Portaal 30 - Alfaport Antwerpen

30PORTAAL
vraag Het magazine van Alfaport Antwerpen & Cepa
Naam: antwoord
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal Magazine 5
Jaargang 8 I driemaandelijks I april - mei - juni 2013 I V.U. Rudi De Meyer I P308067
“ Havenmeerwaarde
door samenwerking
“ tekst
BELGIË-BELGIQUE
PB 9099 GENT X
BC 10798
Tijdschrift - toelating
gesloten verpakking

2 Inhoud nr 30
04
Vlaamse havens
10
Interview
20
Terugblik
22
Duurzaamheid
Draagvlak vergroten
26
Cepa dienstengroep
Interprofessioneel overleg 2013-2013
06
Bedrijf in beeld
13
Acerta HR-Services
16
Talentmanagement
Financiële steun voor opleidingen
18
Talentenstroom
Talenten wakker maken
21
In beeld
24
Dynamiek in de haven

Edito
Colofon
Paul Valkeniers
Beste lezer,
Edito 3
Meermaals hebben we in Portaal een pleidooi gehouden voor het versterken van de
concurrentie positie van de Vlaamse havens op mondiaal vlak. Het is belangrijk dat Vlaanderen
- met zijn Vlaamse havens als belangrijke economische poorten - zich verder kan ontplooien
als een van de voornaamste Europese distributieregio’s. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid
dragen we met alle stakeholders die onze haven genegen zijn. Een grote kracht schuilt
in een goed draaiende tandem tussen de volledige havengemeenschap en de overheid.
Het is daarom verheugend te zien dat niet alleen het Antwerpse stadsbestuur onder leiding
van burgemeester Bart De Wever een “businessfriendly” klimaat wil scheppen en als partner
samen met het bedrijfsleven gaat werken aan het versterken van de competitiviteit, duurzaamheid
en mobiliteit van de Antwerpse regio. Er is ook het initiatief van Vlaams minister van
Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits om een nieuwe start te geven aan Flanders Port
Area. Vlaanderen, de vier Vlaamse havens en de Vlaamse Havenvereniging willen door slim
met elkaar samen te werken een meerwaarde creëren voor de Vlaamse economie én voor
elk van de havens. Het samenwerkingsakkoord focust zich onder andere op het versterken
van de randvoorwaarden die een competitieve havenlogistiek in haar breedste zin mogelijk
moeten maken.
Ook op het gebied van havenarbeid worden stappen gezet om met alle stakeholders de
concurrentiepositie van de Belgische zeehavens te versterken. Onder het leiderschap
van federaal minister van Werk Monica De Coninck werd in april een nationale werkgroep
opgestart die zich buigt over de actualisering van de havenarbeid. We moeten geen revolutie
verwachten, integendeel, want alle partijen willen de basisprincipes van onze huidige arbeidsorganisatie
behouden. Wel bekijken de sociale partners en de overheid hoe ze samen kunnen
bouwen aan een veilige én meer competitieve haven. De sfeer onder de gesprekspartners is
positief en dan is heel veel mogelijk.
Bovenstaande initiatieven, waarbij overheden en de havengemeenschap elkaar vinden,
kunnen de concurrentiepositie van onze havens een stevig duwtje in de rug geven. Maar we
zijn ons als werkgevers bewust dat we ook op eigen kracht heel veel zelf kunnen realiseren.
Samen met de Antwerpse stouwers heeft Cepa diverse initiatieven gestart die een betere
kwaliteit, inzet en beschikbaarheid van havenarbeid moeten bewerkstellingen. Het is bijvoorbeeld
altijd een uitdaging om in de zomermaanden over voldoende mensen te beschikken
om de ploegen te bemannen. Dit jaar heeft Cepa het ‘Zomerplan 2013’ uitgewerkt om op drie
fronten aan deze uitdaging tegemoet te komen. Zo hebben we de beslissing genomen om
de getalsterkte van het algemeen contingent te verhogen, werd het initiatief genomen om
samen met de leden een zo optimaal mogelijke verlofspreiding te realiseren en hebben we een
bijkomende capaciteit aan opgeleide gelegenheidsarbeiders gecreëerd die tijdens de zomermaanden
ter beschikking zal gesteld worden van de leden. Met deze initiatieven hopen we dat
u uw klanten kunt geruststellen dat voor de nodige kwaliteitsvolle capaciteit wordt gezorgd en
dat er over het imago van de Antwerpse haven gewaakt wordt.
Veel leesgenot en geniet van een mooie zomer!
PORTAAL Het magazine van Alfaport Antwerpen & Cepa
ALFAPORT AnTwERPEn Brouwersvliet 33, bus 8 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 205 18 80
Fax: +32 3 231 27 52 | info@alfaportantwerpen.be | www.alfaportantwerpen.be
CEPA Brouwersvliet 33 bus 7 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 221 97 11 | Fax: +32 3 232 38 26
VERAnTwOORDELIJKE UITGEVER Rudi De Meyer | J.B. Corremansstraat 62 | 2850 Boom
REDACTIE | TEKSTEn Laurens De Buck, Rudi De Meyer, Paul Valkeniers, Annemie Morbee (coördinatie)
EInDREDACTIE Alfaport Antwerpen, Cepa, Annemie Morbee
FOTOGRAFIE wouters-Fasseur, Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Sandy Quidé (coördinatie)
OPMAAK ID advertising
ADVERTEnTIES: mail voor meer info naar laurens.debuck@alfaportantwerpen.be
Dit magazine is gedrukt op 100% gerecycleerd papier en met plantaardige inkten

4 Vlaamse havens
Flanders Ports Area:
noodzaak tot slimme
samenwerking
In april ondertekende Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken
Hilde Crevits, een samenwerkingsakkoord met de vier Vlaamse havenbesturen
en de Vlaamse Havenvereniging. Minister Crevits gaf hiermee een nieuwe start
aan Flanders Ports Area.
Portaal: Flanders Ports Area is
opgericht onder uw voorganger
minister Kris Peeters. Vanwaar
de behoefte om deze afspraak tot
samenwerking opnieuw aan te
zwengelen?
Hilde Crevits: De economische
situatie nu is toch wel anders dan
toen. De industriële activiteiten staan
wereldwijd onder druk. De Vlaamse
havens hebben er alle belang bij
als één Europese top-distributieregio
naar voren te treden om hun
toekomst en die van Vlaanderen
veilig te stellen. Om onze positie
te versterken en om maximale
meerwaarde voor Vlaanderen te
realiseren, is slimme samenwerking
een noodzaak. De wereldwijde
concurrentie tussen de havens
woedt volop. Om hun concurrentiekracht
te versterken kunnen onze
havens daarom op verschillende
terreinen best samen aan de kar
trekken. Flanders Port Area vormt
het kader voor bestaande, van
onderuit gegroeide, vormen van
samenwerking tussen de havenbesturen
en waarbinnen ook nieuwe
samenwerkingsinitiatieven worden
ontwikkeld. Om de samenwerking
tussen de havens te versterken,
werd een samenwerkingsakkoord
gesloten tussen de vier Vlaamse
havens en de private havengemeen-

schappen met 30 concrete actiepunten.
De samenwerkingsnota
focust op engagementen tot
samenwerking tussen de Vlaamse
zeehavens. Het uitgangspunt hierbij
ligt in de meerwaarde voor elk van de
havens, voor de Vlaamse economie
en voor het Vlaamse aandeel in het
goederenvervoer in de Hamburg –
Le Havre range.
Portaal: De versterking van
de concurrentiepositie van de
Vlaamse havens op internationaal
vlak vereist ook het vervullen van
een aantal belangrijke randvoorwaarden
zoals bv. optimale
maritieme toegankelijkheid, multimodale
verbindingen, industrieel
beleid e.d. Welke beslissingen
worden in dat verband dit jaar
genomen?
Hilde Crevits: Het garanderen van
de maritieme toegankelijkheid is
een continue activiteit binnen mijn
beleidsdomein. Jaarlijks wordt er
om en bij de 150 miljoen euro aan
onderhoudsbaggerwerken uitgevoerd,
om ervoor te zorgen dat
Vlaanderen in staat is om de concurrentiepositie
van de Vlaamse havens
wat betreft maritieme toegankelijkheid
minstens te behouden en
zo mogelijk te verbeteren. Naast
de baggerwerken zijn er natuurlijk
ook de sluisprojecten. De bouw van
de Deurganckdoksluis, grootste
zeesluis ter wereld, is volop bezig
en zit op schema. Voor zeesluizen
in Terneuzen en Zeebrugge wordt
momenteel het nodige studiewerk
uitgevoerd. De procedures (o.a.
MER) worden doorlopen.
Naast de maritieme toegankelijkheid
is ook de hinterlandontsluiting van
de havens zeer belangrijk. Er zijn
in de samenwerkingsnota Flanders
Port Area (FPA) verschillende acties
geformuleerd die daar betrekking
op hebben.
Wat betreft de hinterlandinfrastructuur
wordt er in Vlaanderen
volop geïnvesteerd. Voor de binnenvaart
is er de verhoging van de
bruggen over het Albertkanaal
waardoor containerbinnenschepen
tot 4 lagen containers de haven van
Antwerpen kunnen bereiken. Qua
weginfrastructuur verwijs ik onder
meer naar de aanleg van de R4 Zuid
als de aanleg van ongelijkgrondse
kruispunten op R4 West en R4 Oost.
Momenteel zijn er ook werken in
Zelzate voor een betere verbinding
met de E34. De afronding van de
plan-MER procedure voor de Oosterweelverbinding
wordt eind dit jaar
verwacht. Voor de heraanleg van de
E313 is een plan-MER in opmaak. In
afwachting hiervan werd reeds een
spitsstrook aangelegd op de E313
van de Antwerpse ring tot in Ranst.
Dit jaar wordt ook de spitsstrook
aangelegd tussen Antwerpen Noord
en Sint-Job-in-‘t-Goor. De plan-
MER -studies voor de nieuwe A102
en heringerichte R11 zullen eind
2013 starten. Wat het spoor betreft,
zijn er de ingebruikname van de
Liefkenshoekspoortunnel in 2014 en
de lopende studies voor de tweede
spoortoegang naar de haven van
Antwerpen. Ook voor de ontsluiting
van de haven van Zeebrugge en de
haven van Gent zijn er verschillende
infrastructuurwerken voorzien. Denk
onder andere aan de aanleg van het
nieuw stuk autosnelweg A11 tussen
de E34 en de N31. Dit zorgt ook
voor een betere verbinding tussen
Zeebrugge en Antwerpen.
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 5
Flanders Port Area:
samenwerking op zes domeinen
Portaal: Een van de actiepunten is
dat Flanders Port Area een kwaliteitslabel
is. Waarvoor staat dit
label? Wat zijn de belangrijkste
kenmerken van dit merk?
Hilde Crevits: In het kader van de
promotie en de marketing van de
Vlaamse havens bij gezamenlijke
initiatieven in het buitenland wordt
‘Flanders Port Area’ als kwaliteitslabel
ingezet. Vlaanderen is één
maritieme regio. Het label versterkt
de individuele merknamen van elk
van de vier havens. Maar hierbij zal
steeds aandacht besteed worden
aan het reliëf in het Vlaamse havenlandschap.
Het label komt niet
in de plaats van de individuele
merknamen maar het is aanvullend
op het eigen merk van het havenbestuur
of privébedrijf.
Binnen ‘Flanders Port Area’ wordt
er van uitgegaan dat samenwerking
tussen de Vlaamse havens
een belangrijke positieve bijdrage
betekent om de concurrentie positie
van de Vlaamse havens op mondiaal
vlak te kunnen versterken. Flanders
Port Area vormt het kader voor
bestaande, van onderuit gegroeide,
vormen van samenwerking tussen
de havenbesturen en waarbinnen
ook nieuwe samenwerkingsinitiatieven
worden ontwikkeld. Het label
is daar een veruitwendiging van.
Economische en commerciële samenwerking
Samenwerking rond logistiek
Samenwerking rond beleidsthema’s
Gezamenlijke ontwikkeling van operationele tools
Gezamenlijke benadering van student en werknemer
Gezamenlijk creëren van groter draagvlak voor havenactiviteiten

6 Bedrijf in beeld
Ship it by
barge, rail, truck
Tien jaar geleden richtten Jan Goderis en Jan D’Haeyer Shipit op: een bedrijf
dat zich toespitst op de organisatie van het multimodaal transport
binnen Europa. Toen organiseerden ze voornamelijk bulk- en
projectlading, maar ondertussen is het dienstenpalet uitgebreid naar
binnenvaartcontainertransporten binnen de haven en het uitbaten van een
multimodaal platform, dat onlangs flink werd uitgebreid. Jan Goderis vertelt.

Portaal: Wat was het idee achter
Shipit en is dit vandaag nog
steeds het geval?
Jan Goderis: Onze oorspronkelijke
bedoeling is nog steeds 100 % van
toepassing: de organisatie van het
multimodaal transport. Wij waren
toen van oordeel dat er vooral in de
binnenvaart – maar ook in andere
alternatieve vervoersmodi zoals het
spoor –een schakel ontbrak tussen
de vervoerders en de industrie.
Verladers kennen nog altijd onvoldoende
de mogelijkheden van de
binnenvaart en associëren deze
vervoersmodus nog steeds met
droge ladingsstromen en containers.
Binnenvaartbedrijven zijn merendeels
eenmanszaken, gericht op het
operationele, en voor het commerciële
aspect afhankelijk van promotionele
organisaties. Met Shipit
willen wij daar een professionele
en commerciële laag tussenzetten
om op die manier nieuwe transportoplossingen
te ontwikkelen. Wij
wilden en willen voor de industrie
een totale keten uitwerken waar de
verschillende modi op een optimale
manier worden ingezet. Wij richten
ons hierbij naar Europa, voornamelijk
continentaal, maar ook via
shortsea naar het VK.
Portaal: Liep alles meteen van een
leien dakje?
Jan Goderis: Ondanks het enorme
enthousiasme van alle mogelijke
partijen voor ons concept, waren
de beginjaren niet evident. Er
waren verschillende factoren die
hen tegenhielden om in ons verhaal
mee te stappen, niet in het minst de
weerstand van verandering. Maar
voornamelijk, en die factor zal altijd
bovenaan de lijst staan, de transportprijs.
Spoor en binnenvaart
mogen dan wel goedkoper zijn dan
het wegvervoer, de extra hande-
lingen verhogen de prijs. Het is dus
kwestie van creatief te zijn.
Portaal: Jullie zijn in 2003
gestart aan het Kattendijkdok
en hebben in 2005 een kantoor
geopend op de Antwerp Gateway
(Deurganckdok). Wat waren de
plannen?
Jan Goderis: De eerste jaren zijn
we vooral actief geweest in de
bulk- en projectlading, waar we
een aantal mooie projecten hebben
gedaan en nog steeds doen. Deze
activiteiten poot is nu nog steeds
de belangrijkste, goed voor de helft
van onze omzet en toegevoegde
waarde, met een jaarlijks volume
van ca. 2 miljoen ton.
Met de opening van het
Deurganckdok kwam het idee
bovendrijven van een terminal
operator haulage, waarbij de
terminal, in casu DP World (toen nog
P&O Ports), achterlandverbindingen
aanbiedt. Samen met DP World
hebben we een paar interessante
concepten uitgewerkt, waardoor
we in de containerbusiness terechtkwamen.
“ voor de industrie een totale keten uitwerken
waar de verschillende modi op een optimale
manier worden ingezet
Portaal: Is door die samenwerking
ook het vletwerkaanbod ontstaan?
Jan Goderis: Onrechtstreeks wel.
Samen met Euroports en Van Uden
bieden we binnen de haven van
Antwerpen een vletwerk aan met
vijf eigen binnenvaartschepen,
eventueel aangevuld met bijkomende
tonnage. Op vraag van
de klant vervoeren we containers
tussen de verschillende haventerminals.
Sinds 1 januari hebben
wij onze samenwerking geformaliseerd
onder de vennootschap
Antwerp Port Shuttle, APS. Jaarlijks
vervoeren wij 250.000 containers
binnen de haven.
Een van de paradepaardjes van
APS is de Premium Barge Service,
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 7
die een dagelijkse, vaste binnenvaartverbinding
tussen de belangrijkste
terminals aanbiedt. Het
grote voordeel hiervan is dat we
niet moeten vooraanmelden met
het risico vertraging op te lopen.
Nee, de terminals weten wanneer
het schip komt en plannen dit in,
zodat de uitvoeringstijd veel korter
en betrouwbaarder is. Binnen het
vletwerk is vooraanmelden noodzakelijk,
waardoor je al snel op een
dag A/dag C of D-schema zit. Met
de Premium Barge kunnen we het
vervoer afwikkelen binnen een dag
A/dag B-schema.
Binnenkort wordt deze dienst
trouwens uitgebreid met een
tweede schip, dat voornamelijk de
Waaslandhaven zal bedienen. We
starten met een vast schema en
een vaste loop en hopen om dit snel
op een dagelijkse basis te kunnen
aanbieden. Het is onze uiteindelijke
bedoeling om in de haven een
netwerk uit te bouwen van regelmatige
en betrouwbare binnenvaartdiensten.
Portaal: Ondertussen hebben
jullie een derde activiteitenpijler
uitgebouwd: het multimodaal
platform als een soort achterdeur
van het Deurganckdok.
Jan Goderis: Een deel van
de containers die aan het
Deurganckdok worden gelost,
worden rechtstreeks getransporteerd
naar een achterlandbestemming
en vice versa. Maar
een groot deel van de containers
moet in Antwerpen gestript (en
gestuft) worden, vandaar dat
wij het noodzakelijk vonden om
mee aan de ontsluiting van het
Deurganckdok te werken door een
multimodaal platform uit te bouwen.
In 2008 hebben wij een concessie
gekregen aan kaai 1612-1616 van
het Noordelijk Insteekdok, die in
2010 operationeel werd en onlangs
is uitgebreid. We ontvangen de
goederen uit het achterland op een
conventionele manier en stuffen ze
in containers om ze op afroep aan
te leveren aan het Deurganckdok.
Omgekeerd strippen we de
inkomende containers om ze op een

S&SS vaart
een nieuwe koers…
De wereld verandert pijlsnel, en voor een bedrijf actief in de haven, is dat niet anders. S&SS staat
van bij haar eerste stappen bekend voor uitstekende service op vlak van shipping en signalling. Maar
sinds kort staat het voor méér. Als onafhankelijk bedrijf, hebben we ons helemaal georganiseerd
in functie van uw noden als klant, vandaag en morgen. Daarom zetten we onze vernieuwde koers
verder met een nieuwe naam en logo. S&SS wordt PORT+.
PORT+ biedt alle diensten die nodig zijn voor een
toekomst- en klantgericht havenbedrijf. Meer weten?
Bel ons op 03.206.73.50.
www.portplus.be
Independent Port Services

conventionele manier uit te leveren
aan de eindklanten.
We verwachten dat deze activiteit
qua omzet en toegevoegde waarde
waarschijnlijk belangrijker zal
worden dan de bulk- en projectlading.
Portaal: Heeft de economische
crisis geen vat op Shipit?
Jan Goderis: We hebben een aantal
mooie trafieken die regelmatig terugkomen,
maar we halen niet het peil
van vorig jaar. En vooral de tarieven
zijn een nachtmerrie. Maar de enige
weg is de weg vooruit.
We zijn recent gestart met palletvervoer
voor het bedrijf Isolava, een
onderdeel van de Knauf-groep. Een
regelmatige verbinding per binnenschip
met palletten gipsblokken
tussen Wielsbeke en Utrecht.
Momenteel gebeurt de overslag nog
per heftruck (één op de kade en één
in het ruim van het schip), maar we
zijn een schip aan het verbouwen tot
een kraanschip met een ingenieus
grijpersysteem, zodat er niemand in
het ruim moet helpen bij het laden
en lossen.
Naast de terminalactiviteiten kijken
we naar expansiemogelijkheden
in de andere sectoren, waarbij de
bulk- en projectlading een zeer
belangrijke activiteit voor Shipit
zullen blijven.
Portaal: Welke structurele
factoren binnen de haven kunnen
de concurrentiepositie van Shipit
verbeteren?
Jan Goderis: Zonder enige twijfel
de organisatie van de havenarbeid.
Onze terminal ligt in het havengebied,
waardoor we verplicht zijn
met havenarbeiders te werken. Die
leveren fantastisch werk, kunnen
op dagbasis ingezet worden, maar
zijn niet goedkoop en de Codex is
te rigide om een antwoord te bieden
aan de huidige economische noden.
Er is een grote behoefte aan meer
soepelheid en gezond verstand,
anders vrees ik dat de concurrentie
van Rotterdam voor de containers
en Vlissingen voor de breakbulktrafieken
ons marktaandeel aanzienlijk
zal ondermijnen. Zowel havenbedrijven
als havenwerknemers
moeten daar samen hun schouders
onder zetten.
Multimodaal platform in Waaslandhaven
Infrastructuur
90.000 m 2
28.500 m 2 magazijnoppervlakte
13 laad- en loskades voor vrachtwagens
500 m spooraansluiting, waarvan 150 m onder luifel
Laad- en loskade voor binnenvaart
Activiteiten
CFS
Fumigatie
Goederenbehandeling (lichter, wagon, vrachtwagen)
Opslag
Distributie
Douane

10 Interview
Businessfriendly
stadbestuur

Portaal: U zei op de afgelopen Portlunch dat uw
beleidslijn, onder het motto ‘de kracht van verandering’,
een positieve impact zal hebben op de haven.
U haalde onder meer aan dat deze coalitie klaar is om
mee de mobiliteitsknoop door te hakken.. Op welke
manier kan het stadsbestuur een en ander forceren?
Bart De Wever: Als het gaat over het oplossen van de
mobiliteitsknoop rond Antwerpen, is dit stadsbestuur een
betrouwbare partner voor de Vlaamse regering. Jammer
genoeg is het nog altijd wachten op de plan-MER voor de
Oosterweelverbinding, maar zodra die er is, zijn we bereid
om onmiddellijk tot actie over te gaan. Na de ervaring
met het referendum, waar de Lange Wapperbrug is
weg gestemd, is men in een soort kramp geschoten en lijkt
het wel alsof men geen knopen meer durft doorhakken.
Maar ik geloof niet zo in wachten op dé ultieme studie die
alle twijfel definitief zal wegnemen. Ik geloof wel dat we
zo snel mogelijk ‘een schup in de grond moeten steken’,
zoals we in Antwerpen zeggen. Want de Antwerpenaars
– werknemers en ondernemers – verliezen veel te veel
tijd en inkomen in de file op de Ring. En de concurrentiepositie
van onze bedrijven lijdt hieronder.
Portaal: Vlaams minister Crevits heeft onlangs het
samenwerkingsverband Flanders Port Area opnieuw
aangezwengeld, een samenwerking tussen de
Vlaamse havens. Hoe staat u daar tegenover?
Bart De Wever: Daar sta ik positief tegenover. Uiteraard
kan je de vrije concurrentie tussen havens nooit volledig
uitschakelen, ook niet in Vlaanderen. Maar ik vind wel
dat de Vlaamse havens elkaar moeten versterken waar
dat kan. Wanneer we als Flanders Port Area meer kans
maken om bijvoorbeeld grote deals met rederijen uit het
Verre Oosten binnen te halen dan als Antwerpse haven
alleen, zou het onverstandig zijn om niet samen te werken.
Portaal: U pleit ook voor een businessfriendly stadsbestuur.
Die geen groendaken verplicht of bedrijventerreinen
zonder parkeerplaatsen. Op welke andere
manieren wil u het partnerschap met het bedrijfsleven
versterken en duurzaam maken, en tegelijkertijd het
draagvlak van de bevolking voor de havengemeenschap
vergroten?
Bart De Wever: Daarbij denk ik vooral aan de enorme
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 11
Alfaport Antwerpen en Cepa hebben onlangs de Antwerpse burgemeester
Bart De Wever uitgenodigd op de Portlunch, waar hij de krachtlijnen van
het nieuwe stadsbestuur uiteenzette. Portaal vroeg hem later naar zijn
onverbloemde zienswijze op de Antwerpse mobiliteit, Flanders Port Area, een
tolvrije Liefkenshoektunnel en de concrete plannen van een businessfriendly
stadsbestuur.
contradictie die we vandaag zien tussen de grote vraag
naar arbeidskrachten in de haven en de enorme jeugdwerkloosheid
in de stad, amper tien kilometer verder. We
moeten dringend een nog krachtigere verbinding leggen
tussen het enorme potentieel aan bekwame werkkrachten
in de stad en de havenbedrijven. Ik denk daarbij bijvoorbeeld
aan het opstarten van een technische campus in de
haven: het is niet meer dan logisch dat in een havenstad
jongeren worden toegeleid naar een job in die haven.
Hoe meer mensen goed hun boterham verdienen in de
haven, hoe beter het imago van de haven en hoe breder
het draagvlak voor de verdere ontwikkeling van de haven
in de publieke opinie. Dat geldt zeker ook voor de grote
groep jongeren van vreemde origine die nu de weg naar
een job in de haven niet vindt.
“ We moeten dringend een nog
krachtigere verbinding leggen tussen
het enorme potentieel aan bekwame
werkkrachten in de stad en de
havenbedrijven
Portaal: Tijdens de Portlunch kon u helaas niet positief
antwoorden op de verzuchting om de Liefkenshoektunnel
tolvrij te maken omwille van het feit dat de
nv Liefkenshoek de drager wordt van het financieel
plaatje van het Masterplan. Zijn hiervoor geen alternatieven
te vinden?
Bart De Wever: Het permanent tolvrij maken van de
Liefkenshoektunnel is geen alternatief voor de Oosterweelverbinding.
Niet zozeer omwille van de rol die de
nv Liefkenshoek speelt, maar wel omdat een groot deel
van het personen- maar ook het vrachtverkeer op de
Antwerpse Ring niet de haven als eindbestemming heeft.
Voor dat verkeer is de zogenaamde ‘omrijfactor’ van de
Liefkenshoektunnel een te grote hindernis. Tijdens de
werken ben ik wel absoluut bereid om een verlaging van
het toltarief voor de tunnel te bepleiten bij de Vlaamse

12 Interview
regering – zo’n tolverlaging kan zeker helpen om de
hinder tijdens de aanleg van de Oosterweelverbinding te
beperken. Over alternatieven kan ik kort zijn: de Oosterweelverbinding
is de enige optie om de mobiliteitscrisis
rond de stad aan te pakken. Ik vind niet dat we behoefte
hebben aan nog een rondje nieuwe ideeën lanceren.
Portaal: U pleit geregeld voor een samenwerking
tussen Antwerpen en Rotterdam. Hoe ziet u dat
concreet?
Bart De Wever: Antwerpen en Rotterdam mogen zich
niet blind staren op elkaar: we zijn nog steeds twee grote
concurrenten, maar op wereldniveau zijn we al een tijdje
voorbijgestoken door snelgroeiende havens in China en
andere Aziatische landen. Ook hier geldt: als we elkaar
kunnen versterken, moeten we dat doen. Antwerpen heeft
een van de grootste petrochemische clusters ter wereld,
Rotterdam is leider in ruwe olie. Dan lijkt het mij bijvoorbeeld
niet meer dan normaal dat we een tweede pijpleiding
tussen de twee havens bestuderen. In de toekomst zullen
zich ongetwijfeld nog zo’n win-winsituaties aandienen.
° 1970 (Mortsel)
Licentiaat Geschiedenis (KU Leuven)
Algemeen voorzitter N-VA
Vlaams parlementslid
Burgemeester van de stad Antwerpen
Portaal: U stelde op de Portlunch dat de haven geen
melkkoe van de stad Antwerpen kan zijn. Kunt u dat
wat meer toelichten en hierbij ook de toekomstige
relatie tussen stad en haven schetsen?
Bart De Wever: Ik bedoel daarmee vooral dat we de
inkomsten van de haven niet zomaar kunnen gebruiken
om allerlei projecten in de stad te financieren die met
de haven op zich niets te maken hebben. Ik vind het
bijvoorbeeld niet meteen de taak van de haven om een
voetbalstadion te financieren – al raakt dat dossier stilaan
uitgedoofd. Een doordacht sponsorproject zoals de
Port of Antwerp Giants is dan een pak zinvoller. Ik vind
bovendien dat de politieke greep op het haven bestuur
best wat minder mag. Het zou een goede zaak zijn
voor het Havenbedrijf als er op termijn een aantal echt
politiek onafhankelijke bestuurders in de raad van bestuur
zouden zitten. Zo’n samenstelling zou een nog efficiënter
havenbestuur mogelijk moeten maken.

België past
Limosa-wetgeving aan
Limosa is de voorafgaande aangifte van tewerkstelling in België voor de naar
België gedetacheerde werknemers die werkgevers moeten indienen zodra ze
deze werknemers in dienst nemen. Dit naar analogie van de Dimona-aangifte
voor de in België aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers.
Vorig jaar werd de Belgische Limosa-aangifte door het Europees Hof niet
conform de Europese wetgeving bevonden. Gezien de veroordeling, heeft België
de Limosa-wetgeving bijgestuurd.
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 13

Als je het beste uit je mensen
wil halen, is Acerta je partner.
Geef jezelf een voorsprong. Schrijf nu in voor
de Acerta Smart Sessions op acerta.be
Ondernemen is weten. De omstandigheden perfect kunnen inschatten, op elk moment. Op de
juiste manier met je krachten omspringen, nu en morgen. Een slimme coaching houdt daar
optimaal rekening mee, biedt je de juiste ondersteuning in elke groeifase, voorziet je van de
informatie die bijdraagt tot jouw succes. Acerta zorgt ervoor, via de Acerta Smart Sessions.
Praktische infosessies voor starters, zelfstandigen en ondernemers waar onze experten hun
kennis en ervaring met je delen. Zodat je het beste uit jezelf en jouw mensen kunt halen.
Welkom op de Acerta Smart Sessions. Programma en inschrijvingen op acerta.be
acerta.be ondernemingsloket • sociale- en loonadministratie • HR-services

Limosa belemmert vrij verkeer van arbeidskrachten
en diensten
De Europese Unie is gebaseerd op een aantal beginselen;
het vrije verkeer van werknemers en diensten zijn
er daar twee van. De lidstaten mogen dit vrij verkeer
enkel beperken indien dit gerechtvaardigd wordt door
redenen van algemeen belang.
Om in België een Limosa-aangifte in te dienen,
moest reeds op voorhand een hele resem gegevens
door gegeven worden.
Hierin ziet het Europees Hof een belemmering.
Ook al voerde België aan dat al deze gegevens nodig
waren om sociale fraude en misbruiken te kunnen detecteren
en aan te pakken, toch werd dit argument voor
Europa onvoldoende geacht. Het Hof vindt de gevraagde
informatie niet evenredig met het beoogde doel.
Vereenvoudigde aangifte vanaf 1 juli 2013
Het spreekt voor zich dat een aantal basisgegevens
nood zakelijk zijn, zoals de identificatie van de werkgever/
zelfstandige en de Belgische gebruiker, de plaats van
tewerkstelling, het werkrooster en de begin- en voorziene
einddatum van de detachering.
De enige wijziging hier is dat het nationaal identificatienummer
van de werknemer/zelfstandige slechts moet
meegedeeld worden indien dit beschikbaar is; het is dus
niet langer een verplichting.
Wat daarentegen wel wordt afgeschaft, is de vermelding
van de wekelijkse arbeidsduur en het soort prestaties
dat in België geleverd wordt. Voor zelfstandigen wordt
ook de identificatie van de lasthebber uit de aangifte
geschrapt.
Ook de annulering van een Limosa-aangifte wordt
vereenvoudigd: deze moet niet langer ten laatste op de
eerste dag van de detachering gebeuren. De Belgische
gebruiker moet de aangifte nog steeds annuleren
indien de detachering niet doorgaat, maar is niet meer
gehouden aan deze uiterste deadline.
Toch wordt er ook een nieuwigheid ingevoerd, nl. de
vermelding indien de prestaties geleverd worden als
interimkracht of in de bouwsector. Deze informatie is
nodig omdat deze werknemers/zelfstandigen uitgesloten
zijn van de eenmalige melding van 12 maanden voor
structurele prestaties in verschillende landen, waaronder
België. Deze uitzondering wordt gerechtvaardigd door
de fraudegevoeligheid van deze sectoren.
Deze eenmalige melding wordt trouwens nutteloos,
gezien de vereenvoudiging van de Limosa-aangifte.
Toch blijft het voorlopig mogelijk om een eenmalige
melding in te dienen.
Voorziene afschaffing voor stagiairs
Indien stagiairs gedetacheerd worden naar België, is
ook een Limosa-aangifte nodig. Deze moet dezelfde
vermeldingen bevatten als die voor zelfstandigen en
werknemers.
Hoewel het Hof zich niet uitspreekt over een eventuele
belemmering van het vrij verkeer van stagiairs binnen
de EU, ligt op dit moment een voorstel op tafel om de
aangifte voor deze specifieke categorie gedetacheerde
personen per 1 juli 2013 af te schaffen.
Bij het ter perse gaan van dit artikel, zit dit voorstel nog
in een ontwerpfase en moet het nog verder uitgewerkt en
goedgekeurd worden.
Conclusie
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 15
Enkel de modaliteiten van Limosa wijzigen. Het principe
blijft dat werkgevers nog steeds een aangifte moeten
indienen wanneer ze beroep doen op gedetacheerde
werknemers en zelfstandigen. Slechts voor stagiairs
bestaat de kans dat de Limosa-aangifte afgeschaft wordt
(onder voorbehoud van goedkeuring van de ontwerpwetgeving).
Het niet-naleven van de Limosa wetgeving wordt
trouwens nog steeds bestraft met een boete, gaande van
1.800 euro t.e.m. 36.000 euro per vastgestelde inbreuk
(sanctieniveau 4 volgens het Sociaal Strafwetboek).
Meer informatie?
Acerta Legal Consult biedt een optimale ondersteuning
door een praktische, pragmatische en
gerichte begeleiding bij alle aspecten, van loonadministratie
tot de conformiteit met de lokale wetgeving.
Hebt u vragen omtrent de tewerkstelling van buitenlandse
arbeidskrachten in België? Contacteer ons op
acerta.international@acerta.be.
Frédéric Hespel
Senior Legal Consultant, Acerta Consult

16 Talentmanagement
Financiële steun voor
opleidingen
Onder de noemer Havenwijzer, bieden Portilog
en Acerta Port & Logistics, gezamenlijk opleidingen
aan. Onlangs vond een gratis infosessie plaats over
de wettelijk verplichte opleidingen en de hiervoor
talloze subsidiemogelijkheden voor bedrijven.

Portilog en Acerta Port & Logistics
willen hiermee niet alleen voldoen
aan de ad-hocvormingsnoden van
bedrijven. Ze willen hen ook ondersteunen
in de ontwikkeling van hun
strategisch opleidingsbeleid door
te helpen het financiële kostenplaatje
beperkt te houden. Mits aan
de juiste vereisten is beantwoord
en aan de gestelde voorwaarden is
voldaan, worden immers heel wat
subsidies en tegemoetkomingen
toegekend om opleidingen te stimuleren.
Hierdoor kunnen bedrijven
een deel van het inschrijvingsgeld
recupereren en boetes voorkomen
die de RSZ oplegt aan bedrijven die
te weinig investeren in opleiding van
het personeel. Portilog en Acerta
Port & Logistics zien het als hun taak
om bedrijven over deze mogelijkheden
te informeren.
Glenn Van Oevelen, juridisch
adviseur bij Acerta Port & Logistics,
beet de spits af door de deelnemers
te informeren over de opleidingsverplichting
die van toepassing is
op bedrijven die ressorteren onder
het PC 226.
Samengevat komt het er op neer dat
de vormingsdagen per bediende per
jaar zijn vastgelegd op 5,5 dagen.
Om niet gesanctioneerd te worden
met een boete van 0,15 % van de
totale loonmassa is het belangrijk
om a) aan de opleidingsverplichting
te voldoen en b) dit correct in te
Financiële tussenkomst cumuleerbaar
schrijven in de sociale balans.
Opleidingen die aan de voorwaarden
voldoen, zijn voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven
die tot doel
hebben de kennis van de werknemer
te vergroten of zijn vaardigheden
te verbeteren, en initiële beroepsopleidingsinitiatieven
die kaderen
in alternerend leren/werken met als
doel jongeren toe te leiden naar een
certificaat of diploma.
Evelien Heyvaert, business
assistent bij Acerta Consult,
lichtte het principe toe van de
kmo-portefeuille waarmee bedrijven
tot de helft van hun opleidingsuitgaven
kunnen recupereren bij de
Vlaamse overheid.
Per kalenderjaar heeft iedere kmo
(minder dan 250 werknemers,
een jaaromzet van minder dan 50
miljoen euro en beantwoorden aan
het zelfstandigheidscriterium) recht
op maximum 2.500 euro opleidingsondersteuning.
Per gestart opleidingsuur
mag een onderneming
maximum 90 euro inbrengen
waarvan 45 euro wordt gesubsidieerd.
Welke opleidingen komen in
aanmerking? Alle opleidingen die
tot doel hebben de werknemers
beter te laten functioneren, inclusief
in-company opleidingen.
Komen niet in aanmerking voor deze
subsidies: e-learning, btw, catering
en cursusmateriaal.
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 17
Greet Adriaenssens, coördinator
van LOGOS, legde vervolgens uit
welke financiële tussenkomsten
bedrijven, die ressorteren onder
PC 226, kunnen genieten van dit
vormingsfonds.
Deze bedrijven hebben recht op
een bepaald subsidiekrediet per
jaar. Onder het luik subsidiedossiers
kunnen bedrijven met meer dan 10
bedienden in loondienst 30 euro
per bediende recupereren; voor
kleinere bedrijven loopt dit op tot 40
euro per bediende. Bedrijven met
bv. 58 bedienden hebben recht op
een subsidiekrediet van 1.740 euro.
Per opleiding krijgt het bedrijf
van LOGOS 10 euro per effectief
gevolgd uur tot het subsidiejaarkrediet
is opgebruikt.
Een tweede mogelijkheid is de
kredietlijn van VDAB. In samenwerking
met VDAB organiseert
LOGOS opleidingstrajecten voor
werkzoekenden, waarvan LOGOS
de helft van de opleidingskost
betaalt. Dit kunnen bv. taalcursussen
zijn, cursus klantvriendelijkheid,
heftruckopleidingen ...
Joost Janssens, account manager
Cevora, sloot de informatienamiddag
af met een overzicht van
de vormingspremies die bedrijven
kunnen aanvragen indien zij niet
ressorteren onder PC 226, maar wel
onder PC 218 (aanvullend nationaal
paritair comité voor bedienden).
Kmo­portefeuille
2.500 euro per kalenderjaar
maximum 45 euro per gestart opleidingsuur
LOGOS – PC 226
Subsidiedossiers
10 euro per effectief gevolgd opleidingsuur
maximum afhankelijk van de grootte van het bedrijf
(40 euro per bediende indien het bedrijf minder dan tien werknemers telt,
in het andere geval 30 euro per bediende)
Kredietlijn VDAB
50 % van de opleidingskost voor werkzoekenden
Cevora – PC 218
Minimum 2.500 euro per bedrijf per jaar; maximum afhankelijk van de grootte van het bedrijf
Beroepsgerelateerde opleidingen:
+45-jarigen: 80 euro; -45-jarigen: 40 euro
Taalopleidingen:
+45-jarigen: 14 euro per uur; -45-jarigen: 7 euro per uur
Deze kortingen zijn cumuleerbaar met de specifieke ledentarieven bij de respectievelijke opleidingscentra.

18 Talentenstroom
Talenten wakker maken
Talentenstroom heeft onlangs enkele initiatieven genomen om de
ontluikende talenten voor een bediendenjob in de maritieme en logistieke
sector aan de oppervlakte te brengen. Hiervoor werd zowel gemikt op
werkgevers, werkzoekenden en schoolverlaters. Portaal sprak met Marie
Schoeters, coördinator Talentenstroom, Anouk Muylle, onderwijsconsulente
Talentenstroom en Greet Adriaenssen, opleidingscoördinator LOGOS.
✔Marie Schoeters
✔Greet Adriaenssen
✔Anouk Muylle

Portaal: Jullie hebben onlangs
een succesvol event georganiseerd
voor de laatstejaars TSO en
BSO om hen te enthousiasmeren
voor een job in onze sector.
Anouk Muylle: We hadden alle
laatstejaars TSO handel en BSO
kantoor van de provincie Antwerpen
aangeschreven en er waren 200
leerlingen en leerkrachten aanwezig.
We wilden hen met een aantrekkelijk
programma warm maken om een
bijkomende kwalificatie te halen,
met name de Se-n-Se (secundair na
secundair)-opleiding ‘Internationale
Handel & Goederenverzending’
die wordt aangeboden in het KTA
Antwerpen, KTA Brasschaat en
het Scheppersinstituut Deurne. Dit
getuigschrift geeft deze jongeren
betere kansen op de arbeidsmarkt
omdat werkgevers duidelijk hebben
aangegeven dat afgestudeerden
uit deze richting vrijwel onmiddellijk
inzetbaar zijn.
Marie Schoeters: We wilden het niet
enkel bij die Se-n-Se houden, maar
hen tout court warm maken voor
de logistieke sector. Als opwarmer
hadden we stand-upcomedian
Youssef El Mousaoui die op een
vrolijke manier de thema’s afstuderen,
solliciteren en werken
aankaartte en dat was meteen al een
schot in de roos. Vervolgens hebben
we een algemene sessie gegeven
rond verder studeren in de logistiek,
waarbij we het belang benadrukten
om bijkomende kwalificaties te
halen. We hadden ook een getuigenis
van iemand die de Se-n-Se op
het Scheppersinstituut had gestudeerd
en nu is opgeklommen tot
transportplanner.
Anouk Muylle: Vervolgens hadden
we een heleboel workshops
waaraan de leerlingen in kleine
groepen konden deelnemen. We
hebben hier een heleboel partners
bij betrokken, waaronder het
bedrijfsleven. Ze konden een kijkje
nemen in de kantoren van Hapag-
Lloyd, Zuidnatie en SDV, er was
een beroepen carroussel met zes
bedienden uit de sector, waarmee
ze konden ‘speeddaten’: een
gesprek van vijf minuten waarin ze
konden vragen hoe dat nu precies
zat, werken in de sector. Daar waren
ze heel enthousiast over.
Portaal: Daarnaast hebben jullie
ook werkgevers proberen warm
maken voor een individuele
beroepsopleiding (IBO) in de
onderneming.
Marie Schoeters: Wij willen
werkgevers stimuleren om de
visvijver wat te vergroten en ook uit
te kijken naar werkzoekenden die
gemotiveerd zijn om in de sector
te werken en een opleidingstraject
binnen het bedrijf willen volgen. Het
aantal ervaren kandidaten is immers
niet dik gezaaid en via IBO kunnen
we meer werkzoekenden inzetbaar
maken voor de sector.
Greet Adriaenssen: Tijdens een
ontbijtsessie, waaraan twintig
bedrijven deelnamen, hebben we
de unieke formule van deze IBO in
de verf gezet, omdat het bedrijven
toelaat om werknemers in dienst
te nemen die ze on-the-job verder
kunnen trainen en die na het opleidingstraject
perfect inzetbaar zijn.
Een mooi voorbeeld waar we in
onze sector veel IBO’s afsluiten
is het opleidingstraject ‘administratief
medewerker expeditie’. Deze
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 19
opleiding in deeltijds onderwijs
kent reeds een dertiende jaargang
en is een samenwerking tussen
LOGOS, CDO Leonardo Lyceum
en VDAB. Het wordt ingericht voor
werkzoekende jongeren (-25 jaar)
die geslaagd zijn in het vijfde jaar
secundair. De jongeren krijgen vijf
maand fulltime les in sectorgerichte
vakken, talen en IT en vanaf februari
werken ze 4/5 in een logistiek bedrijf
en gaan ze nog een dag per week
naar de les. De tewerkstelling
verloopt vaak via een IBO, een
win-win voor zowel bedrijf als cursist.
Tijdens deze opleiding betaalt de
werkgever geen loon of RSZ, enkel
een vergoeding en verplaatsingskosten.
De cursist krijgt een verdere
opleiding op maat binnen het bedrijf
en is aan het einde van de IBO zeker
van een job.
Marie Schoeters: LOGOS heeft een
sectorale IBO afgesloten en kan de
bedrijven inhoudelijk ondersteunen
met het opleidingsprogramma.
Vanuit Talentenstroom kunnen wij dit
volledig administratief opvolgen en
ondersteunen. Bedrijven die deze
piste willen volgen, nemen best
contact op met ons.
www.talentenstroom.be.
Ecu­Line: vertrouwd met IBO­trajecten
Nele Pauwels is personeelsverantwoordelijke bij Ecu-Line en maakte
vijf jaar geleden kennis met IBO.
“Het is een prima systeem: de jongere komt na een opleiding van vijf
maand bij ons terecht en beschikt op dat moment over al wat basiskennis.
De daaropvolgende vier maanden leiden wij hem op tot – in
ons geval – manifestbediende en op het eind van het schooljaar
hebben wij een volledig ingewerkte bediende.
Het is een uitstekende manier om openstaande vacatures in te vullen
en nieuwe werknemers in te werken.”
Eric Fonteyn zit in het IBO-traject en werkt bij Ecu-Line op de
manifest afdeling.
“Ik was op zoek naar een administratieve job in de logistiek. Na enkele
tests bij VDAB mocht ik mij inschrijven. De opleiding is best intensief.
We krijgen verschillende modules over alles wat met maritiem en
logistiek te maken heeft.
Aangezien Ecu-Line aan LOGOS en het CDO Leonardo Lyceum had
laten weten dat er een plaats vacant was, kon ik daar beginnen. Ik
vind het een plezante, toffe, interessante en uitdagende job en ik ben
blij dat ik hier binnenkort fulltime aan de slag kan.”

20 Terugblik
Terugblik
Centraal Netwerk werkt actieprogramma uit
met de begeleidende maatregelen voor het
afbakeningsGRUP Zeehavengebied Antwerpen
Het Centraal Netwerk is een uitgebreid overlegforum van
stakeholders dat de uitvoering van het Maatschappelijk
Meest Haalbare Alternatief (MMHA) voor de Antwerpse
haven zal begeleiden. Binnen dit Centraal Netwerk
worden werkgroepen samengesteld die gericht zijn op
een specifiek thema uit het actieprogramma. De eerste
drie werkgroepen gaan nu van start: onthaal en recreatie,
erfgoed en landschapen, en milieukwaliteit. Alfaport
Antwerpen neemt deel aan relevante werkgroepen.
Alfaport Antwerpen pleit voor realistische
invulling vrachtroutenetwerk in de haven
Alfaport Antwerpen formuleert enkele opmerkingen om het
vrachtroutenetwerk aan te passen aan de specificiteit van
de haven van Antwerpen. Zo zou het gebruik van havennummers
moeten blijven voor de bewegwijzering, moet
de opdeling van de haven in zones flexibeler gebeuren
en moet het havenintern verkeer zo weinig mogelijk
gehinderd worden. Eveneens moet men rekening houden
met de veelvuldige ADR-transporten en het uitzonderlijk
vervoer in de haven. Tot slot pleit Alfaport Antwerpen voor
een goede samenwerking met gps-providers/kaartenmakers
om een efficiënte uitvoering van het vrachtroutenetwerk
te garanderen. De meeste opmerkingen van
Alfaport Antwerpen werden bij de volgende voorstelling
van het vrachtroutenetwerk opgenomen.
Btw-event
Op 30 mei organiseerde Alfaport Antwerpen een gratis
btw-event voor bedrijven die hun btw-compliance willen
verbeteren en hun administratieve processen willen
stroomlijnen. Douane-experten Jan Van Wesemael en
prof. Patrick Wille lichtten deze problematiek toe aan de
hand van praktijkvoorbeelden. Participanten konden ook
kennismaken met intelligente btw-software die in staat is
om een elektronische factuur uit te stellen en deze in de
juiste vakken van de btw-aangifte te rapporteren in meer
dan 30 landen.
Alfaport Antwerpen houdt vinger aan de pols
van belangrijke douanewijzigingen
Zo hebben wij een voorstel gedaan om aan bepaalde
douanekantoren die gelegen zijn aan logistieke knooppunten
(zee- en luchthavens) meer bevoegdheid te
verlenen met het oog op het faciliteren van de in- en
uitvoerformaliteiten. Dit is een logische evolutie van de
douanewetgeving, waarbij de focus van de controles
meer gericht is op het ogenblik dat de goederen de EU
binnenkomen of verlaten en waarbij het douanetoezicht
wordt uitgebreid tot een 24/7-toezicht.
Uitbreiding van de e-Balie naar rorolading
Na de succesvolle lancering van de e-Balie voor de
uitvoer van containers werkt APCS nu aan de e-Balie voor
rorolading. In samenwerking met de terminals van ICO
in Antwerpen en Zeebrugge, met AET in Antwerpen en
met WWL terminals in Zeebrugge wordt deze zomer een
elektronische oplossing geboden voor de vlotte rapportering
en opvolging van de uitgangsmelding bij uitvoer
van auto’s en vrachtwagens.
Samenwerkingsakkoord versterkt internationale
concurrentiepositie Vlaamse havens
Samen met de Vlaamse Havenvereniging, de koepelvereniging
van Alfaport Antwerpen, ondertekenden minister
Hilde Crevits en de vier Vlaamse havens het samenwerkingsakkoord
‘Samenwerking tussen Vlaamse havens’
van Flanders Port Area. Om hun internationale concurrentiepositie
te versterken engageren de Vlaamse havens
zich om binnen 6 domeinen samen te werken aan 30
actiepunten.

PORTLUNCH
Tijdens de afgelopen Portlunch,
een gezamenlijke organisatie
van Alfaport Antwerpen en Cepa,
vielen er twee opmerkelijke feiten
te constateren: 1. de deelnemers
konden zowaar in de tuin aperitieven
en 2. er was een massaal
grote opkomst (+ 180) voor de gastspreker
die dag.
Dat was de burgemeester van de
stad Antwerpen, Bart De Wever
(N-VA) die de toehoorders op zijn
gekende spitse manier onderhield
over de kracht van verandering van
het nieuwe stadbestuur en de impact
die dit zal hebben op het havengebeuren.
Onderwerpen zoals
de mobiliteit rond Antwerpen, het
havenbestuur, het partnerschapsmodel,
internationale citymarketing
... passeerden de revue en vindt u
terug in het interview op p.10.
VEA-JONGEREN
Op donderdag 16 mei 2013 organiseerde het splinternieuwe VEA jongerencomité
zijn allereerste startevent. Met een opkomst van 125 deelnemers kan
deze gebeurtenis met recht en rede geslaagd genoemd worden.
Het thema van de avond was “Expeditie, is er nog een toekomst?”, met als
hoogtepunt een geanimeerd debat tussen topexperts uit de sector over onderwerpen
zoals ‘outsourcing en de concurrentiepositie van België’, ‘de rol van de
expediteur: architect van het transport of consultant?’, ‘de evolutie van kantooruren:
naar een Amerikaans model van 24/7?’.
Nadien konden de deelnemers genieten van een optreden van de groep Halve
Neuro en was er gelegenheid om te netwerken. Het activiteitenprogramma van
VEA-jongeren wordt binnenkort bekend gemaakt.
In beeld 21

22 Duurzaamheid
Op 30 april keurde de Vlaamse overheid het ruimtelijk afbakeningsplan
(GRUP) voor de uitbreiding van de Antwerpse haven definitief goed. Daarnaast
is ook het Centraal Netwerk opgericht om de niet-ruimtelijke aspecten
van de havenuitbreiding aan te pakken. Portaal sprak met Jan Hemelaer,
procesmanager van het Centraal Netwerk.
Draagvlak
vergroten

Portaal: Het Centraal Netwerk
is opgestart en de eerste
werkgroepen zijn reeds actief. Wat
wilt u uiteindelijk bereiken met het
Centraal Netwerk?
Jan Hemelaer: De algemene missie
van het Centrale Netwerk is ervoor
te zorgen dat de Antwerpse haven
zich de komende 20 jaar op een
duurzame manier kan ontwikkelen,
in relatie met haar omgeving. We
doen dit door zoveel mogelijk stakeholders
en betrokken partijen uit te
nodigen om deel te nemen, zodat
iedereen zijn kennis kan delen en
mening kan uiten. Naast verschillende
overheidsdiensten zit een
hele waaier aan middenveld- en
belangenorganisaties mee aan
tafel. Door maximaal rekening te
houden met de omgeving, willen
we het draagvlak van de havenuitbreiding
vergroten. Dit wil zeggen
dat de nodige maatregelen dienen
genomen te worden zodat de haven
zich kan ontwikkelen met minimale
negatieve gevolgen. Denk maar aan
maatregelen die te maken hebben
met mobiliteit, leefbaarheid, milieu …
Om dit te bereiken hebben we 13
algemene strategische doelstellingen
opgesteld. Dertien thema’s
die verschillende aspecten bevatten
die beïnvloed worden door het
GRUP, gaande van mobiliteit tot
milieu en van erfgoed en landbouw,
tot economische ontwikkeling.
Deze strategische doelstellingen
worden ingevuld met ruim honderd
praktische, operationele doelstellingen.
Deze operationele doelstellingen
moeten leiden tot concrete
acties. Om dit alles in goede banen
te leiden, worden er per thema
werkgroepen opgericht met specialisten
en belanghebbenden ter zake.
Zij zullen nagaan wat de actuele
situatie is van elk van de operationele
doelstellingen, of er actie moet
genomen worden, en zo ja: welke?
Dit is voor elk thema verschillend.
Voor het thema milieu bijvoorbeeld,
zijn reeds heel wat acties uit het
actieprogramma opgenomen door
andere overheden en partners. In
dergelijke gevallen bestaat de taak
van de werkgroep milieu er in de
bestaande acties op te volgen.
Portaal: Welke rol kan Alfaport
Antwerpen spelen in dit verhaal?
Jan Hemelaer: Alfaport Antwerpen
is voor ons een interessante partner.
De federatie beschikt niet enkel
over gespecialiseerde kennis die
ons van nut kan zijn, maar ook over
een uitgebreid netwerk. Als we met
Alfaport Antwerpen aan tafel zitten,
praten we in feite met 400 bedrijven
van de Antwerpse havengemeenschap.
Op deze manier krijgen we
een duidelijk beeld van de vragen
en verlangens van bedrijven op
diverse vlakken, bv. op het vlak van
mobiliteit of milieu. Dit is belangrijk
voor ons om alle thema’s op een
evenwichtige manier op elkaar af te
stemmen. Want ik herhaal: voor de
Vlaamse overheid is het van cruciaal
belang dat de economische ontwikkeling
van de haven samengaat met
een leefbare omgeving.
Portaal: Een van uw taken is
het faciliteren van investeringsprojecten.
Hoe gaat u dit doen?
Jan Hemelaer: Ter verduidelijking:
het gaat hier niet om het faciliteren
van individuele projecten. Door
de definitieve goedkeuring van dit
GRUP wordt wel rechtszekerheid
gecreëerd voor bedrijven, waardoor
het hen mogelijk wordt om te investeren
of investeringen te plannen
op lange termijn Maar dit geldt
ook voor overheden. Nu kunnen
verschillende projecten rond de
havenuitbreiding worden opgestart.
Als eerste moeten we werk maken
van de natuurcompensatiegebieden.
Dat is ook wat Europa ons
vraagt. Pas wanneer deze afgerond
zijn, kunnen we werk maken van
andere ruimtelijke projecten. Zo
is het ook met andere projecten.
Het is een hele puzzel om dit rond
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 23
te krijgen. Daarnaast moet er nog
gecoördineerd worden tussen de
verschillende bevoegde overheden.
Voor het helpen met de investeringsprojecten
van private partners
spelen voornamelijk het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen en de
Maatschappij Linkerscheldeoever
een belangrijke rol. Wat wij wel doen
is informatie over het GRUP en de
haven uitbreiding aanbieden aan het
publiek en de bedrijven, zoals via de
website www.havenvandetoekomstantwerpen.be.
Portaal: Wat zal de impact zijn
van het actieprogramma voor
bedrijven die plannen hebben in
de uitbreidingszone?
Jan Hemelaer: Dit GRUP geeft de
bedrijven in de eerste plaats rechtszekerheid.
Maar de uitbreiding zal
ook op vele andere vlakken gevolgen
hebben. Denk bijvoorbeeld aan
mobiliteit. De uitbreiding van de
haven zal heel wat extra trafiek
genereren. Maar door de modal
split te verbeteren en een aangepaste
infrastructuur te creëren,
willen we ervoor zorgen dat dit het
wegverkeer rond Antwerpen niet
verder doet dichtslibben. Een groot
deel van de acties zal gebaseerd
zijn op meten en monitoren. Ook
bij milieu. Hiermee willen we de
knelpunten identificeren. Afhankelijk
van de resultaten van de metingen
zullen we maatregelen nemen zoals
het toepassen van beschikbare
technieken en samenwerken met
overheden en het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen voor betere
milieunormen. Het is alleszins
niet de bedoeling de knelpunten
aan te pakken via regelgeving.
De bestaande Vlaamse milieuwetgeving
is al behoorlijk streng, en
de haven van Antwerpen heeft
ook al verschillende goede initiatieven
genomen. We willen eerder
positieve ontwikkelingen stimuleren
dan negatieve afstraffen.

24 Dynamiek in de haven
Antwerpen in top vijf Europese
autohavens
Volgens het magazine ‘Automotive
Logistics’, dat zich baseert op de
in- en uitvoer van nieuwe voertuigen
in 35 Europese havens, steeg deze
trafiek in de Antwerpse haven met
18 %, waardoor het in de top vijf
terechtkomt met 710.000 nieuwe
voertuigen. Op de vier eerste
plaatsen staan Bremerhaven (+ 5 %),
Zeebrugge (- 0,2 %), Emden (+ 1 %) en
Grimsby/Immingham/Killingholme
(- 6 %).
Beverdonk Container Terminal biedt rechtstreekse binnenvaartverbinding naar Antwerpen
Beverdonk Container Terminal
(BCT), een joint venture tussen
DP World en het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen, heeft
recentelijk de link met de haven
van Antwerpen versterkt door het
opzetten van een bargeshuttle.
Deze dienst is dedicated gericht op
lading van en naar de Antwerpse
haven en loopt alle containerterminals
aan op de linker- en rechterscheldeoever.
Momenteel wordt de
dienst aan geboden met één schip,
dat 3 à 4 keer de haven aanloopt,
maar het is de bedoeling om samen
met andere inlandterminals langs
het Albertkanaal het aantal schepen
op te voeren zodat de frequentie
aanzienlijk verhoogt.
Bijkomende meerwaarde van de
Beverdonk Container Terminal is
dat de containers papierloos (lees:
zonder T1-document) kunnen
ingevoerd worden.
BCT verwacht dit jaar 35.000 containers
te kunnen behandelen.
Antwerpen en Rotterdam promoten nieuwe pijpleidingen
Beide havenbedrijven hebben het afgelopen jaar de mogelijkheid onderzocht
naar de versterking van de pijpleidinginfrastructuur tussen de twee
havens. Er werd een tracéstudie en globale kostenraming uitgevoerd
voor de ontwikkeling van een pijpleidingbundel tussen Antwerpen en
Rotterdam. Op basis van de resultaten van deze studie wordt een gezamenlijk
businessvoorstel opgemaakt om aan potentiële investeerders en
mogelijke gebruikers in de havens voor te stellen.
Er werd onderzoek verricht naar een bundel van vier leidingen (olieproducten,
chemieproducten, industriële gassen en kooldioxide) op een
tracé van 130 km tussen de Antwerpse haven en de Rotterdamse Maasvlakte.
Indien er interesse bestaat voor deze pijpleidingen kan er in de loop
van dit jaar samen met de investeerders en marktpartijen een gericht plan
voor de realisatie ervan worden ontwikkeld.

Cory Logistics verscheept
uitzonderlijke lading via
Antwerpen
De Britse logistieke dienstverlener
Cory Logistics, gespecialiseerd in
buitenmaatse verzendingen, heeft
onlangs vier laadarmen van 36,5
ton, 20 m lang en 3,7 m hoog vanuit
Whistable (VK) naar Antwerpen
verscheept. Hiervoor zette Cory
een mobiele kraan (100 ton) in om
de laadarmen op uitschuifbare
diepladers te zetten voor hun trip
van Whistable naar de haven van
Purfleet. Daarnaast werden nog vier
megatrailers ingezet voor het vervoer
van het begeleidend materieel (8,9
ton in totaal) en drie 40’ high cube
containers voor het vervoer van 21
ton machineonderdelen.
In Antwerpen werden de goederen,
bestemd voor een offshore
gas installatie, overgeladen op
een gecharterd zeeschip dat de
lading heeft verscheept naar South
Sulawesi (Zuid-Indonesië).
Verhogen bruggen Albertkanaal
op schema
Nv De Scheepvaart investeert 300
miljoen euro om de bruggen op het
Albertkanaal te verhogen naar 9,10
meter. Hiermee zijn de bruggen
voldoende hoog om binnenvaartcontainerschepen
te laten passeren
met 4 lagen containers, wat het
rendement met 33 % verhoogt. In
totaal gaat het om veertig bruggen,
waarvan dertig in de provincie
Antwerpen. Daarvan zijn er al 5 op
hoogte en 6 in uitvoering. Bedoeling
is om alle werkzaamheden tegen
2020 afgerond te hebben.
EuroFruitPorts neemt nieuw koelmagazijn in gebruik
De joint venture tussen Euroports en
Compagnie Fruitière is sinds begin
dit jaar operationeel op de Euroports
terminal op Linkeroever (kaai 1207).
Daar werd afgelopen najaar gestart
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 25
PSA Antwerp stelt binnenvaartverbinding met Amsterdam
open voor derden
Afgelopen jaar heeft PSA Antwerp (PSAA) een binnenvaartverbinding opgestart
naar Amsterdam, specifiek voor cacaotrafiek die in Antwerpen wordt geïmporteerd
met bestemming Amsterdam. In Antwerpen worden de PSAA Terminals
aan kaaien 420, 869, 913 en 1742 aangelopen, in de Amsterdamse regio
zijn dit de terminals van CT Vrede in Amsterdam en Zaandam. De containers
worden vervoerd met lichters van MCT Lucassen die het traject in minder tijd
afleggen dan wanneer het zeeschip zou doorvaren naar Amsterdam.
Op vraag van derden (exporttrafiek vanuit Amsterdam en continentale trafieken)
werd deze dienst nu ook voor andere containerlading opengesteld.
PSA Antwerp treedt op als coördinator en biedt drie roundtrips per week aan.
Voor de douaneafwikkeling van deze extended gateway wordt beroep gedaan
op de diensten van Portmade.
met de bouw van een koelloods
van 13.600 m 2 . “Hiermee kunnen
we onze klanten de full range cold
chain logistics aanbieden, inclusief
toegevoegde waardediensten zoals
sorteren, herverpakken, kwaliteitscontrole
en volledige traceerbaarheid”,
aldus Peter Tops, general
manager van EuroFruitPorts. Op
de terminal, met een totale capaciteit
van 38.700 m 2 , bevinden zich
magazijnen met een capaciteit van
8.100 m 2 (waarvan EuroFruitPorts
een gedeelte gebruikt voor de
opslag van aardappelen, uien en
verpakkingsmateriaal en een ander
gedeelte voor auto’s), en een containerhub
en -herstelplaats van 17.500 m 2
met 500 reeferaansluitingen.

26 Cepa dienstengroep
Interprofessioneel
overleg 2013-2014
Voor de periode 2013-2014 kon er, net als twee jaar geleden, geen
interprofessioneel akkoord gesloten worden. Toch slaagden de sociale partners
er in om samen een aantal belangrijke afspraken te maken en hiervoor de
goedkeuring van de regering te bekomen. Eind maart van dit jaar bereikten de
sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad een totaalakkoord over de
uitvoering van een aantal maatregelen die betrekking hebben op flexibiliteit,
lastenverlaging, welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen, minimumlonen
en jeugdlonen.
De vaststelling van de loonnorm voor 2013-2014 lieten de sociale partners wijselijk over aan de regering. Diezelfde
regering zal ook het antwoord moeten aanreiken op de vraag van het Grondwettelijk Hof om tegen 8 juli 2013 het onderscheid
tussen arbeiders en bedienden, op het vlak van opzegging en carensdag, weg te werken.
Het dossier arbeiders-bedienden presenteren we graag in een volgende editie. In deze editie geven we een overzicht
van de reeds genomen beslissingen en maatregelen.
Loonnorm = 0 %
De regering besliste om voor de periode 2013-2014 een
maximale loonkostenstijging op te leggen van 0 %. De
lonen zullen in 2013 en 2014 enkel mogen stijgen via
indexeringen en baremieke verhogingen.
Dit lijkt duidelijk, maar is het niet. Het koninklijk besluit
dat deze loonnorm vastlegt, trad pas op zijn publicatiedatum
2 mei 2013 in werking. Dit wil zeggen dat loonsverhogingen
die de loonnorm overschrijden, ongeacht of
ze vóór of na die datum werden overeengekomen, vanaf
2 mei niet langer in overeenstemming zijn met de wet!
Daarnaast zijn er ook uitzonderingen voorzien: de
systemen voor winstdeelnemingen en participaties van
de werknemers, de innovatiepremies, de bijdragen
aan sociale plannen in het kader van aanvullende
pensioenen, en vanaf dit jaar ook de niet-recurrente
loonbonus, zijn expliciet uitgesloten uit de loonnorm. Voor
een aantal loonelementen, zoals merit-systemen, blijft
men min of meer in het ongewisse.Tot slot is het ook niet
echt duidelijk hoe die maximale gemiddelde loonkostenstijging
nu precies berekend moet worden. De aangekondigde
wetswijziging, die hopelijk rechtszekerheid zal
brengen, laat vooralsnog op zich wachten.
Lastenverlaging voor werkgevers
Voor de verlaging van de werkgeverslasten werd een
belangrijke enveloppe ter beschikking gesteld. Dit geld
gaat naar de versterking van de structurele bijdragevermindering,
d.i. een algemene vermindering van socialezekerheidsbijdragen
die de werkgever voor al zijn
werknemers krijgt. De verhoogde lastenverlaging geldt
reeds sinds 1 april 2013.
Flexibiliteit
Op het vlak van de arbeidsduur worden een aantal wijzigingen
doorgevoerd. De wijzigingen beogen o.m. de vereenvoudiging
van een aantal procedures en de versoepeling van
de overurenregeling.
Wat de overuren betreft, wordt de zg. interne grens voor het
onmiddellijk toekennen van inhaalrust automatisch verhoogd
van 65 tot 78 overuren, en tot 91 uren indien de arbeidsduur
op jaarbasis bekeken wordt.
Ook het jaarkrediet aan overuren, waarvoor de werknemer kan
kiezen tussen inhaalrust of cash (d.i. de volledige uitbetaling
van de overuren) wordt wettelijk verhoogd van 65 tot 91 uren.

De nieuwe wettelijke grenzen van 78 en 91 uur kunnen
verder verhoogd worden tot 130 uur. De sectoren krijgen
tot 1 november 2013 de tijd om hierover afspraken te
maken. Daarna kan men ook op ondernemingsniveau
onderhandelen. De grens kan desgevallend nog verder
verhoogd worden tot 143 uur.
Er komt ook een nieuwe vorm van flexibele deeltijdse
arbeid: een overeenkomst voor 3/4-arbeid, waarbij de
prestaties kunnen variëren tussen 20 uur per week en
voltijds. Deze 3/4-tewerkstelling moet over een periode
van gemiddeld 6 maanden bereikt zijn. De werknemers
krijgen een vast loon per maand.
Wanneer deze wijzigingen in werking zullen treden, is nog
niet bekend.
Jeugdlonen
Voor jonge werknemers van 18 tot 20 jaar worden de
degressieve minimumlonen (NAR-cao nr. 50) stapsgewijs
afgeschaft, tegen 2015. Deze aanpassing geldt enkel
voor jongeren met een gewone arbeidsovereenkomst,
niet voor studenten en jongeren in stelsels van alter-
Gezocht: gelegenheidsarbeiders (m/v)
Alfaport Antwerpen I Cepa I Portaal 27
nerend leren. Voor deze laatste twee categorieën en voor
jongeren beneden 18 jaar blijft de degressieve regeling
van toepassing.
Deze maatregel heeft geen gevolgen voor de bedienden
tewerkgesteld in paritair comité nr. 226, vermits het
loonbarema geen onderscheid maakt op basis van
leeftijd. Voor studenten geldt bovendien een specifiek
loon.
Minimumloon
Om het inkomen van werknemers met een laag brutoloon
te verhogen, werd opnieuw gekozen voor een verhoging
van het bedrag van de werkbonus. Deze vermindering
van werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid
waarborgt werknemers met een laag loon een hoger
nettoloon zonder daarbij het brutoloon en de kosten voor
de werkgever te verhogen. Door deze versterking van de
werkbonus betalen werknemers met een minimumloon
vanaf 1 april 2013 nog slechts een zeer kleine bijdrage
aan de sociale zekerheid.
Voor meer informatie: lutgarde.debruyn@cepa.be
Sinds begin dit jaar is Cepa volop bezig met de aanwerving en opleiding van 350 nieuwe havenarbeiders. Maar dit
zal niet volstaan om deze zomer het hoofd te bieden aan de tekorten van erkende havenarbeiders. Daarom zullen
de bedrijven opnieuw een beroep kunnen doen op gelegenheidsarbeiders of ‘pasmannen’ om hun tekorten in juli
en augustus op te vullen.
Om de beschikbaarheid van het aantal gelegenheidsarbeiders te verhogen, heeft Cepa een groep van ongeveer
200 bijkomende gelegenheidsarbeiders samengesteld die, naast de bestaande gelegenheidsarbeiders, ter
beschikking gesteld worden van de bedrijven.
Cepa is hiervoor op zoek gegaan naar kandidaten met interesse voor een occasionele job in de haven in juli en/of
augustus. Aan de havenarbeiders werd gevraagd de nodige publiciteit rond dit nieuwe initiatief te maken bij familie
en vrienden. Uiteraard moeten deze kandidaat-gelegenheidsarbeiders voldoen aan de wettelijke voorwaarden:
minimum 18 jaar, over voldoende professionele taalkennis beschikken en medisch geschikt. Daarnaast krijgen
zij een introductieopleiding veiligheid in het Opleidingscentrum voor havenarbeiders. Op die manier beschikt
de haven over een groep opgeleide gelegenheidsarbeiders die het voor de havenbedrijven mogelijk maakt het
cliënteel beter te bedienen.
Voor meer informatie: patricia.peepermans@cepa.be

MSC
Moving buSineSSeS
forward
every MoMent by MSC beLgiuM
MSC Belgium nv - Noorderlaan 127A - B-20130 Antwerpen
Tel +32 3 543 22 00 - www.mscbelgium.com

NIEUW
WEER OF GEEN WEER
bij Flandria zit je altijd
lekker warm en droog!
Flandria
ANTWERP
Ontdek Antwerpen en
de haven vanop het water
> Ontdek tijdens de vernieuwde Scheldetocht de toekomst van de kaaien!
> Ontdek de impact van de haven op je dagelijkse leven met de nieuwe havenrondvaart!
Surf naar www.fl andria.nu voor de juiste data en afvaarturen.
Boek je tickets online via de website of bel naar 03 231 31 00.
AD_Flandria_Portaal30_172x60.indd 1 22/05/13 10:12
acom netwerken,
software en cloud
oplossingen netwerk
Een gezamenlijk opleidingsaanbod van Acerta Port & Logistics en Portilog
met focus op de human resource noden binnen de haven- en logistieke sector.
De expertise van Portilog in het aanbieden van sectortechnische trainingen en de
sterke reputatie van Acerta als HR-vormingscentrum vullen elkaar perfect aan.
Meer info: acerta.be/havenwijzer
acerta.be ondernemingsloket • sociale- en loonadministratie • HR-services
Boomsesteenweg 524
2020 Antwerpen
03 210 92 60 - info@acom.be
www.acom.be
& infrastructuuroplossingen
software integratieoplossingen
1305 Cor NL-Portaal 172x125H.indd 1 23/05/2013 10:04:21

Discover our
combined power
YOUR PREFERRED PARTNER
IN MOVING AND LOGISTICS
The specialized needs of shipping,
storage and distribution of commercial
cargo all demand unique skills and
excellent facilities. Gosselin Logistics
is your powerhouse of modern logistics
management. We can offer you
consistent and high-quality service
at all times, reduced costs, and a
single point of contact. With more
than 80 years of experience in global
relocations, Gosselin Moving has given
us the expertise to serve you in the
most effi cient way possible.
No logistics company is better placed to
successfully bring the world to Europe!
Our in-house services include:
Sea-, air- and road transportation
Warehousing, handling & distribution
Inland container terminal
Lashing & securing cargo
Full customs clearance
National & international removals
Scan this QR-code with your
smartphone and discover our
combined power!
Belcrownlaan 23, B-2100 Antwerp - Belgium
T +32-3-360 55 00 | T +32-2-772 34 87
F +32 3-360 55 79
INFO@GOSSELINGROUP.EU
WWW.GOSSELINGROUP.EU

YOUR P RTAL
TO EUROPE
DEURGANCK TERMINAL
NOORDZEE TERMINAL
EUROPA TERMINAL
MSC HOME TERMINAL
CHURCHILL TERMINAL
PSA ANTWERP NV - NAPELSSTRAAT 79 2000 ANTWERPEN - WWW.PSA-ANTWERP.BE - INFO@PSA-ANTWERP.BE
Put Logic in your Logistics
Ontdek TRIS © Customs Gateway Europe
De eerste volledig automatische
en papierloze ondersteuning van het
extended gatewayproces waardoor
onderstaande overbodig wordt:
n douanetussenkomst
n documenten
n borgstelling
Zorg ervoor dat u klaar bent voor het
Europees douanelandschap van morgen
en verhoog uw betrouwbaarheid als
economische partner.
Met TRIS © Customs Gateway Europe:
n 100% controle over de goederenstroom
n snelle doorloop van de goederen
n minder kosten
Wil u meer weten hoe wij samen
uw AEO-compliance kunnen
valoriseren?
Contacteer ons via sales@intris.be
of op het nummer +32 3 326 50 75

Providing global solutions
for tomorrow’s needs
DEME has a 150 years of experience in its core dredging and land reclamation activities and
hydraulic engineering. In support of its dredging activities, the Group offers an impressive
range of services in the environmental field, sea aggregate winning, complex marine
construction such as foundation and installation of offshore wind farms. Thanks to its
multidisciplinary capabilities and its integrated corporate structure, DEME has become a
global solutions provider developing a whole range of new activities in the fields of marine
infrastructure, energy and mining, and renewable energy.
DEME N.V.
Haven 1025, Scheldedijk 30 / B-2070 Zwijndrecht, Belgium /
T +32 3 250 52 11 / F +32 3 250 56 50 / info@deme.be / www.deme.be Creating land for the future