Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.7.2. Kiezelwieren<br />
Bemonstering<br />
Voorbewerking<br />
Determinatie en telling<br />
Harmonisatie<br />
Materiaal en methoden<br />
en trends worden besproken en bediscussieerd, in het licht van de getroffen<br />
beheersmaatregelen en veranderingen in de abiotische kwaliteit.<br />
De gebruikte veld- en laboratorium methoden komen in hoofdzaak overeen met<br />
die in het Handboek Hydrobiologie (Bijkerk e.a. 2010).<br />
Kiezelwierenmonsters (één per ven per bemonstering) zijn in 2010 en 2011<br />
genomen door een planktonnet (maaswijdte 30 µm) te trekken door het open<br />
water, door water- en oeverplanten en voorzichtig over de bovenste bodemlaag.<br />
Deze methode komt overeen met die in 1990 en 1991 (Van Dam & Arts 1993),<br />
maar verschilt enigszins van die in 2003, toen er ook uitknijpsel van ondergedoken<br />
waterplanten en mossen aan het netplanktonmonster werd toegevoegd.<br />
Vanaf het eind van de dag van monstername tot aan de verdere bewerking<br />
werden de monsters bewaard in de diepvries (ca -12 °C). Kliplo is in mei en<br />
november 2010 en 2011 bemonsterd. Poort 2, Diepveen en het ven in het Echtenerzand<br />
zijn bemonsterd op 4 oktober 2010 en de overige vennen op 15 en 16<br />
augustus 2011. Deze bemonsteringsmaanden komen ongeveer overeen met die<br />
van de eerdere onderzoekingen (Van Dam & Arts 1993, Bijkerk e.a. 2004).<br />
In het laboratorium is zoutzuur (10%) toegevoegd aan het monster om de diatomeeën<br />
los te weken en om eventueel aanwezig ijzer te verwijderen. Na verwijdering<br />
van eventueel aanwezige grove plantendelen is het materiaal geoxideerd<br />
door verhitting (80ºC) in zwavelzuur (96%) en waterstofperoxide (30%).<br />
Na herhaald spoelen in water zijn twee preparaten vervaardigd 8 door inbedden<br />
in Naphrax (brekingsindex 1,73) of Zrax (brekingsindex 1,72), waarbij dekglaasjes<br />
zijn gebruikt met een dikte van 0,15-0,17 mm.<br />
De vervaardigde preparaten zijn bekeken onder een Zeiss Axioskop 20 microscoop<br />
met fase-contrastbelichting bij een vergroting van 1000 x (n.a. 1,30). Er<br />
zijn 400 schaaltjes in aselect gekozen beeldvelden gedetermineerd en geteld 9 .<br />
Daarbij is gebruik gemaakt van de in de literatuurlijst genoemde determinatieliteratuur.<br />
Daarbij zijn de taxonomische indeling en naamgeving van Taxa Waterbeheer<br />
Nederland (TWN) gebruikt (http://www.aquo.nl ). De resultaten van<br />
de tellingen zijn ingevoerd in de EcoLIMS-database. Van veel preparaten worden<br />
ook nog een of meer soorten buiten de telling vermeld. Omdat dit niet consequent<br />
is gebeurd zijn deze niet bij de verdere verwerking betrokken. De aantallen<br />
schaaltjes per monster zijn omgerekend naar procentuele hoeveelheden<br />
door het aantal schaaltjes per soort te delen door alle getelde schaaltjes en te<br />
vermenigvuldigen met honderd.<br />
In de afgelopen dertig jaar is er veel taxonomisch onderzoek aan kiezelwieren<br />
gedaan en zijn de criteria voor de indeling van soorten en geslachten aan verandering<br />
onderhevig geweest 10 . Veel soorten zijn opgesplitst en zonder correc-<br />
8 De preparaten worden bewaard in de collectie van Grontmij.<br />
9 In een enkel geval met zeer lage dichtheden is volstaan met een telling van<br />
200 schaaltjes. Een schaaltje is hier de helft van een individu. Een complete<br />
kiezelwiercel bestaat uit twee schaaltjes.<br />
10 Van de vele wijzigingen in de taxonomie moet er hier één apart worden genoemd.<br />
Dat betreft Eunotia neocompacta, die eerder werd aangeduid als E.<br />
nymanniana. Deze laatste naam bestaat nog wel, maar komt nu toe aan de<br />
Adviseur Water en Natuur <strong>rapport</strong> 1010, Koeman en Bijkerk <strong>rapport</strong> 2012-076, Alterra-<strong>rapport</strong> 2351 24