12.09.2013 Views

31e jaargang No. 122 november 2004 - Historische Vereniging ...

31e jaargang No. 122 november 2004 - Historische Vereniging ...

31e jaargang No. 122 november 2004 - Historische Vereniging ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

W<br />

W<br />

* HEmS^ eden<br />

•z<br />

m<br />

W<br />

I<br />

i?<br />

5<br />

Al^Jx kif •T<br />

roek<br />

<strong>31e</strong> <strong>jaargang</strong> <strong>No</strong>. <strong>122</strong> <strong>november</strong> <strong>2004</strong>


Bestuur<br />

drs. G. Brand, voorzitter<br />

J.M.M. Balink, vice-voorzitter<br />

A.J.M, van Unnik, secretaris<br />

A. Koopman, penningmeester<br />

J.L.P.M. Krol, historisch<br />

archief en informatie<br />

Mw. M. Van Donge-Last,<br />

ledenadministratie<br />

E. Hamerslag, evenementen<br />

mw. A.J.M.Kroon-van Helden,<br />

webmaster<br />

Secretariaat<br />

Lage Duin 66,<br />

2121 CH Bennebroek<br />

Telefoon 023 - 584 64 12<br />

e-mail: vanunnik@ilse.nl<br />

Ledenadministratie<br />

Oude Posthuisstraat 7<br />

2101 RA Heemstede<br />

telefoon: 023- 529 07 13<br />

e-mail: vandonge@zonnet.nl<br />

Redactie Heerlijkheden<br />

drs. M. van Bourgondiën<br />

mr. F.Th.J. Harm<br />

J.L.P.M. Krol<br />

C. Peper<br />

drs. P.M. van der Vorst<br />

Correspondent Bennebroek<br />

M. Verkaik<br />

Redactieadres<br />

Meerweg 6, 2103 VC Heemstede<br />

e-mail: moud@tiscali.nl<br />

Evenementencommissie<br />

mw. A. Van Amerongen-Braam<br />

mw. E. Van Bemmel-<strong>No</strong>orman<br />

van der Dussen<br />

mw. T. Jonckbloedt<br />

mw. T. Mascini-Maartense<br />

mw. M. Van Donge-Last<br />

Archief en informatie:<br />

Johannes Verhulstlaan 26<br />

2102 XT Heemstede<br />

telefoon: 023 - 528 29 77<br />

e-mail: jlpmkrol@tiscali.nl


Inhoud<br />

pag.<br />

Uitnodiging voor de premie-avond op 9 december 194<br />

Monumenten van Heemstede 195<br />

Van het bestuur 199<br />

Heruitgave van een kaart van Blaeu uit 1631 200<br />

Verrassend Harderwijk 200<br />

Lokale Historie op Branding Radio 202<br />

Oproep van het Historisch Museum Zuid-Kennemerland 202<br />

Recente aanwinsten VOHB-archief 203<br />

Geschiedkundige actualiteiten 204<br />

<strong>No</strong>gmaals: grenspalen van Heemstede 210<br />

Jacob van Term en zijn spijbelaars 211<br />

Bakker Th. Van Dijk 60 jaar in Heemstede 214<br />

De Baronnen van de Niënhof 216<br />

Freule Van der Goes als weldoenster 219<br />

voor de Indische Buurt<br />

Heemsteedse herinneringen aan de beeldhouwer 222<br />

H.A.van den Eijnde<br />

Drie generaties Willemse/Prins in Groenendaal 228<br />

De tienden te Heemstede. Deel 3 234<br />

Nieuwe leden 251<br />

Uit voorraad leverbaar 252<br />

Foto voorzijde:<br />

Kunstwerk van Pieter Starreveld in openbaar wandelparkje bij complex<br />

seniorenappartementen "Westerduin", Meijerslaan, Heemstede<br />

(Foto V.C.Klep)<br />

193


PREMIE-AVOND <strong>2004</strong><br />

Het bestuur nodigt u uit voor de jaarlijkse premie-avond. Daaraan<br />

vooraf gaat een korte Algemene Ledenvergadering.<br />

De avond zal gehouden worden op donderdag 9 december <strong>2004</strong>.<br />

Aanvang: 20.00 uur in de Burgerzaal van het Raadhuis te Heemstede.<br />

Programma:<br />

1. Opening Algemene Ledenvergadering door voorzitter Gerard<br />

Brand<br />

2. Voorstel tot benoeming van de heer Ad van Unnik als lid van het<br />

bestuur, zie toelichting A.<br />

3. Rondvraag<br />

4. Sluiting ledenvergadering<br />

5. Voordracht door drs Hildebrand de Boer over Industriële Monumenten<br />

Pauze, met koffie en thee<br />

6. Presentatie van de premie:<br />

"Monumenten van Heemstede, een keuze uit de parels van<br />

de Heerlijkheid",<br />

zie toelichting B<br />

7. Sluiting van de avond door de voorzitter.<br />

Aansluitend is de premie te koop voor leden tegen de gereduceerde<br />

prijs van 12 euro per stuk tegen inlevering van bijgevoegde bon.<br />

Meerdere exemplaren zijn te verkrijgen voor 15 euro. Laatstgenoemde<br />

prijs geldt ook voor niet-leden.<br />

Toelichtingen:<br />

A. Voorstel tot benoeming van de heer Ad van Unnik tot lid van het<br />

bestuur.<br />

Op grond van artikel 4 van de statuten worden nieuwe bestuursleden<br />

door de algemene ledenvergadering uit de leden gekozen voor een<br />

periode van vier jaar.<br />

Deze voordracht vloeit voort uit het feit dat de heer P.L. van Daalen -<br />

in verband met een functie in het buitenland - de functie van secretaris<br />

van het bestuur heeft moeten neerleggen.<br />

194


B. Premie: Monumenten van Heemstede, een keuze uit de parels van<br />

de Heerlijkheid.<br />

Met veel genoegen presenteert de vereniging dit jaar het boek "Monumenten<br />

van Heemstede, een keuze uit de parels van de Heerlijkheid".<br />

Het boek zal worden ingeleid door een van de samenstellers. Voorts<br />

spreekt één van de bewoners van een monumentenpand, de heer<br />

M.J.E. van Huijstee, over de voormalige dienstwoningen van het<br />

buiten Bosch en Hoven.<br />

Het bestuur<br />

NIEUW BOEK:<br />

MONUMENTEN VAN HEEMSTEDE<br />

In 1873 voor burgemeester J.Ph. Dolleman gebouwde wit gepleisterde<br />

villa 't Clooster, nabij Hageueld, naar een ontwerp van de Haarlemse<br />

architect A.van der Linden.<br />

Op 9 december verschijnt de VOHB-publicatie Monumenten van<br />

Heemstede; een keuze uit de parels van de Heerlijkheid. In<br />

deze jaarpremie <strong>2004</strong> is een selectie opgenomen van ruim 50 monumenten.<br />

Tevens zijn lijsten opgenomen van 83 rijks- en, 26 provinciale<br />

monumenten. Verder zijn 22 panden opgenomen die op de concept-gemeentelijke<br />

monumentenlijst staan. Deze publicatie is tot stand<br />

195


gekomen dankzij een schrijverscollectief, bestaande uit Michel Bakker,<br />

Maarten van Bourgondiën, Frans Harm, Hans Krol en Cees Peper.<br />

Laatstgenoemde nam tevens de foto's voor zijn rekening. Zeer beknopt<br />

is de voorgeschiedenis als volgt. In 1997 stelde de toenmalige<br />

commissie Karakterbehoud onder voorzitterschap van Ben van Tongeren<br />

het VOHB-bestuur voor een inventarisatie samen te stellen van<br />

behoudenswaardige panden in Heemstede. Men ging aan de slag, al<br />

fietsend door de gemeenten en in het jaar 2000 is een lijst van<br />

ongeveer 200 objecten overhandigd. Deze vormde onder meer de<br />

basis voor een gemeentelijke monumentenlijst, welke thans - na<br />

onderzoek en beschrijvingen door mevrouw drs. M. Polman uit Haarlem<br />

- wacht op vaststelling door het college van Burgemeester en<br />

Wethouders.<br />

Het landhuis Hertenduin in Engelse landschapsstijl werd in opdracht van<br />

Alfred Rhodius in 1928/1929 ontworpen door de bekende bouwmeester<br />

H.C. Berchtenbreiter.<br />

De VOHB heeft in 2001 aan een architectuurhistorisch bureau opdracht<br />

gegeven een monumentenboek voor te bereiden. Ten gevolge<br />

van onvoorziene omstandigheden kon dit project niet worden afgemaakt.<br />

Om die reden is vervolgens besloten de publicatie in eigen<br />

beheer uit te geven. We hebben ons daarbij beperkt tot een keuze,<br />

196


zoals in 1991 met een vergelijkbare uitgave Kleine en verborgen<br />

monumenten in Heemstede en Bennebroek. Omdat over de buitenplaatsen<br />

al veel literatuur beschikbaar is zijn deze veelal buiten beschouwing<br />

gelaten. Uiteindelijk is gekozen voor 13 rijksmonumenten,<br />

13 provinciale, 22 concept-gemeentelijke en 6 uit de VOHB-inventarisatie.<br />

Na verscheidene eerdere (mislukte) pogingen om tot een gemeentelijke<br />

monumentenlijst te komen is hiermee thans een begin gemaakt. De<br />

verwachting is gewettigd dat in de toekomst meer objecten deze status<br />

zullen ontvangen. Heemstede telt nog verscheidene panden en ensembles<br />

die vanuit cultuur- of architectuurhistorie voor sloop behoed<br />

dienen te worden.<br />

In het Grotstuk staat villa De <strong>No</strong>lle in 1948 ontworpen door W.J.Pieterse.<br />

Het eerste particuliere huis dat na W.O.II in de vrije sector tot stand<br />

kwam.<br />

Als voorbeeld worden in dit nummer de villa's 't Clooster, Hertenduin<br />

en De <strong>No</strong>lle afgedrukt. Voor liefhebbers van monumenten is het ten<br />

hemelschreiend hoe Bloemenoord enkele jaren geleden totaal van<br />

sfeer veranderde nadat een projectontwikkelaar hier een nieuw pand<br />

heeft neergezet. Het op dit terrein aanwezige unieke vinkenhuisje, dat<br />

terecht in het concept-register Provinciale Monumenten (1987) werd<br />

opgenomen, heeft uiteindelijk geen formele bescherming gekregen.<br />

197


Foto uan Bloemenoord aan de Kadijk, in 1920 als logeerhuis van Dennenheuvel<br />

gebouwd onder architectuur uan A. Jacot en A.H. Zinnmeister<br />

Een pluim verdient de eigenaar van het landgoed Ipenrode, die met<br />

zijn voorganger huis en park van deze historische buitenplaats van de<br />

ondergang redde.<br />

Leden kunnen het boek met bijgevoegde bon het boek tot eind januari<br />

2005 voor de ledenprijs van 12 euro aanschaffen bij de raadhuizen en<br />

openbare bibliotheken van Heemstede en Bennebroek. De winkelprijs<br />

bedraagt 15 euro.<br />

Het nieuwe Bloemenoord anno 2002 (foto V.C.Klep)<br />

198


VAN HET BESTUUR<br />

Alarmfase voor historische panden in Heemstede (II)<br />

In het vorige nummer van HH deden wij verslag van onze pogingen<br />

inzicht te krijgen in het toekomstig stedenbouwkundig beleid van de<br />

gemeente Heemstede. Dit met het oog op dreigende, uit een oogpunt<br />

van cultuurhistorie onverantwoorde ingrepen (Raadhuisstraat 30/de<br />

Pijp; Blekersvaartensemble; recent ook Van Merlenlaan 24).<br />

Met betrekking tot Raadhuisstraat 30 heeft het college van B en W ons<br />

bezwaarschrift tegen de verstoring van het straatbeeld onder meer<br />

beantwoord met de opmerking dat dit gedeelte van de Raadhuisstraat<br />

in het bestemmingsplan geen bescherming geniet.<br />

Reden te meer om onze aandacht en inspanningen te blijven richten<br />

op herziening van bestemmingsplannen, zodat verdere afbraak van<br />

karakteristieke bebouwing kan worden tegengegaan, en op toekomstige<br />

uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst.<br />

De gemeenteraad is bij het vaststellen en wijzigen van bestemmingsplannen<br />

het hoogste orgaan en zal bij het invullen van de gemeentelijke<br />

ruimte vele (ook commerciële en persoonlijke) belangen moeten<br />

afwegen.<br />

Het zal voor de VOHB dan ook van belang zijn, onze prioriteiten van<br />

te beschermen objecten/gebieden goed gedocumenteerd aan de<br />

raad(scommissie) voor te leggen.<br />

Inmiddels hebben de gemeenteraad toch zodanig veel signalen bereikt,<br />

dat zij op 28 oktober j.l. een motie heeft aangenomen waarin B en W<br />

in verband met ongewenste bouwontwikkelingen wordt verzocht de<br />

herziening van de bestemmingsplannen Van Merlen en Centrum in de<br />

gemeentelijke planning van werkzaamheden in overleg met de raad te<br />

herschikken (lees: naar voren te halen).<br />

Er is dus enige beweging merkbaar. Wordt vervolgd.<br />

G.Brand<br />

199


HERUITGAVE VAN EEN KAART VAN BLAEU<br />

UIT 1631<br />

In samenwerking met de Stichting Meer-Historie is door de VOHB een<br />

oude kaart heruitgegeven, vervaardigd door Willem Janszoon Blaeu<br />

uit Amsterdam in 1631. Deze kaart is afkomstig uit de eerste wereldberoemde<br />

Blaeu-atlas: "Appendix Theatri A. Ortelli et Atlantis<br />

G.Mercatoris" , een gezamenlijke publicatie van vader Willem Jzn., en<br />

zoon Jan Blaeu. De kaart is in sepia afgedrukt en bevat de afmetingen<br />

49 x 49 centimeter. Rond het nog niet drooggelegde "Haerlemmer<br />

Meer" zijn Rijnland en Amstelland zorgvuldig in kaart gebracht. Inclusief<br />

Zuid-Kennemerland, met Heemstede en Bennebroek tot Santpoort.<br />

De moeite waard om in te lijsten en op te hangen of als cadeau te<br />

geven. De prijs bedraagt 3 euro en de kaart is op de premieavond<br />

verkrijgbaar. Zie verder ook achterin dit nummer.<br />

^me<br />

9)<br />

a<br />

VERRASSEND HARDERWIJK<br />

excursie Op zaterdag 3 september jl. reisden 47 VOHB-ers<br />

met de bus naar Harderwijk. Het stadje, waar de<br />

meeste mensen hard voorbij rijden richting Zwolle<br />

of alleen aandoen om naar het Dolfinarium te gaan,<br />

is een bezoek meer dan waard. Zo wisten wij niet<br />

dat Harderwijk in het rijtje past van Franeker, Groningen, Leiden,<br />

Utrecht en Amsterdam. De enige universiteitssteden van de <strong>No</strong>ordelijke<br />

Nederlanden rond 1650. Zo zijn o.a. Boerhaave en Linnaeus hier<br />

gepromoveerd en hebben deze hun sporen nagelaten.<br />

Harderwijk, ommuurde vestingstad, Hanzestad en vissersplaats aan de<br />

Zuiderzee. Wij begonnen onze rondleiding in de Grote Kerk. Deze<br />

kerk, ontdaan van een toren en de westelijke beuk door instorting, is<br />

vooral interessant door z'n fresco's die op de pilaren en het plafond<br />

zijn aangebracht. Acht jaar na de bouw, zijn deze tekeningen in het<br />

kader van de beeldenstorm overgewit. En dat in de loop van de tijd wel<br />

13 keer. Op ingenieuze wijze zijn de fresco's achter de 13 lagen witsel<br />

tevoorschijn getoverd en nu voor iedereen te bewonderen. Zij illustreren<br />

het bijbelverhaal en leggen voornamelijk het verband tussen het<br />

Oude en Nieuwe Testament. De moeite waard!<br />

200


Onder leiding van een van de 20! stadsgidsen liep ons gezelschap naar<br />

de Vanghepoort. De in de stadsmuur gevatte gerenoveerde gevangenis<br />

en ex-gaarkeuken is nu in gebruik als expositieruimte. Mooi bewaard<br />

gebleven is de soeppan, waarin 1.200 liter soep kon worden<br />

bereid. Je kunt er wel met z'n vieren inzitten. Achter de Vanghepoort<br />

ligt een fraaie tuin met evenzo mooie kunstwerken. Dat was goed<br />

toeven. Na een wandeling door het fraai gerestaureerde stadje, waar<br />

overigens vier kloosters huisden, is de lunch (die merkwaardig genoeg<br />

begon met een kop koffie) gebruikt op het terras van Hotel Monopole.<br />

Waar we met het mooie weer tegelijkertijd konden genieten van oude<br />

vliegtuigen die van en naar de vliegshow op vliegveld Lelystad vlogen.<br />

Ik herkende een DC3, een Lancaster, een Messerschmidt en een<br />

aantal Fokker opleidingsvliegtuigen. Een gratis toegift!<br />

's Middags hervatten we de stadswandeling. Langs een van de twee<br />

coffeeshops die Harderwijk rijk is komen we bij een ex-koloniale<br />

kazerne die nu is omgebouwd tot mooi appartementencomplex met<br />

ondergrondse garage. En niet te vergeten een in alle rust gelegen<br />

rosarium. Via een tweede stadspoort en rustieke pleintjes waar de<br />

zaterdagmarkt juist wordt opgebroken wordt gestopt bij de Catharinakerk.<br />

Omdat deze voor ons niet toegankelijk is belanden we in de<br />

voormalige Hortus Botanicus, waar een 200-jarige Ginko Biloba letterlijk<br />

de grootste attractie is. Inclusief de duif die van boven een van<br />

onze reisgenoten lelijk onderpoept.<br />

De rondleiding eindigt tegenover het oude stadhuis op de markt, waar<br />

de vele mensen op de vele terrassen ons gezelschap gadeslaan.<br />

Alvorens onze moderne bus met airco ons weer terug naar Heemstede<br />

rijdt, hebben we nog ruim de tijd voor een welverdiend koud biertje.<br />

Weer een geslaagde excursie van de VOHB.<br />

Vincent Mascini<br />

201


LOKALE HISTORIE OP RADIO DE BRANDING<br />

Vanaf 7 september <strong>2004</strong> wordt iedere dinsdag van 10.00 tot 11.00<br />

uur een programma uitgezonden op Branding Radio over de Historie<br />

van Heemstede.<br />

De bedoeling van dit programma is om de geschiedenis van Heemstede<br />

en Bennebroek te vertellen en een beeld te schetsen van de tijd<br />

waarin alles afspeelde.<br />

We vertellen, waar je in de gemeenten Heemstede en Bennebroek nog<br />

historie terug kunt vinden. Soms op plekken waar je dat niet zou<br />

verwachten.<br />

We nodigen mensen uit die over een specifiek stukje uit het verleden<br />

gaan vertellen.<br />

Het programma is te beluisteren bij: Branding Radio. Iedere dinsdag<br />

van 10.00 tot 11.00 uur. Via de kabel 89,0 FM of via de ether op<br />

106,2 FM.<br />

Voor meer informatie kunt u zich wenden tot:<br />

mw. Henny van Haasteren, telefoon 023 5290131<br />

OPROEP VAN HET HISTORISCH MUSEUM<br />

ZUID-KENNEMERLAND<br />

Ook het Historisch Museum Zuid-Kennemerland is geconfronteerd<br />

met bezuinigingsmaatregelen. Die hebben onder meer geleid tot het<br />

niet-vervullen van belangrijke vacatures, waaronder die van directeur.<br />

Daarmee accepteerde het bestuur de noodzaak om de belangrijkste<br />

directietaken zelf te gaan verrichten. Het bestuurswerk is daardoor<br />

veelzijdiger, maar ook omvangrijker geworden. Daarnaast streeft ons<br />

museum ernaar om duidelijker te participeren in culturele activiteiten<br />

binnen onze regio. Dit leidt tot meer overleg met de daarbij betrokken<br />

instanties en collega-instellingen.<br />

Onze bestuursleden willen de omvang van hun werklast houden op het<br />

niveau, dat een enthousiaste vrijwilliger plezierig vindt. Daartoe zoeken<br />

wij een uitbreiding met éen of meer collega's, met wie de taken<br />

kunnen worden verdeeld.<br />

202


Wij zoeken een collega (m/v), die zich herkend in onderstaand profiel:<br />

• enige bestuurlijk en/of managementervaring.<br />

• Affiniteit met - liefst ook kennis van - historie en cultuur, speciaal<br />

van Haarlem en omgeving.<br />

• Flexibele agenda, waarin - zo nodig - wekelijks twee of drie<br />

dagdelen kunnen worden vrijgemaakt (Vakanties uitgezonderd).<br />

• Woonachtig in Haarlem of aangrenzende gemeente.<br />

Nadere informatie wordt u gaarne verstrekt door:<br />

Dr. B.J.C.M.de Vet (voorzitter) 023 - 525 33 05<br />

Drs. J.F.L.C.van Emmerik (vice-voorzitter) 023 - 547 57 30<br />

A.J.M. Neelissen (secretaris) 023 - 526 28 52<br />

RECENTE AANWINSTEN VOHB-ARCHIEF<br />

Dit jaar is het archief van de <strong>Vereniging</strong> Oud Heemstede-Bennebroek,<br />

opgeslagen in de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek Heemstede,<br />

verrijkt met o.a. de volgende documenten.<br />

- Diverse recente foto's van de heer V.C. Klep en de heer A.Koopman,<br />

Meijerslaan 200.<br />

- Oude ansichtkaarten van Heemstede [mevrouw Els Jansen]<br />

- Enkele oude foto's en 2 dia's van het Oude Slot [Foto Lans-<br />

Hillegom].<br />

- IMCA-kalender 88'89 met Frans, Ruud en Eric de Vlieger. [Mevrouw<br />

J.A.Kuijer-Buré].<br />

- Genealogie van Cornelis [Janssoon] van Bourgondien, geboren<br />

circa 1515 te Heemstede overleden in 1574.<br />

- Kopie van verslag I e luitenant N.J.Braadbaart, 6 e regiment veld<br />

artillerie He afdeling, I e batterij. Groenendaal, september 1939 tot<br />

mei 1940. [ir.F.Braadbaart].<br />

- 2 boekjes 100 jaar en 125 jaar R.K.Kerk Vogelenzang door<br />

L.J.van Emmerik [van mevrouw Ina Mostert].<br />

- Gerard J.Schuitemaker, Heemsteedse buitenplaatsen. Haarlem,<br />

HMZK, <strong>2004</strong>.<br />

- Jubileumboekje: Verder kijken dan je neus lang is. 75 jaar Jacobaschool<br />

1929-<strong>2004</strong>.<br />

203


J.Eisgeest CSSp., Bennebroek; a special study on the growth and<br />

development of a settlement. 1958. Met 3 losse plattegronden,<br />

[van J.J.A.J.de Groot; tevens foto's van sloop huizen aan de<br />

Wilhelminalaan en Schoollaan in Bennebroek, september/oktober<br />

<strong>2004</strong>],<br />

De heer J.W.G. van Doorn heeft al zijn tussen 1994 en 2002 in ons<br />

blad verschenen historische bijdragen op papier afgedrukt en in 2<br />

mappen aangeleverd, alsmede op cd-rom.<br />

De voormalige villa Kennemerduin aan de Herenweg, in 1962 afgebroken,<br />

waar thans het gelijknamige verzorgingshuis staat. Oorspronkelijk<br />

woonhuis van burgemeester D.E. van hennep. Na W.O. II was hier tijdelijk<br />

het herstellings- en uerplegingsoord "Unicum" gevestigd. (Foto afkomstig<br />

van mevrouw Bergervoet-Van Vliet)<br />

GESCHIEDKUNDIGE ACTUALITEITEN<br />

Op 3 oktober <strong>2004</strong> overleed te Haarlem in de leeftijd van 80 jaar de<br />

heer Teunis Jacobus Jongh Visscher, architect w.o., lid BNA. Hij was<br />

verder van 1972 tot omstreeks 1986 lid van de VOHB-commissie<br />

Karakterbehoud. Teun was een zoon van tekenleraar en kunstschilder<br />

204


G.C.Jongh Visscher. Opgegroeid in een huis aan de Asterkade, later<br />

Orchideeënlaan, speelde een belangrijk deel van zijn leven zich af op de<br />

Gliphoeve nabij de familie Oldewelt. Hij was zeer verknocht aan Heemstede.<br />

Het wel en wee van de VOHB had zijn voortdurende belangstelling.<br />

Als architect gaf hij meermaals adviezen aan het bestuur. De<br />

voorgenomen sloop en uiteindelijke brandstichting van "Eikenrode"<br />

gingen hem zeer aan het hart. Op papier was T.Jongh Visscher een<br />

man van weinig woorden. Bezwaarschriften naar de provincie werden<br />

gemotiveerd met de volgende 3 woorden "Ik ben tegen!". Hij blijft in de<br />

herinnering als een bijzonder aardige dwarsligger. Het idee is geopperd<br />

om van zijn ontwerpen (vooral woningen en utiliteitsbouw) een tentoonstelling<br />

te maken. Teun Jongh Visscher is bijgezet in het familiegraf op<br />

de Algemene Begraafplaats te Heemstede.<br />

Sloop van de huizen aan de Wilhelminalaan en Schoollaan in Bennebroek,<br />

september/oktober <strong>2004</strong>. Op deze foto van Jaap de Groot een<br />

doorkijk vanaf de Schoollaan over het Wilhelminaplein naarde Wilhelminalaan<br />

en het Luciaklooster.<br />

In het vorige nummer 121, pagina 189, is een citaat overgenomen uit<br />

Het Parool van 10 juli.<br />

Het had betrekking op de aanvraag van het Cuypersgenootschap aan<br />

het Sint Lucia-klooster een monumentenstatus te geven. Dankzij ons<br />

nieuwe lid dr. H. Copier is ons intussen gebleken dat waar staat; "oud-<br />

PvdA-wethouder Gerard Braam uit Bennebroek" moet worden gelezen<br />

als "oud-PudA-wethouder Evert Holterman uit Bennebroek".<br />

205


Overigens is kortgeleden bekend geworden dat de Rijksdienst voor de<br />

Monumentenzorg het kloostercomplex niet als rijksmonument zal<br />

aanwijzen.<br />

Meer actueel-historisch nieuws uit Bennebroek. Al uit 1682 dateert<br />

"de Geleerde Man" als herberg en bij tijd en wijle een gerenommeerd<br />

etablissement. De laatste eigenaren hebben "vanwege aanhoudende<br />

tegenvallende resultaten" zeer tot hun spijt de zaak moeten sluiten.<br />

Thans is het pand verhuurd aan "Patrick's", waar men van Oosterse<br />

specialiteiten kan genieten.<br />

Desiree Cardinaals schreef onlangs het gedenkboek 'Fotovak Engel<br />

1929-<strong>2004</strong>'. Dit boek verscheen bij gelegenheid van het 75-jarig<br />

bestaan van Foto Engel, op 30 maart 1929 in de Haarlemse Spaarnwouderstraat<br />

138 gestart door<br />

Simon Engel sr. als Fotohuis' De<br />

Camera'. Dit familiebedrijf telt nu<br />

6 vestigingen, waaronder sinds<br />

1996 een filiaal aan de Binnenweg<br />

in Heemstede na overname<br />

van Capilux. Wel en wee van driekwart<br />

eeuw zaken doen en familiebanden<br />

komen in deze rijk geïllustreerde<br />

publicatie aan de orde.<br />

Van Dora Heinze verscheen het<br />

boek: "Das Schlosshotel im Grunewald;<br />

Geschichte eines Adelspalais".<br />

Een geïllustreerde beschrijving van<br />

het vermoedelijk meest dure en chique<br />

hotel in Berlijn-Grunewald, waar<br />

de prijzen variëren van 265 euro<br />

tot 4.000 euro (Kaiser-suite) per<br />

nacht. In deze prijzen zit wel 16%<br />

omzetbelasting, vrij gebruik van<br />

zwembad en sauna en 1 drankje<br />

naar keuze. Tussen 1912 en 1914<br />

is het paleisachtige huis gebouwd<br />

voor de Von Pannwitz familie, tevens<br />

met de bedoeling hier hun<br />

206<br />

De Berlijnse hal met "leeuwentrap".<br />

Het Italiaanse cassetteplafond, oorspronkelijk<br />

afkomstig uit een Florentijns<br />

paleis, is nog aanwezig in de<br />

kapel (vroegere Balzaal in linker voorvleugel)<br />

van de Hartekamp.


enorme kunstcollectie uit te stallen. Tot de regelmatige gasten hoorde<br />

Keizer Wilhelm II, voor wie dr. Walther S.E.A.von Pannwitz als advocaat<br />

werkte. De beschreven affaires lijken tamelijk geromantiseerd en niet<br />

altijd waarheidsgetrouw, zoals een vermeende liefdesaffaire met de Duitse<br />

vorst. De vermelde feitelijkheden kloppen niet altijd. Zo bezocht Wilhelm<br />

II vanuit Doorn in totaal 103 maal De Hartekamp; de schrijfster noemt<br />

dit cijfer voor de bezoeken aan het "Palais Pannwitz" in De Brahmsstrasse.<br />

Na het overlijden van haar echtgenoot is de weduwe Catalina von<br />

Pannwitz - met alle kunstschatten - in 1921 naar de Hartekamp in<br />

Heemstede verhuisd. Zij liet toen onder architectuur van H.C. Berchtenbreiter<br />

de naar voren springende zijvleugels aanbouwen. Op interieurfoto's<br />

van "Palais Pannwitz" zijn allerlei voorwerpen zichtbaar die herinneren<br />

aan de inrichting van de Hartekamp in de jaren voor W.O.II. Mevrouw<br />

Von Pannwitz-Roth is in 1958 naast haar man op het "Stahnsdorfer<br />

Friedhof" in een fraai Jugendstil-graf begraven. Hun kleinzoon John<br />

Nicholas Pelham, zoon van de intussen overleden Ursula Chichester-von<br />

Pannwitz, woont als negende graaf van Chichester in een kasteel bij<br />

Salisbury.<br />

Publicist Dick Verkijk schreef een boek over "De Sinterklaasrazzia van<br />

1944". Op 6 december 1944 sloten de Duitse Wehrmacht en Grüne<br />

Polizei Haarlem en omgeving hermetisch af. Die datum werd bewustgekozen,<br />

omdat vanwege de Sinterklaasviering veel ondergedoken<br />

mannen naar huis waren gekomen. Omstreeks 1.300 personen werden<br />

opgepakt en naar werkkampen bij Emmerich overgebracht: Rees,<br />

Bienen en Praest. Onder hen was ook de vader van Dick Verkijk. Een<br />

goede Duitser, de Grüne Polizist Jupp Henneböhl, wist met gevaar<br />

voor eigen leven de aangehouden Broeders van de la Salie naar<br />

Heemstede terug te brengen. Minstens 320 mannen overleefden het<br />

niet, waaronder zo'n 80 slachtoffers van de Haarlemse razzia, die zijn<br />

gestorven aan uitputting, ondervoeding of mishandeling. Uit Heemstede<br />

afkomstig overleden G.P.van der Eem, W.van Esch en P.J. Kuiper;<br />

uit Bennebroek: F.J.Hulsbosch. De nauwgezette studie is overigens<br />

meer journalistiek geschreven dan op archieven gestoeld. Vanwege<br />

hun vergevorderde leeftijd - 60 jaar na dato - konden veel oudgeïnterneerden,<br />

onder wie de heer P.Verhoef uit Heemstede, vermoedelijk<br />

voor het laatst over hun beroerde lotgevallen vertellen. Speciale<br />

aandacht wordt besteed aan de Heemstedenaar Geer van der Eem, die<br />

na de oorlog, mogelijk door een dossierverwisseling, ten onrechte als<br />

"fouterik" ofwel "politiek onbetrouwbaar" is aangemerkt. Uit recent<br />

207


onderzoek is gebleken dat zijn naam op geen enkele aanwezige NSBledenlijst<br />

voorkomt. Door de familie is naar aanleiding van nieuwe<br />

gegevens in Den Haag eerherstel aangevraagd, dat vooralsnog bij<br />

schrijven van 25 oktober door het Ministerie van Justitie werd afgewezen.<br />

Als (teleurstellende) motivering wordt opgegeven "dat het algemeen<br />

bekend is dat NSB-lijsten uit de Tweede wereldoorlog niet<br />

compleet zijn omdat veel lijsten destijds zijn vernietigd".<br />

Voor de Arbeidsdienst opgepakte Heemstedenaren en Haarlemmers op<br />

weg naar het station in Haarlem<br />

De publicatie van Dick Verkijk bevat 302 pagina's, kost 22,95 euro is<br />

uitgegeven door Aspekt. ISBN 90-5911-279-2.<br />

In de voorbije maanden hebben archeologen in Vlaardingen de fundamenten<br />

ontdekt van het huis van Willem van Ruytenburgh. Hij is<br />

vereeuwigd als luitenant van de burgercompagnie op het schilderij "De<br />

Nachtwacht" van Rembrandt van Rijn. De Amsterdamse koopman,<br />

afkomstig uit Vlaardingen was een zuster van Anna van Ruytenburg,<br />

de (tweede) echtgenote van onze "Heemsteedse" Adriaan Pauw. Momenteel<br />

wordt Cultureel centrum het Oude Slot intern verbouwd. Het<br />

ligt in de bedoeling dat de theaterruimte boven "Adriaan Pauwzaal"<br />

gaat heten. De bovenruimte, waar gegeten kan worden, zal worden<br />

omgedoopt tot "Anna Ruytenburgzaal".<br />

208


De heer V.C.Kiep is op zijn wandelingen door Heemstede vaak op<br />

zoek naar historische merkwaardigheden. Zo ontdekte hij porseleinen<br />

isolatoren op een dak in de César Francklaan (evenzijde, vlak bij de<br />

hoek met de Heemsteedse Dreef). Een stukje nostalgie. De isolatoren<br />

waren namelijk in gebruik bij de N.V. Heemsteedse Radio Distributie<br />

van A.A.van Amerongen naar het Bronsteepark. Voor zover bekend,<br />

één van de laatste zichtbare herinneringen aan het radiodistributie<br />

bedrijf.<br />

In de Camplaan staat nog een pand met op de muur loodkabels van de<br />

huisaansluitingen van destijds. <strong>No</strong>g iets geheel anders is het volgende:<br />

Verkopers van margarine waren in de eerste helft van de vorige eeuw<br />

wettelijk verplicht dit met een bordje<br />

boven de deur of aan de gevel<br />

van hun winkel aan te geven. Het<br />

mogelijk laatste bordje is te zien<br />

boven de voordeur van "de Kaashoek",<br />

Raadhuisstraat 38.<br />

In HH nummer 113, augustus 2002, pagina's 158-159, schreven we<br />

over de weerstand vanuit de plaatselijke bevolking tegen een sculptuur<br />

van beeldhouwer Adam Colton. Het in aluminium gegoten glimmende<br />

kunstwerk kreeg al snel de naam "Schapenbotje". In augustus werd<br />

bekend dat het kostbare beeld dat detoneerde in de landelijke Herfstlaan<br />

niet terugkeert, maar een plaats krijgt bij museum Kröller-Müller<br />

in Otterloo.<br />

De 19 e eeuwse kunstschilder van romantische taferelen in en rond<br />

Heemstede maakt de laatste jaren opgang, vooral bij kenners en<br />

verzamelaars. Bij een veiling op 28 juni bij Sotheby's in Amsterdam<br />

ging een fraai doek van de hand met een afbeelding van de voormalige<br />

St. Bavokerk (en pastorie) van Berkenrode aan de Herenweg.<br />

Kunsthandel AmstelArt, gevestigd in het historische "Het Dubbeld<br />

Ancker" , Wilhelminaplein 12, exposeert van 5 tot en met 27 <strong>november</strong><br />

werk van de vorig jaar overleden kunstschilder A.C. van <strong>No</strong>ort<br />

(1914-2003) een "retrospectief".<br />

Bij deze gelegenheid zal tevens een oeuvrecatalogus van de Heemsteedse<br />

kunstenaar Cees van <strong>No</strong>ort verschijnen.<br />

Hans Krol<br />

209


NOGMAALS: GRENSPALEN VAN HEEMSTEDE<br />

In ons kwartaalblad HeerlijkHeden<br />

van augustus <strong>2004</strong> is op pagina 145<br />

een scherpe foto afgedrukt van een<br />

grenspaal met letter H in Leyduin.<br />

Het bijschrift bij deze afbeelding roept<br />

bij mij enige twijfels op.<br />

De grens tussen de gemeenten<br />

Heemstede en Bloemendaal loopt<br />

evenwijdig met de spoorlijn, ongeveer<br />

zestig meter naar het westen.<br />

In de berm aan de zuidkant van de<br />

Manpadslaan - op oude kaarten<br />

aangeduid met Weg naar Leyduin<br />

- stond een grenspaaltje met voluit<br />

de namen van de twee gemeenten.<br />

Erfafscheidingssteen<br />

Dit paaltje is uit het zicht verdwenen,<br />

waarschijnlijk overwoekerd door de wildgroei in de berm.<br />

Leyduin grensde vroeger aan de buitenplaats De Koekoek, of toen nog de<br />

Achterkoekoek. Het uitgestrekte terrein van de Gemeentewaterleidingen<br />

Amsterdam, ook genaamd Leiduin (let op de schrijfwijze) was vroeger in<br />

bezit van de eigenaren van de Koekoek.<br />

Een grenspaal in het noordelijk deel van Leyduin (bij de Vogelenzangseweg)<br />

heeft als inscriptie:VE (Van Eys was in 1789 eigenaar van Boekenroode<br />

en de Koekoek) en I:VLOON (Jan van Loon was van 1748-1798<br />

eigenaar van Leyduin).<br />

De beide buitenplaatsen grensden dus aan elkaar. Ook toen mr. Cornelis<br />

Hop en zijn zoon Jacob Cornelis Hop tot 1776 eigenaren waren van de<br />

Koekoek.<br />

Een erfafscheidingssteen<br />

In Nieuwsbrief VOHB van mei 1986 nummer 48 (1) werd melding<br />

gemaakt van een smalle, platte steen (ongeveer 15 bij 90 centimeter)<br />

in de achtertuin van Camplaan 17 met de inscriptie: I.B.R.no. 8 H:<br />

P.H. no. 26.<br />

Ook het Haarlems Dagblad (2) maakte er melding van. Vermoed werd dat<br />

deze steen te maken had met een oud erf af scheidingssysteem. Nu bevindt<br />

zich in de achtertuin van Huize Overlaan aan het Raadhuisplein een<br />

soortgelijke steen met de inscriptie: <strong>No</strong>. 11. A:E.H. H: P.H. no. 16.<br />

210


De beide inschriften hebben wel enige overeenkomst met elkaar.<br />

A.E.H, slaat vermoedelijk op Adrian Elias Hope, die tot 1834 eigenaar<br />

was van het landgoed Bosbeek. [Overlaan fungeerde in die tijd als<br />

woning van de rentmeester]. <strong>No</strong>g onduidelijk is de betekenis van de<br />

letters H.P.H., mogelijk Henry Philip Hope, zoon en mede-erfgenaam<br />

van John Hope, die Groenendaal en Bosbeek verenigde (3).<br />

Willem ten Hacken<br />

(1) G.J. Schuitemaker/ foto Th. Dekker: een multifunctionele erfafscheidingssteen.<br />

(2) "Grensgeval in Heemsteedse tuin", in: Haarlems Dagblad, 25 januari<br />

1989.<br />

(3) Zie: Hans Krol, Geschiedenis van het buitengoed Bosbeek in Heemstede en<br />

van het adellijk geslacht Van Merlen. Heemstede, VOHB, 1987.<br />

JACOB VAN TERM EN ZIJN SPIJBELAARS<br />

Hendrik Duivenvoorde was een echte spijbelaar. In 1871 miste hij<br />

bijna de helft van alle lessen, net als zijn zus Geertruida en broertje Jan.<br />

Kinderen als Hendrik waren een grote zorg voor het onderwijs. Vader<br />

Duivenvoorde werkte van vroeg tot laat en moeder liet het onverschil-<br />

Kinderen van de school aan de Voorweg op een foto uit 1905<br />

211


lig. Maar gelukkig waren er in Heemstede niet zoveel ouders die geen<br />

waardering voor het onderwijs hadden.<br />

Zoals gebruikelijk had het hoofd van de Heemsteedse Openbare<br />

School Jacob van Term, de lijsten met absenten over het schooljaar<br />

1871 bij burgemeester J.Ph. Dolleman ingeleverd. Dolleman schrok<br />

echter van de hoge absentiecijfers en vroeg om uitleg. Van Term<br />

voldeed hieraan in een uitgebreid schrijven met een complete absentielijst,<br />

waarin hij een verklaring probeerde te geven voor de afwezigheid<br />

van zijn leerlingen.<br />

Meester van Term was druk bezig met het terugdringen van het<br />

spijbelen op zijn school en stond hierin niet alleen. Het spijbelen was<br />

een probleem dat in die tijd kon rekenen op brede maatschappelijke<br />

belangstelling. Er was sprake van het mogelijk instellen van een<br />

algemene leerplicht. Van Term was dan ook actief lid van het Nederlandsch<br />

Schoolverbond, dat in 1870 was opgericht om het schoolverzuim<br />

te bestrijden. Dit Schoolverbond deed aanbevelingen om de<br />

gehechtheid van de kinderen aan de school te bevorderen. Dit kon<br />

onder andere door huisbezoek, het uitdelen van getuigschriften, een<br />

schoolfeest of een uitstapje. Het Heemsteedse schoolhoofd bracht<br />

deze ideeën daadwerkelijk in praktijk. In het geval van Duivenvoorde<br />

en anderen had dat succes. Na een gesprek met de vaders kwamen de<br />

kinderen weer regelmatig op school.<br />

Opvallend is de opvoedkundige aanpak die uit bovengenoemde brief<br />

spreekt. Het was belangrijk de ouders ervan te overtuigen dat goed<br />

onderwijs nodig was voor de toekomst van hun kinderen, maar ook het<br />

belonen van goed gedrag was een middel om tot het gewenste gedrag<br />

te komen. In een geval kreeg Van Term praktische hulp van mevrouw<br />

Van Lennep, van Leijduin. Frans Kokkelkorn die in het waterleidinggebied<br />

woonde was een meester in het "bintje steken" en ook vogeltjes<br />

en nestjes kon hij niet met rust laten hoe vaak zijn vader hem ook<br />

kastijdde. Mevrouw van Lennep stelde hem een kerstgeschenk in het<br />

vooruitzicht als hij goed oppaste en trouw naar school ging. Dat hielp<br />

en Frans verzuimde niet meer. Een zekere G. Hendriks, die vaak<br />

zonder toezicht op straat zwierf, werd door Van Term flink aangepakt<br />

en bedreigd met aangifte als "straatlooper"als hij niet op school zou<br />

komen. Ook hier boekte het schoolhoofd succes. Dit waren zo gezegd<br />

de echte spijbelaars. Een vorm van verzuim waar Van Term wél begrip<br />

voor had, kwam voort uit de toestand van de gezinnen.<br />

Anna en Hendrik Dirkz verzuimden vaak omdat ze uit een groot gezin<br />

kwamen waarvan de vader altijd ziek was. Anna moest moeder helpen<br />

212


en Hendrik was vaak op pad om medicijnen te halen. Zo ook Anna<br />

Zwarter, die op het huis moest passen en de pot moest koken, terwijl<br />

haar moeder uit bakeren ging. Of Maria Smit die op haar zusje moest<br />

passen.<br />

Van Term schreef hierover aan de burgemeester: "denken wij ons<br />

eens in hunne positie: honderd tegen één, wij zouden hetzelfde<br />

doen, de nood dwingt". Gelukkig was ook dit aantal thuisblijvers niet<br />

zo groot en waren het allemaal goed ontwikkelde en goede kinderen<br />

volgens Van Term.<br />

De meeste kinderen die thuisbleven waren gewoon ziek. Sommigen<br />

veel, anderen wat minder. Cornelis Wassenaar was een zwak en<br />

ziekelijk kind, maar K.Huijg miste door een oogziekte niet heel veel<br />

lessen. En Cornelia Schrawanz, die zwak en mank was, kwam alleen<br />

bij goed weer.<br />

Doordat van Term zo uitgebreid verslag uitbracht over de 247 leerlingen,<br />

die hij onder zijn hoede had, gaf hij - behalve een beeld van zijn<br />

leerlingen - ook aan hoe betrokken hij was bij het onderwijs.<br />

Onderwijs dat in Heemstede, net als elders, tijdens een groot deel van<br />

het jaar gegeven werd. Vakantie was er alleen in de paasweek, de<br />

kerstweek en twee weken in augustus. Verder kwamen de kinderen<br />

nooit op school op 25 maart, 15 augustus, 1 <strong>november</strong> en op<br />

Sacramentsdag. De oorzaak hiervan lag in het feit dat ze vrijwel<br />

allemaal katholiek waren.<br />

Van Term berekende op deze manier per jaar 514 schooltijden<br />

(ochtenden en middagen) met een gemiddeld verzuim van 28 leerlingen<br />

per schooltijd. Wat dus betekende dat er dagelijks ruim 200<br />

kinderen verdeeld over twee lokalen aan de Voorweg aanwezig waren.<br />

Maar als Van Term het, in zijn ogen, geoorloofde verzuim als ziekte en<br />

het thuis helpen niet meerekende, dan verzuimde slechts 10 % van de<br />

kinderen. Zodat Jacob van Term met deze berekening zijn brief<br />

positief kon besluiten met de zin: "Over het algemeen komen de<br />

kinderen trouw op".<br />

Anja Kroon<br />

213


BAKKER TH. VAN DIJK, 60 JAAR IN HEEMSTEDE<br />

Het dorpsplein en de Cloosterweg kennen een lange traditie in het<br />

bakkerijgebeuren. Bakker Tibboel was aan het Kerkplein (sinds 1898<br />

Wilhelminaplein geheten) gevestigd vanaf 1810. Later was voor kortere<br />

tijd in de Cloosterweg bakker Janssen werkzaam. In 1944 nam<br />

Th. Van Dijk deze bakkerij over en tot heden draagt de bakkerij deze<br />

naam. Het jaar 1944 was nu niet zo'n inspirerende periode om een<br />

bakkerij voort te zetten. Er heerste grote schaarste aan voedingsmiddelen<br />

waaronder granen. De toestand zou in de winter 1944/45<br />

alleen maar verslechteren. Th. Van Dijk improviseerde met allerlei<br />

ingrediënten om toch brood te kunnen bakken. In die tijd werd enkel<br />

brood gebakken; na de oorlog kwam daar banket bij.<br />

Toen de bakkerij weer op volle kracht ging werken kwamen ook weer<br />

bakkersknechten in dienst. Bakker Th. Van Dijk heeft de bakkerij<br />

uitgebreid tot wat deze in wezen nog is. Op 65-jarige leeftijd stopte hij<br />

en in 1963 zette de zoon Joop van Dijk de traditie voort. Hij begon op<br />

14 jarige leeftijd het beroep van zijn vader te leren en raakte zo<br />

ingewerkt dat hij feilloos het bedrijf kon voortzetten. Joop van Dijk<br />

heeft het bedrijf zien veranderen van oorspronkelijk ambachtelijk werk<br />

waar veel met de hand gemaakt werd in een bakkerij waar in de loop<br />

van de tijd steeds meer gemechaniseerd werd. Bakkerij Th. Van Dijk<br />

had jarenlang; respectievelijk 15 en 18 jaar, twee bakkerknechten in<br />

Oude bakkershandkar<br />

214


dienst: Gerrit Pietersen en Gerrit Boersma die's middags met de<br />

bakkershandkar de wijk ingingen. Later werden dat bakfietsen en nu is<br />

het een vertrouwd beeld de auto's van Th. Van Dijk door het dorp te<br />

zien rijden. Het bakkersvak was een zwaar vak met zeer afwijkende<br />

werktijden. Het was niets bijzonders dat de bakkers 's nacht om één<br />

Cloosterweg met de oude bakkerij<br />

uur begonnen te bakken tot zo'n 9 uur. Daarna gingen de bakkers naar<br />

bed en 's middags gingen zij de wijk in.<br />

Een vertrouwde figuur in de winkel op de Cloosterweg, die deze<br />

ontwikkelingen van nabij heeft meegemaakt, is Ria de Lange die sinds<br />

1972 in de winkel staat. Tegenwoordig geassisteerd door haar dochter.<br />

In 1983 breidde het bedrijf zich uit met een filiaal in de Raadhuisstraat.<br />

Dit jaar is deze zaak drastisch uitgebreid. Dit was omstreeks het<br />

moment dat Joop van Dijk stopte met bakken. Hoofdzakelijk door<br />

gebrek aan goed geschoold personeel. Tegenwoordig wordt het brood<br />

betrokken van bakkerij Van Vessem en het banket van La Patachoe.<br />

De oude bakkersbenodigdheden als bak- en marsepeinvormen zijn<br />

begeerde objecten voor het Bakkerijmuseum. Maar bakker Joop van<br />

Dijk koestert deze en doet er nog geen afstand van.<br />

Wat ook in bezit blijft is de ingelijste oorkonde van de l ste prijs die hij<br />

won voor de juiste toepassing van ingrediënten voor gebak.<br />

De derde generatie is inmiddels aangetreden door een zoon en dochter<br />

van Joop van Dijk.<br />

Broer en zuster R.P.J van Dijk en Mw C.W. van Dijk runnen de zaak<br />

aan de Raadhuisstraat; Ria de Lange blijft de scepter zwaaien in de<br />

typische buurtwinkel aan de Cloostereweg die gewoon blijft bestaan.<br />

Een oude vertrouwde plek voor de buurt.<br />

Cees Peper<br />

215


DE BARONNEN VAN DE NIENHOF<br />

Het lijkt een wat vreemd opschrift voor een artikel in HeerlijkHeden.<br />

Het valt echter wel mee, denk ik. Ik ga het u in het hierna volgende<br />

verklaren..<br />

Kort geleden moest ik in Het Jagershuis aan de Binnenweg voor een<br />

onderzoek iets nakijken in het archief van de Hervormde kerk van<br />

Bennebroek. Mijn aandacht viel daarbij (opnieuw) op een aantal oude<br />

en zeer oude statenbijbels. Op het voorplat van bijna al die bijbels zien<br />

we in goud gestempeld de naam van de (vroegere) eigenaar, bij<br />

voorbeeld: Huis te Bennebroek (1817), De Hartekamp (1857), Hervormde<br />

Gemeente (Anno 1817), de letters V.U.W. en Niënhoff (1874).<br />

De laatste twee aanduidingen prikkelden mijn belangstelling en waren<br />

voor mij aanleiding op nader onderzoek uit te gaan.<br />

Het is mij helaas (nog) niet gelukt de letters V.U.W. te verklaren. Met<br />

de aanduiding Niënhoff had ik minder moeite. Dat is de naam van een<br />

vroegere grote buitenplaats bij Bunnik in het natuurgebied bij de<br />

De in 1927 afgebroken villa (het kasteel) op de buitenplaats Niënhof bij<br />

Bunnik.<br />

216


Kromme Rijn. Het vele hectaren grote gebied rond die buitenplaats en<br />

hetgeen van de gebouwen nog over gebleven is, is nu eigendom van de<br />

Stichting Het Utrechts Landschap. Een deel van het eeuwenoude huis,<br />

de vroegere boerderij, het koetshuis en de andere bijgebouwen zijn<br />

gerenoveerd en verbouwd tot woonhuizen.<br />

Gedurende enkele tientallen jaren (eind 19 e , begin 20 e eeuw) woonde<br />

op de buitenplaats Mr. Gijsbert Carel Duco Reinout baron van Hardenbroek,<br />

heer van 's Heeraartsberg en Bergambacht. Hij was in<br />

1885 getrouwd met Jkv. Coenradine Caroline Theodora Pesters,<br />

vrouwe van Cattenbroek (vanwege haar rijkdom werd zij wel Gouwe<br />

Doortje genoemd). De familie Pesters had al sinds eeuwen de Niënhoff<br />

in eigendom.<br />

Genoemde baron van Hardenbroek was van 1887 tot 1899 burgemeester<br />

van Bunnik, Odijk en Werkhoven. Hij liet in de beginjaren<br />

negentig op het terrein rond Niënhoff een grote kasteelachtige villa<br />

bouwen. De plannen voor die bouw bestonden al voor zijn huwelijk en<br />

voor het overlijden in 1882 van de vader van zijn vrouw, jonkheer<br />

W.H. Pesters van Cattenbroek. De uitvoering van die plannen was<br />

door allerlei oorzaken echter steeds opgehouden. Het nieuwe Huis<br />

Niënhoff was van kasteelachtige allure; het had 72 kamers.<br />

Architect zou geweest zijn de bekende Pierre Cuypers. De aanleg van<br />

de tuinen rondom was in handen van Leonard Springer, ook al een<br />

beroemdheid..<br />

Baron van Hardenbroek overleed in 1941 in Driebergen. Daarheen<br />

was hij verhuisd na het overlijden van zijn vrouw in 1923. De Niënhoff<br />

ging toen over in handen van de familie De Wetstein Pfister. Geruime<br />

tijd heeft het kasteel toen leeg gestaan, tot het zo in verval kwam, dat<br />

besloten werd tot afbraak.<br />

Het echtpaar Van Hardenbroek-Pesters kreeg vier kinderen, drie<br />

dochters en een zoon. De zoon, geboren 8 augustus 1890, werd Karel<br />

Jan Gijsbert genoemd. Hij studeerde rechten in Utrecht, was reserveofficier<br />

cavalerie en als zodanig van 1919 tot 1923 gedetacheerd bij<br />

het KNIL in het vroegere Ned. Indië. In 1925 werd hij benoemd tot<br />

burgemeester van Bennebroek.<br />

Het begint nu duidelijk te worden hoe een statenbijbel van Niënhoff in<br />

het archief van de Hervormde kerk van Bennebroek terecht kon<br />

komen. Wij mogen aannemen dat deze oude bijbel na het overlijden<br />

van Bunnik's vroegere burgemeester Van Hardenbroek naar Benne-<br />

217


oek verhuisd is. De bijbel is in de kerk aldaar jarenlang door leden<br />

van de familie van Hardenbroek, die regelmatige kerkgangers waren,<br />

in gebruik geweest. In de veertiger jaren is baron van Hardenbroek<br />

vele jaren President-kerkvoogd van de Hervormde kerk van Bennebroek<br />

geweest.<br />

Het in 1903 gebouwde herenhuis Bosch en Duinzicht in Bennebroek waar<br />

de familie Van Hardebroek van 1925 tot 1988 woonde.<br />

Over de buitenplaats Niënhoff en haar bewoners zijn veel meer<br />

bijzonderheden te vertellen.<br />

Voor de lezers van HeerlijkHeden zijn deze wellicht minder interessant.<br />

Aan Bennebroeks burgemeester Van Hardenbroek heeft Annabel<br />

Meddens-van Borselen in haar boek "De tijden veranderen" (1997)<br />

ruime aandacht geschonken. Toch is het voor de lezers mogelijk<br />

interessant hieraan nog enkele bijzonderheden toe te voegen. K.J.G.<br />

Baron van Hardenbroek van Bergambacht trouwde op 11 september<br />

1924 met Jkv. Agnes Maria Dedel. Zij kregen drie dochters. De<br />

oudste, Hester Wilhelmina (genoemd naar haar grootmoeder Hester<br />

Maria van Lennep), overleed in 1976. Zij werd 50 jaar. De beide<br />

andere dochters wonen nog altijd in de omgeving van Bennebroek, het<br />

dorp waar zij geboren zijn.<br />

218


Naast burgemeester van Bennebroek was baron van Hardenbroek van<br />

1941 tot 1960 dijkgraaf van de Haarlemmermeerpolder (vanaf 1937<br />

was hij al heemraad), Jagermeester i.b.d. van Koningin Juliana en<br />

voorzitter van de Kon. Ned. Jagersverenging. In Bennebroek stond<br />

Van Hardenbroek bekend als een verwoed jager, niet alleen elders in<br />

het land, maar ook in de duinen en op de buitenplaatsen in de<br />

omgeving. Hij had vele jachttrofeeën verzameld. Na zijn overlijden is<br />

het merendeel hiervan geschonken aan het Ned. Jachtmuseum in<br />

Doorwerth. Hij was officier in de Orde van Oranje Nassau, Commandeur<br />

in de Huisorde van Oranje en ereridder in de Johanniterorde.<br />

Doordat hij in de ogen van sommige functionarissen in de gemeente in<br />

de tweede wereldoorlog te lang geprobeerd heeft als burgemeester op<br />

zijn post te blijven (uit vrees voor arrestatie door de Duitse bezetter<br />

dook hij met zijn gezin (eerst) in 1944 onder) werd hij bij de bevrijding<br />

in 1945 tijdelijk op non-actief gesteld. Nadat onderzoek had uitgewezen,<br />

dat er geen aanleiding was tot het nemen van maatregelen tegen<br />

hem, werd hij gerehabiliteerd en nam hij zijn plaats als burgemeester<br />

weer in. Bij zijn pensionering in 1955 benoemde de gemeenteraad<br />

hem tot ereburger van Bennebroek.<br />

De functie van dijkgraaf van de Haarlemmermeerpolder heeft hij na<br />

zijn pensionering tot in 1960 voortgezet; hij was in dat jaar 70<br />

geworden en daardoor aan aftreden toe.<br />

Op 7 <strong>november</strong> 1963 overleed hij in het dorp waarmee hij zovele<br />

jaren nauw verbonden was geweest. Hij, en later ook zijn vrouw,<br />

werden begraven op de begraafplaats rond de Hervormde kerk in<br />

Bennebroek.<br />

Maarten Verkaik<br />

FREULE VAN DER GOES EN MEJ. M. MOOIJ<br />

ALS WELDOENSTERS VOOR DE INDISCHE<br />

BUURT<br />

In 1933, midden in de economische crisisjaren, brak brand uit in een<br />

woonark, gelegen bij de vuilnisbelt. De onverzekerde bewoners Van<br />

der Schaaf waren zeer gedupeerd. Gelukkig daagde er hulp van alle<br />

kanten. Aannemer-wethouder C.A.M.Jonckbloedt - de man naar<br />

voren in het midden met hoed - stelde materiaal beschikbaar en een<br />

aantal werklozen ging aan de slag. Rechts achter hem staat "de freule"<br />

W.F.van der Goes, die het initiatief financieel had ondersteund. Het<br />

219


geld voor de nieuwe huisvesting op het water scharrelde zij bijeen bij<br />

welgestelde families in Heemstede en Aerdenhout. De geplaatste foto<br />

werd genomen bij de overdracht van de nieuwe woonschuit "Reconnaissant",<br />

bij welke gelegenheid de politie-inspecteur A. Berentsen<br />

een toespraakje hield. Achter hem staat gemeenteambtenaar Ph.<br />

Steysel, die als kantoorbediende op het politiebureau werkzaam was.<br />

Helemaal links met pen en papier is journalist Suerink (in de volksmond<br />

bekend om zijn toepasselijke naam "de pers"). Op de foto dragen<br />

de werklui een pet en autoriteiten een hoed.<br />

Op de foto herkennen we o.a. "Janbaas" Neeskens, Henk en Toon<br />

van der Eem, Arie, Niek en Henk Leuven, Henk van Bakel, Jan<br />

Groenland en Lucy Hillen van het Maatschappelijk Hulpbetoon. Vooraan<br />

met wandelstok zien we initiatiefneemster jonkvrouw W.F.van der<br />

Goes. Zij kwam oorspronkelijk uit Leiden en bleef ongehuwd.<br />

Kerkzicht<br />

In Huize Kerkzicht tegenover de Hervormde Kerk, tegenwoordig domicilie<br />

van een (gepensioneerd) tandarts, de heer Th. Koetsier, woonde begin<br />

van de vorige eeuw de heer L.G. Marcus "in effecten". Deze ging<br />

regelmatig per stoomtram naar Haarlem en verder per spoor naar de<br />

beurs in Amsterdam, bij welke gelegenheid hij altijd een hoge zijden hoed<br />

droeg. Op het Wilhelminaplein was een stopplaats. De conducteur van de<br />

tram wist precies met welke tram deze heer in bonus meereisde en<br />

waarschuwde Marcus wanneer de tram op het punt van vertrek stond.<br />

Soms was hij echter nog niet klaar. De tram reed dan door naar het<br />

bagagedepot aan de Camplaan. De conducteur gaf dan de heer Marcus<br />

de verzekering dat bij het in- en uitladen van goederen zoveel tijd<br />

gewonnen zou worden, dat hij daar alsnog kon instappen.<br />

Omstreeks 1928 kwam freule Van der Goes op bijna 60-jarige leeftijd<br />

wonen in het pand Kerkzicht aan het Wilhelminaplein. Aanvankelijk<br />

verbleef ze hier met haar<br />

twee zusters. Tijdens de be­ jHum^/<br />

zettingsjaren is dit huis door<br />

de Duitsers van Meer en<br />

Bosch gevorderd voor de Organisation<br />

Todt en is de freule<br />

tijdelijk ingetrokken in een<br />

pand aan de Van Merlenlaan.<br />

In het begin van de<br />

bezettingstijd nam zij tijdelijk<br />

220


patiënten op van het nabijgelegen Instituut voor Epilepsiebestrijding.<br />

Freule Van der Goes deed veel aan maatschappelijk werk. Met name<br />

in de Indische Buurt deed zij veel goeds, o.a. door het bezoeken van<br />

zieken. Ook was zij enige tijd penningmeesteresse van de wijkverpleging.<br />

In Leipzig had zij op jonge leeftijd gepraktiseerd als kinderarts.<br />

Dit Duitse diploma gold echter niet in Nederland.<br />

Na de oorlog keerde mevrouw Van der Goes in haar eigen huis om te<br />

bewonen met haar huishoudster mejuffrouw Mooij.<br />

Twee andere dames van stand die zich in de jaren voor W.O.II op<br />

filantropisch gebied verdienstelijk maakten waren mevrouw E. Quarles<br />

van Ufford-Dólleman (van 't Nieuw Clooster) en mevrouw I. Deutz van<br />

Lennep-Teding van Berkenrode (woonachtig op Ipenrode en later<br />

Meer en Berg).<br />

Mej. Mooij, die later in het huwelijk trad met de heer Faber, is 21 jaar<br />

als huishoudster bij de Freule in dienst geweest. De laatste drie jaar van<br />

haar leven is jonkvrouwe Van der Goes ernstig ziek geweest en in die<br />

periode is ze niet meer de deur uit geweest. Gedurende de jaren van<br />

1931 tot 1940 was ook mej. Mooij zeer geliefd bij de arme mensen en<br />

grote gezinnen in de Indische wijk en stond zij bekend als "Grietje van<br />

de freule" . Zij kookte pannen soep en bracht op de fiets het eten rond.<br />

Er werd in die tijd "kraameten" gekookt voor de kraamvrouw om aan<br />

te sterken na een bevalling. Dat was de gewone pot met veel vet en jus<br />

erin. De hele familie at dan vaak mee, dus dat waren grote porties en<br />

volgens oudere mensen die ik sprak vonden ze het allemaal lekker.<br />

Als huishoudster en verzorgster erfde ze het huis Kerkzicht van Freule<br />

Van der Goes en is toen een klein pension/verzorgingshuis begonnen,<br />

daarbij geholpen door mevrouw Platerink.<br />

Hans Krol<br />

(1) C.Peper, Het Openbaar Vervoer, deel 13 in de serie "Heemstede vroeger<br />

en nu", Heemsteedse Courant, 26 juni 1969.<br />

Links: Huize Kerkzicht,<br />

Wilheminaplein 1<br />

221


HEEMSTEEDSE HERINNERINGEN<br />

AAN BEELDHOUWER H.A. VAN DEN EIJNDE<br />

Het staat nu enigszins verscholen achter bomen en struiken,<br />

maar het huis aan de Willem van de Veldekade in Heemstede<br />

is het opmerken waard. De bijzondere geschiedenis van dit<br />

pand begon in de jaren twintig van de vorige eeuw, toen het<br />

gebouwd werd door beeldbouwer Hendrik van den Eijnde.<br />

Zeer toevallig woont zijn kleindochter er vandaag de dag<br />

recht tegenover. Anna Hendrika Weidema-Van Houtum heeft<br />

een grote schat aan herinneringen aan haar beroemde opa en<br />

het huis waar hij veel van zijn werk voltooide.<br />

Hendrik van den Eijnde (1869-<br />

1939) heeft duidelijk zijn sporen<br />

nagelaten in Heemstede. Niet alleen<br />

via zijn atelierwoning, die hij<br />

zelf ontwierp, ook door zijn beelden,<br />

bijvoorbeeld bij de Bronsteebrug,<br />

de Zandvaartbrug, de Crayenesterschool<br />

en de Heemsteedse<br />

Dreefschool, thans bibliotheek.<br />

Van den Eijnde was de enige rijksbeeldhouwer<br />

die Nederland ooit<br />

gekend heeft. Dat hield in dat hij<br />

voornamelijk grote werken vervaardigde<br />

voor gebouwen. Hij<br />

maakte naam met zijn werk voor<br />

het Scheepvaarthuis in Amsterdam.<br />

Beroemd is ook zijn monument<br />

voor Gouverneur Generaal<br />

Van Heutsz dat in Batavia heeft<br />

gestaan. De architect van het monument<br />

was W.M. Dudok. De gipsen<br />

mallen hiervoor maakte Van<br />

den Eijnde in Heemstede. Anna<br />

Hendrika Weidema vertelt daarover:<br />

„Alle modellen in gips zijn<br />

222<br />

Hendrik van den Eijnde droeg een<br />

baard. Dat kwam omdat hij ernstig<br />

ziek was geweest, waardoor hij niet<br />

geschoren kon worden. Toen hij<br />

weer beter was, besloot hij zijn baard<br />

te houden.


in het huis in Heemstede gemaakt. Ze werden stuk voor stuk met de<br />

boot naar Nederlands-Indië gebracht, waar Javaanse beeldhouwers<br />

het werk in marmer uitvoerden. Het duurde maanden voor dit voltooid<br />

was en van elke fase werden foto's gemaakt die naar mijn opa<br />

opgestuurd werden. Helaas is het beeld later door de Indonesiërs<br />

verwoest. Maar ik begrijp het wel; dit monument herinnerde hen aan<br />

een tijd die ze liever vergaten." De Heemsteedse beeldhouwer kreeg<br />

door dit werk internationale faam. Hij had het ontwerp voor het Van<br />

Heutsz monument ingediend bij een prijsvraag. Het leverde hem in<br />

1925 de Médaille d 'Or à l'Exposition Internationale des Arts Décoratifs<br />

de Paris. Van den Eijnde was een van de belangrijkere kunstenaars<br />

uit het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw, die werkte<br />

volgens de Neue Sachlichkeit (met Mies van der Rohe als boegbeeld).<br />

Het waren gouden jaren voor Van den Eijnde in Heemstede. In 1916<br />

vestigde de geboren Haarlemmer zich aan de Meesterlottelaan 10.<br />

Vier jaar later werd dit atelier alweer te klein. Er kwamen heel veel<br />

opdrachten en voor de gigantische gipsen modellen was veel ruimte<br />

Het atelierhuis aan de Willem van de Veldekade in wintertooi<br />

223


Kleindochter Anna Weidema op<br />

bezoek bij opa in Heemstede in<br />

1928. Het gezin was overgekomen<br />

uit Nederlands-lndië. De familie<br />

woonde hier omdat de vader van<br />

Anna in de suikerhandel zat. Van<br />

links af: dochter Henny, de kleinzoon<br />

Anton, zijn dochter Johanna<br />

Cornelia, vrouw Anna Cornelia,<br />

Hendrik van den Eijnde en Babu<br />

Ni.<br />

nodig. Daarom besloot hij een eigen<br />

atelier te ontwerpen. Het<br />

moest komen aan de Willem van<br />

de Veldekade, waar toen nog geen<br />

andere huizen stonden. Het atelier/woonhuis<br />

was gebouwd in de<br />

vorm van een honingraat. De<br />

meeste kamers hadden zes hoeken.<br />

,,'Ik voel mij als een bij in<br />

mijn korf', zei mijn opa. Elke kamer<br />

had een andere kleur en geschuurde<br />

muren, heel erg modern<br />

voor die tijd", weet de kleindochter<br />

zich nog te herinneren. Aan de<br />

zijkant kwam een glas-in-loodraam<br />

van Huib de Ru. Het was de bedoeling<br />

om overal aan de voorkant<br />

beeldhouwwerken te plaatsen,<br />

maar daar had Van den Eijnde het<br />

veel te druk voor. Uiteindelijk bevatten<br />

de muren slechts twee reliëfs.<br />

Het pand had in de eerste plaats<br />

een atelierfunctie, maar Van den<br />

Eijnde woonde er met zijn vrouw<br />

Anna Cornelia Pollé en zijn jongste<br />

dochter Henny. In de oorlog<br />

kwamen zijn dochter Johanna Cornelia<br />

en zijn kleindochter Anna<br />

Hendrika en haar oudere broer Anton er wonen. Op de begane grond<br />

bevond zich het enorme atelier. Er was een luik in het plafond zodat<br />

Van den Eijnde zijn werken, die altijd een groot formaat hadden, goed<br />

kon bewerken. Via schuine ramen kreeg de beeldhouwer het voor hem<br />

zo belangrijke noorderlicht binnen. Aan de achterzijde van het benedenatelier<br />

waren nog twee werkplaatsen voor houtbewerking en voor<br />

gipsgieten en aan de voorkant bevond zich een klein kantoortje. De<br />

voorkamer boven het atelier deed dienst als tekenatelier, met ernaast<br />

twee kleine zijkamers. „Het was er altijd koud", vertelt Weidema.<br />

„Mijn opa wilde geen verwarming in zijn atelier, dat zou alleen maar<br />

slecht zijn voor de klei. Wel stonden er twee grote salamanderkachels<br />

224


te branden in de diverse kamers." De klei weerhield de beeldhouwer<br />

ervan om op vakantie te gaan en om een telefoon aan te schaffen.<br />

„Aan de telefoon komen met klei-handen, dat kon toch niet volgens<br />

mijn opa. En plastic had je nog niet in die tijd. De klei moest altijd nat<br />

gehouden worden, dus vakantie zat er over het algemeen niet in."<br />

Niet alleen het ontwerp voor het huis, ook de meubels kregen speciale<br />

aandacht. „Het waren hele zware eiken meubels, gemaakt door architect<br />

Jan Wils, in Berlagiaanse stijl. Mijn moeder heeft ze later naar het<br />

Haags Museum laten overbrengen. Ik herinner me ook een heel groot<br />

kleed met Mondriaan patroon. Voor die tijd was het huis echt hypermodern."<br />

Het had ook nog een Donkere Kamer. Van den Eijnde<br />

maakte zelf foto's van zijn werk, om het tussentijds te evalueren. Later<br />

had hij daar geen tijd meer voor en fotografeerde Truus Jesse Knopper<br />

voor hem.<br />

Toch had Van den Eijnde spijt dat hij niet meer land rondom het huis<br />

had aangekocht. Sommige werken waren wel tien bij tien meter: het<br />

was niet gemakkelijk om die binnen te krijgen. Er gebeurden ook wel<br />

eens ongelukjes door het ruimtegebrek. Er viel eens een zwaar stuk<br />

steen op zijn teen, wat voor de nodige ellende zorgde. Van die steen<br />

is het beeld op de Bronsteebrug gemaakt.<br />

De Heemstedenaar werkte door heel het land, maar zijn eigen woonplaats<br />

kreeg ook af en toe wat aandacht. Zo heeft er op de Vrijheidsdreef,<br />

waar nu het beeld staat van de vrouw die zich losmaakt uit haar<br />

boeien (van M. Andriessen), een buste van koningin Wilhelmina gestaan.<br />

Anna Weidema mocht het als kind onthullen. Zij weet het zich<br />

nog goed te herinneren. Haar opa was toen net overleden. „Het ging<br />

om een reliëf met een tekst, ter ere van het regeringsjubileum van<br />

koningin Wilhelmina in 1939.„Het is verdwenen, en niemand weet<br />

waarheen. Misschien dat de Duitsers er iets mee gedaan hebben in de<br />

oorlog?", vraagt Weidema zich af.<br />

Het laatste beeld dat Van den Eijnde maakte was voor het toenmalige<br />

nieuwe Columbarium bij Begraafplaats Westerveld in Driehuis. Bijzonder<br />

was dat hij het beeld eerst daar in gips heeft laten neerzetten om<br />

te kijken hoe het stond. Weidema: „Dat deed hij anders nooit. Hij is<br />

daarna naar huis gekomen, heeft het afgemaakt en is toen overleden".<br />

In datzelfde jaar, vlak na zijn overlijden, wijdde het Frans Halsmuseum<br />

een grote eretentoonstelling aan het werk van de Heemsteedse beeld-<br />

225


De Levensgang, een werk dat Van den Eijnde maakte voor het OLVEHgebouw<br />

in Den Haag. Het was onderdeel van de eretentoonstelling in het<br />

Frans Hals museum in 1939. De foto dateert uit die tijd.<br />

houwer. Zo waren er werken te zien voor het gebouw van verzekeringsmaatschappij<br />

OLVEH in Den Haag te zien. Beiden hebben een<br />

permanente plek in Heemstede gekregen, nadat het gebouw gesloopt<br />

was. Op dit moment staat de Levensgang aan de Van den Eijndekade<br />

en de daarbij behorende Pelikaan staat op de Laan van Rozenburg.<br />

Toen het atelier in de jaren tachtig ontruimd werd, na de dood van de<br />

oudste dochter van Van den Eijnde, had het Frans Halsmuseum geen<br />

interesse in de werken. Belangstellenden zullen daarvoor naar het<br />

Drents Museum moeten. Maar veel van de beelden die Van den Eijnde<br />

maakte, staan nog steeds op hun oorspronkelijke plek: buiten. Van<br />

den Eijnde, die geldt als een van de meest vooraanstaande kunstenaars<br />

uit zijn tijd, heeft een schat aan kunst nagelaten: niet alleen in Heemstede,<br />

maar ook ver daarbuiten.<br />

226


Selectie van beeldhouwwerken in Heemstede en Haarlem:<br />

- Diverse sculpturen aan eigen atelierwonig, Willem van de Veldekade<br />

2<br />

- Gevelsteen voor huis De Steenhaag, Zonnelaan 2 in Heemstede,<br />

thans Haarlem<br />

- Beeldhouwwerk voor huis De Zwanehof, Vijverlaan 1 in Heemstede,<br />

thans Haarlem<br />

- Gedenksteen De Bomers voor Tuinwijk Zuid, Vijverlaan 14 in<br />

Heemstede, tegenwoordig Haarlem<br />

- Beeldhouwwerk en ingangskolommen aan het pand De Waterlelie,<br />

Zonnelaan 6, Heemstede, thans Haarlem<br />

- Gevelsteen voor 't Zonnehuis aan de Scheltemakade 20 in Heemstede,<br />

thans Haarlem<br />

- Golfmotieven en belettering voor de Marisbrug in Heemstede<br />

- Gevelsteen voor huis Goldersgreen aan de Crayenesterlaan 13 in<br />

Heemstede, thans Haarlem<br />

- Beeldhouwwerk voor de Zandvaartbrug aan de Heemsteedse Dreef<br />

in Heemstede<br />

- Beeldhouwwerk voor de Bronsteebrug in Heemstede<br />

- Gevelsteen voor de Crayenesterschool aan de Crayenestersingel in<br />

Heemstede<br />

- Portretreliëf Nicolaas Beets, Nicolaas Beetsschool aan de Bosboom<br />

Toussaintlaan in Heemstede<br />

- Beeldhouwwerk voor de voormalige Dreefschool aan het Julianaplein<br />

in Heemstede<br />

- Gevelsteen gebouw Openbare Werken, Wipperplein Heemstede<br />

(thans verdwenen)<br />

- Gebeeldhouwde eindkolommen met Frans Hals en Lieven de Key<br />

in graniet voor Grote Houtbrug, Haarlem<br />

- Beeldhouwwerk in tufsteen ten behoeve van het hoofdkantoor van<br />

de OLVEH-verzekeringsmaatschappij Den Haag (1933-1934). Na<br />

afbraak in 1969 en schenking aan de gemeente Heemstede juni<br />

1970 opstelde in plantsoen Laan van Rozenburg en de Van den<br />

Eijndekade.<br />

Pascale van der Vorst<br />

Literatuur:<br />

Ype Koopmans, H.A. van den Eijnde 1869-1939. Assen, Drents<br />

Museum, 1994.<br />

227


DRIE GENERATIES<br />

- WILLEMSE/PRINS -<br />

IN GROENENDAAL<br />

Het sprak haast altijd vanzelf dat eigenaars van buitenplaatsen generaties<br />

lang hun bezit beheerden. Uitzonderlijker is dat boswachters, beter<br />

gezegd in dit geval bospolitie, generaties lang "de dienst uitmaakten"<br />

op het voormalige landgoed Groenendaal. Dat was dus het geval met<br />

de families Willemse en Prins. Het begon toen de gemeente Heemstede<br />

op 17 juli 1913 het landgoed Groenendaal in eigendom verkreeg.<br />

Dat was destijds een feestelijke gelegenheid waarbij als advies op de<br />

uitnodiging stond: "in verband met het landelijke karakter van het feest<br />

wordt aan de Heeren in overweging gegeven om geen hoogen hoed te<br />

dragen."<br />

Welke hoed bosagent A.Willemse op deze dag droeg is niet precies<br />

bekend. Vermoedelijk een soort geklede jagershoed zoals die voorkomt<br />

op een groepsfoto van de bospolitie uit de jaren twintig, foto<br />

Vanaf 1913 werkte A.Willemse in eerste instantie in een team van<br />

boswachters met Van den Berg, Saarloos, Neeskens en Wallet. Na de<br />

eerste Wereldoorlog kreeg Willemse de functie van bospolitie. Hij had<br />

ook nog assistentie van ene Hendriks, die in dienst was geweest van<br />

jonkheer Van Merlen tot wiens bezit Groenendaal behoorde tot 1913.<br />

Waarschijnlijk is deze heer Hendriks meegegaan met de 'inventaris'.<br />

De heer A.Willemse kwam uit Vogelenzang evenals zijn vrouw Lena<br />

Dedding. Willemse heeft van ongeveer 1913 tot 1937 in de later<br />

afgebroken dienstwoning -Groenendaal 2- aan de westzijde van het<br />

restaurant gewoond. In 1937 verhuisde hij naar de dienstwoning<br />

Groenendaal 4 naast de speeltuin. In Groenendaal 2 heeft van 1937<br />

tot 1947 de gemeentearbeider dhr. Van Ieperen gewoond, die geen<br />

arbeidsrelatie had met het bos Groenendaal. In 1965 is Groenendaal<br />

2 afgebroken. Deze woning lag aan de westzijde van het toenmalige<br />

koetshuis van de buitenplaats en was daaraan vastgebouwd.<br />

Bospolitieman W.Prins<br />

De heer W. Prins kwam uit de Haarlemmermeer waar zijn vader een<br />

bloembollenbedrijf had. Aanvankelijk werkte hij op het bedrijf van<br />

vader waarna hij bij de politie in Heemstede ging werken. Twee broers<br />

van hem hebben het bloembollenbedrijf verder voortgezet tot het land<br />

nadien verkocht werd aan de Cementbouw<br />

228


Bospolitie W. Prins en assistent Hendrikse<br />

W. Prins kwam in 1947 bij de politie en nam de baan als speciale<br />

bospolitie van Willemse over die vanaf 1913 deze functie vervuld had.<br />

Inmiddels was W. Prins getrouwd met een dochter van Willemse. Deze<br />

woonde tot 1947 op de Javalaan tot hij de functie van Willemse<br />

overnam. Hij ging wonen in de dienstwoning van zijn schoonvader;<br />

Groenendaal 2. Dhr. A.J.M. Prins, die als informant optrad voor dit<br />

artikel, is daar geboren, evenals zijn twee oudere zusters en zijn vijf<br />

jongere broers. Als kind woonde hij wel wat geïsoleerd, maar vriendjes<br />

kwamen wat graag bij hem op bezoek om in het Groenendaalse bos te<br />

spelen. Op 72 jarige leeftijd overleed A.Willemse en het gezin Prins<br />

verhuisde naar Groenendaal 4 en trokken in bij de weduwe Willemse<br />

die in een apart gedeelte van het huis woonde. In dit huis wonen nu<br />

twee gebroeders Prins, die beiden geen werkrelatie met Groenendaal<br />

hebben<br />

Bosonderhoud<br />

Het onderhoud van het bos had een geheel ander karakter dan nu.<br />

Destijds was het als het ware een aangeharkt wandelbos. Bosarbeiders<br />

waren daar druk mee. Hun werkzaamheden bestonden uit zagen,<br />

hakken en het blad bijeenharken en regelmatig uitrusten in de klassieke<br />

houding staand, steunend op hun hark of bezemsteel. Al het<br />

229


Groenendaal 2, aanbouw aan het het Verversingshuis en in 1965 afgeroken.<br />

afgevallen hout werd geruimd, omgevallen bomen verzaagd tot brandhout<br />

waarop de kachels van Willemse en Prins lustig brandden.<br />

In het verlengde van het huis Groenendaal 4 stonden, en staan nog<br />

steeds, een aantal loodsen tegen de oude muur rondom het tennispark<br />

aan. Dit was het domein van het groenbeheer. Voordat het tennispark<br />

de omvang aannam van wat het nu is, werd het terrein binnen de oude<br />

muur gebruikt als kweektuin voor de gemeente. Kruiwagens vol overgebleven<br />

plantgoed haalde W. Prins daar ieder jaar ten behoeve van<br />

zijn eigen tuin. Later, toen het tennispark uitbreidde, verhuisden de<br />

kweektuinen naar het terrein aan de rand van het bos Mariënheuvel.<br />

Maar ook deze idyllisch gelegen kweektuin is verleden tijd.<br />

Pas midden tachtiger jaren werd het bos aan de natuur overgelaten.<br />

Van gevallen takken werden houtwallen aangebracht die de vogelstand<br />

op veelzijdige wijze deed veranderen.<br />

De bospolitie had zeker een bewakende taak. Daartoe behoorde ook<br />

het sluiten en openen<br />

van de hekken van Groenendaal. Bij zonsondergang en 's morgens<br />

vroeg. Zeker om half zeven, zomer en winter. Zowel Willemse als Prins<br />

230


sloten 's avonds de hekken, maar 's morgens werden deze geopend<br />

door de bosarbeiders.<br />

A.J.M. Prins en zijn broers hebben een aantal jaren 's morgens vroeg<br />

voor schooltijd als misdienaar bij bisschop in ruste Mgr. Huibers<br />

gediend. Deze sleet zijn oude dag op Bosbeek en de gebroeders Prins<br />

waren jarenlang misdienaar bij de nonnen. Mgr. Huibers had in zijn<br />

kamer een klein vertrekje met altaar waar de mis gecelebreerd werd.<br />

Ook zongen zij in het koor; de nonnen konden een baspartij van<br />

opgroeiende jongens met net de baard in de keel wel gebruiken. Als<br />

doorgang om 's morgens zo vroeg naar Bosbeek te komen gebruikten<br />

zij een klein hekje tussen Groenendaal en Bosbeek.<br />

De gebroeders Prins kwamen toen zij ouder werden nog wel eens 's<br />

avonds voor een gesloten hek als zij naar huis moesten. Inmiddels<br />

wisten zij wel een doorgang te vinden waar zij met fiets en al Groenendaal<br />

binnen konden komen. Omstreeks 1970 werd het afsluiten<br />

van het bos afgeschaft. De reden hiervan was dat de bospolitie opging<br />

in het Heemsteedse politiekorps en de politie bij toerbeurt dienst in<br />

Groenendaal had. Waarschijnlijk had niemand zin om 's morgens<br />

vroeg uit de veren te komen om de hekken te openen. W. Prins<br />

betreurde het feit dat hij ingelijfd werd bij het politiekorps. Daardoor<br />

was hij zijn unieke positie als bospolitie kwijt. Toch bleef hij een<br />

specialist van het buitenleven. Hij richtte politiehonden af die daarna<br />

afgeleverd werden bij verschillende andere politiekorpsen. Bovendien<br />

beheerde hij bij zijn huis een asiel voor gewonde dieren uit het bos.<br />

Daarnaast fungeerde hij als oppasadres voor honden van onder andere<br />

vakantiegangers.<br />

Bijzondere evenementen vroegen speciale aandacht. De Flora's van<br />

1935 en 1953, die op het terrein van Groenendaal gehouden werden<br />

en extra bewaking en toezicht vroegen. Bovendien was er ook nog een<br />

internationale Jamboree omstreeks 1962. A.J.M. Prins heeft dit evenement<br />

als 13-jarige verkenner nog meegemaakt.<br />

Tweede Wereldoorlog<br />

In de Tweede Wereldoorlog werd in de mobilisatietijd het bos Groenendaal<br />

afgesloten. De bedoeling was daar 200 militairen te legeren<br />

en wel in het toenmalige Ververschingshuis. Het bleek een ongeschikte<br />

locatie omdat het niet mogelijk was op het dak geschut op te stellen.<br />

Bovendien bleek het Ververschingshuis te koud om daar militairen te<br />

huisvesten. De voorzieningen die daarvoor getroffen moesten worden,<br />

werden op 2.000 gulden geraamd. Kennelijk te hoog en het voorstel<br />

231


Joodse militairen in de mobilisatietijd voor het huis Groenendaal 4. Van<br />

rechts naar links zittend A. Willemse; voor het venster L. Willemse-<br />

Dedding en T. Prins-Willemse<br />

werd afgeblazen en na twee maanden werd Groenendaal weer voor<br />

het publiek opengesteld tot genoegen van de Heemstedenaren. Wegens<br />

gebrek aan brandstof werd in december 1944 toestemming<br />

gegeven aan Openbare Werken om hout te kappen in Groenendaal.<br />

De moeder van A.J.M. Prins, die een groot deel van haar leven in<br />

Groenendaal woonde, herinnert zich dat er tijdens de mobilisatieperiode<br />

Nederlandse militaire gelegerd geweest zijn in het Verversingshuis.<br />

Daar was ook een groepje van zeven joodse militairen bij. Dit laatste<br />

groepje mocht niet samen met de anderen eten, dus aten zij dagelijks<br />

bij mevr. Prins thuis in de woning Groenendaal 4 en bereidden daar<br />

ook hun eigen -kosjere- maaltijd. - foto-.<br />

In de oorlog is Groenendaal 4 bezet geweest door Duitse militairen en<br />

heeft de familie Prins een jaar lang in de Lankhorstlaan gewoond. Na<br />

de oorlog troffen zij een behoorlijk uitgewoond huis aan, waar zij pas<br />

weer in konden nadat het eerst door de gemeente opgeknapt was.<br />

Boswachter A. Willemse ging in 1913 in Groenendaal wonen, in<br />

1947 gevolgd door W. Prins tot 1980. Daarna hebben zij woningruil<br />

232


gepleegd met een van hun zonen. Mevrouw Willemse heeft nog tot<br />

1984 in Groenendaal gewoond en is daar op 94-jarige leeftijd gestorven.<br />

Daarna is een tweede zoon bij een andere broer ingetrokken en<br />

later is het huis gerenoveerd en zijn het twee gescheiden woningen<br />

geworden: Groenendaal 4a en 4b.<br />

Het blijft wonen in een groene oase, al zijn er in de loop der jaren meer<br />

activiteiten bij het restaurant, de kinderspeelplaats en de tennisbanen.<br />

Maar het blijft een unieke woonsituatie temidden van het groene<br />

Groenendaal.<br />

Met dank aan de heer A.J.M. Prins voor de informatieverstrekking.<br />

Groenendaal 4<br />

Cees Peper<br />

233


!<br />

DE TIENDEN TE HEEMSTEDE<br />

Deel 3<br />

De sociaal-culturele elite<br />

Van alle drie de elites is deze over het algemeen het moeilijkst vast te<br />

stellen (aanzien is namelijk niet eenvoudig te meten). Men kan daartoe<br />

echter wel een poging doen door bijvoorbeeld te kijken naar aanspreektitels,<br />

wie met wie omging, en welke personen met elkaar<br />

huwden. Mijn onderzoek is op dit moment helaas nog niet zo ver<br />

gevorderd dat ik een duidelijk beeld kan schetsen van de sociaalculturele<br />

elite van Heemstede gedurende de jaren vijftig van de zestiende<br />

eeuw. Daarom beperk ik mij in het onderstaande overzicht tot<br />

enkele korte biografische schetsen van de pachters van de Heemsteedse<br />

tienden.<br />

Pieter Janszn. Haas<br />

Pieter Janszn. Haas moet een belangrijk man zijn geweest binnen de<br />

dorpsgemeenschap van Heemstede. Op basis van zijn betalingen<br />

tijdens de tiende penning uit 1557 kan hij tot de rijkste inwoners<br />

worden gerekend. Daarnaast was er in de door mij bestudeerde<br />

periode niemand die zo veel in de Heemsteedse tienden investeerde<br />

als Pieter Janszn. Haas. Het blekersberoep legde hem duidelijk geen<br />

windeieren. Veel blekers zullen er in deze tijd nog niet zijn geweest.<br />

Volgens het kohier van de tiende penning van Haarlem uit 1543<br />

waren er in dat jaar vijf blekers actief buiten de stadspoorten. 1 In<br />

Heemstede was waarschijnlijk alleen Pieter Janszn. Haas werkzaam<br />

als bleker. Pas vanaf circa 1580 nam de ontwikkeling van de bleekindustrie<br />

in de contreien van Haarlem een grote vlucht (ondermeer door<br />

de komst van diverse Vlaamse immigranten).<br />

Pieter Janszn. Haas stond ook op politiek-bestuurlijk gebied zijn<br />

mannetje, aangezien hij diverse malen het schepenambt vervulde. Als<br />

schepen ondertekende hij voortdurend met een merk. Dat hoeft niet<br />

direct te betekenen dat hij ongeletterd was, maar ik ben tot nu toe ook<br />

nog geen zaken tegen gekomen waaruit blijkt dat Pieter Janszn. Haas<br />

wel kon lezen en schrijven. Om hier duidelijkheid over te krijgen is<br />

meer onderzoek noodzakelijk, want over de geletterdheid van de<br />

Heemsteedse schepenen in de zestiende eeuw is tot op heden niets<br />

bekend (dat geldt overigens eveneens voor de geletterdheid van de<br />

Heemsteedse dorpsgemeenschap in het algemeen).<br />

234


U-i<br />

Het merk van Pieter Janszn. Haas<br />

De personen die zich tijdens het verpachten van de tienden borg<br />

stelden voor Pieter Janszn. Haas kunnen inzicht geven in het aanzien<br />

dat hij binnen de dorpsgemeenschap genoot. Het betrof: Andries<br />

Klaaszn. (in 1555), Jacob Thaamszn. (in 1556), Dirk Janszn. (in<br />

1557), Frans Floriszn. (in 1558) en Jan Dirkszn. Voech (in 1559).<br />

Andries Klaaszn. was in 1553 nog schout van Heemstede. In 1555<br />

werd hij vermeld als schepen. De andere borgen waren - op Dirk<br />

Janszn. na - in de jaren vijftig van de zestiende eeuw eveneens schepen<br />

van Heemstede. Net als Pieter Janszn. Haas zelf behoorden zijn<br />

borgen dus tot de politiek-bestuurlijke elite van Heemstede. Pieter<br />

Janszn. Haas genoot blijkbaar zoveel aanzien dat zijn collega-schepenen<br />

bereid waren om als borg voor hem op te treden. Het is op dit<br />

moment nog niet duidelijk wat de sociale achtergrond was van Dirk<br />

Janszn. In de bronnen wordt slechts vermeld dat hij in Heemstede aan<br />

de Achterweg woonde.<br />

Over de familie van Pieter Janszn. Haas is nog maar weinig bekend.<br />

In 1559 was Jacob Janszn. Haas eigenaar van een stuk land te<br />

Heemstede. 2 Deze Jacob Janszn. Haas was een broer van Pieter<br />

Janszn. Haas. Op 13 januari 1599 werd Cornelis Pieterszn., bleker,<br />

vermeld op de lijst van weerbare mannen van Heemstede. 3 Hoewel<br />

een achternaam ontbreekt, vermoed ik dat Cornelis Pieterszn. een<br />

zoon was van Pieter Janszn. Haas (zoals bekend eveneens bleker van<br />

beroep). Cornelis Pieterszn. was schepen van Heemstede in 1598. Hij<br />

ondertekende in dat jaar niet met een merk, maar met zijn eigen<br />

naam. 4 Cornelis Pieterszn. was gehuwd met Marijtje IJsbrantsdr. Uit<br />

dit huwelijk werd een zoon geboren die de naam Jan kreeg (hij kan zijn<br />

vernoemd naar de vader van Pieter Janszn. Haas). Jan Corneliszn.<br />

oefende eveneens het beroep van bleker uit (in 1628 bezat hij een<br />

blekerij nabij de Heemsteder Hout). 5 Als mijn vermoeden ten aanzien<br />

van de familiebetrekkingen juist is, hebben we hier te maken met een<br />

echt blekersgeslacht. Cornelis Pieterszn. is overleden in of vóór 1613,<br />

aangezien zijn weduwe in dat jaar een proces aanspande tegen Jacob<br />

235


Pieterszn. (een broer van Comelis Pieterszn.). Marijtje IJsbrantsdr.<br />

werd tijdens dit proces bijgestaan door haar zoon Jan Corneliszn. 6 De<br />

naam Jacob zou een extra aanwijzing kunnen zijn dat Comelis en<br />

Jacob ook daadwerkelijk zonen waren van de bleker Pieter Janszn.<br />

Haas. Pieter Janszn. Haas had zelf namelijk eveneens een broer die<br />

Jacob heette.<br />

Het is niet exact bekend wanneer Pieter Janszn. Haas is overleden.<br />

In 1582 was hij in ieder geval nog in leven. Tot nu toe heb ik geen<br />

vermeldingen gevonden van Pieter Janszn. Haas uit latere jaren, zodat<br />

hij mogelijk in of kort na 1582 het tijdelijke met het eeuwige heeft<br />

verwisseld.<br />

Hoewel Pieter Janszn. Haas tussen 1540 en 1582 diverse malen in<br />

de bronnen terug te vinden is, wordt zijn achternaam slechts éénmaal<br />

vermeld, en wel in 1578. 7 Dat is niet zo vreemd. Achternamen komen<br />

überhaupt maar weinig voor in de zestiende-eeuwse bronnen die<br />

betrekking hebben op Heemstede. Zelfs bij personen van wie bekend<br />

is dat ze wel degelijk een achternaam hadden, werd deze vaak weggelaten.<br />

De dorpsgemeenschap van Heemstede was in de zestiende<br />

eeuw namelijk zo klein dat men ook zonder achternaam wel wist wie<br />

er bedoeld werd (in het geval van de bleker Pieter Janszn. Haas was<br />

het bijvoorbeeld voldoende om alleen zijn beroep te vermelden).<br />

Michiel en Jan Doeszn.<br />

Michiel en Jan Doeszn. waren broers van elkaar. Hoewel in de<br />

bronnen ook wel melding wordt gemaakt van Michiel Doessen en Jan<br />

Doessen, denk ik niet dat er sprake is van een achternaam - zoals<br />

Does, of van der Does -, maar van een patroniem. De vader van<br />

Michiel en Jan heette volgens mij dus Doe (afgeleid van Doede). Deze<br />

voornaam komt in Heemstede in de door mij bestudeerde periode niet<br />

voor, zodat ik vermoed dat Michiel en Jan in de loop van de zestiende<br />

eeuw naar Heemstede zijn verhuisd. Waar zij oorspronkelijk vandaan<br />

kwamen is niet precies bekend. De voornaam Doe lijkt vooral te wijzen<br />

op een Friese herkomst, maar ook in het zuiden van het vroegere<br />

graafschap Holland kwam deze voornaam regelmatig voor. 8<br />

Waarschijnlijk was Michiel de oudste van de twee broers. In ieder<br />

geval moet hij omstreeks 1490 zijn geboren. Op 21 december 1555<br />

verklaarde Michiel Doeszn. namelijk 65 jaar oud te zijn. Hij trad toen<br />

samen met Frans Floriszn. (52 jaar oud), Pouwels Reierszn. (66 jaar<br />

oud) en Comelis Nanningszn. (50 jaar oud) op als getuige van een<br />

vechtpartij tussen Louris Janszn. en Jan Pieterszn. Aan de getuigen<br />

236


werd gevraagd of het waar was dat op Sint Thomasdag (21 december)<br />

de voornoemde Jan Louriszn. 'Jan Pietersz. gesmeten heeft voor die<br />

capeldeur met een vuyst in sijn aensicht [gezicht], dat Jan Pietersz.<br />

voorover viel ende dat bloet liep bij sijn aensicht neder'. De verklaringen<br />

die vervolgens door de getuigen zijn afgegeven ontbreken helaas<br />

in de schepenrol, zodat de precieze gang van zaken rond deze vechtpartij<br />

(nota bene vóór de kapel van Heemstede) voor altijd onduidelijk<br />

zal blijven. In ieder geval nam het gerecht van Heemstede de zaak<br />

hoog op, want op dezelfde dag dat de vechtpartij plaatsvond, werden<br />

er door de schout en schepenen al verscheidene getuigen ondervraagd.<br />

Michiel Doeszn. werd wel vaker opgeroepen als getuige. Zo trad hij<br />

op 9 september 1555 samen met Lambert Jacobszn. en Teunis<br />

Maartenszn. op als getuige voor Frans Floriszn., die in een proces<br />

verwikkeld was met de broers Jacob en Pieter Dirkszn. van Ilpendam.<br />

Daarnaast trad Michiel Doeszn. op 26 mei 1556 samen met Jacob<br />

Jacobszn., Cornelis Nanningszn., Klaas Nanningszn., Jan Floriszn.,<br />

Comelis Dirkszn. Pater en Louris Huigszn. van der Weyden op als<br />

vertegenwoordiger van de Heemsteedse dorpsgemeenschap in een<br />

proces waarbij Klaas Gerritszn. Bakker betrokken was. 9 Zelf was<br />

Michiel Doeszn. in 1556 in een proces verwikkeld met Jan Adriaanszn.<br />

over een stuk weiland in Heemstede. Jan Adriaanszn. was waarschijnlijk<br />

de eigenaar van het betreffende weiland. Nadat Jan Adriaanszn.<br />

zijn zaak tegen Michiel Doeszn. uiteen had gezet, verklaarden de<br />

schepenen van Heemstede op 24 juni 1556 dat 'Mychghyel Doesen<br />

dat lant dat hij nu hooyt dat sal hij dat ander jaer weyden'. Blijkbaar<br />

gebruikte Michiel Doeszn. het weiland niet op de manier zoals hij<br />

oorspronkelijk met Jan Adriaanszn. had afgesproken. Daarnaast werd<br />

door de schepenen nadrukkelijk gesteld dat zowel Jan Adriaanszn. als<br />

Michiel Doeszn. de door hen gemaakte proceskosten zelf moesten<br />

betalen. Dat was niet zonder belang, want normaal gesproken draaide<br />

de verliezende partij op voor alle kosten die tijdens het proces waren<br />

gemaakt.<br />

Net als Pieter Janszn. Haas ondertekende Michiel Doeszn. als<br />

schepen met een merk.<br />

Het merk van Michiel Doeszn.<br />

237


Tijdens het verpachten van de tienden traden Simon Klaaszn. (in<br />

1556), Lambert Jacobszn. (in 1557) en Huig Willemszn. (in 1558) op<br />

als borg voor Michiel Doeszn. Van deze drie personen is in ieder geval<br />

Lambert Jacobszn. schepen van Heemstede geweest. Hij behoorde<br />

dus net als Michiel Doeszn. tot de politiek-bestuurlijke elite van Heemstede.<br />

Volgens het kohier van de tiende penning betaalde Lambert<br />

Jacobszn. in 1557 slechts 2,8 Karolusgulden, zodat hij financieel<br />

gezien niet tot de zwaargewichten kan worden gerekend. Toch was hij<br />

kapitaalkrachtig genoeg om als borg op te treden. Van Huig Willemszn.<br />

is bekend dat hij gehuwd was met een dochter van Pouwels<br />

Reierszn. (maar daarover later meer). Simon Klaaszn. was mogelijk<br />

een zoon van Klaas Simonszn. Keizer en Alijd Arisdr. In ieder geval<br />

behoorden Huig Willemszn. en Simon Klaaszn. op financieel-economisch<br />

gebied tot de middenklasse van de Heemsteedse dorpsgemeenschap.<br />

De borgen hadden dus min of meer dezelfde sociale status als<br />

Michiel Doeszn. Zelf trad Michiel Doeszn. in 1555 op als borg voor<br />

Jacob Thaamszn., die in dat jaar de Houttiende pachtte.<br />

Michiel Doeszn. is behoorlijk oud geworden. Zo betaalde hij in<br />

1561 nog de tijnspenning. Dit is meteen zijn laatste vermelding in de<br />

bronnen, zodat hij misschien kort daarna is overleden.<br />

Over Jan Doeszn. is nog maar heel weinig bekend. Waarschijnlijk<br />

was hij een jongere broer van Michiel. Jan Doeszn. wordt niet vermeld<br />

in het kohier van de tiende penning van Heemstede uit 1557 en hij<br />

ontbreekt eveneens in de lijsten van de tijnspenning uit de jaren vijftig<br />

van de zestiende eeuw. Tot nu toe staat slechts vast dat Jan Doeszn. in<br />

1559 voor het bedrag van 23 Karolusgulden de Veentiende pachtte.<br />

Daarbij trad Cornelis Jan Mathijszn. op als borg. Cornelis Jan Mathijszn.<br />

was schepen van Heemstede in de jaren vijftig en zeventig van de<br />

zestiende eeuw. Hij maakte dus deel uit van de politiek-bestuurlijke<br />

elite van Heemstede. Daarnaast kan Cornelis Jan Mathijszn. op basis<br />

van het kohier van de tiende penning uit 1557 tot de financieeleconomische<br />

middenklasse worden gerekend. Jan Doeszn. trad zelf in<br />

de door mij onderzochte periode nooit op als borg of getuige.<br />

Voor alle duidelijkheid: Cornelis Jan Mathijszn. had geen dubbele<br />

voornaam. Zijn uitgebreide naam was bedoeld om extra onderscheid<br />

te maken. Eigenlijk zou hij gewoon Cornelis Janszn. moeten heten,<br />

maar omdat er halverwege de zestiende eeuw in Heemstede nog een<br />

Cornelis Janszn. woonde, werd bij één van hen ook het patroniem van<br />

de vader in de naam verwerkt. Cornelis Jan Mathijszn. dient dus te<br />

worden gelezen als: Cornelis Janszn., zoon van Jan Mathijszn.<br />

238


Jan Dirkszn. Voech<br />

Jan Dirkszn. Voech was een zoon van Dirk Janszn. Voech, die als<br />

tapper tussen 1515 en 1545 betrokken was bij een conflict met<br />

Haarlem over het tappen van bier en het schenken van andere<br />

alcoholische dranken. 10 In 1525 bevonden zich in de heerlijkheid<br />

Heemstede in totaal vijftien tapperijen, waarvan vier in het dorp en elf<br />

op de grens met Haarlem (nabij de Haarlemmer Hout).<br />

De elf tapperijen op de grens met Haarlem werden vooral bezocht<br />

door Haarlemmers. 11<br />

Omdat in Heemstede geen accijns werd geheven kon daar goedkoper<br />

bier worden geschonken. Hierdoor liepen de Haarlemse tappers belangrijke<br />

inkomsten mis. Om aan dit 'buyten drincken' een einde te<br />

maken, ondernam de magistraat van Haarlem gerechtelijke stappen<br />

tegen de Heemsteedse tappers (waaronder dus ook Dirk Janszn.<br />

Voech). 12 Dit alles leidde uiteindelijk tot een tapverbod binnen een deel<br />

van de heerlijkheid Heemstede. 13<br />

Uit de lijsten van de tijnspenning blijkt dat Dirk Janszn. Voech in de<br />

jaren veertig van de zestiende eeuw eigenaar was van grond in<br />

Heemstede. Misschien dat daar zijn tapperij op stond. Het is niet<br />

bekend waar de tapperij van Dirk Janszn. Voech in Heemstede heeft<br />

gestaan.<br />

Jan Dirkszn. Voech wordt tussen 1550 en 1570 vermeld op de<br />

lijsten van de tijnspenning. In 1560 en 1565 woonden er nog acht<br />

kinderen bij hem thuis, en in 1570 nog zes kinderen (helaas werden er<br />

van deze kinderen geen namen vermeld). In de jaren vijftig van de<br />

zestiende eeuw woonde er ook nog een andere Jan Dirkszn. in<br />

Heemstede. Deze Jan Dirkszn. was molenaar van beroep. Hij had een<br />

zoon genaamd Dirk Janszn., die eveneens molenaar was. Uit de lijsten<br />

van de tijnspenning kan worden opgemaakt dat de molenaar Jan<br />

Dirkszn. en Jan Dirkszn. Voech niet één en dezelfde persoon waren.<br />

Het is niet bekend of Jan Dirkszn. Voech net als zijn vader een<br />

tapperij bezat. In ieder geval wist hij (via arbeid of erfenis) een<br />

behoorlijk kapitaal op te bouwen, want op basis van het kohier van de<br />

tiende penning uit 1557 kan Jan Dirkszn. Voech tot de rijkste inwoners<br />

van Heemstede worden gerekend. Hij behoorde eveneens tot de<br />

belangrijkste investeerders in de Heemsteedse tienden. Daarnaast trad<br />

Jan Dirkszn. Voech in de jaren vijftig van de zestiende eeuw diverse<br />

malen op als schepen. Hij zal daarom veel aanzien hebben genoten<br />

binnen de dorpsgemeenschap van Heemstede. Als schepen ondertekende<br />

Jan Dirkszn. Voech met een merk.<br />

239


Het merk van Jan Dirkszn. Voech<br />

Tijdens het verpachten van de tienden traden Jan Jacobszn. (in<br />

1553) en Galein Dirkszn. Schouten (in 1556) op als borg voor Jan<br />

Dirkszn. Voech. Jan Jacobszn. was een broer van Dirk Jacobszn. (alias<br />

'kuyssemaecker') en Galein Dirkszn. Schouten was schepen van Heemstede<br />

in 1555. Zelf trad Jan Dirkszn. Voech op als borg voor Hendrik<br />

Willemszn. (in 1553) en Pieter Janszn. Haas (in 1559). Daarnaast<br />

werd Jan Dirkszn. Voech in 1563 nog vermeld als borg voor Cornelis<br />

Gerritszn. die op dat moment voor een periode van negen jaar de in<br />

Heemstede gelegen hofstede 'het oude Gasthuis' met de daarbij horende<br />

landen pachtte van het Sint Elisabeth Gasthuis. 14<br />

Van de kinderen van Jan Dirkszn. Voech waren kort na 1600 in<br />

ieder geval nog twee dochters in leven. Op 31 mei 1605 legateerden<br />

deze dochters aan de kapel van Heemstede namelijk een stuk teelland<br />

ter grootte van 100 roeden, gelegen in de Kleine Geest. 15<br />

Dirk Jacobszn., alias 'kuyssemaecker'<br />

Dirk Jacobszn. had als bijnaam 'kuyssemaecker', of kussenmaker.<br />

Deze bijnaam hield verband met het beroep dat hij uitoefende. In het<br />

kohier van de tiende penning van Haarlem uit 1543 wordt bijvoorbeeld<br />

het beroep 'kussenwerker' vermeld. 16 Dirk Jacobszn. hield zich<br />

dus bezig met de fabricage of bewerking van kussens. Om een idee te<br />

krijgen van het soort kussens dat hij maakte, kan ondermeer worden<br />

gekeken naar de nalatenschap van een Spaanse soldaat uit 1576.<br />

Daar is bijvoorbeeld sprake van 'een geel damaste cleyn cusken' en<br />

van 'ses tapeet cussens met bloemkens ende nyeuwen royen leussen<br />

[rode lussen]'. 17 Het maken van kussens was waarschijnlijk niet zijn<br />

enige bron van inkomsten. Dirk Jacobszn. wordt in het kohier van de<br />

tiende penning uit 1557 namelijk ook vermeld als gebruiker van een<br />

huis met 6,5 morgen land. Het lijkt er dus op dat hij naast het maken<br />

van kussens ook nog wat geld verdiende via landbouw of veeteelt (de<br />

vraag naar kussens was blijkbaar niet zo groot dat hij daarmee volledig<br />

in zijn levensonderhoud kon voorzien). Dat zou meteen verklaren<br />

waarom Dirk Jacobszn. in 1557 werd vermeld als gebruiker van twee<br />

240


huizen: enerzijds een huis met 6,5 morgen land (alwaar hij vermoedelijk<br />

woonde met zijn gezin) en anderzijds alleen een huis (mogelijk de<br />

werkplaats waar hij zijn kussens maakte). Daarnaast was hij eigenaar<br />

van een klein huisje dat hij in 1557 aan Marijtje Gerritsdr. had<br />

verhuurd.<br />

Tot nu toe heb ik geen aanwijzingen gevonden dat Dirk Jacobszn.<br />

ooit schepen van Heemstede is geweest. Op financieel-economisch<br />

gebied behoorde hij vermoedelijk tot de middenklasse. Hij was in 1553<br />

in ieder geval in staat om voor 93 Karolusgulden de Grote Geesttiende<br />

te pachten (een voor die tijd behoorlijk groot bedrag). Zijn broer Jan<br />

Jacobszn. trad toen op als borg. Dirk Jacobszn. trad zelf in de door mij<br />

bestudeerde periode nooit op als borg of getuige.<br />

Cornelis en Maarten Liklaaszn.<br />

Cornelis en Maarten Liklaaszn. waren broers. Hun vader heette Liklaas,<br />

een naamsvariant van Nikolaas (of Klaas) die in de vijftiende en<br />

zestiende eeuw in de omgeving van Haarlem wel vaker voor kwam. In<br />

1514 was Liklaas Reierszn. schepen van Heemstede (hij was toen 55<br />

jaar oud). Ook op de lijst van de tijnspenning uit 1540 wordt nog een<br />

Liklaas Reierszn. vermeld als eigenaar van land in Heemstede. Mocht<br />

het in beide gevallen om dezelfde persoon gaan, dan is Liklaas<br />

Reierszn. ruim 80 jaar oud geworden. Het is nog niet helemaal zeker<br />

dat Liklaas Reierszn. de vader was van Cornelis en Maarten Liklaaszn.,<br />

maar tot nu toe is hij wel de enige in Heemstede woonachtige Liklaas<br />

die ik in de bronnen uit de eerste helft van de zestiende eeuw tegen ben<br />

gekomen (ook in het kohier van de tiende penning uit 1557 wordt<br />

geen enkele Liklaas genoemd). Daarnaast werd Liklaas Reierszn. in<br />

1540 samen met Cornelis Liklaaszn. vermeld op de lijst van de<br />

tijnspenning, wat mogelijk zou kunnen duiden op verwantschap tussen<br />

beide personen. Hun namen stonden namelijk direct onder elkaar.<br />

Hoewel het geen algemeen gebruik was, gebeurde het wel vaker dat<br />

familieleden gezamenlijk in de tijnspenninglijsten werden vermeld (in<br />

1540 werden de broers Maarten Bartholomeuszn., Gerrit Bartholomeuszn.<br />

en Pouwels Bartholomeuszn. bijvoorbeeld ook direct na elkaar<br />

genoemd). Vanaf 1550 ontbreekt de naam van Liklaas Reierszn.<br />

op de lijsten van de tijnspenning. Ook in de andere Heemsteedse<br />

bronnen wordt zijn naam dan niet meer vermeld. Waarschijnlijk is<br />

Liklaas Reierszn. kort voor 1550 overleden.<br />

Cornelis Liklaaszn. wordt tussen 1540 en 1569 vermeld op de<br />

lijsten van de tijnspenning. In 1553 pachtte hij de Grote Geesttiende.<br />

241


Frans Floriszn. trad toen op als borg. Hoewel hij net als Cornells<br />

Liklaaszn. als schepen betrokken was bij het bestuur van de heerlijkheid<br />

Heemstede, kan Frans Floriszn. niet tot de financieel-economische<br />

zwaargewichten worden gerekend. Tijdens de heffing van de<br />

tiende penning in 1557 betaalde hij 4,7 Karolusgulden. Dat is dus<br />

ruim onder de door mij gestelde grens van 7,5 Karolusgulden voor de<br />

financieel-economische middenklasse.<br />

Naast landbouw of veeteelt heeft Cornelis Liklaaszn. zich ook in<br />

enige mate bezig gehouden met visserij. In 1557 werd hij namelijk<br />

vermeld als gebruiker (of pachter) van de visserij die toebehoorde aan<br />

de Leidse vroonmeesters. De vroon was het deel van de Haarlemmermeer<br />

dat door Leidenaars werd bevist. 18 De visserij in dit gebied werd<br />

verpacht. Sinds het midden van de jaren dertig van de vijftiende eeuw<br />

kwamen de pachtopbrengsten van de vroonwateren ten goede aan de<br />

stad Leiden. Er werden door Leiden vroonmeesters aangesteld om<br />

toezicht te houden op de visserij in de vroonwateren. Halverwege de<br />

zestiende eeuw stonden de vroonwateren nog steeds onder controle<br />

van de Leidse vroonmeesters, maar het voorbeeld van Cornelis Liklaaszn.<br />

laat duidelijk zien dat er ook door mensen van buiten Leiden<br />

in de vroon werd gevist. Er werd in 1557 nog een Heemstedenaar<br />

vermeld als gebruiker van de visserij van de Leidse vroonmeesters. Zijn<br />

naam was Ben Zijvertszn. Deze Ben Zijvertszn. werd in de jaren veertig<br />

en vijftig van de zestiende eeuw genoemd in de lijsten van de tijnspenning,<br />

en op basis van het kohier van de tiende penning uit 1557 kan<br />

worden geconcludeerd dat hij tot de meer welvarende inwoners van<br />

Heemstede behoorde (hij betaalde namelijk in totaal vijftien Karolusgulden<br />

en zat daarmee op de grens van de financieel-economische<br />

middenklasse en de financieel-economische elite). Het is dan ook niet<br />

verwonderlijk dat Ben Zijvertszn. gebruiker was van een groter deel<br />

van de vroonvisserij dan Cornelis Liklaaszn.<br />

Maarten Liklaaszn. was waarschijnlijk een jongere broer van Cornelis<br />

Liklaaszn. Hij werd tussen 1550 en 1567 vermeld op de lijsten<br />

van de tijnspenning. Daaruit valt dus op te maken dat hij land bezat in<br />

de heerlijkheid Heemstede. Maarten Liklaaszn. is in 1567 overleden.<br />

Vanaf 1 januari 1568 betaalde zijn weduwe Anna Dirksdr. namelijk de<br />

tijnspenning. 19 In 1577 wordt Anna Dirksdr. nog vermeld op de<br />

tijnspenninglijst, maar in 1579 niet meer. Waarschijnlijk heeft zij<br />

tussen 1577 en 1579 het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.<br />

Als pachter van de Veentiende werd Maarten Liklaaszn. in 1555 en<br />

1556 ook wel Maarten Klaaszn. genoemd, wat aangeeft dat de namen<br />

242


Liklaas en Klaas aan elkaar verwant zijn. Daarnaast staan Maarten en<br />

zijn broer Comelis in de lijsten van de tijnspenning af en toe vermeld<br />

als 'Maarten Niklaaszn.' en 'Cornelis Niklaaszn.' 20 Tijdens het verpachten<br />

van de tienden traden Galein Dirkszn. Schouten (in 1555) en<br />

Pieter Albrechtszn. (in 1556) op als borg voor Maarten Liklaaszn.<br />

Galein Dirkszn. Schouten was schepen van Heemstede en behoorde<br />

op financieel-economisch gebied tot de middenklasse. Over de politiek-bestuurlijke<br />

of financieel-economische achtergrond van Pieter<br />

Albrechtszn. is op dit moment niets bekend.<br />

Pieter Jeroenszn.<br />

Pieter Jeroenszn. was een zoon van Jeroen Pieterszn. Uit de tijnspenninglijsten<br />

van 1512 en 1515 blijkt dat Jeroen Pieterszn. eigenaar was<br />

van land in de heerlijkheid Heemstede. In 1515 werd Jeroen Pieterszn.<br />

vermeld als erfgenaam van Vroutgen Pietersdr., weduwe van Klaas<br />

Dirkszn.<br />

Pieter Jeroenszn. pachtte in 1553 de Veentiende en in 1557 de<br />

Houttiende. Jan Dirkszn., molenaar, (in 1553) en Dirk Klaaszn. Keizer<br />

(in 1557) traden daarbij op als borg. Dirk Klaaszn. Keizer - een zoon<br />

van Klaas Simonszn. Keizer en Alijd Arisdr. - was schepen van<br />

Heemstede in 1556. Dirk Klaaszn. Keizer wordt niet vermeld in het<br />

kohier van de tiende penning van 1557, zodat hij waarschijnlijk in<br />

1556 of 1557 is overleden. Hoewel exacte gegevens ontbreken,<br />

behoorde Dirk Klaaszn. Keizer vermoedelijk tot de financieel-economische<br />

middenklasse van Heemstede. De molenaar Jan Dirkszn.<br />

ontbreekt eveneens in het kohier van de tiende penning uit 1557,<br />

maar zijn zoon Dirk Janszn. - die ook molenaar was - wordt in dat<br />

kohier wel genoemd. Zodoende valt het overlijden van Jan Dirkszn. te<br />

plaatsen tussen 1553 en 1557. Misschien dat de molenaar Dirk<br />

Janszn. dezelfde persoon was als Dirk Janszn. 'op de Achterweg', die<br />

in 1557 optrad als borg voor Pieter Janszn. Haas. In het kohier van de<br />

tiende penning uit 1557 wordt in ieder geval geen Dirk Janszn. 'op de<br />

Achterweg' vermeld. De enige in Heemstede woonachtige Dirk Janszn.<br />

die wel in het kohier wordt genoemd, is de molenaar Dirk Janszn.<br />

Hij maakte op financieel-economisch gebied deel uit van de middenklasse<br />

van de Heemsteedse dorpsgemeenschap. Waarschijnlijk gold<br />

dat eveneens voor zijn vader Jan Dirkszn. De borgen lijken dus min of<br />

meer dezelfde sociale achtergrond te hebben als Pieter Jeroenszn., die<br />

eveneens tot de financieel-economische middenklasse van Heemstede<br />

kan worden gerekend.<br />

243


Jacob Thaamszn.<br />

Jacob Thaamszn. is geboren omstreeks 1506. Op 12 oktober 1557<br />

verklaarde hij namelijk 51 jaar oud te zijn. 21 De voornaam van zijn<br />

vader (Thaams) is waarschijnlijk afgeleid van Thomas. Jacob Thaamszn.<br />

was gehuwd met een dochter van Pouwels Reierszn. In 1554 werd<br />

Jacob Thaamszn. samen met Pouwels Reierszn., Marijtje Reiersdr.,<br />

Huig Willemszn., Pieter Pieterszn. Remmen, Cornelis Comeliszn. en<br />

Marijtje Klaasdr. vermeld als erfgenaam van Margriet IJsbrantsdr., die<br />

op 27 september 1554 in Haarlem was overleden. 22 Tijdens haar<br />

leven woonde Margriet IJsbrantsdr. samen met haar man Maarten<br />

Outgerszn. in de 'Franckesteeg' in Haarlem. Na haar overlijden werd<br />

er een inventaris opgemaakt van al haar bezittingen. Huig Willemszn.<br />

bevestigde later onder ede dat het om een deugdelijke inventaris ging.<br />

De zeven erfgenamen kregen ieder een dertiende deel van 29 Karolusgulden<br />

('gecomen van sekere cleeren ende andere goeden vanden<br />

voirn. Margriete IJsbrantsdochter'). Maarten Outgerszn. zou gebruiker<br />

blijven van de andere bezittingen die Margriet had nagelaten. Dit alles<br />

werd op 24 oktober 1554 op schrift gesteld en ondertekend door de<br />

Haarlemse burgemeester Willem Hermanszn. Ramp. Aangezien de<br />

zeven erfgenamen van Margriet IJsbrantsdr. in Heemstede woonden,<br />

kregen zij te maken met het recht van exue dat de stad Haarlem<br />

genoot. Exue was een heffing op bezit dat door erfenis in handen<br />

kwam van personen die buiten Haarlem woonachtig waren. 23 De<br />

bovengenoemde erfgenamen moesten daarom tien procent van de<br />

waarde van de door hen geërfde bezittingen aan de stad Haarlem<br />

betalen. In 1557 dienden Jacob Thaamszn. en zijn mede-erfgenamen<br />

opnieuw exue te betalen in verband met bezittingen die door Margriet<br />

IJsbrantsdr. waren nagelaten. Het betrof in dit geval bezittingen ter<br />

waarde van 83 Karolusgulden, waarvan Maarten Outgerszn. de gebruiker<br />

was. 24<br />

Op financieel-economisch gebied behoorde Jacob Thaamszn. tot<br />

de middenklasse van de Heemsteedse dorpsgemeenschap. Daarnaast<br />

kan hij tot de politiek-bestuurlijke elite worden gerekend, aangezien hij<br />

in de jaren vijftig van de zestiende eeuw het schepenambt vervulde. Als<br />

schepen van Heemstede ondertekende Jacob Thaamszn. met een<br />

merk.<br />

244


Het merk van Jacob Thaamszn.<br />

In de door mij bestudeerde periode heeft Jacob Thaamszn. slechts<br />

éénmaal in de Heemsteedse tienden geïnvesteerd. In 1555 pachtte hij<br />

namelijk de Houttiende. Michiel Doeszn. trad toen op als zijn borg.<br />

Michiel Doeszn. was net als Jacob Thaamszn. schepen van Heemstede<br />

in de jaren vijftig van de zestiende eeuw, terwijl hij eveneens deel uit<br />

maakte van de financieel-economische middenklasse. Jacob Thaamszn.<br />

en Michiel Doeszn. hadden dus dezelfde sociale achtergrond.<br />

Pieter Albrechtszn.<br />

Toen Pieter Albrechtszn. in 1559 de Houttiende pachtte, werd hij<br />

'Pieter Aelbrechtsz. up sgravesloet' genoemd. Waarschijnlijk woonde<br />

hij in dat jaar op het eilandje achter het kasteel van Heemstede, dat<br />

werd begrensd door het Oude Spaarne en de Gravensloot. Het is<br />

echter ook mogelijk dat hij daar alleen een bepaald stuk land gebruikte.<br />

In 1558 en 1559 pachtte Pieter Albrechtszn. de Houttiende. Huig<br />

Willemszn. (in 1558) en Cornelis Jan Mathijszn. (in 1559) traden toen<br />

op als borg. Over de sociale achtergrond van Pieter Albrechtszn. is<br />

niets bekend, maar zijn borgen behoorden op financieel-economisch<br />

gebied tot de middenklasse. Cornelis Jan Mathijszn. behoorde daarnaast<br />

ook tot de politiek-bestuurlijke elite van Heemstede. Zelf trad<br />

Pieter Albrechtszn. tijdens het verpachten van de tienden op als borg<br />

voor Maarten Liklaaszn. (in 1556) en Cornelis Corneliszn. (in 1557).<br />

245


• •<br />

I Jf<br />

Het kasteel van Heemstede met het Oude Spaarne en de Grauensloot in<br />

1589 (de Grauensloot bevindt zich onder de drie huisjes op het eiland).<br />

Hoewel Pieter Albrechtszn. waarschijnlijk al in 1556 in Heemstede<br />

woonde, wordt hij niet vermeld in het kohier van de tiende penning uit<br />

1557. Tot nu toe heb ik daar geen verklaring voor kunnen vinden,<br />

maar het is in dit kader interessant om te weten dat in diezelfde<br />

periode in de Heemsteedse bronnen regelmatig een Pieter van Dorp<br />

opduikt. Het betreft de bekende Haarlemmer Pieter Albrechtszn. van<br />

Dorp - zoon van Albrecht van Adrichem en Elisabeth van Dorp -, die<br />

246<br />

>*


ondermeer burgemeester van Haarlem was en een hofstede in Heemstede<br />

bezat (gelegen aan de Hof laan bij het kasteel). In het kohier van<br />

de tiende penning uit 1557 wordt Pieter van Dorp vermeld als eigenaar<br />

van een woning en diverse stukken land in Heemstede. Hoewel<br />

de overeenkomst tussen de voornamen en patroniemen frappant is,<br />

heb ik tot op heden geen sluitend bewijs gevonden dat Pieter Albrechtszn.<br />

'up sgravesloet' dezelfde persoon was als Pieter Albrechtszn.<br />

van Dorp.<br />

Cornelis Corneliszn.<br />

Cornelis Corneliszn. werd ook wel 'Neel op het eind' genoemd. Deze<br />

bijnaam hield verband met de plek waar zijn huis stond. Het is echter<br />

niet bekend op welk 'eind' hij in Heemstede heeft gewoond. Mogelijk<br />

was hij dezelfde persoon als de Cornelis Corneliszn. die op 26 oktober<br />

1559 optrad als voogd en erfgenaam van Cornelis Dirkszn. Voech. 25<br />

In 1554 was Cornelis Corneliszn. één van de erfgenamen van Margriet<br />

IJsbrantsdr. uit Haarlem.<br />

In 1558 spande Cornelis Corneliszn. samen met Jacob Thaamszn.,<br />

Pieter Pieterszn. Remmen en Huig Willemszn. een proces aan tegen<br />

Nelleke Willemsdr., de weduwe van Pouwels Reierszn. Nelleke Willemsdr.<br />

werd gedurende dit proces bijgestaan door haar voogd Galein<br />

Dirkszn. Schouten. Op 21 december 1555 was Pouwels Reierszn. nog<br />

in leven. Hij trad toen zoals bekend op als getuige van de vechtpartij<br />

tussen Louris Janszn. en Jan Pieterszn., en verklaarde op dat moment<br />

ongeveer 66 jaar oud te zijn. Pouwels Reierszn. wordt ook vermeld in<br />

het kohier van de tiende penning uit 1557, maar op 18 augustus 1558<br />

blijkt hij niet meer onder de levenden te zijn. Ten tijde van zijn<br />

overlijden was hij dus ongeveer 70 jaar oud.<br />

Toen Cornelis Corneliszn. en zijn medestanders op 16 september<br />

1558 voor de schout en schepenen van Heemstede verschenen,<br />

verklaarden zij te handelen uit naam van hun echtgenotes. De eisers<br />

waren blijkbaar allemaal getrouwd met dochters van wijlen Pouwels<br />

Reierszn. Het geschil draaide om de verdeling van bezittingen die<br />

Pouwels Reierszn. indertijd had geërfd van zijn moeder Clemens<br />

Jansdr. en van zijn zus Marijtje Reiersdr. Na zijn overlijden meenden<br />

zowel de dochters van Pouwels Reierszn. als Nelleke Willemsdr. recht<br />

te hebben op deze bezittingen. De eisers en de gedaagde riepen de<br />

schout en schepenen van Heemstede dan ook op om een bindende<br />

uitspraak te doen over de precieze verdeling van deze 'aftergelaeten<br />

goeden van wijlen Pouwels Reyersz.'. De schout en schepenen deden<br />

247


nog diezelfde dag (16 september) uitspraak, maar het vonnis - met<br />

daarin de exacte verdeling van de betwistte bezittingen - is helaas niet<br />

in de schepenrol genoteerd.<br />

Cornells Corneliszn. heeft slechts op bescheiden schaal in de Heemsteedse<br />

tienden geïnvesteerd. In 1557 pachtte hij de Veentiende.<br />

Pieter Albrechtszn. trad toen op als borg.<br />

Simon Corneliszn. en Hendrik Willemszn.<br />

De informatie over Simon Corneliszn. en Hendrik Willemszn. is helaas<br />

te gering om hier te vermelden. Alle bekende gegevens zijn reeds in<br />

deel twee van mijn artikel over de pachters van de Heemsteedse<br />

tienden ter sprake gekomen.<br />

Conclusie<br />

Als gevolg van de onvolledigheid van het beschikbare bronnenmateriaal<br />

en de stand van het onderzoek op dit moment, is het erg lastig om<br />

precieze uitspraken te doen over de sociale status van de pachters van<br />

de Heemsteedse tienden. Zo zijn uit de jaren vijftig van de zestiende<br />

eeuw bijvoorbeeld lang niet alle schepenen bekend. Het is dan ook<br />

moeilijk om te zeggen of alle pachters afkomstig waren uit families die<br />

eveneens de schepenen leverden. Slechts van vijf van de dertien<br />

pachters kan met zekerheid worden gezegd dat zij in Heemstede het<br />

schepenambt hebben vervuld. Het is in ieder geval veelzeggend dat<br />

van de vijf grootste investeerders in de Heemsteedse tienden er vier<br />

deel uit maakten van de politiek-bestuurlijke elite.<br />

De financieel-economische positie van de pachters van de Heemsteedse<br />

tienden is eveneens lastig vast te stellen. Op basis van het<br />

kohier van de tiende penning uit 1557 en de bedragen die zij jaarlijks<br />

in de tienden investeerden, kan alleen bij benadering een beeld worden<br />

geschetst. Slechts twee van de dertien pachters kunnen met enige<br />

zekerheid tot de financieel-economische elite worden gerekend. De<br />

rest van de pachters behoorde tot de financieel-economische middenklasse<br />

van de Heemsteedse dorpsgemeenschap (drie van hen kwamen<br />

echter al aardig in de buurt van de door mij gestelde grens voor de<br />

financieel-economische elite). Als pachter diende je te beschikken over<br />

een behoorlijke financiële reserve, aangezien het pachten van tienden<br />

vooral een luxe-investering was. Iedereen die slechts met moeite het<br />

hoofd boven water kan houden - of slechts over een klein eigen<br />

vermogen beschikt -, zal er natuurlijk nooit toe overgaan een tiende te<br />

pachten.<br />

248


De sociaal-culturele elite is nog moeilijker vast te stellen. De stand<br />

van het onderzoek laat op dit moment niet toe om daar duidelijke<br />

uitspraken over te doen, maar misschien dat toekomstig onderzoek<br />

meer informatie oplevert.<br />

Uit de door mij verzamelde gegevens kan worden afgeleid dat Jan<br />

Dirkszn. Voech en Pieter Janszn. Haas van alle pachters van de<br />

Heemsteedse tienden veruit de belangrijkste personen waren. Zij<br />

behoorden zowel tot de politiek-bestuurlijke als de financieel-economische<br />

elite van Heemstede (en waarschijnlijk ook tot de sociaal-culturele<br />

elite). Jan Dirkszn. Voech en Pieter Janszn. Haas zullen binnen de<br />

dorpsgemeenschap van Heemstede dan ook een belangrijke rol hebben<br />

gespeeld.<br />

Tot slot kan nog worden vermeld dat de personen die tijdens het<br />

verpachten van de Heemsteedse tiende optraden als borg over het<br />

algemeen dezelfde sociale achtergrond hadden als de pachter van de<br />

betreffende tiende.<br />

Maarten van Bourgondiën<br />

1<br />

C. Regtdoorzee Greup-Roldanus, Geschiedenis der Haarlemmer bleekerijen<br />

(Den Haag 1936) 5.<br />

2<br />

Archiefdienst voor Kennemerland (hierna AvK), Stadsarchief Haarlem (hierna<br />

SH), inv. nr. 443 (achter in de stadsrekening, ongefolieerd)<br />

3<br />

Een afschrift van deze lijst is gemaakt door P.W.C, van Kessel en is raadpleegbaar<br />

op de studiezaal van het Gemeentearchief te Leiden (kast 17 plank E).<br />

4<br />

Rijksarchief <strong>No</strong>ordholland (hierna RANH), Oud-Rechterlijke Archieven (hierna<br />

ORA), Heemstede, inv. nr. 538, fol. 38 en 39v.<br />

5<br />

RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 577, fol. 2.<br />

6<br />

RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 539, fol. 35v, 37v, 39, 40v, 42 en 43.<br />

7<br />

RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 537, fol. 43-43v.<br />

8<br />

Zie in verband met de voornaam Doe ook de Nederlandse Voornamen Databank<br />

op de website van het Meertens Instituut:<br />

http://www.meertens.knaw.nl/voornamen/VNB/<br />

9<br />

RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 536, fol. 1, lv en 8.<br />

10<br />

Zie het artikel van Hans Krol,<br />

'Haarlemmers en Heemsteders voor de Grote Raad van Mechelen 1458-<br />

1578', in: Heerlijkheden nr. 102 (1999) 233-236, aldaar 233.<br />

11<br />

A.H. Huussen jr. en J.M.l. Koster-van Dijk,<br />

'De kaart van de ban van Heemstede door Symon Meeusz. van Edam<br />

(1539)', in: Jaarboek Haerlem 1973 (Haarlem 1974) 259-280, aldaar<br />

262.<br />

12<br />

Overigens zijn in ieder geval vanaf de jaren negentig van de vijftiende eeuw in<br />

de stadsrekeningen van Haarlem al lijsten te vinden van personen die<br />

beboet zijn wegens het 'buyten drincken<br />

249


' (zij dienden 10 stuivers te betalen). In de stadsrekening over het rekeningjaar<br />

1493 staat bijvoorbeeld de post 'Ander ontfanck van correctien van<br />

buyten te drincken, ende dit tot behoef vander stede ende bekuerders';<br />

bron: AvK, SH, inv. nr. 376, fol. 9.<br />

13 Dr. J.Th. de Smidt en drs. Tony Lindijer,<br />

Haarlemmers voor de Grote Raad van Mechelen 1458-1578<br />

(Haarlem 1999) 86-89.<br />

14 AvK, SH, Archief van het Elisabeths Gasthuis, inv. nr. 189, fol. 17v. De<br />

hofstede 'het oude Gasthuis' was waarschijnlijk gelegen op de hoek van de<br />

Wagenweg en de Raanlaan, zie: J.W. Groesbeek,<br />

Heemstede in de historie. Leven, werken, handel en koehandel in de<br />

woonplaats van Emece (1972) 56.<br />

15 Groesbeek,<br />

Heemstede in de historie, 86.<br />

16 Regtdoorzee Greup-Roldanus,<br />

Geschiedenis der Haarlemmer bleekerijen, 4.<br />

17 A. Hulshof,<br />

Schrift in den Niederlanden (1350-1650) (Bonn 1918) 36.<br />

18 H. Brand,<br />

Over macht en overwicht. Stedelijke elites in Leiden (1420-1510)<br />

(Leuven/Apeldoorn 1996) 155.<br />

19 AvK, SH, inv. nr. 451, lijst van de tijnspenning (achter in de stadsrekening,<br />

ongefolieerd). In 1569 wordt op de lijst van de tijnspenning toch weer de<br />

naam Maarten Liklaaszn. vermeld. Dit moet, gezien de tijnspenninglijst van<br />

1568, echter worden gelezen als<br />

'de weduwe van Maarten Liklaaszn.'.<br />

20 AvK, SH, inv. nr. 450, lijst van de tijnspenning (achter in de stadsrekening,<br />

ongefolieerd).<br />

21 RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 536, fol. 35.<br />

22 AvK, SH, inv. nr. 437, rekening exuegeld, fol. 4 (achter in de stadsrekening).<br />

23 Aldus de op internet raadpleegbare inventaris van het stadsbestuur van<br />

Haarlem op de website van de Archiefdienst voor Kennemerland:<br />

http://www.haarlem.nl/smartsite.htm?id=1139.<br />

24 AvK, SH, inv. nr. 440, rekening exuegeld, fol. 5 (achter in de stadsrekening).<br />

25 RANH, ORA, Heemstede, inv. nr. 536, fol. 59v.<br />

250


NIEUWE LEDEN<br />

Heemstede<br />

Dhr. R.J.H. Peeperkorn<br />

Dr. A. De Roos<br />

Dhr. A. Khan<br />

Mw. R. Suttorp - Schuiten<br />

Vrienden van het Oude Slot<br />

Dhr. B. Bannink<br />

Dhr. E.H. Frances<br />

Dhr. J.N. Paro<br />

Dhr. A. Aerts<br />

Mw. E.G. Leffelaar<br />

E»<br />

^^^'<br />

- 3ff! : .<br />

~i&..<br />

Bennebroek<br />

Dr. H. Copier<br />

Dhr. F.Th.A. Moes<br />

Mevr. M.W.Meijer-Wijnands<br />

Dhr. A.J.M, van Unnik<br />

Een monument aan de Casper Fageüaan (foto V.C. Klep)<br />

251


Uit voorraad leverbaar.<br />

De VOHB heeft voor de geïnteresseerde lezer nog een aantal uitgaven in voorraad, die<br />

misschien nog niet allemaal in uw boekenkast staan.Vooral voor diegenen, die nog niet zo lang<br />

lid zijn kan dit een welkome aanvulling zijn van datgene, dat u al wel heeft. Niet alle nog<br />

beschikbare werken zijn in dezelfde mate in voorraad, dus hier geldt: "zolang de voorraad strekt"<br />

Tussen haakjes staat het jaar van verschijnen. U kunt uw wens kenbaar maken aan de heer Hans<br />

Krol (tel. 5282977); e-mail: jlpmkrol@tiscali.nl<br />

Verkoopprijs in euro<br />

De geschiedenis van het Huis te Heemstede (1952) (3 delen) 13,60<br />

Deel 1 Schets van het leven van A. Pauw (1948) 4,55<br />

Deel 2 Enkele gegevens omtrent Adriaan Pauw en het slot van Heemstede (1949) 4,55<br />

Deel 3 Het huis en de Heren van Heemstede tijdens de Middeleeuwen (1952) 4,55<br />

Poort van het Oude Slot (tekening P. Kapsenberg) (1980) 4,55<br />

Adriaen Pauw (1585-1653), staatsman en ambachtsheer (1985) 10,50<br />

Verjaardagskalender met reproducties van oude prenten 3,40<br />

De geschiedenis van het buitengoed Bosbeek in Heemstede en van<br />

het adellijk geslacht Van Merlen (1987) 6,00<br />

Van achter de Blaeuwen Engel: Hervormd Heemstede in de 17e eeuw (1987) 6,80<br />

Heemstede-Bennebroek 1907-1931: een gids door de jaren (1988) 2,30<br />

Eiland in de stroom, Hervormd Heemstede in de 18e eeuw (1988) 6,80<br />

Heemsteedse Gemeentepolitiek in de jaren tussen omstreeks 1750 en 1900 (1989) 4,55<br />

Zes reproducties van oude prentbriefkaarten (1990) 1,15<br />

Kleine en verborgen monumenten in Heemstede en Bennebroek (1991) 6,80<br />

De geschiedenis van het orgel in de dorpskerk te Bennebroek (1992) 3,50<br />

Heemstede, Berkenrode en Bennebroek; drie heerlijkheden<br />

in Zuid-Kennemerland (1992) 8,15<br />

Het Huis te Bennebroek en zijn bewoners (1992) 6,80<br />

VOHB-fietstocht langs monumenten in Heemstede en Bennebroek (1992) 0,50<br />

Kroniek van het jaar 1895 Heemstede en Bennebroek (1994) 2,30<br />

Geheime missie in 1847 (1996) 11,35<br />

Ons dorp Heemstede en Bennebroek. Geschreven voor de jeugd. (1997) 2,50<br />

Vijftig jaar van oud naar nieuw 1947-1997 (1997) 6,00<br />

De tijden veranderen: burgemeesters Heemstede en Bennebroek 1811-1997 (1997) 9,10<br />

Videoband: een wandeling door Heemstede en Bennebroek (1997) 6,80<br />

Katholiek rond de rand van Kennemerland (St.Jozefparochie Bennebroek) (1997) 9,10<br />

Hartekampkaart uit 1706; facsimile-uitgave en een toelichting (1999) 5,70<br />

Zorg aan de duinrand: Kennemeroord, Kennemerduin, Parkzicht, Westerduin (2000) 15,00<br />

Vier eeuwen Voorkoekoek-Ipenrode; een historische buitenplaats in Heemstede (2001) 9,00<br />

Facsimile van kaart van W.BIaeu uit 1631 van Rijnland en Amstelland 3,00<br />

Verder zijn er van diverse afleveringen van het VOHB-tijdschrift Heerlijkheden nog losse<br />

nummers beschikbaar voor 2.50 euro per stuk.<br />

252


Doelstelling en aktiviteiten<br />

Het bevorderen van kennis over en belangstelling voor de geschiedenis<br />

van Heemstede en Bennebroek en de zorg voor het karakterbehoud<br />

van hetgeen van historisch, stedenbouwkundig, architectonisch en/of<br />

landschappelijke betekenis is.<br />

De vereniging geeft het kwartaaltijdschrift 'HeerlijkHeden' en historische<br />

publicaties uit, organiseert excursies, geeft lezingen, werkt mee<br />

aan de jaarlijkse Open Monumentendagen en is alert op de instandhouding<br />

van karakteristieke elementen in beide gemeenten.<br />

Lidmaatschap<br />

Aanmelding, opzegging en adreswijziging uitsluitend schriftelijk bij de<br />

ledenadministratie of via onderstaande website. Het lidmaatschap loopt<br />

jaarlijks door, behoudens schriftelijke opzegging<br />

voor 1 <strong>november</strong>.<br />

De contributie bedraagt minimaal euro 15,— per jaar, over te maken<br />

op postbanknummer 27 35 06 ten name van penningmeester <strong>Vereniging</strong><br />

Oud Heemstede - Bennebroek, na ontvangst van een acceptgirokaart.<br />

Website<br />

www.oudheemstedebennebroek.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!