Steel service centers: - Alfaport Antwerpen

BELGIË-BELGIQUE
PB 9099 GENT X
BC 10798
Tijdschrift - toelating
gesloten verpakking
Steel service centers:
staal op maat
JAARGANG 5 | DRIEMAANDELIJKS | JULI - AUGUSTUS - SEPTEMBER 2010 | V.U. RUDI DE MEYER | P608067
19

2 INHOUD
19
14
FOCUS
16
BEDRIJF IN
BEELD
20
OPLEIDINGEN
24
NIEUWS VAN
DE LEDEN
00
Sterk door
RUBRIEK samenwerk
Titel
Eerste staten-generaal over Totaalplan, Steel & Project
Cargo Forum Londen, Antwerp Port Promotion Platform,
Maritieme Hercules Onderwerp Trophy
At your Service! Steel service centers
in de Antwerpse Onderwerp haven
Acerta, HR-dienstverlening over heel België
voor alle Onderwerp sectoren
Safmarine en Conti-Lines - NileDutch - Green Feeder -
Shipit - ZIM - Gosselin - Hapag-Lloyd - Hanjin Onderwerp Shipping
U KAN DEZE EDITIE VAN PORTAAL OOK DOWNLOADEN VIA DE WEBSITE WWW.ALFAPORTANTWERPEN.BE
04

08
10
19
26
RUBRIEK IN BEELD
RUBRIEK FOCUS
Rudi De Meyer
Met PAUL VALKENIERS de regelmaat van een klok worden lijstjes gemaakt
waarbij de meest uiteenlopende prestaties
en kwaliteiten gemeten of afgezet worden tegen-
Tekst
over ‘concurrenten’. Niet alle lijstjes zijn even interessant,
laat staan dat we er beleidsmatig iets mee aankunnen. Dit
is echter wel het geval met de ranking die enkele weken
geleden gepubliceerd werd door het World Economic
Forum (WEF): ‘Global Competitiviness Report 2010 –
2011’.
Deze internationale organisatie kent u van haar jaarlijkse
bijeenkomsten in Davos waar de Bill Clintons, Bono’s en
Albert Frère’s van deze wereld elkaar in een fijn kader ontmoeten
om te brainstormen over de uitdagingen van onze
mondiale economie.
In het Competitiveness Report, dat om de twee jaar door
het WEF wordt gepubliceerd, worden landen gerangschikt
volgens hun concurrentievermogen. De ranking is gebaseerd
op een uitgebreide enquête (meer dan 13.000 bedrijfsleiders
uit 139 landen) in combinatie met
verschillende objectieve gegevens.
Zoals dit meestal het geval is, doet België het ‘overall’ goed
tot zeer goed. Ons land staat op de 19e plaats en zakt daarmee
één plaats ten opzichte van 2008 – 2009. Op een totaal
van 139 mogen we dus naar recht en rede zeggen dat we
in de Major League spelen. Een prestatie om terecht trots
op te zijn.
Die 19e plaats is echter een gemiddelde. Het duidt een aantal
topprestaties aan, maar verbergt tegelijkertijd een aantal
‘aandachtspunten’. Zo zijn we mondiaal nummer 1 wat
betreft gezondheidszorg en basisonderwijs. Ook inzake infrastructuur
lijken we het niet slecht te doen met een 21e
plaats. Als we wat dieper graven en vooral onszelf even
benchmarken met onze meest nabije concurrenten, doen
we er echter goed aan om ons niet teveel op de borst te
kloppen met deze laatste prestatie. Zo staat Duitsland op
de 1e, Frankrijk op de 4e en Nederland op de 7e plaats wat
infrastructuur betreft. Nog wat meer graafwerk toont aan
dat we inzake haveninfrastructuur ‘mee’ zijn met onze
RUBRIEK CEPA DIENSTENGROEP
RUBRIEK DYNAMIEK IN DE HAVEN
Titel edito
EDITORIAAL
Geslaagd,
maar met aandachtspunten
concurrenten. Met onze vierde plaats staan we netjes tussen
Nederland en Duitsland met Frankrijk verder achterop
op plaats 12. Inzake wegen- en spoorinfrastructuur liggen
onze ooster- en zuiderburen echter voor. Het toont aan dat
we daar huiswerk hebben. Ik maak van de gelegenheid gebruik
om – nog maar eens – te verwijzen naar de noodzaak
tot een inhaalbeweging inzake het realiseren van missing
links. In tegenstelling tot wat we vaak beweren beschikken
we niet over té veel wegen. Ja, we beschikken over een
zeer breed vertakt secundair wegennet, maar inzake snelwegen
is dat niet het geval. Zelfs drukkingsgroep stRaten-
Generaal geeft aan dat onze grote steden een relatief
beperkte snelwegontsluiting hebben in vergelijking met
een aantal steden van gelijkaardige omvang of belang.
Daar moeten we durven over praten en vervolgens actie
ondernemen.
Daar waar we inzake infrastructuur nog kunnen stellen dat
we in het koppeloton meerijden, moeten we diep, zeer diep
afdalen om ons land terug te vinden in de ranking van belastingsschalen
(nr. 114), impact van belastingen (nr. 135)
en flexibiliteit bij loonsonderhandelingen (nr. 126). Een
plaats die kan tellen voor de dames en heren die momenteel
een federaal regeerakkoord uitwerken. Ik zou hen de
volgende boodschap willen meegeven: durf nadenken
over een fundamentele re-engineering van ons arbeidsmarktbeleid.
Een beleid mét respect voor de sociaal zwakkeren,
maar dat ook durft ingrijpen bij doorgedreven
misbruik. En mag ik die boodschap meteen ook richten tot
onze collega’s sociale partners?
En om af te sluiten met wat stilaan een evergreen aan het
worden is: een oproep aan de volgende federale regering
om de noodzakelijke hervorming van onze douaneadministratie
maximaal te ondersteunen en kans op slagen te
geven. Een expliciete paragraaf in het regeerakkoord die
aan de administratie douane en accijnzen de noodzakelijke
tools garandeert om inzake IT, personeel, logistiek en wetgeving
zelf haar prioriteiten te leggen zal door ons – en op
alle werkgeversbanken – met veel enthousiasme onthaald
worden!
HET MAGAZINE VAN ALFA-
PORT HET MAGAZINE VAN
ANTWERPEN ALFAPORT ANTWERPEN & CEPA & CEPA
ALFAPORT ANTWERPEN Brouwersvliet 33, bus 8 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 205 18 80
Fax: +32 3 231 27 52 | info@alfaportantwerpen.be | www.alfaportantwerpen.be
CEPA Brouwersvliet 33 bus 7 | 2000 Antwerpen | Tel. +32 3 221 97 11 | Fax: +32 3 232 38 26
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Rudi De Meyer | J.B. Corremansstraat 62 | 2850 Boom
REDACTIE | TEKSTEN Stephan Vanfraechem, Rudi De Meyer, Paul Valkeniers, Roger Vanheukelom,
Annemie Morbee, Anne Laureyns (coördinatie) | EINDREDACTIE Alfaport Antwerpen, Cepa, Annemie Morbee |
FOTOGRAFIE Wouters-Fasseur, Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Ludo Verbist, Alain Bosmans,
Sandy Quidé (coördinatie) - ADVERTENTIES: mail voor meer info naar anne.laureyns@alfaportantwerpen.be
PORTAAL MAGAZINE
3

4
INTERVIEW
Sterk door
samenwerk
Evaluatie van zes maand
Totaalplan Concurrentiële Haven
Op 22 juni blies de Antwerpse havengemeenschap
verzamelen voor de eerste staten-generaal en lanceerde
ze haar eigen versie van ‘l’union fait la force’
of ‘tous ensemble’. ‘Sterk door samenwerk’ klonk
het die hele avond. De private en publieke sector
stonden gezamenlijk op het podium van de Stadsschouwburg
en spraken hun geloof in de toekomst
uit.
De staten-generaal was een eerste orgelpunt van de
inspanning die begin 2010 werd ingezet onder impuls
van Eddy Bruyninckx, directeur-generaal Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen, en Roger Roels, voorzitter
Alfaport Antwerpen. Met hun Totaalplan
Concurrentiële Haven wilden ze de Antwerpse
havengemeenschap een nieuwe dosis zelfvertrouwen
laten tanken en tegelijkertijd doen inzien dat we
enkel door samenwerking onze haven een duurzame
toekomst kunnen geven.
Tijdens de eerste jaarhelft hebben een paar honderd
enthousiastelingen uit de Antwerpse haven zich gebogen
over de grote uitdagingen om dit te kunnen
realiseren. Medewerkers van de verschillende
beroepsverenigingen hebben zeer actief meegewerkt
aan dit Totaalplan. Voor Portaal lichten zij een aantal
acties toe.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

Van links naar rechts:
Paul Plomteux
Xavier van Engelen
Olivier Schoenmaeckers
Rudi De Meyer
John Kerkhof
Op de foto ontbreken:
Stephan Vanfraechem
en Yann Pauwels
INTERVIEW
PORTAAL MAGAZINE
5

6
INTERVIEW
IT & DOUANE:
NAAR EEN ECHT
PORT COMMUNITY SYSTEM
Werkgroepleider John Kerkhof, secretaris-generaal
van ABAS, was samen met
Olivier Schoenmaeckers, directeur van
VEA, en Rudi De Meyer, afgevaardigd
bestuurder van Alfaport Antwerpen, van
zeer nabij betrokken bij dit project.
John Kerkhof: De beslissing van Roger
Roels en Eddy Bruyninckx om IT & Douane
als een van de randvoorwaarden binnen
het Totaalplan te bekijken, toont het
belang van dit thema. Voor een wereldhaven
als Antwerpen is niet enkel het vlot
laden en lossen, maar ook een vlotte administratieve
afhandeling van bijvoorbeeld
douaneformaliteiten van groot
belang. Zoniet dreigen wij onze rol als
wereldhaven te moeten lossen.
Olivier Schoenmaeckers: De werkgroep
heeft dan ook beslist om in te zetten op
een verdere verbetering van de afhandeling
van de douaneformaliteiten en op
een vlottere communicatie tussen de verschillende
actoren in de supply chain (inclusief
de diverse overheidsdiensten). Zo
hebben we de bestaande geïnformatiseerde
communicatie binnen de haven
opgelijst en aangegeven waar de tekorten
zitten. Daaruit is gebleken dat we al zeer
veel hebben. Indien we alles bundelen,
kunnen we (veel) meer aanbieden dan
onze concurrenten in Rotterdam of Hamburg
met hun respectievelijke port communities
Portbase of Dakosy.
Rudi De Meyer: Het is de vaste intentie
van zowel de private sector als het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen om
ook in Antwerpen één Port Community
System te realiseren dat de bestaande
communicatie samenbrengt en een aantal
‘missing links’ gaat ontwikkelen.
John Kerkhof: Zo’n Port Community
System moet de verschillende diensten
voor de havengemeenschap bundelen:
zowel de nautische IT-dienstverlening als
de applicaties ter ondersteuning van het
logistieke en administratieve proces.
Olivier Schoenmaeckers: We hebben uit
deze oefening ook geleerd dat de private
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
sector mogelijks nog niet optimaal gebruik
maakt van een aantal bestaande faciliteiten.
Wij plannen in oktober een
strategisch seminarie waarbij we de bedrijfsleiders
een aantal denkrichtingen
willen aanreiken om zich beter te wapenen
tegen de grote concurrentiële impact
die verschillende Europese douaneprojecten
op onze haven zullen hebben.
MARITIEME TOEGANG:
ALSMAAR GROTERE SCHEPEN
NAAR ANTWERPEN
Xavier van Engelen, directeur van de
Antwerpse Scheepvaartvereniging en lid
van de werkgroep maritieme toegang.
De start van de verdiepingswerken op
12 februari in de Westerschelde op
Nederlands grondgebied was natuurlijk
een leuke ‘binnenkomer’ voor deze werkgroep.
Nog beter was te horen dat de
werken zeer goed opschieten en reeds
eind dit jaar volledig afgewerkt zullen
zijn. Eind dit jaar zullen wij dus over het
ganse traject over een tijongebonden
diepgang kunnen beschikken van 13,10
meter. Maar ook vóór de volledige voltooiing
van de verdiepingswerkzaamheden
zijn er al effecten. Daarom hebben wij
er binnen de werkgroep - met o.a. vertegenwoordigers
van de administratie Maritieme
Dienstverlening en Kust (MDK) -
op aangedrongen om de op- en afvaartregeling
voor de haven van Antwerpen
nu al aan te passen. Deze regeling, die bepaalt
onder welke voorwaarden schepen
richting Antwerpen de Westerschelde
kunnen op- en afvaren, moet aangepast
worden door de gezamenlijke nautische
autoriteit waarin Vlaamse en Nederlandse
experten zetelen. Als directeur van
de Antwerpse Scheepvaartvereniging
ben ik uiteraard zeer blij dat reeds sinds
1 september een nieuwe op- en afvaartregeling
geldt die de tijvensters voor de
containervaart met één à anderhalf uur
verruimt, waardoor schepen tot en met
een diepgang van 15 meter tijgebonden
de Schelde kunnen afvaren. Dat is echt
een grote stap vooruit. Eens de verdieping
volledig is uitgevoerd, zullen die tij-
vensters nog verruimen. Ook de inspanning
van het Havenbedrijf met de oprichting
van de afdeling Scheepvaartmanagement
o.l.v. een scheepvaartmanager,
moet leiden tot een vlottere doorstroming
op de rivier.
MOBILITEIT:
VRIJSTELLING TOL
LIEFKENSHOEKTUNNEL EN
VERBINDING E 17 – E 34
Stephan Vanfraechem, directeur beleid
en communicatie Alfaport Antwerpen en
lid van werkgroep mobiliteit en infrastructuur.
In deze werkgroep, onder leiding van
Greet Bernaers, directeur infrastructuur
bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen,
werd onder andere nagedacht
over een globale aanpak van de mobiliteit
in en rond Antwerpen, inclusief de
haven. Dit leidde automatisch naar de
noodzaak aan een betere verbinding tussen
de snelwegen E 17 en E 34. Het feit
dat een dergelijke verbinding op snelwegniveau
ontbreekt, leidt tot heel wat
sluipverkeer in het Waasland. Bovendien
kampen vrachtwagens richting Waaslandhaven
of zij die via de Liefkenshoektunnel
naar het noorden willen, vaak met
een structurele file op de E 17. Vandaar
“Nieuwe op- en afvaartregeling
is grote stap vooruit”
dat wij pleiten voor een rechtstreekse
snelwegverbinding tussen de E 17 en de
E 34. Bij de uitwerking van zo’n verbinding
moet rekening gehouden worden
met de Waaslandse belangen, maar dit
mag niet de enige randvoorwaarde zijn.
We moeten streven naar een goede verbinding
met een betere doorstroming
naar de Waaslandhaven en het noorden
zonder al te veel overlast voor het Waasland.
Deze regio heeft trouwens ook belang
bij zo’n verbinding: het kan het
sluipverkeer uit hun woonkernen weghalen
en zal de ontwikkeling van de
Waaslandhaven ten goede komen. En
hiermee ook de werkgelegenheid van
heel wat mensen uit het Waasland.

Rudi De Meyer: De werkgroep heeft zich
uiteraard ook gebogen over de tol in de
Liefkenshoektunnel. Deze zorgt voor een
scheefgetrokken situatie tussen de haven
op Linkeroever en de haven op Rechteroever.
Binnen de werkgroep wordt verder
gezocht naar mogelijkheden om deze
discriminatie weg te werken.
INTERMODAAL:
NIEUWE VERBINDINGEN &
VERDERE OPTIMALISERING
Yann Pauwels, beleidsmedewerker Alfaport
Antwerpen en lid van de werkgroep
Intermodaal.
De Antwerpse haven heeft een zeer uitgebreid
spoornet: bijna alle terminals zijn
spoorontsloten. In functie van duurzaamheid
biedt dit een aantal opportuniteiten
voor een aantal goederen op
bepaalde bestemmingen. Momenteel bedraagt
het spooraandeel van de totale trafiek
binnen de haven van Antwerpen
(excl. pijplijnen en transitvervoer) 17 %.
Indien we dit aandeel verder willen opdrijven,
moeten we inspanningen leveren
op het vlak van infrastructuur en kwaliteit
van de dienstverlening, maar moeten
er ook aantrekkelijke producten aangeboden
worden. Mede onder impuls van het
AIS (Antwerp Intermodal Solutions) IIproject,
opgestart door het Gemeentelijk
Havenbedrijf Antwerpen, zagen vijf
nieuwe spoorverbindingen het licht:
richting Parijs, Wenen, Ludwigshafen,
Verona en Sopron. De bestaande verbindingen
naar Lyon, Novarra en Duisburg
werden versterkt.
John Kerkhof: Ook op het vlak van de
binnenvaart werden inspanningen geleverd
om verder te optimaliseren. Zo werd
het BICOS-project opgestart, een joint
barge planningsysteem dat de planning
van de behandeling van binnenvaartvolumes
op de terminals moet verbeteren.
Dit zal voor zowel de binnenvaartoperatoren
als de terminaloperatoren
winst opleveren.
BREAKBULK:
TOUS ENSEMBLE
DE TREND KEREN
Stephan Vanfraechem: Het conventioneel
stukgoed is altijd het koninginnestuk
van de Antwerpse haven geweest. Nog
steeds zijn we marktleider wat de behandeling
van breakbulk betreft. Maar die
positie staat onder druk. Binnen de werkgroep
breakbulk–goederenstromen hebben
we onder leiding van Peter Van den
Eynde, CEO van Wijngaard Natie, in
nauw overleg met de sector de oorzaken
hiervan geanalyseerd. Via onder andere
rondetafels rond roro, forest, staal, project
cargo en fruit hebben we een aantal actiepunten
geïdentificeerd. Dat varieert van
de vraag aan het Gemeentelijk Havenbedrijf
Antwerpen om meer te investeren in
business intelligence over de bezorgdheid
voor het behoud van knowhow inzake
breakbulk tot het monitoren van de kostenpositie
van de Antwerpse haven.
Wat dit laatste betreft, is er een belangrijk
aandachtspunt rond de arbeidsorganisatie
in onze haven. We hebben nog steeds
de beste dokwerkers, waarvoor de ganse
wereld ons benijdt, maar de manier
waarop we onze arbeid organiseren, is op
een aantal punten voor verbetering vatbaar.
Vooral een aantal verplichtingen inzake
ploegsamenstelling lijken ons voor
bepaalde commodities en bepaalde
scheepstypes een handicap te bezorgen.
Lange tijd hebben we die handicap gecompenseerd
door onze hogere productiviteit,
maar onze concurrenten hebben
niet stilgezeten. We zullen daar dus iets
moeten aan doen. Het is belangrijk dat
wij de breakbulk in Antwerpen een duurzame
toekomst verzekeren. Ook de havenarbeiders
hebben daar belang bij: het
verzekert immers ook hun duurzame toekomst.
LOGISTIEK:
60 % VAN BESCHIKBARE RUIMTE
BINNEN DE HAVEN
Paul Plomteux, secretaris van het KVBG
en lid van de werkgroep logistiek.
De Antwerpse haven is het grootste overdekte
magazijn ter wereld. We beschikken
over meer dan 5,3 miljoen m²
overdekte opslagruimte. Daarmee zijn we
onze concurrenten mijlenver voor. Die
magazijnen zijn cruciaal voor de creatie
van toegevoegde waarde en de daaraan
INTERVIEW
gekoppelde tewerkstelling. Er is echter
nog heel wat potentieel. Uit berekeningen,
uitgevoerd binnen de werkgroep
onder leiding van Marc Pirenne, CEO van
Euroports, blijkt dat 60 % van de ruimte
die de volgende vijf jaar vrijkomt voor logistieke
ontwikkeling, zich binnen de
haven bevindt. Dat is dus een gigantische
troef bovenop ons reeds beschikbare logistiek
park. Het is nu zaak om dit nog
beter te verkopen. Daarvoor moeten we
samenwerken met alle initiatieven die nu
reeds de logistieke roeping van Vlaanderen
als slimme logistieke draaischijf ondersteunen.
LIQUID BULK & INDUSTRIE:
MISSIONERINGSWERK INZAKE
SUPPLY CHAIN-DENKEN
Rudi De Meyer: In deze werkgroep hebben
we als maritieme sector zeer nauw
samengewerkt met de grootindustrie.
Een samenwerking die zeer verrijkend
was. Industrie en de haven als overslagpunt
zijn natuurlijk zeer nauw met elkaar
verbonden, maar we hebben elkaar als
“Belangrijk is dat we breakbulk in Antwerpen
een duurzame toekomst verzekeren”
het ware ook beter ‘leren kennen’. Zo zijn
we door de grootindustrie uitgedaagd
om onze haven meer te benaderen vanuit
een supply chain-visie. Dat was niet totaal
nieuw, maar het is wel dankzij deze
werkgroep dat het belang van dit supply
chain-denken diep is doorgedrongen binnen
het volledige Totaalplan. We hebben
in deze werkgroep meer naar onze haven
‘van buiten uit’ gekeken. We beseffen
beter dan voordien dat onze haven ‘an
sich’ er niet toe doet. Ze bestaat niet als
een ‘standalone’ gegeven, maar ze bestaat
ten dienste van de supply chain en moet
zich inschakelen in een vlot functioneren
van die supply chain. Ik denk persoonlijk
dat deze wisselwerking zeer verrijkend is
geweest en intensief moet worden verdergezet.
We kunnen veel van elkaar
leren.
De voornaamste acties en verwezenlijkingen
van de werkgroep branding en
promotie kunt u lezen in het artikel
'Samen sterk in promotie en communicatie'
(p. 14).
PORTAAL MAGAZINE
7

8
IN BEELD
Eerste staten-generaal
over Totaalplan
Op 22 juni 2010 werd de Antwerpse havengemeenschap uitgenodigd
in de Stadsschouwburg. In aanwezigheid van
Vlaams minister van Openbare Werken en Mobiliteit Hilde
Crevits werden de resultaten van de verschillende werkgroepen
van het Totaalplan Concurrentiële Haven gepresenteerd.
Er werden meer dan twintig bouwstenen
aangereikt die de positie van de Antwerpse haven ten opzichte
van haar Europese concurrenten moet verstevigen.
Lees meer op pagina 4, 5, 6 en 7.
Antwerp
Port Promotion Platform
Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Alfaport
Antwerpen hebben op 28 juni 2010 het Antwerp Port Promotion
Platform (APPP) gelanceerd. Dit internetplatform
kadert in de nieuwe marketing- en promotiestrategie die
na een grondige gesegmenteerde marketinganalyse begin
dit jaar werd ontwikkeld. Lees meer op pagina 14.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Steel & Project Cargo
Forum Londen
Op vrijdag 25 juni 2010 organiseerde de Antwerpse havengemeenschap
haar eerste gespecialiseerde havendag in Londen.
Een 80-tal spelers uit de staal- en projectwereld waren
daarbij aanwezig. Dit initiatief kadert in de breakbulkconvenanten
die in februari 2010 werden ondertekend als resultaat
van verschillende rondetafelgesprekken. Tijdens deze rondetafels,
georganiseerd door het Gemeentelijk Havenbedrijf en
Alfaport Antwerpen, uitte de private havengemeenschap o.a.
de wens om bij de promotie van de haven van Antwerpen
meer commoditygericht te werken.
Na een presentatie door Steel Business Briefing en Drewry
Shipping Consultants lichtte Albert Pegg (Gemeentelijk Havenbedrijf
Antwerpen) de knowhow en toegevoegde waarde
van de haven van Antwerpen toe. Dit werd vakkundig ondersteund
door Peter Larose (NHS) met een casestudy
die samen met KBR (Kellog, Brown en Root) was opgesteld.

Maritieme
Hercules Trophy
Op zaterdag 19 juni was het de zesde editie van de Maritieme
Hercules Trophy in 'de Nekker' te Mechelen. De
wedstrijd bestaat uit 12 zeer uiteenlopende proeven,
waaronder de inmiddels bekende mountainbike, bugxter,
crazy banana, cross country ... Nieuwe proeven dit jaar
waren onder andere pollyvolley, indiaca, sabre, skimboard
surfer en waterbubbles.
In totaal namen 106 ploegen van 45 verschillende ondernemingen
aan de wedstrijd deel.
Hoewel de focus bij de Hercules Trophy weliswaar op
teambuilding en plezier ligt, is het toch fijn als je voor je
bedrijf de felbegeerde Trophy in de wacht kunt slepen.
Grote winnaar dit jaar was de ploeg ‘Geil Containers’ van
MSC Home Terminal. ‘Weckies’ van W.E.C. Belgium
sleepte de tweede plaats in de wacht en ‘De hitsige helden’
van Inter Ferry Boats eindigden derde. De sportieve
dag werd afgesloten met een apero, bbq, prijsuitreiking
en de inmiddels legendarische Hercules party.
Luconfoto©2010
©Alain Bosmans ©Alain Bosmans
©Alain Bosmans
IN BEELD
PORTAAL MAGAZINE
9

10 FOCUS
At your service !
Steel service centers
in de Antwerpse haven
De Antwerpse haven is sinds lang de draaischijf voor de import en export van staal
in Europa. Verschillende Antwerpse stouwerijen hebben door de jaren heen een
enorme knowhow opgebouwd inzake het laden, lossen, tijdelijk opslaan en uitleveren
van staal in al zijn variëteiten. In samenwerking met de industrie zoeken verschillende
stouwerijen naar mogelijkheden om hun klanten toegevoegde
waardediensten aan te bieden. Hierdoor krijgt de traditionele staalbehandeling binnen
de haven een semi-industrieel verlengstuk. Een voorbeeld daarvan zijn de ‘steel
service centers’, waar staalproducten op maat gesneden of gezaagd worden volgens
specificaties van de klant. Portaal trok de haven in en bracht een bezoek aan drie
steel service centers.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Tore Odegarden

We maken een eerste stop bij USG Antwerpen,
dat op de terminal van Zuidnatie aan
kaai 118 een eigen steel service center uitbaat,
in nauwe samenwerking met Zuidnatie.
Tore Odegarden, general manager
van USG Antwerpen, leidt ons rond in zijn
state-of-the-artbedrijf.
Tore Odegarden: Wij zijn hier actief
sinds 2002. USG Antwerpen is een filiaal
van United States Gypsum (USG),
producent van akoestische systeemplafonds
en ophangsystemen, maar ook
van gipskartonplaten en andere producten
voor de bouw- en renovatiemarkt.
Onze 17 medewerkers snijden of
slitten coils tot stroken van verschillende
breedtes, die dan later door USG
worden gebruikt voor het aanmaken
van profielen. De coils worden hier ontrold
en vervolgens gesneden op de gewenste
breedte en lengte. Daarna
worden ze automatisch verpakt en gelabeld.
Naast de slitting nemen wij ondertussen
ook het stansen van toebehoren
voor systeemplafonds voor onze rekening.
Meer en meer doen wij ook dienst als
distributieplatform voor gipsproducten
en profielen van USG voor de Europese
markt.
Op deze site beschikken wij over een
magazijn dat gebouwd werd door
Zuidnatie. Deze partner staat ook in
voor de behandeling van de goederen,
voor het uitpakken van de staalrollen
(coils) in het magazijn en voor het natransport.
Portaal: Ondertussen bieden jullie
deze diensten ook aan derden aan.
Tore Odegarden: USG blijft ons ‘basispakket’
dat goed is voor 60 % van de activiteiten.
De overige 40 % omvat onze
slitting- en andere diensten voor derden.
Portaal: Waarom koos UGS voor Antwerpen?
Tore Odegarden: Antwerpen is een logische
keuze voor dit soort activiteiten.
Als breakbulkhaven nr. 1 is ze nog
steeds de marktleider wat betreft de import
en export van staal voor Europa.
Bovendien beschikt de haven ook over
een goed netwerk van spoor-, binnenvaart-
en wegverbindingen. Dit vormt
de ideale basis om de reeds bestaande
staalbehandeling uit te breiden met toegevoegde
waardeactiviteiten zoals slitten
en stansen.
We rijden verder de haven in en houden halt
op de terreinen van Wijngaard Natie. Daar
is het Antwerp Decoil Center (ADC) sinds
begin september volledig operationeel. Een
trotse Roger Caelen, algemeen directeur van
het ADC, leidt ons rond.
Roger Caelen: Met het Antwerp Decoil
Center bieden wij ‘cut-to-length’-diensten
aan. Dat betekent dat wij op vraag
van de klant coils op bepaalde lengtes
Roger Caelen
FOCUS 11
snijden. Wij kunnen dit doen voor coils
tot en met een dikte van 20 mm. Het
proces begint met het ontrollen van de
coil waarna hij vlakgemaakt wordt en
vervolgens op de gewenste lengte gesneden.
Daarna worden deze gesneden
platen tijdelijk gestockeerd in een ander
deel van ons magazijn om vervolgens
geleverd te worden aan de klant.
Wij beschikken over de meest moderne
lijn in Europa voor het decoilen van
warmgewalst staal: ze is uitgerust met
drie verwisselbare cassettes waardoor
wij coils van verschillende diktes op
één lijn kunnen verwerken. Je zou kunnen
stellen dat we op dat vlak over een
PORTAAL MAGAZINE

12
FOCUS
multifunctionele lijn beschikken.
Met onze 7 productiewerkers en 4 bedienden
willen wij een jaarproductie
halen van 85 à 100.000 ton per shift. Op
termijn hopen wij echter in twee shiften
te kunnen werken en op die manier de
productie verder op te drijven.
Portaal: ADC en Wijngaard Natie hebben
hiervoor een nauwe samenwerking
opgericht ...
Roger Caelen: Het ADC is opgericht
door drie investeerders die elk 1/3 van
de aandelen in handen hebben. Naast
Wijngaard Natie gaat het om Steelinvest,
een staaltrading groep, wereldwijd
actief in de handel van
koolstofstaal, met een lange ervaring in
de import via de haven van Antwerpen,
en tot slot een Duitse investeerdersgroep.
De samenwerking met Wijngaard Natie
is intens. Zo werken wij op hun terreinen
en gebeurt de coilopslag op de All
Weather Terminal, recht tegenover ons
magazijn. Doordat het hier om een
overdekte terminal gaat, kan het laden
en lossen van coils en platen weersonafhankelijk
gebeuren, wat een enorm
pluspunt is voor warmgewalst staal.
Op de All Weather Terminal kan meer
dan 100.000 ton opgeslagen worden en
beschikken we over 300.000 m² overdekte
ruimte. Vanuit de All Weather
Terminal worden de coils afgeroepen
op vraag van de productie in het ADC.
Een ‘tussenstop’ bij een steel service
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
center buiten de haven is hierdoor niet
meer nodig. Voor de eindklant betekent
dit een hoop logistieke voordelen, zoals
uiterst snelle doorlooptijden en een grotere
zekerheid. Met dit alles kan de
klant op ons rekenen voor een all-inservice.
Voor onze laatste stop wippen we even naar
de buren: het steel service center van Thor
Shipping & Transport bevindt zich immers
ook op de terreinen van Wijngaard Natie.
Ann Favere, general manager en medeeigenaar
van de holding Thor Shipping &
Transport, wacht ons op.
Ann Favere: Thor Shipping & Transport
is een holding waaronder verschillende
bedrijven en activiteiten vallen.
Wij hebben filialen in Zweden (Vasteras),
Nederland (Rotterdam en Amsterdam),
België (Antwerpen) en
Zuid-Afrika (Durban). Als groep bieden
we een aantal diensten aan. Er zijn
de agency-diensten in al onze vestigingen
waarvoor wij onder andere een beroep
doen op onze waterklerken. Ook
de afhandeling van allerlei douaneformaliteiten
ressorteert hier onder. Verder
zijn wij wereldwijd actief in de
expeditie. Wij controleren goederenstromen
tussen Europa en de rest van
de wereld, zowel breakbulk als container.
Onze rol omvat hier onder andere
de organisatie van het transport, het afhandelen
van douaneformaliteiten en
het organiseren van distributie en or-
Ann Favere
derpicking. Daarnaast vertegenwoordigen
wij ook verschillende lijndiensten
met een specialisatie op Scandinavië en
de Baltische regio.
Thor Shipping & Transport werd opgericht
in 1994 en telt vier vennoten waaronder
ikzelf. In Antwerpen is de groep
actief sinds 2002. Sinds vorig jaar beschikken
wij hier over een steel service
center. Wij leverden die activiteiten
vroeger reeds op kaai, maar dan op veel
beperktere schaal. In 2009 hebben wij
geïnvesteerd in een zagerij, waardoor
we staal kunnen zagen op maat van de
klant. Naast deze zaaginstallatie, die
platen kan zagen tot een dikte van
300 mm, beschikken wij ook over een
plasmasnijmachine. Na de bewerking
worden de gezaagde producten op de
vrachtwagen geladen en vervolgens afgeleverd
bij de klant.
Portaal: Ook hier is de samenwerking
met een goederenbehandelaar cruciaal.
Ann Favere: Wij zijn actief op de terreinen
van Wijngaard Natie. Onze zaaginstallatie
bevindt zich in een magazijn
dat wij van hen huren. Het staal dat wij
behandelen, wordt gestockeerd en behandeld
op de All Weather Terminal.
De verschillende soorten liggen er netjes
gesorteerd. De aanvoer van staal van
de terminal tot in ons magazijn wordt
eveneens door Wijngaard Natie verzorgd.

14 FOCUS
Samen sterk in promotie
en communicatie
Het Antwerp Port Promotion Platform (APPP) kan rekenen op een brede belang-
stelling. Sinds de lancering ervan op 28 juni hebben inmiddels zo'n 400 communicatie-
en promotievertegenwoordigers uit de Antwerpse havengemeenschap zich aangemeld
bij het digitale platform. “We hopen dat aantal de komende maanden nog aanzienlijk
uit te breiden”, zegt Karin Duivenvoorden, manager Promotie & Marketing van het
Havenbedrijf.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

Portaal: Welke gedachte lag ten grondslag
aan het ontstaan van dit nieuwe
promotieplatform?
Karin Duivenvoorden: Om een antwoord
te bieden op het voorbije crisisjaar
en om de concurrentiepositie van
de Antwerpse haven te verstevigen,
hebben de publieke en private havenbedrijven
eind 2009 de handen ineengeslagen.
Zij hebben samen het
Totaalplan uitgewerkt, waarin 10 plus
1 werkgroepen op verschillende vakgebieden
een aantal doelstellingen hebben
vastgelegd. Binnen onze werkgroep
Branding & Promotion hebben we drie
belangrijke doelen afgebakend:
- het verbeteren van de naamsbekendheid
en het imago van de haven van
Antwerpen;
- het ontwikkelen en uitvoeren van een
doelgericht promotiebeleid;
- het nadrukkelijk betrekken van de private
sector bij de promotie van onze
haven.
Vooral met het oog op deze laatste doelstelling
is het APPP opgericht.
Wij geloven dat we door een betere samenwerking
en een grotere gezamenlijke
inspanning de kwaliteit van de
promotie van de Antwerpse haven
kunnen versterken. Dit sluit zeker aan
op het centrale thema ‘Sterk door Samenwerk’.
Portaal: Wat houdt het platform
eigenlijk in?
Karin Duivenvoorden: Het APPP wil
in eerste instantie een digitale gemeenschap
vormen voor managers die verantwoordelijk
zijn voor de promotie en
communicatie van zowel private als
publieke bedrijven in de Antwerpse
haven. Daarbij horen ook de in de
haven gevestigde industriële- en handelsbedrijven,
evenals de partners die
promotie en communicatie in de haven
ondersteunen. Hierbij denken we aan
onderzoeksinstellingen, gemeentebesturen
in de regio en promotiepartners.
Het APPP is opgebouwd rond een
website waarop leden onderling informatie
kunnen uitwisselen over bijvoorbeeld
havendagen, hun vakgebied,
evenementen, missies en beurzen.
Portaal: Kun je enkele voorbeelden
geven wat de APPP-website de leden
nog meer te bieden heeft?
Karin Duivenvoorden: De evenementen
en beurzen die ik net noemde, zijn
bijvoorbeeld terug te vinden op een
overzichtelijke kalender. Hierop staan
ook de persconferenties en opendeurdagen
van havenbedrijven vermeld,
zodat een mogelijke overlap kan worden
vermeden. Havenbedrijven kunnen
ook hun eigen nieuws en
persberichten op het platform vermelden,
zodat iedereen van elkaar op de
hoogte blijft. Verder kunnen leden zich
aansluiten bij een expertisecenter: een
FOCUS 15
groep die samenwerkt binnen een bepaald
vakgebied. Denk bijvoorbeeld
aan groepen als logistiek, IT en douane.
Andere voordelen zijn de toegang tot
relevante marktstudies, de aanwezigheid
van links naar de voornaamste
maritieme, logistieke en industriële organisaties
en het kunnen downloaden
of bestellen van promotiemateriaal
zoals brochures, presentaties, kaarten,
beeldmateriaal en relatiegeschenken.
Portaal: Denk je dat het aantal leden
de komende maanden nog verder zal
uitbreiden?
Karin Duivenvoorden: Daar gaan we
zeker ons best voor doen. Dagelijks ontvangt
onze webmaster nieuwe aanmeldingen,
maar we hebben ook zelf een
campagne opgezet om andere partnerinstellingen
en communicatie- en promotiemanagers
die nog geen lid zijn, te
overtuigen. We willen hen nogmaals
wijzen op de talrijke voordelen van het
APPP. Als ook zij zich aansluiten, staan
we samen nog sterker in onze promotie
van de haven van Antwerpen!
Nog geen lid van APPP?
Dan kunt u zich alsnog inschrijven
met de link die u eind juni per e-mail
ontving of gewoon een aanmelding
tot lidmaatschap indienen via
http://www.portofantwerp.om/appp
Communicatieclub
Begin dit jaar nam het communicatieteam
van het Havenbedrijf het initiatief
voor de oprichting van een
'Communicatieclub'. Het nodigde
daarvoor communicatievertegenwoordigers
van alle Antwerpse havenbedrijven
uit. De aanwezigen
bespraken hoe zij informatie efficiënter
kunnen uitwisselen, of er
voor bepaalde thema's een gezamenlijke
communicatieaanpak wenselijk
is en op welke manier zij
ideeën kunnen uitwisselen. Uiteraard
was dit ook een goede gelegenheid
om verder met elkaar kennis te
maken. Belangstellenden kunnen
zich aanmelden bij APPP. Voor bijkomende
info:
communicatie@haven.antwerpen.be.
PORTAAL MAGAZINE

16 BEDRIJF IN BEELD
ArcelorMittal Logistics
snakt naar Antwerps kwaliteitslabel
ArcelorMittal Logistics is de expeditiedochter van ArcelorMittal, de grootste staalproducent
ter wereld, en heeft haar hoofdkantoor in Antwerpen. Portaal sprak met
CEO William Moyersoen over de economische uitdagingen van het bedrijf en de
opportuniteiten die de haven van Antwerpen voor dit marktsegment te bieden heeft.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

Portaal: Is ArcelorMittal Logistics een
expediteur pur sang?
William Moyersoen: Toch wat de activiteiten
in Antwerpen betreft. Maar er
zijn negen vestigingen die elk hun
eigen accenten hebben. In Italië (Milaan
en Piombino) zijn de activiteiten meer
gericht op vrachtwagendistributie, in
Rotterdam is ArcelorMittal Logistics
een zuivere scheepsagentuur, Genk
controleert alle maritieme verschepingen
van alle Europese inoxfabrieken,
Shanghai concentreert zich vooral op
lokale toegevoegde waardediensten, in
Frankrijk en Spanje gaat het om maritieme
logistieke diensten binnen de fabrieken
in Duinkerke, Fos-sur-Mer en
Sagunto ...
Als geheel, als maritieme logistieke entiteit
binnen de groep ArcelorMittal,
hangen we af van ArcelorMittal Shipping
in Londen die alle maritieme activiteiten
binnen de groep controleert: de
wereldwijde vrachtorganisatie, vrachtnegotiaties,
chartering e.d.
In Antwerpen hebben we binnen ArcelorMittal
Logistics ook nog een cel die
alle Europese bevrachtingen en vrachtnegotiaties
controleert. Het gaat hier
zowel om bevrachtingen die we zelf
controleren als om bevrachtingen die
binnen de fabrieken worden georganiseerd.
Portaal: Voor alle duidelijkheid: de
Europese vrachtnegotiaties hebben
niet enkel betrekking op intra-
Europese transporten?
William Moyersoen: Neen. Ze omvatten
alle maritieme staaltransporten van
en naar Europa, inclusief het intra-
Europees shortseavervoer.
Het bulkvervoer wordt gecontroleerd
door ArcelorMittal Shipping in Londen
en de organisatie van het voor- en natransport
is in handen van de logistieke
diensten in de verschillende fabrieken.
In Antwerpen hebben wij geen eigen
assets, zoals het een goede expediteur
betaamt. Onze toegevoegde waarde ligt
in het bundelen van de tonnages en de
goederenstromen zodat we betere voorwaarden
kunnen krijgen en we een
vloeiende logistieke stroom kunnen garanderen.
Portaal: Hoe belangrijk is Antwerpen
voor ArcelorMittal Logistics?
William Moyersoen: Het afgelopen
jaar controleerde ArcelorMittal Logistics
9,3 mln ton (wat een omzet vertegenwoordigt
van 219 mln euro). Het
kantoor in Antwerpen was goed voor
4 mln ton (omzet: 132 mln euro). Maar
dit betekent niet dat er daadwerkelijk
4 mln ton via Antwerpen is verscheept.
Zoals eerder aangehaald, is ons kantoor
verantwoordelijk voor alle bevrachtingen
binnen ArcelorMittal Logistics. Dit
betekent dat wij niet enkel de tonnages
bevrachten die wij als expediteur behandelen,
maar ook de tonnages van de
Poolse, Tsjechische, Spaanse en enkele
Franse fabrieken die niet fysisch over
Antwerpen lopen.
BEDRIJF IN BEELD 17
Via de haven van Antwerpen werd effectief
2 mln ton verscheept.
Portaal: Wat zijn de doorslaggevende
factoren om een trafiek al dan niet
over de haven van Antwerpen te laten
lopen?
William Moyersoen: De kostprijs. En
hiermee bedoel ik niet enkel de havenkosten
as such, maar de ‘overall’ kostprijs.
We bekijken het transport van A
tot Z en niet enkel onze eigen kosten.
Het is een tendens die de jongste jaren
steeds toeneemt: we gaan een open discussie
aan met onze leveranciers en bekijken
samen wie de beste troeven heeft
en wie de beste optimalisatie van de
goederenstroom kan bieden.
Portaal: Speelt de kwaliteit van de havenbehandeling
hierbij geen rol?
William Moyersoen: Toch wel en daar
heeft de haven van Antwerpen belangrijke
troeven, maar ik zou de concurrenten
op dat vlak toch niet
onderschatten. Onze alternatieven in de
andere havens zijn zonder uitzondering
dedicated terminals die enkel onze trafiek
behandelen en onze kwaliteitsnormen
volgen.
Portaal: De staaltrafiek heeft de afgelopen
jaren zware klappen gekregen.
Hoe hard is dat bij ArcelorMittal Logistics
aangekomen?
William Moyersoen: Hard genoeg,
maar we hebben dit quasi volledig kunnen
compenseren door de uitbouw van
de centrale bevrachtingsactiviteiten en
door twee nieuwe activiteiten: het coördineren
van de importbulkstroom en
het nauw opvolgen van de documentaire
kredieten.
In het eerste geval hebben we op een
zeer stringente wijze de op komst
zijnde bulkschepen in kaart gebracht en
gestroomlijnd om op die manier de nevenkosten
zo laag mogelijk te houden.
Het komt er op neer dat, van zodra het
bulkschip bij wijze van spreken aan de
Europese horizon verschijnt, alle betrokken
diensten het verdere verloop
van deze goederen in kaart brengen:
voor welke fabriek is de lading bestemd,
zijn de kranen in de haven beschikbaar,
is het natransport
beschikbaar, moeten we rekening houden
met wachttijden ...? Door intern al
PORTAAL MAGAZINE

18 BEDRIJF IN BEELD
onze verschillende diensten in Antwerpen
– uiteraard in samenwerking met
ArcelorMittal Shipping in Londen –
sterker op elkaar af te stemmen, kunnen
we het volledige kostenplaatje in al zijn
geledingen bekijken en proactief kostenbesparende
maatregelen nemen.
Deze total cost of ownership-approach
is zodanig succesvol dat we dit model
nu ook toepassen vòòr het vertrek van
de schepen.
In mijn ogen is dit expediteurswerk pur
sang: het is de schakel die zorgt voor
een geolied systeem, die er op toeziet
dat iedereen op de hoogte is en fungeert
als een centraal aanspreekpunt tussen
de verschillende geledingen.
De tweede activiteit heeft betrekking op
ArcelorMittal Trade Finance, een afdeling
die ook in Antwerpen is gehuisvest
en die een groot deel van de documentaire
kredieten van de groep negotieert
bij de banken. Vroeger werden de cognossementen
opgesteld in de verschillende
havens, waarna deze via de
financiële diensten van de verschillende
fabrieken werden goedgekeurd en vervolgens
per koerier werden bezorgd.
De tijd die deze werkwijze met zich
meebracht, bedroeg al snel tien dagen.
Door dit te centraliseren, kunnen we de
doorlooptijd terugbrengen tot twee
dagen.
Portaal: Wat zijn voor ArcelorMittal
Logistcs de sterktes en zwaktes van
Antwerpen?
William Moyersoen: De sterkte van de
haven is ongetwijfeld haar groot aanbod
aan verschepingsmogelijkheden,
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
waardoor wij de lading van Arcelor-
Mittal kunnen consolideren en op die
manier gebruik maken van onze
grootte.
Qua breakbulk scoort de haven goed in
de deepseatrafiek, zowel op het vlak
van kwaliteit als prijs. Dit in tegenstelling
tot de shortseatrafieken: voor sommige
commodities betalen wij in
Antwerpen het dubbele van andere havens.
Een zwakte van de haven is dat er niet
genoeg gerenoveerd wordt op het vlak
van behandeling. En daarmee bedoel ik
niet dat er niet geïnvesteerd wordt door
de betreffende goederenbehandelaars,
maar wel dat er onvoldoende wordt
geïnvesteerd in innovatieve technieken.
Ik denk hierbij aan magneten, aan coiltangen
en andere technologische innovaties
die in naburige havens wel in
ArcelorMittal Logistics in een notendop
Dochterbedrijf van ArcelorMittal,
staalconcern met hoofdzetel in Luxemburg.
Activiteiten: expeditie, scheepsagentuur, bevrachting
Vestigingen:
Antwerpen, Genk (België)
Rotterdam (Nederland)
Duinkerke, Fos-sur-Mer (Frankrijk)
Milaan, Piombino (Italië)
Sagunto (Spanje)
Shanghai (China)
Omzet 2009: 210 mln euro (waarvan 132 mln in Antwerpen)
Gecontroleerde tonnage 2009: 9,3 mln ton
(waarvan 4 mln door Antwerpen)
gebruik zijn.
Daarnaast pleit ik reeds jaren voor een
kwaliteitslabel voor de hele haven.
Grote verladers kijken naar Antwerpen
als één geheel. Die verliezen zich niet in
de verschillende schakels van de logistieke
keten zoals een expediteur, een
terminaloperator, een lijnagent ... Zij
willen de garantie dat hun goederenstroom
via Antwerpen kwaliteitsvol
wordt beheerd, op àlle niveaus. Het zou
een enorme opportuniteit zijn indien de
havenspelers als één geheel kunnen
aantonen dat zij kwaliteit belangrijk
vinden, dat er procedures worden gevolgd
en bewaakt, dat ze steeds streven
naar verbetering. Toegegeven: het is
niet evident, maar het is wel de uitdrukkelijke
vraag van de industrie. En
die vraag moeten de havenspelers zeer
ter harte nemen.

Bij de overheid heet het Personeel & Organisatie, in de privésector
Human Resources, maar zeker is dat de term een vlag is die
vele ladingen dekt. De manager, die verantwoordelijk is voor de
HR of de P&O binnen zijn organisatie, weet dat hij voor die verschillende
ladingen niet zonder een deskundige hulp en dito advies
kan. Acerta heeft zich tot doel gesteld over heel België
marktleider te zijn in HR-dienstverlening voor alle sectoren. Met
de overname van Sociaal Secretariaat Cepa worden ook het
transport over de weg en de maritieme sector als belangrijke sectoren
hieraan toegevoegd.
De naam Acerta duikt voor het eerst op als de dienstengroepen
Boerenbond (BB) en het Verbond van Christelijke werkgevers en
Kaderleden (VKW) in 2001 besluiten tot een samengaan. In hetzelfde
jaar wordt AliA Sécretariat Social in Wallonië opgericht
en sluit het een partnerschap met Acerta. Sinds 1 januari 2008
werken Acerta en AliA samen als een geïntegreerde groep onder
één naam, Acerta.
VERBREDING
Acerta heeft sinds zijn ontstaan zijn ambities uitgebreid en de lat
steeds hoger gelegd. De bekendste activiteiten van de groep zijn
zonder meer de loonverwerking, de sociale zekerheid, de kinderbijslag
en de vestigingsformaliteiten. De activiteiten van de
groep strekken zich uit over zes werkmaatschappijen: Acerta
Ondernemingsloket, Acerta Sociaal Verzekeringsfonds, Acerta
Sociaal Secretariaat, Acerta Public, Acerta Kinderbijslagfonds en
Acerta Consult. De Groep is met Acerta Consult en Kern Selection
ook een belangrijke speler op de markt van werving en selectie,
en beheer en ontwikkeling van menselijk kapitaal. Acerta
CEPA DIENSTENGROEP
In een vorige editie hebben de CEO’s van Acerta en de Cepa-groep reeds de achtergrond
en het belang van de geplande fusie op 1/1/2011 uitvoerig toegelicht.
In deze bijdrage schetsen we het verleden, maar vooral de ambitie om, met een waaier
van belangrijke activiteiten, aanwezig in Acerta, de dienstverlening en het aanbod
aan de klanten van Acerta Port & Logistcs, onder leiding van Roger Vanheukelom,
te versterken.
Acerta, HR-dienstverlening
over heel België voor alle sectoren
telt 1.200 medewerkers, verdeeld over 22 kantoren in Vlaanderen,
Wallonië en Brussel.
Acerta heeft steeds dezelfde visie voor ogen gehad: het behouden
van en streven naar marktleiderschap in alle facetten van
het HR-beleid voor alle mogelijke sectoren in België.
Met dit doel voor ogen legt de groep zich toe op een eenduidige
dienstverlening, een klantgerichte aanpak en een specifieke
oriëntatie naar sectoren.
Acerta heeft na een periode van sterke personeelsuitbreiding de
crisis het hoofd kunnen bieden door een selectieve overname van
sterke sectorale spelers zoals Shéherazade voor Wallonië en de
social profit- en overheidssector en Cepa voor het wegvervoer,
de logistiek en de maritieme sector. Aldus ontstaan ook de nevenmerken
Acerta Public en Acerta Port & Logistics.
DE KRACHT VAN MENSEN
De baseline in het logo van Acerta zegt waarvoor de HR-dienstengroep
staat: de ‘Kracht van Mensen’ is de leidraad in alle activiteiten
van Acerta en mondt uit in vier belangrijke
bedrijfswaarden: respect, integriteit, team spirit en verantwoordelijkheidszin.
Als groepscompetenties worden naar geschoven:
klantgerichtheid, teamgerichtheid, resultaatgerichtheid en flexibiliteit.
Acerta toont zich aan de buitenwereld als een geëngageerd en
vooruitziende werkgever en heeft met zijn visie op Talent Management
de weg geëffend voor vele andere. Net omdat personeelsbeleid
zo’n divers en vertakt begrip is, wil Acerta een
voorbeeldfunctie opnemen. Daden zeggen immers meer dan
woorden.
PORTAAL MAGAZINE
19

20 OPLEIDINGEN
HavenActiePlan
Portilog en VDAB samen in actie
Werkzoekende bedienden met ervaring in de maritieme sector of met een diploma
in die richting, kunnen sinds kort de opleiding ‘updating logistiek’ volgen, aangeboden
door Portilog en VDAB. Deze opleiding is een ideale manier om zich bij
te scholen en de kennis over de sector op punt te stellen. Portaal sprak hierover
met Corinne Thijs, opleidingscoördinator bij Portilog, Alda Budo, accountmanager
Haven en Chemie en Ann Van Veldhoven, klantenconsulente bediendenopleidingen
bij VDAB Antwerpen.
Alda Budo Corinne Thijs Ann Van Veldhoven
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

Portaal: Wat is de achtergrond van dit nieuwe aanbod?
Alda Budo: VDAB is vorig jaar gestart met een HavenActie-
Plan (HAP), specifiek gericht op havengebonden beroepen.
HAP is ontstaan uit Vlaanderen in Actie (ViA) en Flanders
Ports Area, met de bedoeling de haven als werkgever aantrekkelijker
te maken voor werkzoekenden die onvoldoende
bekend zijn met de opportuniteiten in de haven.
We hebben een havengerelateerd opleidingsaanbod uitgewerkt
voor knelpuntberoepen, onder meer in samenwerking
met OCHA vzw (opleidingscentrum voor havenarbeiders),
groep INTRO vzw en Werkvormm vzw. We bieden hierbij
zeer specifieke opleidingen zoals magazijnmedewerker, heftruckchauffeur,
VCA-opleidingsattesten, industrieel reiniger,
matroos binnenvaart, containerlasser, brand- en veiligheidswacht,
pijpfitter, procesoperator chemie, STCW (internationale
attesten scheepvaart), tekenaar piping, onderhouds- en
koeltechnieker ...
Voor de bedienden in de haven hebben we een aanbod uitgewerkt
in samenwerking met Portilog.
Corinne Thijs: De opleiding ‘updating
logistiek’ biedt zes specialisatiemodules
over de verschillende transportmodi,
een optiemodule IMDG en negen
optiemodules rond douane en accijnzen.
Geïnteresseerden kunnen zich
voor deze avondcursussen inschrijven
via VDAB. VDAB betaalt het inschrijvingsgeld
en de vervoersonkosten en
verzekert de cursist tegen arbeidsongevallen.
Werkzoekenden behouden uiteraard
hun uitkering.
Portaal: Hoe gaat dit praktisch in zijn
werk?
Ann Van Veldhoven: Werkzoekenden
schrijven zich in bij VDAB en worden
uitgenodigd voor een intakegesprek en
het afsluiten van een opleidingstraject.
In overleg met de consulent wordt een
opleidingstraject vastgelegd dat het
beste aansluit bij de kennis en interesses
van de cursist. Afhankelijk van de
gekozen modules start de opleiding
tussen september 2010 en mei 2011. De
modules worden ’s avonds gegeven,
naar rato van één avond per week en
dit gedurende enkele weken. Tijdens de
opleiding krijgt de cursist ook oefeningen
en opdrachten mee naar huis. Elke
module wordt afgesloten met een (verplicht)
examen waarop de cursist minimum
60 % moet halen. Meer info
hierover is te vinden op www.portilog.be
of www.vdab.be/opleidingen.
OPLEIDINGEN 21
Portaal: VDAB en Portilog hebben ook nog een ander project
in de steigers?
Corinne Thijs: Dat is een specifiek aanbod voor anderstalige
administratieve bedienden. Cursisten die bij VDAB de opleiding
administratief bediende succesvol hebben afgerond,
kunnen een aanvullende opleiding volgen bij Portilog waarbij
de focus gelegd wordt op havenkennis, Incoterms, tussenpersonen
en sectorspecifieke documenten.
Ann Van Veldhoven: Let wel: hiermee beogen we geen opleiding
maritiem bediende of expeditiebediende, maar wel
een extra basiskennis haven/logistiek zodat hun tewerkstellingskans
in de sector verhoogt. Het Portilog-pakket wordt
door onze taalinstructeurs aangevuld met specifieke woordenschat
en terminologieën in het Frans en het Engels en met
extra oefeningen klantvriendelijk telefoneren.
Portaal: VDAB heeft ook een ‘haventoets’ ontwikkeld om
werkzoekenden warm te maken voor een job in de haven?
Alda Budo: Werkzoekenden die een havengerelateerde opleiding
volgen, krijgen een infosessie en een attitudetraining
over de haven en bezoeken een aantal bedrijven. Nadien krijgen
ze een havenbadge. Deze havenbadge is het bewijs dat ze
een basiskennis hebben van het havengebied en weten waar
ze havengerelateerde vacatures kunnen vinden. Door deze
haventoets te volgen, zijn de cursisten ook op de hoogte van
de specifieke kenmerken die het werken in de haven met zich
meebrengt (flexibiliteit, mobiliteit ...)
De module wordt ontwikkeld in samenwerking met
Havencentrum Lillo en gaat dit najaar van start.
Corinne Thijs: Ook Portilog ontwikkelt samen met het
Havencentrum Lillo een project voor nieuwe werknemers in
havengebonden en logistieke bedrijven. Tijdens dit programma
geven we de deelnemers een ruimer beeld van de
sector en gaan we dieper in op de betekenis en werking van
een haven. Onze praktijkdocent neemt de cursisten mee achter
de schermen en legt de link naar de industrie, de klanten
en andere partners. Dit project sluit mooi aan op het initiatief
van VDAB. Daardoor zijn er ook hier plannen om met VDAB
onze krachten te bundelen.
Portaal: Havenbedrijven kunnen een belangrijke rol spelen
door cursisten stageplaatsen aan te bieden?
Alda Budo: Deze stages zijn gratis voor bedienden en hebben
geen aanwervingsverplichting. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid
om een individuele beroepsopleiding op de werkvloer
af te sluiten.
Eind september, begin oktober beëindigt een aantal cursisten
de opleiding Internationale Handel en Logistiek. In samenwerking
met LOGOS kunnen deze cursisten een stage
lopen van zes weken in het bedrijfsleven: een uitstekende
voorbereiding op een job in de sector. Ook voor het anderstaligenproject
in samenwerking met Portilog zijn we nog op
zoek naar administratieve stageplaatsen. Geïnteresseerde bedrijven
kunnen hiervoor contact opnemen met VDAB.
PORTAAL MAGAZINE

22 OPLEIDINGEN
VEA-leden krijgen exclusief AEO-opleidingstraject
In samenwerking met Portilog biedt VEA haar leden de unieke gelegenheid om het AEO-certificaat onder de deskundige
begeleiding van FOD Financiën te behalen.
Hiervoor werden twee parallelle opleidingstrajecten opgestart: een voor expediteurs en douaneagenten en een voor expediteurs/logistieke
dienstverleners die ook actief zijn in goederenbehandeling. Het volledige traject omvat vijf sessies
van drie uur.
Dit traject biedt verschillende voordelen:
• de deelnemers worden stap voor stap wegwijs gemaakt in de verschillende hoofdstukken van de aanvraagprocedure.
Hierbij worden ze begeleid door de mensen van de Administratie der Douane en Accijnzen en krijgen ze tips
van deskundigen die de procedure reeds hebben doorlopen. Tijdens deze sessies worden knelpunten besproken en
mogelijke strategieën om dit op te lossen;
• tussendoor is er tijd om te werken aan de aanvraagdocumenten die ter feedback bij de douaneadministratie kunnen
ingediend worden;
• na deze vijf sessies is de firma klaar om het AEO-certificaat in te dienen: aangezien dit begeleid werd door de mensen
van de douaneadministratie, is de kans heel groot dat het behalen van dit certificaat geen noemenswaardige problemen
zal opleveren;
• deelnemers kunnen een beroep doen op LOGOS en de kmo-portefeuille voor tussenkomst in de opleidingskosten;
• deelnemers die binnen het jaar na deze opleiding hun AEO-certificaat behalen, krijgen het resterend opleidingsbedrag
terugbetaald door VEA.
“Met deze ondersteuning willen we onze leden wijzen op het toenemend belang van het AEO-certificaat”, verduidelijkt
Olivier Schoenmaeckers, directeur van VEA. “Op dit moment genieten AEO-gecertificeerde bedrijven een vermindering
van borgstelling en op korte termijn wordt een verminderde douanecontrole realiteit. Maar nog belangrijker
is de op handen zijnde centralised clearance die in 2013 in heel Europa van kracht wordt, waarbij alle douaneaangiftes
op één centrale plaats in Europa kunnen ingediend worden. Dit zal enkel mogelijk zijn bij een AEO-gecertificeerd bedrijf.
En bovendien zullen – binnen deze Europese modernised customs code – enkel AEO-gecertificeerde bedrijven
douaneaangiftes voor derden kunnen indienen. Hoog tijd dus dat onze volledige sector op korte termijn AEO-gecertificeerd
is.”
Per traject kunnen 15 bedrijven deelnemen.
Meer info op www.portilog.be
PORTILOG en OTM gaan samenwerken
Portilog en OTM, de Organisatie van Traffic Managers en haar opleidingspartner BCCL, hebben onlangs een samenwerkingsakkoord
gesloten.
Beide organisaties beschikken over een aantal sterktes inzake docenten, doelgroepen, knowhow en regionale spreiding.
Door deze krachten te bundelen, willen beide partijen een meerwaarde creëren.
Tijdens het komende cursusjaar zullen Portilog en OTM-BCCL nieuwe initiatieven ontwikkelen.
Een eerste project onder een gezamenlijke vlag is de opleiding Incoterms 2010 op 20 oktober a.s. Meer info hierover
vindt u op de websites www.portilog.be en www.otmbe.org
Leden van de betrokken organisaties (OTM, ABAS, ASV, KBRV, KVBG, VEA, VEGHO, APZI) kunnen bovendien de
reeds bestaande avondcursussen en seminaries van de beide opleidingscentra bijwonen aan ledentarief.
In een latere fase wordt de mogelijkheid bekeken om gelijklopende programma’s samen te smelten.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

S.&S.S.
Group
Bredastraat 136/138
B-2060 Antwerpen
www.sssgroup.eu
Shipping & Signalling Services
Antwerpen - Zeebrugge - Gent - Brussel - Oostende - Vlissingen - Terneuzen
Services over and above the rest
Vessel Traffic Information & Communication Services
Maritime Logistics & Network Services Port & Ship
Assistance Services Maritime Publications
Satellite - Radio - Telecommunications & Systems
Nautical Equipment Consulting
n.v.
s.a.
member S.&S.S. group
Tel.: 03 206 73 50
Fax: 03 206 73 60
info@sss.be
Tel.: 03 227 74 02
Fax: 03 227 74 03
astron@astron.be
PORTAAL MAGAZINE

24 NIEUWS VAN DE LEDEN
Kracht Antwerpse
expediteurs ondersteunt
havenpromotie
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA

Het is als een open deur intrappen: Antwerpen is een expediteurshaven.
Dat er vanuit onze haven een waaier aan verschepingsmogelijkheden
wordt aangeboden, is grotendeels te
danken aan haar ladinggenererend vermogen. Aan de expediteur
dus. Alleen is dit tot nog toe te weinig in de verf gezet. Maar
daar komt binnenkort verandering in.
Olivier Schoenmaeckers: Op de buitenlandse promotiereizen
wordt meestal de nadruk gelegd op de sterke geografische ligging
van de haven, de uitstekende achterlandverbindingen, de
hoge productiviteit van de havenarbeiders, ... maar de meest
voor de hand liggende troef werd over het hoofd gezien. Namelijk
het feit dat het aandeel merchant haulage in de Antwerpse
haventrafieken een sterke stijgende tendens vertoont. Daarenboven
blijkt dat de Antwerpse expediteurs qua containertrafiek
ongeveer 2,2 miljoen TEU rechtstreeks controleren.*
Met andere woorden: de Antwerpse expediteurs zijn bepalend
voor de lading die in Antwerpen aanwezig is.
Om dit te onderlijnen, hebben we in onze VEA-declaration uitdrukkelijk
opgenomen dat wij, de Vereniging voor Expeditie,
Logistiek en Goederenbelangen van Antwerpen (VEA) en haar
leden, ons engageren om de door ons gecontroleerde lading bij
voorkeur en in eerste instantie te boeken bij rederijen die Antwerpen
fysiek aanlopen.
Marc Huybrechts: Uit de verschillende werkgroepen van het Totaalplan
10+1 is meer dan eens het belang van onze rol naar
NIEUWS VAN DE LEDEN
Op de afgelopen staten-generaal is nog maar eens duidelijk gebleken hoe bepalend de
Antwerpse expediteurs zijn voor het ladinggenererend vermogen van onze haven. Om
dit naar de buitenwereld in de verf te zetten, wordt ‘Antwerpen expediteurshaven’
een belangrijke troef van de haven. Waarbij alle VEA-leden zich formeel engageren
om lading die door hen wordt gecontroleerd, bij voorkeur te boeken bij rederijen die
de Antwerpse haven fysisch aanlopen. Portaal sprak met Marc Huybrechts, voorzitter
en Olivier Schoenmaeckers, directeur van de Vereniging voor Expeditie, Logistiek
en Goederenbelangen van Antwerpen over de VEA-declaration.
Olivier Schoenmaeckers en Marc Huybrechts
boven gekomen. De conclusie van de staten-generaal was dan
ook dat de haven niet als een afzonderlijke entiteit mag gezien
worden, maar als een schakel in de hele logistieke keten. We
moeten af van de focus enkel op het havengebied te leggen. Binnenlandse
en buitenlandse verladers kijken niet enkel naar de
troeven van de haven, maar naar een manier waarop ze hun totale
logistieke stroom zo vlot mogelijk kunnen laten verlopen.
Daarin speelt de haven een rol, maar ook de aanbieders van de
achterlandverbindingen, de douaneadministratie, de IT-perfomantie
....
Olivier Schoenmaeckers: De expediteur als logistiek consulent
is een belangrijke factor in de facilitering van die goederenstromen.
Het is een rol die wij in de toekomst nog meer moeten opnemen
en dat willen we doen door er uitdrukkelijk voor te
kiezen om lading te boeken bij rederijen die Antwerpen fysiek
aanlopen.
De Antwerpse haven biedt uitstekende randvoorwaarden zoals
een optimale maritieme toegang, de aanwezigheid van faciliterende
IT- en douanesystemen en gespecialiseerde douaneagentschappen
en een efficiënte logistieke keten met concurrentiële
transittijden en een hoog serviceniveau. Deze randvoorwaarden
maken het ons mogelijk om onze rol als logistiek consulent in te
zetten voor een vlotte logistieke goederenstroom. Het is deze rol
die we naar de buitenwereld sterk willen onderlijnen.
Marc Huybrechts: Met deze VEA-declaration onderstrepen we
niet enkel een troef die inherent verbonden is met de sterktes
van de haven van Antwerpen, maar appelleren we de rederijen
om Antwerpen als rechtstreekse aanloophaven in hun vaarschema
op te nemen. Want ook zij hebben er alle belang bij dat
de goederen op een vlotte manier de logistieke keten doorlopen.
Dat er steeds meer containerlading als merchant haulage wordt
geboekt, bewijst onze kracht en daar zijn zowel verladers als rederijen
mee gebaat. Zeker als je bedenkt dat de haven van Antwerpen
centraal gelegen is in de bekende ‘blauwe banaan’, die
zich uitstrekt van Manchester, via Londen, de Benelux, Straatsburg
en Zwitserland tot Milaan. Waarbij 60 % van de Europese
koopkracht zich in een straal van 500 km rond de Antwerpse
haven bevindt en 40 % van het totale potentieel aan containerlading
in Noordwest-Europa Antwerpen als meest nabije haven
heeft.
Met dit engagement bieden we én verladers én rederijen een bijkomende
troef om de haven van Antwerpen incontournable te
maken.
*Marktonderzoek van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
en de Nationale Bank van België
PORTAAL MAGAZINE
25

26 DYNAMIEK IN DE HAVEN
Belgische breakbulkrederijen investeren
verder in nieuwe tonnage
Safmarine MPV heeft acht nieuwe breakbulkschepen besteld
met een capaciteit van 18.500 dwt. De eenheden zullen
deels de gecharterde schepen vervangen en deels de
bestaande diensten versterken. Afgelopen jaar verscheepte
de rederij 240.000 ton breakbulk en 12.000 TEU,
waarvan 80 % in Antwerpen gelost en geladen werden.
Conti-Lines investeerde op zijn beurt 35 mln USD in een
schip van 33.500 dwt met eigen laadgerei, waarvan Antwerpen
deze zomer de eerste aanloop mocht verwelkomen.
De rederij is van plan nog drie bijkomende schepen
te bestellen met een capaciteit van 30 à 32.000 dwt, eveneens
voorzien van eigen laadgerei.
NileDutch opent kantoor in Antwerpen
De Nederlandse rederij NileDutch heeft een eigen kantoor
geopend in Antwerpen. NileDutch is reeds meer dan dertig
jaar actief op de trade tussen West-Europa en West-
Afrika en sinds enkele jaren ook op de ‘booming’ trade
tussen Azië en West-Afrika.
Antwerpen is voor NileDutch de belangrijkste laadhaven.
Van hieruit worden Angola, de beide Congo’s (via Pointe
Noire), Gabon, Kameroen en Ghana bediend. Op deze
dienst worden vijf containerschepen ingezet met een capaciteit
van 1.700 TEU. De schepen worden behandeld bij
Katoen Natie op Linkeroever.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
Shipit opent multimodaal platform op
Linkeroever
Shipit is een bedrijf dat gespecialiseerd is in de organisatie
van multimodaal transport door voor logistieke bedrijven
de meest efficiënte vervoerscombinatie uit te
werken. Sinds kort is deze onderneming in de Waaslandhaven
gestart met de uitbating van een multimodaal platform
voor de behandeling van vrachtwagens,
spoorwagons en binnenvaartschepen.
Op een terrein van 90.000 m 2 werden twee magazijnen gebouwd
van elk 7.500 m 2 met acht loskades voor vrachtwagens
en een luifel voor overdekte treinbehandeling.
Daarnaast biedt een tweede luifel de mogelijkheid voor
het droog stuffen en strippen van containers. Aan de andere
kant van het Noordelijk Insteekdok bevindt zich een
laad- en loskade voor de behandeling van binnenschepen.
Shipit biedt hier tailormade totaaloplossingen aan voor
kleinere goederenstromen, inclusief CFS, warehousing en
distributie.
Het platform is gelegen vlakbij het Deurganckdok, waardoor
Shipit een interface kan vormen tussen gecontaineriseerd
en conventioneel vervoer.
Nieuwe feederdienst tussen Antwerpen
en Göteborg
Green Feeder is sinds kort gestart met een feederdienst
tussen Antwerpen en Göteborg. De basislading is
Zweedse lading van United Arab Shipping Company
(UASC) tussen Antwerpen en Göteborg. De feederdienst
vormt het begin van de uitbouw van een feedernetwerk
in Noord-Europa, op initiatief van de Metz Group die als
feederoperator actief is in het Middellands Zeegebied en
de Zwarte Zee. De Metz Group wil in een eerste fase België,
Nederland en het VK met alle Scandinavische landen
en alle Baltische staten verbinden. In een tweede fase staat
een uitbreiding naar Frankrijk, Spanje en Portugal op het
programma.

Nieuw vlaggenschip van Hanjin Shipping
in Antwerpen
Afgelopen zomer mocht de haven het nieuwe schip van
Hanjin Shipping ontvangen. De Hanjin Korea heeft een
capaciteit van 10.000 TEU en is het eerste containerschip in
een reeks van vijf met een dergelijke capaciteit. Het schip
maakt deel uit van de vernieuwde vloot van Hanjin Shipping,
en wordt ingezet op de NE4 Service van de CKYH
Green Alliance tussen Qingdao, Shanghai, Ningbo, Hongkong,
Singapore, Port Said, Rotterdam, Hamburg en Antwerpen.
Het schip wordt behandeld aan het
Deurganckdok bij Antwerp International Terminal (AIT),
de joint venture tussen PSA Antwerp en Hanjin Shipping,
‘K’ Line en Yangming.
Nieuwe Hapag-Lloyd-verbinding tussen Antwerpen
en New York
Medio september ging de Duitse rederij Hapag-Lloyd van
start met de Atlantic Express Shuttle (AES), een nieuwe wekelijkse
dienst tussen Antwerpen en New York. De shuttle
wordt verzekerd met drie schepen van 2.800 TEU die de afstand
naar New York afleggen in negen dagen. De schepen
worden behandeld aan de Noordzeeterminal (PSA Antwerp).
In totaal biedt Hapag-Lloyd nu vanuit Antwerpen
vier afvaarten naar New York.
DYNAMIEK IN DE HAVEN
Gosselin bouwt breakbulkmagazijn
langsheen Albertkanaal
De Gosselin Group breidt zijn bestaande magazijnruimte
uit met een bijkomende unit van 5.000 m 2 om de expansie
van de logistieke activiteiten van de groep te ondersteunen.
Het nieuwe magazijn zal in hoofdzaak onderdak bieden
aan grote en ondeelbare lading. Gosselin wil hier
specifiek project- en buitenmaatse lading behandelen,
evenals containers, ijzer en staal. De Gosselin Group beschikt
momenteel langsheen het Albertkanaal over een opslagcapaciteit
van 140.000 m 2 .
ZIM biedt directe dienst tussen Vietnam
en Antwerpen
De Israëlische rederij ZIM loopt sinds kort de Vietnamese
haven Cai Mep aan op haar westboundroute naar
Noord-Europa. Ze is hiermee de eerste rederij die een
directe dienst aanbiedt tussen Vietnam en de Benelux.
Tot nu toe werd er naar dit land gefeederd.
Cai Mep wordt aangelopen op de terugreis van de Asia
Med Europe (AME)-dienst die wordt verzorgd door elf
schepen met een capaciteit van 2.900 tot 4.250 TEU. Achtereenvolgens
lopen ze Shanghai aan, Dachan Bay, Cai
Mep, Port Kelang en Nhava Sheva, om door te varen
naar Haifa, Ashdod, Felixstowe, Antwerpen en Hamburg.
27 0

Dredging International nv
Haven 1025 - Scheldedijk 30
B-2070 Zwijndrecht, Belgium
T +32 3 250 52 11
F +32 3 250 56 50
info@deme.be
www.deme.be
Havenbouw en onderhoud van vaarwegen:
écht specialistenwerk!
Member of the DEME Group
De milieuvriendelijke sleephopperzuiger “Brabo” houdt de toegang tot een wereldhaven als
Antwerpen op diepte. Het is maar één voorbeeld van de ontelbare projecten die Dredging International
over de hele wereld uitvoert.
Met 150 jaar ervaring, een uitgebreide, moderne vloot en meer dan 3700 specialisten in dienst, heeft
Dredging International alle expertise in huis om elk bagger- en waterbouwproject, hoe complex ook,
perfect af te werken.
DEME: creating land for the future