 720 644 794-17.1T
In geval van beschadiging kan de EPP-isolatie
met een lijmpistool en oplosmiddelvrije
lijm worden gerepareerd.
5.3.2 Wanddoorvoer samenbouwen en monteren
De wanddoorvoer is een noodzakelijk element voor het
goed functioneren. Voor iedere warmtepomp zijn twee
wanddoorvoeren nodig.
B De componenten van de wanddoorvoer uit de verpakking
nemen en controleren op volledigheid.
4x 2x 1x
Afb. 22 Leveringsomvang wanddoorvoer
B Glijmiddel op de bevestigingslippen van een insteekelement
aanbrengen.
B Het passende insteekelement op de bevestigingslip
plaatsen en aandrukken.
Afb. 23 Insteekelementen in elkaar steken
6 720 644 794-20.1T
6 720 644 794-21.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

B Volgende insteekelement met behulp van het glijmiddel
plaatsen.
6 720 644 795-22.1T
Afb. 24 Volgende insteekelement plaatsen
B Samengestoken elementen met 90° draaien.
B Laatste insteekelement met behulp van het glijmiddel
onder plaatsen.
6 720 644 794-23.1T
Afb. 25 Laatste insteekelement onder plaatsen
B Samengestoken elementen nogmaals met 90° draaien.
B Laatste bevestiging samensteken.
Montage
Afb. 26 Laatste bevestiging samensteken
Om de wanddoorvoer te stabiliseren:
B Spanplaten in de wanddoorvoer plaatsen.
Afb. 27 Spanplaten in de wanddoorvoer plaatsen
B Wanddoorvoer in het metselwerk plaatsen.
In de ruwbouwfase door inmetselen:
B Wanddoorvoer 1 cm uitstekend uit de buitengevel
monteren.
Afb. 28 Wanddoorvoer door inmetselen plaatsen
1 Buitenkant metselwerk
2 Wanddoorvoer in het metselwerk plaatsen.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 23
5
6 720 644 795-24.1T
6 720 644 795-25.1T
1 1
2
6 720 644 794-26.1T

24
5 Montage
Naderhand door inschuimen:
Afb. 29 Wanddoorvoer door inschuimen plaatsen
1 Afgewerkte buitengevel
5.3.3 Luchtkanalen monteren
B De componenten van het luchtkanaal uit de verpakking
nemen en controleren op volledigheid.
4x
Afb. 30 Leveringsomvang luchtkanaal
B Luchtkanalen op dezelfde wijzen samenbouwen als de
muurdoorvoer ( hoofdstuk 5.3.2, pagina 22).
1
6 720 644 795-27.1T
6 720 644 794-28.1T
5.3.4 Luchtkanalen in de wanddoorvoer monteren
B O-ring over het uiteinde van het luchtkanaal trekken,
die aan de wanddoorvoer wordt bevestigd.
B Luchtkanaal met het afgedichte uiteinde naar voren in
de wanddoorvoer schuiven.
2
1
3 4
3 4
6 720 644 794-29.1T
Afb. 31 Luchtkanaal in de wanddoorvoer schuiven
1 Wanddoorvoer
2 Luchtkanaal
3 O-ring
4 Zwelband (montage pas na bevestiging van het luchtkanaal
aan de warmtepomp).
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

5.3.5 Luchtkanaal aan de warmtepomp bevestigen
Voor de bevestiging van de luchtkanalen aan
de warmtepomp is de aansluitset (GAN) nodig
(toebehoren).
B Gebruik alleen originele toebehoren.
Om het luchtkanaal aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp
te bevestigen:
B montagestrip met de speciale schroeven aan het luchtkanaal
bevestigen.
B Aansluitraam op de rand van het luchtkanaal lijmen.
B Luchtkanaal aan de luchtopening van de luchtinlaatzijde
van de warmtepomp positioneren.
6 720 644 794-30.1T
Afb. 32 Luchtkanaal op de luchtopening positioneren
B Spanveren in de daarvoor bedoelde gaten op de warmtepomp
haken.
B Andere uiteinde van de spanveren in de montagestrip
op het luchtkanaal haken.
Montage
B Beschermkappen over de montagestrips bevestigen.
Afb. 33 Beschermkappen bevestigen
Om het luchtkanaal aan de luchtuitlaatzijde van de warmtepomp
te bevestigen:
B Ga tewerk als bij de bevestiging van het luchtkanaal
aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp.
Extra verlengingen van de luchtkanalen moeten
met geschikte maatregelen aan het plafond
worden bevestigd.
5.3.6 Zwelband monteren
Het luchtkanaal is zowel aan de warmtepomp als aan de
wanddoorvoer bevestigd.
B Opening tussen wanddoorvoer en luchtkanaal met de
zwelband afsluiten.
5.3.7 Afdekraam monteren
Het afdekraam heeft geen technische functie,
maar zorgt voor een optisch mooie overgang
naar het muuroppervlak.
B Afdekraam op de wanddoorvoer bevestigen.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 25
5
6 720 644 795-31.1T

26
5 Montage
5.3.8 Draadrooster en weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
monteren
Het weerbeschermingsrooster is bij de bevestiging
boven het maaiveld nodig, het regenbeschermingsrooster
bij bevestiging
onder het maaiveld.
B De componenten van het draadrooster en het weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
uit de verpakking
nemen en controleren op volledigheid.
8x
1x
8x
Afb. 34 Leveringsomvang draadrooster en weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
B Inbouwraam vanaf de buitenkant in de wanddoorvoer
van de luchtinlaatzijde plaatsen.
B Inbouwraam met schroeven bevestigen.
Afb. 35 Inbouwraam bevestigen
8x
8x
1x
1x
6 720 644 794-32.1T
6 720 644 794-33.1T
B Draadrooster in het inbouwraam plaatsen.
6 720 644 794-34.1T
Afb. 36 Draadrooster bevestigen.
Wanneer de wanddoorvoer boven het maaiveld ligt:
B Weerbeschermingsrooster op het inbouwraam plaatsen
en vastschroeven.
Wanneer de wanddoorvoer in een lichtschacht onder het
maaiveld ligt:
B Regenbeschermingsrooster op het inbouwraam plaatsen
en vastschroeven.
6 720 644 794-35.1T
Afb. 37 Weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
bevestigen
Om het draadrooster en het weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
aan de luchtuitlaatzijde te monteren:
B Ga net zo tewerk als bij de bevestiging van het
draadrooster en het weerbeschermings-/regenbeschermingsrooster
aan de luchtinlaatzijde.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
8x

5.4 CV-circuit aansluiten
GEVAAR: Levensgevaar door elektrische
stroom!
B Schakel alle polen van de netspanning
stroomloos en zorg ervoor dat ze niet per
ongeluk opnieuw kunnen worden ingeschakeld.
B Laat de elektrische aansluiting en werkzaamheden
aan elektrische componenten
alleen uitvoeren door een installateur.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerde montage!
B Warmtepomp opnemen in het cv-circuit
volgens het type-afhankelijke hydraulische
schema ( hoofdstuk 9.5, pagina 58).
B Aansluitingen in de warmtepomp tegen
verdraaien borgen.
Waarborg dat de doorsneden en lengten van de buizen
van het cv-circuit voldoende zijn gedimensioneerd. De
vrije druk van de circulatiepompen moet minimaal het voor
uw toesteltype benodigde minimale debiet opbrengen.
Om het cv-circuit tegen vervuilingen en afzettingen te beschermen:
B CV-circuit zorgvuldig spoelen ( hoofdstuk 6.3,
pagina 33).
Montage
B Afsluitinrichtingen en flexibele slangen in de cv-wateruitlaat
(aanvoer) [2], het tapwaterlaadcircuit [1] en
de gemeenschappelijke inlaat (retour) [3] op de warmtepompzijde
monteren.
Afb. 38 Aansluitingen voor het cv-circuit en het tapwaterlaadcircuit
aan de achterzijde van de warmtepomp
1 Aanvoer tapwater
2 Aanvoer cv-water
3 Retour cv- en tapwater
Door de montage van de afsluitinrichting kan
indien nodig de condensor van de warmtepomp
worden gespoeld.
Spoelen van de condensor mag alleen door
de servicedienst worden uitgevoerd.
Om contactgeluidoverdracht naar het vaste leidingwerk
te voorkomen:
B vaste leidingwerk van het cv-circuit via de trillingsontkoppeling
aansluiten.
B Slangen van de trillingsontkoppeling in een kwart cirkel
(90°) installeren.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 27
1
2
3
6 720 644 794-36.1T
5

28
5 Montage
5.4.1 Afvoer van de veiligheidsklep cv-water en
condenafvoer controleren
OPMERKING: Schade door verkeerde
montage.
B Afvoerslang van het condenswater in de
warmtepomp als sifon installeren.
De afvoer van de veiligheidsklep cv-water en de afvoer
van het uit de lucht ontstane condenswater moet via de
voorgemonteerde slangen in de warmtepomp worden gewaarborgd.
Daarbij moeten de geldende normen en voorschriften
worden gerespecteerd.
Afvoer in het riool is alleen via een trechtersifon toegestaan,
die altijd bereikbaar moet zijn.
B Afvoerslangen en de positionering voor de veiligheidsklep
cv-water en de condensafvoer controleren.
Afb. 39 Afvoerslangen voor het condensaat en de
veiligheidsklep cv-water
1 Afvoerslang van de veiligheidsklep cv-water
2 Afvoerslang voor het condensaat
1
2
6 720 644 794-37.1T
5.4.2 Manometer van CV-circuit demonteren
Indien nodig kan de manometer van het cv-circuit worden
gedemonteerd, zonder dat het cv-circuit hoeft te worden
afgetapt.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerde montage!
B Capillaire buis van de manometer niet
knikken.
Bij de montage of demontage van de manometer
kan water kortstondig ontsnappen.
B Aansluitnippel van het automatische afsluitventiel
draaien.
1
Afb. 40 Aansluitnippel uit het automatische afsluitventiel
draaien
1 Aansluitnippel
B Manometer uit de warmtepomp verwijderen.
Bij de montage van de manometer moet voor
het vastdraaien van de aansluitnippel een
draaimomentsleutel (10 Nm) worden gebruikt.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
3
2 4
1 5
0 6
Nm
6 720 644 794-38.1T

5.5 Elektrische aansluiting
Alle regel-, stuur- en veiligheidsinrichtingen van de warmtepomp
zijn bedrijfsklaar bedraad en getest.
GEVAAR: Levensgevaar door elektrische
schokken!
B Laat de elektrische aansluiting en werkzaamheden
aan elektrische componenten
alleen uitvoeren door een installateur.
B Schakel alle polen van de netspanning
stroomloos en zorg ervoor dat ze niet per
ongeluk opnieuw kunnen worden ingeschakeld.
B Geldende EN-, VDE-voorschriften respecteren.
B Geldende lokale voorschriften respecteren.
B Respecteer de technische aansluitvoorwaarden
van het energiebedrijf!
5.5.1 Voedingskabel aansluiten
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerde elektrische aansluitwerkzaamheden!
B Elektrische aansluitwerkzaamheden conform
het klemmenschema en stroomschema
van de betreffende warmtepomp
uitvoeren ( hoofdstuk 9.3 en
hoofdstuk 9.4, pagina 48).
B Rechtsdraaiveld van de lastvoeding voor
de compressor waarborgen.
B Voeding van de warmtepomp met een
3-polige zekeringautomaat met minimaal
3 mm contactafstand uitrusten (respecteer
de hoogte van de uitschakelstroom).
B Sensorkabel voor warmtehoeveelheidsregistratie
niet inkorten.
B Alle spanningsgeleidende kabels voor het installeren in
de kabelgoot van de schakelkast ontmantelen.
B Voorwand demonteren ( hoofdstuk 5.3.1,
pagina 19).
B Schroeven van de schakelkast losmaken.
Montage
Afb. 41 Schakelkast openen
B Afdekplaat van de schakelkast wegtillen.
B Vermogenskabel en sensorkabel door de rubberen tulen
[1] op de achterkant van de warmtepomp schuiven.
Afb. 42 Rubberen tulen aan de achterkant van de
warmtepomp
1 Rubberen tulen
De kabels worden in de binnenruimte van de warmtepomp
via een kabelkanaal tot aan de schakelkast geïnstalleerd.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 29
1
5
6 720 644 794-39.1T
6 720 644 794-40.1T

30
5 Montage
B Voedingskabel en sensorkabel van het kabelkanaal [1]
door de openingen in de schakelkast [1] installeren.
Afb. 43 Kabelkanaal en openingen in de schakelkast
1 Kabelkanaal
2 Openingen in de schakelkast
1
B Elektrische aansluitingen conform het klemmenschema
van de betreffende warmtepomp uitvoeren
( hoofdstuk 9.3, pagina 48).
Afb. 44 Elektrische aansluitingen
1 Aansluitingen voedingskabel en voeding besturing 230 V
2 Aansluitingen warmtepompmanager-printkaart
B Schakelkast weer sluiten.
B Voorwand weer monteren.
2
6 720 644 794-41.1T
1
2
6 720 644 794-42.1T
5.6 Hydraulische aansluitingen isoleren
B Isolatie van de hydraulische aansluitingen conform de
plaatselijk geldende normen en richtlijnen uitvoeren.
B Trillingsontkoppeling isoleren.
B Vaste leidingwerk van het cv-toestel isoleren.
5.7 Bedieningspaneel monteren
Het bedieningsdeel van de warmtepompmanager wordt
al voorgemonteerd op het bedieningspaneel geleverd.
B Bedieningspaneel onder aan de voorzijde in de geleiding
laten vallen.
6 720 644 794-43.1T
Afb. 45 Bedieningspaneel in de geleiding laten vallen
B Bedieningspaneel naar voren kantelen.
6 720 644 794-44.1T
Afb. 46 Bedieningspaneel naar voren kantelen
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

B Bedieningspaneel met twee schroeven aan de bovenzijde
van de warmtepomp monteren.
Afb. 47 Bedieningspaneel monteren
6 720 644 794-45.1T
Montage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 31
5

32
6 Inbedrijfstelling
6 Inbedrijfstelling
6.1 Warmtepomp in bedrijf stellen
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerde inbedrijfstelling!
B Warmtepomp alleen met gemonteerde
luchtkanalen, weerbeschermings-, regenbeschermings-
of draadrooster en gesloten
mantel in bedrijf nemen.
B Laat de inbedrijfstelling alleen uitvoeren
door de servicedienst.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door afzettingen in luchttransporterende
componenten!
Wanneer de inbedrijfstelling niet direct na de
installatie plaatsvindt, kunnen afzettingen en
vervuiling in de ventilator en de luchtkanalen
ontstaan.
B Voor de inbedrijfstelling de ventilator en
de luchtkanalen controleren op afzettingen
en vervuiling.
B Eventueel de ventilator en de luchtkanalen
ontdoen van afzettingen en vervuiling.
Tijdens de inbedrijfstelling moet continu het
inbedrijfstellingsprotocol worden ingevuld
( hoofdstuk 9.7, pagina 65).
Om schade aan de warmtepomp te voorkomen:
B Montage en inbedrijfname-checklist afwerken
( hoofdstuk 9.6, pagina 63) en de installatie zorgvuldig
controleren:
– Rechtsdraaiveld van de lastvoeding (compressor)
is gewaarborgd.
– Opstelling en montage van de warmtepomp zijn
volgens de instructies in deze montage- en onderhoudshandleiding
uitgevoerd.
– De elektrische installatie is deskundig en correct
uitgevoerd.
– Voor de compressor is een 3-polige zekeringautomaat
met een contactopeningsafstand van 3 mm
geïnstalleerd.
– Het cv-circuit is gespoeld, gevuld en zorgvuldig
ontlucht.
– Alle kranen en afsluitinrichtingen van het cv-circuit
zijn geopend.
– Alle leidingsystemen en componenten van de
warmtepomp zijn dicht.
– Alle luchttransporterende componenten zijn
ontdaan van afzettingen en vervuiling.
6.2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
controleren
Op het elektrische verwarmingselement [1] is een veiligheidstemperatuurbegrenzer
ingebouwd. Deze is afhankelijk
van het type warmtepomp.
Bij uitval van de warmtepomp of bij lucht in de warmtepomp:
B Controleer, of de resetknop [2] van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
is uitgesprongen.
6 720 644 795-46.1T
Afb. 48 Resetknop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
1 Elektrische verwarmingselement met veiligheidstemperatuurbegrenzer
2 Resetknop
B Evt. resetknop [2] van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
weer indrukken.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
2
1

6.3 CV-circuit spoelen, vullen en ontluchten
OPMERKING: Schade aan de installatie
door verkeerde uitvoering!
B CV-circuit alleen spoelen met een waterdruk
van minder dan 2,5 bar.
B Afvoerslang van de veiligheidsklep voor
het cv-circuit voor het spoelen en vullen
aansluiten.
B Installatie voor de elektrische aansluiting
met water vullen en geheel ontluchten.
De waterkwaliteit van het cv-water moet voldoen
aan de specificaties uit de VDI 2035.
Om de tapwaterboiler te ontluchten:
B CV-circuit en tapwaterlaadcircuit tegelijkertijd spoelen.
6.3.1 Logatherm WPL 6-10 IK
B Waarborg, dat de warmtepomp ontlucht is.
B Evt. bedieningspaneel en onderste voorwand demonteren
( hoofdstuk 5.3.1, pagina 19).
CV-circuit spoelen
B Warmtepomp via een lokale vul- en aftapkraan [1] vijf
minuten spoelen.
Afb. 49 Warmtepomp spoelen
1 Vul- en aftapkraan
1
6 720 644 794-47.1T
B Motor van de 3-wegklep demonteren:
– Beugelpen op de motorvloer verwijderen.
– Motor voorzichtig naar de zijkant wegtrekken.
B Spindel met 180° draaien.
B Tapwaterlaadcircuit een minuut spoelen.
B Spindel met 180° naar de uitgangspositie terugdraaien
Afgeronde zijde van de spindel wijst naar B.
B CV-circuit spoelen.
Inbedrijfstelling
Indien nodig kunnen het cv-circuit en het tapwaterlaadcircuit
tegelijkertijd worden gespoeld.
B Spindel met 30° draaien.
B Spindel in de uitgangspositie zetten.
B Motor van de 3-wegklep in omgekeerde volgorde weer
monteren.
Om de goede bevestiging van de motor op de 3-wegklep
te waarborgen:
B Controleer, of de beugelpen met beide toppen op de
lip ligt.
Afb. 50 Beugelpen op de motor van de 3-wegklep van
de WPL 6-10 IK
CV-circuit vullen
B Warmtepomp via de lokale vul- en aftapkraan vullen
( afb. 49, pagina 33).
CV-circuit ontluchten
Om het cv-circuit van de WPL 6 IK en WPL 8 IK te ontluchten:
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 33
6
6 720 644 794-48.1T

34
6 Inbedrijfstelling
B CV-circuit via de ontluchter [1] op de geïntegreerde
bufferboiler [3] ontluchten.
1
2
3
Afb. 51 CV-circuit ontluchten (Logatherm WPL 6-8 IK)
1 Ontluchter
2 Bovenzijde van de geïntegreerde bufferboiler
3 Geïntegreerde bufferboiler
B Onderste voorwand weer monteren.
B Bedieningspaneel weer monteren
Na succesvol spoelen van de warmtepomp, het cv-circuit
en het tapwaterlaadcircuit:
B ontluchtingsprogramma van de warmtepompmanager
starten.
Om het cv-circuit van de WPL 10 IK te ontluchten:
B CV-circuit via de ontluchter [1] op de geïntegreerde
bufferboiler [2] ontluchten.
Afb. 52 CV-circuit ontluchten (Logatherm WPL 10 IK)
1 Ontluchter
2 Geïntegreerde bufferboiler
B Onderste voorwand weer monteren.
6 720 644 794-49.1T
1
2
6 720 644 794-50.1T
B Bedieningspaneel weer monteren
Na succesvol spoelen van de warmtepomp, het cv-circuit
en het tapwaterlaadcircuit:
B ontluchtingsprogramma van de warmtepompmanager
starten.
6.3.2 Logatherm WPL 12 IK
Waarborg, dat de warmtepomp ontlucht is.
B Evt. bedieningspaneel en onderste voorwand demonteren
( hoofdstuk 5.3.1, pagina 19).
CV-circuit spoelen
B Warmtepomp via een lokale vul- en aftapkraan [1] vijf
minuten spoelen.
Afb. 53 Warmtepomp spoelen
1 Vul- en aftapkraan
6 720 644 794-51.1T
B Tijdens het spoelen de resetknop indrukken en daarbij
de hendel van de 3-wegklep voor het tapwaterlaadcircuit
linksom draaien.
Afb. 54 3-wegklep van de WPL 12 IK met hendel
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
1
6 720 644 794-52.1T

2
Afb. 55 Hendel van de 3-wegklep
1 Resetknop
2 Hendel
1
B Een minuut spoelen.
B Resetknop indrukken en daarbij de hendel van de
3-wegklep naar de uitgangspositie draaien.
CV-circuit vullen
B Warmtepomp via de lokale vul- en aftapkraan vullen
( afb. 53, pagina 34).
CV-circuit ontluchten
B CV-circuit via de ontluchter [1] op de geïntegreerde
bufferboiler [2] ontluchten.
1.
Afb. 56 CV-circuit ontluchten (Logatherm WPL 12 IK)
1 Ontluchter
2 Geïntegreerde bufferboiler
B Onderste voorwand weer monteren.
B Bedieningspaneel weer monteren
Na succesvol spoelen van de warmtepomp, het cv-circuit
en het tapwaterlaadcircuit:
B ontluchtingsprogramma van de warmtepompmanager
starten.
2.
6 720 644 795-53.1T
1
2
6 720 644 794-54.1T
Inbedrijfstelling
6.4 Overstroomklep controleren
en instellen
De controle en instelling van de overstroomklep
moet direct worden uitgevoerd.
De warmtepomp schakelt naar hogedrukstoring,
zodra de maximale retourtemperatuur
wordt overschreden. De exacte positie van
de overstroomklep vindt u in het overzicht
( hoofdstuk 2.7, pagina 6).
Bij de installatie van een extra parallelbufferboiler,
moet de overstroomklep compleet zijn
gesloten.
B Waarborg, dat de warmtepomp in cv-bedrijf draait. Ideaal
gesproken in koude toestand.
Wanneer de stooklijn laag is ingesteld:
B warmtepomp op geforceerde verwarming instellen
( inbedrijfstellingshandleiding van de warmtepompmanager).
B Kleppen naar cv-circuit sluiten.
B Controleer of het debiet compleet door de overstroomklep
wordt geleid.
B Aanvoer- en retourtemperaturen op de warmtepompmanager
aflezen ( inbedrijfstellingshandleiding van
de warmtepompmanager).
B Borgschroef [3] losmaken.
B Instelknop [1] van de overstroomklep [2] zolang verdraaien,
tot de spreiding (temperatuurverschil) tussen
aanvoer- en retourtemperatuur tussen 5 en 9 K ( °C)
ligt.
– Draaien naar rechts: spreiding wordt groter.
– Draaien naar links: spreiding wordt kleiner.
Afb. 57 Overstroomventiel instellen
1 Instelknop
2 Overstroomklep
3 Borgschroef
2 3
B Kleppen naar cv-circuit openen.
B Warmtepompmanager naar de beginwaarden terugzetten
( inbedrijfstellingshandleiding van de warmtepompmanager).
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 35
1
6

36
7 Buitenbedrijfstelling en afvoeren
7 Buitenbedrijfstelling en afvoeren
GEVAAR: Levensgevaar door elektrische
schokken!
B Laat de elektrische aansluiting en werkzaamheden
aan elektrische componenten
alleen uitvoeren door een installateur.
B Schakel alle polen van de netspanning
stroomloos en zorg ervoor dat ze niet per
ongeluk opnieuw kunnen worden ingeschakeld.
B Geldende EN-, VDE-voorschriften respecteren.
B Geldende lokale voorschriften respecteren.
B Respecteer de technische aansluitvoorwaarden
van het energiebedrijf!
GEVAAR: Levensgevaar door verkeerde
buitenbedrijfstelling!
B De warmtepompen alleen door een erkend
installateur laten monteren en demonteren.
OPMERKING: Schade aan het milieu door
verkeerd afvoeren.
B Componenten, koelmiddel en olie volgens
de geldende voorschriften, normen en
richtlijnen voor recycling aanbieden of
afvoeren.
B Warmtepomp van het voedingsnet losmaken.
B Alle aansluitingen losmaken.
B Warmtepomp uit de installatie demonteren.
B Warmtepomp en componenten demonteren.
7.1 Bufferbatterij demonteren
De bufferbatterij bevindt zich op de hoofdprintkaart.
B Schuif de batterij met een schroevendraaier uit
de houder.
B Bufferbatterij en elektronische componenten
milieuvriendelijk afvoeren.
7.2 Afval
Oude toestel na de buitenbedrijfstelling afvoeren.
Respecteer daarbij de lokaal geldende wetgeving, richtlijnen
en normen voor recycling, hergebruik en afvoeren van
bedrijfsstoffen en componenten van koelapparaten.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

8 Onderhoud en verzorging
8.1 Onderhoud van de warmtepomp
Onderhouds-, reinigings- en reparatiewerkzaamheden
mogen alleen door de servicedienst
of een erkende installateur worden
uitgevoerd.
Warmtepompen met een hermetisch gesloten koelcircuit
en een koelmiddelhoeveelheid van meer dan 3 kg moeten
jaarlijks op dichtheid worden gecontroleerd.
De componenten van het cv-circuit en de warmtedrager
(kleppen, expansievaten, circulatiepompen, filters, vuilfilters)
moeten indien nodig of minimaal eenmaal per jaar
worden gecontroleerd en gereinigd.
B Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhouds-
en inspectiecontract af met de servicedienst of
een erkend installateur en laat de warmtepomp jaarlijks
inspecteren en indien nodig onderhouden.
8.1.1 Dichtheidscontrole en logboek
De EU-verordening (EG) 842/2006 van 17.05.2006
schrijft dichtheidscontroles voor en het bijhouden van een
logboek bij warmtepompen met de volgende criteria:
• koelcircuit is hermetisch dicht.
• Koelmiddelvulhoeveelheid is meer dan 3 kg.
De warmtepomptypen Logatherm WPL 8-12 IK hebben
meer dan 3 kg koelmiddel.
Bij ieder onderhoud van deze typen warmtepompen:
B Onderhoudsprotocol koelmiddel kopiëren
( hoofdstuk 9.8, pagina 71).
B Onderhoudsprotocol invullen.
B Ingevuld onderhoudsprotocol in een logboek opnemen.
8.1.2 Condensafvoer controleren
Om te controleren, of het condens ongehinderd uit de
warmtepomp kan weglopen:
B Condensbak in de warmtepomp en de condensafvoer
regelmatig controleren op vervuiling/verstopping.
B Evt. condensbak en condensafvoer reinigen.
Onderhoud en verzorging
8.1.3 Componenten spoelen en reinigen.
VOORZICHTIG: Persoonlijk letsel en materiële
schade door chemicaliën.
B Laat het spoelen en reinigen alleen uitvoeren
door de servicedienst.
B Gebruik alleen door de leverancier aanbevolen
vloeistoffen.
B Na gebruik van chemicaliën:
resten neutraliseren.
Intensief met water spoelen.
B Respecteer de technische gegevens van
de betreffende fabrikant van de warmtewisselaar.
B Condensor met chemisch reinigingsmiddel spoelen.
B Resten neutraliseren.
B Grondig met water spoelen.
8.2 Reiniging van de warmtepomp
OPMERKING: Schade aan de installatie
door reinigings- en onderhoudsmiddelen!
B Geen reinigings- en onderhoudsmiddelen
gebruiken, die schuren of die zuur of
chloor bevatten.
Om de buitenkant van de warmtepomp te reinigen:
B Buitenkant van de warmtepomp met een vochtige doek
en reinigingsmiddel schoonmaken.
8.3 Storingen
Service- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door de servicedienst of een erkende
installateur worden uitgevoerd.
B Respecteer de inbedrijfstellingshandleiding van de
warmtepompmanager.
Wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer
op het verwarmingselement is geactiveerd,
wordt geen storing weergegeven.
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 37
8

38
9 Bijlage
9 Bijlage
9.1 Vermogenscurve
9.1.1 Vermogenscurven Logatherm WPL 6 IK
16
14
12
10
8
6
4
2
Qh (kW)
TempWQ (°C)
Afb. 58 Verwarmingsvermogen Logatherm WPL 6 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Qh Verwarmingsvermogen
K Compressor
Afb. 59 Vermogensfactor Logatherm WPL 6 IK
COP Vermogensfactor
Temp WQ Temperatuur warmtebron
K Compressor
35°C 1K
50°C 1K
0
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
7
6
5
4
COP
6 720 644 794-56.1T
3
2
1
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20
35°C 1K
50°C 1K
25 30 35
TempWQ (°C)
6 720 644 794-57.1T
4
3
2
1
0
Pe (kW)
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp WQ (°C) 6 720 644 794-58.1T
Afb. 60 Opgenomen vermogen Logatherm WPL 6 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Pe Opgenomen vermogen
K Compressor
∆p (bar)
Afb. 61 Restopvoerhoogte Logatherm WPL 6 IK
Δp Drukverlies
Δp HW Restopvoerhoogte
V HW Debiet cv-water
35°C 1K
50°C 1K
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
∆pHW 0,0
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0
V HW (m³/h)
6 720 644 794-59.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.1.2 Vermogenscurven Logatherm WPL 8IK
18
16
14
12
10
8
6
4
2
Qh (kW)
TempWQ (°C)
Afb. 62 Verwarmingsvermogen Logatherm WPL 8 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Qh Verwarmingsvermogen
K Compressor
Afb. 63 Vermogensfactor Logatherm WPL 8 IK
COP Vermogensfactor
Temp WQTemperatuur warmtebron
K Compressor
35°C 1K
50°C 1K
0
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
7
6
5
4
3
2
1
COP
6 720 644 794-60.1T
35°C 1K
50°C 1K
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp WQ (°C) 6 720 644 794-61.1T
Pe (kW)
5
Bijlage
Afb. 64 Opgenomen vermogen Logatherm WPL 8 IK
Temp WQ Temperatuur warmtebron
Pe Opgenomen vermogen
K Compressor
Afb. 65 Restopvoerhoogte Logatherm WPL 8 IK
Δp Drukverlies
Δp HW Restopvoerhoogte
V HW Debiet cv-water
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 39
4
3
2
1
0
35°C 1K
50°C 1K
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp WQ (°C) 6 720 644 794-62.1T
∆p (bar)
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
∆pHW 0,0
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0
V HW (m³/h)
9
6 720 644 794-63.1T

40
9 Bijlage
9.1.3 Vermogenscurven Logatherm WPL 10 IK
Qh (kW)
24
22
20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
35°C 1K
50°C 1K
0
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Afb. 66 Verwarmingsvermogen Logatherm WPL 10 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Qh Verwarmingsvermogen
K Compressor
7
6
5
4
3
2
1
COP
TempWQ (°C)
Afb. 67 Vermogensfactor Logatherm WPL 10 IK
COP Vermogensfactor
Temp WQTemperatuur warmtebron
K Compressor
6 720 644 794-64.1T
35°C 1K
50°C 1K
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp WQ (°C) 6 720 644 794-65.1T
5
4
3
2
1
0
Pe (kW)
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp WQ (°C) 6 720 644 794-66.1T
Afb. 68 Opgenomen vermogen Logatherm WPL 10 IK
Temp WQ Temperatuur warmtebron
Pe Opgenomen vermogen
K Compressor
∆p (bar)
Afb. 69 Restopvoerhoogte Logatherm WPL 10 IK
Δp Drukverlies
Δp HW Restopvoerhoogte
V HW Debiet cv-water
35°C 1K
50°C 1K
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
∆pHW 0,0
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0
V HW (m³/h)
6 720 644 794-67.1T
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.1.4 Vermogenscurven Logatherm WPL 12 IK
Qh (kW)
24
22
20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
35°C 1K
50°C 1K
0
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
TempWQ (°C)
Afb. 70 Verwarmingsvermogen Logatherm WPL 12 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Qh Verwarmingsvermogen
K Compressor
COP
7
6
5
4
3
Afb. 71 Vermogensfactor Logatherm WPL 12 IK
COP Vermogensfactor
Temp WQTemperatuur warmtebron
K Compressor
6 720 644 794-68.1T
2
1
35°C 1K
50°C 1K
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20
Temp (°C)
WQ
25 30 35
6 720 644 794-69.1T
Pe (kW)
Bijlage
1
35°C 1K
50°C 1K
0
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Afb. 72 Opgenomen vermogen Logatherm WPL 12 IK
Temp WQTemperatuur warmtebron
Pe Opgenomen vermogen
K Compressor
Afb. 73 Restopvoerhoogte Logatherm WPL 12 IK
Δp Drukverlies
Δp HW Restopvoerhoogte
V HW Debiet cv-water
Temp WQ (°C)
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 41
5
4
3
2
∆p (bar)
9
6 720 644 794-70.1T
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0,0
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5
∆pHW 3,0 3,5 4,0
V HW (m³/h)
6 720 644 794-71.1T

42
9 Bijlage
9.2 Opstellingstekeningen
Opstellingstekening versie 1
≥2100
1860
FWS
≥2100
745
Afb. 74 Opstellingstekening versie 1
1
845
≥2270
B1 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 1330 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 1250 mm
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 730 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 650 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 mm
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 mm
3 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x1000 mm
2
810(+20)
BS
4
B1
KA
1 4

Opstellingstekening versie 2
810(+20)
B2
3
1460
4
Afb. 75 Opstellingstekening versie 2
1
LR
B1
810(+20)
845
FWS ≥2270
B1 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 1330 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 1250 mm
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 730 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 650 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 mm
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 mm
3 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x1000 mm
1
BS
2
KA
745
Bijlage
4 Inbouw boven het maaiveld
Toebehoren: weerbeschermingsrooster 845x850 mm
5 Inbouw onder het maaiveld (lichtschacht)
Toebehoren: regenbeschermingsrooster 845x850 mm
6 Lokaal: lichtschacht met waterafvoer
Minimale vrije doorlaat 0,6 m 2
7 Minimale afstanden voor servicedoeleinden
Kantelmaat van de warmtepomp: 2000 mm
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 43
FWS
≥2100

9 Bijlage
Opstellingstekening versie 3
44
≥2100 FWS ≥1000
≥2100
1860
B2
745
Afb. 76 Opstellingstekening versie 3
810(+20) 810(+20)
845
≥2860
1280
1 2 4 4
BS
LR
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 355 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 275 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 mm
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 mm
3 Toebehoren: bocht 700x700x750 mm
4 Inbouw boven het maaiveld
2
KA
2

Opstellingstekening versie 4
≥2100 FWS ≥1000
B2
1460
1
810(+20)
Afb. 77 Opstellingstekening versie 4
2
3
≥2860
810(+20)
845
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 355 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 275 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 mm
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 mm
3 Toebehoren: bocht 700x700x750 mm
4 Inbouw boven het maaiveld
4
2
1280
LR
4
BS
2
Bijlage
Toebehoren: weerbeschermingsrooster 845x850 mm
5 Inbouw onder het maaiveld (lichtschacht)
Toebehoren: regenbeschermingsrooster 845x850 mm
6 Lokaal: lichtschacht met waterafvoer
Minimale vrije doorlaat 0,6 m 2
7 Minimale afstanden voor servicedoeleinden
Kantelmaat van de warmtepomp ~ 2000 mm
8 Luchttechnische scheiding: diepte ≥ 1000 mm,
hoogte bij lichtschachtmontage: ≥ 1000 mm,
hoogte bij montage boven het maaiveld: ≥ 1500 mm,
300 mm boven het weerbeschermingsrooster
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 45
KA
8
745

9 Bijlage
Opstellingstekening versie 5
46
≥2100
1862
FWS
≥2100
745 B2
1
845
Afb. 78 Opstellingstekening versie 5
2
810(+20) 810(+20)
≥3860
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 355 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 275 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 (mm)
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 (mm)
3 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x1000 (mm)
4 Toebehoren: bocht 700x700x750 mm
5 Inbouw boven het maaiveld
5
BS
KA
LR
2280
3 2 4
5
Toebehoren: weerbeschermingsrooster 845x850 (mm)
6 Inbouw onder het maaiveld (lichtschacht)
Toebehoren: regenbeschermingsrooster 845x850 (mm)
7 Lokaal: lichtschacht met waterafvoer
Minimale vrije doorlaat 0,6 m 2
8 Minimale afstanden voor servicedoeleinden
Kantelmaat van de warmtepomp ~ 2000 mm
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Opstellingstekening versie 6
1460
1
2
810(+20)
5
4
Afb. 79 Opstellingstekening versie 6
B2 Bij muurdikte 240 mm - 320 mm: 355 mm
Bij muurdikte 320 mm - 400 mm: 275 mm
LR Luchtrichting
BS Bedieningszijde
FWS Muurdikte
KA Condensafvoer
G Doorsnede inbouw in lichtschacht
1 Toebehoren: muurdoorvoer 800x800x420 (mm)
2 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x450 (mm)
3 Toebehoren: luchtkanaal 700x700x1000 (mm)
4 Toebehoren: bocht 700x700x750 mm
5 Inbouw boven het maaiveld
2
2280
LR
3
≥3860
810(+20)
BS
845
5
2
Bijlage
Toebehoren: weerbeschermingsrooster 845x850 (mm)
6 Inbouw onder het maaiveld (lichtschacht)
Toebehoren: regenbeschermingsrooster 845x850 (mm)
7 Lokaal: lichtschacht met waterafvoer
Minimale vrije doorlaat 0,6 m 2
8 Minimale afstanden voor servicedoeleinden
Kantelmaat van de warmtepomp ~ 2000 mm
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 47
KA
1

48
9 Bijlage
9.3 Aansluitschema
A3
B10A
-F13
-F11
-F10
-F12
-K13
A2
A2
EVU
Afb. 80 Aansluitschema
A1
A1
5
4
5
3
2
3~N/PE/400V/50Hz
3~N/PE/400V/50Hz
3~PE/400V/50Hz
1~N/PE/230V/50Hz
FP1
ZUP
MIS
ZIP
M
M
M
M
RFV
TB1
TBW
TA
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
ZW2
PE
PE
PE
PE
PE
N
N
N
N
N
L
L
L3
L2
L1
N
PE
L3
L2
L1
PE
L1
N
PE
L1
L1
L1
MOT
ASD
EVU
HUP
FP1
ZUP
BUP
VBO
ZW1
ZW2/SST
MA1
MZ1
ZIP
PEX
GND
RFV
GND
TB1
GND
TBW
GND
TA
GND
TRL
GND
-X7
-X0
-X2
-X3
-X4
A4
A2
A1
6 720 644 794-78.1T

Legende bij afb. 80:
A1 Printkaart warmtepompmanager
(opgelet: 1-max = 6A/230 VAC)
A2 Klemmen in schakelkast warmtepomp
A3 Verdeling huisinstallatie
A4 (ZW2) Tapwater of bufferboiler
B1 Alleen bij 10 kW toestel: fasevolgrelais: indien
fasevolgorde in orde, 11+14 gesloten.
F10 3-polige installatieautomaat compressor
(opgelet: rechts draaiveld is noodzakelijk!)
F11 Installatieautomaat elektrische weerstand 1
F12 Installatieautomaat besturing
F13 (ZW2) Installatieautomaat elektrische weerstand 2
K13 (ZW2) Schakelaar weerstand, tapwater of bufferboiler
BUP Tapwatercirculatiepomp/3-wegklep (intern bedraad)
EVU Voedingscontact; bij vrijgave gesloten;
brug, wanneer geen blokkeertijd
FP1 Pomp mengcircuit 1
HUP CV-pomp (intern bedraad)
MA1/MIS Laden/ontladen/koelmengklep 1 open
MZ1/MIS Laden/ontladen/koelmengklep 1 dicht
MOT Motorbeveiliging (intern bedraad)
PEX Bewaking externe anode
RFV Toebehoren: kamerthermostaat
TA Buitentemperatuursensor
TB1 Temperatuursensor mengcircuit 1
TBW Tapwatersensor/-thermostaat
TRL Externe retourtemperatuursensor
VBO Ventilator (intern bedraad)
X0 - X4 Klemmenstroken op de printkaart van
de warmtepompmanager (zie sticker)
X7 Klemmenstrook in schakelkast warmtepomp;
N/PE-verdeling voor externe 230 V apparaten
X7, L3, L2, L1, N, PE
Voeding vermogen elektrische weerstand 3 x 400 V
X7, L3, L2, L1, PE
Voeding vermogen compressor 3 x 400 V
(opgelet: rechts draaiveld is noodzakelijk!)
X7, L1, N, PE
Voeding besturing 230 V
ZUP Extra circulatiepomp
ZIP Circulatiepomp
ZW1 Stuursignaal extra weerstand 1 (intern bedraad)
ZW2/SST
Stuursignaal extra weerstand 2
(alternatief verzamelstoring)
De afzekeringen vindt u in de technische gegevens
( hoofdstuk 2.10, pagina 10).
Bijlage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 49
9

50
9 Bijlage
9.4 Stroomschema
9.4.1 Stroomschema Logatherm WPL 6 - 8 IK
Stroomschema 1 van 3
3~PE/400V/50Hz
3~N/PE/400V/50Hz
L1 L2 L3 N PE
1L1
1L2
1L3
1N.
1PE
-X7
-X7
M
3 ~
-M1
VD1
-R22
ZW1
2
4
6
1U
1V
1W
M
3 ~
-M3
VENT
2W
2U
2V
TK
-F3
T1 T2 T3 PE
PE
TK
1
3
5
-M1 1 2 3 PE
Afb. 81 Stroomschema 1 van 3 (Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK)
U V W
-X7 1
-N1
R S T
2
4
6
2
4
6
2
4
6
-K1
/2.3
-K5
/2.11
-K3
/2.4
1
3
5
1
3
5
1
3
5
L Reg
MOT
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
/2.2
/2.2
6 720 644 794-79.1T

Stroomschema 2 van 3
EVU
21
1 2
3 4
5 6
/1.3
/1.3
/1.3
1
3
5
2
4
6
/1.8
/1.9
/1.9
1
3
5
2
4
6
/1.6
/1.6
/1.6
1~N/PE/230V/50Hz
L
N
PE
-X7
-F1
-F2
-E1
1
a1
a1
a1
-M5
HUP
-M6
HUP
-Y2
-Y1
-+
-+
-+
P
P
P
Afb. 82 Stroomschema 2 van 3 (Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK)
HDP
b2 c4
NDP
c4 b2
AEP
c4
L N PE br bl PE br
wt
M
M bl
1 ~
1 ~ bk
0-10V
/3.12
GND
/3.12
1 2 N 5 6
2
1 2 PE
sw
bl rt
SW
SW
bl br sw
2
3 1
2
1
VD1
A2
A2
-K1
-K3
VENT
ZW1
A2
-K5
A1
A1
A1
Bijlage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 51
ϑ
ϑ
/1.12
MOT
-STB
-FT
/1.12
L Reg
L
N
PE
HD.
VD1
VBO
AV.
ND.
L..
ASD
L..
L..
L..
MOT
ASD
EVU
ZW1
HUP
BUP
-X0
- X1
-X1
-X0
-X2
-X3
-X3
230VA C
-A1
6 720 644 794-80.1T
9

52
9 Bijlage
Stroomschema 3 van 3
TR
BWT
-Y4
-R11
TB1
ϑ
-R7
TA
ϑ
RFV
ϑ
TBW
ϑ
-R9
-R8
Afb. 83 Stroomschema 3 van 3 (Logatherm WPL 6 IK en WPL 8 IK)
Durchflussensor
TWE
ϑ
TWA
ϑ
TRL
ϑ
TVL
ϑ
THG
ϑ
-R2
-R3
-R4
-R5
-R6
-B2 yellow
white
Green
Brown
/2.14
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
/2.14
0-10V
GND
-R10
-CW
TB1
GND
TA.
GND
RFV
GND
TBW
GND
TWE
GND
TWA
GND
TRL
GND
TVL
GND
THG
GND
CW.
GND
-X6
Aln
GND
A01
A02
GND
-X4
-X5
-A1
-A6
6 720 644 794-81.1T

Legenda bij afb. 81 t/m 83 :
3~PE/400V/50Hz
L1, L2, L3, PE; voeding vermogen compressor,
rechts draaiveld is noodzakelijk.
3~N/PE/400V/50Hz
1L1, 1L2, 1L3, N, PE; voeding elektrische weerstand
1~N/PE/230V/50Hz
L, N, PE; voeding besturing
A1 Printkaart warmtepompmanager;
OPGELET: I-max = 6A/230 VAC
A6 Extra printkaart HMC 20 Z; bij optie warmteteller
ingebouwd.
AIn Analoge ingang
A01 Analoge uitgang 1
A02 Analoge uitgang 2
B2 Debietsensor; bij optie warmteteller ingebouwd.
E1 (AEP) Ontdooi-drukschakelaar
EVU Contact energievoorziening; bij vrijgave gesloten;
brug, wanneer geen blokkeertijd
F1 (HDP) Hogedruk drukschakelaar
F2 (NDP) Lagedruk drukschakelaar
F3 Motorbeveiliging ventilator
FT Vloerthermostaat
K1 (VD1) Schakelaar compressor
K3 (VENT) Schakelaar ventilator
K5 (ZW1) Schakelaar elektrische weerstand
M1 (VD1) Compressor
M3 (VENT) Ventilator
M5 (HUP) CV-pomp; vervalt bij optie warmteteller
M6 (HUP) CV-pomp energie-efficiency; ingebouwd bij
optie warmteteller
R2 (TWE) Warmtedrager inlaatsensor
R3 (TWA) Warmtedrager uitlaatsensor
R4 (TRL) Retourtemperatuursensor
R5 (TVL) Aanvoertemperatuursensor
R6 (THG) Rookgassensor
R7 (TA) Buitentemperatuursensor
R8 (TBW) Tapwatertemperatuursensor
R9 (RFV) Toebehoren: kamerthermostaat
R10 (CW) Codeerweerstand 2430 Ohm
R11 (TB1) Temperatuursensor mengcircuit 1
R22 (ZW1) Elektrische weerstand
STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer weerstand
X7 Klemmenstrook in schakelkast warmtepomp
Y1 Ontdooiklep
Y2 (BUP) Tapwater 3-wegklep
Y4 (BWT) Toebehoren: tapwater thermostaat
Bijlage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 53
9

54
9 Bijlage
9.4.2 Stroomschema Logatherm WPL 10 - 12 IK
Stroomschema 1 van 3
3~PE/400V/50Hz
3~N/PE/400V/50Hz
L1 L2 L3 N PE
1L1
1L2
1L3
1N.
1PE
-X7
-X7
-M1
VD1
-R22
ZW1
M
3 ~
sw
br
ws
1U
1V
1W
M
3 ~
-M3
VENT
2W
2U
2V
TK
-F3
T1 T2 T3 PE
PE
TK
sw
br
ws
-M1 1 2 3 PE
Afb. 84 Stroomschema 1 van 3 (Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK)
U V W
-N1
R S T
2
4
6
2
4
6
2
4
6
-K1
/2.3
-K5
/2.11
-K3
/2.4
1
3
5
1
3
5
1
3
5
L Reg
MOT
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
/2.2
/2.2
6 720 644 794-82.1T

Stroomschema 2 van 3
EVU
21
1
3
5
2
4
6
/1.3
/1.3
/1.3
1
3
5
2
4
6
/1.8
/1.9
/1.9
1
3
5
2
4
6
/1.6
/1.6
/1.6
1~N/PE/230V/50Hz
L
N
PE
-X7
-F1
-F2
-E1
1
a1
a1
a1
-M5
HUP
-M6
HUP
-Y2
rt
-Y1
-+
-+
-+
P
P
P
sw
HDP
b2 c4
NDP
c4 b2
AEP
c4
L N PE br bl PE br
wt
M
M bl
1 ~
1 ~ bk
0-10V
/3.12
Afb. 85 Stroomschema 2 van 3 (Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK)
GND
/3.12
1 2 N 5 6
bl
2
1 2 PE
bl br sw
VD1
A2
A2
-K1
-K3
VENT
ZW1
A2
-K5
A1
A1
A1
Bijlage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 55
ϑ
ϑ
/1.12
MOT
-STB
-FT
/1.12
L Reg
L
N
PE
HD.
VD1
VBO
AV.
ND.
L..
ASD
L..
L..
L..
MOT
ASD
EVU
ZW1
HUP
BUP
-X0
-X1
-X1
-X0
-X2
-X3
-X3
230VAC
-A1
9
6 720 644 794-83.1T

56
9 Bijlage
Stroomschema 3 van 3
TR
BWT
-Y4
RFV
TBW
-R11
TB1
ϑ
-R7
TA
ϑ
ϑ
ϑ
-R9
-R8
Afb. 86 Stroomschema 3 van 3 (Logatherm WPL 10 IK en WPL 12 IK)
TWE
ϑ
TWA
ϑ
TRL
ϑ
TVL
ϑ
THG
Durchflussensor
ϑ
-R2
-R3
-R4
-R5
-R6
-B2 yellow
white
Green
Brown
/2.14
-R10
-CW
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
/2.14
0-10V
GND
TB1
GND
TA.
GND
RFV
GND
TBW
GND
TWE
GND
TWA
GND
TRL
GND
TVL
GND
THG
GND
CW.
GND
-X6
Aln
GND
A01
-X6
A02
GND
-X4
-X5
-A1
-A6
6 720 644 794-84.1T

Legenda bij afb. 84 t/m 86 :
3~PE/400V/50Hz
L1, L2, L3, PE; voeding vermogen compressor,
rechts draaiveld is noodzakelijk.
3~N/PE/400V/50Hz
1L1, 1L2, 1L3, N, PE; voeding elektrische weerstand
1~N/PE/230V/50Hz
L, N, PE; voeding besturing
A1 Printkaart warmtepompmanager;
OPGELET: I-max = 6A/230 VAC
A6 Extra printkaart HMC 20 Z; bij optie warmteteller
ingebouwd.
AIn Analoge ingang
A01 Analoge uitgang 1
A02 Analoge uitgang 2
B2 Debietsensor; bij optie warmteteller ingebouwd.
E1 (AEP) Ontdooi-drukschakelaar
EVU Contact energievoorziening; bij vrijgave gesloten;
brug, wanneer geen blokkeertijd
F1 (HDP) Hogedruk drukschakelaar
F2 (NDP) Lagedruk drukschakelaar
F3 Motorbeveiliging ventilator
FT Vloerthermostaat
K1 (VD1) Schakelaar compressor
K3 (VENT) Schakelaar ventilator
K5 (ZW1) Schakelaar elektrische weerstand
M1 (VD1) Compressor
M3 (VENT) Ventilator
M5 (HUP) CV-pomp
M7 (ZUP) Extra pomp / circulatiepomp
M8 (MIS) Laad/aftapmengklep
N1 Startstroombegrenzing compressor 1
R2 (TWE) Warmtedrager inlaatsensor
R3 (TWA) Warmtedrager uitlaatsensor
R4 (TRL) Retourtemperatuursensor
R5 (TVL) Aanvoertemperatuursensor
R6 (THG) Rookgassensor
R7 (TA) Buitentemperatuursensor
R8 (TBW) Tapwatertemperatuursensor
R9 (RFV) Toebehoren: kamerthermostaat
R10 (CW) Codeerweerstand 976 Ohm
R11 (TB1) Temperatuursensor mengcircuit 1
R22 (ZW1) Elektrische weerstand
STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer weerstand
X7 Klemmenstrook in schakelkast warmtepomp
Y1 Ontdooiklep
Y2 (BUP) Tapwater 3-wegklep
Y4 (BWT) Toebehoren: tapwater thermostaat
Bijlage
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 57
9

58
9 Bijlage
9.5 Hydraulische koppeling
VOORZICHTIG: Gevaar voor letsel door
verbranding!
B In cv-circuits met vloerverwarming een veiligheidstemperatuurbegrenzer
plaatsen,
om oververhitten van de vloer te voorkomen.
Deze hydraulische schema's zijn alleen bedoeld
als hulpmiddel. U moet alsnog uw eigen
ontwerp uitvoeren!
In het hydraulische schema zijn afsluitorganen,
ontluchtingen en veiligheidstechnische
maatregelen niet compleet ingetekend!
Deze moeten conform de geldende normen
en voorschriften specifiek voor de installatie
worden opgesteld!
B Respecteer de beschrijvingen van de hydraulische
schema's in de ontwerpdocumentatie.
Afkorting Betekenis
AB 3-weg omschakelventiel
BUP Tapwater pomp
D Vloertemperatuurbegrenzer
FAG Rookgastemperatuursensor
FK Aanvoertemperatuursensor
FP Mengcircuit pomp
FSB Temperatuursensor zwembadregeling
FSK Temperatuursensor vlakke collector
FSS Temperatuursensor temperatuurverschilregeling
(lage temperatuur)
HUP CV en drinkwater pomp
KS Compleetstation Logasol
MK Mengcircuit 3-wegklep
PP Pomp warmteproducent
PS Buffervat
PSB Pomp zwembad
PSS Pomp zonnecircuit
RSB Zwembadregeling
Tab. 5 Afkortingen in de hydraulica
Afkorting Betekenis
SUP 3-wegklep zwembadbehandeling
SWR Stelorgaan met temperatuurregelaar
(retourtemperatuurverhoging)
SWT Warmtewisselaar zwembad
TB Aanvoertemperatuursensor mengcircuit
TBW Warmwatertemperatuurvoeler
TEE Temperatuursensor externe energiebron
TRL/G Temperatuursensor externe retour
ZIP Circulatiepomp
ZUP Aanvoerpomp
ZWE/ZHZ Weerstand verwarming; bij
WPL...IK verwarmingselement cv
en drinkwater
Tab. 5 Afkortingen in de hydraulica
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Hydrauliek 1: 1 cv-circuit en externe tapwaterboiler (hydrauliekcode 102)
SH ... EW
TBW
Afb. 87 Hydrauliek 1: 1 cv-circuit en externe tapwaterboiler
ZIP
Het schakelschema is slechts een schematische
weergave - let op de aansluitingen.
Beknopte beschrijving
• Compacte lucht/water-warmtepomp voor binnenopstelling
met externe tapwaterboiler.
• De compacte warmtepomp is al met de volgende onderdelen
uitgerust:
– Bufferboiler 55 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Bufferboiler 80 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Energiezuinige circulatiepomp
– Weerstand 6 kW bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Weerstand 9 kW bij WPL 10 IK en WPL 12 IK voor
ondersteuning bij cv-bedrijf en bij de tapwatervoorziening
– Warmtepompmanager Logamatic HMC 20
Logatherm WPL ... IK
Bijlage
– Uitbreidingsprintkaart Logamatic HMC 20 Z
– Warmteteller
– 3-wegklep voor tapwatervoorziening
– Overstroomklep voor het cv-circuit
– Expansievat 18 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Expansievat 24 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Snelontluchter, manometer en veiligheidsklep voor
het cv-circuit
• Mono-energetisch bedrijf
• Voor een cv-circuit ontwikkeld
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 59
D
PS
A B
AB
ZWE
HUP
J
6 720 644 794-92.1T
9

60
9 Bijlage
Hydrauliek 2: 2 cv-circuits, externe parallelbuffer- en tapwaterboiler (hydrauliekcode 210)
SH ... EW
TBW
Afb. 88 Hydrauliek 2: 2 cv-circuits, externe parallelbuffer- en tapwaterboiler
Beknopte beschrijving
• Compacte lucht/water-warmtepomp voor binnenopstelling,
twee cv-circuits met externe parallalbuffer- tapwaterboiler.
• De compacte warmtepomp is al met de volgende onderdelen
uitgerust:
– Bufferboiler 55 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Bufferboiler 80 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Energiezuinige circulatiepomp
– Weerstand 6 kW bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Weerstand 9 kW bij WPL 10 IK en WPL 12 IK voor
ondersteuning bij cv-bedrijf en bij de tapwatervoorziening
– Warmtepompmanager Logamatic HMC 20
– Extra printkaart Logamatic HMC 20 Z
– Warmteteller
– 3-wegklep voor tapwatervoorziening
– Overstroomklep voor het cv-circuit
– Expansievat 18 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Expansievat 24 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
ZIP
TRL/G
Het schakelschema is slechts een schematische
weergave - let op de aansluitingen.
PS ... EW
A B
AB
J
ZWE
– Snelontluchter, manometer en veiligheidsklep voor
het cv-circuit
• Mono-energetisch bedrijf
• Voor twee cv-circuits gedimensioneerd
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
HUP
PS
ZUP
D
TB1
FP1
MK1
Logatherm WPL ... IK
6 720 644 794-93.1T

Hydrauliek 3: 1 cv-circuit, zonnetapwatervoorziening en externe, bivalente tapwaterboiler
(hydrauliekcode 102)
FSK
PSS1
STA
KS__
FSS
SBH ... EW
TBW
SC 20
Afb. 89 Hydrauliek 3: 1 cv-circuit, zonnetapwatervoorziening en externe, bivalente tapwaterboiler
Het schakelschema is slechts een schematische
weergave - let op de aansluitingen.
Beknopte beschrijving
• Compacte lucht/water-warmtepomp voor binnenopstelling,
zonnetapwatervoorziening, een cv-circuit, met
externe, bivalente tapwaterboiler Logalux SBH 350
EW of SBH 450 EW
• De compacte warmtepomp is al met de volgende onderdelen
uitgerust:
– Bufferboiler 55 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Bufferboiler 80 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Energiezuinige circulatiepomp
– Weerstand 6 kW bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Weerstand 9 kW bij WPL 10 IK en WPL 12 IK voor
ondersteuning bij cv-bedrijf en bij de tapwatervoorziening
– Warmtepompmanager Logamatic HMC 20
Bijlage
– Extra printkaart Logamatic HMC 20 Z
– Warmteteller
– 3-wegklep voor tapwatervoorziening
– Overstroomklep voor het cv-circuit
– Expansievat 18 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Expansievat 24 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Snelontluchter, manometer en veiligheidsklep voor
het cv-circuit
• Mono-energetisch bedrijf
• Voor een cv-circuit ontwikkeld
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 61
ZIP
D
A B
PS
AB
ZWE
HUP
J
Logatherm WPL ... IK
6 720 644 794-91.1T
9

9 Bijlage
Hydrauliek 4: 1 cv-circuit, zonnetapwatervoorziening, externe combinatieboiler (hydrauliekcode 102)
62
FSK
PSS1
STA
KS__
FSS
KNW ... EW
Afb. 90 Hydrauliek 4: 1 cv-circuit, zonnetapwatervoorziening en externe combinatieboiler
TBW
SC 20
Het schakelschema is slechts een schematische
weergave - let op de aansluitingen.
Het zonnesysteem wordt alleen gebruikt voor
de tapwatervoorziening. Wanneer het zonnesysteem
ook voor de ondersteuning van de
verwarming wordt gebruikt, dan moet de
combinatieboiler worden uitgebreid met een
extra retour naar de warmtepomp en een
extra externe 3-wegklep. De interne pomp in
de Logatherm WPL...IK moet dan als ZUP
worden gedefinieerd.
Beknopte beschrijving
• Compacte lucht/water-warmtepomp voor binnenopstelling,
een cv-circuit, zonnetapwatervoorziening met
externe combinatieboiler
• De compacte warmtepomp is al met de volgende onderdelen
uitgerust:
– Bufferboiler 55 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
ZIP
– Bufferboiler 80 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Energiezuinige circulatiepomp
– Weerstand 6 kW bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Weerstand 9 kW bij WPL 10 IK en WPL 12 IK voor
ondersteuning bij cv-bedrijf en bij de tapwatervoorziening
– Warmtepompmanager Logamatic HMC 20
– Extra printkaart Logamatic HMC 20 Z
– Warmteteller
– 3-wegklep voor tapwatervoorziening
– Overstroomklep voor het cv-circuit
– Expansievat 18 l bij WPL 6 IK en WPL 8 IK
– Expansievat 24 l bij WPL 10 IK en WPL 12 IK
– Snelontluchter, manometer en veiligheidsklep voor
het cv-circuit
• Mono-energetisch bedrijf
• Voor een cv-circuit ontwikkeld
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
D
PS
A B
AB
ZWE
HUP
J
Logatherm WPL ... IK
6 720 644 794-90.1T

9.6 Montage en inbedrijfstellings-checklist
De montage- en inbedrijfstellings-checklist is bedoeld als
richtlijn voor de uit te voeren werkzaamheden, die voor de
inbedrijfstelling door de servicedienst of een erkende in-
Bijlage
stallateur moeten worden uitgevoerd. Deze is niet volledig.
Maar wel moeten alle genoemde werkzaamheden
zorgvuldig worden gecontroleerd en uitgevoerd.
Warmtedrager lucht Ja / OK Nee Ja / OK Nee
Kanalen aangesloten en dicht? Draairichting ventilator ok?
Weerbeschermingsrooster
ingebouwd?
Warmtepomp Ja / OK Nee Ja / OK Nee
Installatie condenswaterslang ok? Trillingsontkoppelingen van het
cv-circuit en aansluitingen
warmtedrager gemonteerd?
Van bouwlichaam ontkoppeld? Zonnesysteem?
Verwarming Ja / OK Nee Ja / OK Nee
Debiet ok? 1)
Aanvoerboiler aanwezig?
CV-installatie maximaal
gedimensioneerd op ( °C)?
CV-installatie gevuld, ontlucht
en dicht?
Alle cv-circuits kunnen
worden geopend?
Elektrische weerstand (kW)?
Sanitair drinkwater (aanvoer
warmwatervoeding)
Retourboiler aanwezig?
Met warmtepomp? Debiet ok? 2)
Parallelbufferboiler aanwezig?
Inhoud parallelbufferboiler (I)?
Ja / OK Nee Ja / OK Nee
Activeren met thermostaat? Oppervlak warmtewisselaar
(m 2 )?
Activeren met temperatuursensor? Alle aansluitingen gecontroleerd
op dichtheid?
Elektrisch Ja / OK Nee Ja / OK Nee
Draaiveld van de netaansluiting
rechts?
Veiligheidsmaatregelen
gecontroleerd?
Retourtemperatuursensor
gemonteerd intern?
Retourtemperatuursensor
gemonteerd extern?
Draairichting compressor ok? Buitentemperatuursensor
correct gemonteerd?
Tab. 6 Montage- en inbedrijfstellings-checklists
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 63
9

64
9 Bijlage
Inbedrijfstelling ja Nee
De cv-installatie is gevuld en afgeperst, de circulatiepompen werken correct.
Het primaire circuit is gereed, gecontroleerd en in orde.
CV-circuit, primaire circuit en circulatiepompen zijn ontlucht?
Alle elektrische componenten zijn conform het aansluitschema en de
lokale voorschriften aangesloten?
Alle debieten en waterdoorstromingen werden gecontroleerd en zijn in orde?
Tab. 6 Montage- en inbedrijfstellings-checklists
1) Met instelling gecontroleerd
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.7 Inbedrijfstellingsprotocol
B Het volgende protocol tijdens het werken gedurende
de inbedrijfstelling invullen.
SAP opdrachtnummer:
Opdrachtgever/installateur:
Naam: Ordernummer:
Straat / nr.: Postcode / plaats:
Telefoon Fax:
Mobiele
telefoon:
Aan Buderus Center:
E-mail:
Bijlage
Wanneer de inbedrijfstelling door de servicedienst is
uitgevoerd:
B Ingevuld inbedrijfstellingsprotocol kopiëren en naar het
aangegeven Buderus center sturen.
Heverlee Telefoon: 0032 70 246 071 Fax: 0032 16 400 406 E-mail: info@buderus.be
Inbedrijfstelling:
Eerste-IBN Herhalings-IBN IBN afgebroken
Plaats:
Naam: Straat:
Postcode: Plaats:
CV-installatie
Naam: Straat:
Postcode: Plaats:
Elektrische installatie:
Naam: Straat:
Postcode: Plaats:
Energiebedrijf:
Naam: Straat:
Postcode: Plaats:
Blokkeertijden: Ja Nee Duur max. (h): h
Warmtebron (bijv. boorbedrijf, bronnenbouwer)
Naam: Straat:
Postcode: Plaats:
Warmtepomp:
Type warmtepomp: Aanschafdatum:
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 65
9

66
9 Bijlage
Tapwatervoorziening: met cv-warmtepomp Ja Nee
Tapwaterboiler: Fabrikaat /
type:
Dompeloppervlak: m 2 Boilerinhoud: liter
Flensverwarming (ZWE): kW Bij toepassing van boilers van ander fabrikaat resp.
boilers, die niet voor het type warmtepomp zijn toegelaten,
wordt geen garantie overgenomen. Beïnvloeding
van de werking van de warmtepomp is mogelijk.
Lucht (visuele inspectie luchtgeleiding):
Aantal 90°-bochten
(aanzuig):
Rechte lengte
(aanzuig):
Minimale kanaalafmeting
binnen (aanzuig):
Weerbeschermingsrooster
(aanzuig)
Max. 4x90°-bocht,
totale lengte ≤ 8:
Alternatieve
luchtcapaciteit
Stuks Aantal 90°-bochten
(afvoer):
m Rechte lengte (afvoer): m
m Minimale kanaalafmeting
binnen (afvoer):
Ja Nee Weerbeschermingsrooster
(afvoer):
Ja Nee m: vrije doorlaat
> 80 %:
m³/h Installatie
condensafvoerslang:
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
CV-/koelsysteem
(hydraulische koppeling van de warmtepomp volgens het schema van het ontwerp-
en installatiehandboek)
Installatiehydrauliek
CODE-nr.:
Ontwerphandboek
uitgave (pagina/afb.)
Afwijkingen: Speciale hydrauliek/
eigen hydrauliek
(ontwerper):
Speciale koppelingen
schetsen!
Parallelbufferboiler in Aanvoer Retour Boilerinhoud: liter
Speciaal geval
seriebuffer:
Ja Nee
CV-circuitverdeler: Ja Nee Elektrische weerstand
in cv-circuit:
Soort elektrische
weerstand 1 (ZHZ 1):
Soort elektrische
weerstand 2 (ZHZ 2):
Soort elektrische
weerstand 3 (ZHZ 3):
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Stuks
Nee Weerstand Toestel Wandtoestel
Nee Weerstand
Nee Weerstand Toestel
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
m
kW

De installateur werd gewezen op de noodzaak
tot instelling van de cv-installatie (bypass
en hydraulische inregeling):
Ja Nee
CV-pomp (HUP): Geregeld Niet geregeld Schakeltrap:
Fabrikaat/type (HUP)
Tapwatercirculatiepomp
(BUP) - fabrikaat / type:
Zwembadcirculatiepomp
(SUP) - fabrikaat /
type:
Extra circulatiepomp
(ZUP) - fabrikaat / type:
Schakeltrap:
Schakeltrap:
Schakeltrap:
Bivalentmengklep: Ja Nee Mengkleplooptijd:
Fabrikaat / type
bivalentmengklep:
Mengklep: Ja Nee Mengkleplooptijd:
Fabrikaat / type
mengklep:
Zonnetapwatervoorziening:
Zonneverwarmingsondersteuning:
Elektrische aansluiting:
Ja Nee Zonneregelaar
fabrikaat / type:
Ja Nee Zonneregelaar
fabrikaat / type:
Bijlage
Lastzekering alle polen: Ja Nee Lastzekering: A
Rechtsdraaiveld
gecontroleerd:
Werking en aansturing
van de elektrische weerstand
gecontroleerd:
IBN-assistent:
IBN-assistent
uitgevoerd:
Ja Nee Motorbeveiligingsschakelaar
/ fasebewaking
gecontroleerd:
Ja Nee IBN / warmtepompmanager
data gelogd:
Ja Nee Data op een USB-stick
opgeslagen:
Ja Nee
Ja Nee
Ja 1) Nee
1) indien ja, dan is het verder invullen van de voorconfiguratie niet absoluut noodzakelijk. A.u.b. een afdruk van het
USB-datageheugen aan het inbedrijfstellingsprotocol toevoegen.
Voorconfiguratie:
Monovalent Monoenergetisch Bivalent parallel Bivalent alternatief
Systeemopbouw: Tweedraads o Vierdraads o Extra warmtewisselaar Ja Nee
1. CV-bedrijf: Ja Nee 2. CV-bedrijf: Ja Nee
Koelfunctie actief: Ja Nee Koelfunctie passief: Ja Nee
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 67
9
min
min

68
9 Bijlage
Tapwatervoorziening: Ja Nee Dompelverwarming: Ja Nee
Vraag via: Sensor Thermostaat Koelfunctie passief: Ja Nee
Warmteproducent:
Verwarmingsgrens: °C Aantal compressoren: 1 2
Temperatuurtoepassingsgrens:
2. Warmteproducent:
−20 – +35 °C
Grenstemperatuur: °C Mengkleplooptijd: min
Werking: Glijdend Constant Mengklep hysterese: K
Blokkering
energiebedrijf:
Speciaal programma: Ja Nee
Tapwatervoorziening:
Parallel verwarmentapwater:
1 2 3 Grenstemperatuur
EVU3:
Ja Nee Omschakeling 2e compressor
Parallel koelen-tapwater: Ja Nee WP maximum °C
Naverwarming Ja Nee Hysteresis °C
Naverwarming max. °C
Verwarmen:
Stooklijn 1e eindpunt
(cv-circuit 1):
Maximale waarde
(cv-circuit 1):
Hysterese
(cv-circuit 1):
°C Stooklijn 1e eindpunt
(cv-circuit 2):
°C Maximale waarde
(cv-circuit 2):
°C Hysterese
(cv-circuit 2):
CV-pomp optimalisatie: Ja Nee Vaste temperatuur: Ja Nee
Mengkleplooptijd: min Mengklep versterking:
Storingsgeheugen:
Uitschakelingen:
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
°C
°C
°C
°C
°C

Bedrijfsuren:
Bedrijfsuren
comp. 1:
Impulsen compressor 1
Looptijd comp. 1: Bedrijfsuren cv
BedrijfsurenZHZ1 Bedrijfsuren WW
Bedrijfsuren WP
Temperaturen: Verwarmen: Tapwater: Warmtebron:
Inlaattemperatuur ( °C):
Uitlaattemperatuur ( °C):
Buitentemperatuur ( °C):
Spreiding (K):
Capaciteit ( m³/h):
Kamerthermostaat: Ja Nee
Opmerkingen (bijv. foutnummer 701 - 760 of storingsbeschrijving):
Afkorting Storingsindicatienr.
Onderdeel 1 Fouten 1
Onderdeel 2 Fouten 2
Onderdeel 3 Fouten 3
Bijlage
Inbedrijfstelling en overdracht van de warmtepomp door geautoriseerde systeemtechniek-servicedienst.
Inbedrijfstelling werd succesvol afgesloten. Inbedrijfstelling werd afgebroken;
vervolgafspraak nodig.
Gebruiker instrueren. Inbedrijfstelling werd afgesloten;
gebreken in het veld "opmerkingen" moeten
worden opgelost 2)
Gebreken opgelost op: Handtekening opdrachtgever:
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 69
9

9 Bijlage
2) De in het inbedrijfstellingsprotocol aangegeven gebreken moeten direct worden opgelost (voorwaarde
voor de garantie en de garantieverlenging). Het inbedrijfstellingsprotocol moet in dit geval door de
opdrachtgever, binnen 6 weken na uitgevoerde inbedrijfstelling door de Buderus servicedienst, met een
bijbehorende door de opdrachtgever ondertekende bevestiging aan het opgegeven service-center worden
verzonden.
Voorwaarde voor de garantieverlenging is, dat de inbedrijfstelling door de Buderus servicedienst is uitgevoerd.
Voor het correcte ontwerp, de dimensionering en de uitvoering van de totale installatie wordt
geen aansprakelijkheid overgenomen.
70
Firma: Technicus:
Straat: Postcode / plaats
Telefoon: Fax:
Datum: Handtekening
Inbedrijfstelling:
Datum: Handtekening
opdrachtgever/eigenaar:
Tab. 7 Inbedrijfstellingsprotocol
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

9.8 Onderhoudsprotocol koelmiddel (logboek)
De EU-verordening (EG) 842/2006 van 17.05.2006
schrijft dichtheidscontroles voor en het bijhouden van een
logboek bij warmtepompen met de volgende criteria:
• koelcircuit is hermetisch dicht.
• Koelmiddelvulhoeveelheid is meer dan 3 kg.
De warmtepomptypen Logatherm WPL 8-12 IK hebben
meer dan 3 kg koelmiddel.
Type warmtepomp: Serienummer:
Artikelnummer: Apparaatindex:
Hermetisch: Niet
hermetisch:
Koelmiddel/
vulhoeveelheid:
Onderhoud door:
Installateur:
Type koelmiddel: Bijgevuld?
Hoeveelheid
koelmiddel:
Controleresultaat:
Bijlage
B Onderhoudsprotocol koelmiddel kopiëren
B Onderhoudsprotocol koelmiddel invullen.
B Toestelspecifieke gegevens (bijv. serienummer) van de
typeplaat van de warmtepomp aflezen
( hoofdstuk 2.6, pagina 5).
B Ingevuld onderhoudsprotocol koelmiddel in een
hechtband (logboek) opnemen.
Teruggewonnen?
Volgende controle op: Handtekening,
stempel
Tab. 8 Onderhoudsprotocol koelmiddel (logboek)
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 71
9

Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
A
Aansluitingen ................................................................. 9
Aansluitschema ............................................................ 48
Afdekraam ................................................................... 25
Afmetingen .................................................................... 9
Afval ........................................................................... 36
B
Bediening...................................................................... 8
Bedieningspaneel ................................................... 19, 30
Bedoeld gebruik ............................................................. 5
Bufferbatterij ................................................................ 36
Buitenbedrijfstelling....................................................... 36
C
Checklist ..................................................................... 63
Condensafvoer....................................................... 28, 37
CV-circuit .................................................................... 27
Aansluiting............................................................... 27
Manometer .............................................................. 28
Ontluchten ........................................................ 33, 35
Spoelen ........................................................... 33–34
Vullen ............................................................... 33, 35
D
Dichtheidscontrole........................................................ 37
Draadrooster................................................................ 26
E
EC-typebeproevingsverklaring .......................................... 5
Elektrische aansluiting ................................................... 29
F
Functiebeschrijving ......................................................... 8
G
Geforceerde verwarming ............................................... 35
H
Hydraulische koppeling.................................................. 58
I
Inbedrijfstelling ............................................................. 32
Inbedrijfstellingsprotocol................................................ 65
Inhoudsopgave............................................................... 2
Isolatie (hydraulische aansluitingen)................................. 30
L
Leveringsomvang............................................................ 5
Logboek................................................................ 37, 71
Luchtgeleiding.............................................................. 19
Luchtkanalen.......................................................... 14, 24
Luchtuitlaat.................................................................. 19
72
M
Manometer .................................................................. 28
Minimumafstanden........................................................ 18
Montage...................................................................... 18
Montage- en inbedrijfstellings-checklists........................... 63
O
Onderhoud .................................................................. 37
Onderhoudsprotocol koelmiddel ..................................... 71
Opstelling.................................................................... 18
Opstellingsruimte.......................................................... 18
Opstellingstekening ...................................................... 42
Overstroomklep............................................................ 35
P
Protocol ...................................................................... 65
Inbedrijfstelling......................................................... 65
Onderhoud koelmiddel .............................................. 71
R
Regenbescherming....................................................... 26
Reiniging..................................................................... 37
S
Standvoeten ................................................................ 18
Storingen .................................................................... 37
Stroomschema............................................................. 50
T
Tapwaterboiler ............................................................. 15
Technische gegevens.................................................... 10
Toebehoren ................................................................. 14
Toepassingsgebied......................................................... 8
Toesteloverzicht.............................................................. 6
Transport..................................................................... 16
Type-overzicht................................................................ 5
Typeplaatje .................................................................... 5
U
Uitrusting....................................................................... 5
V
Veiligheidstemperatuurbegrenzer .................................... 32
Veiligheidsventiel .......................................................... 28
Vermogenscurve........................................................... 38
Vermogenskabel........................................................... 29
Verzorging ................................................................... 37
Voorschriften................................................................ 17
W
Wanddoorvoer ............................................................. 22
Warmtehoeveelheidsmeting ............................................. 8
Weerbescherming ........................................................ 26
Z
Zwelband .................................................................... 25
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Notities
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 73

Notities
74
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!

Notities
Logatherm WPL 6 IK, WPL 8 IK, WPL 10 IK, WPL 12 IK - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 75

Nederland
Nefit B.V.
Postbus 3
7400 AA Deventer
Buderus Infolijn: 0570 - 602200
Fax: 0570 - 602299
www.buderus.nl
buderus@nefit.nl
België
Bosch Thermotechnology n.v./s.a.
Buderus
Ambachtenlaan 42a
3001 Heverlee
Tél.: 0032 70 246 071
Fax: 0032 16 400 406
www.buderus.be
info@buderus.be
Belgien: Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.