Partituur van de Ciaconna gotica nen, want er scheen geen eind te komen aan het daverend applaus dat hem te beurt viel.’ De verslaggever van de West Deutscher Beobachter vatte het als volgt samen: ‘Het werk beschrijft de schoonheid, de vreugde en de dieptepunten van het leven.’ Hij had het begrepen! Geëerd en erkend In 1930, ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag, werd er een feestweek georganiseerd, geheel gewijd aan de muziek van <strong>Cornelis</strong> <strong>Dopper</strong>. In twee concerten door het Concertgebouworkest werden zijn belangrijkste werken onder leiding van Willem Mengelberg en Pierre Monteux ten gehore gebracht. Ook in andere steden in Nederland, zoals Den Haag en Rotterdam werd <strong>Dopper</strong> geëerd. Uit handen van koningin Wilhelmina persoonlijk ontving hij de Zilveren medaille der Huisorde van Oranje voor Kunsten en Wetenschappen. De Stad Amsterdam onderscheidde hem met de Zilveren eremedaille. De gezamenlijke muziekkorpsen van Amsterdam brachten hem een serenade. Dat alles speelde zich af in februari/maart 1930. Nog geen twee jaar later ging <strong>Dopper</strong> onverwacht met pensioen. Zijn gezondheid en vooral zijn gezichtsvermogen waren zo snel achteruit gegaan, dat het bijna onmogelijk was met het orkest te repeteren. Bij zijn afscheid werd hij op grootse wijze gehuldigd. Men bood hem een door Louis Goudman geschilderd portret aan. Het hangt nog steeds op een opvallende plaats in de dirigentenfoyer van het Concertgebouw. Een ander portret van <strong>Dopper</strong>, geschilderd door Félicien Bobeldijk, bevindt zich in het Amsterdams Historisch Museum. En….. sedert kort staat er een bronzen stand- beeld van <strong>Dopper</strong> op het Raadhuisplein in Stadskanaal, vervaardigd door de bekende Haagse kunstenaar Loek Bos. Eindelijk krijgt <strong>Dopper</strong> de erkenning die hij verdient! Requiem aeternam De laatste jaren van <strong>Dopper</strong>s leven waren vol lijding. Zijn ziekte, angina pectoris, werd steeds erger. Zitten kon hij bijna niet meer, dus componeerde hij staande aan een lessenaar. Behalve zijn bril gebruikte hij nu ook een vergrootglas. Bezoek wilde hij nauwelijks ontvangen. Zijn huishoudster, Christina de Roos, waarmee hij kort voor zijn dood trouwde, stond hem dag en nacht bij. Hij had zware aanvallen van benauwdheid, die hem sloopten en hij leed hevige pijn. Onder die omstandigheden componeerde hij een Requiem, een dodenmis. Het was niet z’n laatste compositie. Met sardonisch genoegen, de goden tartend, componeerde hij een jaar voor z’n dood Feestmuziek. Door te componeren probeerde hij met ijzeren wilskracht de pijn te verdrijven. Boven de partituur staat geschreven: ‘Deze feestelijke muziek is geschreven in October 1938. Meestal des nachts onder hevige adembeklemming. De geest is sterker dan het lichaam!’ In de nacht van zondag op maandag, 18 september 1939 om twintig over twee, maakte een hartverlamming een eind aan het veelbewogen leven van <strong>Cornelis</strong> <strong>Dopper</strong>. De Nederlandse muziekwereld reageerde geschokt, maar voor <strong>Dopper</strong> zelf kwam de dood als een verlossing. Hij werd als een held begraven, vanuit zijn geliefde Concertgebouw, waaraan hij zoveel jaren van zijn leven had gewijd. Honderden Amsterdammers hadden zich langs de route opgesteld om een laatste groet te brengen aan hun geliefde Kees <strong>Dopper</strong>. Hij werd bijgezet op de begraafplaats Zorgvlied. <strong>Dopper</strong> is dood, maar vergeten zullen we hem niet, want in zijn muziek leeft hij voort. Zijn naam is - zoals we nog steeds kunnen zien - vereeuwigd op de balkonrand in de grote zaal van het Concertgebouw tussen de groten van zijn tijd, Richard Strauss en Claude Debussy. Joop Stam
‘Schitteren op de tweede rang’ <strong>Cornelis</strong> <strong>Dopper</strong> (1870-1939) componist, dirigent en pedagoog Bedum: Profiel uitgeverij, 2009 € 34,50 verkrijgbaar bij de boekhandel of via duinen.stam@wxs.nl of tel. 0599-650866 Een dubbel-cd met de hoogtepunten van het festival zal voorjaar 2011 verschijnen