Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2009 - Seventh Day ...

WOENSDAG 2 september
4 ALCOHOLISCHE DRANKEN
A Wat zegt de Bijbel over alcoholische dranken? Spreuken 20:1; 23:29-
32; Jesaja 5:22.
“Hoe kan een man of vrouw, die zegt in Gods Woord te geloven, zich
wagen aan het proberen, proeven of zich bedienen van wijn of sterke drank met
het gevolg van het toegeven aan bedwelmende drank voor ogen? Zo te handelen
is zeker niet in harmonie met hun belijdend geloof.” –Temperance, blz. 42.
“Bestuurders, volksvertegenwoordigers, rechters, ambtenaren, allen die te
doen hebben met het handhaven van ’s lands wetten en de uitvaardiging
daarvan, die de levens, de goede naam en bezittingen van hun medeburgers in
handen hebben, zouden mensen van strikte matigheid moeten zijn. Alleen dàn
kan hun verstand helder zijn om te onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen
recht en onrecht. Alleen dan kunnen zij vastheid van beginsel hebben en
wijsheid om het recht uit te oefenen en genade te tonen. Maar hoe is de stand
van zaken? Hoe velen van deze mensen hebben hun geest beneveld, het gevoel
voor recht en onrecht verward door sterke drank! Hoeveel verdrukkende wetten
zijn niet uitgevaardigd? Hoeveel onschuldige personen ter dood veroordeeld
door het onrecht van een drinkende, wetgevende macht, getuigen, juristen,
advocaten en zelfs rechters!” –De Weg tot Gezondheid, blz. 289.
“Kijk naar alle brouwerijen in het land, die het publiek voorzien van wat
een dodelijk kwaad is… Wat een vloek is de drank voor de mens, die (het
drankhuis) binnen gaat en drinkt! De reiziger gaat met zijn gezond verstand het
openbare gebouw binnen en loopt rechtop, maar kijk naar hem, als hij eruit
komt, de glans is uit zijn ogen, zijn verstand is lam gelegd en hij waggelt, als
een schip op zee.” -The Bible Echo, 22 januari 1894.
B Welk duidelijk gebod was er gegeven aan Aäron en zijn zonen, aan
Manoah en zijn vrouw aan en aan Zacharia? Leviticus 10:8-10;
Richteren 13:3-4, 13-14; Lukas 1:12-15.
“Het gebruik van geestrijke drank verzwakt het lichaam, benevelt de geest
en verlaagt de moraal. Het maakt, dat de mens niet de heiligheid onderscheidt
van heilige zaken, of de bindende kracht ontdekt van Gods geboden. Allen, die
een plaats bekleden van heilige verantwoordelijkheid moeten strikt matige
mensen zijn, zodat hun geest helder is en zij onderscheid kunnen maken tussen
goed en kwaad en zij een vastheid van beginsel bezitten en wijsheid hebben om
gerechtigheid te beoefenen en barmhartigheid te betonen.” –Patriarchen en
Profeten, blz. 326.
Sabbat Bijbel Lessen, juli – september 2009 55