You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Beïnvloeding en beheer<br />
Beïnvloeding<br />
Beheer<br />
Vorm, peil en typen<br />
Hydromorfologie<br />
Waterstanden<br />
Typenindeling<br />
Samenvatting en conclusies<br />
In het verleden was de invloed van landbouwwater op de Davidsplas-Noord en<br />
het ven in de Kampsheide groot. Nog steeds belangrijk is de verdrogende invloed<br />
van een drinkwaterpompstation op de Ganzenpoel. De meeuwenkolonies<br />
van vroeger zijn verdwenen, maar er zijn tegenwoordig wel grote aantallen<br />
overwinterende ganzen, vooral op de Davidsplassen en het Elpermeer. Die bemesten<br />
de vennen met hun uitwerpselen. De invloed van activiteiten als<br />
zwemmen, pootjebaden en schaatsen is tegenwoordig beperkt.<br />
Het opzetten van de waterstand door maatregelen vlakbij het ven, zoals het<br />
dichten van sloten, gebeurde vooral in de jaren 1978 – 2003. Het vernatten van<br />
de omgeving, meestal door het kappen van bos, begon pas in de jaren negentig.<br />
Opvallend zijn de naar verhouding hoge aantallen geplagde venranden en vennen<br />
waar opslag is verwijderd in de periode 1992 – 2003. Het begrazen van de<br />
omgeving lijkt vooral vanaf de jaren negentig in zwang te zijn gekomen, maar<br />
gebeurt (nog steeds) niet bij een deel van de vennen in de Boswachterij Dwingeloo,<br />
het Brandeveen en het Reeënveen.<br />
Sinds 1990 zijn de oppervlaktes van de meeste van de onderzochte vennen niet<br />
veel veranderd. Alleen die van de bemonsterde poelen in Poort 2 en het Droseraveen<br />
zijn naar schatting met meer dan de helft verminderd. In andere vennen<br />
zijn de oppervlaktes open water door verlanding minder drastisch afgenomen.<br />
Het lijkt er op dat de waterdieptes en slibdiktes door de jaren heen niet sterk<br />
zijn veranderd.<br />
Van tien vennen zijn kortere of langere reeksen waterstandsmetingen beschikbaar.<br />
De gemiddelde waterstandsvariatie (verschil tussen minimale en maximale<br />
waterstand in het hydrologische jaar oktober-september) is gemiddeld 21 cm<br />
en loopt uiteen van 6 cm in Poort 2 tot ruim 30 cm in Kliplo en Brandeveen.<br />
Er zijn significante correlaties tussen de waterstanden van de verschillende<br />
vennen. Ook is er een goede samenhang tussen de venwaterstanden en de 1jaars<br />
voortschrijdende gemiddelden van het neerslagoverschot. Dat geeft aan<br />
dat de vennen (grotendeels) door de neerslag worden gevoed.<br />
Over de periode 1994 – 2008 is de waterstand van het grondwateronafhankelijke<br />
Kliplo gelijk gebleven, die van het Brandeveen is met 6 cm gedaald, wat<br />
wijst op verdroging en die van het ven in het Echtenerzand is met bijna 20 cm<br />
gestegen, wat wijst op vernatting.<br />
Op grond van de waterstandfluctuaties en het mineralengehalte van de vennen<br />
is een indeling gemaakt in vier typen: mineraalarme zandbodemvennen, (matig<br />
mineraalarme zandbodemvennen, mineraalarme hoogveenvennen en matig<br />
mineraalarme hoogveenvennen. Deze indeling is gehanteerd, omdat de verschillen<br />
in vegetatie, kiezelwieren en sieralgen hierin goed zijn in te passen.<br />
Voor de toetsing van de biologische gegevens aan de maatlatten van de Kaderrichtlijn<br />
Water (KRW) zijn de vennen daarnaast ingedeeld in zeer zwak gebufferde<br />
vennen (type M12a), niet gebufferde, zure vennen (M13) en zwak gebufferde<br />
hoogveenplassen/vennen (M26). De vennen behoren tot de SNL-typen<br />
zwakgebufferd ven (N06.05) en zuur ven of hoogveenven (N06.06).<br />
Adviseur Water en Natuur <strong>rapport</strong> 1010, Koeman en Bijkerk <strong>rapport</strong> 2012-076, Alterra-<strong>rapport</strong> 2351 2