Elektronische vooraanmelding geeft boost aan Antwerpse ...

Elektronische
vooraanmelding
geeft boost
aan Antwerpse
containerterminals
BELGIË-BELGIQUE
PB 9099 GENT X
BC 10798
Tijdschrift - toelating
gesloten verpakking
JAARGANG 6 | DRIEMAANDELIJKS | JANUARI - FEBRUARI - MAART 2011 | V.U. RUDI DE MEYER | P608067
21

2 INHOUD
21
08
FOCUS
12
FOCUS
16
CEPA
DIENSTEN-
GROEP
20
TALENT-
MANAGEMENT
Elke stap
in de keten
kritisch in vraag
durven stellen
00
RUBRIEK
Titel
Nieuwjaarsreceptie havengemeenschap
Onderwerp
Leerbeleid is altijd een tweerichtingsverkeer
Onderwerp
Eerste stakeholdersoverleg Duurzaam Ondernemen
Onderwerp
Ro Ro Line - Silvertrans en Van Moer -
Shipping Corporation of India (SCI) - Hanjin Shipping,
UASC, COSCO en CCNI - Delphis - Euroports Onderwerp Belgium
U KAN DEZE EDITIE VAN PORTAAL OOK DOWNLOADEN VIA DE WEBSITE WWW.ALFAPORTANTWERPEN.BE
04
ASV steunt NAVES
bij ontwikkeling uniforme procedures

14 RUBRIEK IN BEELD
Rudi De Meyer
18 RUBRIEK TALENTMANAGEMENT
22 RUBRIEK DUURZAAM ONDERNEMEN
24 RUBRIEK DYNAMIEK IN DE HAVEN
26 NIEUWS VAN DE LEDEN
Titel edito
Crisissen zijn uitdagingen. Deze boutade, ontleend aan
PAUL het VALKENIERS
gelijknamige boek van André Leysen uit 1984,
wordt meer dan eens als een te gemakkelijk en vrijblijvend
passe-partout statement gebruikt, een cliché bijna. Intussen,
na wat we zonder schroom mogen bestempelen als
een van de zwaarste economische crisissen ooit, hebben we
als havengemeenschap de draagwijdte van Leysens’ boodschap
allesbehalve clichématig leren inschatten. De crisis, die
de overslagcijfers van de haven in 2009 deed kelderen, was inderdaad
een uitdaging, bedreigend zelfs, maar tegelijkertijd
ook een onwaarschijnlijke opportuniteit. De belabberde economische
situatie zette ons op scherp, deed ons in 10 + 1
werkgroepen brainstormen en nadenken over de versterking
van de competitiviteit van de haven, en bracht nieuwe dynamiek
en gemeenschapsgevoel tussen Havenbedrijf en private
havengemeenschap. Sterk door samenwerk. Ongeveer 200 experts
uit de havengemeenschap werden gemobiliseerd. Randvoorwaarden
werden scherp onder de loep genomen: douane,
IT, arbeidsorganisatie ... We leerden in supply chain-context te
denken: de haven is er niet omwille van zichzelf, maar speelt
haar rol als onderdeel binnen de supply chain. Aan beide uiteinden
van de keten houden verladers/producenten en ontvangers/klanten
een scherpe focus op kost, doorlooptijd en
betrouwbaarheid van de goederenstromen en logistieke processen,
waaronder ook de havenhub. “Verladers maken havenblinde
keuzes”, lezen we elders in dit blad. Het komt er
dus op aan als haven en als schakel in een ruimer geheel,
maximaal performant te zijn om zo aantrekkelijk te blijven
voor de verlader.
Intussen zijn we na de formele start van het Totaalplan bijna
anderhalf jaar verder en willen we, Havenbedrijf en private
havengemeenschap, structureel landen: het Antwerp Port
Community System is in oprichting, het plan van aanpak voor
douanehervorming ligt klaar en wordt door het totale Belgische
werkgeversveld onderschreven, het scheepvaartmanagement
voor nautisch ketenbeheer is een feit, supply
chaindenken moet structureel verankerd worden in onze werking
enzovoort.
EDITORIAAL
Naar een hogere dimensie
Een tussentijdse evaluatie eind 2010 leerde dat er nog enkele
belangrijke dimensies ontbraken. Laat het ons zo stellen: een
haven is veel meer dan een cluster van intermodale infrastructuur,
dokken en kaaien waar schepen worden geladen
en gelost, goederen worden aan- en afgeleverd, gestockeerd,
‘gecustomized’ ... Achter deze fysieke handelingen schuilen
processen en mensen, ‘human capital’ als belangrijkste voorwaarde
voor economische groei. Talentmanagement zal
daarom een prominente juiste plaats toebedeeld krijgen in het
Totaalplan, consequent vanuit een ‘sterk door samenwerk’-filosofie.
Het is in die zin bijzonder verheugend en bemoedigend
te kunnen vaststellen hoe het Havenbedrijf, Alfaport
Antwerpen, LOGOS, VOKA, VDAB en Stad Antwerpen hun
acties op de arbeidsmarkt coördineren: aanpak van knelpuntfuncties,
matching onderwijs-arbeidsmarkt, imago, instroom
in de sector … Een groots jobevent tijdens de Vlaamse
havendag van 25 juni 2011 zal de kroon op het werk zijn.
We tackelen dus profit, people, maar … “what about our planet?”.
Ook hier neemt de havengemeenschap in haar totaliteit
(Havenbedrijf, Alfaport Antwerpen, VOKA, Maatschappij
Linkerscheldeoever) zware engagementen. Aan de hand van
sociale, economische en milieu-indicatoren zal op het niveau
van de ganse havengemeenschap (en dit is uniek!) een duurzaamheidsverslag
uitgewerkt worden. Een eerste oplijsting
van doelstellingen is gemaakt en een eerste maal besproken
met alle stakeholders (gemeenten, natuur en milieuorganisaties,
vakbonden). Naast de ambitie om tweejaarlijks een foto te
nemen van de haven op basis van een aantal economische -,
sociale - en milieu-indicatoren is er ook de ambitie om te
komen tot een soort handleiding over duurzaamheid voor de
bedrijven. De opzet hiervan is via praktische tips en best practices
een handige gids op te stellen waaruit bedrijven kunnen
putten om met een eigen inbreng bij te dragen aan het duurzame
karakter van onze haven.
Deze oefening is maatschappelijk zeer relevant, draagt bij tot
een duurzame supply chain, is goed voor de haveneconomie
en bij uitbreiding voor de welvaart en het welzijn in de
Vlaamse regio. Iets waar we bijzonder trots op mogen zijn.
HET MAGAZINE VAN ALFA-
PORT HET MAGAZINE VAN
ANTWERPEN ALFAPORT ANTWERPEN & CEPA & CEPA
ALFAPORT ANTWERPEN Brouwersvliet 33, bus 8 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 205 18 80
Fax: +32 3 231 27 52 | info@alfaportantwerpen.be | www.alfaportantwerpen.be
CEPA Brouwersvliet 33 bus 7 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 221 97 11 | Fax: +32 3 232 38 26
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Rudi De Meyer | J.B. Corremansstraat 62 | 2850 Boom
REDACTIE | TEKSTEN Stephan Vanfraechem, Rudi De Meyer, Paul Valkeniers, René De Brouwer,
Annemie Morbee, Anne Laureyns (coördinatie) | EINDREDACTIE Alfaport Antwerpen, Cepa,
Annemie Morbee | FOTOGRAFIE Wouters-Fasseur, Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
Sandy Quidé (coördinatie), ADVERTENTIES: mail voor meer info naar anne.laureyns@alfaportantwerpen.be
PORTAAL MAGAZINE
3

4
INTERVIEW
Elke stap
in de keten
kritisch in vraag
durven stellen
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

INTERVIEW
Elk jaar kent zijn favoriete buzzword. Voor de Antwerpse havengemeenschap was dat in
2010 zonder enige twijfel supply chain management. Geen werkgroep, informeel overleg
of raad van bestuur werd afgesloten zonder dat deze term had geklonken. Maar wat
betekent deze mondvol eigenlijk? Portaal ging praten met ‘supply chain missionarissen’
Tom Van Dyck en Joost Naessens, respectievelijk procurement manager en manager
logistic site services bij BASF Antwerpen.
Tom Van Dyck Joost Naessens
Portaal: De focus op supply chain management
was mede het gevolg van een
intense samenwerking tussen overslag,
logistiek en industrie in de haven in het
kader van het Totaalplan concurrentiële
haven. Maar wat bedoelen we eigenlijk
met supply chain management?
Joost Naessens: Tussen een producent en
een klant loopt een bepaalde stroom van
goederen. Je moet dat zien als een langgerekte
ketting met verschillende schakels.
Grondstoffen moeten worden
aangevoerd, het product moet geproduceerd
worden, (tijdelijk) opgeslagen, vervoerd,
overgeladen enzovoort. Die
verschillende acties zijn allen onderdelen
van die totale ketting of supply chain die
start bij de producent en eindigt op het
moment de klant het product in ontvangst
neemt. Het managen of beheersen
van deze ketting houdt onder meer in dat
alles gepland wordt, waarbij elke schakel
deze planning kent en voor ogen houdt
bij de uitvoering. Performantiemetingen
zoals bij voorbeeld de leverbetrouwbaarheid
bij elke tussenstap en vooral op het
einde van de ketting, bewaken permanent
het proces. Het moeilijkste beheersaspect
is het verzekeren van de
betrouwbaarheid en beweeglijkheid van
de ketting door tijdig bij te sturen bij afwijkingen.
Supply chain management betekent
dus dat je niet enkel de individuele
schakels gaat optimaliseren, maar ook de
interactie tussen opeenvolgende schakels,
waarbij je steeds het belang van de eindklant
voor ogen houdt. We streven naar
een optimale performance op ketenniveau
waarbij eventuele minder betrouwbare
schakels – die we uiteraard
zoveel als mogelijk proberen te vermijden
– bijvoorbeeld worden opgevangen door
een sterkere performance van andere
schakels binnen de keten.
Tom Van Dyck: Je kan supply chain management
vanuit verschillende niveaus
bekijken. Infrastructuur en middelen is
een belangrijke, maar ook processen en
IT. Bij dit laatste stellen we ons de vraag
hoe we het proces efficiënter kunnen
maken en welke communicatieplatformen
er nodig zijn voor een snelle en
betrouwbare informatiedoorstroming.
Ten slotte speelt ook de organisatie een
belangrijke rol. Op dat niveau moet het
toezicht eruit bestaan dat alle schakels
van de supply chain vlekkeloos op mekaar
inspelen, waarbij het mogelijk is om
bij te sturen indien nodig.
Portaal: Het belang van dat supply
chain management is groot. Het is geen
nice-to-have meer, maar een essentiële
voorwaarde om aantrekkelijk te blijven
voor een verlader. Het staat centraal in
de keuze van de verlader.
Tom Van Dyck: Dat kan niet genoeg
benadrukt worden. Verladers maken heel
vaak havenblinde keuzes. Dat betekent dat
ze de ganse supply chain bekijken en zien
welke haven het beste ‘past’ in die supply
chain. Ze hanteren daarbij een aantal
criteria. Duurzaamheid, betrouwbaarheid,
doorlooptijd en kosten zijn de belangrijkste.
Op die criteria kan en moet je als haven
werken, maar ook hier steeds vanuit het
besef dat je als haven slechts één schakel in
het geheel bent. Je moet dus proberen een
wisselwerking op te zetten met wat vòòr
en na jou komt. Een verlader bekijkt de
mogelijkheden van deze haven zowel inbound,
intraport als outbound. Welke lijnen
lopen de haven aan? Hoe is de
connectiviteit naar de verschillende werelddelen?
Welke barge-, spoor- en truck- oplossingen
worden aangeboden om de
goederen vlot te laten bewegen binnen de
haven én naar het hinterland? Dat alles
wordt mee in rekening gebracht.
PORTAAL MAGAZINE
5

6
INTERVIEW
Joost Naessens: Wanneer een verlader
zijn supply chain netwerk wil ontwerpen,
bekijkt hij het totale plaatje: douane, IT,
infrastructuur, vervoersaanbod, rechtszekerheid,
sociaal klimaat, investeringsklimaat
... Die beslissingen worden in de
regel genomen op het niveau van de
hoofdkwartieren. Aankoop- en logistieke
diensten benchmarken daarbij de prestatie
van de verschillende mogelijke dienstverleners
en potentiële partners. Zo
komen ze als het ware tot een scorebord
waarbij alle elementen in rekening te werden
gebracht en ze finaal een keuze
maken. Als haven – en dan bedoel ik
zowel de publieke als de private sector
samen – moet je er ‘gewoon’ voor zorgen
dat je uit zo’n benchmarking als beste
keuze komt. Zo ‘gewoon’ of evident is dat
natuurlijk niet, maar het moet wel je doelstelling
zijn indien je de ‘first choice’ wil
worden voor een verlader.
Portaal: Transparantie en sterke communicatie
lijken in dit verhaal zeer
belangrijk te zijn.
Joost Naessens: Communicatie die gericht
is op een snelle informatiedoorstroming
zal mede bepalen in hoeverre je
performant bent als supply chain. Indien
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
elke schakel zich als een eilandje gedraagt,
optimaliseren we enkel die individuele
schakel. Zoals gezegd moeten we
echter de ganse keten optimaliseren. Dat
doen we onder andere door sterk op
transparante en efficiënte communicatie
in te zetten en te zorgen voor een zeer
goede gegevensdoorstroming doorheen
de verschillende schakels. Door een
goede en tijdige communicatie kunnen
we zo bijvoorbeeld een hapering in een
bepaalde schakel snel detecteren en oplossen
door verderop in de keten al corrigerende
maatregelen te nemen. Elke
individuele schakel doet dan niet alleen
‘zijn’ werk, maar denkt mee in functie
van het belang van de eindklant – waar je
als schakel mogelijk geen direct contact
mee hebt - om hem een zo performante
keten aan te bieden.
Portaal: Dat veronderstelt ook dat elke
schakel zich kritisch in vraag stelt of
durft te stellen?
Tom Van Dyck: Klopt. Als verlader evalueren
we elke schakel op zijn toegevoegde
waarde of andersom: we
verwachten van elke schakel dat hij zijn
toegevoegde waarde aantoont. Zoniet
kunnen we hem beter schrappen of het
anders organiseren.
Joost Naessens: Vanuit die filosofie analyseren
en optimaliseren wij permanent
onze fysische en administratieve processen.
Dat gaat van elektronische inbinding
van vervoerders in onze planning tot
snelle on-site omlooptijden met een minimum
aan personeel. Wij verwachten dat
alle dienstverleners - ook overheidsdiensten
- die ‘operational excellence’ nastreven.
Neem nu bijvoorbeeld het ganse
douanegebeuren. Het is niet omdat de
aangiftes nu elektronisch gebeuren, dat
het ganse proces sneller verloopt. Integendeel,
er zijn bijkomende stappen ontstaan
en de fysische afwikkeling loopt
vertraging op door systeemuitvallen of te
trage responstijden. De aangifte zelf zou
eigenlijk overbodig moeten gemaakt worden.
Samengevat: de havengemeenschap en
de overheid moeten out-of-the-box durven
denken en kritisch zijn bij elke processtap.
Door intense samenwerking met
verladers, zoals deze schitterend werd
toegepast in het Totaalproject concurrentiële
haven, ben ik ervan overtuigd dat
we nog steeds goede kansen hebben om
samen te groeien en onze concurrentiepositie
te verbeteren.

8 FOCUS
U kon het al lezen in de voorbije editie van Portaal: het Antwerp Port Community
System (APCS) bundelt alle havengerelateerde elektronische toepassingen en vult
aan waar nodig. Een eerste concreet resultaat zal eind dit jaar te zien zijn op de container-
terminals in Antwerpen: vrachtwagenchauffeurs zullen niet langer onverrichter zake
moeten terugkeren én sneller bediend worden. Portaal sprak hierover met Douwe
Witteveen (PSA Antwerp), Marc Huybrechts (VEA) en Kurt Joosen (Febetra-SAVA).
Portaal: Het is een oud zeer, de wachttijden
aan de terminals. Hoe willen
jullie dat oplossen?
Douwe Witteveen: In de eerste plaats
willen we achterhalen wanneer en hoeveel
volume we kunnen verwachten
van de wegvervoerders en ten tweede
willen we het spreiden van de bezoeken
bevorderen. We kennen dagelijks twee
pieken en op die momenten kunnen we
de instroom van trucks niet bolwerken.
Daarvoor hebben we het TAMS inge-
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Douwe Witteveen
Naar een
vlottere afhandeling
op de containerterminals
voerd, het Truck Appointment Management
System. Het komt er op neer
dat truckchauffeurs ons verwittigen
wanneer ze van plan zijn een container
te laden of te lossen. Ze krijgen dan van
ons een TAR (Truck Appointment Reference)
en wanneer ze zich effectief
met deze TAR aanmelden, krijgen ze
een voorkeursbehandeling.
Maar alvorens een truckchauffeur de
bewuste container kan ophalen, moeten
er vier zaken gekend zijn: het referen-
tienummer (de container moet geboekt
zijn), het containernummer (de container
staat op de terminal), een laat-volgen
(de container is vrijgesteld) en een
vrijgave van de douane. Deze voorwaarden
variëren al naargelang het om
een export- of importbeweging gaat en
of het een volle of lege container is.
Marc Huybrechts: Als een van deze
vier voorwaarden ontbreekt, krijgt de
vrachtwagenchauffeur zijn lading niet.
Hij telefoneert dan naar zijn opdracht-

gever die moet uitzoeken welke menselijke
fout er gemaakt is. Zo’n zaken leiden
tot situaties waardoor chauffeurs
hun opdracht niet kunnen uitvoeren,
met als gevolg: wachtgelden, klanten
die in de steek worden gelaten, discussies
...
Kurt Joosen: Wachttijden die we niemand
kunnen verrekenen. Want niemand
voelt zich verantwoordelijk.
Douwe Witteveen: Dit willen we oplossen
door een pre-check. Zodra de
chauffeur in ons systeem zijn vooraanmelding
invoert en een afspraak maakt
om te komen, krijgt hij van ons een oké
als de container aan alle voorwaarden
voldoet. Statuswijzigingen worden proactief
aan de transporteur gemeld,
zodat hij niet nodeloos naar onze terminal
rijdt. Hij kan in ons systeem zien
of de container administratief in orde is,
of hij daadwerkelijk op de terminal
staat en of de commerciële vrijgave is
geregeld. Voor de vrijstelling maken we
wel het voorbehoud dat we die alleen
tonen voor lijndiensten die 100 % met
elektronisch ingestuurde pincodes werken.
De douanevrijgave kunnen we niet
laten zien, maar dat brengt het APCS
tegen eind dit jaar in orde. Maar het belangrijkste
gegeven is dat door deze
pre-check de vrachtwagenchauffeur
niet onverrichter zake moet terugkeren.
Kurt Joosen
Portaal: Biedt zo’n pre-check aan alle
partijen voordelen?
Marc Huybrechts: Absoluut. Ik schat
dat wij per jaar zo’n 5.000 à 10.000 euro
inkomsten derven omwille van menselijke
fouten, waardoor een vrachtwagenchauffeur
onze opdracht niet kan
uitvoeren. Dat kan aan ons liggen, aan
de rederij, aan de douane, aan een elektronisch
mankement ... het maakt niet
uit. Het uiteindelijk resultaat is een ontevreden
klant en dat willen we koste
wat het kost vermijden.
Kurt Joosen: Voor ons is dat prima. Het
is enorm belangrijk dat wij niet voor
niets naar de terminal rijden. Door zo’n
pre-check hebben we zekerheid over de
status van de container. En dit kan snel
gebeuren, zeker door de invoering van
het elektronisch laat-volgen. Alleen
voelen wij ons niet geroepen om die
pre-check zelf uit te voeren. De opdrachtgever
is immers veel sneller op
de hoogte van deze informatie. Als wij
verantwoordelijk worden gesteld voor
én de pre-check én de vooraanmelding,
zijn we meer met administratie bezig
dan met onze kernactiviteit: rijden.
Marc Huybrechts: Op papier lijkt het
inderdaad logisch dat de opdrachtgever
zijn transportopdracht pas geeft
wanneer alle lichten (lees: de vier voorwaarden
om een container te laten ver-
FOCUS 9
trekken) op groen staan. Alleen is de
realiteit anders. Dankzij de nieuwe
technologieën kunnen we vandaag de
dag de container laten vrijgeven, vrijstellen
en administratief in orde brengen
nog voor het schip de haven is
binnengekomen. Het is dan ook logisch
en het meest efficiënt dat we in eenzelfde
beweging het transportorder
geven.
Portaal: Het elektronisch vooraanmelden
met de daarbij horende TAR-code
ging bij PSA Antwerp afgelopen
zomer vrijblijvend van start. Wat
waren de resultaten?
Douwe Witteveen: Bijzonder positief.
Op de Noordzee Terminal, de Europa
Terminal en de Deurganck Terminal
werd 20 % van het volume vooraangemeld.
In januari waren er 350 bedrijven
die aanlogden en één of meerdere opdrachten
hebben aangemaakt. De transporteurs
melden ons dat zij wel degelijk
het verschil merken in doorlooptijd.
Maar let wel: we kunnen de prioritaire
behandeling pas geven als de vrachtwagen
‘tussen de blokken staat’. Het
gebruik van time slots zal het mogelijk
maken om onze straddle carriers optimaal
te bestellen en zo de wachttijden
te minimaliseren. Maar zo ver is het nog
niet. We moeten afwachten hoe het sys-
PORTAAL MAGAZINE

10 FOCUS
Marc Huybrechts
teem zal gebruikt worden. Eén ding is
zeker: hoe meer informatie wij ontvangen,
hoe meer service we kunnen
geven.
Portaal: Tot nu toe heeft PSA de vooraanmelding
aangeboden. Vanaf volgende
maand wordt dit verplicht. Hoe
gaat het dan in zijn werk?
Douwe Witteveen: Er zijn twee manieren
om je vooraf aan te melden: via
onze website of via een xml-bericht. De
chauffeur meldt zich aan en geeft het
tijdstip op wanneer hij de container kan
komen laden of lossen. Hij heeft daarvoor
een tijdblok van vier uur. De TARcode
die hij van ons krijgt, tikt hij in aan
het truckloket en dan krijgt hij onmiddellijk
alle containerdetails te zien.
Daardoor vermijdt hij ook het verkeerd
intoetsen van referenties. Heeft hij zich
niet op voorhand aangemeld, dan moet
hij zijn TAR-code genereren op de terminal
zelf. Daarvoor hebben wij speciale
kiosken voorzien.
Op die manier zijn er drie scenario’s:
- de chauffeur is vooraangemeld en op
tijd: hoogste prioriteit;
- de chauffeur is vooraangemeld, maar
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
te laat: gemiddelde prioriteit;
- de chauffeur is niet vooraangemeld:
geen prioriteit.
Kurt Joosen: Organisatorisch is zo’n
vooraanmelding onbegonnen werk,
zeker wat de tijdslots betreft. Wij weten
deze namiddag amper wat we morgen
moeten vervoeren, hoe zouden we dan
in zo’n strak stramien kunnen passen?
Bovendien hebben we af te rekenen met
heel veel onvoorziene omstandigheden
zoals files, sneeuw, ijzel, ongevallen ...
Het is organisatorisch onmogelijk om
dat op voorhand in te plannen. Bovendien
moeten we op die manier voor één
container (die we vervoeren voor de
klant van de terminaloperator) vijf keer
op tijd komen: laden, scanning, ontgassen,
douane, lossen.
Douwe Witteveen: Om tegemoet te
komen aan de problematiek van de
doktransporten hebben we veel flexibiliteit
in het systeem gestoken. Indien
een bezoek niet geheel in orde is, kan
toch een TAR-code gegeven worden.
De TAR-code van een exportcontainer
kan bijvoorbeeld op basis van de boeking
worden gemaakt. Bovendien kan
de TAR-code op de terminal nog gewij-
zigd worden zonder dit de prioriteit in
het gedrang brengt.
Portaal: Niet enkel PSA Antwerp
werkt met een vooraanmelding. Ook
bij DP World en op de MSC Home
Terminal zijn de plannen al vergevorderd.
Het voordeel van APCS is dat dit
voor iedereen hetzelfde systeem zal
worden.
Marc Huybrechts: Er wordt momenteel
hard gewerkt om dit operationeel te
krijgen zodat het dit najaar een feit
wordt. Op die manier moet er niet meer
ingelogd worden op de website van
PSA Antwerp, maar zullen we via
APCS gedirigeerd worden naar de betrokken
terminal. Dit geldt zowel voor
de pre-check als voor de vooraanmelding.
En aangezien afgelopen week een
akkoord werd bereikt met de Administratie
der Douane en Accijnzen, zullen
zij er tegen die tijd ook kunnen voor
zorgen dat de douanevrijgave via deze
weg kan verlopen. We zullen dan over
een quasi waterdicht systeem beschikken
dat iedereen veel frustraties zal besparen.

12 FOCUS
lanceert ’e.Dimension’
PSA Antwerp, dat in Antwerpen vier containerterminals
en een multipurposeterminal uitbaat, biedt sinds enkele
weken met ‘e.Dimension’ een nieuw product aan.
Via deze portaalsite bundelt de onderneming voortaan
alle bestaande PSA-applicaties inzake elektronische
data-uitwisseling. Daarmee wil PSA Antwerp zijn voortrekkersrol
terzake bevestigen, de communicatie met de
klanten verder verbeteren én de interne processen optimaliseren
van zowel de klanten als PSA Antwerp zelf.
Filip Merckx, Commercial Manager, en Caroline Creve,
Manager Corporate Communications, lichten toe.
Portaal: PSA Antwerp biedt al heel
wat ‘e-producten’ aan. Wat is de toegevoegde
waarde van deze nieuwe
portaalsite?
Filip Merckx: Onze klanten waren inderdaad
van ons al een en ander gewoon.
Zo beschikken wij met TAMS
(Truck Appointment Management System)
reeds geruime tijd over een platform
waarop via elektronische weg
wegvervoerders een afspraak kunnen
boeken voor het laden en lossen van
een container op een van onze terminals.
Wij ondersteunen ook het Barge
Traffic System (BTS) waarbij binnenvaartoperatoren
met onze terminal
hun planning afstemmen. Er zijn dus
reeds heel wat applicaties gebouwd die
intensief worden gebruikt.
Het ontbrak echter aan een totaal-
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
overzicht waarbij een (potentiële) gebruiker
of klant in één oogopslag al
onze mogelijkheden inzake elektronische
data-uitwisseling te zien kreeg.
Met onze ‘e.Dimension’ kunnen we dit
nu wel. Per modus (zeeschip, truck,
lichter en spoor) zijn alle bestaande applicaties
samengebracht op één portaalsite.
Een binnenvaartoperator
bijvoorbeeld kan op die manier via de
‘e.Barge’-module zien welke applicaties
wij voor deze transportmodus aanbieden.
Dat zijn er heel wat. Naast de vooraanmelding
via BTS kunnen deze
operatoren los- en laadgegevens opgeven,
importdocumenten opvragen,
exportdocumenten aanleveren en
terugkoppeling krijgen over de status
van een container (los- of laadstatus),
allemaal via elektronische weg.
Caroline Creve: We willen hiermee ook
een krachtig signaal geven dat wij als
PSA Antwerp, maar ook ruimer als
Antwerpse haven, wél mee zijn met de
trein van EDI en andere elektronische
data-uitwisseling. Onze concurrenten
laten het vaak uitschijnen alsof wij hier
in Antwerpen zijn blijven hangen in een
vorig tijdperk.
Filip Merckx: Zowel uit studiewerk in
het kader van de opstart van het Antwerp
Port Community System (APCS),

als uit eigen ervaring kunnen we duidelijk
stellen dat wij minstens even ver,
zoniet verder staan dan onze concurrenten.
Als PSA Antwerp vinden wij
het belangrijk om dat ook te laten ‘zien’.
Met onze ‘e.Dimension’-applicatie doen
we dat nu ook.
Portaal: Welke andere voordelen zien
jullie naast het feit dat alles nu netjes
is samengebracht op één portaalsite?
Filip Merckx: Klanten die gebruikmaken
van onze applicaties zien hun gegevens
quasi in realtime verwerkt. Met andere
woorden: op het moment dat zij de gegevens
elektronisch ingeven, worden
deze onmiddellijk verwerkt in onze systemen.
Elektronische ingave verkleint
ook de kans op fouten. En ten derde
vermijdt zo’n elektronische ingave natuurlijk
ook een enorme papierberg.
Caroline Creve: Voor ons als terminaloperator,
zit de winst hem vooral in de
mogelijkheid tot een betere en efficiën-
http://edimension.psa-antwerp.be
FOCUS 13
tere planning van de behandeling van
trucks, lichters en spoorwagons op
onze terminals. Door voorafgaand met
de vervoerders te communiceren, kunnen
wij de inzet van mensen en middelen
optimaliseren. Maar het is ook onze
bedoeling om die vervoerders – nadat
ze via een van onze applicaties een afspraak
met ons hebben gemaakt – sneller
en beter te behandelen.
Portaal: Jullie zien ‘e.Dimension’ duidelijk
als een tweerichtingsverkeer.
Het moet zowel PSA Antwerp als de
klant ten goede komen.
Filip Merckx: Absoluut. We bieden al
onze reeds bestaande applicaties aan,
maar staan ook open voor dialoog met
onze klanten en de gebruikers van onze
portal. Wij vragen iets van de klanten,
maar wij willen graag ook iets teruggeven.
Wij zoeken naar win-wins voor
beide partijen. We bieden nu reeds heel
wat aan, maar er zijn mogelijk nog witte
vlekken waarvoor we bijkomende applicaties
zullen ontwikkelen. Dat kan
zeker, op voorwaarde dat er vraag naar
is en iedereen (zowel de klant als wijzelf)
daar meerwaarde in ziet.
Portaal: PSA Antwerp is een onderdeel
van PSA International, een van de
grootste havengroepen ter wereld.
Toch is ‘e-Dimension’ lokaal ontwikkeld.
Caroline Creve: PSA Antwerp beschikt
over een eigen IT-afdeling die in
nauwe samenspraak met de commerciële
en de operationele afdeling in Antwerpen
‘e.Dimension’ en de achterliggende
applicaties zelf heeft ontwikkeld. We
zijn dus vertrokken vanuit zowel onze
lokale applicaties en gebruiken, maar
ook vanuit de vragen van onze lokale
klanten.
PORTAAL MAGAZINE

14 IN BEELD
Nieuwjaarsreceptie havengemeenschap
Meer dan 1.000 genodigden zakten op 11 januari
af naar het Hilton hotel aan de Antwerpse
Groenplaats om er tijdens de traditionele, gezamenlijke
nieuwjaarsreceptie van Alfaport Antwerpen,
Cepa en het Gemeentelijk Havenbedrijf het glas
te heffen op een succesvol 2011. Ze luisterden
naar de toespraken van Alfaport-voorzitter
Walter Van Mechelen, havenschepen Marc Van
Peel en eregenodigde Hilde Crevits, Vlaams minister
van Mobiliteit en Openbare Werken.
Walter Van Mechelen spoorde de aanwezigen aan om zich
één jaar na de lancering van het Totaalplan ten volle te
engageren bij de opstart van projecten voor een meer concurrentiële
haven. Als voorbeeld noemde hij de oprichting
van het Antwerp Port Community System (APCS). Medewerkers
van het Gemeentelijk Havenbedrijf en de private
havengemeenschap gaan op één werkvloer samenwerken
om alle reeds beschikbare IT-oplossingen te bundelen en de
witte vlekken in te vullen. Van Mechelen riep ook op om met
hart en ziel te geloven in het ‘supply chain management’-principe.
De haven moet zich nog beter profileren en positioneren als
duurzame, betrouwbare, snelle en kostenefficiënte schakel in
de totale logistieke keten. Hij dankte de partners in het sociale
overleg, de vakbonden, voor de inspanningen die ze hebben
geleverd om het conventioneel stukgoed wat ademruimte te
geven en riep hen op om volop mee te werken aan een vernieuwde
arbeidsorganisatie. Ook de overheid en politiek
werden tot engagement aangespoord. Alfaport Antwerpen
heeft zich ingespannen om het Belgische werkgeversveld te
verenigen rond een concrete visietekst over de toekomst van
de Belgische douane. Hij vroeg aan de toekomstige beleidsverantwoordelijken
van ons land om deze visietekst in het
regeerakkoord op te nemen en zo de omvorming van de douaneadministratie
tot een efficiënte overheidsorganisatie alle
kans tot slagen te geven.
Tot slot dankte Walter Van Mechelen zijn voorganger Roger
Roels voor de samenwerking en inzet gedurende zijn voorzitterschap
van Alfaport Antwerpen.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Havenschepen Marc Van Peel was tevreden over de grote
doorbraken in 2010, met name de Scheldeverdieping en de
beslissing rond de bouw van de tweede sluis op Linkeroever.
Ook hij sprak de hoop uit dat in 2011 verdere stappen
worden gezet rond de modernisering van de arbeidsorganisatie.
Minister Hilde Crevits meldde dat Vlaams minister-president
Kris Peeters zijn ambtsgenote uit het Duitse Noordrijn-
Westfalen, Hannelore Kraft, om verduidelijking heeft
gevraagd na recente berichten dat Duitsland de IJzeren Rijn
geen prioriteit meer zou geven. Crevits benadrukte dat
Vlaanderen de IJzeren Rijn niet zomaar zal opgeven.

EVENTS EN COMMUNICATIE
IN BEELD
PORTAAL MAGAZINE
15

16 CEPA DIENSTENGROEP
Interprofessioneel akkoord 2011-2012
Eerste stap naar een gelijkschakeling
van arbeiders en bedienden?
Midden januari bereikten de sociale partners een ontwerpakkoord
over de evolutie van de loon- en arbeidsvoorwaarden
voor de periode 2011-2012, het zg. interprofessioneel
akkoord. De sociale partners maakten daarin ingrijpende afspraken
op het vlak van de loonvorming, maar ook en vooral
op het vlak van de gelijkschakeling van de statuten van arbeiders
en bedienden.
De achterban van de socialistische en liberale vakbond verwezen
het akkoord echter naar de prullenmand. De regering
formuleerde daarop een bemiddelingsvoorstel, dat
echter ook door beide vakbonden verworpen werd. Toch
besliste de regering om haar bemiddelingsvoorstel integraal
uit te voeren.
Dat voorstel behoudt de essentiële punten uit het ontwerpakkoord,
maar beperkt zich in zijn uitvoering tot de periode
2011-2012. Het komt op enkele punten tegemoet aan de wensen
van de vakbonden, maar, en dit is belangrijker, het bevestigt
de beperkte marge voor loonsverhoging die in het
ontwerpakkoord overeengekomen was. De uitvoering van
het bemiddelingsvoorstel effent meteen ook het pad voor de
start van de onderhandelingen in de sectoren.
Laten we even bekijken waar het ontwerpakkoord van de
sociale partners en het bemiddelingsvoorstel van de regering
samengaan.
Loonmatiging
Wat de koopkracht betreft, houdt het compromis van de sociale
partners, dat zowel rekening hield met de concurrentiekracht
van de bedrijven als met de koopkracht van de werknemers,
stand. Concreet betekent dit: geen loonsverhogingen in 2011
en voor 2012 een beperkte loonsverhoging van maximum 0,3 %.
Bovenop de indexering van de lonen evenwel, mogelijk goed
voor 3,9 % of meer in de betrokken periode.
De studie over het indexeringssysteem, waarmee de sociale
partners wensten uit te zoeken hoe de impact van bepaalde
elementen op de indexvorming kan verminderd worden,
werd in het regeringsvoorstel niet weerhouden. Voor werknemers
die betaald worden aan het minimumloon, voorziet
het bemiddelingsvoorstel een koopkrachtverhoging via een
lastenvermindering.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Toenadering arbeiders en bedienden
Ongetwijfeld de belangrijkste verdienste van het ontwerpakkoord
was de stap die gezet werd op het vlak van de
gelijkschakeling van de statuten van arbeiders en bedienden.
Voor het eerst lag er een concreet plan op tafel om de verschillen
tussen beide statuten weg te werken.
Er werd besloten om geleidelijk, in fasen, te evolueren naar
een nieuw statuut. De verschillen tussen arbeiders en
bedienden zijn immers te groot om in één keer weg te werken.
Voor vier thema’s hadden de sociale partners een regeling
uitgewerkt: ontslag, vakantie, gewaarborgd loon en
carensdag, en tijdelijke werkloosheid. Daarnaast werden
ook nog enkele afspraken gemaakt inzake collectief overleg.
De regering gaat echter enkel de afspraken uitvoeren die betrekking
hebben op de periode 2011-2012, hier en daar bijgevijld.
Slechts twee thema’s, ontslag en tijdelijke werkloosheid,
zetten zachtjes koers richting toenadering.
Ontslag
Inzake ontslagrecht planden de sociale partners om vanaf
2012 de huidige regelingen voor arbeiders en bedienden naar
elkaar te laten toegroeien. Enerzijds door ook voor hogere
bedienden de opzeggingstermijnen wettelijk vast te leggen,
wat o.m. neerkomt op de afschaffing van de formule Claeys.
En anderzijds door toepassing van convergentiecoëfficiënten,
waardoor, tijdens een overgangsperiode van enkele
jaren, de opzeggingstermijnen voor arbeiders langer worden
en deze voor bedienden korter. Toch even in de verf zetten
dat deze nieuwe ontslagregels enkel van toepassing zijn op
werknemers die pas vanaf 2012 in dienst treden.
De regering gaat deze overgangsregeling integraal uitvoeren,
mits twee toemaatjes. De arbeiders krijgen iets vlugger
een langere opzeggingstermijn en op de termijnen voor de
bedienden wordt iets minder beknibbeld. Maar verrassend
is de belastingvrijstelling die de regering aanbiedt op het
inkomen van de eerste twee weken van de opzeggingstermijn.
Even aanstippen dat ook de ontslagpremie van 1.666
EUR voor arbeiders in deze overgangsregeling vervat zit,
vanaf 2012 echter volledig ten laste van de RVA en gemoduleerd
in functie van de anciënniteit.

Over de afspraken die de sociale partners reeds maakten
voor een definitieve ontslagregeling, wordt niet gerept in het
bemiddelingsvoorstel. Die definitieve regeling zou in 2012
door de sociale partners op punt gesteld worden en zou bestaan
uit drie delen: een opzeggingsperiode, een niet te presteren
periode met behoud van het nettoloon, en een periode met
een RVA-vergoeding. Deze regeling zou eveneens gebaseerd
zijn op de anciënniteit in de onderneming, maar wel begrensd.
En ook hier werd het principe weerhouden dat voor de werknemers
in dienst, de bestaande rechten behouden blijven.
Jaarlijkse vakantie
Op het vlak van de jaarlijkse vakantie hadden de sociale partners
de principes vastgelegd voor een eenvormige regeling voor
de berekening van het enkel en het dubbel vakantiegeld, een
regeling die zowat het midden houdt tussen de huidige
regelingen voor arbeiders en bedienden. Voor arbeiders
wordt het enkel vakantiegeld (het loon voor de opgenomen
vakantiedagen) aangepast, voor bedienden het dubbel
vakantiegeld (de extra vakantiepremie). Maar ook deze afspraak
moest in 2012 nog definitief worden uitgewerkt en
komt dus niet ter sprake in het bemiddelingsvoorstel.
Gewaarborgd loon en carensdag
Nog in 2012 gingen de sociale partners bepalen welke regeling
van gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid voor
alle werknemers in de toekomst zou gelden: de regeling van
de arbeiders, de regeling van de bedienden, of een tussenoplossing.
Waar de sociale partners het al wel over eens waren, was de
afschaffing van de carensdag, ten vroegste in 2014. In ruil
daarvoor zouden een aantal kostencompenserende maatregelen
voorzien worden en een verscherpte controle
op misbruiken.
Ook dit thema komt niet aan bod in het bemiddelingsvoorstel.
CEPA DIENSTENGROEP 17
Tijdelijke werkloosheid
Voor de tijdelijke werkloosheid werd in het ontwerpakkoord
een eenvormige regeling uitgewerkt: een eengemaakt stelsel
van tijdelijke werkloosheid voor alle werknemers, gebaseerd
op de huidige regeling voor arbeiders en dit vanaf 2016. Mét
een verplichting tot betaling van een aanvulling door de
werkgever en een responsabilisering bij overmatig gebruik.
In de overgangsperiode blijft de crisiswerkloosheid of tijdelijke
werkloosheid voor bedienden bestaan, maar doven de
voorwaarden van die crisismaatregel i.v.m. het verlies aan
omzet, productie of bestellingen geleidelijk uit tegen 2016.
Hier gaat de regering de overgangsregeling alleszins al tot
eind 2012 uitvoeren.
Collectief overleg
Inzake collectief overleg werd in het ontwerpakkoord de
afspraak gemaakt dat voor de sociale verkiezingen van 2012
de drempel voor de oprichting van een ondernemingsraad
behouden blijft op 100 werknemers.
Ook deze afspraak gaat de regering bekrachtigen. De verlaging
van de drempel tot 50 werknemers is daarmee opnieuw
even uitgesteld.
Tot slot parafeerden de sociale partners nog enkele afspraken
over materies die traditioneel op het tweejaarlijkse menu
staan: de koopkrachtverhoging van uitkeringsgerechtigden
en de verlenging van enkele tijdelijke maatregelen zoals de
bijzondere brugpensioenregelingen op 56 jaar. Ook deze
materies worden door de regering integraal uitgevoerd. Anders
dan afgesproken tussen de sociale partners, heeft de
regering voor de koopkrachtverhoging van de niet-actieven
het volledige budget geprogrammeerd.
Meer info: lutgarde.debruyn@cepa.be
PORTAAL MAGAZINE

18
TALENTMANAGEMENT
Leerbeleid is altijd
een tweerichtingsverkeer
Patrick Durot
Greet Paenen werkt op de commerciële afdeling bij
scheepsagent Durot en mag zich na drie jaar Portilogopleidingen
bijna expediteur noemen. Alsof dat nog niet
genoeg is, heeft ze een Portilogleercheque gewonnen.
Patrick Durot, managing director, vertelt hoe dit alles
perfect past binnen het leerbeleid van zijn onderneming.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Portaal: Durot voert al enkele jaren een
uitgekiend opleidingsbeleid. Kunt u dat
even toelichten?
Patrick Durot: Een leerbeleid van een bedrijf
gaat altijd in twee richtingen: de onderneming
moet een rijk palet aan
opleidingen voorzien (intern of extern) en
de medewerker moet bereid zijn om die
opleiding te volgen en maximaal te benutten.
Het een kan niet zonder het
ander.
Bij Durot hebben we vijf soorten opleidingen.
De introductie of startopleiding bieden
wij intern aan iedere nieuwe medewerker.
Dat kan een opleiding telefonie
zijn, een maritiem pakket, een expeditiepakket,
outlook, al naargelang het takenpakket
van deze medewerker.
De opfrissessies worden ook intern georganiseerd
en kunnen verschillende onderwerpen
behandelen: douane,
algemene scheepvaart, het cognossement,
het laat-volgen, de Incoterms in het algemeen
... We verplichten niemand om
deze sessies te volgen, maar raden het
toch sterk aan (glimlacht).
Daarnaast heb je de speciale seminaries
die buitenshuis worden gevolgd. Bijvoorbeeld
over de nieuwe Incoterms, of een
seminarie over Duqm Port (Oman). Ook
deze seminaries raden we sterk aan bij de
betrokken medewerkers.
Verder zijn er de opleidingen die ook buitenshuis
worden georganiseerd, zoals de
opleidingen van Portilog. Als medewerkers
te kennen geven dat ze bepaalde cursussen
willen volgen, gaan we daar graag
op in.
En tenslotte zijn er de vakopleidingen die
bv. door Syntra worden georganiseerd.
Ook dit is op vraag van de medewerkers.
Boekhouding en IT zijn de meest gegeerde
cursussen bij ons.
Portaal: Durot neemt het financieel kostenplaatje
op zich voor wat het externe
aanbod betreft?
Patrick Durot: Vanzelfsprekend. Het
systeem van de kmo-portefeuille heeft dit

veel gemakkelijker gemaakt. Het bedrijf
betaalt de opleidingskost en krijgt 50 %
terug van de Vlaamse overheid en dit
zonder te veel administratie. Die was
vroeger bijna onoverkomelijk.
Ik ben zeer blij dat ik dat kan aanbieden,
want het is een feit dat de hele havengebonden
sector door de jaren heen te weinig
aandacht heeft geschonken aan
opleiding. En dat heeft zijn gevolgen,
want als medewerkers uitstekend zijn
opgeleid, heeft dat een directe impact op
de klantenrelatie. Je kan meer kwaliteit
aanbieden door een grote vakkennis. En
vakkennis is in onze sector heel belangrijk.
Daar werken we bij Durot hard aan.
We willen bijvoorbeeld op termijn een
specialist hebben van elk gedeelte van de
transportketen. Niet iemand met 40 jaar
ervaring, maar jonge mensen. Externe opleidingen
zullen ons daarbij helpen. En
die jonge vakkundigheid zal zich vertalen
in een betere klantenservice.
Portaal: Een opleidingsbeleid in een bedrijf
houdt ook verband met een bepaald
rekruteringsbeleid. Hoe loopt dat
bij Durot?
Patrick Durot: De kandidaten die bij ons
solliciteren, worden gescreend op drie
kwaliteiten: vakkundigheid, ingesteldheid
en persoonlijkheid. Die zaken wegen
alle drie even zwaar door. Iemand die
expeditie en logistiek heeft gestudeerd
aan de hogeschool, maar duidelijk niet
gemotiveerd is om in de maritiem te
komen werken, maakt een kleinere kans
dan een gedreven persoon zonder voorkennis.
Het is de laatste jaren al meermaals
gebeurd dat wij mensen zonder
voorkennis aanwerven. Zij zijn bereid om
avondschool te volgen en te studeren terwijl
ze met hun voeten in de praktijk
staan. Dat heeft enorme voordelen, want
doordat je theorie en praktijk aan elkaar
kunt koppelen, zie je onmiddellijk het nut
ervan in.
Greet Paenen: Ik kon de Portilogcursus
onmiddellijk toepassen op mijn werk en
mijn vragen van het werk meenemen
naar de cursus. Ik wist wel al veel door
het in de praktijk te doen, maar niet alles.
Als ik nu bijvoorbeeld een schadegeval
heb, weet ik hoe het precies in mekaar zit
en wie ik verantwoordelijk kan stellen.
Door de cursussen wordt dat allemaal
veel duidelijker.
TALENTMANAGEMENT
Greet (links op de foto) won tijdens Shiplink een leercheque ter waarde van 200 euro. Ze is nog aan het
twijfelen wat ze er precies mee zal doen: douanemodule 2, binnenvaartmodule 2 of eerder een seminarie
over claims of chartering? Gelukkig heeft ze nog de tijd tot eind 2011 ...
Portaal: Voelt u onmiddellijk de return
van zo’n opleiding op de werkvloer?
Patrick Durot: Ik zal een voorbeeld
geven. Er komt een schip binnen met
30.000 ton lading met allemaal liner in,
free out (LIFO)-partijen die moeten verdeeld
worden over 30 tot 40 cognossementen.
Dat kan Greet nu helemaal alleen
organiseren, wat vroeger niet het geval
was. De opleiding is een ondersteuning
Het opleidingstraject van Greet Paenen
van het bedrijf.
Maar het is ook een ondersteuning voor
Greet zelf, natuurlijk. Ze wordt niet alleen
beloond in remuneratie, maar even veel
in persoonlijke voldoening en vooruitgang.
Zoals ik al zei, is leerbeleid een
tweerichtingsverkeer: Greet bouwt aan
haar carrière en wij geven haar de kans
om aan haar carrière te bouwen.
Greet heeft een bachelor marketing, maar droomde er al jaren van om in de shipping
te gaan werken. Ze begon op de importafdeling bij Durot. Enkele jaren later
verhuisde ze naar het departement expeditie en begon het te knagen.
“De aanleiding was eigenlijk dat mijn Frans moest verbeteren omwille van het contact
met de klanten. Maar ik liep al een tijdje rond met een opleidingshonger. Ik wou meer
weten over de zaken die ik moest doen, ik wou het grondiger kennen.”
Greet begon de Portilogmodule Frans te volgen en IMDG-zeevervoer van gevaarlijke
producten. En ging verder met Incoterms, claims, Antwerpse havengebruiken
en -reglementen, de CODEX ...
“En plots bleek dat ik nog maar zeven vakken moest volgen om mijn diploma Scheepvaart/Expeditie
te halen, dus heb ik verder gestudeerd. De laatste examens zijn eind maart.”
Sinds vorig jaar zit Greet terug op de agentuurafdeling, maar nu op de commerciële
dienst.
Het diploma Scheepvaart/Expeditie wordt in de havengebonden en logistieke
sector als gelijkwaardig beschouwd met een bachelordiploma Logistiek Management.
Het is voor werknemers dan ook de uitgelezen manier om hun vakkennis
te certificeren. Om het diploma te behalen, moet een cursist binnen een periode
van maximaal vijf opleidingsjaren geslaagd zijn voor alle basismodules, douanemodule
1 en twee specialisatiemodules uit een verschillend vakgebied.
Subsidies: bedrijven kunnen tot 70 % op het inschrijvingsgeld besparen als ze gebruik
maken van de subsidiemaatregelen van de overheid (kmo-portefeuille), het
ledentarief en de tussenkomst van het sectorfonds (LOGOS).
Meer informatie hierover op de Portilogwebsite www.portilog.be
PORTAAL MAGAZINE
19

20
TALENTMANAGEMENT
Van uitzend-maritiem
bediende naar vast contract
Hoewel sinds kort erkend als een knelpuntberoep, weet iedere havengebonden onderneming
al veel langer hoe moeilijk het is om logistieke bedienden te vinden. Randstad en
Portilog sloegen enkele jaren geleden de handen in elkaar om tegemoet te komen aan
deze leemte in de arbeidsmarkt. Portaal woonde de proclamatie bij van de laatste ‘lichting’
cursisten van de opleiding maritieme termen en documenten en sloeg een babbeltje met
Greet Van Melkebeke, manager Randstad, en Corinne Thijs, coördinator van Portilog.
Portaal: Kunnen jullie de succesformule van dit Randstadproject
even toelichten?
Greet Van Melkebeke: We zijn in 2007 gestart met een inleidende
cursus maritieme termen en documenten, in samenwerking
met Portilog, omdat we zagen dat het beroep van
maritieme bediende niet ingevuld raakte. Wij nemen het voortraject
op ons: als arbeidsmarktdeskundige hebben wij door ons
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
netwerk en contacten een duidelijk zicht op de gevraagde profielen
in de sector en beschikken we over de nodige tools om de
kandidaten grondig te screenen.
Corinne Thijs: Op basis van de vraag van het bedrijfsleven en
het functieprofiel dat zij zochten, hebben wij vervolgens een opleidingspakket
samengesteld. Het idee was een snelcursus
maritieme termen en documenten, zodat de kandidaten toch

notie krijgen van zeevracht. Aangezien de deelnemers vaak uit
een totaal andere sector komen en geen voorkennis hebben,
werd een introductie ingelast over import en export.
De bedoeling van deze opleiding is om hen een goede basiskennis
mee te geven zodat ze snel inzetbaar zijn.
Greet Van Melkebeke: We mikken op een mix aan profielen.
De helft van de kandidaten heeft een bachelor of master, maar
niet in de maritieme richting. Ze moeten wel de bereidheid hebben
om onderaan de ladder te beginnen en ook stressbestendig
zijn, leergierig en flexibel. In ruil daarvoor kunnen we hen een
interessante sector aanbieden. De maritieme sector is echt wel
een schoolvoorbeeld van een bedrijfstak waar je kan doorgroeien
als je bereid bent om te werken.
Portaal: Wat zijn de eerste resultaten?
Greet Van Melkebeke: Eind 2008 hadden we 100 mensen opgeleid,
waarvan er 85 % een vast contract aangeboden kregen.
In 2009 is de opleiding niet doorgegaan omwille van de economische
situatie en eind vorig jaar zijn we opgestart met de 15
mensen die nu zijn afgestudeerd. Medio februari hadden we alweer
een nieuwe lichting van 20 deelnemers.
Corinne Thijs: Het Randstadproject werd door het bedrijfsleven
zeer goed onthaald. We trachten het programma dan ook
zo nauw mogelijk af te stemmen op de behoeften van de sector.
Op vraag van een aantal bedrijven hebben we dit jaar een extra
NIEUWE KANSEN DANKZIJ RANDSTADPROJECT
Ingrid Heymans
Tanja Remache
Philippe Bruyneel
Liesje De Wit
TALENTMANAGEMENT
module functioneel Frans toegevoegd.
Door het feit dat de meeste cursisten werken terwijl ze de cursus
volgen, heb je ook een snelle return op de werkvloer: ze kunnen
hetgeen ze geleerd hebben onmiddellijk omzetten in de
praktijk.
Voor de bedrijven is het een heel interessant project: Randstad
neemt de kosten voor de screening en opleiding voor zijn rekening
en de nieuwe medewerker wordt binnen een korte tijdspanne
bijgeschoold op een zeer praktische manier.
In het kader van de samenwerking met de andere Vlaamse havens,
kunnen wij dit traject ook aanbieden in de havens van
Gent en Zeebrugge. En indien bedrijven dit wensen, kunnen we
ook in-house cursussen geven waarbij er met bedrijfseigen
materiaal wordt gewerkt.
HET LESPAKKET
De opleiding maritieme termen en documenten omvat één
introductiedag en vier modules, verspreid over een maand.
De modules zijn functioneel Frans (1 dag),
Incoterms (anderhalve dag),
maritieme documenten (2 dagen) en
Bill of Lading (2 dagen).
De docenten staan allen met hun voeten in de dagelijkse
praktijk.
Ingrid Heymans werkt bij CMA CGM als importbediende
en heeft ondertussen een vast contract te pakken. “Mijn vorige
job bood mij niet meer voldoende uitdaging en na mijn zwangerschapsverlof
besloot ik mijn leven een nieuwe wending te geven. Ik
doe de job heel graag: er is wat werkdruk, er zijn internationale contacten,
het is afwisselend ... Ik denk erover na om nog wat bijkomende
taalcursussen te volgen.”
Philippe Bruyneel is 30 jaar en na 15 jaar horeca was hij toe
aan een andere uitdaging en een meer regelmatig leven.
Philippe volgde de opleiding en kon daarna starten als planorderbediende
van de lichters bij een van de grote marktspelers.
“De cursus vond ik heel boeiend. Er zijn veel zaken aan
bod gekomen die ik helemaal niet kende. Mijn nieuwe werkgever
heeft mij de kans gegeven en ik ga er voor.“
Tanja Remache werkt bij Remant op de importafdeling en
heeft, na een uitzendperiode, een vast contract aangeboden
gekregen.”Ik heb eerst office management gestudeerd en daarna
een cursus maritiem bediende gevolgd bij LBC. Maar toen kreeg ik
bij Randstad de kans om werk te vinden door deze cursus te volgen
en inderdaad: het is gelukt! Ik vond het een zeer interessante cursus.
De praktijkervaring van de lesgevers is goud waard.”
Liesje De Wit werkt bij MSC als manifestbediende. Voordien
volgde ze een opleiding toegepaste taalkunde, maar was niet
geslaagd. “Mijn moeder is douanebeambte en daardoor kende ik al
iets van de sector. Ik vind het een boeiende wereld. De lessen die ik
hier gevolgd heb, waren heel interessant. Ik denk er sterk over na om
nog andere opleidingen bij Portilog te volgen.”
PORTAAL MAGAZINE
21

22 DUURZAAM ONDERNEMEN
Eerste stakeholdersoverleg
Duurzaam Ondernemen
Op 22 februari vond het eerste stakeholdersoverleg
plaats over duurzaamheid of maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Deze dialoog is een initiatief van Alfaport
Antwerpen, het Gemeentelijk Havenbedrijf
Antwerpen, de Maatschappij
Linkerscheldeoever en VOKA-Kamer
van Koophandel Antwerpen-Waasland,
en kadert binnen het ‘Totaalplan
voor een meer concurrentiële haven’.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
In de uitvoering van dit Totaalplan
werd beslist dat er werk zou gemaakt
worden van een gezamenlijke visie
over duurzaamheid. Het Havenbedrijf,
Alfaport, de Maatschappij en VOKA
sloegen hiervoor de handen in elkaar.
Bij duurzaamheid staat het evenwicht
centraal tussen ‘profit, people en planet’,
met andere woorden, tussen de economische,
sociale en milieuaspecten.
De stakeholders hebben een werkgroep
opgericht die in 2011 concrete doelstellingen
voor deze drie domeinen zal bepalen
en een duurzaamheidsrapport
voor de ganse Antwerpse havengemeenschap
zal opstellen, waarin concrete
verwezenlijkingen worden
opgesomd. Het rapport zal door de individuele
bedrijven kunnen aangewend
worden als kader, context en
voorbeeld voor duurzaam ondernemen.
In een latere fase zal ook een handleiding
over duurzaamheid worden opgemaakt.
Hierin worden de best practices
en inspirerende voorbeelden besproken
die specifiek kunnen toegepast worden
in het havengebied. Door ze per soort
activiteit op te lijsten, kan iedereen hiermee
aan de slag om van de haven een
duurzame haven te maken.
Tijdens de startvergadering op 22
februari werden gedachten uitgewisseld
over de voorgestelde indicatoren
binnen de drie thema’s. Het resultaat
was een interessant en productief debat
met beloftes voor de toekomst.

InCasu.be
“
talent
Breng het talent van uw arbeiders en bedienden in vervoering. Laat u
daarin bijstaan door een uniek team dat sinds jaar en dag de loonen
personeelsadministratie voert voor werknemers in de haven,
in vervoer, logistiek, expeditie en internationale handel.
U kunt rekenen op sectorkennis, praktijkgerichte
ondersteuning en advies door juristen.
acerta.be
Acerta: HR-diensten & advies, tools en administratieve ondersteuning
voor HR-verantwoordelijken in de haven- en logistieke sector.
De haven- en
logistieke sector
halen er meer uit op
acerta.be/portandlogistics
ONDERNEMINGSLOKET | SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS | SOCIAAL SECRETARIAAT | KINDERBIJSLAGFONDS | HR CONSULTING SERVICES
“

24 DYNAMIEK IN DE HAVEN
Nieuwe deepsea rorodienst in Antwerpen
Ro Ro Line Pte Ltd is afgelopen maand van start gegaan
met een lijndienst tussen Europa en Oost-Afrika en het
Verre Oosten. De Singaporese rederij zet hiervoor vier
zusterschepen in met een capaciteit van 7.600 wagens, wat
hen tot een van de grootste PCTC (Pure Car/Truck Carrier)-eigenaars
ter wereld maakt. Voor het vervoer van
zwaarder materieel beschikken de schepen over een laadklep
met een capaciteit van 320 ton.
De nieuwbouweenheden worden gefaseerd in de vaart
gebracht, waardoor Ro Ro Line tegen eind dit jaar een regelmatige
driewekelijkse dienst zal kunnen aanbieden.
Laadhavens zijn Antwerpen, Immingham en Bremerhaven,
om vervolgens koers te zetten naar Mombasa, Dar Es
Salaam, Singapore, Shanghai, Hongkong, Xingang, Yokohama
en Kobe. Singapore fungeert als hub voor de intra-
Aziatische diensten van Ro Ro Line naar Sakhalin Island,
Ho Chi Minh City, Bangkok en Keelung.
Qua lading mikt de rederij op nieuwe en tweedehandse
rorolading, breakbulk en projectlading op mafi’s.
De schepen worden behandeld aan de Euroports-terminal
op Linkeroever. Agent voor Ro Ro Line is TRS Europe.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Silvertrans en Van Moer
in preferentieel partnership
De Antwerpse expeditiegroep Silvertrans heeft met de
transport- en logistiekgroep Van Moer een verregaande
samenwerking afgesloten. Silvertrans verhuist naar de
kantoren van Van Moer om dichter bij de goederen te zitten
en op die manier de klanten een all-in logistiek dienstenpakket
aan te bieden. Deze samenwerking geeft
Silvertrans meteen de nodige armslag om uit te breiden
en verder te groeien in een zich steeds sneller wijzigende
logistieke markt. Met deze strategische keuze benadrukt
Silvertrans zijn ambitie om uit te groeien tot een middelgrote
speler in het expeditiegebeuren. Van Moer op zijn
beurt kan hiermee de bedrijfsgebouwen efficiënter benutten
en zijn expeditienoden sneller opvolgen.
Nieuwe breakbulkdienst naar India
Schipping Corporation of India (SCI) biedt vanaf april een
nieuwe breakbulkverbinding aan tussen Antwerpen en
India. SCI zet hiervoor in een eerste fase twee eigen breakbulkschepen
in met een capaciteit van 26.000 dwt en kan
hiermee een afvaart verzekeren om de vijf à zes weken.
Het is de bedoeling om op termijn een derde schip in te
zetten zodat de frequentie naar een maandelijkse afvaart
kan worden gebracht. Vanuit Antwerpen wordt (afhankelijk
van de lading) een haven in de Rode Zee en/of de
Arabische Golf aangelopen. In India worden beurtelings
(eveneens afhankelijk van de lading) de havens Mumbai,
Chennai, Kandia en Mundra bediend.
SCI richt zich met deze dienst op ijzer en staal, general
cargo, projectlading en bulkpartijen. De schepen worden
behandeld door DP World Breakbulk. Agent voor SCI is
De Keyser Thornton.

Nieuwe verbinding tussen Antwerpen en
Zuid-Amerika
De rederijen Hanjin Shipping, United Arab Shipping
Company (UASC), China Ocean Shipping Company
(COSCO) en Compañia Chilena de Navegación Interoceanica
(CCNI) zetten een nieuwe gezamenlijke dienst op
naar Zuid-Amerika. Deze wekelijkse dienst wordt uitgebaat
door zes schepen met een capaciteit van 2.500 TEU
en 300 reeferaansluitingen. UASC en Hanjin zetten elk
twee eenheden in, COSCO en CCNI elk één.
Vanuit Antwerpen zetten de schepen koers naar Algeciras,
Rio de Janeiro, Santos en Itajai. De transittijd bedraagt
14 tot 19 dagen.
Delphis bestelt
acht nieuwbouwcontainerschepen
De Belgische rederij Delphis heeft een nieuwbouworder
geplaatst bij Hanjin Heavy Industries & Construction voor
nieuwe schepen met een capaciteit van 3.800 TEU. Indien
alle opties gelicht worden, zullen in totaal acht nieuwe
eenheden besteld worden. Het is vooralsnog onduidelijk
waar de schepen zullen ingezet worden. De oplevering is
voorzien voor de eerste helft van 2013.
Nieuwe papiertrafiek voor
Euroports Belgium
DYNAMIEK IN DE HAVEN 25
Sinds begin dit jaar behandelt Euroports op de Antwerpse
linkeroever een nieuwe papiertrafiek uit Zweden, die op
jaarbasis zo’n 140.000 ton omvat.
De goederen werden vroeger per schip vanuit Zweden
naar verschillende havens vervoerd, maar de logistieke
dienstverlener, ScandFibre Logistics, concentreert sinds
eind vorig jaar zo veel mogelijk op het spoor. Als uitvalsbasis
voor de Benelux is de keuze gevallen op Euroports
Belgium.
Het Zweedse papier is afkomstig van vijf producenten die
hun goederenstroom aan ScandFibre Logistics toevertrouwen.
Euroports ontvangt en lost wekelijks drie treinen, waarna
het papier verder per vrachtwagen wordt gedistribueerd.
Vanuit Antwerpen spoort de trein vervolgens met retourlading
terug naar Zweden.
PORTAAL MAGAZINE

26
NIEUWS VAN DE LEDEN
ASV steunt NAVES
bij ontwikkeling
uniforme procedures
NAVES, de Nationale Federatie der Verenigingen van Scheepsagenten en -makelaars van
België, legt zich toe op de studie en verdediging van de problemen en belangen van de
scheepsagenten op nationaal, Europees en wereldvlak. De nieuw verkozen voorzitter
Eugène Vanfleteren wil NAVES een nieuw elan geven. NAVES streeft naar eenvormige
procedures en werkmethodes op Vlaams niveau en dit voor alle facetten van de havenactiviteiten.
De Antwerpse Scheepvaartvereniging (ASV) heeft tijdens haar jongste raad
van bestuur beslist om hieraan mee te werken.
Belangrijke rederijen in zowel Antwerpen,
Zeebrugge als Gent kampen met dezelfde
beroepsproblematiek. Ze worden
in de Vlaamse havens vaak voor dezelfde
havenactiviteit geconfronteerd met verschillende
procedures en kosten. Volgens
de voorzitter van NAVES zijn er mogelijkheden
om efficiënter met allerlei procedures
en administratieve formaliteiten
om te gaan en is een havenklant meer gebaat
met een Vlaamse dan met een lokale
aanpak.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Een eerste aanzet voor de ontwikkeling
van een portaal op Vlaams niveau werd
reeds gegeven binnen CCS (Cargo Community
System). CCS is een stuurgroep
waarin de Vlaamse overheid overleg
pleegt met de havenoverheden en met
vertegenwoordigers uit de privésector.
Oorspronkelijk was het streefdoel van
CCS om een uniform systeem te verkrijgen
voor het elektronisch afhandelen van
alle ladingprocedures en dit ook binnen
CCS te ontwikkelen.
Nadien werd voor een andere aanpak gekozen.
Tijdens een eerste fase worden alle
IT-projecten die reeds in Antwerpen beschikbaar
zijn of op het punt staan gerealiseerd
te worden, onder het Antwerp
Port Communty Systeem (APCS) gebundeld.
Binnen CCS gaat men vervolgens na
of synergieën met andere Vlaamse havens
mogelijk zijn en of bepaalde systemen
samen kunnen worden ontwikkeld.
NAVES-voorzitter Vanfleteren beklemtoont
dat het niet de bedoeling is dat Antwerpen
het initiatief naar zich toetrekt.
Ook andere havens kunnen binnen het
CCS voorstellen aanbrengen.
In Antwerpen werken de privésector (via
dochter Porticom) en het Gemeentelijk
Havenbedrijf (via IT-poot Amaris) reeds
geruime tijd samen aan de ontwikkeling
van het APCS. Er is al heel wat beschikbaar
dat momenteel allemaal binnen één
framework dient te worden gecoördineerd.
De Antwerpse Scheepvaartvereniging
heeft recentelijk beslist middelen of
mensen vrij te maken voor een concrete
ondersteuning van Porticom. Hierdoor
kan de ontwikkeling van de modules versneld
worden en kan ook de aansturing
vanuit de privésector worden geoptimaliseerd.
ASV rekent er dan ook op dat de
APCS-modules ook voor de andere
Vlaamse havens zullen worden opengesteld.

DEURGANCK TERMINAL
NOORDZEE TERMINAL
EUROPA TERMINAL
MSC HOME TERMINAL
CHURCHILL TERMINAL
PSA ANTWERP • Napelsstraat 79, 2000 Antwerpen•
TEL: +32 (0)3 260 61 11 • FAX: +32 (0)3 260 62 00
www.psa-antwerp.be • info@psa-antwerp.be

Dredging International nv
Haven 1025 - Scheldedijk 30
B-2070 Zwijndrecht, Belgium
T +32 3 250 52 11
F +32 3 250 56 50
info@deme.be
www.deme.be
Havenbouw en onderhoud van vaarwegen:
écht specialistenwerk!
Member of the DEME Group
De milieuvriendelijke sleephopperzuiger “Brabo” houdt de toegang tot een wereldhaven als
Antwerpen op diepte. Het is maar één voorbeeld van de ontelbare projecten die Dredging International
over de hele wereld uitvoert.
Met 150 jaar ervaring, een uitgebreide, moderne vloot en meer dan 4000 specialisten in dienst, heeft
Dredging International alle expertise in huis om elk bagger- en waterbouwproject, hoe complex ook,
perfect af te werken.
DEME: creating land for the future